Download - Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Transcript
Page 1: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Marit Janse

zoutkristalleneen strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Inhoud 1 Colofon 2

Natuur in Nederland 3De missie van dit afstudeerplan is ervoor te zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur. Voorwoord 7Het water van de Oosterschelde is het water uit mijn jeugd. Dit afstudeerplan is dan ook een persoonlijke missie dit te beschermen.

Natuurbeleid in Nederland 8De ecologische Hoofdstructuur is succesvol omdat de afname van biodiversiteit is gedaald. Maar natuurontwikkelings is wel een ‘ver van mijn bed schow’ geworden.

Landschapsanalyse 12De rijke cultuurgeschiedenis van het Zeeuwse landschap is zowel bron van de hoge natuurwaarden als sleutel tot een succesvol en gedragen natuurontwikkeling omdat je hiermee een bredere basis voor natuur creëert.

Probleemstelling 22De voor de natuur wezenlijke intergetijdegebieden dreigen over 50 jaar geheel te verdwijnen. De Oosterschelde heeft een reddingsplan nodig waarin wordt verteld hoe we een gastvrij landschap voor mens en natuur kunnen maken.

Concept 28Het is tijd voor een natuurbeeld waarin een verweven vorm van natuurontwikkeling logisch is. Eén die natuur combineert met andere belangen zoals landbouw, recreatie en cultuurhistorie. Dit afstudeerplan gaat daarom uit van de Oosterschelde als ecosysteem waar de mens onlosmakelijk deel van uitmaakt.

Strategie 30Zoutkristallen, een strategie voor natuurontwikkeling in de Oosterschelde. Zoutkristallen zijn allianties van landbouw- en natuurontwikkeling waarmee gastvrije productielandschappen ontwikkeld worden. De rijke cultuurgeschiedenis van het Zeeuwse landschap is daarbij de bron van hoge natuurwaarden als sleutel tot een succesvol en gedragen natuurontwikkeling. Voor landbouw- en natuurontwikkeling wordt het zoute

water, wat decennia lang als vies water bestempeld is, in dit plan gezien als basis van ecologische én economische rijkdom.

Ontwerpuitwerking 36In dit plan zijn drie ontwerpprincipes geformuleerd om te komen tot de gastvrije productielandschappen Zoutkristallen. De Zuidhoekpolders van Zierikzee zijn exemplarisch voor alle zoutkristallen van de Oosterschelde. De landschapsvisie geeft een nieuwe koers aan ontwikkeling van dit gebied reikend van Zierikzee tot in de Oosterschelde.

Label Oosterschelde 52Producten gemaakt van lokale grondstoffen versterken de culturele identiteit van de Oosterschelde. Tegelijkertijd zijn het een nieuwe vorm van natuurbescherming omdat het verhaal van het landschap op een aansprekende manier wordt verteld. Het uiteindelijke doel is om zoveel aandacht te genereren dat behoud van de Oosterschelde weer een nationaal debat wordt.

Literatuur en Bronnen 56

Samenvatting 58

Page 2: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Marit JanseBeatrijsstraat 34b3021 RE Rotterdam 06 16 056 [email protected]/pub/marit-janse/8/aa4/b93/

Academie van BouwkunstAmsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Landschapsarchitectuur (Master of Landscape Architecture). Waterlooplein 211-2131011 PG Amsterdam

CommissieMaike van Stiphout | landschapsarchitect [mentor] DS Landschapsarchitecten Overtoom 971054 HT Amsterdam

Cees van der Veeken | landschapsarchitect LOLA Landscape Architects1e Middellandstraat 1033021 BD Rotterdam

Martin Aarts | stedenbouwkundige, architect Stadsontwikkeling Gemeente RotterdamPostbus 65753002 AN  Rotterdam

Toegevoegd voor het tentamenMirjam Koevoets | landschapsarchitectRoel Wolters | landschapsarchitect

Met dank aan Bernice Aalders | modeontwerperLuitzen Bijlsma | directeur Waterdienst RijkswaterstaatAnnemiek Bongers | pottenbakster RotterdamBjörn van den Boom | NatuurmonumentenWim Bout | mosselboer BruinisseNoël van Dooren | landschapsarchitect Anneke Mc Govern | Projectbureau Zeeweringen fam. Fierens | boer Zierikzee Annemieke Fontein | Stadsontwikkeling RotterdamJaap Geleijnse | voorzitter Combinatie van Beroepsvissers Ilse van Klei | studio ilse van klei Alien Kok | Dienst Landelijk Gebied Kees Meerman | Provincie Zeeland Hanneke Mesters | Natuurmonumenten Marcel Spelt | Bakkerij Spelt BruinisseBianca de Vlieger | Dienst Landelijk GebiedBart Wielart | Waterschap Scheldestromen Peter Verbree | melkveehouder Zierikzee Bregje van Wesenbeeck | Deltares Evert van de Zande | mosselboer Zierikzee Eric van Zanten | Rijkswaterstaat Zeeland Kees Zeijler | Waterschap ScheldestromenInge Hoonte | multi-disciplinary artistDonald Marskamp | landschapsarchitectRamon Postma | landschapsarchitect Maria en Eliza Janse Mattijs van ‘t Hoff

Datum planpresentatie 09 maart 2012 examen 04 april 2013 (cum laude)publieke presentatie 28 juni 2013

Zoutkristallen, een strategie voor behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Colofon

Page 3: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

De missie van dit afstudeerplan is ervoor te zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur.

Het is nu 2012 en de kranten staan bol van de terloorgang van natuur, omdat kwetsbare plant- en diersoorten afnemen. Maar vooral omdat we er niet meer in mogen. Voor kinderen is natuur hetzelfde als ‘verboden toegang’. Kwalijk want: wie de natuur niet leert kennen, zal haar later niet beschermen. De NRC stelt samen met lezers een lijst op van 50 buitendingen die je gedaan moet hebben voor je twaalfde. Tot zover het protest. Het Nederlandse natuurbeleid lijkt een dure hobby. Verantwoordelijk instanties zijn vol ongeloof en ontzetting over de botte manier waarop tegen heilige huisjes wordt aangeschopt, vooral door de vorige staatssecretaris zelf. Bleker bezuinigde meer dan zeventig procent op natuurbeleid – en de volksopstand bleef uit. Waarom gaan we de barricaden niet op?

Natuur wordt vooral gezien als een ‘luxeproduct’. Dat kwam heel duidelijk naar voren in het beleid van het kabinet. De natuurbeweging, maar eigenlijk de hele academia, is er niet in geslaagd om helder te maken dat ecosystemen geen luxe zijn, maar bepalend voor het menselijk leven. Blijkbaar wordt natuur gezien als iets moois voor als je geld hebt, en niet als iets dat betekenis heeft voor gewone mensen. Natuur is een voorwaarde voor menselijk welzijn. De ecosystemen van de natuur liggen niet aan de top van de piramide, maar aan de basis. Waar het pad van de mens eeuwenlang meebewoog met de loop van de natuur zijn, we inmiddels al jaren van deze basis afgeraakt. Terwijl de kwaliteit van leven direct verband houdt met de natuur. Schoon drinkwater, schone lucht, bronnen voor voedselproductie, en waterberging: we zijn ervan afhankelijk.We moeten weer laten zien dat de natuur de leefbaarheid van de mensen hier en nu bepaalt. Daarbij gaat het niet om zeldzame soorten, maar om de rijke gemeenschap waar wij als mens deel van uitmaken. Waar zijn we van dit pad afgeweken? Twintig jaar geleden is besloten de achteruitgang van de natuur een halt toe te roepen. Het verlies aan natuur en biodiversiteit was niet langer aanvaardbaar. In 1989 was nog maar ongeveer de helft over van de 876.000 hectare natuur die we in 1900 in Nederland hadden. De rest was opgeofferd aan de groei van onze materiële welvaart. Samen met de slechte milieuomstandigheden had dit tot gevolg dat nog slechts vijftien procent van de oorspronkelijke biodiversiteit in Nederland aanwezig was. Sinds 1990 is begonnen met de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS): een stevige basis voor de natuur en de ecosysteemdiensten die de natuur de mens biedt. In de jaren ‘90 groeide de aanhang van natuur en milieuclubs sterk, maar sinds tien jaar is er sprake van een daling. Natuurmonumenten telde ooit bijna een miljoen leden maar is nu terug op het niveau van 1994. Opgeteld hebben de ruim honderd

Natuur in Nederland

3Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Page 4: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

landelijke natuur- en milieuorganisaties bijna vier miljoen leden, maar dat zijn er 80.000 minder dan een jaar terug. De natuurbeweging in Nederland is in het defensief gedrongen en vraagt zich af, hoe heeft dit kunnen gebeuren? Natuur is in de beeldvorming een hobby van biologen geworden, een speeltuin voor linkse drammers. Het is in de hoofden van veel mensen iets abstracts geworden. Natuur werd een doel op zichzelf. Het ging niet meer over een mooie vogel, maar over hectaren, beleid, Europese kaderrichtlijnen, doeltypen en natuurdoelkaarten. Het werd natuur van ecologen. Moeilijk toegankelijk, lastig te begrijpen, vol onbekende soorten. Het werd duur en onnodig gevonden. Natuur stond altijd heel dichtbij de mens; het was mooi, landschappelijk en om de hoek. De aversie tegen de natuurbescherming komt doordat het natuurbeleid te lang is gedomineerd door een strenge uitwerking van de regels: er mochten heel veel dingen vooral niet. Natuur is op zichzelf leuk, maar kreeg daardoor een negatieve bijsmaak. Door grootschalige natuurontwikkeling in Nederland is de teloorgang van de biodiversiteit weliswaar afgeremd maar andere verbanden zijn verbroken. Landschap zorgvuldig opgebouwd door de mens is afgeschraapt en ingericht als wildernis waardoor veel cultuurlandschappen zijn verdwenen. Bram van de Klundert vraagt zich af of we psychologisch, spiritueel of fysiek wel in staat zijn om zo snel afscheid te nemen van het land dat we in de loop van de geschiedenis ons eigen hebben gemaakt. Elsevier gaf in september 2009 met de titel “Weg met de natuur, hoe polderlandschap moet sneuvelen voor oermoerassen en andere idiotie” hierop al antwoord. Op de website van Elsevier is een lange lijst van protestsites te vinden van burgers die strijden tegen het verdwijnen van “hun” landschap en dus natuur. Want als we het in Nederland hebben over natuur, bedoelen we eigenlijk landschap. In het of-of denken, waar de een als winnaar en de ander als verliezer wordt beschouwd, is de cultuurhistorie naar de achtergrond geschoven ten voordele van natuurontwikkeling. Maar deze ontwikkeling, nu nog geleid door ecologen, heeft slechts een eenzijdige doelstelling. Natuurmonumenten ziet de belangstelling voor cultuurhistorie en is optimistisch omdat hierdoor een bredere doelgroep bereikt kan worden. Het aantal vrijwilligers bij Natuurmonumenten is de afgelopen zes jaar verdubbeld en de donaties lopen weliswaar in aantal, maar niet in omvang achteruit. Het is dus van belang de afhakers weer te overtuigen van het belang van hun steun.

Jongeren willen in reactie op de crisis anders opereren. Niet meer uit de morele overtuiging dat je als beschaafd mens de natuur behoort te redden, maar uit persoonlijke noodzaak. Veldbioloog Jac. P. Thijsse (1865-1945), schrijver van de teksten bij de plaatjes van de Verkade-albums bracht de natuur naar de gewone mensen. Voordien was het kijken naar vogels voorbehouden aan de gegoede burgerij die tijd en geld had. Thijsse heeft dat veranderd. Naar aanleiding van het succes bij het grote publiek schijnt Thijsse te hebben uitgeroepen: “Ze hebben me voor de reclame gevraagd!”. Thijsse was dan ook een groot strijder voor behoud van natuur. Hij heeft er voor gezorgd dat het Naardermeer geen grote vuilstort werd maar het 1e natuurreservaat van Nederland. Het Naardermeer was in 1909 de voorloper van de twintig nationale parken die Nederland nu kent.

Reddingsplan voor de OosterscheldeDit afstudeerplan geeft een scenario en voorbeelduitwerking voor een een nieuwe manier van natuur beschermen in en rond de Oosterschelde. De Oosterschelde is een Natura2000 gebied dat bedreigd wordt door visserij- en landbouwbelangen. De voor de natuur wezenlijke intergetijdegebieden dreigen geheel te verdwijnen rond 2030 door waterveiligheidsmaatregelen. Dit afstudeerproject is een reddingsplan voor de Oosterschelde maar

Omslag van Het Vogelboekje van Dr Jac P Thijsse (eerste druk 1912)

Page 5: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

zou ook een voorbeeldproject kunnen zijn voor andere natuurgebieden in Nederland. Er wordt ingezet op alle duurzaamheidsfactoren; people, planet en profit. De missie van dit afstudeerplan is ervoor te zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur. Een tweede Slag om de Oosterschelde is noodzakelijk, opnieuw een gevecht om de natuur, om levend water. De natuur is vol verhalen en ontdekkingen, dichtbij en tastbaar, ooit zo mooi opgetekend door Jac. P. Thijsse. Door natuur weer dicht bij de belevingswereld van de mens te brengen, beleefbaar te maken, aan te sluiten bij de lokale leefomgeving en vooral het plezier van natuur te laten (her)ontdekken, zullen er nieuwe vriendschappen ontstaan tussen de mens en de natuur zo noodzakelijk voor het voortbestaan van de Oosterschelde.

*

Literatuur en bronnenFeddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving

Marskamp, D. (2012) Nieuwe natuur versus Cultuurlandschap, wilde beminning of een afstandelijk huwelijk. Essay Academie van Bouwkunst

NRC Handelsblad. 50 buitendingen die je gedaan moet hebben voor je twaalfde. Zaterdag 18 augustus 2012

Schipper, Paul (2008). De slag om de Oosterschelde. Uitgeverij Atlas

5Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Zeeland in de greep der dwazen? De Aktiegroep Oosterschelde Open blokkeert CHU-lijsttrekker Berend Jan Udink tijdens een verkiezingstournee. Links Hans van Damme. Naast hem Hans de Leeuw met links een pot schoon Oosterscheldewater en rechts smoezelig vervuild Westerscheldewater. De Aktiegroep begon met een klein groepje uit Yerseke die hun leefomgeving bedreigd zagen met de komst van de dichte dam. Samen met weten-schappers uit het Westen en de Randstad en later met hulp van de natuurorganisaties en de visserij hebben zij ervoor gezorgd dat de afsluiting van de Oosterschelde een nationale discussie werd. Uiteindelijke heeft dit geresulteerd in het compromismodel van de Oosterscheldekering. Open, dicht of halfopen: de discussie rond de afsluiting van de Oosterschelde, 1967 - 1974.

Page 6: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Foto van ‘t Stelletje aan de Oosterschelde, nabij Zierikzee, een van mijn favoriete lokale zwemspots.

Page 7: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Het water van de Oosterschelde is het water uit mijn jeugd. Al woon ik al 15 jaar niet meer in Zeeland, de herinnering aan het baden is sterk; de haast op de fiets om de hoogste vloed te halen, de duik, het op het eerste gevoel steenkoude water en de verfrissing daarna. Het zoute water, zoutkorrels achterlatend. Fenomenaal in alle eenvoud.

