Hoofdstuk 15: De Europese civilisatie, maatschappij en cultuur, 1871 - 191415.1. De vooruitgang van de democratie: het socialisme, vakbonden en het feminisme 315.2. Wetenschap, filosofie, kunst en religie 715.3. neergang klassieke liberalisme 11
Hoofdstuk 17: De Eerste Wereldoorlog17.1. Internationale anarchie 1517.2. Wapenfeiten 1817.3. Ineenstuiken Rusland en interventie VS 2117.4. Val Oostenrijks en Duits Rijk 2217.5. Impact van de 2317.6. Vrede van Parijs(1919) 24
Hoofdstuk 18: De Russische Revolutie en de Sovjet-Unie 18.1. Achtergronden 2918.2. De Revolutie van 1905 3218.3. De revolutie van 1917 3318.4. De unie van sociale Sovjetrepublieken 3618.5. Stalin: 5- jarenplannen en de zuiveringen 3818.6. De internationale impact van het communisme 40
Hoofdstuk 19: Democratie, anti – imperialisme en de economische crisis na de Eerste Wereldoorlog 19.1. De voortgang/opmars van de democratie na 1919 4219.2. De Duitse Republiek en de Geest van Locarno 4219.3. Anti – imperialistische bewegingen in Azië 4319.4. De Grote Depressie: ineenstorting van de wereldeconomie 46
Hoofdstuk 20: Democratie en dictatorschap in de jaren 193020.1. De VS: depressie en New Deal 4820.2. Op de proef stellen en aanpassen van de democratie in GB en Frankrijk 4920.3. Het Italiaanse fascisme 5220.4. Totalitarisme: het Derde Rijk van Duitsland 54
Hoofdstuk 21: De Tweede Wereldoorlog21.1. De zwakte van de democratieën: terug naar oorlog 5821.2. De triomfjaren van de asmogendheden 6121.3. De overwinning van het Westen en de SU 6421.4. Stichting van vrede 68
Hoofdstuk 22: De Koude Oorlog en de reconstructie na WO II 22.1. De Koude Oorlog: het openende decennium: 1945 – 1955 7022.2. West – Europa: economisch herstel 7222.3. West – Europa: politiek herstel 7322.4. Hervormen van de globale economie 7522.5. De communistische wereld: de USSR en Oost-Europa (satellietstaten) 76 22.6. De communistische wereld: Mao Zedong en de Volksrepubliek van China 77
2
Hoofdstuk 28: landenfiches Balkan………………………………………………………………………………………………………………………………………………1
België……………………………………………………………………………………………………………………………………………….4
Bohemen………………………………………………………………………………………………………………………………………….6
Canada……………………………………………………………………………………………………………………………………………..7
Denemarken…………………………………………………………………………………………………………………………………….8
Duitsland………………………………………………………………………………………………………………………………………….9
Europese Unie………………………………………………………………………………………………………………………………..16
Frankrijk…………………………………………………………………………………………………………………………………………17
Groot-Brittannië…………………………………………………………………………………………………………………………….26
Hongarije……………………………………………………………………………………………………………………………………….34
Italië……………………………………………………………………………………………………………………………………………….35
Japan………………………………………………………………………………………………………………………………………………39
Latijns-Amerika en Mexico……………………………………………………………………………………………………………..41
Nederland………………………………………………………………………………………………………………………………………43
Oostenrijk……………………………………………………………………………………………………………………………………...45
Ottomaanse Rijk, Turkije, Afrika en Midden-Oosten……………………………………………………………………….50
Polen………………………………………………………………………………………………………………………………………………56
Portugal………………………………………………………………………………………………………………………………………….58
Pruisen……………………………………………………………………………………………………………………………………………59
Rusland………………………………………………………………………………………………………………………………………..…61
Spanje…………………………………………………………………………………………………………………………………………….71
Verenigde Naties……………………………………………………………………………………………………………………………73
Verenigde Staten van Amerika……………………………………..………………………………………………………………..74
Zuid-Oost Azië (zonder Japan) , India, Pakistan en Afghanistan………………………………………………………81
Zwitserland……………………………………………………………………………………..……………………………………………..87
3
Hoofdstuk 9: De Franse Revolutie 9.0.ijkpunten:
Standenmaatschappij Maatschappij van theoretisch gelijke burgers
Soevereine vorst (Dynastische staten)Soevereine natie (Idee vd. Verlichting)= Natiestaten = Macht bij de burgers (Hoe definiëren we een volk?)
Ontwikkeling vanconstitutionele monarchieën Nationalisme, radicalisme als politieke kracht
Vervanging politiek institutioneel systeem gebaseerd op gegroeide vrijheden Geünificeerde nationale staatsbureaucratieën
Invoer uniform meetsysteem, belastingsinstelling… Centralisering Agrarische samenleving Industriële samenleving Agrarische economie industriële, globale economie
Directe gevolgen:
Export van de revolutionaire principes door Napoleon over heel Europa Napoleon is de synthese van het AR en de moderniteit 1814: Congres van Wenen Herstel van het AR
AR kan niet hersteld worden Afbouw AR in schokken: 1789, 1830, 1845… Engeland kent evolutie i.p.v. revolutie
Geen democratie waar AR niet valt Tsaristisch Rusland cfr. Revolutie in 1917 Pruisisch Duitsland
Dekolonisatie als kind van de Franse Revolutie
Tijdslijn:
Mei 1789:…………………………………..Staten-Generaal komt samen in Versailles
Juni 1789:……………………………...…….De Derde Stand verklaart zichzelf als AN
Juli 1789:…………………………………………………………...De inname van de Bastille
Augustus 1789:………………...“Declaration des Droits de l’homme et du citoyen”
September 1791:……..………Eerste constitutie met constitutionele monarchie
April 1791:…………………………. FR verklaart oorlog aan Oostenrijk en Pruisen
September 1792:……………………………..Frankrijk wordt een republiek met CN
Januari 1793:…………………………..…….Koning Louis VXI geëxecuteerd in Parijs
1793-1794:……Robbespierre met de ‘Reign of Terror’; de Radicale Revolutie
Juli 1794:………………Executie van Robbespierre en zijn Jacobijnse vrienden
4
1795-1799:……….…Het directoire en de verspreiding van de Revolutie in EU
November 1799:……………………………….Staatsgreep van Napoleon Bonaparte
1799-1804:….Het Consulaat met Napoleon ‘Eerste Consul’ & Code Napoleon
1801:…………………………………………………..Concordaat met de Katholieke Kerk
1804:………………………………………Frankrijk word Keizerrijk onder Napoleon
9.1.Achtergronden De Franse Revolutie (1789); het meest memorabele oproer van de achttiende eeuw. Een breed, maatschappelijk veranderingsproces tot voelbaar is t.e.m. WOI. Het grote verschil tussen de Franse Revolutie en de Amerikaanse vrijheidsstrijd (1776)schuilt hem in het feit dat Frankrijk en Europa op het moment van de revolutie zich in het centrum van de wereld bevinden. Amerika is een beginnende natie die pas in de 19e en 20eeeuw het strijdtoneel zal domineren.
Frankrijk was het meest geavanceerde land in de achttiende eeuw. Het centrum van de verlichting was er gevestigd, Franse boeken, kranten… werden overal gelezen. Het Frans was dan ook een internationaal gesproken taal. De Franse populatie was ook de grootste van zijn tijd (24.000.000). De Duitsers waren nog steeds verdeeld in kleine ministaatjes en Franse exporten waren groter dan Britse. Franse ideeën werden overal overgenomen, wanneer de Franse Revolutie dan uitbreekt in 1789 is het echter bang afwachten of deze ideeën ook snel over Europa en verder zullen verspreiden.
Het symbolisch belang van de Revolutie ; Frankrijk als wereldmacht die op zeer korte tijd een doorgedreven veranderingsproces doormaakt. Bepalend voor hoe wij de dag van vandaag samenleven en onze maatschappij vorm geven.
Beïnvloedde de latere ontwikkeling van politieke partijen en ideologieën ; Vele ideeën die vandaag nog zeer actueel en courant zijn, zien het daglicht in deze periode.
“LE DROIT DE L’HOMME ET DU CITOYEN”; en zeker de latere “ CODE NAPOLEON” hebben nu nog hun invloed in grondwetten over heel Europa en daarbuiten.
Creatie van een nieuwe samenleving (het feodale systeem wordt grondig gewijzigd en op termijn zelfs afgeschaft); De Franse Revolutie fungeert hier niet als een specifieke gebeurtenis, maar als een evolutie naar een nieuwe maatschappij, machtsverdeling, natievorming…
*Het Ancien Regime - De Drie Standen:Een eerste oorzaak voor de revolutieHet Frankrijk voor de revolutie wordt gekenmerkt door het feodale standensysteem. De maatschappij steunt hier op drie pijlers: Adel, Clerus en Derde stand. Op het einde van de achttiende eeuw komt sleet op deze maatschappijindeling, aangezien ze de macht legt bij een kleine groep en de overgrote meerderheid in de kou laat staan.
De positie van de clerus moet niet overdreven worden ; De kerk was niet rijker dan de Engelse kerk, ze heften beiden tienden op de landbouw en speelden beiden een rol in gouvernementele aangelegenheden. Speelde echter wel een significante rol in vergelijking met vandaag.
5
De adel (aristocratie) wordt onder de voet gelopen door de opkomende bourgeoisie (derde stand); De bourgeoisie verwerft politieke macht en wil een meer gelijke machtverdeling bekomen.
Er ontstaat een significante populatie van loonarbeiders; boeren op het platteland alsook ambachtslieden in de steden worden afhankelijk gemaakt van loon en mechanisatie. Hierdoor stijgen de prijzen en worden ambachten minder ambachtelijk gemaakt. Wanneer tussen 1730 en 1780 de lonen met 22% stijgen in vgl. met consumptiegoederen, die 65% stijgen, legt dit een grote druk bij de derde stand.
Clerus:
100.000; bezitten 10% vh. land.Inkomens van het land zeer ongelijk verdeeld. Diep geëngageerd in het sociale systeem. Houden het volk rustig, ‘het is het lot van de derde stand’…
Adel:
400.000; bezitten 20% vh. land.Bekleedden van belangrijke publieke functies (cfr. Opkomt van bourgeousie in deze functies).Privileges en monopolies (cfr. Banalités); vrijgesteld van belastingen.
Derde stand:
24.500.000; de boeren bezitten 40% en de bourgeoisie20% vh. land. Enige belastingbetalers, geen privileges.
Een systeem dat niet aangepast is aan de realiteit van einde achttiende eeuw!
*Het Agrarische Systeem in het ARZo ingedeeld, dat er geen lijfeigene waren. Men had zijn eigen land of men pachtte het. De adellijke eigenaar echter beschikte wel over het monopolie op de dorpsmolen, bakkerij of wijnpers. Hiervoor werden vergoedingen of banalités gevraagd. Eigenaars van een buitenhuis, gelieerd aan meerdere landerijen, bezat het eminent bezitsrecht. Dit hield in dat de eigenaars onder hen praktisch het land bezaten, maar hier wel jaarlijks een prijs voor moesten betalen.Naast deze bezitsrechten waren er ook enkele collectieve rechten. Sommige akkers waren gemeenschappelijk goed.
Eigendom wordt ten tijde van de franse revolutie een belangrijk bezit. Zelfs vandaag blijft eigendom het belangrijkste bezit. In 1789 bezaten de bourgeois evenveel land als de aristocratie.
De Franse Revolutie stelde als finaal effect het begrip van privaat eigendomsrecht in. (Cfr. eminent eigendomsrecht in het AR)
*De Politieke Eenheid van Frankrijk:Een tweede oorzaak voor de revolutieFrankrijk was tijdens het AR reeds een natie die geünificeerd was. Dit verwezenlijkt door de eeuwenoude monarchie. Sociale condities konden zo aanleiding geven tot een natieweide publieke opinie, bestuur, onrust, wetgeving… Verlichte denkers ( Voltaire , Rousseau …)
In de achttiende eeuw zag men in Frankrijk al het belang in van een politiek entiteit. Dit in combinatie met het gevoel van broederschap draait tijdens de revolutie uit in passie voor het burgerschap. Bij
6
het uitbreken van de revolutie begroeten de mensen elkaar met ‘citoyen’ of ‘citoyenne’ en riepen ze: ‘Vive la nation’.
De nationalistische krachtachter de revolutie
De Verlichting als een cultuur van politieke en sociale kritieken Kritische geest in de ‘Salons’ “Fout van Voltaire” Toch geen verspreiding bij grote publiek!
“Opinie regeert de wereld” (Calas Affaire, 1760) De laatste twee decennia als een periode van politieke controverse
Corruptie breekt de sociale hiërarchie af Advocaten konden vrij spreken over populaire sentimenten en natuurlijke rechten
*Staatsbankroet en een poging tot Rechtstreekse Belastingen:Een derde oorzaak voor de revolutieIn 1788 ging 5% van de financiën naar het hof. Een kwart van de schatkist was gereserveerd voor oorlogsvoering (Cfr. War of American Independance). De helft van het belastingsgeld was gereserveerd voor de staatsschuld. Deze verdeling toont grote gelijkenissen met de Britse financiële regeling van die tijd. Tijdens het AR was Frankrijk één van de rijkste staten ter wereld.
De meest belangrijke taks: de ‘taille’, naast de zouttaks, werd alleen door boeren betaald. De eerste en tweede stand genoten privileges en waren vrijgesteld van belastingen. Een gebrek aan een fiscaal systeem en de boeren die te kampen kregen met misoogsten, deed de belastingsdruk rijzen. Louis XIV, John Law, Maupeou en Turgot zagen de nood tot taxatie van de geprivilegieerde klasse. De adel en clerus echter zagen taxatie als een aantasting van hun status en verzette zich hevig.
1786: Afschaffen van de taille
Invoeren van een algemene taks , door alle landeigenaars betaald (Cfr. Calonnes’s Programma; nieuwe taksen, tarieven, confiscatie kerkelijke goederen)
Opvolger Loménie de Brienne, samen met Louis XVI, probeert hij parlementen te blokkeren met modern juridisch systeem tegenwerking notabelen, legerofficieren…
5 juli 1788 : samenroepen Staten-Generaal; niet meer sinds 175 jaar (1614)
9.2.De Revolutie *De Start: Louis XVI roept de Staten-Generaal samen; mei 1789Zoals gepland komen de Standen bijeen in de Staten-Generaal in mei 1789. De derde stand werd voornamelijk vertegenwoordigd door advocaten. Het waren zij die opsplitsing in drie kamers onrechtvaardig vonden en aanstuurde op een samenkomst in één ruimte met individueel stemrecht.
13 juni: enkele priesters stapten van de eerste kamer over naar de derde.
17 juni: De derde stand verklaart dat zij als enige, de eenduidige vertegenwoordiging vh. Franse volk zijn! Instellen van de Assemblée Nationale
*Fase 1: De Assemblée Nationale; 20 juni 1789De koning sloot de hal waar de vergadering door ging. De leden van de Assemblée Nationale vonden op hun beurt onderdak in een nabijgelegen kaatsbaan.
7
20 juni 1789 : ‘Eed van de kaatsbaan’; derde stand gaat niet meer uiteen totdat ze officieel erkend zijn als vertegenwoordiging van het Franse volk. Abbé Sieyès“Wat is de derde stand?januari 1789 adel is nutteloos en derde stand is het
echte Franse volk Koning laat snel grondwet opstellen, maar het is al te laat; Koninklijke macht wordt
ondermijnd; tegen eind juli wilde Louis XVI de AN met militaire slagkracht laten ontbinden. Koning geallieerd met de aristocratie! Vele van hen zullen onderduiken bij hun internationale
connecties Aanvoer van een contrarevolutie Oogst van 1788 viel mager uit; broodprijzen rezen snel; handel met Amerika viel stil (Cfr. War
on Independance) Werkloosheid
De steden waren bang om onder de voet gelopen te worden door daklozen, bedelaars, dieven… In Parijs werden troepen uit Versailles gestationeerd. Op 14 juli 1789 kwam de bevolking samen bij de Bastille, een gewapend fort ten tijde van de middeleeuwen nu gebruikt als gevangenis.
14 juli 1789 : Bestorming van de Basille; 98 mensen gedood Koning erkend een burgercomité in Parijs Burgerwacht o.l. van Marquis de Lafayette
‘Grande Peur’ in de rurale districten; grote boerenopstanden o.i. van onveiligheid
*De hervormingen van de Assemblée NationaleDe AN kon enkel de orde herstellen wanneer men de eisen van de boeren tegemoet kwam. Op de nacht van 4 augustus zwoeren enkele notabelen verschillende van hun rechten af (Cfr. Banalités, jachtrechten en hun eminent eigendomsrecht). Hierdoor werden alle persoonlijke taksen opgeheven. Omtrent het eminente eigendomsrecht werd een compromis bereikt. Later in 1793, in het hart van de Revolutie, komt deze discussie terug op tafel te liggen.
Decreet van de resoluties van 4 augustus 1789:
Standenmaatschappij en feodaliteit afgeschaft
26 augustus 1789 : de verklaring van de rechten van de man en de burger collectieve soevereiniteit aan het volk Artikel I stelt: “Iedereen heeft gelijke rechten” Vrijheid gedefinieerd als vrijheid om alles te doen, dat andere geen schade toebrengt Inspiratie voor ontwikkeling van potentiële revolutionaire ideeën:
- The Rights of Man Thomas Paine- The Rights of Woman Olympe de Gouges; gelijkheid tussen de seksen; herdefinitie
van het huwelijk als een civiel contract
In september 1789 begon de AN aan de planning van de nieuwe regering.
Gouvernementaal lichaam in tweekamerstelsel Macht van de koning? Patriotten tegen sterke constitutionele macht voor de koning
- Graaf van Artois (Broer Louis XVI); reeds geëmigreerd naar het buitenland
Op 4 oktober 1789 trok een groep vrouwen en revolutionaire militanten naar Versailles om de koning te wijzen op zijn plichten als vorst, hem naar Parijs te escorteren.
8
Polarisatie binnen de AN ; Organisatie in politieke clubs. Volgens de conservatieve revolutionaire viel de Revolutie in de verkeerde handen.- De Jacobijnen, “gemeenschap van vrienden van de constitutie”; ontmoeting in oude
jacobijnenklooster; meest geavanceerde, elitaire leden van de AN Erkenning AN
*Fase 2: De Assemblée Constituante; 1789-1791Gedurende twee jaar (van oktober 1789 tot september 1791) zal de AN, nu de Assemblée Constituante verder werken. Enerzijds zal ze het land besturen en anderzijds ‘La déclaration des droits’ omzetten in een grondwet.
Zwaartepunt bij wetgevende macht 83 gelijke departementen Uniforme gemeentelijke organisatie Eénkamerstelsel zonder vetorecht voor de koning
Op 14 september 1791 wordt de koning verplicht om trouw te zweren op de nieuwe grondwet. De macht van de koning wordt vanaf nu zwaar ingedijkt. Louis XVI wordt verplicht om de rol van constitutioneel monarch op zich te nemen.
Toch was het systeem nog niet geheel democratisch. Zo mochten vrouwen niet stemmen en werd er onderscheid gemaakt tussen ‘passieve’ en ‘actieve’ burgers.
Beide soorten burgers hadden dezelfde civiele rechten, maar alleen actieve burgers hadden het recht om kiesmannen naar voren te schuiven. Deze ‘actieve’ burgers waren steeds mannen over 25 jaar en rijk genoeg om een kleine taks te betalen die hen het statuut verleende. Mensen die zich een hogere taks konden permitteren, konden opkomen als kiesman, tussen 1790-1791 waren enkel 50.000 personen in de mogelijkheid zich al kiesman op te stellen.
Revolutie vooral voordelig voor de middenklasse (Cfr. Bourgeoisie) Grote kerkelijke landerijen in grote blokken verkocht = Enkel bourgeoisie kapitaalkrachtig Assignaten, eerst als obligaties, later papierenmunt Vrijemarkteconomie; Adam Smith met ‘Laissez-fair, Laissez-passer’ 1791 : Wet le Chapelier; Afschaffing van de gilden
- Meesterschap bijna erfelijk: eigen associaties & handelsunies (Cfr. Compagnonnages)
- Ondernemingen in chaos stakingen in 1791- Vrijhandel
Instelling van rechtstreekse belastingen inning? Staat?
Ook het kerkelijk monopolie wordt aangetast. Het revolutionaire Frankrijk ziet het Christendom als een staatsgodsdienst, die niet al te veel moet gedomineerd worden door de paus in Rome.
1790 : Civil Constitution of the Clergy Aantal diocesen (bisschoppelijke districten) daalt van 130 tot 83 Monastieke huizen opgeheven Priesters gekozen en betaald door de staat
9
BESLUIT: Revolutionair systeem ten gunste van de rijke burgers (Ontgoocheling bij boeren…)
Oprichting Nationale Garde (burgerlijk leger)
Scheiding der machten: onafhankelijke rechterlijke macht & Administratieve uniformisering
Grote vijanden: Kerk en adel Katholieke Kerk (Cfr. ‘Constitutionele Klerikale’ en ‘Archaïsche Klerikale’)
9.3.De Revolutie in Europa en de “Tweede” Revolutie *Fase 3: De Assemblée Législative; 1791- 1792
De eerste grondwet (14 september 1791)treedt in werking wanneer de koning de eed zweert op de nieuwe grondwet. FR=> verdere evolutie van de revolutie
Meer politieke clubs; de radicale Girondijnensplitsen af van de Jacobijnen ; Montagnards
EuropaEuropa was snel verdeeld. De doctrine van de Franse Revolutie was tenslotte een universeel gegeven dat zich niet liet binden aan: tijd, plaats, ras of natie.
“het aanbreken van een nieuw tijdperk” Zwaar geschrokken aristocraten (Cfr. Graaf van Artois, sinds het begin gevlucht
Contrarevolutie) Overal liefhebbers en vijanden van de revolutie!
Situatie anno 1770:
Frankrijk:
Bourbonfamilie (alsook in Spanje en Napels) Aan het zuiden beveiligd
(bevriende koningen) = kunnen richten op het oosten.
Duitsland:
Nog geen natie, eenheid = Meer complex Amalgaam van +/- 300 aparte
bestuursgebieden Oude Duitse keizerrijk Vertegenwoordiging in de
Reichstag (Keizer heeft weinig macht)
Deel van Oostenrijk in het zuiden Deel van Pruisen in het noorden
Ottomaanse Rijk:
Sinds de 16e eeuw defensief, conservatief
19e eeuw: “De zieke man van Europa”
Botste op het Habsburgse Rijk
Rusland:
10
Komt voort uit het graafschap Moscovië Peter de Grote brengt ‘openheid’
naar het westen Polen wordt het grootste
slachtoffer (Cfr. Pruisen en Rusland verdelen Polen)
Spanje en Portugal:
Verliezen oude glorie Nieuwe koloniale grootmachten
(Cfr. GB en Frankrijk) 1814, Wenen: Macht in de
kolonies definitief verliezen
GB:
Na de oorlog met Napoleon erkend als grote zeevloot, wereldmacht.
De spanning die in Frankrijk aanwezig was, was ook te voelen in andere landen. Bij sommige landen waren er wel verschillen op machtsbasis: Engeland beschikte al over een constitutie en in Rusland is de tsaar nog steeds de absolute macht, zonder enige inspraak (Cfr. 1917).
De sleutelpositie in Europa was anno 1792 nog steeds weggelegd voor de Habsburgse KeizerLeopold II => d broer van de Franse koningin weigerde om de eisen van geëmigreerde aristocraten in te vullen en een oorlog tegen Frankrijk te starten. Europa regeerde over het algemeen zeer traag tegenover het nieuwe Franse regime. Dat regime echter liet zich niet terugschrikken en annexeerde zonder problemen Avignon.
Juni 1791 : nieuwe poging (2e) van Louis XVI om te vluchten; arrestatieLeopold II ontmoet de koning van Pruisen in Saksen ‘Verklaring van Pilnitz’ Als Leopold II een oorlog start zijn de andere grootmachten
verplicht hem te volgen Houding van William Pitt (Brits eerste minister) ? Revolutionairen in Frankrijk gealarmeerd
- Girondijnen voeren internationale revolutie tegen de gekroonde hoofden- Aanwakkeren revolutionaire gevoelens buurlanden annexatie
Op 20 april 1792 verklaarde de Girondijnen en een handvol radicale Jacobijnen de oorlog aan de koning van Oostenrijk en Bohemen.
*De Tweede RevolutieDe oorlog maakte de onrust en ontevredenheid van lagere klasse in Frankrijk enkel groter. In 1792 stegen de prijzen tot pijnlijke hoogten. De assignaten als enig betaalmiddel verloor zijn waarde. De AL en de Constitutionele Monarchie ontbrak aan vertrouwen bij het publiek.
25 juli : Het Brunswick Manifest Pruisen sluit aan bij Oostenrijk (zomer 1792) Frankrijk binnenvallen!
Robespierre, Danton en Marat (Jacobijnse leiders) schoten in het verzet de Marseillaise als nieuw strijdlied 10 augustus 1792 : arbeiderskwartieren in grote revolte Nieuwe gemeentelijke regering => AL ontbinden
- Anarchie en terreur in de straten van Parijs- September 1792 : 1100 contrarevolutionairen brutaal vermoord in de ‘september
bloedbaden’
11
BESLUIT: Grote afschuw, andere sympathie
Niemand wil de oorlog, onenigheid over Frankrijk zelf
De Girondijnen wakkeren Frans angstgevoel aan. “2e revolutie van het gewone volk” AL verklaart bijna unaniem de oorlog aan Oostenrijk Pruisen sluit zich aan bij Oostenrijk (Gebieden aan de Rijn uitbreiden?) Afschaffing van de AL en instellen van de Convention Nationale
9.4.De Opkomende Republiek en de Terreur *Fase 4: De Convention Nationale; 1792-1795
Een tweede grondwet; 1792-1795Op 20 september 1792 komt de CN samen. Ze riepen onmiddellijk het ‘eerste jaar van de republiek’ uit. Hun eerste opdracht was het schrijven van een nieuwe, meer democratische grondwet. Het koningschap wordt afgeschaft en Louis XVI is voortaan een gewoon Frans staatsburger. Bij zijn vluchtpoging om hem aan te sluiten bij de contrarevolutionairen wordt hij gevangen genomen. Op 21 januari 1793zal hij dan ook geëxecuteerd worden.
De nieuwe leiders van de CN: Diegene die vanboven in de zaal zaten, De Montagnards;
ze noemde zichzelf‘les sans-culottes’ Ze droegen niet de kniebroek van de bourgeoisie en waren voor een directe democratie.
31 mei 1793 : de Commune van Parijs voert enkele arrestaties uit op Girondijnen (o.i. van de sans-culottes) Girondijnen als Concordet vluchtten naar de provincies!
Hevige rebellieën in steden als Lyon, Bordeaux en Marseilles Girondijnen bereikten hen Links extremisten, de enragés genaamd, waren geen voorstanders van de Conventie
*Het programma van de nationale conventieHet programma dat de conventie hanteerde, was dat vanMaximilien Robespierre, Jacobijn en advocaat, die zetelde voor de derde stand, in de Staten-Generaal van 1789. Ten tijde van de AL (1791-1792), pleitte hij voor de democratie en tegen de oorlog van 1792. In september 1792 was hij een prominent lid van de Montagnards.
Anarchie onderdrukken, civiele strijd neerslaan, contrarevolutie stoppen…
Mobilisatie van manschappen in Frankrijk en het buitenland om oorlog te voeren
Verder werken aan een democratische constitutiealsook de contrarevolutieen het winnen van de oorlog door een sterke mobilisatie van manschappen en middelen in Frankrijk, maar ook in de landen onder invloed van de revolutionaire gedachte. Verder werkten ze aan een democratische constitutie.
12 leden van de Conventie werden de leiders van het nieuw opgerichte Comité voor Publieke Veiligheid. Zowel de militante advocaat Couthon, als de legerofficier Carnot, werden aangesteld om contrarevolutie te onderdrukken. Dit bewind is de geschiedenis in gegaan als het ‘Regime van Terreur’. Men zette een alternatieve ‘lynchwet’ in werking, vergelijkbaar met die van de ‘september bloedbaden’.
12
Vele duizenden mensen werden gedood in het hart van de revolutie. Er ontstond een open revolte tegen de Conventie, de terreur was inhumaan. Het Comité opereerde als een mede-dictatorschap en oorlogscabinet.
Bulletin des loix Alle wetten incorporeren Administratie centraliseren
levée en masse Dienstplicht voor het leger
Economische maatregelen Assignaten stopten met het dalen in waarde Vrijheid voor private ondernemingen Prijscontroles
Nieuwe grondwet uitgebracht in juni 1793 Algemeen stemrecht (mannen) Afschaffing slavernij in de kolonies (Napoleon voert dit terug in, in 1802!)
*De climax van de revolutie; 1793-1794De komst van het Comité met een democratisch programma, ondermijnde en schafte de turbulente democratieën binnen populaire clubs en lokale assemblees af. Vrouwenorganisaties waren verboden en in de herfst van 1793 werden de leiders van de enragés door het Comité opgepakt.
‘ultra-revolutionairen’ als JaquesHébèrt stellen dat de kerk een vorm van contrarevolutie is! ‘Cult van de Rede’ Een nieuwe, republikeinse kalender Juni 1794 : ‘Cult van het suprême wezen’door RobespierreDeïstische natuur religie
Robespierre en het Comité hebben zowet iedereen tegen hen in het harnas gejaagd. Naast de liquidatie van de linker Hébertisten, hebben ze ook enkele Dantonisten (rechter Montagnards) geguillotineerd.
Lente van 1794 : Franse leger beschikt over 800.000 soldaten Overtuigende winst bij Fleurus, België in juni installatie Batavische Republiek
27 juli 1794 (9 Thermidor) : Robespierre en administratie afgezet en geëxecuteerd (een dag later) ‘Thermidoriaanse reactie’
Terreur afgeschaft ; alsook prijscontroles Sporadische opstanden, terug troepen naar Parijs (1795)
Oudere sociale klasse hersteld de macht ; Vrede met Spanje en Pruisen Een derde grondwet (eind 1795): “De Constitutie van het Derde Jaar”
BESLUIT: Afzetting (1792) en executie (1793) van Louis XVI (Citoyen Capet)
Executie als symbolisch einde van het AR Oprichting Franse Republiek (augustus 1792)
‘Une et Indivisible’
13
Andere monarchieën willen komaf maken met de rupubliek (Cfr. Spanje, Engeland, Oostenrijk verovering Oostenrijkse Ned.)
Radicale fractie (Montagnards cfr. ‘sans-culottes’ – Robespierre) aan de macht
Democratische hervormingen Nieuwe grondwet (2 e )
Evolutie naar dictatuur Comité de Salut Public = wetgevende en uitvoerende macht Terreur Guillotine
Boerenopstanden en staatsgreep van de burgerij
3 e Constitutie in 1795
9.5.Het Directoire; 1795-1799*Een derde grondwet, ‘De constitutie van het derde jaar’; 1795De eerste constitutionele, Franse Republiek, gekend onder het regime van de vijf directeurs, het directoire, duurde 4 jaar. De constitutie was ook in België geïmplementeerd. Het gaf bijna alle volwassen mannen stemrecht. Het systeem kende een tweekamerstelsel.
‘de raad van vijfhonderd’ (lagere kamer) en ‘de raad van de ouderen’ (hogere kamer) Directeurs afkomstig uit de hogere kamer
zeer afhankelijk van het leger Vijanden zowel aan de linker als de rechterkant
- ‘Declaratie van Verona’ rechterkant wil de monarchie herstellen met Louis XVIII- Linkerkant is democratischer; val Robespierre was een schande; extremisten
organiseerden in 1796 de ‘samenzwering van de gelijken’ o.l.v. GracchusBabeuf.
*De Politieke Crisis en de Staatsgreep van Napoleon; 1797-1799Kaart: De Franse Republiek en haar Satellieten, 1798-1799
De eerste maal dat er vrije verkiezingen worden gehouden is in maart 1797. Er treedt een verandering op in de balans tussen beide kamers in het voordeel van het royalisme. Generaal Bonaparte kreeg in 1796 het bevel over een leger en leidde twee schitterende campagnes. Eén waar hij de Alpen oversteekt en Oostenrijkers uit Noord-Italië verdrijft. Hij slaagt erin om de regering afhankelijk van hem te maken en zo ontwikkeld hij een buitenlands beleid dat volledig het zijne is.
Verwezenlijkt een Republiek in de Po-Vallei, met Milaan als hoofdstad! Bonaparte dringt erop aan dat België en Italië binnen Franse controle blijven Verontrust door de aanhang van royalisme tijdens de verkiezingen van 1797
Directoire verliest controle over generaals; Staatsgreep van Fructiodor (4 september 1797) Napoleon stuurt Augereau naar Parijs om opstanden neer te slaan Verkiezingen geannuleerd Nieuwe regering tekent verdrag van Campo Formio; annexatie van België door FR erkent,
Venetië geannexeerd door Oostenrijk; verspreidde de revolutie zich snel over Italië, naar Frans model
Directoire wordt ineffectief dictatorschap Financieel vertrouwen? Stabiliteit? Religieuze Schisma? augustus1798: algemene oorlog
14
- de tweede coalitie (GB en Rusland) >< Frankrijk Slag bij de Nijl - 1799 : Russen, met Marshal Suvorov, al tot in Zwitserland en Italië
Nieuwe formule : “Vertrouwen van onderuit en autoriteit van bovenuit” (Cfr. Sieyès)- Napoleon als nieuw gezaghebber beviel hen onmiddellijk, toch meeste Kamerleden
niet te vinden hiervoor- staatsgreep van Brumaire (9 november 1799): Napoleon verjoeg de leden uit de
kamer en stichtte een nieuwe republiek, Het Consulaat.
BESLUIT: Grijpt terug naar 1e constituante, radicalen moeten uitgezuiverd worden.
Nieuw politiek stelsel Tweekamerstelsel (‘Raad van vijfhonderd’ en ‘Raad van de ouderen’) Getrapte verkiezingen (Kiesmannen) 5 directeurs, geregeld vervangen Scheiding der machten: wetgevend (kamers), uitvoerend (5 directeurs) en rechterlijk Tegenstand van radicalen en royalisten
Klemtoon op beroepsleger (Levée en masse blijft!) Directoire wordt zeer afhankelijk van het leger Generaals dingen naar macht (Cfr.
Napoleon) Napoleon Bonaparte
Schitterende militair, twee schitterende campagnes (Aanval op Oostenrijk via Alpen!) Vrede van Campo Formio: Napoleons weg naar Wenen (Oostenrijk) is open. Keizer (Oostenrijk) doet afstand van N-Italië en de Zuidelijke Nederlanden (België) Cisalpijnse Republiek in N-Italië naar Frans model. Diplomaat van formaat
- Hij stippelt binnenlandse politiek uit voor de directeurs- Slaat Fructidor-opstand neer- Eigen staatsgreep van Brumière (9 november 1799) - Installeert het Consulaat (Zichzelf als eerste Consul vd. drie) - Keert terug naar AR inzake machtspolitiek (holt parlementen uit!), maar toch
moderniserende ideeën (Cfr. Code Napoleon!)
Napoleon brengt stabiliteit voor een lange tijd. Hij maakt een einde aan de Franse Revolutie. Hij keert slechts in beperkte mate terug naar het AR, inzake machtspolitiek. Het dagelijks bestuur van de natie wordt volledig gemoderniseerd met: burgerlijke rechtspraak, een performant fiscaal systeem (voor de eerste maal uniforme inning van belastingen!), wetten duidelijk op schrift gesteld (cfr. Code Napoleon)…
9.6.Het Consulaat; 1799-1804De Franse Republiek is nu terechtgekomen onder het regime van een generaal. Bonaparte was geen ‘gentleman’. Als een kind van de verlichting, was hij volledig geëmancipeerd. Hij had alle kwaliteiten geassocieerd met leiderschap. Het Franse Consulaat transformeerde in een verlicht despotisme.
*Een vierde grondwet verkozen bij referendum; 1799Napoleon vaardigde onmiddellijk een nieuwe constitutie uit, eentje die hij liet verkiezen op basis van een referendum. De nieuwe constitutie was eigenlijk bedoeld om zand in de ogen te strooien van de
15
parlementaire instituties. Hij voorzag algemeen mannelijk stemrecht, maar de notabelen werden in een legislatief lichaam geplaatst waar ze nog wetten konden initiëren, nog bediscussiëren.
Conservatieve senaat : raad van state Geïnspireerd op AR, Bereidde wetten voor onder het oog van de Eerste Consul, Napoleon
1799 : Russen trekken zich terug uit het internationale oorlogstheater, enkel nog Oostenrijkers in de Italiaanse ruimte 1801 : verdrag van Lunéville in grote mate bevestiging van Campo Formio.
Interne orde : Geheime politie Centraal georganiseerde, administratieve kolos
- Cambacérès als tweede consul , afkomstig uit het terreurregime- Lebrun als derde , een collega van Maupeou (Cfr. Louis XV)- Talleyrand, Bisschop afstammend van aristocratische lijn, verzorgde buitenlandse
zaken De kerk:
1801 : concordaat met het Vaticaan- paus kon bisschoppen verwijderen, in ruil herkende hij de Franse Republiek- Debat rond Avignon (Westers Schisma) afgerond in pauselijk voordeel- Priesters voortaan door de staat betaald
Op deze manier zette hij het Vaticaan schaakmat, zij konden niet langer de Republiek als ‘goddeloos’ afdoen.
*De wetten en administraties Moderne staat met concrete vormen:
Geen standen meer, officiële ambtenaren Carrières stonden open voor talent Belastingen centraal geregeld, voor iedereen Uitgaven gestructureerd; volwaardige munt en krediet ingevoerd Bank van Frankrijk Napoleontische wetten : 5 Codes; Code Napoleon (Civiele Code) legaal en juridisch
uniform De revolutie was over
- Vrede was zowel intern (aristocratie) als extern (Paus, GB, Continentale Grootmachten) bezegeld
1802 : Consul Voor Het Leven1804: Napoleon I als keizer; Een nieuwe constitutie
BESLUIT: Een vierde grondwet besluit de staatsgreep van Brumière
Uitholling algemeen stemrecht Machteloze wetgevende macht 3 consuls met een raad van state Door het volk geplebisciteerd (= met grote overwinning verkozen)
De Eerste Consul (Napoleon) maakt alle beslissingen en bestuurt de staat Centraal georganiseerd met bekwaam bestuursapparaat op alle niveaus Capaciteiten tellen i.p.v. familiale afkomst Staatsfinanciën saneren (vb. afschaffen van de assignaten; briefgeld)
16
Bank van Frankrijk Code Civil: Bevestiging ‘Droits de l’homme et du Citoyen’
Bij verovering worden de principes overgebracht naar de rest van Europa
Stabilisering van de Franse Staat
INTERN1801: Concordaat met de Paus; Clerus aanvaard de Franse Republiek Paus mag clerici opnieuw kiezen;
maar betaald door de staat Godsdienstvrijheid blijft!
Amnestie voor dissidentenSanering van de financiën maatregelen ten gunste van ondernemersEXTERNVrede met Habsburg en GB
1802 : Consul Voor Het Leven
1804 : Keizer Napoleon I
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa 10.0.Ijkpunten:
Keizer Napoleon I (Keizer van Frankrijk, Koning van Italië, en Protector van de Confederatie van de Rijnbond)
Grote politieke, economische eenmaking binnen Europa (Versplinterd binnen 15 jaar) Le Grand Empire Het Continentale Systeem (economie)
Franse impact stuurt Duits nationalisme aan in Pruisen
Gevechten van 1792 tot 1814 gezien als “Wereldoorlog”: effect op wereldschaal cf. USA bemachtigd Louisiana in 1803…
17
GB in continue oorlog met FR + GB als ongeziene zeemacht
Amerikanen kunnen de Verenigde Staten van Amerika consolideren Verkoop van Louisiana 1803 Anglo-Amerikaanse oorlog 1812
Tijdslijn:
1793-1797:.....……Eerste Coalitie (PR, GB, AU, SP) – Verdrag Campo Formio
1799-1801:…………………………………..………..Tweede Coalitie (PR, GB, AU,RS)
1803:………...Napoleon is verslagen in Haïti en FR verkoopt Louisiana aan VS
1805-1807:……………………………………………………....Derde Coalitie (AU, RS, GB)
1806:……………………………….…..Napoleon verslaat de Pruisen en bezet Berlijn
1806-1825:.......Latijns-Amerikaanse vrijheidsstrijd tegen Spanje en Portugal
1807:………....Verdrag van Tilsit; FR-RS-Alliantie & Het Continentale Systeem
1808-1814:Peninsulaire oorlog leidt tot Franse nederlaag in Spanje (cf. GB)
1810: …..Napoleon trouwt Marie Louise; dochter van de Oostenrijkse Keizer
1812:………………………………...…Napoleons ‘Grand Army’ verslagen in Rusland
1813:………………………………………………Frans leger verliest gevecht bij Leipzig
1814:……………………..Aftreden van Napoleon en restauratie van de Bourbons
1814-1815:…………….Congres van Wenen reorganiseert de Balance of Power
1815:…………..Napoleon grijpt terug de macht voor honderd dagen; Waterloo
10.1.De vormgeving van het Franse imperium*De Coalities tegen Napoleon
Het verval van de Eerste en Tweede coalitie; 1792-1802 Grootmachten zaten niet op dezelfde lijn
- Leopold van OostenrijkVerklaring van Pillnitz (1791)- Angst voor Rusland (Oostenrijk en Pruisen durft hun troepen niet te ver uit te sturen)- Oorlog start in 1792
Opdeling van Polen en verdwijnen Poolse staat als gevolg eerste coalitie
1795: Napoleon breekt eerste coalitie- Spanje en Pruisen sluiten vrede met FR- GB van het continent verdreven- Vrede van Campo Formio 1797 tussen Oostenrijk en FR
18
De Tweede coalitie; 1799- Britse vloot kan FR verslaan in Egypte
Tweede coalitie opgebroken door Vrede van Lunéville, 1801 tussen Oostenrijk en FR
1802: GB tekent Vrede van Amiens
Vredesintermezzo; 1802-1803 Napoleon onderdrukt onafhankelijk Haïtiaanse republiek van Toussaint L’Ouverture Cisalpijnse Republiek (= Italiaanse Republiek) met Napoleon als president Helvetische Republiek (= Zwitserland) met Napoleon als mediator Schaamte der Prinsen: Duitse prinsen stonden gebied af links van de Rijn en vestigde zich
rechts van de Rijn Afwezigheid van Duits Nationalisme- HRR gemuilkorfd en gereduceerd door Talleyrand
De Derde Coalitie; 1805-1807 (GB, Oostenrijk en Rusland)
Oorlog start opnieuw in 1803
Napoleon zag dat hij fysiek geen overwicht meer kon bieden- Verkoop Louisiana aan de USA- Terugtrekken in Haïti
GB zoekt bondgenoten voor hun derde coalitie- 1805: Oostenrijk tekent in op het aanbod
Francis II riep in 1804 het Oostenrijkse Rijk uit op de ruïnes van het HRR- Alexander I treedt toe met Rusland
Tsaar Alexander I treedt aan in 1801. Hij laat zich omringen met een cirkel van liberale van verschillende nationaliteiten. De Pool Czartoryski was één van hen. Alexander I zag het verdwijnen van de Poolse staat als een misdaad. Wanneer Napoleon in 1804 de soevereiniteit van Baden schond, sloot Alexander I zich aan bij GB. Hij zag zich als arbiter van centraal Europa.
De Vrede van Tilsit; 1807
Napoleon bereidde zich voor GB binnen te vallen- Training in ‘aan boord en van boord gaan’- GB zette uitkijkposten uit aan hun kusten
Oostenrijk-Russische legers en de Britse vloot onder Lord Nelson 1805: Britten zijn heer en meester op zee Slag bij Trafalgar
- 2 december: overwinning van Austerlitz (Russen en Oostenrijkers verslagen door Napoleon bij de Ulm)
- Verdrag van Pressburg Napoleon neemt Venetië in Confederatie van de Rijn (Rijnbond)
19
- Protectoraat van Napoleon na het uiteenvallen van het HRR- Pruisen (10 jaar vrede met FR) vervoegde derde coalitie na oprichting confederatie
van de Rijn- Pruisen gaat alleen in oorlog met FR Pruisen verslagen in Jena en Auerstädt
(oktober 1806)- Eerste ontmoeting met Russische leger (west Polen en oost Pruisen) verslaat het
juni 1807 in Friedland
Alexander I en Napoleon ontmoeten elkaar op de grens tussen Pruisen en Rusland (Niemen Rivier)
Napoleon schuift schuld in schoenen van Engeland Stelt Alexander de positie van Keizer van het Oosten voor Vrede van Tilsit; juli 1807 Pruisen gebieden ten westen van de Elbe (Koninkrijk van Westphalen)
toegevoegd aan de Confederatie van de Rijn
*Het continent gedirigeerd door Napoleon De Continentale Blokkadeen de oorlog in Spanje
De Britten leken veilig op hun eiland (cf. Slag bij Trafalgar)- Economische oorlog door politieke controle over het continent aan te wenden Britse
goederen te blokkeren (Berlijns Decreet; 1806)- Napoleon wou dat héél Europa zich hier aan hield Rusland, Pruisen en Oostenrijk
verklaren oorlog aan GB - Denemarken en Portugal onafhankelijk bombardementen van de Britten op
Kopenhagen (Denen alliëren met Napoleon) Spaanse koning Charles IV Bourbon enFerdinand geforceerd af te treden
- Napoleons broer Joseph op de troon- Spaanse havens blokkeren Britten in 1808- Napoleontische troepen als goddeloze monsters aanzien door Spanjaarden- Britse steun voor Spaanse guerrillastrijders (Graaf van Wellington)
Peninsulaire oorlog duurt 5 jaar
Franse trekken zich terug in Portugal Een anti-Franse beweging ontstaat in Duitse Rijngebied
De Oostenrijkse vrijheidsoorlog; 1809 Napoleon creëerde een nieuwe Poolse staat (cf. Alexander’s liberale ideeën)
- Het Groot Graafschap van Warschau - Talleyrand concludeerde dat Napoleon zichzelf overtrof (speelt onder één hoedje
met Alexander I) Oostenrijk verklaart de Vrijheidsoorlog in april 1809
- Napoleon haast zich naar Wenen en wint het gevecht van Wagram- In oktober was de oorlog over
De Habsburgse monarchie (Danubian monarchy) werd voor de vierde keer verslagen zonder interne revolutie
20
Napoleon vergroot het Groot Graafschap Warschau met gebieden van de Habsburgse monarchie
Dalmatië (Kroatië), Slovenië en Kroatië werden samengebald in de Illyrische Provincies
Napoleon op zijn hoogtepunt
Van 1809-1811 kende Napoleon zijn hoogtepunt
Clemens von Metternich- 40 jaar minister van buitenlandse zaken in Oostenrijk- Ziet Rusland als grote gevaar voor de Habsburgse vallei.- Hernieuwd goede relaties met FR
Napoleon nog steeds zonder kind (opvolger)- Scheidt van zijn vrouw Josephine in 1809 - Trouwt met Marie Louise (via Metternich); dochter van de Oostenrijkse keizer- Koning van Rome (zoon Napoleon) binnen het jaar geboren
10.2.Le Grand Empire: Het verspreiden van de RevolutieKaart: Napoleontisch Europa, 1810
In 1810 beschikt Napoleon over zijn meest uitgestrekte gebied: LE GRAND EMPIRE Het bestrijkt praktisch het Europese vasteland met uitzondering van de Balkan
Het Franse Rijk (opvolger van de Franse Republiek) Gebieden onder rechtstreeks gezag van Napoleon
- Frankrijk- De Belgische Nederlanden (in 1810 ook Holland na het schenden van de blokkade)- …
De Afhankelijke Staten Staten met een eigen gezag, onder grote invloed van Napoleon
- Cisalpijnse Republiek (= Italië)- Helvetische Repbulbiek (= Zwitserland)- Confederatie van de Rijn (= Duitse vorstendommen)- Groot Graafschap Warschau- Illyrische Provincies (Kroatië en Slovenië)
De Bonaparte-Dynastie Broer Joseph Bonaparte
- Koning van Napels (1804-1808)- Koning van Spanje (1808)
Louis Bonaparte - Koning van Holland voor 6 jaar cf. opheffen van de continentale blokkade in Holland
Jerome Bonaparte- Koning van Westphalen
Zuster Caroline Bonaparte- Koningin van Napels na Joseph
21
*Het verspreiden van de revolutie Eerste stadium: Militair veroveren en bezetten
Tweede stadium: Satelliet regeringen aanstellen Zorgen voor een grondwet, die de macht van de nieuwe regering legitimeert
Derde stadium: Grote interne hervormingen en reorganisaties naar Frans model Direct geannexeerde gebieden (België en Duitse gebieden westelijk gelegen van de Rijn)
kregen hier zeer diepgaand mee te maken Gebieden als Italië, Pruisen en Oostenrijk ondergingen dit proces minder diepgaand De Civiele Code werd zo naar andere gebieden overgebracht Carrières werden opengesteld voor talent
De feodale maatschappij werd weggeveegd Boeren werden onderworpen aan de staat, niet langer aan de grootgrondbezitters Tienden en pachtgelden werden afgeschaft De kerk verloor in grote mate haar positie (inquisitie en kerkelijke rechtspraak afgeschaft) Afschaffing van de gilden (cf. Wet le Chapelier; 1791)
- Steden en provincies verloren hun antieke vrijheden- Het stadspatriciaat en grootgrondbezitters verloor hun macht
Scheiding der machten (Rechtspraak gescheiden van de administratie) Moderniseren van de belastingen Common tax wordt Land tax
Napoleon krijgt eerst veel aanhang met zijn hervormingen Franse invloed over héél Europa Pro-Franse Russische minister Speranski Hervormingen ook als oorlogswapen!
- Soldaten werden geleverd aan Napoleon door de afhankelijke staten
10.3.De Continentale Blokkade: GB en Europa Het grote project van Napoleon doorheen de jaren was dat om GB op de knieën te dwingen. De eenmaking en heerschappij over heel Europa.
Germaine de Staël was een felle criticus die inging tegen Napoleon. Zij werd gedwongen om te leven in ballingschap in Zwitserland. Napoleon zag wetenschap als het essentiële, rationele fundament van moderne kennis. Ook de oud, Romeinse invloeden werden terug zichtbaar in de kunst en conceptie van imperiale glorie (cf. de Ark de Triomf in Parijs)
*De blokkade en het continentale systeemEuropa had op zich niets van overzees nodig. Een blokkade werd ingesteld om zo de handel uit de handen van de vijand te houden. Economische oorlog was dus een handelsoorlog
1793: Engeland gezien als ‘moderne Carthago’ GB had een monopolie over de scheepvaart en overzeese goederen
- Napoleon zette Europa op tegen GB omwille van het Britse monopolie - Aristocratie in Europa was in concurrentie met GB
22
1806: het Berlijnse Decreet- Respons van GB: Neutrale mochten havens van Napoleon aandoen, als ze eerst langs
hen passeerden (zo konden ze via neutrale schepen toch nog hun goederen in Europa krijgen)
- Het Decreet van Milaan stipuleerde dat neutrale schepen niet langs Britse havens mochten passeren, anders werden ze geconfisqueerd
Dit bracht heel Europa in oorlog, enkel de USA als grote neutrale natie
President Jefferson stelde een commerciële isolatie in Met de Britten in Spanje zagen de Amerikanen hun kans om de Britten definitief
van het Noord-Amerikaanse continent te verwijderen cf. Anglo-Amerikaanse oorlog 1812
Het continentale systeem integreerde het Europese continent op economisch vlak
Kader voor de Europese gemeenschap Ruïneren van het Britse monopolie en de Britse zeemacht
*Verval van het continentale systeemHet continentale systeem kwam in verval. De droom van een verenigd Europa onder Frans zeggenschap hield geen stand.
Koloniale producten in Britse handen GB monopoliseerde suiker, tabak, koffie…
- Clandestiene deals werden afgesloten met de Britten, eerder dan dat men zonder hun producten zou vallen
Wegvallen van Britse concurrentie Nieuwe industrieën ontwikkelde in Europa (suikerbiet, katoen…)
- Groot probleem bij transport d.m.v. de zee- Landroutes werden uitgebreid en wegen uitgebouwd, toch bleef dit een dure zaak- Nog geen spoorwegen!!! (pas 30 jaar later)- Problematiek van tarieven! Staten blijven soeverein en niet overal was vrijhandel in
voegen, protectionisme was courant en de Franse economie was teruggeslagen door het verlies van haar markten in Amerika en het Midden-Oosten
De continentale moderne economie bleek onmogelijk om te onderhouden
Scheepsbouwers en handelaren in overzeese goederen werden geruïneerd door het continentale systeem Groot probleem voor de oude Bourgeoisie Moeilijkheden bij het landtransport en de Britse Controle over de Baltische staten
Het verlies van GB aan Europa werd elders goedgemaakt Export naar Latijns-Amerika klom van £300.000 in 1805 tot £6.300.000 in 1809!
23
De continentale blokkade bleek uiteindelijk meer nefaste gevolgen te hebben voor de Europese economie dan voor de Britse.
10.4.De Nationale Bewegingen: Duitsland *Nationalisme werkt tegen NapoleonSinds 1792 kregen de Fransen te maken met verzet en collaboratie. Het continentale systeem van Napoleon bleek alleen voordeel voor Franse ontwikkelaars op te leveren. In Europa kreeg men het gevoel dat Napoleon hen louter gebruikte als werktuigen tegen de Britse suprematie.
Nationalisme ontstaat als beweging tegen de internationalisering en collectivisering van Napoleon Nationalistische bewegingen waren hoofdzakelijk anti-Frans
- Nationalisme was hier een mix van het conservatieve en liberale- Zeer complex en in elk land verschillend
GB : Solidariteit stond centraal; De oorlogen met Napoleon hielpen Engeland door de sociale crisis veroorzaakt door de Industriële Revolutie
Spanje : Nationalisme wilde de Bourbons op de troon restaureren; voerde een constitutie in, in 1812
Italië : Napoleon heeft Italië nooit één gemaakt; hij reduceerde wel de eeuwenoude macht van de paus, het stadspatriciaat en voorgaande dynastieën
Polen : Napoleon bracht het nationale gevoel van de Polen boven, wanneer hij hun, hun land teruggeeft; toch waren er nationalisten die hem niet vertrouwden (Kosciusko) en Russisch geïnspireerde nationalisten (Czartoryski)
*Napoleontisch DuitslandDe Duitsers begonnen te rebelleren tegen de heerschappij van Napoleon. Ze vochten tegen de overmacht van de Franse maatschappij. Ze waren gekant tegen de verlichtingsidealen. Ten tijde van de Franse Revolutie kende het Duitstalig gebied een culturele opbloei. Het waren de jaren van: Beethoven, Goethe, Schiller, Herder, Kant, Fichte, Hegel…
Een nieuwe culturele beweging: ‘De Romantiek’ Nieuwe thema’s om de droge abstractie van de ‘age of reason’ te vullen Grote Duitse invloed in Europa Grote Duitse literaire bloei (cf. Herder Ideas on the Philosophy of the History of Mankind) Volksgeist; Duitse cultuur was volgens Herder niet de beste; elk volk moet kunnen
ontwikkelen op hun eigen manier - Versterkt door niet duitse bronnen- Beklemtoonde de verschillen tussen mensen- “uitdrukken van een innerlijk genie, meer dan een individueel genie of dat van een
volk”
Herder ontwikkelde hier een cultureel nationalisme
Het non-politieke karakter van het HRR Duits gebied voor eeuwen het slagveld Fascinatie met het idee van politieke en nationale grootsheid na 1800 Nationale Duitse Staat die de Duitse Volksgeist moet beschermen
24
Verzamelen van verhalen over een Duits verleden
*Hervormingen in Pruisen Grote veranderingen onder invloed van de revoltes tegen de Fransen.
Dood van Frederik de Grote; 1786 1806: Groot verlies bij het gevecht in Jena-Auerstädt
- Koninkrijk valt uiteen: verliest Poolse gebieden, verliest gebieden ten oosten van de Elbe
Minst gecompromitteerd door collaboratie
Pruisianisering van Duitsland Ingezet na het gevecht bij Jena Probleem bij militair patriottisme
- Napoleon kon enkel militair omver worden geworpen- Geen nationalistisch, patriottistisch onder de Pruisische soldaten- Hervormers Scharnhorst en Gneisenau (Had de kracht van patriottisme gezien tijdens
de War on Independence) - Sociale statussen opzij zetten en kijken naar individuele capaciteiten voor de juiste
posities in het leger en de regering
Reconstructie van de Staat Legerhervorming ingezet door Baron Stein (West-Duitsland) Concepten van dienst, service, moreel karakter en verantwoordelijkheid om mensen
wakker te schudden en hun zelfbeschikkingsrecht en medezeggenschap te schenken in de maatschappij
Verdwijnen van het oude kastenstelsel - Steden kregen meer vrijheid en de mogelijkheid zichzelf te regeren
Afschaffen van horigheid - 1807: Boeren waren vrijgesteld van hun verplichtingen aan hun grootgrondbezitters
Een derde van het land werd privé eigendom van de Junkers Vrijheid van het volk lag in het fundament van een moderne staat met moderne
economie
10.5.Het Omverwerpen van Napoleon: Congres van Wenen Napoleon had in 1811 heel Europa in zijn grip . Rusland en Turkije waren in oorlog om de Donau. Het continentale systeem werkte niet zoals verwacht. Groot Brittannië bad nog steeds in nationale weelde en beschikte over de sterkste zeemacht. Alle ogen waren gericht op de Russische Tsaar die zijn Franse alliantie al langer beu was.
Finland werd geannexeerd door Rusland in 1809 Alexander kreeg geen hulp bij zijn oorlog met Turkije Hij zag Napoleon trouwen met de Oostenrijkse troon Hij moest het bestaan van een Frans georiënteerd Polen tolereren
25
*De Russische campagne en de vrijheidsstrijdOp 31 december 1810 trok Rusland zich terug uit het continentale systeem.
Napoleon is vastberaden de Tsaar op de knieën te dwingen Leger van 700.000 manschappen in het Oost-Duitse en Poolse gebied Alle nationaliteiten uit het Grand Empire, veel Duitsers Juni 1812: Napoleon leidt zijn leger binnen in Rusland
- Enkel voorraad voor drie weken - Russen trokken zich terug en vernietigde alles op hun weg- Napoleon vond geen accommodatie voor zijn grote leger- Groot gevecht bij Borodino (nabij Moskou)- 14 september 1812 Napoleon bereikt Moskou- Moskou werd volledig in vuur en vlam gezet door de Russen
Napoleon gaf de opdracht om terug te trekken
Winter kwam snel en velen kwamen om van de kou Discipline hield geen stand meer Het Grote Leger bestond niet meer (400.000 doden en 100.000 gevangen van
de 611.000 soldaten)
Alle anti-Napoleontische troepen kwam samen in een vrijheidsstrijd Rusland duwde door richting centraal Europa Pruisen en Oostenrijk vernaderde koers in 1813 en vervoegde de Tsaar Duits patriottisme leverde vele half getrainde jongens GB brak door de Pyreneeën in 1813; Wellington met de steun van Spaanse klerikale
Napoleon raakte in 13 dagen vanuit Moskou in Parijs;
1813: bracht een nieuw leger op de been ongetraind en onstabiel Neergeslagen in oktober in het gevecht bij Leipzig
Battle of The Nations
De Bourbons gerestaureerd
De coalitie begon weer te splitten. Wat moest men doen met het machtsvacuüm dat Napoleon naliet? Alexander wilde Napoleon van de troon, Metternich wilde Napoleon op de troon houden, De Pruisen waren verdeeld. De Britten hielden een belangrijke kaart, zij waren financieel zeer belangrijk voor de restauratie. Zo gingen Brits minister voor buitenlandse zaken Viscount Castlereagh en Metternich samen in onderhandeling om de macht van Rusland in Europa terug te dringen.
9 maart 1814: Rusland, Pruisen, Oostenrijk en GB tekenen het Verdrag van Chaumont Elke macht 20 jaar gebonden aan de viervoudige alliantie met elk 150.000 soldaten 4 april: Napoleon wordt verplicht af te treden
Talleyrand kwam tussenbeide en stelde de restauratie van de Bourbons voor
26
Louis XVIII werd koning na het ondertekenen van een constitutioneel charter in 1814
De Napoleontische codes bleven echter wel bewaard De afschaffing van de feudale privileges bleef ook in voegen Eerste Verdrag van Parijs FR neemt terug de grenzen van 1792 aan
*Het Congres van Wenen; 1814-1815Kaart: Europa in 1815
Voor het verdrag van Chaumont hadden de grootmachten beslist om een congres te organiseren om zo het Ancien Regime te kunnen herstellen. De Russen echter wilden niet discussiëren over Turkije en de Balkan, ook Finland bleef een groot hertogdom. De Britten weigerden de vrijheid over de zeeën te bespreken, alsook hun grote veroveringen in India.
Het Congres kwam samen in Wenen in september 1814 Alle staten waren vertegenwoordigd HRR stuurde lobbyisten om hun restauratie te bewerkstelligen Belangrijke zaken werden bepaald door de vier grootmachten Talleyrand representeerde Frankrijk Castlereagh, Metternich en Alexander representeerde hun landen en Hardenberg
representeerde Pruisen- Pruisen wilde zijn koninkrijk vergroten- Alexander wilde vooral Polen als constitutionele staat- Allen wilde ze een balance of power; een series van sterke bufferstaten werden
opgetrokken De Nederlandse Republiek s na 1795 veranderd in het koninkrijk der
Nederlanden waar België na het congres aan werd toegevoegd Pruisen nam al het gebied aan de linkerkant van de Rijn in Oostenrijk ondernam ook een barrière tegen FR door naast Toscane en Milaan
ook Venetië te annexeren De paus werd gerestaureerd in de pauselijke staten De Bourbons en Branganza’s settelden zichzelf terug in Spanje en Portugal
De hervormingen in het Duitse gebied door Napoleon werd echter grotendeels behouden
De schreeuw om een Duits vaderland echter werd door het congres genegeerd
De Pools-Sakse kwestie Polen als koninkrijk onder gezag van koning Alexander I De Pruisen kregen zeggenschap over het Saksische gebied
Metternich (Oostenrijk) was fel tegen, dit zou Pruisen laten domineren binnen de Duitstaligen
Na maanden werd Talleyrand te hulp geroepen: Castlereagh, Metternich en Talleyrand tekenen een geheim verdrag dat men ten oorlog trekt tegen Rusland of Pruisen wanneer nodig
Alexander stelt zichzelf content met een gereduceerd Pools koninkrijk, genaamd Congres Polen(15 jaar)
27
Napoleon terug ten tonele Ontsnapt vanuit Elba op 1 maart 1815 Revolutionaire vervoegden de ‘keizer’ en kwamen in opstand tegen de witte tereur van
Louis XVIII Napoleon werd verslagen in de slag bij Waterloo
De honderd dagen leverde een stevige heilige alliantie op tussen de grote vier
Afspraak tot meerdere congressen in de toekomst Vrede zou voortaan door internationale acties bewaakt worden cf. heilige
alliantie Afspraken werden in het verdrag van Wenen gegoten
Fouten bij het verdrag De controle over Polen blijft een grote discussie (zie landenlijst polen) Oostenrijks-Pruisisch dualisme onder de Duitstaligen
Het verdrag gaf geen voldoening aan nationalisten en democraten en de meeste liberalen Revolutiegolven blijven zich dan opstapelen (cf. 1820, 1830, 1848)
De Franse Revolutie en het Napoleontische staatssysteem had aangetoond dat nieuwe, meer sociale, professionele staatssystemen meer macht konden mobiliseren dan de eeuwenoude monarchale systemen.
Nationalisme was een groot gevolg van dit nieuwe staatsapparaat, wat in latere revoluties nog meer tot uiting zou komen. Cf. één making van Duitsland en Italië.
Hoofdstuk 11: Industrieën, Ideeën en Hervorming 11.0.Ijkpunten:
Naast politieke revolutie ook IR IR in sommige mate belangrijker Vorming fabrieksproletariaat
- GB: verschuiving platteland stad Culturele bewegingen geven de nieuwe manier van leven een doel
De 1e ideeën rond democratie worden geformuleerd door radicaal republikeinse strekking GB: overleg (<> Frankrijk GB mondt niet uit in een politieke revolutie (ondanks radicale vleugel)
1830: politieke revoluties wind in de zeilen voor hervormingsgezinde
1815-1848: In Europa ontstaat een kloof tussen W-Euro en O-Euro W-Euro: de dijk van restauratie barst door revolutiegolf O-Euro: de dijk van restauratie houdt stand.
Mondiaal: in Zuid-Amerika na 1815 is Europa verplicht er bakzeil te houden Ontstaan van revoluties nieuwe onafhankelijke staten.
28
Tijdslijn:
1780’s:……………………………………………………...Mechanisch spinnen van katoen
1792:…Mary Wollstonecraft publiceert A Vindication of the Rights of Women
1807:……..Robert Fulton gebruikt de stoommachine om boten aan te drijven
1819:.......................Peterloo Massacre; onderdrukken van de Engelse arbeiders (Manchester)
1819:………………Carlsbad Decreten van Metternich tegen Duits Nationalisme
1820:………….…..Congres van Troppau wil internationale actie tegen revoltes
1823:………..Monroe Doctrine tegen Europese interventie in Latijns-Amerika
1825:…………...….December revolutie van militairen neergeslagen in Rusland
1829:………………………………………………Stoomlocomotief is getest in Engeland
1830:…..Juli revolutie in FR; Charles X moet aftreden; Louis-Philippe koning
1831:……………………………...Rusland onderdrukt nationale beweging in Polen
1832:……………………………………….…….Reform Bill; Stemrecht in GB uitgebreid
1839:………....Louis Blanc’sWerkorganisatie promoot socialistische gedachte
1846:……..Afschaffen van de Corn Laws duidt vooruitgang in Britse Industrie
1869:..... John Stuart Mill ijvert voor vrouwenrechten (The subjection of Women)
29
De economische en sociale evoluties lopen parallel met de politieke.Zo gaat er voor 1815 twee Revoluties plaats vinden
De Frankrijk
De IR (= Industriële Revolutie )
Beide gebeuren echter onafhankelijk van elkaar De Politieke evolutie vnl. op het continent
De Economische evolutie vnl. in GB
De IR zal echter van groter belang zijn dan de FR Industriële ontwikkelingen worden gezien als vooruitgang
Economische vooruitgang bewijst sterker te zijn dan een politieke reactie (Frankrijk).
De IR zal voor het eerst plaats vinden in GB politieke systeem van GB- We krijgen dus het ontstaan van Industriële gemeenschappen in GB,VSA en W-Euro
(= West- Europa) binnen het systeem van Kapitalisme
- Kapitalisme ≠ Industrialisering Toch gebruiken alle industriële gemeenschappen kapitaal
Het ≠ tussen kapitalistische en niet-kapitalistische gemeenschappen = de manier waarop kapitaal wordt gecontroleerd.
De kapitalistische = kapitaal behoord tot de private sfeer en wordt dus niet gecontroleerd door de staat gecontroleerd door relatief weinig mensen die reageren op de krachten van de markt.
De niet-kapitalistische = kapitaal is een publiek element en wordt gecontroleerd door de staat en zijn instituties. Deze gemeenschappen noemen zich socialistisch.
In Europa is er een evolutie van instituties die privé-eigendom beschermen
Het bezitten van eigendom = de basis voor onafhankelijkheid en politieke vrijheid + zorgt voor een ondernemende geest.
In Europa al een commercieel kapitalisme sinds 16e Eeuw Industrialisme in Euro = kapitalistisch
Op korte termijn favoriseert de IR liberale, moderniserende principes + rechten die worden gepromoot in de Frankrijk. (cf. Keynes)
Sommige naties gooien het over een andere boeg
Industrialiseren in zelfprotectionisme Proberen het westen bij te benen USSR en VRC (Volks Republiek China) communistisch
30
11.1.De industriële revolutie in GB Tot 1800 werd alle werk gedaan via handenarbeid, energie werd geleverd door dierlijke of menselijke spierkracht. Natuurlijke kracht als: stromend water en wind werd ook gebruikt.
GB als eerste geïndustrialiseerde land - Noodzaak aan mobiliteit van mensen en rijkdom door de staat gecreëerd!- Sociale mobiliteit komt voort uit een historisch proces van sociale veranderingen- Omschakeling naar moderne productie via machines (cf. stoommachine van Watt)
IR = mechanisering van de industrie
Nood aan: Liberaal-economisch klimaat geeft politieke vrijheid = bouwsteen 1e IR
Klimaat is aanwezig in GB vandaar Take-off
*Agrarische Revolutie in GB De regering komt in handen van de grondbezitters Agrarische Revolutie
experimenteren met verschillende methoden
Common Law Grondbezitters willen een verbetering waarvoor investering van kapitaal noodzakelijk is +
het oude dorpsysteem vormen een barrière. (= deel van de common law) Enclosure acts Doorgevoerd in het parlement = grond onder het beleid van
privéondernemers+ onder het management van individuen.
wegwerken barrière parlementaire actie voor nodig
Parlement = gecontroleerd door de grondbezitters.
Resultaat = het stijgen van de productiviteit veel mensen worden loonarbeiders. (worden mobiel)
Encolusures kapitaalaccumulatie geïnvesteerd in innovaties
Verschillen met het Continent Minder mobiele rurale arbeiders Minder productieve agrarische methoden
*Industrialisering in GB: prikkels + uitvindingenOp het einde van de 18e en begin 19e Eeuw agrarische revolutie
GB: veroveren van koloniaal imperium commando over de zee afbakenen van markten over Amerika en Europa.
GB heeft kapitaal financieren van nieuwe ideeën voor het opdrijven van de productiviteit.
Vernieuwingen in de textielindustrie Condities = het land moet al rijk zijn.
Belangrijkste uitvinding = Stoommachine het gevolg van hout tekort.
31
Productie en Transport De IR in GB vond in den beginne vnl. plaats in de textielindustrie (1830-1840) Overschakeling op houtskool
IR: relativeren symboliseert vnl. de drang naar vooruitgang.
*Een aantal sociale gevolgen van de Industrialisering in GB Enorme bevolkingsgroei in GB zeer onevenwichtig
Ontstaan van nieuwe steden geheel uit het niets cf. Manchester (Industriestad)
totaal andere samenleving; ontstaan van fabrieksproletariaat wordt sociale drukkingsgroep
- Deze nieuwe steden konden niet inspelen op de snelle urbanisatie. het waren zeer grauwe plaatsen Politie ? Waterhuishouding ? Riolering ??? enkel ongeschoolde arbeiders geschoolde arbeiders voelen hun
gedegradeerd. (Vaak ook de voorkeur voor jonge kinderen en vrouwen) Lonen = standaard voor ongeschoolde arbeid MAAR nog steeds enorm laag.
- De omstandigheden zijn lang niet optimaal: veel uren, …- De eerste industriële kapitalisten = de fabriekseigenaars self-made men
Hebben hun positie geheel te danken aan hun eigen intelligentie en hun volharding. Zij dachten dat ze de armen een dienst bewezen.
De allereerste Factory Act reguleren van de condities waarin kinderen worden aangenomen. Cf. Robert Peel
GB: geen getrainde, professionele beheerders het ging vnl. om de wil van de fabriekseigenaars.
Deze willen met rust gelaten worden, ze vinden het onnatuurlijk dat er gemoeid met hun zaken.
*Klassieke Economie: “Laissez-faire” Adam Smith principe van vrije markt
productie en economie bevatten enkele natuurlijke wetten waarin men vrij moet kunnen handelen.- Het economische systeem is wereldwijd- Iedereen moet zijn verlichtende zelf zijn en rationeel denken- De overheid moet zo weinig mogelijk interveniëren in dit ‘natuurlijke’ systeem
Privé-initiatief
Laissez-faire = Er is een wereld van economische relaties geheel onafhankelijk van de politieke. Het is de wereld van de vrije markt die zichzelf onder de “natuurlijke wetten”.
Bij de arbeiders krijgen we wel het ontstaan van een gevoel van solidariteit, politieke eisen ed.- Organiseren in arbeidersorganisaties
GB wordt voor vooruitstrevende mensen in andere landen het model.Men wil leren van hun industriële methodes + het imiteren van hun politiek systeem.
32
De IR was een harde ervaring voor het fabrieksproletariaat Lage lonen, hoge werkdruk, lange uren, vrouwen en kinderen in fabrieken… Hoge bevolkingsdichtheid in steden
De fabrieksroutine was psychologisch zwaar, toch was het daarom niet zwaarder dan het werk dat men in een feudale, rurale gemeenschap moest leveren.
11.2.De komst van de “ISMES”
combinatie van de krachten van de IR en FR nieuwe doctrines + bewegingen.
de meeste gaan bijdragen tot de algemene Europese revolutie van 1848.
Niet alle ideeën die ze overbrachten zijn nieuw oorsprong in de Verlichting
Ze maken de ideeën gewoon meer systematisch, meer activisme + deelname. Men gaat de gemeenschap als een geheel analyseren.
*Romantiek Voor het eerst gebruikt in 1840; voor een theorie van literatuur en kunst een halve
eeuw oud Was niet politiek ingesteld In literatuur en kunst (Gotische opleving) Reageert tegen de opkomst van wetenschap en rationaliteit Biedt antwoordt op de behoefte aan betovering + de viert de creativiteit van individuen. Zien het belang van het onderbewustzijn in. Fundamenteel romantisch geloof = het creatieve genie (als kunstenaar) Cf. Volksgeist
(Herder)
Een dynamische geest, iemand die niet analyseert en die gevoel boven rede plaatst.
Hun nadruk op individuele creativiteit gaat hun leiden naar een kritische visie op starre sociale en culturele hiërarchieën. In de politiek kunnen romantici in alle kampen te vinden zijn.
*Klassiek Liberalisme De eerste verschenen in Spanje, als tegenstanders van de Napoleontische bezetting
de vitale ideologie van de 19e E- Werken van John Stuart Mill
Politiek vlak: streven naar individuele rechten- New Liberal Party (1850’s) modern, verlicht, efficiënt, zelfbeschikking en controle
Economisch vlak: streven naar vrijheid om zoveel mogelijk rijkdom te vergaren- Promoten van vrijhandel internationaal
Oppositie van royalisme
Favoriseren van het Laissez-faire principe van A. Smith.Sterk geloof in the invisible hand = het zelfregulerende karkater van de vrije markt
*Radicalisme, Republicanisme, Socialisme Zijn sterk met elkaar verbonden
33
Radicalisme Willen veel van de liberale argumenten voor individuele rechten uitbreiden tot de gehele
populatie. Ze eisen radicale hervormingen van het parlement Het was democratisch het eist een stem voor iedere volwassen man (Algemeen
stemrecht)Reform Bill, 1832 Grote overeenkomsten met de Franse filosofen van voor de Revolutie, Cf. Jeremy
Bentham + Gaven gevolg aan eerdere Engelse ‘jacobijnen’ zoals Thomas Paine Grote wetshervormingen, armenzorg, gemeentelijke organisatie cf. rotten boroughs
Republicanisme De representatie van radicalisme op het continent De vertegenwoordigers waren vnl. afkomstig uit de Intelligentsia (studenten, schrijvers,
veteranen…) vaak geheime organisaties Ze geloven sterk in politieke gelijkheid = democratisch (vraag om algemeen stemrecht) De meeste waren enorm antiklerikaal De kerk = vijand van rede en vrijheid
Socialisme (waar het republicanisme in uitmondt; deelt zelfde gedachtegoed) Utopisch Socialisme: arbeiders moeten zich terugtrekken uit het kapitalisme en sociale
eilanden vormen van zelfvoorziening.- Robert Owen gaat modelgemeenschap uitbouwen (hoge lonen, lage uren, scholing…)
op één terrein soort van afgesloten communes
zal mislukken en worden vervangen door het wetenschappelijke socialisme van Karl Marx.
Geloven dat na de FR er nog een stap moet worden genomen voor sociale en economische gelijkheid- In Frankrijk: Saint-Simon en Fourier(1e socialisten)- De meest politieke vorm van socialisme voor 1848 = beweging die plaats vond bij de
arbeiders in Frankrijk.- Louis Blanc met het systeem van sociale workshops (gesponsord door de staat)
Communisme Was in deze tijd een onzeker synoniem voor socialisme
- Naam werd ingevoerd door een groep van Duitse revolutionairen (oa.: Marx en Engels)
- Het begrip werd na de Russische revolutie opnieuw in gebruik genomen met eennieuwe betekenis
Marx en Engels gebruikten het om hun te onderscheiden van de utopische socialisten.
