Download - MONITOR WONEN-Z

Transcript
Page 1: MONITOR WONEN-Z

voor

Provincie Gelderland

auteur

Henk Nouws, Claasje Reijers

Ruimte voor zorg bv

Research en advies in wonen en zorg

Postbus 2038, 3800 CA AMERSFOORT

tel 033 - 465 54 51

fax 033 - 465 34 81

www.ruimtevoorzorg.nl

30 oktober 2013

MONITOR WONEN-ZORG

PROVINCIE GELDERLAND 2013

EINDRAPPORT

Page 2: MONITOR WONEN-Z

INHOUD

1 Inleiding............................................................................................. 1

2 Hoofdpunten ...................................................................................... 3

2.1 Trends ................................................................................................. 3 2.2 Bevolkingsontwikkeling ........................................................................ 3 2.3 Dementie ............................................................................................. 4 2.4 Behoefte aan verblijf voor mensen met dementie ................................. 4 2.5 Woonzorg............................................................................................. 5 2.6 Vrijwilligers .......................................................................................... 5 2.7 Scheiden wonen en zorg....................................................................... 6

3 Van 2013 naar 2033.......................................................................... 7

3.1 Einde van de ouderdom ........................................................................ 7 3.2 Einde verzorgingshuis als fullservice-concept ........................................ 8 3.3 Einde van de kengetallen wonen en zorg .............................................. 8 3.4 Einde van de AWBZ ............................................................................ 11

4 Bevolkingsprognose 2013 - 2033 .................................................. 13

4.1 Waar vindt de vergrijzing plaats?........................................................ 15 4.2 Verschillen per gemeente ................................................................... 17

5 Prognose verblijf voor mensen met dementie 2013 - 2033 ........ 23

5.1 Prognose dementie............................................................................. 23 5.2 Stad en land....................................................................................... 25 5.3 Gemeenten ........................................................................................ 26 5.4 Behoefte aan verblijf .......................................................................... 29

6 Ontwikkeling aanbod verpleeghuiszorg ........................................ 33

6.1 Overzicht ........................................................................................... 33 6.2 Regionale capaciteit ........................................................................... 34 6.3 Lokale capaciteit ................................................................................ 35 6.4 Plannen.............................................................................................. 38 6.5 Eigendom vastgoed ............................................................................ 42 6.6 Bekostiging kleinschalig wonen........................................................... 43

7 Vraag versus aanbod zorg voor mensen met dementie............... 45

7.1 Provincie en regio’s ............................................................................ 45 7.2 Gemeenten ........................................................................................ 46 7.3 Witte vlekken ..................................................................................... 48 7.4 Meerzorg in verzorgingshuizen ........................................................... 48

8 Referentiecijfer woonzorg 2013 - 2033 ........................................ 51

8.1 Inleiding............................................................................................. 51 8.2 Behoefte aan geschikte woningen ....................................................... 53 8.3 Behoefte aan woonzorg ...................................................................... 54 8.4 Meerwaarde van woonzorg ................................................................. 57 8.5 Woonzorg versus huidig aanbod ......................................................... 58

Page 3: MONITOR WONEN-Z

9 Het potentieel aan vrijwilligers...................................................... 63

10 Toekomst verzorgingshuizen ......................................................... 67

10.1 Scheiden wonen en zorg? ................................................................... 67 10.2 Investeringen in het gebouw .............................................................. 69 10.3 Slopen of hergebruiken? ..................................................................... 70

11 Verantwoording............................................................................... 75

11.1 Respons ............................................................................................. 75 11.2 Vragenlijst (digitaal)........................................................................... 75

Page 4: MONITOR WONEN-Z
Page 5: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 1

1 INLEIDING

Aanleiding en doel

De Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland wil zorgaanbieders, woningcorporaties en

gemeenten ondersteunen met up-to-date informatie over de ontwikkeling van vraag en

aanbod van wonen met zorg voor ouderen.

“Wonen met zorg” is een samenhangend aanbod van een woning in combinatie met zorg:

verzorgingshuizen, verpleeghuizen, kleinschalige woongroepen, zorgvilla’s. Als bijproduct

is in dit onderzoek ook het aangrenzende aanbod seniorenwoningen geïnventariseerd.

De provincie Gelderland voert een stimulerend beleid voor zelfstandig wonen van oude-

ren. Ouderen willen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen en zelf de

regie houden over hun leven. Zorgaanbieders, woningcorporaties en gemeenten hebben

gezamenlijk de sleutel in handen om te voorzien in die vraag van ouderen.

Informatie

De informatie in de monitor, bestaat uit twee delen: een bevolkingsprognose en daaraan

gekoppelde vraagprognose, en een inventarisatie van het huidige en toekomstige aanbod

van wonen met zorg. De inventarisatie heeft plaatsgevonden door alle zorgaanbieders te

vragen naar hun huidige capaciteit en de plannen die zij hebben voor de komende jaren.

Omdat de onderwerpen scheiden wonen en zorg en transformatie van verzorgingshuizen

actueel zijn, zijn ook vragen gesteld over hoe men aankijkt tegen de toekomst van de

eigen verzorgingshuizen.

De monitor maakt een inschatting van de behoefte aan verpleeghuisplaatsen / kleinscha-

lig wonen voor de periode 2013 – 2033.

Met het verdwijnen van de verzorgingshuizen oude stijl, ontstaat er ruimte voor een

nieuw soort woonzorgvoorziening, een waarbij de bewoners zelf betalen voor hun huur

en de service. De monitor maakt ook een inschatting van deze behoefte aan deze nieuwe

woonzorgvoorzieningen – “woonzorg” - die overigens hun plek kunnen hebben binnen de

muren van het verzorgingshuis.

Deze rapportage wil organisaties en beleidsmakers ondersteunen met cijfers over vraag

en aanbod, en bevat daarom veel tabellen.

De vraag- en aanbodcijfers zijn ook beschikbaar op het niveau van de individuele woon-

kern, dus fijnmaziger dan het gemeenteniveau. Hierdoor kan iedereen die zich bezig-

houdt met wonen en zorg in een bepaalde woonkern over cijfers beschikken.

Waarschuwing

De cijfers zijn met zorg samengeteld. De enquête onder zorgaanbieders heeft een res-

pons van 90% op locatieniveau. De ontbrekende locaties zijn zo goed mogelijk met be-

hulp van openbare informatie aangevuld. De enquête is een momentopname. Plannen

worden gemaakt en weer geschrapt. Cijfers zijn handig, maar vervangen niet de dialoog.

Page 6: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 2

Page 7: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 3

2 HOOFDPUNTEN

2.1 TRENDS

Het einde van de ouderdom

Er is geen scheidslijn meer tussen jong en oud. Mensen die stoppen met werken,

vinden zichzelf niet oud. Zij gaan door met hun leven een zinvolle inhoud te geven.

Hun woonwensen kunnen begrepen worden vanuit gewone woningmarktmotieven.

Het verzorgingshuis oude stijl houdt op te bestaan

Zorgaanbieders zijn van plan hun verzorgingshuis op een nieuwe manier aan te bie-

den, om aan de vraag naar wonen met zorg te kunnen voldoen. Deze nieuwe manier

houdt in dat de nieuwe bewoners zelf de huisvesting en de diensten betalen die

voorheen door de AWBZ werden vergoed. Er zal meer maatwerk zijn.

Eenvoudig begrippenkader: wonen, woonzorg, verblijf

De planologische kengetallen wonen en zorg die berekenden hoeveel woon- en zorg-

voorzieningen er nodig zijn, voorspellen de toekomst niet goed doordat de regels en

de voorkeuren van ouderen zijn veranderd. Het is tijd om de terminologie te veran-

deren. Een eenvoudige driedeling volstaat: gewoon wonen, woonzorg en verblijf.

Het overgrote deel van de ouderen zal thuis blijven wonen

Veel meer ouderen – ook niet-vitale 85-plussers – zullen langer thuis blijven wonen.

Weinigen zullen geconcentreerd wonen in woonservicegebieden of woonzorgvoorzie-

ningen. Velen zullen verspreid wonen in alle hoeken van de provincie. Zij zullen thuis

proberen om te gaan met hun beperkingen, met hun chronische ziekten, tot het echt

niet anders kan. Deze grens zal de een verder oprekken dan de ander.

Deze realiteit vraagt van beleidsmakers een nieuwe mindset: minder denken in vast-

goed, meer denken in breed beschikbare flexibele arrangementen, maatwerk, in alle

hoeken van de provincie.

Dit gegeven vraagt samenwerking tussen cure en care, tussen eerste en tweede lijn

en ziekenhuis, tussen wonen, welzijn en zorg, tussen zorgverzekeraar en gemeente.

2.2 BEVOLKINGSONTWIKKELING

Bevolking Gelderland groeit de komende 20 jaar met 50-duizend personen

De bevolkingsgroei van Gelderland is gering: 50-duizend personen op een totaal van

2-miljoen inwoners in twintig jaar.

Het aantal 85-plussers verdubbelt in 20 jaar

In dezelfde periode neemt het aantal 85-plussers – de groep senioren die het meeste

te maken heeft met gezondheidsproblemen en beperkingen – toe van 39-duizend tot

83-duizend. Hun aandeel in de totale bevolking stijgt van 2% naar 4%. Het aandeel

65-plussers stijgt van 17% naar 27%.

Page 8: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 4

Vooral het platteland en de dorpen vergrijzen

De vergrijzing op het platteland en in de dorpen zal groter zijn dan in de steden en

grotere plaatsen. Het aandeel 75-plussers in de kleine kernen (minder dan 6-duizend

inwoners) groeit van 7% naar 15%. In de steden (Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn)

groeit het van 7% naar 10%.

Voorzieningen voor ouderen zijn voornamelijk beschikbaar in de steden en grotere

woonplaatsen, en niet in de kleine dorpen waar de vergrijzing het grootst is.

De Achterhoek is in 2033 de meest vergrijsde regio

De bevolkingsontwikkeling verschilt van gemeente tot gemeente, regio tot regio. De

Achterhoek zal in 2033 de meest vergrijsde regio zijn als gevolg van een combinatie

van ontgroening en vergrijzing.

2.3 DEMENTIE

Groei van dementie is 86% in 20 jaar

In 2033 zullen er 86% meer mensen met dementie zijn dan in 2013. De groei ver-

schilt van regio tot regio. In Rivierenland neemt het aantal het meest toe in deze

twintig jaar.

Dementie groeit het sterkst in de kleine kernen

De toename van het aantal mensen met dementie is het sterkst in de kleine kernen:

109%, en het minst in de drie grote steden: 63%.

2.4 BEHOEFTE AAN VERBLIJF VOOR MENSEN MET DEMENTIE

In twintig jaar tijd zijn 5-duizend extra plaatsen nodig voor mensen met dementie

De behoefte aan verblijfsplaatsen voor mensen met dementie neemt tussen 2013 en

2033 toe van 6.433 tot 11.969.

Aanbod houdt groei bij

De komende jaren zal het aanbod van plaatsen voor mensen met dementie voldoen-

de zijn voor de stijgende vraag. Tegenover de huidige vraag van 6.433 plaatsen,

staat een capaciteit in verpleeghuizen en kleinschalige projecten van 7.276 plaatsen.

In 2023 is de vraag 8.613 plaatsen, en het aanbod zal zijn gegroeid, als alle plannen

kunnen worden gerealiseerd, tot 8.975 plaatsen. Het is onzeker of al deze plannen

kunnen worden gerealiseerd. Kijken we nog verder in de toekomst, naar 2033, dan

zijn er nog 2.993 plaatsen extra nodig.

Kleinschalig wonen voor mensen met dementie in de lift

Het huidige aanbod voor mensen met dementie bestaat voor 59% uit plaatsen in

kleinschalige projecten en voor 41% uit traditionele verpleeghuisplaatsen. De uitbrei-

dingsplannen van de zorgaanbieders zijn overwegend kleinschalig van aard. Als alle

plannen zijn gerealiseerd, zal het kleinschalige aanbod 67% zijn van het totaal.

25 witte vlekken

Page 9: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 5

In 2018 zijn er 25 woonplaatsen in de provincie waar geen aanbod is en waar be-

hoefte is aan een kleinschalig project van 12 plaatsen of meer (witte vlekken). Daar-

naast zijn er 14 woonplaatsen waar al aanbod is en waar een tekort in het aanbod is

van 12 plaatsen of meer (grijze vlekken).

2.5 WOONZORG

Bijna 6-duizend personen hebben behoefte aan wonen met zorg in 2013

De theoretische behoefte aan woonzorg – woonvormen met een onderscheidende

hoeveelheid extra zorg en zekerheid ten opzichte van gewoon wonen – is 5.847 per-

sonen in 2013. De behoefte groeit tot ruim 11-duizend personen in 2033.

Thuis kan goed alternatief zijn voor woonzorg

Het is niet zeker of ouderen zullen verhuizen naar een woning met zorg. Als zij goede

thuiszorg krijgen, als er een goed sociaal steunsysteem is, en als zij al in geschikte

woningen wonen, dan zal de behoefte om te verhuizen naar woonzorg minder zijn.

Voldoende vastgoed woonzorg

Tegenover de “vraag” naar woonzorg (5.852 plaatsen), staat een aanbod van op dit

moment 8.944 verzorgingshuisplaatsen en 9.036 aanleunwoningen. Daarnaast zijn er

nog 1.066 meerzorgplaatsen in verzorgingshuizen. Bij elkaar is het aanbod 17.980

plaatsen. Cijfermatig is er voldoende vastgoed voor wonen en zorg. Maar kwalitatief

is niet zeker of dit vastgoed past bij de vraag van senioren. De toekomst moet dat

uitwijzen. In 2018 is het aanbod veel lager – 15.211 – door sluiting van verzorgings-

huizen, en de behoefte woonzorg is gestegen naar 6.803 plaatsen.

“Vraag” staat tussen aanhalingstekens omdat het feitelijke gedrag van ouderen sterk

zal worden beïnvloed door de kwaliteit van de thuiszorg, de beschikbaarheid van een

sociaal steunsysteem, en de geschiktheid van de woning waar men nu woont.

Capaciteit verzorgingshuizen daalt van 10-duizend naar 6-duizend

Op dit moment zijn er 10.010 verzorgingshuisplaatsen in Gelderland, inclusief meer-

zorgplaatsen. Dit intramurale aanbod zal de komende jaren dalen tot 6.201 plaatsen,

als alle plannen van de zorgaanbieders worden gerealiseerd. In de jaren daarna kan

deze daling zich doorzetten, afhankelijk van de plannen die zorgaanbieders de ko-

mende tijd ontwikkelen.

2.6 VRIJWILLIGERS

Potentieel aan vrijwilligers halveert in 20 jaar

Veel vrijwilligers zijn jonge ouderen, 55-75-jaar. Op dit moment zijn er voor ieder

85-plusser in de provincie 12 mensen beschikbaar tussen de 55 en 75 jaar. Dit vrij-

willigerspotentieel halveert de komende twintig jaar. In 2033 zijn er nog maar 6 55-

75-jarigen voor iedere 85-plusser.

Page 10: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 6

2.7 SCHEIDEN WONEN EN ZORG

Zorgaanbieders introduceren scheiden wonen en zorg in verzorgingshuizen

In meer dan 70% van de huidige verzorgingshuizen willen de zorgaanbieders schei-

den wonen en zorg gaan aanbieden. Ouderen kunnen daar komen wonen zonder CIZ

indicatie. Zij betalen de huisvesting en de diensten uit eigen portemonnee, en krijgen

de zorg vergoedt uit de AWBZ.

Sluiting van verzorgingshuizen (nog) niet aan de orde

Nog geen 10% van de verzorgingshuizen denkt op dit moment aan sluiting in ant-

woord op de kabinetsplannen.

Investeringen nodig om verzorgingshuizen klaar te maken voor de toekomst

70% van de verzorgingshuizen denkt dat ingrijpende aanpassingen, sloop en nieuw-

bouw nodig zijn om het huis klaar te maken voor de toekomst.

Verzorgingshuizen in 2018 voor 84% benut voor PG en woonzorg

De verzorgingshuiscapaciteit zal in 2018 voor 84% benut kunnen zijn voor verpleeg-

huiszorg voor mensen met dementie en voor wonen met zorg op basis van het prin-

cipe scheiden wonen en zorg.

Page 11: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 7

3 VAN 2013 NAAR 2033

Wie anno 2013 kijkt naar vraag en aanbod op het gebied van wonen en zorg, ziet dat

alles in beweging is. De toekomst is onduidelijk, maar zal niet zijn wat het vandaag de

dag is.

3.1 EINDE VAN DE OUDERDOM

De ouderen van nu, zijn niet meer zoals de ouderen van vroeger. En die van de toekomst

vast niet zoals die van vandaag.

Mensen die in onze tijd uit het werkzame leven stappen, vinden zichzelf niet oud. Zij

gaan door met hun leven een zinvolle inhoud te geven. Ziekten en beperkingen zijn be-

lemmeringen die men oplost, maar zijn geen redenen om zich oud te voelen. Het einde

van de ouderdom.

Aan ziekte en zorg kleeft het stigma van uitgerangeerd zijn. Dat is niet wat de meeste

mensen willen. Toegeven aan zorg, aan hulp, wordt vaak gevoeld als het opgeven van de

zelfstandigheid: andere mensen gaan het voor je bepalen; hun verantwoordelijkheid telt

zwaarder dan jouw wens.

Het aantal mensen boven de 85 zal de komende 20 jaar verdubbelen. Velen zullen te

maken hebben met meervoudige chronische ziekten. Deze 85-plussers, met hun ge-

schiedenis van specialistische ingrepen en verpleegkundige nabehandelingen, gaan de

nieuwe toekomst testen: hoe lang gaat het goed, alleen, thuis? Waar trekt de samenle-

ving een grens?

Het besluit om te verhuizen naar een omgeving met veel zorg, is vrijwel altijd een nood-

oplossing, een stap die vaak wordt gezet op aandringen van kinderen en hulpverleners.

Mensen geven zich niet graag over aan hun belemmeringen en gezondheidsproblemen.

Als het even kan, zoeken ze liever een oplossing in de eigen vertrouwde omgeving.

Natuurlijk wordt er ook door senioren veel verhuisd. In deze jaren van crisis misschien

iets minder, omdat het lastig is een woning te verkopen. Als senioren verhuizen, kan dit

het beste begrepen worden vanuit gewone woningmarktmechanismen en verhuismotie-

ven, zoals die voor iedereen gelden, jong en oud. Senioren hebben bepaalde voorkeuren,

natuurlijk: een gelijkvloerse woning bijvoorbeeld, een bepaalde vestigingsplaats, niet te

groot maar ook niet te klein. Men sorteert ook voor op de ouderdom: een geschikte w o-

ning, dicht bij voorzieningen. De diversiteit in woonwensen is enorm, en de afweging

kosten-kwaliteit speelt voor iedereen. Daarin verschillen jongeren en ouderen niet van

elkaar.

Naarmate de leeftijd stijgt en de problemen toenemen, houden mensen sterker vast aan

het bekende, en wordt de drempel om te verhuizen groter. Verhuizen betekent vaak een

streep door de continuïteit van het alledaagse leven, het vertrouwde ritme dat helpt de

eindjes aan elkaar te knopen. De meerwaarde van de verhuizing dient groot te zijn, wil

men dit alles opzij durven zetten.

Page 12: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 8

3.2 EINDE VERZORGINGSHUIS ALS FULLSERVICE-CONCEPT

Met het einde van het verzorgingshuis – op dit moment worden de lagere indicaties voor

verzorgingshuiszorg afgeschaft - eindigt ook een fullservice-concept. Behalve zorg en

zekerheid, verschafte het verzorgingshuis immers ook allerlei gemakken zoals maaltij-

den, wasservice, activiteiten enzovoorts.