Dit afstudeerproject begon als een reis naar vroeger, naar het landschap van mijn jeugd. Maar is uiteindelijk een reddingsplan voor de toekomst geworden gedragen door een jaar lang onderzoek naar de Oosterschelde: De morfologische, mariene en biologische geschiedenis. De tochten rond de Oosterschelde boven en onderwater. De gesprekken met boeren, vissers en belanghebbenden, familie en bezoekers in Zeeland. Referentieprojecten in Frankrijk. De smaak van de zee. Het onderzoek naar de verschillende natuurbewegingen van afgelopen decennia in Nederland gaf mij inzicht in hoe het verloop in de toekomst zal zijn, gesteund door vele filmps en reportages van trendwatchers. Het werd allemaal materiaal voor het ontwerp. In april is het plan gepresenteerd aan de commissie van de Academie van Bouwkunst. Tijdens de publieke presentatie op 28 juni 2013 is het plan gepresenteerd aan een breder publiek, waarbij ook het geweldige resultaat Cum Laude bekend werd gemaakt. Met dit afstudeerproject is mijn opleiding aan de academie op een prachtige manier afgerond. Maar de missie van dit reddingsplan krijgt vervolg in het Label Oosterschelde, waar producten gemaakt van lokale grondstoffen op een aansprekende manier de Oosterschelde onder de aandacht brengen.

Marit Janse

7Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Emmy Andriesse, Camperduin, 1950 - 1952. De baadster afgebeeld in een ontwapende alledaagsheid.

Marit Janse, Schor en Slik, werkstuk op de lagere school.

Natuur en economie was eeuwenlang in balans, totdat door ruilverkaveling en industrialisatie het behoud van natuur zo noodzakelijk was geworden dat zelfs grootschalige natuur ontwikkelt werd. De afname van biodiversiteit is daardoor weliswaar verminderd maar heeft ook afstand geschapen tussen de natuur en de mens.

Voorwoord

Page 8: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

beleid

natuurvisie

Nationale Parken

tijd

Instandhoudingsdoelen voor de OosterscheldeVoor de habitattypen zijn de volgende doelen opgenomen:o H1160 Grote baaien: behoud van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit.o H1310 Zilte pionierpionierbegroeiingen: uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van zilte pionierbegroeiingen, zeekraal (subtype A).o H1320 Slijkgrasvelden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit.o H1330 Schorren en zilte graslanden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit van de schorren en zilte graslanden, buitendijks (subtype A) en uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van schorren en zilte graslanden, binnendijks (subtype B).o H7140 Overgangs- en trilvenen: uitbreiding van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit van overgangs- en trilvenen, veenmosrietlanden (subtype B).

Voor de habitatrichtlijnsoorten (2 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen:o H1340 Noordse woelmuis: uitbreiding van de verspreiding, de omvang en het behoud van de kwaliteit van het leefgebied voor de uitbreiding van de populatie.o H1365 Gewone zeehond: behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie voor een regionale populatie van ten minste 200 exemplaren in het Deltagebied.

Voor de broedvogelsoorten (42 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen:> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied als bijdrage aan de draagkracht voor depopulatie van het Deltagebied van:o A132 Kluut ten minste 2.000 paren;o A137 Bontbekplevier ten minste 100 paren;o A191 Grote stern ten minste 4.000 paren;o A193 Visdief ten minste 6.500 paren;o A195 Dwergstern ten minste 300 paren.

> Uitbreiding van de omvang en/of verbetering van de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor de populatie van het Deltagebied vano A138 Strandplevier ten minste 220 paren.

> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor een populatie van:o A081 Bruine kiekendief ten minste 19 broedparen;o A194 Noordse stern ten minste 20 paren.

Voor de niet-broedvogelsoorten zijn de volgende doelen opgenomen:> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van (aantal is seizoensgemiddelde)o A004 Dodaars gemiddeld 80 vogels o A005 Fuut gemiddeld 370 vogelso A007 Kuifduiker gemiddeld 8 vogelso A017 Aalscholver gemiddeld 360 vogels o A026 Kleine zilverreiger gemiddeld 20 vogels o A034 Lepelaar gemiddeld 30 vogels o A043 Grauwe gans gemiddeld 2.300 vogels o A045 Brandgans gemiddeld 3.100 vogels o A046 Rotgans gemiddeld 6.300 vogels o A048 Bergeend gemiddeld 2.900 vogels o A050 Smient gemiddeld 12.000 vogels o A051 Krakeend gemiddeld 130 vogels o A052 Wintertaling gemiddeld 1.000 vogels o A053 Wilde eend gemiddeld 5.500 vogels o A054 Pijlstaart gemiddeld 730 vogels o A056 Slobeend gemiddeld 940 vogels o A067 Brilduiker gemiddeld 680 vogels o A069 Middelste zaagbek gemiddeld 350 vogelso A103 Slechtvalk gemiddeld 10 vogels (maximum)o A125 Meerkoet gemiddeld 1.100 vogels o A130 Scholekster gemiddeld 24.000 vogels o A132 Kluut gemiddeld 510 vogels o A137 Bontbekplevier gemiddeld 280 vogels o A138 Strandplevier gemiddeld 50 vogels o A140 Goudplevier gemiddeld 2.000 vogels

o A141 Zilverplevier gemiddeld 4.400 vogels o A142 Kievit gemiddeld 4.500 vogels o A144 Drieteenstrandloper gemiddeld 260 vogelso A149 Bonte strandloper gemiddeld 14.100 vogelso A157 Rosse grutto gemiddeld 4.200 vogels o A160 Wulp gemiddeld 6.400 vogelso A161 Zwarte ruiter gemiddeld 310 vogels o A162 Tureluur gemiddeld 1.600 vogels o A164 Groenpootruiter gemiddeld 150 vogelso A169 Steenloper gemiddeld 580 vogels

> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied van:o A037 Kleine zwaan

> Behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht vooreen populatie van:o A143 Kanoet gemiddeld 7.700 vogels

minder algemene tot zeldzame plantenge-meenschappen

het nationale en internationale belang als overwinteringsgebied, doortrekgebied en permanente verblijfplaats voor een groot aantal vogelsoorten

de aquatische zoutwaterlevensgemeen-schappen

Behoud van het weidse karakter en onge-reptheid uit een oogpunt van natuurschoon.

met vele soorten plantaardig en dierlijk plank-ton en vissen

minder algemene tot zeldzame plantenge-meenschappen

Behoud als broedgebied, foerageergebied , pleisterplaats van nationaal en internatio-naal belang voor kust- en weidevogels

Behoud van de variatie in de elementen wa-ter, land, dijken, vegetatietypen en vogelrijk-dom uit het oogpunt van natuurschoon.

buitendijks binnendijks

10instandhoudingsdoelen Natura 2000 op basis Vogel- en Habitatrichtlijnen als onderdeel van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora-en Faunawetbeschrijving Natuurbeschermingswet 1998 gaat uit van het ecosysteem met onderlinge verhoudingen

natuurbescherming / kritieken

> technocratische karakter van de natuurwetten, het gaat alleen om ‘aantallen’, natuur moet omdat de EU het zegt. Het verhaal van de na-tuur wordt te weinig verteld> eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cul-tuurhistorie en landschap> het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is (terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn)> particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worden, door natuurorganisaties, nog steeds als de boeman beschouwd

bewondering

bestrijden

natuurbalans DE AANKOOP VAN NIEUWE NATUUR VOOR DE ECOLO-GISCHE HOOFDSTRUCTUUR (EHS) STAGNEERT.

1909 1e natuurreservaat Naardermeer

1905 oprichting Natuurmonumenten natuurbalansVERDUURZAMING VAN DE VISSERIJ, VERBETERING WATERKWALITEIT EN HERSTEL VAN NATUURLIJKE DYNAMIEK ZIJN NODIG OM DE KWALITEIT VAN DE ZEENATUUR TE VERBETEREN

Tiengemeten 100% NATUUR DOOR VERENIGING NA-TUURMONUMENTEN

1918 NATUURSCHOONWET NATUUR EN LANDSCHAP

1992 HABITATRICHTLIJN

Nota BelvedèreVISIE VOOR RUIMTELIJKE INRICHTING REKENING HOUDEND MET CULTUURHISTORIE, OOK BIJ NATUURONTWIKKELINGSPROJECTEN BIJVOOR-BEELD IN DE MILLINGERWAARD OF DE BEEK DE HUNZE

1930 Nationaal Park Veluwezoom (6000 ha)

1948 IUCN|WNF1967 start bouw Oosterscheldekering

1972 Club van RomeKEERZIJDE VOORUITGANG: VERVUILING, VER-LIES CULTUREEL ERFGOED EN NATUURWAAR-DEN 1992 Nota Landschap

LANDSCHAP ALS CO-PRODUCTIE TUSSEN MENS EN DE NATUUR

boerenECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE RE-NAISSANCE NA DE CRISIS IN DE JAREN ‘90. ONTVANGEN SUBSIDIE VOOR AGRARISCH NA-TUURBEHEER

1900 aankoop Naardermeer

1967 NATUURBESCHERMINGSWETFLORA- EN FAUNAWET

1979 VOGELRICHTLIJN

1990 NATUURBELEIDSPLAN / EHS 1990 - 2015/2018 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR IS EEN ONDERDEEL VAN HET NATUURBELEIDSPLAN OM EEN SAMENHANGEND NETWERK VAN BESTAANDE EN NOG TE ONTWIKKELEN NATUURGEBIEDEN TE MAKEN TER BEHOUD EN DE VERSTERKING VAN DE BIODIVERSITEIT IN NEDERLAND. HET RUIMTELIJK SCHEIDEN VAN ROBUUSTE NATUUR EN DYNAMISCHE LANDBOUWGEBIED DOOR DE INSTELLING VAN KERNGEBIEDEN (100% NATUUR), AGRARISCHE NATUUR EN ROBUUSTE VERINGINGEN.

1995 NATUURBELEIDSPLAN / EHS DEFINIERING VAN DE DOELSOORTEN EN NATUURDOELTYPEN

2000 NATURA 2000 2000 - 2020 EUROPEES NETWERK VAN BESCHERMDE NATUURGEBIEDEN VOOR BEHOUD EN HERSTEL VAN BIODIVERSITEIT OP BASIS VAN NATUURBESCHERMINGSWEG + VOGEL-EN HABITATRICHTLIJNEN

1969 Nederland sluit zich aan bij de IUCN, behoud belangrijke ecosystemen door instelling nationale parken

1970 Oostvaardersplas-sen proeftuin nieuwe na-tuur(WILDERNIS NATUURVISIE) ECOLOGEN EN NATUUR-BESCHERMERS KRIJGEN DOOR HET NIEUWE OVER-HEIDSBELEID MEER ZEGGENSCHAP WAARDOOR NA-TUUR ‘ONTWIKKELD’ KAN WORDEN. FRANS VERA IS DE GRONDLEGGER VAN DEZE GEDACHTE, IN ZIJN VISIE WORDT DE NATUUR LOSGEKOPPELD VAN DE MENSE-LIJKE ACTIVITEITEN WAARBIJ HET LANDSCHAP VOOR DE GROTE ONTGINNINGEN TERUGGEBRACHT WORDT.

1990 hoogtijdagen grootschalige natuurontwikkeling < 1960 agrarisch na-tuurbeheer(ARCADISCHE NATUURVISIE) NATUURONTWIKKELING GING HAND IN HAND MET HET BOERENLAND. NATUUR WERD BHEERD OP BOERENWIJZE (PLAGGEN, BRAN-DEN, MAAIEN) MET BEHOUD VAN CULTUURELEMENTEN ALS HOUTWALLEN, SCHRALE AKKERS, VERKAVELINGS-STRUCTUREN

1930 bescherming woeste gronden

natuurgebied Plan Tureluur van 850 hectare

1935 NP De Hoge Velu-we (5500 ha) )

1953 watersnoodramp

Het Nationaal Park de Oosterschelde als test-case voor een nieuwe manier van natuur ontwikkelen

Want als men de uitspraak van de website “37000 hectare natuurgebied, het grootste Nationaal Park van Nederland en het enige waar economie en natuur hand in hand gaan” serieus had genomen dan was er al een oplossing geweest voor de ecologische problemen. Bestaande natuurgebieden zijn verboden terrein, iets wat onder de lokale bewoners op onbegrip stuit. Grootschalige natuur-gebieden zijn aangelegd op de marginale landbouwgronden “Plan Tureluur” ter compensatie van de nadelige effecten van de Oosterscheldekering”. De eeuwenlange balans tussen natuur en economie is verstoord.

1865 Yosemite VSNationaal Park, de idee door Olmsted en Muir

naast natuurbescher-ming ook andere taken zoals educatie

1872 Yellowstone1e Nationaal Park VS

> 1850 industriele revolutie

> grote ontginningen van de woeste gronden

1992 HABITATRICHTLIJN

natuurbeschermingproductie (jacht Hoge Veluwe)

“Voorbij de EHS” nieuwe natuurbescherming, hoe doen we dat? > “het verhaal van de natuur” moet weer verteld worden (maatschappelijke betekenis) > nieuwe verdienmodellen, door toevoegen van nieuwe functies aan de natuur > geef ruimte aan de natuur en wees nieuwsgierig naar wat er dan gebeurt > ga uit van het lokale, de mensen in de streek, koester de gevoelens van trots > maak gebruik van kwaliteitsnormen van de markt > toevoegen van natuurwaarden aan productielandschappen, creeer extra waarden voor het product

natuurbalans 60% ACHTERUITGANG VAN DE NATUURWAARDEN IN AGRARISCH GEBIED

natuurdoeltypen verboden toegang

doelsoorten Oostserschelde

economische crisiseconomische crisiskabinet Rutte1986 einde bouw Oosterscheldekering

wat willen we? Gastvrije landschappen waar wordt gewoond, gewerkt, gerecreeert. Waar een verbon-denheid met het landschap ontstaat, waar je iets leert en gevoel hebt met de omgeving (de hemel, de aarde, het water) en het materiaal.

?

wet Natuur ? “VOORBIJ DE EHS” KOERS VOOR NIEUW NATUURBELEID, BASIS VOOR DE NIEUWE WET NATUUR?750.000 HECTARE NATUURGEBIED INCLUSIEF 20 NATIONALE PARKEN (123.00 HECTARE). 45 % HIERVAN IS NATURA 2000 GEBIED

conclusie “de EHS is succesvol want de afname van biodiversiteit van Nederland is gestopt”. Maar natuurontwikkeling ook een ‘ver van mijn bed show’

kritieken > technocratische regelgeving, het gaat alleen om aantallen, natuur omdat de EU het zegt. Het verhaal van de natuur wordt te weinig verteld. > eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cultuurhistorie en landschap > het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is, terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn > particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worden door natuurorganisaties nog steeds als boeman be-schouwd.

Zaterdag 18 augustus & Zondag 19 augustus 2012

Zomerse Lux, zonder devaste columnisten maar met:

10 Lunch met ideeënmanErik Kessels

12 Georgisch tafelenmet de Thuiskok

14 Duits vulkaantoerisme

tussen het

50 buit endi ng endie je gedaan moet hebben voor je twaalfde*

* met dank aan 1.000 lezers

Edelkoort, optimistische leermeester

E erlijk gezegd was ik stiekem vanplan om onder Zomergasten af en

toe even naar de slotceremonie inLonden te zappen, gewoon, omdat ikeen gulzigaard ben die nooit iets wilmissen. Als ik dat had gedaan, had ikhet hier overigens niet opgebiecht.

Maar ik heb geen enkel momentkunnen vinden in de lange avondwaarop ik ertussenuit wou piepen,want Li(dewij) Edelkoort had mij alsnel in haar greep. Wat een zomer,wat een gast, wat een zomergast!

Eigenlijk was dit de eerste avond

Zomergasten Li Edelkoort

Li Edelkoort was braaf nochondoorgrondelijk en had ookgeen migraine. Dit was deeerste Zomergastenavondwaarop alles klopte, zagHanneke Groenteman.