*Feminisme Politieke en culturele beweging tijdens de 19e eeuw
Willen een uitbreiding van de rechten van de vrouw(in het publieke en private leven) Het feminisme putte ideeën uit de FR cf. Droits de l’homme… en Code Napoleon Hangt samen met andere stromingen
34
De schrijvers en activisten = egalitaire feministen benadrukken de manier waarin mannen en vrouwen gedeeld gebruik maken van de rede en dus van universele rechten van de mens.- Engelse:Harriet Taylor en John Stuart Mill (vrouwen en mannen zijn gelijk aan
elkaar)- Franse: verwijderen zich van het egalitaire feminisme door te wijzen op enkele
natuurlijke verschillen - Kranten als ‘The Free Woman’ en ‘The New Woman’ verschenen- Vele feministen werden schrijvers: Flora Tristan, George Sand cf. George Sandisme
als radicaal feminisme
De eerste pleiters voor vrouwenrechten waren radicale filosofen en socialisten als Robert Owen. Zo publiceerde de socialisten Anne Wheeler en William Thompson hun Appeal on Behalf of Women (1825)
*Nationalisme: W-Euro Ontstond als een reactie tegen het Napoleontische systeem (cf. hoofdstuk 10)
Haalt zijn kracht uit de specifieke culturele en politieke tradities van ieder land De meest doordringende en minst gekristalliseerde van alle “isms”
- gaat overlappen met verschillende vormen
In GB, Spanje enFrankrijk bestaat al een nationale eenheid.Nationalisme = een reeks van politieke en culturele overtuigingen.
Elders waren mensen politiek verdeeld of onderwerpen aan buitenlandse regels.Nationalisme = opzettelijk en bewust programma voor politieke actie.
Beweging wordt geleid door intellectuelen Concept van Volksgeist = nationale geest start meestal met een cultureel nationalisme een politiek nationalisme.
Zorgen voor vrijheid en gerechtelijkheid voor alle individuele leden + iedere natie zou voor zichzelf een soevereine staat moeten creëren.Iedereen die dezelfde taal spreekt zou moeten worden omvat in dezelfde staat.
Voor realisatie moet iedere regering worden verworpen = nationalisme is inherent revolutionair.
Joseph Mazzini in Italië lid van de geheime nationalistische Carbonari, tot hij in 1831 Jong Italië opricht (vgl. met de vrijmetselaarsloges)- Grootste opstakel was de één making van Italië
Voor DL wordt nationaliteit bijna een obsessie Hegel’s filosofie:dialectiek- Een potente en onafhankelijke staat noodzakelijk voor vrijheid, orde en waardigheid- Staat als een institutionele verpersoonlijking van rede en vrijheid
Hegel’s dialectiek stelde dat verandering kwam door een historische dialectiek of de onweerstaanbare drang van de universele geest om vooruitgang te boeken. Hij legde dit uit in een
35
these, die voorafgaat aan het tegenovergestelde, de antithese, wat uiteindelijk zou samenkomen in de synthese.
*Nationalisme: Oost-Europa De polen en Magyaren zijn al lang actieve politiek nationalisten
Polen: willen de verdeling van de Poolse gebieden teniet doen + hun Poolse staat herstellen.
Magyaren: willen autonomie voor hun koninkrijk Hongarije binnen het Oostenrijk.
Het meeste O-Euro nationalisme = cultureel ipv. politiek
Eist het behoud van hun historische cultuur en moedigen de eigen geleerde klasse aan om de vreemde gebruiken op te geven.
De meest verstrekkende bewegingen = De Slavische herleving Slavische groep start met het ontwikkelen van nieuwe nationalismen
- Russische slavophilie idee dat Rusland zijn eigen manier van leven heeft
*Andere “Ismes”De vorige waren de grootste politieke en culturele drijfkrachten.
Conservatisme Op het Continent: zorgt voor de aanvaarding van verschillende instituten
- krijgt steun van diegene die een lange evolutie van sociale en politieke tradities willen verdedigen en definiëren
- cf. ideeën van Edmund Burke- Ging soms op in nationalisme
Monarchisme: was conservatief en reactionair
Humanisme: een gevoel dat gedeeld wordt door mensen van verschillende groepen
Mensen waren vastberaden de verpauperde levensomstandigheden te veranderen
11.3.De dijk en de vloed: binnenlands
Verschillende politieke reacties en hervormingsbewegingen gaan zich installeren in Europa (1815-1848) Frankrijk: restauratie van de Bourbon dynastie Lodewijk XVIII GB: Torie regering Royalistisch ingesteld Oostenrijk: Metternich als dominant politiek figuur Wou het prestige van Oostenrijk
hoog houden Constituties in Frankrijk en Russisch Polen na 1814
De intenties van Tsaar Alexander I waren minder duidelijk. Hij wou het christendom introduceren in de politiek, werd vaak een gekroonde jacobijn en zelfs liberaal genoemd. Metternich wou er dan ook alles aan doen om Alexander naar het conservatieve te doen neigen.
36
*Reactie na 1815: Frankrijk, Polen Frankrijk
Lodewijk XVIII geeft amnestie voor de koningsmoorden- vonden het nieuwe Frankrijk echter oncomfortabel- Ze kregen echter opnieuw hoop bij de terugkeer van Napoleon van Elba
Zorgt voor verbitterde royalisten die starten met een Witte Terreur. Tegengestelde groepen gingen elkaar uitmoorden (katholieken <> protestanten, royalisten <> bonapartisten en republikeinen)
De dood van Lodewijk XVIII (1824) Karel X.
Gaat het revolutionaire republicanisme, liberalisme en constitutionalisme uit zijn bevolking stampen.
Polen Na wenen: wordt er een constitutionele monarchie gecreëerd (onder de Russische Tsaar)
- Conflict tussen de verkozen en de Hertog (= Rus)- Poolse ambities: Hun oorspronkelijk koninkrijk (samenkomen met Pruisisch en
Oostenrijks Polen) geheime organisaties (nationalistisch en liberaal)
*Reactie na 1815: GB en de Duitse staten De Duitse staten
Verenigd in een losse federatie Het voorkomen van nationalistische ideeën (universiteiten,…) Democratische
oppositie Metternichkomt tussen pleit voor een verenigd DL (= Duitsland)
samenroepen van een conferentie Carlsbad akkoord (1819)
Afschaffen van de Burschenschaft (nationalistische studentenbeweging) Controle van publicaties Effectieve controle op de groei van liberalisme en nationalisme in Duitsland
GB Houdt vast aan zijn tradities + wordt meest geconfronteerd met sociale problemen een nieuwe Corn Law+ val van lonen verspreiding van politiek radicalisme Een depressie in de industrie = radicaliseren van politiek ideeëngoed Peterloo massacre (1819): 80.000 mensen verzamelden in Manchester (St. Peters’s
Fields) om te demonstreren voor algemeen stemrecht en tegen de Corn Laws; het leger werd ingezet
Het parlement plaatste een hoge stamp taxop kranten en plaatste een verbod op revolutionaire literatuur (1819)
Verschillende Europese regeringen gaan reactionair beleid promoten (angst voor revolutie)
het bouwen van dijken tussen alle landen.
37
11.4.De Dijk en de Vloed: InternationaalHet Congres van Wenen: de grootmachten beloven elkaar om meerdere congressen te organiseren in de toekomst om het verdrag af te dwingen + nieuwe topics die verschenen er aan toe te voegen.
Heilige Alliantie: Alliantie die revolutionaire + liberale activiteiten onderdrukt
*Het congres van Aix- La –Chapelle, 1818 De eerste algemene bijeenkomst na de Oorlog Belangrijkste item = het terugtrekken van het geallieerde leger uit Frankrijk. Voorstel Tsaar Alexander = een permanente Europese unie + het behoud van een
internationale militaire kracht
tegenstand van GB: wil wel militaire verbintenissen aangaan maar niets permanent
Congres gaat ook de Atlantische slavenhandel behandelen De groei van internationale instituties wordt tegenwerkt door de verschillende interesses
van de staten
*Revolutie in Zuid-Europa: het Congres van Troppau: 1820 Revolutionaire onrust = crisis
Spanje (=Spanje) + Napels: neervallen van de regeringen (1820) Metternich: ziet de eerste symptomen voor een revolutionaire reeks in Europa
als gewoonlijk was Metternich’s grootste probleem, Alexander inschatten
Bijeenroepen van de grootmachten in Troppau Het neerdrukken van de opstand in Napels
Tsaar Alexander, volgt Metternich in zijn politiek oordeel
Protocol van Troppau: alle erkende Europese staten worden beschermend door een collectieve internationale actie (Zonder Frankrijk en GB). Is een verklaring van collectieve veiligheid tegen Revolutie . Een kloof tussen de westelijke en oostelijke grootmachten is het gevolg.
*Spanje en het Nabije Oosten: Congres van Verona, 1822 Internationaal Congres, 1822
Alexander Ypsilanti = Griek; Een Grieks Rijk ipv een Ottomaans- Hoopt op Russische steun Indien, onprettig voor Metternich
Congres van Verona; Tsaar zet internationale solidariteit boven Revolutionair geweld weigert Revolutie in Spanje = opgelost door Frankrijk interventie
- Frankrijk wilde niet dat revolutionairen naar Spanje konden vluchten
*Onafhankelijkheid van Latijns Amerika De Napoleonistisch oorlogen gevolgen in Lat-Am
Nieuwe bewegingen die vechten voor nationale onafhankelijkheid- Gaat kans grijpen door de onrust in Europa
38
Portugal : Om te ontsnappen van Napoleon vlucht men naar Brazilië, maar één weigerde terug te keren Brazilië wordt een rijk onafhankelijk van Portugal = een nieuw Braziliaanse Republiek.
Spaans Amerika: GB is er actief wegens commerciële doeleindenPolitieke en sociale wrok van de Creolen tov van de peninsularsBelangrijkste figuren = Simon Bolivar + José de San Martin
Verschillende opstanden vinden afzonderlijk plaats / geen Continentale actie.
Resultaat = Bolivar bevrijdt: Venezula + Colombia
San Martin bevrijd: Argentinië + Chili
Samen bevrijden ze Peru
Ondanks blijven de nieuwe Lat-Am staten kwetsbaar voor de interventies van buitenlandse machten. Op het congres van Verona Discussie over de onafhankelijkheid van Spaans Amerika
GB: promoot de onafhankelijkheid wegens hun belang in de vrije handel met afzonderlijke staten
Spaans Amerika blijft onafhankelijk en komt er geen interventie van de grootmachten
De nieuwe staten krijgen steun van VSA Monroe-Doctrine(1823)= Amerika voor de Amerikanen
Europa moet zich niet moeien met zaken in Amerika + niet proberen om ze terug te brengen tot een koloniale status.
Revoluties in Amerika die worden erkend door de VS behoren dus buiten het district van Europa.
Einde aan de Europese koloniale macht in Amerika. (Uitzondering: Canada GB: vrijwillig)
*Einde van het Congres systeem Na Verona : poging voor een formeel internationale regeling voor Europese zaken
werd opgegeven De congressen faalden om vooruitgang te boeken naar een internationaal verdrag
omdat men altijd het Status-quo wilt behouden.
Men slaagden er nooit in om de aparte interesse ondergeschikt te maken aan een algemeen belang
Het neervallen van het conservatief internationaal systeem zorgt voor: Het verder evolueren van het Liberalisme Het openen voor een ongecontroleerd nationalisme van de soevereine staten.
39
*Rusland: De December Opstand, 1825 Dood van Tsaar Alexander I signaal voor Revolutie
Wie Opvolgen? Geheime verenigingen
Constantijn = de favoriet voor innovaties in het land MAAR doet zelf afstand in het voordeel van Nicolas. (Was de eigenlijke erfopvolger) De Opstand wordt al snel neergedrukt.
Nicolas I behoud een onvoorwaardelijk en despotische alleenheerschappij
“De dijk wordt overspoeld door de vloed”
11.5.De doorbraak van het Liberalisme in het Westen: Revoluties van 1830-1832
De dijk is doorbroken (1830) waarop vele reacties volgen: Onafhankelijkheid van Spaans Amerika (1825) Het neervallen van het congressysteem Ontstaan van een Griekse nationalistische beweging
- Na het verslaan van Ypsilantiidee van gehele Griekse onafhankelijkheid- Nicolas gaat deze beweging ondersteunen- Een gezamenlijk Engels-Frans-Russische zee interventie zal de Ottomaans vloot
vernietigen (Navarino Baai, 1827)
Gevolg: Een Russisch-Ottomaanse oorlog + crisis in het Midden-Oosten
*Frankrijk,1824-1830: De Juli-revolutie, 1830 Een muur van reacties ontploft in Frankrijk
Koning= Karel X Frankrijk = een vrij land. In de Regering gaat de linkse oppositie wantrouwig staan t.o.v. de regering
- Cf. Laffitte en Casimier-Périer (linkse bankiers)
Karel X ontbind de kamer en roept nieuwe verkiezingen verwerpen het beleid van de koningKarel X antwoordt met 4 ordinanties uitgevaardigd op zijn eigen authoriteit = Juli Ordinanties
Leiden tot de Juli-Revolutie grote beweging van de RepublikeinenKarel X doet troonafstand
De hertog van Orleans: gaat regeren onder de naam Louis PhillippeJuli-monarchie- De grote politieke verandering is er een van de klank: geen absolutisme meer- Een meer liberale, constitutionele monarchie
*Revoluties van 1830: België en Polen De Juli-Revolutie in Frankrijk spoort een serie van andere revoluties aan
België Zit in een Nederlands-Belgische unie onder de troon van NL De koning had absolutistisch en centralistische ideeën (cf. Willem I) Er ontstaat onrust in Brussel
- men vraagt om een lokaal zelfbestuur
40
- militair verzet van de koning = vraag om onafhankelijkheid.
Er komt een Nationale vergadering bijeen opstellen van een constitutie
PolenNicolas wou troepen sturen naar België maar kon niet met zijn troepen door Polen.
Het uitbreken van een revolutie het incident leidt tot een volgend- Door onderlinge verdeeldheid kon men geen weerstand bieden tegen het Russische
leger
De Poolse revolutie wordt verpletterd Polen behoort nu tot Rusland
Gevolgen internationaal Wie wordt Belgische koning?
Kandidaat moet geaccepteerd worden door de grootmachten Leopold I (een Duitse prins die getrouwd in het Britse koningshuis.) 1831: tekenen van het verdrag waarin België een neutrale staat is.
*Hervormingen in GB Tory-regime: begint losser te worden
Sympathie voor het liberalisme + de vrijhandel George Canning en Robert Peel riepen enkele navigation acts terug (handel tss kolonies
en andere landen toestaan)
2 zaken kon men niet doen Hervormen van the House of Commons
De Corn Laws in vraag stellen.
Er ontstaan verschillendenieuwe stedelijke centra maar hadden niet het recht tot het kiezen van leden van het parlement Deze industriële centra’s waren ondervertegenwoordigd in het Parlement.
Deze steden waren enorm gegroeid door een grote migratiegolf (platteland stad)
- ≠ in belangen en eisen Fabriekeigenaars: willen een politiek op basis van vrijhandel
Grootgrondbezitters:willen protectionisme voor hun graanproductie
zijn oververtegenwoordigd in het parlement
Er ontstaat een verzet van fabriekseigenaars + krijgen de steun van andere sociale groepen
Whig minister neemt de regering over (hervormingsgezinde partij) introduceren Reform Bill
1832 wordt de Reform Bill wet bewijs dat hervormingen ook mogelijk zijn langs wettelijk weg. Men gaat in GB dus verder op het pad van de evolutie (niet van de Revolutie)
Door de Reform Bill verschuift het zwaartepunt in het Parlement (platteland stad)
41
- Uitbreiding van het kiesrecht tot de middenklasse
door de aanwezigheid van de middenklasse gaan er vooruitstrevende wetten mogelijk gemaakt worden + enige sociale overwinningen.
*GB na 1832 Het vormen van de Liberal Party
De hervormingsgezinde Whigs gaan fuseren met Liberale Tories + radicale industrialisten
GB heeft dus een 2-partijensysteem: met de Liberalen en de Conservatieven.
De Tories voelen zich beledigd door de vooruitstrevende wetten en doen een inhaaloffensief- Worden de voorvechters van de arbeidersklasse
De Factory Act van 1833 + de Ten Hours Act van 1847 (verminderen van het werk van vrouwen en kinderen!)
Het vormen van een Anti-Corn Law League(combinatie van Whig-Liberalen-Radicalen) De Corn Law zorgt voor het kunstmatig hooghouden van hoge broodprijzen = hoog
minimumloon
1846: afschaffen van de Corn Law men kiest dus voor een politiek van vrijhandel. Hiermee wordt het einde van de evolutie in GB ingeluid. Men kiest voor Industrie. Industrie wordt verder gestimuleerd en industriële arbeid krijgt topprioriteit.
gaat dan wel de sociale problemen gaan scherp stellen.
De welvaart van GB gaat dus afhankelijk zijn van het behoud van vrijhandel in een wereldeconomie + het eeuwige behoud van de overmacht op zee van GB.
11.6.Overwinning van de West-Europese Burgerij
Na 1830 treden de gouden jaren van de burgerij op Burgerij wordt nu geïdentificeerd in contrast met de arbeiders Regerende liberale doctrine: ‘Stake in Society’ Die gene die regeren zouden iets te
verliezen moeten hebben- Stemrecht uitbreiden
De burgerij liet een vingerafdruk duidelijk na- Grote industriële machinerie (weinig aandacht voor consumentenproducten)- Het fabriekssysteem: vele nieuwe beursbedrijven - Spoorwegen na 1840 (Cf. Samuel Cunard; 4 stoomschepen met zelfde techniek)
Een systeem van wereldeconomie waarin West-Europa (vnl. GB) de leiding neemt
*De frustraties en de uitdaging van arbeid Arbeid nog steeds onder de theorie van vraag en aanbod
Arbeiders bezitten nog steeds geen stemrecht
dus men gaat via revolutionaire kanalen op zoek naar een politieke stem.
42
Belangrijk = sociale + economische hervormingen
In de overheersende doctrine is alles afhankelijk van de markt.
Lonen worden bepaald door het spel van vraag en aanbod.
Zorgt voor onstabiliteit van binnen de werkende gezinnen 2 ontsnappingsmogelijkheden
De positie van de arbeider op de markt verbeteren een formatie van vakbondsgroepen
Het hele idee van kapitalisme en markteconomie verlaten ontstaan van het Socialisme
*Socialisme en Chartisme Een snelle verspreiding van het Socialisme
In Frankrijk: samenvoegen met het revolutionair Republicanisme (Ideeën van Robbespierre terug op tafel)- Louis Blanc: ‘sociale workshops’in zijn werk Organization of Work (1839)
In GB: samenvoegen met de bewegingen die streven naar verdere parlementaire hervormingen
Wordt geleid door een groep van arbeiders de zgn. Chartisten
Chartisme = was een massabeweging; was niet uitgesproken socialistisch maar wel antikapitalistisch
1e stap naar sociale hervormingen = vertegenwoordiging van arbeiders in het Parlement.
Charter van 1838 bevat 6 punten. (jaarlijkse verkiezing, algemeen stemrecht, gelijke kiesdistricten, afschaffen van armoede…). De beweging gaat ten onder aan interne twisten + repressie van de overheid.
Arbeiders gingen nu massaal de labour unions versterken en vorm geven.
Hoofdstuk 12: De Revolutiegolven 1840-1870 12.0.ijkpunten:
Regeringen komen na 1830 massaal ten val in W-Euro Republieken uitgeroepen Universeel oproer in 1848 Verenigen van nationale groepen
GB en Rusland wisten grotendeels te ontkomen
43
Doelen van de revolutie Constitutionele overheden Volkssoevereiniteit Afschaffen lijfeigenschap
Tijdslijn:
Januari 1848:……...Marx en Engels publiceren hun Communistisch Manifest
Februari 1848:……………………...Revolutie in Parijs; Tweede Franse Republiek
Maart 1848:………………Revoluties in Wenen, Berlijn, Bohemen en Hongarije; Metternich vlucht van Wenen naar Engeland
Maart 1848:….Italiaanse opstand tegen de Oostenrijkse heerschappij in N-It.
Maart-April 1848:……………….. Pruisische Legislatieve Vergadering in Berlijn
Mei 1848:………………………………...Algemene Duitse Vergadering in Frankfurt; verenigde Duitse constitutie
Juni 1848:………..Leger van arbeiders komt in clash in Parijs (1000den doden)
Juni-December 1848:…….Contrarevolutionairen winnen terug controle over Oostenrijkse Rijk: Bohemen, N-It., Hongarije en Wenen
December 1848:………………Louis Napoleon Bonaparte als president van de Republiek (Francis Joseph als keizer van het Oostenrijkse Rijk)
April 1848:.…Frankfurtse Vergadering geweigerd door Frederick William IV en wil de federale Duitse staat zelf regeren
1852:…………………………Keizer Napoleon III en het Tweede Franse Keizerrijk
1853-1870:.......Baron Haussmann superviseert de opbouw van het moderne Parijs
1857:……………………………………..Gustave Flaubert publiceert Madame Bovary
44
12.1.Parijs; De sociale revolutie in het Westen - Koning = Louis Philippe (van Orleans)- Weinig stemgerechtigden (1/30ste)- Weinig representatie van de lagere klassen in het parlement
Juli-monarchy in Frankrijk stond van bij het begin al op springen Er werd niet genoeg rekening gehouden met de sociale veranderingen. Louis Philippe gaat zich alliëren met de liberalen en de radicalen en republikeinen tegen zich in het harnas jagen!
*“Februari-Revolutie” (1848) Reformanten demonstreren op straat in Parijs
De koning krijgt geen steun van de burgerwachtAbdiceert op 24 februari 1848
*Na de Revolutie Verdeeldheid: Republikeinen VS Monarchisten
Republikeinen roepen de 2e republiek uit met een voorlopige regering
Echter ook verdeeld: Socialisten VS Liberalen Veel meer Liberalen Ateliers Nationaux(A.N.) als concessie voor de Socialisten
- Vrouwen buitengesloten & vooral ongeschoolde in dienst Socialisten krijgen weinig effectieve Labour Commission
Weinig bereikt, enkel de afschaffing van de slavernij in de Franse kolonies. In April werd de voorlopige regering vervangen door een grondwetgevende vergadering.
*“Juni-Revolutie” De nationale ateliers gaan over tot actie
A.N. verenigt arbeiders (ideeën wisselen, …)- De arbeiders vallen gezamenlijk het parlement (grondwetvormende regering) aan- Sterke repressie van de Burgerwacht- Maakt grote indruk in Europa
Het capitalisme kon duidelijk geen grond bieden voor geciviliseerd samenleven Chartisten (cf. Ernest Jones) importeerde de agitatie naar GB GB hield stand
Start van een klassenoorlog. De gerestaureerde grondwetgevende regering wou nu snel van de A.N. af. Wat volgde waren de ‘Bloody June Days’ (24/06-26/06): duizenden werden gedood en 11.000 opgepakt en gedeporteerd naar de kolonies.
*De opkomst van Louis Napoleon Bonaparte Na de “Juni-Revolutie”: nood aan een president
Louis Napoleon ruim verkozen De grondwetgevende regering wordt vervangen door een Assemblée Legislative
45
Raar: 2/3 monarchisten, 1/3 republikeinen(socialisten en burgerlijke liberalen) Onderling ook verdeeld: Monarchisten: Orleanisten & Legitimisten
Republikeinen: Socialisten & burgerlijke liberalen
Door naambekendheid en mythevorming rond Napoleon I, kon Louis Napoleon zo makkelijk aan de macht komen. Hij wakkert de tegenstellingen aan en wint aan populariteit. Probeerde eerder in 1836 en 1840 putschen te plegen op Straatsburg en Bologna. Het voltooien van de Ark de Triomf in Parijs, wakkerde ook het gevoel van imperiale glorie aan bij de bevolking.
2 december 1851: Pleegt een “staatsgreep” Laat zich herverkiezen voor 10 jaar
1852: Kroont zichzelf tot keizer van het Tweede Franse Keizerrijk
12.2.Wenen: Revoluties in centraal Europa en Italië*Achtergrond
- Oostenrijks Imperium Multi-etnisch- Middelpuntsvliedende kracht (nationalisme) gaat hier als uiteendrijvende kracht
werken
*Revoluties 1848Oostenrijks Imperium; 1848
Maart 1848: Opstand in Wenen (onder invloed van de Franse “Februari-Revolutie”)- Oostenrijk, Bohemen en Hongarije dozijn verschillende nationaliteiten
Duitstalige de grootste groep Slavische groepen Magyaren en Roemenen Ventië en Lombardije waren ook delen van het imperium
Hier treedt een cultureel nationalisme op! Metternich gaat de hele kwestie van nationaliteit vermijden tot de bom uiteindelijk zal barsten.
De dagen van maart 1848 Het nieuws van de ‘Februari-Revolutie’ in Parijs verspreidde zich snel over heel Europa.
Hongaren willen Duitse invloed weren (Cf. speech van Louis Kossuth) Studenten en arbeiders komen op straat in Wenen
De revolutionairen dringen het paleis binnen, waarop Metternich en zijn regering naar Engeland vlucht.
Revoluties in het gehele rijk- 15 maart: De maart wetten Hongarije splitst af - Dezelfde status werd door keizer Ferdinand aan Bohemen toegekend, hetzelfde met
de Italiaanse gebieden Bohemen is echter verdeeld in een Duitse en Slavische bevolking ° Pan-Slavisch parlement als reactie tegen het Parlement van Frankfurto Vooral intellectuelen (geen politieke figuren)o Nationalistische gevoelens niet door iedereen gedragen (bvb niet door het leger)o Onderlinge verdeeldheid (radicaal VS gematigd)
46
o Duitse Zone: Parlement van Frankfurt
Contrareformatie in de dagen van juni tot december In juni begon de revolutie in Frankrijk weg te ebben.
Doel: revoluties doorbreken en terugdraaien- Door keizer Ferdinand- Overwinningen
o Praag , Windischgrätz bombardeert de stad (vs Pan-Slavisch parlement)o Noord-Italië , Radetsky(vs Italianen, leger van Piedmont-Sardinië)o Hongarije , Nationalistische Magyaren en Jellachich als Habsburgs legerleider
(interne multi-etniciteit, minderheden gesteund door Habsburg)o Wenen , Oktober 1848 massieve opstand neergeslagen door Windischgrätz
intacte troepen uit Bohemen (vs revolutionairen)
Keizer Ferdinand van Oostenrijk abdiceert op 2 december onder druk van contrarevolutionaire leiders- Opgevolgd door Jozef- Installatie van het Bach-Systeem
Het Bach-Systeem is genoemd naar Alexander Bach, minister van binnenlandse zaken na 1848. Het systeem was tegen nationalisme, constitutionalisme en politiek liberalisme. Het wou het volk de vrijheid doen vergeten d.m.v. welvaart (materiële vooruitgang en administratieve efficiëntie).
12.3.Frankfurt en Berlijn: Pruisische Revolutie*Berlijn: het falen van de revolutie in Pruisen
Maart 1848: revolutie in BerlijnHet parlement van Frankfurt werd mogelijk gemaakt door het uiteenvallen van de verschillende Duitse staatjes.
- Koning Frederik Willem IV grijpt niet in, maar laat het volk een wetgevend orgaan stemmen
- Deze vergadering werd overheerst door anti-Junker extremisten - Ze geeft de Polen in West-Pruisen en Posen zelfbestuur
De Duitse inwoners van deze gebieden weigeren het Pools gezag de accepteren. Gesteund door het leger, maakt men een eind aan het Pools gezag.
- De koning ontbindt de vergadering en herstelt de oude machten
*Het Parlement van Frankfurt Machtsvacuüm in de Duitse staten na de revoluties van 1848
° Parlement van Frankfurt (mei 1848)- Pro geleidelijke hervormingen (dus geen revolutie)- Maar 3 problemen:
Geen geünificeerd leger Geen “Duitse staat” om op terug te vallen (geen verleden) Zeer afhankelijk van de Oostenrijkse en Pruisische legers
47
Verdeeldheid: Klein-Duitse strekking VS Groot-Duitse strekking- Klein: Pruisen + Duitse staten (onder koning van Pruisen)- Groot: Pruisen + Duitse staten + Oostenrijk (onder de Oostenrijkse Keizer)
Het Parlement van Frankfurt wilde een constitutionele (!) monarchie. Om deze reden weigert de Oostenrijkse keizer de kroon. De Junkers in Pruisen wensten absoluut geen constitutionele monarchie, waardoor de Pruisische koning ook moest weigeren. Het werk van het Parlement van Frankfurt was dus voor niets geweest.
De meeste leden keren terug naar ‘huis’ Enkele extremisten volharden
Het Pruisische leger maakt een einde aan het resterende Parlement Veel progressieve Duitsers emigreren (oa. Naar de VSA)
*De Pruisische grondwet van 1850 Het liberale nationalisme slaagde er niet in om een geünificeerde Duitse Staat te
creëren De Pruisische koning stelt zelf een grondwet op
- + oprichting van een parlement (verkozen dmv algemeen mannelijk cijnskiesstelsel) Vooral vertegenwoordigd door Junkers
- Bevorderen van de industrialisatie ° Zollverein (Tarief Unie, economische eenmaking van Duitsland)
12.4.Nieuwe denkstromingen: Realisme, positivisme, Marxisme
Het mislukken van de revoluties van 1848 ° Intellectueel en politiek realisme (i.p.v. idealisme of romanticisme) De revolutionairen werden minder optimistisch
*Materialisme, Realisme, PositivismeMaterialisme
Kunst: weg van de romantiek- Nood aan helder taalgebruik
Gustave Flaubert schreef een boek over een vrouw in een ongelukkig huwelijk. In zijn bekende werk Madame Bovary (1857) mokt hij niet enkel met de illusie van het romantische literaire ambacht, hij brengt ook een staaltje van modern, precies en onsentimenteel taalgebruik.
Vertrouwen in de wetenschap - Het ware nut van het leven te achterhalen- Religie was niet wetenschappelijk en slechts figuurlijk te interpreteren
Positivisme Franse filosoof Auguste Comte
- Nood aan controleerbare feiten- Vermijden van wishful thinking
48
- Bevragen van veronderstellingen en veralgemeningenRealpolitik
Geen utopische politieke ideeën (=ideologieën), maar eigen belang nastreven (strategische keuzes maken)- Oorlog werd geaccepteerd als het “nodig” was- Gevolgd door Bismarck, Marx en Napoleon III
*Marxisme 3 stromingen samengevoegd:
Duitse wijsbegeerte Franse Revolutionaire ideeënBritse industriële revolutie
Marx geloofde in de samenzwering van de werkende klasse- Echte vrijheid kon enkel gerealiseerd worden indien privébezit werd afgeschaft- Groeperen van arbeiders over de grenzen heen- Enkel trouw zijn aan de eigen klasse (proletariaat)
De waarde van een product wordt bepaald door de hoeveelheid arbeid erin kruipt. De arbeider verdient hier echter slecht een fractie van De bourgeoisie wordt hierdoor rijker (these) Het proletariaat ontstaat (antithese)
Concurrentie tussen bourgeoisie: macht komt in handen van een steeds kleinere groep- De rest wordt proletariër (proletariaat )- Tot op het punt dat het proletariaat zodanig talrijk is dat het de macht grijpt- Dialectisch materialisme: vooruitgang in de geschiedenis bepaald door clash tussen
these en antithese Hegel: nadruk opsociale veranderingen Marx: nadruk op materiële omstandigheden
De proletariër mag niet “meedoen” met de staat (onderhandelen, betere lonen eisen, …). Hierdoor zou de staat kan nooit een element van welvaart kunnen worden.
Voordelen Wetenschappelijke claim
Nadelen Te radicaal voor de meeste
mensen
49
12.5.Bonapartisme: Het Tweede Franse Keizerrijk (1852 – 1870)
*Politieke instellingen Uitblinken in het moderniseringsproces
Belang van de economische en sociale realiteit > politiek (cf. Realisme) Napoleon III als social engineer
- Wetenschap gebruiken om sociale omstandigheden te verbeteren (vb: saneren van Parijs)
*Economie Centraal gepland industrieel systeem
Actieve staatsinterventie Crédit Mobilier (cf. Saint-Simon) Pro internationale vrijhandel
- 1860: vrijhandel met GB
*Sociaal Grote corporaties deden hun intrede
Aandelenmarkt kwam volop op gang Vele jobs met goede lonen 1864: stakingen werden voor het eerst legaal Vooral humanitaire beslissingen
- Ziekenhuizen, asielen, gratis medicijnen, …- Eerste stappen richting een welvaarts- en verzorgingsstaat
Vrijhandel (cf. terugroepen van de Corn Laws in GB concurrentie aan Britse handelaren bieden)
Franco-Belgische Unie (België levert steenkool aan FR)
*Internationale politiek Het tweede keizerrijk kwam in de problemen omtrent 1860
Depressie van 1857 Domme oorlogsbeslissingen
- Katholieken in het harnas in Italië- De Krim-oorlog met de Russen
Internationale vrijhandel zorgde voor oppositie (industriëlen)
Oorlog tegen Pruisen in 1870 zal de doodsteek betekenen.
50
Hoofdstuk 13: Consolidatie van grote natiestaten 1850-1870 13.0.Ijkpunten:
In de 2e helft van de 19e E: aantal grootmachten gaan zich kunnen stabiliseren als natiestaten Omkaderen liberale, constitutionele principes
- Duitse Staat- Italië- Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije
Congres van Wenen: naast Restauratie ook internationale stabiliteit maar 1 uitzondering = Krimoorlog
Veranderingen in Tsaristisch Rusland
Onafhankelijk Canada
Modernisering, “verwestering” van Japan
Tussen 1850 en 1870 zal de gehele wereld grosso modo een economische revolutie doormaken a.d.h.v. het stoomschip en de stoomtrein. In 1871 was de wereld in handen van: GB, DL, FR, Oostenrijk-Hong. en Rusland.
- Britse dochternatie in Canada kwam tot stand
Tijdslijn:
1853:……………………VS Commandant Perry arriveert in Yedo Baai (Tokyo); “openen” van Japan voor buitenlandse commerciële contacten
1854-1856:……..FR en GB alliëren met Turkije om Rusland in de Krimoorlog te verslaan
1861:………………………………………………………………...ITALIAANSE EENMAKING
1861:……………………….Tsaar Alexander II schaft lijfeigenschap af in Rusland
1861-1865:………...Civil War in VSA; de federale staat is bewaard en slavernij afgeschaft
1867:…….Dubbelmonarchie van Oostenrijk-Hongarije; onder Francis Joseph
1867:……………………………Ontstaan van het onafhankelijke Canadese Domein
1868:……………..Meiji tijdperk onder Mutsuhito; versnelde econ. groei en pol. modernisering
1870:……………………..Franco-Pruisische oorlog; Napoleon III treedt af en een Derde Franse Republiek
1871:……………………………….Koning Wilhelm van Pruisen wordt
keizer in een nieuw, één gemaakt Duitse Rijk DUITSE EENMAKING
51
13.1.Achtergrond: Het idee van de natiestaat
Voor 1860: 2 prominente natiestaten = Frankrijk en GB Nationalisme kern idee = natie heeft recht op eigen staat ( Realisatie = natiestaat) De politieke organisaties:
multinationale staten: meerdere naties geraken in moeilijkheden als een natie een nationalistisch programma ontwikkelt. vaak 1 natie dominante waardoor je nationale ‘minderheden’ hebt ministaten: staten die meer deel van de natie omvatten
het idee van natiestaten: samenbrengen maar ook verdelen van gehelen.
‘Het volk’: moet iets gemeenschappelijk voelen voor men een natie kan vormen meestal gaat het om taal De consolidatie van een natiestaat: 2 fasen Territoriaal en psychologisch
Natievorming = geen natuurlijk proces maar werk van mensen + afhankelijk van de omstandigheden. Het berust dus ook in grote mate op toeval en omstandigheden. (contingent)
Sommige eisen van de revolutie in 1848 worden nu overgebracht door de gevestigde autoriteiten!
*De Krimoorlog, 1854-1856 Krim = schiereiland in de zwarte zee; behoort tot Rusland (gaat de krimoolog aanwakkeren)
De oorlog gaat het succes van sommige nationalistische bewegingen helpen Het verzwakt Oostenrijk en Rusland Eerste maal met verslagen in de krant Florence Nightingale; eerste maal dat vrouwen hun positie van verpleging in het leger
wisten te vergaren
52
Tsaar: wil ijsvrije havens (= permanent streefdoel) via de zwarte zee geblokkeerd door het Ottomaanse Rijk heeft het intern moeilijk ; Griekenland Tsaar Nicolas I: binnenvallen van Moldavië en Wallachije claim = beschermen van de
Christenen tegen de Islam in het Ottomaanse Rijk. GB door Balance of power; Frankrijk om economische belangen (steun OR)
GB gaat de Russische vloot blokkeren in de Zwarte zee + samen met Frankrijk invallen in Rusland. Ook de interventie van het Oostenrijk: speelt af aan eigen grenzen zelf Moldavië en Wallachije bezetten.
Tsaar Alexander II aanvaardt de vrede op een congres in Parijs
Behouden van de integriteit van het Ottomaanse Rijk. Moldavië Wallachije (vereningd als Roemenië in 1858) worden een autonoom gebied in Ottomaanse Rijk.
13.2.De Italiaanse eenmaking*Italiaans nationalisme: Het programma van Cavour In Italië algemene ontevredenheid over de autoriteiten + groeiend verlangen naar een liberale staat.
Er ontstaat dus de droom voor een Italiaanse eenmaking = Risorgimento Grandeur van de Renaissance Mazzini start een zeer moraliserende campagne
Piedmont-Sardinië : koning Victor Emmanuel + 1e minister Camillo di Cavour Westerse type: fair government, emancipatie van handel en landbouw… Antiklerikale positie
Een liberale constitutionele monarchie in Piedmont-Sardinië is de start van de unificatie. Revolutionair ingesteld zoeken ze een middel om de Oostenrijkse heerser te provoceren. In Napoleon III vinden ze een prima bondgenoot en leger.
Napoleon III laat zich verleiden: als keizer moest hij modernisering een handje helpen + Italië een republiek onder Napoleon I
Na 1848 wil het Oostenrijk zijn gezag herstellen maar Italiaanse nationalisme wint aan aanhang Eenmaking:2 strekkingen
Links-Republikeinse: Garibaldi
Liberaal-Nationalistische: Cavour (wil Italië vereningen onder kroon Piedmont)
Cavour gaat een bondgenoot zoeken in Frankrijk. Militaire steun nodig tegen het Oostenrijk
Drijfveer voor Frankrijk = Nice en Savoy
Cavour gaat Oostenrijk uitlokken tot een oorlog gewonnen door Frankrijk en Piedmont.
53
2 gevechten: Magenta en Solferino
Napoleon III heeft nu echter een dilemma Frankrijk troepen belanden in de Pauselijke staten waarop deze troepen de Paus gaan beschermen tegen de Italiaanse revolutionairen.
Napoleon III sluit vrede met Oostenrijk (juli 1859)- Venetië blijft in handen van Oostenrijk
*De voltooiing van de Italiaanse eenmaking 1860: Noord Italiaanse monarchie, de pauselijke staten en het koninkrijk van de 2 Siciliës
- Garibaldi: gaat het Zuiden binnenvallen koninkrijk van de 2 Siciliës stort ineen De 2 Siciliës willen unaniem behoren tot Piedmont
gaat dan verder oprukken naar het Noorden in confrontatie met Frankrijk troepen (Pauselijke staten)
Venetië geannexeerd in 1866 Hulp aan Pruisen verleend tegen Oostenrijk Rome capituleerde in 1870 terugtrekken van de Franse troepen Cf. Franco-Pruisische
oorlog van 1870
Een Parlement dat heel Italië vertegenwoordigd; UITZ.: Venetië (1866) en Rome(1870). Eenmaking = compleet bij toetreding van Rome in 1870.
*Langdurige problemen na de eenmaking Tegenstand van de katholieken (na toevoeging Rome) Volgens sommige Italië eenmaking nog niet compleet: nog enkele gebieden behoren tot
Italië- Italia Irredenta: Nice en Savoy
Kloof tussen Noord (industrieel) en Zuid (agrarisch)
13.3.De Duitse eenmaking
Duits nationalisme wordt aangewakkerd door de Napoleontische oorlogen Politiek van Frankrijk en Rusland = om Duitse wereld verdeeld te houden.
Restauratie: Congres van Wenen richt Duitse bond op een confederatie van 30 vorstendommen.
*De Duitse staten na 1848≠ van Italië: de Duitse bevolking was gehecht aan hun afzonderlijke staten
Vergadering van Frankfurt; 1848 Organiseren Duitse Staat naar constitutionele methoden Te revolutionair Duitsers begonnen Die Macht te begeesteren
Dus een vernietiging van alle afzonderlijke regeringen kon niet meteen gebeuren. Restauratie van de oude staten tegen 1850 terug voltooid.
Voordeel van vereniging = Economische vooruitgang (Cf. Zollverein)
DL gaat zich economisch verenigen maar niet door eigen inspanning.
54
Vallen in armen van Pruisen
*Pruisen in de jaren 1860: Bismarck De eenmaking gaat gerealiseerd worden vanuit PruisenNIET via het Liberaal-Nationalisme wat het parlement van Frankfurt voorstelde maar door de politiek die Bismarck gaat voeren.
Tijdens de Krimoorlog stond Pruisen aan de zijde van het schouwspel 1850: Pruisen had een parlement 1862: Nieuwe eerste minister, kanselier Otto von Bismarck trad aan (zelf een Junker!)
- Geen echte nationalist (Pruisen als vaderland, niet Duitsland)- beoefent de Realpolitik
Pruisen: heeft zich ontwikkelt vanuit het gebied Brandenburg lid van de Duitse-bond
expansies Enkele van deze gebieden behoorden niet tot de Duitse bond.
Beseft dat de eenmaking niet realiseerbaar is via ideologie maar zal gerealiseerd moeten worden via brute macht Pruisische leger wordt zeer belangrijk.
eenmaking gaat worden gerealiseerd geweld en diplomatie.
*Bismarck’s oorlog: De creatie van de Noord Duitse Bond, 1867Kaart: De Duitse Kwestie; 1815-1871
Bismarck’s diplomatie:
Coalitie met Oostenrijk (1864) voor de annexatie van Sleeswijk –Holstein
monarch = Deense koning
wel lid van de Duitse bond
Oostenrijk en Pruisen gaan in oorlog met Denemarken verslaat Denemarken (Sleeswijk-Holstein wordt verdeeld)
Pacteren binnen de Duitse bond hij gaat Oostenrijk willen isoleren
Oorlog tegen de Habsburgse keizer
een sterk Pruisisch leger + bondgenoot met Italië (ook eenmaking) winst voor Pruisen
Gevolg: Noord Duitse Bond (1867) De Zuid Duitse staten blijven aanleunen bij de Habsburgse keizer maar vormen minder een confederatie t.o.v. het Noorden.
*De Frans-Pruisische oorlog; 1870 Gaat de pijlen richten op Frankrijk Om de Zuidelijke staten aan zich te binden.
In Frankrijk: Napoleon III’s internationaal beleid in zijn achterhoofd
55
Bismarck gaat oorlog proberen uitlokken Frankrijk zal de oorlog verklaren door problemen van erfopvolging in Spanje. Een Pruisische prins, Leopold von Hohenzollern, zou de constitutionele erfopvolger worden waarop Frankrijk zich ingesloten voelt door Pruisen en men dus de oorlog verklaart.
Napoleon III wordt verslagen- Napoleon III wordt gevangengenomen ontstaan van de 3e Republiek- FR geen vrienden overgave na gevecht bij Sedan; 2 september
Bismarck laat de Pruisische koning in het spiegelpaleis in Versailles kronen tot Duitse Keizer.- Grandeur van Versailles (cf. absolutisme)- Draak steken met FR + overwinning inwrijven- Pruisen wordt Duitsland
*Het Duitse Rijk, 1871Verdrag van Frankfurt, mei 1871
Het geünificeerde DL veranderde EU grondig Sterkste staat op het continent DL gestuurd door Pruisen Duitse Staat = Federatie van monarchieën (monarchieën behielden eigen wetten) Bismarck gaat krachtig de economische politiek voortzetten industrialiseren van DL (=
Duitsland)
nachtmerrie voor andere Europese staten DL is een economische macht in wording. Naast economische productie zal DL ook demografisch een opmars maken.
13.4.Ontstaan van de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije *Het Oostenrijk na 1848
Nog steeds een echte kolos in Midden-Europa moet echter wel zijn meerdere erkennen in DL Het zit in defensie maar is nog steeds een grootmacht
- in volle economische modernisatie
Oostenrijk= Een multinationaal rijk
Wanneer Frans-Jozef (Habsburgse keizer) wil moderniseren stoot hij op heel wat verzet en tegenstand- Was tegen liberale, progressieve of moderne ideeën - Grote ideaal was centralisatie (Germaans als politiek)
Vb: De Hongaren zien een centralisering niet zitten worden bloedig onderdrukt
Het Oostenrijk kan zijn troeven niet uit spelen wegens interne politieke verdeeldheid.
*Het Compromis van 1867de zgn. Ausgleich
Een Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie
56
De Hongaren willen totale onafhankelijkheid wordt zo opgevangen De opdeling in een Oostenrijks-slavisch gebied en Hongaars gebied
- Elk een eigen constitutie, parlement en gelijke rechten = Decentralisering- Buitenlands beleid + staatsfinanciën blijven centraal
De Oostenrijkse keizer draagt de koningskroon van Hongarije. Het pacificeert de Oostenrijks Hongaarse tegenstellingen maar houdt echter geen rekening met zijn Slavische bevolking zorgen voor kloof tussen Hongaren en Slaven?
13.5.Prille liberalisering in Tsaristisch Rusland: Alexander II*Tsaristisch Rusland na 1856 Rusland heeft nog nauwelijks enige sociale hervormingen ondergaan
Krimoorlog is zet een nieuw tijdperk in Tsaar = Autocraat repressie en bureaucratie Rusland werd gezien als “enorm dorp”
- Bevolking: 90% boeren + nog steeds slavernij
door lijfeigenschap = nog steeds een fundamentele instelling onrendabel systeem
Krimoorlog overtuigd de Tsaar dat hij verplicht is tot modernisering om een gelijke trend te houden met het Westen
stimuleert een nieuwe sociale klasse = Intelligensia zouden de modernisering gaan belichamen
Ontstaan van een Liberale publieke opinie beperkt tot de groep van geleerden.
*De Emancipatie wet van 1861 + andere hervormingen Alexander II voert significante, liberale hervormingen door
Emancipatiewet= afschaffen van slavernij vrije boeren
men gaat het land herverdelen grootgrond bezit van de adel wordt aan de boeren gegeven tegen betaling dus geen privé bezit.
Indeling in Mirs- Een gemeenschappelijk goed wordt zorgt na verloop van tijd voor enige sociale
gelijkheid
Justitie een nieuw rechtssysteem: Russen zijn gelijk voor de wet + professionele rechtbank Edict van 1684
Via de emancipatie wet wordt er komaf gemaakt met het AR in Rusland.
Zemstvost= raden op regionaal niveau
Nog geen echt parlement maar er zijn wel verwachtingen
De intellectuelen willen dit: de oprichting van een DoemaWordt weggeworpen door de Tsaar wil wel hervormingen maar geen soevereiniteit van het volk.
57
Ondanks de hervorming: boer nog steeds hetzelfde lot gewillig oor voor de intellectuelen Willen grote hervormingen doorvoeren
*Revolutionisme in Rusland Binnen de intelligensia ontstaan van radicale groepen: cf. Nihilisten (geloven in niets)
groep rond de ideeën van Marx een grote versterking van het anarchisme Bakoenin (ondergrondse terroristische organisaties)
Gaan de Tsaar vermoorden (13 maart 1881) Alexander III gaat hervormingen terugschroeven + repressie.
13.5.VSA: de Amerikaanse burgeroorlog
VSA ligt al voorop t.o.v. Europa in politieke modernisering maar ligt toch nog steeds in de periferie.Monroe-doctrine: “Amerika voor de Amerikanen” Het Europees moederland moet zich niet moeien.VSA: nog niet de VSA van vandaag! Westen nog maar amper veroverd.
*Groei van de VSA Land wordt zelfbewuster; er was een enorme demografische groei
Grote migratiegolven Bewegingen tegen migratie Niemand werd echter gedwongen om Engels als officiële taal “geamerikaniseerd” te worden!
De grote territoriale expansie zorgde voor een grote groei. De expansie vind plaats van Oost naar West.
- Bevolkingsgroei ook een gevolg van immigratie.
bezorgd echte sociale problemen: er bestaat geen echte gemeenschappelijke traditie. Er ontstaat dan een nieuwe nationaliteit door dat beide partijen enigszins toegeven in elkaars cultuur.
*De vervreemding van Noord en Zuid Er ontstaat een grote kloof tussen Noord en Zuid als gevolg van hun economische
achtergrond probleem gaat zich enten op de economische verschillen
- de kwestie van slavernij
enkele staten willen zich afscheuren (vnl. Zuidelijke agrarische vrijhandel)
Het grootste ≠ is dus de status van arbeid Noord: Fabrieksarbeiders Zuid: Boeren + slaven- Noord : wil een uitbreiding van de Amerikaanse industrie
huidige context: ligt Europese productie voorop produceren goedkoper en efficiënter. Om hun industrie te kunnen uitbreiden protectionisme (vooral tegen GB) het uitgangspunt van buitenlandsbeleid.
58
- Zuid : agrarische boeren en kunnen zeer goedkoop landbouwproducten exporteren naar Europa
agrarische vrijhandel (vooral met GB) als uitgangspunt buitenlandsbeleid.
- spiegelbeleid van GB afschaffencorn law om te concentreren op zijn industrie)
De gehele economische politiek wordt gelieerd aan het conflict rond slavernij . Slavernij staat haaks op de principes van de verlichting. het bestaan van slavernij zorgt voor grote economische complicaties. Ook de migranten uit Europa gaan de afschaffing steunen (zo ook in de eigen kolonies).
Missouri compromise, 1820: bij het ontstaan van staten met slavernij moet er een andere staat ontstaan zonder slaven. Slavernij afgeschaft in 1833 in de Britse kolonies.
Toch ontstaan van burgerbewegingen die de afschaffing willen
Er groeien dus aparte entiteiten in Zuid en Noord Z: zien als aparte staat, willen afscheidingN: gaan meer druk uitoefenen op het zuiden.
Lincoln wordt president! wil een economisch beleid zoals het Noorden
Het Zuiden gaat zich terugtrekken en vormen tot een confederatie. Waarop Lincoln het leger richting het Zuiden stuurt om het gebied van de unie te verdedigen.
BURGEROORLOG Soms ook oorlog voor onafhankelijkheid van het Zuiden genoemd heeft een belangrijke militaire impact; is zwaar en bloederig conflict Europese machten kijken toen en gaan niet interveniëren (Uitz.: Frankrijk in Mexico)
Overwinning: Noorden voordeel van industriële apparatuur.
- Puppet regime van Napoleon III in Mexico verdwijnt.- Alexander II verkoopt Alaska aan de VSA- 1865 : 13e amendement gestemd dat slavernij volledig doet verdwijnen
Niet in boek: de oorlog tegen de precolumbiaanse bevolkingBeleid waardoor deze bevolking gedwongen wordt in reservaten.
*Na de Burgeroorlog: Reconstructie, industriële groei Einde aan het idee van een confederatie VSA wordt een nationale staat.
- Lincoln wordt vermoord versterkt de radicale republikeinen
drastische hervorming van het Zuiden
- Dominantie van de zaken en financiën wereld in het Noorden Na 1870: Einde van de Reconstructie + Blanken in het zuiden werden terug dominant en
namen de controle over
59
Een economische en politieke consolidatie van een grote natiestaat. Liberaal en democratisch in zijn politieke principes. Enthousiaste en toegewijd private ondernemingen in het economische systeem.
13.6. De Dominion Canada, 1867 Bestaande uit Britse en Franse kolonies
GB : gaan vooral Britse loyalisten immigreren Vnl. mensen uit de arbeidsklasse die hun levens willen verbeteren in Amerika (na de VSA naar Canada)
Frankrijk : gaan zich vooral vestigen rond de streek van Quebec apart statuut (= vrijheid; verzet tegen de Engels sprekende) Cf. Quebec Act van 1774
Er is wel een continue irritatie tussen beide gebieden in Canada.
GB: gaat Canada splitsen tot 2 aparte bevoegdheden Federaal systeem- Lord Durham’s Report: ijvert voor een unificatie van de 2 in één provincie- 1840: één provincie, met zelfbeschikkingsrecht
Engelse immigratie ging door, Fransen bang om geminoriseerd te worden
ook bij enige uitbreiding zou Canada nog steeds een federale staat zijn
Deze wordt gevestigd tijdens de Amerikaanse burgeroorlog ontstaan van een nationaal gevoel zowel bij Britten als Fransen.
Deze federale staat wordt een zeer stevige unie. Gaat daarbij nog meer autonomie verwerven van GB (cf. British North America Act, 1867). Op deze wijze wordt Canada een model voor andere Britse kolonies. Uiteindelijk volledig onafhankelijk van de Britse kroon in 1982.
13.7. Japan en het Westen
Japan springt al zeer vroeg op de trein van modernisering Autonome Japanse ontwikkeling Gaat zich kunnen op werkten tot de “Westerse” suprematie
*Achtergrond: 2 eeuwen van isolatie Al vanaf de 16e Eeuw had Japan contacten met het Westen 17e E: verandering van Regime onder een shogunaat
- militair gezelschap dat heerst in naam van de keizer (Tokugawa vredevolle heersers)
Militaire dictatuur die steunt op de Shamurai (worden grootgrondbezitters). Bloeiende klasse van rijke handel handelsklasse was heel belangrijk! Maar merendeel bevolking waren boeren zonder politieke rechten.
- Klassenindeling waarbij niet iedere klasse dezelfde rechten en plichten heeft- Ontstaan van een intellectueel leven Secularisatie van ideeën (net als in het
Westen)
60
- We krijgen een relatief gescheiden ontwikkeling Westen wist amper iets over het bestaan en werking van Japan.
*Het Openen van Japan In Japan is er druk om uit hun positie van isolement te treden
vnl. vanuit de elites kooplieden / intellectuelen anti-shogun coalitie
1853: verschijnt een Amerikaanse oorlogsvloot (Perry) eist toegang tot de Japanse havens Japan wordt militair gedwongen tot de wereldhandel (verdrag met shogun Iesada, 1854) De meeste verdragen bevatten extraterritorialiteit Europeaan en Amerikanen kunnen
niet onder de Japanse wet worden gesteld.
Deze druk van het Westen zorgt in Japan voor een nationalistische revival. Wordt in Japan gebruikt door Japanse elites om een interne revolutie te bewerkstelligen.
Keizer opnieuw de kern van de politieke macht + een religieuze functie cultus
*Het Meiji tijdperk: De modernisering van Japan de Meiji-Dynastie
Laatste Shogun in 1867 afgetreden; 1868 Mutsuhito op de troon (keizerschap!) 1889 : eerste constitutie
- Clans omgevormd tot prefecturen (Choshu en Satsuma antiwesters!)- Nieuw leger De Samurai, naar Pruisisch model- Wil een snelle industrialisering met behulp van overheidsinstellingen- Politieke modernisering (GW, parlement, …)
Met een bijzondere positie voor de Keizer blijft het sluitstuk van alle macht bezitten. Japan gaat uitgroeien tot een zeer sterke en moderne natiestaat maar behoudt daarbij zijn eigen cultuur.
ontwikkelen van een superioriteitsgevoel tegen het Westen + in eigen regio (imperialisme)
Kaart: Europa in 1871
Hoofdstuk 14: Europese beschavingen; economie en politiek 1871-1914 14.0.ijkpunten:
Superioriteitsgevoelens in Europa “Europese landen” + VSA + Canada + Australië + Nieuw-Zeeland zien zichzelf als “meest
geciviliseerd” Verspreiden van civilisatie als legitimering voor imperialisme
Idealen Iedereen dezelfde sociale ideeën
- Materialistisch: hogere levensstandaard
61
- Kennis: wetenschap- Moraal: christelijke moraal (doch geseculariseerd en gescheiden van de religie zelf)
Indexen voor de mate van vooruitgang van een samenleving Sterftecijfer Kindersterfte Levensverwachting Geletterdheid Arbeidsproductiviteit
Tijdslijn:
1850-1940:………………….Een migratie van +/- 60 miljoen mensen uit Europa
1869:………………………..Openen van het Suez Kanaal in Egypte; wereldhandel
1870’s:……W-Euro en VSA gebruiken de goudstandaard voor muntwisseling
1871:………...De revolutionaire Parijse Commune is gewelddadig onderdrukt
1890:………….Keizer William II ontslaat Bismarck en begint zelf de route van het Duitse Rijk uit te stippelen
1894-1899:……...De Dreyfus affaire verdeeld republikeinse en anti-rep. in FR
Ca. 1900:…………………………..Europese populatie piekt in de wereldpopulatie
1906:1916:……...Liberale regering in GB introduceert een breed programma van sociale welvaart
1914:……Openen van het Panama Kanaalbiedt globale handelsmogelijkheid in de VS
62
14.1.De moderne, geciviliseerde wereld
*De zones van ‘Civilisatie’De eerste zone
West-Europa en VS Concentratie van wetenschap Grondwettelijke en parlementaire regeringen
- Liberale, humanitaire, socialistische, reformistische bewegingen- Laag sterftecijfer- Hoge levensverwachting- Hoge graad van geletterdheid- Hoge arbeidsproductiviteit
De tweede zone Ierland, Spanje, Italië, Oost-Europa
Agrarisch- Hoger sterftecijfer- Lage levensverwachting- Lage graad van geletterdheid- Kleinere arbeidsproductiviteit
De derde zone De rest van de wereld (vooral Azië en Afrika)
Door de eerste zone gedomineerd- Gezien als achtergesteld
14.2.Demografische trends*Wereldwijd
Oorzaken:- Einde van een periode van burgeroorlogen in Europa- Stabiele regimes in China en Japan- Britse regime in India Uitzondering: Afrika
Slavenhandel
*Europa- Medische doorbraken (i.v.m. epidemieën)- Technische innovaties (landbouw)- Voedseltransport - Bevolking X4 (ongeveer 1/3e van de wereldbevolking)
*Stabilisatie in Europa Geboortecijfer
- Anti-conceptie, Laat huwelijk- Versnippering via erfopvolging (Code Napoleon) tegengaan belang van economische welvaart van de kinderen- Stadsleven: plaatsgebrek- Kinderarbeid beperkt Kind brengt niet meer op- Nog steeds globale groei door hogere levensverwachting
63
*Groei van de steden en het stadsleven Fenomenale groei van de steden
- Migratie naar de steden- Invloed spoorwegen (bereikbaarheid, voedseltransport)
Leven is anoniem Publieke opinie (+ openheid voor nieuwe ideeën) Verspreiden socialisme en nationalisme
*Migratie uit Europa Vooral trans-Atlantisch (VSA)
- Belang i.v.m. verspreiding van Europese politieke, sociale, religieuze en sociale tradities
Andere: - Aziatisch Rusland, Zuid- Amerika
Oorzaken:- Migranten waren welkom (arbeiders) (PULL)- Mogelijkheid ver te reizen (trein, stoomschip, lagere prijs) (PUSH)- Hoop op materiële verbetering (PUSH)- Politieke redenen na 1848- Liberalisme: vrijheid om te verhuizen-
14.3.De wereldeconomie*De tweede Industriële Revolutie
Vooral in de Eerste Zone Technologische innovaties (elektriciteit, verbrandingsmotor, petrochemie, explosieven,
telefoon, radio, uitbreiding sporennet) Veranderd consumptiepatroon (ook voor de gewone consument) Amerika: pionier i.v.m. bandwerk Duitsland: grootste producent van Europa (ipv GB en BE)
*Vrijhandel GB
- als motor (afschaffen Corn Laws)
Ook Napoleon III stapt in dit systeem- Raar want tegen het (toen dominante) nationalisme- Strookt wel met het imperialisme
Focus op import van ruwe materialen en voedsel Export alleen kon de import niet betalen
- “Onzichtbare export”: verscheping, verzekeringen en intrest op uitgeleende bedragen
*Export van Europees kapitaal Investeren in landen waar expansie mogelijk was (vooral VS)
- Aandelen kopen van bedrijven die daar gevestigd waren- Geld lenen
64
Vooral door rijke burgerij Grootste kapitaalexport door GB, Frankrijk en DE
*De Goudstandaard Balans tussen de verschillende munten te stabiliseren (VOORDEEL) Universeel aanvaard (VOORDEEL) De hoeveelheid goud bepaalt de marktprijs ervan en dus de waarde van geld (NADEEL)
- Goudschaarste was nadelig voor de gewone man (leven wordt duurder)- GB als eerste dit systeem ingevoerd
Pond als belangrijkste munt
*Gemondialiseerde economie Eerste Zone : produceert industriële producten, bezit kapitaal Tweede Zone : levert grondstoffen, koopt industriële producten Concurrentie (producenten van dezelfde producten)
- Druk op de economie - Bij een economische crisis (prijzen ) in een deel van een zone wordt de gehele
wereldeconomie verplicht de prijzen te doen dalen
Zwakheid van het ongereguleerde kapitalsme- Werkloosheid (door besparingen)- Afwisselende hoogte- en dieptepunten Iedereen wordt dus meer kwetsbaar
Implicaties op de politiek (door economische onrust)- Overheden trachten de vrijhandel steeds meer te regulerenprotectionisme
*Veranderingen in organisatie: kapitaalconcentratie Grote corporaties
- Verschillende economische processen onder één bestuur (“Verticale integratie”) van ontginning tot afgewerkt product onder één corporatie
“Horizontale integratie”- Verschillende branches onder één “trust” of “kartel” zich beschermen tegen fluctuaties van de markt- Hierdoor: kapitaalconcentratie- Meer stabiliteit (prijzen, werkgelegenheid) - Niet per se betere lonen
14.4.De vooruitgang van de democratie in West-Europa*Algemeen
Belang stemrecht voor arbeidersklasse ° massapartijen
- Aandacht voor de sociale en economische problemen van de industrialisering
65
*De derde Franse Republiek (°1870) Na de Frans-Pruisische oorlog Door Bismarck georganiseerde verkiezingen in Frankrijk (algemeen mannelijk stemrecht)
- Weinig republikeinen verkozen (1/3e) De Parijse Commune weigert het gezag van de verkozen regering te aanvaarden
- Burgeroorlog (Commune VS Assemblée Nationale)- De Assemblée Nationale stuurt het leger naar Parijs- Repressie (20.000 )
De Assemblée Nationale roept opnieuw (de Parijse Commune had dit reeds eerder gedaan)
Door verdeeldheid onder de monarchisten kon dit- Voorstanders van een restauratie van de Bourbons- Orleanisten
Tweekamerstelsel (Parlement + Senaat) met de premier en zijn kabinet als sterkste uitvoerende macht
Problemen van de derde Franse Republiek Verdeeldheid : monarchisten VS republikeinen Republikeinen worden minder radicaal en winnen stemmen
De Deyfus-affaire Alfred Dreyfus: joodse kapitein in het Franse leger
- Om anti-semitische redenen uit het leger geweerd (1894)- De zaak werd lange tijd niet heropend door steun van anti-semieten, royalisten,
militaristen. Gebruiken de zaak om het republikeinse regime is een slecht daglicht te plaatsen
- Uiteindelijk toch vrijgesproken na een grote pro-Dreyfus campagne (1899)- Oorzaak voor diepe ideologische breuklijn republikeinen VS conservatieven
Voor- en nadelen van de derde Franse Republiek Algemeen goede levensomstandigheden (VOORDEEL) Vrij lage industriële ontwikkeling (NADEEL) Politieke versnippering -> veel kort bestaande regeringen (NADEEL)
*De Britse constitutionele monarchie (Second) Reform Bill
- Uitbreiden electoraat (nog geen algemeen mannelijk stemrecht)- Stabiel parlementair regime- Whigs (liberaal) en Torries (conservatief) Respecteren elkaar- In handen van rijken (geen vergoeding)
Toch sociale politiek: stemmen winnen van arbeiders
Britse politieke veranderingen na 1900 Labour De liberale partij wordt linkser
66
- Sociale welvaart progressieve inkomstenbelasting- Vergoeding voor leden van House of Commons- Pro staatsinterventie (economisch en sociaal)
De liberalen gaan op in Labour en een minderheid gaat naar de conservatieve zijde
De Ierse Kwestie 1801: “Verenigd Koninkrijk van GB en Ierland”
Slechte omstandigheden voor boeren in Ierland- Kerkelijke tienden betalen- Sterke afhankelijkheid van grootgrondbezitters- Ieren willen home rule Ieren willen zelf over een parlement beschikken
Gesteund door liberalen in GB Tegengewerkt door conservatieven in GB
1914: home rule- De Ulstermen (N-Ierland) willen geen afgescheiden Ierland Bijna burgeroorlog
Na WOI: home rule voor Eire (Ierland zonder het Noorden)Eire wordt al snel helemaal onafhankelijk (dominion status in 1922, cf. Canada)Ierse Republiek
Ulster blijft een deel van GB - Protestants
De Ierse-Kwestie bleef lang tijdens de 20e eeuw een onopgelost vraagstuk!
*Bismarck en het Duitse Rijk (1871 – 1890) Herhaling
- Hervormingen van bovenaf (parlementair systeem)- Alle macht blijft bij keizer en kanselarij (verkozen kamer heeft weinig macht) Macht van de Junkers blijft hoog; zijn heel kritisch t.o.v. Bismarck
Bismarck gaat steunen op liberalen- Tegen de zin van de katholieken- Zij erkennen bijgevolg een grotere macht: de paus
Kulturkampf: anti-klerikaal bestuur van Bismarck- Katholieke tegenreactie: °Centraal katholieke partij vormt geen bedreiging voor Bismarck- Bismarck gaat met hen samenwerken VS socialisme
Anti-socialistische wetten (socialistische meetings/kranten verbieden) Jaren 1880: Sociaal programma van Bismarck om arbeiders voor zich te winnen Paradox
- Politiek: Minder democratisch dan andere staten- Sociaal: Meest vooruitstrevend van Europa
67
Socialisme groeit niet echt, maar ook nooit verdwenen (De mensen via welvaart overtuigen)
*Het Duitse Rijk na 1890: Willem II Willem II als laatse Duitse keizer Onenigheid met Bismarck
- Bismarck wordt gedwongen uit zijn positie te stappen Afschaffen van de anti-socialistische wetten Sociaal-democratische partij
- Eisen herziening van de grondwet van 1850 Agressieverse kolonialistische politiek
*Italië Constitutionele monarchie (na 1870) Onstabiel
- Katholieken en paus erkennen Italiaanse eenmaking niet- Kloof arme Zuiden – rijke Noorden- Transformismo: politici zijn niet verankerd in één partij, maar wisselen regelmatig
*Oostenrijk-Hongarije Grootste probleem: etnische verdeeldheid (Slavische volkeren) Oostenrijk: algemeen stemrecht Hongarije: streng tegengewerkt door Magyars (angst voor Slavische volkeren)
*Vergelijking West-, Centraal-, Oost-Europa West: bijna complete parlementaire macht Centraal: niet echt een parlementaire macht Oost: geen democratie (wel bvb Doema, maar is eigenlijk geen echte verandering)
68
Hoofdstuk 15: Europese civilisatie; maatchappij en cultuur (1871-1914) Geloof vooruitgang (door Wetenschappelijk revolutie; 17e E) 19e E =>Meerderheid geloof:
vooruitgang = onontkoombaar en wenselijk(enkele uitzonderingen) <3 Liberalen (ook historische bevestiging)
Wetenschappelijke kennis Technische uitvindingen Economische expansie Beschermen mensenrechten Constitutionele regering
Sommigen => geloof moderne maatschappij onderdrukt sommigen(arbeiders, vrouwen,…) -> NIEUWE POPULAIRE POLITIEKE BEWEGINGEN
Geloof vooruitgang (nieuwe maatregelen voor minderheden)
ONDERTUSSEN: moderne maatschappij => theorie begrijpen natuur + uitvindingen nieuwe technologie
In vraag gesteld door critici => verbrokkelen/ondermijnen positivisme Voorlopig blijf vooruitgang krachtig
15.1.vooruitgang democratie (socialisme, vakbonden en feminisme)Werkmannen (ideeën Franse revolutie 1793) <3 Liberaal kapitalisme (vrijemarktdenken)/->Radicalen (antikapitalisten) /->middenklasideeën
Druk voor legalisatie en politieke macht + verbeteren positie Tegen kapitaalbezitter
2 strekkingen ivm kapitaalbezittende klasse: a) ZE AFSCHAFFEN (radicaal socialisme)
69
b) ERMEE ONDERHANDELEN (vakbonden) =>unionisme: samenwerken werkgevers + werknemers => betere economie
Het socialisme (ontstond bij Karl Marx) => extinctie werknemers en verminderen kapitaalbezitters verspreid door Engelse chartristen! Zorgde in 1848 voor een revolutiegolf: FAIL => WEL schrikken bezitsklasse
Middenklasse ( + opgeleiden) : steun werknemers Invloed; Marx, Engels, Blanc, Lasalle
Theorie: socialisme (is geen unionisme) <3 lange termijn gedachte Gemeenschap; 1 geheel Economie: complex sociaal systeem Historisch beleid: komen en gaan (cycli)
Werknemer is even slim als werkgever, MAAR werkgever kijkt neer omdat hij hulp moet verlenen aan de werknemer (“financieel)Praktijk: jong aan het werk + verminderen handarbeid
Aandacht unionisme: belangijker dan lange termijn (1 shilling meer verdienen, gespaard van gevaren machines, 15 minuten lunchpauze
1850: Gouden tijd hongerige ‘40: Hogere lonen Minder werkloosheid Vakbonden (socialisme geperfectioneerd)
*Trade Union Movement (opkomst Labour partij)=> vakbonden bestonden maar waren illegaalFR: Wet le Chapelier (1791) GB: Tories: Combination Act
Verbod verenigen werknemersVooruitgang liberalisme: vrijheid werkpartijen*GB: 1825 (deels) => liberale Tories (1825), compleet 1827: Gladstone’s liberal ministry*FR: Napoleon III (1864), officieel Commune (1884)*Duits: Bismarck <3 vakbonden
1850: betere condities vormen vakbonden Eerst adhv werk (cf. ambachtsgilden) =>Craft Union
GB: nieuw unionisme (Amalgamated Society of Enginiers) 1851 Uit politeik geen semisocialisme geen unie (Robert Owen)
Beleid: redelijkheid werknemers (SUCCES) stakingen vermijden (liefst geen) fonden accumuleren lidmaatschap
70
Stadswerkers stemrecht sinds 1867: verrassend: 2 leidende partijen (verzekerder)
1880-18901889: staking Londen + sluiten haven (geleden Fr.rev)
vakbonden van onbekwame arbeiders, industriëlen, transport, … iedereen in verschillende unies, verschillende beroepen in 1 unie
GB (vooruitstrevend unionisme)RAAR: trage infiltratiesocialisten in politiek (enkel 6-tal gekozen door liberalen)Eeuwwisseling: nationaal, LABOUR => combinatie intellectuelen uit middenklasse + vakbondsleiders
minder socialistisch dan lokale niveaus snelle groei, willen institutionalisering vakbonden
1901: Taff Vale beslissing=>bij staking: vakbond financieel verantwoordelijk verliezen werkgevers=> uitputten fonds => vernielen vakbond (DOEL)<3 Labour => 1906: 26 leden in het parlement => AFSCHAFFEN Taff Vale
sociale legalisatie door liberalen (onder druk Labour)
*Europa sociaal 1850Marx (30j. in Londen, kende elite maar niet de Engelse bevolking) => Communistisch Manifest
revolutie => dictatoriaat van het proletariaat versterkt in 1848 door Engels(onderzoeker GB, journalist Duitse eenmaking)
Volume I Kapitaal (1867) en 2 postuumInspiratie Kapitaal: Eerste Internationale (1864), geleid door Marx)
International Working Men’s association Heterogene groep Verdere congressen versterken positie Marx
Mazzini buitenspel => Italiaanse eenmaking <3 Duitsland (Politiek Bismarck) <3 Rusland =>Bakunnin (Tsarisme = anarchisme) => weg 1872
<3 Parijse Commune (1871), => bloederige en gewelddadige opstand tegen democratisch gekozen Nationale Assemblee
Internationale deels geïnfiltreerd Oorzaak onderdrukking Commune door Frans provinciaal gouvernement EINDE INTERNATIONALE 1872
1875: Gotha Conferentie (Marxistisch en Lassaleaans) Duitse Sociaaldemocratische Partij (groei ondanks Bismarck)
1880: *België: BWP (1879)*FR:
Jules Guisole =>Communard (Marxist => REVOLUTIE) Paul Brousse => socialisme vie parlement => EVOLUTIE Jean Jaurés =><3 Fr.rev => REPUBLIKEINS
1905: politieke partijen voor socialisten
71
1881: GB =>Hyndman ->Sociaaldemocratise federatie => weinig leden1883: Rusland (Zwitserland) ->Plekhanov, Axelrod => Marxisme; Russische Sociaaldemocratische partij (Russ. Rev.)
1889: Tweede Internationale ( samenkomst elke 3 jaar tot 1914) Revolutionaire + Revisionaire socialisten Nieuwe Marxistische inspiratie Marx gestorven in 1883; sociale analyse van 40j. oeuvre => Marxisme
Sterk in Frankrijk en Duitsland*Italië + Spanje <3 Bakkunin (anarchistisch, geen industrialisatie)*GB: vakbonden
Fabian Society 1883 <3 Marx=> Socialisme: sociaaleconomisch deel van de politieke democratie-> klassenconflict: onnodig + onbestaand
Labour; vakbonden officieel => geleidelijke vooruitgang EVOLUTIE VIA PARLEMENTAIR SOCIALISME (UITZ. Rusland)!!!!!
Meer sociale partijen + stemmen werknemers => meer invloed vakbonden*THEORIE: strijd kapitaal + geloof 2e Internationale*PRAKTIJK: meer benefiet halen + Nationalisme (sociale zekerheid, regularisatie, minimumlonen en maximumuren)
Eind 19e eeuw: Voorspelling Marx=> burgerij: rijker en werknemers: armer Reële lonen stegen zogezegd 50% Grotere productiviteit Prijzen daalden ook zogezegd
1890: Marxisme herzien:*FR; Jean Jaurés*Duits: Eduard Bernstein (sociale leider Kamer)=> Rijksdag 1898: boek Evolutionaire Socialisme-> Conflict: onvermijdbaar -> via democratie (geen revolutie)<3 2e Internationale: waarschuwen voor burgerij
*Oppurtunisme-> nieuwe revolutie: FR: Georges Sorel
Syndicalisme (Frans unionisme); vakbond => unionisme zwak in Spanje, Italië en Frankrijk Werknemers worden instituties en verg-vangen werkeconomie + regering French General Confederation of Labour (1895) Einde algemene stakingen
->Protest revisionisme Duits. Karl Kantsky (1904)
-> na 2e Internationale <3 Fr socialist Alexandre Millerand minister sinds 1899-><3 socialisten in parlement omdat => die <3 Burgerij-> socialisten na WOI officieel in het kabinet
1903: Rusland => discussie revisionisme Londen
72
Lenin: Bolsjewisten (meerderheid) REVOLUTIONAIREN Mensjewieken (minderheid) REVISIONAIRENVertaling; geen feit!
Marxisten geen revolutionairen meer => stil tot 1914 Geen revolutionaire mentaliteit meer!
*sociale zekerheid (ongeveer)*stemrecht*politieke partijen + vakbonden
*Feminisme 1880-1914=> betere vrouwenorganisaties door beter georganiseerde werkpartijen=> vrouwen: lage lonen, GEEN bezitrecht, poitieke participatie, stemrecht, toegang universiteit
Wilden hervormingen en rechten (specifiek stemrecht) GB en VS: Susan Anthony en Elizabeth Crady 1888: Europa: International Council of Women VRAAG:
*Geboortecontrole*Betere condities
GB: Women’s social en political Union Petities, vergaderingen, protest => STEMMEN OP LOKAAL NIVEAU VERWORPEN in parlement => oppositie vanaf jaren 1860 FRUSTRATIE: Emmeline Plankhurst: invallen parlement
=> Radicaal => arrestatie => hongerstaking => pijnlijke voedbeurten=> geridiculiseerd!
