Download - 'MUSEA MOETEN HUN NEK UITSTEKEN'

Transcript

INHOUD1

SPRAAKMAKER KIM TUINDe directeur van de NDSM-werf slaat de handen ineen met musea en kunstenaars.

DOSSIER DIGITALISERING46 Online views Drie experts delen hun ervaringen48 Publieke werken Boijmans van Beuningen, Delfts aardewerk, EYE50 Andere bril Moti en de opmars van Virtual Reality51 #appmania Drie museum-apps getest52 Helpende hand Netwerk Digitaal Erfgoed biedt houvast53 Digigebod Afhaken is geen optie, volgens DEN-directeur Marco de Niet

‘MUSEA MOETEN HUN NEK UITSTEKEN’

24

303845

OP ZAAL POPPENSPELGemengde technieken in exposities

PROFIEL CUBE DESIGN MUSEUMAlledaags design in een onalledaags concept

INHOUD 2

5 START Arend-Jan Weijsters is begonnen bij Het Valkhof

6 STAND VAN ZAKEN De Museumweek, de Museumkaart en meer nieuws

9 BESTE KOOP Het wapen van de Iron Lady

11 OMWEG WAARD Naar Franeker voor het Planetarium

12 LASTIGE VRAGEN Hester Alberdingk Thijm moet kiezen

13 ZEER KORT VERHAAL Tommy Wieringa werd gegrepen door oude plaatjes

15 DE PATROON Perfecte partners: NN Group en het Mauritshuis

16 WAT IK HEB GELEERD Hendrik Driessen over De Wilde en Duchamp

19 LUNCHPAUZE De jiddische jaren van Joël Cahen

20 BOUWWERK Een glazen huis voor Museum Rotterdam

23 TEAMWORK ARTtube en NTR Schooltv bundelen hun krachten

54 ON TOUR Andreas Blühm leidt ons rond door David Bowie is

57 DE KWESTIE Heibel om de Hottentot

58 DE WINKEL Gemeentemuseum Den Haag zet in op catalogi

60 GRENZELOOS Vier buitenlandse musea, vier materialen

62 UIT ETEN Restaurant Rijks: de kunst van het moderne koken

63 LAATSTE WOORD Arnoud Odding over Machiavelli en Sandberg

RECTIFICATIEIn het vorige nummer zijn niet de correcte credits vermeld bij het artikel over Castellum Hoge Woerd Architect SKETS, Groningen Huisstijl Dietwee, Utrecht Ontwerp park Erik Overdiep Landschapsontwerp EXPOSITIE Concept, realisatie en projectmanagement Podium – Communiceren Beleven Leren, Utrecht Ruimtelijk en grafisch ontwerp Pronk Stories+Design, Rotterdam Expositiebouw Heijmerink Wagemakers Vormgeversatelier, Nieuwegein Audiovisuele producties IQ-Media, Zwolle; MCW, Rotterdam; BlewScreen, Tilburg

COLOFON

Museumvisie is een publicatie van de Museumvereniging en wordt vier keer per jaar uitgegeven doorMuseumverenigingRapenburgerstraat 123Postbus 29751000 CZ AmsterdamT 020 551 [email protected]

UITGEVERToine Berbers

[email protected]

JAARABONNEMENT € 37,50 voor individuele leden van de Museumvereniging€ 45 voor niet ledenBedragen inclusief 6% btw

Voor leden van de vereniging is het abonnement opgenomen in het lidmaatschap. Abonneren via museumvereniging.nl, onder Publicaties/MuseumvisieSchriftelijk opzeggen abonnement voor 1 december.

LOSSE NUMMERSLopende jaargang, oudere en/of meer exemplaren € 12,50, inclusief porto

WEBSITEmuseumvereniging.nlDiscussieer mee via LinkedIn/Museumverenigingsite of door smartphone op QR-code (pagina 3) te houden. Lees op de website ook dagelijkse museumactualiteiten.

Visies en standpunten in Museumvisie weerspiegelen alleen die van de vereniging als daar uitdrukkelijk melding van wordt gemaakt en in de rubriek Stand van Zaken. Auteurs en redactie werken op persoonlijke titel mee, nooit vanuit hun verbondenheid aan een instelling of bedrijf.

MUSEUMVISIE WORDT GEMAAKT DOOR:Frame Publishers Laan der Hesperiden 681076 DX Amsterdamframeweb.comT 020 423 3717

DIRECTEURRobert [email protected]

HOOFDREDACTIEFemke de [email protected]

EINDREDACTIEJojo Oomes

ART DIRECTIONZoe Bar-Pereg Barbara Iwanicka

AAN DIT NUMMER HEBBEN BIJGEDRAGENRené BoogaartsFilip van BrabanderPeter de BrockGitte BrugmanMicha CluysenaerEdo DijksterhuisMarijke van den EsschertSandra JongenelenJeroen JunteDavid KeuningRosanne KropmanRalph LevieEric NederkoornKarin OvermarsPetra PosselVera RosMarc VlemmingsTommy WieringaAnneke van Wolfswinkel

COVER Foto Rob Overmeer

PREPRESSEdward de Nijs

SALES EN MARKETINGMargreet [email protected]

ADVERTENTIESUitgeverij IntermedT 050 312 0042 [email protected]

DRUKDrukkerij Damen, Werkendam

COPYRIGHTMuseumvereniging, Frame Publishers en schrijvers. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, ook niet op elektronische wijze, zonder dat de uitgever daarvoor vooraf toestemming heeft verleend. Niet altijd kunnen auteursrechthebbenden op gebruikte afbeeldingen achterhaald worden. Betreft dat u, neem dan contact op met de redactie.

© 2016 Museumvereniging, Frame Publishers en schrijvers

3 REDACTIONEEL

Het moet op een zaterdag zijn geweest dat mijn zus mij meenam naar een museum dat ik nog niet kende. Ik kwam wel vaker in Tilburg, maar studeerde in Amsterdam en bezocht vooral musea in de Randstad, daar waar het allemaal leek te gebeuren. De grote ruimte van de oude wolspinnerij greep me meteen bij mijn kladden. Ik stapte een lege witte zaal binnen waar een vage schaduw op de muur aan de andere kant mijn aandacht trok. Toen ik er naartoe liep en met elke stap een zwangere buik verder uit de wand naar voren zag komen, ervoer ik voor het eerst de soms stille kracht van het werk van Anish Kapoor. In de rubriek ‘Wat ik heb geleerd’ vertelt Hendrik Driessen, directeur van het museum De Pont in Tilburg, dat hij voor het eerst een museum bezocht na het lezen van een krantenartikel over dinosaurussen. Onverwachte ontmoetingen met kunst of musea kunnen grote invloed hebben op een mensenleven. Kim Tuin werd afgelopen zomer directeur van de NDSM-werf in Amsterdam, nadat ze in club Trouw duizenden jongeren op het meest onverwachte moment met kunst in aanraking had gebracht: in het holst van de nacht, met een biertje op, in een grote kelder van een leegstaande drukkerij, waar de bassen van bekende deejays nog gedempt doorklonken.Voor het eerste nummer van Museumvisie dat door Frame Publishers is gemaakt, zijn wij op zoek gegaan naar spraakmakers als Kim Tuin en naar de mensen achter nieuwsberichten. We spraken met de sponsor van een tentoonstelling, bezochten een nieuwe directeur in Nijmegen en een oud planetarium in Friesland. We bekeken een bijzondere tas, aten in een ambitieus museumrestaurant en zetten een VR-bril op in Breda. Een eerste nummer maken betekent keuzes maken en daarmee doen we bij voorbaat mensen en musea tekort. Maar ik hoop velen van jullie te ontmoeten op onverwachte, nieuwe of vergeten locaties. En te spreken over bijzondere tentoonstellingen, nieuwe gebouwen, digitale projecten, of dinosaurussen.

Femke de [email protected]

arte

Vis

ser

DINO'S ENKAPOOR

Mu

seu

m v

akd

agen

De

beu

rs v

oo

r d

e m

use

um

bra

nch

e

dinsdag 24 en woensdag 25 mei

Evoluon Noord Brabantlaan 1A 5652 LA Eindhoven

Informatie: Expolaan BV | 0165-393001

Bestel nu reeds uw gratis entreekaarten via: www.museumvakdagen.nl

[email protected]

Intermed_90 x 270_N.indd 1 2-2-2016 15:56:31

Het Hof van nederlanddordreCHt

foto

Jer

oen

MU

SCH

www.tekstenuitleg.nl houtmarkt 21 haarlem 023 5316693

5 START

Na een turbulente periode met ontslagen en het vertrek van de directeur moet Arend-Jan Weijsters Het Valkhof in rustiger vaarwater loodsen. TEKST Marc Vlemmings FOTO Gert-Jan van Rooij

Onder de medewerkers die ontslagen zijn, bevonden zich ook vakconservatoren.Kan het museum zonder hen nog goede tentoonstellingen maken? ‘Een aantal ontslagen is teruggedraaid, waaronder dat van de conservator Archeologie. Voor deze functie is een oplossing gevonden in het kader van onze samenwerking met de Radboud Universiteit.’

Het museum en de universiteit zijn toch gescheiden werelden? ‘Wij willen een hechtere band met de universiteit. Ieder jaar komt een jonge generatie op een belangrijk moment in haar leven in de stad studeren en wonen. Velen blijven hier ook na hun afstuderen. We zijn nog aan het nadenken over hoe we de samenwerking met de universiteit nader zullen vormgeven. Het museum zou bijvoorbeeld een presentatielocatie kunnen worden. In mijn vorige functie bij het Nationaal Glasmuseum heb ik studenten van internationale kunstacademies uitgenodigd. Dat noemden we MuseumAtelier+ en was bedoeld om het gat tussen opleiding en museum te dichten en elkaar halverwege op te zoeken. Als museum kunnen we de studenten een soort laboratorium bieden, waarin zij hun gang kunnen gaan. Jongeren hebben vaak een

andere visie op kunst dan wij en dat geeft een frisse input.’

Geen bezadigdheid maar open staan voor nieuwe ideeën. ‘Mijn nieuwsgierigheid heb ik van huis uit meegekregen en ik vind het ook bij de functie van museumdirecteur passen. Ik laat me graag inspireren. Dit jaar zijn we gestart met het fenomeen van de kunstenaar-conservator, waarmee we als museum de band met diverse kunstenaars, ook uit stad en de regio, willen versterken. Een kunstenaar-conservator kan een project van een andere kunstenaar voorstellen en het museum biedt hiervoor de ruimte. Ik beschouw een tentoonstelling als een middel waarmee een kunstenaar of een tentoonstellingsmaker communiceert met het publiek.’

Museum Het Valkhof presenteert archeologie, oude kunst en hedendaagse Nederlandse beeldende kunst naast elkaar. Is er een verband tussen de afdelingen? ‘De oude geschiedenis komt in Nijmegen letterlijk uit de grond, want er worden nog steeds bijzondere objecten gevonden. Het museum gaat nadrukkelijker een relatie leggen tussen heden en verleden,

OP DE SCHOP

waarbij beide elkaar nieuwe context kunnen bieden. Een voorbeeld: een stad als Nijmegen heeft ook in het verleden te maken gehad met vluchtelingen. Hoe is daarmee destijds omgegaan? Onze visie op het verleden verandert als we ons standpunt en perspectief verleggen. Volgend jaar gaat de opstelling van de vaste collecties op de schop. Ik wil dat de nieuwe vaste opstelling bewust lege plekken houdt die gebruikt kunnen worden voor interventies waarmee gereageerd wordt op onze collectie, onder andere naar aanleiding van gebeurtenissen die in de actualiteit spelen.’

Moet er veel aangepast worden in het gebouw? Het museum heeft vorig jaar een grote renovatie afgeblazen. ‘Een aantal onderdelen van de geplande renovatie zullen worden uitgevoerd. De bovenste verdieping zal helemaal worden gebruikt voor de vaste collecties, voor educatie en voor een deel van de bibliotheek. Die willen we ook inhoudelijk en projectmatig gaan inzetten. De benedenverdieping wordt helemaal bestemd voor wisselende tentoonstellingen en projecten.’

museumhetvalkhof.nl

bLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu Dusam, tese

Zwart witEdward

6 STAND VAN ZAKEN

MUSEUMGLOSSYVijf jaar na de verschijning van de publicatie Meer dan waard brengt de Museumvereniging onder dezelfde titel een glossy uit. Het magazine is bedoeld ter inspiratie voor musea, maar ook om anderen te overtuigen van het maatschappelijk belang van de sector. Denk daarbij aan politici, kunstraden, onderwijsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties. Bijzonder is dat dit keer niet de sector, maar mensen van buiten aan het woord komen. Voormalig wethouder Peter Westenberg in Hoorn bijvoorbeeld vertelt over de verbindende waarde van en de controverse over het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in de Noord-Hollandse stad. Voor- en tegenstanders vlogen elkaar in de haren, waarna het Westfries Museum een rechtszaak organiseerde. Behalve een verbindende waarde vertegenwoordigen musea een collectiewaarde, educatieve waarde, belevingswaarde en een economische waarde. Het magazine is een eenmalige uitgave en is zo samengesteld dat het ten minste een jaar actueel blijft. Alle museumdirecteuren kregen twee exemplaren per post. Extra glossy’s zijn voor € 5,50 verkrijgbaar via de Museumvereniging. Enkele museumwinkels verkopen het magazine bij wijze van proef.

[email protected]

LAMO-meldpuntMusea die kunstwerken of andere objecten willen afstoten, kunnen dat vanaf dit jaar online aangeven. Daarvoor loggen ze in bij de zogeheten Afstotingsdatabase. Na aanmelding kunnen andere musea op de site zien of collega’s stukken aanbieden die voor hen interessant zijn. Het meldpunt vloeit voort uit de nieuwe Leidraad Afstoting Museale Objecten (LAMO), die dit jaar van kracht werd. De tekst van de regeling is redactioneel verbeterd en ingekort. Petra Timmer heeft in opdracht van de Museumvereniging gezorgd voor de komst van de nieuwe LAMO, het meldpunt en een onafhankelijke toetsingscommissie. ‘Afstoting is bedoeld om de kwaliteit van een collectie te verhogen of objecten onder te brengen op plekken waar ze beter tot hun recht komen’, licht Timmer toe. ‘‘Daarnaast geeft het musea de mogelijkheid hun medeverantwoordelijkheid te nemen voor de Collectie Nederland.’ De eerste versie van de Leidraad werd in 1999 ingevoerd en fungeerde als een soort checklist voor musea. Waaraan moesten zij denken als ze een werk wilden afstoten? Na een herziening in 2006 ontstond in 2012 commotie rond de verkoop van een schilderij van Marlene Dumas door Museum Gouda. De opbrengst werd gebruikt voor de exploitatie. Dat was in strijd met de Leidraad. Bovendien was het werk niet aangeboden aan collega-musea.

afstotingsdatabase.nl

Persoonlijke kaartDe Museumkaart bestaat 35 jaar en heeft een nieuw uiterlijk gekregen. Met ingang van maart 2016 zijn er bovendien drie Museumkaarten in plaats van twee: voor volwassenen, voor jongeren van 13 t/m 18 jaar en voor Museumkids (t/m 12 jaar). Musea zijn het belangrijkste kanaal voor de verkoop van de nieuwe kaart. Bezoekers kopen voortaan aan de kassa een tijdelijk exemplaar dat 31 dagen

geldig is. Na online registratie en het uploaden van een pasfoto krijgen ze hun Museumkaart per post thuisgestuurd. De pasfoto (vanaf 13 jaar) is een nieuw onderdeel en maakt de kaart persoonlijk. Een voordeel van de registratie is dat de Museumkaart beter kan inspelen op de interesses van de 1,2 miljoen kaarthouders.

museumkaart.nl

MUSEUMKAART 2015IN CIJFERS

1.200.000MUSEUMKAART-

HOUDERS

8.300.000MUSEUMBEZOEKEN

+100.000 KAARTHOUDERS

PER JAARSINDS 2011

6,8BEZOEKEN PER

KAARTHOUDER, GEMIDDELD

+8%MUSEUMBEZOEKEN

T.O.V. 2014

35JAAR BESTAAT

DE MUSEUMKAART

‘Laat musea trots zijn op hun eigen veeleisendheid’

Pauline Slot

MUSEA MEER DAN WAARD

MU

SEA

MEER

DA

N W

AA

RD

Bruns B.V. • Stökskesweg 11 • 5571 TJ Bergeijk • Nederland • T +31 (0)497 57 70 27 • E [email protected] • I www.bruns.nl

Bruns

Nationaal Militair Museum Het Noordbrabants MuseumMicropiaPinnedUp Tentoonstelling

Soesterberg - NLDen Bosch - NLAmsterdam - NLAmsterdam - NL

Nieuwsgierigheid. Dat is wat ons drijft. Ontdekken hoe dingen werken. Of waarom ze niet werken. En dan met een

oplossing komen. Een oplossing die zorgt dat wat wij maken geen objecten zijn, maar echte ervaringen. Wij accepteren

maar één resultaat: het beste. En dat bereiken we door elk project – groot of klein – de aandacht te geven die het verdient.

Zodat het oogstrelend wordt. Prikkelend. Toonaangevend. Duurzaam. Dat doen we omdat we nieuwsgierig zijn. Naar wat

het kan worden als we al onze jarenlange ervaring, kennis en aandacht wijden aan één project; uw project.

Begonnen als specialist in de maquettebouw is Bruns de laatste decennia, uitgegroeid tot een wereldwijd gekende

multidisciplinaire partner als ontwikkelaar en producent van innovatieve mechanische exhibits en complete interactieve

tentoonstellingen, inclusief service en onderhoud.

Lees het hele verhaal en ontdek onze andere projecten op www.bruns.nl.

Wij zijn Bruns. Wij doen er alles aan om uw ideeën tot leven te brengen. Om bezoekers een echte ervaring te bieden.

En dat kunnen wij als geen ander.

MeerdanWaard-omslag.indd 1 14-12-15 16:24

bLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia

‘HET CONCEPT DEUGT’Na 33 jaar maakte het Nationaal Museumweekend vorig jaar plaats voor de Nationale Museumweek. Mirjam Moll, manager collectieve promotie bij de Museumvereniging, legt uit waarom.TEKST Sandra Jongenelen FOTO Jorrit Lousberg

Waarom moest het Museumweekend eraan geloven? ‘Uit onderzoek bleek dat musea tijdens het weekend vooral reguliere bezoekers bereikten, terwijl we met de collectieve promotie juist nieuw publiek willen enthousiasmeren. Het doel is mensen bereiken die niet of nauwelijks musea bezoeken.’

En dat lukte wel met de week? ‘We deden een meting vóór en na de Museumweek. Daaruit bleek dat het belang dat mensen aan een museum hechten enorm was toegenomen, van 67 naar 81 procent. Voorafgaand aan de week gaf 51 procent van de respondenten aan binnen drie maanden een museum te bezoeken. Bij het tweede onderzoek was dat percentage opgelopen naar 72. Dat zijn significante verschillen, waarover we blij verrast waren. Het concept deugt.’

Er was ook kritiek. ‘De eerste editie hebben we in dertien weken ontwikkeld. De week ging daardoor óver de musea, maar was niet mét hen tot stand gebracht. Ook hadden we de 1,2 miljoen Museumkaarthouders er niet bij betrokken.’

Dat zal dit jaar anders zijn? ‘Wat betreft de musea is 2016 een tussenfase; aan het eind van de zomer gaan we met de musea voor

In Middelburg, Maastricht, Kampen en Leeuwarden zullen de gouden pronkstukken van vorig jaar opnieuw te zien zijn.

2017 aan het werk. Museumkaarthouders mogen een museumbezoek cadeau geven.’

Het was onduidelijk of bezoekers moesten betalen. ‘Dat hadden we beter kunnen communiceren. Bij het Museumweekend was de toegang gratis, maar de opvolger is geen kortingsweek. Als je zegt dat musea het bezoek meer dan waard zijn, dan moet ook de toegangsprijs je meer dan waard zijn. Bijkomend voordeel was dat musea ook bij speciale tentoonstellingen – zoals het Rijksmuseum met Late Rembrandt – gewoon mee konden doen.’

Is er een thema? ‘De focus ligt op aanwinsten die met steun van bij voorbeeld het Mondriaan Fonds konden worden aangekocht. We vroegen musea zo’n pronkstuk op hun site te zetten met daarbij een toelichting waarom het uniek is.’

Vorig jaar trokken de gigantische gouden replica’s veel aandacht. ‘In Middelburg, Maastricht, Kampen en Leeuwarden zullen we die pronkstukken opnieuw laten zien. Ze blijven twee of drie dagen staan.’

Is er ook nieuw goud? ‘Het nieuwe pronkstuk is de hondekop, het treinmodel dat tot 1993 op het spoor reed. Nu staat het in het Spoorwegmuseum. Bijzonder is dat Museumkaarthouders die keuze hebben gemaakt.’

Wat gebeurt er nog meer? ‘We maken met Sublime FM in drie musea een radio-uitzending. Gasten spreken over bijvoorbeeld vernieuwing, maatschappelijke impact of afstoten en aankopen. Namens de politiek schuift ook een wethouder of gedeputeerde aan. In het Drents Museum staat de uitzending in het teken van het afstoten van collecties, een onderwerp dat aanhaakt bij een project van beeldend kunstenaar Danielle Kwaaitaal dat op dat moment in het museum is te zien. En dan zullen we samen met de musea ons best doen om de sociale media te laten ontploffen.’

De Museumweek – van 16 tot en met 24 april 2016 – heeft net als vorig jaar als thema Ons echte goud. Dichterbij dan je denkt.

nationalemuseumweek.nl

Thatcher werd gevreesd om haar tassen

9 BESTE KOOPLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu Dusam,

HET OBJECTHet is eigenlijk een simpele, grijze leren tas van Asprey, een oud, chic Engels merk met winkels in luxury goods. Maar hij is wel gedragen door de eerste vrouwelijke premier van Groot-Brittannië en hij is te zien op foto’s van haar entree in Downing Street 10 in 1981 en op foto's van een bezoek aan Ronald Reagan in 1984. Thatcher werd gevreesd om haar tassen, die haar dominante regeerstijl symboliseerden. Zodra haar tas op tafel stond, kon de vergadering beginnen. Ze sloeg er soms ook mee op tafel en bewaarde er geheime stukken in. Want niemand durft natuurlijk in de handtas van een vrouw te kijken.