Tweets overZomergasten

De komende zes weken recenseert Hanneke Groenteman op deze plek deZomergastenuitzending van zondag. Groenteman is journalist en televisie-maker en presenteerde in 1998 zelf het programma. Ze schreef drie boeken:Doorzakken bij Jamin, Dikke Dame en Bestemming bereikt?

waarop het concept helemaal klopte.De gast was niet braaf, niet voorspel-baar, niet ondoorgrondelijk voor depresentator, had geen migraine (al-thans niet merkbaar) en maakte eenmooie pas de deux met de gastheer.En, het allerbelangrijkste: van eenavond Lidewij Edelkoort word je nietalleen wijzer, maar kan je het levenook beter aan. Het was nou eens nietsamen somberen over alles wat foutgaat en mis is in deze tijd, maar – methaar onweerlegbare logica meeden-kend – licht zien aan het eind van denaargeestige tunnel waar we in zit-ten.

„Een nare hobbel” noemt Edel-koort deze tijd, en die hobbel moetenwe nemen. Maar als we dat met z’nallen verstandig doen, dan komt hetgoed. „Ik ben heel optimistisch, ikgeloof in de mens.” Dat klinkt zo op-geschreven stichtelijker dan ze is, zedoet namelijk niet anders dan goed

opletten, verbanden zien, logisch na-denken en daar conclusies uit trek-ken. Niks stichtelijks aan.

Het vak van Lidewij Edelkoortheet trend forecaster. Door goed enbreed naar het heden te kijken, zietze ontwikkelingen in de toekomst.Ik zie haar vak als een soort KNMI,niet voor het weer, maar voor ten-densen, zeg maar het leven, en danverder vooruit dan veertien dagen.Hoe ons leven er in 2050 uitziet,vroeg Jan Leyers. „Dat is wel heeld i ch t b ij ”, zei Edelkoort.

Voor deze uitzending had ik Edel-koorts klok wel horen luiden, maarik had niet echt een idee waar de kle-pel hing. Ik hoor niet tot de bevoor-rechten die langdurig in haar omge-ving hebben mogen verkeren, alsstudent, collega of relatie. En omhaar en haar denkwereld enigszins tekunnen doorgronden, heb je min-stens drie uur onafgebroken nodig.

Dat kregen we, en dat was het mooievan deze avond.

Het begon nogal abstract, over fe-tisjen en banken en fotografie. Jemoest je geduld en je zitvlees aan-spreken om bij de les te blijven, maarde beloning was zoet. De fragmentenwaren prachtig materiaal om Edel-koorts theorieën te staven en omge-keerd. Alles klopte.

Waar het op neerkomt? Dat we inkleinere verbanden gaan opereren,dat we preutser worden, romanti-scher, in onszelf gekeerder, creatie-ver, fantasierijker, minder materia-listisch. Familiebedrijven komen te-rug, we gaan meer dingen zelf ma-ken, lokale industrieën komen te-rug, de betovering van de marktwer-king houdt op, er komt bezielingvoor in de plaats. En die omslag moetsnel en doelgericht in gang gezetworden, ook door captains of industry,want iedereen, van hoog tot laag, is

zo langzamerhand moe van het dra-gen van de crisis en van de opstape-ling van problemen. Het is een kwes-tie van overleven.

Edelkoort is optimistisch, omdatde mens als soort uiteindelijk niet opzijn eigen vernietiging wil afsteve-nen. Het ik-tijdperk is afgelopen, hetgetwitter en gefacebook hebben hunlangste tijd gehad, er zal meer creati-viteit en saamhorigheid komen. On-v e r m ij d e l ij k .

Ik heb als een eerstejaars studenteen blocnote vol zitten pennen methaar ideeën en nog zijn er maar flar-den blijven hangen. Dit is zo’n uit-zending om te bewaren en nog eenste bekijken.

Li Edelkoort is een echte leermees-ter en Zomergasten is een uniek po-dium voor zo iemand.

Dat bleek gisteravond maar weer.

Hanneke Groenteman

@ T h o m a s H v V:Lidewij Edelkoort doet medenken aan een niet hele-maal gelukt typetje van Her-man Koch #zg12

@ a b d e l ka b e n a l i :Edelkoort heeft in een paarminuten meer inzichtelijksgezegd dan een maandlang televisie sportzomerbij elkaar, #zg12

@ S a n n e W:Toen ik 18 was en modesty-ling studeerde keek ik me-tershoog tegen #Li op.Jeugdzonde. #naïef

@dikklep:#zg12 met Li Edelkoorn. Weworden preuts,ingetogen,bescheiden en romantisch.#lekk erdan.

› Kijk de uitzending terugvia nrc.nl/zomergasten

Fragment uit film The Incredibles, van de modeontwerpster die een kostuum voor de held maakt

Lidewij (Li) Edel-koort (61) is trend-voorspeller en ont-werper. Ze wasvan 1999 tot 2008directeur van deDesign AcademyEindhoven. Zewerkt vanuit Parijs,waar ze grote be-drijven adviseert.Dit jaar kreeg ze dePrins BernhardCultuurfonds Prijs,„omdat zij alstrendforecastertoonbepalend isvoor de wereld vandesign en mode”.

LidewijEdelkoort

Fragment uit Borgbor Sveinsson, waarin een man een ‘stiervis’ wil vangen door zich te verkleden.

Fragment uit de film On the Road (2012) naar het boek van Jack Kerouac.Li Edelkoort verklaart de populariteit van brillen met zwarte randen: „De uil is een trendvogel.”

Wellness in de Delta 27

We kwamen op het idee om met dit concept aan de slag te gaan door het project ‘Vitaliteit –Wellness, een zee van kansen’. Met een groep enthousiaste ondernemers zijn we zo gezegd opsleeptouw genomen en een ‘rondje langs de velden’ gaan doen. We hebben het BadhotelDomburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten bezocht en zijnvijf dagen naar Oostenrijk gegaan om de boel te verkennen. Hier kwamen we ook het conceptvan de preventieve zorg in combinatie met wellness tegen dat we aan den lijve ondervonden.Naast dat ik het een geweldig idee vond, deed het persoonlijk ook wat met me. Teruggekomenuit Oostenrijk wist ik eigenlijk meteen dat we hier iets mee moesten doen. Natuurlijk heeftOostenrijk een enorme voorsprong. Daar is het al veel meer in de maatschappij ingebed, maarik zag zeker ook kansen in Nederland en bij uitstek in Zeeland waar we het strand en de zeehebben. Ik heb contact gezocht met collega’s bij een andere Indigovestiging en daar is I GOontwikkeld. Op dit moment staan we aan de vooravond van de pilot die we volgend jaar zullendraaien. We hebben zojuist een convenant gesloten met ondernemende partijen waar we degasten willen onderbrengen. Wat leuk is, is dat dit de organisaties zijn die in de groep betrokkenzijn geweest en waar we in het begin op bedrijfsbezoek zijn geweest. Het convenant dat onderhet toeziend oog van heer Van der Zwaag, burgemeester van gemeente Veere, tussen Indigo,Badhotel Domburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten isgesloten heet: Zeeland - pure weldaad voor lichaam en geest, een krachtig preventiemiddel.Doordat de aangesloten ondernemers verschillende marktsegmenten bedienen, wordt de werk-gever keuze geboden waar ze ons programma willen inzetten.

Het project ‘‘Vitaliteit – Wellness, een zee van kansen’ heeft ervoor gezorgd dat we nieuwe product-marktcombinaties zijn gaan maken met elkaar en daarnaast daadwerkelijk hebbendoorgepakt op het idee. Als jonge ondernemer blijf je immers vaak steken in de waan van dedag. We zijn goed bij de les gehouden.

Het zou goed zijn voor ondernemers in de Delta om aandacht aan de combinatie mentale ge-zondheid en wellness te besteden zodat ze blijven innoveren en over de eigen grenzen heenstap-pen waarmee ze de doelgroep kunnen verrassen. Dit bereik je naar mijn idee vooral wanneer erproduct-marktcombinaties worden gezocht waarbij samenwerking met andere partijen wordtgezocht. Een integraal aanbod is goed voor de volume en de groei van vitaliteit en wellness inde Delta. Het zou ideaal zijn als we gezamenlijk het DNA van de Delta zouden vermarkten.”

02/03 Te vaak is de natuur voorkinderen ‘verboden toegang’

In de jaren ‘80 ging iedere schoolklas in Nederland naar de Ooster-scheldekering. De Oosterschelde moet weer een plek worden waar kennis via de natuur wordt doorgegeven.

quotes uit de zomergasten aflevering met trendwatcher Lidewij Edelkoort. “Bovenal moeten we kiezen voor ‘leven’: samenwerken en samenhang omdat we daartoe gedwongen worden. We kunnen niet meer groei/groei/groeien”. “Er komt een maatschappij aan waar je samenwerkt, leven is leren, delen en lenen (dus niet meer bezitten)”. “ Creativiteit is van groot belang, want als je creatief bent verdwijnt de angst. Want je kan andere manieren verzinnen om eruit te komen, als je het kan VOORstellen dan hoef je er niet bang voor te zijn”. “Gelo-ven in de toekomst, geloven in de mens. Heel positief”.

Nomadisch gedrag is een gedrag waar we steeds meer naartoe gaan. Het gaat erom dat je ergens bent waar je wilt zijn want je bent niet meer perse verbonden aan de stad omdat je met wifi en laptop overal kan werken. Je kiest dus een plek uit waar je wilt zijn omdat je ernaast het werk ook andere dingen wilt doen. De aanwezigheid van cultuur en natuur is heel belangrijk maar ook het gevoel van verbondenheid met een maatschappij en dan gaat het om je prettig voelen in een omgeving als een snelle verbinding hebben met een andere plek. De afstand speelt niet zo’n grote rol, het gemak en gastvrijheid daarvan wel. De busverbinding van Zierikzee naar Rotterdam bijvoorbeeld duurt 1 uur maar ze brengen je altijd naar Rotterdam, ook al gebeurt er onderweg wat. De overstapbus wacht altijd. Dat is heel gastvrij.

Een andere trend die we zien in de enorme opkomst van biologische markten, pluktuinen, breien is de noodzaak die we hebben met het TACTIELE. Door alle gadgets, laptops, digitale middelen missen we het gevoel van materiaal. Zoals Lidewij zegt de Touch. Dus een drang naar het voelen van materiaal, zowel met ambachtelijk als met moderne technieken is heel groot.

2003 NP Zuid-Kennemerland (3800 ha) )

2002 Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa (10600 ha)

2002 NP De Loonse en Drunense Duinen (2700 ha)

1996 NP De Maasduinen (4200 ha)

1991 NP Dwingelderveld (3700 ha)

1992 NP Weerribben-Wieden (10500 ha)

1989 NP Schiermonnikoog (5400ha)

1993 NP De Groote Peel (1340 ha)

2004 NP Sallandse Heuvelrug (2740 ha)

2006 NP De Alde Feanen (4000 ha)

2003 NP Duinen van Texel (4300 ha)2003 NP Lauwersmeer (6000 ha)

1990 NP De Meinweg (1700 ha)

2000 NP Oosterschelde (37 000 ha)

2000 NP De Biesbosch (9000 ha)

2001 Grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide (3750 ha)

2000 NP Drents-Friese Wold (6100 ha)

2003 NP Utrechtse Heuvelrug (6000 ha)

biod

iver

site

it m

ean

spec

ies

abun

danc

e (%

van

ref

eren

tie) b

ron:

PB

L

1860 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 19901940 20001950 2010 2020 203020131960 2040 2050 20601970 1980

20

40

60

85

100

0

biodiversiteit wereld (exclusief Antartica)

biodiversiteit Europa

biodiversiteit Nederland

2070

60.000 SCHOLEKSTERS

35.000 SCHOLEKSTERS

25.000 SCHOLEKSTERS

15.000 SCHOLEKSTERS

15.000 SCHOLEKSTERS

1985 JAPANSE OESTER 50 HECTARE

1000 HECTARE

300 HECTARE

40 ZEEHOND VOOR 1986 >

80 ZEEHONDEN

10 430 HECTARE IN 2001

5000 HECTARE IN 2040

INTERGETIJDENGEBIED BIJ GELIJKBLIJVENDE ZEESPIEGEL

INTERGETIJDENGEBIED BIJ MET 60 CM ZEESPIEGELSTIJGING

12 000 HECTARE INTERGETIJDENGEBIED VOOR 1986 >

65.000 SCHOLEKSTERS VOOR 1986 >

17 FEBRUARI: NEDERLANDSE RAAD VAN STATE KEURT UITZAAIEN VAN BUITENLANDSE MOSSE-LEN GOED( BRON: HTTP://WWW.FAUNABESCHERMING.NL/2013/02/12/OOSTERSCHELDE-OPGEOFFERD-VOOR-COMMERCIEEL-BELANG/)

8 FEBRUARI: DE ALLIANTIE OOSTERSCHELDE. MET STAKEHOLDERS RONDOM DE OOSTER-SCHELDE IS DE ALLIANTIE OOSTERSCHELDE GEVORMD. HET EERSTE WAPENFEIT VAN DE AL-LIANTIE IS DE OOSTERSCHELDEVISIE 2012-2018

9000 HECTARE IN 2013

< 11 300 HECTARE DIRECT NA 1986INTERGETIJDENGEBIED NEEM 50 HECTARE PER JAAR AFSCHOR NEEMT 5 HECTARE PER JAAR AF > 2,8 METER SCHOR BIJ ANNA JACOBA POLDER> 1,3 METER SCHOR BIJ RATTEKAAI

opgave natura 2000 Oosterschelde

Kernopgaven voor de Oosterschelde> Behoud van slikken en platen voor rustende en foerageren-de niet-broedende vogels en rustgebieden voor de gewone en grijze zeehond.> Behoud en herstel van schorren en zilte graslanden (bui-tendijks) met alle successiestadia, zoet-zout overgangen, verscheidenheid in substraat en gedijregime en als hoogwa-tervluchtplaats.> Behoud en ontwikkeling van kwaliteit binnendijkse brakke gebieden voor noordse woelmuis en voor broedvogels (kluut, sterns) en als hoogwatervluchtplaats, overgangs- en trilve-nen (veenmosrietlanden) brakke variant van ruigten en zomen (harig wilgenroosje), schorren en zilte graslanden (binnen-dijks) en als hoogwatervluchtplaats.

Tijdslijn die de verschillende natuurbeelden laat zien per decennia, de prognoses en wat het nieuwe natuurbeeld zou kunnen zijn.

Natuurbeleid per generatie?Het schema hieronder toont de verschillende visie op natuurontwikkeling door de tijd heen. Het is verbonden aan ontwikkelingen in de maatschappij. Elke generatie veranderd de kijk op natuur. Van behoud van natuur en landschapsschoon door de grote ontginningen begin 1900. De wonderen der natuurwereld werden opgetekend door Jac. P. Thijsse, hij is ook de oprichter van Natuurmonumenten met de aankoop van eerste natuurreservaat het Naardermeer. Jaren ‘30 was de oprichting van de eerste nationale parken (Hoge Veluwe) van Nederland. Natuurbescherming, het behoud door bescherming was hier leidend. In de jaren ‘60 was zichtbaar geworden dat door industrialisatie en ruilverkaveling na de wederopbouw de natuur wel heel schrijnend werd. In de Klassieke Natuurbeschermingsvisie uit de jaren ‘60 werd natuur op de boerenmanier beheerd, door het te plaggen, branden en maaien. Het cultuurlandschap bleef behouden, maar door minder intensief en op een andere manier te boeren ontstond er een rijkere diversiteit met oude cultuurelementen zoals houtwallen, schrale akkers en verkavelingsstructuren. Deze manier van natuur bedrijven die in nauwe samenhang met het landschap gebeurt wordt ook wel Arcadische natuurvisie genoemd. Het concept Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is in 1990 geïntroduceerd en breekt met deze natuurvisie. Nieuw is het ruimtelijk scheiden van robuuste natuur en dynamische landbouwgebied door de instelling van kerngebieden

(100% natuur), agrarische natuur en robuuste verbindingen. Deze vorm van natuurontwikkeling was al uitgetest in de Oostvaardersplassen (1970). Ecologen en natuurbeschermers krijgen door het nieuwe overheidsbeleid meer zeggenschap waardoor natuur ‘ontwikkeld’ kan worden. Frans Vera is de grondlegger van deze ‘wildernis’ gedachte, in zijn visie wordt de natuur losgekoppeld van de menselijke activiteiten waarbij het landschap voor de grote ontginningen teruggebracht wordt. In deze Natuurontwikkelingsvisie of Wildernis natuurvisie wordt een samenhangend netwerk nagestreefd van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden ter behoud en ter versterking van de biodiversiteit in Nederland.