STEUN tijdens WOI; stemrecht vrouwen +30 jaar (ook Duits + VS) Verdere evolutie + meer landen tijdens 20e eeuw
15.2.Wetenschap, filosofie, kunst en religie3 eeuwen: geloof natuurwetenschap => nu meer mensen bereiken (helpt bij problemen)
Basis industrialisatie => wetenschap wordt “orakel” (populariteit van nieuwe “wonderen”) Uitvindingen, internationale patenten (nooit gezien)
Basiswetenschap (Newton, Euclides) wordt bevraagd*Natuur: geordend, harmonieus, voorspelbaar, tijdloos => veranderingen 1860 =>Charles Darwin: Origin of Species; 1859 (plant en dier)EVOLUTIE (nieuw) Darwin verwetenschappelijkte het + uitleg in The Descent of Man (1871)-> Hegel en Marx; evolutie geschiedenis en metafysicaDoor Verlichting+ Romantiek+ Realisme en opkomst geologie (1800)
THEORIE: wezens: veranderlijk (kleine aanpassingen in voorgaande generaties IVM overleven) Onderworpen aan wetten
*Survival of the fittest: natuurlijke selectie; best aangepaste overleefd(GEEN mensenrassen: pas later door racisten)*Struggle for existence: meer geboren dan kunnen overleven
73
STRIJD: Wetenschap (oa Huxley) Kerk (Bisschop van Oxford) -> HAAT tov Darwin
Mens van aap afstammen: SCHANDE=> dierlijke kant van de mens
Gevaar voor ideeën Kerk
DARWINISME: meer aanhang door tegenstand Zei niets over een God of Maker Kwam niet overeen met genesis of Oud Testament
(fundamenteel/symbolisch) Natuur NIET harmonieus =>gevechtszone
VERANDERING: geen juist of fout! Goed: overleefd, aangepast, adaptatie
SUCCES: realpolitik EU en verschillende doctrines EU/VS koppelen aan mens ( Sociaal Darwinisme)
Sommige rassen “superieur”, beter aangepast (blank-zwart, N.EU-Z.EU, Jood-Niet) Legitimatie oorlog + rijkdom
*GeneticaGregor Mendel (1822-1884), Oostmonnik1866: publicatie over kruisingen tussen bonen
Genegeerd tot 1900 Doorbraak genetica en erfelijkheid (2e helft 20e eeuw -> NU)
*Antropologie Fysische
Mensheid + superioriteit: blanken= beste => EU wordt rasbewust Culturele
Complex + primitief: maatschappij zonder wetenschappelijke interesse Geen betere, allemaal aangepast Relativeren, sceptici
Religie? James Frazer (1854-1941)Christendom NIET uniek, ook religie in premoderne tijden
The Golden Bough (meerdere volumes) => ondermijnt religie
*Psychologie (studie menselijk gedrag)-> over vrijheid en rationaliteit*Duits (1870) Wilhelm Wudt (1832-1920) => experimenten*Rus: Ivan Pavlov (1849-1936)=> experiment: hond wordt gewoon aan een bel
Belang studie dierlijk gedrag (reactie) Aangeleerd, automatische gewoontes (belangrijk voor menselijke studies)
*Oostenrijk, Wenen: Sigmund Freud (1856-1939) Belangrijk voor menselijke studies: PSYCHOANALYSE
Emotionele instabiliteit (hysterie) door verdrongen feiten
74
OPL. 1; hypnose: herinneren feiten: verdwijnen klachten FAILOPL. 2: onderbewustzijn tot uiting in dromenThe Interpretation of Dreams (1900)
Invloed sociale en gedragswetenschaapen + vocabularium Mens: irrationeel (gedrag is uiting onderbewustzijn)
<3 Verlichting/ liberaal Theorie stelt vrijheid ed. in vraag
*Fysica1890: revolutie (als gevolg bovenstaande)
Albert Einstein: relativiteitstheorie (paper 190-1916) Nieuwe bevindingen + nieuwe kijk energie)
1896 FR; Becquerel: radioactiviteit (energie in uranium) Pierre en Marie Curie (FR) + Thomson en Rutherford (GB)
=>Atoom: meervoudig (enkelvoudig) Duits: Max Planch (1900): energie vrij verspreid/geabsorbeerd in units/bundels
(continu) => onstabiel splitsen: ENERGIE Deen Niels Bohr: kern atoom: protonen + neutronen en errond elektronen
(cf. zonnestelsel)Droom alchemisten; radioactiviteitswet
Energie maken: mogelijk door relativiteitstheorie (e=mc2): tijd/ruimte/beweging is relatief voor toeschouwer
Duits., 1927: Werner Heisenberg: onzekerheid + ongedetermineerd; positie en snelheid elektronen bepalen: MOELIJK
DISCUSSIE: *Newtonmethode (lang de norm) => wordt 4D-methode*Euclidesmethode (geometrie) => wordt non-Euclides
1929-1954: aantal wetten opgesteld:*zwaartekracht*elektromagnitude*subatomisme (opdeling: oorzaak-gevolg, Newton, tijd-ruimte: NUTTELOOS)
Basis ondervindingen tijdens en na WOI
*Filosofie Romeinse voorbeelden + Verlichting Wetenschap: model voor alle kennis (positivisme) Onbekend voor wetenschap: Blijft onbekend!
Agnost*GB: Herbert Spencer (1820-1903)*Duits: Ernst Haeckel (1834-1919)
alles kennen via evolutie vrijheid en gerechtigheid voor individuen DOOR regering
75
Goedwil en vrijgevigheid is een product van de maatschappij en NIET natuurlijk basis NIET Darwin
Nietzsche(1844-1890 Radicaal en onsystematisch; evolutionair <3 democratie Klasse: ‘Superman’ -> nieuwe waarheden + waarden dominant (cf. Christelijke) Tegenkrachten: zwakkeren Elke mens gedreven door instinct + wil naar MACHT => irrationeel Kritiek religie: religie is voor Ancien Regimes
Niet geliefd bij tijdsgenoot (gek en labiel) Drijfkracht Anti-Verlichten (voor en na WOI)
*Kunst Literatuur
FR: Emile Zola Scandinavië: Ibsen
Thema: *Realisme: sociale problematiek (stakingen, protest, gekheid) IRRATIONALITEIT (cf. psychologie)*Symbolisme (FR) -> experimenteren met taal
Schilderkunst (cf. mentaliteit 19e eeuw)OPM: schilder maatschappij: nog nooit zo ver uit elkaar Gaugin: vlucht naar het zuiden + achterlaten familie
Tropische kleuren Zelfexpressie (Van Gogh)
Wereldvreemd, pogen erin raken Impressionisme: internationale invloed (1870-1880)
*(oa)Monet, Renoir, Pissaro*(oa)Morisot, Cassatt (vrouwen, schilderden vrouwen in verschillende levensfases)
<3 Academie (FR) Nieuwe thema’s, technieken, experiment, alledaagse dingen, innovatief, …
Startpunt post-impressionisme: Cézanne Persoonlijke visie van het leven
20e eeuw: Kubisme*(oa)Picasso, Braque, Kadinsky
Abstracte vormen + kleur (geen realisme) Na WOI: publiek ruimdenkender + sceptischer
<3 subjectivisme (minder objectivisme) Maatschappij NIET meer spreekbuis artiesten MAAR ideeën/gevoelens
=>soms onverstaanbaar
*Religie-> Zwaar bedreigd => fundamenten bevraagd (bedreigd)*Darwin: creatie?*Antropologie: uniek?
76
=> meer bijbelkritiek (tekstanalyse)*OT: twijfel aan waarde*NT: tegenstrijdigheden+ critici: *Duitsland: Strauss (1808-1874): Life as Jesus => wonderen zijn mythes*FR: Renan (1823-1892): uitleg herkomst bijbelverhalen-> Mensen bleven weg uit de kerk
Protestantisme Geen succes bij bescherming tegen nieuwe ideeënVertrouwen in eigen geloof en Bijbelinterpretatie*modernisten (aanpassen geloof) fundamentalisten (beschermen geloof staat letterlijk in Bijbel)
Ontkennen wetenschap en tegenstrijdigheden in Bijbel Trage reactie Leiden kinderen niet op (in tegenstelling tot Katholieken Clerus: naast hen, NIET boven hen!
Katholicisme Meer weerstand
Pius IX (paus: 1846-1878): 1864: Syllabus of Errors*wetenschan en ratio zijn OK MAAR kerk is niet verplicht te participeren*waarschuwen katholieken*GEEN DOGMA
=> dogmatiseerde maagdelijkheid Maria (1856) + hemelopname Maria (1850)=> 1870: Concilie van het Vaticaan (laatste: Trente, 1570) *Paus onfeilbaar*Katholicisme: internationaal ONDANKS secularisering (Fr.Rev) en afsplitsingen (oa Protestantisme)
Paus verliest Rome door Italiaanse eenmaking Paus sluit zich op tot 1929 uit protest
In 1929: Vaticaanstad: onafhankelijk verklaard + Rome officieel Italiaans
Leo III (paus: 1878-1903)*TEGENOFFENSIEF: terug middeleeuwse filosofie (Thomas van Aquino, 12e eeuw)*Sociaal doctrine: 1891, Rerum Novarum: privébezit: natuurrecht (socialisme?)-> Kapitalisme: FOUT (armoede, onzekerheid) => degradatie-> Kerk <3 socialisme (antireligieus + materialistisch) => EIGEN VAKBONDEN
Judaïsme Joden: minderheid (relatieve tolerantie)
Emancipatie 19e eeuw: HERVORMEN*secularisatie*zakenmannen*<3 Liberalisme
77
=>verdwijnen discriminatie
Eind 19e eeuw: nieuwe tendensen (<3 Joden)*Nationalisme (joden zijn vreemd)*Antisemitisme (dmv racistische theorieën; cf. sociaal darwinisme)<3 Joodse zakenmannen
Vijandigheid to nieuwe Joodse identiteit Rusland: pogroms FR: Dreyfusaffaire(1894-1906) Ontstaan zionisme (Joods nationalisme)=> oprichten Joodse staat Palestina
1e maal vernoemd door Theodor Herzl: Congres Bazel, 1897 personen die geloofden dat joden moesten integreren in onze maatschappij (Cf. liberale ideeën, Verlichting, revoluties)
15.3. Neergang Klassiek liberalisme Gevolgen voor het liberalisme door de veranderingen
Voortzetten klassiek liberalisme Verzwakken klassiekliberalisme Klassiek liberalisme veranderen
*Klassiek Liberalisme John Locke (17e eeuw) + filosofen (18e eeuw) Hoogtepunt (19e eeuw) =>John Stuart Mil en William Gladstone BASIS: THEORIE:
*vrijheid voor iedereen *gebruik rede => discussie=> compromissen-> vooroordelen of eigen interesses bepalen deels beslissing*autonomie (stemrecht) <3 onderwijs*Parlement: representatie volk + meerderheid: doorslaggevend (minderheid: tegenkrachten) *Religie: VRIJ MAAR privézaak gescheiden van publieke zaken PRAKTIJK: enkel vrijheid voor kapitaalbezittende MAN
VRIJE MARKT (geen inmenging regering) zorgt voor evolutie in democratie: WANTROUWEN NAAR ACCEPTATIE
Tolerantie Constitutionalisering Laisser Faire Vrije handel
Internationalisering: kolonisatie=>Racisme => blokkage Liberale principes
Liberalisme GEEN doctrine WEL liberale principes aanwezig MAAR NIET allemaal 1914: blokkage + terugkeer vroeger => VERANDERINGEN
78
*Neergang klassiek liberalisme, economisch (19e eeuw) Vrije economie: geslaagd MAAR
Depressie 1873-1893:EU boeren vragen bescherming overheid
Konden niet wedijveren met VS en Rusland (hadden lage handelsprijzen) Toegestaan, daarna wou industrie ook bescherming
*VS: al in 1860*Duitsland: 1879: dwangfonds Bismarck: Junkers en Rijnland*FR: fonds voor industrie en landbouw (tarieven)
Overal IR (hopen weerstand GB) Enkel ruwe materialen verkopen (RUILGOED: voedsel) HERSTEL: List, Revival System of Political Economy (1840)
=>Vrije markt: enkel voordeel GB GROEI door afstappen agrarische economie COMPETITIE: kolonies + imperialism (teken neergang liberalism)
Verminderen scheiding economie en politiek =>teken neergang liberalisme Neomercantillisme:
economisch nationalisme (tarieven, competitie, regularisatie)->ondermijnen individuele competitie (kijken NIET naar gevolgen andere landen)
*TEGEN onzekerheid*TEGEN misbruik individu (vakbonden)*TEGEN monopolies
*georganiseerde arbeid*sociale partijen*universeel lijden*gevoelige stressLEIDT TOT
gouvernementele interventie *wetgeving/regelgeving op het werk VERBETEREN*sociale zekerheid (cf. Bismarck) VERSPREID
verbeteren omstandigheden + waardigheid (PRINCIPE LIBERALISME° meer centralisatie door staat
SOCIALE WELVAARTSTAAT (nieuw liberalisme) GB: David Lloyd George VS: Woodrow Wilson (Democraat) + Theodore Roosevelt (Republikein) Belang regering geaccepteerd
*Neergang klassiek liberalisme, intellectueel (19e eeuw) Liberalisme ondermijnd door vooruitgang; MENS:
*irrationeel (psychologie)*evolutie (Darwin)*rede (filosofie)
79
Politiek: conflicten (naties komen NIET overeen) => CLOSED MINDS Onmogelijk overtuigen dmv argumentatie (anti-intellectualisme)
ONDERMIJNT LIBERALE PRINCIPES Verwerpen rede (<3 filosofie); <3 psychologie: impuls; agressiviteit
=>IRRATIONALISMEGeorges Sorel (syndicalisme)->Reflections on violence (1908)=> 1e algemene staking tegen burgerij REALISME (nieuw)
STRIJD: *Marxisme (1840)terug*<3 Nietzsche: VERMINDEREN deugden + <3 eigen belang*Sociaal Darwin: best aangepaste toegepast op RASSEN
Eind 19e eeuw: eeuw van vrede in Europa Strijd filosofie: STRIJD NOODZAKELIJK
Herinnering poging revoluties (Communse, 1871; Duitse eenmaking, 1870) POPULAIR tijdens vrede
Neergang economisch en politiek klassiek liberalisme 1906: Liberale partij: afschaffen Laisser Faire =>Steun arbeid
TEGENKRACHT: Joseph Chamberlain => pogen afschaffen tarieven Opkomst New Labour Party (systeem solidariteit)->meer leden + elites: STERKERE OPPOSITIE => DESORIËNTATIE conservatieven Stakingen 1911-1912
1914: Iers nationalisme (willen in het parlement)=>Ierse huisregel anti-Ieren + conservatieven (tegen ieren in parlement)
BESLUIT:*Ontstaan tarieven MAAR vrije circulatie goederen blijft*Nationalisme (GEEN totalitarisme)
Racistische ideeën Antisemitisme (<3 Rusland) > pogroms
Wel INTEGRATIE (1848-1914)*verminderen Laissez Faire*sociale wetenschappen worden humanitair => ondermijnen liberlisme*ontstaan: revolutionair revisionair<3 oorlog MAAR voorkomen door regering tot 1914
Scepticisme: ondanks alles TOCH geloof in vooruitgang
80
Hoofdstuk 16: Europa’s dominantie van de wereld (1871-1914)Grote wereldwijde rijken werden gesticht door de grote Europese natiestaten Met opkomst VS sprak men samen met Europa over het “Westen”
Minder ontwikkelde gebieden: de “derde wereld”, toenemend onderscheid tussen moderne/traditionele, rijke/arme, machtige/zwakkere staten
Ontstaan wereldbeschaving vanaf 1900:
Alle landen betrokken in wereldeconomie en wereldmarkt
Verspreiding moderne wetenschap en technologie, geneeskunde en ideeën
grotere ongelijkheid: kleine samenlevingen vallen uit elkaar, het Westen gaat
met de buit lopen men kan niet concurreren tegen het moderne Westen
Imperialisme: Tweestrijd bij het gekoloniseerde volk:
Het Westen nodig om zich te ontwikkelen: streven naar moderniseren, industrialiseren, kapitaal
onafhankelijkheid imperialisten, zelf regeren, de omstandigheden waarbij modernisatie en industrialisatie gebeurt zelf in handen hebben
men neemt ideeën van vrijheid en democratie over van het westen socialisme
De ironie van de geschiedenis toont dat door het imperialisme ook meteen de basis was gelegd voor de val van het imperialisme (door deze verspreiding van democratische ideeën)
16.1.Imperialisme: aard en oorzakenNa 1815: eerste koloniale tijdperk afgesloten:Behalve GB had geen enkele staat nog een koloniaal rijkNiet langer geïnteresseerd in kolonies:
81
Geen politieke invloed over gebieden meer nodig voor handel = uitbreiding wereldhandelTussen 1870 en 1900 opnieuw globale verdeling van koloniale rijken
*Nieuw ImperialismeImperialisme voor 1870:
aankoop goederen van inlandse bevolkinggeen politieke controle vooral vrijhandelprimeren van handelsroutes veilig houden
Nieuw imperialisme:
Nood aan kwalitatieve handelswaar en voldoende kwantitatieve goederen = pre- industriële handenarbeid onvoldoende Men trekt dieper de gebieden in en investeert kapitaal om de hele
infrastructuur (industrie, transport) en bestuur op te bouwen Hele productieproces in eigen handen + heropbouwen van de sociale situatie
in een industriële situatie
Om investeringen te verzekeren gaat men het gebied politiek en territoriaal overheersen (vb. protectoraten)Kolonies onder gezag van blanken:
Protectoraten: eigen staatshoofd blijft aan de macht, maar de blanken
betalen hem en trekken achter de schermen zelf aan de touwtjes
Verdeling van een land in invloedssferen (meest onafhankelijke vorm van
imperialisme)
Vanaf 1850: Kloof tussen Europese en niet-Europese staten steeds groter:Redenen: Ontwikkeling en het eindeloze kapitaal van het Westen gemakkelijk penetreren gemakkelijk (buiten Japan)Machtsvertoon (kleine oorlogen tussen ongelijken, bombardementen, vertoon vd vloot) waardoor de lokale leider een verdrag tekende ten voordele vd Europese inmenging.
Economische motieven:Nood aan tropische luxeproducten/grondstoffen voor de industrie (rubber, katoen) Nood aan een afzetmarkt voor de eigen afgewerkte producten Grote concurrentiestrijd tussen grootmachten Kolonies boden een “overdekte markt” waarmee voordeliger handel kon worden gedreven aangezien alle Europese landen een protectionistisch tarief hanteerden (neomercantillisme)
82
Kapitaal geïnvesteerd in de kolonies bood meer winst: goedkopere arbeidskrachten en grote vraag naar tropische producten
Sociale motieven: MissioneringWetenschap Kolonies gaven een mogelijkheid tot uitwijking van de overbevolking
Politieke motieven:
Vergroten van het rijk voor bewaren van evenwicht koloniaal rijk is een symbolisch teken van prestige, grootheid,…
Kritiek van J.A. Hobson en later ook Lenin:
Geld geïnvesteerd in de kolonies zou beter naar hogere lonen en sociale welvaart gaan
Imperialisme was slecht voor het Marxisme: proletariaat had veel voordeel door invoer van goedkope koloniale producten hogere lonen opportunistische houding men vergeet de klassenstrijd en doet mee
Joseph Chamberlain (vader Neville): burgermeester Birmingham (†1914)
groot voorstander van imperialisme, ziet het als een nood om een groot stabiel rijk te vormen, hoopte dat de dominions (Canada, Australië, Nieuw-Zeeland) terug zouden keren om een federatie te vormen waarbij ze lage tarieven voor elkaar zouden heffen (tariff union), doet een voorstel voor deze tarieven (ook van voedsel) geweigerd
*Imperialisme als kruistochtImperialisme was een product van de grote vooruitgang die Europa geboekt had Men wou de verlichting van de beschaving doorgeven Geloof in moderne beschaving werd een soort sub religie, imperialisme werd een kruistocht
16.2.Amerika*De Verenigde Staten en MexicoMexico reikte eerst bijna tot aan de Mississippi en de Rocky Mountains VSwou gebiedsuitbreiding wegens uitbreiding katoenplantagesMexico laat geen slavernij toe dus de nieuwkomers roepen een eigen republiek,Texas, uit Ondanks protest van Mexico annexeert VS in 1845 toch Texas=Oorlog, Mexico verliest, gebied van Texas tot Californië wordt geannexeerd
Europese dreigingen: tijdens de onrusten was Mexico grote leningen in Europa aangegaan wegens onstabiele eigen munt
Liberale president Benito Juárez ontkent de schulden => Europese schuldeisers eisen actie VS zat vast in de Burgeroorlog en kon Mexico niet steunen
83
GB, Frankrijk en Spanje sturen troepen naar VeracruzNapoleon III wil via Mexico een Franse satellietstaat maken <3 GB en Spanje = troepen terugtrekken Franse leger gaat door en de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan wordt als keizer aangesteld missie onmogelijk en duur + VS protesteert Frankrijk trekt terug, VS laat Maximiliaan executeren Juaréz weer aan de macht1870: Mexicanen belastingen betalen aan verschillende rivaliserende leiders
VS eist dat de ingeweken Amerikanen dat niet hoeven te doen en dat ze vergoed wordenPresident Hayes: burgers van beschaafde staten hebben dezelfde zekerheid van bezit in minder beschaafde gebieden
Mexico reageert dat buitenlanders dezelfde rechten genieten en even goed behandeld moeten worden, maar dat zij niet méér rechten hebben dan de eigen bevolking
Mexico klaagt dat de VS hen behandelt als wilden en niet als een beschaafde staat. (de regel: beschaafde staten mogen tussenkomen in “achterlijke” landen, maar zich niet met elkaar mogen bemoeien = afgesproken verschil tussen beschaafd/onbeschaafd)
discussie: onder welke categorie Mexico valt (volgens VS onbeschaafd, Mexico beschaafd)
Dubbelrol van de VS: maakt gebruik van Latijns-Amerika uit eigenbelang maar steunt het ook tegen Europa. Monroe-doctrine(=“America for the Americans” elke vorm van Europese inmenging op het Amerikaanse continent wordt verworpen)
werd steeds grotere hindernis voor Europa naarmate de VS machtiger werd (Latijns-Amerika nooit zo erg geimperialiseerd als Afrika, Azië)
*Imperialisme van de Verenigde Staten in 1890VS steunde de revolutie in Colombia, erkent de onafhankelijke republiek van Panama
Panama = protectoraat vd VS VS begon aan Panamakanaal
zonder overleg met Europa, President Cleveland had in 1895 GB verboden om zich te moeien in Venezuela
In Cuba en Puerto Rico braken revoluties uit steun VS (heeft Cubaanse suiker nodig)
Men laat geruchten over de barbaarsheid van de Spaanse autoriteiten los in de VS + Amerikaans oorlogsschip Maine zinkt geheimzinnig in de haven van Havana
gemoederen raken verhit en de publieke opinie in de VS keert zich tegen Spanje
Spaans-Amerikaanse oorlog, VS wint in 1898
Puerto Rico en de Filippijnen worden geannexeerd door de VS
Cuba wordt een onafhankelijke republiek maar wordt een protectoraat aangezien het onder het Platt Amendement valt VS heeft recht zich met bepaalde zaken te moeien
84
1934: afschaffing Platt Amendementdoor protest uit Cubaanse nationalistische hoeken
1946: onafhankelijkheid Fillippijnen / 1952: zelfregering voor Puerto Rico
President Theodore Roosevelt is van mening dat de VS een internationale politiemacht is
1904 “Roosevelt Corollary”= uitbreiding Monroedoctrine: VS niet toelaat dat Europa zelf zijn schulden gaat innen moet de VS zelf de investeringen van de beschaafde wereld beschermen door deze aanvulling is de waarschuwing van de Monroedoctrine nu een positieve notie van de steun vd VS aan Europa geworden
VS kwam herhaaldelijk tussen, maar schafte de Roosevelt Corollary na te veel protest vanuit Latijns-Amerika weer af
Hawaii: ontdekt in de 19e eeuw 1875: Hawaii wordt een protectoraat van de VS kapitaal en management stroomt binnen: suiker en ananasindustrie 1891: koningin Liliuokalani aan de macht en wil de verwestering tegengaan koningin wordt afgezet door de VS + Hawaii wordt onafhankelijke republiek annexatie bij de VS in 1898, uitgeroepen tot Amerikaanse staat in 1959
16.3. Het Ottomaanse Rijk*Het Ottomaanse Rijk in 1850= Anatolisch schiereiland, Balkan van Constantinopel tot de Adriatische Zee, Tripoli, Kreta, Cyprus, Egypte en Arabië
moslims, joden en christenen leefden vreedzaam naast elkaar, elk met hun eigen wetten, rechtbanken en gewoonten van hun godsdienst Religieuze leiders: elk voor hun eigen bevolkingsgroep verantwoording verschuldigd aan de Turkse regering, hadden veel autoriteitAlleen moslims mochten in het leger dienen, niet-moslims betaalden de belastingenGeen nationaal gevoel in het Ottomaanse RijkGrote achterstand afspraken met het Westen: Handelsovereenkomsten
Westerlingen genoten de bescherming van de Turkse regering
Rechtszaken tussen 2 westerlingen alleen door het Europese gerecht berecht. Rechtszaken tussen westerling en Ottomaan met een Europese observator
Sinds het verlies van Hongarije in 1699 begon het Rijk te desintegrerenDoor steun vanuit Europa kon men het rijk nog 2 eeuwen rechthouden maar rond 1850 begon het vervalNa de Krimoorlog probeerde het Ottomaanse Rijk vlug te moderniseren en te industrialiseren nood aan betere interne organisatie in de toekomst zelf tegen Rusland kunnen beschermen. Nood aan Franse en Engelse steun zou uiteindelijk leiden tot buitenlandse controle van het Ottomaanse Rijk
85
*Inspanning tot hervorming en herstel 1856-18761856: Hatt-i Humayn: hervormingsedict:
Nationaal Ottomaans burgerschap voor alle inwonersAfschaffing van de religieuze autoriteitenGelijkheid in rechtzaken en voor publieke ambten was gegarandeerdZowel moslims als christenen konden in het leger (gemengd)Hervorming van belastingen en bezit, afschaffing marteling, gevangenishervormingen, bestrijden van de corruptieTurkse revival van de eigen cultuur en geschiedenis Groot protest tegen deze radicale veranderingen door de inwoners Meeste hervormingen mislukten doordat er te weinig geschoolde of ervaren Turken waren
Sultan Abdul Aziz gaf het geleende geld te slordig uit te hoge schulden => het Ottomaanse Rijk verwerpt in 1874 de helft van zijn schulden => hervormingsminister Midhat Pasha,helpt Abdul Hamid II op de troon
Abdul Hamid II gaat eerst goed mee met de hervormingen: Nieuwe grondwet in 1876: het Ottomaanse Rijk was ondeelbaar, vrijheid van persoon, onderwijs en pers, en een parlementaire regeringMaar: 1877: Hamid ontslaat Midhat Pasha en schaft de grondwet af
*Repressie na 1876Abdul Hamid regeerde 33 jaar:
Angst voor buitenlandse invloeden, de vele oppositiegroepen (nationalisten,…) Verbanning van 1000en activisten naar Europa (de “Jonge Turken”) Verbiedt bepaalde Westerse literatuur uit angst voor de liberale/nationalistische ideeën Etnische minderheden die in opstand kwamen werden afgeslacht (Bulgaren, Armeniërs)Europa voert hervormingen op humanitair en financieel vlak parlementair systeem en een efficiëntere regering
*De Russisch-Turkse Oorlog van 1877-1878: het Congres van BerlijnRusland wou Constantinopel veroveren en over de Bosporus te heersen
nieuwe vorm van Pan-Slavisme (met het doel alle Slaven te verenigen in een Russisch Rijk) 1875: opstand in Bosnië1876: opstand in Bulgarije 1877: Rusland verklaart de oorlog aan Turkije (= hoofdstaat van het Ottomaanse Rijk)
Britten kwamen ertussen:
Willen het Suezkanaal beschermen (hadden 44% aandelen + bood doorgang naar India)Gealarmeerd na schending van het verdrag van 1856 Russische vloot in Zwarte Zee
86
Russen dwingen de Turken het Verdrag van San Stefano te tekenen (1878):Batum en Kars (Z-Kaukasus) komen bij RuslandServië en Roemenië worden onafhankelijkHervormingen in Bosnië, Bulgarije wordt autonoom (maar gedomineerd door Rusland)
Bismarck roept op tot diplomatie: Congres van Berlijn (1878) verdeling vh Ottomaanse Rijk: Batum en Kars blijven bij Rusland; Servië, Roemenië en Montenegro worden onafhankelijk Bulgarije in 3 zones van verschillende autonomie binnen het Ottomaanse Rijk verdeeld Oostenrijk-Hongarije mag Bosnië administratief en militair bezetten (niet annexeren) Engeland krijgt Cyprus, Frankrijk krijgt Tunesië, Bismarck wil niets nemen voor Duitsland Heeft een oorlog vermeden maar de problemen bleven toch opgehoopt tot WO I
Gevolgen: de nationalisten uit de Balkan en de Russische Pan-Slavisten waren niet tevredenTurken waren ontevreden over de verdere desintegratie van hun territorium Duitsland kreeg steeds meer invloed op Turkije aanleg spoorweg Berlijn - Bagdad en exploitatie van Turkse grondstoffen
*Egypte en Noord-AfrikaEgypte was autonoom
1850-60: hulp van het Westen voor grote modernisatie van administratie en wetgeving van recht en bezit + aanleg spoorwegen en Suezkanaal + bloeiende katoenhandel
De Egyptische heerser Ismail kon de leningen aangegaan in het buitenland niet betalen
Afgezet en vervangen door Tewfik helemaal onder Westerse invloed
Egyptisch protest olv Colonel Arabi tegen de sterke buitenlandse invloed Neergeslagen door GB
Egypte wordt een Brits protectoraat, de troepen blijven nog tot 1956 Fransen waren tegen de Engelse inpalming van Egypte, zij waren vroeger begonnen aan het
Suezkanaal maar hadden uit geldnood de helft vd aandelen moeten verkopen aan GB FR probeert naast Algerije en Tunesië nu ook controle over Marokko te krijgen
Deze rivaliteit zou de grootmachten tegen elkaar opzetten (rol in toenadering WOI)
1908: Abdul Hamid’s regering werd overgenomen door de activisten van de Jonge Turken, de grondwet van 1876 werd samen met vele hervormingen weer ingevoerd
1914: Rusland verklaart weer de oorlog aan Turkije Turken gaan Duitslandsteunen Egypte verbreekt alle contacten met Turkije, de Arabische staten werken zichook los 1923: Turkse Republiek wordt uitgeroepen nationalistische en seculaire Revolutie
87
16.4.De verdeling van Afrika (1885-1900)Begin 19de eeuw Europese aanwezigheid beneden de Sahara beperkt zich tot handelsposten (uitgezonderd de Kaap)
1875 Association Internationale Africaine (privé van Leopold II) : Stanley zocht sponsering voor de economische mogelijkheden die hij zag in een gebied rond de Congostroom en vond deze bij de Belgische koning
1882: Stanley keert terug naar Afrika en verenigt 500 stamhoofden door verdragen te sluiten
Afrika werd beschouwd als zonder enige vorm van regering en was “up for grab” Duitsland: verdragen met stamhoofden in Oost-AfrikaFR neemt het grote gebied van de Congo-rivier in beslag Portugal: neemt Angola en Mozambique
1885:Conferentie van Berlijn:
- Oprichting Kongo Vrijstaat (Leopold II):de Congo-rivier werd geïnternationaliseerdvrije handel binnen Congobestrijding van slavenhandel
regelingen mislukten want er was geen internationaal controleorgaan misbruiken Congolezen moesten dwangarbeid leveren, en dit aan onmogelijke quota’s, met 1000en doden tot gevolg soort slavernij door grote vraag naar rubber werden alle rubberbomen vernietigd zonder nieuwe in de plaats te planten na verloop van tijd geen grondstofbronnen meer
1904: grote woede wanneer de publieke opinie deze misbruiken te horen krijgt 1908: Congo wordt overgedragen aan België, en wordt een kolonie - regulering voor de verdeling van Afrikaans land opgesteld:Er werd afgesproken dat een Europese macht die kustgebieden controleert voorrang krijgt op controle van het binnenland, op voorwaarde dat er een reële administratieve en militaire bezetting plaatsvindt + dat de machten elkaar op de hoogte stellen
op 15j tijd was heel Afrika behalve Liberia en Ethiopië verdeeld
1885 – ca. 1900: ‘scramble for Africa’ = territoriale verovering vanuit de kustposten en reeds verworven territoria:
Wens vd grootmachten:
FR: Verbinding tussen Frans West-Afrika en Madagascar + droom West-Oost verbindingDuitsland: Bezat Oost-Afrikaanse kolonies en enkele Westelijke en wenste eenverbinding tussen Duits West-Afrika (Namibië – Kameroen) en Duits -Oost-Afrika (Tanganyka) GB: Wenste Noord-Zuid verbinding (Egypte-Kaap), wensen van de andere grootmachten id weg: moest hiervoor Frans/Duitse verbindingen verbreken:Kenia en Oeganda reeds Brits bezit
Egypte was een protectoraat en men wou de Opper-Nijl nu ook gaan bezetten:
88
- Eerste poging mislukt- Tweede poging lukt: Generaal Kitchener trek langs de Nijl naar het Zuiden en verslaat de moslims (1898) Daarna trekt hij verder zuidelijk en in Foshada ontmoet hij het Franse leger
Fashodacrisis: bijna oorlog, FR wil het risico niet nemen en trekt zich terug => Franse publieke opinie keert zich volledig tegen GB
Cecil Rhodes had Rhodesia (Zimbabwe) ingenomen en was nu premier van de Kaapkolonie Rhodes is groot voorstander van de Noord-Zuid verbinding MAAR twee naburige kleine republieken id weg: Transvaal en de Oranje VrijstaatWaren Nederlandse afstammelingen
Wanneer er goud en diamant wordt ontdekt in Transvaal wil Rhodes de statenovernemen
Wanneer Transvaal zich niet wil overgeven begint Rhodes militaire onrust te zaaien gewapende onruststokers het gebied in te sturen => Groot protest tegen Engeland uit Europa Rhodes’ acties mislukken
1899: Britse Rijk verklaart de oorlog aan Transvaal en de Oranje Vrijstaat (Boeroorlog)
Boeroorlog of Zuid Afrikaanse oorlog duurt tot 1902 De 2 republiekjes horen nu bij het Rijk en vormen samen met deKaapkolonie en Natal de Unie van Zuid Afrika die een soort semi-onafhankelijke status heeft (~dominion) door de Foshada-crisis en de Boeroorlog => GB onpopulair in Europa 1914: Duits koloniale bezittingen naar Frankrijk en Groot-Brittannië
16.4.Imperialisme in Azië: Nederlanders, Britten en Russen*Nederlands Oost-Indonesië en Brits IndiaIdeale kolonies voor elk groot Rijk:
Voerden meer uit dan dat ze invoerden veel meer winst
Aanwezigheid van verscheidene tropische producten waar veel vraag naar was en waarvoor weinig of geen concurrentie bestond (zeker niet met Europa)
De bevolking bestond uit verschillende bevolkingsgroepen en was verdeeld door andere talen en religies weinig nationalistische gevoelens en gemakkelijk te regeren
De beste posities in het bestuur waren voorbehouden voor Europeanen
Er bestond geen conflict over deze gebieden met andere grootmachten
Verdeling van Moesson-Azië:*Nederland: weinig meer dan de Java-eilanden*Engeland: Singapore, schiereiland van Malay, N-Borneo*Frankrijk: Indochina*Duitsland: O-Nieuw-Guinea, Marshall en Solomon eilanden
89
door de jaloezie van deze drie laatsten bleef de positie van Nederland beveiligdNederland breidt zijn kolonie uit naar een gebied van ca. 5000 km in de Indonesische archipel revoluties werden onderdrukt in 1830, 1849, 1888 Soort dwangarbeid in vorm van het “cultuursysteem” belastingen betalen in natura 1870: vrijer systeem wordt geïntroduceerd + de plaatselijke talen worden aangemoedigd Door eigen taal te behouden doet men minder vlug Westerse (nationalistische) ideeën opBrits India: Britse leger nodig in de Krimoorlog en India onder controle door de “sepoys” (Indische troepen ) bevolking was ontevreden:
*De plaatselijke heersers waren afgezet en de Britten regeerden zelf
*Bepaalde religieuze gewoonten (weduweverbranding) werden verboden, net zoals sommige sekten, men wou uiteindelijk zelf het kastensysteem afschaffen
*De Wahabi (moslimfundamentalisten) verspreiden geruchten onder de sepoys dat er varkens- en rundsvlees in hun eten zit (verboden voor respectievelijk Moslims en Hindoes)
1857: ”Indiase Muiterij”: grote revolutie van ongedisciplineerde soldaten Vereniging van sepoys, aanhangers vd Grootmogol, geschonden belangen-groepen Britten slaan de opstand neer maar besluiten hervormingen door te voeren
Hervormingen:Britse Oost-Indische Companie en het Rijk vd Grootmogol worden afgeschaftMen ging onrechtstreeks regeren doorheen de Indiërs collaboratie met opperklassen Men ging de gevestigde Indische belangen ondersteunen en India werd protectoraat De staten die bestonden sinds 1857 onder (maha)rajahs mochten blijven bestaanKoningin Victoria wordt tot keizerin benoemd
India’s manufactures waren onhoudbaar wegens concurrentie vd westerse industrie
wisselwerking ontstaat: India levert de materialen en Engeland verwerkt ze tot producten. Engeland levert de afgewerkte producten in de plaats van de grondstoffen
zakenleven in India bloeit weer op groot spoornetwerk wordt aangelegd
Indiërs konden nu ook publieke ambten bekleden en regeringstaken vervullen
Vanaf 1835 gaat men Engels aanleren ipv de Indische talen Een klasse van verwesterde Indiërs ontstaat die een grotere rol in eigen land wil 1885: Hindu Indian National Congres opgericht 1906: All-India Muslim League wordt opgericht begin moslimseparatisme Nationalisme groeit, en steeds meer anti-Brits keert zich tegen opperklassen die meespelen in het imperialistische spel,invloed socialisme
90
*Conflict van Russische en Britse belangenRusland wil toegang tot ijsvrije havens Westen (GB) heeft controle over de zee Grensconflicten:
Afghanistan vormde de bumper tussen het Russische Rijk en Brits India 1864: Rusland neemt Tashkent (Turkestan) in ligt nu tegen Brits India Anglo-Russische regeling dat er een 30 km brede strook tussen beidegrenzen komt
strijd over Perzië:
1864: GB legt een stuk spoorweg aan in Perzië + doet andere investeringen 1890: GB geeft Perzië een lening en krijgt de invoerrechten uit de havens als onderpand 1900: de Russen lenen ook geld aan Perzië en krijgen alle invoerrechten behalve die van havens
Perzië verliest controle op de buitenlandse invloed en valt uiteen in zones Perzische revolutie gericht tegen buitenlanders breekt uit 1905: Perzisch Parlement wordt opgericht 1907: Rusland en GB kennen elkaar uiteindelijk een invloedsfeer toe
Nadat de Afrikaanse kwesties onrust hadden gezaaid tussen Frankrijk en Engeland, deden deze kwesties dit tussen Engeland en Rusland
16.5.Imperialisme in Azië: China*China voor de Westerse penetratieChina werd geregeerd door de Qing-dynastie van de Manchu’s (1644-1912) Chinezen vonden zichzelf superieur en wilden niks met Europa te maken hebben de Qing-Dynastie kon de orde niet meer handhaven => opstanden
1800: Vereniging van de Witte Lotus revolteert onderdrukt1813: Vereniging van de Hemelse Rede probeert de macht te grijpen mislukt1850: Rebellie van Moslims die tijdelijk een eigen staat in ZW-China opzetten1850: Taiping Oproer: door armoede, onrecht van de grootgrondbezitters richten eigen staat in Z-China op
gevechten tussen de Taiping en Manchu’s slepen zo lang aan dat alles uit de hand loopt en er wanorde en plundering uitbreekt Na 14j winnen Manchu’s met hulp vd Engelse generaal “Chinese Gordon” rond 1840 beginnen de Europeanen in China binnen te dringenDe Qing-Dynastie kon zich alleen staande houden met hulp van buitenaf en
Europa had een regering nodig om verdragen mee te sluiten
*Het openen van China naar het WestenEchte opening van China naar het Westen gebeurde door de Opium-oorlogen China was niet geïnteresseerd in Westerse producten, en de Westerlingen
91
wilden niets liever dan Chinese producten kopenBritten in India kochten Chinese thee door de Chinezen in de plaats opium te bezorgen, aangezien dat illegaal was en het enige product waar vraag naar was bij de Chinezen
Chinese regering wil de opiumtoevoer beginnen controleren 1843: Britten verklaren hiervoor de oorlog aan China en winnen met gemak1857: Britten en Fransen verklaren 2de oorlog aan China die ze ook met gemak winnen=> begin vele verdragen
- 1842: Verdrag van Nanking- 1857: Verdrag van Tientsin - …
1842: Hong Kong gaat naar het Britse Rijk “verdragshavens” (Shangai, Canton) staan nu open voor Europese handel: Europeanen mochten er eigen nederzettingen bouwen, waar de eigen wetten van toeppassing waren Europese en Amerikaanse oorlogsschepen patrouilleren op de Yangtserivier => China werd een vrije markt, er mocht maar een invoerrecht van 5% gevraagd worden
*Annexaties en concessies 1860: Russen stichten hun maritieme provincie van Vladivostok 1876: Japan erkent de onafhankelijkheid van Korea (China doet dit niet)1886: Engeland annexeert Birma 1883: Frankrijk verenigt Annam, Cochin China, Tonkin, Laos en Cambodja inFrans Indochina
1894: Japan verklaart de oorlog aan China en won gemakkelijk door industriële overmacht
1895: Verdrag van Shimonoseki Formosa en het schiereiland van Liaotung(met Port Arthur) gaan naar Japan + Korea wordt nu ook door China onafhankelijk verklaard Vladivostok ligt in Liaotung (Vertrekplaats Transsiberische spoorlijn) Rusland aanvaardt dit niet en eist samen met Frankrijk en Duitsland dat Japan terugtrekt=> Liaotung gaat terug naar China
China wou zich kunnen beschermen en wou industrialiseren en verwesteren Aangaan van grote leningen in Europa Europa profiteert ervan om nieuwe concessierechten te eisen (1898) partitionering dreigt de VS stelt een “Open Deur”-politiek voor:
China blijft volledig en onafhankelijk, maar het Westen heeft speciale invloedsferen en concessierechten. Het tarief van 5% blijft behouden + vrije handel die voor iedereen toegankelijk is beschermt ook tegen annexaties van Japan of Rusland
1899: Bokseropstand Boksers uit geheime vereniging: Orde van de Literaire Patriotische Harmonieuze Vuisten
92
Spoorwegen worden vernietigd, 300 buitenlanders vermoord, … Europa slaat de opstand neer (samen met de VS en Japan) China moet een onmogelijke schadevergoeding betalen + gaat nog haastiger verwesteren
16.6.Russisch-Japanse oorlog (1904-1905)Rusland kon China niet in handen zien vallen van een andere grootmacht of ze zouden Vladivostrok en hun Transsiberische spoorweg verliezen
Japan had door de industrialisatie nood aan grondstoffen en afzetmarkten, daarbij kwam dan nog dat ze hun verwesterde leger en vloot wilden uittesten en als grootmacht erkend worden Ook Engeland voelde zich bedreigd door Rusland Anglo-Japans pact (1902-1922)
1904: Japan valt de Russische installaties in Port Arthur aan => oorlog Slag bij Mukden Japan wint Baltische vloot van Rusland wordt in de pan gehakt door een nieuwe Japanse vloot (belang: eerste oorlog tussen grootmachten sinds 1870, en ditmaal met moderne oorlogstechnieken van de industrialisatie + eerste oorlog omwille van imperialisme + eerste keer dat niet-blanken de blanken overwinnen)
VS had er belang bij dat geen van beiden teveel macht kreeg Roosevelt bemiddelt 1905: Verdrag van Portsmouth: Japan krijgt Liaotung en Port Arthur terug 1910: Japan annexeert Korea
Gevolgen:Rusland keerde de aandacht weer naar Europa balkanproblemen leidt tot WO IRussische regering was verzwakt + publieke opinie na de klunzige oorlog was slecht Revolutie van 1905 12j later Russische Revolutie
Grote verrassing over de snelle opkomst van nieuwe grootmacht Japan Diende als voorbeeld voor andere landen, overal begon men te verwesteren Leidt tot nationalisme nr aanleiding v. Westerse ideeën revoluties (in Azië)
Deze drie leiden uiteindelijk naar het einde van de Europese suprematie
93
Hoofdstuk 17: Wereldoorlog I (1914-1918)*Voor 1914Begin 20e eeuw: Europa ziet zich a) hoogstaand b) goedaardig c) geciviliseerd (door moderne wetenschap en uitvindingen) => competitie en verscheidenheid -> werk goed
=> plots rampspoed (begin : onduidelijk, maar WOI wordt onontkoombaar) => geen staatsman poogt het te voorkomen => desastreuze oorlog, miljoenen doden, verlies macht en invloed17.1. Internationale anarchieEuropa: Duitsland (a: wilde meer inspraak): sterkste en duidelijke nieuwe legerstructuren => essentieel voor nationalisme => andere landen volgden =>dienstplicht
b: 1914: elk land: staand leger + getrainde reserves
*Weinigen willen oorlog (enkele schrijvers ijverden voor vrede) <->Velenzeker dat er ooit oorlog komt =>c. meer staatsmannen willen hierdoor oorlog ontluikena+b+c = WOI
*Triple Alliance <-> Triple EntenteDuitsland: 1870 eenmaking: Industriële revolutie 1900: meer staalproductie dan Frankrijk en Engeland samen
wilden een belangrijkere rol
Leidende landen in Europa: *Frankrijk: <3 geannexeerde gebieden door Duitsland (cf eenmaking) =>Elzas-Lotharingen *Engeland: <3 Duitse handelaars op hun markt (lagere prijs dan Britse)
*Fr en GB: <3 Duitse kolonisatie<3 anderen die Duitsland begonnen te volgen in beleid
Bismarck (na 1871-1890): vrees uiteenvallen Duitsland door oorlog => diplomatieke vredesbeleid
1878: pogen vrede Oosten 1885: pogen orde in Afrika pogen Frankrijk isoleren (samen GB) => hield Franse kolonisatie in het oog 1879: militaire alliantie met Oostenrijk-Hongarije 1882: Italië bij de alliantie : Triple Alliantie
Een van 3 landen in oorlog: andere 2 moeten helpen Duits pact Rusland (=vijand Oostenrijk ivm Balkan) => diplomatie vereist
*Bij pensioen: opvolgers niet capabel => pact Rusland : gebroken
1894: Frankrijk sluit pact Rusland (raar: radicaal <-> reactionair)
94
interventie crisis in het Verre Oosten (1895), stop expansie Japan
*Beide anti-Brits: => poging Willem II (Duitsland) continentale alliantie tegen GB
GB: besef veranderen houding tov Duitsland doorBoerenoorlogen en Fashodacrisis ideeën over “ras”: gelijkaardig maar moeilijke politieke samenwerking
1896: Kruger Telegram van Keizer: steun Zuid-Afrikaanse boeren in conflict GB1898: Opbouw Duitse zeemacht (bescherming kolonies)
nieuwe strijd GB en Duitsland (over macht op zee)
GB: steun van Am. Admiraal Mahan => GB van oudsher macht op zee GB leefde van import, nood aan monopolie op zee
Stijgende bezorgdheid: zoeken toenadering Frankrijk en Rusland => losbreken uit isolatie1902: alliantie Japan tegen gemeenschappelijke vijand Rusland
1904: definitieve breuk en amnesie slecht gevoel voorbije 25jaar en strijd Fashoda (GB-Fr) Franse erkenning Brits gezag Egypte Britse erkenning Frans gezag Marokko
Geen alliantie, er is enkelbegrip
*Rusland: verslaan Japan => gewild => Frankrijk en GB zoeken toenadering -> GB is namelijk onzeker Duitse hulp1907: Anglo-Russische conventie: vergeten geschillen, -> Britse erkenning Russische invloed noorden ->Russische erkenning Britse invloed oost/zuidTriple Entente: Europa, Frankrijk, Rusland
*Crisis Balkan en Marokko*Frankrijk: meer invloed in Marokko *Duitsland: testen GB hoever ze willen gaan in het steunen van Frankrijk + pogen breken alliantie
=> Maart 1905: *Duits oorlogsschip naar Tanger * speech Willem II over Marokkaanse onafhankelijkheid1906: Internationale Conferentie Algeciras ->FAIL; enkel Oostenrijk steunde Duitsland
Sterkere samenwerking GB en Fr
1911: Tweede Marokkocrisis: Panter (oorlogsschip) naar Agadir, “beschermen Duitse belangen” Ophoud, belofte geen problemen in ruil voor Frans Congo Enkele Afrikaanse bezittingen
Vergrootte haat tov Duitsland + sterkere Triple Entente
Balkan: problemen=> Ottomaanse Rijk (in sterke ontbinding) had nog grondgebied. => Oostenrijk-Hongarije: 1 taal, verschillende alfabetten en religies
Servië en Bosnië-Herzegovina (ten noorden Turkse grens)
95
OOSTERS ALFABET/Orthodox/< 3Rusland -> behoorde in theorie tot Turkije, in praktijk onder Oostenrijks bewind (sinds 1878)
Kroatië en Slovenië (onder Oostenrijks bewind) WESTERS ALFABET/ Rooms Katholiek/<3Westen
1 e crisis: In Bosnië veel Slaven die moslim waren door Ottomaanse overheersing. => onderdrukt door dubbelmonarchie Habsburgers (ontstaan 1867) =>1900: Opstoot Slavisch nationalisme.
=>Koatië en Slovenië wilden uit dubbelmonarchie en naar Servië (onafhankelijk sinds 1878)
=>Joegoslavië
1908: Revolutie jonge Turken tegen Sultan Abdul Hamid.
wilden liberaal parlement 1876 terug Wilden verval Ottomaans Rijk stoppen (delegaties Bulgarije en Bosnië in parlement)
1908: Rusland (nederlaag Japan) wil controle Balkan (Constantinopel)
Oostenrijk wil volledige annexatie Bosnië
Akkoord tussen 1e ministers (Alexander Isvolsky en Alois von Aehrenthal) Russische bevestiging Oostenrijkse annexatie Bosnië Oostenrijkse opening zeestraten doorgang Russische oorlogsschepen
Nooit veroveren Constantinopel (geen hulp Fr en GB) Rusland zelf wist niet van deal
Oostenrijk wacht niet =><3 Rusland en Serven
1908: Afsplitsingen Ottomaans Rijk*Bulgarije: onafhankelijk *Kreta gaat in een unie met Griekenland
Oostenrijkse macht in de Balkan groeit! Rusland: machteloos en verzwakt!
2e crisis1911: oorlog Italië aan Turkije (veroveren Tripoli en Dodecanese eilanden)Verzwakt Turkije: Bulgarije, Servië en Griekenland: alliantie, heroveren Balkangebieden
Verslaan Turkije, maar Bulgaren meer wouden meer Macedonië dan Serven wouden geven
=>1een 2e Balkanoorlog (1912): over Albanië (zowel Griekenland als Servië wilden een stuk, land beloofd aan Italië) *Servië=> steun Rusland*Oostenrijk: poogt annexatie Albanië => afsluiten zee voor Serviërs => Serven en Russen verslaan
96
=> Ook verslaan in 3e crisis Russen: vernederd en Serven: gefrustreerd
*Sarajevo: crisis en uitbreken van de oorlog28/06/1914, Sarajevo: Bosnische revolutionair (lid Servisch geheim genootschap met kennis Servische officieren) vermoordt troonopvolger Habsburgse Rijk en vrouw: Frans Ferdinand *Waarom? : Onzeker! Theorie: Wou bij keizerschap hervormingen (oa gelijkheid Slaven) doorvoerenOostenrijk: zeker eenheid bewaren Rijk =>willen stopzetten :Servische onafhankelijkheid + STEUN DUITSLAND => ultimatum aan Servië; vrijheid onderzoek naar daders (wordt geweigerd)
Servië + STEUN RUSLAND (wilden niet terug nederlaag) => steun Frankrijk? JA (vrees verliezen Rusland als bongenoot
Oostenrijk verklaart oorlog aan Servië Rusland mobiliseert Duitsland (zekerheid samenwerken Oostenrijk)
Vraag stopzetting mobilisatie van Duitsland aan Rusland; geen antwoord Oorlogsverklaring Duitsland aan Rusland (01/08/1914)
Oorlogsverklaring Duitsland aan Frankrijk (zekerheid samenwerken Rusland)Oorlogsverklaringen Duitsland: basis verantwoordelijk starten oorlog
Duitsland: ijdele hoop GB niet deelnemen aan oorlog
Frankrijk: onzeker deelname Engeland
GB niet gebonden alliantie! =>enkel parlement kon er oorlog verklaren
4 augustus: Engeland: oorlogsverklaring aan Duitsland(na Duitse inval neutrale België om Frankrijk snel te verslaan)
Oorzaken?Complex: niet alleen crisissituaties zoals moord op Frans Ferdinand of Duitse interventie Marokko. A)Verdragensysteem
Europa opgedeeld in 2 kampen + wedijver ertussen door systemen van ideologie en allianties => GEVOEL: elke natie moest bondgenoten bijstaan (wordt noodzakelijk in geval oorlog)
*Duitsland => “omsingeld door Frankrijk en Rusland” => oorlog om dit te breken (steun Oostenrijk-Hongarije) *Frankrijk => steun Rusland (Duitsland had Frankrijk overstegen in industrie en bevolking)
*Rusland (Tsaar) en Oostenrijk-Hongarije(Keizer): nog Absolutistisch => verzwakt en nood aan bondgenoten
=>starten oorlog! -> Rusland trekt Fr en GB mee en Oostenrijk trekt Duitsland mee (zwakkere landen trekken Europa dieperik in)
97
B) Beleid
Duitse Rijk: interne crisis. Sociaaldemocraten worden grootste partij in Rijksdag; 1912) => antimilitair en anti-oorlog geen steun imperialistische regering => oorlog enige uitweg
Burgerij en liberalen: Duitsland wereldmacht maken: gevoel ondermijnd door sociaaldemocraten. ->oorlog is uitweg
Duitsland startte oorlog niet alleen! Duitslands industriële macht niet erkend door anderen => frustratie Vechten voor wereldpositie (Oorlog is enige uitweg)
c) Economie
Mondiale economie MAAR internationale competitie (nationalisme en imperialisme) => onzekerheid (voor zichzelf zorgen) en afhankelijkheid (door import grondstoffen)
Veiligheidsgevoel? => allianties sluiten
17.2.WapenfeitenWOI (1914-1918) => laatste jaar effectieve resultaten dankzij steun V.S.
Meer slachtoffers dan WOII! -Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije, Ottomaanse Rijk-Geallieerden: Rusl., Frankrijk, GB, Servië, België, Griekenland, later ook VS en Italië-Neutralen: Spanje, Scandinavië, Nederland, Zwitserland, Albanië, Zweden
Men verwachte een korte oorlog (cf 1870: eenmaking Duitsland) Van Schlieffen plan: 2 fronts (1: Rusland en 1: Frankrijk)
Snel verslaan Frankrijk via België Nadeel 2 fronts weg dankzij goede spoorverbinding en snelle mobilisatie (niet Rusland)
*Oorlog op land (1914-1916)03/08/1914:78 Duitse tegenover 83 Franse, Britse en Belgische troepen. Duitse sterk vooruit
2 Russische legers naar Duitsland (financiële steun Frankrijk) in Oost-Pruisen 26/08: deel Duitse troepen terug richting Pruisen => VERZWAKKING Franse troepen hergroeperen (steun Britse) Slag bij Marne(5-12 september ) Frankrijk wint: Duitsland terugtrekken
*Van Schlieffen plan Duitsland krijgt geen controle over kanalen Brits-Franse alliantie blijft sterk
Duitsland: Oostfront overwinningen op de RussenWestfront=> einde bewegingsoorlog => cavalerie verdwijnt (nog infanterie en artillerie) =>loopgravenoorlog begint, veel doden (machinegeweer), geen gebiedswinst
1915: Duitsland en Oostenrijk-Hongarije: reeds diep in Tsaristisch Rusland
98
Definitief verslaan (doel) MAAR Russen bleven doorvechten GB en Fr (willen contact Rusland) -> vallen Turkije binnen: FAIL
1916: terugkeer Noord Frankrijk (Westfront): *Centralen: aanval op Verdun (februari) =>Joffré (FR) schakelde Pétain in -> Frankrijk hield standSlag van Verdun: 10 maand *Geallieerden plannen Slag aan Somme (rivier) =>( juli – oktober), artillerie (nieuwe lading Britten)=> door continu druk de linie breken=> VEEL doden WEINIG gebiedswinst (tank 1e keer gebruik <3)
*Oorlog op zeeGeen vooruitgang op land => focus op zeeAnglo-Britse strijd voor zeemacht wordt nu getest
Britten en Fransen => blokkade (konden enkel munitie tegenhouden) Internationale wet, 1909, (altijd voedselvoorraad, ook in oorlogstijd) Nieuwe Internationale wet => geen voedselvoorraad => tastte neutralen aan
=><3 VS => vrijheid op zee => vijandigheid tussen GB en VS (1915-1916) (WOII) VS in oorlog: geallieerde = zelfde regulatie
Duitsers pogen blokkade te maken tegen GB (dmv onderzeeërs) Duitsland verklaarde zee rond Britse eilanden als oorlogszone (GB niet opgewassen?)
Maart 1915: Lusitiana gebombardeerd (Brits schip, Amerikaanse passagiers) =><3 Wilson => vrees Amerikaanse aanval, Duitsland versoepelt blokkade
Slag om Jutland : Duitsland minder verliezen (gewaagd aan Britse vloot), maar kon de Britse Blokkade niet opheffen
*Diplomatieke manoeuvres en geheime overeenkomstenGeen oplossing in zicht => zoektocht nieuwe bondgenoten:
*Ottomaans Rijk (angst Rusland) bij Centralen (oktober 1914)
*Italië bij geallieerden (ooit bij Triple Alliantie. Verdeelde bevolking -> doorslag: NATIONALISME)=> besloten 1915: Geheim pact van Londen: belofte bij winst:Tretino, Tirol, Istria, Trieste en deel Dalmatische eilanden+ kolonies Libië en Somalië
Mei 1915: nieuw front aan Italië
*Plannen verdelen Ottomaanse Rijk (geallieerden) GB: Mesopotamië FR: Klein-Azië en Syrië Italië Rusland: Koerdistan en Armenië
*In elk gebied minderheden: aanzetten tot opstand
Centralen Polen (in Rusland) : belofte onafhankelijkheid
99
Nationalistische opstoot Oekraïne Vlaamse beweging (Pro Duits) in België Overtuigen Sultan heilige oorlog in Noord-Afrika =>
moslims die Britten(Egypte) en Fransen(Algerije) verdrijven FAIL Ierse nationalisten (Paasopstand 1916): ONDERDRUKT FAIL Zimmermann telegram: Duits telegram naar Mexico (januari 1917)
=> Als VS in oorlog; Duitsland alliantie Mexico (en Japan) => krijgt Mexico veroverde gebieden door VS (1840)terug Onderschept door Britten, gepubliceerd VS => shock!
Geallieerden(succesvol)*Elzas-Lotharingen bij winst: terug Frankrijk*Poolse onafhankelijkheid (moeilijk: Russische alliantie)*Onafhankelijkheid Joegoslavië (Tjechen, Slovaken, Slaven)*Arabische onafhankelijkheid (opstand geleid door Britse kolonel Lawrence) -> Steun emir Hussein of Hejaz (1916: kroont zich Koning van Arabië)*Steun zionisme: Joods land in Palestina => GB:1917, Balfour declaration(wens Joodse staat uitspreken, beschermen niet-Joodse in Palestina)
Armeniërs: Christelijke bevolking deel Rusland, deel Ottomaans Rijk (Turkije) => hadden ook nationalistische ideeën (wilden eigen staat)
conflict Turken (wilden Armeniërs in hun land) => massamoorden 1894 1915: Turken deporteerden Armeniërs
(wegens zogenaamde sympathie Geallieerden) ARMEENSE GENOCIDE
Overlevenden: kregen geen staat (enkel kleine Republiek 1918=> erna deel Sovjet Unie=> onafhankelijk 1991)
Ottomaans Rijk: poging tot ontmantelen staat Duitse kolonies: FR en GB wilden de controle hierover
(telegram Grey aan Wilson: Duisters nooit kolonies terug; ook niet onafhankelijk) China: belangrijke zone voor imperialisme
Japan zag in de Europese oorlog een kans Britse alliantie (1902) =>oorlogsverklaring Japan aan Duitsland
(augustus 1914) =>Concessies in China, Marshalls en Carolines (= 2 Duitse eilanden Atlantische Oceaan)
Japan: Eenentwintig Eisen aan China (januari 1915)=>China is verplicht acceptatie geheim ultimatum (verdere concessie) =>Manchura en Noord China worden Japans protectoraat
Duitsland: imperialistisch en expansief*september 1914: Bethmann-Hollweg (kanselier tot 1917) stelde oorlogsdoelen op:
dominantie Centraal Europa (en annexaties West - en Oost –Europa) oprichten satellietstaten + extra kolonies Afrika
100
Plannen: problemen vredesconferenties (geleid wraak en nationalisme) Woodrow Wilson:
*nationalisme = niet goed *1916: Neutraliteit VS bewaren => herverkozen (hield ons uit de oorlog)=>pogen onderhandelen (werd genegeerd)*na interventie => Vredesbesprekingen: pogen voorkomen nieuwe oorlog
17.3.Ineenstuiken Rusland en interventie VS*wegvallen Rusland: revolutie en Verdrag Brest-Litovsk(cf hoofdstuk 18)
1e slachtoffer oorlog: Rusland1905: Revolutie => 1917: Grote Revolutie
Oorlog: test voor Rusland, Tsarisme niet volbrengen:*geen goed materiaal*ongewapende, ongetrainde boeren=> miljoenen slachtoffers => Tsaar verliest loyaliteit
*maart 1917: muiterij troepen in Sint-Peterburg (Petrogrand na revolutie) => Stakingen en opstanden=>Doema (Russisch parlement): gebruikte situatie hervormingen door te drukken *15 maart: Nicolaas II treed af =>tijdelijke regering (tot november 1917) =>Liberaal parlement => pas succes verslaan Duitsland => nieuw offensief (juli)=>FAIL => demotivatie (stop oorlog!) => nieuwe vormen socialisme: Russische Democratische partij (Radicale Bolsjewisten en minder radicale Mensjewisten)
Lenin (leider Bolsjewisten) in neutraal Zwitserland: April 1917: toegang Rusland van Duitsland (hoop stimulus revolutie) November 1917: komen aan de macht (oorlog stoppen) <3kapitalisme
*03/12/1912: Vredesconferentie Brest- Litovsk: 03/03/1918: Verdrag Brest Litovsk=> onafhankelijkheid Polen, Finland, Baltische staten, Oekraïne!! maximum succes Duitsland tijdens WOI (neutraliseren Rusland + invloed Oost-Europa)
STOP 2 FRONTENOORLOG => alle Duitse troepen naar het Westen (behalve select aantal: controle nieuwe regelingen)
1918: Plannen finaal offensief verslaan Frankrijk (olv Hindenburg en Ludendorff) 30/05/1918: Duitsers arriveren aan de Marne (bij Parijs)1918:Geallieerden afwachten Amerikaanse hulp (of niet), na het verlies Russische steun
*Interventie VSWilson => pogen neutraliteit bewaren MAAR veel Europese immigranten: verdeeldheid;*Ieren (anti-Brits) en Duitse (pro Duitsers) <3 Centralen<-> Spaanse en Britten <3 Geallieerden
Kozen kant Geallieerden:*zelfde ideologie (liberalisme) OPM GB en FR alliantie Rusland (liberaal)*beter voor de handel -> Russische Revolutie : INDRUK : over democratische ideeën nu
Poging Duitsland om VS uit oorlog te houden = STOPGEZET
101
Dachten VS binnen jaar in oorlog en GB maar 6 maand overleven na blokkade 31/01/1917: stopzetting betrekkingen tussen VS en Duitsland (beslissing blokkade terug),
klaarmaken Amerikaanse vloot 01/02/1917: hervatten blokkade (strenger dan ooit + terug duikboten) Zimmermann telegram + doen zinken Amerikaanse schepen +
aanslagen Duitse geheime agenten Schending op hun neutraliteit 6 april 1917: oorlogsverklaring VS aan Duitsland
(wereld veilig maken voor democratie)
Plan Duitsland werkt => GB 6 weken voedselvoorraadTEGENBEWIND: Voedselbevoorrading: schepen in konvooi + beschermd door VS+ Geallieerde onderzeeërs => eind 1917: Centralen onderzeeërs machteloosFAIL PLAN DUITSLAND
Tijdens mobilisatie VS; FR en GB houden stand aan Westfront*Frankrijk: 1st Nivelle =>hoopvol => veel verliezen=> muiterij => vervangen door Pétain
Petain wacht op Amerikanen*GB neemt het over => 1917: Slag bij Passendaele (3 maand lang)
Doorbraak dankzij tanks, wel terugtrekken door geen reserves
Ondertussen: *Oostenrijk-Hongarije: slag bij Caporetto => verslaan Italië -> Centralen in Noord-Italië Steun Frankrijk en Engeland: stand houden Italië
Actie geallieerden = tijd winnen voor mobilisatie VS (wachten)
*VS; Invoeren legerplicht (aanwerven meer soldaten) Leningen voor Geallieerden (munitie en voedsel) Industrie gebruikt voor oorlogsdoeleinden (oorlogsindustrie)
burgerconsumptie : verminderd iedereen ingezeit (ook vrouwen)
*Laatste fase van de oorlogLaatste offensief van de Duitsers (lente 1918) => hoop doorbraak voor komst VSFAIL => 1e Amerikaanse troepen in juni ! Duitsers op 15 juli niet verder dan de Marne18 juli: meer Amerikaanse troepen => september: laatste offensief
11/11/1918 : vraag vrede aan Wilson door Duitsland (Wapenstilstand) Miljoenen slachtoffers (mindere mate VS -> slechts 4 maand strijd) Interventie VS: doorbraak
17.4.Val Oostenrijks en Duits Rijk*oktober 1918: Oostenrijk en Hongarije verklaarden zich allebei onafhankelijk
Karel I (laatste keizer) treed af op 12/11/1918 => beide worden Republieken=> voordien al onafhankelijk: Roemenië, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië
102
*Duits Rijk: tot de laatste tellen sterk! => druk meer democratie (oa liberalen, democraten en socialisten)Macht geconcentreerd bij opperbevelhebbers => september 1918: inzicht verlies oorlog
29/09/1918: Ludendorff informeerde keizer voor vraag naar vrede Eis vormen nieuwe regering met meerderheid Rijksdag => meer liberale democratie Vraag vredesonderhandelingen :
a) Tijd winnen hergroeperenb) Besef verlies + nood verandering
Contitutionele monarchie(Max von Baden wordt kanselier)=>elite, voordeel leger=>Wilson ,hoofd Geallieerden, <3 democratie ->wil geen elite maar vredesbesprekingen met een democratische delegatie=> Keizer werd als een last gezien => aftreden Willem II op 09/11/1918 (raad Max von Baden) => naar Nederland => dood 1941
Weimarrerepubliek(uit vrees voor revolutie)
17.5. Impact van de oorlog*impact op kapitalisme en planeconomieVeranderingen tijdens en na WOI;Kapitalisme: EVOLUTIEvan principes liberalisme (zonder overheidscontrole) naar beschermde nationale economieën (1914) =>tijdens de oorlog steeds meer inbreng van de overheid (1eplaneconomie)
Er was een korte oorlog voorzien, door lange duur : Pogen economie draaiende houden: Rationalisatie en maatregelen
Goede regulatie en efficiënt gebruik (bureaus en raadkamers) Minimaliseren privé-initiatief en competitie Geen verspilling Verminderen productie luxe en besparingen (kledij)
Staatseconomie: overheid beslist over fabrieken (sluiten, openen, productie, verdeling) Invoeren dienstplicht: minder arbeiders => vrouwen in arbeidsproces => veranderen sociale
positie vrouw!!Tijdens oorlogseconomie: geen verplichting opname andere job (geen regulatie behalve Duitsland)
Wel propaganda (Pro Patria)+ betere lonen oorlogsindustrie Ook geen misbruik, gevangenen of slavenarbeid (Duitsers overtreden regels)
Controle handel(export)*onnodige goederen, prijsstijgingen, competitieEuropa<3 exportHandel: staatsmonopolie (privé-initiatief = onder strikte voorwaarden)Grootste exporteur: VS=> naar Europa (veel vraag => DUUR=> leningen)
Controle zee(Geallieerden) Te weinig schepen (cf Duitse duikboten) om aan vraag te voldoen Efficiënt gebruik schepen => regulatie: Interallied Shipping Council (opgericht)
103
Duitsland: kreeg geen toegang op zee => noodzaak zelfvoorziening/bezuinigen Oorlogssocialisme: bedacht door Joods industrieelWalter Rathenau(explosieven WOI)
=> gebruik en opeisen alle grondstoffen Duitse industrie; strenge staatscontrole
*Inflatie, industriële veranderingen, controle van ideeënElke regering: geldtekort => extra geld drukken + leningen => INFLATIE
Lage lonen en prijzen + hoge belastingen (zelfs prestige elite onder druk)Tijdens oorlog: Continent leende van GB en GB van VS + veel import uit VS (duur = leningen)
VS wordt grootste schuleiser (jarenlang afbetalen) Dalen levensstandaard Europa
Europa tijdens oorlog plat! MAAR industrialisatie VS en Japan (invloed Azië) => groei economie*India: zelf economie besturen (verlies invloed GB)=> WEG EUROPESE SUPREMATIE (ook Duitsland economisch uitgeschakeld)
Regeringen willen ook controle ideeën => censuur en propaganda (laat geen kritiek toe) ondermijnen vrijheid gedachte
Moraal: positieve propaganda over eigen natie, negatieve over vijand publieke opinie voor zich winnen (onkritisch) ondermijnt vredesbesprekingen
*Cultureel pessimismeVOOR 1914 => twijfel klassiek liberalisme =><3 strijd en geweld (daarom begin oorlog: enthousiast)Schrijvers stierven aan het front: FR: Charles Péguy en GB Rupert Brooke-> teksten:vechten voor het vaderlandTIJDENS oorlog => hoe langer, hoe meer WANHOOP, PESSIMISME, …1918: Schrijvers: oorlogspoëten Diegfried Sassoon, Wilfred Owen (IRONIE)
*Sigmund Freud: pessimistische analyses psychologie =>civilization and its Discontents (over oneindige doodsdriftbij en tussen mensen)*Oswald Spengler: The Decline of the West (1918) Westen in verval=> pessimistische filosoof*nieuwe artistieke vormen met zinloosheid oorlog (irrationele impulsen) als thema vb Dadaïsme
17.6. Vrede van Parijs (1919)=> Rusland mocht niet deelnemen=> Rijken waren aan het ontbinden (chaos Oost-Europa => geen grenzen of regeringen)=> Vrede van Parijs (enkel Geallieerden) ; 5 verdragen
Verdrag van St.-Germain met Oostenrijk Verdrag van Trianon met Hongarije Verdrag van Neuilly met Bulgarije Verdrag van Sèvres met Turkije Verdrag van Versailles met Duitsland
Alle hoop was gericht op Woodrow Wilson => wilde toekomstige oorlogen vermijden
104
*De Veertien Punten en het Verdrag van VersaillesWilson: januari 1918; Veertien Punten =>oorlog vermijden en meer democratie
einde geheime allianties vrijheid op zee einde blokkades en stop ongelijkheid handel reductie bewapening van iedereen Koloniale aanpassingen Evacuatie bezette gebieden Zelfdeterminatie nationaliteiten Hertekenen Europese grenzen Internationale organisatie om oorlog te vermijden (= Volkenbond)
Wilson <3 liberale democratische principes => wil een ander soort verdrag dan uitkomst Congres van Wenen (1815) dat een duidelijke FAIL was
Elite heeft ons in oorlog gebracht (ook volgens Lenin) Democratie heeft de oorlog gewonnen
Tegenwind voor Wilson: Republiek Duitsland dacht gespaard te blijven (na aftreden Keizer) FR wilde dat Duitsland oorlogsschuld betaalde GB wilde monopolie en vrijheid op zee (in vrede en oorlog)
AANPASSEN 14 PUNTEN
Vergadering Parijs, januari 1919 => 27 naties 4 naties beslissen effectief : (geen goede match)
VS (Wilson) Frankrijk (Clemenceau) Italië (Orlando) GB (Lloyd George)
Wilson: harde strijd voor Volkenbond Internationale organisatie voor alle naties zonder afgeven soevereiniteit
Naties: weinig vertrouwen hierin Toch geloof in Wilson: Volkenbond opgenomen in Verdrag met Duitsland
toegevingen van Wilson : (Volkenbond zou later wel nog aanpassingen kunnen doen (DACHT WILSON))
poging geloofsvrijheid en geen discriminatie: AFGEWEZEN*Frankrijk=> vraag bescherming tegen Duitsland (groot deel oorlog op Frans grondgebied) => EIS: deel Duitsland aan Rijn onafhankelijk => BUFFERSTAAT => zou volgens VS en GB leiden tot nieuwe oorlog => Anglo-Frans-Amerikaans verdrag => zekerheid bescherming in geval oorlog=> FR krijgt Elzas-Lotharingen terug + 15 jaar controle Saarland + 15 jaar bezetten Rijnland door Geallieerden
*Oost-Europa=> bufferstaten tegen Bolsjewieken
105
*sympathie Polen (krijgen Duitse delen: Opper-Silezië, Posen, West-Pruisen)=> opening naar zee*Danzig wordt vrije stad (hoort tot geen land)*grondgebied Duitsland mag niet meer groeien =>Sudeten bij Tsjecho-Slovakije*Oostenrijk (zonder Wenen) en Hongarije: dwergrepublieken (WEINIG MACHT)
*Kolonies => Duitsland verliest al zijn kolonies => imperialisme Duitsland breken FR en GB verdelen de beste kolonie Belgisch-Congo wordt groter Unie van Zuid Afrika => Duits Zuidwest Afrika Japan =>Duitse bezittingen in de Stille Oceaan Australië => Duits Nieuw Guinea, Solomon eilanden, Nieuw-Zeeland => Duits Samoa)
Claim Japan => Duitse rechten in China => krijgen 50% (<3) China wilde Europese invloed weg
*Duitsland werd door de Geallieerden militair beperkt Beperken aantal in leger Overnemen Duitse vloot Geen legerplicht (geen training) Geen duikboten, artillerie of oorlogsvliegtuigen
(Plan Wilson om geen legers te hebben werd alleen naar Duitsland geschoven)
*Oorlogsschade FR/GB/België => bepaalt Duitsland moet ALLE oorlogsschade betalen
Onmogelijk volgens Wilsonen Clemenceau =>Bedrag afspreken
Niemand vroeg zich af hoe Duitsland betalen schade enkel mogelijk via opbrengsten export (<->wedijveren economie Geallieerden: <3)
Duitsland wilde deel oorlogsschade herstellen => GEWEIGERD (economische doeleinden, werkzekerheid)1e betaling: opgeven marine + steenkoolleveringen + opgeven kolonies
Verdrag van Versailles: mei 1919(gemaakt in 3 maanden) Afwezigheid Rusland Uitsluiting Duitsland Toegevingen Wilson (in ruil Volkenbond)
Oorlogsschuldclausule Aanvaarden verantwoordelijkheid door Duitsland van schuld
<3 Duitsland => wilen niet tekenen => dreiging nieuwe oorlog => regeringscrisis => tekenen (Christenen en Sociaaldemocraten)
106
Verdragen zorgden voor een vertekend Oost-Europa*Nadeel: Rusland, Oostenrijk, Hongarije en Ottomaans Rijk*7 Nieuwe landen: Finland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjecho-Slovakije en Joegoslavië => bufferzone tegen het communisme*Roemenië en Griekenland vergroot*Italië: Trieste en sommige Dalmatische eilanden => Stelde Slaven teleur (wilden eigen natie); =>hadden wel bestaansrecht Joegoslavië (Koninkrijk: Serven, Kroaten en Slovenen)*Verdrag van Sèvres (pogen orde Midden Oosten):Ottomaans Rijk =>Republiek Turkije (klein Azië-Constantinopel)Opgeven -> Syrië-Libanon (FR) en Palestina en Irak (GB) ( Irak <3 => opstand)*Onafhankelijkheid koninkrijk Hejaz (vanaf 1924 onder Saoedi-Arabië)
*Betekenis Vrede van Parijs=> ZELFDETERMINATIE => veel volkeren eigen staatwin nationalisme => zogezegde samenhang liberalisme en democratie
ECHTER: Zelfverklaarde onafhankelijkheid Oost-Europese multinationale landen officieel bevestigd
GEEN KEUZE => Oost-Europa: mengeling bevolking + in elk land minderheden=>MOEILIJK 1 groep definiëren => PROBLEMEN
Verdrag van Versailles: (soms onrealistisch en onuitvoerbaar) Poging einde Duitse dreiging =>ONSUCCESVOL Poging macht en economie Duitsland te breken =>FAIL Gealieerden behandelden Republiek als Keizerrijk =>DUITSE FRUSTRATIE
Twijfel bij de Geallieerden 1919: vraag aanpassingen door GB (meer vrees Rusland dan voor Duitsland)
Afgewezen Italianen => teleurgesteld (GB en FR kregen alles, zij niets) Chinezen <3 Rusland => geen deelname + confrontatie bufferstaten <3
VS => isolatie + <3 Europa Ratificeerde Verdrag van Versailles NIET Verbreken Anglo-Frans-Amerikaans verdrag
<3 FR (wou bescherming )=> pogen meer onderdrukken Duitsland (tijdens zwakte)
Volkenbond opgericht Geneve 1926: toelaten Duitsland1934: toelaten RuslandVS treedt nooit toe => heeft idee wel bedacht!!!WOI
DEFINITIEVE EINDE AR
107
WIN DEMOCRATIE: verderzetten principes FR en AM revolutie Geen antwoord nationalisme, economie VERZWAKT (opboksen VS en SU)
Aanleiding WOII ( Verdrag van Versailles
Hoofdstuk 18: Russische Revolutie en de Sovjet Unie*De Russische Revolutie (bijna even belangrijk WOI)=> WOI : aanleiding RR => korte termijn => ook andere sociale en politieke aanleidingenIMPACT =>kapitalisme in vraag/ ideeën Bolsjewisten GROTE VERSPREIDING=> Vergelijking Franse Revolutie 1789
Gelijkenissen Verlichting: => voor vrijheid
=>FR: vrijheid tegen despotisme/feodalisme <->RR: vrijheid tegen kapitalisme/ imperialisme Verspreiding boodschap wereldwijd Aanhangers wereldwijd Ideeën gericht op bevolkingsgroep in gevaar Zelfde revolutionaire politiek (eenheid over omverwerpen -> erna conflict hoe het verder moet -> eliminatie tot 1 overblijft) =>FR: Jakobijnen, RR: Bolsjewisten Verschillen FR: 1780: Grootmacht <-> Rusland 1900: Achterstaand FR: sterkte bij Burgerij <-> Rusland: boeren en arbeiders FR: plotse revolutie <-> Rusland: jarenlange planning FR: terug poging herstel AR Bourbons terug => op lang termijn ideeën FRdoorslaggevend
<-> Rusland: Revolutie op korte termijn succesvol Romanovs niet meer terug => op lange termijn ideeën onsuccesvol(verdwenen 1990)
=>Gevolgen(A/B) Russische Revolutie (wereldwijd) A) Eigen plaats in de wereld (onafhankelijk van Europa)
=> Sovjet-Unie plaatste zich als Tweede wereld(Industrialisatie + <3 oud socialisten)
Vrees bij het Westen kolonies, (Derde wereld) -> zagen nieuw begin zonder Westen
B)STOP imperialisme + strijd (tegen) kapitalismeRevolutionairen planden de revolutie maar hebben ze niet veroorzaakt
Wel gebruikt om macht te grijpen
18.1. Achtergronden*Rusland na 1881: reactie en vooruitgangCf vorige lessen: VOOR 1881=> Tsaar: absoluut despoot => Aristocratie verwesterd=>Massa valt in lijfeigenschap
(Hoofdstuk 13) =>Alexander II: 1861 bevrijden lijfeigenen (Emancipatie)
108
+ raden (zemstvos) gekozen door landeigenaars (over scholen en ziekenhuizen) 1881: Vermoord door revolutionairen
NA 1881: Alexander III (1881-1894) STOP HERVORMINGEN Revolutionairen in ballingschap Joodse pogroms Alle minderheden (Polen, bewoners Kaukasus, Oekraïners, Litouwers)
de Russische cultuur opdringen(Russificatie) Wil Tsaristisch Rijk in eer herstellen Westelijke invloed terugdringen (olv Pobiedonostev)
Integratie in Westen wordt echter GROTER :*Russische literatuur (Tolstoj, Toergenjev, Dostojevski) gelezen in Europa *Russische muziek(Tschaikovsky, Rimky Korsakov)beluisterd in Europa*Russische kennis ivm wetenschap wordt beter en naar Europa (wiskunde, fysica, schaken)
*1880 => Industrialisatie Rusland (deelnemen wereldeconomie) => Europese investeringen (mijnen, fabrieken, + opening naar Europa (spoorwegen)=> zeer SNELLE industrialisatie => ontstaan BURGERIJ en PROLETARIAAT (cf FR en GB 1850) => slechte arbeidsomstandigheden
Vakbonden: VERBOD Toch stakingen vanaf 1890 Grote centralisatie Russen (arbeiders) in fabrieken => makkelijker organiseren
=>Veel industrie in handen van de Tsaristische regering (staatseconomie) =>lenen van Europa (geen nood belastingen, geen nood volk => behoud absoluut regime)
*1905: toch voldoende macht middenklasse => oprichten Liberale progressieve partij (pro-Westers) Constitutionele Democratische Partij (Kadetten) =>nationaal verkozen parlement belangrijker dan arbeidersbelangen
Ondanks investeringen industrie => Rusland grotendeels agrarisch (4/5 bevolking = boer)Boeren: vrij sinds 1881, leefden in collectieve gemeenschappen (Mirs) => het land werd verdeeld=> moesten wel veel geld afgeven(tot 1906) + voedseltekort (door export)
Leden onder industrialisatie (schulden gemaakt door overheid, leningen)
DRUK => boeren vroegen om meer land(LANDHONGER)=> Aantal boeren willen land verwerven en andere boeren inhuren<3 de welgestelde boeren (kulakken)
Boeren waren oudste bron van revolutie
*De opkomst van Revolutionaire partijenNa Emancipatie => boeren geloofden dat ze recht hadden op land
Ze eisten krediet om land te kunnen kopen (LANDHONGER) => gekregen Ze blijven echter jaloers op aristocratie
Boerenbevolking opgedeeld in 2:
109
Grondbewerkende boeren De boeren die op de grond leefden
GEEN INTERACTIE of GELIJKENISSEN, verschil taal, kledij, manierenTweede bron revolutie: Intelligentsia: gewelddadig beleid (sinds 1825 geheime organisaties)
5 Intelligentsia op Bolsjewistisch congres 1913 (van 22 aanwezige delegaties)Ze konden echter weinig doen => enkel discussies en verfijnen doctrine(terrorisme 1870 = in 1890 passé)Vragen => konden ze een leger bij elkaar krijgen (en met welke klasse?)