DE MEERWAARDEDat iconische karakter, de tas als Thatchers wapen. De term handbagging, een intimiderende manier van debatteren, is daarvan afgeleid. Dat maakt hem belangrijker dan het materiaal.

PRIJS£ 16.900 (ruim € 22.000). Oorspronkelijke vraagprijs £ 2.000.

FINANCIERINGZodra het museum hoorde over de internationale veiling van spullen uit Thatchers nalatenschap, heeft het direct fondsen aangeschreven. Ook donateurs en vrienden van het museum hebben bijgedragen. De belangrijkste sponsoren zijn het Prins Bernhard Cultuurfonds en Stichting Zabawas.

WAAR GEKOCHTBij Christie’s in Londen. Behalve de Asprey-tas is ook Thatchers regeringskoffer geveild. Die werd afgehamerd op £ 242.500.

OP HET VERLANGLIJSTJETassen van beroemdheden die bij jongere generaties populair zijn, zoals Lady Gaga. Vrouwen als Thatcher of Elizabeth Taylor, van wie ook een tas is opgenomen in de collectie, spreken vooral oudere bezoekers aan. Al heeft het museum ook een tas van Madonna.

tassenmuseum.nl

TEKST Vera Ros

WAPENTUIGTassenmuseum Hendrikje wist de hand te leggen op een tas van Margaret Thatcher uit 1980.

£ 16.900

BUSHHOUSE

MUSEUMBUREAU VOOR BUITENRECLAME CAMPAGNES + eDM

WWW.BUSHHOUSE.NL 055 366 66 40 WWW.BUSHHOUSE.NL 055 366 66 40

BUSHHOUSE

MUSEUMBUREAU VOOR BUITENRECLAME CAMPAGNES + eDM

Museum Visie O116 Bushhouse adv 195mmx130mm_v2.indd 1 12-02-16 13:43

Tensabarrier® professionele afscheidingspalen van

Tel.: +31(0)252 531230 E-mail: [email protected]

Project2 15-02-2016 12:17 Pagina 1

bLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu 11 OMWEG WAARD

Zeven jaar lang, van 1774 tot 1781, zaten Eise Eisinga en zijn vrouw in de rotzooi. De wolkammer uit Franeker bouwde in zes jaar een planetarium in zijn woonkamer en op de zolder erboven. Hij had daarna nog een jaar nodig om het mechanisme te schilderen.Eisinga gebruikte hout, touw, een Friese staartklok en duizenden spijkers. Daarbij had hij een talent voor wiskunde, want zijn berekeningen zijn zo nauwkeurig dat het planetarium (1 mm = 1 miljoen km) nog steeds correct de standen in het toen bekende zonnestelsel weergeeft. Zonder Uranus, want die planeet werd in 1781 ontdekt, net na de voltooiing van het planetarium. Eisinga begon zijn project nadat in zijn tijd een samenstand van vier planeten voor veel ophef had gezorgd. Een bekende dominee voorspelde in de Leeuwarder Courant het einde der tijden. Een planetarium zou een en ander kunnen verduidelijken, meende Eisinga. Hij had gelijk.Het Eise Eisinga Planetarium is het oudste nog werkende planetarium ter wereld en is hard op weg de Werelderfgoedlijst te halen. In de filmzaal en de expositieruimtes wordt aandacht besteed aan andere (amateur-)astronomen van toen en sterrenkundigen van nu. Met de verbouwing van een derde pand verhuist vanaf mei 2016 de entree. Daardoor ontstaat er ruimte voor een grote, interactieve tentoonstelling, gebaseerd op instrumenten uit de collectie. De vaste museummedewerkers (3,2 fte) en vrijwilligers kunnen dan nog meer dan de nu 49.000 bezoekers per jaar ontvangen.Als je er toch bent? Ga dan voor koffie, thee of lunch naar het naastgelegen Planetariumcafé of breng een bezoek aan Museum Martena, waar aandacht is voor wetenschappers van de voormalige Franeker universiteit.

planetarium-friesland.nlTEKST Gitte Brugman FOTO Koninklijk Eise Eisinga Planetarium

EISTIJDHet Eise Eisinga Planetarium in Franeker is het achttiende-eeuwse resultaat van zes jaar ploeteren – en nog altijd actueel.

LOCATIE Eise Eisingastraat 3, FranekerORGANISEERT arrangementen met Museum Martena, Theater de Koornbeurs, Jacob ten Hoeve Uurwerken, Planetarium Zuylenburg en Nauta BotenverhuurWIST JE DAT het planetarium eind 2015 zijn twee miljoenste bezoeker verwelkomde?

Toen Eise Eisinga klaar was met het Planetarium, ontving hij direct gasten en gaf uitleg bij het model in de woonkamer.

12 LASTIGE VRAGEN

Amsterdam is een nieuwe flexibele en dynamische kunst- en ontmoetingsplek rijker. Op 28 januari 2016 opende de Essential Art Space op de Amsterdamse Zuidas zijn deuren. Op de begane grond van het glanzend nieuwe AkzoNobel Center is iedereen welkom om er de internationale hedendaagse kunstcollectie van de multinational te doorgronden. Hester Alberdingk Thijm, directeur van de AkzoNobel Art Foundation, maakt er zelf steeds een praatje met bezoekers.

Kunst verbindt met: corporate identity of maatschappij? ‘Met de maatschappij. De kunstenaar loopt vooruit op waar we bij AkzoNobel mee bezig zijn, heeft een andere radar, signaleert tendensen, toont de barometer van de tijd. Dat willen we naar binnen halen. De bedrijfscollectie als bruggenbouwer tussen bedrijf, samenleving en kunstwereld. Maar een bedrijfscollectie is een meerkoppige draak. Ik ben negen jaar bezig geweest om de Art

Lest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu

‘KUNST OP DE WERKPLEK MAAKT MENSEN GELUKKIG’Hester Alberdingk Thijm, directeur van de AkzoNobel Art Foundation, ziet ook de koffiejuffrouw bezoekers rondleiden.TEKST Micha Cluysenaer FOTO Annaleen Louwes

Space voor elkaar te krijgen; door de crisis werd de bouw steeds uitgesteld. Ik ben nu aan mijn derde bestuur in twintig jaar. Het opbouwen van een goede kunstcollectie is per definitie een duurzame aangelegenheid; die een plek geven in gebouw, hoofd en hart kost tijd. Je moet steeds weer een nieuwe raad van bestuur overtuigen, daarom zijn we ook een aparte stichting. Je bent als bedrijfscollectie geen marketinginstrument, maar een satelliet met nieuwe ideeën. Je moet stevig

verankerd zitten in de top, anders ga je het niet redden, jezelf altijd weer actief opstellen. Negentig procent van de tijd ben ik bezig collecties te verankeren. Niets wordt hier zonder uitleg opgehangen.’

Investeren in kunstcollectie of in financiële producten? ‘Natuurlijk in hedendaagse kunst en jong talent. De collectie is, conservatief ingeschat, meer dan verdubbeld in waarde sinds de eerste aankoop, sommige werken zijn wellicht drie keer zoveel waard. Dat is mooi, maar daar is het ons niet om te doen. We verkopen niet. Het betekent wel dat we vroegtijdig talent hebben ontdekt. Van laag tot hoog zijn medewerkers trots op de collectie. Van koffiejuffrouw tot bewaker hebben we opgeleid. Nu zie ik dat ze uit zichzelf bezoekers rondleiden. Daar word je toch blij van?’

13 ZEER KORT VERHAALLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia

€ 250.000 tot € 300.000 aankoopbudget per jaar: groot of klein? ‘Voor een Nederlandse bedrijfscollectie is dat heel behoorlijk. Je moet je goed oriënteren, scherpe keuzes maken. In het buitenland heb je wel rijkere collecties. De Deutsche Bank had een paar jaar geleden nog een budget van 17 miljoen euro, inclusief cultuursponsoring.’

Invloed op de kunstmarkt: positief of negatief? ‘Die is nu gelukkig weer positief. Er loopt een vierjarig wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van bedrijfscollecties op de kunstmarkt. Die stonden enigszins aan de zijlijn, maar ontwikkelen zich nu tot veel meer dan aankopen en ophangen. Nu al blijkt dat bedrijfscollecties een groter aandeel in de contemporaine kunstmarkt zijn gaan innemen.’

Bedrijfscollecties: bedreigde soort of bloeiend fenomeen? ‘Ze bloeien nu weer op. De VBCN [Vereniging Bedrijfscollecties Nederland] groeit. De sluiting van de RABO kunstzone had veel invloed, maar ook zij verzamelen gewoon door. De meeste budgetten zijn tijdelijk iets omlaag gegaan, gestagneerd, maar zijn nu weer op het oude niveau. Veel bedrijven komen daarmee niet naar buiten, uit angst voor sputterende aandeelhouders, maar het zou best kunnen dat ze veel meer uitgeven dan je denkt.’

Dominee voor kunst en cultuur of voor AkzoNobel? ‘Ik ben een missionaris voor kunst en cultuur in het algemeen. Zingeving via het beeld. Juist nu hebben we bezieling nodig. Ik hoop ds. Ruben van Zwieten en de hele club van De Nieuwe Poort – het door Van Zwieten opgerichte ‘huis voor ontmoeting’ aan de Zuidas – hier te ontvangen voor een inspiratiebijeenkomst.’

Een eigen kunstcollectie opbouwen of musea sponsoren? ‘Een eigen collectie opbouwen. Dat is drie in een. Je steunt jong talent, stimuleert je werkomgeving en investeert in het cultuurklimaat. De leefbaarheid op de Zuidas moet komen van kunst, cultuur en natuur, anders is het een stenen mierenhoop. Onlangs is bewezen wat ik vermoedde: kunst op de werkplek stimuleert, verlaagt stress, maakt mensen gelukkig.’

artfoundation.akzonobel.com

STRANGE FRUIT De stereofoto’s die ik eens zag in een provisorisch museumpje in de Vlaamse Westhoek, hebben in mijn herinnering een blijvende afdruk gemaakt. De glasplaten waren te zien in een houten stereoscoop, en konden middels een knop aan de buitenzijde worden rondgedraaid, als adreskaartjes in een rolodex. Op een van de sepiakleurige foto’s stond een kale boom in een kaal, door explosieven omgeploegd landschap. In de boom hing een paard. Het was door de kracht van de explosie in de boom geblazen. Ik herinner me de schok toen ik de monsterlijke vrucht als paard herkende.Een kleine eeuw later zag ik het paard terug. In park Sonsbeek had Berlinde De Bruyckere het boven ons hoofd opgehangen. Het paard was als een ballon opgestegen en in de takken verstrikt geraakt. Drie stuks, telde ik er gedurende de wandeling, en door het feeërieke park daverden echo’s van de Grote Oorlog.Paarden horen niet in bomen. Het desoriënteert ons.In 1945 fotografeerde William W. Dyviniak een auto-ongeluk nabij Cheektowaga, upstate New York. De wagen heeft zich rond een telefoonpaal gevouwen, de dode bestuurder hangt er een meter of vijf boven, zijn hoofd en bovenlijf verstrengeld in de telefoondraden. Hij is uit zijn auto gekatapulteerd en hangt daar nu als een gekruisigde. Het is avond, de flits van de fotograaf brengt het gruwelijke aan het licht.Waar fruit valt en Christus van het kruis werd genomen, hangen zij daar voor eeuwig, man en paard, heel sereen, ontdaan van het geweld dat hen daar bracht.

TOMMY WIERINGA

Paarden horen niet in bomen

William W. Dyviniak fotografeerde in 1945 het bizarre gevolg van een auto-ongeluk.

KASTEEL HOENSBROEK MUSEUM PRINSENHOF HET SCHEEPVAARTMUSEUM

MUSEUM ENGELANDVAARDERS HIDRODOE

MCW ontwerpt en ontwikkelt animatie, film en multimedia voor musea, exhibits en tentoonstellingen.

mcw.nl 010 - 452 25 26

waddepots.nl

nog enkelekunst depotste huur

WAD Archief Depots B.V.Poortland 381048 BD Amsterdam+31 (0)20 411 17 [email protected]

waddepots.nl

Project1 15-02-2016 12:10 Pagina 1

TEKST Edo Dijksterhuis

15 DE PATROONbLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu

Waarom heeft NN Group speciaal gekozen voor het Mauritshuis? ‘Ons hoofdkantoor is vorig jaar verhuisd van Amsterdam naar Den Haag. Dat was reden voor ons om de samenwerking met culturele instellingen in die stad nieuw leven in te blazen. Sinds de jaren vijftig is Nationale-Nederlanden al betrokken bij cultuursponsoring, zoals destijds van Pulchri Studio en vorig jaar nog van de tentoonstelling Kleur ontketend in het Haags Gemeentemuseum. Met het Mauritshuis hebben we een partner gevonden met internationale uitstraling. We voelen ons bovendien verwant met de geest van ondernemerschap die uit de totstandkoming van de zeventiende-eeuwse collectie spreekt.’

Welk bedrag is er gemoeid met de samenwerking? ‘Daarover doen we geen uitspraken. De overeenkomst is veel meer dan een sponsordeal. Het is een langdurig, actief partnership. Wij zetten onze kennis in om een breder, internationaal publiek te enthousiasmeren voor het Mauritshuis.’

NN Group krijgt dus artistiek-inhoudelijke inspraak? ‘Nee, wij gaan niet over de collectie of over aankopen. De samenwerking met het Mauritshuis draait in hoge mate om audience development: hoe trek je nieuwe bezoekersgroepen aan? Zo helpen we bij het ontwikkelen van een nieuw programma op de donderdagavond. Elke maand vragen we een aansprekend of bekend persoon een schilderij uit de collectie te kiezen en deze keuze voor publiek toe te lichten met een verhaal of activiteit. Denk bijvoorbeeld aan een modeontwerper die zich heeft laten inspireren door de Oude Meesters.’

Onderdeel van de overeenkomst is dat NN Group één keer per jaar optreedt als hoofdsponsor van een tentoonstelling, dit keer een depotpresentatie. Scoor je niet gemakkelijker met een blockbuster?‘We wilden direct bij het begin van de samenwerking een tentoonstelling ondersteunen. Een depottentoonstelling

VERWANTE GEESTENVolgens Fleur Hudig van NN Group is de samenwerking met het Mauritshuis veel meer dan een sponsordeal.

geeft een uniek kijkje achter de schermen en is bovendien laagdrempelig.’

NN Group heeft een lange geschiedenis op het gebied van culturele partnerships en andere sponsorrelaties. Wat hebben jullie geleerd van eerdere ervaringen?‘Het is goed als zo’n overeenkomst langdurig is. Ad-hocsamenwerking die alleen maar over financiële steun gaat, levert vaak minder op. Dat weten we bijvoorbeeld van onze goededoelenpartnerships; daar nemen we ook de tijd om elkaar te leren kennen. Daarnaast is het goed om de samenwerking rondom een thema te organiseren, zoals audience development. Dat is herkenbaar voor klanten en medewerkers.’

Wat krijgt NN Group terug voor zijn steun aan het Mauritshuis? ‘Het is een prachtige locatie waar wij evenementen en speciale ontvangsten kunnen houden. We zullen er

workshops en familiedagen organiseren en onze medewerkers krijgen de mogelijkheid het museum gratis te bezoeken. En ons merk is er natuurlijk op verschillende plaatsen zichtbaar.’

Zijn er nog plannen die binnenkort in samenwerking met het Mauritshuis worden uitgevoerd? ‘Behalve aan de donderdagavonden werken we aan een project voor jongeren. Vorig jaar hebben we sollicitatietrainingen aan vmbo-leerlingen gegeven samen met de Kunsthal in Rotterdam. Zoiets kunnen we ook met het Mauritshuis doen. En er is nog veel te bedenken. Daar gaan we samen op broeden.’

nn.nlmauritshuis.nl

Tentoonstelling Hoogte- en dieptepunten uit het depot in het Mauritshuis in Den Haag. Foto Ivo Hoekstra

‘In het Teylers Museum

ontdekte ik de kracht van kunst’

TEKST Peter de Brock FOTO Marte Visser

Marcel Duchamp, Edy de Wilde en een tekenleraar brachten directeur Hendrik Driessen tot in het De Pont museum.

‘Als jonge vent keek ik met een romantische blik op tegen de mannenclub die destijds de dienst uitmaakte in de museumwereld. Museumdirecteuren die nog handen hadden geschud met Matisse en Picasso. Nu ben ik zelf zo’n beetje de oudste directeur van de Nederlandse museumwereld. Destijds moest je als jonge medewerker door de linies van de instelling groeien. Nu komen mensen de museale wereld binnen op heel specifieke functies, inclusief de daarbij horende verantwoordelijkheden.Als zoon van een timmerman heb ik de liefde voor kunst niet van huis uit meegekregen. Een krantenartikel over dinosaurussen bracht daar verandering in. Ik werd er zo door gegrepen, dat een bezoek aan Teylers Museum in het nabijgelegen Haarlem niet kon uitblijven. Op de schilderijenzalen ontdekte ik voor de eerste keer de kracht van kunst. Een docent op de middelbare school stimuleerde mijn tekentalent, waarna mijn tekenleraar op de Pedagogische Academie, Hans Schepers, me doorverwees naar de Rietveld Academie.Daar werden we als kunststudenten stevig theoretisch geschoold door colleges van Roger Unger en cultuurfilosoof Fons Elders. De verwachtingen waren hooggespannen: iedereen dacht dat ik het echt in mij had om kunstenaar te worden. Maar ik besefte al snel dat iets goed kunnen natekenen nog geen kunst maakt. Ook het alleen zijn in een atelier bleek niets voor mij. Wel ontdekte ik op de Rietveld dat je door het juiste gebruik van taal best een eind kunt komen in het verwoorden van emotionele, visuele zaken. Dat bleek al bij mijn eindexamenopdracht. Ik week voor mijn eindpresentatie uit naar het Stedelijk Museum, wat men heel uitzonderlijk vond. Stond ik op zaal een uur een betoog te houden over Marcel Duchamps La boîte-en-valise, dat speciaal uit het depot was gehaald. Voor de verhandeling over dat koffertje met miniatuurreplica’s en

MAN VAN HET WOORD

reproducties van zijn werk kreeg ik een 10. En nog mooier, het hielp mij later aan een baan als rondleider in het Stedelijk voor acht uur per week. Na een van mijn rondleidingen in het Stedelijk kwam Pierre Janssen, directeur van het Gemeentemuseum Arnhem, op mij aflopen. Hij kon nauwelijks over straat, zo beroemd was hij in Nederland. Miljoenen mensen keken naar zijn kunstcolleges op televisie. Een geweldige prater en een autodidact met een missie, die het volk wilde verheffen. Dat vond ik geweldig. En uitgerekend die man zei: “Jij bent de persoon die ik zoek.” Mijn rol in Arnhem was, zo begreep ik al snel, om als 25-jarige langharige nozem de museumdirecteur te verlossen van de druk van de meute bezoekers die speciaal voor hem naar het museum kwam. Moest ik hele bussen diepbedroefde plattelandsvrouwen toch nog enthousiast zien te krijgen voor Dick Ket. In de negen maanden die ik met hem heb gewerkt, ben ik vertrouwd geraakt met de wereld achter de schermen van het museum. En ik kreeg de gelegenheid mijn eerste tentoonstellingen samen te stellen. Pierre Janssen had de naam lastig te zijn om mee te werken en kampte met het gevoel dat zijn collega’s in de museumwereld hem als self-made museumman niet volledig accepteerden. Ik heb veel van hem geleerd en we zijn vrienden geworden.Na negen maanden verruilde ik Arnhem weer voor Amsterdam. Mocht ik in het Stedelijk Museum werken met Edy de Wilde. Een groot voorbeeld aan wie ik nog vaak terugdenk. Hij leerde ons jonge honden zorgvuldig kijken en kiezen: past iets in de collectie of niet? En hij leerde ons dat bij die keuze persoonlijke voorkeuren onontkoombaar zijn. Een man die zuiver kon redeneren. En nooit openlijk twijfelde of het zocht in uitvluchten. Iemand die strak leidinggaf, maar ook buitengewoon genereus kon zijn. Edy’s afscheidstentoonstelling La Grande Parade was een ongekend succes. Ik moest er weer aan denken door de discussie die Rutger Pontzen heeft opgerakeld over de kiloknallertentoonstellingen. Ik ben van mening, en daar is La Grande Parade een klassiek voorbeeld van, dat tentoonstellingen en ook populaire blockbusters inhoudelijk moeten passen in het algemene verhaal van het museum. De kwaliteit die het museum voorstaat en het verzamelbeleid moeten erin doorklinken. Het museum moet autoriteit uitstralen, zonder autoritair te zijn. Ik heb begrip voor de vaak moeilijke financiële situatie van veel musea, maar nu zie je de sandwichformule soms wel wat ver doorschieten. Het was ook Edy de Wilde die mij in 1988 belde voor een vertrouwelijk gesprek over een aanzienlijke nalatenschap

16 WAT IK HEB GELEERD

‘Ik heb aanschaf van kunst lang

uitgesteld’

die aan kunst moest worden besteed. Ik was beduusd, werkte bij het Van Abbemuseum in Eindhoven, waar we door budgetoverschrijdingen zwaar moesten bezuinigen. In een vervolggesprek leerde ik dat het ging om de erfenis van de advocaat en ondernemer Jan de Pont. Aanvankelijk werd er niet gedacht aan de oprichting van een museum. Er was geen nagelaten collectie om het beleid op te baseren, maar vanaf het eerste moment hadden we het al over een “eigen plek”. Nieuwbouw vond het bestuur wat al te ambitieus en zo werd het, prachtig toeval, de oude wolspinnerij die Jan de Pont in de zestiger jaren in zijn geboortestad Tilburg had gered uit een

faillissement. Het is een gouden greep gebleken, een sublieme huisvesting voor onze activiteiten. Ik heb het moment van aanschaf van kunst lang uitgesteld. Een uitspraak van Rudi Fuchs, mijn directeur in Eindhoven, spookte door mijn hoofd: ‘Het eerste schilderij dat een museum koopt, is bepalend voor de verdere richting.’ Uiteindelijk heb ik een schilderij van Rob Birza gekocht. Ik heb dit qua omvang en prijs bescheiden werk zogenaamd aangeschaft voor op ons kantoor. Het heeft wel even geduurd voordat ik er voor mijzelf voor uit durfde te komen dat dit het eerste werk voor de collectie was.Het gebouw is door het nog tastbare verleden als wolspinnerij, het prachtige daglicht en de heldere maatvoering een belangrijke inspiratiebron. Wij kunnen hier forse werken tonen. En gezien de hoeveelheid beschikbare ruimte was dat in het begin ook nodig. Maar al vrij snel hebben we een balans gevonden tussen lange zichtlijnen en intieme ontmoetingen. Het is een heerlijke plek om in te werken, die steeds nieuwe mogelijkheden biedt om kunstwerken met elkaar “in gesprek te brengen”. En om die “gesprekken”, waaraan bezoekers als vanzelf deelnemen en waarbij nieuwe inzichten worden opgedaan, gaat het toch?’

depont.nl

CVHENDRIK DRIESSEN (Heemstede, 1952)1972-1976 Gerrit Rietveld Academie1976-1977 Educatief medewerker Stedelijk Museum Amsterdam1977 Gemeentemuseum Arnhem1978-1986 Hoofd communicatie Stedelijk Museum Amsterdam1984 Afscheidstentoonstelling Edy de Wilde La Grande Parade1986-1988 Adjunct-directeur en hoofdconservator Van Abbemuseum Eindhoven1989-HEDEN Directeur De Pont museum, TilburgNEVENFUNCTIES Bestuurslid Manifesta en Huis Marseille, raad van advies Frans Hals Museum

Wereldwijd gebruiken meer dan 2600 instellingen onze software: van kleine privé collecties tot grote nationale musea. Ook voor uw museum!