EHS ‘Ver van mijn bed show’De verdere afname van biodiversiteit van Nederland is gestopt, op veel plaatsen is de natuur rijker gewordenen het landschap meer gevarieerd, maar natuur is ook een ‘ver van mijn bed show’ geworden. De kritieken beslaan de technocratische regelgeving, waarbij het alleen gaat om aantallen die gehaald moeten worden omdat de EU het zegt. Het verhaal van de natuur wordt te weinig verteld. De natuurontwikkeling is eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cultuurhistorie en landschap. Daarbij het het gezamelijke gevoel dat de natuur niet toegankelijk is, terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn. Omdat deze vorm van natuur gemaakt wordt door ecologen wordt

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Natuur in Nederland

Page 9: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

beleid

natuurvisie

Nationale Parken

tijd

Instandhoudingsdoelen voor de OosterscheldeVoor de habitattypen zijn de volgende doelen opgenomen:o H1160 Grote baaien: behoud van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit.o H1310 Zilte pionierpionierbegroeiingen: uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van zilte pionierbegroeiingen, zeekraal (subtype A).o H1320 Slijkgrasvelden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit.o H1330 Schorren en zilte graslanden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit van de schorren en zilte graslanden, buitendijks (subtype A) en uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van schorren en zilte graslanden, binnendijks (subtype B).o H7140 Overgangs- en trilvenen: uitbreiding van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit van overgangs- en trilvenen, veenmosrietlanden (subtype B).

Voor de habitatrichtlijnsoorten (2 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen:o H1340 Noordse woelmuis: uitbreiding van de verspreiding, de omvang en het behoud van de kwaliteit van het leefgebied voor de uitbreiding van de populatie.o H1365 Gewone zeehond: behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie voor een regionale populatie van ten minste 200 exemplaren in het Deltagebied.

Voor de broedvogelsoorten (42 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen:> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied als bijdrage aan de draagkracht voor depopulatie van het Deltagebied van:o A132 Kluut ten minste 2.000 paren;o A137 Bontbekplevier ten minste 100 paren;o A191 Grote stern ten minste 4.000 paren;o A193 Visdief ten minste 6.500 paren;o A195 Dwergstern ten minste 300 paren.

> Uitbreiding van de omvang en/of verbetering van de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor de populatie van het Deltagebied vano A138 Strandplevier ten minste 220 paren.

> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor een populatie van:o A081 Bruine kiekendief ten minste 19 broedparen;o A194 Noordse stern ten minste 20 paren.

Voor de niet-broedvogelsoorten zijn de volgende doelen opgenomen:> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van (aantal is seizoensgemiddelde)o A004 Dodaars gemiddeld 80 vogels o A005 Fuut gemiddeld 370 vogelso A007 Kuifduiker gemiddeld 8 vogelso A017 Aalscholver gemiddeld 360 vogels o A026 Kleine zilverreiger gemiddeld 20 vogels o A034 Lepelaar gemiddeld 30 vogels o A043 Grauwe gans gemiddeld 2.300 vogels o A045 Brandgans gemiddeld 3.100 vogels o A046 Rotgans gemiddeld 6.300 vogels o A048 Bergeend gemiddeld 2.900 vogels o A050 Smient gemiddeld 12.000 vogels o A051 Krakeend gemiddeld 130 vogels o A052 Wintertaling gemiddeld 1.000 vogels o A053 Wilde eend gemiddeld 5.500 vogels o A054 Pijlstaart gemiddeld 730 vogels o A056 Slobeend gemiddeld 940 vogels o A067 Brilduiker gemiddeld 680 vogels o A069 Middelste zaagbek gemiddeld 350 vogelso A103 Slechtvalk gemiddeld 10 vogels (maximum)o A125 Meerkoet gemiddeld 1.100 vogels o A130 Scholekster gemiddeld 24.000 vogels o A132 Kluut gemiddeld 510 vogels o A137 Bontbekplevier gemiddeld 280 vogels o A138 Strandplevier gemiddeld 50 vogels o A140 Goudplevier gemiddeld 2.000 vogels

o A141 Zilverplevier gemiddeld 4.400 vogels o A142 Kievit gemiddeld 4.500 vogels o A144 Drieteenstrandloper gemiddeld 260 vogelso A149 Bonte strandloper gemiddeld 14.100 vogelso A157 Rosse grutto gemiddeld 4.200 vogels o A160 Wulp gemiddeld 6.400 vogelso A161 Zwarte ruiter gemiddeld 310 vogels o A162 Tureluur gemiddeld 1.600 vogels o A164 Groenpootruiter gemiddeld 150 vogelso A169 Steenloper gemiddeld 580 vogels

> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied van:o A037 Kleine zwaan

> Behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht vooreen populatie van:o A143 Kanoet gemiddeld 7.700 vogels

minder algemene tot zeldzame plantenge-meenschappen

het nationale en internationale belang als overwinteringsgebied, doortrekgebied en permanente verblijfplaats voor een groot aantal vogelsoorten

de aquatische zoutwaterlevensgemeen-schappen

Behoud van het weidse karakter en onge-reptheid uit een oogpunt van natuurschoon.

met vele soorten plantaardig en dierlijk plank-ton en vissen

minder algemene tot zeldzame plantenge-meenschappen

Behoud als broedgebied, foerageergebied , pleisterplaats van nationaal en internatio-naal belang voor kust- en weidevogels

Behoud van de variatie in de elementen wa-ter, land, dijken, vegetatietypen en vogelrijk-dom uit het oogpunt van natuurschoon.

buitendijks binnendijks

10instandhoudingsdoelen Natura 2000 op basis Vogel- en Habitatrichtlijnen als onderdeel van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora-en Faunawetbeschrijving Natuurbeschermingswet 1998 gaat uit van het ecosysteem met onderlinge verhoudingen

natuurbescherming / kritieken

> technocratische karakter van de natuurwetten, het gaat alleen om ‘aantallen’, natuur moet omdat de EU het zegt. Het verhaal van de na-tuur wordt te weinig verteld> eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cul-tuurhistorie en landschap> het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is (terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn)> particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worden, door natuurorganisaties, nog steeds als de boeman beschouwd

bewondering

bestrijden

natuurbalans DE AANKOOP VAN NIEUWE NATUUR VOOR DE ECOLO-GISCHE HOOFDSTRUCTUUR (EHS) STAGNEERT.

1909 1e natuurreservaat Naardermeer

1905 oprichting Natuurmonumenten natuurbalansVERDUURZAMING VAN DE VISSERIJ, VERBETERING WATERKWALITEIT EN HERSTEL VAN NATUURLIJKE DYNAMIEK ZIJN NODIG OM DE KWALITEIT VAN DE ZEENATUUR TE VERBETEREN

Tiengemeten 100% NATUUR DOOR VERENIGING NA-TUURMONUMENTEN

1918 NATUURSCHOONWET NATUUR EN LANDSCHAP

1992 HABITATRICHTLIJN

Nota BelvedèreVISIE VOOR RUIMTELIJKE INRICHTING REKENING HOUDEND MET CULTUURHISTORIE, OOK BIJ NATUURONTWIKKELINGSPROJECTEN BIJVOOR-BEELD IN DE MILLINGERWAARD OF DE BEEK DE HUNZE

1930 Nationaal Park Veluwezoom (6000 ha)

1948 IUCN|WNF1967 start bouw Oosterscheldekering

1972 Club van RomeKEERZIJDE VOORUITGANG: VERVUILING, VER-LIES CULTUREEL ERFGOED EN NATUURWAAR-DEN 1992 Nota Landschap

LANDSCHAP ALS CO-PRODUCTIE TUSSEN MENS EN DE NATUUR

boerenECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE RE-NAISSANCE NA DE CRISIS IN DE JAREN ‘90. ONTVANGEN SUBSIDIE VOOR AGRARISCH NA-TUURBEHEER

1900 aankoop Naardermeer

1967 NATUURBESCHERMINGSWETFLORA- EN FAUNAWET

1979 VOGELRICHTLIJN

1990 NATUURBELEIDSPLAN / EHS 1990 - 2015/2018 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR IS EEN ONDERDEEL VAN HET NATUURBELEIDSPLAN OM EEN SAMENHANGEND NETWERK VAN BESTAANDE EN NOG TE ONTWIKKELEN NATUURGEBIEDEN TE MAKEN TER BEHOUD EN DE VERSTERKING VAN DE BIODIVERSITEIT IN NEDERLAND. HET RUIMTELIJK SCHEIDEN VAN ROBUUSTE NATUUR EN DYNAMISCHE LANDBOUWGEBIED DOOR DE INSTELLING VAN KERNGEBIEDEN (100% NATUUR), AGRARISCHE NATUUR EN ROBUUSTE VERINGINGEN.

1995 NATUURBELEIDSPLAN / EHS DEFINIERING VAN DE DOELSOORTEN EN NATUURDOELTYPEN

2000 NATURA 2000 2000 - 2020 EUROPEES NETWERK VAN BESCHERMDE NATUURGEBIEDEN VOOR BEHOUD EN HERSTEL VAN BIODIVERSITEIT OP BASIS VAN NATUURBESCHERMINGSWEG + VOGEL-EN HABITATRICHTLIJNEN

1969 Nederland sluit zich aan bij de IUCN, behoud belangrijke ecosystemen door instelling nationale parken

1970 Oostvaardersplas-sen proeftuin nieuwe na-tuur(WILDERNIS NATUURVISIE) ECOLOGEN EN NATUUR-BESCHERMERS KRIJGEN DOOR HET NIEUWE OVER-HEIDSBELEID MEER ZEGGENSCHAP WAARDOOR NA-TUUR ‘ONTWIKKELD’ KAN WORDEN. FRANS VERA IS DE GRONDLEGGER VAN DEZE GEDACHTE, IN ZIJN VISIE WORDT DE NATUUR LOSGEKOPPELD VAN DE MENSE-LIJKE ACTIVITEITEN WAARBIJ HET LANDSCHAP VOOR DE GROTE ONTGINNINGEN TERUGGEBRACHT WORDT.

1990 hoogtijdagen grootschalige natuurontwikkeling < 1960 agrarisch na-tuurbeheer(ARCADISCHE NATUURVISIE) NATUURONTWIKKELING GING HAND IN HAND MET HET BOERENLAND. NATUUR WERD BHEERD OP BOERENWIJZE (PLAGGEN, BRAN-DEN, MAAIEN) MET BEHOUD VAN CULTUURELEMENTEN ALS HOUTWALLEN, SCHRALE AKKERS, VERKAVELINGS-STRUCTUREN

1930 bescherming woeste gronden

natuurgebied Plan Tureluur van 850 hectare

1935 NP De Hoge Velu-we (5500 ha) )

1953 watersnoodramp

Het Nationaal Park de Oosterschelde als test-case voor een nieuwe manier van natuur ontwikkelen

Want als men de uitspraak van de website “37000 hectare natuurgebied, het grootste Nationaal Park van Nederland en het enige waar economie en natuur hand in hand gaan” serieus had genomen dan was er al een oplossing geweest voor de ecologische problemen. Bestaande natuurgebieden zijn verboden terrein, iets wat onder de lokale bewoners op onbegrip stuit. Grootschalige natuur-gebieden zijn aangelegd op de marginale landbouwgronden “Plan Tureluur” ter compensatie van de nadelige effecten van de Oosterscheldekering”. De eeuwenlange balans tussen natuur en economie is verstoord.

1865 Yosemite VSNationaal Park, de idee door Olmsted en Muir

naast natuurbescher-ming ook andere taken zoals educatie

1872 Yellowstone1e Nationaal Park VS

> 1850 industriele revolutie

> grote ontginningen van de woeste gronden

1992 HABITATRICHTLIJN

natuurbeschermingproductie (jacht Hoge Veluwe)

“Voorbij de EHS” nieuwe natuurbescherming, hoe doen we dat? > “het verhaal van de natuur” moet weer verteld worden (maatschappelijke betekenis) > nieuwe verdienmodellen, door toevoegen van nieuwe functies aan de natuur > geef ruimte aan de natuur en wees nieuwsgierig naar wat er dan gebeurt > ga uit van het lokale, de mensen in de streek, koester de gevoelens van trots > maak gebruik van kwaliteitsnormen van de markt > toevoegen van natuurwaarden aan productielandschappen, creeer extra waarden voor het product

natuurbalans 60% ACHTERUITGANG VAN DE NATUURWAARDEN IN AGRARISCH GEBIED

natuurdoeltypen verboden toegang

doelsoorten Oostserschelde

economische crisiseconomische crisiskabinet Rutte1986 einde bouw Oosterscheldekering

wat willen we? Gastvrije landschappen waar wordt gewoond, gewerkt, gerecreeert. Waar een verbon-denheid met het landschap ontstaat, waar je iets leert en gevoel hebt met de omgeving (de hemel, de aarde, het water) en het materiaal.

?

wet Natuur ? “VOORBIJ DE EHS” KOERS VOOR NIEUW NATUURBELEID, BASIS VOOR DE NIEUWE WET NATUUR?750.000 HECTARE NATUURGEBIED INCLUSIEF 20 NATIONALE PARKEN (123.00 HECTARE). 45 % HIERVAN IS NATURA 2000 GEBIED

conclusie “de EHS is succesvol want de afname van biodiversiteit van Nederland is gestopt”. Maar natuurontwikkeling ook een ‘ver van mijn bed show’

kritieken > technocratische regelgeving, het gaat alleen om aantallen, natuur omdat de EU het zegt. Het verhaal van de natuur wordt te weinig verteld. > eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cultuurhistorie en landschap > het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is, terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn > particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worden door natuurorganisaties nog steeds als boeman be-schouwd.

Zaterdag 18 augustus & Zondag 19 augustus 2012

Zomerse Lux, zonder devaste columnisten maar met:

10 Lunch met ideeënmanErik Kessels

12 Georgisch tafelenmet de Thuiskok

14 Duits vulkaantoerisme

tussen het

50 buit endi ng endie je gedaan moet hebben voor je twaalfde*

* met dank aan 1.000 lezers

Edelkoort, optimistische leermeester

E erlijk gezegd was ik stiekem vanplan om onder Zomergasten af en

toe even naar de slotceremonie inLonden te zappen, gewoon, omdat ikeen gulzigaard ben die nooit iets wilmissen. Als ik dat had gedaan, had ikhet hier overigens niet opgebiecht.

Maar ik heb geen enkel momentkunnen vinden in de lange avondwaarop ik ertussenuit wou piepen,want Li(dewij) Edelkoort had mij alsnel in haar greep. Wat een zomer,wat een gast, wat een zomergast!

Eigenlijk was dit de eerste avond

Zomergasten Li Edelkoort

Li Edelkoort was braaf nochondoorgrondelijk en had ookgeen migraine. Dit was deeerste Zomergastenavondwaarop alles klopte, zagHanneke Groenteman.