Discussie boeren of arbeiders de revolutionaire krachten? Boeren: proletariaat of opkomende burgerij Rusland zelfde koers Westen (kapitalistisch) of nieuwe sociale maatschappij
POPULISTEN (geloof in het Russisch volk) Grote interesse in de boerenklasse Geloof Revolutie (naar voorbeeld 1773, boerenopstand Pugachev) <3 mir => Europees idee “gemeenschap” Lezen en respecteren Communistisch Manifest (Marx en Engels) Geloof nieuwe maatschappij zonder kapitalisme (met als basis Mirs)
Sociale Revolutionaire Partij (1901)
Jaren 1870: Plekhanov en Alexrod (populisten) vluchten naar Zwitserland Basis Russische Sociaal Democratische Partij (Marxistische Partij)
Ook in Rusland zelf meer en meer bij het Marxisme (Lenin dankzij zijn vrouw)Lenin wordt gezien als de vader van het Communisme
Middenklasse, goede jeugd (broer vermoordt door medeplichtigheid moordpoging Alexander III)
Aansluiten bij revolutionairen en arrestatie => Intelligentsia goed behandeld => boeken over Europa => Lenin van 1900-1917 in Europa
1898: marxisten =>oprichten Sociaal Democratische Arbeiderspartij*Lenin (1870-1924), Trotsky (1879-1940), Stalin (1879-1953),Plekhanov , Alexrod, en andereIdeeën:
Dachten dat de revolutie zouden beginnen in West Euopa <3 Duitse Sociaal Democratische Partij (gevorderd in ideeën van Marx) Meer Europees gericht (eerst kapitalistische + vormen industrieel proletariaat) Ridiculiseren van mirs en geen terrorisme of moord
Blijk van intellect en op lange termijn revolutie
*Splitsen van Sociaal Democraten in Bolsjewisten en Mensjewieken1903: 2e congres marxisten in Brussel en LondenDOEL? verenigen marxisten MAAR leidt tot definitieve splitsingMensjewieken(minderheid) => hadden de meerderheid
Grotere open partij Sympathisanten grotere invloed van de leden samenwerken met liberalen, progressieven en de burgerijdemocraten
110
Bolsjewisten (ook Leninisme)(meerderheid) geleid door Lenin Manieren van organisatie en tactieken Partij: kleine elite revolutionairen (harde betrouwbare kern, gesloten) Lenin: sterke man binnen partij + dogmatische attitude
weigert leer van Marx aan te passen(geen bijdrage marxisme maar maakte er een echte beweging van)
Verschil met Mensjewieken: imperialisme: goed => veroveringen leiden tot oorlog => revolutionaire mogelijkheden intellectuelen leiderschap aan de revolutie + arbeiders revolutie uitvoeren Lenin koppelde Russiche revolutionaire tradities aan marxisme
Pas in 1912 organiseerde Bolsjewisten zich als aparte partij(tot dan één Sociaal Democratische Partij MAAR verdeeld in 2 vleugel)
18.2.De revolutie van 1905*Achtergrond en revolutionaire gebeurtenissen
opkomst verschillende partijen (opkomen voor belangen volk +prediken revolutie) MAAR GEEN politieke invloed
aantonen volk <3 huidige regime => verzet groeit Na 1900: groeiende onrust: stakingen + landbouwers bezetten land grootgrondbezitters
+ reactie tegen belastinginners en landeigenaars (GEEN link partijen) willen veranderingen van de overheid
Overheid weigert toegevingen (tsaar Nicolaas II: zeer conservatief) <3hervormingen => autocratie enig mogelijke staatsvorm in Rusland
DOEL oorlog met Japan: volk opnieuw aan de regering te binden FAIL revolutionair gevoel versterkt
Januari 1905: vreedzame optocht paleis Tsaar => verzamelde petitie af te geven MAAR tsaar was er niet => “Bloody Sunday” (= Bloederige Zondag) Toestand escaleert =>uitbreken stakingen: volk acht overheid verantwoordelijk voor sociale problemen
Arbeiderspartijen op voorgrond + leiden revolutie Augustus 1905: tsaar belooft Staten- Generaal in te stellen MAAR de revolutie gaat door
afkondigen algemene staking (legt hele land plat) Tsaar schrijft Oktober Manifest =>Beloftes:
Een grondwet Burgerlijke vrijheden Doema (= parlement) => verkozen door klassen met macht om wetten uit te vaardigen + controle administratie
DOEL: verdeeldheid creëren tussen de revolutionaire partijen
Ondanks “Oktober Manifest” bleven revolutionaire acties doorgaan volk wil meer land en minder belastingen Revolutionaire intellectuelen spelen hierop in om het tsarendom te kunnen afschaffen
Russische regeringkan zich handhaven Revolutionaire opstanden onderdrukt
111
Revolutionaire leiders naar Europa, onderduiken in Rusland of gevangen in Siberië
*De resultaten van 1905: de Doema Revolutie => maatregelen Rusland omvormen tot parlementaire staat, (Europa: voorbeeld)
Nicolaas IIGEEN intentie hervormingen effectief door te voeren ze waren meer voor de =>schijn + bedoeld revolutionairen te onderdrukken
negatieve attitude tegenover een constitutionele democratie Doema lege doos => beperkt in haar macht
Doema heeft verschillende tegenstanders: Aanhangers autocratie ( Black Hundred ( boycotten Doema)) Sociaaldemocraten + Sociaalrevolutionairen => erkennen Doema niet
(niet revolutionair genoeg + oproep boycotten) 1e Doema (1906): FAIL + ontbonden door Tsaar 2e Doema (1907): FAIL: regering had socialisten laten arresteren 3e Doema (1907-1912) +4e Doema (1912-1916)
Tijdens tsaristische regime TOCH vorm parlementaire instituties
*De “Stolypin” hervormingen Efficiëntste + makkelijkste manier om revolutionairen en nieuwe opstanden te vermijden
=> zelf (als tsaar) hervormingen door te voeren ( controle zo in handen van staat) Hervormer: Peter Stolypin (aangesteld als minister van 1906-1911 door Tsaar) Hervormingen: succesvol MAAR boeren <3 oude systeem (oamirs) Tsaar <3 hervormingen (<3 Westerse richting van Rusland)
Ook marxisten en revolutionairen <3hervormingen van Stolypin 1911: StolypinVERMOORD,
(WSS door sociaal – revolutionairen OF huurmoordenaar van reactionaire tsaristische politie) voor WO I: Rusland meer aansluiten bij Westen
groeiende industrie, parlementaire staatsvorm, liberale vrijheden LINKS (=marxisten, bolsjewieken) en RECHTS ( reactionairen) verliezen aan invloed
18.3. De revolutie van 1917Het einde van het tsarendom: revolutie van maart 1917 (februarirevolutie)
terug militaire tegenslagen: slag bij Tannenberg+ slag bijMasurian lakes (begin WO I), slachtoffers in 1915 opdoffer middenklasse (wens oorlogsoverwinningen) volk: GEEN interesse (geen band met tsaar)
Middenklasse: steun aan regering na uitbreken WOI (slecht beleid regering te sturen) Steun in alles (militair, administratie, …) WOI: duidelijke verdeeldheid in Rusland (stromingen, minderheden, …)
Unies van de provinciale besturen (Zemstvos) ontstaan mobilisatie landbouw + industrie: garantie maximale productie gewantrouwd en gevreesd door regering
September 1915: Doema afgeschaft tijdens WO I (terug 1916) politieke problemen revolutie van 1905 TERUG
112
Groeiende ontevredenheid over regime bij bevolking Rasputin (monnik + raadgever tsaar) => veel invloed op het regime
=> vermoord BESEF: revolutie => politieke mogelijkheden
AANZET revolutie: arbeiders (opnieuw) voedselschaarste(regering nam geen maatregelen) 8 maart 1917: voedselopstanden worden opstanden tegen het tsarendom
Middenklasse vraagt afzetting huidige ministerie + vorming nieuw ministerie (op basis van meerderheid in Doema)
REACTIE Tsaar: Doema ontbinden MAAR toch nieuwe autoriteiten: Doema Comité (legale wetgevende macht) Petrograd Sovjet (= arbeidersraad): revolutionaire krachten (cf.1792: Parijse Commune)
kern arbeidersklasse + instrument voor marxistische partijen (binden aan ideologie) Gebruikt voor eigen doeleinden door partijen
14 maart 1917: VOORSTEL Doema Comité (onder druk Petrograd Sovjet):*Tijdelijke Regering+ afzetting van de tsaar Nicolaas II (verplichte troonafstand, 2 april)
Verzet: FAIL(leger steunt revolutionairen + tsaar raakt niet op tijd terug) 17 maart 1917: afzetting Tsaar => Republiek
Tsaar + VOLLEDIGE familie vermoord in augustus(onmogelijk dynastie nog te herstellen)
*De revolutie van de Bolsjewieken: november 1917 (oktoberrevolutie) Tijdelijke Regering wil:
*een Assemblée Constituante ( constitutionele vergadering) gekozen door algemeen mannelijk stemrecht verkozen
* verderzetten van de oorlog Militair offensief mislukt
Belofte landherverdelingen (komen er niet) boeren strijden om land muiterij bij de legers (gedemotiveerd) April 1917: aankomst Lenin (Petrograd)+ samen met Bolsjewieken bij Petrograd Sovjet
tegen Tijdelijke Regering 1eopstand (FAIL)=> de bolsjewieken de schuld (Lenin naar Finland)
Tijdelijke regering zoekt steun bij volk: Kerenskyleider verliest steun na hulp bolsjewieken
(om contrarevolutionaire opstand onderdrukken) blijvend voedseltekort: bevolking bereid naar extremisten te luisteren:
4-puntenplan Bolsjewieken: vrede met de Centralen herverdeling land onder boeren industrie in handen arbeiders (kapitalisten) erkenning Sovjets als grootste macht (Tijdelijke Regering)
Lenin belooft brood, land en vrede =>MEERDERHEID Lenin wil alle macht (onderdrukt Kerensky):
uitroepen volledig Russisch Congres van Sovjets
113
STEUN r Stalin, Trotsky + meerderheid Centraal Comité partij staatsgreep nacht 6/7 november 1917, Kerensky vlucht VS Tijdelijke Regering vervangen door Raad van VolkscommissarissenolvLenin
Congres Sovjets: twee resoluties: vrede zonder annexaties of schadevergoedingen afschaffen eigendom landheren zonder compensatie verkiezen Constitutionele vergadering(samenkomst januari 1918)
Sociale Revolutionairen (Kerensky): 60% stemmen 25% voor Bolsjewieken Vergadering twee dagen ontbonden Maatregel tegen meerderheid (voor het goed van de dictatuur van proletariaat) Naamsverandering Bolsjewieken in Communistische Partij
*Het nieuwe regime: de burgeroorlog 1918 – 1922 Vrede van Brest-Lotivsk (= wapentsilstand Rusland + Centralen)
overgave Baltische Provincies, Polen en Oekraïne aan Duitsland verliezen deden Lenin niet zo veel
(oorlog Westen zou uitmonden in dictatuur van proletariaat=> val van het Duitse Rijk)
7 december 1917: de geheime staatspolitie (tsjeka) opgericht (repressiemiddel) Januari 1918: Rode Leger opgericht olvTrotski Juli 1918: nieuwe grondwet aangenomen Westen bemoeit met Russische situatie in Rusland
Anti-Leninisten zoeken steun Westen => verspreiden over gebied voor boeren
beide zijden strijden voor de steun van de boeren
Sociale politiek:Oorlogscommunisme: Grootste industriebedrijven genationaliseerd MAAR blijven onder controle arbeiderscomités Voedseltekort (gepaard met de oorlog)
=>Overheid dwingt boeren voedsel af te staan(vaak met geweld!) => VERZETboeren GROOT Verzet: rebellen + 45 000 gedeserteerde Tsjechen vormen een leger Geallieerden komen ook tussen (met steun van Japan)
=> willen Rusland aan hij zij in strijd tegen DuitslandDOEL: troepen in Vladivostok(Lukt VS en Japan in augustus 1918)=>door Siberië (+hulp Tsjechische troepen)=>Bolsjewieken verslaan => oorlog verderzetten richting Duitsland Rode Leger (de Roden) vecht terug + verdrijven contrarevolutionairen (de Witten) delen Polen, Oekraïne, Armenië, Georgië, Azerbeidzjan heroverd Westerse dreiging afgewend
(goede organisatie Rode Leger + slechte afspraken tussen Geallieerden)
Bolsjewieken bleven aan de macht + verwierven steun boeren (landherverdeling)MAAR Rusland verloor gebieden: *ONAFHANKELIJK: Finland, Estland, Letland en Litouwen
114
*Bessarabië bij Roemenië +Polen ook groter (dienen als buffer tussen Rusland en Westen) 1922: regime stevig gevestigd + grenzen bereikt voormalige tsarendom onder controle (behalve westelijke richting) Rode Terreur: elke oppositie uitschakelen Duizenden neergeschoten en geëxecuteerd (zonder proces) Mensen veroordeeld op basis van klasse, ras, educatie en beroepNUANCE: inderdaad wreed en negatief voor iedereen die GEEN lis was van de partij OF verzet MAARniet alleen Bolsjewieke instanties deden het, OOK de Witten gewelddadig en bloeddorstig Opzet Rode terreur: SUCCES=> regime staande + START nieuw regime: socialistische maatschappij(Onderdrukten naar Europa => communisme negatief imago krijgt Communisme: perversiteit van het marxisme
18.4. De unie van sociale Sovjetrepublieken *Regering: De nationalitieten en het federalisme
1922: na afwenden burgeroorlog en buitenlandse dreiging Stichting USSR (= Unie van Sociale Sovjet Republieken)
Eerst 4 Sovjetrepublieken opgericht Tijdens WO II groeit tot 16 (oa Estland, Letland, Litouwen, Bessarbië...) grootste bevolkingsaandeel in 3 Slavische regio’s
*Russische federatie (SFSR), *de Oekraïense (SSR)* Wit- Russische (SSR) RuslandNIET meer gebruikt, vanaf nu: Sovjetrepublieken mix tussen nationaal en internationaal:=> nationaliteiten kregen autonomie MAAR verenigd in een grotere unie
DOEL: na internationale revolutie wereld verenigen in een Wereld SSR
verschillende nationaliteiten autonomie (nationalisme NIET langer een probleem) aanmoedigen volkscultuur Administratief: nationaliteiten op verschillende niveaus (overeenkomstig grootte en belang) SSR onderverdeeld in autonome republieken, regio’s en districten Elk onderdeel vertegenwoordigd in Wetgevende Sovjet van Nationaliteiten Praktijk: minder zelfbestuur
(SFSR overheerst + politieke en economische rechten in handen centrale regering) Tijdens WO II blijken separatistische gevoelens niet verdwenen Fail internationale Sovjet Desintegratie USSR
*Regering: Staat en Partij regeringsplanSU in grondwetten (1924 + 1936) parallellisme tussen staat en Communistische Partij Grondwet 1936: democratisering beleid=>rechtstreeks gestemd+ iedere klasse mocht stemmen => tweekamerstelsel ingevoerd partijstelsel ondemocratisch ( Slechts 1 partij toegelaten = de Communistische Partij)
115
Centraal Comité :namen alle beslissingen Algemeen Secretariaat: domineerde hele structuur
+ beslisteover alle aanstellingen en toewijzingen van posten DOEL partijcongressen: gekozen beleid voorstellen, GEEN inspraak of discussie
partij georganiseerd zoals een leger => sterk gecentraliseerd bestuursorgaan discipline dmv geheime politiedienst
sterke groei (aantal leden van 2 miljoen (1930) tot 19 miljoen (1980)) strenge doctrine (leden bestuderen Leninisme + Marxisme EN leren: wil en visie partij moeten overgenomen zonder vragen) Overal partijleden aanwezig (bedrijven, staatsinstellingen...)
DOEL: visie partij verkondigen + dictatuur proletariaat instellen invloed partijleden: duidelijk staat geregeerd wordt door EEN partij
1930: partij functioneert alshoog gedisciplineerde leidinggevende groep: SU complex geheel => leden moesten constant met elkaar in contact staan + bereid hard te werken + inzet voor de partij waar nodig speciaal getrainde elite (leiding van de partij op zich)=>complexe geheel samenhoudt + garantie werking Onderscheid communisten niet-communisten bepaald status op sociale ladder:
*communisten: elite + privilegies (nieuwe gevestigde waarde) Leden:MEER volgeling DAN leiders zijn: GEEN inspraak => enkel uitvoeren (zonder vragen)
(beslissingen autonoom door partijtop genomen)
*De Nieuw Economische Politiek (NEP), 1921- 1927 1920: boeren <3 oorlogscommunisme -> 62% land ( voor 1914 benut)NU NIET MEER
WO I, revolutie, burgeroorlog, Rode terreur=>voedselproductie niet in staat voedselnoodzaak te voorzien =>hongersnood met miljoenen doden
=>1921: NOOD maatregelen (voedselproductie op gang te krijgen) Nieuwe Economische Politiek (NEP), 1921- 1927: Privé-initiatief in landbouw toegestaan
Staat nog steeds de economie + basisindustrie in handen groot deel vrije handel + winst toegestaan (stimulans voedselproductie) Handel tussen steden en boerendorpen opgezet (stedelingen kopen voedsel + afgewerkte producten aan boeren geleverd) Kulakken maken winst =>ontstaan neobourgeoisie in de steden grootste schade(oorlog + revolutie) hersteld MAAR GEEN vooruitgang
*Sociale en culturele veranderingen na de RevolutieDOEL Bolsjewieken: economische omstandigheden proletariaat verbeteren + sociaal en cultureel leven veranderen:
Vrouwenrechten: ( stemrecht, scheidingsrecht, geboortecontrole en abortus)GEEN grote impact en sommige rechten verdwenen (abortus) MAAR kregen onderwijs
Culturele veranderingen: bloeiperiode kunst, film, literatuur
116
=>nieuwe revolutionaire regime: inspiratie+ experimenteren nieuwe kunstvormen MAAR uiteindelijk controle op kunst
alle veranderingen in dienst regime
*Stalin en Trotski Lenin sterft in 1924 (54 jaar) Ontstaan cultus rond Lenin: Petrograd => Leningrad +Lenin vereenzelvigd met Marx GEEN eensgezindheid in partij + ware strijd om leiderschap (Leon TrotskiJoseph Stalin)
beiden een andere visie: *Trotski<3 toelaten privébezit in landbouw toe te laten (= NEP (cf. Lenin)) ->terug naar de zuiver Marxistische principes *Stalin beschuldigd Trotski van linkse deviantie ( hoogverraad aan de links ideologie)
1927: Partijtop kiest Stalin als nieuwe leider (95%) Trotski verbannen naar Siberië + daarna vlucht Mexico
propaganda voor wereldrevolutie en tegen het Stalinisme 1940: vermoord,WSSdoor een Sovjetagent
Stalin: macht in handen + Trotski doodgezwegen tot jaren ’80
18.5. Stalin: 5- jarenplannen en de zuiveringen *Planeconomie
Economie NOOD aan stevig beleid (kwam pas laterOMDAT marxisme geen instructies geeft over beleid modern industrieel systeem)
theorie Engels: orde in elk bedrijf: ontstaan chaos (en kapitalisme)TUSSEN bedrijven economische systeem behandeld als 1 bedrijf + geleid door de regering
(chaos tegengaan) 1928: 1e 5-jarenplan gelanceerd:
DOEL: land verrijken + versterken, zelfvoorzienend zijn (autarchie)=> basis voor socialistische arbeidersmaatschappij
Gericht op collectivisering landbouw + snelle industrialisatie beheerd door agentschap, Gosplan: besliste alles
(winstbesteding, productiehoeveelheid, prijzen, lonen) MEER gecommandeerde economieDAN geplande economie elk bedrijf moest quota halen ingewikkeld systeem
(moeilijk uitvoerbaar, veel administratie, soms over- of onderproductie) sommige doelen bereikt, andere niet
*De agrarische collectivisering(Oorzaak: stand houden WOII) eerste stap naar een moderne industriële maatschappij
(elke IR voorafgegaan door agrarische revolutie (cf. GB) DOEL: zware industrie + kapitaal opbouwen (zonder buitenlandse leningen)
collectieve boerderijen (opgezet door Stalin) => collectief bezit van boeren, (Staat) Individueel bezit boeren t hierin opgenomen:
<3kulakken=> klasse wordt afgeschaft+ armere boeren vallen kulakken aan (vermoord of naar werkkampen)
117
revolutionaire stap: boeren dichter bij proletariaatstrijd en klassestrijd <3Kulakken => slachten hun vee liever dan af te staan(verlies aan vee => hongersnood => doden) Collectivisering: kapitaal in landbouw investeren:
Landbouw gespecialiseerd (machines) Collectivisering: grotere opbrengst per boer(elke boer moest een quota halen + surplus verkocht op vrije markt)
1939: landbouw volledig gecollectiviseerd MAARGEEN betere opbrengst landbouw bleef probleem: ->boeren onvrij bij beslissingen en geen zelfbeschikking land (DEMOTIVATIE) collectivisering: bijdrage succesvolle industrialisatie ->leveren voedsel aan steden + teveel aan boeren werken in steden
*De groei van de industrie FASE 1: afhankelijk Westen (technici + machines geïmporteerd) FASE 2: streven onafhankelijkheid + zelfvoorzienigheid
DOOR depressie + vijandigheid Japan en Duitsland: 1933: 2e5-jarenplan (gericht op zelfvoorziening, vooral vlak zware- en oorlogsindustrie) 5-jarenplannen: sterke groeiindustrie (sterkste groei in 10 jaar tijd)
productie ijzer en locomotieven Starten industriële activiteiten oosten Oeral => modernisering van Centraal –Azië:
=>ontstaan nieuwe steden, mijnen, spoorwegen Nieuwe industriële activiteiten + gepaard gaande economische kracht
SU sterk + bestand (tegen oa Duitsland)
*Sociale kost en effecten van de planeconomie Industrialisatie: eisen aan de bevolking:=> besparen op eten, huisvesting en andere => land kapitaal kunnen opbouwen (1/3 totale inkomen land naar industrie!) => hard gewerkt MAAR lage lonen Dankzij propaganda: volk tevreden (moraal hoog gehouden)
Jaren ’30: beleid minder hard en minder streng (levensstandaard verbeterd) Afschaffen voedselrantsoenering Opnieuw in gebruik: aantal consumptiegoederen
veranderd door WO II Verbeteringen (Socialisme):
Weinig werkloosheid Terugdringen kinder- en vrouwenarbeid ( minder misbruik dan Westerse IR) Invoeren van loonminimum
Ontstaan economische competitie (Stakhanovisme, mijnwerker Stakhanov->meer produceert dan quota -> meer verdient)
economie wordt belangrijk (fabrieksleiders moeten quota halen + economisch nieuws bij de arbeiders via pers
Totalitarisme (geen plaats kritiek of eigen mening) Kunst en literatuur => politieke propaganda
118
Dialectisch materialisme (officiële filosofie + conformisme is norm) 1 partij toegelaten, geen vakbonden, censuur (WEL tolerantie godsdienst)
miljoenen mensen uit de weg geruimd TERREUR
*De zuiveringsprocessen van de jaren 1930 1936: nieuwe grondwet SU (door succes socialisme)=>hervormingen:
Westerse democratische waarden,(recht tewerkstelling, rust, vrije tijd, economische zekerheid, pensioen...)
racisme gebannen instellen algemeen mannelijk stemrecht
Tegenstellingen in Communistische Partij: Ontstaan samenzweringen ( verzet onmogelijk openlijk georganiseerd)
TERREUR 1933: drastische zuivering (1/3 partijleden uit de partij gezet) 1936-1938: schijnprocessen (tegen oud- Bolsjewieken, vb. Kamenev) die allemaal
=>bekentenissen afleggen (psychologisch gebroken)=> beschuldigingen onwaar=>DOEL: hen uit de partij => Stalin absolute macht te geven)
executies (zuiveringen buiten publieke processen) Stalin ontdeed zich van oppositie (oude Bolsjewieken bijna weg)
18.6. De internationale impact van het communisme*Achtergrond: socialisme en WO I
dood Marx: groei Marxistische partijen in Europa meeste revisionistisch (PRO samenwerking huidige beleid van regringen
=>opportunistisch (volgens Marx)) Socialisten <3 WO I: strijd tussen kapitalististen mogendheden (onnodig)
Noodzaak: strijd tussen klassen ontstaan Vb: Zwitserland: socialisten richten Zimmerwald programma op (tegen oorlog): ->splitsing: socialisten (anti-oorlog) socialisten (geen oorlog maar internationale revolutie,cf.Lenin)
Na WO I: socialisten pogen voet aan grond te krijgen( in Duitsland + Oostenrijk –Hongarije) interne tegenstellingen: revisionistische radicale
*De stichting van de Derde Internationale 1e Internationale olv Marx (1864)
Uiteenvallen communisten socialisten Parijse Commune: in bloed gesmeerd (door FR 3e republiek) EINDE
1919, Bern: 1enaoorlogse ontmoeting 2e Internationale(minderheidssocialisten) radicale socialisten krijgen zin niet (DISCUSSIE)
Lenin richt: 3eInternationaleop (is een Communistische Internationale): Term “Communisten”: officieel in gebruik Gecentraliseerde macht (Uitvoerend Comité: macht Europese partijen) Geleid door SU
119
Wens: WERELDREVOLUTIE Duits: taal communisme 21- puntenprogramma Lenin (met oa):
verwerpen revisionistisch socialisme geen respect voor parlementaire democratie ijzeren discipline + absolute gehoorzaamheid leden gebruik van legale en ondergrondse methodes (enz …)
Comintern: wapen revolutie
wereldwijde steun aan communisten(overal revolutie gepredikt (oa China) 1924: Zinoviev brief gepubliceerd (oproep revolutie in Europa) 1927: Comintern aangepast (aanleiding: wegvallen Trotski)
Europese communisten toegelaten coalities met socialisten en liberalen (LINKSE COALITIE) fascisme + nationalistische reactionairen bestrijden (Stalin: angst fascisme)=>’39: akkoord Hitler (fascisme) =>gezamenlijke vijand: Democratie (ZIE WOII)
WO II: Derde Internationale ontbonden (verschijnt onder naam Cominform,1947-1956) Na 1956: VOLLEDIG VERDWENEN
SU: grote invloed (alleen al door bestaan) Marxisme: nieuw economisch systeem buitenland <3 SU => economische resultaten bereiken op andere manieren 1980: communistische macht verminderd (optreden separatisme Sovjetrepublieken)
120
Hoofdstuk 19: Democratie, anti – imperialisme en de economische crisis na de Eerste Wereldoorlog Interbellum: diepe dalen en hoge pieken. (Hoop werd angst)
19.1. De opmars van de democratie na 1919.Na WOI moeilijk om te herleven:*Economisch: beschadiging economische positie + naoorlogse depressie(aanbod groter dan vraag)*Sociaal: mentale opdoffer, werkloosheid*Politiek (in vraag stellen democratie)
*Winst van de democratie en de sociale democratie.Na de oorlog wereld klaar voor democratie (cf. president Wilson, VS)
Vele landen: groei democratie of voor politieke democratie gekozen bevrijding vrouw => vrouwenstemrecht
Sociale democratie (oa communisme)=>groeide sociale wetboek: rechten werknemers: gestreefd naar welvaartstaat
anders: jaren ’20: Italië met Mussolini (=fascisme) of SU=>Lenin: eenpartijstaat
*De nieuwe staten van Centraal- en Oost- Europa Uit territoria Habsburgse Rijk, Oostenrijks-Hongarije, West-Rusland
Ontstaan Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië-Slovakije, Joegoslavië,Polen, Finland, Estland, Letland en Litouwen
zelfbeschikkingsrecht: één natie = één regering. politieke en economische problemen => democratisch. Meestal Republiek
*Economische problemen in Oost-Europa: land van de hervormingen => nieuwe staten lagen achter (late afschaffing feodale systeem).
<3 modernisatie inkomsttaksen om bedrijven te beschermen goederencirculatieniet vlot meer Landhervorming:
basis in FR verschillend uitgewerkt in verschillende landen grote stukken verdeeld onder kleine boeren
basisproblemen NIET aangepakt (oa onwetendheid ivm producten en markt) productiviteit steeg NIET => werden NIET rijker => GEEN verhoging welvaart) jaren ’20: frustratie rond het nieuwe democratische systeem
121
19.2. De Duitse Republiek en de geest van Locarno. Duitsland hoeksteen Europa
De sociaaldemocraten voor 1918 grootste partij (vooruitstrevend, marxistisch) Na 1918 behoudsgezind GEEN uitdieping nieuwe gedachten
Spartakisten (olv Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht ): radicale socialisten (pogen revolutie) Spartakusopstand (gebaseerd Oktoberrevolutie Rusland) neergeslagen en opgepakt.
kloof tussen de Sociaaldemocraten en communisten GROTER
*1919 =>Weimarrepubliek: democratisch (stopte daarom radicalen zoals Hitler niet) vrouwenstemrecht, 8h werkdag GEEN landverdelingen (oude aristocratische invloed bleef)
meest zachte revolutie ooit Krijgen schuld nederlaag WOI
*De Duitse democratie en Versailles Duitse democratie <3 Verdrag van Versailles
Voelde aan als dictaat; ondertekend tegen hun zin Hoop ooit terug zo’n rijk als vroeger
Andere Europese landen hielden zich vast aan het verdrag van Versailles FR: angst herstel Duitsland =>allianties (in geval terugkomst Duitsland)=> oa België
1922: SU en Duitsland:akkoord van Rapallo SU steunde Duitsland economische Duitsland steunde SU militair
*Reparaties, de Duitse inflatie van 1923, herstelFR: bezetten Ruhrgebied (omdat Duitsland herstelbetalingen stopzette) Weimarrepubliek werkt tegen => arbeiders betalen om niks te doen
veel geld => bijdrukken geld=> waardeloos => HOGE INFLATIE sociale revolutie (geld verdwenen bij middenklasse<3marxisme bij de laagste klasse VS moeien met de opbouw Duitse economie (FR, GB en BE schulden VS,MAAR hadden enkel geld als Duitsland schadevergoeding betaald) Dawesplan: FR uit Ruhrgebied + heropbouw Duitsland (GEEN OPL.)
*De Geestdrift van Locarno jareneconomische voorspoed : jaren internationale kalmte. Jaren ’20: Volkenbond zorgde voor vrede communicatie: NOOIT MEER OORLOG
1925: Verdrag van Locarnoin Zwitserland (alle Europese staten, Duitsland incluis)NOOIT MEER OORLOG + aanvaarden grenzen
1928:Akkoord van Parijs(65 naties tekenden): Oorlog is buiten intenationale wet Terug hoop en economische +politieke stabiliteit (in alle landen)
122
19.3. Anti-Imperialistische bewegingen in Azië*Wrok in AziëInheemse bevolking:*<3monopolie Europese staten in hun Aziatische gebieden(sinds 19de eeuw)*zagen imperialisme als een onderdrukking door Europeanen op economisch, politiek en sociaal vlak* revolutie tegen de Westerse overheersing MAAR gebruik van westerse mogelijkheden
1905: De crisis in Azië (tijdens Russisch -Japanse oorlog) toen Aziaten voor het eerst een Aziaten versloegen Europees leger voor het eerst
*De eerste wereldoorlog en Russische revolutieWOI: Aziaten betrokken:
Perzië slagveld China : Geallieerde Kolonies steunden oorlog(economisch of manschappen)
Na WOI kregen deze landen (deels) recht zelfbestuur Russische revolutie: nieuwe storing in Azië.
Bolsjewieken<3 kapitalisme + imperialisme => inheemse bevolking (tijdens nationalistische revoluties) aan hun kant => GB was de gemeenschappelijke vijand
*De Turkse en Perzische revoluties Turkse Revolutie:
meest succesvolle revoluties olv officier Mustapha Kemal verdreef Westerse allianties + Grieken (waren binnengevallen)
=>Grieken weg uit Turkije en omgekeerd 1930: Constantinopel werd Istanbul
1923: Turkse Republiek (Sultan als Westers gezien): nationale staat met een volk (Ottomaans Rijk verschillende nationaliteiten) universeel kiesrecht, parlement, ministers + president Secularisering en religie privé Vrouwen uit hun huis komen, stemmen (EMANCIPATIE° Westerse cultuur komt 1933:Economie =>5jaren plan + hoge tarieven
Perzische Revoluties (1927-1935): 1919:GB wou er een protectoraat van maken
nationalistisch protestReza Shah nam controle (steun GB + SU) tekenen oliecontracten GB+ naamsverandering: Iran *Nationale beweging in India: Gandhi en NebruNaderen WOI: revolutie in India tegen GB
Gandhi: opgeleid in Engeland
123
jaren 1890, Zuid Afrika => studie recht (besef wereldwijde rasdiscriminatie) 1919: leidt onafhankelijkheidsbeweging India tegen GB Zoekt verbroedering tussen standen en godsdiensten GEEN GEWELD! Wou GEEN bestuur of goederen geregeld door GB 1948: VERMOORD door een anti-Moslim hindoe fanatiekeling
India: volledig verdeeld: rijk arm, tegen industrialisering voor, voor GB tegen
Nehru<3 communisme Na WOIIonafhankelijk
Gesplitst in 2 delen: Hindu India MoslimPakistan
Ook Nederlands Indië onafhankelijk na WO II (1949)
*De Chinese Revolutie: De drie beginselen van het volk1911: START revolutie (WEG Qing dynastie)
Republiek afgekondigd MAAR er kwam een militair dictatorschap olv generaal Yüan Shih-kai (later president: hoop parlementair beleid)
Hij had nooit volledig China in handen!!!Sun Yat-sen:Stichter nationalistische partij
geboren 1867, VS onderwijs (Haïti) medisch diploma wereld rondgereisd sympathie Lenin GEEN Marxist <3 banden Westerse wereld => wou ervan af => gebeurde niet zocht hulp bij SU (GBtrekt zich terug van eilanden in buurt China) Schreef boek: De drie beginselen van het volk
democratie (soevereiniteit bij het volk) nationalisme (clans=>de staat is de natie) levensonderhoud (sociale welstand + economische gelijkheid)
*China: nationalisten en communisten 1925 Chiang Kai- shek: hoofd nationalistische partij (= de Guomindang)
nieuw militair offensief (oorlogsheren macht aan banden) Hij had bijna volledige macht over China (militair),
NIET effectief (door enkele provinciale oorlogsheren) Europese machthebbers: SCHRIK =>toegevingen 1927 partijbreuk door onmenselijke gedragingen leger(volgens LINKS, de communisten)
Links protesteerden Uit partij gegooid + opstand neergeslaan
Communisten naar de heuvels (vormen Rode Leger olvMao Zedong)(Mao Zedong = leraar, uitgever + stichtend lid van de partij)
China: 1partij dictatorschap (olv Chiang)+ haat tegen communisten ( controle noorden)
124
Aanval communisten op nationalisten MAAR bij aanval noorden door Japan => 1 front Coalitie verdwijnt met de Japanners GEEN INTERVENTIE VOLKENBOND
*Japan: militarisme en agressie zwakheid politiek China gezien als kans Japan =>China te gebruiken voor eigen welzijn. WOI: steeg industrialisering Japan vlug (oa textiel Azië)
China: hoge tarieven om Japanners buiten te houden jaren 1920: alles Westers in Azië onder heerschappij Japanse regering Japan gezien door het Westen als geciviliseerde staat
een voorbeeld voor andere niet-Westerse landen. Schijnbare parlement=> grote families (de Zaibatsu) touwtjes in handen
DOEL: Oost- Azië beheersen. 1927: START acties tegen China:
1931: leger in Manchuria (noordoost-China) 1932: boycot economie van China (70000 man in Sanghai)
China vroeg hulp aan Volkenbond =>grote machten NIET tussenbeide eigen intresten + inlandse economische problemen
19.4. De Grote depressie: ineenstorten van de wereldeconomie. Kapitalisme: minste storing -> desastreuze gevolgen
wisselen vraag en aanbod Kredieten worden geacht terugbetaald te worden Winst uit productie (voldoende?)
*De voorspoed van de jaren 1920 en zijn zwakheid. 1924-1929: voorspoed MAAR zwakheden Lonen lagen achter op winst (daling koopkracht) Expansie gecreëerd op krediet Kosten hoger dan winst Agricultuur in depressie door een overproductie (dmv mechanisering) terugbetalen kredieten veelal onmogelijk
*De crash van 1929 en de verspreiding van de economische crisis START: aandelen en financiële crisisoktober 1929: START echte crisis (Wall Street crash, New York Stock Exchange)
aandelen kopen met geleend geld van makelaars, deze hadden geld geleend aan de bank aandelen begonnen te zakken kon niemand nog terugbetalen Snelle verkoop aandelen => Speculatie => CRASH
FAILLISEMENTEN
*VS in crisis geen afzetmarkten meer in VS, leningen + investeringen teruggeroepen werkloosheid (wereldwijd: 30 miljoen, zonder 1-uurarbeid)
125
Slaat snel en extra hard over naar Europa
*Politieke en economische reacties op de crisis Optimisten
president Herbert Hoover: “ voorspoed wacht op ons om de hoek”
Economisch nationalisme Niet veel nood hebben aan import
enkel wanneer bij export niet genoeg verkocht om import te betalen Internationale goudstandaard AFGESCHAFT (elke munt eigen waarde) PROTECTIONISME (eigen markt beschermen) SU => autarchie: gespaard van crisis Duitsland: heropleving economie dankzij Hitler Nederland had kleineren impact dan België (zware impact daar)
Flight from the pound Engelse overheid verkocht geld (om import te kunnen betalen)
mensen bang pond minder waard =>omwisselen voor dollars DEVALUATIE (zoals elk land deed) => GEEN OPL
Bilateraal één in ruil als ander geeft (GEEN wereldmarkt meer)
beschermende tarieven +quota’s sommige goederen mogen niet meer binnen
Culturele reacties op de crisis fenomeen jaren 1930
aandacht menselijke psyche + realisme + traditionalisme politiek engagement + kritiek
(modernisme jaren ’20)
126
Hoofdstuk 20: Democratie en dictatorschap in de jaren 1930Grote Depressie => geloof in vooruitgang jaren ’20 AFGEZWAKT: *iedereen poogt zichzelf te redden (+ zoveel mogelijk op zichzelf)
POGEN onafhankelijk te zijn van andere staten
1. Sterke democratische landen: ontwikkelingen die leiden tot democratie + welvaartstaat aangemoedigd. maatregelen genomen toekomstige problemen op te vangen 2. Landen zonder stevige democratie: vraag sterke leider die problemen concreet aanpakt+ resultaten + nationale trots herstellen opkomst van de dictatuur => dictators oplossing voor problemen: OORLOG
20.1. De VS: depressie en New Deal 1929, VS: START Grote Depressie (als beurs in elkaar stort => wereldwijde economische problemen)
VS moeilijk: halvering nationaal inkomen +werkloosheid President Hoover TEGENoverheidsinterventie
MAAR aantal maatregelen (financiële steun banken, 1 jaar uitstellen schulden wereldeconomie) MAAR te beperkt => crisis en Hoover NIET herverkozen
1932: Franklin Delano Roosevelt (democraat) verkozen programma gericht op herstelling van economie = NEW DEAL financiële steun werklozen openbare werken instellen => werkloosheid aangepakt subsidies voor industrie + agrarische sector interventie op de financiële markt:
* devaluatie dollar *afschaffen goudstandaard*banken onder supervisie
oprichtenCivilian Conservation Corps en National Recovery Administration=>regulatie van prijzen en productie + creatie werkgelegenheid
maatregelen tegen overspeculatie en een mogelijke beurscrash -> (commissie die beurs reguleert en controleert)
New Deal gebaseerd op theorie van Britse econoom John Keynes: =>CRISIS: investeringen aangemoedigd om geld weer te doen circuleren (leen en investeer)(overheid grotere rol =>nieuwe overheidsinstellingen, ambtenaren, verhoging staatsschuld) =>VOORSPOED: sparen om te kunnen investeren bij crisis(Keynesiaanse politiek)
Na 1935: New Deal niet langer gericht op herstelling van de economie OOK verbeteren werkomstandigheden+ economische zekerheid:
Social Security Act: verzekering tegen werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen
127
Fair Labour Standards Act: maximumuren, minimumloon + GEEN kinderarbeid National Labour Relations Act (Wagner Act) : recht vakbonden
+ VERBODorganisatie werkgever ENvgeen inmenging werkgevers in vakbonden Sociale maatregelen: goedkope huisvesting + ANTI krotwijken... ENZ. ledenaantal vakbonden OMHOOG (4 miljoen (1929)=> 9 miljoen (1940)) geen volledig herstel (pas door oorlogsindustrie WO II) zakenwereld TEGENNew Deal Roosevelt Revolution: VS omgevormd NAAR sociale welvaartstaat economie gecontroleerd door staat+ herverdeling rijkdom + systeem sociale zekerheidnon-
interventionistische staat macht arbeiders groeit + grotere politieke invloed
Arbeiders <3 Roosevelt(4 keer verkozen als president ) economische crisis op humanitaire manier aangepakt
+ vertrouwen volk in democratie hersteld Volgens zakenwereld: verrader van zijn klasse New Deal:ontstaan dure en gereguleerde bureaucratie =>beperkt vrijheid hogere klasse
20.2. Op de proef stellen en aanpassen van de democratie in GB en Frankrijk*Britse politiek: de jaren ’20 en de depressie
DOOR crisis: verlies afzetmarkten GB Concurrentie door opkomst andere economische agressieve naties + industrialisatie Oosten Britse steenkool vervangen door andere brandstoffen Tarieven en invoerrechten stijgen (in de grote EN kleine staten) Handel aangetast door WO I, Britse industrie en infrastructuur VEROUDERD
tov nieuwe industriestaten
Enorme werkloosheid 1912: 2 miljoen mensen krijgen geld van werkloosheidsuitkering werkloosheidsuitkering, pensioen, ziekenzorg =>verminderen economische last
+ voorkomen drastische wijziging levensstandaard => START welvaartstaat
Arbeiders willen hogere lonen (verzet industrie) 1926: staking steenkoolmijn WORDT algemene staking (6 miljoen arbeiders)
FAIL staking => overheid laat leger, marine en vrijwilligers werk overnemen 1927: Trades Disputes Act: vakbonden strenger gereguleerd 1922: Labourpartij neemt plaats liberalen in (tweepartijstelsel) sinds 1918 gematigd socialistisch programma (steun middenklassen) 1924: verbetering werkloosheidsregeling, huisvesting + instellen project publieke werken
felle oppositie wanneer USSR officieel erkend wordt => Conservatieven winnen verkiezingen) 1929: verdubbeling Labourrepresentatie (MacDonaldpremier)
TOESLAAN Beurscrash => effecten vlug voelbaar =>werkloosheid meer geld nodig voor werkloosheidsuitkeringen (goudvoorraad aangetast) taxen kunnen NIET betaald worden => staatsschuld stijgt
128
VOORSTEL MacDonald: uitkeringen verlagen => PROTEST + uit partij gezet 1924 en 1929: 2 regeringsperiodes Labour olvRamsay MacDonald
coalitie van alle partijen in Nationale regering+win verkiezingen 1931 MAAR met conservatieve meerderheid in parlement
Leiders Nationale regering: MacDonald (1931- 1935), S. Baldwin (1935-1937) Neville Chamberlain (na 1937)
Aanmoedigen overheid om industrie te reorganiseren Leningen aan lage intrest (door overheid) GEEN volledig herstel => economie bovenop na invoering legerplicht
+ uitgebreide bewapeningsprogramma
*GB en Commenwealth: imperialistische relaties Na WO I + verdeling mandaten Volkenbond => Britse Rijk uitgebreid
Imperialistische problemen: Palestina: STRIJD tussen Arabieren, Joden en Britten 1922: Egypte =>einde Britse protectoraat MAAR blijvende vragen lokale heerschappij Ierland: de Ierse kwestie NIET opgelost => Iers nationalisme NIET bevredigd:
1916: Duitsers wakkeren rebellie aan: Easter Rebellion(onderdrukt) na WO I: kleine vrijheidsoorlog door Ierse nationalisten (Sinn Feinpartij) 1922: erkenning Ierse vrijstaat door Engeland
(als dominion binnen Britse Commenwealth) =>protestantse minderheidNoord- Ierland blijft bij GB)
1937: Ierse Vrijstaat verklaart zich onafhankelijk( noemt zichzelf Eire) 1949: Ierland maakt zichvolledig los van GB => roepen Republiek uit Ierse kwestie NU nog e probleem: Ierland wil volledig verenigd worden
(Noord – Ierland ->wil bij GB blijven) Dominion: volledige onafhankelijkheid +als gelijke staten beschouwd, tov elkaarOOK tov
GB=> blijvende sterke band met GB
*Frankrijk: de jaren ’20 en de komst van de depressie FR: reactie crisis => fascisme op de voorgrond (NIET in VS en GB) Na WO I: oorlogsherstel, stabilisatie financiën+ ANGST voor Duitsland coalities van conservatief-rechtse aan de macht
1924- 1926: radicale socialisten aan de macht: progressieve sociale legislatuur zolang geen verhoging van de belastingen nodig antiklerikaal + verdediger individuele vrijheden <3 privébezit en privéinitiatief
Linkse partijen raken VERDEERLD (1st deelname coalities) =>wel verkiezingenparticipatie+ zetelen in het parlement
Extreemrechts ( Action Française): militante drukkingsgroep, NIET in het parlement financiële moeilijkheden + staatsschuld blijft stijgen oorlogsschuld Duitsland NIET betaald,
129
investeringen in Rusland belastingsprogramma laat grootschalige belastingsontduiking toe
Na 1926: ministerie van Raymond Poincaré invoeren nieuw belastingssysteem (efficiëntere belastingsinning + overheidsbesparingen) stabilisatie budget en munt (schulden grotendeels opgelost + inflatie afgewend) 1926- 1929: bloeiperiode nieuwe gemoderniseerde fabrieken MAAR arbeiders GEEN voordeel Komst Grote Depressie (pas later impact gehad, minder erg dan Duitsland enVS) Slechte handel + werkloosheid verder: een onstabiele regering (5 snel opeenvolgende ministeries) versplinterde regeringDuitse agressie
*De onrust van de depressie en het Populaire Front Rechtse bewegingen op de voorgrond =>Fascistische bonden (cf. Duitsland en Italië) 1934: schandaal (Stavinsky met valse obligaties) => FR reputatie corrupt te zijn
(Voordeel Rechts) Februari 1934: escalatie => fascistische massa verzamelt op Place de la Concorde
bedreigen kamer +gevechten politie => GEVOLGEN:* vele doden en gewonden => rectie regering: geschokt * communisten zien het fascistische gevaar => aanmoedigen Comintern: coalities te vormen met LINKS
Vorming Populair Front = coalitie tussen Radicale Socialisten, Socialisten en Communisten DOEL: tegengewicht Fascisten, Republiek <3 Fascisten. 1936: Populair Front wint verkiezingen (Socialisten meerderheid) Oprichten coalitiekabinet tussen Socialisten en Radicale Socialisten olvLéon Blum Communisten NIET in kabinet WEL steun
*Het Populaire front en daarna Populaire Front (ministerie van Blum)=> hervormingen (een zitstakingen arbeiders) French New Deal Collectieve wet onderhandelen (sterke groei vakbonden
+ vereniging communistische niet- communistische vakbonden ) Wapen- en luchtvaartindustrie genationaliseerd Bank van Frankrijk: reorganisatie en sterke controle door de staat Theoretisch ontbinden fascistische drukkingsgroepen Hulp agrarische sector: prijsregelingen en subsidies ENZ. nieuwe problemen met Duitsland: START herbewapenen Duitsland
MAAR FR kan NIET herbewapenen en hervormen TEGELIJK
Spaanse Burgeroorlog (juli 1936): Communisten <3 Blum GEEN interventie 1937: regering Blum omvergeworpen + Populair Front uit elkaar Nieuwe conservatief ministerie (Adouard Daladier) (bemoeien internationale crisis)
interne verdeeld (klassen) => sociale onrust:Rijke klassen onrustig en paniekerig
130
*West- Europa en de depressie Voor begin WO II Europa NIET helemaal hersteld van Grote Depressie:
toenemende economische afhankelijkheid VS (Europa middelen verloren tijdens oorlog => hulp VS hoofd boven water)
USSR=> nieuwe industriële grootmacht (door planeconomie Stalin) sociale gevolgen:
Dalend geboortecijfer: families beperkt, huwelijksleeftijd hoger Bevolking stagneert + steeds ouder worden: VERGRIJZING WO I kostte veel mannen het leven => aantal mannen van middelbare leeftijd schaars
20.3. Het Italiaanse fascismeVerschil tussen
Dictatuur: tijdelijk regeringsbeleid gericht op oplossendringende problemen + noodsituaties Totalitarisme: (na WO I) levensvisie, permanente vorm dictatoriale maatschappij
(excuus van een eeuwigdurende noodsituatie) conflict Russische Communisme West- Europa in contactvia Italië: in de vorm van FASCISME
*Mussolini en de fascistische machtsovername Na WO I: Italië <3uitkomst voor Italië: Werkloosheid Teleurgesteld in Vrede van Parijs=>beloofde gebiedsuitbreiding(verdrag van Londen)
=> slechts gedeeltelijk (GEEN Duitse/Turkse gebieden) =>weinig Italiaanse glorie Oorlogsschulden
sociale onrust Benito Mussolini(professioneel revolutionair, links socialist => bestudeerde ideologie Marx) -
>radicaal journalist<3 Vrede van Parijs Richt in maart 1919 eigen militie op: fascio di combattimento (zwarthemden)
opstootjes platteland + stakingen industriegematigde socialisten veroordelen deze extreme socialisten<3 acties (invloed: communisten en de 3e internationale)
REACTIE: zwarthemden gaan conflict aan met communisten en arbeiders 1919: 1e naoorlogse verkiezing (overwinning: socialisten) 1921: aanhoudende sociale onrust => nieuwe verkiezingen
*(traditionele partijen meeste stemmen=>Liberalen, Socialisten, democraten en Katholieken)*Fascisten matig resultaat MAAR winnen aanhang
Voorsteling fascisten als sterkhouders van wet, ordeen bezit rijkere klassen voelen zich veilig + geven FINANCIËLE STEUN <3 patriotten, nationalisten en de middenklasse felle strijd tegen het socialisme, communisten + iedereen die fascisten niet steunden vechtpartijen, moord en brandstichting
131
Fascistische militanten(squadristi) onderdrukken stakingen + aanval op vakbonden +verdrijven socialistische en communistische bestuursambtenaren
Oktober 1922: Mars op Rome Zwarthemden mobiliseren + dreigen coup in Rome (Mussolini blijft in Milaan) Socialistisch-democratische coalitiekabinet kan NIETS doen => kabinet neemt ontslag
Mussolini premier + volmacht orde te herstellen + hervormingen (gedurende 1 jaar) voeren een wet door => de partij met meeste stemmen: krijgt 2/3zetels 1924: tegenstander fascisten:MatteotiVERMOORD+ fascisten winnen verkiezingen
(door terreur squadristi +hun controle op de stemming): Oppositie neemt ontslag + de pers ontslag Mussolini maatregelen Mussolini om dictatuur te vestigen:
*alle partijen afgeschaft (behalve fascistische partij)* perscensuur *reduceert parlement tot lege doos* verbod op staking + vernielen vakbonden
*De Fascistische Staat Mussolini:leider (Il Duce) aan => macht volledig bij hem verwerpt democratie + liberalisme + vrijhandel + kapitalisme + marxisme MAAR Mussolini brengt efficiëntie in het beleid: VRAAG volk : sterke leider en actie => KRIJGEN HET van Mussolini Mussolini: voorstander nationale solidariteit + staatsmanagement economie
( vergelijkbaar met linkse ideologie MAARrechts kantje )
=> Introductie: theorie van de syndicale staat(corporatieve staat): De economie opgedeeld in 22 sectoren (elke sector heeft een corporatie)
Elke corporatie bepaalt de lonen, prijzen, werkomstandigheden en algemeen beleid (bijgestaan door regering + fascistische vakbonden)
DOEL => AUTARCHIE: totale zelfvoorzienigheid van Italië vertegenwoordigers van corporaties samen in een nationale raad die economie beheert. corporaties in regering geïntegreerd (samengaan politiek+ economie) 1939: Kamer van Afgevaardigden VERVANGEN door Kamer van Fasces en
Corporaties(verkozen door Staat NIET door volk) vertegenwoordigen corporaties en Fascistische Partij GEEN democratie WEL verbetering
feitelijke onrust onderdrukt door verbod op stakingen en vakbonden bedrijven in privébezit MAAR onder controle van de staat verbeteringen SCHIJN
Fascisme en de Grote Depressie economische zekerheid wordt niet bereikt : programma openbare werken ingevoerd + grotere economische zelfvoorziening
gebruik van waterkracht (opvangen tekort steenkool) gebruik moerassige gronden na drainage
NOOIT verandering sociale structuur: boeren =>lage status hebben, kloof arm rijk blijft
132
meer geld vrijgemaakt voor militaire en imperialistische expansie (geld NIET naar economie)
20.4. Totalitarisme: het Derde Rijk van Duitsland*De opkomst van Adolf Hitler
Hitler ONBELANGIJK als jongeman (geen geld, geen job)MAAR zag zichzelf als ECHTE Duitser => racistisch en gewelddadig antisemiet
na zijn deelname aan WO I gestationeerd in Beieren 1919: belangrijk centra voor communisten =>communistische opstand
MAAR neergeslagen => Duitse regering (voedingsbodem voor anti- communisme, anti -socialisme, ani- democratie)
Hitler wordt lid van Duitse Arbeiderspartij => later leider ervan 1920: partijhervormingen =>NSDAP (= Nationale Socialistische Duitse Arbeiderspartij)
nazi’s geboren (OORSPRONG: Duitse uitspraak van Nationaal) Dreiging monarchistische en antirepublikeinse organisatie
1920: Kapp Putsch (nazi’s betrokken) 1922: Politieke moorden: Ratheneu en Erzberger
1923: FR bezet Ruhrgebied nabootsing Mars van Rome =>BEER HALL PUTSCH (Munchen)
onderdrukt => Hitler in de gevangenis schrijft “Mein Kamp”
= persoonlijke ideeën over racisme, nationalisme, collectivisme, politieke betogen publiciteit rond proces + goede verkoop boek => Hitler wordt nationale politieke figuur
Grote Depressie: Duitsland heeft het moeilijk * buitenlandse leningen moeten betaald worden*werkloosheid (6 miljoen)*lage productie:
Duitse democratie nieuw en NIET ingeburgerd=> verliest aanhangers Ontevredenheid over Verdrag van Versailles GROTER Inspelen Hitler op deze ontevredenheid (dmv propaganda): Ontevredenheid over zwakke democratie Stimuleren Volksgeist (mensen zichzelf aangewezen) Positief tov nieuw socialisme antisemitisme (zondebok voor problemen) 1930 en 1932: Nazi’s winnen zetels in Rijksdag November 1932: Nazi’s verliezen zetels aan communisten (die maken opmars) Hitler vreest de communisten + steun conservatieve, nationalistische en antirepublikeinse Hitler gebruiken om massa te bespelen + hopen hem onder controle kunnen houden
1933: Hitler kanselier (leiding coalitiekabinet => NOG GEEN absolute macht) Hitler roept om nieuwe verkiezingen => 1 week later Rijksdag in brand gestoken Hitler geeft communisten krijgen schuld van Hitler Nazi’s krijgen 44% stemmen=> COALITIE met nationalisten => 52% stemmen Communisten verdwijnen uit Rijksdag + Hitler krijgt dictatoriale macht tijdens noodtoestand
133
*De Nazistaat Hitler neemt macht over=> leider (Führer) + stichtingDerde Rijk RIJK 1: onder Otto I RIJK2: HRR
grootse campagne tegen Joden opgesteld (cf. antisemitische gevoelens): Joden zijn anti-Duits en niet-Arisch Joden worden gestigmatiseerd Joden mogen bepaalde beroepen NIET meer uitoefenen (onderwijs, publieke ambten) 1935; Nurembergwetten=> Joden GEEN burgerrechten meer
+ verbod huwelijken en seks tussen Joden en niet- Joden 9 november 1938: Kristalnacht
=> Nazitroepen vernietigen Joodse synagoges, winkels en zaken +af ranselen Joden => 30 000 Joden naar concentratiekampen + Joden zelf beboet voor schade
politieke partijen afgeschaft BEHALVE NSDAP Hitler laat eigen partij zuiveren (beschuldigt van mogelijke complotten tegen Hitler)
*30 juni 1934 =>Nacht van de Lange Messen: leiders SA (Sturmabteilung olv Röhm) VERMOORD door SS (NIEUW: Schutztaffel olv Himmler)
Ideeën die NIET stroken met het regime =>onderdrukt (ontstaan verzet zo verhinderd) oprichten Geheime staatspolitie (Gestapo) oprichten concentratiekampen Kerk onder staatscontrole => heropleving heidense godsdiensten Propaganda => sterke indoctrinatie (al vanaf jonge leeftijd): Oprichten Nazistische jeugdbeweging (Hitler Jugend) scholen en universiteiten verkondigen ideologie regime
Vakbonden vervangen door Nationaal Arbeidsfront VERBOD Stakingen Werkgevers => kleinschalige Führers onder overheidscontrole programma publieke werken Werkloosheid opgelost door herbewapeningsprogramma ENZ
Industrie: privébezit MAARonder staatscontrole geplaatst *1936: 4jarenplan <3 AUTARCHIE=> zelfvoorziening aanmoedigen, onafhankelijk van de buitenlandse handel...)
Handel moeilijk door tarieven, EN verschillen in munteenheid EN nationalisering industrie Duistland stelt systeem van bilaterale handelsovereenkomsten in
=>andere Europese landen kregen ondergeschikte status hierin Wat niet wordt bereikt door handelsakkoorden =>wel bereiken via oorlog en verovering
Duitsland goed herbewapend+ volk is omgevormd tot gedisciplineerde, oorlogszuchtige machine (Triumf des Willens)
134
*Totalitarisme: enkele oorsprongen en gevolgen totalitarisme SU moeilijk te onderscheiden van andere totalitaire regimes VERSCHIL SU voor en SU na Stalin:
Voor Stalin: TIJDELIJK, niet gericht op individuele leiderNIET nationalistisch (DOEL: wereldrevolutie), NIET oorlogszuchtig of racistisch
Na Stalin: eenpartijstaatPERMANENT + cultus rond leiderfiguur (Stalin)=> onderdrukking + uitschakeling oppositie, NATIONALISTISCH=>gericht op glorie SU
Evolutie totalitarisme: groei stilaan sinds ME=> overheid meer controle over gerecht, belastingen, Kerk, economie=>versterkt WO I (beleid tijdens oorlog: grotere staatsinterventie) Totalitarisme brengt verhoogde staatsinterventie naar EXTREEM NIVEAU Aanleunen bij historisch nationalisme => minder aandacht individu
+ de staatgezien als één geheel =>GEEN eigen onafhankelijk bestaan => alles bepaald door de staat (GEEN ruimte voor eigen ideeën)
Propaganda gebruikt, gemonopoliseerd door => ideeën verspreid en ingeburgerd (Goebbels) Denken gemanipuleerd => levensvisie opgedrongen: herschrijven geschiedenis
+ cultus rond leidersfiguur staat bepaalt informatiestroom, enkel informatie die overheid kwijt wil bereikt volk
=>vervorming objectieve waarheid
Ontstaan racisme (LEES:antisemitisme): + ARISCH ideaal: natie : biologische entiteit met dezelfde fysieke erfenis en eigenschappen 19e E: Joden verwerven belangrijke posities => concurrenten regime versterkt dmv propaganda
Aan de macht door angst voor klassenconflict verklaren dreiging geweken => door hun toedoen (regime onmisbaar) GEEN klassenconflict => ELKE burger staat achter hetzelfde regime
->ALLE burgers => zelfde gelijke voordelen
Eigen land = goed land: alle problemen zijnschuld van het buitenland: Mensen met klachten : collaborateurs + politieke tegenstanders Oorzaak problemen => internationale strijd arme rijke naties gestoken (zogezegd) Oplossing: oorlog Verheerlijking geweld =>verhoogde sociale onrust
EN meer geweld zwarthemden + invoerenmartelpraktijken
*De verspreiding van de dictatuur Totalitarisme verspreidt over Europa
*Europa: 27 landen: 11 democratische*totalitaristische staten vaak ontstaan als democratie
135
1. Redenen: Zwakheid parlementaire systeem Vijandigheid tov reactionairen Angst Bolsjewisme Grote Depressie
2. Voorbeelden totalitaire regimes: Portugal olvSalazar Oostenrijk olvDolfus Spanje olvFranco IN OOST-EUROPA: ENKEL Tsjecho-Slowakije DEMOCRATIE Latijns – Amerika
onderdrukken individuele vrijheid en linkerzijde, verbodstakingen en vakbonden...
3. Gevolgen: Verheerlijken geweld en oorlog Buitenland beschuldigen van sociale onrust Internationale crisis door ambities dictator Economie slechter ondanks propaganda
136
Hoofdstuk 21: De Tweede Wereldoorlog jaren ’30: Duitsland, Italië, Japan en SU niet akkoord met Verdragen van Parijs
ontevreden en Duitsland, Italië en Japan bereid oorlog om zaken te veranderen
GB, FR en VS tevreden met situatie tussen 1931 en 1939:
=>militair ingrijpen tegen landen die situatie bedreigden of wilden veranderen Oorlog tussen 1939 en 1945 meest destructieve conflict ooit WO II:bijgedragen tot groei twee supermachten die later met elkaar in conflict kwamen:
(VS en SU)
21.1. De zwakte van de democratieën: terug naar oorlog*Pacifisme en onenigheid in het Westen
jaren ’30 opkomst verschillende dictaturen opkwamenHitler en Mussolini groeien naar elkaar toe, gevolgd door Japan (NOOD AAN REACTIE WESTEN??)
Westerse democratieënzweren bij pacifisme (=geweld afwijzen als middel om een doel te bereiken)
Westerse democratieën willen vrede bewaren (geloof oorlog voorkomen)=>WOI: vergissing
Herinnering WOI bij bevolking: NOOIT MEER OORLOG FR: 50% jonge mannelijke bevolking verloren (WO I)
een defensieve houding aan(fortengordel aan grens met Duitsland(Marginotlinie)=>van Zwitserse tot de Belgische grens (Ardennen moesten bescherming bieden)
geen krachtig buitenlands beleid (interne verdeeldheid tussenL en R) VS en GB: geen oorlog meer
opkomst vredesbewegingen verdeeldheid L en R (R <3 fascistische dictators)
VS wou niet weer in oorlog betrokken raken (neutraal en isolatie) SU <3 verdeling van Oost- Europa
<3 buffer anticommunistische landen aangelegd rond SU bang buitenlandse aanvallen en invasies kapitalisme gealarmeerd Hitler aankondigt Bolsjewisme vernietigen
+Oost-Europa aanhechten bij Duitsland: *1934: SU aansluiting Volkenbond (beducht voor fascisme) (aanmoedigen communistische partijen in Europa coalities sluiten met socialisten en liberalen)*1935: SU vredesverdragen FR + Tsjecho-Slowakije (samenwerking=> wantrouwen tov elkaar)
*De opkomst van de Nazi - en fascistische agressie Hitler speelde in op oorlogsangst => toegevingen democratische staten
(hoop zijn honger gestild +bewaren vrede)MAAR Hitler wou steeds meer
Snel nadat hij de macht heeft trekt Hitler Duitsland uit de Volkerenbond (1933) en uit de ontwapeningsconferentie
*1934: Duitsland non-agressiepact met Polen
137
1934: Putsch Oostenrijkse Nazi’s vermoorden kanselier Dolfus+ eis aanhechting Oostenrijk bij Duitsland GEEN reactie W Ingrijpen Mussolini<3 Duitsland aan de Brennerpas =>Duitse invloed te groot +
niet klaar voor interventie GB en FR =>Italiaanse troepen aan de grens=> Hitler laat Oostenrijk 4 jaar gerust
1935: cf. Verdrag van Versailles => Volkenbond: volksraadpleging in het Saarland(verenigd met het Duitse Rijk)1935: verwerpt Hitler bewapeningsverbod voor Duitsland =>openlijk te bewapenenGEEN reactie GB, FR en Italië 1935: Mussolini op zoek naar eer en triomf <3 kolonies => 1935:veroveren Ethiopië(eerder mislukt in 1896)
protest Volkenbond: sanctie:* verbod verkoop wapens of onafgewerkte producten aan Italië *mag wel Ethiopië behouden (GB en FR ook kolonisators => begrijpen het)
1936: reactie Franco-Sovjet pact :verwerpt Hitler de Locarnoakkoorden (vastleggen grenzen) => Duitse troepen bezeten Rijnland => moest volgen Verdrag van Versailles gedemilitariseerd blijven
GEEN reactie: FR(intern verdeeld) wil enkel met steun GB (wil absoluut geen oorlog)
1937: onrust in Danzig (Verdrag van Versailles:stad onafhankelijk)1938: Duitse troepen vallen Oostenrijk binnen (aangehecht bij Duitsland= Anschluss) problemen in Tsjecho-Slowakije en de Munchencrisis
*Spaanse burgeroorlog 1939 – 1939 1931: Spaanse koning Alfonso XIII verdreven na revolutie
Spaanse Democratische Republiek(programma sociale en economische hervormingen) Antiklerikale =>afschaffen Jezuïetenorde + inperken macht Kerk onderwijs beperkte lokale autonomie (Verminderen Catalonische onafhankelijkheidsstrijd) landherverdelingen <3 boeren
1933: Ren conservatief aan de macht =>onpopulaire regering: opstanden mijnen +opleven Catalonische onafhankelijkheidsstrijd => ONDERDRUKT
1936: nieuwe verkiezingen (Links wint) opstand tegen Republikeinse regering olv generaal Francisco Franco (R)
burgeroorlog =>verbod wapenleveringen door VS, FR en GB (vermijden internationale proporties)=>sommige willen toch Spanje steunen (vrijwilligers die mee komen strijden)
27 steunen verbod Duitsland + Italië steunen Franco (adviseurs, wapens, uitrustingen en troepen) SU steunt Links verzet in Spanje(adviseurs, wapens en uitrustingen)
138
=>verdeelt wereld in 2 kampen: Fascistisch Antifascistisch
Franco wint => autoritair, fascistisch geïnspireerd regime
Door burgeroorlog Duitsland en Italië samen (akkoord Mussolini en Hitler) Mussolini aanvaardt aanhechting Oostenrijk bij Duitsland (1938) as Rome-Berlijn
Japan en Italië:anti-Comintern pactDuitsland (samen strijden tegen communisme en democratie) As Rome-Berlijn-Tokyo (Asmogendheden)
1937: Japan verovert bijna heel China (wrede bezetting =>rape of Nanjing, Chinese stad) misdragen van Japanse soldaten
GEEN REACTIE (EU zelf teveel problemen en VS neutraal ivm economie)
*De opkomst van de Nazi - en fascistische agressie Ontevredenheid in Tsjecho-Slowakije: minderheden voelen zich gediscrimineerd
hoge levensstandaard + enige democratie in Oost- Europa strategisch belangrijk: allianties FR en SU+ entente Roemenië en Joegoslavië. goed getraind leger, belangrijke wapenindustrie en versterkingen tegen Duitsland
Meeste versterkingen: Sudetenland (gebied waar bijna alle Duitsers woonden) Duitse inwoners willen aanhechting bij Duitsland, Hitler bereid
gerucht dat Duitsland op het punt staat voor invasie Sudetenland mobilisatie Tsjecho-Slowakije +waarschuwingdoor GB, FR en SU aan Duitsland Hitler zegt “geen intentie”(wel plannen voor aanval in herfst) SU, GB en FR tevreden oorlog vermeden
Tsjechen onder druk van FR en GB => geven meer autonomie aan de Duitsers in Sudetenlandvolgens Hitler =>niet voldoende
Dreiging invasie groter 1938: Chamberlain en Daladier onderhandeling Hitler en Mussolini in München:
GB en FR bereid aanvaarden Duitse eisen (GB en FR namelijk niet klaar voor oorlog) afspraken van München =>Duitsland magSudetenlandaanhechten Tsjecho-Slowakije verliest militaire kracht GB enFrankrijk geloven opnieuw vrede gebracht
Zwakheid Westerse democratieën (oorlog vermijden + teveel toegevingen aan Hitler) Duitsland was nu heel sterk) en ze geven teveel toe aan Hitler SU en Europa raakten van elkaar geïsoleerd
Geallieerden geloofden* bezetten Rijnland*annexeren Oostenrijk*onrust Danzig *annexeren Sudetenland
139
Duitse volk een eigen natie te geven Zagenechte bedoelingen Hitler niet Hoopten=> Hitler oprukte richting SU => conflict Duitsland en communisten
*Einde van de verzoening maart 1939: Hitler valt Tsjechische deel Tsjecho-Slowakije binnen
Tsjechië Duits protectoraat, Slowakije onafhankelijk Duitsland neemt Memel af van Litouwen en eist Danzig en de “Poolse cooridor” op
GR en FR: duidelijk Hitler beloftes niet nakomt en steeds meer wil april 1939 inname Albanië door Mussolini
Westen bereidt zich voor op oorlog (GB: garanties aan Polen, Roemenië en Griekenland) GB poogt een anti- Duitse alliantie met SU
FAIL-> Polen en Baltische Staten willen geen Russische troepen op hun grondgebied SU non- agressiepact met Duitsland (23/8/1939)=> SU moet uit oorlog blijven
Polen onder elkaar verdelen (SU: Bessarabië + invloed Baltische Staten krijgen)Cf. 18e eeuw: Kurzonlinie (taalgrens) -> uitgebreid tijdens Interbellum
verbazende alliantie tussen tegengestelde ideologieën (<3 GB en FR) 1 september 1939:inval Duitsland Polen 3 september 1939: oorlogsverklaring FR en GBaan Duitsland (start WO II)
21.2. De triomfjaren van de asmogendheden*Nazi – Europa (1939 – 1940): Polen en de val van Frankrijk
Duitse leger Blitzkrieg in Polen (oktober: verzet gestopt en Polen deel Duitse Rijk) twee weken later valt SU oosten polen binnen
+ vestigen versterkte basissen in Baltische Staten (Estland, Letland, Litouwen)
SU wil Finse gebieden (aan grens SU)=> stad Leningrad dicht bij Finse grens (= gevaarlijk) Finland weigert => SU valt Finland aan (FR en GB steunen Finland materieel)
GB en FR willen expeditieleger sturen + SU t uit Volkenbond gegooid maart 1940: strijd gedaan (SU neemt meer land dan gevraagd en Finland onafhankelijk)
West –Europa: rustig (schemeroorlog)* FR achter de Maginotlijn Duitsland achter Siegfriedlijn (Westmuur) Geallieerden hoop:oorlog vermijden (winter Duitse troepen getraind)
april 1940 Duitsland valt Noorwegen aan (toegang Zweeds ijzererts behouden) GB kan toegang afsluiten met watermijnen Geallieerde expeditieleger moet terugtrekken
10 mei: Duitsland valt Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk aan Sterk Duits leger(tanks, zware bepantsering en duikbommenwerpers) Geallieerden zien Centraal-België als Duits doel => beste troepen (GB en FR) naar daar Misrekening FR: Maginotlijn en de Ardennen de Duitserstegenhouden
MAAR hoofdmacht Duitse leger door Ardennen en dringt Noord-Frankrijk binnen.