BRENG UW COLLECTIE TOT LEVENAXIELL is de toonaangevende leverancier van collectie-management software. Onze jarenlange ervaring in de museumwereld vorm het fundament van Adlib, dat uitgegroeid is tot het meest gebruikte collectiemanagement programma in musea en andere collectie beherende instellingen.

Adlib MuseumAdlib Museum is prettig en effi ciënt in gebruik. Daarvoor zorgen de vele slimme en intuïtieve interfaces én mobiele applicaties die speciaal ontwikkeld zijn voor u, de museumprofessional. Adlib Museum kan naadloos geïntegreerd worden met onze uitgebreide Archief- en Bibliotheek modules, tot één compleet systeem.

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] www.axiell-alm.com

19 LUNCHPAUZEbLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu

Ruim dertien jaar was hij directeur van het Joods Historisch Museum (JHM). Omdat Joël Cahen na zo’n lange tijd rustig moet ‘aftrainen’, blijft hij voorlopig als projectdirecteur betrokken bij het nog te openen Nationaal Sjoa Museum. We spreken vlak bij het nieuwe museum af: in restaurant De Plantage in Amsterdam.

DE KANTINE‘Welkom in de kantine’ zijn Cahens eerste woorden bij binnenkomst, waarmee hij maar wil zeggen dat dit onderdeel van zijn nieuwe museum geregeld is. Het populaire restaurant is geen slechte kantine voor het Sjoa Museum, geef ik toe. De lunchkaart sluit naadloos aan bij ons gesprek. We bestellen tweemaal warm Amsterdams pekelvlees met gemarineerde zuurkool, mosterd en Amsterdams zuur. Zowel het pekelvlees als het zuur kent in de Amsterdamse geschiedenis een duidelijke Joodse connotatie. We nemen er twee muntthee bij. Eensgezind komen we tot de conclusie dat de kwaliteit van het pekelvlees in de Plantage doorverteld moet worden, met slechts één kritische kanttekening: het mag best een beetje meer zijn.

RETOURTJE TEL AVIVIn 1979 solliciteert Cahen als historicus bij het JHM: hij wordt afgewezen. Als hij het in 1982 nog een keer probeert, kan hij aan de slag als conservator. Hij speelt een prominente rol bij de verhuizing van De Waag op de Nieuwmarkt naar het synagogencomplex aan het Jonas Daniel Meijerplein, dat in 1987 door toenmalig koningin Beatrix wordt geopend. Twee jaar later gaat hij voor een proefjaar naar het Museum of the Jewish People, in Tel Aviv. Het bevalt hem goed en in 1991 wordt hij aangesteld als deputy director general en chief curator. ‘We maakten echt prachtige tentoonstellingen’, vertelt hij, ‘over alle

JIDDISCHEJAREN

AMSTERDAMS PEKELVLEES GEMARINEERDE ZUURKOOLMOSTERDAMSTERDAMS ZUURTWEE MUNTTHEE

TEKST Ralph Levie FOTO Stef den Boer

Vertrekkend directeur Joël Cahen werd ooit afgewezen bij het Joods Historisch Museum.

mogelijke plekken in de Joodse diaspora.’Na het vertrek van Judith Belinfante bij het JHM in 1998 lijkt Cahen de aangewezen kandidaat om haar als directeur op te volgen. Hij wordt benaderd, maar zit midden in een grote capital campaign voor de vernieuwing van het museum in Tel Aviv. Hij vindt dat hij op dat moment zijn museum niet in de steek kan laten. Drie jaar later zit het JHM alweer zonder directeur, is de capital campaign in Tel Aviv mislukt en besluit Cahen de grote stap terug naar Amsterdam te wagen. In 2002 begint hij als directeur.

HET JOODS HISTORISCH MUSEUM‘Het JHM was, is en blijft een prachtig museum. Toen ik begon, waren de plannen voor een grote vernieuwing al in volle gang. Het leidde tot grote verbeteringen, zoals het aparte kindermuseum en het nieuwe prentenkabinet. Vanaf 2007 schoten de bezoekersaantallen omhoog, naar 120.000 tot 140.000 per jaar. Dat gaf een enorme energie’, zegt Cahen in retrospect. ‘Mijn ambitie was vooral om meer afwisseling te brengen, meer kunst, zowel klassiek als modern. Ook hoopte ik de kracht van fotografie verder uit te kunnen bouwen. De recente tentoonstelling met werk van Leonard Freed is een prachtig voorbeeld: Nederlands, Joods en topfotografie in één klap. De mooiste aanwinst in mijn tijd is zonder twijfel het gezicht op de Portugese en Grote Synagoge van de hand van Gerrit Adriaensz. Berckheyde (1638-1698), dat met steun van velen verworven kon worden.’ Het geheim van een goede fondsenwerver is volgens Cahen even simpel als logisch: ‘Vriendschap en relatieonderhoud, daar gaat het om.’

NATIONAAL SJOA MUSEUMAan het Nationaal Sjoa Museum hoopt Cahen een waardevolle bijdrage te leveren. ‘Het is belangrijk creatief te blijven en vooral de hersens te laten werken. Er zijn nog maar weinig overlevenden en al vele nieuwe generaties. De belangstelling voor het verhaal van de Jodenvervolging is groot onder de nieuwe generaties. Dat verhaal is wel goed beschreven, maar nergens goed gepresenteerd. We hopen dat de presentatie in het Sjoa Museum een belangrijke benchmark zal zijn voor andere genocides, zowel die uit het verleden als eventuele toekomstige.’

jhm.nl

Het onderbrengen van Museum Rotterdam in het als stadskantoor ontworpen Timmerhuis was een uitdaging van formaat.TEKST David Keuning FOTO Ossip van Duivenbode

Het Timmerhuis in Rotterdam is niet de meest voor de hand liggende locatie voor een museum: het gebouw werd niet ontworpen voor die functie. De ruimte die sinds 6 februari onderdak biedt aan het Museum Rotterdam, was in het ontwerp van architectenbureau OMA oorspronkelijk een stadsbalie, waar bewoners bijvoorbeeld hun paspoorten en rijbewijzen konden ophalen. Nadat het gemeentebestuur had besloten deze functie te schrappen, kon het stadsmuseum er terecht. Dat verliet drie jaar geleden, mede vanwege de subsidiekortingen in de culturele sector, het oude (en daardoor dure) Schielandhuis en bezette sindsdien verschillende tijdelijke locaties in de stad.Het onderbrengen van de museale presentatie in het Timmerhuis was ‘een enorme uitdaging’, aldus persvoorlichter Rob Noordhoek. Het interieur is immers ontworpen als openbare ruimte. Alle wanden zijn van glas; ambtenaren op de hogere verdiepingen kijken recht het museum in. Voor de conservering van kunstwerken is dat niet ideaal. ‘Licht en klimaat zijn nauwelijks te controleren’, zegt Noordhoek. ‘We hebben bij de entree alleen een warmtegordijn.’ Metershoge klimaatvitrines zorgen ervoor dat de presentatie van de historische delen van de collectie aan de museale eisen voldoet. Het nieuwe onderkomen biedt ruimte aan twee vaste opstellingen en één wisseltentoonstelling. ‘Bij de presentaties is rekening gehouden met het karakteristieke, open karakter van het gebouw’, vertelt Maan het Lam, projectmanager van Heijmerink Wagemakers. ‘Tentoonstellingsverlichting en daglicht wisselen elkaar bijvoorbeeld af. Dankzij de open en modulaire opzet is het museum heel toegankelijk.’ De open opzet heeft ook volgens Noordhoek vooral voordelen: ‘We maken deel uit van de stad.’

museumrotterdam.nl

GLASWERK

LOCATIE TimmerhuisARCHITECT OMA BOUWKOSTEN € 1.020.561OPPERVLAKTE 1700 m2ONTWERPERS TENTOONSTELLINGEN Studio Pronk, Danielle van der Waard, Eigen ontwerp PROJECTMANAGEMENT/REALISATIE Heijmerink Wagemakers Vormgeversatelier

21 BOUWWERK

DE KUNST VAN HET PRESENTERENGLASCOM presentatie- & vitrinesystemen

Ontwikkeling en fabricageLindeboomseweg 533825 AL AmersfoortT +31(0)33 - 450 2800E [email protected] www.glascom.eu

GLASCOM Museum is gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van standaard en maatwerk glazen vitrinesystemen in opdracht van musea.Het tentoon te stellen object staat altijd centraal en vraagt soms om een speciale uitvoering van de vitrine. GLASCOM Museum denkt mee en zorgt voor een uitvoering die perfect aansluit op de wensen van de opdrachtgever. GLASCOM Museum biedt deskundig ontwerp-advies met betrekking tot• beveiliging;• conservering;• belichting;• extra helder ontspiegeld glas;• demontabele systemen;• maatwerk.

Voorgrond: Noord Veluws Museum, NunspeetAchtergrond: Deens Nationaal Maritiem Museum,Helsingør

E

ERCO heeft kunstverlichting opnieuw uitgevonden.De productfamilie Parscan met LED biedt de perfecte lichtinstrumenten voor de enscenering van kunst en hoogwaardige objecten. De meest uiteenlopende lichtver-delingen van narrow spot tot oval flood en wallwash in hetzelfde model. Perfect licht, minimalistisch design.

www.erco.com/parscan

Instrument

160113_nl_erco_cluster_motiv_4_195x130_Museumvisic .indd 1 09.02.16 15:17

23 bLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu

KUNSTKLASARTtube en

NTR Schooltv maken scholieren samen

wegwijs in de kunsten. Video's moeten

verleiden tot een museumbezoek

Kunstuur in de klas is een nieuwe videoreeks over beeldende kunst voor middelbare scholieren. Het is een vervolg op ARTclips, een educatieve serie die ARTtube en NTR Schooltv in 2014 voor het vmbo maakten. ‘We gingen daardoor verder denken over hoe we kunst in leuke, goede video’s op een toegankelijke manier in het onderwijsprogramma onder de aandacht konden brengen’, vertelt Rinske Hordijk, projectleider ARTtube bij Museum Boijmans Van Beuningen. ‘Vooral onder docenten is daaraan veel behoefte.’ De oplossing bleek simpel: hermontages van het AVRO-programma Kunstuur, aangevuld met ARTtube-materiaal. Dat resulteerde in twaalf video’s rond eindexamenthema’s in het kunstonderwijs in het vmbo, de havo en het vwo. Voorbeelden van thema’s zijn ‘Engagement’ en ‘Beweging’. Lengte en diepgang van de video’s variëren per onderwijsniveau. Kunstuur-presentator Lucas De Man opent de films, waarin ook conservatoren, critici en kunstenaars aan het woord komen.

GELIJKWAARDIGE PARTNERSBeide partijen investeerden evenveel in dit samenwerkingsproject. Voor NTR

TEKST Vera Ros ILLUSTRATIE Tomas Fryscak

Schooltv paste de serie binnen de ‘In de klas’-programmareeks voor het voortgezet onderwijs. ARTtube wordt gesteund door het Mondriaan Fonds en Fonds 21, onder meer om videoseries te maken die musea met elkaar verbinden. Ook inhoudelijk vulden de partners elkaar goed aan. Hordijk: ‘NTR Schooltv is goed in montages en productie en weet wat een lekker format is. ARTtube heeft de museale contacten, deed de redactie en koppelde die terug naar de eindredacteuren van NTR Schooltv en Kunstuur. De samenwerking verliep soepel; door het heldere format zaten we inhoudelijk snel op één lijn.’

MEER MUSEABij ARTtube zijn twintig Nederlandse en Vlaamse musea aangesloten, waarvan museum De Pont, Stedelijk Museum Amsterdam en Museum Boijmans Van Beuningen aan ARTclips meewerkten en met NTRSchooltv overlegden over Kunstuur in de klas. Deze reeks bevat ook fragmenten van Kunstuur-afleveringen in andere musea, zoals het Mauritshuis, De Lakenhal en EYE. Omdat het om hermontages ging, waren de musea minder direct bij dit project betrokken, aldus Hordijk. ‘De samenwerking kwam vooral neer op het meelezen van de scripts en nu de distributie van de video’s naar het onderwijs. Hopelijk

inspireren die docenten en leerlingen tot een museumbezoek, om de kunst in het echt te bekijken.’ Voor het vmbo staat nog een reeks gepland over ambachten, waarvoor directe samenwerking met drie scholen is gezocht. En voor het basisonderwijs wil ARTtube ook een soort Kunstuur in de klas maken. Onduidelijk is nog of NTR Schooltv hieraan weer zal meewerken.

arttube.nlschooltv.nl

TEAMWORK

SPRAAKMAKER 24

‘DEZEKAN EENBESTEMMINGWORDEN VOOR

MUSEA’

PLEK

KIM TUIN DIRECTEUR NDSM-WERF

KIM TUIN ORGANISEERDE SPRAAKMAKENDE EXPOSITIES IN CLUB TROUW AMSTERDAM EN SLAAT ALS DIRECTEUR VAN DE NDSM-WERF OPNIEUW DE HANDEN INEEN MET MUSEA EN KUNSTENAARS.TEKST Femke de Wild FOTO’S Rob Overmeer

26 SPRAAKMAKER

h‘Het spanningsveld tussen het nachtleven en kunst is heel interessant’

Twintig jaar geleden richtte zij een van de eerste boekingskantoren voor deejays in Nederland op. Kim Tuin was toen al agent voor DJ Dimitri, inmiddels een icoon van de internationale dancescene. In 2011 werd ze daarnaast directeur van Trouw Amsterdam, een tijdelijke club in het voormalige pand van dagblad Trouw, waarvoor ze onder de naam De Verdieping een vernieuwend cultureel programma ontwikkelde. Tuin ging samenwerkingen aan met onder andere het Stedelijk Museum Amsterdam en Palais de Tokyo in Parijs. Ze werd voor haar werk genomineerd voor de Amsterdamprijs voor de Kunst. Trouw Amsterdam sloot begin 2015 definitief zijn deuren. Niet lang daarna werd Tuin directeur van Stichting NDSM-werf in Amsterdam. Ook voor de ontwikkeling en positionering van deze creatieve broedplaats wil ze intensief samenwerken met musea en kunstenaars.

Hoe kwam je op het idee om moderne kunst te exposeren in Trouw Amsterdam?‘Het gebouw leende zich er bijzonder goed voor. De eerste keer dat ik de ruimtes in de kelder van het pand binnenliep, kreeg ik kippenvel. Ze waren groot, rauw en heel on-Amsterdams. We konden er niet veel mee voor de club vanwege de akoestiek, maar ik zag meteen mogelijkheden voor spannende kunst. Er was ook een andere reden. Trouw programmeerde muziek op hoog niveau en genoot daarmee internationale bekendheid. We kenden al veel kunstenaars, zoals Meeus van Dis en Children of the Light, die tijdens clubavonden lichtshows mengden op de dansvloer. Het leek mij een interessante stap om ook hoogwaardige kunst te gaan programmeren. En toen las ik in de krant dat het Stedelijk Museum Amsterdam dicht ging vanwege een ingrijpende verbouwing. Ik heb de week erop gebeld en een paar dagen later zaten ze bij ons op de bank. Alles klopte.’

Wat wilde je met het exposeren van kunst in een club bereiken? ‘Er kwamen duizenden mensen naar Trouw en in mijn ogen waren dat allemaal potentiële kunstliefhebbers. Het waren twintigers die van muziek hielden, die niet meer verplicht

voor school of met hun ouders naar een museum hoefden en dat waarschijnlijk ook niet vaak meer deden. Als twintiger heb je weinig geld. Dus moet je keuzes maken. Je wilt je vriendenkring opbouwen en de liefde van je leven vinden. Jongeren gaan daarom eerder naar een club dan naar een museum. Ik wilde kunst naar hun natuurlijke habitat brengen, zodat ze er random tegenaan zouden lopen tijdens een avond uit met vrienden en met een biertje op. In die eerste fase van Stedelijk@Trouw heb ik een onderzoek laten doen. Daaruit bleek dat tweederde van onze bezoekers zich inderdaad niet met kunst bezighield. Een groot gedeelte kwam er alleen bij ons mee in aanraking.’

Hoe reageerde het publiek? ‘Co-curator Bart Rutten en ik gingen regelmatig op een bank zitten in de gang waar de expositieruimtes op uitkwamen. Het kwam vaak voor dat iemand in zijn eentje door de gangen dwaalde, de grote ruimtes in liep, weer wegging en even later terugkwam met zes vrienden. Dat zullen ze niet vaak doen bij een museum. Door de tentoonstellingen in Trouw hebben veel jongeren toch maar mooi kennis gemaakt met Tracey Emin en Jeremy Shaw, of met Rineke Dijkstra in de rokersruimte. Die namen gaan ze later in hun leven weer tegenkomen. Daar word ik blij van. Het spanningsveld tussen het nachtleven en kunst is heel interessant; dat zit ’m in de vrijheid die je in een museum niet vindt.’

Niet lang daarna ben je samenwerkingen aangegaan met buitenlandse musea.‘Onder de naam Trouw Invites… hebben we drie musea uit drie verschillende steden gevraagd om speciaal voor onze kelderruimte een tentoonstelling te maken. Mensen stonden in die tijd huilend bij de dj-booth omdat Trouw een jaar later dicht zou gaan. Ik begon daardoor na te denken over de verschillende “levenstrappen” die je als mens doorloopt. Onze maatschappij is enorm ingericht op pieken. We moeten allemaal op hoog niveau presteren en jong blijven. Maar de trap naar beneden is van minstens zo’n grote betekenis. Vergankelijkheid is een

CVKIM TUIN (Amsterdam, 1969)2015 – HEDEN Directeur Stichting Beheer NDSM-werf Oost2015 Conceptontwikkelaar Stadsarchief Amsterdam2014 Nominatie Amsterdamprijs voor de Kunst2012 – 2014 Directeur De Verdieping2011 – 2014 Directeur Trouw Amsterdam2011 Jurylid De Grote Prijs van Nederland2005 – 2014 Lid begeleidingscomité Unity/Jellinek2003 – HEDEN Oprichter ADE Network Bash2003 – 2006 Nachtburgemeester Amsterdam/Stichting Nachtwacht1995 – 2015 Oprichter boekingskantoor Barkers

heel interessant gegeven. Dat heb ik aan de kunstenaars meegegeven als opdracht: jullie kunnen het publiek laten ervaren hoe mooi vergankelijkheid eigenlijk is. Uit tijdelijkheid komen spannende dingen voort.’

Palais de Tokyo was de eerste in de serie. Een bewuste keuze? ‘Ik wilde heel graag met Palais de Tokyo samenwerken. Wat daar gebeurt, voltrekt zich aan de rafelranden van de stad, net als bij Trouw en nu ook NDSM. Het is in eerste instantie een kunstinstelling, maar er worden ook feesten gegeven. Ik voelde heel duidelijk een connectie. Directeur Jean de Loisy vond het een interessant idee om in Trouw iets

te doen en kwam naar Amsterdam. ‘Jullie hebben het publiek dat wij graag zouden hebben’, zei hij. Palais de Tokyo nodigde kunstenaar Fouad Bouchoucha uit. Fouads installatie bestond uit een balkon in een pikdonkere en mistige ruimte. Terwijl je daar in het duister stond, hoorde je opeens een enorm harde knal. Dat schrikeffect bleek bijzondere herinneringen op te roepen. Mensen beleefden momenten dat ze aan het skiën waren of op een boot zaten. Veel herinneringen gingen over reizen. Voor het evenement met het New Museum was er een live verbinding met een feest in New York – alsof je een tijdreis maakte. Het was echt belevingskunst.’ »

Als agent voor deejays, Nachtburgemeester en directeur van Trouw Amsterdam heeft Kim Tuin altijd de combinatie van kunst en nachtleven opgezocht.

28 SPRAAKMAKER

Na Trouw werd je adviseur voor het Stadsarchief Amsterdam. Wat heb je daar gedaan? ‘Dat was een eenmalige opdracht. Ik heb onderzoek gedaan naar de inrichting van de expositieruimte en heb gekeken of de publieke ruimtes van het Stadsarchief wel werkelijk publiek waren. Oorspronkelijk diende het gebouw als hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij en het is jaren in gebruik geweest als bank. Het is een pand met een zeer gesloten karakter, maar het is nu juist de bedoeling dat er veel mensen naartoe komen. Er is met de renovatie van een paar jaar geleden wel geprobeerd meer openheid te creëren, maar dat is mislukt. Je ziet vanaf de straat nauwelijks wat er in het gebouw gebeurt.’