In de toekomst kunnen ouderen nog steeds naar het verzorgingshuis, maar vinden daar

geen collectief betaald fullservice-arrangement. Men zal wonen en diensten uit eigen zak

betalen: scheiden wonen en zorg. Uit dit onderzoek blijkt dat veel organisaties scheiden

wonen en zorg serieus onderzoeken en gaan implementeren. Een fullservice-

arrangement zal voor de meeste mensen te kostbaar zijn en daarom worden omgezet

naar maatwerk.

De vraag is nu wat hiervan het effect zal zijn op het verhuisgedrag van senioren. Stond

bij een verhuizing naar het verzorgingshuis de zorg en de zekerheid voorop? Of de se r-

vice? Stel het eerste, persoonlijke verzorging en zekerheid: dan zullen mensen geen pro-

bleem hebben met het wegvallen van de flankerende diensten en nog steeds willen ve r-

huizen naar het verzorgingshuis. Stel dat het tweede de doorslag gaf, de huishoudelijke

hulp, maaltijden, activiteiten en andere diensten: dan biedt scheiden van wonen en zorg,

waar dit allemaal nog slechts zeer beperkt mogelijk is gegeven iemands bestedingsruim-

te, weinig meerwaarde ten opzichte van thuis blijven wonen.

Het is moeilijk in te schatten hoe ouderen en hun mantelzorgers gaan reageren op het

verdwijnen van het verzorgingshuis. Dit onderzoek heeft een poging gedaan om de om-

vang van de groep ouderen te berekenen die interesse heeft in de combinatie van wonen

mét zorg “woonzorg”. Maar of zij inderdaad gaan verhuizen, is niet gezegd. Het nieuwe

concept moet voldoende meerwaarde hebben, dus meer kunnen bieden dan wat thuis

mogelijk is. Véél meer, want verhuizen is een flinke opgave voor iemand die oud is, de

veranderingen niet kan overzien, de eigen omgeving vaarwel zal zeggen, de continuïteit

van het dagelijks leven zal opgeven; dat doe je niet lichtzinnig. Er zullen ongetwijfeld

ouderen zijn die willen verhuizen naar een omgeving waar wonen en zorg gekoppeld zijn.

Maar anderen zullen die stap niet zetten, omdat de thuiszorg goed is, omdat zij veel

steun ervaren uit hun omgeving, omdat zij al in een geschikte woning wonen nabij voo r-

zieningen.

3.3 EINDE VAN DE KENGETALLEN WONEN EN ZORG

Sinds ongeveer tien jaar wordt er gewerkt met toekomstscenario’s en planologische ken-

getallen wonen en zorg, die de vraag voorspellen. “De planologische kengetallen zijn

bedoeld als hulpmiddel voor woon- en zorgaanbieders, gemeenten en provincies die de

toekomstige behoefte aan woon- en zorgvoorzieningen willen inschatten. Dit is van be-

lang als onderlegger voor een ruimtelijk plan of voor een meerjaren investeringsplan”1.

Deze kengetallen hebben de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Ze hebben bijgedra-

gen aan een visie op de markt en het bepalen van de bijbehorende woonvormen en wo-

1 A edes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg: Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg’.

Utrecht, mei 2004

Page 13: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 9

ningaantallen. Het aanbod werd beschreven in termen van beschermd wonen, verzorgd

wonen en levensloopbestendig wonen.

Een voorbeeld. Voor de gemeente Doesburg betekenen deze kengetallen (presto scena-

rio) het volgende voor het jaar 2015:

27 plaatsen verzorgingshuis

41 plaatsen traditioneel verpleeghuis PG en somatiek

27 plaatsen kleinschalig groepswonen PG

33 plaatsen beschut wonen voor ouderen

175 plaatsen woonzorgcomplex

169 aanpasbare woningen in de wijk

Anno 2013 zijn deze kengetallen, vanwege de veranderde omstandigheden, niet langer

bruikbaar.

De voorspellingen voor de vraag naar verblijf zwaar (het verpleeghuis en kleinschalig

groepswonen) zijn nog steeds valide. De voorspellingen voor het verzorgingshuis niet

meer: het verzorgingshuis verdwijnt als fullservice-concept.

De voorspellingen voor het woonzorgcomplex zijn evenmin valide. Het woonzorgcomplex

is een serviceconcept, net als het verzorgingshuis en de serviceflat. In de praktijk zijn

mensen nauwelijks bereid om te betalen voor een collectief aanbod; liever diensten op

maat en betalen wat je afneemt. Daardoor zijn collectieve serviceconcepten, opgebracht

door bewoners zelf lastig te exploiteren, tenzij er voldoende schaalgrootte is.

De voorspellingen voor aanpasbare woningen zijn niet valide. Het bouwen van woningen

voor mensen met beperkingen veronderstelt dat deze mensen naar precies díe woningen

gaan verhuizen die passen bij hun handicap. Maar áls ouderen al willen verhuizen, dan

hebben zij nog wel wat meer noten op hun zang dan alleen de geschiktheid van de wo-

ning: prijs, locatie, uitstraling, vestigingsplaats, etc.. De match tussen mensen met be-

perkingen en woningen met oplossingen is beperkt en het bouwen van specifieke ge-

schikte woningen voor ouderen is als een schot hagel.

De kengetallen voldoen dus niet voor de toekomst. Het is beter om de markt te bezien in

frisse, eenvoudige termen:

Wonen

De meeste ouderen willen gewoon wonen, in alle denkbare vormen en variaties. De

wensen van ouderen zijn net zo divers als die van jongeren. Er is geen apart ou-

derensegment in de woningmarkt. Natuurlijk zijn er woonvormen die beter aanslaan

bij ouderen, net als er woonvormen zijn die beter aanslaan bij jonge gezinnen. Toe-

gankelijkheid en doorgankelijkheid kunnen het beste worden verbeterd (al dan niet

op maat) bínnen de reguliere voorraad. De vraag naar specifieke woonvormen voor

ouderen, gelabeld voor ouderen, is niet vanzelfsprekend.

Woonzorg

Mensen die echt niet meer zelfstandig in de eigen vertrouwde omgeving kunnen wo-

nen (“wie bepaalt dat?”), die toezicht nodig hebben, en hulp bij het organiseren van

het dageijkse leven, zoeken een oplossing die duidelijk meerwaarde heeft boven de

huidige woonsituatie. Woonzorg is een verzamelbegrip voor woonvormen met een

Page 14: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 10

onderscheidende hoeveelheid extra zorg en zekerheid. Het is onzeker hoe groot deze

behoefte is. In dit onderzoek is een eerste inschatting gemaakt van de behoefte aan

woonzorg: een bovengrens. Verschillende omgevingsfactoren – thuiszorg, vangnet,

kwaliteit huidige woning en woonomgeving - bepalen mede de vraag. woonzorg is

een containerbegrip voor een verder zeer gedifferentieerd aanbod.

Verblijf

Verblijf kan de oplossing zijn voor mensen die vanwege hun ziekte en beperkingen,

vaak in combinatie met een regieprobleem, intensieve zorg nodig hebben. Een goed

voorbeeld is de ziekte Alzheimer en andere vormen van dementie die het in een be-

paalde fase onmogelijk maken om nog langer zelfstandig thuis te wonen.

De indeling in drie segmenten is eenvoudig. Aar het vertalen ervan in concrete bouw- en

aanpassingsopgaven is lastig. Een concrete voorspelling voor het verblijfssegment is mo-

gelijk. Een modelmatige voorspelling voor het woonzorg segment is al een stuk lastiger.

Het modelmatig voorspellen van de behoefte aan woningen voor ouderen is erg ambit i-

eus. Het beste is toch om een onderzoek naar de behoefte lokaal in te steken en dan

rekening te houden met alle lokale variabelen.

De paradox is dat de sterke vergrijzing, de sterke toename van het aantal mensen met

meervoudige chronische ziekten, de toename van behandelmogelijkheden, de verschui-

vingen van tweede lijn naar eerste lijn, niet zullen leiden tot evenredig meer vraag naar

woonzorgoplossingen. Het overgrote deel van de ouderen zal binnen de reguliere wo-

ningvoorraad proberen levensvragen en dromen te blijven verwezenlijken, en verhuizen

naar woonzorg zal een uitzondering blijven, of misschien tragischerwijze de route voor de

laatste maanden van het leven zijn.

Page 15: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 11

3.4 EINDE VAN DE AWBZ

De transformatie van de AWBZ is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. In

het eerste decennium van de 21e eeuw werd nog verwacht dat marktprikkels en verdere

professionalisering de zorguitgaven zouden kunnen indammen. Dat is niet gelukt. Nu is

het beeld dat de wet zelf op de schop moet.

Op dit moment, anno 2013, is het de bedoeling dat gemeenten een deel van de zorg die

nu in de AWBZ geregeld is, gaan overnemen. De huishoudelijke zorg is al onderdeel van

de WMO, Wet maatschappelijke ondersteuning en begeleiding en verzorging thuis komen

daar waarschijnlijk bij. Het budget wordt begrensd en gemeenten mogen keuzes maken;

zij kunnen in de toekomst dus kiezen voor een brede (iedereen een beetje) of een smalle

(alleen de zwaarste gevallen) aanpak.

Een ander deel van de AWBZ wordt stopgezet, zoals bijvoorbeeld het verzorgingshuis.

Nog weer een deel van de huidige AWBZ zorg kan worden overgeheveld naar de zorgver-

zekeraars zoals revalidatie en wijkverpleging, en dit proces is gaande.

Tot slot blijft een stuk zware intramurale zorg overeind, voor mensen die intensieve zorg

en toezicht nodig hebben. Deze intramurale zorg wordt gezien als een fullservice-concept

– dus wonen, verblijf en zorg als integraal aanbod – maar mogelijk blijft de zorgcompo-

nent ook bereikbaar als PGB, persoonsgebonden budget. Burgers kunnen met een PGB

de zorg vergoed krijgen en huisvesting en verblijf uit eigen zak betalen.

Het systeem krijgt meer prijsprikkels: mensen met een hoger inkomen en vermogen,

betalen een hogere eigen bijdrage. Ook gemeenten mogen hun hulp inkomensafhankelijk

maken. Dit zal het beroep op zorg naar verwachting verder indammen.

Als de plannen in deze vorm doorgaan, zullen gemeenten veel verantwoordelijkheid gaan

dragen voor de zorg. Zij bereiden zich voor op deze nieuwe rol. Belangrijke uitgangspun-

ten van dit moment zijn eigen verantwoordelijkheid, burgerparticipatie, wijkaanpak, inte-

graliteit van de oplossingen. Gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties tasten af

hoe zij hun rollen de komende jaren, in dit veranderende landschap, kunnen invullen.

Page 16: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 12

Page 17: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 13

4 BEVOLKINGSPROGNOSE 2013 - 2033

Provincie Gelderland heeft medio 2013 nieuwe bevolkingscijfers gepubliceerd, gebaseerd

op het Primos model. De cijfers laten zien dat de bevolking van Gelderland de komende

twintig jaar licht blijft groeien, 50-duizend inwoners er bij op een totaal van 2-miljoen.

Tabel 1 Bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 – 2033 (bron: provincie

Gelderland / Primos)

2013 2018 2023 2028 2033

0-4 106.923 104.436 106.523 108.484 108.787

5-9 116.594 108.911 106.537 108.633 110.823

10-14 128.881 117.856 110.222 108.283 110.475

15-19 124.691 129.085 118.059 110.978 109.509

20-24 122.221 121.328 125.459 115.786 110.061

25-29 112.066 118.477 116.867 121.022 112.550

30-34 111.823 113.397 119.009 117.750 122.262

35-39 117.710 113.507 114.605 120.455 119.449

40-44 151.355 118.729 114.108 115.478 121.453

45-49 156.079 150.387 118.594 114.001 115.540

50-54 151.103 154.330 148.828 117.925 113.381

55-59 136.927 148.616 151.761 146.676 116.536

60-64 129.838 133.167 144.680 148.000 143.302

65-69 116.674 123.752 127.380 138.630 142.300

70-74 83.159 108.736 115.797 119.863 130.877

75-79 63.779 73.724 97.727 104.384 108.594

80-84 46.822 51.010 59.846 80.577 86.066

85-89 26.831 30.983 34.390 41.079 56.597

90-94 10.168 12.593 15.212 17.159 20.778

95+ 2.233 3.191 4.072 5.024 5.794

2.015.877 2.036.215 2.049.676 2.060.187 2.065.134

Figuur 1 Bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 – 2033

Page 18: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 14

In de regio’s Achterhoek, Rivierenland en Stedendriehoek gaat de bevolking in absolute

aantallen achteruit.

Tabel 2 Toename / afname bevolking, 75-plus, 85-plus, tussen 2013 en 2033

totaal 75+ 85+

abs % abs % abs %

Provincie 49.257 2% 127.996 85% 43.937 112%

Achterhoek -12.482 -5% 16.551 75% 5.761 98%

De Vallei 33.936 14% 16.849 97% 5.536 122%

Noord-Veluwe 13.805 7% 13.233 88% 5.280 136%

Rivierenland -733 0% 15.903 109% 5.032 139%

Stadsregio 19.193 3% 44.648 83% 14.832 106%

Stedendriehoek -4.462 -1% 20.812 77% 7.496 101%

De bewoners van Gelderland krijgen niet zoveel kinderen, de jonge bevolking krimpt. De

naoorlogse geboortegolf zorgt voor een forse toename van het aantal ouderen. Op dit

moment is 17% van de Gelderse bevolking ouder dan 65 jaar. Over twintig jaar zal dit

aandeel zijn gestegen tot 27%.

In diezelfde periode neemt het aandeel 75-plussers toe van 7% tot 13%, van 150.000

naar 280.000 personen. Het aantal 85-plussers verdubbelt ruimt: van 39.000 tot 83.000

personen.

Figuur 2 Aandeel ouderen in de bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 –

2033

Page 19: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 15

Tabel 3 Ontwikkeling aantal 75-plussers, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 149.833 171.501 211.247 248.223 277.829

Achterhoek 22.160 25.147 30.126 34.881 38.711

De Vallei 17.410 20.466 25.601 30.200 34.259

Noord-Veluwe 15.096 17.563 21.748 25.288 28.329

Rivierenland 14.594 17.139 22.376 27.050 30.497

Stadsregio 53.715 61.060 74.410 87.684 98.363

Stedendriehoek 26.858 30.126 36.986 43.120 47.670

Tabel 4 Ontwikkeling aantal 85-plussers, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 39.232 46.767 53.674 63.262 83.169

Achterhoek 5.859 6.953 7.858 9.163 11.620

De Vallei 4.536 5.406 6.243 7.598 10.072

Noord-Veluwe 3.883 4.915 5.865 6.997 9.163

Rivierenland 3.608 4.315 5.031 6.217 8.640

Stadsregio 13.946 16.544 18.961 21.965 28.778

Stedendriehoek 7.400 8.634 9.716 11.322 14.896

Tabel 5 Aandeel 65-plus, 75-plus, 85-plus op totale bevolking, 2013 - 2033

2013 2033

65+ 75+ 85+ 65+ 75+ 85+

Provincie 17% 7% 2% 27% 13% 4%

Achterhoek 19% 8% 2% 31% 15% 5%

De Vallei 16% 7% 2% 23% 12% 4%

Noord-Veluwe 18% 8% 2% 26% 13% 4%

Rivierenland 16% 6% 2% 26% 13% 4%

Stadsregio 17% 7% 2% 26% 13% 4%

Stedendriehoek 20% 9% 2% 30% 15% 5%

4.1 WAAR VINDT DE VERGRIJZING PLAATS?

De vergrijzing vindt voor het belangrijkste deel plaats op het platteland en in de kleine

kernen. Deze kernen krimpen in inwonersaantal, maar de ouderen blijven: ontgroening

en vergrijzing. In de grote kernen en steden wast de jonge bevolking nog enigszins aan,

wat zorgt voor een lichte bevolkingsgroei. Enkele middelgrote kernen hebben de komen-

de jaren ruimte voor woningbouw, waardoor ook daar de bevolking kan blijven groeien.

Page 20: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 16

Quintielen

Om het bovenstaande te illustreren, zijn de 270 Gelderse woonkernen / steden in vijf

groepen verdeeld die ongeveer gelijk zijn in bevolkingsomvang (2013).

Tabel 6 Verdeling van de kernen in Gelderland in vijf even grote groepen

groter of gelijk aan kleiner dan aantal Populatie 2013

Kleine kernen 76 5.879 192 396.820

Middelkleine kernen 5.879 13.008 43 397.652

Middelgrote kernen 13.008 27.873 22 393.430

Grote kernen 27.873 138.523 10 372.580

Steden 138.523 166.452 3 455.876

Het resultaat is te zien in onderstaande tabel. Zowel in de kleine kernen als in de grote

kernen en steden neemt het aantal 75-plussers toe. De toename is in de kleine kernen

groter.

Tabel 7 Vergrijzing naar regio, 2013 - 2033

2013 2033

75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel

Provincie 149.833 7% 39.232 2% 277.829 13% 83.169 4%

Achterhoek 22.160 8% 5.859 2% 38.711 15% 11.620 5%

De Vallei 17.410 7% 4.536 2% 34.259 12% 10.072 4%

Noord-Veluwe 15.096 8% 3.883 2% 28.329 13% 9.163 4%

Rivierenland 14.594 6% 3.608 2% 30.497 13% 8.640 4%

Stadsregio 53.715 7% 13.946 2% 98.363 13% 28.778 4%

Stedendriehoek 26.858 9% 7.400 2% 47.670 15% 14.896 5%

Doordat het aantal ouderen in de kleinere kernen sneller toeneemt, zal over 20 jaar een

groter deel van het aantal 75-plussers in deze kleine kernen wonen.

Tabel 8 Bevolkingsgroei en vergrijzing naar type kern, 2013 - 2033

2013 2033

75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel

Kleine kernen 28.986 7% 6.985 2% 59.118 15% 17.680 4%

Middelkleine kernen 32.284 8% 8.310 2% 59.217 15% 18.622 5%

Middelgrote kernen 32.074 8% 8.297 2% 58.314 15% 17.594 4%

Grote kernen 26.160 7% 7.140 2% 50.373 13% 14.620 4%

Steden 30.345 7% 8.505 2% 50.853 10% 14.665 3%

Daar waar de komende decennia de vergrijzing het meest toeslaat, is in het verleden de

minste capaciteit aan woonzorgvoorzieningen gebouwd.

Page 21: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 17

4.2 VERSCHILLEN PER GEMEENTE

Hierboven is aangegeven dat de regio’s in Gelderland zich verschillend ontwikkelen. De

Achterhoek zal over 20 jaar de meest vergrijsde regio zijn. Hier daalt het aantal inwoners

met 12-duizend. Het aantal ouderen in de Achterhoek stijgt niet eens zo snel: minder

snel dan in de andere regio’s. Maar juist de bevolkingskrimp zorgt er voor dat er relatief

veel ouderen op het totale inwonertal zullen zijn.

Een regio als De Vallei ontwikkelt zich omgekeerd. De totale bevolking groeit met 34-

duizend personen. De groei van het aantal ouderen is ook fors, maar doordat ook de

jongere bevolking groeit, wordt deze vergrijzing als het ware geabsorbeerd.

De verschillen per gemeente zijn nog veel uiteenlopender. We zullen dit in de komende

tabellen op drie manieren illustreren. Allereerst de ontwikkeling van de totale bevolking

per gemeente. Daarna het aandeel van de oudere bevolking in het totaal. En tot slot de

absolute en percentuele toename van het aantal ouderen.