Tweets overZomergasten

De komende zes weken recenseert Hanneke Groenteman op deze plek deZomergastenuitzending van zondag. Groenteman is journalist en televisie-maker en presenteerde in 1998 zelf het programma. Ze schreef drie boeken:Doorzakken bij Jamin, Dikke Dame en Bestemming bereikt?

waarop het concept helemaal klopte.De gast was niet braaf, niet voorspel-baar, niet ondoorgrondelijk voor depresentator, had geen migraine (al-thans niet merkbaar) en maakte eenmooie pas de deux met de gastheer.En, het allerbelangrijkste: van eenavond Lidewij Edelkoort word je nietalleen wijzer, maar kan je het levenook beter aan. Het was nou eens nietsamen somberen over alles wat foutgaat en mis is in deze tijd, maar – methaar onweerlegbare logica meeden-kend – licht zien aan het eind van denaargeestige tunnel waar we in zit-ten.

„Een nare hobbel” noemt Edel-koort deze tijd, en die hobbel moetenwe nemen. Maar als we dat met z’nallen verstandig doen, dan komt hetgoed. „Ik ben heel optimistisch, ikgeloof in de mens.” Dat klinkt zo op-geschreven stichtelijker dan ze is, zedoet namelijk niet anders dan goed

opletten, verbanden zien, logisch na-denken en daar conclusies uit trek-ken. Niks stichtelijks aan.

Het vak van Lidewij Edelkoortheet trend forecaster. Door goed enbreed naar het heden te kijken, zietze ontwikkelingen in de toekomst.Ik zie haar vak als een soort KNMI,niet voor het weer, maar voor ten-densen, zeg maar het leven, en danverder vooruit dan veertien dagen.Hoe ons leven er in 2050 uitziet,vroeg Jan Leyers. „Dat is wel heeld i ch t b ij ”, zei Edelkoort.

Voor deze uitzending had ik Edel-koorts klok wel horen luiden, maarik had niet echt een idee waar de kle-pel hing. Ik hoor niet tot de bevoor-rechten die langdurig in haar omge-ving hebben mogen verkeren, alsstudent, collega of relatie. En omhaar en haar denkwereld enigszins tekunnen doorgronden, heb je min-stens drie uur onafgebroken nodig.

Dat kregen we, en dat was het mooievan deze avond.

Het begon nogal abstract, over fe-tisjen en banken en fotografie. Jemoest je geduld en je zitvlees aan-spreken om bij de les te blijven, maarde beloning was zoet. De fragmentenwaren prachtig materiaal om Edel-koorts theorieën te staven en omge-keerd. Alles klopte.

Waar het op neerkomt? Dat we inkleinere verbanden gaan opereren,dat we preutser worden, romanti-scher, in onszelf gekeerder, creatie-ver, fantasierijker, minder materia-listisch. Familiebedrijven komen te-rug, we gaan meer dingen zelf ma-ken, lokale industrieën komen te-rug, de betovering van de marktwer-king houdt op, er komt bezielingvoor in de plaats. En die omslag moetsnel en doelgericht in gang gezetworden, ook door captains of industry,want iedereen, van hoog tot laag, is

zo langzamerhand moe van het dra-gen van de crisis en van de opstape-ling van problemen. Het is een kwes-tie van overleven.

Edelkoort is optimistisch, omdatde mens als soort uiteindelijk niet opzijn eigen vernietiging wil afsteve-nen. Het ik-tijdperk is afgelopen, hetgetwitter en gefacebook hebben hunlangste tijd gehad, er zal meer creati-viteit en saamhorigheid komen. On-v e r m ij d e l ij k .

Ik heb als een eerstejaars studenteen blocnote vol zitten pennen methaar ideeën en nog zijn er maar flar-den blijven hangen. Dit is zo’n uit-zending om te bewaren en nog eenste bekijken.

Li Edelkoort is een echte leermees-ter en Zomergasten is een uniek po-dium voor zo iemand.

Dat bleek gisteravond maar weer.

Hanneke Groenteman

@ T h o m a s H v V:Lidewij Edelkoort doet medenken aan een niet hele-maal gelukt typetje van Her-man Koch #zg12

@ a b d e l ka b e n a l i :Edelkoort heeft in een paarminuten meer inzichtelijksgezegd dan een maandlang televisie sportzomerbij elkaar, #zg12

@ S a n n e W:Toen ik 18 was en modesty-ling studeerde keek ik me-tershoog tegen #Li op.Jeugdzonde. #naïef

@dikklep:#zg12 met Li Edelkoorn. Weworden preuts,ingetogen,bescheiden en romantisch.#lekk erdan.

› Kijk de uitzending terugvia nrc.nl/zomergasten

Fragment uit film The Incredibles, van de modeontwerpster die een kostuum voor de held maakt

Lidewij (Li) Edel-koort (61) is trend-voorspeller en ont-werper. Ze wasvan 1999 tot 2008directeur van deDesign AcademyEindhoven. Zewerkt vanuit Parijs,waar ze grote be-drijven adviseert.Dit jaar kreeg ze dePrins BernhardCultuurfonds Prijs,„omdat zij alstrendforecastertoonbepalend isvoor de wereld vandesign en mode”.

LidewijEdelkoort

Fragment uit Borgbor Sveinsson, waarin een man een ‘stiervis’ wil vangen door zich te verkleden.

Fragment uit de film On the Road (2012) naar het boek van Jack Kerouac.Li Edelkoort verklaart de populariteit van brillen met zwarte randen: „De uil is een trendvogel.”

Wellness in de Delta 27

We kwamen op het idee om met dit concept aan de slag te gaan door het project ‘Vitaliteit –Wellness, een zee van kansen’. Met een groep enthousiaste ondernemers zijn we zo gezegd opsleeptouw genomen en een ‘rondje langs de velden’ gaan doen. We hebben het BadhotelDomburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten bezocht en zijnvijf dagen naar Oostenrijk gegaan om de boel te verkennen. Hier kwamen we ook het conceptvan de preventieve zorg in combinatie met wellness tegen dat we aan den lijve ondervonden.Naast dat ik het een geweldig idee vond, deed het persoonlijk ook wat met me. Teruggekomenuit Oostenrijk wist ik eigenlijk meteen dat we hier iets mee moesten doen. Natuurlijk heeftOostenrijk een enorme voorsprong. Daar is het al veel meer in de maatschappij ingebed, maarik zag zeker ook kansen in Nederland en bij uitstek in Zeeland waar we het strand en de zeehebben. Ik heb contact gezocht met collega’s bij een andere Indigovestiging en daar is I GOontwikkeld. Op dit moment staan we aan de vooravond van de pilot die we volgend jaar zullendraaien. We hebben zojuist een convenant gesloten met ondernemende partijen waar we degasten willen onderbrengen. Wat leuk is, is dat dit de organisaties zijn die in de groep betrokkenzijn geweest en waar we in het begin op bedrijfsbezoek zijn geweest. Het convenant dat onderhet toeziend oog van heer Van der Zwaag, burgemeester van gemeente Veere, tussen Indigo,Badhotel Domburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten isgesloten heet: Zeeland - pure weldaad voor lichaam en geest, een krachtig preventiemiddel.Doordat de aangesloten ondernemers verschillende marktsegmenten bedienen, wordt de werk-gever keuze geboden waar ze ons programma willen inzetten.

Het project ‘‘Vitaliteit – Wellness, een zee van kansen’ heeft ervoor gezorgd dat we nieuwe product-marktcombinaties zijn gaan maken met elkaar en daarnaast daadwerkelijk hebbendoorgepakt op het idee. Als jonge ondernemer blijf je immers vaak steken in de waan van dedag. We zijn goed bij de les gehouden.

Het zou goed zijn voor ondernemers in de Delta om aandacht aan de combinatie mentale ge-zondheid en wellness te besteden zodat ze blijven innoveren en over de eigen grenzen heenstap-pen waarmee ze de doelgroep kunnen verrassen. Dit bereik je naar mijn idee vooral wanneer erproduct-marktcombinaties worden gezocht waarbij samenwerking met andere partijen wordtgezocht. Een integraal aanbod is goed voor de volume en de groei van vitaliteit en wellness inde Delta. Het zou ideaal zijn als we gezamenlijk het DNA van de Delta zouden vermarkten.”

02/03 Te vaak is de natuur voorkinderen ‘verboden toegang’

In de jaren ‘80 ging iedere schoolklas in Nederland naar de Ooster-scheldekering. De Oosterschelde moet weer een plek worden waar kennis via de natuur wordt doorgegeven.

quotes uit de zomergasten aflevering met trendwatcher Lidewij Edelkoort. “Bovenal moeten we kiezen voor ‘leven’: samenwerken en samenhang omdat we daartoe gedwongen worden. We kunnen niet meer groei/groei/groeien”. “Er komt een maatschappij aan waar je samenwerkt, leven is leren, delen en lenen (dus niet meer bezitten)”. “ Creativiteit is van groot belang, want als je creatief bent verdwijnt de angst. Want je kan andere manieren verzinnen om eruit te komen, als je het kan VOORstellen dan hoef je er niet bang voor te zijn”. “Gelo-ven in de toekomst, geloven in de mens. Heel positief”.

Nomadisch gedrag is een gedrag waar we steeds meer naartoe gaan. Het gaat erom dat je ergens bent waar je wilt zijn want je bent niet meer perse verbonden aan de stad omdat je met wifi en laptop overal kan werken. Je kiest dus een plek uit waar je wilt zijn omdat je ernaast het werk ook andere dingen wilt doen. De aanwezigheid van cultuur en natuur is heel belangrijk maar ook het gevoel van verbondenheid met een maatschappij en dan gaat het om je prettig voelen in een omgeving als een snelle verbinding hebben met een andere plek. De afstand speelt niet zo’n grote rol, het gemak en gastvrijheid daarvan wel. De busverbinding van Zierikzee naar Rotterdam bijvoorbeeld duurt 1 uur maar ze brengen je altijd naar Rotterdam, ook al gebeurt er onderweg wat. De overstapbus wacht altijd. Dat is heel gastvrij.

Een andere trend die we zien in de enorme opkomst van biologische markten, pluktuinen, breien is de noodzaak die we hebben met het TACTIELE. Door alle gadgets, laptops, digitale middelen missen we het gevoel van materiaal. Zoals Lidewij zegt de Touch. Dus een drang naar het voelen van materiaal, zowel met ambachtelijk als met moderne technieken is heel groot.

2003 NP Zuid-Kennemerland (3800 ha) )

2002 Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa (10600 ha)

2002 NP De Loonse en Drunense Duinen (2700 ha)

1996 NP De Maasduinen (4200 ha)

1991 NP Dwingelderveld (3700 ha)

1992 NP Weerribben-Wieden (10500 ha)

1989 NP Schiermonnikoog (5400ha)

1993 NP De Groote Peel (1340 ha)

2004 NP Sallandse Heuvelrug (2740 ha)

2006 NP De Alde Feanen (4000 ha)

2003 NP Duinen van Texel (4300 ha)2003 NP Lauwersmeer (6000 ha)

1990 NP De Meinweg (1700 ha)

2000 NP Oosterschelde (37 000 ha)

2000 NP De Biesbosch (9000 ha)

2001 Grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide (3750 ha)

2000 NP Drents-Friese Wold (6100 ha)

2003 NP Utrechtse Heuvelrug (6000 ha)

biod

iver

site

it m

ean

spec

ies

abun

danc

e (%

van

ref

eren

tie) b

ron:

PB

L

1860 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 19901940 20001950 2010 2020 203020131960 2040 2050 20601970 1980

20

40

60

85

100

0

biodiversiteit wereld (exclusief Antartica)

biodiversiteit Europa

biodiversiteit Nederland

2070

60.000 SCHOLEKSTERS

35.000 SCHOLEKSTERS

25.000 SCHOLEKSTERS

15.000 SCHOLEKSTERS

15.000 SCHOLEKSTERS

1985 JAPANSE OESTER 50 HECTARE

1000 HECTARE

300 HECTARE

40 ZEEHOND VOOR 1986 >

80 ZEEHONDEN

10 430 HECTARE IN 2001

5000 HECTARE IN 2040

INTERGETIJDENGEBIED BIJ GELIJKBLIJVENDE ZEESPIEGEL

INTERGETIJDENGEBIED BIJ MET 60 CM ZEESPIEGELSTIJGING

12 000 HECTARE INTERGETIJDENGEBIED VOOR 1986 >

65.000 SCHOLEKSTERS VOOR 1986 >

17 FEBRUARI: NEDERLANDSE RAAD VAN STATE KEURT UITZAAIEN VAN BUITENLANDSE MOSSE-LEN GOED( BRON: HTTP://WWW.FAUNABESCHERMING.NL/2013/02/12/OOSTERSCHELDE-OPGEOFFERD-VOOR-COMMERCIEEL-BELANG/)

8 FEBRUARI: DE ALLIANTIE OOSTERSCHELDE. MET STAKEHOLDERS RONDOM DE OOSTER-SCHELDE IS DE ALLIANTIE OOSTERSCHELDE GEVORMD. HET EERSTE WAPENFEIT VAN DE AL-LIANTIE IS DE OOSTERSCHELDEVISIE 2012-2018

9000 HECTARE IN 2013

< 11 300 HECTARE DIRECT NA 1986INTERGETIJDENGEBIED NEEM 50 HECTARE PER JAAR AFSCHOR NEEMT 5 HECTARE PER JAAR AF > 2,8 METER SCHOR BIJ ANNA JACOBA POLDER> 1,3 METER SCHOR BIJ RATTEKAAI

opgave natura 2000 Oosterschelde

Kernopgaven voor de Oosterschelde> Behoud van slikken en platen voor rustende en foerageren-de niet-broedende vogels en rustgebieden voor de gewone en grijze zeehond.> Behoud en herstel van schorren en zilte graslanden (bui-tendijks) met alle successiestadia, zoet-zout overgangen, verscheidenheid in substraat en gedijregime en als hoogwa-tervluchtplaats.> Behoud en ontwikkeling van kwaliteit binnendijkse brakke gebieden voor noordse woelmuis en voor broedvogels (kluut, sterns) en als hoogwatervluchtplaats, overgangs- en trilve-nen (veenmosrietlanden) brakke variant van ruigten en zomen (harig wilgenroosje), schorren en zilte graslanden (binnen-dijks) en als hoogwatervluchtplaats.

Instandhoudingsdoelen voor de OosterscheldeVoor de habitattypen zijn de volgende doelen opgenomen:o H1160 Grote baaien: behoud van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit.o H1310 Zilte pionierpionierbegroeiingen: uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van zilte pionierbegroeiingen, zeekraal (subtype A).o H1320 Slijkgrasvelden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit.o H1330 Schorren en zilte graslanden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit van de schorren en zilte graslanden, buitendijks (subtype A) en uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van schorren en zilte graslanden, binnendijks (subtype B).o H7140 Overgangs- en trilvenen: uitbreiding van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit van overgangs- en trilvenen, veenmosrietlanden (subtype B).

Voor de habitatrichtlijnsoorten (2 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen:o H1340 Noordse woelmuis: uitbreiding van de verspreiding, de omvang en het behoud van de kwaliteit van het leefgebied voor de uitbreiding van de populatie.o H1365 Gewone zeehond: behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie voor een regionale populatie van ten minste 200 exemplaren in het Deltagebied.

Voor de broedvogelsoorten (42 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen:> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied als bijdrage aan de draagkracht voor depopulatie van het Deltagebied van:o A132 Kluut ten minste 2.000 paren;o A137 Bontbekplevier ten minste 100 paren;o A191 Grote stern ten minste 4.000 paren;o A193 Visdief ten minste 6.500 paren;o A195 Dwergstern ten minste 300 paren.

> Uitbreiding van de omvang en/of verbetering van de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor de populatie van het Deltagebied vano A138 Strandplevier ten minste 220 paren.

> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor een populatie van:o A081 Bruine kiekendief ten minste 19 broedparen;o A194 Noordse stern ten minste 20 paren.