Hoe kun je een gebouw als het Stadsarchief aantrekkelijker maken voor het publiek? ‘Er zou veel meer kunnen gebeuren in de publieke ruimtes. De winkelruimtes zijn mooi, maar worden nu niet echt als winkels gebruikt. De manier waarop

je de horeca invult, heeft ook veel invloed op het publiek dat je aantrekt. Daarnaast zou het geweldig zijn als er een verbinding tussen de expositieruimte en de Schatkamer in de kelder zou kunnen komen door de vloer van de centrale hal open te breken. Instellingen als het Stadsarchief zouden goed kunnen aansluiten bij stadsbrede evenementen als het IDFA. En er kan meer gebeuren op het gebied van communicatie.’

Sinds vorig jaar zomer ben je directeur van de Stichting NDSM-werf. Wat staat je hier te doen? ‘Het is echt een belevenis om naar deze plek te komen. Er heerst op dit terrein een bijzondere makerscultuur en de schaal heeft enorme potentie, maar dat moet veel beter zichtbaar worden. De identiteit van het terrein kan worden versterkt en duidelijker worden neergezet. Halverwege de vorige eeuw was dit de grootste scheepswerf van Europa. Hier werden vrachtschepen en mammoettankers gebouwd. Toen de industrie de stad uit ging,

Tuin wil van de NDSM-werf een bestemming maken voor musea en kunstenaars die er projecten kunnen realiseren waarvoor ze zelf geen ruimte hebben.

kwamen de kunstenaars naar het terrein: decorbouwers, theatergezelschappen, kunstenaars, ontwerpers. Inmiddels zitten hier commerciële partijen als MTV en hotels. Je kunt zelfs in de oude scheepsbouwkraan overnachten. Tot 2023 heeft het gebied de status van evenemententerrein, maar wat gebeurt er daarna? De NDSM-werf is toe aan een belangrijke volgende stap.’

In Amsterdam-Noord wordt in hoog tempo gebouwd, de vierkantemeterprijzen stijgen snel. Is dat een bedreiging voor de werf? ‘De stad is steeds meer gespitst op wonen, dus dit terrein is voor projectontwikkelaars een interessant gebied. In het geval van Trouw was het geen probleem dat het een tijdelijke locatie was, dat had zelfs een meerwaarde, maar hier ligt dat totaal anders. Dit is een zeer belangrijke plek voor Amsterdam. Je raakt hier geïnspireerd. Hier is ruimte en vrijheid. Zo heb ik vroeger de hele binnenstad van Amsterdam ervaren. Het was een vrijplaats. De werf is de enige plek in de stad die dat voor mij nog waarborgt. Als we niet uitkijken, wordt het de binnentuin van de lucky few. Deze plek moet behouden blijven voor kunst en cultuur.’

Hoe ga je daarvoor zorgen? Wat zijn je plannen? ‘Wij willen de wereld – maar in elk geval Amsterdam – overtuigen van de unieke status van de werf als plek van blijvende tijdelijkheid en van creatief experiment. Wat ons betreft is het een onmisbare culturele vrijplaats, minstens zo centraal en iconisch als het museumplein. We zetten de komende jaren in op beeldbepalende projecten met internationale uitstraling. We gaan samenwerkingsverbanden aan met toonaangevende culturele partners om met hen een ambitieus, artistiek programma te realiseren. De NDSM-werf kan een bestemming worden voor andere partijen die hier werk kunnen laten zien waarvoor ze in hun eigen pand geen ruimte hebben. Kunstenaars kunnen hier op grote schaal kunst voor de openbare ruimte maken, musea kunnen werk uit hun depot tonen. De mogelijkheden zijn eindeloos op dit terrein. We zijn opnieuw met het Stedelijk Museum Amsterdam gaan praten en zij willen graag samenwerken. Palais de Tokyo is hier ook geweest en zij kregen bijna tranen in hun ogen.’

Het bestaansrecht van de werf moet bewezen en bevochten worden. Ligt daar een parallel met musea die door alle bezuinigingen gedwongen worden hetzelfde te doen? ‘Misschien wel. Musea zouden hun bestaansrecht anders kunnen definiëren; kijken naar wat ze zijn en wat hun waarde is. Ik heb met verschillende kunstinstituten samengewerkt en gemerkt

dat grote musea met een eigen collectie, zoals Tate Modern en MoMA, soms enorm hiërarchische en dichtgetimmerde organisaties zijn. Het kan ingewikkeld zijn om daarmee samen te werken. Ze missen de snelheid om flexibel te zijn en deze tijd gaat juist over actualiteit en flexibiliteit.’

Palais de Tokyo is een voorbeeld van hoe het anders kan? ‘Een instituut als Palais de Tokyo is niet afgebakend. Het breekt muren af voor de kunst. Thomas Hirschhorn heeft daar ooit een stad gebouwd waar je ook echt kon werken met je laptop. Er brandde zelfs een vuurtje. Naar dat soort vrijheid ben ik altijd op zoek. Sommige musea hebben een sterke identiteit en hoeven niet te veranderen. Niet alles hoeft flexibel, maar musea voor moderne kunst moeten echt hun nek uitsteken, vind ik. Ken je Kara Walkers gigantisch grote Sugar Baby in een voormalige suikerfabriek in Brooklyn? Dat soort megalomane projecten mis ik in de Nederlandse kunstwereld. Projecten waarvoor mensen in het vliegtuig stappen om die te komen zien. In de loodsen van de NDSM-werf is ruimte voor grootse projecten. Deze plek kan echt een bestemming worden voor musea.’

Hoe financier je grote plannen in een tijd waarin gekort wordt op subsidies?‘Iedereen heeft minder geld en minder mensen, dus dat is inderdaad een uitdaging. Ik heb ook geen poule van rijke Amsterdammers die mijn plannen sponsoren. Maar ik ben ervan overtuigd dat als je je ergens voor inzet en de juiste mensen opzoekt, de financiering uiteindelijk wel in orde komt. Als we met het Stedelijk samenwerken, hebben we toegang tot een sterke communicatiemolen en geweldige conservatoren. Wij hebben een bijzonder locatie. Samenwerken biedt heel veel mogelijkheden.’

ndsm.nl

‘Musea voor moderne kunst moeten hun nek uitsteken’

Foto

Lis

et v

an d

er L

aan

31

POPPEN SPELVIDEO, FOTOGRAFIE, BREIWERKEN EN PASPOPPEN: IN DE MEEST RECENTE TENTOONSTELLINGEN WORDEN UITEENLOPENDE MEDIA GECOMBINEERD.

HAAR!CENTRAAL MUSEUMUTRECHT

Ninke Bloemberg selecteerde kapsels, kleding, meubels en borduursels voor een tentoonstelling over menselijk haar als inspiratiebron en materiaal voor mode- en kunstenaars. Vormgevers Niek Pulles en Harm Rensink gebruikten licht, video, foto’s, vitrines en een catwalk om de verschillende ruimtes elk een uitgesproken sfeer mee te geven.

CONSERVATOR MODE Ninke BloembergTENTOONSTELLINGSVORMGING Harm Rensink en Niek Pulles

centraalmuseum.nl

OP ZAAL

BREIEN!FRIES MUSEUM, LEEUWARDEN

Studio La Meul bedacht een sprookjesachtige omgeving waarin gebreide objecten zijn gepresenteerd in kijkkasten, op etalagepoppen met dierenhoofden en op dier- en natuurfiguren. Floddermutsen zijn tentoongesteld op hoofden van ganzen en te vinden naast een gebreide geest op een slee: The inevitable journey van Chrystel Rijkeboer. De tekstbordjes zijn geïnspireerd op waslabels.

TENTOONSTELLINGSONTWERP, BOUW EN LICHTONTWERP Studio La Meul, in samenwerking met Fries Museum

friesmuseum.nl

Luca

s Ke

mpe

r

OP ZAAL33

Roel

Bac

kaer

t

34 OP ZAAL

PLANET HYPEMOTI, MUSEUM OF THE IMAGE BREDA

8.681 beelden van internet hypes beslaan een muuroppervlak van  65 x 4,5 m meter. De wand, ontworpen door Niels Schrader en Roosje Klap, vormt de achtergrond voor werken van negen kunstenaars en ontwerpers. Voor de installatie The mecca of hypes kroop Aziz Bekkaoui zelf in de huid van beroemheden. De videobeelden op de kubus worden gadegeslagen door paspoppen die zijn ontwerpen dragen.

CONCEPT EN UITVOERING MOTI - Mieke Gerritzen (directeur) en Ward Janssen (curator)DEELNEMENDE KUNSTENAARS Aziz Bekkaoui, Constant Dullaart, Frank Schallmaier, TeYosh, Stëfan Shäfer, Bahram Sadeghi, Dikla ZeidlerTENTOONSTELLINGSONTWERP Niels Schrader en Roosje Klap

planethype.net; motimuseum.nl

COLLECTED BY EVA MARIA HATSCHEKTIJDELIJK MODEMUSEUMHET NIEUWE INSTITUUTROTTERDAM

De ingenieuze installatie van EventArchitectuur is zo ontworpen dat het Tijdelijk Modemuseum er honderden kledingstukken kan vertonen uit verschillende collecties: van persoonlijke garderobes tot de voorraad van een vintage winkel. In Collected by Eva Maria Hatschek (1924-2010) zijn meer dan 600 stukken uit de garderobe van de echtgenote van een Zwitserse industrieel openomen.

CURATOR Guus BeumerART DIRECTION Maureen MoorenRUIMTELIJK ONTWERP EventArchitectuurDIGITALE CAMPAGNE Moniker

hetnieuweinstituut.nl

Joha

nnes

Sch

war

tz

OP ZAAL37

KNAPALLEDAAGS

TEKST Jeroen Junte FOTO René de Wit

NEDERLANDS EERSTE DESIGNMUSEUM CUBE HEEFT MET ZIJN LIGGING IN

ZUID-LIMBURG INTERNATIONALE AMBITIE.

PROFIEL39

Alle grote musea ter wereld azen op het design van Marcel Wanders, Hella Jongerius en Studio Job. Geen wonder, deze Nederlandse ontwerpers zijn toonaangevend in het combineren van slimme functionaliteit met expressieve vormen en verrassend materiaalgebruik. Er is zelfs een naam voor: Dutch design. En het is wereldberoemd, behalve in eigen land, zo lijkt het. Want een museum dat geheel is gewijd aan design, was er niet. Totdat najaar 2015 Cube opende in Kerkrade, een museum dat bezoekers ‘inzicht in design wil geven en wil stimuleren mee te denken over hoe wij de wereld vormgegeven’, aldus het missionstatement.Voor de verwende Randstadbewoner zal het misschien even wennen zijn dat Nederlands enige designmuseum diep in Limburg is gevestigd. Nóg opvallender is dat het kunstzinnige Dutch design hier maar beperkt aan bod komt. De focus ligt op design for human need and human ambition, verduidelijkt Gene Bertrand, verantwoordelijk voor de inhoudelijke koers van het museum. ‘We tonen dus niet het design dat je misschien verwacht in musea, maar juist alledaagse producten met een grote impact op ons leven, omdat ze bijdragen aan onder andere onze gezondheid en veiligheid, aan ons welzijn.’

DOORDACHTE EXPOSITIE De vaste opstelling Wat is Design? zoekt directe aansluiting bij de leefwereld van de designleek. Hoezeer de uitstraling en functionaliteit van consumentenproducten wordt beïnvloed door vormgeving, wordt verbeeld aan de hand van tien zeer verschillende sinaasappelpersen. Ter illustratie: naast de onverwoestbare mechanische handpers die gebruikt wordt in de kroeg, staat de Juicy Salif van Philippe Starck, een spinachtige sculptuur die lekt en morst, maar wel een toonbeeld is van goede smaak. Ook is er oog voor een negatief effect van design met een wall of shame van mislukte producten. Zo was Apple in 1993 zijn tijd vooruit met Newton, de eerste handpalmcomputer met touch pen; het apparaat flopte, omdat de consument de bediening niet begreep.Cube mikt op bezoekers uit Nederland, België en Duitsland. Bertrand: ‘Dat is het voordeel van onze locatie in Limburg.’ De internationale ambitie wordt onderstreept met de tijdelijke tentoonstelling Designing the World. Vijf vooraanstaande designmusea – uit elk werelddeel één – zijn gevraagd

ontwerpen te kiezen die vraagstukken als voedsel, veiligheid of gezondheid tackelen. Door deze samenwerking met andere designmusea profileert Cube zich in één klap als gelijkwaardig aan bijvoorbeeld het Design Museum in Londen of Cooper Hewitt in New York, designmusea met een stevige reputatie. Daarnaast is het een slimme manier om met een beperkte medewerkersstaf toch een doordachte expositie van internationale allure samen te stellen.

ONDERNEMEND MUSEUMDergelijke samenwerkingen zullen een vast uitgangspunt zijn bij alle tijdelijke exposities, zegt Bertrand. Voor de tweede tijdelijke expositie Design Identies is samengewerkt met het Red Dot Institute uit Duitsland. Deze organisatie reikt jaarlijks tientallen prijzen uit voor ‘goed industrieel ontwerp’, de zogenoemde Red Dots. Cube heeft Red Dot al in een vroeg stadium benaderd, al bij de voorbereidingen van het museum. Het Duitse instituut heeft ook een eigen museum in Essen in het Ruhrgebied. In eerste instantie was het de bedoeling dat Red Dot een belangrijke, continue rol zou krijgen in het museum. De ontwerpen die Red Dot jaarlijks bekroont, zijn echter niet per se designed for human need. Mede door dit verschil in benadering van het onderwerp, heeft de samenwerking uiteindelijk de vorm gekregen van een tijdelijke tentoonstelling. »

c‘Cube profileert zich als een ondernemend museum’

Voor Design Identities zijn uit het enorme aanbod Red Dots vijftig Duitse en vijftig Nederlandse producten gekozen, die vervolgens naast elkaar zijn gezet. Op deze designderby worden vooroordelen over het zakelijke Duitse design en het avontuurlijke Dutch design zowel bevestigd als ontkracht.Cube profileert zich als een ‘ondernemend museum’, zegt Bertrand. De bovenste verdieping met riant uitzicht op de landelijke omgeving (in de verte zijn de Duitse heuvels zichtbaar) wordt verhuurd voor bedrijfspresentaties en zakelijke meetings. Ook staat Cube open voor tentoonstellingen en presentaties die tot stand komen in samenwerking met het bedrijfsleven, ‘al zal de inhoudelijke onafhankelijkheid altijd gewaarborgd blijven’, zo benadrukt hij. Een bijzondere samenwerking is die met hogescholen en universiteiten uit Limburg, Genk in België en het Duitse Aken. Twee museumzalen zijn ingericht als ‘designlabs’, waar studenten werken aan concrete designprojecten. Wellicht dat hier in de toekomst ook kan worden samengewerkt met bedrijven. Bertrand maakt één voorbehoud: ‘Studenten kunnen zich ook buigen over vragen uit het bedrijfsleven, uiteraard op voorwaarde dat dit onderzoek een breder maatschappelijk doel dient.’ De kosten voor het onderzoek en de eventuele presentatie daarvan kunnen in zo’n situatie worden bekostigd door het betreffende bedrijf.

DESIGNLABSBehalve designonderzoek stimuleren wil Cube met de designlabs ook inzichtelijk maken voor bezoekers hoe producten worden bedacht en doorontwikkeld. De ‘labs’ hebben namen als ASK, IMAGINE en CREATE en zoomen elk in op een ander aspect van het ontwerpproces. Bezoekers kunnen vrijelijk rondlopen en over de schouder van studenten meekijken – of zelfs meedoen – tijdens brainstormsessies (ASK) en bij het maken van een eerste productschets (IMAGINE). Vervolgens zien ze verderop (CREATE) hoe prototypes worden gemaakt of hoe wordt nagedacht over marketing en distributie. Ook is er een 3D-printwerkplaats, waar bezoekers kunnen experimenteren met deze digitale productietechniek. Bertrand: ‘In Cube kunnen bezoekers design niet alleen zien, maar ook ervaren door bijvoorbeeld feedback te geven op ideeën en prototypes. Ze kunnen zelfs onderzoeksvragen aan studenten voorleggen. Co-creatie staat centraal.’ Inderdaad staan op de gele memostickers op een prikbord al de eerste suggesties voor onderwerpen, zoals ‘verpakkingen die makkelijk zijn te openen

‘Bezoekers kunnen design niet alleen zien, maar ook ervaren’

b

41 PROFIEL

Voor de tijdelijke expositie Design Identies is samengewerkt met het Red Dot Institute uit Duitsland.Foto Cube design museum

42 PROFIEL

door ouderen’ tot ‘de eeuwige files op de snelweg!’.Het designlab kende als bezoekersattractie een lastige start. De aanblik van studenten achter een laptop was weinig opwindend. Daarom zijn de labs inmiddels van de tweede, derde en vierde verdieping verplaatst naar de benedenverdieping. Het is niet de enige kinderziekte van Cube. Voor een museum dat design toegankelijk wil maken, zijn de presentaties nogal klassiek museaal; er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van sokkels, vitrines en spotlights. Ook zijn veel zaalteksten te wollig en theoretisch.

NIEUW CULTUURCLUSTERPlannen voor een Nederlands designmuseum waren er al lang. Zo broedde het designplatform Premsela – inmiddels met het Nederlands Architectuurinstituut en het Virtueel Platform gefuseerd tot Het Nieuwe

Instituut – op een designmuseum aan de Amsterdamse Zuidas. De crisis gooide roet in het eten. Het Nieuwe Instituut kan de verwachting dat het de expositieruimte voor design zou zijn niet waarmaken vanwege ontoegankelijke presentaties voor de incrowd. Met het MOTI in Breda bestond er al wel een museum voor beeldcultuur. Nu is er dan eindelijk een echt designmuseum. Een museum dat design bovendien begrijpelijk en tastbaar maakt.Cube is onderdeel van Museumplein Limburg, een cluster van drie culturele instellingen dat Kerkrade op de kaart moet zetten als creatieve hotspot. Voorheen stond hier alleen Continium. In dat goedbezochte museum wordt de invloed van techniek op ons dagelijks leven geïllustreerd met historische artefacten en interactieve installaties. Directeur Hans Gubbels wilde uitbreiden, maar besefte dat dat met Continium zelf niet mogelijk was. Het

Het onderwerp Design Differences is onderdeel van de vaste expositie Wat is Design?Foto Cube design museum

Cube DIRECTEUR Hans GubbelsSOORT MUSEUM DesignmuseumOPDRACHTGEVER Museumplein LimburgBOUWKOSTEN € 21 miljoen (voor bouw en inrichting gehele Museumplein)MET STEUN VAN provincie Limburg, gemeente Kerkrade, OPZuidAANNEMER Mertens BouwbedrijfINSTALLATIETECHNIEK SPIE-Building SystemsBOUWKUNDIG ONTWERP Shift architecture urbanismADVISEUR Bremen BouwadviseursCONCEPT DST – het experience bureau, Museumplein LimburgINRICHTING BrunsAUDIOVISUELE VOORZIENINGEN TOP FLOOR LagotronicsICT-VOORZIENINGEN Kiss the Frog VIDEOPRODUCTIES SubmediaCONCEPT TENTOONSTELLING DESIGNING THE WORLD Museumplein Limburg i.s.m. Kemme+coONTWERP gorissendepontiINRICHTING Clabbers Interieurs TegelenCONCEPT, ONTWERP EN INRICHTING TENTOONSTELLING DESIGN IDENTITIES Red DotVERWACHTE BEZOEKERS PER JAAR 150.000 (220.000 voor het Museumplein)

museum kon niet nog meer bezoekers ontvangen dan het al deed en die bezoekers bleven gemiddeld al 4,5 tot 5 uur binnen. Gubbels kwam op het idee om uit te breiden met twee nieuwe, inhoudelijk uiteenlopende instellingen. Zijn timing was feilloos: precies rond die tijd was ook het plan opgevat de gemeente Kerkrade verder te ontwikkelen. De uitbreidingsplannen van Continium sloten daar naadloos bij aan, waardoor Gubbels kon rekenen op financiële steun van zowel de provincie Limburg als het Europese fonds OPZuid.Naast Cube werd ook het Columbus earth theater opgetrokken, een opvallende koepel van wit beton. In dit ronde filmtheater kijkt het publiek vanaf twaalf meter hoge ringen neer op een cilindervormig scherm waarop de aarde is geprojecteerd. Het omgekeerde planetarium biedt bezoekers de spectaculaire beleving van een astronaut die op de aarde neerkijkt. De relatie tussen mens en omgeving heeft in Continium altijd centraal gestaan. Gubbels wilde dit principe doortrekken in de nieuwe instellingen. Continium richt zich op mens en techniek, het theater op de relatie tussen mens en aarde en Cube laat zien hoe de mens zijn omgeving vormgeeft. Dit uitgangspunt was de belangrijkste reden om voor design te kiezen dat uitgaat van de behoefte van de mens.Ondanks de duidelijke onderlinge relatie worden de drie instellingen niet als geheel gepromoot. Elk van de drie attracties heeft een eigen productmanager, een eigen identiteit en spreekt een andere doelgroep aan. Continium sluit aan bij de belevingswereld van kinderen en tieners. Het Columbus earth theatre is een spectaculair gezinsuitje – feitelijk meer een pretparkattractie dan een cultureel verantwoorde bezienswaardigheid. Die lacune wordt opgevuld door Cube, dat zowel de ingewijde designliefhebber als het brede publiek wil aanspreken.

BLIKVANGERHet Museumplein van Kerkrade moet een logische verbinding vormen tussen het NS Station en het stadscentrum dat achter het plein ligt – al is niet uitgesloten dat een groot deel van de bezoekers niet verder komt dan het nieuwe cultuurcluster. De drie afzonderlijke gebouwen – elk met een eigen architectonische identiteit – zijn door het jonge Rotterdamse architectenbureau

Shift architecture urbanism tot een eenheid gesmeed door drie archetypische vormen te gebruiken: de bol (Columbus), de rechthoek (Continium) en het vierkant (Cube). De gebouwen zijn bovendien fysiek met elkaar verbonden door een ondergrondse entree met café en een aantrekkelijk binnenplein met educatieve speelattributen en een terras.De vanzelfsprekende blikvanger van het Museumplein is Cube, dat met zijn 21 meter hoge gevel van veraf zichtbaar is. Het gebouw oogt strak en toch robuust en voorziet Cube van de visuele impact die past bij de manier waarop design wordt gepresenteerd: fris en modern. De heldere website en speelse huisstijl sluiten naadloos aan bij de ambitie van een museum dat letterlijk en figuurlijk midden in de samenleving staat. Als Cube zijn ambities kan waarmaken, is het een aanwinst voor het Nederlandse museumlandschap. Het maakt nu al nieuwsgierig naar de volgende twee tijdelijke exposities die later dit jaar zullen openen.

cubedesignmuseum.nl

‘We tonen niet het design dat je misschien verwacht in musea’

w

De vernieuwde MUSEUMVISIE Een jaar lang voor maar €29

HET VAKBLAD VOOR DE MUSEUMBRANCHE.MUSEUMVISIE VERSCHIJNT 4 KEER PER JAAR

Museumvisie informeert en inspireert

Geïnteresseerd in dit aanbod? Maak gebruik van de antwoordkaart in dit nummer en stuur deze zonder

postzegel naar de museumvereniging of ga naar www.museumvereniging.nl

KORTING35%

45 DOSSIER

SERING

DIGITALIMet de born digital-generatie in aantocht is het digitaliseren van collecties een must voor elk museum. Hoe zet je een online platform op, hoe onderhoud je het, met wie werk je samen? En hoe zorg je dat het publiek je data weet te vinden? Voor Dossier doken we in de wondere en complexe wereld van digitalisering. We spraken experts, bekeken onlineprojecten, testten drie apps en bezochten een virtueel museum.