140
Duitsers verder richting Noordzee ( havens) en snijden troepen in België af van geallieerde weinig weerstand Nederland capituleert (angst verdere luchtaanvallen) Belgische koning vraagt wapenstilstand overgave groot deel Franse troepen GB: Duinkerke => EVACUATIE (Hitler laat zijn troepen vertragen)
juni 1940 Duitsers naar het zuiden 13 juni: Parijs bezet 22 juni: wapenstilstand: overgave + bezetting Noord-Frankrijk Zudelijk deel (1/3 FR):onbezet =>het Vichy-regimeolvPétainen Pierre Laval
autoritair regime => COLLABORATIE=> uitleveren Franse dwangarbeiders (verdeeld FR) heeft ook kolonies (zo ziet Hitler kans invloed Noord-Afrika)
Vrije Franse Regering olv Charles De Gaulle naar GB + in FR verzetsbewegingen VS blijft neutraal
Juni 1940: FR verslagen => wordt hierna aangevallen door Italië Italië valt Griekenland + vecht in Afrika tegen GB
Mussolini verbindt zijn lot aan Hitler: Duitsland en Italië domineren nu bijna volledig EU*Duitsland en Italië: goede relaties met Spanje
Duitse troepen over heel Europa (Festung Europa) Oorlogsslachtoffers als arbeiders gebruikt door Duitsland in de oorlogsindustrie In elk land collaborateurs (Vidkun Quisling,Noorse Fascistische partij)
=> Duitse strijd tegen SU vochten 500.000 niet-Duitsers aan Duitse kant
*Slag om GB en Amerikaanse hulp Enkel GB over als tegenstander asmogendheden
Churchill (ondertussen premier) beloofde oorlog tegen het kwaadverder te zetten Vraagt VS om materiële hulp
VS sinds 1939 officieel neutraal MAAR verdeeld: isolationisten vs. Interventionisten President Rooseveltinterventionist
GELOOF: Amerikaanse veiligheid en belangen bedreigd door de asmogendheden =>wil Amerikaanse publieke opinie achter zich => steunzonder zelf te vechten =>wapens en 50 torpedojagers aan GB Amerikaanse basissen in Newfoundland, Bermuda en de Carabische eilanden)
1941: Lend lease(Geallieerde landen bevoorraad met wapens, voedsel en andere) dienstplicht ingevoerd VS (leger, vloot en luchtmacht worden opgebouwd)
Duitsland plant invasie van GB =>eerst controle over lucht krijgen Duitsland hoopt met GB misschien vrede of bondgenoot wordt
DEAL? Nazi continent jullie kolonies (+ beschermen België, protectoraat GB) =>GB: NEE
herfst 1940: Battle of Britain: Duitse bombardementen op GB =>zware schade steden, veel doden MAAR productie moreel blijft hoog
141
Duitsland geen definitieve controle over luchtruim =>Britse Royal Air Forcekan aanvallen stoppen (o.a. nieuwe radar) => Hitler stopt plannen invasie GB en wil eerst SU aanvallen
*De nazi – invasie van Rusland: het Russische front (1941 – 1942) Barsten non- agressiepact 1939
discussies over Oost-Europa (SU wil Baltische staten inlijven en controle over Balkan)<3Duitsland =>Oost-Europa houden (rurale tegenhanger voor industriële Duitsland )
Hitler: Balkan onder Duitse controle Roemenië, Bulgarije, Hongarije, Joegoslavië worden bezet SU geen kans meer)
Duitsland wil Oekraïense graanoogst, olievelden van de Kaukasus (autarchie!!!)
Wil SU verslaan => 22 juni 1941 aanval Duitsland op SU (Actie Barbarossa) SU is verrast => weinig weerstand (had aanval verwacht MAAR niet zo snel- Herfst 1941: Wit-Rusland en Oekraïne veroverd, Later: noorden Leningrad+ zuiden Sebastopolbelegerd, (invasie van de Krim)
Duitse bezetting wreed en gruwelijk
Duitse leger op 25 mijl van Moskou MAAR geen rekening koppigheid van SU-leger Stalin herstelt van verassing + hervorming leger => verdediging wordt aangepast +
tegenoffensief Rode Leger in de winter => Moskou GERED
Hitler neemt bevel over =>zomer van 1942 offensief richting olievelden Kaukasusgebied Duitsers nemen Sebastopol + belegeren Stalingrad (hoogtepunt Asmogendheden)
Duitsland geeft idee korte oorlog op Hitler past economie aan (aan een lange oorlog) Albert Speer coördineert arbeid en productie (1942-1944)
=>wapenproductie verdrievoudigd
*1942, het jaar van geallieerde tegenslagen: de Sovjet Unie, Noord – Afrika, de PacificSU
Duitsers in het oosten =>100 mijl van Kaspische Zee verwijderd SU staande + industrie naar Siberië (economie en beleid blijft draaien) Zo niet geraakt in zijn vitale delen
Sovjetleger tactiek verschroeide aarde toe Terugtrekken: vernietigen oogst en veestapel gebieden (niets meer voor Duitse leger)
Noord – Afrika einde 1942 Vooruitgang asmogendheden
1940 START woestijncampagne: *Italië veroverde Libië en tot Egypte (BELANG: controle Suezkanaal)
Churchill doet tegenoffensief (tijdens Slag om Groot-Brittannië)=>stuurt een van zijn troepen en middelen naar (die erg nodig zijn in het thuisland) => Italianen verdreven tot in Libië
142
GB veroveren Ethiopië => EINDE Oost-Afrikaanse Rijk van Mussolini lente 1941: tegenoffensiefDuitsland met elitetroepen (Afrikakorps olvRommel)
Duitsland herovert Libië en dringt Egypte binnen MAAR GB stopt Duitsland bij El Alamein
Japan en de Pacific Japan dacht voordeel halen uit de Europese oorlog 1940: alliantie Duitsland en Italië 1941: neutraliteitspact met SU concessies op Indochina van Vichy-Frankrijk + militaire basissen VS wil Japan een handelsembargo voor staal opleggen TE LAAT Japan wil alle invloed van GB en VS uit Azië (bereid onderhandelingen)
onderhandelingen Washington => onverwachteJapanse aanval opFilippijnen + aanval op Amerikaanse basis Pearl Harbor (Hawaï,7/12/1941)
Tegelijk aanvallen op Guam, Midway, Hong Kong en Maleisië
De VS zwaar getroffen => Japan vrij spel in de westelijke Stille Oceaan 8 december 1941 oorlogsverklaring VS en GB aan Japan (SU wilde focus op 1 front!) 11 december 1941 oorlogsverklaring Duitsland, Italië en satellietstaten) aan VS
(=begin echte WERELDOORLOG) 2 maanden later Japanse verovering van Singapore (havenbasis GB)
1942: Japan verovert Filippijnen, Maleisië en Nederlands Indië+ aanval Nieuw- Guinea en Aleoeten binnen +bedreigen Australië offensieven doorgetrokken tot Indische oceaan (veroveren Birma + bijna aanval India)
collaborateurs: tegenstanders Westers imperialisme Idee Greater East Asia Co-Prosperity Sphere (Japans regime)
1942: SU en Geallieerden=> TEGENSLAGEN Asmogendheden stonden dicht bij wereldoverheersing
(overdreven ambitie en hoogmoed => rol Geallieerde overwinning
21.3. De overwinning van het Westen en de SU*Plannen en voorbereidingen, 1942 – 1943
Januari 1942: Geallieerden 26 naties = Verenigde Naties SU + Geallieerden hadden gemeenschappelijk plan (WOI) GB en VS verenigden hulpbronnen (Combined Chiefs of Staff)(nog nooit zo’n sterke coalitie door2 soevereine landen)
BESLUIT: Duitsland hoofdvijand, Stille Oceaan even op de achtergrond Australië hoofdbasis operaties tegen Japan Japanse expansie zuidwaartse tegengehouden door VS Overwinningen voor de Geallieerden:
Slag om de Coral Sea Slag om Midway VS troepen landen op Salomoneilanden en Guadalcanal
143
island hopping (= van ene eiland naar andere om Japanners te verslaan) WENS Stalin: 2e front Westen (onmiddellijke invasie geallieerde grondtroepen)
druk SU te verlichten => GEBEURDE NIET => GB en de VS nog niet klaar om aan te vallen
VS: klaarmaken voor de strijd: trainen troepen, ontwikkelen oorlogsindustrie nationale mobilisatie (wijzigde positie vrouw => werken in fabrieken) Gedurende 1e jaar VS in oorlog => Duitse duikboten controle over de Atlantische Oceaan
=>bedreigen transport troepen en goederen begin 1943 beginnen Geallieerden de Slag om de Atlantische oceaan te winnen
=>dreiging duikboten uitgeschakeld
VS en GB: aanval op Duitsland => luchtbombardementen(pogen Duitse oorlogsindustrie lam te leggen) precisiebombardementen waren te gevaarlijk Duitse steden zwaar geraakt, veel burgerslachtoffers
Invasie op het land uitgesteld tot 1944 (niet genoeg troepen overgezet vanuit VS +aandacht Japan SU denkt dat VS en GB niet langer Duitsland willen aanvallen
*De ommekeer, 1942 – 1943: Stalingrad, Noord – Afrika en Sicilië Noord – Afrika
November: START offensief GB en VSolv Eisenhouwer controle over Algerije en Marokko + richting van Tunesië (Duitse leger daar verslagen)
GB in Al Alamein beginnen tegenoffensief olv Montgomeryen verdrijven Duitsers mei 1943 zijn Asmogendheden verdreven uit Noord- Afrika Inname Vichy kolonies door VS =>Duitsland trekt Vichy-regime binnen
Stalingrad Mei 1942 Duitse aanval op Stalingrad (september dringen ze de stad binnen)
MAARopdracht Stalin => Sovjet leger + burgers moeten stad blijven verdedigen hevige verdediging MAAR bijna volledige veroveringdoor Duitsers na een week
Rode Leger tegenoffensief => Insluiten Duits leger =>WIN SU(1.000 resterende Duitse troepen geven zich over)
SU gaat verder en herovert bijna alle verloren gebied SU opgenomen in het Lend-Lease systeem (VS en GB)
Enorme bevoorrading door VS aan SU SU blijft veel manschappen verliezen (in Stalingrad meer dan VS in hele oorlog)
Sicilië Juli/augustus 1943: spectaculaire campagne heroveren Sicilië (VS, GB en Canadezen)
Mussolini verdreven => Italiaanse Sociale Republiek in het noorden =>Duits “puppet” regime => Nieuw regime olv Badogliowil vrede =>Duitsers bezetten Italië
Oktober 1943: Oorlogsverklaring Italië aan Duitsland (kiest partij voor Geallieerden) Geallieerden vallen aan vanuit Zuid- Italië (meeste troepen zitten vast bij het kanaal)
144
=>GEEN vooruitgang (= langdurige patstelling)
*Het Geallieerde offensief in Europa, 1944 – 1945Westelijk front
Europa door Duitsland zwaar verdedigd(zware vestingen langs kusten van België, Frankrijk en Nederland)+Duitsers konden snel veel troepen mobiliseren (uitgebreide spoorwegennetwerk)
Geallieerden moesten hun aanval goed plannen
Geallieerde aanval: *10 000 vliegtuigen (luchtsteun)* slagschepen bombardeerden de kust* 4000 transportschepen brengen de troepen over het kanaal
D-DAY (6 juni 1944): START Geallieerde invasie West- Europa (kusten van Normandië) valse rapporten: GELOOF bij Duitsers, dat aanval in Calais zou plaatsvinden Kust wordt ingenomen en de Geallieerden vormen westfront
=> veroveringen vlotter dan gedacht (augustus 1944:bevrijden Parijs + september 1944 aan Duitse grens
Verzet in Frankrijk, België en Italië verjagen Duitsers en collaborateurs in Duitsland aanslag op Hitler (raakt enkel gewond)
augustus 1944: nieuwe operatieGeallieerden => landen op Franse kusten aan MZ => zoeken aansluiting met Geallieerde troepen, geland in Normandië Hoe verder ze komen, hoe moeilijker Geallieerden het krijgen in de strijd met de Duitsers
Bevel Hitler bevel =>Ardennenoffensief(winter 1944) een Duitse aanval op de soldaten uit de VS in de Belgische Ardennen
verwarring en zware verliezen MAAR Geallieerden houden controle Duitsland verspilt wapenreserves aan deze strijd raketten en “vliegende bommen” (Duitsland) kan Geallieerden niet stoppen
massale Geallieerde bombardementen op Duitse steden( veel burgerslachtoffers) Geallieerden door de Siegfriedlinie + Rijn over maart 1945: Geallieerden bezetten Ruhrgebied
Oostelijk front 1944 SU: verovert Oekraïne, Wit – Rusland, de Baltische Staten en Oost-Polen
Augustus 1944: Warschau veroverd Pools ondergronds verzet wil Duitsers verdrijven
maar Stalin <3 Polen bevrijd wordt door niet-communistisch Pools leiderschap Bloedige onderdrukking verzetslieden
bevrijden Roemenië en Bulgarije door SU deze landen verklaren meteen oorlog aan Duitsland
SU verovert Oost-Pruisen, Silezië ( februari 1944; SU bereikt de Oder (40 mijl van Berlijn)
Hitler verplaatst troepen van het westen naar de Oder (beschermen Berlijn) maart en april 1944: veroveren Wenen en Boedapest door SU
145
april 1944: VS aan de Elbe (60 mijl van Berlijn) SU kans om Berlijn en Praag veroveren (erkentelijkheid voor verloren troepen) Battle of Berlin (ZEER BLOEDERIG)
Geallieerden willen volledige en onvoorwaardelijke overgave van Duitsland Hitler pleegt zelfmoord en opvolger Admiraal Doenitzopgave8 mei 1945,
gevechten Italiaanse front eerder gestopt (EINDE oorlog in Europa)
*De Holocaust Na de bevrijding de gruwelen van het nazi’s duidelijk:
Uitroeiing Joden Vermoorden gijzelaars en uitmoorden dorpen
De Geallieerden treffen gruwelijke concentratiekampen aan De Jodenvervolging in 1942 afgesproken (Wansseeconferentie)
eindoplossing Joods probleem (erfvijand) Stond NIET vast in het begin: eerst uitstoten (keerpunt ’41: start uitroeien)
Overal in Europa: Joden met trein naar concentratiekampen (gemarteld en gedood => gaskamers)
eerste keer systematisch en georganiseerde genocide
*De laatste fase van de oorlog in de Pacific, 1944 – 1945 Pacific: strijd VS tegen Japan
leger VS vanuit noordwesten richting Japan Vanuit Solomoneilanden vecht VS via de Filippijnen en andere eilanden de Japanners
sterke WEERSTAND Japan => grote verliezen bij Geallieerden oktober 1944 Geallieerden WINNEN Slag om de Leytegolf (Filippijnen) 1945 veroveren Geallieerden de strategisch belangrijke eilanden Iwo Jima en Okinawa
van hieruit Japanse vloot en industrie bombarderen door Geallieerde luchtmacht De Geallieerden geloven niet Japan zich zal overgeven of onderhandelen
klaarmaken voor een invasie 6 augustus 1945 atoombom op Hiroshima 8 augustus 1945oorlogsverklaring SU aan Japan en vallen ze Mantsoerije aan 2 september 1945: atoombom op Nagasaki =>overgave Japan
de keizer blijft maar land militair bezet door VS
definitief einde: 50 miljoen doden:* 6 miljoen Joden (waaronder 3 miljoen Poolse Joden), *20 miljoen Russen, *4 miljoen Duitsers, 2 miljoen Chinezen, 3 miljoen Polen (zonder Joden)
Enorme vernietiging van steden, fabrieken, infrastructuur Nieuwe vormen van genocide en massavernietigingswapens Meer gewonden gered (dan WOI) dankzij medische vooruitgang
146
21.4. Stichting van vrede GEEN vernederend verdrag voor Duitsland (WOI) augustus 1945:“Atlantisch Handvest” door Churchill en Roosevelt het op ideologische basis voor vrede
Vier Vrijheden van Roosevelt: Onafhankelijkheid + zelfbestuur hersteld waar afgenomen Alle naties gelijke toegang tot wereldhandel Alle naties moeten samenwerken
=>economische veiligheid en hoge levensstandaard Alle naties zouden verzekerd zijn van hun vrijheid
Veel zaken al besproken op conferenties tijdens de oorlog: 1943:conferenties van Casablanca
=>eisen onvoorwaardelijke overgave Asmogendheden 1943:conferentie van Teheran =>Roosevelt, Churchill en Stalin bespraken:
* eventuele bezetting van Duitsland na de oorlog*demilitarisatie van Duitsland *Oprichting internationale organisatie na de oorlog
GB en VS willen machtsblokken breken SU wil bescherming tegen invallen (Buffer) + invloedssferen afbakenen
Discussies over territoriale en politieke tot de overwinning uitgesteld WENS behoud coalitie SU
*De 2 belangrijkste conferenties op politiek vlak 1945: Conferentie van Yalta (Geallieerden dicht bij overwinning) akkoorden tussen VS, GB en de SU over
*Polen en Oost-Europa*de toekomst van Duitsland, *de oorlog in Azië en de *Verenigde Naties
Polen: bevriende regering Stalin (door hem geïnstalleerd) Curchill en Roosevelt <3 Stalin te veel macht in Oost-Europa beloftes Stalin: vrije verkiezingen + democratisch verkozen en representatief
NOOIT GEBEURD
territoriale wijzigingen de Pools-Russische grens wordt vastgezet op de Kurzonlinie Duitsland ontwapend en verdeeld in 4 invloedsferen (FR, GB, VS, SU) Eis SU datDuitsland een schadevergoeding van 20 biljoen $ moest betalen (50% voor SU)
VERWORPEN door VS en GB
Vastleggen internationale organisatie vastgelegd:Verenigde Naties => grootmachten permanente leden VeiligheidsraadMAAR ook kleinere landen een rol
147
=> moet vrede bewaren
juli 1945:Potsdam(opnieuw overleg tussen de SU, GB en VS)Roosevelt overleden en Churchill NIET herverkozen=> onenigheid tussen SU en het Westen groter geworden)
akkoorden over * naoorlogse behandeling Duitsland (demilitarisatie en denazificatie) *straffen voor de oorlogsmisdadigers
Elke macht kon van eigen invloedssfeer geld innen om herstellingen te betalen andere beslissingen: Polen bleef naar het Westen verschoven Duits Oost-Pruisen verdeeld tussen de S.U. en Polen, (ook enkele Duitse steden)
vele Duitsers verdreven of verhuizen
ASAP vredesverdragen met de medestanders van Duitsland getekend: Februari 1947: verdragen met Roemenië, Hongarije, Bulgarije, Finland
(akkoord met beperkte territoriumaanpassing en herstelbetalingen) 1951: verdrag met Japan 1956: verdrag tussen Japan en SU
coalitie tussen Westen en SU valt uiteen nieuwe crisissen
148
Hoofdstuk 22: de Koude Oorlog en de reconstructie na WO II1e helft 20ste eeuw: CATASTROFE
TOCH wederopbouw (start Eigen Tijd)
22.1. De Koude Oorlog: het opende decennium: 1945-19553 complexe zaken worden nog complexer Wetenschap (atoombom) Organisatie industriële maatschappij (communisme kapitalisme) Nationale soevereiniteit (bang achteruit te worden gestoken)
VN georganiseerd in San Francisco (nieuwe oorlog te voorkomen) Elk land was present (50 + Polen later)
Algemene Vergadering: alle leden een gelijkwaardige stem Veiligheidsraad: 5 grote machten (China, VS, SU, FR en GB) Elk van de 5 heeft een veto
+ 2 afwisselende landen 2005: 190 leden
*De Koude Oorlog: Origine en Natuur Na WO II: VS en SU lijnrecht tegenover elkaar(twee supermachten) Koude Oorlog(geen rechtstreekse aanvallen op elkaar)
De SU wou: Territorium behouden Buffer maken Communisme promoten Ingesloten door de VS (verspreiding van het communisme wou tegengaan) SU creëerdesatellietstaten (Oost-Europees)=>SU: volledige controle over hun politiek, economie, sociaal en het recht te veranderen
VS zorgen (oa: *oorlog in Japan, Iran en Noord-Korea,*burgeroorlog in Griekenland, *angst olievelden te verliezen *angst controle over het Oosten van de Middelandse Zee te verliezen)
1949: begin nucleaire wedren: VS wou akkoord: ongehinderd in elk land mocht gaan onderzoeken
<3 Russen => begonnen ook met atoomwapens, ook GB gevochten om het MZ (GB wijken door geldtekort)
De Truman doctrine: 2 werelden:
de ‘vrije wereld’ *het communisme. Nationale veiligheid gecreëerd in de VS (bv. CIA). Overal vliegbases en legers ondergebracht ter bescherming tegen de SU (insluiting)
*De VS zag enkel kwaad in SU en omgekeerd dus sloten ze elkaar uit.
149
*Duitsland: de Berlijnse blokkade en de luchtbrug van 1948-1949Duitsland: 4 stukken (VS, SU, GB, FR); Ook Berlijn in 4
Samenwerken om Duitsland herop te bouwen (beslisten apart over eigen stuk) BESLUIT: Duitsland schulden (vooral SU) moest betalen + limieten aan Duitse productiviteit
1947 voegden de VS, GB en Frankrijk hun gebieden samen 2 soorten Duitsland:
*eigen bestuur * communistisch bestuur=>1948: economische unie.
SU blokkade treinsporen naar Westelijk Berlijn =>Geallieerden genoodzaakt goederen aan te vliegen (luchtbrug)
1949: stop blokkade
*De Atlantische alliantie1949: GB, Frankrijk, België, Nederland en Luxemburg: West-Europese unie voor zelfverdediging
olv VS + Canada + 10 Europese naties: samenkomst Washington + militaire akkoorden (wordt 1 land aangevallen dan schiet de rest te hulp)
Navo:De Noord Atlantische Verdragsorganisatie
beschermveld van Europa tegen de SU. SU banger, trok 6 satellietstaten dichter met
(oa Warschaupact(1955), meer militair en nucleaire wapens)1949: insluiting (bedacht door Truman), SUCCES
de Russen uit Turkije en Iran terugtrekken. 1950: wereldvrede verbrijzeld
Warschaupact: de tegenhanger van de NAVO (door SU)
*De herrijzenis van Japan1949: Chinese communisten wonnen olvMao Zedong verklaarde de Volksrepubliek China De bezetting van JapanDoor VS, GB, FR(hielden SU erbuiten) coöperatie Japanners *1946: nieuwe constitutie (soevereiniteit vorst naar zijn volk, parlementen en vrouwenstemrecht) Economisch vlak: minder vlot
=> nieuwe centralisatie groepen, aanvaarden landverdelingen NIET Na bezetting duidelijk: conservatieve opperklasse GEEN macht verloren=> stichten partij: Liberale
democratische partij Wouden economie doen herleven: door van onder uit opnieuw te beginnen 1950 boost: 10 % per jaar (textiel 14% per jaar) repatriëring Japanners (oa Korea)NOG te weinig arbeidskrachten intensief leven van automatisering
150
*Expansiebeperking in Azië: de Koreaanse oorlog Tijdens WO II: Korea onafhankelijk (na verlies Japan) 1945: VS laat (om militaire redenen) SU tijdelijk Noord-Korea bezetten. De VS bezet het zuiden van Korea 1948: vertrekt VS (blijvende militaire + economische steun) Zelfde: SU (lieten getraind leger achter)
Noord- Korea en Zuid- Korea
Oost Azië 1950: situatie dramatisch: Japan <3Westen , China communistisch
China en de SU angst heropleving van Japan1950: Noord Koreaanse invasie op het Zuiden (gedachte dat de VS niet te hulp zou schieten)
met hulp van de SU onzeker (VS denkt natuurlijk van wel)Westen zag dit als militaire agressie (kon niks doen door veto SU in Veiligheidsraad)Korea net als Berlijn opnieuw een wedstrijdje: wie houdt er het langst zijn poot stijf?
VS stuurt een leger onder leiding van generaal MacArthur naar Korea =>om de Noord-Koreanen terug te drijven OPM! Zonder toestemming van de Veiligheidsraad VN=>China voelde zich bedreigd =>zond een leger om de VN terug te dringenSCHRIK WOIII + nucleaire wapens
MacArthur te hardhandig met Chinezen => Truman koos een andere commandant met intentie onderhandelen.
*juli 1951: staak-het-vuren (onderhandelingen bleven duren)*1953 wapenstilstand ondertekend:
gedemilitariseerde bufferzone Noord-Korea: communistisch dictatorschap Zuid-Korea: onder militaire bescherming van VS VS sluit veiligheidspacten (oa met Japan, VS bleef nog 1 jaar aan land) 1952: Duitsland mag terug militair actief zijn 50 naties sluiten vrede + een reparatiepact (SU pas in 1956)
22.2. West Europa: economisch herstelWOII:meer schade dan WOI
niet genoeg geld om broodnodige import te betalen <3 afhankelijk zijn van
*VS (herinnering beurscrash 1929) *SU (communisme: slavernij)
*Het Marshall Plan en Europees herstel De VS: belangrijkste niet communistische economie hadden voldoende middelen =>besloten Europeanen te helpen met heropbouw
(hulp was nodig)(Amerikanen bang Europese opstanden tegencommunistische zouden verzwakken)
Het Marshall Plan(door de VS aan elk land aangeboden)
151
De SU aanvaarde het niet en verbood het aan zijn satellietstaten het herstel West- Europa veel vlotter dan verwacht
REDEN: afzetmarkt in Europa + communisme te weren
*Economische groei in West – EuropaZilveren jaren ’50 en gouden jaren ’60
overal in Europa economische groei groter dan ooit te voren GB achter door verlies overzeese gebieden
Economische planning + interventie door regering. (NIET zoals SU) standvastigheid + meer economische groei
kapitalistische manier: meest voorkomende (sommige industrieën in de handen van de overheid) : Gemengde economie
Arbeidstekort gevolg economische groei =>zoektocht buitenlandse werkers.
(De meeste naar grootmachten die eens hunoverheers waren) opkomst racisme
OPKOMST WELVAARTSTAAT
22.3. West- Europa: politiek herstelNOOD: politieke hervormingen nodig=> meeste hervatten parlementaire democratieën (behalve Spanje en Portugal)
vrouwenstemrecht overal vastgelegd (jaren 70) leeftijd op 18 voor stemrecht (jaren 70)
=> eerste naoorlogse verkiezingen:nood aan voor sociale hervormingen => idee welvaartstaat bleef (meer pragmatisch dan ideologisch)
*GB: werk en conservatief juli 1945 Labour(nieuwe route op parlementair socialistisch vlak)
1945 – 1951 olvClement Attlee: Nationalisering: Bank van Engeland, koolmijnen, gas, elektriciteit... (4/5 nog privébezit)
->gemengde economie Hervormingsplan van de Liberal Reforms (1906 – 1914): verlengd en bewerkt
1951: verliest meerderheid de conservatieven: 13 jaar terug
sommige bezittingen weer privé oplossing economische problemen: verminderen van de afzetmarkten + oorlogsschulden devalueren Pond financiële hulp Amerika =>economische bloei
MAAR niet genoeg hervormingen => groei bleef nietOPL? GEENProblemen Noord-Ierland(toegevoegd 1922)*1969: Troubles: gevecht tussen de protestantse meerderheid katholieken (wilden bij Ierse Republiek)
152
*1998: Goede Vrijdagakkoorden (geen oplossing, maar Wapenstilstand)
*De Franse Republiek: 4de en 5deWENS: 3e Republiek behoudenPOGING:starten nieuwe republikeinse regering PROBLEEM: Links sterkerivm straffen van collaborateurs)
4de Republiek: scheelde niet veel met 3de breuk Vichy regime!!!! De Gaulle<3(tijdens WOII in GB: verderzetten oorlog)
=>in 1946 start hij “rally of te French people” 1947: communisten buitengesloten Politiek instabiel =>Parlement is zwaartepunt (regering)
=>legitimiteit betwist (25 regeringen, 1945-1958) Een zachte planeconomie (Jean Monnet) =>economie groeide
EINDE: pogen behoud kolonies =>oorlog:*1946-1954: Indochina*1954-1962: Algerije
5de Republiek: ontstaan: crisis Algerije + politieke programma Charles de Gaulle 1958: nieuwe constitutie algemeen aanvaard De Gaulle: president (volledige autoriteit buitenlandse zaken +
nationale bescherming) => macht bij president (parlement) 11 jaar politieke stabiliteit Versnellen dekolonisatie =>1962: onafhankelijkheid Algerije mei 1968: opstand door studenten + arbeiders
wilden hervormingen => verkregen bij een meerderheid referendum tegen De Gaulle
*De federale republiek van Duitsland Processen van Neuremberg:
Vervolgen 24 Nazi-leden (12 doodsstraf) Internationale standaarden ivm geciviliseerd gedrag Cf. Hooggerechtshof Den Haag NU
slachtoffers pas financiële steun: eind 20ste eeuw
Verdeelde Duitsland: speelterrein Koude Oorlog: De Duitse democratische Republiek (DDR)<3 SU De Duitse federale Republiek: parlementaire democratie <3 Westen.
De Bondsrepubliek (gezien als pion VS): promoten sociale markt economie (arbeid en kapitaal verenigen) herbewapenen (VS) + industrialiseren Basic Law (blijft tot Duitsland weer 1) President: machtloos, symbolische functie (macht : federaal systeem)
153
Kanselier + decentralisatie macht (10 deelstaten) Kiesdrempel 5% en verbod extremistische partijen,…
Meerderheid: Christendemocraten + sociaaldemocraten de grootste partij Konrad Adenauer leider + kanselier in 1949 (73 jaar) Duitsland werd weer een speler op Europees gebied (Wirtschaftswunder)
1965 ‘grand coalition’ (sociaaldemocraten, de Christendemocraten,Vrije democraten) olvWilly Brandt (kanselier 1969) Sociaaldemocraten.
Ontspanningspolitiek Oostpolitiek
*De Italiaanse Republiek*1946 gestemd: republiek + ceremoniële president en regering als wetgevende macht*nieuwe grondwet* Christendemocraten: dominante partij olv Alcide De Gasperi’s<3 Westen + boost economie*STOP: 1953*jaren ’60: grootse aanhang in Europa voor het communisme (= Eurocommunisme )=>geweerd uit nationale regering (NIET zelfde communisme SU), enkel lokaal en regionaal*herleven economie*politiek onstabiel (ook vandaag nog)
22.4. Hervormen van de globale economieonder de VS: 44 naties samen in Bretton WoodsDOEL: verlagen van handelsbarrières en stabiele valuta’s.
Reeds afspraken tussen landen ivm tarieven =>creatie van het GATT (= General Agreement on Tariffs and Trade)
preventie discriminatie in internationale handel netwerk voor onderhandelingen vermijden extra bepalingen ivm invoer en uitvoer jaren 90 MEER dan 100 landen jaren 80: participatie SU en satellietstaten
*Valuta stabiliteit: betreffende de goud-dollar standaard* Bretton Woods conferentie:DOEL 2 => opnieuw stabiliseren van de goudstandaardMOEILIJK: tot 1971 landen: combinatie goud en dollars om hun geld waarde te geven(voor 1914 Britse pond)EVOLUTIE: systeem van de zwevende valuta
IMF (= Internationaal Monetair Fonds): leende geld, tijdelijke problemen op te vangen, Wereldbankleende geld, economische groei ondersteunen (Washington)
154
*Europese integratie: van de gemeenschappelijke markt naar de Europese gemeenschap=> schreeuw economische eenheid (oa Marshall Plan)
verdrag van Londen =>Raad van Europa( 1949)DOEL: Europese eenheid bevorderen, gericht op democratie + principes rechtstaat + rechten van de mens (1950: Europees Verdrag voor de rechten van de mens, EVRM)
1958: Europees Hof voor de Rechten van de Mens(einde doodstraf) 1949: Benelux(douane-unie) 1952: Monnet (Frans administrateur): Europese gemeenschap voor Kolen en Staal
(EGKS): Frankrijk, Italië, West-Duitsland + Benelux 1957: dezelfde 6 landen: Verdrag van Rome
=>ontstaan van de EEG (= Europese Economische Gemeenschap)Brussel =hoofdkwartier
Ontstaan Europese Gemeenschap voor atoomenergie (Euratom) 1967: 3 gemeenschappen samen: Europese Gemeenschap (EG) + Europese Commissie +
Europees Parlement Niet opheffen soevereiniteit landen MAAR de banden tussen de landen hechter. GB erbij in 1969 (na verdwijnen De Gaule in 1968)
*jaren ’60: Europese landen + Japan op kop (export en handel) 1992: Verdrag ven Maastricht: Europese Unie:
*succes uitbreiding*politieke unificatie moeilijker dan economische (geen grondwet)
*Eind van de goud-dollar standaard 1971 geldproblemen VS: meer import dan export (= negatieve handelsbalans) De Gaulle eiste een terugkeer naar goud 1971 + 1973: inflatie Dollr en in 1973
Valuta: zweven + onmogelijk om geld in te wisselen voor goud.
22.5. De communistische wereld: de USSR en Oost-Europa (satellietstaten)*Stalinisme in de naoorlogse jaren
één van de zwaarste regimes (1917-1991), dodental! verplichte collectivisering, hongersnood, ...
Tijdens en na de oorlog: etnische groepen verbannen soldaten die uit het Westen terugkwamen afgezonderd (angst Westerse invloed)
De KGB, geheime politie,arresteerde mensen en naar werkkampen TERREUR (deels stop bij zijn door in 1953)
*Khrushchev: mislukte poging tot hervormingen(1953-1964) Stalin’s dood: duidelijk dictatorschap vermijden. macht grotendeels bij Khrushchev
1956 DESTALINISERING decentraliseren van de economie (boost) MAAR basisproblemen niet opgelost
(zware industrie) + Koude Oorlog: SCHAARSTE => teleurstelling => implosie
155
investeren vernieuwen landbouw FAILBuitenlandse politiek: onprofessioneel, botsing kapitalisten en andere communistische regimes (China)1964: verzocht afstand te doen van zijn positie
Breshnev (laatste groot SUleider)*Buitenlandse politiek: interveniëren bij problemen in communistische landen (cf. Praagse Lente en Afghanistan) =>Bresnevdoctrine:+ westen laat dit toe
*Oost-Europa: de decennia van dictatorschap dictatorschap dankzij het Rode Leger dat stand hield + de hulp aan communistische leiders
buffer tussen Europa en SU formeel onafhankelijk (vazalstaten) Joegoslavië en Albanië: los ervan communistisch
*Consolidatie van de communistische controle (verzameling van methoden): De heersers militair bijgestaan Censuur (pers, media, propaganda) Controle + druk leger, recht, verkiezingen Landbouwhervormingen en nationalisatie van de economie (colletivisering)
ZWAKKE SCHAKEL kerkelijke bezittingen geconfisqueerd (oa Polen => Poolse tegenstand) zware industrie opgelegd door SU
=> satellietstaten konden niet meegroeien met economische voorsprong van West-Europa
samenwerking SU en de satellietstaten in het voordeel voor de SU
*Fermenteren en repressie in Oost-Duitsland, Polen en Hongarije 1953-1956 Krushchev ondermijnde de stabiliteit van Stalin =>
instabiliteit satellietstaten en SU (1956) Opstanden Polen en Hongarije olv hun communistische leider. hervorming in Polen korte duur was, sinds de jaren ’60 situatie hetzelfde als ervoor. Hongarije:Nagy, de communistische leider, hielp mee met de hervormingen
=>opgehangen + in massagraf
22.6. De communistische wereld: Mao Zedong en de volksrepubliek van China.*De burgeroorlog1 oktober 1949:Volksrepubliek China door Mao ZedongNa jaren van burgeroorlog: nationalisten (Guomindang) + hulp van Amerika de communisten. Samenwerking tegen Japan, maar in 1945 weer tegen elkaarWIN communisten.
*Mao: het nieuwe regime1949-1976: leider van de Communistische Partij. Doel: moderne staat China op sociaal en economisch (China moet staan op eigen kracht),
156
MAAR niet qua politiek (dat was volgens visie Marx) surrogaat oudere Chinese regime.
*Gelijkenissen SU Politieke indoctrinatie in elke level van de maatschappij Doden van verdachten tegen de staat (700.000) Werkkampen Industriële grootmacht willen creëren 5 jaren plan qua economie vanaf 1953
*De grote sprong voorwaarts:1957: volkscommunes : economisch en sociaal vlak
mensen in groepen, verplicht samen te werken(tot 40.000 man bevatten)Mislukt: oppositie boeren (hongersnood en 30miljoen doden)Er was wel vooruitgang in de industriële sector (oa atoombom)=> tegen 1960 in de top 10 landen. =>vrouwen meer rechten,
*De culturele revolutie:1966: zuiveringen in communistische partij.
de Rode Garde: miljoenen studenten mensen aanvielen die niet communistisch genoeg waren.
Westers = slecht 1969 stabilisatie na ingrijpen Mao. (100.000’en dood)Deugd : landarbeid =>leerkrachten en intellectuelen veldwerk
1971: pensioen: Premier Zhou Enlai effectieve macht1976:beide dood=> opvolger: Deng Xiaopeng: economie: privé-initiatief, politiek: communistisch
*Buitenlandse zakenAgressief: bezetting Tibet in 1950 en grensconflicten in 1962SU: eerst goede relatie; later problemen:
Verschillende mening over de aard van het communisme (strijd leiderschap) Ruzie over een bepaalde gebieden Ruzie over buitenlandse beleid SU
VS: problemen: Koreaoorlog Na 1971: relaties en contacten Westen weer normaal,
door representatie voor de Volksrepubliek door de VS(president Nixon naar China
157
Hoofdstuk 23: Postkoloniale naties in Azië en Latijns-Amerikaonafhankelijkheidsstrijd: Van dekolonisatie naar ontwikkelingslanden meer dan 100 naties ontstaan door de dekolonisatie nieuwe regimes waren instabiel sociale & economische problemen = economisch onderontwikkeld, wegvallen van het moederland, eigen industrialisering en modernisering wegvallen van het moederland = eigen industrialisering en modernisering alle nieuwe staten waren voornamelijk multinationale staten gevolg van koloniale grenzen De term derde wereldmisleidende term, sommige horen tot andere blokken
23.1.De urgentie voor onafhankelijke naties in Zuid-Azië*Het einde van de Britse overwichtIndië wil onafhankelijk worden zonder sociale revolutieVoor WO II sterke onafhankelijkdsbewegingen = de Congrespartij (Ghandi)Oprichting van de Muslim League, willen onafhankelijkheid maar niet onder de Congresspartij
Onafhankelijkheidsbeweging wordt versneld door WOII na WOII = einde Britse heerschappij Na onafhankelijkheid, ontstaan van etnische conflicten burgeroorlog volksverhuizing, voornamelijk Moslims Ontstaan van 2 nieuwe landen: Pakistan en Indië
spanning blijft bestaan = grensconflicten, Indië ook met Chinadrie grote oorlogen, beide hebben kernwapensBinnenland: congrespartij = sociale vooruitstreven en religieuze en etnische verdraagzaamheidGhandi wordt vermoord opvolger = Nehru als 1e premier Nehru: gematigd sociaal beleid , neutraal land in de Koude Oorlog
*Nehru’s opvolger Zijn directe opvolger stierf opgevolgd door dochter: Indira Ghandi beleid gekenmerkt door corruptie Indira vermoordt door een radicale Shiks verlies meerderheid van Congresspartij
*De islamitische republiek van Pakistan1971: Afsplitsing van het Oosten = Bangladesh regimes wisselen elkaar af + GW vervangen door wetten Koranmilitaire coup, president Ali Bhutto wordt geëxecuteerdvrije verkiezingen: wordt kandidaat vermoordmoslim extremisme1979: SU valt Afghanistan binnenV.S. gaat in Pakistan wapens leveren voor de moslims die tegen de Russen strijden
158
23.2.De noodzaak van onafhankelijke naties in Zuid-Oost Azië*De unie van Birma (Myanmar) was Britse kolonie . onafhankelijk erkend na WOII Tijdens WOII: invasie van Japan na onafhankelijkheid: 1e minister = vermoord opgevolgd door U NuU Nu = boeddhist, antikapitalistisch en doctrinaire socialist
economisch pad naar socialisme = onmogelijk gepaard met etnische spanningen en economische spanningen overname door militair regime = politiek van isolatie en repressie- ’91: vrije verkiezingen met democratische partijen ongeldig verklaard door militair regime
*Maleisiëwas van GBonafhankelijkheid wordt uitgesteld wegens grote interne spanningen en een zeer sterke etnische verdeeldheid creëren van een Federatie van Maleisië Sterke economische groei = onttrekken van status 3e Wereld land
*Indonesiëgrootste Moslimstaat + kolonie van NL grote verdeeldheid WO II: bezet door Japan, uitbuiten van de Antiwesterse stemming die er heerst na WO II: onafhankelijkheidPolitionele acties= NL wordt gedwongen tot overgaveOntstaan van populistische dictatuur = Sukarnoconferentie van Bandung ( nieuwe staten pleiten neutraliteit in Koude Oorlog) Poging tot staatsgreep van de communisten generaal Zuharto grijpt macht, krijgt steunt van het Westen repressief beleid
Economische bloei maar grote corruptie onafhankelijkheid van Oost-Timor uitbreken van Financiële crisis val van Zuharto Economie heerst maar GEEN democratie
*Onafhankelijkheidsbeweging in Indochina WO II: Japanse bezetting zorgt voor grote wil naar autonomie Franse staat laat enige autonomie toe Niet genoeg: eist volledige onafhankelijkheid onafhankelijkheidsbeweging olv Ho Chi Min
159
Conferentie van Genève= toekennen van onafhankelijkheid
Verdeling van Vietnam Noorden: onder Ho Chi Min = communist Zuiden: Regime gesteund door het Westen
Verdeling zou moeten worden opgeheven met het organiseren van Vrije verkiezingen Deze worden echter niet georganiseerd Guerrillabeweging situeren in context van de Koude Oorlog
*De Amerikanen en de Filippijnen Tijdens WOII bezetting door Japa, creëren van een antiwesters klimaat Ontstaan van Guerrillabeweging,Marcos als President = dictatorMarcos wordt vermoord Aquino herstellen van de democratie en installeren van mensenrechten De terugtrekking van de VS
23.3.Veranderingen in Latijns-Amerika*De koloniale ervaring en de oorlogsvoeringen der onafhankelijkheidTerug in de tijd: Spaanse en Portugese kolonies incorporeren van autochtone bevolking stimulans om zich te vestigen in de kolonies Rijkdom van de economie naar moederland Creolen worden zelfbewust, onafhankelijkheidsstrijd (Bolivar en San Martin) Spanje + Portugal: hadden het moeilijk, ten tijde van Napoleon
Onafhankelijke staten: nog onstabiel grensconflicten meer stabliseren geen grote oplossingen op sociaal gebied Creolen: rijkdom combineren met politieke macht vorming van een militaire kaste
*De gigant van het NoordenEconomische openstellen profiteren door VS en GB VS: speelt politiek een belangrijke rol, Monroe= antwoord op Congres van WenenMetternich doctrine = elkaar steunen tegen volksopstanden VS: blijft aanwezig in Latijns-Amerika gaat na WOII nog een aantal keer tussenkomen: in de sfeer van de koude oorlog economische motieven willen stabiliseren van Latijns-Amerikaanse markt = afzetmarkt
*Economische groei en zijn problemen Na WOII: economie rekenen op verhoogde landbouwproductie + buitenlands investering een grote alliantie vormen voor vooruitgang
Industrie: onder controle van de regering = inflatiefinancieel gaan ze leningen aan = inflatietoename van buitenlandse schuld = grote financiële crisis: hyperinflatieverbetering tegen eind jaren ‘80
Instabiliteit wordt versterkt door Amerikaanse interventie vermijden van linkse regimes
160
*Politieke systemen en conflicten in Latijns-Amerikaanse maatschappij 20e E: onzekere regimes + repressieve militaire dictaturen, burgeroorlog en sociale revoluties; … intenser door de context van koude oorlogCuba: president = Baptistastaatsgreep door Fidel Castro anti-imperialistische linkse strijdlandhervormingeneinde economische afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijvensteun van SU tot val van SUpoging tot democratie
Latijns Amerika: neoliberalisme en een aantal linkse bewegingen Naar voorbeeld van het Westen
161
Hoofdstuk 24: Van rijken naar naties: Afrika en het Midden-Oosten na WOII24.0.De Afrikaanse RevolutieNoord-Afrika: vooral moslims
Zuid-Afrika (onder Sahara): Christelijk, Islamitisch of ander geloof, grote etnische diversiteit
In 1945 waren alle Afrikaanse landen nog kolonies( buiten Egypte, Liberia en Ethiopië)
worden allemaal onafhankelijk, hierdoor is er geen nationale eenheid meer, zorgt voor spanningen en verdeeldheid
andere soort grenzen dan het Westen, werd getrokken door het Westen door verdeling in etnische groepen
geen economische groei door burgeroorlogen
1. Frans Noord Afrika1920: ontstaan nationalistische bewegingen
1956:Marokko en Tunesië worden onafhankelijk (waren Franse protectoraten)
tijdens WO II hadden de westerse landen een aantal beloftes gedaan:1951: Libië wordt onafhankelijk nu Italië verslagen was Marokko, Tunesië en Algerije zijn de Maghreb-landen onder controle van Franrijk
*Algerije
19de eeuw: grote aanwezigheid Franse troepen
deze hadden controle over de economie en het politieke leven
beperkte zelfregering en representatie van Algerije zelf
na WO II eist men onafhankelijkheid Fransen bang economische belangen te verliezen
Frans-Algerijnse oorlog:
1954: National Liberation Front begint een guerrillaoorlog tegen de Fransen (duurt 7,5j.)
na een opstand v.h. leger komt De Gaulle weer aan de macht & regelt een wapenstilstand
zorgt voor beperkte zelfregering in Algerije en ijvert verder voor onafhankelijkheid
1961: De Gaulle krijgt goedkeuring voor de onafhankelijkheid, en ondanks bloedige oppositie van het leger & een aanslag op De Gaulle
Algerije onafhankelijk (1962)
162
FLN: Front de Libération Nationale
regeert 30 jaar
corrupt
militaire éénpartijstaat
alleen de olie- en gasproductie weet de economie staande te houden
1880’s: door slechte olieprijzen wordt ¾ v.d. bevolking werkloos
1988: rellen breken uit n.a.v. politieke en economische frustraties
de extremistische partij Islamitic Salvation Front ontstaat en wordt erg populair
tegen vrouwenemancipatie (terug naar moslimgewoonten) en antiwesters
1991: ISF wint de eerste parlementaire verkiezingen de legerleiding verklaart het ISF illegaal en verwerpt de verkiezingsresultaten
na 1992 ontstaat er enorme terreur: moordpartijen tussen extremisten en gematigden
2000: wapenstilstand
begin 21ste eeuw wordt alles rustiger maar nieuwe vormen van etnische onrust ontstaan
2. Het einde van de Britse heerschappij in West-AfrikaGB onderdrukt nationalistische bewegingen
groeiende kracht van nationalistische beweging breng britse heerschappij in gedrang
Britten gaven geleidelijk toe
onafhankelijke republieken ontstaan
nieuwe regeringen vaak geleid door dictators
*GhanaNationalistische beweging olvKwame Nkrumah
gevangengezet
1951:vrijgelaten
Nkrumah wint
wordt eerste minister
1957: volledige onafhankelijkheid met dominion-status
1960: Republiek Ghana
Nkrumah wordt president voor het leven
163
Regeert autocratisch, Anti-Westers beleid
Banden met SU en China in de Koude Oorlog
1960:Economische neergang
1966: Nrumah afgezet, 10 jaar instabiliteit
979: Jerry John Rawlings neemt de macht over
wou Ghana autonoommaken (autokratisch)
Meer staatscontrole op de economie + leningen van de Wereldbank
Economische heropbloei
21ste eeuw: Rawlings treedt af
Opgevolgd door John Agyekum Kufuor (door democratische verkiezingen)
Ghana wordt stabiel
*NigeriaBritse kolonie
etnische verdeeldheid
Indirect rule= De etnische groepen hadden eigen politieke en economische systemen in Pre-koloniaal Nigeria, GB bestuurde via de lokale heersers
1960: Nigeria onafhankelijk
1963: Republiek Nigeria
onder leiding van Nnandi Azikewe(president)
Nigeriaanse Burgeroorlog (1967 – 1970)
1933:De Ibo’s uit het zuiden plegen een militaire coup
De Hausapleg’s in het noorden en ook een coup
1970: de overheid start een politiek van hereniging na vele doden (vooral Ibo’s)
1985: nieuwe militaire coup
1993: verkiezingen
Gewonnen door oppositieleider Moshood Abiola
uitslag wordt ongeldig verklaard
164
Abiola wordt gevangengezet = protesten
1999: verkiezingen
Generaal Olusegnu Obasanjo wint
Herstelt het volksbewind (ipv militair bewind)
2003: Obasanjo verkozen tot president
Etnische conflicten, religieuze conflicten, …
oliereserves = economie boomt
3. Einde van de Britse overheersing van Oost-Afrika: Kenia, Tanzania, Oeganda*KeniaBritse kolonisten beheersten het economische en politieke leven
groeien van een onafhankelijkheidsbeweging
Onder leiding van Jomo Kenyatta
1963: Kenia wordt onafhankelijk
1964: Republiek Kenia
Kenyattawordt president
Autocratisch bewind
oppositie wordt uitgeschakeld
Anti-westers
Neutraal in de Koude Oorlog
1978: Opgevolging door Daniel arap Moi
Economische malaise
Internationale leningen weigeren hulp te bieden tot er hervormingen komen
2002: Moi treedt af
Oppositieleider neemt macht over
Onrust
*TanzaniaTanganyika en Zanzibar waren Britse kolonies
1961: Tanganyika & Zanzibaronafhankelijk
1964: verenigd als Tanzania
165
Olv Julius Nyerere(president)
Regeert autocratisch
Verenigt verschillende etnische groepen binnen 1 natie
Afrikaans Socialisme (nationaliseert economie)
Kant van de SU en China in Koude Oorlog
Geen economische vooruitgang
Opvolgers denationaliseren de economie
Kleine landbouw tracht men te hersellen
1995: Eerste verkiezingen met meerdere partijen gehouden
Benjamin William Mkapaverkozen als president
Stabiliteit
*OegandaSinds 1890 een Brits protectoraat
1921: eerste stappen naar zelfbestuur
Afrikanen werden pas vanaf 1945 toegestaan
1963: Republiek Oeganda
onder leeding van Milton Obote (eerste minister)
Koning van Boeganda (= centrale koninkrijk van Oeganda) wordt ceremoniële president
1966: Obote dwingt de koning van Boeganda te vluchten
Obote wint aan macht
1971: generaal Idi Amin grijpt de macht
Dictatuur
Gewelddadig regime
1976: Amin roept zichzelf uit tot president voor het leven
1979: Valt Tanzania binnen
Leger van Tanzania werpt de dictator omver
Obotekomt terug aan de macht
Ontdoet zich van alle opposie
166
10.000’en doden en vluchtelingen
1986: guerrillaleider (tegen Amin) Yoweri Museveni grijpt de macht
Democratisering
21ste eeuw: guerrilla oorlogen blijven
Vredevolle onafhankelijkheid in de jaren 1960’s van Zambia, Malawi en Botswana
*ZimbabweGB wilde langzaam naar een onafhankelijkheid toewerken
De zwarte meerderheid meer politieke rechten verlenen
Blanke minderheid verzet zich
1965: Zimbabwe verklaart zich onafhankelijk van GB
1980: blanke leiders geven uiteindelijk toe
1980: ° Zimbabwe (naamsverandering)
Zwarte meerderheid in de regering
onder leiding van Robert Mugabe (eerste minister én president)
Eenpartijstaat
Gewapende Afrikanen nemen annexeren land dat in handen was van blanken
Gesteund door Mugabe
Geweld houdt aan + instabiliteit blijft
4. Zuid-AfrikaVerscheidenheid onder de bevolking
2 soorten blanken
Afrikaners
afkomstig van de Nederlandse Calvinisten uit de 17e eeuw
eigen taal (lijkt op NL): Afrikaans
Groeiende spanningen tussen beiden (sinds de Boerenoorlog eind 19e eeuw)
1948: “Nationalistische Partij” van de Afrikaners komt aan de macht
167
Campagne voor raciale scheiding en het behoud van blanke dominantie
“Apartheid”-politiek
zwarten werden uit de politiek geweerd
raciale discriminatie (huizen, transport, grondbezit, werkgelegenheid, …)
1950-1980: 1 miljoen niet-blanken moesten blanke gebieden verlaten
4 “thuislanden” (= Bantustans) werden opgericht voor zwarten
de rest van het land bleef voor blanken
Leidt tot internationaal protest
1961: ° Republiek van Zuid-Afrika (de facto onafhankelijkheid van de Britse Commonwealth)
wordt uitgeschakeld
Nelson Mandela wordt gevangengenomen (leider Afrikaans Nationaal Congres)
Afrikaans Nationaal Congres ijverde voor raciale gelijkheid
leidde tot vele stakingen en protesten met doden
1970’s: VN treft maatregelen + VSA boycot Zuid-Afrika economisch
De gematigder leden van de Nationalistische Partij willen hervormingen
Maar de diehard Afrikaners weigeren dit
1989: president F.W. de Klerkversnelt de hervormingen
Apartheidssysteem wordt afgeschaft
Nelson Mandela komt vrij
Blanke overheersing wordt afgeschaft na een referendum
1994: eerste vrije verkiezingen voor alle “rassen”
Mandela en zijn Afrikaans Nationaal Congres winnen
1996: nieuwe democratische grondwet
1999: Afrikaans Nationaal Congres wint opnieuw de verkiezingen
Thabo Mbeki neemt de macht over
Sociale en politieke vrijheden
168
Toch nog grote problemen
Landverdeling (blanken bezitten 80% van het land, 85% van de bevolking is zwart)
*Namibië (vroeger Zuid-West-Afrika)Voormalige Duitse kolonie
Was gecontroleerd geweest door de blanken van Zuid-Afrika
1990: onafhankelijk onder de naam Namibië
Dankzij steun van de VN
Na een guerrillaoorlog
5. Frans Zuid-AfrikaNa de bloedige oorlog tegen Algerije wilde FR vredevolle overschakelingen
De Gaulle geeft de kolonies zelf de keuze of ze onafhankelijk willen worden al dan niet
Alle 15 kolonies zijn tegen 1960 onafhankelijk
De band met FR bleef echter sterk
Franse invloed bij de organisatie van staten
Militaire Franse steun bij onrust of coups
Afrikaanse Financiële Gemeenschap om muntstabiliteit te garanderen en financiële steun te bieden
Meeste landen worden dictaturen
6. Belgisch KongoBelgië had de onafhankelijkheid van Kongo niet voorbereid
1950: onafhankelijkheidsstreven komt op in Kongo
1960: Republiek Kongo onafhankelijk
Onder leiding van Patrice Lumumba(eerste minister) en Kasavubu(president)
conflict
Muiterij in het leger
Katanga wil zich afscheiden (mislukt)
VN stuurt troepen om de orde te herstellen
1961: Lumumba vermoord
1965:Mobutupleegt een staatsgreep
169
Vestigt een dictatuur (die 32 jaar zal duren)
Nationaliseert de grote mijnbouwbedrijven en andere delen van de economie
Afrikaniseert alles
cultuur, naamgeving van steden, …
Kongo wordt hernoemt: Zaïre
Economisch zwak (corruptie)
Krijgt steun van de VS om (communisme tegen te gaan)
1987: VS stopt steun aan Mobutu
Verkiezingen
Mobotu verliest, maar verklaart de verkiezingen ongeldig en zet dictatuur voort
1997: guerrillaleiderKabila Sr. verdrijft Mobutu en neemt de macht over
Gesteund door Rwanda en Oeganda
Democratische Republiek Kongo
Afrikanisering ongedaan gemaakt
Kabila heerst ook als een dictator
Zwak regime (sterke afhankelijkheid van buitenlandse troepen) (zelf geen leger opgebouwd)
Rwanda en Oeganda keren zich tegen Kabilla
2001: Kabilla vermoord
Zijn zoon Kabilla Jr.neemt de macht over
Onrust blijft
7. Burundi en RwandaTot 1919 kolonies van Duitsland
Na 1919: mandaatgebieden van België (“Ruanda-Urundi”)
1962: onafhankelijkheid als Rwanda en Burundi (aparte staten)
Burundi
Onafhankelijk koninkrijk
Olv Mambutsa IV (Tutsi)
170
Rwanda
Onafhankelijke republiek
Olv Kayibanda ( Hutu)
8. Einde van het Portugese rijkPortugese dictatuur hield het langst vast aan z’n kolonies
In 1961: onafhankelijkheidsstrijd
1974: Portugese dictatuur wordt omvergeworpen
1975: Mozambique en Angola onafhankelijk + enkele kleinere kolonies ook
*AngolaStrijdende groepen
Marxisten tegen anticommunisten
Koude Oorlog
SU en Cuba steunen Marxisten
VS en Z-Afrika (onder Apartheidsregime) steunen anticommunisten
1976: Volksrepubliek Angola
Communisten winnen
Strijd blijft duren (steun VS en Z-Afrika)
Vele slachtoffers
1990’s stabilisatie onder toezicht van de VN
*MozambiqueEveneens een volksrepubliek
16 jaar lang strijd met rechtse opstandelingen
Grote hongersnood door oorlog (0.5 miljoen doden, 1.5 miljoen vluchtelingen)
1990’s: Marxisme verdwijnt omdat Westen economische steun levert
9. Ethiopië, Eritrea, Somalië, Sudan*Ethiopië & EritreaItalianen verliezen in Ethiopië in WOII (hadden het als kolonie sinds 1936 onder Mussolini)
Keizer Haile Selassiekeert terug
1974: Marxistische coup
Keizer verdreven
171
Antiwesters regime met steun van de SU
SU verliest interesse door oorlog tussen Ethiopië en Eritrea (afscheidingsbeweging)
Eritrea was tijdens de jaren 1960’s geannexeerd
1993: nieuwe Ethiopische regering
Eritrea wordt weer onafhankelijk
Grensconflicten Ethiopië – Eritrea
*SomaliëWas tot 1914 deels van Italië, later onder toezicht van de VN
1960: onafhankelijk
Linkse dictatuur gesteund door de SU
1977: Somalië valt Ethiopië binnen
Wil een gebied waar veel Somaliërs leefden annexeren
SU kiest partij voor Ethiopië
Somalië verliest
Somalië keert zich naar het Westen
Nieuwe dictatuur
Maar er was veel competitie tussen krijgsheren
Anarchie breekt uit
*SoedanWerd bestuurd door GB en Egypte
1956: onafhankelijk
Burgeroorlog tussen noordelijke Arabieren (pro islamitische staat) en zwarten uit het zuiden
Duurt 17 jaar lang
1.5 miljoen doden
De regering onderdrukt rebellie van het zuiden
Arabische militairen blijven mensen in Darfur aanvallen
2005: stabilisatie (vredesakkoord)
172
23.1.De Afrikaanse Revolutie*Uhuru en NégritudeUhuru: Swahili voor “vrijheid”
Négritude:Literaire en ideologische beweging (vanaf 1920’s) door zwarte Franse intellectuelen, schrijvers en politici
*BalansEind 20e eeuw
53 nieuwe staten
Neiging tot democratie was versterkt, maar zeker niet overal
Groot Afrikaans bewustzijn
Oorspronkelijke democratische beloftes moeten wijken voor dictaturen
Vele etnische conflicten en burgeroorlogen
*Verspreiding van de democratie1999: 32 landen hebben vrije verkiezingen
Oorlogen zijn nadelig voor sociaaleconomische ontwikkeling
Armoede, ziektes (aids) en honger
1990: sociale maatregelen
Volksgezondheid, onderwijs, rechten, economische hervormingen
Organisatie van Afrikaanse Eenheid
Bestraft coups (economische sancties)
*Afrikaanse problemenImperialisme had traditionele Afrikaanse maatschappijen afgebroken
Afrikanen hadden geen ervaring met politiek leiderschap
Koude oorlog leidde tot steun aan dictaturen (beide kanten)
23.2.Midden Oosten*de Islamitische en de Arabische wereld
ontstaan van krachtige identiteit in de moslimwereld
afkeer van Westerse wereld + streven naar modernisering Islamitische wereld
religieuze en culturele tradities vertragen de modernisering + oefenen grote invloed uit
tegenstand voor secularisering, vrouwenemancipatie
theocratieën & fundamentalisme
173
na de onafhankelijkheid, Arabische staten worden Liga van Arabische Staten
1945: Egypte, Irak, Libanon, Saoudi-Arabië, Syrië, Jordanië en later ook Libië en de P.L.O.(=Palestijnse Bevrijdings Organistie)
voortdurende rivaliteit
Pan-Arabisme van Kaddafi in ’80 faalde toen de Verenigde Arabische Republiek met Egypte en Syrië uiteenviel + men ziet Israël als westerse invloed
*Het ontstaan van Israël:na WO II: massale vlucht van Joden naar Palestina
weigering van joden
Joodse leiders zoeken steun bij V.N.
zowel V.S. als S.U. stemmen in voordeel v. zionisme
1947: Palestina wordt verdeeld in een Joodse en een Arabische sector
Jeruzalem wordt onder internationale controle geplaatst
gevolg: conflict!
1948: zionisten verklaren de Republiek v. Israël
staat krijgt geen erkenning
Syrië, Libanon, Egypte, Jordanië, Irak vallen Israël binnen
Israël doet tegenaanval 600.000 Palestijnse Arabieren vluchten
1949: wapenstilstand
Israël heeft zijn gebied met de helft uitgebreid
Jordanië heeft de westelijke Jordaan-oever en O-Jeruzalem
Israël heeft W-Jeruzalem
Egypte heeft de Gazastrook
de Palestijnse-Arabische vluchtelingen worden in vluchtelingenkampen gestoken
*De nieuwe staat Israël: werd toevluchtsoord voor Joden
Rabbijnen hadden enorme invloed maar toch werd godsdienstvrijheid als belangrijk ervaren
Israël werd een parlementaire democratie in Westerse stijl
linkse Labour partij heerst
174
vakbonden, beter onderwijs en gezondheid, regeringscontrole op de economie
economische ontwikkeling en industrialisatie gaat vlot buitenlandse steun en investeringen
levensstandaard stijgt ver boven die v. andere Arabische landen
ook moderne militaire industrie opgericht + nucleaire reactors + wapens
na 1948: arriveren zo’n 2 miljoen immigranten
1989-1992 ook vele Sovjets te weinig werkgelegenheid en huisvestingsmogelijkheden
*De Arabisch-Israëlisch oorlogen na de onafhankelijkheid:1956: Egypte nationaliseert het Suezkanaal, zo werden Israëlische schepen tegen gehouden
Gevolg: oorlog tussen Israël & Egypte
1967: 6-Dagenoorlog tegen Egypte, Syrië, Jordanië
Egypte sluit de Golf van Akaba voor Israëlische schepen = ramp voor de economie
Israël neemt de westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, de Syrische Golan Hoogtes, de Egyptische Gazastrook en het schiereiland van Sinaï in
1973: Egypte & Syrië vallen Israël aan
Israëli’s zijn aan de winnende hand
Liga van Arabische Staten legt een olie-embargo op prijzen x4 wereldwijde oliecrisis V.S. bemiddelt en de oorlog is voorbij
Israël trekt terug v. Westelijke Suez-oever
Israël was het slachtoffer geworden van aanvallen v.d. PLO en sekten uit islamstaten
1982: Israël valt Libanon binnen tot in Beiroet en eist dat de PLO wordt verstoten
trekken daarna terug maar behouden een veiligheidszone in Z-Libanon
Midden-Oosten wordt ook een front v.d. Koude Oorlog
het Westen steunt Israël, de S.U. bewapent de Arabische staten
Eisenhowerdoctrine : belooft steun aan alle anticommunistische landen in Midden-Oosten
de Palestijnse Arabieren worden steeds meer militant en gaan over tot terrorisme
1964: PLO onder Yasser Arafat wordt lid van de Arabische Liga en wordt erkend als spraakorgaan voor alle Palestijnse Arabieren
PLO eist evacuatie van Israel uit alle sinds 1967 bezette gebieden + onafhankelijke Palestijnse staat
175
1977: Labour verliest de meerderheid n.a.v. de blijvende terroristische aanslagen
religieus geïnspireerde nationalistische partij Likud komt aan de macht (o.l.v. Begin)
Begin moedigt Israeli’s aan om zich permanent te vestigen op de W-Jordaanoever + Gazastrook + verwerpt onderhandelingen met PLO
1980: annexatie van O-Jeruzalem
1978: Egyptische President Anwar Al-Sadat onderhandelt met het parlement van Israël
akkoord waarbij Israël van het Schiereiland van Sinaï terugtrekt , maar de Gazastrook behoudt + vrije toegang krijgt tot het Suezkanaal
Egypte wordt door de andere Arabische staten uit de Arabische Liga gezet
Al-Sadatwordt vermoord door islamextremisten
opgevolgd door Mubarak
*Israël, de bezette gebieden en de vredesonderhandelingen:1987: 1ste intifada door Palestijnse nationalistische agitatie=ongecoördineerde uitbarsting van geweld en volksprotest tegen de Israëlische aanwezigheid in de Westelijke Jordaanoever.
Palestijnse jongeren bekogelen het Israëlische leger met stenen e.d. rellen
onderdrukt, maar betekent gevaar voor democratie en de PLO ijvert voor onafhankelijkheid
de V.S. moedigt onderhandelingen aan: mogelijke oplossing =
Israël staat land af aan de Palestijnen en krijgt in ruil erkenning van hun staat
maar het Joodse volk voelt zich zo minder veilig
omringd door islamlanden
willen expansie Begin blijft ijveren voor definitieve vestiging
1992: nieuwe kans op onderhandelingen
Labour weer aan de macht (o.l.v. Rabin & Peres)
Rabin stopt de permanente vestiging en heropent vredesgesprekken
1933: geheime besprekingen in Oslo leiden tot het officieel tekenen van een akkoord doorArafat en Rabin in Washington bij Clinton
Israël erkent de PLO en belooft stappen naar zelfregering en troepen voor de Palestijnen
trekt troepen terug uit de Gazastrook en de W-Jordaanoever
PLO erkent Israël en zou het geweld stopzetten
1995: een Joodse fanatiekeling vermoordt premier Rabin
176
1996: Peres en Labour verliezen de verkiezingen tegen Netanyahu van Likud
laat de Joden zich weer vestigen in de Gazastrook en op de W-Jordaanoever
onder druk v.d. V.S. worden de Oslo-akkoordenherbevestigd
volgende verkiezingen wint Labour opnieuw o.l.v. Ehud Barak
onderhandelingen hervat
Israëlische troepen trekken weg van de W-Jordaanoever en ook uit de Libanese veiligheidszone + geeft de Golan Hoogtes terug aan Syrië
Israeli’s verliezen hun vertrouwen in hem en hij verliest de volgende verkiezingen
laatste onderhandelingen over Jeruzalem mislukken: Arafat wil O-Jeruzalem als hoofdstad voor de Palestijnse staat
geweld laait weer op: 2de intifada=De woede was groot, toen bleek dat de Palestijnse verwachtingen (verbetering van de leefomstandigheden, veiligheid, vrede en vrijheid) door het Oslo-proces niet werden waargemaakt, dat Israël het bestuur nog steeds in handen had,dat de nederzettingen werden uitgebreid (Israël verdubbelde het aantal kolonisten van 200.000 tot 400.000) en dat de economische situatie slechter was dan vóór 1987. (na provocerend bezoek van de anti-palestijnse Ariël Sharon aan de Tempelberg)
2001: Sharonwordt premier Oslo-akkoorden lijken te hebben gefaald onderhandelingen verlopen moeizaam
2004: Arafat sterft wegens ziekte mogelijkheid tot nieuwe onderhandelingen toont zich
akkoord wordt bereikt: Israël begint zich terug te trekken uit de Gazastrook
*Libië en Syrië:Libië
1969: Kolonel Al-Kaddafigrijpt de macht en vestigt een dictatuur
is een kopfiguur van het pan-Arabisme en bemoeit zich ook met Afrikaanse zaken
Libië werd een hoofdkwartier voor terroristische activiteit in Europa en elders
Syrië
politieke instabiliteit waar vele coups elkaar opvolgen
1963: socialistische pan-arabist Baath komt aan de macht en vestigt een 1partijstaat
1971: 10de coup brengt Hafez Al-Assad a.d. macht
30jaar dictatuur tot 2000 (zoon volgt op)
1982: opstand van het Moslim Broederschap onderdrukking eist 10.000en levens
177
Al-Assad was erg anti-Israëlisch door het verlies v.d. Golan Hoogtes in 1967
steunt de militante Arabieren in de burgeroorlog in Libanon controle over dat gebied
23.3.Revolutie en oorlog in de Perzische golf*De revolutie in Iranantisecularisatie = traditionalisten tegen invloed van Westen
1925: in het vroegere Perzië voert Shah Reza Khan een programma voor modernisatie in
schaft buitenlandse concessies in Iran af en legt de macht van de clerus aan banden
1941: de Shahneigt iets teveel naar de asmogendheden tijdens WO II
Britten en Russen bezetten het land en zetten de Shah af in het voordeel van zijn zoon Mohammed Reza die meer naar het Westen neigde
was corrupt en enorm rijk
door de bloeiende oliehandel, Amerikaanse economische en militaire steun gaat de ontwikkeling goed vooruit
herverdeling van land dat bezit was van de grootgrondbezitters en de clerus
modernisering v.d. industrie en secularisatie
Shah handhaaft steeds meer een autoritair regime + verdrukt de oppositie V.S. negeert dit1978: religieus geïnspireerde rellen breken uit en demonstraties dwingen deShahin januari 1979 het land te ontvluchten februari: religieuze leider Khomeini keert uit ballingschap
roept als leider v.d. revolutie de Islamitische Republiek uit
seculaire staat wordt opgeheven enKhomeini heeft de staat onder controle
wet van de Islam moet in de eerste plaats worden nageleefd (boven de grondwet)
Islamitische levenswijze heringevoerd
rechtspraak volgens religieuze regels door executies
staatscontrole over de economie
nationalisering v. bepaalde sectoren, oliewinst daalt hierdoor
1979: revolutionairen gijzelen 50 Amerikanen van de Amerikaanse ambassade
eisen de terugkeer van de Shahuit de V.S. + alle rijkdom die hij had meegenomen
duurt 15 maand
reddingsmissie v.d. V.S. faalt
verzwakt presidentsregime v. Carter
178
*De oorlog tussen Iran en Irak:ideologische verschillen tussen Irak en Iran
dictatuur van Saddam Hoessein in Irak
wou politieke en militaire macht uitbreiden
grensconflict ontstaat
Iran ontneemt Irak het gebied om Perzische Golf te kunnen bereiken
1980: Irak lanceert aanval op Iran en bombardeert olievelden, bezetting
1982: Iran voert tegenoffensief, trekt Irak diep binnen en wil Saddam’sregime omverwerpen
oorlog wordt internationaal: zowel Iran als Irak vallen neutrale schepen in de Perzische Golf aan, om wapenleveringen te voorkomen. Wanneer de aanvallen de olietoevoer dreigen te blokkeren komt de V.S. tussen met een vloot
1987: Iran verliest het tegenoffensief en in 1988 komt er een wapenstilstand
gebruik van gifgassen (ook tegen Koerdische minderheden) + de Iraanse economie lag in duigen + onderlinge relaties in het Midden-Oosten verslechten
1989: Khomeinisterft
men wil economische reconstructie & herstel van buitenlandse relaties
1992: Rafsanjaniwordt president gematigd economisch en buitenlands beleid
Khameini wordt nieuwe religieuze leider (Ayatollah) blijft aanzienlijke macht bezitten
jaren ’90 = interne contradicties
dualistische machtsstructuur (halve theocratie)
1997: de nog meer hervormingsgerichte Mohammed Khatami wordt president
politieke en economische hervormingen, en vrijere atmosfeer en persvrijheid
vindt democratie & Islam niet te combineren, maar het religieuze systeem is er nog
de religieuze autoriteiten hebben nog steeds de controle over leger, politie en gerecht
toch ontstaat een meer liberale geest bij de “nieuwe generatie”
gedragscodes en klederdracht worden weer gematigd
het Westen vindt zijn weg weer in het land (alcohol, muziek, cultuur,..)
onderwijs wordt wijder verspreid, en ook vrouwen kunnen zich laten opleiden
Iran toonde zich een voorbeeld van hoe men het moslimextremisme kon inperken
179
*Irak en de Perzische Golfoorlog van 1990 tot 1991: door de oorlog zat Irak ook in economische problemen
Saddam zoekt oplossingen
probeert de andere oliestaten te overhalen de prijzen te doen stijgen dit mislukt
1990: Irak valt Koeweit binnen en annexeert het
het Westen heeft schrik dat het daar niet bij blijft en Saddam zijn invloed zou vergroten
met steun v.d. V.N, het Westen en enkele Arabische landen komt de V.S. tussen
1991: V.S. lanceert luchtaanval gevolgd door een grondoffensief (Operation Desert Storm)
Irak wordt verdreven en er komt een wapenstilstand
toch blijft Saddam het westen uitdagen en weigert controleurs op massavernietigingswapens in Irak
onrust blijft
2003: V.S. lanceert nieuw offensief in Irak na (valse) aanwijzingen v.massavernietigingswapens Irakese steun voor terroristen
Saddam wordt afgezet in deze Tweede Golfoorlog
*veranderingen in het Midden-Oosten:het dualisme tussen moslimfundamentalisten en gematigde moslims blijft bestaan
fundamentalisten krijgen nog veel steun en boeken soms vooruitgang (Afghanistan: Taliban)
toch is de nieuwe generatie zich bewust van het nieuwe tijdperk en ijvert men voor flexibele interpretatie van de Islamwetten
24.4.De ontwikkelingswereldhet koloniale tijdperk zou nog lang littekens nalaten in de oude kolonies
toch werd de Westerse wetenschap, techniek en cultuur zo over de hele wereld verspreid
niet overal wordt deze invloed zomaar aanvaard
zoekt een middenweg tussen modernisering en het behoud van traditionele waarden
ook met Westerse hulp hadden de ex-kolonies grote sociaal-economische problemen
sinds de jaren ’80 komt daar langzaam verbetering in (zoals ook op democratisch vlak)
*De ontwikkelingservaring Westerse landen gaan steeds meer financiële steun geven aan de 3de wereld
men geloofde dat modernisering, economische groei en sociale vooruitgang mogelijk was door overname van de westerse wetenschap en technologie + de financiële steun
180
sommige landen wilden sneller resultaat zien en neigen naar communistische hervormingen
andere landen gaan volgens de kapitalistische methode te werk
ontwikkelingslanden worden geïndustrialiseerd en een “groene revolutie” vindt plaats
door gebruik van betere landbouwtechnieken + chemische middelen & mest gaat productie stijgen
ondanks industrialisatie slagen de ontwikkelingslanden er niet in een goede plaats op de wereldmarkt te veroveren
kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter
’60: internationale economie wordt herschapen volgens de “nieuwe internationale economische orde”
grotere toegang voor ontwikkelingslanden tot de wereldmarkt + meer financiële steun en grotere internationale controle
1974: start van economische recessie
schulden worden steeds maar groter
inkomen per inwoner was in de laatste 50 jaar nauwelijks gestegen
door het vele geld dat naar de industrie ging was er minder voor de landbouw, en de landbouw was niet in staat de nog steeds aangroeiende bevolking te voeden
voedsel werd geëxporteerd terwijl het ter plaatse nodig was
regering neigde naar slechte administratie en corruptie
*Veranderende werelden en voordurende problemende economische groei bevond zich in een regressie in de jaren ’80 nooit eerder geziene armoedecijfers
staten die in de jaren ’80 en ’90 de status van 3ewereldland achter zich laten
“nieuw geïndustrialiseerde landen” of NIC-landen: vooral in Oost-Azië olielanden hebben hier ook de potentie toe
de groep minst ontwikkelde landen vormen “4de wereld” van alle armoede
slechte verdeling van de rijkdom
goederen en diensten gingen naar de elite
De geherwaardeerde ontwikkeling:
grote maatschappelijke discussies/debatten ontstaan over de manier waarop men helpt
181
de Wereldbank en het IMF had tot nu toe vele projecten gefinancierd die uiteindelijk onnodig bleken te zijn, of niets bijbrachten tot de levensomstandigheden van de bevolking
men zou van een “groei en ontwikkeling” moeten omschakelen naar “armoedereductie”
door financiële steun kreeg de eigen economie van de landen geen ontwikkelingskansen
IMF had tijdens muntcrises maatregelen genomen die tegen de sociale noden ingingen en zonder na te denken over de sociale of politieke gevolgen ervan
antiglobalisme: men wijt problemen in de ontwikkelingslanden aan het globaal economische systeem
naast de kloof tussen arm en rijk ontstaat ook de digitale kloof
opkomst van informatica, technologie en internet vergroot de sociale kloof nog meer
Hoofdstuk 25: co-existentie,confrontatie ende nieuwe mondiale economie
182
Koude Oorlog zorgt voor voortdurende globale confrontaties grootste wapenwedloop
25.1.Confrontatie en rust, 1955-1975 1955: de Koude Oorlog lijkt gestabiliseerd Russische leiders naStalin zijn gematigder het Ijzeren Gordijn verdeelt Europa nog steeds, MAAR dreiging directe militaire confrontaties lijkt te zijn afgewend. 1955: akkoord; de Westerse landen en de S.U. beslissen met Oostenrijk dat de bezettingstroepen terugtrekken en Oostenrijk onafhankelijk en neutraal wordt
nieuwe Sovjetleider Khrushchev antiwesters president Eisenhower(V.S.) behoudt het beleid van expansiebeperking van het communisme erkent het belang van vreedzame co-existentie in dit nucleaire tijdperk en Eisenhower beperkt het buitenlands beleid tot deze expansiebeperking gaat zich niet bemoeien in het Russische deel van Europa 1955: besprekingen tussen V.S., S.U., Fr. en G.B. in Genève = verzoening
kleine crisis over Berlijn wanneer S.U. eist dat het westen W-Berlijn verlaat
1959: besprekingen over vreedzame co-existentie & wederzijdse ontwapening in Camp David nieuwe conferentie in Parijs voor het behoud van stabiliteit en vrede in de S.U. en in China (Mao) verwijt men Khrushchev dat hijteveel naar het Westen te neigtKhrushchevmaakt valse bewijzen over Amerikaanse vliegtuigen boven Russisch grondgebied trekt zich terug uit de conferentie
1960: er komt een einde aan de geest van Genève en Camp David toch blijft V.S. vasthouden aan het expansiebeperkingsbeleid komt niet tussen in O-Europameer gebieden onder Amerikaanse invloed
1956: Suezcrisis: V.S. neemt Egypte in bescherming tegen S.U., G.B. en Fr.Eisenhowerdoctrine biedt overal bescherming tegen communisme: 1958: Jordanië & Libanon V.S. gaat ervan uit dat alle onrust door het communisme komt: ziet de echte problemen niet de wapenwedloop gaat door race voor de beste en meeste kernwapens ook langeafstandsraketten worden gemaakt (1958) spacerace ontstaat: 1957: S.U. lanceert Spoetnik, paar maand later volgt V.S. met Explorer de wapenwedloop is gebaseerd op wederzijdse afschrikking en vormt een vicieuze cirkel
De Gaulleziet het gevaar hiervan in en wil meer onafhankelijkheid voor W-Europa 1966: Frankrijk trekt zich terug uit de NAVO
*De Kennedy jaren, 1961-1963 tijdens het Kennedy tijdperk kende de Koude Oorlog weer nieuwe hoogtesKennedy neemt maatregelen om “missile gap” te sluiten +investeertenorm in ruimteverkenning
wou tegen het einde v.h. decennium op de maan landen
183
ontwikkelingshulp wordt vergroot, =>Vredeskorps opgericht + DOELjonge Amerikanen aan ontwikkelingssamenwerking in buitenlandAlliance for Progress wordt opgericht
Cuba: Fidel Castro=> dictator en had zich bij de communisten aangesloten nam agrarisch programma aan, nam Amerikaans land in beslag en verdrukte de oppositieEisenhower had reeds een handelsembargo opgericht =>Cuba nog meer in armen S.U. 4/5 v.d. handel => S.U. en O-Europa V.S. breekt diplomatieke relaties af, =>laat de CIA een groep Cubaanse vluchtelingen trainen +voorbereidingen invasie van Cuba
Kennedy neemt de plannen over 1961: invasie van de Varkensbaai = misluktKhrushchev eist weer westerse terugtrekking uit W-Berlijn Kennedy weigert =>breidt leger uit, neemt civil defense program aan en bouwt schuilkelders
1961: Russen bouwen de Berlijnse muur + hervatten nucleaire proeven (net zoals de V.S.)