Voor de niet-broedvogelsoorten zijn de volgende doelen opgenomen:> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van (aantal is seizoensgemiddelde)o A004 Dodaars gemiddeld 80 vogels o A005 Fuut gemiddeld 370 vogelso A007 Kuifduiker gemiddeld 8 vogelso A017 Aalscholver gemiddeld 360 vogels o A026 Kleine zilverreiger gemiddeld 20 vogels o A034 Lepelaar gemiddeld 30 vogels o A043 Grauwe gans gemiddeld 2.300 vogels o A045 Brandgans gemiddeld 3.100 vogels o A046 Rotgans gemiddeld 6.300 vogels o A048 Bergeend gemiddeld 2.900 vogels o A050 Smient gemiddeld 12.000 vogels o A051 Krakeend gemiddeld 130 vogels o A052 Wintertaling gemiddeld 1.000 vogels o A053 Wilde eend gemiddeld 5.500 vogels o A054 Pijlstaart gemiddeld 730 vogels o A056 Slobeend gemiddeld 940 vogels o A067 Brilduiker gemiddeld 680 vogels o A069 Middelste zaagbek gemiddeld 350 vogelso A103 Slechtvalk gemiddeld 10 vogels (maximum)o A125 Meerkoet gemiddeld 1.100 vogels o A130 Scholekster gemiddeld 24.000 vogels o A132 Kluut gemiddeld 510 vogels o A137 Bontbekplevier gemiddeld 280 vogels o A138 Strandplevier gemiddeld 50 vogels o A140 Goudplevier gemiddeld 2.000 vogels

o A141 Zilverplevier gemiddeld 4.400 vogels o A142 Kievit gemiddeld 4.500 vogels o A144 Drieteenstrandloper gemiddeld 260 vogelso A149 Bonte strandloper gemiddeld 14.100 vogelso A157 Rosse grutto gemiddeld 4.200 vogels o A160 Wulp gemiddeld 6.400 vogelso A161 Zwarte ruiter gemiddeld 310 vogels o A162 Tureluur gemiddeld 1.600 vogels o A164 Groenpootruiter gemiddeld 150 vogelso A169 Steenloper gemiddeld 580 vogels

> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied van:o A037 Kleine zwaan

> Behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht vooreen populatie van:o A143 Kanoet gemiddeld 7.700 vogels

minder algemene tot zeldzame plantenge-meenschappen

het nationale en internationale belang als overwinteringsgebied, doortrekgebied en permanente verblijfplaats voor een groot aantal vogelsoorten

de aquatische zoutwaterlevensgemeen-schappen

Behoud van het weidse karakter en onge-reptheid uit een oogpunt van natuurschoon.

met vele soorten plantaardig en dierlijk plank-ton en vissen

minder algemene tot zeldzame plantenge-meenschappen

Behoud als broedgebied, foerageergebied , pleisterplaats van nationaal en internatio-naal belang voor kust- en weidevogels

Behoud van de variatie in de elementen wa-ter, land, dijken, vegetatietypen en vogelrijk-dom uit het oogpunt van natuurschoon.

buitendijks binnendijks

10instandhoudingsdoelen Natura 2000 op basis Vogel- en Habitatrichtlijnen als onderdeel van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora-en Faunawetbeschrijving Natuurbeschermingswet 1998 gaat uit van het ecosysteem met onderlinge verhoudingen

natuurbescherming / kritieken

> technocratische karakter van de natuurwetten, het gaat alleen om ‘aantallen’, natuur moet omdat de EU het zegt. Het verhaal van de na-tuur wordt te weinig verteld> eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cul-tuurhistorie en landschap> het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is (terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn)> particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worden, door natuurorganisaties, nog steeds als de boeman beschouwd

natuurontwikkeling zonder behoud cultuurlandschap verboden toegangdoelsoorten van de Oosterschelde

De EHS is succesvol want de verdere afname van biodi-versiteit van Nederland is gedaald. Maar natuurontwik-keling en natuurbescherming is wel een ‘ver van mijn bed show’ geworden. Feddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving

9Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Page 10: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Financiele middelen voor natuurbehoud staat onder druk. Natuurbeleid wordt nu als remmende factor gezien in economische ontwikkeling. (http://www.rli.nl/video/video-bij-advies-onbeperkt-houdbaar)

Prettige leefomgeving, gezondheid, ecosystemen. Verbinding naar duurzame economische ontwikkeling; vestiging van bedrijven, waterveiligheid, waterkwaliteit en recreatie. Het dient een maatschappelijk nut, nu en in de toekomst. (http://www.rli.nl/video/video-bij-advies-onbeperkt-houdbaar)

particulier initiatief niet gewaardeerd; ontwikkelaars worden door natuurorganisaties nog steeds als boeman beschouwd. In 1990 is afgesproken dat EHS in 2018 klaar zou zijn. Het tot nu toe gevoerde beleid richt zich op uiteindelijk 728.000 hectare natuur op land, waaronder robuuste verbindingszones. Dat is nu ongeveer 600.000 hectare. In het regeerakkoord (2012) is afgesproken dat de EHS in een kleinere, herijkte vorm in 2018 afgerond moet zijn. De door Europese regelgeving beschermde Natura 2000-gebieden liggen vrijwel geheel binnen de Ecologische Hoofdstructuur en beslaan ongeveer de helft van de oppervlakte ervan. De ecologische verbindingen zijn geschrapt, en in plaats daarvan wordt ingezet op het beter verbinden van natuurgebieden met het omringende agrarisch gebied.

Wat nu? Twintig jaar nadat de uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur van start ging is het tijd voor een nieuwe koers in het natuurbeleid. “Voorbij de EHS” reflecteert op het succes en op de tekortkomingen van de EHS en is een pleidooi voor een nieuw verbond tussen natuur en landschap. Het advies van Yttje Feddes, toenmalig rijksadviseur voor het landschap, is om twee strategieën voor de ontwikkeling van natuurgebieden en natuurwaarden te combineren: robuust waar het vanuit de landschappelijke ondergrond nodig is als langetermijnstrategie, verweven waar op korte termijn logisch kan worden meegekoppeld met ander grondgebruik. Het eerste is voortbouwen op het klassieke principe van scheiding tussen landbouw en natuur: de natuur ligt op de ‘marginale landbouwgronden’. Er ontstaan op de lange termijn grote robuuste natuurgebieden die tegen een stootje kunnen en die vooral door de dynamiek van het natuurlijk systeem zelf worden beheerd. Het mes snijdt aan twee kanten: er ontstaat op grote schaal vitale deltanatuur en er wordt tegelijk een aantal problemen op het gebied van milieu en waterbeheer opgelost. Problemen die door de klimaatverandering in de toekomst steeds nijpender zullen worden. Voor het natuurbeleid ligt er een grote kans in een hechte koppeling aan het Deltaprogramma (‘waterveiligheid, zoet water en natuurherstel’). In dit verbond tussen landschap en natuur op het hoogste schaalniveau, wordt de landschappelijke ondergrond tot expressie gebracht

door een aantal grote natuurgebieden met een sterke eigen identiteit. Op de regionale en lokale schaal gaat de nieuwe strategie over meekoppelen van natuurontwikkeling met andere functies, als aanvulling op de al gerealiseerde natuurgebieden van de EHS. Bij alle ruimtelijke ingrepen die vanuit nut en noodzaak plaatsvinden, moeten de kansen voor landschappelijke schoonheid en ecologische meerwaarde zoveel mogelijk worden benut. Bijvoorbeeld in bestaande natuurgebieden bijmengen met andere functies (bijvoorbeeld recreatie en wonen) waarmee geld wordt verdiend, zonder een uitverkoop of kaalslag te houden. De alliantie met de landbouw krijgt een nieuwe kans als vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wordt gestimuleerd om 7% van de landbouwgrond uit productie te halen. Het natuurbeleid op de regionale schaal krijgt zo vorm in ‘inclusieve’ projecten die passen bij het gebied en bij de wensen van de bewoners en die opeen vanzelfsprekende manier nieuwe natuur opleveren. Het nieuwe natuurbeleid wordt verbreed tot het nieuwe landschapsbeleid.

Robuust natuurbeleid, het roer moet om..Het kabinet Rutte I heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) gevraagd een advies uit te brengen dat moet leiden tot een herijking van het natuurbeleid voor de komende twintig jaar. Dit advies onder de titel `Onbeperkt houdbaar’ is een volwaardige opvolger van het Natuurbeleidsplan uit 1990 waarmee toenmalig landbouwminister Braks met de toen nieuwe Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de toon zette voor het huidige natuurbeleid. Het rapport ‘Onbeperkt Houdbaar’ is 06 mei 2013 aan staatssecretaris Sharon Dijksma (natuur) overhandigd. Belangrijkste punten van het Natuurbeleid 2013 “onbeperkt houdbaar” 1. Creeër regionale natuurnetwerken (langetermijnsdoelen met stip op de horizon samen met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven, vasthouden aan doelen, verbeter bestaande gebieden, zorg voor nieuwe gebieden en zorg voor verbindingen)2. Ga uit van kompasbeheer (ga uit van ontwikkelingsrichting naar ecosysteem of landschapstype zonder statisch eindbeeld, niet op gedetailleerde doelen maar op het aanbieden van de benodigde condities wat

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 11: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zaterdag 18 augustus & Zondag 19 augustus 2012

Zomerse Lux, zonder devaste columnisten maar met:

10 Lunch met ideeënmanErik Kessels

12 Georgisch tafelenmet de Thuiskok

14 Duits vulkaantoerisme

tussen het

50 buit endi ng endie je gedaan moet hebben voor je twaalfde*

* met dank aan 1.000 lezers

Edelkoort, optimistische leermeester

E erlijk gezegd was ik stiekem vanplan om onder Zomergasten af en

toe even naar de slotceremonie inLonden te zappen, gewoon, omdat ikeen gulzigaard ben die nooit iets wilmissen. Als ik dat had gedaan, had ikhet hier overigens niet opgebiecht.

Maar ik heb geen enkel momentkunnen vinden in de lange avondwaarop ik ertussenuit wou piepen,want Li(dewij) Edelkoort had mij alsnel in haar greep. Wat een zomer,wat een gast, wat een zomergast!

Eigenlijk was dit de eerste avond

Zomergasten Li Edelkoort

Li Edelkoort was braaf nochondoorgrondelijk en had ookgeen migraine. Dit was deeerste Zomergastenavondwaarop alles klopte, zagHanneke Groenteman.

Tweets overZomergasten

De komende zes weken recenseert Hanneke Groenteman op deze plek deZomergastenuitzending van zondag. Groenteman is journalist en televisie-maker en presenteerde in 1998 zelf het programma. Ze schreef drie boeken:Doorzakken bij Jamin, Dikke Dame en Bestemming bereikt?

waarop het concept helemaal klopte.De gast was niet braaf, niet voorspel-baar, niet ondoorgrondelijk voor depresentator, had geen migraine (al-thans niet merkbaar) en maakte eenmooie pas de deux met de gastheer.En, het allerbelangrijkste: van eenavond Lidewij Edelkoort word je nietalleen wijzer, maar kan je het levenook beter aan. Het was nou eens nietsamen somberen over alles wat foutgaat en mis is in deze tijd, maar – methaar onweerlegbare logica meeden-kend – licht zien aan het eind van denaargeestige tunnel waar we in zit-ten.

„Een nare hobbel” noemt Edel-koort deze tijd, en die hobbel moetenwe nemen. Maar als we dat met z’nallen verstandig doen, dan komt hetgoed. „Ik ben heel optimistisch, ikgeloof in de mens.” Dat klinkt zo op-geschreven stichtelijker dan ze is, zedoet namelijk niet anders dan goed

opletten, verbanden zien, logisch na-denken en daar conclusies uit trek-ken. Niks stichtelijks aan.

Het vak van Lidewij Edelkoortheet trend forecaster. Door goed enbreed naar het heden te kijken, zietze ontwikkelingen in de toekomst.Ik zie haar vak als een soort KNMI,niet voor het weer, maar voor ten-densen, zeg maar het leven, en danverder vooruit dan veertien dagen.Hoe ons leven er in 2050 uitziet,vroeg Jan Leyers. „Dat is wel heeld i ch t b ij ”, zei Edelkoort.

Voor deze uitzending had ik Edel-koorts klok wel horen luiden, maarik had niet echt een idee waar de kle-pel hing. Ik hoor niet tot de bevoor-rechten die langdurig in haar omge-ving hebben mogen verkeren, alsstudent, collega of relatie. En omhaar en haar denkwereld enigszins tekunnen doorgronden, heb je min-stens drie uur onafgebroken nodig.

Dat kregen we, en dat was het mooievan deze avond.

Het begon nogal abstract, over fe-tisjen en banken en fotografie. Jemoest je geduld en je zitvlees aan-spreken om bij de les te blijven, maarde beloning was zoet. De fragmentenwaren prachtig materiaal om Edel-koorts theorieën te staven en omge-keerd. Alles klopte.

Waar het op neerkomt? Dat we inkleinere verbanden gaan opereren,dat we preutser worden, romanti-scher, in onszelf gekeerder, creatie-ver, fantasierijker, minder materia-listisch. Familiebedrijven komen te-rug, we gaan meer dingen zelf ma-ken, lokale industrieën komen te-rug, de betovering van de marktwer-king houdt op, er komt bezielingvoor in de plaats. En die omslag moetsnel en doelgericht in gang gezetworden, ook door captains of industry,want iedereen, van hoog tot laag, is

zo langzamerhand moe van het dra-gen van de crisis en van de opstape-ling van problemen. Het is een kwes-tie van overleven.

Edelkoort is optimistisch, omdatde mens als soort uiteindelijk niet opzijn eigen vernietiging wil afsteve-nen. Het ik-tijdperk is afgelopen, hetgetwitter en gefacebook hebben hunlangste tijd gehad, er zal meer creati-viteit en saamhorigheid komen. On-v e r m ij d e l ij k .

Ik heb als een eerstejaars studenteen blocnote vol zitten pennen methaar ideeën en nog zijn er maar flar-den blijven hangen. Dit is zo’n uit-zending om te bewaren en nog eenste bekijken.

Li Edelkoort is een echte leermees-ter en Zomergasten is een uniek po-dium voor zo iemand.

Dat bleek gisteravond maar weer.

Hanneke Groenteman

@ T h o m a s H v V:Lidewij Edelkoort doet medenken aan een niet hele-maal gelukt typetje van Her-man Koch #zg12

@ a b d e l ka b e n a l i :Edelkoort heeft in een paarminuten meer inzichtelijksgezegd dan een maandlang televisie sportzomerbij elkaar, #zg12

@ S a n n e W:Toen ik 18 was en modesty-ling studeerde keek ik me-tershoog tegen #Li op.Jeugdzonde. #naïef

@dikklep:#zg12 met Li Edelkoorn. Weworden preuts,ingetogen,bescheiden en romantisch.#lekk erdan.

› Kijk de uitzending terugvia nrc.nl/zomergasten

Fragment uit film The Incredibles, van de modeontwerpster die een kostuum voor de held maakt

Lidewij (Li) Edel-koort (61) is trend-voorspeller en ont-werper. Ze wasvan 1999 tot 2008directeur van deDesign AcademyEindhoven. Zewerkt vanuit Parijs,waar ze grote be-drijven adviseert.Dit jaar kreeg ze dePrins BernhardCultuurfonds Prijs,„omdat zij alstrendforecastertoonbepalend isvoor de wereld vandesign en mode”.

LidewijEdelkoort

Fragment uit Borgbor Sveinsson, waarin een man een ‘stiervis’ wil vangen door zich te verkleden.

Fragment uit de film On the Road (2012) naar het boek van Jack Kerouac.Li Edelkoort verklaart de populariteit van brillen met zwarte randen: „De uil is een trendvogel.”