DOSSIER 46

DE TECHNOLOOG MARTIJN ARTS MANAGING DIRECTOR TOTAL ACTIVE MEDIA

‘ER WORDT ENORM VEEL GELD VERKWIST’‘Het leuke aan het maken van museale websites is de content. Die is zo rijk en mooi, daar hoef je eigenlijk niet veel omheen te doen. Je kunt gewoon de collectie laten spreken. Vergelijk dat eens met een bank…’ Martijn Arts van contentspecialist Total Active Media weet waarover hij praat. Hij maakt al ruim twintig jaar websites voor culturele instellingen. Routineus somt hij de voordelen op van digitalisering: ‘Je kunt je collectie tonen aan iedereen, overal ter wereld. Het vergroot je bereik en je bekendheid. Maar minstens zo belangrijk is de dienstverlening aan onderzoekers en studenten. En ten slotte is er de archieffunctie. Vooral in het geval van vergankelijke materialen kun je met een scan in elk geval een representatie van een object bewaren. Dat is nu nog meestal een plaatje, maar in de toekomst zullen digitale bestanden veel meer informatie bevatten, het DNA van het papier van een document bijvoorbeeld.’Internationaal gezien zit Nederland qua digitalisering best goed, vindt Arts. Eén ding zit hem echter dwars. ‘Er wordt enorm veel digitaliseringsgeld verkwist. Vaak wordt er flink wat uitgegeven om een platform op te tuigen, maar dan is er geen tot weinig geld voor de exploitatie ervan. Een tijdje is zo’n site hip, gaaf en stoer, en dan vergaat-ie. Dat is weinig duurzaam.’Een ander probleem is het gebrek aan standaardisatie. ‘Het heeft te maken

MARTIJN ARTS is industrieel ontwerper en oprichter van ZaPPWeRK, een van de eerste internetbureaus van Nederland, dat is uitgegroeid tot Total Active Media. Hij heeft veel ervaring met het ontsluiten van cultureel erfgoed in het digitale domein en werkte met onder andere Oneindig Noord-Holland, het Scheepvaartmuseum en Museum Boijmans van Beuningen.

DE ONDERZOEKERWIM HUPPERETZ DIRECTEUR ALLARD PIERSON MUSEUM

‘DIGITAL NATIVES KENNEN GEEN GRENS MEER TUSSEN ON LINE EN ON SITE’ Wim Hupperetz is naast zijn directeurschap sinds januari 2016 bijzonder hoogleraar Nederlandse cultuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Een van de belangrijkste onderwerpen die hij wil onderzoeken: de impact van digitalisering op musea. ‘Er is verrassend weinig bekend’, constateert hij. ‘Er zijn veel programma’s over museumapps, maar hoegenaamd geen data over het gebruik van die apps. Hoeveel zijn er? Hoe worden ze gebruikt en door wie?’Ook Hupperetz heeft deelgenomen aan digitaliseringsprojecten, vaak in Europees verband. Er is een disbalans tussen technische en inhoudelijke partners, is zijn ervaring. ‘Projecten zijn vaak technologiegedreven. Techneuten zijn heel tevreden als ze van het ene prototype naar het volgende kunnen gaan. Maar voor ons is dat heel frustrerend; je wilt dat ’t werkt.’

Drie specialisten uit verschillende branches over de plussen en minnen

van digitaliseren.

met hoe de sector altijd is aangestuurd. Iedereen doet z’n eigen ding. Zolang digitalisering alleen bedoeld is voor administratieve doeleinden, de verzekering bijvoorbeeld, merk je het niet. Maar zodra je een collectie digitaal wilt ontsluiten of combineren met andere collecties om nieuwe dwarsdoorsnedes te maken, gaat het vaak mis. Dat gebeurt al als de aanduidingen van categorieën bij het ene museum in het Engels zijn en bij het andere in het Nederlands.’ Arts pleit dan ook voor standaarden die van bovenaf, door de overheid, worden afgedwongen. ‘Niet op het niveau van systemen en producten’, preciseert hij, ‘maar in de keuze voor protocollen en architectuur. Bij de aanleg van een weg zeg je niet: “Die moet van leem zijn.” Als je dat doet, ontstaan er nooit asfaltwegen. Beter is het om te zeggen: “Een weg moet glad zijn en stevig, maakt niet uit van welk materiaal.”’Om dit te bereiken moet wel de financiering van ontwikkeltrajecten worden aangepast, vindt hij. ‘Nu wordt er één bedrag gegeven voor een project met een van tevoren vaststaand resultaat. Maar liever dan een lang traject voor drie ton doe ik tien sprintjes van dertigduizend euro – maar dan moet er wel ruimte zijn voor experiment.’

totalactivemedia.nl

Online views

TEKST Edo Dijksterhuis

Aat

jan

Ren

ders

Oliv

ier M

idde

ndor

p

47 DIGITALISERING

WIM HUPPERETZ doet met het Digital Museum Lab van het Allard Pierson Museum onderzoek naar digitale toepassingen in musea. Ook in zijn onderzoek als bijzonder hoogleraar Nederlandse cultuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam staat de invloed van digitalisering op musea centraal.

DE STRATEEGMARK LINDEMAN DIRECTEUR PICTURAE

‘MUSEA LOPEN ERNSTIG ACHTER OP HET GEBIED VAN OPEN DATA’Picturae heeft veel ervaring met digitalisering en het heeft een heuse lopende band. Die werd ontwikkeld toen het bedrijf de ruim vier miljoen objecten van het Naturalis-herbarium zou gaan digitaliseren. Tien maanden lang was het: vel met specimen erop, fotograferen en aan de andere kant er weer af. ‘Een lopende band; dat is in de erfgoedsector wel een dingetje’, geeft Picturae-directeur Mark Lindeman toe. ‘Conservatoren zijn natuurlijk bang dat hun collectie dan wel digitaal gedocumenteerd wordt, maar eindigt als een berg op de grond. Daar moet je van tevoren goed met elkaar over praten. Een industriële aanpak is nodig om een bepaald tempo te halen en binnen budget te blijven.’En het budget, dat is het alfa en omega van digitaliseringsprojecten. Klanten van marktleider Picturae moeten zich realiseren dat wat ze willen niet goedkoop is. En dat de kosten niet ophouden als het project af is – opslag van data kost bijvoorbeeld ook wat. De rekening hangt bovendien in hoge mate af van de aard van de collectie. Lindeman: ‘We hebben net de complete collectie van het Cooper Hewitt, Smithsonian Design Museum in New York gedigitaliseerd. Dat ging van een groot beeld tot een luciferdoosje en een glimmend sieraad. Daar hebben we wel vijf verschillende digitaliseringssets voor gebruikt. Verschillende soorten expertise zijn nodig, goed projectmanagement en een gestroomlijnde logistiek.’Zo’n integraal digitaliseringsproject als in New York komt Lindeman in

MARK LINDEMAN is directeur van Picturae, een belangrijke speler op het gebied van digitalisering van cultureel erfgoed. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring en werkte samen met binnen- en buitenlandse musea en archieven. In 2011 won hij de eerste Europeana hackathon met een alternatief zoeksysteem voor de Europeana-site.

Nederland niet vaak meer tegen. Er wordt veel ad hoc gedaan, op kleine schaal en op projectbasis. ‘Afgelopen jaar waren er maar twee aanbestedingsprojecten. Dat is absurd weinig, zeker als je het vergelijkt met Scandinavië, Frankrijk en de VS. Er heeft de afgelopen jaren echt een kaalslag plaatsgevonden in de financiering van grootschalige digitaliseringsprojecten. Musea – het Rijksmuseum en enkele andere musea daargelaten – lopen ernstig achter op het gebied van open data in vergelijking met archieven.’De rendementsgedachte die de museumsector door de politiek heeft opgedrongen gekregen, slaat volgens Lindeman de plank mis. ‘We moeten ophouden met denken in termen van terugverdienmodellen. Hoe kun je geld verdienen aan dingen als burgerschap of democratie? Er wordt veel te micro-economisch gekeken naar de opbrengsten voor een individueel museum. De digitalisering van het Naturalis-herbarium of de Rijksmuseum-collectie heeft een invloed en internationale uitstraling die niet te overschatten is.’Digitalisering van cultureel erfgoed is een publieke taak, vindt Lindeman. ‘Maar de sector mag beter z’n best doen om particuliere mecenassen te interesseren voor digitalisering. Er zijn tientallen nieuwe IT-miljonairs die, als ze ervan zouden weten, misschien best geld willen steken in dit soort projecten. Musea zijn doorgaans sterk in marketing. Laten ze die kracht ook inzetten om digitalisering sexy te maken.’

picturae.com

Hupperetz geeft toe dat dit niet eenvoudig is. ‘In musea moet men leren werken en denken met digitale middelen. Daar is fysieke en mentale ruimte voor nodig. Maar we hebben geen keus, want de babyboomers die nu nog het grootste deel van het museumpubliek uitmaken, worden langzaam vervangen door de eerste generatie digital natives. Voor hen is er bijna geen grens meer tussen online en on site.’Een mentaliteitsverandering is nodig bij museumdirecties, vindt Hupperetz. ‘Die zijn zelf vaak ouder dan de digital native-generatie. Ze zijn vooral bezig met ontwikkelingen op marketingvlak, kijken twee seizoenen vooruit. Maar je moet vijf à tien jaar vooruitkijken en op Europees niveau samenwerken. Digitalisering gaat ook verder dan beeldschermen plaatsen in het museum. Sensors worden bijvoorbeeld ook belangrijk. Die ontwikkelingen zijn al volop gaande in de supermarktbranche of auto-industrie en we moeten daar stevig bij aanhaken.’Ook de manier waarop digitaliserings-projecten worden gefinancierd, moet anders. Hupperetz: ‘Lange tijd hebben fondsen niet voorbij de hype gekeken. Er werd geen goed vervolg gegeven aan projecten. Een extreem voorbeeld is het ARtours-project, dat in 2011 bij het Stedelijk Museum is gedaan: een prachtig experiment maar vluchtig. Toen het klaar was, verdween het uit beeld en sinds 2013 gebeurt er weinig.’Het Digital Museum Lab, dat begin 2016 is gestart, wil daaraan tegenwicht bieden. Op een vaste plaats in het Allard Pierson Museum wordt acht keer per jaar een app of een andere digitale toepassing getest op bruikbaarheid en effectiviteit. Evaluaties worden internationaal uitgewisseld en getoetst via blogs en wetenschappelijke publicaties. Intussen werken er in het museum twee PhD-kandidaten die hiernaar onderzoek doen. Hupperetz: ‘Alleen zo kunnen we leren spelen met het gereedschap in onze digitale gereedschapskist.’

allardpiersonmuseum.nl

DOSSIER 48

GEMEENTE- MUSEUM DEN HAAG……heeft Delfts aardewerk ‘digitaal geclaimd’ met een website die populair is bij het publiek vanwege de Pracht of Prul-module.

Internetaanwezigheid stond al rond de eeuwwisseling hoog op de agenda van het Haags Gemeentemuseum. Het museum was erop gebrand een of meer van de eigen expertisegebieden ‘digitaal te claimen’. Mondriaan en de Haagse School lagen voor de hand, maar de keuze viel op Delfts aardewerk. ‘Het is een overzichtelijk en afgebakend onderwerp’, motiveert Vincent de Keijzer, informatiespecialist van het museum, de keuze. ‘Bovendien is het populair. We krijgen er vaak de Tussen kunst & kitsch-vraag over: “Ik heb een stukje Delfts aardewerk thuis. Is het wat waard?” Zelf hebben we een grote, belangrijke collectie en er wordt systematisch onderzoek naar het onderwerp gedaan. We kunnen de informatievraag dus voeden.’In 2001 ging de eerste versie van Delftsaardewerk.nl de lucht in, door het museum betaald uit eigen middelen. Geen denderend succes, geeft De Keijzer terugkijkend toe. ‘De site hoorde bij een tentoonstelling en was redelijk plat. Je kon wel experts vragen stellen, maar omdat je geen plaatjes kon uploaden, was dat redelijk omslachtig.’

Publieke werkenTEKST Edo Dijksterhuis

Hoe hebben Museum Boijmans Van Beuningen, het Gemeentemuseum Den Haag en EYE het digitaliseren van hun collecties aangepakt?

MUSEUM BOIJMANS VAN BEUNINGEN……wil de totale museumcollectie – ruim 150.000 objecten – digitaliseren en ontsluiten via een nieuwe website, waarin de bestaande sites ALMA en Collectie Online worden geïntegreerd.

Rond de eeuwwisseling ging Museum Boijmans Van Beuningen over van DOS-systemen op het internationaal veel gebruikte The Museum System (TMS). ‘Daar is toen alles in sneltreinvaart in gezet; er is een grote slag gemaakt’, memoreert Nynke van der Wal, hoofd Documentatiecentrum. ‘Maar we zijn nog steeds bezig met het wegwerken van achterstanden. Digitalisering is work in progress. Informatie wordt dagelijks opgezocht, geaccordeerd, veranderd, toegevoegd – als het gaat over bruikleenverkeer bijvoorbeeld of nieuwe aanwinsten.’Speciale projecten, vaak gefinancierd door derden, zijn geregeld de aanleiding om iets extra’s te doen. Zo is in het kader van het door OC&W betaalde Geheugen van Nederland een deel van de prentencollectie gedigitaliseerd. ALMA, mogelijk gemaakt door Agentschap NL, koppelt schilderijen en prenten met afgebeelde pre-industriële gebruiksvoorwerpen aan de fysieke objecten zelf. Van der Wal: ‘En toen we moderne en hedendaagse kunst beschikbaar maakten voor de Europeana-site, hebben we van de gelegenheid gebruikgemaakt om naar de fotografie van driedimensionale objecten te kijken. Er is een norm voor fotografie, die is vastgesteld door de Koninklijke Bibliotheek. Maar die Metamorfose-norm is eigenlijk alleen bruikbaar voor papier. Wij wilden een manier vinden om een driedimensionaal object zo objectief

mogelijk fotografisch vast te leggen.’Een ‘digitaliseringsproject an sich’ bestaat bijna niet, stelt Van der Wal. ‘Als je ergens aan begint, weet je eigenlijk niet wat je allemaal tegenkomt. Dan moet je bijvoorbeeld aan de slag met de thesaurus. En als je dat doet, moet je de hele thesaurus tegen het licht houden.’In de aanloop naar het nieuwe Collectiegebouw is Museum Boijmans Van Beuningen vorig jaar een herijkingsproject begonnen dat in 2018 klaar moet zijn. Medewerkers lopen de hele collectie langs minus het prentenkabinet, in totaal ruim 65.000 objecten. Depotteams werken er vier dagen in de week aan. Van der Wal licht toe: ‘We bekijken alle werken, alle object-records, controleren de juistheid en volledigheid van de informatie. Objecten worden opnieuw gefotografeerd als dat nodig is.’ Dat alles gebeurt volgens de zogeheten Boijmans-Basis. ‘We hebben twaalf velden geselecteerd in TMS. Die moeten volgens ons minimaal gevuld worden voor een deugdelijke registratie. Het is prettig werken met standaarden. Niettemin moet je je systeem niet dichttimmeren voor gebruikers. Conservatoren moeten er bijvoorbeeld ook mee kunnen werken.’Ook het publiek wordt bediend met interfaces die gebaseerd zijn op TMS. In maart worden de twee huidige sites vervangen door één nieuwe. ‘Die is sneller en vollediger. En hij is responsive en daardoor bruikbaar op alle platforms. Als aan de achterkant alles goed zit, kun je dat soort veranderingen relatief gemakkelijk doorvoeren.’

alma.boijmans.nlcollectie.boijmans.nl

‘Als je ergens aan begint, weet je niet

wat je allemaal tegenkomt’

49

Acht jaar later werd een volgende stap gezet. Over het platform dat tot op heden draait en waar sinds 2014 ook Museum Arnhem, Paleis Het Loo, Museum Prinsenhof en het Rijksmuseum aan meewerken, was goed nagedacht. Zo kom je meteen terecht tussen borden, kaststellen, vazen en schalen. Het onderwerp staat centraal, niet de afzender. En bezoekers kunnen zelf iets doen. Met de module Pracht of Prul kunnen ze aan de hand van een lijst van vragen zelf hun eigen stukken beoordelen. ‘Daarnaast kunnen ze afbeeldingen publiceren die dan door de experts worden beoordeeld’, vertelt De Keijzer. ‘In het begin duurde het soms lang voordat er antwoord kwam, omdat de conservatoren druk waren met andere dingen. We merkten toen dat bezoekers elkaars vragen gingen beantwoorden. Ook nu we een grotere redactie hebben, is het publiek nog steeds actief.’Die publieksparticipatie zorgt in hoge mate voor de dynamiek van de site. Regelmatige verversing van content door museumpersoneel is een stuk lastiger, weet De Keijzer uit ervaring. ‘We hadden een actualiteitenrubriek met weetjes,

EYE FILMMUSEUM……digitaliseert om de collectie toegankelijk te maken, maar ook om te restaureren. Het museum krijgt steeds meer te maken met born digital-films.

Het aantal bioscopen in Nederland dat nog een analoge projector heeft, is op de vingers van één hand te tellen. Voor EYE Filmmuseum is digitalisering van de collectie dan ook essentieel om het bezit zowel online als in de bioscoop zichtbaar te maken. Al jaren is het museum ermee bezig, maar de start in 2007 van Beelden voor de Toekomst bracht alles in een stroomversnelling. Met een budget van ruim 121 miljoen euro konden EYE, Beeld en Geluid, het Nationaal Archief en Kennisland honderden specialisten aan het werk zetten. ‘Het ging echt om het conserveren en veiligstellen van de nationale audiovisuele Collectie Nederland’, stelt Walter Swagemakers, senior projectleider Collectie bij EYE. ‘Wij hebben zo’n zevenduizend films gedigitaliseerd, vooral Nederlandse titels. Daarnaast hebben we tweehonderdduizend foto’s gescand. In eerste instantie was de digitalisering gericht op het toegankelijk maken van de collectie. Maar sinds 2010 zijn we in staat films niet-gecomprimeerd te scannen op hoge resolutie. Daardoor kunnen we de data ook gebruiken voor restauratiedoeleinden.’Het megaproject werd beëindigd in 2014. EYE had de activiteiten al eerder teruggeschroefd; sindsdien worden nog jaarlijks twee- à driehonderd titels gedigitaliseerd. ‘In het oorspronkelijke

plan was een terugverdienverplichting opgenomen: het gedigitaliseerde materiaal moest te gelde worden gemaakt. Maar dat bleek niet haalbaar’, legt Swagemakers uit. ‘Van digitale content word je niet rijk.’EYE verspreidt een deel van zijn collectie via de eigen website, YouTube-kanalen, Open Beelden en European Film Gateway, een internationaal platform dat filmarchieven van 34 landen ontsluit. Auteursrechten vormen echter een belemmering. Veel van wat is gedigitaliseerd, kan daarom niet vrij via internet gedeeld worden. ‘Maar we kunnen het materiaal wel vertonen in onze eigen zalen, op festivals en in musea’, stelt Swagemakers. ‘We hebben een tijdje geprobeerd films aan te bieden via Ximon, maar dat video-on-demand-kanaal heeft het niet gered in de bijzonder competitieve markt. We zoeken nu naar alternatieve mogelijkheden om materiaal waarop auteursrechten rusten te distribueren.’In 2012 is de Nederlandse bioscoopbranche digitaal ‘gegaan’. Ook filmmakers gebruiken vrijwel allemaal digitale camera’s. Swagemakers: ‘EYE wordt nu geconfronteerd met de instroom van een snel toenemende hoeveelheid born digital-films. Het duurzaam conserveren van digitale bestanden is complexer dan het bewaren van analoge films. Die kunnen, mits goed gekoeld of ingevroren, langdurig bewaard worden. Digitale bestanden moeten om de vijf, zes jaar gemigreerd worden naar een nieuwe generatie tapes, wil je ze ook in de toekomst kunnen gebruiken voor presentatie- en conserveringsdoeleinden.’

eyefilm.nl

DIGITALISERING

‘Van digitale content word je

niet rijk’maar die verouderde snel. Die hebben we vervangen door een Twitter-feed die gevuld wordt door redactieleden. Dat werkt, want die feed is het logische gevolg van hun dagelijkse werk.’Bij het Gemeentemuseum leeft de wens Delftsaardewerk.nl verder te ontwikkelen, met een duurzamere opzet en minder maatwerk, zodat het museum niet langer afhankelijk is van één ontwerper. Dan worden ook de sites meegenomen over Aziatisch keramiek en Mondriaan, die zijn geënt op de oersite. De Keijzer: ‘Die sites zijn ook goed, maar Delftsaardewerk.nl werkt nog steeds het best. De vraag is het duidelijkst.’

delftsaardewerk.nl

Bezoekers worden in het Panorama van EYE letterlijk omringd door filmfragmenten uit de digitale collectie.Foto Mike Brink

DOSSIER 50

Het zoemt rond in de museumwereld: virtual reality, oftewel VR. Want stel je eens voor wat je kunt doen wanneer je niet langer beperkt wordt door de tastbare werkelijkheid van zalen en objecten. Van een driedimensionale collectiepresentatie tot een wandeling door een virtuele zeventiende-eeuwse stad: alles is mogelijk. MOTI in Breda is een van de eerste Nederlandse musea die experimenteren met de Oculus Rift, de VR-bril die dit voorjaar op de consumentenmarkt komt. Het museum gaf kunstenaar Geoffrey Lillemon de opdracht een virtuele museumbeleving te maken.MOTI houdt zich bezig met beeldcultuur. Met name de digitale ontwikkelingen op dit gebied volgt het museum op de voet, met exposities over bijvoorbeeld digitale privacy en socialmediahypes. Omdat VR een belangrijke nieuwe ontwikkeling is die alles met beeldcultuur te maken heeft én omdat een eerder VR-kunstwerk van Lillemon vorig jaar zeer positief werd ontvangen door vooral jongere bezoekers, besloot MOTI om verder te gaan met VR.