*De Cubacrisis van 1962Khrushchev wil Cuba verdedigen bij mogelijke invasies
plaatst raketten in Cuba, met de V.S in het vizier V.S. start een blokkade op Cuba en verbiedt alle invoer van goederen + verklaart dat elke raket van op Cuba gelanceerd zou beantwoord worden door een V.S.-raket naar de S.U.Khrushchev geeft toe en trekt de raketten terug uit Cuba op voorwaarde dat de V.S. zweert geen nieuwe invasie te proberen + haar raketten uit Turkije terug te halen (2de = uitgesteld) crisis was over maar Khrushchevhad zijn gezicht verloren en werd NIET herverkozenMao Zedong verwijt hem zijn toegeeflijkheid zowel S.U. en V.S. gaan verder met hun wapenarsenaal uit te breiden
*De oorlog in Vietnam Vietnam was in 2 delen verdeeld
Noord-Vietnam : communistischolvHo Chi Minh(hoofdstad Hanoi) Zuid-Vietnam :kapitalistischolvNgo Dinh Diem (hoofdstad Saigon)
in 1955 oprichting door zuiden (via referendum): onafhankelijke Republiek van Zuid-Vietnam Zuiden wil NIET deelnemenaan nationale verkiezingenVietcong (communisten) onderneemt actie (om gezag Zuid-Vietnamese regering te ondermijnen) National Liberation Front van het Zuiden Noorden krijgt steun van S.U. en de Volksrepubliek China, het zuiden van de V.S.
VS ziet de gebeurtenissen als een strijd democratie communisme=> val Zuid-Vietnam ZAL een domino-effect opwekken (zogezegd) stuurt enorm veel militaire en financiële hulp + adviseursKennedymoeit zich 1963: Diem afgezet en vermoord
1963: Kennedyvermoord en Johnson volgt hem op
184
1964: Tonkinincident =>Noord-Vietnamese schepen ZOUDEN VS schepen hebben aangevallen i(in de Golf van Tonkin) => NIETS gebeurdREACTIE:Johnson=>luchtaanvallen 1965: marineschepen arriveren na 1965:DAGELIJKSE bombardementen op communistische doelen in Vietnam
vermoorden burgers verdacht van banden met de Vietcong, branden dorpen plat ontbladeringsmiddelen en chemicaliën worden gedropt
enorm veel land verwoest +DAKLOZE vluchtelingen
REACTIE Noord-Vietnam =>Tet-offensief(nieuwjaar 1967-1968)GEEN succes MAAR signaal NOOD onderhandelingen (1 grote overwinning onrealistisch)KRITIEKJohnsonvan het Westen (De Gaulle) publieke opinie EU, + VStegen Johnson demonstraties eisen het stoppen van de oorlogJohnson wil koste wat het kost de oorlog winnen
1968: JohnsonSTOP bombardementen + START vredesonderhandelingen => laat zich NIET meer herverkiezen opvolger NixonSTART vredesbesprekingen Parijs + belofte verwijderen VS=>gevechten gingen ondertussen doorvooruitgang communisten => blokkeren de vredesbesprekingenHERVATTEN bombardementen (Nixon+ veiligheidsadviseurKissinger)
binnenvallen Cambodja (Blokkeren bevoorrading Noord-Vietnamese troepen) + betrekken Laos
januari 1973: na geheime besprekingen Kissinger=> wapenstilstandbeide houden zich NIET aan wapenstilstand => gevechten gaan door Amerikaanse Congres STOP investeren oorlog=> troepen raken gedemoraliseerd MEER TROEPEN DESERTEREN
1974: Noord-Vietnam verovert aantal zuidelijke steden lanceert groot offensief april 1975: drie kwart zuidelijk gebied in handen van het Noorden VAL Saigon=>Ho Chi Minh City(1969 overleden oud-leider)
communisten verenigen Vietnam + vestiging communistisch regimePOGING vluchten Vietnamezen (bootjes) FAIL
Cambodja & Laos OOK onder communistische controle nieuwe militaire macht in Zuid-Azië 1,3 miljoen Vietnamese levens geëist + natuurravageVS: economisch verlies + 58.000 doden politieke en morele kosten waren ook enorm
VIETNAMTRAUMA vertrouwen in de president verzwakt 1973: Congres perkt presidentieel initiatief in vreselijke beelden en oorlogsmisdaden komen boven (My Lai 1968)
185
geloof onverslaanbaarheid VS verdwenen durven alleen nog tussenkomen bij zekerheid WIN
ondertussen had Vietnam steun aan de communistische Khmer Rouge beweging in Cambodja 1975: communistische Pol Pot komt aan de macht in Cambodja brutale dictator => tussen 1975 en 1978 vallen 2 miljoen doden Cambodja STEUN China MAAR Vietnam werptregimePol Pot omver China poogt Vietnamezen te verdrijven => FAIL Vietnam trekt terug op vraagRussen (late jaren ’80) verscheidenheid communisme in Azië blijkt (Chinees Russisch communisme)
*Breshnev: de “Praagse Lente”1964: Breshnev komt aan de macht in de Sovjet Unie
zag belang in van verzoening met de V.S. (na communistische breuk met China)
1956: opstand in Hongarije = onderdrukt1968: Alexander Dubcek+ Praagse Lente bedreigen de 1partijstaat Tsjecho-SlowakijeHavel en Dubcek=>anticommunistisch ”manifest van 2000 woorden” 250.000 Russische troepen onderdrukken de Praagse Lente & herstellen het oude regime
Bresjnevdoctrine uitgevaardigd: S.U. zou tussenkomen in elk communistisch land waar het communisme bedreigd wordt door kapitalistische invloeden (Trumandoctrine) V.S. houdt het bij expansiebeperking en komt niet tussen, maar de S.U. verliest wel invloed bij westerse communistische partijen, die de verdrukking van deze opstanden veroordelen
*Breshnev en Nixon presidentNixon is vóór verzoening belangen van een land moeten voorgaan op discussies omtrent ideologie expansiebeperking was niet altijd gelukt, men wil nu naar coöperatie en vrede werkende S.U. had economische problemen door de steeds groter wordende wapenlast het westen gaat nu ook investeringen, leningen en hulp aan de S.U. verlenen de twee Duitslanden gaan ook economische relaties opzetten, erkennen elkaar & worden in 1973 als 2 onafhankelijke staten in de VN opgenomen.
Amerikaans-Chinese toenadering China was een nieuwe grootmacht geworden Volksrepubliek China vervangt Taiwan in de VN 1972: Nixon bezoekt Mao in Peking en knoopt diplomatieke en economische relaties aande relaties tussen China en de V.S. zorgen voor grotere druk op de S.U. om dit ook te doen 1972: vreedzame co-existentie wordt herbevestigd in de SALT 1 akkoorden akkoorden voor wapenreductie van beide partijen (Strategic Arms Limitation Treaty) wapenwedloop was niet voorbij maar het wederzijds angstgevoel werd minder1974: Nixonwordt opgevolgd door Ford na het Watergateschandaal1975: Helsinki-akkoorden: 35 naties (16 NATO, 7 Warschaupact, en 12 EU) samenwerken voor vrede, economische/culturele samenwerking & mensenrechten comités worden opgericht om te controleren of de mensenrechten worden nageleefd ook SUdoet mee = hoogtepunt van de ontspanning
186
in 1979 zou er weer een hernieuwing van de Koude Oorlog plaatsvinden (zie verder)
25.2.Het ineenstorten en het herstel van de wereldeconomie: de jaren ’70 en ‘80Oliecrisis:
Olie => hoofdenergiebron voor ALLE ontwikkelde landen bijna alle olie in het Midden-Oosten
vooral VS controle over de prijzen en productie1960: 14 olielanden uit het Midden Oosten vormen de OPEC(Organisation of Petroleum Exporting Countries) => zelf controle over de productie en prijzen
nadelig voor de westerse economie die gebaseerd was op goedkope olie
oktober 1973: Arabisch-Israëlische oorlog OPEC legt een olie-embargo op en weigert olie te verkopen aan landen die Israël steunen de economische groei van de westerse landen was reeds aan het vertragen en een crisis dreigde te volgen, die er ook kwam als gevolg van dit embargo monetaire moeilijkheden, devaluatie dollar, ondermijningmunten, versnelling inflatie,…
1979: tweede oliecrisis wanneer Iran tijdens de revolutie de olie-export blokkeert1980: bedreiging van olietankers in de Perzische Golf tijdens de Iran-Irakoorlog het Westen bedacht ook nieuwe oplossingen om minder afhankelijk van deze olie te worden:ontdekking van olie in de Noordzee zorgde voor nieuwe producenten in G.B. en Noorwegen alternatieve energiebronnen: gas in Nederland, kernenergie in Frankrijk invoeren van besparingsmaatregelen: autoloze zondagen landen met olie als hoofdexportproduct komen in moeilijkheden (Nigeria, Mexico) toch blijft olie een onontbeerlijk product later nog veel conflict rond (2de Golfoorlog)
*Economische recessie: stagnatie en inflatie de economische recessie die in 1974 begon was de ergste sinds de Grote Depressie inflatie soms tot meer dan 20% in de 24 non-communistische staten = 10% v.d. bevolking werkloos economische groei staat stil, productie daalt enorm door de goedwerkende vakbonden werden de gevolgen voor de bevolking ingeperkt goede uitkeringen verlichten het lijden en zorgen voor het behoud van de koopkracht anderzijds zorgt de toenemende automatisering + de groeiende concurrentie bij bepaalde jobs voor meer werkloosheid de combinatie van stagnatie en inflatie (stagflatie) zorgt voor problemen bij de overheidKeynes: de regering MOET tussenkomen om de economie draaiend te houdenDilemma: ofwel inflatie tegengaan waardoor investering zou afzwakken en zakenleven zouvertragen + er meer werkloosheid zou komen ofwel de werkloosheid tegengaan via lagere intrest en aanmoedigen van leningen wat dan weer de inflatie zou kunnen doen toenemen
187
de meeste westerse landen nemen het voorbeeld van de FDR aan en gaan de inflatie oplossen door interest hoog te houden en expansiepolitiek achterwege te laten begin jaren ’80 => inflatie $V.S. en W-Europa onder controle, MAAR werkloosheid blijft een enorm probleem (grootste aantal ooit) het vertrouwen in de theorie van Keynes over interventiebeleid gaat steeds meer verloren premier Margaret Tatcher (conservatief, verkozen 1979) en president Ronald Reagan gaan zich afzetten van het idee van de welvaartsstaat dat volgens hen te veeleisend is “supply side” economie: minder overheidsgeld voor sociale zaken
meer om productie en privé-initiatief te stimuleren => vrijheid voor bedrijven NADEEL voor vakbonden = einde van de sociale zekerheid zoals wij ze kennen
de welvaart keert terug + weer geloven in de vrije markteconomie andere regeringen blijven geloven in staatsinterventie => behoud welvaartsstaat (aanpassingen) de economische groei afhankelijk van de markteconomie MAAR sociale zekerheid niet opgegeven
*Politieke en economische veranderingen in West-EuropaGB tijdens economische recessie steeg werkloosheid, daalde de pond + afhankelijk van buitenlandse leningen grote stakingen in kool en transportsector
Labour krijgt de schuld 1979: Conservatieven winnen de verkiezingen onder Margaret TatcherTatcher voerde besparingen in, verminderde import + GEEN loonstijgingen inflatie stopte MAAR werkloosheid bleef hoog behoud vertrouwen in de Conservatieven (oa WINFalklandoorlog tegen Argentinië) vakbonden minder macht, nationale industrie geprivatiseerd, lenen wordt makkelijker crisis geraakt opgelost: STOP inflatie, de pond sterk + levensstandaard stijgtMAAR werkloosheid blijft hoog + besparingen ten koste van het onderwijs + sommige industrieën problemen door concurrentie op globaal vlak (kool en transport)
verkiezingen 1987: Labour WEINIG stemmen + aantal vakbondsleden daalt economische groei daalt => STARTTatcher:fiscale maatregelen ( leiden tot haar val in 1990)John Major is nieuwe premier => zwakke pond, werkloosheid en nieuwe recessie Labour KRITIEK op de conservatieven ongelijke maatschappij, voordelig voor rijken 1997: “New Labour” o.l.v. Tony Blair wint
Frankrijk:ONPOPULAIR => programma conservatieven om inflatie weg te werken 1981: Socialistische Partij: absolute meerderheid in de Nationale Vergadering en François Mitterrand wordt president ( verdrukt de communisten)STARTaantal bedrijven te nationaliseren + arbeidshervormingen MAAR moeilijke concurrentie met het buitenland (uitdoven privé- initiatief)+ TRAGE economische groei, ZWAKKE frank + blijvende inflatie en werkloosheid
verandering =>STOP nationalisatie, besparingen (tegen inflatie)+ nadruk op modernisering goed voor economische groei, maar werkloosheid blijft
188
nieuwe economische problemen kosten de socialisten hun absolute meerderheid 1986: Mitterrandgedwongen regeren MET conservatieve premier (Cohabitation) 1988: Mitterrand herverkozen MAAR blijvende werkloosheid, schandalen + andere => conservatieven MEER aanhang 1995: Jacques Chirac president (OOK cohabitation)WERKLOOSHEID: socialistische premierJospin=> 35-urenweek om nieuwe jobs te creëren MAAR tegenstand werkgevers vrouwen grotere rol in politiek: wet =>1/2 kieslijst vrouwelijk
West-Duitsland: Federale Republiek Duitsland: 1974-1982: Sociaaldemocratische regering olvHelmut Schmidt
beleid besparingen om inflatie tegen te gaan TOCH grote werkloosheid (tegenstelling arbeidsoverschot vroeger) gastarbeiders buitengehouden of krijgen premies om terug naar land herkomst te gaan
GEBRUIK extremisme => aanhang te winnen
1982: Sociaaldemocraten herverkozen =>Helmut Kohl: 16 jaar Kanselier uiteindelijk TERUG economische groei MAAR arbeidskosten blijven een grote last en verminderen competitieve potentie
De Amerikaanse economie: V.S. wist sneller van de recessie te herstellen dan EUna oplossen inflatie=> enorme economische groei + oplossen werkloosheid (minder dan 6%) 1987: tijdelijke val aandelen op de beurs vertraging economische groei wordt Bush Sr. kwalijk genomen 1992: Clinton wint de verkiezingen en groei gaat door
mede door de oliecrisis =>stijgt de dollar enorm in waarde Amerikaanse producten => duurder en moeilijker te verkopen maatregelen voor dollardaling(in 3 jaar)=> dollar 50% minder waard buitenland investeert VS bedrijven =>meer buitenlands bezit in de V.S. zit, dan omgekeerd belangen en winsten naar buitenland + staatsschuld groeit ondanks problemen VS => grootste economie ter wereld Japan en Duitsland => grotere groei, MAAR halen de V.S. niet in na de Koude Oorlog => economische last minder door verminderde wapenkosten
*De financiële wereld: economische mondialisering deregulering financiële markten ( jaren ’80)=> economische vooruitgang New York Stock Exchange => levendig + investeringen en speculatie oktober 1987: op 1 dag verliezen de aandelen 1/4 van hun waarde voelbaar over de hele wereld MAAR de beurs weet zich te herstellen nationale economieën afhankelijkvan elkaar en wereldeconomie geweest
manieren zoeken om de economie soepeler te laten verlopen: jaarlijkse bijeenkomst van de “Group of 7” (VS, GB, FR, FDR, Italië,Canada & Japan)
189
Bespreken huidige staat van de economie banken trachten interest en wisselkoersen te stabiliserenOrganisation for Economic Cooperation & Development(24 industriële landen)GATT: verder met onderhandelingen over het verlagen van tarieven opname SU en O-EU in de wereldeconomie voordelig voor internationale samenwerkingTOCH: ontwikkelingslanden in de economische periferie hangen + globalisatie aanklagen
*De Europese Gemeenschap: problemen en kansen nadat De Gaulle 1969 op pensioen => Europese Gemeenschap weer groeien
1973: Groot-Brittannië , Denemarken en Ierland komen erbij 1981: Griekenland komt erbij, 1986: Spanje en Portugal komen erbij 1995: Oostenrijk, Finland en Zweden komen erbij
problemen (economische recessie in de jaren ’70): agriculturele verschillen => problemen koopt voedsel op + stockage prijzen kunstmatig hoog) GB. klaagt minder voordeel te hebben, dan het zelf aan de EG bijdraagt vrije handel is moeilijk =>regionale verschillen (FR houdt buitenlandse wijn buiten) men blijft invoerrechten en grensreguleringen handhaven ook het enthousiasme voor politieke integratie begint af te zwakken willen niet teveel macht in handen van een internationale regering leggen eerste verkiezingen voor Europees parlement (1979) is meer symbolisch maar toch bleef de E.G. een belangrijk instituut dat wachtte op een nog grotere groei
*Naar een verenigd Europa: de Europese Unie vanaf de jaren ’70 doet zich de “derde industriële revolutie” voor: introductie van automatisering, computers (1977: eerste PC) en geavanceerde technologie nucleaire reactors, micro-elektronica, telecommunicatie, computers, robotica, ruimtetechnologie nadruk dataverwerking en informatie + vergevorderde communicatie dienstensector => enorme groei (groter dan landbouw en industrie)minder politieke en economische autonomie door wereldeconomie = wereldbedrijvenKOPLOPER: V.S. en Japan (EU: langer problemen door recessie)
1987: Single European Act: 12 landen overeen => gemeenschappelijk productiestandaarden op te richten, vrij verkeer van kapitaal te stimuleren, gemeenschappelijke belastingkoers te handhaven + over handelslicenties en arbeidsrechten
1991: Verdrag van Maastricht: leidt tot omvorming van de E.G. naar een Europese UnieDOEL Europa zonder grenzen: toekomstperspectief van een gemeenschappelijke munt, gemeenschappelijk banksysteem + gemeenschappelijk defensie- & buitenlands beleid
25.3.Nieuw leven ingeblazen in de Koude Oorlog *De Sovjet Unie en Afghanistan1977:Carter wordt president V.S. richt zich vooral op mensenrechten eist dat de S.U. vrijheid v. andersdenkenden garandeert, Joden toelaat te emigreren en de onderdrukking in Polen beëindigt gaat toch verder met onderhandelen: jan. 1979: SALT II akkoorden over gelijke bewapening
190
Rusland valt Afghanistan binnen om het pro-Sovjetregime te steunen tegen moslimguerrilla’sCarterziet dit als een poging om controle over het Midden-Oosten (én de olie) te verwerven trekt SALT II akkoorden terug, en legt de S.U. een embargo op Europa ziet deze situatie niet zo ernstig en weigert mee te doen aan het embargo Afghanistan wordt een “Russische Vietnamoorlog” 8,5 jaar strijd tot 1989, maar men slaagt er niet in de moslimguerrilla’s te overwinnen (door levering van Amerikaanse wapens, steun vanuit Pakistan en de beschermende gebergtes zoals Tora Bora)ondertussen daalt de populariteit van Carter na de mislukte reddingsoperatie van de gijzeling in Iran (zie p140) 1981: Ronald Reagan volgt op
*Het Reagan tijdperkReaganstelSU voor als slecht rijk met duistere doeleinden besteedt het grootste militaire budget OOIT ! En dat in vredestijd
levert wapens +steun aan anticommunistische regimes & opstandelingen Afghanistan, Nicaragua, 1983: valt Grenada binnen ( Cuba wil er een luchtmachtbasis bouwen)
KRITIEK ook steun aan democratische regimes tussenkomst Libië (EU protest), Libanon en in de Iran-Irakoorlog
*Controle op nucleaire wapens kernwapens allesvernietigend (met globaal bereik) gebruik UITGESLOTEN, enkel afschrikking
bedreiging atmosfeer + natuur 1963: testbanverdrag tussen VS/SU
alleen ondergronds testen is nog toegelaten 1968: nonproliferationverdrag tussen 130 staten (productie aan banden te leggen) steeds meer landen kernwapens bezorgdheid TERRORISTEN ook aan kunnen geraken
snelle toename nucleaire technologie moeilijk tegen te gaanMEER landen kopen wapens OF bouwen zelf kerncentrales (makkelijk om te bouwen voor onvreedzame praktijken) kernrampen zoals in Tsjernobyl (Oekraïne) =>aantonen belang veiligheidsmaatregelen de S.U. en de V.S. blijven doorgaan met de wapenwedloop om de superieure macht te wordenSPECULATIE overlevingskansen bij een nucleaire oorlog + simulaties“balance of terror”+“Mutual Assured Destruction” opslag van zoveel wapens dat men elkaar meerdere keren kan uitmoorden (overkill)toepassen nieuwste technologie + ondermijnt afschrikgevoel => verdedigingssystemen (S.U.: antibalistic missiles / V.S: MIRV. + S.D.I. alias Star Wars) eind jaren ’80:BEIDE machten elk ongeveer 25.000 kernwapensGEVAAR: menselijke ras uitgeroeid door miscommunicatie tussen beide
“hot line”: tussen Witte Huis en Kremlin => verzekeren goede communicatie maatschappelijke debatten op gang:ontwapening noodzakelijk veiligheid en gelijkheid garanderen
191
25.4.China na Mao ZedongDOOD 1976: poging echtgenoteJiang Qing+ radicalen(gang of four) de macht te grijpen
FAIL mislukt => samen met 3 getrouwen gearresteerdDeng Xiaoping (vroeger door Mao onderdrukt) aan de macht
*Hervormingen onder Deng XiaopingDeng’shervormingen => afstand Marxisme + nadruk op economische groei en modernisering hervorming gecentraliseerde economische planning + genationaliseerde industrie en de gecollectiviseerde landbouw neemt een huwelijk tussen vrije en geplande economie aan: *Aanmoedigen privé-initiatief, productie voor winst, een concurrerende markt aan. *Communes en de collectiviseerde landbouw wordt afgeschaft Westerse investering, technologie, wetenschap en managementtechniek stroomt binnen wapenindustrie omgevormd tot industrie van consumptiegoederen (auto’s, …)
invloed van de hervormingen op de Chinese maatschappij levensstandaard stijgt enorm voedselproductie stijgt enorm: winst en exportmogelijkheden kleine privézaken opgericht privésector blijft groeien Westers kapitaal en aandelen, cultuur en ideeënkomen binnen BNP stijgt consumptiemaatschappij ontstaat in steden, werkloosheid opgelost door sociale diensten leger kleiner MAAR modern Materiële vooruitgang (ondergang Marxistische ideologie)
na verloop van tijd NADELEN aan de hervormingen verbonden: door snelle economische groei is er in de jaren ’80 een INFLATIE van 20 tot 30% bronnen uitgeput door groeiende consumptie 1/5 staatsbedrijven produceren met verlies => TOCH behouden landbouwproductie zwakt af + consumptiemaatschappij => verspilzucht corruptie (verbondenheid politici aan zakenbelangen) => KritiekKRITIEKop groeiende ongelijkheid
1988: DengSTOPT verdere hervormingen naast economische OOK politieke hervorming nodigMAAR China niet klaar voor democratie => de partijmacht moest behouden blijven door de vrijere atmosfeer => politieke controle langzaam losser (persvrijheid en recht op vrije meningsuiting)Deng wil ordelijke opvolging verzekeren => ontslaat antireformistische veteranen => VOORDEEL nieuwe jonge leiders
*De beweging voor democratische hervormingen vanaf 1986:Hu Yaobang (partijsecretaris +opvolger Deng) Aanmoedigen geloof in politieke vrijheid => steun van studenten in demonstraties UIT PARTIJPOSITIE ontzet
192
DOOD (1989) => manifestatie van miljoenen mensen VOOR democratie op het Tien-An-Menplein (plein van de Hemelse Vrede) opvolgerZhao ZiyangPOOGT verzoening MAAR Deng ziet demonstratie als belachelijk maken staat en partij krijgswet wordt afgekondigd 4 juli: het leger verdrijft met geweld (en tanks) de studenten => honderden
DALING populariteit DengONTSTAAN contrarevolutionaire beweging => regime weer dichter bij de Marxistische ideologie aanleunen (Zhao ontslagen als partijleider) rebellie ALS westerse kapitalistische samenzwering TEGEN communisme gezien privé-sector gecontroleerd + politiek onderwijs ingevoerd 1000en politieke gevangenen ONDANKS druk buitenlandBLIJF democratische beweging (nieuwe generatie)PRO politieke hervormingen
1997: Dengsterft Jiang Zemin volgt op => gematigder
wil verder moderniseren => toenadering Westen & integratie wereldeconomie lid van het W.T.O., MAAR werken aan mensenrechten
*BevolkingsgroeiDOOR bevolkingsaangroei => regel maar 1 kind per gezin toegestaanNIET steeds nageleefd MAAR effectief hoge eisen economie en grondstoffen), ondanks modernisatie
Hoofdstuk 26: De internationale opstand tegen het Sovjet communisme Sovjetcommunisme veranderde structureel => verdwijning van het politieke (j’80)
193
1991: definitief einde SUIMPLOSIE regimes => GEWELDLOOSWEL ‘revolutie’ genoemd repressieve regimes ruimden plaats voor vrije verkiezingen, de burgerdemocratie en een retoriek van mensenrechten. Koude Oorlog + bipolariteit => verleden HOOP meer vreedzame internationale orde.
26.1.De crisis in de Sovjet Unie*Gorbatsjov en het Westen1985: Michaël Gorbatsjovword hoofd van het Politbureau=> voorgangers Brezjnev, Andropov en Tsjernenko hadden ofte lang of te kort geregeerd
verstarring SU + aan de economische afgrond
Gorbatsjov=>perestroika: plannen om de centraal geleide planeconomie te hervormenvoorzichtige decentralisatie, meer ondernemingsruimte, minder bureaucratie + stimuleren productiviteit glasnost:politiek van open en kritische communicatie over het systeem => publieke opinie aan zijn kant te krijgen. ontwikkelde eigen dynamiek => meer vrijheid van meningsuiting en pers, +grotere mobiliteit, constitutionele hervormingen en terugkeer dissidenten als Andrei Sakharov1987: Gorbatsjovveroordeelde misdaden van Stalin=> nieuwe geschiedenisboeken
WEERSTAND van de partijkaders en bureaucrateneconomisch systeem ONGEWIJZIGD, ook in de levensbelangrijke landbouw ANGST politieke onrust => geleidelijke hervormingen +liet oude systeem NIET vallenconstitutionele hervormingen verminderden machtsmonopolie van de communistische partijBij verkiezingen maart 1989 OOK mogelijkheid opkomen andere kandidaten Congres van Volksafgevaardigden => duidde uitvoerend orgaan aan-> mochten wetsontwerpen indienen en vrij debatteren
GorbatsjovWINT presidentsverkiezingen Conservatieven <3 hervormingen progressieve krachten vonden hervormingen niet ver genoeg gaanKreeg schuld van economische malaise van bevolking
Etnische groepen maakten gebruik van de politiek =>eisen tot onafhankelijkheid (Baltische staten Letland, Estland en Litouwen, interbellum nog onafhankelijkheid gekend hadden) Elders leidden etnische spanningen tot geweld (Georgië, tussen Azerbeidjan en Armenië)INTERNATIONAAL: verlietGorbatsjov het ideologische pad + pleitte voor universele menselijke belangen en vooruitgang wetenschap en technologie
transformeerde imago van de SU van agressor naar een constructieve actor die onderhandelde
BRAK de uitzichtloze militaire campagne in Afghanistan af. drukkende militaire kosten beperken + binnenlandse agenda van openheid uitvoeren
breuk met de heel gespannen relaties van begin jaren ’80 => belangrijke resultaten
194
1987: Akkoord om kernrakketten te vernietigen +START-verdrag van 1991 (Strategic Arms Reduction Treaty). De Koude Oorlog was nu heel ver weg.
26.2.De val van het communisme in Centraal- en Oost-Europaj ’80:Centraal- en Oost-Europa ONDER Stalinistische partijbonzen (decennia aan de macht)
reeds VOORGorbatsjovs hervormingen => BARSTEN in deze regimesLeidt tot meer contacten met het Westen +dissidenten eisten toepassing akkoorden van Helsinki(uit 1975) over mensenrechten
economie in een diep dal (cf. SU) planeconomieën botsten op hun limieten + roep om marktgerichte hervormingen luider
*Polen: De Solidariteit Beweging voortrekkersrol
Na het hardhandige bewind van Gomulka=> 1970 de hervormingsgezinde Edmund Gierek aangeduid (door partij) hervormingsprogramma met westerse leningen
AFBETALEN:hoge export Polen, ten koste ging van de binnenlandse consumptie => bevolking meesleurde in verarming.In 1980 barstte de bom => felle stakingen op de scheepswerf van Gdanskverenigen in een onafhankelijke vakbond, Solidarnosc, olvLech Walesa; EIS met steun Kerk =>politieke hervormingenDe SU reageerde door Gierek te laten vervangen door generaal Jaruzelski
die Solidarnosc verbood, de leiders liet arresteren en de noodtoestand uitriep.
Jaruzelski startte een eigen hervormingsprogrammadaarin verder gestimuleerd door de liberalisering in de SU Paus Johannes-Paulus II, een Pool, zorgde voor extra druk van buitenafUiteindelijk organiseerde de partij in 1989 parlementsverkiezingen(ook andere partijen verkiesbaar )triomf voor Solidarnosc, dat de communisten reduceerde tot een bijrol. Zo viel een eerste dictatuur, het begin van een lange reeks fluwelen revoluties.
*Hongarije: Van Reformatie tot Revolutieneerslaan Hongaarse opstand in 1956 => leidde Janos Kadar het land met ijzeren hand
economische hervormingen met de hulp van westers kapitaal bescheiden economische groei pas na 1985 nieuwe dynamiek
1988: De partij dumpte Kadar=> vrije verkiezingenDe partij verliet haar communistische principes en koos voor de sociaal-democratie
OVERAL nieuwe politieke bewegingen => hervormingen in stilte een revolutionair karakter gekregen
195
Eén MAATREGELnieuwe regime IMPACT => deel prikkeldraad grens met Oostenrijk weghalen => Oost-Duitsers; 1989 met vakantie in Hongarije => grens met Oostenrijk open.
Zo konden de Oost-Duitsers voor het eerst sinds 1961 legaal naar het westen, MASSAAL
*De Duitse Democratische Republiek: Revolutie en EenmakingOost-Duitsland had Erich Honecker al sinds 1961 de touwtjes stevig in handen
Ondanks relatief goede economische prestaties en een toenadering tot het westen dankzij de Ostpolitiek van Willy Brandt, symboliseerde de Berlijnse muur nog altijd de onvermurwbaarheid van het regime
De Oost-Duitsers zagen wat er gebeurde in Polen, Hongarije en SU
1000’en burgers via Hongarije naar het Westen en anderen massaal op straat kwamen, liet =>Gorbatsjov weten dat de Sovjettroepen in Oost-Duitsland niet zouden optreden.De partij dwong aftredenHonecker, kondigde verkiezingen aan + bevestigde recht op vrije doorgang
Op 9 november 1989 ging de Berlijnse muur open => bevolking begon die prompt af te breken
De hele partij zakte als een pudding in elkaar en gematigde en hervormingsgezinde krachten zochten elkaar om een nieuwe grondwet uit te werken.
Een andere dynamiek haalde deze ontwikkelingen in Oost-Duitsland NIET langer communistisch was => roep om hereniging met het Westen De West-Duitse kanselier en christendemocraat Helmut Kohlovertuigdede grootmachtenom hun bezettingsrechten op te gevenDuitsland bevestigde de territoriumoverdrachten aan Polen en de SU + belofte onschendbaarheid van de Pools-Duitse grens te respecterenNiets stond de formele hereniging nog in de weg, die dan ook officieel volgde op 3 oktoberBerlijn OPNIEUW hoofdstad => democratische manier herenigd was MAARproblemen
*Tsjecho-SlowakijeDe Tsjecho-Slowaakse hardliners (na onderdrukking Praagse Lente) <3Gorbatsjovshervormingen
MEER dissidente stemmen lieten zich horen => organisatie van intellectuelen (Charta 77)OFVaclav HavelIMPULS val van de andere regimes => protestbeweging de straat op arrestatiegolf MAAR revolte onontkoombaar eind november 1989 EINDE machtsmonopolie van de communistische partij Havel werd president =>Gorbatsjov trok de Sovjettroepen terug, zonder bloedvergietenDemocratische traditie uit het interbellum terug
WENS Slowakije om onafhankelijk te worden op een vreedzame en ordelijke manier in vervulling
*Bulgaarse Paleisrevolutie, bloedvergieten in RoemeniëBulgarije:strengste regime =>paleisrevolutie EINDE communistisch bewind
UITZONDERING geweldloze opstanden Roemenië
196
1965:Nicolae Ceaucescu =>harde dictatuur (stalinistische leest) westers geld forceerde hij de industrialisering van het hoofdzakelijk op landbouw gerichte landInternationaal => opmerkelijke positie in, onafhankelijk van Moskou. Ceaucescu negeerde de signalen in Oost-Europaeind 1989 => protestbetogingen
Leger weigerde de orde te herstellen =>Securitate, geheime veiligheidspolitie, Gebruikt grof geweld
Soldaten bekeerden tot het dissidente kamp => vochten terugVLUCHT CeaucescuEN geëxecuteerd Nieuwe bestuur => dominantie communisten (zwakke democratie) MAAR niet extreem onderdrukkend
Achteraf OPVALLEND: hoe onverwacht en geweldloos de communistische regimes gevallen zijn De groeiende contacten Westen, de Helsinki-akkoorden en de moed van de dissidenten: een rolToch woog vooral de beslissing van Gorbatsjov om niet tussen te komen door De vergelijking Tiemnanmenplein in China, eveneens in 1989, maakt dat duidelijk.
26.3.De val van de Sovjet Unie1991ONVOORSTELBAAR hervormingen zonder resultaat economie vroeg hervormingen MAAR schipperde tussen progressieve en conservatieve krachten => machtsverlies in Oost-Europa laakten
ROEP meer soevereiniteit steeds luider.Gorbatsjov leek de controle te verliezen*verving hervormingsgezinde door conservatieven + schrapte marktstimulerende maatregelenDe Baltische staten => onafhankelijkheid uit, MAARoptreden Sovjetleger De hervormers wouden radicale stappen => vervreemdden van Gorbatsjovcharismatisch leidersfiguur Boris Yeltsin
vanuit het parlement aanval in te zetten op Gorbatsjov
forceerde dat presidenten van deelrepublieken in directe verkiezingen aangeduid zouden worden =>verpletterde in1991 zijn tegenstanders voor het Russisch presidentschap(Gorbatsjov NOOIT verkozen, MAAR aangeduid door het Politbureau )
eiste hij de onafhankelijkheid Baltische staten + zelfbestuur voor de deelrepubliekenOnderhandelingen => negen deelrepublieken akkoord met de oprichting van een nieuwe federatie.Signaal conservatieve krachten in de partij, het leger en de KGB, de geheime politie, =>staatsgreep(Raken aan de unie => raken aan de essentie van het regime)GorbatsjovWEIGERDE steun en Yeltsinovertuigde het Russisch parlement => kant van de hervormers te kiezenNa vier dagen: coup; FAIL.
Gorbatsjovterug naar Moskou +trad af als secretaris-generaal van de partij => bleef bij geleidelijke hervorming
197
YeltsinLIET Russisch parlement enkele decreten goedkeuren => partij onder meer onteigenden. ENKEL nog federale raad over olv Gorbatsjov+ bestond uit presidenten van de deelrepubliekenDe Baltische staten => de onafhankelijkheid en de andere deelrepublieken volgden
De federatie uiteen en Gorbatsjov trad aflosse Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS)Formeel einde SU: 1 januari 1992 Rusland nam plaats SU in Veiligheidsraad over
26.4. Na het communisme Begin van de 21ste eeuw BLEEF systeem marxistisch-leninistisch geïnspireerde eenpartijstaat(China, Noord-Korea, Vietnam en Cuba)MAAR in Europa verdween het communistische regime (1991 laatste: Albanië)
communistische partijen zochten nieuw profiel, (marxisme aantrekkingskracht verloren)
Het westerse politieke liberalisme leek te triomferen De revoluties beloofden democratische en pluralistische samenlevingen te brengen MAAR geen garantie moeizaam + frustraties => antisemitisme, racisme en nationalisme Bureaucraten profiteerden van cruciale positie in het systeem -> financieel beter te worden van de overgang naar een markteconomie
Staat: een sterke rol en het idee van gelijkheid bleef aantrekkelijk
Het nieuwe Rusland(uit as van de SU) =>officieel een federatie : grote bevolking, gigantisch territorium en indrukwekkend kernarsenaalDe VS beloonde andere ex-Sovjetrepublieken voor de vernietiging van de wapens => Rusland voerde het START-verdraguit 1991 uit.
Andere problemen bedreigden stabiliteit RuslandDeelstaten Russische federatie profiteerden van de bewegingsruimte => weg naar zelfbestuur in te slaan Zuidelijke republiek Tsjetjenië => openlijk separatisme => bloedige oorlog met Moskou
De overgang naar markteconomie FAIL => economische crisisCORRUPTIE => de inning van belastingen in het gevaar.
Yeltsin=> pogen om de economie versneld de transitie te laten maken Een kleine kaste van oligarchen profiteerde van de privatiseringen => kocht goedkoop staatsindustrieën MINDER voorspoed + koopkracht sterk achteruit 1993: De president poogde zijn macht te versterken MAAR botste steeds vaker met het parlement (communisten en nationalisten)
oppositieuiteengeschoten door tanksDe nieuwe grondwet versterkte positie van de president (kon de doema ontbinden)
Bij verkiezingen => nationalisten en de communisten scoren dankzij ongenoegen bevolking hervormingsagenda miste steun =>staatscontrole economie weer versterkt
198
De president =>meer uitvoerende macht MAAR => fysieke en persoonlijke problemen.
1994: plotse militaire campagne tegen Tsjetjenië=>politiek opportunismeHOOP snelle overwinning => politiek voordeel
Slechte voorbereiding => bloedig conflict dat twee jaar aansleepteYeltsin in 1996 (dmv verkiezingscampagne)=> nieuwe ambtstermijn wegkapen
->blijvende economische problemen 1998:devaluatie roebel =>ontsnapte aan het bankroet Na een lange reeks regeringswissels => nieuwe eerste minister, Vladimir Poetin
Linkte bomaanslagen aan Tsjetjeense rebellen en liet het land opnieuw bombarderen De hoge dodentol=> westerse kritiek MAAR viel in Rusland in goede aarde
Toen Yeltsinin december 1999 vervroegd aftrad, nam Poetinde fakkel overWINT vervroegde presidentsverkiezingen in 2000.Oorspronkelijk (cf.Yeltsin) trouw aan de democratie + respect hervormers jaren ’80 Geleidelijk aan meer autoritaire trekjes => aanleiding vervolging Tsjetjeens terrorismeONDERDRUKKING tegenstanders in de media, de politiek en het bedrijfsleven
VEROORDELING industriële magnaat Michael Khodorkovsky+MOORDop de kritische journaliste Anna Politovskaia
Ondersteund door economische groei => internationaal een eigen koersVERZET tegen de Amerikaanse aanval op IrakNa afloop tweede ambtstermijn volgde Dimitri Medvedev hem op =>Poetineerste minister
Zo bleef hij een cruciale machtspositie in Rusland bekleden.
ex-Joegoslavië=> de val van het communisme: virulent nationalisme hevig conflict
Historisch terug tot het Ottomaanse rijk (19de eeuw zo vermolmd => Servië scheurde af) Kroatië en Slovenië: 17de eeuw teruggekeerd naar Oostenrijk + Rooms-Katholieke invloedssfeerBosnië (gemengde bevolking): eind 19de eeuw in Oostenrijk.
Na WOI + val van het Habsburgse en Ottomaanse rijk => Servische monarchie bundelde de andere gebieden in een federatie => Joegoslavië De spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen bleven sporadisch opduiken en kregen een nieuwe dynamiek tijdens de Duitse bezetting in WOII De Kroaten ( extremistische Ustasibeweging) => steun van de Nazi’s:onafhankelijkheid +schrikbewind
VERZET: verdeeld tussen het Servische regeringsleger en communistische guerrillero’s olv TitoTITO win=> Westerse steun
=> federale republiek met een zekere mate van zelfbestuur voor de deelgebieden + onderdrukte separatisme.DOOD 1980 => problemen terug boven
Ineenstorting communistische bewind in 1989 => enkel Servië en Montenegrowouden federatie verderzettenOudere communistische leiders poogden hun vel te redden dmv bekeren tot het nationalisme
199
Servische president Milosovic =>riep Servenop om zich te verzetten tegen afscheidingRACTIE: Kroatië en Slovenië: referenda => bevolking keurde de onafhankelijkheid goedInternationale gemeenschap erkende de twee landen => HOOP Servische reactie af te blokken.
Bosnië nog complexer:Serviërs en Kroaten: helft van de bevolking uit =>lijdzaam toekijken hoe de moslimmeerderheid de onafhankelijkheid uitriep Servië achter in een rompstaat met Montenegro => frustratie => gewelddadig conflict
etnische zuiveringen ( vooral Bosnische moslims)Internationale gemeenschap bleef passief, => verbijsterende situaties (oa afzijdigheid van Nederlandse VN-Blauwhelmen bij de grootschalige moordpartij in Srebrenica) Europa noch de VS wilden zich verbranden aan de complexe situatie in de Balkan. Pogingen tot stabiliseren => wapenstilstand op MAAR op het terrein => gevechten gingen verderPas toen dekrijgskansen keerden => Serviërs teruggedrongen (zelf het slachtoffer van etnische zuiveringen)=> 1996 de Daytonakkoorden.
Maar de Balkan bleef onrustig 1998;spanningen in de Servische provincie Kosovo => Albanezen eisten autonomie Serviërs => daar kleine minderheid, MAAR Kosovo: heilig land om historische redenen onafhankelijkheidsbeweging radicaliseerde,
Miloseviczijn strijdkrachten de opstand liet onderdrukken en het gebied etnisch liet zuiveren 1999: NAVO tradmilitair op ( voor het eerst in zijn bestaan)Via bombardementen kreeg de organisatie Milosevic op de knieën Aanval rechtvaardigen => daarom lanceerde het Westen het begrip “humanitaire interventie” Onder Russische druk bleef Kosovo bij Joegoslavië, maar 50 000 NAVO-soldaten bewaakten de vredeMilosevic=> beschuldigd van oorlogsmisdaden door het tribunaal in Den Haag, Nederland. Hij bleef echter president, tot hij in 2000 verrassend verkiezingen verloorVojslav Kostunica volgde hem op, MAAR botste op economische problemen en Kosovo2001: uitlevering vanMilosevic aan het tribunaal
=> 2006 (tijdens proces)overleed aan een hartinfarct
Kosovo scheurde zich in 2008 af van Servië-Montenegro wasZONDER algemene internationale erkenning, (vrees poort naar andere afscheidingen open zetten) Montenegro, in 2006, na een referendum afgesplitst van Servië =>ondertussen lid van de VN en kandidaat-lid EU Oost- en Centraal-Europa => overgang naar democratische rechtsstaten met een vrije markt MOEIZAAMOud-communisten blijvend succes bij verkiezingen (oa door de trauma’s tijdens overgangsperiode), MAAR functioneerden nu als democratische partijVolgens aantal analisten => Westers materialisme centraal in de nieuwe regimes, NIETde democratische waardenFLUWELE revolutie => catharsis onmogelijk Toch probeerden veel landen in het reine te komen met hun verleden door de confrontatie ermee aan te gaan
200
Geleidelijk aan sloeg ook de economische motor aan, NA drastische hervormingsmaatregelen (vb. Polen, Hongarije en Tsjechië)GOEDE voorbeeld, bekroond met lidmaatschap van de Europese Unie (acht Oost-Europese staten) (2004)
201
Hoofdstuk 27:Een veranderde moderne wereld
Na de val van het IJzeren Gordijn en de Sovjet-Unie poneerden enkele sociale wetenschappers dat de geschiedenis in een definitieve plooi gevallen was
De feiten toonden volgens hen de triomf aan van de liberale democratie en de vrijemarkteconomie, de kracht van seculiere politieke theorieën en de positie van de USA als supermacht
Nieuwe gebeurtenissen haalden deze theorie over het einde van de geschiedenis al snel in
Etnische, religieuze en interstatelijke conflicten zetten de wereld in brand en extreme milities doorbraken het geweldmonopolie van de staat, vaak met terroristische aanslagen. Het vredesdividend van de Koude Oorlog verdween als sneeuw voor de zon.
Deze evoluties kunnen echter niet verhullen dat op een ander, dieperliggend niveau de processen van globalisering ondertussen onstuitbaar verder gingen
Op sociaal, economisch en cultureel vlak leek de wereld alleen maar sneller af te stevenen op een ‘global village’ dat tegelijk de wereld verenigde én verdeelde.
Deze krachten bepaalden de evoluties aan het eind van de 20ste en het begin van de 21ste eeuw.
27.1.West-Europa na de Koude OorlogHet einde van de Koude Oorlog bracht Europa geen economische voorspoedHOGE werkloosheidscijfers, BEPERKTE economische groei Duitse economie sputterde onder de kosten van de eenmaking
Hoge intrestvoeten moesten het inflatiespook weghouden, maar remden investeringen af De hoge kosten van de welvaartsstaat leidden tot een migratie van arbeid en kapitaal
2008: barstte bovendien een speculatieve zeepbel uiteen => trof de wereldeconomie Enkele Europese landen (Ierland, Portugal, Griekenland) kregen het hard te verduren en konden hun schulden niet meer aflossen Slechts met hulp van andere lidstaten van de Europese Unie hielden ze het hoofd boven water. Door permanente crisis => sneed Europa(voor het eerst sinds 1945) in de sociale voorzieningen, (cf.GB:Margareth Thatcher)
politiek ongenoegen=> onvrede met LINKSDe kiezers gaven hen de verantwoordelijkheid voor de crisis, en talloze schandalen rond deze partijen leken dat oordeel alleen maar te bevestigen.
Italië(typevoorbeeld) Na decennia van regeringsmacht straften de kiezers de christendemocratische partij zwaar af( corruptie en banden georganiseerde misdaad)Nieuwe partijen kregen een kans, MAAR konden hun macht niet consolideren (botsten op de economische problemen)
conservatieve mediamagnaat Silvio Berlusconi bundelen rechtse krachten bundelen eerste minister
Tien jaar aan de macht (Ondanks kortstondig links intermezzo en schandalen)
202
PARALLELLEN Belgische geschiedenis=> traditionele partijen opspraak j’90 (het Agustaproces, de milieuboxenaffaire, …)=>opkomst Vlaams Blok/AgalevCVP na voedselschandaal, de dioxinecrisis, van de macht.
VLOED van vluchtelingen en immigrantenin Europa NA val van de muur => Oost-Europa: exoduszoeken politiek en economisch asiel +belanden in slecht betaalde jobs (die Europeanen niet meer wilden) De Europese samenlevingen veranderden => aanleiding spanningen en xenofobie
opkomst van anti-immigrantenpartijen Front National of het Vlaams Blok aanvallen op migrantendoelwitten en strengere immigratiewetten.
Begin van de j’90=> Europa verward achter communisme was verdwenen MAAR soms virulent nationalisme(ex-Joegoslavië)De werkloosheid, zeker bij jongeren, leek het continent te verlammenDe interne onbeslistheid = pijnlijk (Europese crisissen waarin een krachtige reactie uitbleef) Pas na VS luchtinterventie in Kosovo=> veranderingIdeologisch leken rechts en links uitgepraat Denken eengemaakt Europa interne problemen kon overwinnen + een leidende rol in de wereld =>ijdele hoop.
27.2.Natiestaten en economieën in tijden van globaliseringbegin j’90=> economie VS in een opwaartse spiraal terecht +ontwikkelen president Bill Clinton+ Britse premier Tony Blair=> nieuw politiek discours: alternatief traditionele linkse en rechtse ideologieën ‘derde weg’ OF ‘actieve welvaartsstaat’ gericht op economische groei en productiviteit + sociale accenten legt
Geruggesteund door de economische groei => ruimte om hervormingen door te voeren
Tony Blairkon het proces van ‘devolution’ opstarten, => deelgebieden GB ruimere zelfstandigheid
Hij onderhandelde het Noord-Iers vredesakkoord in 1998 en hervormde het Hogerhuis, onder meer door het lidmaatschap van de hereditary peers af te schaffen, meestal edellieden die hun zitje geërfd hadden.
Het voorbeeld van Clinton en Blair kreeg navolging
Onder meer in Frankrijk (met Lionel Jospin) en Duitsland (Gerhard Schröder) win LINKSZe voerden een beleid van privatisering en lanceerden stimulansen van de markteconomieBegin van de 21ste eeuw => pragmatisch socialisme botste op interne tegenstand
meer rechtse krachten de regeringsmacht opnieuw in handen krijgen*Duitsland kwam de christendemocratische Angela Merkel aan het roer (2005),
*FR: bleef het presidentschap altijd in handen van Gaullisten (Chirac, vanaf 2007 Sarkozy) en kwamen vanaf 2002 ook eerste ministers met dat etiket aan de macht
203
2012: Socialisten (Hollande)
*GB: verdreef de conservatief David Cameron(2010) na meer dan tien jaar New Labour van de macht.
Japan In de jaren ’90 kende het land een diepe recessie veroorzaakt door een schuldenzeepbel Jarenlang protectionisme had de competitiviteit ernstig verzwaktDdiepe politieke crisis los, gevoed door schandalen en verhalen over corruptieDe traditionele regeerpartij, de Liberale Democratische Partij, verloor parlementaire meerderheid Ondanks een hervormingsprogramma vormde Japan niet langer het model van economisch succes dat het tot dan geweest was, en tot vandaag wisselende kortlopende regeringen elkaar af
Europese Unie:twee tendensen: verbreding en verdiepingEconomische supermacht, met de grootste interne markt Twaalf landen besloten eenheidsmunt te gebruiken, euro, + monetair beleid Europese centrale bank
Deverbreding=> vooral toetreding nieuwe lidstaten Moesten liberale economische en politieke basisregels incorporeren
21ste eeuw: weerstand tegen de mogelijke kandidatuur van Turkije als lidstaat, (basis van argumenten over identiteit) Deverdieping -> uitbouw van een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleidHet Europese falen in conflict Joegoslavië => tekorten aangetoondDeze oefening verliep moeizaam, onder meer door de relatie tot andere organisaties zoals de NAVO en de weerstand van landen om hun soevereiniteit af te staan.
Dat laatste aspect bleef een belangrijk pijnpunt in de UnieDe gestage uitbreiding maakte het besturen van de unie steeds moeilijker en bij hervormingspogingen stonden federalisten en supranationalisten tegenover elkaar De eerste groep wilde evolueren naar een verdere afbouw van de nationale soevereiniteit, wat voor de andere een brug te ver wasPogingen om hervormingen in een verdragstekst (Nice, 2001) of zelfs een Europese grondwet te gieten, botsten bovendien op scepsis bij de Europese bevolking Waar die zich in referenda mocht uitspreken, liet ze vaak een neen optekenen
LAGE opkomst bij verkiezingen voor het Europees parlement sprak boekdelen
Uiteindelijk kon de EU toch een hervormingsverdrag goedkeuren (verdrag van Lissabon, 2007) federale als intergouvernementele accenten legt
Europese parlement => meer macht, lidstaten verloren aantal veto’sMAAR intergouvernementele Europese Raad kreeg een eigen voorzitter
Herman Van Rompuy(1e)De Unie kreeg een Hoge Vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken Eigen diplomatieke dienst
zoeken unieke weg in de internationale politiek.
204
(algemene beeld => voorspoed en stabiliteit heeft gezorgd in ruil voor beperkt soevereiniteitsverlies)*VERDERE evolutie de unie verder(externe factoren: economische crisis 2008=>enkele lidstaten op de proef gesteld)*Voorlopig overwinnen dankzij solidariteit.
Niet toevallig loopt de economie als een rode draad doorheen de vorige paragrafen In de jaren ’90 ontwikkelde zich een ‘nieuwe economie’, gebaseerd op de informaticarevolutieNieuwe bedrijven (Apple en Microsoft) floreerden, handel, kapitaalstromen en investeringen ookNIET beperkt tot VS (alles begonnen)=> heel de wereld in een steeds globalere dynamiek De oprichting van de WTO (1994) =>handelsbelemmeringen op te heffen
Er waren ook keerzijden aan de medailleOnder meer Japan, Rusland en Aziatische landen=> problemenDe harde besparingen die het IMF oplegde in ruil voor hulp, riep steeds meer verzet opDe kloof tussen arm en rijk groeideBijeenkomsten WTO => heuse veldslagen(extreme uiting +kritiek te weinig aandacht milieu en arbeid)
27.3.Intellectuele en sociale transities in moderne culturenDe vooruitgang van wetenschap en technologie in de twintigste eeuw was immens
Er ontstonden volledig nieuwe domeinen, zoals biotechnologie en genetica
Zeker het vermelden waard is ook de ruimtevaart, die door de Koude Oorlog en de concurrentie tussen de USA en de Soviet-Unie een stevige impuls kreeg
Nu gaat de verkenning van het heelal verder, maar tonen verschillende landen zich actief (China, Europa via de ESA), soms zelfs in een samenwerking, bijvoorbeeld voor de uitbouw van het internationaal ruimtestation ISS.
Technologie en wetenschap doken op in alle aspecten van het leven
Maar er was ook ontnuchtering, => onmacht tov ziekte (aids)militaire toepassingen nucleairefysica =>atoom- en waterstofbom
Ondanks burgerlijke toepassingen voor de productie van energie =>maatschappelijke reactie tegen de gevaren van deze technologie, verscherpt door incidentenDe ramp in Tsjernobyl (1986) bracht kernenergie zwaar in diskrediet, en ook recent in Japan (Fukusjima) bleek de veiligheid van kerncentrales niet evident te zijn
Ondertussen blijven onderzoekers, (CERN Zwitserland) de wereld van het atoom verder verkennen. Dergelijke projecten vereisten steeds grotere investeringen,waardoor de rol van de overheid en de industrie voor financiering evenredig toenam Het gevaar voor politisering van wetenschappelijk onderzoek loert sindsdien om de hoekCritici richten bijvoorbeeld bij de ruimtevaart hun pijlen op de kosten en de risico’s Vanuit het ecologisme doken kritische geluiden op over de duurzaamheid van wetenschap en technologie, terwijl evoluties in de geneeskunde enkele ethische dilemma’sscherper stelden
205
Veel van deze spanningsvelden doken op in de cultuurproductie na WOII
BESEF wetenschap niet alle problemen kon oplossen => gevoel van relativiteit=> existentialistische filosofie van Jean-Paul Sartre en het postmodernisme klemtoon op de waardegeladenheid teksten en symbolen => blootlegden dmv deconstructie
Historici uit de Annelesschool => aandacht geschiedenis die VOORBIJ de evenementen keek EN aandacht voor langetermijnprocessen + sociale geschiedenis(oog voor nieuwe onderzoekspopulaties)
Kunstenaars verwerkten dat gevoel in abstracte werken, die tegelijk de politieke chaos en de irrationaliteit van de mens illustreerden Onder invloed van het postmodernisme hergebruikten kunstenaars het verleden, mengden ze oud en nieuw, verwierpen ze het materialisme en de commercialisering en verlieten ze traditionele structuren, bijvoorbeeld in het theater Opvallend: het publiek leek deze avant-garde niet te verwerpen, zoals vroeger gebeurde, MAAR accepteerde deze experimenten
Ondanks de opmars van wetenschap en het secularisme en de tegenstand van het communisme, kon religie in de moderne wereld standhoudenSPANNINGMODERNISTEN was in het begin van de 20ste eeuw aan een opmars bezig die drastisch gestuit werd door twee wereldoorlogenCONSERVATIEVENzoals het evangelisch protestantisme in de VS wonnen gretig veld.
Binnen de rooms-katholieke Kerk merken we een zelfde evolutie.Paus Johannes XXIII initieerde via het Tweede Vaticaans Concilie (vanaf 1962) ingrijpende hervormingen, onder meer in de liturgie en de positie van de paus die gerelativeerd werd Zijn opvolger, Johannes-Paulus II, combineerde een sterk oecumenisch engagement met politieke stellingnames die de Koude Oorlog beïnvloedden, maar bleef op doctrinair vlak streng in de leer Zijn opvolger vanaf 2005, Benedictus XVI zette deze lijn verder.
Dergelijke religieuze verstrakking zette zich ook in andere religies door. In de islamitische wereld leidde het zelfs tot militante bewegingen die een afkeer voor modern secularisme combineerden met de letterlijke lectuur van oude teksten
Hun optreden had soms grote gevolgen, zoals duidelijk bleek uit de rol van religie in de Iraanse revolutie van 1979 of de rol van de Afghaanse Taliban in de wereldpolitiek het laatste decennium
Dit is echter geen monopolie van de islam: ook het christendom, het jodendom en het hindoeïsme kennen hun extreme takken.
andere MAAR militante orde, zijn de contestatiebewegingen van de jaren 1960 In de westerse wereld was na de naoorlogse babyboom
een grote, jeugdige generatie opgegroeid in materiële welstandDeze jongeren maten zichzelf een collectieve, kritische identiteit aan.
206
Die zetten ze om in een maatschappelijk engagement met een politieke dimensie, bij uitstek gesymboliseerd door enkele hevige studentenrebellieënHet meest bekende voorbeeld vormt de Parijse opstand van mei 1968 waarbij studenten en ontevreden arbeiders het politieke systeem bijna konden omverwerpen
In de USA vermengde het ongenoegen zich met de Afro-Amerikaanse strijd om burgerrechten en verzet tegen de Vietnamoorlog
De moorden op charismatische figuren zoals Robert Kennedy (broer van J.F. Kennedy) en Martin LutherKing zweepten de gemoederen nog op.
Hun inspiratie vonden ze meestal ter linkerzijde, maar gedistantieerd van klassiek links Nadien zou deze generatie opgaan in het establishment, op enkele gewelddadige groeperingen zoals de Duitse Bader-Meinhofgroep of de Italiaanse Rode Brigades na
Een aparte vermelding verdient het feminisme, de strijd voor vrouwenrechten Vroegere generaties hadden al het stemrecht gerealiseerdVanaf de jaren ’60 bood de burgerrechtenbeweging inspiratie voor een nieuwe, militante fase met een focus op gelijke deelname aan economie en samenleving Dit gebeurde niet toevallig op een moment dat veel vrouwen de arbeidsmarkt instroomden en de opkomst van anticonceptie en mogelijkheden tot abortus hun autonomie vergrootten
27.4.Internationale conflicten in de 21ste eeuwHet einde van de Koude Oorlog en de val van de SU veranderden de fundamenten van de internationale politiekAmerika bleef achter als enige supermacht die de stabiliteit van de wereld kon garanderen en de westerse campagne tegen het communisme doofde uit Toch bleef vrede uit, getuige tal van conflicten in alle werelddelen.
Rusland(opvolger SU) hield trouwvast aan zijn machtspositie, vooral op grond kernarsenaal De Russische steun aan Servië tijdens de oorlog illustreerde die ingesteldheid Het land stelde zich even assertief op tegenover de uitbreiding van de NAVOVia een opname in de G8 en de uitbouw van structureel overleg met de NAVO probeerden andere landen om een nieuw diplomatiek evenwicht te vinden.
RESULTATEN: vooral inzake vrijwillige nucleaire ontwapeningNIET rechtlijnig Er zijn nog steeds duizenden kernkoppen + nieuwe atoommachten staan op (of poging)VS => ook dubbelzinnige signalen(ontwikkeling rakettenschild +weigering Nuclear Test Ban Treaty te ondertekenen)2010: ondertekenden de Amerikaanse presidentObama en zijn Russische collega Medvedeveen nieuw ontwapeningsverdrag. De relaties met China, een andere, opkomende grootmacht, verlopen eveneens grillig De partners proberen te balanceren tussen toenadering via handel en economische contacten enerzijds en kritiek op de mensenrechtenschendingen anderzijds Ook het dossier Taiwan zorgt nog steeds voor spanningen.
207
Misschien wel het meest in het oog springende facet van de internationale geschiedenis na 1990 is de strijd tegen het terrorisme
Zeker de brutale aanslagen van 11 september 2001 luidden een nieuwe fase in de Amerikaanse betrokkenheid in het Midden-Oosten
De acties waren het werk van Al Qaida, een extremistische islamitische groepering geleid door Osama Bin Laden
Zij streden expliciet tegen de Amerikaanse aanwezigheid in het Midden-Oosten en konden daarbij rekenen op de steun van de Afghaanse Taliban
President George W. Bush kreeg van het Congres snel de bevoegdheid om terug te slaan tegen de aanvallers, het begin van de ‘war on terror’
In de USA liet de Patriot Act (2003) toe om terroristische bedreigingen in eigen land op te sporen met onderzoeksmethodes die diep in de privacy van de mensen binnendrongen
Er was maar een groot probleem: Al Qaida aanvallen was moeilijk omdat het een private organisatie was zonder regering of infrastructuur
Bombardementen op Afghanistan verwijderden de Taliban van de macht en dreven Al Qaida uiteen, maar Bin Laden kon ontsnappen en ook de bloedige aanslagen vielen niet stil Uiteindelijk konden de Amerikanen in 2011 Bin Laden uitschakelen tijdens een militaire actie in buurland Pakistan, maar ook dat lijkt de aanslagen niet te doen ophouden.
Ondertussen kwam ook Irak onder Amerikaans vuur te liggen De VS percipieerden het land als een bedreiging voor de eigen veiligheid gezien de veronderstelde aanwezigheid van massavernietigingswapens en vonden het hun plicht om de dictatuur van Saddam Hoessein te stoppen Hoewel wapeninspecteurs van de VN geen wapens ontdekten, bleef de Amerikaanse president met de steun van de Britse premier Blair volhoudenUiteindelijk trokken ze zonder VN-mandaat ten aanval.
strijd snel gestreden => chaos en een opstand(Soennitisch gebied, machtsbasis vroegere Irakese regime)planners VS hadden NIET voorzien => cruciale olie-infrastructuur raakte NIET heropgebouwd GEEN OPL=> strijd tegen de opstandelingen 2005: verkiezingen BOYCOT van Soennieten => Koerden en de Sjiieten kansen Pogingen Soennieten via politieke hervormingen en nieuwe verkiezingen aan boord te krijgen
leidden vooral tot nieuwe spanningen en geweld
27.5. Sociale uitdagingen in de 21e eeuw* Bevolkingsexplosie => spectaculairste sociale ontwikkeling (2e helft 20e eeuw)
voorspellingen onzeker MAAR indicatoren vertraging in de groei. Voorspelling: ooit met 8 tot 12,5 miljoen zijn.
208
DEBAT: ‘Draagkracht’ van de aarde beginnen. Na 1965: dalende geboorte aantal(OOK in de ontwikkelingslanden)-
limiet van de populatiegroei. Bv: de éénkindspolitiek in China. Anticonceptie: toegankelijk maar nog niet voor iedereen.
*Het milieuDOOR bevolkingsgroei DREIGEN rijkdommen en bronnen uit te puttenNIET enige gevaren die de wereld tegemoet kwam.
de industriële productie groeide meer dan 5x =>warmte houdende gassen in de atmosfeer=>zure regen (door industriële vervuiling)
DEBAT over een duurzame groei.→groei behouden ZONDER vernietiging habitat.
-1992: de eerste Wereldtop in Rio de Janeiro=> bescherming van dier en plantensoorten te + stappen klimaatverdrag.-1997: kwam de Wereldtop samen in Kyoto en kwamen ze tot een overeenkomst die bekend staan als de Kyoto-akkoorden.
