Download - Mijn bos is mijn bos niet meer

Transcript
Page 1: Mijn bos is mijn bos niet meer

Een door tientallen door ge-echood ‘ho!’ klinkt door het Kaapse Bos. Een groep van ongeveer honderd vrijwilligers stopt. Alweer. Ergens verderop

in de lijn is men op iets afwijkends gestuit. Iets dat een aanwijzing kan zijn naar de vermiste broertjes Ruben en Julian. Of nog erger. Het bos waar een paar kilometer verderop het lichaam van de vader van Ruben en Julian werd gevonden, ligt er stil en veel te groot bij. Het gekraak van brekende takkende, blaffende honden en portofoons die posities doorgeven, zijn de deprimerende soundtrack bij een drama waarvoor het bos eigenlijk het perfect sinistere decor is. De zoektocht naar Ruben en Julian en de steeds radelozere scenario’s na een paar dagen tevergeefs zoeken, heeft van dit bos een schuldige plek gemaakt. Een vrouw vertelt dat ze nooit meer on-bezorgd door dit bos kan lopen. ‘Mijn bos is mijn bos niet meer. Altijd zullen die jongetjes door mijn hoofd spoken. Helemaal als ze nooit worden gevonden.’We zijn nu een paar keer gestopt. De eerste keer toen een vrouw al na een paar meter een omgewoelde hoop aarde zag liggen. ‘Ik weet het ook niet, hoor, maar dit ziet er niet normaal uit,’ was genoeg voor een ‘ho’. Even later vertelt de boswachter dat het een ligplaats voor herten is. Met de gedachte dat alles wat afwijkt weleens een Belangrijke Aanwijzing kan zijn, werpt de natuur zijn onvoorspelbare karakter nogal verwarrend in de strijd. Een verzameling takken, omgewoelde aarde: de mogelijkheden tot duistere zaken lijken in een bos bijna eindeloos en vertraagt de zoektocht dan ook voortdurend. Het zijn momenten waarop de lijn nog eens stilstaat bij de stortvloed aan gedachten, geruchten en mogelijke scenario’s die inmiddels de ronde doen. De vader die het allemaal gepland zou hebben. De sprankjes hoop dat de jongens nog leven. Het

steeds realistischere besef dat dit niet meer zo is. De afschuw. En, vooral, de verbijstering dat een vader zijn kinderen zoiets verschrikkelijks kan aandoen. We staan inmiddels voor een stuk bos waar de begroeiing vrij dicht is. Even verderop schijnen wat vrijwilligers daar niet doorheen te willen lopen. ‘Dan kom je toch niet,’ zegt iemand. ‘We zijn hier niet om lekker door het bos te wandelen.’ Het zijn eigenlijk de enige negatieve oprispingen op een avond waarin de Utrechtse Heuvelrug op een actieve manier vorm geeft aan de radeloosheid waarmee velen de berichten volgen. Al vanaf de avond van de vermissing zoeken hier groepen vrijwillig door het bos. De initiatiefneemster daarvan, Wanda van de Bovenkamp, vertelt dat een oproep van de moeder van Ruben en Julian haar op het spoor van de spontane zoekactie zette.

Vallen en opstaanWanda ziet eruit zoals waarschijnlijk alle Wanda’s eruitzien. Kort, geblondeerd haar, zelfverzekerde blik, een bril met quasi-modern montuur. Wanda: ‘De moeder had een fotootje van haar kinderen online gezet, met daarbij de boodschap: kijk uit naar mijn zoontjes. Oké, dacht ik: doet de politie er niet genoeg aan dan? Daarna hoorde ik dat de politie met zoeken was gestopt. Dat kan toch niet? Je gaat toch niet stoppen met zoeken als er kinderen zijn vermist? Wat voor signaal geef je dan?’ Een impulsief bericht op Facebook en een telefoontje naar de politie later stond ze die avond voor een groep van zestig vrijwilligers. Tegelijkertijd stond Wanda ook voor de onoverzichtelijke realiteit van een impulsieve zoekactie. ‘Ik kwam er meteen achter dat het allemaal niet zo makkelijk is. Er stond een media circus voor mijn neus. Ik moet met dingen rekening houden waar ik nooit aan had gedacht. Wild dat wordt opgejaagd, allerlei privépercelen in het bos, de techniek van het uitlijnen, boswachters

‘Mijn bos is Mijn bos niEt MEEr’

door Casper sikkema

ruim honderd vrijwilligers speurden dagenlang de bossen van ‘hun’ Utrechtse Heuvelrug af op zoek naar ruben en Julian. Wie zijn die mensen die binnenkort in nieuwe orga-nisaties zullen opduiken bij élke verdwijning in Nederland?

nieuwe revu zocht mee naar de broertjes

tren

din

g t

op

iC

‘Altijd zullen die jongetjes door mijn hoofd spoken. helemAAl Als ze nooit worden gevonden’