MOTI VR is in eerste instantie een kunstwerk. De vormgeving en de inhoudelijke keuzes zijn niet bepaald door het museum, maar door de kunstenaar. Al draagt MOTI VR de naam van het museum, het is geen alternatieve collectiepresentatie of educatief instrument. Binnen de tentoonstelling Welcome to the Imagesphere, over 120 jaar digitale beeldcultuur, biedt MOTI VR geen verdieping of duiding. Wel zorgt het voor een extra ‘ervaringslaag’. Op kinderen en jongeren van de born digital-generatie heeft de VR-technologie een grote aantrekkingskracht. In de ontwikkelfase was de Oculus Rift-bril voor professionele gebruikers beschikbaar voor circa 350 euro. Vanaf maart komt de bril voor ongeveer het dubbele op de consumentenmarkt. De open source-software die ervoor gebruikt wordt, is gratis toegankelijk. Door deze lage materiaalkosten kwam het leeuwendeel van het budget voor MOTI VR, afkomstig uit eigen middelen met ondersteuning van de BankGiroLoterij

Andere bril

TEKST Anneke van Wolfswinkel FOTO Daniel Lewensztain

Met virtual reality bieden musea spektakel en avontuur. In Breda kun je op het dak klimmen van MOTI VR.

DE OPMARS VAN VRWAAR STAP JE OOK DE MUSEALE VIRTUELE WERKELIJKHEID BINNEN?

JHERONIMUS BOSCH, THE EYES OF THE OWLStap in het beroemdste schilderij van Jeroen Bosch: De tuin der lusten. Verwacht april 2016.KAMP VUGHT Bezoek het voormalige nazivernietigingskamp Sobibor anno 1943. WATERLINIEMUSEUMMaak een parachutesprong boven Nederland en begrijp hoe de Hollandse Waterlinie in elkaar zit.WESTFRIES MUSEUM Maak een wandeling door Hoorn tijdens de Gouden Eeuw of vaar mee op een schip.

en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, ten goede aan de maker, Geoffrey Lillemon. Hij heeft er zes maanden aan gewerkt. Voor specifieke technische kennis werd het creatieve softwarebedrijf Naïvi ingehuurd.Lillemon creëerde een virtueel gebouw, met vijf ruimtes rond een centrale hal. Het is geen herschepping van de fysieke ruimtes van MOTI, maar een zelfstandig functionerende virtuele realiteit. Het handschrift van de kunstenaar is duidelijk te herkennen: felle kleuren, een futuristische look, met glanzende vloeren en een open dak waardoor de sterrenhemel te zien is. Al bewegend door de zalen kom je beelden en slogans tegen die passen binnen de thema’s die bij MOTI vaker terugkomen, zoals consumentisme en popcultuur. In alle zalen duiken korte, slogan-achtige teksten op, maar de kritiek die in woord en beeld gesuggereerd wordt, blijft aan de oppervlakte. Het ‘uitzicht’ vanaf het dak is spectaculair. Staand onder een wijde sterrenhemel word je omringd door gevels van wolkenkrabbers, met overal knipperende of kapotte neon signs van merken als YouTube, Facebook en Skype.Het museum wil MOTI VR op verschillende locaties in binnen- en buitenland laten zien, zoals op festivals en kunstbeurzen en in andere musea. Het museum positioneert zich op deze manier als early adopter van virtual reality. Of de mogelijkheden van deze technologie inderdaad eindeloos zijn, zal de tijd uitwijzen, maar de experimenteerdrift van MOTI is zeker te prijzen.

motimuseum.nl

51 DIGITALISERING

RESTARTNEDERLANDS OPENLUCHTMUSEUM, ARNHEMONTWIKKELD VOOR EEN EDUCATIEPROGRAMMA

Voor het educatieprogramma Restart van het Nederlands Openluchtmuseum is de speciaal ontwikkelde app onmisbaar. Met de app moeten groepjes scholieren, slechts gewapend met een iPad, proberen in te burgeren in het 44 hectare grote ‘Anderland’, als waren zij immigranten. Vorig jaar hebben 2200 leerlingen meegedaan aan Restart, het jaar daarvoor 1000. Het museum verwacht dat de belangstelling de komende jaren verder toeneemt.Het hele programma heeft ongeveer twee ton gekost. De app alleen al, ontwikkeld door het in museumkringen bekende IJsfontein, was goed voor € 75.000. Andere kosten hadden te maken met de aanschaf van speciaal materiaal en het trainen van medewerkers om met de app om te gaan. Voor de app en het gebruik van de iPads is het Openluchtmuseum jaarlijks ook nog eens driehonderd euro verschuldigd aan Apple. Het museum heeft de app samen met IJsfontein bedacht, inclusief de ingewikkelde puntentelling waarmee wordt vastgesteld of de leerlingen voldoende punten hebben verzameld voor hun ‘inburgeringscursus’. Dat spelelement was essentieel voor het museum.

openluchtmuseum.nl

#AppmaniaMet een app hopen musea jongeren

te trekken, of wandelaars. Drie voorbeelden uitgelicht.

TEKST René Bogaarts

#GOUDENEEUWHERMITAGE, AMSTERDAMONTWIKKELD VOOR HOLLANDERS VAN DE GOUDEN EEUW

Bij de expositie Hollanders van de Gouden Eeuw in de Hermitage mogen scholieren hun mobieltjes ongegeneerd in de aanslag houden. Met een speciaal voor hen ontworpen socialmedia-app kunnen ze chatten en facebooken met vooraanstaande Amsterdammers uit de zeventiende eeuw. Maar #GoudenEeuw draait ook op minitablets die het museum beschikbaar stelt. De app, die wordt aangestuurd door iBeacons, nodigt leerlingen uit om geportretteerden te herkennen, te liken en hun gefingeerde onderlinge berichtjes te lezen. Zo wekt het organiserende Amsterdam Museum de tentoonstelling tot leven.#GoudenEeuw is door het Amsterdam Museum en het Amsterdamse bureau Lava Lab ontwikkeld om bezoekers, nog meer dan met een traditionele audiotour, bij exposities te betrekken. Het maken van zo’n app kost volgens de ontwikkelaars tussen de 2.500 en 9.000 euro, exclusief het schrijven van teksten

en de aanschaf van de technologie. De basis van de app wordt onder de naam Flinck als een white label aangeboden aan andere musea. Het MoMA en het Metropolitan in New York zouden al belangstelling hebben getoond. Vanaf de introductie in de zomer van 2015 tot eind januari 2016 hebben al ongeveer 450 leerlingen gebruikgemaakt van de app. De tentoonstelling loopt minimaal tot eind 2016.

hermitage.nl

AUDIOTOURFRANS HALS MUSEUM, HAARLEMBESTAAND OPEN PLATFORM

Het Frans Hals Museum gaat voor al zijn audiotours gebruikmaken van een open platform. Of het zijn oude apps ook in de lucht houdt, is nog onzeker nu de ontwikkelaar daarvan failliet is. Dat de izi.TRAVEL-app gratis is, speelde voor het Frans Hals Museum en het eraan verbonden De Hallen Haarlem een belangrijke rol. Voor zijn oude apps was het museum jaarlijks alleen al € 8.000 aan onderhoudskosten kwijt. Over de initiële ontwikkelkosten ervan wil het museum niets zeggen. Het museum onderzoekt nog of het

bijvoorbeeld ook filmpjes met interviews met kunstenaars op deze manier gaat aanbieden.Het voordeel van een open platform voor audiotours is dat het niet alleen door musea, maar bijvoorbeeld ook voor stadswandelingen gebruikt kan worden. Het Frans Hals Museum gaat ervan uit dat de meeste gebruikers de app dan ook niet zullen verwijderen zodra ze het museum verlaten. Zo kunnen de audiotours van het museum in de toekomst thuis alvast gedownload en eventueel bekeken worden. Dat de app op alle mobiele telefoons, tablets en laptops werkt, werd ook gezien als een voordeel.

franshalsmuseum.nl

Edward, Kan je hem iets helderder maken alsjeblieft?

DOSSIER 52

Veel musea maken hun collectie digitaal toegankelijk. Dat vergt veel werk en betekent dat er belangrijke keuzes moeten worden gemaakt. Presenteer je de collectie op je eigen website of samen met andere instellingen? Thematisch (aziatischekeramiek.nl) of geografisch (collectiegelderland.nl)? Hoe richt je het in? Wilbert Helmus, programmacoördinator Digitaal Erfgoed Bruikbaar van het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE), vertelt hoe de Nationale Strategie voor Digitaal Erfgoed houvast en een netwerk biedt.

Wat doet het samenwerkingsverband Netwerk Digitaal Erfgoed ? ‘Uitgangspunt van het NDE is dat de gebruiker centraal staat. Er zijn vele soorten

NetwerkwinstHoe kan het Netwerk Digitaal Erfgoed

helpen bij het digitaliseren van een collectie? Programmacoördinator

Wilbert Helmus legt het uit.TEKST Marijke van den Esschert ILLUSTRATIE Denkschets.nl

gebruikers, maar we zien een duidelijke gemeenschappelijke behoefte: de wens om “grenzeloos” gebruik te kunnen maken van informatie over ons erfgoed. Nu is het nog lastig om op een Google-achtige manier door de “collectie Nederland” en alle informatie daarover te browsen. Probeer maar eens met een zoekactie het oeuvre van Van Gogh op je scherm te krijgen. Onze collecties – niet alleen die van musea, maar ook van archieven en bibliotheken en audiovisueel materiaal – zijn digitaal nog erg versnipperd en lastig te vinden. Het NDE werkt aan gemeenschappelijke hulpmiddelen en diensten voor het verbeteren van de zichtbaarheid, bruikbaarheid en houdbaarheid van digitaal erfgoed. Het

NDE is een initiatief van het ministerie van OCW. Digitaal Erfgoed Nederland is kennispartner. Met vijf belangrijke partijen, die we knooppunten noemen, en vele professionals uit het veld heeft het NDE de Nationale Strategie voor Digitaal Erfgoed opgesteld.’

Hoe is het NDE georganiseerd? ‘De vijf nationale knooppunten steunen de uitvoering van de Nationale Strategie voor Digitaal Erfgoed. Het werk is georganiseerd in drie werkprogramma’s met elk een eigen coördinator. Elk programma houdt zich bezig met een ander aspect van digitaal erfgoed. Digitaal Erfgoed Zichtbaar verkent de vraag van de gebruikers en bevordert het gebruik en de zichtbaarheid van digitale collecties. Digitaal Erfgoed Houdbaar bevordert duurzaam behoud en toegang; de uitvoering van dit programma ligt bij de Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid. Ik coördineer Digitaal Erfgoed Bruikbaar en dat programma richt zich op het gezamenlijk online publiceren van “alle” erfgoedcollecties en vooral op een betere vindbaarheid.’

Wat betekent dat voor de musea? ‘Het NDE gaat verder met de realisering van een landelijke toegang tot de digitale collectie Nederland. Voor musea speelt de RCE een belangrijke rol, de website musea.collectienederland.nl is de nieuwe interface voor DiMCoN, de Digitale Museale Collectie Nederland. De RCE ondersteunt musea wanneer zij hun collectie in DiMCoN zichtbaar willen maken. Collecties kunnen dan direct onderdeel worden van het nationale netwerk en kunnen hergebruikt worden op andere platforms. Musea hoeven dus maar op één plek hun erfgoedinformatie te publiceren. Het gaat dus niet om de vraag: waar laat ik mijn collectie zien? Musea maken het mogelijk dat hun

DE VIJF KNOOPPUNTEN NETWERK DIGITAAL ERFGOED

RCE Rijksdienst voor het Cultureel ErfgoedNA Nationaal ArchiefKBKoninklijke BibliotheekBNG Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Edward, Kan je deze alsjeblieft vrijstaand maken?

53

TEKST Edo Dijksterhuis

DIGITALISERING

informatie voor velerlei doeleinden en op allerlei websites wordt gebruikt. En dit vergroot weer hun eigen zichtbaarheid .’

Hoe kan een erfgoedinstelling zich bij het NDE aansluiten? ‘De uitgangspunten van de Nationale Strategie kun je als museum ook op je interne informatiebeleid toepassen. Digitaal is normaal en onze digitale collecties vormen een niet meer weg te denken aspect in de museale bedrijfsvoering. Er zijn veel mogelijkheden om kosten te besparen door samen te werken, software te delen en kennis uit te wisselen. De partners van het NDE zoeken daarom de samenwerking. Ook musea kunnen actief deelnemen en laten zien dat zij de Nationale Strategie omarmen. Via de website van DEN kun je het laatste nieuws over het NDE volgen.’

Hoe wordt het project gefinancierd? ‘Voor het uitwerken van de Strategie en de werkprogramma’s heeft het ministerie van OCW 1,2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de periode 2015-2016.’

digitalecollectie.nldimcon.nlden.nl

Dat digitaliseren complex en duur is, is volgens Marco de Niet, directeur DEN, geen excuus om af te haken.

Digigebod

‘In de digitale wereld is alles informatie. Een digitaal object is niet alleen een hoogwaardige scan, het is ook de informatie over dat object, de metadata.’ Het klinkt logisch, komende uit de mond van Marco de Niet, directeur van Digitaal Erfgoed Nederland (DEN). De praktijk bij veel culturele instellingen is echter anders. ‘Digitalisering was eerst primair gericht op beheer en behoud. Het was een ondersteunend proces. De metadata leek op de inhoud van oude kaartenbakken. Het was arme metadata.’De Niet noemt de komst van Google Art in 2011 als waterscheiding. ‘Toen werd echt duidelijk dat digitalisering meer is dan ondersteuning. Het gaat om een wezenlijk andere omgang met en beleving van kunst en cultuur. Context is even belangrijk als content. Je moet je aanpassen aan zoekmachines die gebaseerd zijn op tekst. Alleen dan kun je een digitale relatie met het publiek aangaan.’‘Veel organisaties hebben zich echter ingegraven in hun ICT-structuren. Systemen zijn vaak aangeschaft voor de komst van het web; maatwerk dat niet aansluit op andere systemen. Financiële krapte is vaak de reden waarom er niets aan gedaan wordt. Of men heeft de kennis niet en is afhankelijk van leveranciers. Veel erfgoedinstellingen voeren niet de regie over hun eigen informatiestructuren en ik vraag me af hoe lang je je dat kunt permitteren. Het risico is groot dat andere partijen de rol van erfgoedinstellingen overnemen in de informatiemaatschappij.’Niet voor alle musea zal het zo’n vaart lopen, nuanceert De Niet. Instellingen met een sterk lokale functie of musea met unieke topstukken hoeven zich minder zorgen te maken. Hun publiek blijft toch wel komen. ‘Maar voor thematische musea, waar het draait om het vertellen van verhalen, is het uitermate belangrijk na te denken over de digitale strategie. Die is direct verbonden met hun voortbestaan als fysieke organisatie.’

Dat het misschien te complex en te duur is om alleen op te lossen, is volgens De Niet geen excuus. ‘Haak aan bij gemeenschappelijke voorzieningen’, is zijn advies. ‘Het Netwerk Digitaal Erfgoed heeft vorig jaar de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed opgesteld om die te realiseren.’ Bijkomend voordeel van samenwerking is dat het onderlinge afstemming afdwingt. ‘Iedereen moet dezelfde metadata gebruiken. Wil je van de standaard afwijken, dan moet je uitleggen waarom.’Op de site van DEN worden verschillende standaarden gedocumenteerd en gekoppeld aan projecten. De Niet roemt het Allard Pierson Museum, het Zuiderzeemuseum en het Glasmuseum als partijen met een innovatieve instelling. Maar hij is ook enthousiast over het kennisnetwerk dat het NIOD heeft opgezet met diverse musea en archieven om erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog beter te ontsluiten. ‘Aan zo’n voorbeeld zie je dat het vergroten van zichtbaarheid bijdraagt aan behoud. Zichtbaarheid is bovendien steeds belangrijker om je te verantwoorden tegenover de politiek. En het is een instrument om collectiemobiliteit te vergroten.’Vroeger hing De Niet het motto do it once, do it right aan, maar daar is hij een beetje van teruggekomen. ‘De technologische ontwikkeling gaat hard; nu maakt bijvoorbeeld 3D opgang. Ook een digitale reproductie is op een gegeven moment verouderd, net als foto’s van twintig jaar geleden. Je moet je wel verhouden tot de doelgroepen van nu. Die gebruiken bepaalde technologie en hebben verwachtingen. Daar moet je in mee.’

den.nl

DON’TS1. De collectie alleen op de eigen website aanbieden.2. Zonder gebruikersonderzoek een digitaal-erfgoedproject starten.3. Het interne informatiebeleid niet afstemmen op de Digitale Strategie.4. Niet investeren in duurzame toegankelijkheid van de collectie.5. Geen samenwerking zoeken buiten de museale sector.

DO’S1. Stel de gebruiker centraal. 2. Profiteer van sectoroverstijgende samenwerking in NDE-verband.3. Gebruik open standaarden.4. Basisdigitalisering is en blijft van belang.5. Definieer je eigen plek in het NDE: wat is je expertise en wie vormen je achterban.

VOLGENS WILBERT HELMUS

ON TOUR 54

David Bowie is zou naar het Groninger Museum komen. Het nieuws op zichzelf was al sensationeel, gezien de stedenrij die de spraakmakende expositie zou aandoen: Londen, Sāo Paulo, Toronto, Berlijn, Parijs, Melbourne… In Groningen kreeg de tentoonstelling een wrange extra dimensie: krap een maand na de opening overleed David Bowie. Voor het museum was en is het een hele toer om deze expositie accuraat te stroomlijnen, zeker na de dood van de ster die de gekte compleet maakte. Welke keuzes hebben de inrichting ervan bepaald? Wat is de logistieke opzet? Hoe leid je al die bezoekers in goede banen? Museumdirecteur Andreas Blühm leidt ons rondt en licht toe. Zijn uitleg begint hij bij de audiotour. Het oor is bij David Bowie is – opgezet door het Londense Victoria & Albert Museum – namelijk zeker zo belangrijk als het oog. Iedere bezoeker krijgt een Sennheiser-koptelefoon mee, die interactief reageert op de plek waar de bezoeker zich op dat moment bevindt. Zie je een hoes van een jazzgrootheid, dan hoor je Bowies stem uitleggen waarom die persoon zo belangrijk was. Zie je een clip van Space Oddity, dan hoor je de song. Blühm: ‘Achter alle wanden zitten servers verstopt die de interactieve connectie met de headsets regelen. Door de hele expositie ligt bedrading onder de vloerbedekking.’ Dat tapijt moest er vooraf dus uit. En na de slotdag gebeurt dat opnieuw.Blühm beleeft een opwindende periode. Al direct na de opening was de toeloop enorm. Er is een afgemeten aantal headsets beschikbaar: 500 in totaal. Dus ook met het tijdslot – bezoek alleen op afspraak – zijn wachtenden afhankelijk van het tempo waarin het publiek zijn ronde maakt. Blühm: ‘In Parijs was dat gemiddeld tweeënhalf uur, in Berlijn drie uur. Duitsers lezen meer, was onze inschatting. Ook dan Nederlanders. Maar ook hier blijkt de doorsnee bezoeker drie uur zoet te zijn.’ Het leidde tot fikse rijen. Om de tijd te doden krijgen wachtenden het eigen museummagazine

Operatie Bowie

TEKST Eric Nederkoorn

DIRECTEUR VAN HET GRONINGER MUSEUM ANDREAS BLÜHM NEEMT ONS MEE DOOR

DAVID BOWIE IS EN LAAT ZIEN WAAROM DE EXPOSITIE – OOK AL VOOR BOWIES DOOD –

EEN HELE TOER WAS.

uitgereikt. Bovendien heeft het Groninger Museum 24 stagiairs aangetrokken, veelal studenten, die uitleg geven over de headsets of de stroom bezoekers de goede kant op sturen. ‘Zodra mensen een bord met “exit” zien staan, hebben ze de neiging dat te volgen in plaats van via de trap naar de volgende ruimte te gaan’, zegt Blühm, ‘ook als je grote borden met extra pijlen ophangt.’ Het publiek kan jas en tas kwijt in het auditorium. De gang naar de gebruikelijke garderobe ertegenover bleek te smal voor de massa heen- en weerlopers.Bowies dood leidde tot een media-aandacht die de exposure van de opening op 11 december 2015 verre overtrof. En tot een nieuwe stormloop. Wie via de website een bezoekmoment wilde vastleggen, moest zomaar 3180 wachtenden voor zich dulden. Al eerder liet Blühm de eerste expositiezaal aanpassen. Daar ontstonden opstoppingen. ‘Rechts na toegang hebben we jeugdherinneringen aan artiesten die Bowie hebben beïnvloed, verwijderd. Daar »

‘Ons museum lijkt voor deze expositie gebouwd’

Ger

hard

Taa

tgen

Mar

ten

de L

eeuw

ON TOUR 56

liep het vast. We hadden bovendien de klassieke fout van te lange teksten gemaakt. Ik heb ze daar gehalveerd.’ Wat bij voorbaat al enige ruimtewinst bood, was het weglaten van een reeks kunstvoorwerpen waarop Bowies werk zou aansluiten. Die voorwerpen waren in de oorspronkelijke Londense versie nog wel te zien. Blühm: ‘Niemand begreep er iets van. Ook ik niet.’Na die eerste zaal, vooral over Bowies tienertijd, is de route meteen meer fluïde. Als we via Space Oddity en de beroemde Starman-clip uit Top of the Pops de hoek omslaan en in de verte de Berlijnse periode al zien liggen, zegt Blühm: ‘De Londense curatoren waren zeer te spreken over de zichtlijnen. Ons museum lijkt voor deze expositie gebouwd, vonden ook zij.’ Maar vóór Berlijn ligt eerst nog de vierkante Middenzaal, een imposante ruimte vol objecten, met veel muziek en met centraal, na Bowies overlijden bijna macaber, een glazen kist waarin een Ziggy Stardust-kostuum ligt opgebaard. ‘Heel gek’, zegt Blühm, ‘in zo’n vierkante zaal loopt statistisch gezien zeventig procent met de klok mee. Hier juist niet.’ Houten opzetmateriaal in het midden van deze ruimte is afkomstig van dezelfde expositie in Parijs. Gerard Schijf is de Groningse architect die indertijd Alessandro Mendini bijstond bij de bouw van het Groninger Museum. ‘Hij kent elk hoekje van het museum en is naar Parijs geweest voor inrichtingsideeën voor David Bowie is. Hij kon dit spul meenemen, omdat het toch niet naar Melbourne te verschepen viel.’ Voor Bowies filmcarrière heeft het museum eigenlijk een te kleine ruimte beschikbaar,

vindt Blühm. Maar de Berlijnse periode, in een tientallen meters lange, rechthoekige zaal, inzoomend op filmclips in de verte, maakt alles goed. Vooral dat Berlijnse metroplan op de vloer, ontworpen door de Britse topdesigner Jonathan Barnbrook, is bijzonder. En bijzonder kwetsbaar, aanvankelijk. ‘Het publiek liep de lijnen van die plattegrond al direct kapot. Slecht materiaal. Dat moest opnieuw.’Via de trap lopen we naar het Coop Himmelb(l)au-paviljoen, met zijn speels ontplofte buitenkant en museaal gezien knap lastige interieur. ‘David Bowie is putting on a show’, lezen we hier, en dat doet hij dan ook, op kolossale, telkens van beeld verspringende videowalls met registraties van optredens. Imposant; dat vonden de oorspronkelijke Britse curatoren ook. ‘Vooral de brug die hier doorheen loopt, was geweldig voor ze. Ook om op te projecteren.’ De constructie is niet op grote mensenmassa’s berekend, dus het feest van een oversteek zat er niet in.De tentoonstelling eindigt in een provisorisch ingericht en tijdelijk café, dat uitkijkt op de gracht rond het stadscentrum en het station. Blühm: ‘We hadden een bijzondere start, met het hoofd communicatie dat net was vertrokken, haar collega die met zwangerschapsverlof ging en de controller die drie dagen voor de opening werd geopereerd. Maar die mensen zijn uitstekend opgevolgd of vervangen. En gelukkig behoort onze registrar tot de wereldtop. Dit is zó groot.’

groningermuseum.nl

‘We hadden de klassieke fout van te lange teksten gemaakt’

David Bowie documenteerde zijn eigen geschiedenis minutieus. Het door hem opgezette David Bowie Archive beslaat 75.000 objecten. Vierhonderd ervan maken deel uit van de expositie.