209
Hoofdstuk 28: Landenfiches
Balkan
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1809: oprichting van de Illyrische Provincies Dalmatië + Slovenië + Kroatië
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
20 oktober 1822: Congres van Wenen Alexander Ypsilanti wil een Grieks Rijk stichten tnv. het OR : hulp van Rusland nodig maar tsaar Alexander I weigert
1829: Griekenland toch onafhankelijk steun van tsaar Nicolas I 1867-1918: (tijd van de Dubbelmonarchie) Slavische heropleving Slavisch nationalisme,
invloed door Herder : bv. Russische slavophilie 1878: vrede van San Stefano tussen Rusland en het OR het OR verliest Montenegro,
Bessarabië, Roemenië en Servië (worden onafhankelijke staten) 1878: Congres van Berlijn
o Griekenland krijgt Thessaliëo Roemenië moet Bessarabië afstaan aan Rusland, maar krijgt Dobroedsjao Servië en Roemenië krijgen stukken van Bulgarijeo een klein stukje Bulgarije blijft onafhankelijk : Noord-Bulgarijeo Oostenrijk-Hongarije krijgt Bosnië en Hezegovina onder toezicht
1878: Oostenrijk-Hongarije valt Bosnië en Herzegovina binnen oorlog eindigt in 1908
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1856: Vrede van Parijs: einde Krimoorlog Servië wordt een autonome staat
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1912-1913: 3 Balkanoorlogen Albanië onafhankelijk
Hoofdstuk 17: WO I
1908: Bosnië en Herzegovina geannexeerd door Oostenrijk-Hongarije 1911-1912: Bulgarije, Servië en Griekenland voegen zich bij Italië in de Italiaans-Turkse
oorlog 1912-1913: Balkanoorlogen einde Ottomaanse heerschappij in de Balkan Servië bezet door Oostenrijk-Hongarije Slavische Heropleving 1914: Frans Ferdinand wordt vermoord in Sarajevo door een lid van de Zwarte Hand 6 juli 1914 : het DKR geeft een garantie aan Oostenrijk-Hongarije dat ze hen zouden steunen
in welke oorlog dan ook met Servië 1919: koninkrijk der Slovenen, Kroaten en Serven 1929: oprichting Joegoslavië = Servië+ Kroatë + Slovenië
Hoofdstuk 21: WO II
1920: verdrag van Trianon o Roemenië krijgt Transsylvanië (afgenomen van Oostenrijk-Hongarije)o Slovakije gaat bij Tsjechië en wordt Tsjecho-Slovakije (afgenomen van Oostenrijk-
Hongarije
210
1921: oprichting van de Kleine Entente Tsjecho-Slovakije + Roemenië + Joegoslavië mei 1938: militaire mobilisatie van Tsjecho-Slowakije na geruchten van inval door Duitsland 30 september 1938: Conferentie van München Bohemen wordt geannexeerd door
Duitsland : Tsjecho -Slovakije is omsingeld (Bohemen = deel van Tsjechië) 1938: Frankrijk verlaat zijn verdrag met Tsjecho-Slovakije verdrag met Rusland zal nu ook
niet werken 1939: Duitsland bezet Tsjechië Duits protectoraat 1939: Slovenië wordt onafhankelijk verklaard door Hitler 1944: Roemenië en Bulgarije (vroegere As-mogendheden) verklaren oorlog aan Duitsland 1945: Rusland neemt Praag in goodwill van de USA 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 1947: Roemenië en Bulgarije verdrag met de geallieerden
Hoofdstuk 22: de KO
1942-1949: Griekse burgeroorlog communisten tegen regering + GB
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1955-1991: Warschau-pact tussen de USSR en Oostblok-landen communistische versie van de NAVO
1968-1969: Praagse Lente in Tsjecho-Slowakije olv. Alexander Dubcek Tsjecho-Slowakije wil een meer gematigde koers uitvaren maar repressie door de USSR
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
1929: de naam van het Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen wordt veranderd naar Joegoslavië
1946: Tito sticht een federale republiek in Joegoslavië ( Servië, Montenegro, Macedonië, Slovenië, Bosnië en Kroatië)
vanaf 1965: de Ceausescu’s in Roemenië 1968: de Praagse Lente in Tsjecho-Slowakije wordt neergeslagen 1980: Titosterft 1986: betoging van Charter 77 olv. Vaclav Havel in Tsjecho- Slowakije 1989: volksopstand in Roemenië Ceausescu’s moeten vluchten 1989: de Tsjecho- Slovaakse regering neemt ontslag + dissidenten worden
vrijgelaten(Alexander Dubchek) 1989: Vaclav Havel wordt nieuwe president + USSR-troepen trekken zich terug Fluwelen
revolutie 1989: het Joegoslavische regime valt vrije verkiezingen 1989: Bulgarije wordt een republiek communisten veranderen naam naar socialisten 1989: Servië valt Kosovo binnen olv. Milosevic 1989: Milosevic krijgt een waarschuwing van de VN en de NAVO door ingrijpen in Kosovo rond 1990: vraag naar onafhankelijkheid in satellietstaten van de USSR maart 1990: luchtaanvallen op Servië door de NAVO vanaf 1991: oorlog tussen Bosnië en Servië verdrijving van moslims 1991: Albanië en Oekraïne worden onafhankelijk 1991: Kroatië en Slovenië onafhankelijk van Joegoslavië
211
1991: de 3 Baltische staten werden onafhankelijk ( Letland, Estland en Litouwen) + zelfbestuur voor de USSR en overblijvende satellietstaten
augustus 1991: eenheidsverdrag tussen de USSR en overblijvende satellietstaten december 1991: oprichting Gemenebest van Onafhankelijke Staten december 1992: Yeltsinontbind de Slavische staten 1993: splitsing Tjecho-Slowakije in Tsjechië en Slovakije 1994-1996: Rusland valt Tsjechië binnen 1995: moslims in Kroatië worden verdreven olv. Tudjman 1997: Milosevic roept zichzelf uit tot president van Nieuw-Joegoslavië omdat hij niet meer
verkiesbaar was + wijzigt de grondwet 1999: Milosevic geeft zich over akkoorden van Rambouillet 2000: Milosevic verliest verkiezingen in Servië 2001: Milosevic moet verschijnen voor het Internationaal Strafhof in Den Haag 2003: einde van Joegoslavië + nieuwe federatie : Servië- Montenegro 2004: Tsjechië lid van de EU ook de Baltische staten, Polen en Hongarije
België
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
tot 1581: in het Habsburgse Rijk van Karel V 1581-1713: Spaanse NL’en 1713-1801: Oostenrijkse NL’en 1801- 1806: België bij Frankrijk onder Napoleons broer Lodewijk en onder Napoleon zelf na
1806 1814: België bij NL door Congres van Wenen Verenigd Koninkrijk der NL’en olv. Willem I
Hoofdstuk 11: de IR en reacties
4 oktober 1830: Belgische Revolutie opstellen constitutie door provisionele regering 1831-1865: Leopold I van Saksen-Coburg- Gotha wordt koning der Belgen = Duitse prins 1831: Verdrag van Londen België wordt internationaal erkend maar moet neutraal blijven
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
januari 1831: Conferentie van Londen België mag blijven bestaan, neutraal, bufferzone tegen Frankrijk
1848: Karl Marx schrijft ‘Communistisch Manifest’ in Brussel
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1875: Leopold II sticht de Association Internationale Africaine handelsorganisatie 1879-1880: Stanley gaat in opdracht van Leopold II Congo verkennen mbv. de Association
Internationale Africaine basis van de Kongo Vrijstaat 1884-1885: Conferentie van Berlijn Leopold II mag Congo koloniseren als het een
vrijehandelszone bleef : Leopold II moet lenen van de Belgische staat 1885-1908: privé-eigendom van Leopold II rubberindustrie + overtreding mensenrechten 1908-1960: Belgisch-Congo de staat nam Kongo Vrijstaat over
212
Hoofdstuk 17: WO I
1914: Duitsland viel België binnen en schond de neutraliteit ervan Koning Albert Ials soldaat-koning, bevelhebber van het leger
oktober 1914: Slag bij de Ijzer openen van de Ijzermonde 31 juli 1917: 3e slag om Ieper = slag van Passendale 11 november 1918: wapenstilstand 1919: vrede van Parijs 5 verdragen
Hoofdstuk 19: Interbellum
1923-1924: België en Frankrijk bezetten het Ruhrgebied omdat Duitsland zijn herstellingsbetalingen niet doet
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg) 1929: België trekt zich terug uit het Ruhrgebied nadat Duitsland en de USA het Youngplan
tekenen
Hoofdstuk 21: WO II
mei 1940: Duitse inval in NL, België, Luxemburg en Frankrijk Ardennenoffensief 28 mei 1940: België geeft zich over (Leopold III)
Hoofdstuk 22: de KO
1947: oprichting van de NAVO met Frankrijk, GB, NL en Luxemburg 1949: oprichting Benelux met NL en Luxemburg douane-unie
Hoofdstuk 24: Afrika en het Midden-Oosten na WO II
1919: Rwanda en Burundi onder Belgisch mandaat Tutsi’s worden door België als elite behandeld
1958: oprichting Mouvement Nationale Congolaise (= MNC) olv. Lumumba 1959: bloedbad in Rwanda Hutu’s tegen Tutsi’s 1960: België zou zich terugtrekken uit Congo ronde-tafelcongres mei 1960: verkiezingen Kasavubu als president en Lumumba als premier 30 juni 1960: onafhankelijkheid = Dipenda Republiek Congo (verschil met de Franse) 30 juni 1960: ceremonie in Leopoldstad koning Boudewijn vs. Lumumba juni 1960: het Belgische leger haalt Belgen weg uit Congo onrusten 1961: Patrice Lumumba wordt vermoord betrokkenheid van België :
onderzoekscommissies 1962: Rwanda en Burundi onafhankelijk 1990: einde diplomatieke relaties tussen de DRC en Belgiëmoorden in universiteit van
Lubumbashi 1994: 10 Belgische paracommando’s vermoord in Rwanda operatie Blue Safari:
terugtrekken + evacuatie van alle Belgen in Rwanda 2002: België verontschuldigd zich voor betrokkenheid in moord op Lumumba 2010: Congo 50 jaar onafhankelijk Leterme en Albert II bezoeken de DRC
Bohemen
213
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
maart 1848: Bohemen onafhankelijk van Habsburgse Rijk dankzij keizer Ferdinand 1848: Bohemen vertegenwoordigd op de Duitse bijeenkomst in Frankfurt Sudeten-
Duitsers juni 1848: tegenreactie op Frankfurt : Slavische bijeenkomst 12 juni 1848: onrust in Praag bombardement op de stad = einde Slavische bijeenkomst 1849: Bohemen terug bij Oostenrijk
Canada
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
vanaf de 17e E : Franse kolonies op de oevers van de St. Lawrence rivier 1774: Quebec Act bescherming door GB 1791: GB doet een mislukte poging om eenheid te creëren 2 provincies met dezelfde
status als de vroegere Amerikaanse kolonies 1812: Oorlog tussen Canada samen met GB tegen de VS Anglo-Amerikaanse oorlog 1837: onrust in de 2 provinciën 1840: éénmaking van de 2 provinciën 1867: British North-America Pact Canada wordt een federatie uitbreiding naar de Stille Oceaan 1982: speciaal statuut voor Quebec
Hoofdstuk 14: Economie en politiek
1850-1940: Atlantische migratie van Europa naar Canada en de USA
Hoofdstuk 21: WO II
juli –augustus 1943: Sicilië veroverd door GB (en Canada) Mussolini vlucht 8 mei 1945: einde WO II
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1994: Noord-Amerikaanse Handelsverdrag geen handelsgrenzen meer tussen Canada, de USA en Mexico
Denemarken
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1807: Denemarken neutraal in kwestie van de Continentale Blokkade na bombardementen door GB : alliantie met Frankrijk
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1864: Oorlog met Pruisen,Oostenrijk Denemarken moet Schleswig en Holstein afstaan
Duitsland
Hoofdstuk 9: de Franse Revolutie: 1789-1804
1792: Frankrijk annexeert Mainz-regio
214
1 februari 1793: Frankrijk verklaart oorlog aan Pruisen, Duitse vorsten en GB (=1e Coalitieoorlog)
1797: Frankrijk krijgt linkeroever van de Rijn , Duitse vorsten mogen kerkbezittingen verdelen = schaamte der prinsen
1800: in Baden een onafhankelijke staat met de hertog van Enghien als koning
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
na 1800: nationalisme kwam opzetten Volksgeist 1806: oprichting van de Rijnbond olv. Napoleon (tot 1813) 25 juni 1807: Vrede van Tilsit Westfalen bij de Rijnbond 1813: ontstaan anti-Franse beweging in Rijngebied oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag), Duitse soldaten in Franse leger Napoleon
verslagen 1814: Congres van Wenen
o Polen krijgt linker-Rijngebied + Westfalen en Sakseno Duitse Rijnbond blijft bestaan geen eigen rijk
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
rond 1770: Herder Volksgeist vanaf 1805: Hegel nationalisme 1819: besluiten van Karlsbad onderdrukking van nationale en liberale ideeën (op
aandringen van Oostenrijk en Pruisen) 1878: Congres van Berlijn lost Oosterse Kwestie op Bismarck = eerlijke makelaar
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
maart 1848: de regeringen van de 39 Duitse vorstendommen vallen 15 maart 1848: onrust in Berlijn verkiezing Pruisische wetgevend orgaan = Berlijnse
bijeenkomst mei 1848- mei 1849: Duitse nationale bijeenkomst in Frankfurt Zollverein september 1848: onrust in Frankfurt hulp van het Pruisische leger eind 1848: Berlijnse bijeenkomst opgeheven Pruisische Frederick Willem IV terug aan de
macht Frankfurt bijeenkomst wil een nieuw Duitsland stichten ontbinding van de bijeenkomst
nadat Pruisische koning weigert vorst te worden van het nieuwe Duitsland mislukte eenmaking
de 48-ers emigreren massaal naar de USA
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1850: de 39 vorstendommen terug hersteld losse confederatie van 1815 1866: Pruisische-Oostenrijkse oorlog: Pruisen annexeert Holstein leger van de
confederatie verloor tegen het Pruisische leger 1869: Noord-Duitse confederatie olv. Pruisische vorst Pruisen + 21 staten ten noorden van
de Main na 1870: economische groei 18 januari 1871: Duitse keizerrijk na 10 mei 1871: annexatie van de Lotharingen en de Elzas
215
--------------------------------------------------------------------------------------------- Pruisen + Duitse staten = DKR
Hoofdstuk 14: Economie en politiek
1871-1890: Bismarck = kanselier van het DKR, Willem I= keizer 1870: ontstaan Middenpartij na dogma ivm. onfeilbaarheid van de Paus 1871: Kulturkampf 1872: Junkers worden buitenspel gezet 1875: oprichting Duitse Socialistische partij 1878-1890: anti-socialisme van Bismarck 1888: Willem Isterft en wordt opgevolgd door Frederick III 1888: Frederick IIIsterft na 3 maandenWillem II 1890: Bismarck moet aftreden dropping the pilot
Hoofdstuk 15: Maatschappij en cultuur
1875: Gotha programma : socialistisch programma door de SDP kritiek hierop door Marx 1905: Einstein formuleert E=mc2
1844-1900: Friedrich Nietzsche God is dood, Christendom= slavenreligie
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1897: Duitsland annexeert de Kiaochow baai van China 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China
Hoofdstuk 17: WO I
1873: Driekeizerverbond met Oostenrijk-Hongarije en Rusland Rusland stapt eruit in 1887 1879: oprichting Triple Alliantie met Oostenrijk-Hongarije 1882: Italië komt bij de Triple Alliantie 1905: keizer Willem II van het DKR doet in Marokko (Franse kolonie) een toespraak ivm.
onafhankelijkheid april 1906: internationale conventie in Algeciras betwisting Franse aanspraak op Marokko
(enkel Oostenrijk steunde het DKR) 1911: het DKR zou Marokko militair steunen in een onafhankelijkheidsoorlog 2e
Marokkocrisis 1912: het DKR zat in een interne crisis Sociaal Democraten aan de macht in de Reichstag 6 juli 1914 : het DKR geeft een garantie aan Oostenrijk-Hongarije dat ze hen zouden steunen
in welke oorlog dan ook met Servië 1914: Duitsland verklaart oorlog aan Rusland en Frankrijk Russische troepen aan de Duitse
grens = aanleiding , DKR verwacht dat Frankrijk Rusland zou steunen 1914-1918: hulp aan Ierse opstand tegen GB neergeslagen door GB 1914: GB verklaart oorlog aan Duitsland wegens het schenden van de neutraliteit van België
Von Schlieffenplan 1914: Japan verklaart oorlog aan Duitsland 1914: Rusland in Oost-Pruisen (DKR) 2 augustus 1914: geheime overeenkomst met DKR OR bij het DKR en Oostenrijk-Hongarije 6 september 1914-9 september 1914: slag bij de Marne van bewegingsoorlog naar
loopgravenoorlog 1915: Duitsers en Oostenrijkers ver in Rusland
216
1915: China verklaart de oorlog aan Duitsland 1915: Italië liep over naar de geallieerden 21 februari 1916 – 15 december 1916 : slag bij Verdun Duitsland gaf na 10 maand op 31 mei 1916- 6 juni 1916: zeeslag bij Jutland eindigt onbeslist maar Duitsland doet geen
uitval op zee meer hierna 25 juni 1916 – 18 november 1916: slag om de Somme introductie van de tank (niet
meteen succesvol) 1917: VS verklaart oorlog aan Duitsland 1917: Duitsland brengt Lenin terug naar Rusland december 1917: Rusland uit de oorlog door de Revolutie vrede van Brest-Litovsk 16 januari 1917: Zimmermann-telegramschandaal 31 juli 1917: 3e slag om Ieper = slag bij Passendale 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep 11 november 1918: wapenstilstand november 1918: keizer Willem II moet aftreden door de socialisten en vlucht naar NL vanaf 1918: Weimarrepubliek 1919: de vrede van Parijs 5 aparte verdragen : verdrag van Versailles met Duitsland 1919: Duitsland vernietigd zijn eigen vloot bij Scapa Flow (Schotland) ipv. af te staan aan de
geallieerden 1919: Volkerenbond opgericht Duitsland en Rusland zaten hier niet in!
Hoofdstuk 19: Interbellum
januari 1919: Spartakus-opstand in Duitsland (radicaal socialisme) neergeslagen + leiders ( Rosa Luxemburg) opgepakt
vanaf 1919: Weimarrepubliek zondebok van WO I 1922: akkoord van Rapallo tussen Duitsland en de USSR economische en militaire steun 1923: Frankrijk en België bezetten het Rurhgebied omdat Duitsland zijn herstelbetalingen
niet kon afbetalen Europese schuldendriehoek tussen Duitsland, de Europese geallieerden en de USA
1923-1924: Dawesplan werkt niet hyperinflatie want stakers werden betaald door de regering ( bv. 1 000 000 mark = 1 dollar)
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg) 1929: Youngplan met de VS de VS zou geld lenen aan Duitsland en Frankrijk verlaat het
Ruhrgebied
Hoofdstuk 20: Democratie en dictatorschap
1920: oprichting Nazi’s (SDAP) uit de DAP 1923: Frankrijk en België bezetten het Ruhrgebied november 1923: Bierzaalputsch door de bruinhemden (= Nazi’s) mislukt, Hitler naar de
gevangenis schrijft ‘Mein Kampf’ , wordt voortijdig vrijgelaten 1929: Grote Depressie 1932: Hitlerwint veel zetels bij de verkiezingen 1933: Hitler wordt Bondskanselier na de dood van Hindenburg
217
27 februari 1933 : brand in de Reichstag Communisten krijgen de schuld en moeten uit de verkiezingen Hitler wint verkiezingen
1933: het ‘Dritte Reich’ wordt uitgeroepen met Hitler als ‘Fürher’ 1935: Nürnberg wetten geen rechten meer voor Joden 1936: 4-jaren-plan ivm. economie 1938: Kristallnacht aanvallen op Joodse winkels door de SS 1938: oprichting van de Gestapo + permanente concentratiekampen + Hitlerjugend
Hoofdstuk 21: WO II
1933: Duitsland gaat uit de Volkerenbond en de ontwapeningsconferentie 1934: non-agressiepact met Polen 1934: Nazi’s grijpen de macht in Oostenrijk Italië grijpt in 13 januari 1935: annexatie van Saarland na een referendum
o 1920: Saarland ontstond na verdrag van Versailles Frans protectoraato 1920-1935: bestuur door de Volkerenbond tot annexatie met Duitsland
1935: Hitler breekt met het verdrag van Versailles 1935: vlootverdrag met GB Duitsland mag een vloot van 1/3e van de Britse opbouwen 7 maart 1936: Hitler verwerpt het Locarno-verdrag aanspraak op Danzig (vrije stad), de
Poolse corridor en Silezië 1936: Duitsland steunt Franco in Spanje 1936: Duitsland bezet het Rijnland werd eerst bestuurd door de Volkerenbond 22 oktober 1936: oprichting van de as Rome-Berlijn 25 november 1936: Anti-Kominternpact met Japan communisme uitroeien 1937: Italië komt bij het Anti-Kominternpact 1938: Anschluss van Oostenrijk bij Nazi-Duitsland toegestaan door Mussolini 30 september 1938: Conferentie van München Hitler annexeert Bohemen 1939: Tsjechië wordt ingenomen Duits protectoraat 1939: Slovenië onafhankelijk verklaard door Hitler 1939: inname van Memel (Litouwen) 22 augustus 1939: Non-agressiepact met de USSR
o geheime clausule ivm. het verdelen van Polen de USSR krijgt Bessarabië terug, meer Russische invloed in de Baltische staten, de USSR mag niet interveniëren tussen Duitsland en Polen en Duitsland en het Westen
1 september 1939: Duitsland valt Polen binnen Blitzkrieg 3 september 1939: Frankrijk en GB verklaren oorlog aan Duitsland begin WO II april 1940: inval in Noorwegen capitulatie van Noorwegen en Denemarken mei 1940: inval in NL, België, Luxemburg en Frankrijk Ardennenoffensief na 14 mei 1940: NL geeft zich over na bombardementen op Rotterdam 28 mei 1940: België geeft zich over 22 juni 1940: overgave Frankrijk Vichy-regime olv. Pétain marionettenregering zomer 1940: luchtaanvallen op GB 1940: Stalin annexeert Baltische staten Hitler maakt dit ongedaan vanaf 1940: Afrika-expedities Afrikakorps olv. Rommel tegen GB in Egypte en Libië 22 juni 1941: Duitsland valt de USSR binnen worden verslagen door Russische winter 11 december 1941: de As-mogendheden verklaren oorlog aan de USA
218
januari 1942: geheime conferentie ivm. Jodenvraagstuk Wannsee-conferentie : holocaust wordt gepland (Heinrich Himmler)
1942: Duitsland schroeft economie bij + oorlog om de Kaukasus olievelden juli 1942: slag om El-Alamein GB houdt stand 1942: luchtaanval op Duitsland door GB augustus 1942: belegering van Stalingrad door Duitsland februari 1943: Duitsers geven zich over bij Stalingrad 1943: onbezet Frankrijk wordt ook bezet mei 1943: geen As-mogendheden meer in Afrika 1943: Italiaanse Socialistische republiek in Noord-Italië marionettenstaat van de Nazi’s 6 juni 1944: D-Day landing in Normandië (operatie Overlord ol v. Eisenhower) augustus 1944: Parijs bevrijd door de geallieerden september 1944: grens met Duitsland wordt overgestoken door de geallieerden
landaanval in Duitsland 1944: geallieerden vegen Frankrijk schoon vanuit Zuid-Frankrijk 1944: GB en de USA breken door de Duitse fortengordel ( Siegfried Linie) 1944: de USSR verdrijft Duitsland uit de Baltische staten 1944: Roemenië en Bulgarije (vroegere As-mogendheden) verklaren oorlog aan Duitsland 1945: Duitsland bezet Italië nieuwe Italiaanse regering wou vrede oktober 1945: Italië olv. Badoglio verklaart oorlog aan Duitsland + geallieerden vallen vanuit
Zuid-Italië binnen maart 1945: de geallieerden steken de brug van Remagen over Rijn was de laatste
natuurlijke hindernis : inname Ruhrgebied 1945: de USSR op 50 km van Berlijn 1945: de USSR bezet Wenen en Boedapest Oostenrijk en Hongarije april 1945: de Russen mogen de stad innemen van de geallieerden goodwill 30 april 1945: Hitler pleegt zelfmoord samen met Eva Braun 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 1946: conferentie van Parijs 1947: Finland terug vrij : verdrag met geallieerden
Hoofdstuk 22: de KO
na 1945: Wirschaftswunder snelle herstel van de Duitse economie 1945-1946: processen van Nürnberg tegen Nazi-kopstukken 12 doodstraffen 1945: Berlijn opgesplitst in 4 bezettingszones Frankrijk, de USSR, GB en de USA 1947: de USA, GB en Frankrijk voegen hun zones samen Bundesrepublik Deutschland
(= BRD) communistisch Duitsland = Deutsche Democratische Republik (= DDR) 1948-1949: luchtbrug naar West-Berlijn door de USA en GB blokkade op het land door de
DDR 1949: Basic Law voor de BDR Duitse grondwet 1949: Konrad Adenauer wordt bondskanselier van de BDR 1952: Duitsland mag terug militair actief zijn 13 augustus 1961: de DDR bouwt de Berlijnse Muur om Oost-Duitsers te verletten naar het
Westen te vluchten 1965: grote coalitie in de BDR olv. Willy Brandt
219
1969: Willy Brandt wordt nieuwe bondskanselier van de BDR 9 november 1989: val van de Berlijnse Muur 3 oktober 1990: hereniging van Duitsland
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1961: Nikita Chroestjov wilt dat de VS zich terugtrekt uit Berlijn ultimatum wordt verworpen
1973: Duitsland houdt zijn inflatie onder controle tijdens 1e oliecrisis 1982-1998: Helmut Kohl als bondskanselier van de BDR
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
vanaf 1961: Erich Honecker bondskanselier van de DDR 1961: bouw Berlijnse Muur 1989: Hongarije opent zijn grenzen Oost-Duitsers vluchten hierlangs naar het Westen 9 november 1989: val van de Berlijnse Muur 1990: Honecker neemt ontslag vanaf 1990: waarheidscommissies ivm. archieven van de Stasi (= geheimdienst) 3 oktober 1990: Duitse eenmaking Helmut Kohl als bondskanselier
Hoofdstuk 27: Verandering
jaren ’90: opkomst Neonazisme naar aanleiding van immigratiestroom 1998: Gerharrd Shröder vervangt Helmut Kohl als bondskanselier van Duitsland
(sociaaldemocratisch blijft aan de macht tot 2005) Angela Merkel (2005-heden)
EU
Hoofdstuk 22: de KO
1949: Verdragen van Londen oprichting Raad van Europa 1950: Europees Verdrag voor de rechten van de mens 1958: Europees Hof voor de rechten van de mens
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1952: oprichting Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (= EGKS) 1957: Verdrag van Rome Europese Vergadering (= Europees Parlement) + werking van de
EU 1957: oprichting Euratom Europese samenwerking ivm. nucleaire wapens 1958: oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (= EEG) België, West-
Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Italië 1986-1987: Single European Act 1 marktruimte creëren 1967: stichting Europese Gemeenschap (werd tegengehouden door de Gaulle)
pijlerstructuur met EGKS en Euratom 1969: GB komt bij de EG 1991: oprichting van de Europese Unie na het Verdrag van Maastricht 2009: Verdrag van Lissabon einde pijlerstructuur : einde Europese Gemeenschap
220
Hoofdstuk 27: Verandering
1975:oprichting Europees Ruimte-agentschap (= ESA) 2002: invoering van de Euro als gemeenschappelijke munteenheid 2005: oprichting Europees Verdedigingsagentschap 2011: Herman Van Rompuy: 1e voorzitter Europese Raad (“president Europa”)
Frankrijk
Hoofdstuk 9 : de Franse Revolutie: 1789-1804
1614: laatste samenkomst van de Staten-Generaal (één -kamersysteem) voor 1789: Verlichting samenkomst van de Staten-Generaal in mei 1789 : reactie op financiële crisis 17 juni 1789: oprichting Assemblée Nationale 20 juni 1789: Eed van de kaatsbaan Grote Angst : les brigands viennent! 14 juli 1789: bestorming van de Bastille 4 augustus 1789: de nacht van 4 augustus : einde feodaliteit 26 augustus 1798: Déclaration des droits de l’homme et du citoyen 1e immigratiegolf : graaf van Artois + edelen 4 oktober 1789: mars op Versailles : koning komt naar Parijs 1790: grondwet voor de clerus: oprichting Franse nationale kerk juni 1791: Lodewijk XVI probeert te ontsnappen 1791-1792 : Heilige oorlog tegen de Revolutie + verdrag van Pilnitz 20 april 1792: Frankrijk verklaart oorlog aan Oostenrijk en Spanje (= 1e Coalitieoorlog) 10 augustus 1792: oprichting van de Commune in Parijs september 1792: the september massacres de Terreur: 1792-1795
o 20 september 1792: afschaffing monarchie door de nationale conventieo annexatie van België,de Savoie en Mainzo 15 januari 1793: executie Lodewijk XVI : point of no returno 1e republiek (olv Robbespierre)o 1 februari 1793: Frankrijk verklaart oorlog aan GB, Pruisen en Duitse vorsten (=1e
Coalitieoorlog)o 1794: slavernij (tijdelijk) afgeschafto juni 1794: Slag bij Fleurus : overwinning voor de Franseno 27 juli 1794: executie Robbespierre Thermidoriaanse reactieo mei 1795: boerenopstando 1795: White Terror : executie van Jacobijnen
het Directoire : 1795-1799 o 1795: verklaring van Verona door Lodewijk XVIII (= niet koning van Frankrijk) o 1796-1797 : vrede van Lille: onderhandelingen tussen Napoleonmet GB en Oostenrijko maart 1796: eerste vrije verkiezingen o 4 september 1797: coup d’état de Fructidor door het Directoire dictatuur o 17 oktober 1797: Verdrag van Campo Formio met Oostenrijk o Napoleon valt Egypte binnen geen succes
221
o staatsgreep van 9 november 1799 door Napoleon coup d’état de Brummaire
het Consulaat : 1799-1804 o juni 1800: Slag bij Marengo Frankrijk wint o juni 1800: Verdrag van Lunéville met Oostenrijk o maart 1802: vrede met GB en overige landen vrede van Amienso 1801: Concordaat met het Vaticaan: vrede met de Kerk o 1802: Napoleon consul voor het leven o 1804: Napoleon Bonaparte wordt Napoleon I
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1803: Frankrijk verkoopt Louisiana aan de VS 1803: Helvetische republiek in Zwitserland wordt opgeheven kantons krijgen de macht
terug van Napoleon 1805-1807: 3e Napoleontische oorlog met GB, Oostenrijk en Rusland 21 oktober 1805: Slag bij Trafalgar: Lord Nelson verslaat Napoleon 5 december 1805: slag bij Austerlitz Napoleon verslaat de 3e Coalitie 26 december 1805: Vrede van Pressburg annexatie van verschillende Oostenrijkse
gebieden door Frankrijk (Venetië!) grotendeels ongedaan gemaakt door het Congres van Wenen
1806: oprichting van de Rijnbond olv. Napoleon (tot 1813) Pruisen bij de 3e Coalitie oktober 1806: slagen bij Jena en Auerstädt Pruisen verslagen 1806: Berlijns decreet oprichting Continentale Blokkade tegen GB 1806: Lodewijk (= broer Napoleon) twijfelt om zijn koninkrijk NL in de Continentale Blokkade
te storten inname van de NL’en door Frankrijk 1807: Decreet van Milaan schepen mochten geen Britse havens aandoen 1807: slag in Friedland tegen Rusland Frankrijk wint 25 juni 1807: Vrede van Tilsit = einde 3e Napoleontische oorlog Frankrijk heeft gewonnen
o oprichting koninkrijk Westfalen olv. Jêrome Bonaparte= broer Napoleon bij de Rijnbond
o annexatie van Hannover door Frankrijk verlies voor Pruiseno oprichting koninkrijk Warschau olv. koning van Saksen
1808: Joseph Bonaparte (=broer Napoleon) op de troon in Spanje blokkeren GB 1808-1813: Peninsulaire oorlog tegen Spanje, Portugal en GB Frankrijk verliest april 1809- oktober 1809: Oostenrijkse vrijheidsoorlog gevecht van Wagram Frankrijk
wint 1809: Napoleon vergroot het Graafschap van Warschau met gebieden van Oostenrijk oprichting Illyrische Provincies : Dalmatië (provincie van Krotatië), de rest van Kroatië en
Slovenië 1809: Napoleon scheidt van Josephine en trouwt met Maria Louise (= dochter van
Oostenrijkse keizer) zoon = koning van Rome 31 december 1810: Rusland stapt uit de Continentale Blokkade juni 1812: Frankrijk valt Rusland binnen Rusland past de tactiek van de verbrande aarde
toe
222
14 september 1812: het Grande Armée staat voor Moskou stad wordt platgebrand maar Russische winter verslaat het leger van Napoleon
1813: Frankrijk trekt zich terug uit Portugal 1813: Napoleon terug uit Moskou, stelt een nieuw leger samen oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag) Napoleon verslagen 4 april 1814 : Napoleon treedt af 11 april 1814: verdrag van Fontainebleau : Napoleon wordt verbannen naar Elba (Italië) 1814: herstel van de monarchie met Lodewijk XVIII (= broer Lodewijk XVI) 1814: Eerste verdrag van Parijs Frankrijk krijgt terug de grenzen van 1792 ( onder het
Terreur-bewind) 1814: Congres van Wenen : geheim verdrag met GB en Oostenrijk ivm het aanvallen van
Pruisen of Rusland 1815: Napoleon ontsnapt van Elba terug opnieuw keizer = Honderd Dagen 18 juni 1815: Slag bij Waterloo Napoleon definitief verslagen en verbannen naar St.
Helena , hij stierf op 5 mei 1821 1818: Frankrijk komt bij de Quadruple Alliantie Quintuple Alliantie
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1814: Lodewijk XVIII zet aan tot Witte Terreur moorden op aanhangers Napoleon I 1818: Congres van Aix-la-Chapelle Tsaar Alexander I wou een permanent Europese Unie :
tegenstand van GB + terugtrekken van het Franse leger 1820: Congres van Troppau Frankrijk stuurde enkel een waarnemer 20 oktober 1822: Congres van Verona Frankrijk stuurt troepen naar Spanje om de orde te
herstellen 1824-1830: Lodewijk XVIII wordt opgevolgd door nog een andere broer : Karel X voor 1848: 1e socialistische beweging met politieke plannen in Europa Saint-Simon en
Fourier : utopisme ( is anders dan communisme!) voor 1848:: Lodewijk XVIII geeft amnestie voor de moorden op zijn broer , schoonzus en
neefje ongemakkelijk voor de Fransen 1878: Congres van Berlijn Frankrijk krijgt Tunesië
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
27 juli 1830: Juli-revolutie 3 Glorieuses ( revolutie duurde 3 dagen) 1830-1848: juli-monarchie met Louis Phillipe (= burgerkoning) restauratie van de
Bourbons 1847: depressiejaar 22 februari 1848: Februari-revolutie begint met betogingen 24 februari 1848: Louis Phillipe treedt af en vlucht naar GB oprichting 2e Republiek mei 1848: invoering van de materiële wet 24 tot 26 juni 1848: klassenstrijd in Parijs het volk verloor 1849: Louis Napoleon Bonaparte komt aan de macht door een verkiezing wil socialisme
verdrijven 1850: onderwijs terug onder de hoede van de clerus 2 december 1851: coup d’état door Louis Napoleon 20 december 1851: president voor 10 jaar
223
1852: keizer Napoleon III 2e Franse keizerrijk (1852-1870)o vanaf 1853 -1856: Krimoorlog met Ruslando 1857: depressiejaaro 1859: oorlog met Piedmont tegen Oostenrijk : 2e Italiaanse onafhankelijksoorlogo 1859-1869: bouw van het Suez-kanaalo 1860: vrijehandelsverdrag met GB o 1861-1867: 2e onafhankelijkheidsoorlog in Mexico Frankrijk verliest
1862: creatie van koninkrijk in Mexico olv. Oostenrijkse vorsto 1870: einde van het 2e Franse keizerrijk : Frans-Duitse oorlog
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
vanaf 17e E Franse kolonies in Canada 1774: Quebec-Acte: Franse kolonies in Canada worden beschermd door GB 1791: GB doet een mislukte poging om eenheid te creëren 2 provincies met dezelfde
status als de vroegere Amerikaanse kolonies 1853-1856: Krimoorlog samen met het Ottomaanse Rijk, GB en Piedmont tegen Rusland 1854: Frankrijk kiest kant van het Ottomaanse Rijk christenen beschermen 1856: Vrede van Parijs : einde Krimoorlog 1859: Oorlog met Oostenrijk samen met Piedmont
o slagen van Magenta en Solferino gewonneno Napoleon IIIgevangen genomeno Frans garnizoen in Rome om Paus te beschermen onduidelijkheid ivm positie van
Frankrijko juli 1859: Napoleon III verraad Piedmont aparte vrede met Oostenrijk
annexatie van Italiaanse steden bij Piedmont goedgekeurd Nice en Savoie naar Frankrijk 1862-1863: Franse bombardementen op Choshu (Japan) samen met USA,GB en NL’en delegatie naar de Japanse keizer hernieuwing handelsverdrag van 1854 + lage taksen
eisen 1867: British North-America Pact Canada wordt een federatie 1870: Frankrijk verhindert Leopold van Hohenzollern om de troon van Spanje in te nemen Erms-telegram in de Pruisische kranten 19 juli 1870: oorlogsverklaring van Frankrijk aan Pruisen Pruisen wint
o 2 september 1870: slag bij Sedan 4 september 1870: in Parijs 3e Republiek uitgeroepen Pruisen belegert Parijs voor 4 maanden stad geeft zich op 28 januari 1871 over 10 mei 1871: Vrede van Frankfurt einde Frans-Pruisische oorlog verlies van Lorraine en
Alsace
Hoofdstuk 14: Economie en politiek
1860: vrijhandel in Frankrijk maar rond 1880 terug protectionistisch 1873-1893: de lange depressie in Europa en de VS 1871: universeel stemrecht in Frankrijk dankzij Bismarck 1871: burgeroorlog tussen republikeinen en monarchisten: Commune vs. Nationale
Bijeenkomst Commune gesteund door de 1e Internationale : ondergang 1e Internationale vanaf 1875: presidentsverkiezingen
224
1886-1889: crisis dreiging van een staatsgreep door Boulanger 1884-1906: de Dreyfusaffaire 1905: scheiding tussen Kerk en staat parlementsleden die voor stemden: excommunicatie
door de paus
Hoofdstuk 15: Maatschappij en cultuur
14 juli 1889: 2e Internationale in Parijs (100 jaar na de bestorming van de Bastille) tweedeling tussen reformisten en revolutionairen (Lenin)
1896: Bequerel ontdekt radioactiviteit
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1830: Frankrijk neemt Algerije in Frans-Algerije met Algiers als hoofdstad 1857- 1860: 2e Opiumoorlog in China met GB en Frankrijk Opening van China + Frankrijk
krijgt Indochina 1861: Frankrijk valt Mexico binnen (Napoleon III) 1862: Maximilaan, aartshertog van Oostenrijk,wordt koning van een marionettenstaat 1861-1867: 2e onafhankelijkheidsoorlog in Mexico Frankrijk verliest en trekt zich terug 1881: Frankrijk neemt Tunesië in 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China
Hoofdstuk 17: WO I
1898: Fashoda-incident in Soedan met GB botsing tussen de 2 machten : Frankrijk wil een West-Oost as , GB een Noord-Zuid as doorheen Afrika
1904: leggen hun verschillen met GB na het Fashoda-incident bij Entente Cordiale 1905: keizer Willem I van het DKR doet in Marokko (Franse kolonie) een toespraak ivm.
onafhankelijkheid 1907: Verdrag van St. Petersburg Triple Entente met GB en Rusland april 1906: internationale conventie in Algeciras betwisting Franse aanspraak op Marokko
(maakte Triple Entente sterker ipv. het te verzwakken) 1911: 2e Marokkocrisis het DKR zou Marokko militair steunen tegen Frankrijk 1914: Duitsland verklaart oorlog aan Frankrijk en Rusland DKR verwacht dat Frankrijk
Rusland zou steunen 6 september 1914-9 september 1914: slag bij de Marne van bewegingsoorlog naar
loopgravenoorlog 1915: Zee-aanval op Constantinopel met GB 21 februari 1916 – 15 december 1916 : slag bij Verdun Duitsland gaf na 10 maand op 25 juni 1916 – 18 november 1916: slag om de Somme introductie van de tank (niet
meteen succesvol) 31 juli 1917: 3e slag om Ieper = slag bij Passendale 11 november 1918: wapenstilstand 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep 1919: vrede van Parijs 5 verdragen
225
Hoofdstuk 20: Democratie en dictatorschap
1923: Frankrijk bezet samen met België het Ruhrgebied Duitsland betaalt herstellingskosten niet
1923: de franc wordt gered door Raymond Poincaré na 1926: Nationale Unie onder Poincaré 1934: extreemrechtse rellen in Parijs mislukte fascistische staatsgreep 1935: het Volksfront wordt opgericht (Léon Blum) = Front Populaire (socialistisch!) naar
de verkiezingen van 1936: belofte voor Franse New Deal 1937: Volksfront wordt omver geworpen omdat het de Spaanse socialisten niet wou steunen
Spaanse burgeroorlog in 1936
Hoofdstuk 19: Interbellum
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg) 1929: Duitsland sluit het Youngplan met de USA Frankrijk trekt zich terug uit het
Ruhrgebied
Hoofdstuk 21: WO II
2 mei 1935: Franco-Sovjetverdrag wederzijdse steun 1936: Frankrijk legt een handelsembargo op de oorlogsexport naar Spanje dezelfde periode: verdrag met Tsjecho-Slovakije 1938: Frankrijk verwerpt zijn verdrag met Tsjecho-Slovakije 30 september 1938: Conferentie van München Duitsland annexeert Bohemen 3 september 1939: Frankrijk en GB verklaren oorlog aan Duitsland na het binnenvallen van
Polen begin WO II mei 1940: Duitse inval in NL, België, Luxemburg en Frankrijk gat in de Maginot Linie aan de
Meuse in Noord-Frankrijk 22 juni 1940: Franse overgave Vichy-regime olv. Pétain : collaboratie met de Nazi’s 28 juni 1940: Charles de Gaulle als leider van het Frans verzet (vanuit Londen) 1943: de VS boekt vooruitgang in de Franse kolonies Marokko en Algerije 1943: onbezet Frankrijk wordt ook bezet vernietiging van de Franse vloot bij Toulon mei 1943: geen As-mogendheden meer in Afrika augustus 1944: Parijs bevrijd door de geallieerden 1944: geallieerden vegen Frankrijk schoon vanuit Zuid-Frankrijk 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 1946: conferentie van Parijs
Hoofdstuk 22: de KO
1946: breuk met Vichy-regime olv. Charles de Gaulle (premier)4e Republiek 1958: 5e republiek (4e: CRISIS) olv Charles de Gaulle als PRESIDENT tot vandaag (ZIE 23) 1946: oprichting partij RPF (= Rally du Peuple Française) 1947: communisten uitgesloten 1947: oprichting van de NAVO met België, GB, NL en Luxemburg 1954-1962: Frans-Algerijnse oorlog Algerije onafhankelijk in 1962 1956: Marokko onafhankelijk van Frankrijk
226
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1945: Frankrijk biedt autonomie aan (in een verbond met Frankrijk) aan Cambodja, Laos, Vietnam en Indochina Vietnam neemt dit niet aan
1946-1954: Frans-Vietnameese oorlog Vietnam olv. Ho Chi Minh 1953: Viet Minh verklaart Vietnam onafhankelijk olv. Ho Chi Min Frankrijk doet nog een
poging met een marionettenkoning maar dit mislukt, wel hulp van de VS 1954: Conferentie van Genève + Frankrijk verliest bij Dien Bien Phu Frankrijk verliest
Vietnam 1958- heden: 5e Franse republiek 1968: studentenopstanden hervormingen
Hoofdstuk 24: Afrika en het Midden-Oosten na WO II
vanaf 1920: Franse kolonies in Afrika strijden om hun onafhankelijkheid 1946: oprichting Franse Unie naar voorbeeld van het Britse Gemenebest losse federatie
van staten met Frankrijk kolonies kregen inspraak en beloftes van autonomie 1954-1962: National Liberation Front in Algerije voert een onafhankelijkheidsoorlog met
Frankrijk 1956: Marokko en Tunesië krijgen hun onafhankelijkheid 1956: Frankrijk in Sinaï-oorlog samen met GB en Israël tegen Egypte de USA roept hen
terug 1958: de Gaulle terug aan de macht in Frankrijk 1960: Frans-Congo wordt onafhankelijk republiek Congo 1962: referendum voor de onafhankelijkheid van Algerije Algerije onafhankelijk , Franse
colons vertrekken uit het land
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO 1946-1953: Frans-Vietnamese oorlog Vietnam verdeeld in communisten en niet-
communisten ( Noord en Zuid) 1950-1953: Koreaanse oorlog de VN tegen het communisme 1955: Zuid-Vietnam verklaart zich onafhankelijk Dien-regime 1966-1996:Frankrijk stapt uit de NAVO(= Atlantische Alliantie) wil onafhankelijkheid van
de VS (pas in 2009 terug volledig lid) 1969: Charles de Gaulle treedt af als president van de 5e Republiek 1981-1988: François Mitterand als president cohabitatie (= president en premier NIET uit
dezelfde partij)
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
1990: erkenning van het eengemaakte Duitsland olv. Kohl
Hoofdstuk 27: Verandering
na WO II : Annales-school positivisme jaren ’80: Jean-Paul Sartre existentialisme jaren ’90: meer kiezers voor het Front Nationale naar aanleiding van immigratiestroom
1997: Daniel Jospin als premier begaan over socialistische kwesties, wil meer overheidsverantwoordelijkheid hierover
227
GB
Hoofdstuk 9: de Franse Revolutie : 1789-1804
1 februari 1793: Frankrijk verklaart oorlog aan GB, Duitse vorsten en Pruisen (= 1e Coalitieoorlog)
1796-1797: vrede van Lille: onderhandelingen stoppen na de staatsgreep van september Napoleon valt Egypte binnen 2e Coalitie: Oostenrijk, GB en Rusland maart 1802: vrede van Amiens met Napoleon einde 2e Coalitie
Hoofdstuk 10: Economie en politiek
1805-1807: 3e Coalitie tegen Napoleon met Rusland en Oostenrijk 21 oktober 1805: Slag bij Trafalgar Nelson verslaat vloot van Napoleon Britse
suprematie over de zee 2 december 1805: slag van Austerlitz Napoleon wint 1806: Berlijns Decreet: Continentale Blokkade tegen GB neutrale schepen mochten van
GB wel nog naar het eiland 1807: Decreet van Milaan door Napoleon geen enkel schip langs GB 1807: bombardementen op de haven van Kopenhagen Denemarken bij Frankrijk 1808: Spaanse schepen blokkeren GB GB steunt Spaanse guerrillastrijders in Peninsulaire
oorlog Frankrijk verliest 25 juni 1807: Vrede van Tilsit = einde 3e Napoleontische oorlog Frankrijk wint 1812: Anglo-Amerikaanse oorlog: GB en Canada tegen de USA 1813: GB breekt door de Pyreneeën olv. Wellington met hulp van Spaanse clerus oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag) Napoleon verslagen 9 maart 1814: Verdrag van Chaumont 20 jarige alliantie met Oostenrijk, Rusland en
Pruisen 1814: Congres van Wenen geheim verdrag tussen GB, Oostenrijk en Frankrijk ivm. het
aanvallen van Rusland en Pruisen 1814: oprichting Quadruple Alliantie tussen Rusland, GB, Oostenrijk en Pruisen 1818:
Frankrijk kwam erbij Quintuple Alliantie
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1750-1860: Enclosure Acts privatisering van gemeenschappelijke gronden 1764: uitvinding van de Spinning Jenny door Hargreaves 1765-1782: Watt verbetert de stoommachine 1776: Adam Smith’s Wealth of Nations verschijnt laissez-faire politiek ivm. economie
(liberalisme) vanaf 1780: agrarische revolutie grootgrondbezitters in de regering 1802: 1e Factory Act condities ivm. kinderarbeid 1815: invoering van de Corn Law vorm van mercantilisme + uitbreiding van politieke
macht van grootgrondbezitters : hooghouden van de broodprijzen 1818: Congres van Aix-la-Chapelle Tsaar Alexander I wou een permanent Europese Unie :
tegenstand van GB GB wou geen permanente verdragen sluiten 16 augustus 1819: Peterloo massacres in Manchester volk wou hervormingen in de
representatie van de arbeiders in het parlement
228
1820: Congres van Troppau GB stuurde enkel een waarnemer 20 oktober 1822: Congres van Verona GB steunt onafhankelijkheid van Latijns-Amerika 1832: Reform Bill hervormingen van het stemrecht : middenklasse kan ook stemmen 1833: 2e Factory Act over kinderarbeid 1838: Anti-Corn Law League (Manchester) willen vrijhandel 1838: Charter van 6 punten willen arbeidersvertegenwoordiging in het parlement 1846: Corn Law wordt opgeheven 1847: 10 Hours-Bill werkuren worden vastgelegd 1859: ontstaan Liberal Party uit de Whig-Party 1878: Congres van Berlijn GB krijgt Cyprus
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
1848: oprispingen van de ‘Chartisten’ geen doorbraak 1848: staatsgreep vermeden door verraad 1854: GB kiest kant van Ottomaanse Rijk in Krimoorlog expantie Rusland tegengaan 1856: Vrede van Parijs: einde Krimoorlog 1860: vrijehandelsverdrag met Frankrijk : herroepen graanwet 1861-1862: Engeland in 2e onafhankelijkheidsoorlog met Mexico
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1774: Quebec-Acte : bescherming van Franse kolonies in Canada 1791: GB doet een mislukte poging om eenheid te creëren 2 provincies met dezelfde
status als de vroegere Amerikaanse kolonies 1839: rapport over Canada naar GB 1840: GB maakt de 2 provinciën tot één + Britse garnizoen komt terug naar GB 1859: goedkeuring van annexatie Italiaanse steden bij Piedmont 1863: Britten in Japan overtreden etiquette, worden vermoord GB wil wraak :
bombardementen op Satsuma protest tegen Japanse aanvallen van handelsschepen shogun kan niet ingrijpen Choshu wordt platgelegd door een alliantie van GB, USA, NL’en en Frankrijk delegatie naar de Japanse keizer hernieuwing handelsverdrag van 1854 + lage taksen
eisen 1867: British North-America Pact Canada wordt een federatie
Hoofdstuk 14: Economie en politiek
na 1801: The United Kingdom of Great Britain and Ireland 1832: the Reform Bill mannelijk stemrecht 1837-1901: Queen Victoria I 1845-1849: Potatoefamine in Ierland 1846: Cornlaws in GB vanaf 1850: 2 partijen Liberalen (vroegere Whigs) en Conservatieven (vroegere Tories) 1867: Second Reform Bill uitbreiding stemrecht 1870: Foster Education Act 1900: oprichting Labour Party vanaf 1909: progressieve belasting vanaf 1911 wordt de regering betaald
229
1911: the Parliament Act 1914: Homerule voor Ierland 1918: algemeen mannelijk stemrecht + vrouwen ouder dan 30 1922: katholiek Ierland = kolonie van GB protest : Republiek van Ierland
Hoofdstuk 15: Maatschappij en cultuur
vanaf 1800: Labour Party minder socialistisch dan de arbeiderspartijen op het vasteland 1848: Chartisten zorgen voor onrust anti-kapitalisten 1850: New Model-politiek ivm. economie vakbonden concentreren op opleiding en
onderhandelingen ipv. stakingen : meer respect voor de arbeiders 1859: Darwin schrijft ‘ Origin of Species’ evolutietheorie + sociaal darwinisme 1864: de 1e Internationale in Londen Karl Marx 1869: opening Suezkanaal in Egypte economische belangen voor GB : makkelijke weg naar
India! 1871: 1e Internationale gaat ten onder na steun aan de Parijse Commune 1880: vakbonden voor ongeschoolde arbeiders vanaf 1880: industrieel unionisme 1882: Egypte wordt een Brits protectoraat Egypte olv. een khedive 4 januari 1884: oprichting Fabian Society non-marxistische socialistische partij 1900-1901: Taff Vale decision aanleiding: Taff Vale staking 1918: vrouwenstemrecht voor vrouwen van 30+
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1839-1841: 1e Opiumoorlog in China met GB 1857- 1860: 2e Opiumoorlog in China met GB en Frankrijk Opening van China + GB krijgt
Hongkong (enkel formeel) 17e eeuw – 1858: India bestuurd door de East-India Compagnie 1857: Sepoy-opstanden in India neergeslagen maar nieuw beleid in India : met en voor
Indiërs 1876-1947: Keizerrijk India onder Queen Victoria 1880 -1881: 1e Boerenoorlog in Zuid-Afrika 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China 1899-1902: 2e Boerenoorlog in Zuid-Afrika tegen de Afrikaners (= afstammelingen van NL’se
kolonisten) GB wint maar geraakt geïsoleerd in Europa 1910: oprichting Zuid-Afrikaanse Unie (Zuid-Afrikaanse republiek (= Transvaal) + Kaap Goede
Hoop +Oranje Vrijstaat) door GB 1941: GB en de USSR vallen Iran binnen de sjah moet vluchten 1941: verdeling van Iran in invloedssferen Zuid-Iran = Britse invloedssfeer 1941: GB steunt nieuwe sjah (= zoon van oude sjah) 1946: GB vertrekt uit Iran 1961: de Unie wordt omgevormd naar de Republiek van Zuid-Afrika is NIET hetzelfde als
de Zuid-Afrikaanse republiek
230
Hoofdstuk 17: WO I
1898: Fashoda-incident in Soedan met Frankrijk botsing tussen de 2 machten : Frankrijk wil een West-Oost as , GB een Noord-Zuid as doorheen Afrika
1902: Alliantie met Japan tegen Rusland 1904: Frankrijk en GB leggen hun verschillen na het Fashoda-incident bij Entente Cordiale 1907: Anglo-Russische conventie: GB en Rusland leggen hun geschillen bij 1907: Verdrag van St. Petersburg Triple Entente met Frankrijk en Rusland 1914: Duitsland viel België binnen en schond de neutraliteit ervan GB verklaart oorlog
aan DKR 1914-1918: rebellie in Ierland met Duitse hulp neergeslagen door GB 1915: Zee-aanval op Constantinopel met Frankrijk 31 mei 1916- 6 juni 1916: zeeslag bij Jutland eindigt onbeslist maar Duitsland doet geen
uitval op zee meer hierna 25 juni 1916 – 18 november 1916: slag om de Somme introductie van de tank (niet
meteen succesvol) 1916-1918: GB steunt Arabische opstand tegen het OR kolonel Lawrence 31 juli 1917: 3e slag om Ieper = slag van Passendale 11 november 1918: wapenstilstand 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep 1919: vrede van Parijs 5 verdragen
Hoofdstuk 19: Interbellum
1919: protest in Iran wilde geen Brits protectoraat worden 1919: Gandhi leidt een geweldloze onafhankelijkheidsbeweging tegen GB in India 1920: oliecontracten voor GB + naamverandering van Perzië naar Iran 1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg) 1929-1930: Grote Depressie Flight from the pound + protectionisme
Hoofdstuk 20: Democratie en dictatorschap
1916: Paasopstand in Ierland korte onafhankelijkheidsoorlog 1922: GB erkent Ierse Vrijstaat 1922: the Labour Party vervangt the Liberal Party problemen met de Conservatieven 1926: algemene staking in GB flop 1926: Ierland wordt een ‘dominion’ van GB bevestigd in 1931 door het Statuut van
Westminster 1927: Trades Disputes Act stakingen verboden 1929: coalitieregering National Government 1949: Ierland wordt de Republiek van Ierland
Hoofdstuk 21: WO II
1935: vlootverdrag met Duitsland Duitsland mag een vloot hebben van 1/3e omvang van de Britse
1936: Brits handelsembargo op de export van oorlogsmateriaal naar Spanje 1937-1939: appeasement-politiek door Chamberlain
231
september 1938: Chamberlain onderhandelt een aantal keer met Hitler ivm. Tsjecho-Slovakije
30 september 1938: Conferentie van München Bohemen wordt geannexeerd door Duitsland
1939: GB vormt een anti-Duitse coalitie met de USSR om Polen te redden Polen wil niet gered worden wegens angst voor het communisme
3 september 1939: Frankrijk en GB verklaren oorlog aan Duitsland na het binnenvallen van Polen begin WO II
1939: GB roept hulp in van de VS toestaan van Amerikaanse basissen mei 1940: Duitse inval in NL, België, Luxemburg en Frankrijk Ardennenoffensief (niet waar
de Britten verwacht hadden) 4 juni 1940: ontsnapping van Britse, Franse en Belgische soldaten over het Kanaal
(DUINKERKE) 28 juni 1940: Churchill erkent de Gaulle als leider van de Vrije Fransen (Frans verzet vanuit
Londen) zomer 1940: Duitse luchtaanvallen op GB 1941: Atlantisch Charter met de USA ivm. oprichting VN december 1941: GB en de USA combineren hun legers Combined Chierfs of Staff juli 1942: slag om El-Alamein met Afrikakorps van Rommel GB houdt stand olv.
Montgomery 1942: Japan neemt de Filipijnen, Nederlands Indië, Maleisië en New-Guinea in + bedreiging
Australië (Britse kolonie) 1942: luchtaanval op Duitsland 1943: conferenties met de VS en de USSR Casablanca, Caïro en Teheran mei 1943: geen As-mogendheden meer in Afrika juli –augustus 1943: Sicilië veroverd door GB (en Canada) Mussolini vlucht oktober 1945: opmars naar Rome vanuit Zuid-Italië verhinderd door Duitsland 6 juni 1944: D-Day landing in Normandië (operatie Overlord ol v. Eisenhower) augustus 1944: Parijs bevrijd door de geallieerden september 1944: grens met Duitsland wordt overgestoken landaanval in Duitsland 1944: geallieerden vegen Frankrijk schoon vanuit Zuid-Frankrijk 1944: GB en de USA breken door de Duitse fortengordel ( Siegfried Linie) maart 1945: de geallieerden steken de brug van Remagen over Rijn was de laatste
natuurlijke hindernis : inname Ruhrgebied 1945: conferenties met de USSR en de USA Yalta en Potsdam 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 1946: conferentie van Parijs 1951: vrede met Japan
Hoofdstuk 22: de KO
1942-1949: Griekse burgeroorlog communisten tegen regering + GB 1945-1951: regering olv. Clement Attlee (Labour) nationalisatie + gemengde economie 1946: de Bank van Engeland wordt genationaliseerd na 1951: regering van de Conservatieven voor 13 jaar
232
1948-1949: luchtbrug naar West-Berlijn door de USA en GB blokkade op het land door de DDR
1949: oprichting NAVO met Frankrijk, België, Nederland en Luxemburg 1969: gevecht tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland ( geannexeerd in 1922) 1969: GB komt bij de EG 30 januari 1972: Bloody Sunday in Derry, Noord-Ierland Britse agenten schieten op een
(verboden) vreedzame beweging 1998: Goede Vrijdag-akkoorden soort wapenstilstand
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1885: GB annexeert Burma (= Myanmar) Aung San opgesloten 1947: India onafhankelijk verklaard + stichting van een nieuwe staat: Pakistan 1948: Burma onafhankelijk Aung San aan de macht 1957: rellen met communisten in Maleisië onafhankelijk in hetzelfde jaar
Hoofdstuk 24: Afrika en het Midden-Oosten na WO II
1917: Balfour-verklaring belofte van een land voor Israëli’s in Palestina 1922-1948: Palestina is een Brits mandaatgebied 1931: Statuut van Westminster Zuid-Afrika onafhankelijk vanaf 1945: protest in Britse kolonies 1940-1945: veel Joden vluchtten naar Palestina GB stuurt hen terug omwille van Arabisch
protest (ook Britse steun aan Arabisch nationalisme) vanaf 1948: Afrikaners krijgen de macht in Zuid-Afrika begin van de Apartheid vanaf 1950: GB verandert zijn imperialistische politiek 1951: Nkrumah wordt gearresteerd in Goudkust + CCP wint verkiezingen 1956: CCP wint weer 1956: GB in Sinaï-oorlog samen met Frankrijk en Israël tegen Egypte de VS roept hen terug 1957: Goudkust wordt onafhankelijk Ghana geen Britse kolonie meer vroege jaren ’60: Zambia, Malawi en Botswana onafhankelijk 1960: Nigeria wordt onafhankelijk verklaard door GB 1962: Uganda wordt onafhankelijk 1963: Kenia onafhankelijk 1964: revolutionaire beweging in Zanzibar en Tanganyika oprichting onafhankelijk
Tanzania 1965: blanke meerderheid in Zimbabwe neemt macht over van GB GB onderhandelde met
de zwarten over onafhankelijkheid
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1950-1953: Koreaanse oorlog de VN tegen het communisme 1979-1990: Margaret Tatcher doet de Britse economie groeien Londen wordt een
financiële wereldstad (= the City)
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
1990: erkenning van het eengemaakte Duitsland olv. Kohl
233
Hoofdstuk 27: Verandering
1968: Non-proliferatieverdrag (Ierland) geen testen met nucleaire wapens jaren ’90: opkomst Skinheads naar aanleiding van de immigratiestroom 1997-2007: Tony Blair als premier ( Labour Party) 1998: overeenkomst ivm. Noord-Ierland maart 2003: Amerikaanse invasie in Irak (ook Britten) Bush vs. Saddam Hussein
Hongarije
Hoofdstuk 11: de IR en reacties
voor 1848: Magyar-nationalisme kwam opzetten in Hongarije 1849: Magyar-opstand olv. Kossuth neergeslagen door Oostenrijk en Rusland
Hoofdstuk 12 : Revoluties en Restauratie
maart 1848: Hongarije verklaart zichzelf onafhankelijk van het HR, wel nog erkenning september 1848: Magyars winnen aan macht Magyar wordt nationale taal: protest september 1848: burgeroorlog in Hongarije 1849: Hongarije terug in de macht van Oostenrijk 1849: Magyars verklaren zich onafhankelijk oorlog met Oostenrijk en anti-magyaranen 1849: Hongarije verslagen door Rusland terug bij Oostenrijk 1867: oprichting dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije onder keizer Joseph Francis 1907: algemeen stemrecht
-----------------------------------------------einde Hongarije Oostenrijk-Hongarije tot 1918 (zie Oostenrijk)
Hoofdstuk 19: Interbellum
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg)
Hoofdstuk 21: WO II
1918: afschaffing Dubbelmonarchie 1920: koninkrijk Hongarije opgericht 1920: verdrag van Trianon gebieden afstaan aan de Balkan 1940: Hongarije komt bij de As-mogendheden 1945: de USSR bezet Wenen en Boedapest 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 1947: verdrag met de geallieerden
Hoofdstuk 22: de KO
1956: opstand in Hongarije tegen de USSR olv. Nagy neergeslagen en Nagy opgehangen
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
1956: poging tot revolutie wordt neergeslagen door de USSR nieuwe leider = Janos Kadar 1988: de Hongaarse communisten zetten hun leider af + begin democratie 1989: openen van de grenzen veel Oost-Duitser vluchten langs Hongarije naar het Westen
234
Italië
Hoofdstuk 9: de Franse Revolutie: 1789-1
804
1796: Napoleon Bonaparte wint tegen de Oostenrijkers bij Campo Formio 1796: oprichting van de Cisalpine republiek door Napoleon valt in 1797 1797:in Genua : oprichting Liturgische republiek 1797:in Rome: oprichting Romeinse republiek (ten koste van de Paus) 1797:in Zuid-Italië: oprichting Napoleontische republiek/Parthenopeaanse republiek 1801: Concordaat van het Vaticaan: erkenning Romeinse republiek door de Paus
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
26 december 1805: Venetië + pauselijke staten worden ingenomen door Napoleon na het verdrag van Pressburg
oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag), Italiaanse soldaten in Franse leger Napoleon verslagen
4 april 1814: Napoleon treedt af 11 april 1814: Verdrag van Fontainebleau : Napoleon wordt verbannen naar Elba (Italië) 1814: Eerste verdrag van Parijs : Venetië terug naar Oostenrijk + Genua naar Sardinië in
het geheim afgesproken 1814: Congres van Wenen: Venetië inderdaad naar Oostenrijk, samen met Toscane en
Milaan, de Paus terug heerser van de pauselijke staten
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1820: opstand in Napels neergeslagen 1822: Congres van Verona regeling ivm. Oostenrijks bestuur in Italië
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
maart 1848: Venetië verklaart zich onafhankelijk van het Heilige Roomse Rijk maart 1848: Toscane verdrijft zijn hertog republiek 23 maart 1848: Piedmont verklaart oorlog aan Oostenrijk neemt Venetië en Lombardije in 25 juli 1848: Oostenrijk wint tegen Piedmont hernam Venetië Orde in Rome (en in heel Italië) terug hersteld na interventie van Oostenrijk terug inval van Piedmont in Lombardije afgeslagen door Oostenrijk 1859: 2e Italiaanse onafhankelijkheidsoorlog Piedmont en Frankrijk tegen Oostenrijk 1864: Paus Pius IX : Syllabus van fouten
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1853-1856: Piedmont in Krimoorlog tegen Rusland samen met GB, Frankrijk en het Ottomaanse Rijk
1856: Vrede van Parijs: einde Krimoorlog 1856: Congres van Berlijn Cavour (Piedmont) wou de Italiaanse kwestie bespreken april 1859: Piedmont verklaart oorlog aan Oostenrijk (gesteund door Frankrijk)
o slagen van Magenta en Solferino Oostenrijk verliesto rellen in Italië steden willen annexatie met Piedmont
235
o Frans garnizoen in Rome om Paus te beschermen onduidelijkheid ivm. positie Frankrijk
o juli 1859: Napoleon III verraad Piedmont Lombardije voor Piedmont, Venetië blijft bij Oostenrijk ( Franse aparte vrede met Oostenrijk)
oprichting federale unie onder pauselijk toezicht revolutionaire golf door Italië Referendum : aantal Italiaanse steden geannexeerd door Piedmont nieuw Italië
veroordeeld door de Paus, goedgekeurd door GB en Frankrijk 1860: eerste parlementaire samenkomst van het nieuwe Italië in Turijn 1860: val van het koninkrijk van de Twee Siciliën (onder Bourbon dynastie) dankzij Girabaldi
en zijn Red Shirts 1861: koninkrijk Vereningd Italië onder Victor Emmanuel van Piedmont Rome en Venetië
niet 1866: annexatie van Venetië 1870: Rome geannexeerd Frans garnizoen weg tijdens Frans-Pruisische oorlog Italië = 1
koninkrijk 1870-1929: Paus zondert zich af in het Vaticaan 1912: algemeen stemrecht in Italië
Hoofdstuk 15: Maatschappij en cultuur
1864: Syllabus van fouten door Paus Pius IX 1870: algemeen concilie ivm. dogma van de pauselijke onfeilbaarheid 1870-1929: pausen in zelf-gevangenschap in Rome 1891: Paus Leo XIII vaardigt ‘Rerum Novarum’ uit Paus moeit zich met socialisme 1929: verdrag van Lateranen Paus erkent Italiaanse staat, Italië erkent het Vaticaan als
onafhankelijke staat
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1869-1870: 1e Vaticaans Concilie onfeilbaarheid van de Paus 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China 1922: de Paus verzoent zich met Mussolini krijgt pauselijke staten terug 1962-1965: 2e Vaticaans Concilie modernisering van de Kerk = aggiornament
Hoofdstuk 17: WO I
1882: Italië komt bij de Triple Alliantie van 1879 (Oostenrijk-Hongarije en DKR) 1911-1912: Italiaans-Turkse oorlog Bulgarije, Servië en Griekenland voegen zich bij Italië 1915: Italië verlaat de Triple Alliantie en komt bij de geallieerden (geheim verdrag van
Londen) witte oorlog tegen Oostenrijk-Hongarije oktober 1917: slag bij Caporetto Italië verslagen 11 november 1918: wapenstilstand 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep 1919: vrede van Parijs 5 verdragen
Hoofdstuk 20: Democratie en dictatorschap
1919: eerste vechtende groep van Mussolini Fascio di combattimento 1921: Mussolini nam Italië over na de verkiezingsoverwinning ’ fascismo’
236
1922: Mars op Rome door de zwarthemden Mussolini wordt premier 1924: verkiezingen waren gefraudeerd Mussolini als ‘Il Duce’ corporatieve/ syndicale
staat
Hoofdstuk 19: Interbellum
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg)
Hoofdstuk 21: WO II
1896: Italianen worden verslagen in Ethiopië Ethiopië is een soevereine staat 1934: Nazi’s grijpen macht in Oostenrijk Mussolini grijpt in 1935: Italianen nemen Ethiopië toch in Volkerenbond dreigt met straffen maar doet niets 1936: Italië verslaat Ethiopië Ethiopië = Italiaanse kolonie 1936: creatie van een Italiaans-Oost-Afrikaans keizerrijk Somalië+ Ethiopië + Eritrea 1936: Italië steunt Franco in Spanje 22 oktober 1936: oprichting van de as Rome-Berlijn 1937: Italië komt bij het Anti-Kominternpact van Japan en Duitsland communisme
uitroeien 1938: Mussolini staat de Duitse annexatie van Oostenrijk toe 30 september 1938: Conferentie van München Duitsland annexeert Bohemen april 1939: inname van Albanië 11 december 1941: de As-mogendheden verklaren oorlog aan de USA 1942: Suezkanaal en MZ onder Italiaanse controle mei 1943: geen As-mogendheden meer in Afrika MZ weer vrij juli –augustus 1943: Sicilië veroverd door GB (en Canada) Mussolini vlucht 1943: Italiaanse Socialistische republiek in Noord-Italië marionettenstaat van de Nazi’s april 1945: Mussolini geëxecuteerd 1945: Duitsland bezet Italië nieuwe Italiaanse regering wou vrede oktober 1945: Italië olv. Badoglio verklaart oorlog aan Duitsland + geallieerden vallen vanuit
Zuid-Italië binnen 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 1946: conferentie van Parijs 1947: verdrag met de geallieerden
Hoofdstuk 22: de KO
1946: ontstaan Italiaanse Republiek na stemmingen 1946-1953: Christendemocratische partij aan de macht olv. De Gasperi’s
Hoofdstuk 27: Verandering
1948: oprichting Wereldraad voor Kerken 1962: Tweede Vaticaans Concilie door Paus Johannes XXIII Kerk moet zich aanpassen aan
moderne omstandigheden (= aggiornamento) 1978: eerste Poolse Paus Johannes Paulus II jaren ’90: neofascisme naar aanleiding van immigrantenstroom
237
1994: centrumrechtse partijen komen aan de macht na een lang bewind onder de christendemocraten en de socialisten
1998: coalitie tussen de Populaire Partij en de linkse democraten 2001: Silvio Berlusconi komt aan de macht met zijn Forza Italia-partij mediamagnaat ;
controle over de publieke opinie 2005: Paus Benedictus XVI wordt verkozen
Japan
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1542: eerste handelscontacten met de Portugezen + de Tokugawa grijpt de macht 1640: het land klapte dicht enkel nog een aantal Nederlandse handelaars 1854: handelsverdrag met de VS + anti-buitenlandsgevoel in Choshu en Satsuma 1862: Britten overtreden etiquette, worden vermoord GB wil wraak : bombardementen
op Satsuma Japanse aanvallen op buitenlandse handelsschepen Shogun kan niet ingrijpen Choshu wordt in as gelegd door de USA, GB, Frankrijk en Nederland delegatie naar de Japanse keizer hernieuwing handelsverdrag van 1854 + lage taksen
eisen Shogun wordt afgezet en keizer voor het eerst terug aan de macht sinds 1542 1868: nieuwe keizer: Mutsuhito modernisatie van Japan naar Europees en Amerikaans
voorbeeld 1889: grondwet + parlement ingevoerd
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1894-1895: 1e Japans-Chinese oorlog Japan wint : erkenning Korea door China 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China
Hoofdstuk 17: WO I
1902: Alliantie met GB tegen Rusland 1904-1905: Russisch-Japanse oorlog Japan wint , Rusland moet Port Arthur en Liaotung
afstaan , Korea wordt een protectoraat van Japan en Japan krijgt voordelen in Mantsjoeriije 1914: Japan verklaart oorlog aan Duitsland Europeanen slachten elkaar af 18 januari 1915: 21 eisen voor China China aanvaard deze 11 november 1918: wapenstilstand 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep
Hoofdstuk 18: Russische revolutie
augustus 1918: Japan en de USA hebben troepen in Vladivostok oorlog : Rode leger tegen Witten(= contrarevolutionairen) en geallieerden
Hoofdstuk 19: Interbellum
1931: Japan heeft een leger in Mantsjoerije 1932: Japan boycot de economie van China 1937-1945: 2e Japans-Chinese oorlog Japan verliest
238
1945: einde WO II = einde 2e Japans-Chinese oorlog
Hoofdstuk 21: WO II
25 november 1936: Anti-Kominternpact met Duitsland communisme uitroeien 1937: Italië komt bij het Anti-Kominternpact 1937: Japan verklaart oorlog aan China hoofdstad China wordt bezet : Rape of Nanjing :
Japan veroordeeld door de Volkerenbond (ineffectief) 1940: non-agressiepact met de USSR 7 december 1941: Japanse aanval op Pearl Harbor 8 december 1941: de VS verklaart oorlog aan Japan 1942: Japan neemt de Filipijnen, Nederlands Indië, Maleisië en New-Guinea in + bedreiging
Australië 1942: bezetting Burma Groot Aziatisch welvaartsgebied 1942: verlies bij Midway tegen de VS oktober 1944: de VS wint de slag om Leyte Golf 1944: luchtbombardement op Japan 6 augustus 1945: atoombom op Hiroshima 9 augustus 1945: atoombom op Nagasaki 2 september 1945: Japan geeft zich over en wordt bezet door de VS 1945: de USSR verklaart oorlog aan Japan inval in Mantsjoerije 1951: vredesverdrag met de geallieerden 1956: vredesverdrag met de USSR
Hoofdstuk 22: de KO
1945: Korea wordt onafhankelijk van Japan 1945-1952: bezetting van Japan door de geallieerden (zonder de USSR) 1946-1947: Japanse grondwet liberaal en democratisch vanaf 1950: economie boomt met + 10% per jaar 1955: oprichting liberale democratische partij in Japan na de bezetting (= LDP)
Hoofdstuk 27: Verandering
1991: financiële crisis en recessie 1993: de LDP verliest voor het eerst zijn meerderheid 1997: Kyoto-protocol ivm. reducering van uitlaatgassen de VS en Rusland weigeren te
tekenen (Rusland tekent toch in 2004)
Latijns-Amerika
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1804-1815: Portugese vluchtelingen naar Brazilië Napoleontische oorlogen 1810: Chili verklaart zichzelf onafhankelijk Chileense onafhankelijkheidsoorlog 1813: Venezuela roept republiek uit 2 republieken voor onafhankelijkheid4 1814: Spanje wint Chili terug 1816: Argentinië onafhankelijk olv. José de San Martin 1817: Chili toch onafhankelijk van Spanje
239
1819: Colombia definitief onafhankelijk olv. Simon Bolivar in 1810 riep Colombia zelf de onafhankelijkheid al uit
1821: Venezuela onafhankelijk van Spanje Simon Bolivar = El Libertador 1821: Peru onafhankelijk ( Bolivar + San Martin) 1822: vluchtelingen weigeren terug te komen Braziliaans koninkrijk olv. Peter I, zoon
Portugese koning onafhankelijk van Portugal 20 oktober 1822: Congres van Verona GB steunt onafhankelijkheid van Latijns-Amerika 1823: de USA vaardigt de Monroe-doctrine uit het Westen mag zich niet bemoeien in
Latijns-Amerika 1889: Republiek van Brazilië uitgeroepen door grootgrondbezitters aan de macht tot 1930
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1848: Amerikaans-Mexicaanse oorlog Mexico verliest gebied in het zuiden 1861-1867: Frans-Mexicaanse oorlog = 2e onafhankelijkheidsoorlog Frankrijk verliest 1862: Oostenrijks koninkrijkje dmv. Frankrijk einde in 1867
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1829: slavernij wordt afgeschaft in Mexico 1835: Texaanse revolutie Texaanse republiek 1845: noordoost Mexico wordt gekoloniseerd door de VS slavernij 1845: Texas wordt geannexeerd door de VS 1846-1848: Mexicaanse-Amerikaanse oorlog vrede van Guadalupe Hidalgo : Mexico had
verloren en moest 1/3e van zijn grondgebied afstaan 1861: Frankrijk valt Mexico binnen (Napoleon III) 1862: Maximilaan, aartshertog van Oostenrijk,wordt koning van een marionettenstaat 1861-1867: 2e onafhankelijkheidsoorlog in Mexico Frankrijk verliest en trekt zich terug,
Maximilaan terug naar Oostenrijk 1902: Cuba onafhankelijk Platt Amendement met VS : relaties met deVS worden
vastgelegd tot 1934 1903: Panama met hulp van de VS onafhankelijk (feitelijk protectoraat van de VS) bouw
Panamakanaal vanaf 1904
Hoofdstuk 17: WO I
16 januari 1917: Zimmermann-telegramschandaal Mexico
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie (in Latijns-Amerika)
1808-1826: creolen in het Spaanse (en Portugese) koloniale imperium vechten voor onafhankelijkheid
rond 1850: afschaffing slavernij in het koloniale imperium 1823: Monroe-doctrine 1904: de VS zou reageren als de Monroe-doctrine werd geschonden + interventie in centraal-
Amerika dmv. dollar diplomacy en gewapende invallen verandering na de jaren ‘30 vanaf 1910: sociale revoluties in Mexico ivm. landverdelingen 1930: Grote Depressie geen investeringen meer in Latijns-Amerika : eigen initiatieven! 1933-1957: dictator Batista in Cuba 1946-1983: Dirty war in Argentinië regime van Juan Péron
240
1948: oprichting van de OAS oplossen van disputen 1957: staatsgreep van Fidel Castro in Cuba: marxistische dictator handelsembargo door de
USA jaren ’60: Alliantie voor Vooruitgang in Latijns-Amerika olv. president Kennedy + Kerk verbied
contraceptie bevolkingsgroei + meer armoede : oprichting ‘Kerk van de armen’ jaren ’70 : hevig lenen van de VS 1977: overeenkomsten tussen Panama en de VS het Panamakanaal wordt eigendom van
Panama in 1999 1994: Noord-Amerikaanse Handelsverdrag geen handelsgrenzen meer tussen Canada, de
USA en Mexico 1994: opstand in Chiapas (Mexico) na 1998: einde dictatorschappen democratieën 2000: vreedzame sociale revolutie in Venezuela door Chàves + naamverandering in de
Boliviaanse republiek van Venezuela 2000: Nationale Actie Partij aan de macht in Mexico geen hervormingen 2002: verkiezing Lula da Silva Brazilië wordt een grootmacht
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
17 april 1961: Cubaanse ballingen + USA willen Castro omver gooien invasie in de Varkensbaai (mislukt)
8 februari 1962: handelsembargo van de USA op Cuba ging in 1962: Cuba-crisis Russische schepen met raketten naar Cuba , Amerikaanse schepen die
zouden vuren als de Russen de grens zouden overvaren ( zou het begin van een nucleaire oorlog zijn geweest)
Hoofdstuk 27: Verandering
1992: eerste samenkomst klimmaattop Rio de Janeiro
Nederland
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1795-1801: Bataafse republiek als bufferstaat voor Frankrijk, gesticht door Napoleon 1801: Napoleon zet zijn broer Lodewijk op de troon in NL 1806: Lodewijk twijfelt ivm. Continentale Blokkade want economie zou eronder lijden
Napoleon heft koninkrijk van NL op en annexeert het bij Frankrijk 1814: Congres van Wenen stellen het Verenigd Koninkrijk der NL’en in België bij NL onder
Willem I 18 juni 1815: Slag bij Waterloo Napoleon verslagen