Page 22: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 18

Tabel 9 Ontwikkeling totale bevolking 2013 – 2033, absoluut

2013 2018 2023 2028 2033Aalten 27.350 27.531 27.860 28.140 28.063 Apeldoorn 156.995 157.380 157.460 157.342 156.790 Arnhem 150.902 157.569 162.456 166.192 168.084 Barneveld 53.977 56.240 58.531 60.673 62.295 Berkelland 44.758 43.807 42.833 41.732 40.662 Beuningen 25.467 25.196 24.872 24.374 24.076 Bronckhorst 37.282 36.522 35.802 35.150 34.344 Brummen 21.258 20.688 20.347 20.065 19.891 Buren 26.020 26.297 26.284 26.211 25.997 Culemborg 27.637 27.496 27.065 26.691 26.582 Doesburg 11.560 11.141 10.906 10.724 10.652 Doetinchem 56.437 56.793 56.531 55.936 54.940 Druten 18.169 18.216 17.920 17.699 17.431 Duiven 25.533 25.177 24.439 23.976 23.881 Ede 109.233 111.861 115.476 118.930 122.110 Elburg 22.523 22.778 22.562 22.526 22.455 Epe 32.427 32.032 31.682 31.378 31.136 Ermelo 26.163 26.146 26.522 27.352 28.387 Geldermalsen 26.359 26.064 25.777 25.382 25.129 Groesbeek 18.798 18.359 17.962 17.729 17.526 Harderwijk 46.014 48.697 50.338 52.351 54.102 Hattem 11.774 11.855 12.053 12.242 12.514 Heerde 18.269 18.363 18.373 18.207 18.022 Heumen 16.353 16.238 16.064 15.856 15.695 Lingewaal 10.945 11.179 11.424 11.787 12.041 Lingewaard 45.903 46.758 47.857 48.781 48.962 Lochem 33.291 33.149 33.036 32.942 32.894 Maasdriel 24.122 24.300 24.257 24.265 24.119 Millingen aan de Rijn 5.879 5.796 5.722 5.603 5.475 Montferland 34.882 34.235 33.357 32.396 31.466 Neder-Betuwe 22.974 23.083 22.945 22.657 22.574 Neerijnen 11.955 12.091 12.361 12.678 12.912 Nijkerk 40.351 42.091 43.489 44.669 45.903 Nijmegen 166.451 171.323 175.300 178.076 178.541 Nunspeet 26.715 26.991 27.137 27.197 27.293 Oldebroek 22.755 23.181 23.535 23.765 23.915 Oost Gelre 30.011 29.684 29.097 28.683 28.347 Oude Ijsselstreek 39.761 39.075 38.337 37.627 37.048 Overbetuwe 46.585 47.299 47.647 47.963 47.997 Putten 23.998 24.050 24.164 24.624 25.328 Renkum 31.626 31.788 31.961 31.901 31.959 Rheden 43.436 43.342 43.389 43.402 43.671 Rijnwaarden 10.954 10.829 10.808 10.771 10.764 Rozendaal 1.497 1.433 1.362 1.321 1.339 Scherpenzeel 9.461 9.651 9.955 10.301 10.729 Tiel 41.444 41.554 41.393 41.260 41.267 Ubbergen 9.359 9.277 9.057 8.760 8.630 Voorst 23.667 23.569 23.647 23.730 23.691 Wageningen 36.620 37.915 39.618 41.237 42.541 West Maas en Waal 18.321 18.005 17.731 17.509 17.293 Westervoort 15.249 14.756 14.383 14.074 13.827 Wijchen 40.838 40.502 39.922 39.036 38.258 Winterswijk 28.904 28.749 28.701 28.725 28.617 Zaltbommel 26.864 27.725 27.930 27.982 27.994 Zevenaar 32.485 32.568 32.725 32.920 32.885 Zutphen 47.316 47.821 47.314 46.687 46.090

Page 23: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 19

Tabel 10 Ontwikkeling 75+ en 85+, absoluut en aandeel op totaal, 2013 – 2033

2013 2023 203375+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel

Aalten 2.228 8% 585 2% 3.106 11% 738 3% 3.930 14% 1.162 4%Apeldoorn 12.649 8% 3.500 2% 17.158 11% 4.380 3% 22.225 14% 6.736 4%Arnhem 8.848 6% 2.622 2% 11.117 7% 2.812 2% 14.747 9% 4.144 2%Barneveld 3.441 6% 863 2% 5.238 9% 1.174 2% 6.927 11% 1.973 3%Berkelland 3.686 8% 945 2% 5.094 12% 1.306 3% 6.258 15% 1.965 5%Beuningen 1.538 6% 329 1% 2.475 10% 503 2% 3.878 16% 890 4%Bronckhorst 3.561 10% 1.002 3% 4.668 13% 1.395 4% 5.757 17% 1.880 5%Brummen 1.909 9% 471 2% 2.794 14% 775 4% 3.425 17% 1.148 6%Buren 1.468 6% 304 1% 2.575 10% 404 2% 3.652 14% 816 3%Culemborg 1.685 6% 458 2% 2.486 9% 591 2% 3.377 13% 982 4%Doesburg 886 8% 197 2% 1.509 14% 354 3% 1.988 19% 640 6%Doetinchem 4.410 8% 1.146 2% 5.918 10% 1.583 3% 7.843 14% 2.317 4%Druten 1.104 6% 223 1% 1.775 10% 414 2% 2.565 15% 733 4%Duiven 1.545 6% 314 1% 1.898 8% 549 2% 2.623 11% 668 3%Ede 8.063 7% 2.087 2% 11.153 10% 2.771 2% 15.280 13% 4.316 4%Elburg 1.571 7% 372 2% 2.424 11% 595 3% 2.961 13% 990 4%Epe 3.173 10% 838 3% 4.271 13% 1.216 4% 5.057 16% 1.758 6%Ermelo 2.524 10% 749 3% 3.665 14% 1.376 5% 4.743 17% 2.046 7%Geldermalsen 1.639 6% 366 1% 2.650 10% 509 2% 3.521 14% 933 4%Groesbeek 1.911 10% 548 3% 2.546 14% 802 4% 3.302 19% 1.136 6%Harderwijk 3.009 7% 776 2% 4.342 9% 1.071 2% 6.057 11% 1.691 3%Hattem 1.058 9% 258 2% 1.533 13% 365 3% 1.899 15% 601 5%Heerde 1.578 9% 429 2% 2.511 14% 655 4% 3.349 19% 1.148 6%Heumen 1.285 8% 262 2% 2.032 13% 419 3% 2.680 17% 719 5%Lingewaal 689 6% 182 2% 1.154 10% 302 3% 1.612 13% 514 4%Lingewaard 2.896 6% 683 1% 4.698 10% 901 2% 7.083 14% 1.668 3%Lochem 3.619 11% 975 3% 5.035 15% 1.280 4% 6.246 19% 1.978 6%Maasdriel 1.586 7% 401 2% 2.315 10% 536 2% 3.362 14% 904 4%Millingen aan de Rijn 433 7% 113 2% 693 12% 218 4% 945 17% 329 6%Montferland 2.884 8% 625 2% 4.322 13% 1.112 3% 5.403 17% 1.741 6%Neder-Betuwe 1.300 6% 319 1% 2.018 9% 471 2% 2.659 12% 781 3%Neerijnen 716 6% 193 2% 1.232 10% 270 2% 1.592 12% 526 4%Nijkerk 2.585 6% 555 1% 4.135 10% 846 2% 5.380 12% 1.472 3%Nijmegen 10.426 6% 2.786 2% 12.937 7% 3.463 2% 16.773 9% 4.734 3%Nunspeet 2.099 8% 576 2% 2.756 10% 713 3% 3.515 13% 1.051 4%Oldebroek 1.508 7% 317 1% 2.155 9% 518 2% 2.943 12% 787 3%Oost Gelre 2.300 8% 552 2% 3.211 11% 879 3% 4.326 15% 1.309 5%Oude Ijsselstreek 3.378 8% 900 2% 4.841 13% 1.096 3% 6.350 17% 1.744 5%Overbetuwe 2.707 6% 573 1% 4.397 9% 804 2% 5.801 12% 1.426 3%Putten 1.749 7% 406 2% 2.362 10% 572 2% 2.862 11% 849 3%Renkum 3.849 12% 1.288 4% 4.612 14% 1.719 5% 5.699 18% 2.396 7%Rheden 5.284 12% 1.469 3% 6.429 15% 1.821 4% 7.215 17% 2.399 5%Rijnwaarden 777 7% 186 2% 1.219 11% 342 3% 1.716 16% 499 5%Rozendaal 204 14% 49 3% 231 17% 91 7% 222 17% 85 6%Scherpenzeel 670 7% 182 2% 1.117 11% 397 4% 1.308 12% 637 6%Tiel 2.488 6% 661 2% 3.569 9% 897 2% 4.834 12% 1.466 4%Ubbergen 987 11% 252 3% 1.320 15% 353 4% 1.663 19% 570 7%Voorst 2.143 9% 597 3% 2.973 13% 850 4% 4.061 17% 1.295 5%Wageningen 2.651 7% 849 2% 3.958 10% 1.055 3% 5.364 13% 1.674 4%West Maas en Waal 1.376 8% 336 2% 1.922 11% 558 3% 2.658 15% 866 5%Westervoort 803 5% 168 1% 1.383 10% 225 2% 2.366 17% 456 3%Wijchen 2.705 7% 670 2% 4.560 11% 1.065 3% 6.219 16% 1.829 5%Winterswijk 2.597 9% 729 3% 3.288 11% 861 3% 4.247 15% 1.243 4%Zaltbommel 1.647 6% 388 1% 2.455 9% 493 2% 3.230 12% 852 3%Zevenaar 2.643 8% 589 2% 4.257 13% 994 3% 5.475 17% 1.716 5%Zutphen 3.365 7% 1.019 2% 4.755 10% 1.215 3% 6.656 14% 1.981 4%

Page 24: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 20

Tabel 11 Bevolkingsgroei 2013 – 2033 per leeftijdsgroep, absoluut en %

totaal 75+ 85+abs % abs % abs %

Aalten 713 3% 1.702 76% 577 99%Apeldoorn -205 0% 9.576 76% 3.236 92%Arnhem 17.182 11% 5.899 67% 1.522 58%Barneveld 8.318 15% 3.486 101% 1.110 129%Berkelland -4.096 -9% 2.572 70% 1.020 108%Beuningen -1.391 -5% 2.340 152% 561 171%Bronckhorst -2.938 -8% 2.196 62% 878 88%Brummen -1.367 -6% 1.516 79% 677 144%Buren -23 0% 2.184 149% 512 168%Culemborg -1.055 -4% 1.692 100% 524 114%Doesburg -908 -8% 1.102 124% 443 225%Doetinchem -1.497 -3% 3.433 78% 1.171 102%Druten -738 -4% 1.461 132% 510 229%Duiven -1.652 -6% 1.078 70% 354 113%Ede 12.877 12% 7.217 90% 2.229 107%Elburg -68 0% 1.390 88% 618 166%Epe -1.291 -4% 1.884 59% 920 110%Ermelo 2.224 9% 2.219 88% 1.297 173%Geldermalsen -1.230 -5% 1.882 115% 567 155%Groesbeek -1.272 -7% 1.391 73% 588 107%Harderwijk 8.088 18% 3.048 101% 915 118%Hattem 740 6% 841 79% 343 133%Heerde -247 -1% 1.771 112% 719 168%Heumen -658 -4% 1.395 109% 457 174%Lingewaal 1.096 10% 923 134% 332 182%Lingewaard 3.059 7% 4.187 145% 985 144%Lochem -397 -1% 2.627 73% 1.003 103%Maasdriel -3 0% 1.776 112% 503 125%Millingen aan de Rijn -404 -7% 512 118% 216 191%Montferland -3.416 -10% 2.519 87% 1.116 179%Neder-Betuwe -400 -2% 1.359 105% 462 145%Neerijnen 957 8% 876 122% 333 173%Nijkerk 5.552 14% 2.795 108% 917 165%Nijmegen 12.090 7% 6.347 61% 1.948 70%Nunspeet 578 2% 1.416 67% 475 82%Oldebroek 1.160 5% 1.435 95% 470 148%Oost Gelre -1.664 -6% 2.026 88% 757 137%Oude Ijsselstreek -2.713 -7% 2.972 88% 844 94%Overbetuwe 1.412 3% 3.094 114% 853 149%Putten 1.330 6% 1.113 64% 443 109%Renkum 333 1% 1.850 48% 1.108 86%Rheden 235 1% 1.931 37% 930 63%Rijnwaarden -190 -2% 939 121% 313 168%Rozendaal -158 -11% 18 9% 36 73%Scherpenzeel 1.268 13% 638 95% 455 250%Tiel -177 0% 2.346 94% 805 122%Ubbergen -729 -8% 676 68% 318 126%Voorst 24 0% 1.918 90% 698 117%Wageningen 5.921 16% 2.713 102% 825 97%West Maas en Waal -1.028 -6% 1.282 93% 530 158%Westervoort -1.422 -9% 1.563 195% 288 171%Wijchen -2.580 -6% 3.514 130% 1.159 173%Winterswijk -287 -1% 1.650 64% 514 71%Zaltbommel 1.130 4% 1.583 96% 464 120%Zevenaar 400 1% 2.832 107% 1.127 191%Zutphen -1.226 -3% 3.291 98% 962 94%

Page 25: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 21

De toekomst zal worden gekleurd door heel veel heel oude mensen. Het straatbeeld

kleurt grijs. Het is voor een inschatting van de behoefte aan wonen en zorg van belang

hoe we deze omvangrijke groep oudere mensen gaan helpen. Wonen zij thuis? Kunnen

zij dat zelfstandig? Hoe ziet hun leven er uit? Wie zijn er nog om hen te helpen?

Page 26: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 22

Figuur 3 Aandeel 85-plussers in 2033

Page 27: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 23

5 PROGNOSE VERBLIJF VOOR MENSEN MET DEMENTIE 2013 - 2033

De vergrijzing zal tot gevolg hebben dat de vraag naar zorg toeneemt. In dit hoofdstuk

kijken we naar een specifiek deel van deze vraag: mensen met dementie en de behoefte

aan opname in een kleinschalig project of verpleeghuis.

De hedendaagse opvatting is dat ouderen die zorg nodig hebben in toenemende mate

thuis kunnen en zullen blijven wonen. De ene oudere gaat daar verder in dan de ander.

Factoren als woning, mantelzorg, omgeving spelen daarbij een rol. Minstens zo belangrijk

zijn persoonlijke keuzes, iemands karakter, persoonlijkheid en incasseringsvermogen.

Hoe is het anders te verklaren dat de ene oudere al opgeeft wanneer de partner overlijdt,

en de andere oudere nog niet opgeeft bij zware lichamelijke afhankelijkheid? De vaak

gehoorde opvatting is dat de grens is bereikt als ouderen geen regie meer hebben over

hun leven, maar feit is dat de ouderen in kwestie daar zelf meestal anders over denken

en zich vaak afschermen tegen de druk van de omgeving om te verhuizen. Er is geen

sterk verband tussen gezondheid en de behoefte om te verhuizen. Daarom is de vraag

naar woonzorgvoorzieningen op langere termijn moeilijk te voorspellen.

Er is echter een type problematiek dat in vrijwel alle gevallen niet opgelost kan worden in

de thuissituatie: dementie. Natuurlijk zijn er mensen die met hun dementie thuis overlij-

den. Maar als de dementie een bepaalde verstoring van het functioneren veroorzaakt,

dan is een verhuizing naar groepswoning of verpleeghuis vrijwel onvermijdelijk. Om een

inschatting te kunnen maken van de benodigde opvangcapaciteit, is het nodig om te

weten hoeveel mensen met dementie er in de toekomst zullen zijn. Dat valt te bereke-

nen, en dat is het onderwerp van dit hoofdstuk.

Er zijn allerlei factoren die een hogere of lagere opvangcapaciteit tot gevolg kunnen heb-

ben, zoals een langere duur van de periode dat mensen met flinke problemen thuis kun-

nen blijven wonen (minder capaciteit nodig) of een betere levensverwachting van men-

sen die opgenomen zijn (meer capaciteit nodig). Deze kwalitatieve factoren komen ver-

derop in dit hoofdstuk aan de orde.

5.1 PROGNOSE DEMENTIE

Het aantal mensen met dementie is te berekenen op basis van de prevalentie van de-

mentie onder verschillende leeftijd-sexe-groepen. De gehanteerde prevalentiecijfers gaan

terug op onderzoek in de 90-er jaren. De aanname is dat de mate waarin dementie voor-

komt onder de bevolking, niet verandert door de jaren heen. Nieuw onderzoek lijkt aan

te geven dat er wel degelijk een verandering plaatsvindt: minder dementie. Ander onder-

zoek weerlegt dat.

Voor het begrip is het goed om te beseffen dat de prevalentiecijfers een statistische in-

schatting is, en niet een optelling van feitelijke diagnoses. Sterker: veel mensen die

waarschijnlijk een vorm van dementie onder de leden hebben, weten dat nog niet, omdat

de symptomen licht of onduidelijk zijn.

Een handige vuistregel is dat één-derde van de mensen die statistisch gezien aan de-

mentie lijden, het eenvoudigweg nog niet weten, één-derde is opgenomen in een verzor-

gings- of verpleeghuis, en één-derde woont zelfstandig.

Page 28: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 24

De prevalentie is sterk afhankelijk van leeftijd en geslacht van de persoon:

Figuur 4 Prevalentie van dementie, naar leeftijdsgroep en geslacht (bron: ERGO be-

volkingsonderzoek 1990 – 1993)

Dementie in Gelderland

De komende twintig jaar zal de groei van het aantal mensen met dementie in de provin-

cie Gelderland 86% bedragen. Het aantal neemt toe van ruim 29-duizend naar ruim 54-

duizend.

Het is mogelijk om de toename van het aantal mensen met dementie uit te drukken in

een indexcijfer. In onderstaande tabel is het startpunt – 2013 – gelijk gesteld aan 100:

Tabel 12 Toename van het aantal mensen met dementie 2013 - 2033, 2013 = 100

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 100 115 134 159 186

Achterhoek 100 114 130 152 175

De Vallei 100 116 138 166 196

Noord-Veluwe 100 119 140 166 195

Rivierenland 100 117 140 173 207

Stadsregio 100 115 133 156 183

Stedendriehoek 100 113 129 152 178

De dementie in Gelderland stijgt van 100 naar 186. In de regio Achterhoek neemt de

dementie index minder toe: 175. In het vorige hoofdstuk is gezien dat het aandeel oude-

ren op de totale Achterhoekse bevolking juist sneller toeneemt dan in andere regio’s. Dit

lijkt met elkaar in tegenspraak, maar is het niet. Het relatieve aandeel van de ouderen

heeft in de Achterhoek vooral te maken met de ontgroening. Vooral in Rivierenland

Page 29: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 25

neemt het aantal mensen met dementie in absolute cijfers toe. In twintig jaar tijd een

verdubbeling. Hieronder volgen de absolute cijfers.

Tabel 13 Ontwikkeling aantal mensen met dementie, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 29.243 33.687 39.149 46.393 54.405

Achterhoek 4.329 4.939 5.649 6.574 7.584

De Vallei 3.380 3.937 4.661 5.623 6.641

Noord-Veluwe 2.919 3.466 4.082 4.851 5.692

Rivierenland 2.851 3.332 4.003 4.928 5.898

Stadsregio 10.449 12.005 13.868 16.315 19.136

Stedendriehoek 5.316 6.008 6.883 8.105 9.454

Tabel 14 Aandeel aantal mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 1,5% 1,7% 1,9% 2,3% 2,6%

Achterhoek 1,6% 1,9% 2,2% 2,6% 3,0%

De Vallei 1,4% 1,5% 1,7% 2,0% 2,3%

Noord-Veluwe 1,5% 1,7% 2,0% 2,3% 2,7%

Rivierenland 1,2% 1,4% 1,7% 2,1% 2,5%

Stadsregio 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,5%

Stedendriehoek 1,7% 1,9% 2,2% 2,6% 3,0%

5.2 STAD EN LAND

In sommige gemeenten neemt het aantal mensen met dementie sneller toe dan in ande-

re gemeenten. Hierboven is aangegeven dat omvangrijke naoorlogse nieuwbouw een

verklaring kan zijn (“50 jaar na de babyboom volgt de Alzheimerboom”).

Toch blijkt uit de analyse dat juist de plattelandsgebieden het meest te maken zullen

krijgen met een groeiend aantal mensen met dementie, en de steden het minst.