Wellness in de Delta 27

We kwamen op het idee om met dit concept aan de slag te gaan door het project ‘Vitaliteit –Wellness, een zee van kansen’. Met een groep enthousiaste ondernemers zijn we zo gezegd opsleeptouw genomen en een ‘rondje langs de velden’ gaan doen. We hebben het BadhotelDomburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten bezocht en zijnvijf dagen naar Oostenrijk gegaan om de boel te verkennen. Hier kwamen we ook het conceptvan de preventieve zorg in combinatie met wellness tegen dat we aan den lijve ondervonden.Naast dat ik het een geweldig idee vond, deed het persoonlijk ook wat met me. Teruggekomenuit Oostenrijk wist ik eigenlijk meteen dat we hier iets mee moesten doen. Natuurlijk heeftOostenrijk een enorme voorsprong. Daar is het al veel meer in de maatschappij ingebed, maarik zag zeker ook kansen in Nederland en bij uitstek in Zeeland waar we het strand en de zeehebben. Ik heb contact gezocht met collega’s bij een andere Indigovestiging en daar is I GOontwikkeld. Op dit moment staan we aan de vooravond van de pilot die we volgend jaar zullendraaien. We hebben zojuist een convenant gesloten met ondernemende partijen waar we degasten willen onderbrengen. Wat leuk is, is dat dit de organisaties zijn die in de groep betrokkenzijn geweest en waar we in het begin op bedrijfsbezoek zijn geweest. Het convenant dat onderhet toeziend oog van heer Van der Zwaag, burgemeester van gemeente Veere, tussen Indigo,Badhotel Domburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten isgesloten heet: Zeeland - pure weldaad voor lichaam en geest, een krachtig preventiemiddel.Doordat de aangesloten ondernemers verschillende marktsegmenten bedienen, wordt de werk-gever keuze geboden waar ze ons programma willen inzetten.

Het project ‘‘Vitaliteit – Wellness, een zee van kansen’ heeft ervoor gezorgd dat we nieuwe product-marktcombinaties zijn gaan maken met elkaar en daarnaast daadwerkelijk hebbendoorgepakt op het idee. Als jonge ondernemer blijf je immers vaak steken in de waan van dedag. We zijn goed bij de les gehouden.

Het zou goed zijn voor ondernemers in de Delta om aandacht aan de combinatie mentale ge-zondheid en wellness te besteden zodat ze blijven innoveren en over de eigen grenzen heenstap-pen waarmee ze de doelgroep kunnen verrassen. Dit bereik je naar mijn idee vooral wanneer erproduct-marktcombinaties worden gezocht waarbij samenwerking met andere partijen wordtgezocht. Een integraal aanbod is goed voor de volume en de groei van vitaliteit en wellness inde Delta. Het zou ideaal zijn als we gezamenlijk het DNA van de Delta zouden vermarkten.”

02/03 Te vaak is de natuur voorkinderen ‘verboden toegang’

In de jaren ‘80 ging iedere schoolklas in Nederland naar de Ooster-scheldekering. De Oosterschelde moet weer een plek worden waar kennis via de natuur wordt doorgegeven.

quotes uit de zomergasten aflevering met trendwatcher Lidewij Edelkoort. “Bovenal moeten we kiezen voor ‘leven’: samenwerken en samenhang omdat we daartoe gedwongen worden. We kunnen niet meer groei/groei/groeien”. “Er komt een maatschappij aan waar je samenwerkt, leven is leren, delen en lenen (dus niet meer bezitten)”. “ Creativiteit is van groot belang, want als je creatief bent verdwijnt de angst. Want je kan andere manieren verzinnen om eruit te komen, als je het kan VOORstellen dan hoef je er niet bang voor te zijn”. “Geloven in de toekomst, geloven in de mens. Heel positief ”.

Nomadisch gedrag is een gedrag waar we steeds meer naartoe gaan. Het gaat erom dat je ergens bent waar je wilt zijn want je bent niet meer perse verbonden aan de stad omdat je met wifi en laptop overal kan werken. Je kiest dus een plek uit waar je wilt zijn omdat je ernaast het werk ook andere dingen wilt doen. De aanwezigheid van cultuur en natuur is heel belangrijk maar ook het gevoel van verbondenheid met een maatschappij en dan gaat het om je pret-tig voelen in een omgeving als een snelle verbinding hebben met een andere plek. De afstand speelt niet zo’n grote rol, het gemak en gastvrijheid daarvan wel. De busverbinding van Zierikzee naar Rotterdam bijvoorbeeld duurt 1 uur maar ze brengen je altijd naar Rotterdam, ook al gebeurt er onderweg wat. De overstapbus wacht altijd. Dat is heel gastvrij.

Een andere trend die we zien in de enorme opkomst van biologische markten, pluktuinen, breien is de noodzaak die we hebben met het TACTIELE. Door alle gadgets, laptops, digitale middelen missen we het gevoel van materiaal. Zoals Lidewij zegt de Touch. Dus een drang naar het voelen van materiaal, zowel met ambachtelijk als met moderne technieken is heel groot.

betreft oppervlakte, milieu en water)3. creeer verbindingen vanuit de maatschappelijke betekenissen van natuur (verbind natuurbeleid met ander beleid; bijvoorbeeld gezondheid, economisch vestigingsbeleid of waterveiligheid. Breng natuur dichter bij mensen, bijvoorbeeld op de overgang van stad naar land. Herzie het agrarisch natuurbeheer, concentreer dit in grote aaneengesloten gebieden. Zo wordt de maatschappelijke betekenis beter benut.4. Geef ruimte aan maatschappelijke initiatieven. Wees creatief en improviseer, maak nieuwe arrangementen van samenwerking met maatschappelijke partners en geef krachtige impulsen aan natuureducatie. 5. Zorg voor continuiteit voor financiering van natuur. Spreid financiering over meer partijen zorgt voor continuiteit. Koppel de kosten aan de baten van natuur. Verbind het recht om economische activiteit aan bijdrage om de natuur in stand te houden. De oplossingen liggen binnen handbereik; verbind natuur met andere doelen. Benut de kracht van de samenleving. Zowel de maatschappelijke als de eigen betekenis van natuur komen zo tot hun recht. Zo wordt de natuur onbeperkt houdbaar.

“Ik ben ervan overtuigd dat we meer moeten samenwerken”, zegt Dijksma. “Natuurbeleid is meer dan alleen beschermen. Het gaat ook om het slim benutten van natuur door het te combineren met bijvoorbeeld gezondheid, veiligheid en economie.”

*

Literatuur en bronnenFeddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving

http://www.rli.nl/video/video-bij-advies-onbeperkt-houdbaar)

Hans Marijnissen (16/05/13) Trouw. Advies ‘Onbeperkt houdbaar’ in vier minuten

11Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

trends uit de maatschappij (bron o.a. :NRC Handelsblad, Zomergasten aflevering Lidewij Edelkoort)

Page 12: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Het landschap van de Oosterschelde is in essentie een opeenvolging van verschillende lagen. Dat is de reden waarom er zoveel planten- en dieren zijn en waarom wij het zo'n aantrekkelijk landschap vinden.De diepe geulen van de Oosterschelde, hoog- en laag water. De zandplaten, slikken en de schorren. De dijken die decennia lang al groeien, laag boven laag. Achter de dijken vinden we de littekens van landverlies, de inlagen, karrevelden, wielen. De polders. De weidse luchten. De van nature aanwezige verscheidenheid van milieus in de Zeeuwse Delta heeft de basis gelegd voor de grote ecologische en culturele rijkdom.

OudlandRond 1300 werden de oudste kernen bedijkt, het oudland. De huidige benamingen stammen uit de tijd van die losse eilanden doorsneden door brede geulen. Zo waren Schouwen en Duiveland eilanden, evenals Noord Beveland, Walcheren en Zuid-Beveland. Oudland bestaat uit een afwisseling van hogere, zandige kreekruggen en lagere, klei-op-venige poelgronden. Het patroon van het grondgebruik in de oudlandpolders was zo sterk gebonden aan de kenmerken van het landschap, dat het in de loop van de eeuwen nauwelijk is veranderd. Het nederzettingstype (kerk)ringdorp komt in de oudlandgebieden het meeste voor. Het zijn veelal spontaan gegroeide dorpen waar natuurlijke omstandigheden zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een kreekrug een belangrijke rol hebben gespeeld. De

middeleeuwse boerderij was een gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt, waarbij in de eerste plaats werd gewerkt voor de eigen behoeften en voor het opbrengen van het dijkgeschot voor het onderhoud van de dijken. De boerderijen lagen zoveel mogelijk op de kreekruggen. Deze goed ontwaterde kreekruggronden waren bijzonder geschikt voor de akkerbouw en fruitbouw. Windsingels zorgen voor beschutting tegen de zeewind en leverde geriefhout. Ook de wegen waren voorzien van opgaande beplanting (vooral iepen) waardoor de kreekruggen een kleinschalig intiem landschap opleverde. Op de overgang van kreekrug naar poelgrond was de grond geschikt voor veeteelt. De percelen waren omzoomd met hagen, die als veekering dienden. Veeteelt was niet alleen belangrijk voor de melk- en zuivelproductie maar ook voor de mest. De laagste delen van de poelgrond kon alleen zomers worden beweid, in de winter was er teveel wateroverlast. In de grote laaggelegen poelgebieden zoals de Goese Poel en de Platte van Schouwen, waren maar weinig akkerbouwgronden beschikbaar. De hier gevestigde boerenbedrijven leefden uitsluitend van de veeteelt.Het kenmerkende landschapsbeeld van gesloten landschap op de kreekruggen en open grasland in de poelgebieden met minder bewoning en wegen is nog het duidelijkst herkenbaar op Walcheren en in mindere mate in Zuid-Beveland (beide Belvédere-gebied). De grootste veranderingen vonden plaats op Schouwen en Tholen, de herkenbaarheid van het oorspronkelijke landschap is hier het minst. Door inundaties (Walcheren in de WOII), verbeterde afwatering in de 19e eeuw en door ruil- en herverkavelingen in de 20e eeuw is het landschap sterk veranderd. Verdronken dorpenDe delta is door zijn vruchtbare bodems en schelpdier- en visrijke wateren altijd een voor de mens aantrekkelijke vestingsplaats geweest maar niet zonder gevaar. Soms gingen deze gebieden door grote vloeden verloren, maar dat vertaalde zich in een nog grotere inspanning om het gebied weer te veroveren. De Sint Elisabethsvloeden (1404, 1421 en 1424), de Sint Felixvloed (1530) en de Allerheiligenvloed (1570) verscherpte de scheiding tussen land en water. De Sint Felixvloed reduceerde de ooit bloeiende havenstad Reimerswaal tot stenen en slijk. Zelden is een stad zo compleet en definitief van de aardbodem verdwenen als Reimerswaal, die oneerbiedig en onbereikbaar begraven ligt onder de schutsluis in de Oesterdam. Jacob Ermerins is in het jaar 1776 de laatste ooggetuige die de resten van Reimerswaal bezocht: “Ik doorwandelde de slikken en vond nog veel funderingen van huizen. Ook van muren en van torens en ik vond de plaats waar de kerk had gestaan. Ik zag het kerkhof en kon

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Landschapsanalyse, het ecosysteem van de Oosterschelde

Page 13: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

het Zeeuwse landschap

verborgen dorpen

geulen

laag water

hoogwater

zandplaten

slikken

schorren

dijken

inlagen

akkers

lucht en wind

door de uitstekende wortels vaststellen waar de bomen geplant waren, keurig in een rij”. Het verdronken eiland Orisant geschreven door Paul de Schipper, is eenmeeslepende documentaire over de opkomst en ondergang van dit vergeten eiland in de Oosterschelde. De schrijver schetst een beeld van de bewoners en hun fascinerende leven als pioniers op een geisoleerd, door stormen en getijden geteisterd eiland. Het eiland Orisant werd in 1602 bedijkt maar al in 1639 verlaten en door de zee teruggenomen. Het is een van de honderden dorpen die voorgoed in de bodem van de Oosterschelde is verdwenen. NieuwlandNieuwland beslaat in feite vrijwel alle gebieden dat buiten het oudland en na de twaalfde eeuw is ontstaan en bedijkt. De opgaande beplanting op de zandige ondergrond geeft deze gebieden een besloten karakter. Na deze opwassen en daar vaak tegenaan ontstond nieuwland in de vorm van kleine, smalle soms schilvormige polders. Vooral in de Zak van Zuid-Beveland leidde dat tot een conglomeraat van poldertjes waar elke dijk een bomenrij bezit, wat een zeer besloten landschap tot gevolg heeft. Van de 16e, 17e eeuw tot in de 20e eeuw ontstonden zeer grootschalige nieuwlandpolders, met name in Noord-Beveland. Het landschapsbeeld wordt gekenmerkt door openheid waar akkerland overheerst. Hier komen de meeste voorstraatdorpen voor en staan de boerderijen meer verspreid dan in de oudlandpolders.

DorpenDe cultuurhistorische aantrekkelijkheid van de Zeeuwse dorpen rondom de Oosterschelde is hoog en wordt bepaald door het type landschap, het silhouet, het type nederzetting en de monumentaliteit. Zo zijn nederzettingstypen met een duidelijk herkenbaar centrum; het ringdorp Dreischor, voorstraatdorp Kortgene, (haven)pleinnederzetting Zierikzee hoog gewaardeerde plaatsen. De havens van Bruinisse, Zierikzee, Colijnsplaat en Yerseke bezitten daarbij nog oude (en moderne havens) die voor een authentiek silhouet zorgen. Het(kerk)ringdorp is vooral kenmerkend voor de oude kerngebieden (oudland) met spontaan gegroeide dorpen waarbij natuurlijke omstandigheden een belangrijke rol hebben gespeeld. Het voorstraatdorp is typerend voor de jongere poldergebieden (nieuwland) met geplande dorpen. Het Zuid-Bevelandse Borsele (1616) heeft een intrigerende plattegrond en ook Colijnsplaat (1598) is een belangrijke representant van dit type die ook voorkomt in Zuid-Holland en West-Brabant. Buitendijkse natuur De landschappen in en langs de oevers van de Oosterschelde bestaan uit onbegroeide en begroeide gronden. Opgebouwd uit het sediment die het water heeft meegebracht en afgezet rond de hoogwaterlijn. Afhankelijk van de zand-slib-verhouding worden de onbegroeide gronden onderverdeeld in zandplaten en slikken. De zandplaten zijn in het algemeen voor de mens goed begaanbaar omdat zij minder slib

bevatten dan de slikken. De begroeide gronden aan de Oosterschelde heten schorren. Deze zijn onder invloed van het zoute water ontstaan en liggen gemiddeld boven de gemiddelde hoogwaterlijn en hebben een zouttolerante, lage vegetatie. Deze intergetijdengebieden zijn de habitat van de schelpdieren; mosselen, kokkels en oesters. Vogels zoals de scholekster fourageren in gelijke tred met het tij. De jaarlijkse vogeltrek trekt ook aan de Oosterschelde veel belangstelling. Van alle vogelsoorten; Kluut, Bontbekplevier, Grote Stern, Visdief, Dwergstern, Strandplevier, Bruine Kiekendief, Noordse Stern. de Dodaars, Fuut, Kuifduiker, Aalscholver, Kleine Zilverreiger, Lepelaar, Grauwe Gans, Rotgang, Brandgans, Bergeend, Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde Eend, Pijlstaart, Slobeend, Brilduiker, Middelste Zaagbek, Slechvalk, Meerkoet. Strandplevier, Goudplevier, Zilverplevier, Kieviet, Drieteenstrandloper, Bonte Strandloper, Rosse Grutto, Wulp, Zwarte Ruiter, Tureluur, Groenpootruiter, Steenloper, Kleine Zwaan en Kanoet, gaat de Scholekster het meest achteruit. In de Oosterschelde is de Scholekster als algemene standvogel en doortrekker nog de meest geziene vogel. 24.000 Scholeksters zorgen voor een waar spectakel. De grote bonte steltloper heeft een herkenbare lange oranje

13Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Page 14: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 15: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

snavel en roze poten. Glanzend zwart met brede witte vleugelstreep. Zijn roep is luid ’tepiet’ en ‘piek piek’. Fluitende zang als roep, eindigend in triller. De Scholekster boort naar schelpdieren (vooral mossel, kokkel, nonnetje) en de schelpen worden geopend met zijn snavel, door de sluitspier van de schelp kapot te steken. Hij eet ook krabben en wormen en in mindere mate insecten en eieren.