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
Nederlandse handelscontacten met Japan zelfs na sluiting van het land in 1640 1862-1863: NL’se bombardementen op Choshu na Japanse aanvallen op buitenlandse
handelsschepen delegatie naar de Japanse keizer hernieuwing handelsverdrag van 1854 + lage taksen
eisen
241
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
16e eeuw- 1789: Nederlands-Indië onder de VOC 1789: oprichting Bataafse Republiek
Hoofdstuk 19: Interbellum
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg)
Hoofdstuk 21: WO II
mei 1940: Duitse inval in NL, België, Luxemburg en Frankrijk Ardennenoffensief mei 1940: NL capituleert 1942: Japan neemt de Filipijnen, Nederlands Indië, Maleisië en New-Guinea in + bedreiging
Australië 8 mei 1945: einde van de oorlog 1946: Verdragen van Parijs
Hoofdstuk 22: de KO
1947: oprichting van de NAVO met Frankrijk, GB, België en Luxemburg 1949: oprichting Benelux met België en Luxemburg douane-unie
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1945: Indonesië verklaart zichzelf onafhankelijk olv. Sukarno 1945-1949: oorlog met Indonesië 1949: NL erkent onafhankelijkheid van Indonesië
Oostenrijk
Hoofdstuk 9: de Franse Revolutie :1789-1804
1791-1792: verdrag van Pilnitz tussen de graaf van Artoisenkeizer Lodewijk II 20 april 1792: Frankrijk verklaart oorlog aan Oostenrijk en Spanje (=1e Coalitieoorlog) 25 juli 1792: Brunswick Manifest met Pruisen 1795: een deel van Polen gaat naar Oostenrijk 1796: Napoleon wint bij Campo Formio 1796-1797: vrede van Lille: onderhandelingen 17 oktober 1797: verdrag van Campo Formio met Frankrijk Napoleon valt Egypte binnen 2e Coalitie: Oostenrijk, GB en Rusland juni 1800: Slag bij Marengo Oostenrijk verslagen juni 1800: Verdrag van Lunéville : bevestiging verdrag van Campo Formio
Hoofdstuk 10: Economie en politiek
1804: het Oostenrijkse Rijk vervangt het Heilige Roomse Rijk 1805-1807: 3e Coalitie tegen Napoleon met GB en Rusland 21 oktober 1805: Slag bij Trafalgar GB wint 5 december 1805: slag bij Austerlitz Napoleon wint
242
26 december 1805: Vrede van Pressburg annexatie van verschillende Oostenrijkse gebieden door Frankrijk (Venetië) grotendeels ongedaan gemaakt door het Congres van Wenen
25 juni 1807: Vrede van Tilsit Frankrijk wint de 3e Napoleontische oorlog april 1809- oktober 1809: Oostenrijkse vrijheidsoorlog gevecht van Wagram Frankrijk
wint 1809: Napoleon vergroot het Graafschap van Warschau met gebieden van Oostenrijk 1809: Napoleon trouwt met Maria Louise , dochter van Oostenrijkse keizerdankzij
Metternich 1813: Oostenrijk en Pruisen alliëren met Rusland om Napoleon te verslaan oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag) Napoleon verslagen 9 maart 1814: Verdrag van Chaumont 20 jarige alliantie met Rusland, GB en Pruisen september 1814: begin Congres van Wenen Verdrag van Wenen in 1815
o oprichting Verenigd Koninkrijk der NL’en onder Willem I van Oranje-Nassauo Polen krijgt linker-Rijngebied + Westfalen en Sakseno Oostenrijk annexeert Toscane, Venetië en Milaano monarchie hersteld in Spanje en Portugalo Duitse Rijnbond blijft bestaan geen eigen rijko oprichting Luxemburgo Polen bij Rusland als constitutionele staat olv. Alexander Io geheim verdrag tussen GB, Oostenrijk en Frankrijk ivm. het aanvallen van Pruisen en
Ruslando 1815 : oprichting Heilige Alliantie tussen Oostenrijk, Rusland en Pruisen (en GB) =
ongeveer gelijk aan de Quadruple Alliantie van 1814 (in 1818: Quintuple Alliantie)
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1819: besluiten van Karlsbad onderdrukking van nationale en liberale ideeën in Duitsland (op aandringen van Oostenrijk en Pruisen)
1820: Congres van Troppau herstel Heilige Alliantieo Protocol van Troppau Europese staten beschermd door internationale actie
september 1822: Metternich en Alexander I maken afspraak ivm. Russische hulp aan Griekenland
20 oktober 1822: Congress van Verona Alexander I steunt Griekenland niet + regeling ivm. Oostenrijks bestuur in Italië
1849: Magyar-opstand olv. Kossuth neergeslagen door Oostenrijk en Rusland 1849: Hongarije terug bij Oostenrijk 1878: Congres van Berlijn Oostenrijk-Hongarije krijgt Bosnië en Hezegovina onder toezicht 1878: Oostenrijk-Hongarije valt Bosnië en Herzegovina binnen oorlog eindigt in 1908
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
maart 1848: Hongaarse reactie op de feburari-revolutie in Parijs onrust in Wenen Metternich vlucht naar GB 15 maart 1848: Hongarije onafhankelijk van het Habsburgse Rijk, wel nog erkenning van het
HR de Bohemen krijgen dezelfde status van keizer Ferdinand
243
maart 1848: Venetië onafhankelijk 23 maart 1848: Piedmont verklaart de oorlog aan Oostenrijk 25 juli 1848: Oostenrijk wint tegen Piedmont oktober 1848: keizer Ferdinand vlucht + belegering van Wenen 31 oktober 1848: Wenen valt 2 december 1848: Ferdinand treedt af als keizer opgevolgd door François Joseph 1848: Oostenrijk herstelt rust in Rome en slaat nieuwe inval van Piedmont af Hongarije, Bohemen en Italië terug onder Oostenrijkse controle 1849: Magyar-Hongarije splitst zich weer af olv. Kossuth oorlog met Oostenrijk 1849: François Joseph vraagt Rusland om te interveniëren Hongarije verslagen en terug bij
Oostenrijk gebracht 1849: Bach-regime : uitroeien nationalistische gedachten 1849: Oostenrijk komt niet bij het nieuwe Duitsland 1908: Oostenrijk- Hongarije annexeert Bosnië en Herzegovina
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1853-1856: Krimoorlog Oostenrijk bezet Modavië en Wallachije verliest deze gebieden door de Vrede van Parijs in 1856
1859: oorlog tegen Frankrijk en Piedmont in Italië: 2e Italiaanse onafhankelijkheidsoorlogo slagen van Magenta en Solferino verloreno Napoleon III wel gevangen genomeno juli 1859: aparte vrede met Napoleon III
1862: Frankrijk maakt een marionettenrijkje in Mexico olv. Oostenrijkse vorst valt in 1867 1864: oorlog tegen Denemarken samen met Pruisen annexatie Holstein 1866: Venetië mag bij het koninkrijk Italië na Italiaanse hulp in de Pruisische-Oostenrijkse
oorlog 1866: Pruisische-Oostenrijkse oorlog: 7-weken-oorlog : Pruisen annexeert Holstein
Hoofdstuk 14: Economie en politiek
1867: oprichting van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije Joseph François als keizer van HR en koning van Hongarije
1907: algemeen stemrecht niet in Hongarije
Hoofdstuk 15: Maatschappij en cultuur
1866: Gregor Mendel publiceert zijn bevindingen ivm. erfelijkheid 1899-1939: Sigmund Freud
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1861: Frankrijk valt Mexico binnen (Napoleon III) 1862:Maximilaan, aartshertog van Oostenrijk,wordt koning van een marionettenstaat 1861-1867: 2e onafhankelijkheidsoorlog in Mexico Frankrijk verliest , einde van
Maximilaans regering 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China
244
Hoofdstuk 17: WO I
1873: Driekeizerverbond met Rusland en DKR Rusland stapt er in 1887 uit 1879: Triple Alliantie met DKR 1882: Italië bij Triple Alliantie 1908: annexatie van Bosnië en Herzegovina 28 juni 1914: Frans Ferdinand, troonopvolger vermoord in Sarajevo door de Zwarte Hand
aanleiding WO I 6 juli 1914 : het DKR geeft een garantie aan Oostenrijk-Hongarije dat ze hen zouden steunen
in welke oorlog dan ook met Servië 1914: ultimatum van Oostenrijk voor Servië wordt afgewezen Oostenrijk-Hongarije
verklaart de oorlog aan Servië 2 augustus 1914: geheime overeenkomst met DKR OR bij het DKR en Oostenrijk-Hongarije 1915: Duitsers en Oostenrijkers ver in Rusland 1915: witte oorlog tegen Italië (Italië was overgelopen naar de geallieerden) oktober 1917: slag bij Caporetto Italië verslagen 11 november 1918: wapenstilstand 1918: de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije wordt opgeheven 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep 1919: eerste Oostenrijkse republiek 1919: vrede van Parijs 5 verdragen : verdrag van St. Germain met Oostenrijk en verdrag
van Trianon met Hongarije
--------------------------------------------------------------------------------------- einde Oostenrijk-Hongarije
Hoofdstuk 19: Interbellum
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg)
Hoofdstuk 21: WO II
1934: Nazi’s grijpen de macht in Oostenrijk Italië grijpt in 1938: Oostenrijk komt toch bij Duitsland Anschluss als Duitse provincie 1945: de USSR bezet Wenen en Boedapest 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa
Ottomaanse Rijk
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1806-1812: Russisch-Turkse oorlog Rusland annexeert Bessarabië
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
20 oktober 1822: Congres van Verona Griekenland wil onafhankelijk zijn van het OR, heeft hulp van Rusland nodig maar Alexander I weigert
1877-1878: Russisch-Ottomaanse oorlog Nicolas I neemt grote delen van het OR in
245
1878: vrede van San Stefano het OR verliest Montenegro, Roemenië en Servië (worden onafhankelijke staten) en Bessarabië aan Rusland, Bulgarije wordt een Ottomaans protectoraat
1878: Congres van Berlijn het OR verliest Bulgarije maar een deel wordt teruggegeven onder de naam Oost-Roemenië
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
al oorlogen met Rusland vanaf 1569-1853 12 Russische-Turkse oorlogen in totaal 1853-1856: Krimoorlog tegen Rusland samen met GB ,Frankrijk en Piedmont 1856: Vrede van Parijs: einde Krimoorlog Rusland verliest
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1830: Frankrijk neemt Algerije in Frans-Algerije met Algiers als hoofdstad 1850-1860: economische groei in Egypte en Noord-Afrika maar kunnen leningen niet
betalen dus de economie valt nationalistisch protest 1869: opening Suezkanaal 1881: Frankrijk neemt Tunesië in 1882: Egypte wordt een Brits protectoraat stellen een khedive aan (= onderkoning) 1876: grondwetherziening in Turkije word ongedaan gemaakt instelling kalifaat olv. sultan
Abdulhamid II 1908: Jong-Turken (nationalististen) plegen een staatsgreep in Turkije Atatürk aan de
macht : modernisatie van Turkije 1912: Albanië wordt onafhankelijk na de Balkanoorlogen
Hoofdstuk 17: WO I
1908: opstand van de Jonge Turken tegen Atatürk 1911-1912: Italiaans Turkse oorlog Bulgarije, Servië en Griekenland voegen zich bij Italië 1912-1913: Balkanoorlogen einde Ottomaanse heerschappij in de Balkan 1914-1918: Armeense genocide door de Turken Armenen waren Christenen 2 augustus 1914: geheime overeenkomst met DKR OR bij het DKR en Oostenrijk-Hongarije 1915: GB en Frankrijk doen een zee-aanval op Constantinopel 1916-1918: Arabische opstand tegen het OR met Britse steun 1916 : Hussein van Hejaz
wordt koning van Arabië
Hoofdstuk 19: Interbellum
1923: Turkse republiek opgericht olv. Kemal Atatürk einde kalifaat 1930: Constantinopel wordt Istanbul 1933: planeconomie in Turkije
Hoofdstuk 22: de KO
1952: staatsgreep in Egypte door generaal Nasser 1954-1962: de Frans-Algerijnse oorlog Algerije onafhankelijk in 1962 1956: Marokko onafhankelijk van Frankrijk
Hoofdstuk 24: Afrika en het Midden-Oosten na WO II
Afrika:
246
1919: Rwanda en Burundi onder Belgisch mandaat vanaf 1920: Franse kolonies in Afrika strijden om hun onafhankelijkheid 1931: Statuut van Westminster Zuid-Afrika onafhankelijk vanaf 1945: protest in Britse kolonies 1946: oprichting Franse Unie naar voorbeeld van het Britse Gemenebest losse federatie
van staten met Frankrijk kolonies kregen inspraak en beloftes van autonomie 1947: Nkrumah sticht de Convention’s People Party (=CCP) nationalisme vanaf 1948: Afrikaners krijgen de macht in Zuid-Afrika begin van de Apartheid 1951: Libië wordt onafhankelijk 1951: de CCP wint de verkiezingen + Nkrumah wordt gearresteerd in Goudkust 1954-1962: National Liberation Front in Algerije voert een onafhankelijkheidsoorlog met
Frankrijk 1956: Marokko en Tunesië krijgen hun onafhankelijkheid 1956: de CCP wint weer in Goudkust 1956: Tanger onafhankelijk van Portugal 1956: Soedan onafhankelijk van Egypte rellen tussen Arabisch noorden en Christelijk
zuiden 1957: Goudkust wordt onafhankelijk Ghana geen Britse kolonie meer 1959: opstand van Hutu’s tegen Tutsi’s in Rwanda bloedbad vroege jaren ’60: Zambia, Malawi en Botswana onafhankelijk 1960: voormalig Brits en Italiaans Somali-land wordt Somalië 1960: Frans-Congo wordt onafhankelijk ontstaan Republiek Congo mei 1960: verkiezingen in Congo Kasavubu als president en Lumumba als premier 30juni 1960: Belgisch-Congo wordt onafhankelijk Dipenda voor de Republiek Congo
(verschil met de Franse) 30 juni 1960: ceremonie in Leopoldstad koning Boudewijn vs. Lumumba september 1960: Lumumba en Kasavubu zetten elkaar af 1960: Nkrumah wordt president van de Republiek van Ghana president voor het leven +
afschaffing van andere partijen buiten de CCP 1960: Nigeria wordt onafhankelijk verklaard door GB van de jaren ’60- jaren ’80: Afrikaans socialisme (geïntroduceerd door Nkrumah) 1961: de Congolese provincie Katanga scheurt zich af olv. Tsjombé 1961: Patrice Lumumba wordt vermoord in Katanga 1961: Portugal onderdrukte nationalistische opstanden in de kolonies 1962: Rwanda en Burundi onafhankelijk van België 1962: referendum voor de onafhankelijkheid van Algerije Algerije onafhankelijk , Franse
colons vertrekken uit het land 1962: Uganda wordt onafhankelijk + roep om onafhankelijkheid voor Boganda Obote als
eerste minister 1962-1990: het National Liberation Front aan de macht in Algerije islamitisch
fundamentalisme om de banden met andere Arabische landen aan te halen 1963: Nigeria wordt een republiek 1963: Kenia onafhankelijk 1963: Uganda wordt een republiek 1963-1966: militaire regimes in Nigeria
247
1963: Zanzibar onafhankelijk 1964: revolutionaire beweging in Zanzibar en Tanganyika oprichting onafhankelijk
Tanzania 1964: Rivonia-proces: Nelson Mandela , leider van het African National Congress(= ANC)
krijgt levenslang gevangenschap op de Robbeneilanden 1964: Kenyatta als eerste president van Kenia 1964- 1989: Tanzania bestuurd door Nyerere 1965: blanke meerderheid in Zimbabwe neemt macht over van GB GB onderhandelde met
de zwarten over onafhankelijkheid 1965-1980: guerrillaoorlog in Zimbabwe blanke leiders geven zich over 1965- 1997: Mobutu aan de macht in Zaïre extravagant leven + steun van de USA 1966: Nkrumah wordt verdreven uit Ghana door militaire leiders militaire coups 1966: Abusjano herstelt de orde in Nigeria vanaf jaren ’70: groeiende economie in Nigeria korte periode van groei 1971-1979: Idi Amin voert schrikbewind in de republiek van Uganda 1974: Ginee-Bissau wordt onafhankelijk 1975: Mozambique (communistisch) en Kaapverdië onafhankelijk van Portugal 1976: onafhankelijkheid van Angola: confrontatie tussen de USSR en Cuba tegen de VS en
Zuid-Afrika stichting Volksrepubliek (communistisch) 1977: Ogadenoorlog tussen Somalië en Ethiopië 1978: Kenyatta sterft opgevolgd door Daniel arap Moi 1979: Obote komt terug aan de macht in Uganda hulp van het Tanzaniaanse leger 1979-1997: luchtofficier Jerry John Rawlings neemt Ghana over jaren ’80: economische groei in Ghana leningen van de Wereldbank 1980: Mugabe als eerste zwarte president van Zimbabwe 1985: terug een militaire coup in Nigeria 1986- heden : Musevenigooit Obote in Uganda omver en wordt president hulp van
guerrillaleger 1987: vrije verkiezingen in Congo maar Mobutu trekt zich er niets van aan einde steun van
de VS 1988: oprichting Islamic Salvation Front (= ISF) 1989: president de Klerk van Zuid-Afrika hervormt jaren ’90: genocide in Rwanda Hutu extremisme na moord op presidenten in 1994 +
Tutsi’s vallen Rwanda binnen + meegesleurd in burgeroorlog in Congo 1990: Nelson Mandela wordt vrijgelaten 1991: de ISF wint verkiezingen maar wordt illegaal verklaard 1991: einde Apartheid 1992: schrikbewind in Algerije door islamitisch extremisme 1993: verkiezingen in Nigeria maar winnaar Abiola wordt gevangengezet door militairen 1993: een Hutu werd president in Rwanda Tutsi’s in zijn kabinet 1994: eerste vrije verkiezingen in Zuid-Afrika ANC wint met Nelson Mandela als president april 1994: het vliegtuig met Hutu presidenten van Rwanda en Burundi werd neergeschoten
beide presidenten dood 1995: eerste meer partijdige verkiezingen in Tanzania Mkapa aan de macht 1996: nieuwe grondwet in Zuid-Afrika rechtstelling van de Apartheid
248
1997-2004: Kufuor is de gekozen opvolger vanRawlings 1997: Mobutu wordt ten val gebracht door Kabilla sr. met hulp van Rwanda en Uganda
Democratische Republiek Congo (= DRC) 1999: Abesjano wordt terug president van Nigeria 1999: het ANC wint weer in Zuid-Afrika, Mbeki vervangt Mandela als president 2001: Kabilla sr. vermoord en opgevolgd door zijn zoon Kabilla jr. 2002: Moi beëindigd zijn termijn als president van Kenia politieke onrust 2003: Kagame wordt president in Rwanda (Tutsi) 2004: opvolger van Rawlings Kufuor wint verkiezingen in Ghana 2005: Hutu’s stoppen geweld in Rwanda en Burundi 2005: vredesakkoord tussen rebellen en overheid in Soedan 2006: Kabilla jr. wint eerste vrije verkiezingen 2010: Congo 50 jaar onafhankelijk
Midden-Oosten: 1917: Balfour-verklaring belofte van een land voor Israëli’s in Palestina 1921: Khan neemt de Sjah-titel aan in Iran 1922-1948: Palestina is een Brits mandaatgebied 1940-1945: veel Joden vluchtten naar Palestina GB stuurt hen terug omwille van Arabisch
protest 1940-1945 : bezetting door de USSR en GB Sjah wordt afgezet en zijn zoon Muhammed
Reza komt aan de macht na 1945: Amerikaanse invloed het grootst in Iran 1947: verdeling van Palestina in een Joodse zone, een Arabische zone en Jerusalem 14 mei 1948: oprichting Republiek Israël olv. Ben-Gurion 1949: Egypte, Irak, Libanon en Syrië erkennen Israël niet onafhankelijkheidsoorlog, Israël
wint veel land 1949: Israël in de VN 1956-1982: 4 Arabische-Israëlische oorlogen
o 1956: Sinaï-oorlog: GB, Frankrijk en Israël tegen Egypte Egypte wint want geallieerden worden teruggeroepen door de USA
o 1967: Zesdaagse oorlog: Israël tegen Egypte, Jordanië en Syrië Israël bezet de Westelijke Jordaanoever, de Golanhoogte, de Gaza-strook en Sinaï
o 1973: Jom-Kippoer oorlog: Egypte en Syrië tegen Israël Sinaï gedeeltelijk terug naar Egypte
o 1982: Libanonoorlog : Israël tegen Libanon Libanon verliest 1963: in Libië komt de Baath partij aan de macht 1 partij-politiek 1964: oprichting Palestine Liberation Organisation (= PLO) olv. Egypte (president Nasser)
komt bij de Arabische Liga olv. Yasser Arafat (terrorisme) 1969: Qaddafi sticht dictatuur in Libië 1978: religieus protest in Iran Ayatollah Khomeini terug uit ballingschap 1979: oprichting Islamitische Republiek van Iran door Ayatollah Khomeini leer van de
sharia (moslimfundamentalisme) 1987-1993: 1e Intifada opstand door jong-Palestijnen
249
1971- heden: al-Assad aan de macht in Libië 1980-1988: Irak-Iran oorlog (= 1e Perzische Golfoorlog) het Westen steunde Saddam
Hussein (Irak) over watervoorziening naar Irak, Iran verloor in 1988 1988: oprichting Al-Qaida olv. Osama Bin-Laden 1990-1991: 2 e Golfoorlog tussen de VS en Irak Irak verliest en trekt zich terug uit Koeweit 1991: Irak weigert Koeweit te verlaten Operation Dessertstorm door de VS 1992: Khomeini sterft en wordt opgevolgd door zijn zoon Ayatollah Ali Khomeini nieuwe
president : Rafsanjani 1993: Oslo-akkoorden tussen Arafat en de Israëlische premier Rabin Israël erkende de PLO
en stappen naar Palestijns zelfbestuur met veiligheidstroepen 1994: Taliban neemt Afghanistan in samenwerking tussen de Taliban en Al-Qaida 1995: Rabin wordt vermoord 1996: Netanyahu wint volgende verkiezingen maar wordt op zijn beurt verslagen door Barak 1997: Khatami wordt verkozen als nieuwe Iranese president 2000-2005: 2e Intifada na bezoek van Ariel Sharon aan de Tempelberg (moslimheiligdom) 11 september 2001: Al-Qaida bombardeert de WTC-towers in de USA 2004: Yasser Arafat sterft 2005: Ahmadinejad wordt nieuwe president van Iran 2006- heden: Sharon in coma 2010- heden : Arabische Lente einde dictaturen in Tunesië, Libië, Egypte, Syrië,… 2 mei 2011: Osama Bin-Laden vermoord door Amerikaanse elite-squads
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1973: eerste oliecrisis door de OPEC protest tegen Westerse steun aan Israël in Jom Kippoeroorlog
1978-1979: Iraanse gijzelingscrisis gijzeling van de Amerikaanse ambassade in Iran tijdens de Iranese revolutie
1979: tweede oliecrisis doordat de sjah moest vluchten uit Iran voor de Iranese revolutie
Hoofdstuk 27: Verandering
maart 2003: Amerikaanse invasie in Irak Bush vs. Saddam Hussein 2004: Irakezen willen niet geholpen worden interim-regering 2005: eerste verkiezingen grondwet gaf grote autonomie aan Koeren en Sjieten 2005: nieuwe golf van geweld Bush wou de Amerikanen niet weghalen uit Irak
Polen
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
25 juni 1807: Vrede van Tilsit Napoleon creëert het Groot Graafschap van Warschau olv. koning van Saksen
1809: na overwinning op Oostenrijk wordt het Graafschap vergroot met Oostenrijkse gebieden
oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag), Poolse soldaten bij Franse leger Napoleon verslagen
1814: Congres van Wenen Polen bij Rusland onder Alexander I als constitutionele staat ‘Congres Polen’
250
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1830: 1e opstand in Polen mislukt willen soevereine staat 1830: Tsaar Nicolas I wilt naar België om de revolutie tegen te houden maar geraakt niet
door Polen november 1830: Poolse Novemberrevolutie Rusland wint : Polen is geen constitutionele
staat meer maar terug onder Russisch bewind 1863: 2e opstand in Polen mislukt grotere repressie door overheersers
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
1795: Polen wordt door de 1e Coalitie opgedeeld tussen Rusland, Pruisen en Oostenrijk maart 1848: Poolse Revolutie lokaal zelfbestuur toegestaan door Pruisen april 1848: interventie van het Pruisische leger 1863: opstanden tegen Rusland verstrenging van het Russische beleid
Hoofdstuk 17: WO I
1919: het verdrag van Versailles bepaalt dat er een nieuwe Poolse staat zou komen in de voormalige Duitse bezittingen in Polen
Hoofdstuk 19: Interbellum
1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg)
Hoofdstuk 21: WO II
1934: non-agressiepact met Duitsland 1936: het Locarno-verdrag Volkerenbond
o Oost-grenzen met Duitsland worden vastgelegdo Poolse corridor komt bij Polen, Silezië ooko Duitsland maakt aanspraak op deze gebieden + op Danzig (vrije stad) grenzen
waren niet definitief 1937: anti-Nazi onrust in Danzig 1939: Polen wil geen hulp van Rusland angst voor communisme 1 september 1939: Duitsland valt Polen binnen Blitzkrieg 14 september 1939: de USSR valt Polen langst de andere kant binnen Polen in 1 maand
ingenomen 1944: Poolse verzetsbeweging vernietigd door de USSR non-communistisch
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
1956-1970: Polen bestuurd door Gomulka geen hervormingen , protest 1968: antisemitische actie toegestaan door Gomulka 1970: Gomulka vervangen door Gierek zware leningen , verzwakking economie 1978: Paus Johannes Paulus II wordt aangesteld (Pool) vanaf 1980: stakingen (haven van Gdansk) + Gierek vervangen door Jarulzski jaren ’80: Poolse Revolutie jaren ’80: oprichting Solidariteit olv. Lech Walesa(=arbeiderspartij in Polen) 1981: Jarulzelski verbiedt Solidariteit en kondigt noodtoestand uit
251
1983: Lech Walesa krijgt de Nobelprijs voor Vrede 1989: verkiezingen in Polen Solidariteit won + Walecha wordt president van Polen
Portugal
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1807: Portugal bezet door Napoleon maar doet niet mee aan de Continentale Blokkade 1808: Portugal steunt samen met GB de guerrillastrijders in Spanje: de Peninsulaire oorlog
Frankrijk verliest 1813: Frankrijk trekt zich terug uit Portugal oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag) Napoleon verslagen 1814: Congres van Wenen monarchie hersteld in Portugal : Branganza-dynastie
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1804-1815: Portugese vluchtelingen naar de kolonies Napoleontische oorlogen 1822: vluchtelingen weigeren terug te komen Braziliaans koninkrijk olv. Peter I, zoon
Portugese koning onafhankelijk van Portugal, in 1889: een Braziliaanse republiek
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1808-1826: creolen in het Portugese koloniale imperium vechten voor onafhankelijkheid rond 1850: afschaffing slavernij in het koloniale imperium 1975: Portugal laat Oost-Timor gaan in 2002 onafhankelijk
Hoofdstuk 24: Afrika en het Midden-Oosten na WO II
1956: Tanger onafhankelijk 1961: Portugal onderdrukte nationalistische opstanden in de kolonies 1963: Zanzibar onafhankelijk 25 april 1974: Anjerrevolutie geweldloze staatsgreep 1974: Guinee-Bissau wordt onafhankelijk 1975: Portugees bewind wordt omver gegooid in Mozambique en Kaapverdië 1976: onafhankelijkheid van Angola Volksrepubliek (communistisch)
Pruisen
Hoofdstuk 9: de Franse Revolutie: 1789-1804
Keizer Leopold II en Francis II onderhandelen met Frederick Willem II van Pruisen ivm oorlog met Frankrijk
april 1792: Pruisen staat Oostenrijk bij in de 1e Coalitieoorlog 25 juli 1792: Brunswick Manifest 1 februari 1793: Frankrijk verklaart oorlog aan GB, Pruisen en Duitse vorsten (= 1e
Coalitieoorlog) 1795: een deel van Polen gaat naar Pruisen
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1786: dood van Frederik de Grote 1806: oprichting Rijnbond olv. Napoleon Pruisen in de 3e Coalitie oktober 1806: slagen bij Jena en Auerstädt Pruisen verslagen
252
1807: boeren worden onafhankelijk van de Junkers 1813: Pruisen en Oostenrijk komen bij Rusland om Napoleon te verslaan oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag) Napoleon verslagen 9 maart 1814: Verdrag van Chaumont 20 jarige alliantie met GB, Rusland en Oostenrijk 1814: Congres van Wenen: Pruisen krijgt linker-Rijngebied + Westfalen en Saksen 1814: oprichting Quadruple Alliantie tussen Rusland, GB, Oostenrijk en Pruisen 1818:
Frankrijk kwam erbij Quintuple Alliantie 1815: oprichting Heilige Alliantie tussen Oostenrijk, Rusland en Pruisen
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1819: besluiten van Karlsbad onderdrukking van nationale en liberale ideeën in Duitsland (op aandringen van Oostenrijk en Pruisen)
1820: Congres van Troppau initiatief van Metternich herstel Heilige Alliantieo Protocol van Troppau Europese staten beschermd door internationale actie
1840: Frederick Willem IV wordt koning van Pruisen
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
maart 1848: lokaal zelfbestuur voor Polen en Posen april 1848: het Pruisische leger moet ingrijpen geen respect meer voor oversten in
bovenstaande gebieden september 1848: onrust in Frankfurt bedwongen door Pruisische leger 1849: Pruisische vorst weigert het koning te worden van het nieuwe Duitsland 1850-1918: Frederick Willem IV : Pruisische grondwet
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
na 1740: gebiedsuitbreiding Silezië, stukjes Polen,Rijnland na 1850: Pruisen heeft een parlement vooral Junkers 1862: nieuwe eerste minister: Otto Von Bismarck 1864: oorlog met Denemarken annexatie van Schleswig 1866: Pruisische-Oostenrijkse oorlog Pruisen annexeert Holstein na de 7-weken-oorlog annexatie van Hanover,Nassau en Hesse-Kassel en Frankfurt 1867: Noord-Duitse confederatie Oostenrijk wordt buitengesloten (zuiden van de Main) 1870: Leopold van Hohenzollern = verwant met Pruisen mogelijke troonopvolger in Spanje Ermstelegram aanzet tot Frans-Pruisische oorlog 19 juli 1870: oorlogsverklaring van Frankrijk aan Pruisen Pruisen wint oorlog
o 2 september 1870: Slag bij Sedan 1871: Zuid-Duitsland bij de confederatie Oostenrijk staat er alleen voor 18 januari 1871: oprichting Duitse keizerrijk 28 januari 1871: Parijs geeft zich over Pruisen belegerde de stad 10 mei 1871: Vrede van Frankfurt einde Frans-Pruisische oorlog
------------------------------------------------------------------------ einde Pruisen als aparte staat DKR
253
Rusland
Hoofdstuk 9: de Franse Revolutie : 1789-1804
1795: een deel van Polen gaat naar Rusland 1797: 2e Coalitie met GB en Oostenrijk na inval van Napoleon in Egypte 1799: Rusland trekt zich terug uit de oorlog
Hoofdstuk 10: Economie en politiek
1805-1807: 3e Coalitie tegen Napoleon met GB en Oostenrijk 1806-1812: Russisch-Turkse oorlog Rusland krijgt Bessarabië 1807: slag in Friedland tegen Frankrijk Frankrijk wint 25 juni 1807: Vrede van Tilsit onder Alexander I einde 3e Napoleontische oorlog : Frankrijk
wint 1809: Finland wordt geannexeerd door Rusland 31 december 1810: Rusland stapt uit de Continentale Blokkade juni 1812: Frankrijk valt Rusland binnen Rusland past de tactiek van de verbrande aarde
toe 14 september 1812: het Grande Armée staat voor Moskou stad wordt platgebrand maar
Russische winter verslaat het leger van Napoleon 1813: Pruisen en Oostenrijk komen bij Rusland om Napoleon te verslaan oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag) Napoleon verslagen 9 maart 1814: Verdrag van Chaumont 20 jarige alliantie met Oostenrijk, GB en Pruisen 1814: Congres van Wenen: Rusland krijgt Polen als constitutionele staat olv. Alexander I:
Congres Polen 1814: oprichting Quadruple Alliantie tussen Rusland, GB, Oostenrijk en Pruisen 1818:
Frankrijk kwam erbij Quintuple Alliantie 1815: oprichting Heilige Alliantie tussen Rusland, Oostenrijk en Pruisen christelijk
tegenwicht voor de ideeën van de Franse revolutie
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1818: Congres van Aix-la-Chapelle Tsaar Alexander I wou een permanent Europese Unie : tegenstand van GB
1820: Congres van Troppau Alexander I terug conservatief : herstel Heilige Alliantieo Protocol van Troppau Europese staten beschermd door internationale actie
september 1822: Metternich en Alexander I maken afspraak ivm. Russische hulp aan Griekenland
20 oktober 1822: Alexander I weigert Griekenland te steunen in onafhankelijkheidsstrijd 1825: December opstand opvolgingsstrijd na dood van Alexander I : Nicolas I komt aan de
macht , Constantijn doet afstand van de troon opstand snel neergeslagen 1830: Tsaar Nicolas I wilt naar België om de revolutie tegen te houden maar geraakt niet
door Polen november 1830: Poolse Novemberrevolutie Rusland wint : Polen is geen constitutionele
staat meer maar terug onder Russisch bewind 1849: Magyar-opstand in Hongarije olv. Kossuth neergeslagen door Oostenrijk en Rusland 1877-1878: Russisch-Ottomaanse oorlog Alexander II neemt grote delen van het OR in
254
1878: vrede van San Stefano het OR verliest Montenegro, Roemenië en Servië (worden onafhankelijke staten) en Bessarabië aan Roemenië, Bulgarije wordt een Ottomaans protectoraat
1878: Congres van Berlijn krijgt de Kaukasus en Bessarabië
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
1569-1853: Russische-Turkse oorlogen met tussenpauzes (12 oorlogen in totaal) 1849: Rusland verslaat Hongarije op verzoek van keizer François Joseph
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1853-1856: Krimoorlog met Frankrijk, GB, Piedmont en het Ottomaanse Rijk 1855: Tsaar Nicolas I sterft Alexander II vanaf 1855: hervormingen 1856: Vrede van Parijs : einde van Krimoorlog 1861: Acte van Emancipatie boeren zijn geen slaven meer landbouwgemeenschappen 1863: opstand in Polen verstrenging beleid 1864: aanpassing van de rechtspraak en zelfbestuur Rusland verkoopt Alaska aan de USA 1870: Rusland verbreekt verdrag van de Conferentie van Parijs tijdens Frans-Pruisische
oorlog schepen in de Zwarte Zee 13 maart 1881: edict voor 2 nationale commissies + tsaar Alexander II vermoord bij
bomaanslag opgevolgd door Alexander III 1905: Rusland krijgt een parlement de Duma
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1857: Rusland krijgt Mongolië van China 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China 1941: GB en de USSR vallen Iran binnen de sjah moet vluchten 1941: verdeling van Iran in invloedssferen Noord-Iran = Russische invloedssfeer 1941: de USSR steunt de Tudeh-partij 1946: GB vertrekt uit Iran Azerbeidjan en Koerdistan onafhankelijk met Russische steun
maar worden al snel bezet door de USSR
Hoofdstuk 17: WO I
1873: Driekeizerbond met Oostenrijk-Hongarije en DKR relaties met DKR verslechterden 1887: Rusland stapt uit het driekeizersverbond 1894: Franco-Russische Alliantie na vervallen van driekeizerverbond met DKR 1904-1905: Russisch-Japanse oorlog Japan wint, Rusland moet Port Arthur en Liaotung
afstaan , Korea wordt een protectoraat van Japan en Japan krijgt voordelen in Mantsjoeriije 1908: Rusland wil een internationale conferentie geen steun van Triple Entente 1907: Anglo-Russische conventie: GB en Rusland zetten hun geschillen aan de kant 1907: Verdrag van St. Petersburg Triple Entente met GB en Frankrijk 1914: Rusland wil Servië verdedigen maar stuurt troepen naar de Duitse grens 1914: Duitsland verklaart oorlog aan Rusland en Frankrijk 1914: Rusland in Oost-Pruisen (DKR)
255
1915: Duitsers en Oostenrijkers ver in Rusland maart 1917: Tsaar Nicolas II treedt af provisionele regering aan de macht 1917: Lenin wordt door Duitsland terug naar Rusland gebracht 1917: Revolutie in Rusland december 1917: Lenin trekt Rusland terug uit de oorlog dmv.
de vrede van Brest-Litovsk 11 november 1918: wapenstilstand 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep
Hoofdstuk 18: Russische revolutie
1773: boerenopstand van Pugachev (= Kozakkenopstand) onder Catharina de Grote vanaf 1825: de intelligentsia organiseert geheime bijeenkomsten 1861: Alexander II bevrijdt de boeren + lokaal bestuur Emancipatie Acte + Zemstvos 1864: 1e Internationale olv. Karl Marx van 1870-1890: terrorisme door de intelligentsia rond 1880: begin van de industrialisatie van Rusland opening naar Europa + ontstaan
proletariaat 1881: Alexander II wordt vermoord door revolutionairen 1881-1894: Alexander III stopt de hervormingen van Alexander II 1883: Karl Marx sterft groei marxistische partijen 1889: oprichting Sociale Democratische Arbeiderspartij later splitsing Mensjewieken en
Bolsjewieken 1890: eerste stakingen in Rusland nochtans vakbonden verboden rond 1900: Rusland heeft een economische, materiële,… achterstand op het Westen vanaf 1900: boeren bezetten land van grootgrondbezitters + stakingen 1900-1917: Lenin verblijft in Europa wordt door de Duitsers teruggehaald naar Rusland 1901: oprichting van de Sociale Revolutionaire Partij 1903: 1e bijeenkomst van marxisten (= NIET de 1e Internationale) in Brussel en Londen
splitsing tussen Mensjewieken en Bolsjewieken 1904-1905: oorlog met Japan Tsaar Nicolas II wil het volk hierdoor terug aan zich binden 1905: oprichting Liberale Partij en Constitutionele Democratische Partij (= de Kadetten) door
de middenklasse januari 1905: Bloody Sunday vreedzame betoging wou petitie afgeven aan de tsaar augustus 1905: Tsaar belooft een Staten-Generaal samen te roepen + algemene staking legt
land plat oktober 1905: Tsaar schrijft Oktober Manifest beloftes aan het volk 1906: eerste Russische grondwet + oprichting parlement (= Duma) maar wordt terug
ontbonden door de tsaar tot 1906: moesten de Mirs geld betalen aan de grootgrondbezitters vergoeding voor de
emancipatie van 1861 vanaf 1906: landhonger onder de boeren jaloezie op de Kulakken en de aristocratie 1906-1911: Stolypin-hervormingen succesvol maar veel protest 1907: 2e Duma socialisten worden gearresteerd 1907: Rasputin krijgt invloed op de Tsarina hielp zoontje met hemofilie (= inwendige
bloedingen) 1907-1912: 3e Duma
256
1911: Stolypin wordt vermoord 1912: de Bolsjewieken zijn nu een aparte partij 1912-1915: 4e Duma 1913: Bolsjewistisch Congres augustus 1914: slag bij Tannenberg begin WO I voor Rusland : verlies september 1915: 4e Duma afgeschaft kwam terug in 1916 : 5e Duma december 1916: Raputin wordt vermoordt door aristocratie maart 1917: voedselopstanden radicaliseren in opstanden tegen het tsaardom + afschaffing
5e Duma 1917: oprichting van de Sovjet in Petrograd zetten druk achter voorstel Duma Comité 17 maart 1917: de tsaar wordt afgezet verzet zich maar het leger steunt de
revolutionairen april 1917: opstand van Bolsjewieken olv. Lenin in Petrograd mislukt en Lenin vlucht naar
Finland 2 april 1917: Tsaar Nicolas II doet verplicht troonafstand 1917: regering olv. Kerensky Kerensky verliest steun van het volk na steun aan
Bolsjewieken 1917: hongersnood volk luistert naar Bolsjewieken : 4punten-plan juni 1917: Russisch Sovjetcongres olv. Léon Trotski, Jozef Stalin en Vladimir Lenin augustus 1917: de Romanov-familie wordt vermoord 25 oktober (voor ons) / 7 november (voor de Russen) 1917: Oktoberrevolutie staatsgreep
+ Kerensky vlucht naar de VS + oprichting Raad va, Volkscommissarissen 7 december 1917: oprichting geheime politie (=Tsjeka) 1917: vrede met Duitsland in WO I vrede van Brest-Litovsk : afstaan van Polen + Baltische
staten aan Duitsland januari 1918: oprichting Rode Leger olv. Trotski 1918: verkiezingen Constitutionele vergadering Bolsjewieken maar 25 % , vergadering
wordt ontbonden 1918 -1921: burgeroorlog Roden tegen verschillende groepen + herovering delen van
Polen, Oekraïne, Armenië, Georgië en Azerbeidzjan augustus 1918: Japan en de VS hebben troepen in Vladivostok oorlog : Rode leger tegen
Witten(= contrarevolutionairen) en geallieerden 1918: naamverandering van Bolsjewieken naar Communisten + landverdelingen (steun van
de boeren) 1918-1922: Baltische staten worden onafhankelijk Finland, Estland, Letland en Litouwen :
buffer tegen het communisme voor het Westen 1919: 2e Internationale (Lenin aanwezig, revolutionairen krijgen hun zin niet) maart 1919: 3e Internationale olv. Lenin (= Komintern) 21-punten programma :
gewapende revolutie van het proletariaat over de hele wereld 1921-1927: NEP = Nieuwe Economische Politiek privé-initiatief in landbouwsector 1922: het Communisme is gesetteld + grenzen van het Tsaarrijk teruggewonnen 1922: stichting van de USSR(= Unie van Sociale Sovjet Republieken) groei van 4-16,
Rusland als hoofd sovjetrepubliek (= SFSR) andere leden zijn SSR 1924: plannen voor een grondwet + Zinoviev-brief (= oproep tot revolutie in Europa)
257
1924: Lenin sterft cultus rond Lenin (bv. Petrograd Leningrad) + machtstijd tussen Stalin en Trotsky
1927: Stalin wordt verkozen tot nieuwe leider Trotski verbannen naar Siberië maar hij vlucht naar Mexico waar hij wordt vermoord in 1940
1927: Komintern wordt aangepast nadat Trotski weg was 1928: Stalin vormt economie om tot een planeconomie met termijnen van 5 jaar 1930: USSR is uitgegroeid tot een goed geoliede machine overheidscontrole op alle lagen
van de bevolking en alle aspecten van het leven 1933: zuivering binnen de Communistische partij 1/3e naar goelags 1934: Rusland mag bij de Volkerenbond wordt er in 1939 terug uitgegooid 1935: Stakhanovisme meer produceren dan het opgelegde quota = meer inkomen 1936: USSR grondwet 1936-1938: schijnprocessen tegen oud-Bolsjewieken (bv. oud-president Kamenev) 1939: Stalin sluit akkoord met Hitler tegen 1939: landbouw gecollectiviseerd in staatsboerderijen + wegwerken van dissidenten
(naar goelags gestuurd) 1947-956: 3e Internationale komt nog samen onder de naam Kominform na 1980: macht communisme verminderd in de wereld behalve China, Noord-Korea, … 1991: einde van de USSR
Hoofdstuk 19: Interbellum
1922: akkoord van Rapallo tussen Duitsland en de USSR economische en militaire steun 1925: Verdrag van Locano vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg)
Hoofdstuk 21: WO II vanaf 1919: de USSR creëert bufferstaten cordon sanitaire 1934: de USSR komt bij de Volkerenbond 2 mei 1935: Franco-Sovjetpact wederzijdse steun 1936: de USSR steunt de Spaanse republikeinen dezelfde periode : verdrag met Tsjecho-Slovakije zou enkel werken als Frankrijk zijn
verdrag nakwam met Tsjecho-Slovakije, maar deze doet dat niet 1939: GB vormt een anti-Duitse coalitie met de USSR om Polen te redden Polen wil niet
gered worden wegens angst voor het communisme 23 augustus 1939: Non-agressiepact met Duitsland wantrouwen tov. de geallieerden
o geheime clausule ivm. het verdelen van Polen de USSR krijgt Bessarabië terug, meer Russische invloed in de Baltische staten , de USSR mag niet interveniëren tussen Duitsland en Polen en Duitsland en het Westen
14 september 1939: de USSR valt Polen langst de andere kant binnen Polen in 1 maand ingenomen
september 1939: de USSR valt de Baltische staten binnen weerstand van Finland november 1939: inval in Findland door de USSR overgave van Finland in maart 1940 1939: Rusland wordt uit de Volkerenbond gegooid 1940: Stalin annexeert Baltische staten Hitler maakt dit ongedaan
258
1940: non-agressiepact met Japan 22 juni 1941: Duitsland valt de USSR binnen worden verslagen door Russische winter 1942: oorlog met Duitsland om de olievelden van de Kaukasus 1942: economie verplaatst naar Oeral en Siberië 1943: conferenties met GB en de VS Casablanca, Caïro en Teheran 1942-1943: de USSR wil een 2e front openen gaat niet augustus 1942: belegering van Stalingrad door Duitsland februari 1943: Duitsers geven zich over bij Stalingrad 1944: de USSR verdrijft Duitsland uit de Baltische staten 1944: Poolse verzetsbeweging vernietigd door de UUSR 1945: de USSR op 50 km van Berlijn april 1945: de Russen mogen de stad innemen van de geallieerden goodwill 1945: de USSR bezet Wenen en Boedapest 1945: de USSR bezet Praag goodwill 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 1945: de USSR verklaart oorlog aan Japan inval in Mantsjoerije 1945: conferenties met GB en de USA Yalta en Potsdam 1946: conferentie van Parijs 1956: vrede met Japan
Hoofdstuk 22: de KO
1945-1955: de Koude Oorlog 1945: Noord-Korea wordt bezet door de USSR, de USA staat dit toe onduidelijke reden 1945: Berlijn opgesplitst in 4 bezettingszones : Frankrijk, de USSR, GB en de USA maar land
rond Berlijn = Sovjet bezettingszone 1947: DDR tegen BRD 1947: Trumandoctrine scheiding tussen de vrije wereld en het communisme (= eerste en
tweede wereld, kolonies = derde wereld) 1948: de USSR vertrekt uit Noord-Korea laat getraind leger achter 1949: begin van de wapenwedrace in nucleaire wapens Mutual Assured Destruction
(=MAD) 1950: de USSR blokkeert de USA in poging tot VN-interventie in Korea gebruik veto 1950: de VN intervenieert toch zonder toestemming van de Veiligheidsraad 1951: staakt-het-vuren in Koreaanse oorlog 1953: einde Koreaanse oorlog 1953: dood van Stalin + oprichting van de KGB (= Russische geheimdienst) 1955-1991: Warschau-pact tussen de USSR en Oostblok-landen communistische versie
van de NAVO vanaf 1956: instabiliteit in de satalietstaten van de USSR opstanden tegen de USSR (bv.
Hongarije olv. Nagy) 1956: reparatiepact met het Westen en Korea + destalinisering (zware industrie ipv
landbouw) jaren ’80: Rusland en Oostbloklanden bij de GATT 9 november 1989: val van de Berlijnse Muur 3 oktober 1990: hereniging van Duitsland
259
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1979: de SU valt Afghanistan binnen Taliban vlucht naar Pakistan
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1950-1953: Koreaanse oorlog samen met China en Noord-Korea tegen het Westen 1953-1964: Nikita Chroestjov wordt leider van de USSR 1955-1991: Warschau-pact tussen de USSR en Oostblok-landen communistische versie
van de NAVO 1961: Chroestjov wilt dat de USA zich terugtrekt uit Berlijn ultimatum wordt verworpen 13 augustus 1961: de DDR bouwt de Berlijnse Muur om Oost-Duitsers te verletten naar het
Westen te vluchten 1962: Cuba-crisis Russische schepen met raketten naar Cuba , Amerikaanse schepen die
zouden vuren als de Russen de grens zouden overvaren ( zou het begin van een nucleaire oorlog zijn geweest)
26 oktober 1962: Kennedy en Chroestjov communiceren via telegram Russen halen rakketten in Cuba weg, de USA die in Turkije
1964-1982: Leonid Brezjnev volgt Chroestjov op als leider van de USSR 1968-1969: Praagse Lente in Tsjecho-Slowakije olv. Alexander Dubcek repressie door de
USSR 13 november 1968: Breznjev-doctrine de USSR mag interveniëren in communistische
landen eind jaren ’60- eind jaren ’70: detente in de KO tussen de USA en de USSR 1972: de Volksrepubliek van China wordt erkend druk op de detente 1972: SALT I-verdragen met de USA reducering van wapens 1975: einde Vietnamoorlog Indochina wordt communistisch 1975: Helsinki-akkoorden de USSR zal mensenrechten respecteren 1979: de USSR valt Afghanistan binnen 1993: SALT II-verdragen reducering wapens
Hoofdstuk 26: de val van de SU
1975: Helsinki-akkoorden mensenrechten toepassen in de USSR en deelstaten maart 1985: Mikail Gorbachev wordt de nieuwe leider van de USSR na Breznjev na 1985: verbeterde relaties met de USA 1988: perestrojka en glasnost einde planeconomie + liberalisatie van de USSR maart 1989: eerste open verkiezingen in de USSR 1989-1991: ineenstorting van de USSR en zijn satelietstaten 1989: terugtrekken van USSR-troepen uit Tsjecho- Slowakije Tsjecho- Slowakije is geen
satellietstaat meer : Fluwelen Revolutie 1989: volksopstand in Roemenië Ceausescu’s moeten vluchten : einde USSR-invloed in
Roemenië 1989: Bulgarije onttrekt zich aan de macht van de USSR Bulgaarse republiek 1990: Gorbachev als president vanaf 1990: verslechtering van de economie Gorbachev wordt terug conservatiever 1990: erkenning van het eengemaakte Duitsland olv. Kohl 1990: officieel einde van de Koude Oorlog tussen G.W. Bush Sr. en Gorbachev
260
juni 1991: Boris Yeltsin wordt de nieuwe president + Stalingrad wordt St. Petersburg 1991: de 3 Baltische staten werden onafhankelijk ( Letland, Estland en Litouwen) +
zelfbestuur voor de USSR en overblijvende satellietstaten augustus 1991: eenheidsverdrag tussen de USSR en overblijvende satellietstaten augustus 1991: Augustus-coup door conservatieven houdt het 4 dagen vol 1991: Albanië en Oekraïne worden onafhankelijk december 1991: oprichting Gemenebest van Onafhankelijke Staten 1 januari 1992: officieel einde van de USSR Rusland december 1992: Yeltsin ontbind de Slavische staten 1993: SALT II-akkoorden 1993: nieuwe verkiezingen + Yeltsin ontbind het parlement 4 oktober 1993: er wordt op het parlement gevuurd december 1993: nieuwe grondwet + oprichting van een nieuwe Duma 1994-1996: Rusland valt Tsjechië binnen 1996: Yeltsin terug president 1999-heden: Vladimir Poetin als president van Rusland
Hoofdstuk 27: Verandering
1957: satelliet Sputnik wordt gelanceerd begin ruimtetijdperk 1961: eerste mens in de ruimte : Yuri Gagarin (Rus) 2004: Rusland mag bij de WTO als ze het Kyoto-protocol tekenen
Spanje
Hoofdstuk 9: de Franse revolutie: 1789-1804
20 april 1792: Frankrijk verklaart oorlog aan Oostenrijk en Spanje (=1e Coalitieoorlog) maart 1802: vrede met Napoleon
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1808: Spaanse vorst Ferdinand VII moet aftreden, broer Napoleon op de troon: Joseph Bonaparte blokkeren GB
GB en Portugal steunen Spaanse vrijheidsstrijders Peninsulaire oorlog Napoleon verslagen in 1814
1812: invoering van een grondwet republiek in Spanje 1813: GB breekt door de Pyreneeën olv. Wellington met hulp van de Spaanse clerus oktober 1813: slag bij Leipzig (= Volkerenslag) Napoleon verslagen 1814: herstel van de Bourbon-dynastie in Spanje Ferdinand VII terug op de troon 1820: staatsgreep door Rafael del Riego 20 oktober 1822: Congres van Verona Franse troepen herstellen de orde in 1822
Hoofdstuk 11: de IR en reactie
1808: Joseph Bonaparte (= broer Napoleon I) wordt koning van Spanje 1810: Chili verklaart zichzelf onafhankelijk Chileense onafhankelijkheidsoorlog 1814: Spanje wint Chili terug 1813: Venezuela roept republiek uit 2 republieken voor onafhankelijkheid7 1816: Argentinië onafhankelijk olv. José de San Martin
261
1817:Chili toch onafhankelijk 1819: Colombia definitief onafhankelijk olv. Simon Bolivar in 1810 riep Colombia zelf de
onafhankelijkheid al uit 1821: Venezuela definitief onafhankelijk olv. Simon Bolivar 1821: Peru onafhankelijk ( Bolivar + San Martin) 20 oktober 1822: Congres van Verona Frankrijk besluit te interveniëren in de Spaanse
revolutie
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
1861-1862: Spanje in 2e onafhankelijkheidsoorlog in Mexico
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1870: monarchie wordt omver geworpen kroon aangeboden aan Leopold van Hohenzollern geeft toe bij 4e poging in juni 1870
12 juni 1870: Leopold trekt zich terug na bedreiging van Frankrijk 1936: Spaanse burgeroorlog guerrillastrijders hulp van GB
Hoofdstuk 21: WO II
1931: koning Alfonso XIII verdreven Spaanse republiek 1936: verkiezingen gewonnen door het Populair Front (socialisten) juni 1936: staatsgreep door Fransico Franco (extreemrechts) wint verkiezingen in 1937 1936: Spaanse burgeroorlog GB , Frankrijk en de USA leggen handelsembargo’s op ivm.
oorlogsmateriaal 1936: 27 landen beloven niet te interveniëren Duitsland, Italië en de USSR doen dit toch 8 mei 1945: einde WO II 1946: verdragen van Parijs
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1808-1826: creolen in het Spaanse koloniale imperium vechten voor onafhankelijkheid rond 1850: afschaffing slavernij in het koloniale imperium voor 1898: Filipijnen kolonie van Spanje revolutie olv. Aguinaldo 1898: Spaans-Filipijnse oorlog + Aguinaldo verklaart Filipijnen onafhankelijk Spanje geeft
kolonie aan de VS
VN
Hoofdstuk 22: de KO
26 juni 1945: oprichting van de VN Handvest van de Verenigde Naties in San Fransisco 1950-1953: Koreaanse oorlog de VN tegen het communisme 1950: Noord-Korea doet een interventie in Zuid-Korea de SU gebruikt zijn veto in de VN-
veiligheidsraad dus geen tussenkomst van de VN 1950: de VN stuurt zonder toestemming van de Veiligheidsraad een leger naar Korea olv.
MacArthur China voelt zich bedreigd
262
1951: staakt-het-vuren in Koreaanse oorlog 1953: einde Koreaanse oorlog + reparatiepact met Korea 1972: erkenning van de communistische Volksrepubliek van China olv. Zhou Entlai door de VS
en de VN zetel in de VN – veiligheidsraad (Taiwan niet) 2002: Oost-Timor onafhankelijk na interventie van blauwhelmen van de VN
Hoofdstuk 24: Afrika en het Midden-Oosten na WO II
1947: verdeling van Palestina in een Joodse zone, een Arabische zone en Jerusalem 1949: Israël in de VN
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
1989: Milosevic krijgt een waarschuwing van de VN en de NAVO door ingrijpen in Kosovo maart 1990: luchtaanvallen op Servië door de NAVO
Hoofdstuk 27: Verandering
1948: Universele verklaring van de rechten van de mens 1979: Universele verklaring van de rechten van de vrouw
VS
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1803: Frankrijk verkoopt Louisiana aan de USA 1806: Continentale Blokkade USA= enige neutrale staat, Jefferson doet aan isolationisme
Hoofdstuk 12: Revoluties en Restauratie
na 1848: Duitse immigratiegolf naar de USA : de 48-ers
Hoofdstuk 13: Consolidatie van natiestaten
1812: oorlog met Canada = Anglo-Amerikaanse oorlog 1 820: the Missouri Compromise afwisseling slavenstaten en vrije staten 1846: Amerikaans-Mexicaanse oorlog annexatie gebied van Texas tot Stille Oceaan Californië werd een slaafvrije staat voordeel voor het noorden 1850: Noorden verstrengt regels ivm. slavernij 1854: handelsverdrag met Japan 1862: Japanse aanvallen op handelsschepen protest maar Shogun kan niet reageren 1862-1863: Bombardementen op Choshu delegatie naar de Japanse keizer hernieuwing handelsverdrag van 1854 + lage taksen
eisen vanaf 1860: selectionisme het zuiden minderheidsgroepering 1860: Abraham Lincoln = nieuwe president abolitionist de zuidelijke staten vormen de Confederatie 1860-1864: Burgeroorlog in de VS noorden wint : VS wordt een natiestaat 1861: Morrill tarief 1862: Union Pacific Railroad + Homestead Act 1862: annexatie van Alaska gekregen van Rusland 1863: officiële afschaffing van slavernij in het noorden emancipation proclamation
263
1865: 13e amendement afschaffing slavernij ook in het zuiden 1865: Lincoln wordt vermoord 1865-1870: Reconstructie in het zuiden
Hoofdstuk 14: Economie en politiek
na 1914 wordt de VS de grootste producent van goederen wereldwijd 1921-1924: wetten om de immigratie te beperken 1850-1940: Atlantische migratie van Europa naar Canada en de VS 1873-1893: de lange depressie in Europa en de VS 1890: the Sherman Act anti-trustwetgeving
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
1845: de VS koloniseert noordoost Mexico 1845: Texas wordt geannexeerd door de VS 1846-1848: Mexicaanse-Amerikaanse oorlog vrede van Guadalupe Hidalgo : Mexico had
verloren en moest 1/3e van zijn grondgebied afstaan 1875: Hawaii wordt een protectoraat van de USA Pearl Harbor gevestigd op Hawaii 1891: Hawaii wordt een republiek 1898: Hawaii geannexeerd door de USA 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China rond 1900: Open Deur politiek ivm. China China moet intact en onafhankelijk blijven 1902: Cuba onafhankelijk Platt Amendement met USA : relaties met de USA worden
vastgelegd tot 1934 1903: Panama met hulp van de USA onafhankelijk (feitelijk protectoraat van de USA)
bouw Panamakanaal vanaf 1904 1904: Roosevelt-doctrine herhaling Monroe-doctrine
Hoofdstuk 17: WO I
1914: protest tegen de zeehandelswetgeving van de geallieerden USA = neutraal 7 mei 1915: de Amerikaanse Lusitiana wordt getorpedeerd door Duitsland USA nog niet in
de oorlog 16 januari 1917: Zimmermann-telegramschandaal 1917: USA bij de oorlog na bedreigingen van Duitsland 11 november 1918: wapenstilstand 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep 1919: vrede van Parijs 5 verdragen 1919: Wilson wou een Volkerenbond ,opgericht in 1919 maar de VS kwam er niet bij
Hoofdstuk 20: Democratie en dictatorschap
24 oktober 1929: beurscrash in New York = zwarte donderdag 1932: Roosevelt komt aan de macht New Deal 1935: Social Security Act + Labor Standards Act 1951: wijziging van de grondwet : max. 2 ambtstermijnen per president Roosevelt: 4
264
Hoofdstuk 18: Russische revolutie
augustus 1918: Japan en de USA hebben troepen in Vladivostok oorlog : Rode leger tegen Witten(= contrarevolutionairen) en geallieerden
Hoofdstuk 19: Interbellum
1925: Verdrag van Locarno vastleggen grenzen na WO I 1928: Pact van Parijs/ Briand-Kellogg-Pact wereldoorlog = strafbaar (later bovengehaald
tijdens de processen van Nürnberg) 1929: Youngplan met Duitsland geld lenen aan Duitsland ivm. herstelbetalingen
Hoofdstuk 21: WO II
1935-1937: isolatiepolitiek door Roosevelt 1936: handelsembargo ivm. Spanje 1939: VS mag basissen behouden van GB + GB vraagt om hulp vanaf 1939: VS als arsenaal van de geallieerden 1941: begin Lend-Lease politiek + invoering van dienstplicht 1941: Atlantisch Charter met GB ivm. oprichting VN 7 december 1941: Japanse aanval op Pearl Harbor 8 december 1941: de VS verklaart oorlog aan Japan 11 december 1941: de As-mogendheden verklaren oorlog aan de USA december 1941: GB en de VS combineren hun legers Combined Chierfs of Staff 1942: Japan neemt de Filipijnen in (Amerikaanse kolonie) 1942: overwinning voor de VS op Japan bij Midway 1943: conferenties met GB en de SU Casablanca, Caïro en Teheran 1943: Eisenhower boekt vooruitgang in Marokko en Algerije (Franse kolonies) 6 juni 1944: D-Day landing in Normandië (operatie Overlord ol v. Eisenhower) augustus 1944: Parijs bevrijd september 1944: grens met Duitsland wordt overgestoken landaanval in Duitsland oktober 1944: de VS wint de slag om Leyte Golf 1944: luchtbombardement op Japan 1944: geallieerden vegen Frankrijk schoon vanuit Zuid-Frankrijk 1944: GB en de VS breken door de Duitse fortengordel ( Siegfried Linie) maart 1945: de geallieerden steken de brug van Remagen over Rijn was de laatste
natuurlijke hindernis: inname Ruhrgebied 1945: de VS laat de SU Berlijn, Wenen, Boedapest en Praag innemen goodwill 1945: conferenties VS met de SUen GB Yalta en Potsdam 8 mei 1945: Duitsland (nu olv. Doenitz) gaf zich over einde WO II in Europa 6 augustus 1945: atoombom op Hiroshima 9 augustus 1945: atoombom op Nagasaki 2 september 1945: Japan geeft zich over en wordt bezet door de USA 1946: conferentie van Parijs 1951: vrede met Japan
Hoofdstuk 22: de KO
1944: Bretton Woods-akkoorden minder handelsbarrières + stabilisatie van de goud-dollar standaard
265
1944: oprichting Internationaal Monetair Fonds (= IMF) en Wereldbank 1945-1955: Koude oorlog 1945: Noord-Korea wordt bezet door de SU, de VS staat dit toe onduidelijke reden 1945: Berlijn opgesplitst in 4 bezettingszones Frankrijk, de SU, GB en de VS 1947: Marshallplan hulp voor heropbouw Europa ( USSR en Oostblok aanvaarden deze
hulp niet) 1947: de VS, GB en Frankrijk voegen hun zones samen 1947: oprichting van de CIA (= inlichtingendienst) op initiatief van Harry Truman 1947: Trumandoctrine scheiding tussen de vrije wereld en het communisme(= eerste en
tweede wereld, kolonies = derde wereld) + containment)-politiek (= insluiten van het communisme)
1948: oprichting General Agreement on Tariffs and Trade (= GATT) 1948: de USA vertrekt uit Zuid-Korea wel nog economische en militaire steun 1948-1949: luchtbrug naar Berlijn samen met GB 1949: begin van de wapenwedrace in nucleaire wapens Mutual Assured Destruction
(=MAD) 1950: de SU blokkeert de VS in poging tot VN-interventie in Korea gebruik veto 1950: de VN stuurt zonder toestemming van de Veiligheidsraad een leger naar Korea olv.
MacArthur 1951: staakt-het-vuren in Koreaanse oorlog 1953: einde Koreaanse oorlog 1971: einde van de goud-dollar standaard, vervangen door zwevende valuta door inflatie
van de dollar 9 november 1989: val van de Berlijnse Muur 3 oktober 1990: hereniging van Duitsland
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1823: Monroe-doctrine Europa mag zich niet moeien in Amerika (zowel Noord als Zuid) 1904: de VS zou reageren als de Monroe-doctrine werd geschonden + interventie in centraal-
Amerika dmv. dollar diplomacy en gewapende invallen verandering na de jaren ‘30 1930: Grote Depressie geen investeringen meer in Latijns-Amerika 1953: financiële steun aan Frankrijk ivm. Vietnam 1957: staatsgreep van Fidel Castro in Cuba: marxistische dictator handelsembargo door de
VS jaren ’60: Vietnamoorlog tegen communistisch noord-Vietnam + Alliantie voor Vooruitgang
in Latijns Amerika 1965-jaren ’80: in de Filipijnen dictator Marcos gesteund door de VS want
anticommunistisch jaren ’70: Latijns-Amerika moet zwaar lenen van de VS kan dit niet terugbetalen jaren ’90: de VS trekt zich terug uit zijn basissen op de Filipijnen 1977: overeenkomsten tussen Panama en de VS het Panamakanaal wordt eigendom van
Panama in 1999 1994: Noord-Amerikaanse Handelsverdrag geen handelsgrenzen meer tussen Canada, de
USA en Mexico 11 september 2001 : aanslagen op de WTC-towers door de Taliban War on Terror
266
Hoofdstuk 24: Afrika en het Midden-Oosten na WO II
1956: GB in Sinaï-oorlog samen met Frankrijk en Israël tegen Egypte de VS roept hen terug 1965- 1997: Mobutu aan de macht in Zaïre extravagant leven + steun van de USA 1976: onafhankelijkheid van Angola: confrontatie tussen de SU en Cuba tegen de VS en Zuid-
Afrika stichting Volksrepubliek (communistisch) 1990-1991: 2e Golfoorlog tussen de VS en Irak Irak verliest en trekt zich terug uit Koeweit 1991: Operation Desert Storm luchtaanval op Koeweit 11 september 2001: aanslag op de WTC-torens door Al-Qaida 2 mei 2011: Osama Bin-Laden vermoord door Amerikaanse elite-squads
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1950-1953: Koreaanse oorlog de VN tegen het communisme 1957: oprichting Vietcong in Vietnam USA moeit zich : Domino-effect 1961-1963: ongelijkheid in aantal en kracht van wapens tussen de USSR en de USA 17 april 1961: Cubaanse ballingen + USA willen Castro omver gooien invasie in de
Varkensbaai (mislukt) 1961: Nikita Chroestjov wilt dat de USA zich terugtrekt uit Berlijn ultimatum wordt
verworpen jaren ’60: vredesdemonstraties tegen de Vietnamoorlog 8 februari 1962: handelsembargo van de VS op Cuba ging in 1962: Cuba-crisis Russische schepen met raketten naar Cuba , Amerikaanse schepen die
zouden vuren als de Russen de grens zouden overvaren ( zou het begin van een nucleaire oorlog zijn geweest)
26 oktober 1962: Kennedy en Chroestjov communiceren via telegram Russen halen rakketten in Cuba weg, de VS die in Turkije
1969-1970: Operatie Menu: bombarderen van Cambodja door de USA Kissinger 1963-1974: Johnson en Nixon doen aan Vietnamisatie opleiden van Zuid-Vietnamezen eind jaren ’60- eind jaren ’70: detente in de KO tussen de VS en de SU 1972: erkenning van de communistische Volksrepubliek van China (druk op de detente met
de USSR) zetel in de VN – veiligheidsraad 1972: SALT I-verdragen met de SU reducering van wapens 1973: eerste oliecrisis door de OPEC prijsstijging van 70%: recessie + werkeloosheid 1975: einde Vietnamoorlog Amerikanen uit Vietnam 1975: Helsinki-akkoorden + Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) 1978-1979: Iraanse gijzelingscrisis gijzeling van de Amerikaanse ambassade in Iran tijdens
de Iranese revolutie : zware klap voor de VS 1993: SALT II-verdragen reducering wapens
Hoofdstuk 26: einde van de USSR
vanaf 1985: verbeterde relaties met de USSR 1990: officieel einde van de Koude Oorlog tussen G.W. Bush Sr.en Gorbachev 1975: Helsinki-akkoorden 1990: erkenning van het eengemaakte Duitsland olv. Kohl 1993: SALT II-akkoorden
267
Hoofdstuk 27: Verandering
1963: Betty Friedman schrijft over feminisme 1969: eerste mens op de maan : Lance Armstrong Apollo-project jaren ’90: Computerrevolutie 1990: Hubble telescoop in een baan rond de aarde (door de NASA) na 1991: de VS als enige supermacht overgebleven 1991: Joegoslavische oorlogen luchtaanval door de NAVO (Kosovo) 1993-2001: Bill Clinton als president van de USA ongeveer dezelfde ideeën als Tony Blair 1994: oprichting van de World Trade Organisation (= WTO) 1997: de VS weigert het Kyoto-protocol te tekenen ivm. reducering van uitlaatgassen eind jaren ’90: New Economy globalisatie 11 september 2001: terroristische aanvallen in de USA WTC-towers 2003: Patriot Act (G.W. Bush) War on Terror maart 2003: Amerikaanse invasie in Irak Bush vs. Saddam Hussein 2004: Irakezen willen niet geholpen worden interim-regering 2005: nieuwe golf van geweld Bush wou de Amerikanen niet weghalen uit Irak
Zuidoost Azië (zonder Japan)
Hoofdstuk 16: Europese overheersing
16e eeuw- 1789: Nederlands-Indië onder de VOC 1789: oprichting Bataafse Republiek 1839-1841: 1e Opiumoorlog in China met GB 1857- 1860: 2e Opiumoorlog in China met GB en Frankrijk Opening van China : China moet
Hongkong, Indochina en Mongolië afstaan aan respectievelijk GB, Frankrijk en de USSR 17e eeuw – 1858: India bestuurd door de East-India Compagnie 1850-1864: Taiping-opstand tegen de Manchu-dynastie in China neergeslagen 1857: Sepoy-opstanden neergeslagen maar GB past bestuur aan : voor en door Indiërs 1876-1947: Keizerrijk India onder Queen Victoria 1894-1895: 1e Japans-Chinese oorlog Japan wint en China erkent Korea 1897: Duitsland annexeert de Kiaochow baai van China 1899-1901: Bokseropstand in China tegen de 8-landenalliantie geallieerden winnen ,
hierna modernisering in China rond 1900: Open Deur politiek van de USA ivm. China China moet intact en onafhankelijk
blijven
Hoofdstuk 17: WO I
18 januari 1915: 21 eisen van Japan voor China 1915: China verklaart de oorlog aan Duitsland 11 november 1918: wapenstilstand 1918-1919: griepepidemie Spaanse griep
Hoofdstuk 19: Interbellum
1911: begin van de Chinese revolutie eindeQing dynastie 1912: militair dictatorschap olv. Yüan Shih-kai 1919: Gandhi leidt een geweldloze onafhankelijkheidsbeweging tegen GB in India
268
1925: Tsjang-kai Sjek aan het hoofd van de Kwo –Min Tang en nieuwe leider van China (=nationalistische beweging) communisten splitsen zich af en vluchten naar Mongolië
1931: Japan heeft een leger in Mantsjoerije 1932: Japan boycot de economie van China 1934: Lange Mars van Mao Zedong en zijn communisten 1937-1945: 2e Japans-Chinese oorlog Kwo-min Tang en communisten werken samen +
Volkerenbond komt niet tussenbeide 1945: einde WO II = einde 2e Japans-Chinese oorlog 1948: Gandhi wordt vermoord door een hindoe-extremist hij wou tolerantie tussen
godsdiensten
Hoofdstuk 21: WO II
1937: Japan verklaart oorlog aan China hoofdstad China wordt bezet : Rape of Nanjing 1942: Japan neemt de Filipijnen, Nederlands Indië, Maleisië en New-Guinea in + bedreiging
Australië 1942: bezetting Burma Groot Aziatisch welvaartsgebied 1945: de USSR verklaart oorlog aan Japan inval in Mantsjoerije 1956: vrede tussen Japan en de USSR
Hoofdstuk 22: de KO
1912-1950: Tibet onafhankelijk 1945: Korea onafhankelijk van Japan invloed van de USA en de USSR 1945: Noord-Korea wordt bezet door de USSR, de USA staat dit toe onduidelijke reden 1948: Korea wordt opgedeeld in Noord en Zuid, Democratische Volksrepubliek en de
Republiek oktober 1949: uitroeping van de Volksrepubliek van China olv. Mao Zedong 1950: Noord-Korea doet een invasie in Zuid-Korea 1950: VN intervenieert toch in Korea zonder toestemming van de Veiligheidsraad China
voelt zich bedreigd 1950: bezetting van Tibet door China’s Volksbevrijdingsleger 1951: staakt-het-vuren in Koreaanse oorlog 1953: einde Koreaanse oorlog + reparatiepact met het Westen vanaf 1953: planeconomie in China om de 5 jaar (vgl. met de USSR) 1956: Reparatiepact met Rusland 1957: de Grote Sprong Voorwaarts in China collectivisme in economie en sociale
verhoudingen boerenopstand door hongersnood (Mao tijdelijk weg) 1959: de Dalai Lama (Tenzo Gyatso) vlucht naar India 1959: opstand in Tibet onderdrukt door China 1962: grensconflicten tussen China en Tibet 1966: Culturele Revolutie in China zuiveringen binnen het communisme door de Rode
Garde (= studenten) 1969: Mao grijpt in tegen de Rode Garde studenten moeten verplicht in de landbouw
gaan 1971: Zhou Entlai heeft effectieve macht als premier in China 1989: de Dalai Lama krijgt de Nobelprijs voor Vrede
269
Hoofdstuk 23: Dekolonisatie
1906: oprichting Moslim Liga
India:
1940-1945: India steunt GB augustus 1947: GB verklaart India onafhankelijk stichting van 2 naties : Pakistan en India 1947-1964: Nehru premier van India paternalisme 1948: Gandhi vermoord 1955: Conferentie van Bandung (Indonesië) anti-kapitalisme en anti-imperialisme 1962: India heeft grensconflicten met China 1965-1966: India heeft conflict met Pakistan om Kashmir 1966: de dochter van Nehru wordt premier : Indira Gandhi 1971-1999: oorlog tussen India en Pakistan Pakistan verliest 1974: India test nucleaire wapens 1984: Indira Gandhi vermoord en opgevolgd door haar zoon tot 1985 1985: Raijv Gandhi word vermoord Congrespartij krijgt macht olv. Rao vanaf 1990: India als marktleider in computertechnologie vanaf 1996: Congrespartij verslagen instabiele coalities tot 1999 1997: 50 jaar onafhankelijkheid 1999: de extreem hindoeïstische BJP komt aan de macht olv. Vajpayee 2004: Congrespartij terug aan de macht + tsunami na 2005: verbeterde relatie met Pakistan
Pakistan:
1947: oprichting Pakistan door GB , samen met onafhankelijkheid India 1965-1966: India heeft conflict met Pakistan om Kashmir 1971 -1999: oorlog tussen India en Pakistan Pakistan verliest 1971: separatieoorlog tussen west en oost-Pakistan afscheiding Bangladesh (= Oost-
Pakistan nieuwe staat) 1979: de USSR valt Afghanistan binnen Taliban vlucht naar Pakistan 1988: eerste vrouwelijke president jaren ’90: islam = belangrijker dan de wet dmv. infiltratie van de Taliban 1998: Pakistan test nucleaire wapens 1999: staatsgreep door Musharraf veel protest na 2005: verbeterde relatie met India 2001 : Taliban-aanslagen in de USA op de WTC-towers Pakistan zal helpen de Taliban te
verdrijven : veel protest door extremisten
Myanmar:
1885: Burma geannexeerd door GB Aung San wordt opgesloten 1948: onafhankelijk van GB isolatie en repressie door het nieuwe regime van Aung San
270
1962: staatsgreep door Ne Win regeert tot 1989 jaren ’80: nieuwe oppositiepartij olv. Aung San Suu Kyi (= Aung San II) 1989: staatsgreep door een militaire partij Aung San II krijgt huisarrest 1989: Burma wordt Myanmar 1990: verkiezingen militaire partij verloor maar repressie 1991: Aung San II krijgt Nobelprijs voor vrede
Maleisië:
1957: rellen tussen GB en communisten GB wint 1957: Maleisië onafhankelijk 1962: Maleisië + Singapore + enkele andere Britse kolonies Federatie van Maleisië 1965: Singapore gaat uit de Federatie
o 1965-2004: paternalistisch beleid door Lee Kuan Yewo vanaf 2004: zoon van vorige leider aan de macht geen democratie in Singapore
1969: etnische conflicten vanaf de jaren ’80 : snelle economische groei begin jaren ’90: geen 3e wereldland meer eind jaren ’90: economische crisissen moslimfundamentalisme komt op
Indonesië:
1945: Indonesië verklaart zichzelf onafhankelijk olv. Sukarno 1945-1949: oorlog met NL 1949: NL erkent onafhankelijkheid van Indonesië 1955: Conferentie van Bandung 1959: Sukarno schaft het parlement af “begeleide democratie” 1965: militaire coup door Suharto + einde van de communistische partij in Indonesië 1965-1997: Suharto aan de macht opvolgers: Habibie, Wahid en Megawati (dochter
Sukarno) 1975: Indonesië annexeert Oost-Timor verzet door christelijke bevolking 1997-1998: financiële problemen in Indonesië 2004: tsunami
Indochina(Vietnam, Thailand, Cambodja en Laos):
1941: in Vietnam wordt de Viet Minh opgericht olv. Ho Chi Min 1945: Frankrijk biedt autonomie aan (in een verbond met Frankrijk) aan Cambodja, Laos,
Vietnam Vietnam neemt dit niet aan 1946-1953: Frans-Vietnameese oorlog 1953: Viet Minh verklaart Vietnam onafhankelijk olv. Ho Chi Min Frankrijk doet nog een
poging met een marionettenkoning maar dit mislukt, wel hulp van de USA 1954: Conferentie van Genève + Frankrijk verliest bij Dien Bien Phu 1954: verdeling in noord en zuid-Vietnam burgeroorlog jaren ’60: Vietnamoorlog met de USA
De Filipijnen:
271
voor 1898: Filipijnen kolonie van Spanje revolutie olv. Aguinaldo 1898: Spaans-Filipijnse oorlog + Aguinaldo verklaart Filipijnen onafhankelijk Spanje geeft
kolonie aan de USA rellen 1934: de Filipijnen krijgen zelfbestuur + belofte van onafhankelijkheid 1942: Japan neemt de Filipijnen in ongedaan gemaakt in 1946 juni 1946: de VS erkent de onafhankelijkheid van de Filipijnen 1965-jaren ’80: dictator Marcos gesteund door de USA want anticommunistisch 1983: oppositieleider van Marcos wordt vermoord zijn weduwe Corazon Aquino komt op
voor de verkiezingen van 1986 1986: Marcos roept zich uit tot winnaar van de verkiezingen protest + Marcos vlucht vanaf 1986: Corazon Aquino is nieuwe president jaren ’90: de USA trekt zich terug uit zijn basissen op de Filipijnen
Hoofdstuk 25: Co-existentie in de KO
1946-1953: Frans-Vietnamese oorlog Vietnam verdeeld in communisten en niet-communisten ( Noord en Zuid)
1 oktober 1949: uitroeping van de Volksrepubliek van China olv. Mao Zedong 1950-1953: China in Koreaanse oorlog samen met Rusland en Noord-Korea tegen het
Westen 1955: Zuid-Vietnam verklaart zich onafhankelijk Dien-regime 1957: ontstaan Vietcong + inmenging van de USA communisten, guerrillabeweging 1963-1974: Vietnamisatie door de USA opleiden Zuid-Vietnamezen en terughalen
Amerikanen 1969-1970: Operatie Menu: bombarderen van Cambodja door de USA burgeroorlog 1972: erkenning van de communistische Volksrepubliek van China olv. Zhou Entlai door de
USA en de VN zetel in de VN – veiligheidsraad (Taiwan niet) 1975: einde Vietnamoorlog Indochina wordt communistisch 1976: Mao Zedong sterft 1977: Deng Xiaoping wint machtstrijd na dood van Mao Zedong tegen de Bende van Vier
liberalisatie in China + verbeterde verhoudingen met de USA en de USSR 1982: Deng Xiaoping wordt opgevolgd door Ho Yuobang meer democratie 1987: Ho Yuobang sterft
1986: studentenprotesten op het Plein van de Hemelse Vrede (= Tien Amen-protesten) bloedig neergeslaan
1989-2002: Jiang Zemin volgt Ho Yuobang op verzoening met het Westen + ontwikkelen economie : China lid van de WTO
2002- heden : Hu Jintao volgt Jiang Zemin op economische en demografische groei
Zwitserland
Hoofdstuk 9: de Franse Revolutie: 1789-1804
1797: oprichting Helvetische republiek
Hoofdstuk 10: Napoleontisch Europa
1803: Napoleon gaf de kantons hun macht terug einde Helvetische republiek
272
Hoofdstuk 15: Maatschappij en cultuur
1897: eerste internationale zionistisch congres in Basel Theodor Herzl
Hoofdstuk 17: WO I
1919: Volkerenbond opgericht in Genève
Hoofdstuk 18: Russische Revolutie
1915: Zimmerwaldconferentie splitsing tussen Zwitserse socialisten en communisten
Hoofdstuk 21: WO II
1932-1937: ontwapeningsconferenties in Genève 1933: Duitsland stapt er uit maart 1936: Locarno-verdragen
273
Top Related