Ger

hard

Taa

tgen

ACHTERGRONDHet Rijksmuseum doorzoekt zijn hele collectie op termen die gevoelig liggen. Een speciale werkgroep vervangt woorden als negerinnetje, kaffer en indiaan door neutrale woorden.

NE

E JAHenk Slechte Oud-museumdirecteur, tegenwoordig gastconservator ‘Nieuwe generaties kunnen hun toch al bescheiden contact met de geschiedenis door deze operatie kwijtraken. En het gaat juist om dat deel van de geschiedenis waarop wij met terugwerkende kracht niet trots zijn, waarvan we zouden kunnen leren. Leerzame en niet altijd vrolijke historische informatie wordt zo bewust uit het geheugen gewist. Zoiets leidt tot geschiedvervalsing. Je poetst de geschiedenis weg, terwijl musea die termen juist moeten duiden, uitleggen. Als je ze verwijdert, kun je er niet over praten. Wij witten gingen inderdaad met schepen de wereld in. De kooplui aan boord waren eenvoudige lieden. Zij gaven namen als “Javaantjes” aan mensen die kleiner waren dan zijzelf. De wereld wás eeuwenlang eurocentrisch. Voorzie de nagelaten sporen van hun context, maar respecteer de geschiedenis. Dit project ontbeert wetenschappelijke onderbouwing. Het enige argument is: wij willen de bezoekers niet kwetsen. Een museum is geen leuke winkel, maar een kennisinstituut met als taken uitleg en educatie. Wat je uit angst doet, is altijd fout. Je mag je daardoor in het maatschappelijk debat nooit laten leiden. Het meest beangstigende is dat de zelfcensuur van het Rijksmuseum en de volkenkundige musea in de museumwereld zelf niet tot discussie heeft geleid. De macht van de politieke correctheid is groot en een wezenlijke bedreiging voor de vrije meningsuiting. Ik vroeg me af of hierna de boeken aan de beurt zijn. En jawel: op 27 december werd op de Dam een boek verbrand, omdat Barack Obama daarin een neger wordt genoemd.’

Wayne Modest Hoofd Research Center Nationaal Museum voor Wereldculturen‘Tekstlabels uit het verleden zijn inderdaad belangrijk; ze zijn een bron van historische informatie. Maar hier gaat het om de publiek zichtbare tekst. Waarom mag je die niet veranderen? Een museum is een publieke instelling. Wij willen ons gastvrij en open verbinden met een zo breed mogelijk publiek. Het gaat niet om het doodzwijgen of vernietigen van geschiedenis. De tekst op de muur mag geen negatieve representatie zijn van welke groep dan ook. Het gaat om de vraag: hoe wil je je bezoekers behandelen? We mogen niet ongevoelig zijn; we moeten beseffen dat woorden iets doen met mensen. Alle beschrijvingen worden in het archief bewaard, ze staan in een voor iedereen toegankelijke database. Henk Slechte haalt twee dingen door elkaar: het idee dat je bronnen vernietigt en de missie die een museum heeft tegenover zijn publiek. De vraag is: van wie is de discussie over de termen? Sommige bezoekers klagen al jaren en musea hebben daar tot voor kort te weinig mee gedaan. Tot 2020 loopt in ons museum een project waarbij we de hele collectie doornemen. We gaan een handboek over gevoelige woorden maken. Bij ieder woord vragen we ons af of het kleinerend, vrouwonvriendelijk of racistisch is. Een woord als “stam” of “inheems” kun je negatief uitleggen, maar in een bepaalde context, bijvoorbeeld bij het verwerven van politieke rechten, kan het juist behulpzaam zijn bij het duiden ervan. Wanneer gebruiken we het wel en wanneer niet? Dat moeten we weten. En dat vergt onderzoek. Daarbij hebben we de expertise nodig van mensen als Henk Slechte.’

‘Een museum is geen leuke winkel, maar een kennisinstituut’

Mag je historische maar nu mogelijk kwetsende

benamingen in je collectie vervangen door

hedendaagse neutrale termen?

TEKST Micha Cluysenaer

bLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu Dusam, 57 DE ISSUE

CataloguskanjerGEEN BEZOEKER VERLAAT HET

GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG ZONDER LANGS DE CATALOGI TE LOPEN.

TEKSt Rosanne Kropman FOTO’S Ewout Huibers

59 DE WINKEL

Het Gemeentemuseum heeft de grootste collectie Mondriaans ter wereld. En dat zal de bezoeker van de museumwinkel weten ook. Niet alleen kun je er ongelooflijk veel boeken over Mondriaan en De Stijl krijgen, je vindt er ook van alles met en over de Nederlandse kunstenaar: Mondriaanbekers, Mondriaanklokken, een Mondriaanjurk en een ‘Mondri vase’, een ingewikkeld uitziende vaas vol gele, blauwe en rode vlakken en hokken. ‘Op 1 januari 2015 zijn de rechten op het gebruik van de afbeeldingen vervallen’, verklaart zakelijk directeur Hans Buurman. ‘Dat heeft nogal wat ontwerpers geïnspireerd.’De winkel van het Gemeentemuseum, in eigen beheer en bemand door eigen personeel, loopt de laatste jaren goed.

WAAR Gemeentemuseum Den HaagHOE Eigen beheerVOOR De geroutineerde kunstkijker én voor kinderenBIJZONDER De grote collectie kinderkunstboekenMINDER Dat je er alleen met een toegangskaart kunt shoppenOMZET € 900.000 (2014)

‘Zo’n tien procent van de omzet bestaat uit de verkoop van kinderboeken’

HOLLANDS DEEP, ANTON CORBIJN (2015)Shirmer/Mosel, München€ 49,80

KAREL APPELRETROSPECTIEF (2016)Gemeentemuseum Den Haag/Walter König, Keulen€ 29,95 Nederlandse versie€ 34,95 Engelse versie

BESTSELLERShebben verschillende prijzen gewonnen. De boeken maken kunst begrijpelijk en toegankelijk voor kinderen vanaf ongeveer zes jaar, dus in die zin past het ook bij wat je wilt bereiken als museum. En het is lucratief. Zo’n tien procent van de winkelomzet bestaat uit de verkoop van kinderboeken.’Prettig is de mini-dependance van de winkel in de Tuinzaal in het hart van het museum. Deze locatie is ingegeven door het feit dat het principe van exit through the giftshop niet opgaat in het museum: er zijn uitgangen waar de bezoeker de winkel niet passeert. Langs de Tuinzaal loopt wel iedereen. Daar zijn de bestsellers – de catalogi van lopende tentoonstellingen en enkele ansichtkaarten – te koop. De kassa is tevens een informatiebalie. Als gevolg van de indeling van het gebouw kun je de winkel niet binnen zonder kaartje voor het museum; de ingang van de winkel zit achter de beveiliging. Ook online kun je niet aan de spullen komen; er is geen webshop. Zes jaar terug heeft het Gemeentemuseum dat geprobeerd, maar de opbrengsten waren mager. Bovendien kwam het te vaak voor dat gekochte spullen bij verzending stuk gingen. Gedoe voor de kopers en voor de medewerkers, slecht voor de omzet. De online verkoop werd gestaakt. Dit jaar onderneemt de winkel een nieuwe poging, maar dan met een gewijzigd online concept. Andere radicale veranderingen stelt het Gemeentemuseum voor nu uit. De winkel loopt goed. Al is het idee van een nieuw winkelconcept nog zeker niet van de baan.

gemeentemuseum.nl

Drie jaar geleden was er even sprake van dat het museum het ‘helemaal anders’ zou gaan doen vanwege een teruglopende omzet. Maar dat plan, nog niet veel concreter dan ‘anders’, ging door een aantrekkende verkoop weer in de ijskast. In 2014 was de omzet negen ton. Precieze cijfers over 2015 heeft Buurman nog niet. De winkelverkoop hangt sterk af van het succes van lopende tentoonstellingen. En succesvol was 2015. Het Gemeentemuseum had vorig jaar een grote overzichtstentoonstelling van Rothko (meer dan 265.000 bezoekers, een record voor het museum). Ook de tentoonstelling met werk van Anton Corbijn liep goed. De bijbehorende catalogi zijn in de winkel de bestsellers. Van de huidige overzichtstentoonstelling, over Karel Appel, is dan ook weer een indrukwekkende catalogus gemaakt. Het boek is in het Nederlands en in het Engels uitgegeven, zeer compleet en goed geïllustreerd.Bijzonder is de ruime collectie kinderkunstboeken. Het merendeel van die boeken geeft het museum zelf uit, weliswaar in samenwerking met uitgeverij Leopold. De vaak rijk geïllustreerde boeken gaan zeker niet over de gemakkelijkste kunstenaars voor kinderen: Rothko, Mondriaan, Appel – er is zelfs een kinderboek over de vaak zwartgallige Egon Schiele te krijgen. Het Gemeentemuseum begon zeven jaar geleden met het uitgeven van kinderboeken. Een schot in de roos, noemt Buurman het. ‘Ouders en grootouders vinden het leuk om die te kopen. De auteurs en illustratoren

vrijstaand

vrijstaand

MARK ROTHKO (2014)Hannibal, Veurne€ 24,50

vrijstaand

Cris

tiano

Bia

nchi

Iwan

Baa

n

LILING CERAMIC MUSEUMLILING, CHINANieuw

Als sinds de Qi-Dynastie is Liling, een stad met iets meer dan één miljoen inwoners in de provincie Hunan in het zuidoosten van China, een centrum van artistiek keramiek. De plaatselijke Huan Li Ling Multicolored Under Glace City Development Co. Ltd. brengt er met het recent geopende Liling Ceramic Museum een hommage aan de kunstvorm. Het Italiaanse architectenbureau Studio Archea tekent voor een geheel van uit staal, glas en uiteraard heel veel keramiek opgetrokken gebouwen in de vorm van schotels en vazen. Het terrein beslaat 210.000, de gebouwen 69.000 vierkante meter. De totale kostprijs van het project – dat naast een museaal gedeelte ook een industriële afdeling en een hotel omvat – bedraagt 80 miljoen euro.

CORNING MUSEUM OF GLASS CORNING, NEW YORK, USAUitbreiding

In 1951 bouwde Corning Glass Works (nu Corning Incorporated) een museum gewijd aan wat het bedrijf al een eeuw maakte: glas dus. Het Corning Museum of Glass brengt alle aspecten van het materiaal, van kunst tot geschiedenis, van wetenschap tot technologie. Recent breidde het museum uit met een ruim 9000 vierkante meter grote Contemporary Art + Design Wing. Meteen goed voor ’s werelds grootste ruimte gewijd aan hedendaagse glaskunst en -design. In de nieuwe vleugel is ook een amfitheater met 500 zitplaatsen geïntegreerd. Architecten Thomas Phifer and Partners voorzagen alle ruimtes van gesofisticeerde licht filterende systemen, waarmee daglicht via het dak wordt gediffuseerd. De façade van de nieuwe vleugel is opgetrokken uit opaak glas, het interieur bestaat uit vijf galerijen. Volgens het museum kostte de uitbreiding 57,5 miljoen euro, volledig betaald door Corning Incorporated.

BouwstofGLAS, PLASTIC, KERAMIEK

EN CHOCOLADE: IN VIER NIEUWE OF UITGEBREIDE

BUITENLANDSE MUSEA STAAT MATERIAAL CENTRAAL.

TEKST Filip van Brabander

Chr

isto

phe

Lico

ppe/

Befo

cus

GRENZELOOS61

SPRENGEL MUSEUM HANNOVER HANNOVER, DUITSLANDUitbreiding

In 1969 schonk chocolade-producent Bernhard Sprengel zijn uitgebreide collectie twintigste-eeuwse kunst aan de stad Hannover. Voorwaarde: de stad moest een nieuw museum bouwen. Dat werd in 1979 geopend en draagt sinds 1984 de naam van de schenker. Na een weinig spectaculaire eerste uitbreiding in 1993 is nu een tweede klaar. Het Zwitserse bureau van Meili & Peter Architekten zorgde voor 1400 vierkante meter extra tentoonstellingsruimte voor de nog altijd groeiende collectie, en voor de modernste conserveringstechnologie. De uitbreiding bestaat uit een grote black box waarin – zo noemen de architecten ze – tien dancing rooms zijn ondergebracht: ruimten met verschillende oppervlaktes en hoogtes. Het ritme van de in vlakken verdeelde façade doet denken aan een chocoladereep. Totale kostprijs: 35,7 miljoen euro, waarvan de stad Hannover 14,1 miljoen en Europa 11,6 miljoen euro voor hun rekening namen.

ADAMBRUSSEL, BELGIËNieuw

Op 11 november vorig jaar opende in Brussel, vlak bij het Atomium, het Art & Design Atomium Museum. ADAM is een initiatief van de vereniging Atomium en de stad Brussel en is volledig gewijd aan plastic kunstwerken en huishoudelijke voorwerpen. Een belangrijk deel daarvan bestaat uit de Plasticariumcollectie van verzamelaar Philippe Decelle, die tot 2002

in zijn privéwoning en enkel op afspraak te bezichtigen was. ADAM is ondergebracht in het hart van de in 1975 geopende Brusselse Trade Mart, een ontwerp van de Amerikaanse neo-futuristische architect John Portman. In het gebouw neemt ADAM een heringerichte ruimte van 5000 vierkante meter in. Door de nabijheid van het Atomium, dat jaarlijks zo’n 600.000 bezoekers trekt, hoopt het museum per jaar op 250.000 bezoekers. Daar zal ook een combinatieticket voor een bezoek aan het Atomium voor moeten zorgen.

Her

ling/

Gw

ose/

Wer

ner

bLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu Dusam, 62 UIT ETEN

Als we het doen, dan gaan we voor de hoofdprijs. Dat moeten ze bij het Rijksmuseum gedacht hebben toen het idee werd geboren een restaurant te openen in de vernieuwde Philipsvleugel. Alles werd van stal gehaald om dit te realiseren: een joint venture met de Vermaat Groep, een familiebedrijf met veel horecaervaring. Een topontwerper, Paul Linse, die ook indruk maakte met zijn inrichting van de hoofdstedelijke Plantage. Een topchef, de jonge Joris Bijdendijk, die eerder bij restaurant Bridges een Michelinster bij elkaar kookte. En, niet onbelangrijk, een topidee: ruimte voor Hollandse producten, Hollandse gerechten en zelfs Hollandse wijnmakers als verwijzing naar de Hollandse Meesters.Restaurant Rijks is anderhalf jaar open. Het ontving het afgelopen jaar 71.000 gasten en is uitgeroepen tot een van de beste museumrestaurants ter wereld. Er is plek voor 140 gasten, er is een private diningroom voor 36 gasten en het is alle dagen geopend voor lunch en diner. Om de band met het museum te benadrukken worden beroemde buitenlandse chefs uitgenodigd; zij zijn de gastconservatoren van het restaurant.

Het zal niet verbazen dat Rijks een grote aantrekkingskracht heeft op gasten uit het buitenland voor wie het gebruikelijk is om ’s middags uitgebreid te lunchen. Naar schatting van het museum zelf bezoekt dertig procent van die lunchgasten ook het museum. Van de dinergasten, onder wie veel locals en bedrijven, bezoekt zo’n tien procent het museum. Het restaurant heeft een aparte ingang, dus even binnen doorsteken is er niet bij.De lunchkaart is overzichtelijk. We proberen het wisselende driegangenmenu en drie kleine gerechtjes van de kaart. De nadruk ligt op mooie Hollandse, ambachtelijke producten. Vooraf komen twee amuses op tafel die meteen culinair avontuur aankondigen: gefrituurd spinazieblad en geroosterde maïskolfjes. Het voorgerecht is geroosterde bloemkool met messenklever, zacht gegaarde dooier en zuring en voor de ander knolselderij van het spit met Baambrugs lardo (spek), oester-braaïoli en zuring. Ook op en top Hollands dus. Beide voorgerechten zijn zalig: de knapperige bloemkool en het zacht- ziltige van het Beemsterkaasje messenklever gaan goed samen en de geroosterde knolselderij met big geeft door het zoute spekvet en de rooksmaak van de braaïoli een ware smaakexplosie. Daarna komen eendenbout met palmkool, mierikswortel en paddenstoel en voor de ander shortrib met granola, aardappeljus en zilverui op tafel. Zowel eend als shortrib heeft een perfecte garing en er is genoeg te beleven door de palmkool, mierikswortelcrème en granola (grappige combinatie!). We kunnen slechts verzuchten dat het Rijks écht met de wereldtop kan wedijveren. Ten slotte nemen we een toetje waarin Holland mooi vertegenwoordigd is: gekarameliseerde peer met geitenyoghurtijs en vanillecustard. Never a dull moment in het Rijks, ook niet als het over de wijn gaat. Gedurfd is de keuze voor alleen Hollandse wijnmakers van over de grens. We drinken chardonnay van de Nederlandse familie Panman in Zuid-Frankrijk en sauvignon blanc van de Nederlandse zakenman Mijndert Pon in Argentinië. Twee minpuntjes blijven bij: de bediening is goed maar wat onpersoonlijk en de muziek is hip maar vooral hinderlijk. Halverwege de lunch zijn we vergeten dat we pal aan het Museumplein zitten. Rijks is bovenal een toprestaurant van internationale allure, dat het ook op eigen kracht prima zou redden. Hier draait het om de kunst van het moderne koken.

rijksrestaurant.nl

TEKST Petra Possel FOTO Ewout Huibers

Hollands welvarenRESTAURANT RIJKS HEEFT EEN

DUIDELIJKE BAND MET HET MUSEUM, MAAR ZOU HET OOK PRIMA OP EIGEN

KRACHT REDDEN.