Tabel 15 Toename van het aantal mensen met dementie 2013 – 2033, 2013 = 100

2013 2018 2023 2028 2033

Kleine kernen 100 120 145 175 209

Middelkleine kernen 100 117 137 162 188

Middelgrote kernen 100 116 135 158 184

Grote kernen 100 114 133 160 189

Steden 100 108 121 140 163

Page 30: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 26

Tabel 16 Aandeel aantal mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033

Kleine kernen 1,4% 1,7% 2,0% 2,4% 2,9%

Middelkleine kernen 1,6% 1,8% 2,2% 2,6% 3,0%

Middelgrote kernen 1,6% 1,8% 2,1% 2,5% 2,9%

Grote kernen 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,5%

Steden 1,3% 1,4% 1,5% 1,8% 2,0%

5.3 GEMEENTEN

De variatie tussen gemeenten is groot. In gemeenten die al sterk vergrijsd zijn - ge-

meenten als Rheden, Bronckhorst, Rozendaal – zal het aantal mensen met dementie

minder stijgen dan in gemeenten die de grootste vergrijzingsgolf nog gaan doormaken.

In steden als Arnhem en Nijmegen neemt het aantal mensen met dementie ook relatief

“weinig” toe, omdat deze gemeenten al een veel evenwichtiger leeftijdsopbouw kennen.

Er zijn dus meerdere oorzaken te benoemen voor de verschillen tussen de gemeenten.

De tabel op de volgende bladzijden laat de ontwikkeling zien van het aandeel mensen

met dementie op de totale bevolking tussen 2013 en 2033. De figuur op de bladzijde er

na zet de gemeenten in volgorde van groeisnelheid.

Page 31: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 27

Tabel 17 Aandeel mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033Aalten 1,6% 1,8% 2,0% 2,4% 2,7%Apeldoorn 1,6% 1,8% 2,0% 2,4% 2,8%Arnhem 1,2% 1,2% 1,3% 1,5% 1,7%Barneveld 1,2% 1,4% 1,6% 1,9% 2,1%Berkelland 1,6% 1,9% 2,2% 2,6% 3,1%Beuningen 1,1% 1,4% 1,8% 2,3% 2,9%Bronckhorst 1,9% 2,2% 2,5% 2,9% 3,4%Brummen 1,7% 2,1% 2,6% 3,1% 3,5%Buren 1,1% 1,2% 1,6% 2,1% 2,5%Culemborg 1,2% 1,4% 1,7% 2,0% 2,5%Doesburg 1,4% 1,9% 2,5% 3,1% 3,7%Doetinchem 1,5% 1,7% 2,0% 2,3% 2,8%Druten 1,1% 1,4% 1,8% 2,3% 2,8%Duiven 1,1% 1,4% 1,6% 1,7% 2,0%Ede 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,4%Elburg 1,3% 1,6% 1,9% 2,3% 2,7%Epe 1,9% 2,2% 2,5% 3,0% 3,3%Ermelo 1,9% 2,5% 2,9% 3,3% 3,8%Geldermalsen 1,2% 1,4% 1,7% 2,2% 2,7%Groesbeek 2,0% 2,4% 2,8% 3,3% 3,8%Harderwijk 1,3% 1,4% 1,6% 1,9% 2,1%Hattem 1,7% 1,9% 2,2% 2,7% 3,0%Heerde 1,7% 2,0% 2,5% 3,1% 3,8%Heumen 1,4% 1,7% 2,2% 2,6% 3,2%Lingewaal 1,3% 1,5% 1,9% 2,2% 2,7%Lingewaard 1,2% 1,4% 1,7% 2,1% 2,6%Lochem 2,1% 2,4% 2,8% 3,3% 3,8%Maasdriel 1,3% 1,5% 1,7% 2,1% 2,6%Millingen aan de Rijn 1,4% 1,9% 2,4% 2,9% 3,5%Montferland 1,5% 2,0% 2,4% 2,9% 3,5%Neder-Betuwe 1,1% 1,3% 1,6% 1,9% 2,3%Neerijnen 1,2% 1,4% 1,7% 2,2% 2,5%Nijkerk 1,2% 1,4% 1,6% 2,0% 2,2%Nijmegen 1,2% 1,3% 1,4% 1,6% 1,8%Nunspeet 1,5% 1,7% 1,9% 2,2% 2,5%Oldebroek 1,2% 1,4% 1,7% 2,0% 2,3%Oost Gelre 1,5% 1,8% 2,1% 2,6% 3,0%Oude Ijsselstreek 1,7% 1,9% 2,3% 2,7% 3,2%Overbetuwe 1,1% 1,3% 1,6% 1,9% 2,3%Putten 1,4% 1,6% 1,8% 2,0% 2,2%Renkum 2,5% 2,8% 3,1% 3,4% 4,0%Rheden 2,4% 2,6% 2,8% 3,1% 3,3%Rijnwaarden 1,4% 1,8% 2,2% 2,6% 3,1%Rozendaal 2,4% 3,1% 3,5% 3,7% 3,7%Scherpenzeel 1,4% 1,9% 2,3% 2,6% 2,9%Tiel 1,2% 1,4% 1,6% 1,9% 2,3%Ubbergen 2,0% 2,4% 2,7% 3,4% 4,0%Voorst 1,8% 2,1% 2,4% 2,9% 3,4%Wageningen 1,5% 1,6% 1,9% 2,2% 2,5%West Maas en Waal 1,5% 1,8% 2,1% 2,6% 3,1%Westervoort 1,0% 1,3% 1,6% 2,2% 2,9%Wijchen 1,3% 1,6% 2,1% 2,6% 3,2%Winterswijk 1,8% 2,0% 2,2% 2,5% 2,9%Zaltbommel 1,2% 1,3% 1,5% 1,9% 2,2%Zevenaar 1,5% 1,9% 2,3% 2,8% 3,3%Zutphen 1,5% 1,6% 1,9% 2,3% 2,8%

Page 32: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 28

Figuur 5 Toename van het aantal mensen met dementie tot 2023 /2033 (2013 = 100)

Page 33: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 29

5.4 BEHOEFTE AAN VERBLIJF

De afgelopen jaren is steeds ongeveer 22% van het aantal mensen met dementie opge-

nomen geweest in een kleinschalig woonproject of verpleeghuis. Dit is een ervaringsge-

geven. Als we dit percentage constant houden, dan neemt de behoefte toe van 6.433 in

2013 tot 11.969 in 2033. Dus in 20 jaar ruim 5.000 plaatsen (kleinschalige) verpleeg-

huiszorg er bij.

Een belangrijke vraag is in hoeverre mensen met dementie langer thuis blijven wonen.

Als dat zo is, is minder capaciteit nodig in de toekomst dan deze 12-duizend plaatsen.

Overwegingen die betekenen dat er minder capaciteit nodig is:

Mensen met dementie wonen langer thuis dankzij betere informatie, opleiding, etc;

Sommige onderzoeken wijzen uit dat dementie minder voorkomt onder ouderen dan

vroeger. Andere onderzoeken spreken dit tegen;

De eigen bijdrage AWBZ stijgt en het vermogen gaat meetellen. Mensen met hogere

inkomens of een eigen woning stellen opname uit of gaan op zoek naar alternatieven.

Overwegingen die betekenen dat er juist meer capaciteit nodig is:

Groepsverzorging voor zelfstandig wonende mensen met dementie - een van de be-

langrijkste voorzieningen waardoor mantelzorgers de zorg vol kunnen houden -

staat onder druk.

Als mensen met dementie langer blijven leven in kleinschalige voorzieningen, dan is

de behoefte aan verblijfscapaciteit navenant groter. Gemiddeld verblijven mensen

met dementie anderhalf à twee jaar in een verpleeghuis.

Verzorgingshuizen nemen nu mensen met dementie op. Als er geen verzorgingshui-

zen meer zijn, zal de druk op verpleeghuizen toenemen.

Ouderen hebben minder kinderen die voor hen zorgen. Er komen meer ouderen zon-

der vaste levenspartner. Er zal minder mantelzorg beschikbaar zijn.

Tabel 18 Behoefte aan verblijfsvoorzieningen in kleinschalige groepswoningen en ver-

pleeghuizen voor mensen met dementie, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 6.433 7.411 8.613 10.206 11.969

Achterhoek 952 1.085 1.244 1.446 1.668

De Vallei 743 866 1.026 1.237 1.461

Noord-Veluwe 642 765 898 1.068 1.251

Rivierenland 627 732 880 1.082 1.299

Stadsregio 2.299 2.642 3.051 3.589 4.209

Stedendriehoek 1.170 1.321 1.514 1.784 2.080

2013 2018 2023 2028 2033

Kleine kernen 1.220 1.467 1.767 2.140 2551

Middelkleine kernen 1.377 1.613 1.885 2.229 2593

Middelgrote kernen 1.368 1.591 1.840 2.163 2511

Grote kernen 1.139 1.299 1.516 1.817 2147

Steden 1.331 1.442 1.607 1.860 2170

Page 34: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 30

Tabel 19 Behoefte aan verblijfsvoorzieningen voor mensen met dementie (kleinschali-

ge wonen en verpleeghuizen), per gemeente, 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033Aalten 95 106 123 146 168Apeldoorn 551 610 695 819 961Arnhem 397 416 459 535 630Barneveld 146 170 204 248 293Berkelland 157 181 209 241 275Beuningen 63 78 97 124 154Bronckhorst 156 180 200 226 256Brummen 80 97 117 136 154Buren 61 72 92 119 145Culemborg 74 86 100 120 145Doesburg 37 48 59 73 87Doetinchem 187 216 247 288 336Druten 44 57 71 88 108Duiven 61 76 84 92 107Ede 343 392 454 541 641Elburg 65 80 95 115 134Epe 136 158 178 204 229Ermelo 112 143 171 199 236Geldermalsen 68 80 99 124 147Groesbeek 84 99 112 129 148Harderwijk 128 151 177 213 255Hattem 44 51 60 72 84Heerde 69 83 102 126 150Heumen 51 62 77 92 109Lingewaal 30 37 47 58 71Lingewaard 124 147 179 230 283Lochem 155 175 203 240 273Maasdriel 68 78 92 114 140Millingen aan de Rijn 18 24 30 36 43Montferland 116 148 177 208 239Neder-Betuwe 57 67 79 95 114Neerijnen 32 37 47 61 72Nijkerk 105 128 156 192 226Nijmegen 450 492 543 614 708Nunspeet 91 101 112 131 149Oldebroek 61 73 87 103 121Oost Gelre 97 117 137 161 187Oude Ijsselstreek 146 162 191 227 264Overbetuwe 111 132 163 203 238Putten 72 83 94 109 122Renkum 177 197 215 239 279Rheden 226 248 269 294 322Rijnwaarden 33 42 52 62 73Rozendaal 8 10 11 11 11Scherpenzeel 29 40 50 59 68Tiel 108 123 146 177 212Ubbergen 42 48 55 65 75Voorst 94 110 126 149 177Wageningen 120 136 162 197 233West Maas en Waal 59 72 84 100 119Westervoort 34 41 51 67 88Wijchen 115 143 181 224 268Winterswijk 114 123 137 157 182Zaltbommel 70 80 94 114 134Zevenaar 108 134 166 203 239Zutphen 154 171 195 236 286

Page 35: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 31

Figuur 6 Aantal mensen met dementie in 2033

Page 36: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 32

Figuur 7 Toename aantal mensen met dementie tot 2033

Page 37: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 33

6 ONTWIKKELING AANBOD VERPLEEGHUISZORG

In de periode juni – september zijn alle zorgaanbieders in de provincie Gelderland ge-

vraagd mee te doen aan een inventarisatie. Gevraagd is naar de huidige capaciteit op

hun Gelderse zorglocaties, zowel het aantal plaatsen verzorgingshuiszorg, als verpleeg-

huiszorg. Ook is gevraagd naar het aantal ouderenwoningen op en naast het eigen zorg-

terrein. Vervolgens is gevraagd naar de lopende plannen die men heeft rondom deze

capaciteit: uitbreiding, inkrimping, stopzetting en nieuwe initiatieven.

De verpleeghuiscapaciteit is als volgt ingedeeld:

1. Traditionele verpleeghuizen:

Plaatsen PG

Plaatsen somatiek

Plaatsen revalidatie AWBZ

Plaatsen geriatrische revalidatie ZVW

2. Kleinschalige verpleeghuiszorg2:

Plaatsen PG

Plaatsen somatiek

6.1 OVERZICHT

De monitor wijst uit dat de totale capaciteit verpleeghuiszorg de komende jaren toe-

neemt, mits de plannen van de zorgaanbieders allemaal kunnen worden gerealiseerd.

Hieronder een overzicht, waaruit blijkt dat de totale capaciteit voor mensen met demen-

tie stijgt van 7.276 plaatsen naar 8.975 plaatsen. Deze groei vindt vooral plaats in klein-

schalige capaciteit, niet in de traditionele verpleeghuizen. De somatische capaciteit groeit

van 3.108 plaatsen naar 3.514 plaatsen. Ook deze groei wordt gerealiseerd binnen klein-

schalige capaciteit.

Tabel 20 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit (bron: enquête wonen-zorg

provincie Gelderland 2013)

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

Verpleeghuis 98 2.992 2.254 99 2.986 2.160

Kleinschalig wonen 163 4.284 854 206 5.989 1.354

Totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514

Huidig Toekomstig

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

Verpleeghuis 100% 100% 100% 101% 100% 96%

Kleinschalig wonen 100% 100% 100% 126% 140% 159%

Totaal 100% 100% 100% 117% 123% 113%

Huidig Toekomstig

2 Kleine particuliere projecten zijn meegeteld bij de kleinschalige verpleeghuiszorg

Page 38: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 34

Figuur 8 Ontwikkeling capaciteit PG en somatiek

De termijn waarbinnen de plannen worden gerealiseerd, valt niet exact te bepalen. De

organisaties geven aan dat 33% van de locaties dit en volgend jaar gereed komen. 67%

van de locaties zal in 2015 of later gereed zijn.

Zekerheid dat al deze plannen doorgaan, en deze groei dus daadwerkelijk gerealiseerd

wordt, is er niet. Een groot deel van de plannen is een idee of is in onderzoek: 41%. Van

7% liggen de plannen klaar. En 48% is in voorbereiding of in uitvoering.

6.2 REGIONALE CAPACITEIT

De huidige en toekomstige capaciteit per regio is terug te vinden in onderstaande tabel-

len. Naast de verblijfscapaciteit PG en somatiek, is ook aangegeven hoe groot de capaci-

teit voor revalidatie is.

Tabel 21 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit PG

nu toekomst nu toekomst nu toekomst groei

Provincie 2.992 2.986 4.284 5.989 7.276 8.975 23%

Achterhoek 236 265 781 968 1.017 1.233 21%

De Vallei 541 507 518 746 1.059 1.253 18%

Noord-Veluwe 365 316 293 452 658 768 17%

Rivierenland 242 217 432 803 674 1.020 51%

Stadsregio 864 978 1.732 2.079 2.596 3.057 18%

Stedendriehoek 744 703 528 941 1.272 1.644 29%

verpleeghuis pg kleinschalig pg PG capaciteit

Page 39: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 35

Tabel 22 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit somatiek en revalidatie

verpleeghuis som revalidatie zvw revalidatie awbz kleinschalig som

nu toekomst nu toekomst nu toekomst nu toekomst

Provincie 2.254 2.160 500 607 257 221 854 1.354

Achterhoek 311 341 74 89 45 45 60 124

De Vallei 279 270 90 110 30 34 103 155

Noord-Veluwe 224 180 51 44 10 6 99 137

Rivierenland 244 216 59 86 36 42 118 186

Stadsregio 766 771 133 185 74 34 380 612

Stedendriehoek 430 382 93 93 62 60 94 140

6.3 LOKALE CAPACITEIT

De capaciteit per gemeente is ook bekend. Let wel: de respons van het onderzoek was

90% (van de locaties), en de gegevens van de overige locaties zijn ingevuld aan de hand

van openbare databestanden. Ook de opgave van de deelnemende organisaties zelf kan

fouten bevatten. De opgave is een momentopname. De cijfers van bepaalde gemeenten

kan daardoor afwijken van de realiteit.

Op de komende bladzijden volgen cijfers per gemeente: de huidige en toekomstige

ver(op basis van 100% doorgang van de plannen) pleeghuiscapaciteit.

Page 40: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 36

Tabel 23 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit PG

nu toekomst nu toekomst nu toekomst groeiAalten - - 104 104 104 104 0%Apeldoorn 583 583 278 490 861 1.073 25%Arnhem 152 223 425 465 577 688 19%Barneveld 87 6 134 230 221 236 7%Berkelland 20 32 115 149 135 181 34%Beuningen 64 64 24 24 88 88 0%Bronckhorst 18 18 55 103 73 121 66%Brummen 56 77 8 10 64 87 36%Buren 23 - 43 93 66 93 41%Culemborg 16 16 86 118 102 134 31%Doesburg - 50 24 24 24 74 208%Doetinchem 123 140 86 117 209 257 23%Druten - - 36 36 36 36 0%Duiven - - 72 72 72 72 0%Ede 174 236 201 233 375 469 25%Elburg 62 44 - 44 62 88 42%Epe 13 13 - 108 13 121 831%Ermelo 12 12 54 66 66 78 18%Geldermalsen 30 30 - 102 30 132 340%Groesbeek 32 32 84 84 116 116 0%Harderwijk 130 130 118 118 248 248 0%Hattem 16 16 - - 16 16 0%Heerde 90 35 12 12 102 47 -54%Heumen 20 30 - 12 20 42 110%Lingewaal - - 15 32 15 32 113%Lingewaard 90 90 42 54 132 144 9%Lochem 62 - 103 130 165 130 -21%Maasdriel - - 104 104 104 104 0%Millingen aan de Rijn - - - 24 - 24 Montferland 58 25 47 107 105 132 26%Neder-Betuwe 22 - 16 77 38 77 103%Neerijnen 24 24 - 25 24 49 104%Nijkerk 80 - 6 106 86 106 23%Nijmegen 203 199 329 395 532 594 12%Nunspeet 55 55 25 75 80 130 63%Oldebroek - - 54 62 54 62 15%Oost Gelre 75 75 80 104 155 179 15%Oude Ijsselstreek - - 245 295 245 295 20%Overbetuwe 20 55 57 75 77 130 69%Putten - 24 30 75 30 99 230%Renkum 18 31 68 63 86 94 9%Rheden 163 135 213 259 376 394 5%Rijnwaarden - - 51 51 51 51 0%Rozendaal - - - - - - Scherpenzeel - - 15 15 15 15 0%Tiel 127 147 55 55 182 202 11%Ubbergen 44 44 - - 44 44 0%Voorst 30 30 16 80 46 110 139%Wageningen 200 265 162 162 362 427 18%West Maas en Waal - - 72 87 72 87 21%Westervoort - - 36 52 36 52 44%Wijchen - - 120 162 120 162 35%Winterswijk - - 96 96 96 96 0%Zaltbommel - - 41 110 41 110 168%Zevenaar - - 104 120 104 120 15%Zutphen - - 123 123 123 123 0%

verpleeghuis pg kleinschalig pg PG capaciteit totaal

Page 41: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 37

Tabel 24 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit somatiek en revalidatie

nu toekomst nu toekomst nu toekomst nu toekomstAalten 10 10 - - - - 12 12 Apeldoorn 324 324 73 73 20 20 6 44 Arnhem 174 183 30 30 50 10 60 145 Barneveld 34 13 31 32 - - 51 67 Berkelland - 39 - - - - 10 18 Beuningen 64 64 - 44 22 22 - - Bronckhorst 12 36 - - - - - - Brummen 20 10 - - - - 35 33 Buren 5 - - - - - 14 30 Culemborg 12 34 - 8 - - 65 65 Doesburg - - - - - - - - Doetinchem 135 102 25 40 - - 14 48 Druten - - - - - - - - Duiven - - - - - - 38 38 Ede 146 198 - 15 30 34 - - Elburg 31 31 31 24 4 - - - Epe - - - - - - - 12 Ermelo - - - - - - - - Geldermalsen 30 30 - - - - - - Groesbeek 39 39 - - - - - - Harderwijk 76 76 - - - - 76 76 Hattem - - - - - - - - Heerde 87 35 20 20 6 6 - - Heumen 20 40 - - - - - 12 Lingewaal 6 6 - - - - - - Lingewaard 29 29 24 24 - - 12 12 Lochem 38 - - - 2 - 4 14 Maasdriel 22 - 14 14 4 4 10 24 Millingen aan de Rijn - - - - - - - - Montferland 48 78 - - - - 20 20 Neder-Betuwe - - - - - - - - Neerijnen - - - - - - - - Nijkerk 40 - 30 34 - - - 36 Nijmegen 165 160 8 8 2 2 89 162 Nunspeet 30 30 - - - - - 30 Oldebroek - - - - - - 6 6 Oost Gelre 30 30 - - 24 24 - 12 Oude Ijsselstreek 74 74 34 34 6 6 - 10 Overbetuwe 30 15 35 35 - - - - Putten - 8 - - - - 17 25 Renkum 35 44 - - - - 16 15 Rheden 78 40 20 20 - - 31 31 Rijnwaarden 17 15 - - - - 32 32 Rozendaal - - - - - - - - Scherpenzeel - - - - - - 11 11 Tiel 74 44 45 45 10 10 25 55 Ubbergen 48 40 16 24 - - - - Voorst - - - - - - - - Wageningen 59 59 29 29 - - 41 41 West Maas en Waal 76 76 - - 22 22 - - Westervoort - 24 - - - - - 30 Wijchen - - - - - - - 10 Winterswijk 50 50 15 15 15 15 24 24 Zaltbommel 19 26 - 19 - 6 4 12 Zevenaar 19 - - - - - 82 105 Zutphen 48 48 20 20 40 40 49 37

verpleeghuis somatiek revalidatie zvw revalidatie awbz kleinschalig somatiek

Page 42: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 38

6.4 PLANNEN

Zorgaanbieders maken volop plannen. In beeld is gebracht welke groei verwacht mag

worden als alle plannen worden gerealiseerd. Onderstaande tabel en grafiek brengt de

plannen in beeld voor PG en somatiek, zowel traditionele als kleinschalige.