An

p

rUbeN, JUliaN eN HUN moeder

3534

Page 2: Mijn bos is mijn bos niet meer

hebben gehad. Zo weten we straks zeker dat ze hier niet zijn.’ Raymond is, net als Wanda, wel wat verbolgen over de communicatie van de politie. ‘Het was fijn geweest als ze wat informatie met ons hadden gedeeld. Vandaag hoorden we opeens iets over schoenen en een riem. Als we dat eerder hadden geweten, hadden we gerichter kunnen zoeken.’ Wanda vertelde eerder op de avond dat er in de afgelopen dagen niets is gevonden waardoor het onderzoek een nieuwe impuls kreeg. ‘Ja, drie keer een hoop omgewoelde aarde, met één keer een hoop met daarop een kruisje en t akjes en varentjes, een luguber gezicht.’ Het werd een plaats delict en onderzocht door de politie. Zonder resultaat. Ook in Rhenen in het Doornse Gat werden dit soort plekken gevonden en onderzocht. ‘Onderhand vind ik het wat onrealistisch worden allemaal,’ zucht Wanda. ‘Wat doen die plekken met kruisjes opeens in het bos? Alsof iemand ons op een dwaalspoor probeert te brengen. Ik sluit niet uit dat iemand ons ziet zoeken en ervan geniet nieuwe sporen te maken, puur voor de sensatie.’ Er valt inmiddels steeds minder licht door de bomen. Auto’s vertrekken, morgen zal er verder worden gezocht. Daarvoor wacht voor velen alweer een slaaparme nacht waarin het lot van Ruben en Julian een nare hoofdrol zal opeisen. Een oudere man steekt een sigaar op. ‘Ik ben erg gesteld op mijn vrije tijd,’ zegt hij. ‘Maar zolang die jongens niet zijn gevonden, kan ik daar niet van genieten.’ ADit artikel is donderdag 16 mei naar de drukker gegaan.

die niet zo blij zijn. Het ging met vallen en opstaan, maar nu staat er een geoliede machine.’ Geolied genoeg dat ze heeft besloten vanavond zelf niet mee te lopen. Wanda is moe na een week het coördinerende middelpunt van de zoekactie te zijn geweest. Vanmorgen was ze in Limburg, daar wordt ook gezocht. ‘Ik was om 4 uur mijn bed uit, ik wilde toch kijken hoe het daar gaat, de sfeer proeven. Morgen doe ik nog een interview bij Radio 1 en dan is het even klaar. Het gaat er wel in zitten hakken allemaal, ik moet echt even tot mezelf komen.’ Wanda zit in de ziektewet en heeft daardoor veel tijd voor de zoekactie. Ondanks het gebrek aan resultaat en de steeds uitzichtlozere perspectieven blijft ze hoop houden. ‘Paragnosten denken dat ze nog leven. Ik vind het opvallend dat ze allemaal en onafhankelijk van elkaar vaak in dezelfde richting wijzen. Ze hebben het bijna allemaal over een toren of paal, bij een berg.’ Vanavond zal de zoektocht eindigen bij De Kaap, een 25 meter hoge uitkijktoren.

perfeCte opperleiderLangzaam gaat de lijn verder. De vrij willigers zijn opgedeeld in drie groepen met elk een eigen leider die via een portofoon in contact staat met andere leiders, te herkennen aan de fel gekleurde hesjes. René is de opper-leider. Hij spreekt de groep aan het begin en einde van de zoektocht toe, schreeuwt de bevelen en is ook degene die bij elke ‘ho’ beoordeeld of de politie ingeschakeld moet worden. Zijn hoge en professioneel ogende laarzen, de vastberadenheid in zijn houding en ook de zichtbare gretigheid waarmee hij zijn taak uitvoert, maakt René tot de perfecte opperleider voor zoektochten met vrijwilligers die nog nooit ‘opgelijnd’ naar aanwijzingen hebben gezocht. Na een nieuwe ‘ho’ schijnt er echt wat gevonden te zijn. René roept de politie erbij. Het gaat om een schroevendraaier. De tijd begint inmiddels te dringen. Om half 10 moet iedereen uit het bos zijn. René: ‘Dat is nou eenmaal afgesproken met natuurbeheer en politie en… tja, ik heb die afspraken niet gemaakt…’ Bij elke verwijzing naar de boswachter (‘er mag niet gerookt worden’, ‘we moeten voor half 10 het bos uit zijn’) voegt hij wel iets toe dat subtiel verwijst naar zijn

eigen opinies over autoriteiten en bos-wachters die zoektochten naar verdwe-nen jongetjes limiteren. Rond 9 uur is de groep bij De Kaap, het eindpunt van vanavond. Op de schroeven draaier na is er niks gevonden dat Ruben en Julian dichterbij brengt. Raymond heeft alle avonden nog mee-gezocht, hij vindt de zoektochten zonder vondsten of aanwijzingen niet nutteloos. ‘Zeker niet. We strepen de kavels af, net zo lang totdat we de hele omgeving

Bij kinderen komen mensen in opstandde drijfveren achter de zoektochtSociaal psycholoog Hans van de Sande ziet de spontane zoekactie als een vrij logisch, evolutionair verschijnsel. ‘mensen zijn, als hen iets raakt, redelijk goed te mobiliseren. de aanleiding moet dan wel dramatisch zijn. dit is natuurlijk heel aangrijpend. We zitten zo in elkaar dat we ernstig in opstand komen als er iets met kinderen gebeurt. dat zag je bij dutroux waar tienduizenden belgen de straat opgingen, alleen om te laten zien hoe erg ze het vonden. dat zit gewoon diep, evolutionair in ons. dieren hebben dat ook. de meeste dieren in het wild vluchten weg als ze je aan horen komen, maar als ze jonge dieren bij zich hebben, vallen ze je aan.’ dat beschermende is volgens Van de Sande vooral een emotionele impuls. ‘als je er goed over nadenkt, zijn die jongens al lang dood en heeft het geen zin om nog te zoeken. maar instincten werken niet logisch, die zijn emotioneel, impulsief. over het algemeen hebben mensen die hun natuurlijke impulsen volgen het idee dat ze goed bezig zijn. Je ziet wel vaak dat zo’n gevoel snel weer wegvloeit. Zodra de kinderen zijn gevonden, is die emotionele betrokkenheid, die morele verontwaardiging snel weer afgelopen. dan is er niets meer waar men de woede op kan richten.’

luguBer. VriJWilligerS VoNdeN eeN Hoop aarde met eeN krUiSJe erop.

An

p

37