‘Dertig procent van de lunchgasten bezoekt ook het museum’

Rijks heeft een oppervlakte van 650 m² en werd door Studio Linse ontworpen als een baken van rust in de drukte van de binnenstad en het museum.

bLest faciaspelia velit resedi iditiost alicae minctureped quae solorat ibuscia voluptatu

ROMANTIEK. EEN DUITSE AFFAIRERüdiger Safranski vert. Mark Wildschut, Atlas, Amsterdam, 2009

DE ESTHETISCHE REVOLUTIEArnold Heumakers, Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2015

KWADRAATBLAD ‘NU 2’Willem Sandberg, Steendrukkerij De Jong, Hilversum, 1966

DE HEERSERNiccolò Machiavelli, vert. Frans van Dooren, Singel Uitgeverijen, Amsterdam, 1990 (7e herziene druk)

DE BARBARENAlessandro Baricco, vert. Manon Smits, De Bezige Bij, Amsterdam, 2010

63 LAATSTE WOORD

Arnoud Odding, directeur van het Rijksmuseum Twenthe, is altijd op zoek naar de ‘samenhang der dingen’. In Het gedroomde museum (2004), dat hij samen met Tiziana Nespoli schreef, kwam dat idee al aan de orde: ‘Het sacrale aura dat musea vaak hebben, net als de mystificatie die er rond kunst hangt, hebben wij op de schop genomen. Je moet kunst niet verabsoluteren en ook niet in hapklare brokken presenteren. Wij pleitten destijds voor twijfel, frisheid, discussie en een open blik. Kunst moet ook gericht zijn op de wereld om ons heen, niet alleen op de kunst zelf. Het was een Sturm und Drang-achtig boekje, maar in mijn werk blijft die gedachte actueel.’Ook de ideeën van andere schrijvers zijn van invloed op zijn werk: ‘De grote verrassing van het museumdirecteurschap is dat het zoveel creatiever is dan ik ooit had gedacht. Zo’n zeventig procent van mijn werk bestaat uit brainstormen. Ongelooflijk leuk is dat. We komen bij elkaar om tentoonstellingsideeën te bedenken en om na te denken over wat we willen vertellen. Tijdens die gesprekken vormt een aantal boeken voor mij een belangrijke leidraad.’Odding noemt twee boeken die inhoudelijk veel gemeen hebben: Romantiek van

Rüdiger Safranski en De esthetische revolutie van Arnold Heumakers: ‘Deze auteurs stellen vragen die wij ons in het Rijksmuseum Twenthe ook stellen: waar liggen de wortels van de moderne kunst? En wat is autonomie? Volgens Heumakers kom je dan uit bij een schilderij dat is gemaakt vanuit de eigen expressie. In maart 2016 opent bij ons een tentoonstelling van de achttiende-eeuwse schilder Thomas Gainsborough, die je in veel opzichten een modern genie kunt noemen. Hij keek en interpreteerde vanuit zijn eigen belevingswereld in plaats van dat hij de natuur zo objectief mogelijk weergaf. Maar ook Turner was heel radicaal in zijn opvattingen. Hij schilderde een kolkende waterval van kleur, heel modern en impressionistisch, hoewel je dat laatste misschien niet zo mag zeggen. Dan stellen wij ons aan de hand van Heumakers en Safranski de vraag: “Begon de moderne kunst niet al in de achttiende eeuw?”’En andere inspiratiebron is het Kwadraatblad met de titel Nu 2. Odding kreeg het ooit cadeau van Simon den Hartog, voormalig directeur van de Rietveld Academie: ‘Ik ben er nog steeds heel blij mee. Het is een radicale en controversiële uitgave, gemaakt door Willem Sandberg. Hij trekt van leer tegen de historiserende houding van musea. Een van zijn uitspraken luidt: “Grote kunst is altijd een experiment.” Ik kan blijven citeren uit Nu, zoveel prachtige dingen zegt Sandberg. En dat was in 1959! Sandberg was erg op de toekomst gericht en had de durf om een compleet andere weg in te slaan. Dat hij het neorenaissancistische paleis dat het Stedelijk Museum toen was helemaal wit schilderde, was iets geweldigs.’Odding leest ook graag in Machiavelli’s De heerser: ‘Als tegenhanger van de innerlijke zielenroerselen van de Romantici is zijn denkwijze heel interessant. Pure logica. Rechtlijnig, zonder ruimte voor morele overwegingen of gevoelsmatige argumenten. Hoe kom ik van A naar B? Rationeel denken kan erg spannend zijn.’Ten slotte noemt Odding De barbaren van Alessandro Baricco, over de teloorgang van ons cultuurbesef. ‘Er is een nieuwe, oppervlakkige en versnipperde manier van denken ontstaan. Kennis is bijna een commodity geworden. Dat impliceert minder diepgang, maar Baricco beschouwt die oppervlakkigheid als iets positiefs; hij roemt de snelheid van schakelen, het eclectische en het vrije. En daarmee zijn we terug bij mijn eigen boekje, Het gedroomde museum, waarin datzelfde verband wordt gelegd: de snelheid van deze tijd zorgt voor verbinding tussen de dingen. Nou ja: samenhang, hè? Dat blijft mijn persoonlijke motto.’

‘Kunst moet ook gericht zijn op de wereld om ons heen’

MACHIAVELLI EN SANDBERG HELPEN ARNOUD ODDING IN ZIJN ‘VERRASSEND CREATIEVE’ FUNCTIE VAN MUSEUMDIRECTEUR.

Ratio en experiment

TEKST Karin Overmars

ARNOUD ODDINGS

TOP 5

64 MUSVIS

ADVIESBUREAUS

CULTURA SHARED SERVICESPaasheuvelweg 33 1105 BG Amsterdam 020 3550676 [email protected] www.culturasharedservices.nl CulturA Shared Services ontzorgt! Goed geïnformeerd en daadkrachtig management maakt het verschil, zeker in een tijd waarin alles draait om kostenefficiëntie en het terugschroeven van subsidies vanuit de overheid. CulturA Shared Services ontzorgt steeds meer musea en andere culturele instellingen. CulturA Shared Services biedt, als gespecialiseerde en kwalitatief hoogwaardige dienstverlener, de volgende diensten aan: Management Informatie Systeem; Salarisadministratie; Financiële administratie; Accountancy en fiscale advisering; HR-Services; Gebouwbeheer; en Collectieve inkoop.

LUCIE SNOEKER MANAGEMENT EN ADVIES 020 6276148 06 5115 3424 [email protected] www.luciesnoeker.nl Beleidsplan, kunstenplan, verzelfstandiging, organisatie (ontwikkelings)vraagstukken, bedrijfsvoering, samenwerken, alles op basis van co-creatie. 20 jaar ervaring in (zakelijk) museaal management.

TOORNEND PARTNERS Wagenweg 58 2012 NG Haarlem 023 5319095 [email protected] www.toornend.comToornendPartners beschikt over het volledige pallet aan ondersteunende diensten en adviesgebieden voor bouwen en gebouwen, onder ander met het opstellen van huisvestingsstrategieën en onderhoudsplannen, het opstellen van second opinions, het maken van kostenramingen en bij aanbesteding en contractvorming.

XPEX EXPERIENCE EXPERTS Bethaniëndwarsstraat 6g 1012 CB Amsterdam 06 22792308 [email protected] www.xpex.com xpex ontwikkelt, ontwerpt en realiseert belevingsconcepten voor profit- en non-profit- organisaties en adviseert over de ontwikkeling van publieksorganisaties, culturele infrastructuur en de inrichting van de openbare ruimte.

AUDIOVISUELE APPARATUUR

MOETWIL EN VAN DIJKRaadhuisstraat 2 4021 EH Maurik 0344 689134 [email protected] www.moetwilenvandijk.nl Moetwil en van Dijk levert professionele audiovisuele apparatuur en diensten. Maatwerk is ons specialisme. Of het nu gaat om de levering van een beamer, het verzorgen van een kleine presentatie of een groot interactief project met combinaties van beeld, geluid, licht, projecties en speciale besturingen..… bij Moetwil en van Dijk bent u altijd in beeld. Een aantal projecten kunt u zien én horen op onze website.

AUDIOVISUELE PRESENTATIE

TIME AMSTERDAM (TIMMER & MEIJER) De Helling 671502 GD Zaandam 075 7715104 [email protected] www.timeamsterdam.com Wij ondersteunen musea, erfgoedinstellingen en overheden bij haalbaarheidsonderzoek, het opstellen van strategische visies, conceptontwikkeling, intermuseale samenwerking en public affairs.

BEAMSYSTEMS Communiceren met bewegend beeld Papaverweg 40a 1032 KJ AmsterdamPostbus 37390 1030 AJ Amsterdam 020 427 10 10 / 020 330 99 56 [email protected] www.beamsystems.nl

BeamSystems combineert creatieve ideeën met technische knowhow tot aansprekende audiovisuele installaties: Advies & Ontwikkeling, Uitvoering, Onderhoud voor tijdelijke & vaste installaties.

PHANTA VISIO Gijsbrecht v. Aemstelstraat 16-18 1091 TC Amsterdam 020 6260255 / 06 25185953 [email protected] www.phantavision.com Uw tentoonstelling tot leven brengen met bewegend beeld. Die kunst verstaat PhantaVision. Creatief, dynamisch, degelijk uitgevoerd. Met grote liefde voor het vak. PhantaVision is specialist in verrassende ideeën. Originele oplossingen. Techniek waar misschien nog niemand aan dacht. Zelfs met beperkte middelen kan PhantaVision al veel voor u bereiken. Wij horen graag van u.

COLLECTIEBEHEER

AXIELL ALM

NETHERLANDS Safariweg 18-22 3605 MA Maarssen +31 (0) 346 58 68 00 [email protected] www.adlibsoft.com Flexibele Software voor musea, bibliotheken en archieven. Volledig collectiemanagement voor kunst, cultuur & erfgoed.

MUSVIS65

l ichtontwerp&showcontrol

BOBCAT MEDIACulturele Media Producties Fieke Tissink & Eline TimmerBinnenkant 47 1011 BP Amsterdam 06-42132234 / 06-28369456 [email protected] [email protected] www.bobcatmedia.nl

Voor een documentaire op tv, een film op uw tentoonstelling, een spotje bij de Ster, een korte film op de website: wij maken het met zorg, kennis en creativiteit. Zij gingen u voor: Mauritshuis, Rijksmuseum, Paleis op de Dam, Rembrandthuis, Van Gogh Museum, Stedelijk Museum, Ons’ Lieve Heer op Solder, Koninklijke Bibliotheek, Boijmans Van Beuningen, Museum Gouda, Museumvereniging, Frans Hals Museum.

SYNERGIQUEVoorhelmstraat 25-1032012 ZM Haarlem+ 31 (0) [email protected] kracht van verwondering.

RAPENBURG PLAZA Lichtontwerp & ShowControl Westerdoksdijk 679 1013 BX Amsterdam 020 620 6212 [email protected] www.rapenburgplaza.nl

Rapenburg Plaza is een bureau voor lichtontwerp en ShowControl, werkzaam in een wereld waar de verbeelding aan de macht is. We zijn

BUSHHOUSE BVSteenbokstraat 27 c7324 AZ [email protected] gaan we voor maximale bezoekersaantallen. Dat kan door een optimale zichtbaarheid van uw exposities op NS Stations. We combineren offline graag met online toepassingen zoals direct e-mail.Bushhouse is 100% onafhankelijk van exploitanten en adviseert u dus optimaal.

MULTIMEDIA

BICMULTIMEDIA Gasthuis 18-20a 6268 NN Bemelen 043 407 26 46 [email protected] bic bedenkt, begeleidt, bouwt digitale verhalen met visie: voor in ’t museum, voor buiten. Websites, gps-apps, games, 3D-animaties, leuk & leerzaam & duurzaam. Kijk op spoorwegmuseum.nl, hklimburg.nl, vensteropdevecht.nl, zichtopmaastricht.nl, bonnefanten.nl. Nieuw: maak voortaan uw eigen apps met gps en qr-code www.kijkdaar.nl BIC: interactie met inhoud.

KISS THE FROG interactive media \ creative technology Nieuwelaan 74 2611 RT Delft +31(0)15 240 01 00 www.kissthefrog.nl

Kiss the Frog is gespecialiseerd in het ontwerpen en ontwikkelen van multimedia voor nationale en internationale musea, science centres en tentoonstellingen: voor o.a. Rijksmuseum Amsterdam, Mauritshuis, Gemeentemuseum Den Haag, Kröller-Müller Museum, Beeld en Geluid (Hilversum), Madurodam, Science Museum (Londen), Singapore Science Centre

MCW STUDIO’SWillebrordusstraat 126 3037 TX Rotterdam +31 (0)10 452 25 26 [email protected] www.mcw.nlMCW is een full-service creatief bureau gericht op multimedia, animatie, film, audio en internet. Het Rotterdamse bureau is al meer dan 20 jaar specialist in de multimediabranche en heeft zowel nationale als internationale ervaring in creatie en realisatie van exhibits.

STUDIO LOUTER BV Contactpersoon Barend Verheijen Lutmastraat 191e 1074 TV Amsterdam 020 670 2044 [email protected] www.studiolouter.nl

Studio Louter ontwikkelt storylines, film en interactie voor communicatieve ruimtes. Ons motto: betrek de bezoeker. Ons doel: bezoekers intrigeren, emotioneren en laten communiceren. Onze werkwijze: een inhoudelijk concept is de kern en ontwikkelen we samen met de opdrachtgever. Onze afdelingen: content, design, av, animatie, development.

MULTIMEDIA, GAMES & INTERACTIVES Gedempt Hamerkanaal 123 1021 KP Amsterdam 020 820 2348 [email protected] www.YiPP.nl YiPP maakt games, apps en interactives voor musea, science centres en experiences. We worden blij van het vermengen van de virtuele met de fysieke wereld en het maken van multimedia die mensen uitdaagt om te spelen en te leren. Creativiteit, technologie en design zitten in ons DNA.

MUSEALE PRESENTATIES

DUINZAND Contactpersonen Frodo Terpstra en Martha BakkerJan Luijkenstraat 46 1071 CR Amsterdam 020 4700 345 / 06 543 155 48 (Frodo) [email protected] www.duinzand.nl Duinzand is een bureau voor concept, samenstelling en realisatie van tentoonstellingen en museale AV. We werken sterk vanuit de inhoud. Die vertalen we samen met de opdrachtgever naar museale concepten waarin verhaal en beleving voorop staan. Spannend, helder en vernieuwend. Onze diensten: concept, onderzoek en verhaallijn / samenstelling en de tekst / (begeleiding) vormgeving / scenario, regie en productie AV / turn-key oplevering van totale projecten.

creatief, flexibel, coöperatief en innovatief. Denken mee met de opdrachtgever vanaf het eerste idee tot en met de uiteindelijke realisatie. Een schat aan kennis onder één dak bijeen, met als doel maximaal bij te dragen aan de beleving die u met uw project wilt oproepen.

FILM EN TV

GRAFISCH ONTWERP

LICHTONTWERP EN MEDIASTURING

MEDIA

MUSVIS 66

IJSFONTEIN Haarlemmerweg 4-61014 BE Amsterdam +31 (0) 20 3300111 www.ijsfontein.nl

IJsfontein is een ontwerpbureau van interactieve tentoonstellingsconcepten en -belevingen. We betrekken bezoekers door hen een hoofdrol te geven. Door te spelen met tijd en ruimte en door de echte en de virtuele wereld met elkaar te verbinden. Door de zintuigen te prikkelen en mensen al spelende te laten leren en ontdekken. Ga naar www.ijsfontein.nl voor inspirerende voorbeelden.

PRONK Lloydstraat 7D 3024 EA Rotterdam +31 (0)10 767 01 20 +31 (0)6 155 08 556 [email protected] www.pronkstudio.nl

Pronk bedenkt, ontwerpt en realiseert ruimtelijke communicatie voor musea, instellingen en bedrijfsleven in heel Nederland en daarbuiten. Gedreven door betrokkenheid bij onze opdrachgevers en hun verhaal versmelten wij inhoud met ruimtelijk, grafisch en interactieontwerp tot één krachtig beeld: helder en effectief. Vanuit ruime ervaring, vakkundig, inspirerend en met plezier!

PERSPEKT H.N. Werkmanweg 15 2031 BA Haarlem 023 5316 312 / 06 531 563 00 [email protected] www.perspektstudios.nl Perspekt (1968) adviseert over, bedenkt, ontwerpt én realiseert grote en kleine ruimtelijke projecten in een passende context. Van inhoud naar een multimediale tentoonstelling, live event, film of activatie. Of unieke combinatie hiervan. Het publiek raken is ons hoogste doel. Perspekt heeft een transparante en prettige aanpak met duidelijke regie. Tussen verbeelding en werkelijkheid maken wij het graag concreet.

PLATVORM Silodam 182 1013 AS Amsterdam 020 530 4181 [email protected] www.platvorm.nl Platvorm ontwerpt tentoonstellingen: boeiende verhalen, verrassend interactief, zintuigen prikkelend. Sterke visuele ontwerpen die gedragen worden door de achterliggende ideeën en de bezoeker inspireren en voeden met nieuwe kennis en ervaringen. Presentaties waarin ook de beleving en nieuwsgierigheid van kinderen volop aangesproken worden, zoals het vernieuwde Kinderboekenmuseum in Den Haag.

TEKST & UITLEGHoutmarkt 21 2011 AL Haarlem023 531 6693 www.tekstenuitleg.nl

Ontwerp en uitvoering van permanente, tijdelijke en reizende presentaties. Ruimtelijk en grafisch ontwerp, redactionele ondersteuning, educatieve programma’s, multimediapresentaties, animaties, tentoonstellingsbouw en inrichting. Wij verzorgen turn-key projecten passend binnen elk budget.

PUBLICITEIT EN COMMUNICATIE

BBK | DOOR VRIENDSCHAP STERKERHaarlemmerstraat 124a 1013 EX Amsterdam Postbus 14551 1001 LB Amsterdam 020 3059444 h.siebbeles@doorvriendschap sterker.nl www.doorvriendschapsterker.nl

Full service communicatie-adviesbureau én mediabureau. Producent van o.a. de Museumladder en andere uitladders. Alles in één hand, altijd vlekkeloos geregeld, zonder veel poespas. Tegen de scherpste culturele tarieven in medialand.

TENTOONSTELLINGS-INRICHTING

BRUNS BV 2 en 3 Dimensionale Produkties Stökskesweg 11 5571 TJ Bergeijk Postbus 47 5570 AA Bergeijk +31 (0)49 757 7027 [email protected] www.bruns.nl

GIELISSEN INTERIORS |EXHIBITIONS |EVENTSFreddy van Riemsdijkweg 215657 EE Eindhoven+31 40 235 36 37+31 40 235 36 [email protected]

Gielissen is al ruim 75 jaar actief voor beurzen en tentoonstellingen, ruimtelijke presentaties, events en (exclusieve) interieurs. Als fullservice partner ontzorgen wij onze opdrachtgevers compleet, waarbij vakmanschap, creativitieit en optimaal rendement centraal staan. Kiezen voor Gielissen is kiezen voor zekerheid en kwaliteit.

MUSVIS67

KLOOSTERBOER DECOR BVNewtonstraat 20-22 1446 VR Purmerend 0299 462260 [email protected] www.kloosterboer-decor.nl Specialist in vormgeving en bouw van interieurs, tentoonstellingen, exhibits en decors.

UNBRANDED BV Joop van den Endeplein 9 1217 WJ Hilversum +31 (0)35 677 39 47 [email protected] www.unbrandedexperience.comUnbranded is de nieuwe naam van HollandseHanden. Creatieve specialisten in het creëren, produceren en turn-key opleveren van fascinerende exposities. Al jaren zijn we werkzaam voor musea, experience-centers en bezoekerscentra. Naast alle vakdisciplines biedt unbranded concepting en design. Gecoördineerd door een ervaren projectmanager zijn hierdoor zowel impactvolle concepten als korte doorlooptijden, efficiency en kostenbesparing gegarandeerd.

TENTOONSTELLINGSONTWERP

VERLICHTING

ERCO LIGHTING B.V. Gooimeer 13 1411 DE Naarden 035 6991710 [email protected] www.erco.com ERCO heeft de stap in een nieuw tijdperk gezet – het tijdperk van het digitale licht. Met een productprogramma dat voor het eerst volledig op led-technologie is gebaseerd. "Light digital" staat in voor onze missie om verlichting met de mogelijkheden van led op alle fronten opnieuw te bedenken: van lichtproductie, via lichtprojectie, naar lichtmanagement. Met als resultaat: uiterst efficiënte lichtwerktuigen waarmee ruimtes, kunst en producten sprankelend en nauwkeurig kunnen worden gemodelleerd.

Q-CAT LIGHTING B.V. Van Heekstraat 11 3125 BN Schiedam 010 415 1811 [email protected] www.qcat.nl Led- en glasvezelverlichting voor vitrines en tentoonstellingen.

VERPAKKING

VORMGEVING EN UITVOERING

PICTURAE De Hoefsmid 13 1851 PZ Heiloo +31 (0)72 5320444 [email protected] www.picturae.nl Picturae digitaliseert, ontsluit en verrijkt cultureel erfgoed. Van het digitaliseren van grote landkaarten, objectfotografie en roundshots tot een collectiebeheersysteem en van het ontwikkelen van websites tot crowdsourcing en e-commerce.

ARS LONGA Tentoonstellingen-multimedia Interactie- experiences T.T. Neveritaweg 15 N 11 1033 WB Amsterdam +31 (0)6 51210027 [email protected] www.arslonga.nl Ars Longa bedenkt, ontwerpt en realiseert verrassende projecten op maat. We schrijven content, ontwerpen, voeren projectmanagement en realiseren turn-key projecten. Elk thema wordt effectief naar de doelgroep vertaald. Museale inrichting, reizende exposities, edutainment, animaties, multimedia-opstellingen, interactie en mobile applicaties.

UITGEVERIJ

UITGEVERIJ INTERMED Johan van Zwedenlaan 119744 DX Groningen050 312 [email protected] www.intermed.nu Intermed verzorgt al 30 jaar kranten en magazines voor musea en culturele instellingen. Uitgeverij Intermed is tevens verantwoordelijk voor de advertentiewerving van Museumvisie en het digitale Museumkaart-magazine.

PAUL MAAS ILLUSTRATIE Hoefstraat 260 5014 NR Tilburg + 31 (0) 13 580 03 28 + 31 (0) 6 229 344 56 [email protected] www.paulmaasillustratie.nl

Vertaling van complexe informatie naar heldere beelden voor presentatie en educatie: infographics, reconstructie- en impressietekeningen, beeldverhalen, exploded views, opengewerkte tekeningen, plattegronden en kartografie.

WEBSITE ONTWIKKELING

HEIJMERINK WAGEMAKERS Overijsselhaven 71 3433 PH Nieuwegein 030 60 60 823 [email protected] www.hwva.nl

Heijmerink Wagemaker is al ruim 25 jaar gespecialiseerd in het inrichten van musea, experience-, science- en bezoekerscentra. Met ons team denken wij mee en ontwikkelen en bouwen wij bijzondere vaste, tijdelijke en reizende tentoonstellingen. Van exhibits tot vitrines, wij zorgen dat het er komt!

INNOSELL BV David Ricardostraat 6 7559 SH Hengelo Postbus 34 7620 AA Borne 074 [email protected] www.innosell.com MAF-verpakkingsschuimen (Museum Art Foam), verpakkingsconcepten, Magista- depotinrichting, Koreder Line-ophangsysteem, vitrines, tentoonstellingswanden.

ZICHT ONLINE Coolsingel 65 3012 AC Rotterdam 010 221 02 00 [email protected] www.zicht.nl Zicht is hét internetbureau voor de museale sector; we zorgen door online zichtbaarheid voor zoveel mogelijk bezoekers in het museum. Met converterende websites voor o.a. het Kröller-Müller Museum, het Maritiem Museum en ARTtube. Ook helpt Zicht om commerciële kansen beter te benutten via een webshop, route-app of bij educatie en zaalverhuur. Kijk voor inspiratie op: zicht.nl/kunst-en-erfgoed.