Tabel 25 Type plannen, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig wonen

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

Verpleeghuis

inkrimping capaciteit 13 655 571 13 390 279

uitbreiding capaciteit 21 478 318 30 854 620

blijft hetzelfde / nvt 56 1.745 1.271 56 1.742 1.261

stopzetting 8 114 94

totaal 98 2.992 2.254 99 2.986 2.160

Kleinschalig wonen

inkrimping capaciteit 2 187 2 2 128 1

uitbreiding capaciteit 26 397 82 73 2.299 611

blijft hetzelfde / nvt 130 3.550 756 130 3.538 742

stopzetting 5 150 14 1 24 -

totaal 163 4.284 854 206 5.989 1.354

Totaal

inkrimping capaciteit 15 842 573 15 518 280

uitbreiding capaciteit 47 875 400 103 3.153 1.231

blijft hetzelfde / nvt 186 5.295 2.027 186 5.280 2.003

stopzetting 13 264 108 1 24 -

totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514

Huidig Toekomstig

Uit de twee figuren hieronder valt afzonderlijk de ontwikkeling van de capaciteit in de

verpleeghuizen en in de kleinschalige woonprojecten af te lezen.

Figuur 9 Type plannen, PG en somatiek, verpleeghuis

Page 43: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 39

Huizen maken zowel plannen voor krimp als voor groei. De krimp zit hem vooral in de

traditionele verpleeghuiscapaciteit. Bijvoorbeeld: 13 huizen maken plannen om te krim-

pen, en hun capaciteit neemt af van 655 plaatsen tot 390 plaatsen.

Ook zijn er huizen die stoppen, ook enkele kleinschalige locaties. En er komen nieuwe

locaties bij, die in het overzicht zijn opgenomen onder “uitbreiding capaciteit”.

In het geval van zorgaanbieders die niet hebben meegedaan aan de enquête, is de toe-

komstige capaciteit gezet op “blijft hetzelfde / nvt”.

Figuur 10 Type plannen, PG en somatiek, kleinschalig wonen

Status van de plannen

Een belangrijk deel van de plannen is “zacht”: een idee, of een onderzoek. Afgezet tegen

de capaciteit die het gevolg zou zijn van deze plannen, gaat het om ruim 50%.

Tabel 26 Status plannen, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig wonen

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

Totaal

idee 3% 4% 7% 5% 5% 7%

in onderzoek 45% 53% 51% 36% 47% 42%

plan uitgewerkt 11% 5% 5% 10% 7% 5%

in voorbereiding 24% 18% 23% 27% 22% 22%

in uitvoering 16% 19% 14% 22% 19% 23%

Huidig Toekomstig

Een deel van de plannen is redelijk “hard”: de werkzaamheden zijn in voorbereiding of

uitvoering. Het gaat om ruim 40% van de toekomstige capaciteit. Er is nog een klein deel

van de plannen – zo’n 5% - dat al is uitgewerkt, maar nog niet tot uitvoering is gebracht.

Page 44: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 40

De grafieken hieronder geven de situatie aan voor afzonderlijk verpleeghuizen en klein-

schalige projecten. De grijze gebieden in de grafieken betreft grotendeels capaciteit waar

geen plannen voor bestaan, en voor een klein deel non respons.

Figuur 11 Status plannen, PG en somatiek, verpleeghuis

Figuur 12 Status plannen, PG en somatiek, kleinschalig wonen

Jaar gereed

Gevraagd is wanneer men verwacht dat de plannen gerealiseerd zullen zijn. Uit de ant-

woorden valt op te maken dat een kleine 25% van de betreffende capaciteit dit en vol-

gend jaar gerealiseerd wordt. Ongeveer 45% zal in 2015 en 2016 gereed komen. En tot

slot is zo’n 35% van de geplande capaciteit gereed in 2017 en later.

Page 45: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 41

Tabel 27 Jaar gereedkomen plannen, PG en somatiek, verpleeghuis/kleinschalig wonen

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

Totaal

2013 9% 4% 3% 8% 4% 3%

2014 26% 19% 11% 28% 23% 19%

2015 30% 28% 31% 29% 27% 29%

2016 17% 14% 20% 18% 13% 19%

2017 14% 17% 17% 15% 20% 14%

na 2017 14% 23% 21% 10% 17% 18%

Huidig Toekomstig

Figuur 13 Jaar gereedkomen plannen, PG en somatiek, verpleeghuis

Figuur 14 Jaar gereedkomen plannen, PG en somatiek, kleinschalig wonen

Page 46: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 42

6.5 EIGENDOM VASTGOED

Het eigendom van het vastgoed ligt in handen van zorgaanbieders, gelieerde vastgoed-

stichtingen, woningcorporaties, particuliere investeerders en overigen. De huidige capaci-

teit (kleinschalige en traditioneel, PG en somatiek) is voor 63% eigendom van de zorg-

aanbieders zelf, en voor 25% van woningcorporaties. De rest is eigendom van anderen,

of het is onbekend. In de toekomst gaat deze verhouding iets schuiven. Als de huidige

plannen gerealiseerd worden, zullen woningcorporaties iets meer eigendom hebben: 28%

en zorgaanbieders iets minder 60%.

Figuur 15 Eigendom vastgoed, PG en somatiek, verpleeghuis

Figuur 16 Eigendom vastgoed, PG en somatiek, kleinschalig wonen

Page 47: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 43

De figuren laten zien dat woningcorporaties vaker kleinschalige capaciteit in bezit hebben

dan traditionele verpleeghuiscapaciteit.

In onderstaande tabel is het volledige overzicht te vinden van de eigendomssituatie van

het vastgoed.

Tabel 28 Eigendom van het vastgoed, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig

wonen

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

Verpleeghuis

de zorgorganisatie zelf 55 2.401 1.678 54 2.284 1.603

gelieerde vastgoedstichting 4 50 77 3 93 52

woningcorporatie 18 303 138 20 359 238

particuliere investeerder 11 71 164 1 24 8

andere eigenaar 0 - - 10 71 101

onbekend 10 167 197 11 155 158

totaal 98 2.992 2.254 99 2.986 2.160

Kleinschalig wonen

de zorgorganisatie zelf 49 1.783 338 68 2.544 708

gelieerde vastgoedstichting 5 179 15 5 187 15

woningcorporatie 80 1.785 324 96 2.453 459

particuliere investeerder 3 7 56 4 31 52

andere eigenaar 14 289 121 13 326 120

onbekend 12 241 - 20 448 -

totaal 163 4.284 854 206 5.989 1.354

Totaal

de zorgorganisatie zelf 104 4.184 2.016 122 4.828 2.311

gelieerde vastgoedstichting 9 229 92 8 280 67

woningcorporatie 98 2.088 462 116 2.812 697

particuliere investeerder 14 78 220 5 55 60

andere eigenaar 14 289 121 23 397 221

onbekend 22 408 197 31 603 158

totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514

Huidig Toekomstig

6.6 BEKOSTIGING KLEINSCHALIG WONEN

Als laatste onderwerp kijken we naar de bekostiging van kleinschalig wonen. Er zijn vier

manieren om kleinschalige zorg te bekostigen:

1. Intramuraal: bewoners hebben een zorgzwaartepakket dat zorg, wonen en verblijf

(huishouding, eten, linnenverzorging, activiteiten etc.) vergoedt;

2. Volledig pakket thuis (VPT): bewoners krijgen alleen zorg en verblijf vergoedt. Zij

betalen zelf huur;

3. Persoonsgebonden budget (PGB): bewoners krijgen alleen de zorg vergoedt. Zij beta-

len dus zelf wonen en verblijf;

4. Thuiszorg / extramuraal: hiervoor geldt hetzelfde als bij het PGB: de bewoner betaalt

zelf de kosten van wonen en verblijf. De zorg wordt geleverd door de thuiszorg.

Page 48: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 44

In één project kunnen meerdere vormen van bekostiging samen gaan. Daarom kunnen

we de resultaten zoals weergegeven in onderstaande tabel en grafiek niet optellen.

Tabel 29 Bekostiging kleinschalig wonen, PG en somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

aantal capacitet PG capaciteit

somatiek

Intramuraal 143 4.042 763 176 5.539 1.193

VPT 9 117 60 18 381 170

PGB 25 246 191 35 488 293

Extramuraal 17 177 183 28 597 305

Huidig Toekomstig

Figuur 17 Bekostiging kleinschalig wonen, PG en somatiek

Het overgrote deel van de plaatsen kleinschalig wonen – circa 4.000 plaatsen - wordt op

de traditionele intramurale manier bekostigd. Het aandeel PGB en extramuraal in de tota-

le bekostiging, is klein, maar neemt wel toe (mits de plannen van de organisaties natuur-

lijk gerealiseerd worden). PGB neemt toe van circa 250 tot circa 500 plaatsen. Extramu-

raal neemt toe van circa 200 tot circa 600 plaatsen.

Page 49: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 45

7 VRAAG VERSUS AANBOD ZORG VOOR MENSEN MET DEMENTIE

Cijfers over de behoefte en het aanbod van intramurale zorg voor mensen met dementie

zijn in de vorige hoofdstukken gepresenteerd. We kunnen nu kijken of vraag en aanbod

matchen, nu en in de toekomst.

7.1 PROVINCIE EN REGIO’S

Het aanbod overstijgt op dit moment de vraag met 843 plaatsen (13%). De aanname is

dat 22% van de prevalentie leidt tot een vraag naar verpleeghuiszorg. Op basis van het

feitelijke aanbod is er op dit moment voor 25% van de prevalentie verblijfsaanbod be-

schikbaar. We handhaven de aanname van 22% omdat dit ervaringscijfer ook in voor-

gaande onderzoeken is gebruikt.

Tabel 30 Vraag en aanbod van verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel verblijf als

kleinschalig wonen, 2013 – 2033

vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo

Provincie 6.433 2992 4284 843 8.613 2986 5989 362 11.968 2986 5989 -2993

Achterhoek 952 236 781 65 1.244 265 968 -11 1.668 265 968 -435

De Vallei 743 541 518 316 1.026 507 746 227 1.461 507 746 -208

Noord-Veluwe 642 365 293 16 898 316 452 -130 1.251 316 452 -483

Rivierenland 627 242 432 47 880 217 803 140 1.299 217 803 -279

Stadsregio 2.299 864 1732 297 3.051 978 2079 6 4.209 978 2079 -1152

Stedendriehoek 1.170 744 528 102 1.514 703 941 130 2.080 703 941 -436

aanbod aanbod

2013 2023 2033

aanbod

Dan de toekomst. Als alle plannen voor uitbreiding van capaciteit gerealiseerd worden,

dan overstijgt in 2023 het aanbod nog steeds de vraag met 362 plaatsen (6%).

Figuur 18 Vraag en aanbod van verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel verblijf als

kleinschalig wonen, 2013 – 2033

Page 50: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 46

Deze groei is niet zeker: ruim de helft van de geplande capaciteit is “zacht” - ideeën en

studies. Het overschot van 362 plaatsen is dus alleen aan de orde als alle plannen, hard

en zacht, gerealiseerd worden. De totale uitbreiding van de capaciteit bedraagt 1.699

plaatsen. Gaat de helft niet door, dan is de uitbreiding 850 plaatsen. In dat geval slaat

het positieve saldo van 362 plaatsen om tot een negatief saldo van -388 plaatsen.

Er is nog veel traditioneel verpleeghuisaanbod voor mensen met dementie. Dit aanbod

blijft de komende jaren ongeveer gelijk. Het kleinschalige aanbod zit in de lift. De uit-

breiding van het kleinschalige aanbod zorgt voor een totale groei van de verpleeghuisca-

paciteit voor mensen met dementie met 23%.

Verleggen we onze blik nog verder naar de toekomst, naar het jaar 2033, dan resteert er

nog een bouwopgave van 2.993 verblijfsplaatsen voor mensen met dementie. De vergrij-

zing en de groei van het aantal dementerenden gaan namelijk onverminderd door.

7.2 GEMEENTEN

Op gemeenteniveau ziet het beeld er zeer gedifferentieerd uit. Er is geen sprake van een

evenwichtige spreiding van het aanbod. Dit betekent dat ouderen die worden opgeno-

men, dat vaak niet kunnen in of nabij hun eigen woonplaats.

De plaatsen met een overschot zijn vaak de grotere woonplaatsen waar van oudsher

verpleeghuizen staan. Deze verpleeghuizen hebben een regionale functie. De plaatsen

met een tekort zijn de kleinere gemeenten en woonplaatsen, die traditiegetrouw geen

verpleeghuiscapaciteit hadden.

In eerdere hoofdstukken is aangegeven dat de vergrijzing vooral in de periferie plaats-

vindt: dorpen, platteland. Dit zijn niet de plaatsen met capaciteit.

Een conclusie zou kunnen zijn dat er meer nodig is om in de kleinere woonplaatsen capa-

citeit voor mensen met dementie te realiseren, omdat dit dichter in de buurt van de de-

menterende is, met familie en kennissenkring.

Als het beleid inderdaad die kant op gaat verpleeghuiscapaciteit realiseren in kleinere

plaatsen - dan zal aanpassing van wet- en regelgeving nodig zijn. Deze bevoordeelt na-

melijk grotere locaties. Organisaties die gevraagd worden in kleinere kernen iets te be-

ginnen, krijgen hun business case niet rond, en zullen in veel gevallen dan ook niet aan

het verzoek kunnen voldoen. Dit betekent niet dat kleinschalig wonen duurder is dan het

grootschalige verpleeghuis, maar dat de regelgeving allerlei zaken eist die alleen bij een

bepaalde schaalgrootte kunnen worden terugverdiend.

Opvallend is dat veel particuliere initiatiefnemers wél met kleinere eenheden werken, en

ook in de kleinere woonplaatsen opereren. Dit is verklaarbaar. Particuliere initiatiefne-

mers worden minder belemmerd door wet- en regelgeving omdat zij scheiden wonen en

zorg toepassen en hun cliënten vragen om uit eigen portemonnee de woonlasten en ve r-

blijfskosten te betalen. De overheid bemoeit zich in dat geval alleen nog maar met de

zorgcomponent waardoor er minder belemmeringen zijn voor een kleinschalige aanpak.

Op de komende bladzijden volgen cijfers per gemeente over vraag en aanbod naar ve r-

blijf voor mensen met dementie in 2013, 2023 en 2033.

Page 51: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 47

Tabel 31 Vraag en aanbod van verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel verblijf als

kleinschalig wonen, 2013 – 2033

vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo

Aalten 95 0 104 9 123 0 104 -19 168 0 104 -64Apeldoorn 551 583 278 310 695 583 490 378 961 583 490 112Arnhem 397 152 425 180 459 223 465 229 630 223 465 58Barneveld 146 87 134 75 204 6 230 32 293 6 230 -57Berkelland 157 20 115 -22 209 32 149 -28 275 32 149 -94Beuningen 63 64 24 25 97 64 24 -9 154 64 24 -66Bronckhorst 156 18 55 -83 200 18 103 -79 256 18 103 -135Brummen 80 56 8 -16 117 77 10 -30 154 77 10 -67Buren 61 23 43 5 92 0 93 1 145 0 93 -52Culemborg 74 16 86 28 100 16 118 34 145 16 118 -11Doesburg 37 0 24 -13 59 50 24 15 87 50 24 -13Doetinchem 187 123 86 22 247 140 117 10 336 140 117 -79Druten 44 0 36 -8 71 0 36 -35 108 0 36 -72Duiven 61 0 72 11 84 0 72 -12 107 0 72 -35Ede 343 174 201 32 454 236 233 15 641 236 233 -172Elburg 65 62 0 -3 95 44 44 -7 134 44 44 -46Epe 136 13 0 -123 178 13 108 -57 229 13 108 -108Ermelo 112 12 54 -46 171 12 66 -93 236 12 66 -158Geldermalsen 68 30 0 -38 99 30 102 33 147 30 102 -15Groesbeek 84 32 84 32 112 32 84 4 148 32 84 -32Harderwijk 128 130 118 120 177 130 118 71 255 130 118 -7Hattem 44 16 0 -28 60 16 0 -44 84 16 0 -68Heerde 69 90 12 33 102 35 12 -55 150 35 12 -103Heumen 51 20 0 -31 77 30 12 -35 109 30 12 -67Lingewaal 30 0 15 -15 47 0 32 -15 71 0 32 -39Lingewaard 124 90 42 8 179 90 54 -35 283 90 54 -139Lochem 155 62 103 10 203 0 130 -73 273 0 130 -143Maasdriel 68 0 104 36 92 0 104 12 140 0 104 -36Millingen aan de Rijn 18 0 0 -18 30 0 24 -6 43 0 24 -19Montferland 116 58 47 -11 177 25 107 -45 239 25 107 -107Neder-Betuwe 57 22 16 -19 79 0 77 -2 114 0 77 -37Neerijnen 32 24 0 -8 47 24 25 2 72 24 25 -23Nijkerk 105 80 6 -19 156 0 106 -50 226 0 106 -120Nijmegen 450 203 329 82 543 199 395 51 708 199 395 -114Nunspeet 91 55 25 -11 112 55 75 18 149 55 75 -19Oldebroek 61 0 54 -7 87 0 62 -25 121 0 62 -59Oost Gelre 97 75 80 58 137 75 104 42 187 75 104 -8Oude Ijsselstreek 146 0 245 99 191 0 295 104 264 0 295 31Overbetuwe 111 20 57 -34 163 55 75 -33 238 55 75 -108Putten 72 0 30 -42 94 24 75 5 122 24 75 -23Renkum 177 18 68 -91 215 31 63 -121 279 31 63 -185Rheden 226 163 213 150 269 135 259 125 322 135 259 72Rijnwaarden 33 0 51 18 52 0 51 -1 73 0 51 -22Rozendaal 8 0 0 -8 11 0 0 -11 11 0 0 -11Scherpenzeel 29 0 15 -14 50 0 15 -35 68 0 15 -53Tiel 108 127 55 74 146 147 55 56 212 147 55 -10Ubbergen 42 44 0 2 55 44 0 -11 75 44 0 -31Voorst 94 30 16 -48 126 30 80 -16 177 30 80 -67Wageningen 120 200 162 242 162 265 162 265 233 265 162 194West Maas en Waal 59 0 72 13 84 0 87 3 119 0 87 -32Westervoort 34 0 36 2 51 0 52 1 88 0 52 -36Wijchen 115 0 120 5 181 0 162 -19 268 0 162 -106Winterswijk 114 0 96 -18 137 0 96 -41 182 0 96 -86Zaltbommel 70 0 41 -29 94 0 110 16 134 0 110 -24Zevenaar 108 0 104 -4 166 0 120 -46 239 0 120 -119Zutphen 154 0 123 -31 195 0 123 -72 286 0 123 -163

2013 2023 2033

aanbod aanbod aanbod

Page 52: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 48

7.3 WITTE VLEKKEN

Lang niet alle woonkernen hebben capaciteit voor mensen met dementie. Andere kernen

hebben wel capaciteit, maar onvoldoende.

Witte vlekken 2018 – 6 of meer personen

Geïnventariseerd is hoe het zit met deze spreiding door het aantal “witte” en “grijze”

vlekken te tellen.

Witte vlek: een woonkern zonder capaciteit en een behoefte van 6 of meer plaatsen

Grijze vlek: een woonkern met capaciteit en een tekort van 6 of meer plaatsen

Te klein: een woonkern zonder capaciteit en een behoefte van minder dan 6 plaatsen

Tabel 32 Witte en grijze vlekken >= 6 personen, 2018

te klein witte vlek grijze vlek

Provincie: totaal aantal plaatsen 238 974 425

Provincie: totaal aantal vlekken 77 78 19

Witte vlekken 2018 – 12 of meer personen

Er zullen weinig organisaties zijn die het aandurven een kleinschalig project van 6 perso-

nen te exploiteren, tenzij het binnen de muren van een bestaand verzorgingshuis kan.

Daarom is dezelfde berekening hieronder gedaan voor een behoefte van 12 of meer pe r-

sonen. Er zijn 25 van die witte vlekken in de provincie

Tabel 33 Witte en grijze vlekken >= 12 personen, 2018

te klein witte vlek grijze vlek

Provincie: totaal aantal plaatsen 665 547 378

Provincie: totaal aantal vlekken 130 25 14

7.4 MEERZORG IN VERZORGINGSHUIZEN

Mensen met dementie wonen ook in verzorgingshuizen. Vaak wonen zij daar met een

indicatie ZZP4 of ZZP5 temidden van andere bewoners. Een verzorgingshuis kan met de

extra financiële middelen van een ZZP5 indicatie extra begeleiding organiseren: deze

bewoners krijgen een groepsgericht dagprogramma. Dit wordt soms “meerzorg” ge-

noemd.

Meerzorg is geen officieel begrip. In sommige gevallen bestaat deze meerzorg uit een

extra dagprogramma. In andere gevallen is de meerzorg equivalent aan het verpleeg-

huis, hebben de bewoners een indicatie ZZP5 of ZZP7 inclusief behandeling, en vindt de

zorg plaats onder de verantwoordelijkheid van een verpleeghuisarts. Vaak wordt er dan

gesproken van een “dépendance”. In de enquête wonen-zorg die ten grondslag ligt aan

dit onderzoek, hebben veel organisaties dergelijke capaciteit opgegeven als verpleeg-

huiscapaciteit of kleinschalige capaciteit. Of dat gebeurd is, hangt af van hoe een zorg-

aanbieder er zelf tegenaan kijkt, hoe deze meerzorg historisch gesproken tot stand is

Page 53: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 49

gekomen, van de beschikbaarheid van een behandeldienst in de eigen organisatie, of het

project in een apart gebouw of vleugel is ondergebracht, etc. Er is niet met zekerheid een

lijn te trekken tussen “meerzorg in het verzorgingshuis” of “verpleeghuisdependence in

het verzorgingshuis”.

Het is wel interessant om apart naar deze meerzorg te kijken: wat gebeurt er als de ver-

zorgingshuizen hun deuren gaan sluiten? Verdwijnt dan ook deze capaciteit? Waar kun-

nen deze mensen dan heen? Komt er dan niet veel meer druk te staan op de huidige

verpleeghuizen? Of is het bestaan van meerzorg in een verzorgingshuis juist een reden

het verzorgingshuis zo lang mogelijk open te houden?

Er is geen antwoord op deze vragen. Kijken we naar de omvang van meerzorg, dan ko-

men we volgens opgave van de respondenten uit op 1.066 plaatsen op dit moment, dat

is ongeveer 11 % van de totale verzorgingshuiscapaciteit. De capaciteit meerzorg daalt

de komende jaren naar 794 plaatsen, ongeveer 13% van de toekomstige totale verzor-

gingshuiscapaciteit.

Tabel 34 Aanbod van meerzorg in verzorgingshuizen.

verzorgingshuis meerzorg

nu toekomst nu toekomst

Provincie 8.944 5.407 1.066 794

Achterhoek 1.309 736 102 45

De Vallei 974 575 212 160

Noord-Veluwe 862 687 67 81

Rivierenland 928 477 51 67

Stadsregio 3.228 2.069 472 338

Stedendriehoek 1.643 863 162 103

Page 54: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 50

Figuur 19 Vraag en aanbod verblijfsplaatsen voor mensen met dementie in 2023

Page 55: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 51

8 REFERENTIECIJFER WOONZORG 2013 - 2033

Het traditionele verzorgingshuis gaat verdwijnen. Een bepaald type ouderen maakt daar

op dit moment gebruik van. De vraag is wat dit type oudere gaat doen als het verzor-

gingshuis oude stijl niet meer bestaat. Meer algemeen gesteld: aan wat voor soort woon-

vormen met zorg zal in de toekomst behoefte zijn?

8.1 INLEIDING

Heeft het “type oudere” dat nu naar een verzorgingshuis gaat, in de toekomst behoefte

aan een nieuw type woonzorgvoorziening? Kiezen ouderen er in de toekomst voor om

langer thuis te blijven wonen? Blijft het verzorgingshuis bestaan als fullservice-concept

maar dan op basis van scheiden wonen en zorg?

Dit zijn belangrijke vragen. Gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders willen we-

ten aan welke combinaties op het gebied van wonen met zorg in de toekomst behoefte

is.

Deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden. Er is lange tijd gewerkt met kengetallen die

berekenden hoeveel verpleeghuizen, verzorgingshuizen, beschermd wonen, verzorgd

wonen en wooncomplexen er nodig zijn. Deze cijfers zijn in de huidige situatie, waar de

kosten van deze voorzieningen gaandeweg minder uit de collectieve middelen worden

betaald en meer door cliënten zelf, niet meer goed te hanteren. Ze voorspellen een veel

hogere behoefte aan allerlei woonvormen dan waarschijnlijk afgenomen gaat worden.

Op dit moment speelt komt daar de crisis bij: ouderen die willen verhuizen, kunnen dat

niet omdat zij hun huis niet kunnen verkopen.

Er is behoefte aan een beter begrip van de behoefte aan wonen met zorg. In dit hoofd-

stuk wordt een aanzet gegeven tot die discussie.

Scheiden wonen en zorg

Velen verwachten dat verzorgingshuizen zullen blijven bestaan in een nieuw jasje: schei-

den wonen en zorg. De bewoner betaalt zelf de huur en de kosten voor het verblijf zoals

maaltijden, appartement schoonmaken, activiteiten, water en energie, onderhoud, ver-

zekeringen, enzovoorts.

Het verzorgingshuis oude stijl is een fullservice-arrangement. De rekening van het ver-

blijf kan makkelijk 1.500 euro of meer per maand bedragen. De rekening van het wonen

ligt tussen de 500 en 1000 euro per maand. Bij elkaar is een rekening van 2.000 – 3.000

per maand, exclusief de zorg dus, normaal.

Bij scheiden wonen en zorg komen deze kosten voor rekening van de bewoner. Weinig

ouderen kunnen een rekening van 2.000 – 3.000 euro per maand betalen. Zij zullen ook

nog geld willen overhouden voor kleding, verzekeringen, vervoer, eigen bijdragen zorg-

verzekeringswet en AWBZ. Het verzorgingshuis nieuwe stijl is als fullservice-pakket on-

betaalbaar voor het overgrote deel van de huidige bewoners.

Als het fullservice-concept niet haalbaar is, hoe kunnen we ons scheiden wonen en zorg

dan voorstellen? Het verzorgingshuis nieuwe stijl zal een maatwerkconcept worden,

Page 56: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 52

waarbij de bewoner alleen betaalt wat hij of zij nodig heeft en kan betalen. Een bewoner

met een inkomen van 1500 euro per maand, die 500 euro wil overhouden na betaling

van wonen en verblijf, kan 1000 euro per maand betalen aan het verzorgingshuis nieuwe

stijl. Een bewoner met alleen AOW 500 euro per maand. De inkomsten van het verzor-

gingshuis kelderen. Daardoor zullen voorzieningen als een restaurant - alleen rendabel

bij een bepaalde minimum omzet – verdwijnen tenzij de schaalgrootte voldoende is.

Woonzorg

Er kunnen andere methoden worden bedacht om voor een bepaalde groep mensen toch

de dagelijkse maaltijden, huishoudelijke hulp en gezelligheid te kunnen aanbieden. Er

zijn meerdere “producten” denkbaar, bijvoorbeeld:

Een goedkoop alternatief voor het verzorgingshuis, waar voor een paar honderd euro

per maand een basispakket aan toezicht, zekerheid, oplettendheid en verzorging

aanwezig is. Wil de bewoner meer, dan kost dat extra. Dit arrangement is niet full-

service;

Aanleunen bij een verpleeghuis: bewoners kunnen terugvallen op de zorg, het res-

taurant, activiteiten in het verpleeghuis. Wat blijft is dat bewoners uit eigen porte-

monnee maaltijden en huisvesting betalen. Dit product is dus niet “ fullservice”;

Verzorgingshuizen kunnen voor een deel worden omgezet in zwaardere zorgvoorzie-

ningen. Momenteel is dat lastig omdat de zorgkantoren dit extra volume zware zorg

niet of zeer beperkt inkopen. In de toekomst kan dat toch noodzakelijk blijken, om

de sterke vergrijzing bij te houden. De aanleunwoningen bij deze huizen kunnen dan

de rol vervullen van woonzorgvoorziening nieuwe stijl.

Meerwaarde?

Hebben deze vormen van “woonzorg” meerwaarde ten opzichte van gewone woningen?

Mensen kunnen thuis immers ook maaltijden laten bezorgen en de thuiszorg komt overal.

Fysieke belemmeringen in de woning kunnen vaak worden weggenomen. Ouderen ver-

huizen bovendien niet graag. Hoe ouder men wordt, hoe meer men tegen een verhuizing

gaat opzien. Al het bekende, het dagelijks ritme, wordt opgegeven voor een onbekende,

nieuwe situatie.

Dus, waarom zou iemand nog willen verhuizen naar woonzorg? De reden kan zijn dat er

een duidelijke meerwaarde is, bijvoorbeeld:

De oudere kan echt niet meer voor zichzelf zorgen, iedereen is bezorgd, en in de

nieuwe woonsituatie kijkt iemand dagelijks naar de bewoner om;

Er is een hoge nood;

Een indicatie voor het verpleeghuis is niet mogelijk;

Men kan het woonzorgarrangement betalen;

De verhouding tussen prijs en kwaliteit is in orde. Als er diensten worden doorbere-

kend die men niet gebruikt, hoeft men daar niet voor te betalen. Als er te weinig

diensten kunnen worden geleverd voor datgene wat men kan uitgeven, is er onvol-

doende meerwaarde.

Hogere inkomenssegment

Aanbod in het hogere prijssegment geven we een aparte plek en beschouwen we in de

komende berekeningen niet als woonzorg. In het hogere prijssegment, de particuliere

Page 57: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 53

projecten, gaat het vaak wel over een fullservice-arrangement. De kosten van zo’n full-

service-arrangement zijn hoog, vergelijkbaar met de kosten van het verzorgingshuis. Als

dit wordt doorberekend aan de cliënt, dan betalen zij uit eigen portemonnee een reke-

ning die begint bij 1.500 euro per maand, exclusief de zorg.

Omdat de eigen bijdrage in een AWBZ voorziening ook erg kostbaar is, bestaat deze

markt er al. Deze markt zal waarschijnlijk kunnen groeien, al zal het nooit om grote aan-

tallen gaan.

8.2 BEHOEFTE AAN GESCHIKTE WONINGEN

Er zijn vele soorten specifieke woonvormen voor ouderen: woonzorgcomplexen, senio-

renwoningen, aanleunwoningen, beschut wonen, beschermd wonen, geschikt wonen,

aangepaste woningen, aanpasbare woningen, etc. De terminologie werkt verwarrend.

Beleidsmakers zoeken heldere indelingen waar iedereen het over eens is. Die zijn er nu

niet.

Zijn deze woonvormen een antwoord op een woonzórgvraag van ouderen? En zo nee,

wat is dan wel de meerwaarde van deze woonvormen waardoor ouderen er naar verhui-

zen?

1. Perspectief zorg: woonzorg

Een deel van deze woonvormen is een antwoord op een behoefte aan wonen mét

zorg. We noemen dit segment in deze rapportage “woonzorg”. De woning biedt dan

meer zorg en veiligheid dan wat in een gewone woning beschikbaar is. Het is een op-

lossing voor ouderen die niet meer zelfstandig een huishouden kunnen voeren. Vraag

en aanbod kunnen waarschijnlijk het beste bekeken worden vanuit een zorgperspec-

tief.

2. Perspectief gewoon wonen:

Een ander deel van deze woonvormen is vooral een antwoord op een woonbehoefte.

Vraag en aanbod kunnen waarschijnlijk het beste bekeken worden vanuit een wo-

ningmarkt perspectief.

Ouderen met een verhuiswens zoeken naar comfort passend bij hun inkomen. Zij

zoeken naar een bepaalde vestigingsplaats. Zij hebben wensen rondom de uitstraling

van de locatie en het complex. Zij kijken naar de voorzieningen in de buurt. Zij zoe-

ken mogelijk naar een oplossing voor een fysieke beperking. Al deze wensen zijn te-

rug te vinden in de reguliere woningvoorraad. Het is belangrijk om in te zien dat se-

nioren hierbij niet automatisch denken aan een seniorenwoning. Integendeel, vaak

liever geen seniorenwoning! Het is zoals ouderen het zelf zo plastisch kunnen uit-

drukken: “wij zoeken geen geschikte ouderenwoning, maar een gewone woning die

geschikt is”.

Een seniorenwoning heeft voordelen en nadelen. Voordeel kan zijn de snelle beschik-

baarheid, de relatief lage huur. Sommige oudere woningzoekenden vinden het prettig

om onder leeftijdsgenoten te wonen. Anderen juist niet.

Page 58: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 54

De geschiktheid van woningen wordt vaak uitgedrukt in sterren. Meer sterren is beter

geschikt. Je hebt rolstoelwoningen, rollatorwoningen, nultredewoningen etc. In onder-

zoeken wordt gepoogd uit te vinden hoe veel van een bepaald type woning hoort bij hoe-

veel van een bepaald type ouderen. Het nadeel van deze benadering is dat ze ons zicht

op wat ouderen daadwerkelijk beweegt om te verhuizen vertroebelt. We lijken te zeggen:

oudere x is op zoek naar een woning met twee sterren. In de praktijk werkt het niet zo.

Als we 100 woningen met twee sterren hebben, wonen er misschien 10 ouderen van het

type x dat we in gedachten hadden bij de bouw. De overige 90 ouderen van het type x

zijn niet komen opdagen, omdat hun woonwens niet alleen die twee sterren omvatte,

maar ook locatie, voorzieningen, prijs-kwaliteit, de goede vestigingsplaats, enzovoorts

waar onze 100 twee-sterren woningen niet aan voldoen.

Terug naar de vraag van het begin van deze paragraaf: welke typen woonvormen kun-

nen we het beste hanteren voor ouderen? Het antwoord luidt: één. Namelijk gewone

woningen die geschikt zijn, en die verder in een keur aan verschijningsvormen, locaties,

comfortklassen, prijs-kwaliteitverhoudingen enzovoorts beschikbaar zijn. De woning-

markt voor ouderen is in wezen niet anders als de woningmarkt voor niet-ouderen.

Het berekenen van de behoefte aan gewone, geschikte woningen voor senioren is geen

onderdeel van dit onderzoek.

8.3 BEHOEFTE AAN WOONZORG

Van woningmarkt terug naar woonzorgmarkt. We zullen de combinatie van wonen met

zorg, bedoeld voor een doelgroep die niet meer zelfstandig kan wonen en een te laag

inkomen heeft om een fullservice-arrangement te betalen, “woonzorg” noemen. woon-

zorg is een verzamelbegrip voor woonvormen, waar de bewoner de huisvestingskosten

zelf betaalt, mét een onderscheidende hoeveelheid extra zorg en zekerheid.

Gemiddelde leeftijd naar indicatie

Van de ouderen die opgenomen zijn in een verpleeg- of verzorgingshuis, zijn degenen

met een lichte indicatie (ZZP1 – 3) gemiddeld ouder dan degenen met zware indicatie.

Onderstaande gegevens zijn afkomstig van zorgkantoor Menzis.

Page 59: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 55

Figuur 20 Gemiddelde leeftijd van opgenomen cliënten uit de gemeenten Doetinchem,

Bronckhorst, Oude IJsselstreek en Montferland. Drie momentopnames: 1-1-

2011, 1-1-2012, 1-1-2013 (bron: Menzis)

Footprint

We leiden de behoefte aan woonzorg af van het huidige gebruik van intramurale voorzie-

ningen. We hanteren daarbij de aanname dat woonzorg geldt voor:

100% van de ouderen met een ZZP1-3 indicatie (ondersteuning en regieverlies)

50% van de ouderen met een ZZP4 indicatie (psychogeriatrie, regieverlies)

50% van de ouderen met een ZZP6 indicatie (somatiek, vaak met regieverlies)

In feite gaan we er dus van uit dat de helft van de mensen met een ZZP4 indicatie, men-

sen met een lichte vorm van dementie, en een ZZP6 indicatie, mensen met een somati-

sche zorgvraag vaak in combinatie met regieverlies, in de toekomst niet meer naar het

verzorgings- of verpleeghuis gaan en opteren voor woonzorg.

Uit de cijfers van Menzis valt af te leiden welk percentage van een leeftijds-sexe groep

een indicatie voor een bepaalde ZZP heeft, de footprint van woonzorg:

Tabel 35 Footprint woonzorg op 1-1-2013 op basis van bevolking en indicaties in Bron-

ckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek

Footprint woonzorg man vrouw samen

55-59 0,01% 0,02% 0,01%

60-64 0,07% 0,08% 0,07%

65-69 0,18% 0,09% 0,13%

70-74 0,30% 0,35% 0,32%

75-79 1,02% 1,34% 1,19%

80-84 1,10% 3,63% 2,64%

85-89 5,67% 7,53% 6,92%

90-95 8,58% 12,33% 11,38%

95+ 14,10% 13,43% 13,55%

Page 60: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 56

Figuur 21 Footprint Woonzorg op 1-1-2013 op basis van bevolking en indicaties in

Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek (bron: Menzis, be-

werking Ruimte voor zorg)

Van footprint naar prognose

De footprint kunnen we toepassen op de bevolkingsontwikkeling. Dat levert een voor-

spelling op van het aantal mensen met deze indicaties, bij gelijkblijvend indicatiebeleid

en indicatiecriteria.

Tabel 36 Prognose omvang segment “verblijf” versus “woonzorg”

2013 2018 2023 2028 2033

Woonzorg ZZP1-3 3.573 4.169 4.876 5.716 6.844 ZZP4 1.067 1.224 1.408 1.677 1.994 ZZP5-7 - - - - - ZZP6 1.207 1.405 1.648 1.917 2.210 ZZP8 - - - - - Totaal 5.847 6.797 7.931 9.309 11.049

2013 2018 2023 2028 2033

Verblijf zwaar ZZP1-3 - - - - - ZZP4 1.067 1.224 1.408 1.677 1.994 ZZP5-7 5.765 6.629 7.698 9.061 10.568 ZZP6 1.207 1.405 1.648 1.917 2.210 ZZP8 359 407 473 526 575 Totaal 8.398 9.665 11.227 13.180 15.347

Op basis van deze aannames zal het aantal mensen dat opteert voor woonzorg in de

provincie Gelderland 5.847 personen zijn in 2013. De behoefte wordt op dit moment

geheel geabsorbeerd door de huidige verzorgings- en verpleeghuizen. De behoefte zal

oplopen tot ruim 11.000 in 2033.

Als we de behoefte aan woonzorg afzetten tegen de behoefte aan verblijf zwaar, zie bo-

venstaande tabel, dan valt op dat de laatste behoefte hoger is dan de behoefte aan

woonzorg. Met andere woorden: het segment woonzorg zal relatief bescheiden zijn.

Page 61: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 57

De cijfers voor de verschillende regio’s in Gelderland zijn als volgt:

Tabel 37 Prognose omvang segment woonzorg

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 5.852 6.803 7.937 9.315 11.054

Achterhoek 867 1.006 1.154 1.332 1.551

De Vallei 676 790 937 1.120 1.343

Noord-Veluwe 583 700 834 986 1.176

Rivierenland 602 712 860 1.051 1.281

Stadsregio 2.048 2.371 2.744 3.191 3.771

Stedendriehoek 1.076 1.225 1.408 1.635 1.932

8.4 MEERWAARDE VAN WOONZORG

Is de prognose voor woonzorg reëel? De extrapolatie is een theoretische benadering, die

niet hoeft te stroken met het werkelijke gedrag van consumenten. Het geeft een indica-

tie, een richting. Het cijfer geeft eerder een bovengrens van de behoefte, dan een ge-

middelde.

De aantrekkelijkheid van het segment woonzorg voor ouderen hangt af van de meer-

waarde ten opzichte van zelfstandig thuis wonen.

Drie externe variabelen zijn mede bepalend voor de meerwaarde van woonzorg ten op-

zichte van zelfstandig wonen:

1. Thuiszorg

als de thuiszorg overal beschikbaar is, bereid te werken in alle typen woningen en

perifere gebieden, ook bereikbaar is in de nacht en weekenden, dan is de noodzaak

voor een aantal ouderen om te verhuizen naar een woonzorgvoorziening minder

groot. Men wordt immers thuis nog goed geholpen, dus “het gaat nog wel”;

2. Sociale ondersteuning

als er een goed sociaal vangnet kan worden georganiseerd, professioneel of door

vrijwilligers of mantelzorgers, dan is de betrokken oudere ook minder geneigd om te

verhuizen, want de regie wordt voor een stukje overgenomen en men voelt zich vei-

lig en niet al te eenzaam;

3. Geschikte woningen

als veel ouderen al in een geschikte woning wonen – goed toegankelijk, dicht bij

voorzieningen, gewild woonmilieu – dan zullen zij minder snel problemen ondervin-

den als gevolg van verminderde zelfredzaamheid en zullen zij minder sne l geneigd

zijn te verhuizen naar een woonzorgvoorziening. Vooral jonge senioren houden bij

een verhuizing rekening met de geschiktheid van de locatie en de woning voor de

oude dag; zij sorteren als het ware voor. Beleid om dit type verhuisgedrag te stimu-

leren zal op lange termijn een lagere vraag naar woonzorg tot gevolg hebben.

Page 62: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 58

Als deze drie voorwaarden in een bepaalde gemeente of woonplaats gunstig zijn, en de

meerwaarde van woonzorg beperkt, dan zal de benodigde capaciteit lager zijn dan de

prognose: de ouderen blijven dan langer thuiswonen.

Omdat de behoefte aan woonzorg niet echt hard kan worden gemaakt, is het beter om

het cijfer te zien als een referentiecijfer in plaats van een behoeftecijfer. Hierboven is

transparant gemaakt hoe dit referentiecijfer tot stand is gekomen.

8.5 WOONZORG VERSUS HUIDIG AANBOD

Momenteel is de huidige verzorgingshuiscapaciteit plus de capaciteit aan seniorenwonin-

gen gelegen bij verzorgingshuizen vele malen groter dan het in de vorige paragraaf be-

rekende referentiecijfer woonzorg.

Om te beginnen het aanbod. Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit de inventarisatie

wonen zorg. Momenteel zijn er 8.944 verzorgingshuisplaatsen exclusief meerzorg, en

9.036 aanleunwoningen gelegen op of naast het terrein van het verzorgingshuis. Zie

onderstaande tabel.

De capaciteit van het verzorgingshuis neemt volgens de lopende plannen fors af van

8.944 naar 5.407 plaatsen. In dit cijfer is het effect van de meest recente beleidsvoor-

nemens – geheel of gedeeltelijke afschaffing van ZZP4 – nog niet verwerkt. De zorgaan-

bieders maken daar de komende jaren plannen voor. Ten tijde van het onderzoek, kon

men nog niet aangeven wat het stoppen van ZZP4 zou betekenen voor de capaciteit.

De capaciteit van de seniorenwoningen neemt toe van 9.036 tot 9.804 appartementen.

Tabel 38 Inventarisatie van de huidige verzorgingshuiscapaciteit en capaciteit van aan-

leunwoningen op en naast het terrein van het verzorgingshuis, en de lopende

plannen (bron: enquête wonen-zorg provincie Gelderland 2013)

verzorgingshuis meerzorg woningen

nu toekomst nu toekomst nu toekomst

Provincie 8.944 5.407 1.066 794 9.036 9.804

Achterhoek 1.309 736 102 45 1.158 1.197

De Vallei 974 575 212 160 834 868

Noord-Veluwe 862 687 67 81 1.000 1.003

Rivierenland 928 477 51 67 860 1.054

Stadsregio 3.228 2.069 472 338 3.394 3.750

Stedendriehoek 1.643 863 162 103 1.790 1.932

In onderstaande tabel vergelijken we het referentiegetal woonzorg met de capaciteit van

de verzorgingshuizen en aanleunwoningen tezamen. De capaciteit meerzorg is niet mee-

geteld. Het aanbod van het verzorgingshuis plus de aanleunwoningen is drie keer zo

groot als het referentiegetal woonzorg, 17.980 plaatsen verzorgingshuis/aanleunwoning

tegenover 5.858 plaatsen. Er zijn dus ruim voldoende woningen beschikbaar om een

Page 63: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 59

aanbod woonzorg te creëren. De overige plaatsen hebben een functie binnen de bredere

woningmarkt.

Tabel 39 Vergelijking tussen behoefte woonzorg en aanbod verzorgingshuisplaatsen

(exclusief meerzorg) plus aanleunwoningen.

referentie aanbod saldo referentie aanbod saldo

Provincie 5.848 17.980 12.132 6.803 15.211 8.408

Achterhoek 867 2.467 1.600 1.005 1.933 928

De Vallei 676 1.808 1.132 791 1.443 652

Noord-Veluwe 583 1.862 1.280 699 1.690 991

Rivierenland 602 1.788 1.225 663 1.531 868

Stadsregio 2.048 6.622 4.537 2.420 5.819 3.399

Stedendriehoek 1.076 3.433 2.358 1.225 2.795 1.570

2013 2018

In de nabije toekomst neemt de behoefte aan woonzorg toe (vergrijzing). Het aanbod

aan verzorgingshuisplaatsen neemt af. Het aanbod aanleunwoningen neemt toe. De op-

telsom is dat er dan nog steeds ruim voldoende woningen zijn om een aanbod woonzorg

te creëren: 15.211 plaatsen verzorgingshuis/aanleunwoning tegenover 6.803 plaatsen

woonzorg.

De conclusie luidt dat er over het geheel genomen voldoende vastgoed beschikbaar is

voor het segment woonzorg. Zo bezien is nieuwbouw in het algemeen niet nodig. De

opgave zit hem vooral in het creëren van het passende aanbod van zorg en dienstverle-

ning.

Ook op gemeenteniveau, is er vrijwel overal voldoende aanbod beschikbaar: zie de ove r-

zichten op de volgende bladzijden.

Zoomen we in op lokale gemeenschappen - een dorp, misschien een wijk - dan kan het

plaatje er heel anders uit zien. Het is mogelijk dat dit dorp geen woningen in het woon-

zorgsegment in de aanbieding heeft.

Tot slot nogmaals deze waarschuwing: het cijfer woonzorg is een referentiegetal en er

mag niet voetstoots worden aangenomen dat het een afspiegeling is van de werkelijke

behoefte aan woonzorg. Ouderen worden wellicht dermate goed bediend door de thuis-

zorg, er is wellicht een zeer goed sociaal vangnet, en wellicht wonen veel ouderen al in

een geschikte woning nabij voorzieningen. Voor deze ouderen geldt: “de oplossing komt

naar mij toe, dus waarom zou ik verhuizen naar de oplossing?”

Page 64: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 60

Tabel 40 Inventarisatie huidige verzorgingshuiscapaciteit en aanleunwoningen, en de

lopende plannen, gemeenteniveau

nu toekomst nu toekomst nu toekomstAalten 129 129 - - 12 12 Apeldoorn 729 426 50 15 1.086 1.086 Arnhem 787 269 201 153 629 811 Barneveld 217 168 54 54 134 134 Berkelland 236 87 21 - 65 65 Beuningen 122 122 - - - - Bronckhorst 198 76 42 - 264 264 Brummen 64 34 20 30 109 109 Buren 72 34 - - - - Culemborg 112 - - - 183 183 Doesburg 53 - 10 - - - Doetinchem 265 158 26 8 369 408 Druten 40 40 - - - 30 Duiven 28 20 - - 62 106 Ede 385 187 115 57 440 474 Elburg 121 121 - - 120 120 Epe 257 135 26 - 109 173 Ermelo 176 62 - - 182 182 Geldermalsen 107 40 20 40 - 80 Groesbeek - - - - 112 112 Harderwijk 98 98 37 37 485 435 Hattem 89 66 18 32 40 40 Heerde 117 117 - - 88 88 Heumen 62 62 - - 69 69 Lingewaal 50 25 - - 15 15 Lingewaard 166 128 - - 105 105 Lochem 295 104 9 1 103 151 Maasdriel 86 24 - - 137 137 Millingen aan de Rijn 54 - 10 30 34 34 Montferland 152 49 - 12 131 131 Neder-Betuwe 105 66 - - 20 110 Neerijnen 64 56 - - - 24 Nijkerk 159 100 31 37 138 138 Nijmegen 613 535 112 52 903 903 Nunspeet 142 142 12 12 50 50 Oldebroek 49 41 - - 35 35 Oost Gelre 126 69 - - 14 14 Oude Ijsselstreek 218 80 13 37 340 340 Overbetuwe 116 62 54 54 290 290 Putten 70 40 - - - 53 Renkum 463 421 12 7 346 346 Rheden 341 220 12 12 31 31 Rijnwaarden 63 28 - - 88 88 Rozendaal - - - - - - Scherpenzeel 55 27 - - 51 51 Tiel 147 117 10 - 423 423 Ubbergen 47 34 - - - 34 Voorst 158 94 - - 164 194 Wageningen 158 93 12 12 71 71 West Maas en Waal 70 67 17 17 15 15 Westervoort - 4 - - - 49 Wijchen 79 50 61 18 287 287 Winterswijk 137 137 - - 94 94 Zaltbommel 115 48 4 10 67 67 Zevenaar 42 25 - - 307 324 Zutphen 140 70 57 57 219 219

verzorgingshuis meerzorg woningen

Page 65: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 61

Tabel 41 Vergelijking tussen behoefte woonzorg en aanbod verzorgingshuisplaatsen

(exclusief meerzorg) plus aanleunwoningen, gemeenteniveau.

woonzorg aanbod saldo woonzorg aanbod saldoAalten 87 141 54 97 141 44 Apeldoorn 507 1.815 1.308 561 1.512 951 Arnhem 368 1.416 1.048 386 1.080 694 Barneveld 132 351 219 152 302 150 Berkelland 141 301 160 165 152 -13 Beuningen 55 122 67 68 122 54 Bronckhorst 143 462 319 174 340 166 Brummen 73 173 100 90 143 53 Buren 53 72 19 62 34 -28 Culemborg 68 295 227 80 183 103 Doesburg 33 53 20 43 - -43 Doetinchem 169 634 465 198 566 368 Druten 38 40 2 49 70 21 Duiven 51 90 39 68 126 58 Ede 309 825 516 356 661 305 Elburg 59 241 182 72 241 169 Epe 125 366 241 149 308 159 Ermelo 105 358 253 141 244 103 Geldermalsen 61 107 46 70 120 50 Groesbeek 80 112 32 95 112 17 Harderwijk 116 583 467 137 533 396 Hattem 40 129 89 45 106 61 Heerde 63 205 142 76 205 129 Heumen 44 131 87 53 131 78 Lingewaal 27 65 38 35 40 5 Lingewaard 109 271 162 130 233 103 Lochem 141 398 257 160 255 95 Maasdriel 61 223 162 70 161 91 Millingen aan de Rijn 17 88 71 24 34 10 Montferland 103 283 180 135 180 45 Neder-Betuwe 51 125 74 61 176 115 Neerijnen 28 64 36 34 80 46 Nijkerk 91 297 206 111 238 127 Nijmegen 412 1.516 1.104 454 1.438 984 Nunspeet 83 192 109 92 192 100 Oldebroek 52 84 32 63 76 13 Oost Gelre 87 140 53 109 83 -26 Oude Ijsselstreek 134 558 424 147 420 273 Overbetuwe 96 406 310 113 352 239 Putten 64 70 6 73 93 20 Renkum 170 809 639 196 767 571 Rheden 208 372 164 231 251 20 Rijnwaarden 30 151 121 39 116 77 Rozendaal 7 - -7 9 - -9 Scherpenzeel 27 106 79 40 78 38 Tiel 100 570 470 112 540 428 Ubbergen 37 47 10 44 68 24 Voorst 86 322 236 104 288 184 Wageningen 117 229 112 132 164 32 West Maas en Waal 53 85 32 68 82 14 Westervoort 28 - -28 34 53 19 Wijchen 104 366 262 129 337 208 Winterswijk 106 231 125 115 231 116 Zaltbommel 61 182 121 71 115 44 Zevenaar 95 349 254 120 349 229 Zutphen 143 359 216 161 289 128

2013 2023

Page 66: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 62

Page 67: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 63

9 HET POTENTIEEL AAN VRIJWILLIGERS

Doordat ouderen veel langer thuis blijven wonen, stijgt ook de hulpvraag thuis. Het mo-

derne idee is dat mensen meer voor elkaar zullen gaan zorgen. Het gaat niet direct om

heel ingewikkelde zorgtaken, maar vooral om aandacht, een oogje in het zeil houden en

zaken regelen, helpen met boodschappen en eten en dergelijke.

Een aantal trends zijn uit en te na bekend:

De gezinnen zijn kleiner;

De kinderen wonen meer verspreid over het land;

Dochters hebben vaker een baan;

Meer mensen voeren een eenpersoonshuishouden.

Dit duidt er op dat hulp van familieleden in de toekomst minder voorhanden zal zijn.

Vaak wordt geopperd dat hulp ook uit een andere hoek kan komen, de gemeenschap

waar de ouderen wonen. Vrijwilligers, buren, buurtbewoners, vervullen een mantel-

zorgrol, zoals het burgers betaamt.

In dit hoofdstuk laten we zien hoeveel mantelzorgers er beschikbaar zijn. Om daar enig

gevoel voor te krijgen, doen we de volgende aannames:

Vooral 85-plussers kunnen in een situatie terecht komen waarbij een beroep op man-

telzorg hard nodig is;

Vooral mensen tussen de 55 en 75 jaar verrichten vrijwilligerswerk. Mensen onder de

55 zijn druk met werk en kinderen, en mensen tussen 75 en 85 zijn vooral met hun

eigen leefsituatie bezig.

Om een indicatie te krijgen van het potentieel van vrijwilligers – 55-75-jarigen - kunnen

we berekenen hoeveel 85-plussers er in een gemeenschap zijn, en hoeveel 55-75-jarigen

hier tegenover staan. Hoe meer 55-75-jarigen per 85-plusser, hoe ruimer het potentiële

aanbod aan vrijwilligers.

Tabel 42 Vrijwilligersindex (aantal 55-75-jarigen per 85-plusser), 2013 - 2033

2013 2018 2023 2028 2033

Provincie 12 11 10 9 6

Achterhoek 11 10 10 8 6

De Vallei 11 11 10 8 6

Noord-Veluwe 12 10 9 8 6

Rivierenland 15 14 13 10 7

Stadsregio 12 11 10 9 7

Stedendriehoek 11 10 9 8 6

Een hoge vrijwilligersindex is gunstig, een lage ongunstig. In Gelderland als geheel staan

vandaag de dag 12 55-75-jarigen klaar op iedere 85-plusser om te helpen. Dit loopt de

komende jaren terug tot 6 mantelzorgers per 85-plusser. Het potentieel vrijwilligers en

mantelzorgers halveert de komende jaren.

Page 68: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 64

Tabel 43 Vrijwilligersindex, het vrijwilligerspotentieel 2013 - 2033. De index is bere-

kend als het aantal 55-75-jarigen per 85-plusser.

2013 2018 2023 2028 2033Aalten 11 11 10 9 6 Apeldoorn 11 11 10 9 6 Arnhem 11 12 12 11 9 Barneveld 12 12 11 9 7 Berkelland 13 11 10 9 6 Beuningen 18 18 17 13 9 Bronckhorst 10 9 8 8 6 Brummen 12 10 8 7 5 Buren 22 23 20 15 10 Culemborg 13 12 12 10 7 Doesburg 16 12 10 8 5 Doetinchem 12 11 10 9 7 Druten 19 15 13 10 7 Duiven 17 14 13 14 10 Ede 11 10 10 9 6 Elburg 13 11 9 8 6 Epe 10 8 7 7 5 Ermelo 9 7 5 5 4 Geldermalsen 17 16 14 11 8 Groesbeek 9 8 7 6 5 Harderwijk 12 12 11 10 8 Hattem 11 10 9 8 5 Heerde 11 10 8 7 5 Heumen 17 14 12 10 7 Lingewaal 15 13 10 9 6 Lingewaard 17 16 15 12 9 Lochem 10 9 8 7 5 Maasdriel 14 14 13 11 8 Millingen aan de Rijn 13 10 8 7 5 Montferland 15 11 9 8 6 Neder-Betuwe 15 13 11 10 7 Neerijnen 14 13 11 8 6 Nijkerk 16 14 12 11 8 Nijmegen 12 11 11 10 7 Nunspeet 10 10 10 8 6 Oldebroek 16 14 12 10 8 Oost Gelre 13 11 10 8 6 Oude Ijsselstreek 11 12 11 9 6 Overbetuwe 18 18 16 13 9 Putten 13 11 10 9 7 Renkum 7 6 5 5 4 Rheden 8 7 6 6 5 Rijnwaarden 15 12 9 8 6 Rozendaal 8 6 5 6 5 Scherpenzeel 11 7 5 4 3 Tiel 13 13 12 10 7 Ubbergen 10 9 8 6 5 Voorst 11 9 9 7 5 Wageningen 8 8 8 6 5 West Maas en Waal 14 10 9 8 6 Westervoort 23 23 22 18 9 Wijchen 15 14 11 9 6 Winterswijk 10 10 10 9 7 Zaltbommel 15 14 14 11 8 Zevenaar 15 12 9 8 5 Zutphen 11 11 11 10 7

Page 69: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 65

Figuur 22 Vrijwilligersindex, het vrijwilligerspotentieel in 2013 en in 2033. De index is

berekend als het aantal 55-75-jarigen per 85-plusser.

Page 70: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 66

Figuur 23 Vrijwilligersindex 2013 – 2033

Page 71: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 67

10 TOEKOMST VERZORGINGSHUIZEN

Het belangrijkste onderdeel van het onderzoek Wonen en Zorg Provincie Gelderland be-

staat uit een enquête onder alle zorgaanbieders. De resultaten van de enquête schetsen

een beeld van hoe verzorgingshuizen de toekomst denken in te gaan, nu de lagere ZZP’s

lijken te verdwijnen.

10.1 SCHEIDEN WONEN EN ZORG?

De respondenten is gevraagd welke toekomst zij zien voor hun verzorgingshuis. In totaal

zijn er 174 locaties met een verzorgingshuisfunctie. De respondenten konden op een

schaal van waarschijnlijk-onwaarschijnlijk aangeven welke toekomst zij voorzagen voor

dit verzorgingshuis:

Scheiden wonen en zorg?

Omvormen tot verblijf zwaar?

Huisvesten van andere doelgroepen?

Combinatie van bovenstaande drie?

Sluiting?

De respons op de verschillende vragen varieert van 59% - 78%. In de presentatie hier

laten we de non-respons buiten beschouwing. Meer dan 70% van deze huizen denkt aan

het scheiden van wonen met zorg. Ruim 50% acht dit “waarschijnlijk”. Verzorgingshuizen

met aanpalende aanleunwoningen zijn het meest positief:

Figuur 24 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen overgaan op het scheiden van wo-

nen en zorg (bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)

Een toekomst als verblijf zwaar wordt iets minder waarschijnlijk geacht:

Page 72: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 68

Figuur 25 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen overgaan op verblijf zwaar (bron:

Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)

Het huisvesten van andere doelgroepen acht men minder waarschijnlijk: slechts 20%

vindt deze toekomstoptie waarschijnlijk:

Figuur 26 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen ander doelgroepen huisvesten

(bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)

Locaties die al een combinatie vormen van verzorgings- en verpleeghuis, zien een toe-

komst met een combinatie aan functies relatief als het meest waarschijnlijk:

Page 73: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 69

Figuur 27 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen een gemengde oplossing zoeken

(bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)

Opvallend is dat maar weinig huizen op dit moment denken aan sluiten. Nog geen 10%

acht dit waarschijnlijk. En 80% vindt deze toekomst zelfs onwaarschijnlijk:

Figuur 28 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen sluiten (bron: Monitor Wonen-Zorg

provincie Gelderland)

10.2 INVESTERINGEN IN HET GEBOUW

Tot slot is de respondenten gevraagd welke aanpassingen zij nodig achten aan het ge-

bouw om het verzorgingshuis de nieuwe toekomstfunctie te kunnen geven. Opvallend is

Page 74: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 70

dat de meeste huizen rekening houden met een behoorlijke aanpassing van het gebouw

of zelf sloop/nieuwbouw. Slechts 1/3 van hen denkt dat een lichte aanpassing volstaat.

Figuur 29 Benodigde aanpassing van het verzorgingshuis voor de gewenste toekomsti-

ge functie (bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)

10.3 SLOPEN OF HERGEBRUIKEN?

De verzorgingshuizen vertegenwoordigen waardevol vastgoed op waardevolle locaties.

Het stopzetten van de indicaties ZZP1 – ZZP3 en waarschijnlijk ook geheel of gedeeltelijk

ZZP4, betekent leegstand.

Aan de andere kant is er in de toekomst ruimte nodig voor de opvang van het groeiende

aantal mensen met dementie en voor het woonzorg segment. Momenteel beginnen zorg-

aanbieders voorzichtig met het aanbieden van “scheiden wonen en zorg”, en dat is in

feite een vorm van aanbod voor dit woonzorg-segment.

Als er in de toekomst veel nieuwe capaciteit nodig is, is het dan niet verstandiger om de

verzorgingshuizen zo veel mogelijk te benutten voor deze nieuwe bestemming? Voorde-

len zijn het voorkomen van kapitaalvernietiging en verlies aan waardevolle locaties. Na-

deel is dat veel verzorgingshuizen bouwkundige en functionele gebreken hebben, waar je

bij hergebruik mee blijft zitten.

Een inhoudelijke afweging maken of een bepaald verzorgingshuis bouwkundig of functio-

neel nog mee kan, is op deze plek niet mogelijk. Een cijfermatige analyse om te kijken of

er vanuit de vraag redenen zijn om het verzorgingshuis te handhaven, kan wel. Deze

analyse volgt op de komende bladzijden.

De confrontatie van vraag en aanbod is als volgt gemaakt:

Vraagkant:

de behoefte aan woonzorg

Page 75: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 71

de behoefte aan opvang PG

Aanbodkant:

verzorgingshuiscapaciteit inclusief meerzorg

verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel als kleinschalig

De confrontatie van vraag en aanbod is gemaakt voor de jaren 2018 en 2023, dus vijf en

tien jaar vooruit.

Tabel 44 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met

dementie in 2018.

PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein saldo vzh benut

Provincie 7411 6803 5407 794 2986 5989 962 84%

Achterhoek 1.085 1.005 736 45 265 968 -76 100%

De Vallei 866 791 575 160 507 746 331 55%

Noord-Veluwe 765 699 687 81 316 452 72 91%

Rivierenland 732 663 477 67 217 803 169 69%

Stadsregio 2.642 2.420 2.069 338 978 2.079 402 83%

Stedendriehoek 1.321 1.225 863 103 703 941 64 93%

vraag aanbod

2018

Resultaat

Over de hele provincie bezien zal er in 2018 een vraag zijn van 7.411 plaatsen PG en

6.803 plaatsen woonzorg. Het geplande aanbod bestaat uit 5.407 verzorgingshuisplaat-

sen, 794 meerzorgplaatsen, 2.986 verpleeghuisplaatsen voor mensen met dementie en

5.989 plaatsen kleinschalig.

Vergelijken we de vraag met het aanbod, dan is er een overschot van 962 plaatsen. Ze t-

ten we die 962 plaatsen af tegen de capaciteit van de verzorgingshuizen in 2018, dan is

84% van de capaciteit benut. Met andere woorden: 16% is niet benut. In 2023 zou vol-

gens deze redenering 100% van de verzorgingshuizen benut kunnen zijn.

De conclusie luidt dat de verzorgingshuizen een nuttige taak kunnen hebben voor de

opvang van de groeiende behoefte aan verpleeghuiszorg voor mensen met dementie in

combinatie met de groeiende behoefte aan woonzorg.

Tabel 45 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met

dementie in 2023.

PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein saldo vzh benut

Provincie 8613 7936 5407 794 2986 5989 -1373 100%

Achterhoek 1.244 1.154 736 45 265 968 -384 100%

De Vallei 1.026 937 575 160 507 746 25 97%

Noord-Veluwe 898 833 687 81 316 452 -195 100%

Rivierenland 880 798 477 67 217 803 -114 100%

Stadsregio 3.051 2.806 2.069 338 978 2.079 -393 100%

Stedendriehoek 1.514 1.408 863 103 703 941 -312 100%

vraag aanbod

2023

Resultaat

Page 76: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 72

Tabel 46 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met

dementie in 2018.

PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein sa ldo vzh benut

Aalten 106 97 129 0 0 104 30 77%

Apeldoorn 610 561 426 15 583 490 343 22%

Arnhem 416 386 269 153 223 465 308 27%

Barneveld 170 152 168 54 6 230 136 39%

Berkelland 181 165 87 0 32 149 -78 100%

Beuningen 78 68 122 0 64 24 64 48%

Bronckhorst 180 174 76 0 18 103 -157 100%

Brummen 97 90 34 30 77 10 -36 100%

Buren 72 62 34 0 0 93 -7 100%

Culemborg 86 80 0 0 16 118 -32 100%

Doesburg 48 43 0 0 50 24 -17 100%

Doetinchem 216 198 158 8 140 117 9 95%

Druten 57 49 40 0 0 36 -30 100%

Duiven 76 68 20 0 0 72 -52 100%

Ede 392 356 187 57 236 233 -35 100%

Elburg 80 72 121 0 44 44 57 53%

Epe 158 149 135 0 13 108 -51 100%

Ermelo 143 141 62 0 12 66 -144 100%

Geldermalsen 80 70 40 40 30 102 62 23%

Groesbeek 99 95 0 0 32 84 -78 100%

Harderwijk 151 137 98 37 130 118 95 30%

Hattem 51 45 66 32 16 0 18 82%

Heerde 83 76 117 0 35 12 5 96%

Heumen 62 53 62 0 30 12 -11 100%

Lingewaal 37 35 25 0 0 32 -15 100%

Lingewaard 147 130 128 0 90 54 -5 100%

Lochem 175 160 104 1 0 130 -100 100%

Maasdriel 78 70 24 0 0 104 -20 100%

Millingen aan de Rijn 24 24 0 30 0 24 6 80%

Montferland 148 135 49 12 25 107 -90 100%

Neder-Betuwe 67 61 66 0 0 77 15 77%

Neerijnen 37 34 56 0 24 25 34 39%

Nijkerk 128 111 100 37 0 106 4 97%

Nijmegen 492 454 535 52 199 395 235 60%

Nunspeet 101 92 142 12 55 75 91 41%

Oldebroek 73 63 41 0 0 62 -33 100%

Oost Gelre 117 109 69 0 75 104 22 68%

Oude Ijsselstreek 162 147 80 37 0 295 103 12%

Overbetuwe 132 113 62 54 55 75 1 99%

Putten 83 73 40 0 24 75 -17 100%

Renkum 197 196 421 7 31 63 129 70%

Rheden 248 231 220 12 135 259 147 37%

Rijnwaarden 42 39 28 0 0 51 -2 100%

Rozendaal 10 9 0 0 0 0 -19 100%

Scherpenzeel 40 40 27 0 0 15 -38 100%

Tiel 123 112 117 0 147 55 84 28%

Ubbergen 48 44 34 0 44 0 -14 100%

Voorst 110 104 94 0 30 80 -10 100%

Wageningen 136 132 93 12 265 162 264 0%

West Maas en Waal 72 68 67 17 0 87 31 63%

Westervoort 41 34 4 0 0 52 -19 100%

Wijchen 143 129 50 18 0 162 -42 100%

Winterswijk 123 115 137 0 0 96 -5 100%

Zaltbommel 80 71 48 10 0 110 17 71%

Zevenaar 134 120 25 0 0 120 -109 100%

Zutphen 171 161 70 57 0 123 -82 100%

vraag aanbod

2018

Resultaat

Page 77: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 73

Tabel 47 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met

dementie in 2023.

PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein sa ldo vzh benut

Aalten 123 111 129 0 0 104 -1 100%

Apeldoorn 695 640 426 15 583 490 179 59%

Arnhem 459 421 269 153 223 465 230 45%

Barneveld 204 181 168 54 6 230 73 67%

Berkelland 209 192 87 0 32 149 -133 100%

Beuningen 97 84 122 0 64 24 29 76%

Bronckhorst 200 196 76 0 18 103 -199 100%

Brummen 117 110 34 30 77 10 -76 100%

Buren 92 79 34 0 0 93 -44 100%

Culemborg 100 92 0 0 16 118 -58 100%

Doesburg 59 54 0 0 50 24 -39 100%

Doetinchem 247 228 158 8 140 117 -52 100%

Druten 71 62 40 0 0 36 -57 100%

Duiven 84 77 20 0 0 72 -69 100%

Ede 454 411 187 57 236 233 -152 100%

Elburg 95 87 121 0 44 44 27 78%

Epe 178 170 135 0 13 108 -92 100%

Ermelo 171 175 62 0 12 66 -206 100%

Geldermalsen 99 87 40 40 30 102 26 68%

Groesbeek 112 109 0 0 32 84 -105 100%

Harderwijk 177 160 98 37 130 118 46 66%

Hattem 60 54 66 32 16 0 0 100%

Heerde 102 94 117 0 35 12 -32 100%

Heumen 77 67 62 0 30 12 -40 100%

Lingewaal 47 45 25 0 0 32 -35 100%

Lingewaard 179 157 128 0 90 54 -64 100%

Lochem 203 186 104 1 0 130 -154 100%

Maasdriel 92 83 24 0 0 104 -47 100%

Millingen aan de Rijn 30 30 0 30 0 24 -6 100%

Montferland 177 164 49 12 25 107 -148 100%

Neder-Betuwe 79 74 66 0 0 77 -10 100%

Neerijnen 47 42 56 0 24 25 16 71%

Nijkerk 156 136 100 37 0 106 -49 100%

Nijmegen 543 502 535 52 199 395 136 77%

Nunspeet 112 103 142 12 55 75 69 55%

Oldebroek 87 77 41 0 0 62 -61 100%

Oost Gelre 137 129 69 0 75 104 -18 100%

Oude Ijsselstreek 191 171 80 37 0 295 50 57%

Overbetuwe 163 140 62 54 55 75 -57 100%

Putten 94 83 40 0 24 75 -38 100%

Renkum 215 219 421 7 31 63 88 79%

Rheden 269 252 220 12 135 259 105 55%

Rijnwaarden 52 50 28 0 0 51 -23 100%

Rozendaal 11 11 0 0 0 0 -22 100%

Scherpenzeel 50 51 27 0 0 15 -59 100%

Tiel 146 133 117 0 147 55 40 66%

Ubbergen 55 50 34 0 44 0 -27 100%

Voorst 126 120 94 0 30 80 -42 100%

Wageningen 162 158 93 12 265 162 212 0%

West Maas en Waal 84 81 67 17 0 87 6 93%

Westervoort 51 43 4 0 0 52 -38 100%

Wijchen 181 165 50 18 0 162 -116 100%

Winterswijk 137 127 137 0 0 96 -31 100%

Zaltbommel 94 82 48 10 0 110 -8 100%

Zevenaar 166 149 25 0 0 120 -170 100%

Zutphen 195 182 70 57 0 123 -127 100%

vraag aanbod

2023

Resultaat

Page 78: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 74

Figuur 30 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met dementie in 2018

Page 79: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 75

11 VERANTWOORDING

11.1 RESPONS

Aantal locaties 393 100%

Ingevuld door respondenten 352 90%

Ingevuld door onderzoekers 41 10%

11.2 VRAGENLIJST (DIGITAAL)

Algemene gegevens

Naam organisatie

Naam locatie

Gemeente

Woonplaats of wijk

Functies op deze locatie

Huidige func ties op deze locatie ( Ja Nee)

V erzorgingshuis

V erpleeghuis traditioneel

Kleinschalig groepswonen

Seniorenwoningen op of naas t terrein

Toekomstige wijzigingen (Blijft hetzelfde / n.v.t.,

U itbreiding capaciteit, Inkrimping capaciteit, Stop-

zetting)

V erzorgingshuis

V erpleeghuis traditioneel

Kleinschalig groepswonen

Seniorenwoningen op of naas t terrein

Verzorgingshuis

E igenaar gebouw verzorgingshuis

De zorgorganisatie zelf

Gelieerde vastgoedstichting

Woningcorporatie

Particuliere investeerder

A ndere:

Geen antwoord

Heeft u plannen (van idee tot uitvoering) voor het

aanpassen van het verzorgingshuis?

Ja

Nee

Huidige capaciteit verzorgingshuis

C apaciteit EXCLUSIEF meerzorg

C apaciteit MEERZORG

C apaciteit totaal

Toekomstige capaciteit verzorgingshuis

Toekomstige capaciteit EXCLUSIEF meerzorg

Toekomstige capaciteit MEERZORG

Toekomstige capaciteit totaal

Wat is de s tatus van deze plannen?

Idee

In onderzoek

P lan uitgewerkt

In voorbereiding

In uitvoering

Geen antwoord

De uitvoering van deze plannen is waarschijnlijk

gereed in ...

2013

2014

2015

2016

2017

Na 2017

Geen antwoord

Visie toekomst verzorgingshuis

In onders taande vragen horen we graag welke

richting u op wilt met dit verzorgingshuis gegeven

deze beleidsvoornemens van de overheid.

Welke toekomst is mogelijk voor dit verzorgings-

huis , denkt u? (O nwaarschijnlijk, Enigszins on-

waarschijnlijk, Even waarschijnlijk als onwaarschijn-

lijk, Enigszins waarschijnlijk, Waarschijnlijk, Geen

antwoord)

Page 80: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 76

Scheiden wonen en zorg

V erblijf zwaar

A ndere doelgroepen zorg

C ombinatie bovenste drie

Sluiting

Gewenste toekomstige capaciteit in dit verzorgings-

huis

Totaal aantal plaatsen

Scheiden wonen en zorg

V erblijf zwaar

A ndere doelgroepen

Welke aanpassing van het gebouw is nodig om de

door u gewenste toekomst mogelijk te maken?

Lichte aanpassing (gangen afs luiten, nieuwe

aankleding)

Ingrijpende aanpassing (bouwkundige aanpas-

s ingen, breken, indeling wijzigen)

Sloop / nieuwbouw

C ombinatie van renoveren en s lopen

Geen antwoord

Verpleeghuis

Deze vragen betreffen het traditionele verpleeghuis.

E igenaar gebouw verpleeghuis

De zorgorganisatie zelf

Gelieerde vastgoedstichting

Woningcorporatie

Particuliere investeerder

A ndere:

Geen antwoord

Heeft u plannen (van idee tot uitvoering) voor het

aanpassen van het verpleeghuis?

Ja

Nee

Huidige capaciteit verpleeghuis

PG traditioneel

Somatiek

Geriatrische revalidatie ZVW

Revalidatie AWBZ

Toekomstige capaciteit verpleeghuis

PG traditioneel

Somatiek

Geriatrische revalidatie ZVW

Revalidatie AWBZ

Wat is de s tatus van deze plannen?

Idee

In onderzoek

P lan uitgewerkt

In voorbereiding

In uitvoering

Geen antwoord

De uitvoering van deze plannen is waarschijnlijk

gereed in ...

2013

2014

2015

2016

2017

Na 2017

Geen antwoord

Kleinschalig wonen

O nder kleinschalig wonen vers taan wij verblijf in

een woning waar bewoners een gezamenlijke huis-

houding voeren.

E igenaar gebouw kleinschalig woonprojec t

De zorgorganisatie zelf

Gelieerde vastgoedstichting

Woningcorporatie

Particuliere investeerder

A ndere:

Geen antwoord

Bekos tiging (Meerdere antwoorden mogelijk)

Intramurale indicaties (ZZP)

V olledig pakket thuis (V PT)

Persoonsgebonden Budget (PGB)

Extramurale indicaties (Thuiszorg)

Heeft u plannen (van idee tot uitvoering) voor het

aanpassen van kleinschalig wonen op deze loc atie?

Ja

Nee

Huidige capaciteit kleinschalig wonen

A antal groepen

Totaal aantal plaatsen PG

Totaal aantal plaatsen somatiek

Toekomstige capaciteit kleinschalig wonen

A antal groepen

Totaal aantal plaatsen PG

Totaal aantal plaatsen somatiek

Wat is de s tatus van deze plannen?

Page 81: MONITOR WONEN-Z

Ruimte voor zorg 77

Idee

In onderzoek

P lan uitgewerkt

In voorbereiding

In uitvoering

Geen antwoord

De uitvoering van deze plannen is waarschijnlijk

gereed in ...

2013

2014

2015

2016

2017

Na 2017

O nbekend

Geen antwoord

Seniorenwoningen

Wooncomplexen (huidig en in ontwikkeling) op en

naas t het terrein

Naam complex 1

Naam complex 2

Naam complex 3

Naam complex 4

A antal appartementen / woningen

Ligging wooncomplexen

O p terrein

Naast terrein

Geen antwoord

Status wooncomplexen

Bestaand

Toekomstig

Geen antwoord

E igenaar gebouw

De zorgorganisatie zelf

Gelieerde vastgoedstichting

Woningcorporatie

Particuliere investeerder

E igenaar-bewoners

A ndere

Geen antwoord