Schorren worden alleen bij spingtij overspoeld en hier groeit vegetatie die tegen tegen harde milieu opgewassen is zoals zeekraal, zoutmelde, schorrezoutgras en zeeaster. Binnendijks zijn natuurontwikkelingsgebieden (Plan Tureluur) aangelegd met het habitat-type schorren en zilte graslanden. Aan de zuidkust van Schouwen zijn dat de gebieden van Staatsbosbeheer (Prunje) en Natuurmonumenten. Binnendijkse schorren en zilte graslanden zijn dan ook een uitbreidingsdoel voor Natura 2000 met name aan de zuidkust van Schouwen, Koudekerkse Inlagen en Rammegors. Met de ontwikkeling van deze natte zilte gebieden komt er weer areaal broed- en foerageergebied bij voor vogels. Een voorwaarde voor het ontwikkelen van dit habitattype is de aanwezigheid van zout (kwel)water.

Binnendijkse natuurIn de polderlandschappen met het complex van akkers, graslanden, boomgaarden en tuinbouwgronden gescheiden door sloten, watergangen, wegen, dijken, hagen en wallen komen ook bijzondere elementen als wielen, inlagen en kreken met oeverlanden voor. Sinds de ruilverkaveling is er door het ontbreken van kleine landschapselementen en het egaliseren van reliëf veel minder biodiversiteit. Toch is het steeds een belangrijk onderdeel van het ecosysteem van de Oosterschelde. Vogels die fourageren in de slikken vinden hier bijvoorbeeld hun rustplaats. Inlagen, inlaagdijken en wielen herinneren aan de strijd tegen het water. Karrevelden, moernering en inversie van het landschap zijn herinneringen aan het veelvuldige

gebruik van de gronden. Karreveld is een gebied achter de dijk die is afgegraven voor het vormen van die dijk. Waar langgerekte plassen liggen is de klei weggehaald, op de dammetjes ertussen reden de karren die de klei afvoerden. Inlagen zijn gebieden tussen een oude, sterk bedreigde dijk en een nieuwe dijk, die landinwaarts ten opzichte van de

15Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Page 16: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Het intergetijdengebied, de dijken en de polders is het habitat van de scholekster (Haematopus ostralegus)

Page 17: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

17Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Relatie tussen de verschillende landschapstypen en het getij, in dit voorbeeld voor de scholekster (Haematopus ostralegus) en de bedreiging van zijn habitat.

Relatie tussen het materiaal van de dijk met de verschillende wier-zones tot de beleving onder- en bovenwater

Page 18: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

oude is aangelegd. De inlagen worden op Noord-Beveland kûpen genoemd. Voor de aanleg van de reservedijk werd meestal grond uit de desbetreffende inlaag gebruikt, zodat een inlaag meestal laaggelegen is. Daardoor varieert het huidige landschapsbeeld van moerassig grasland of rietveld tot open water. Het zoutgehalte en de bodemsoort is de bepalende factor voor het type beplanting die vanuit bovenregionaal perspectief meer belangwekkend is dan zoete moerassen. Inlaagkusten hebben altijd een bewogen geschiedenis. Dijkvallen (het verschuiven van de grond, waardoor de dijk doorbrak), verlies van inlagen en landinwaartse aanleg van nieuwe inlagen wisselden elkaar af. Dit verklaart de onregelmatige vorm van de randen van de Oosterschelde. Aan de noordkust van Noord-Beveland alleen al vonden tussen 1800 en 1960 meer dan 240 dijkvallen plaats. Aan de zuidrand van Schouwen vonden tussen 1700 - 1813 totaal 113 vallen (de kleine niet vermeld). Vanaf 1800 tot heden 130 dijkvallen. De meeste tot 1880 omdat rond dit tijdstip een nieuwe IJkwet werd behandeld die met het verplichte gebruik van een meeteenheid zorgde voor normering in dijkenbouw. Naast waterveiligheid waren de inlagen gebieden van economisch belang. Het veen in de inlagen, de darinck of derrie, werd uitgegraven om brandstof te krijgen, maar ook om zout te winnen. Het zogenaamde darinckdelven wordt ook wel moeren genoemd. Daarnaast komen we vissers en schapenhoeders tegen en werd klei gewonnen. Dit werd wel op gegeven moment verboden ten behoeve van de veiligheid. In Zeeland vind je sterk streekgebonden dijkflora. Op alle dijken is agrimonie, viltig kruiskruid en veldlathyrus te vinden maar zijn er duidelijke karakteristieken per eiland waar de zaden door de schaapskudden werden verspreid.

Toekomstige ecosysteem van de Oosterschelde Het boek “Natuurkundige uitspanningen behelzende eenige waernemingen over sommmige zee-planten en zee-insecten, benevens derzelver zaadhuisjes en eyerneste” uit 1762 beschrijft het onderwaterleven van de Oosterschelde. De schrijver was Job Baster. Een Nederlandse bioloog, geboren te Zierikzee in 1711 en overleden in 1775. Hij legde zich toe op de studie

der natuurlijke wetenschappen, en vooral op de plantkunde. Het boek in drie delen bevat geschreven beschrijvingen en schetsen en platen. Het behandelt de plantdieren, de oesters, de kreeftslak, de kokerscolopendra, de serpula, de zeeslak, de bloedzuiger der visschen, de steenachtige eschara, de zakpyp of ascidium, de mosselen, de alykruiken, de zeeklitten, de vijfhoeken of zeestarren, de zeeschaften, de zeequallen, de zeepuisten, de kreeften, de krabben, de garnaal, de steurkrabbe, de zeevloo, de pijlstaart. In het 2e stuk, de zeequallen, de zeemuizen, de steenmossels, de slikmosselen, de kokhanen, de strand schulpjes, het drijfhorentje. In het 3e stuk, de zee-grappe, de zeerui, een zeeplant uit Noorwegen, een zeeboompje, de Nereis, de zeeluizen met 4 platen.

Zal in een toekomstige beschrijving van het ecosysteem de mens een vanzelfsprekend onderdeel zijn. De duiker, visser, zwemmer, wandelaar, fietser die in de Oosterschelde zijn habitat vind?

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 19: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

19Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Het ecosysteem van de Oosterschelde met de verschillende landschapstypen en de gebruikers

Page 20: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

D u i v e l a n d

S c h o u w e n

Z u i d - B e v e l a n d

Wa l c h e r e n

� o l e nN o o r d - B e v e l a n d

ConclusieHet water dat elke dat in- en uitstroomt is de bron van alle leven in de Oosterschelde. Per vloed komt een nieuw voedselrijk water de zeearm in. Een milieu die in Nederland alleen te vergelijken is met de Waddenzee. Verschillende vissen, kreeften en wieren leven in dit milieu. Maar ook veel mensen leven van dit milieu; de vissers, kreeftenvangers, en mosselboeren. Zeeland als vrijetijdslandschap speelt een grote rol van betekenis voor daggasten en vaste bezoekers die daar wandelen, fietsen, zwemmen, duiken, vogelkijken en autotochtjes maken. De Oosterschelde is een grootschalig natuurlijk systeem onder invloed van eb en vloed. Maar de elementen die door mensenhanden zijn gemaakt bevatten veel micromilieus (hoog en laag, stenig, kleiig, zandig, ruw en luw) en hebben daardoor veel biodiversiteit. Juist het in cultuur brengen van het natuurlijke systeem heeft gezorgd voor hoge natuurwaarden. De kenmerkende landschapstypen oudland, nieuwland en het verborgen landschap, de honderd verdronken dorpen en wrakken verborgen in de zeebodem, herbergt de bijzondere geschiedenis van de Oosterschelde. Flora varieert per eiland en de verscheidenheid per eiland is zelfs zichtbaar in de klederdrachten. Schouwse- Duivelandse- en Noord-Bevelandse beuken, rokken en kappen laten specifieke kenmerken zien eigen voor de eeuwenlange autonome ontwikkeling van de eilanden.

De rijke cultuurgeschiedenis van het Zeeuwse landschap is zowel bron van de hoge natuurwaarden als sleutel tot een succesvol en gedragen natuurontwikkeling omdat je hiermee een bredere basis voor natuur creëert.

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Oudland, nieuwland en het verborgen landschap

Page 21: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

*

LiteratuurSchipper, Paul (2000). Orisant, verdronken eiland in de Oosterschelde. Uitgeverij Ab Donker, Rotterdam

De Klerk, A.P. (2003) Het Nederlandse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren, uitgeverij Stichting Matrijs Utrecht

Troost, Karin (2009) Delta Project Management, Doelendocument Natura 2000 Deltagebied, Uitwerking van Natura 2000 waarden in omvang, ruimte en tijd, in opdracht van Rijkswaterstaat, Waterdienst.

Kool-Blokland, L (2003) De rand van ’t land. Waterschapsgeschiedenis van Schouwen en Duiveland, Werken van het Koninklijk Zeeuwsch genootschap van wetenschappen XIII, Middelburg Weeda, E.J. (1988) Nederlandse Oecologische Flora, wilde planten en hun relaties, Uitgave van het IVN/VARA/VEWIN, Rijswijk

Baster, Job (1762) Natuurkundige uitspanningen, behelzende eenige waarneemingen, over sommige zee-planten en zee-insecten, benevens derzelver zaadhuisjes en eijernesten. Uitgever J. Bosch, Haarlem

21Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Autonome ontwikkeling is nog zichtbaar in de rijke cultuurgeschiedenis, de tradities en gebruiken, de gewassen en klederdracht en de dijkflora

Het Zeeuwse knoopsieraad vertoond gelijkenis met de beemdkroon (Knautia arvensis) een typische dijkflora.

Page 22: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Natuur en economie was eeuwenlang in balans in een landschap waar men gebruik maakte van wat de natuur hen aanreikte. In het huidige landschap zijn de gevolgen van de Watersnoodramp 1953 nog steeds zichtbaar. Toch bracht de aanleg van de deltawerken en de ruilverkaveling economische voorspoed naar het Zeeuwse land. Maar tegelijkertijd ook ecologische en landschappelijke armoede. Dit ontmoetingsgebied van land en water, van zee en rivieren heeft grote economische rijkdom gebracht. De exploitatie van het landschap verliep eeuwenlang in harmonie met de natuur; sinds enkele decennia gaat zij echter gepaard met gevoelige verliezen aan biologische rijkdommen. De Delta onderging ingrijpende

veranderingen door de afdamming van de zeegaten en ook de voortgaande schaalvergroting in de landbouw heeft de natuurwaarden sterk verminderd. Deze ontwikkeling betekent niet alleen ecologische verarming van het milieu maar heeft ook een rechtsstreekse invloed op de kwaliteit van het leefklimaat van de mens.

Geschiedenis van het Zeeuwse zeebanketDe oester (Ostrea edulis) en mossel (Mytilus edulis) vind een geschikte habitat in de Oosterschelde. De mossel hecht zich met byssusdraden vast op de zeebodem of op oesterbanken. Door zijn gestroomlijnde schelp heeft de stroming geen vat op de mossel. Schelpdieren filteren het water; ze halen zuurstof en voedsel (plankton) maar ook andere stof zoals slib wordt uit het water gefilterd. Het zoute water in de Oosterschelde is zo schoon doordat het door de miljoenen mosselen wordt gefilterd. Mossel- en oesterbanken kennen een hoge biodiversiteit die qua samenstelling bovendien afwijkt van de onmiddellijke omgeving. Mosselen en oesters zorgen er dus voor dat de Oosterschelde zo schoon is dat we er zowel van kunnen eten als in kunnen baden. De mosselpercelen in de Oosterschelde hebben een lange geschiedenis. Al in de 16e eeuw werden stukjes zeebodem verpacht aan ‘mosselaars’ die mosselen kweekten voor de verkoop. Sinds de 19e eeuw huren de mosselkwekers de percelen van de Staat der Nederlanden. De kwekers zijn bij de uitoefening van hun vak aangewezen op hun eigen ervaring en vakmanschap.

Oesters afkomstig uit Engeland en Schotland werden in de 17e eeuw in Zeeland alleen verhandeld. Zierikzee was het centrum van deze oesterhandel. In de 18e en 19e eeuw werd wel op oesters gevist maar van een echte oestercultuur was geen sprake. In 1870 werden de oesterbanken in het oostelijk deel van de Oosterschelde in percelen verdeeld en verpacht. De oestercultuur kwam

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

1) uitzonderlijke natuurwaarden door hoog zoutgehalte, hoge zomertem-peratuur en helder water (tot 1986)

probleemstelling

Page 23: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

het centrum van de landelijke schaal- en schelpdiercultuur. Cultuurhistorisch zijn de verwaterputten van hoge waarde, van recreatief en economisch van belang en bovendien nog steeds in gebruik. Van de geoogste oesters gaat tegenwoordig 50% naar Belgie en 16 % naar Italie. Van de mosselen gaat 65% naar Belgie en 23% naar Frankrijk, ongeveer de rest is voor de markt in Nederland.

gevolgen van de Watersnoodramp 1953 In de nacht van 31 januari op 1 februari werd Nederland getroffen door een watersnoodramp. In Nederland begaven de dijken in het Deltagebied het op veel plaatsen en liepen een groot deel van de provincie Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en delen van West-Brabant onder water. Het was een van de grootste natuurrampen uit zijn geschiedenis, de grootste zelfs sinds de derde Allerheiligenvloed (1570 ). De ramp werd veroorzaakt door een zware stormvloed in combinatie met springtij, waarbij het water tot extreme hoogte steeg. Veel dijken in Zeeland waren te laag en te zwak. “Dit nooit meer” resulteerde in de aanleg van de Deltawerken, een serie van dammen en sluizen in Zeeland en Zuid-Holland. De wederopbouw en de totstandkoming van de Deltawerken brachten veel werkgelegenheid naar Zeeland. De cynische uitspraak “Heer, geef ons heden ons dagelijk brood en elke vijf jaar een watersnood” getuigd daarvan. Waren de eilanden eerder alleen per schip of veerpont bereikbaar, door de aanleg van dammen was Zeeland goed bereikbaar geworden. In een tijd waarin vrijetijdsbesteding opkwam was de zee bereikbaar geworden. Een aantal gebieden die waren ondergelopen door een dijkdoorbraak werden dus niet meer als polder ingericht maar als recreatiegebied. Het zwaar getroffen Ouwerkerk bijvoorbeeld is nu een recreatief gebied met campings en een museum in de vier betonnen caissons die werden gebruikt om het gat in de dijk te dichten. De ramp is nu 60 jaar geleden en het is nog steeds een onderwerp waar moeizaam over gesproken wordt. Het landschap is sterk veranderd. Schouwen-Duiveland was na de ramp totaal van de kaart verdwenen en is daarna het meest ingrijpend veranderd in een grootschalig rationeel verkaveld landbouwgebied waar alle kleine landschapselementen zoals bosjes,heggen, windsingels, dijken zijn vervlakt. Het aantal polders verminderde 46 naar 17 waarmee het verschil tussen oudland en nieuwland,

pas op na jarenlang onderzoek in Frankrijk. In de 18e en 19e eeuw werd wel op oesters gevist maar van een echte oestercultuur was geen sprake. Sinds 1870 heeft de oestercultuur een grote vlucht genomen door een grootschalige ingreep in het natuurlijke systeem. Voor de aanleg van de spoorlijn naar Vlissingen werd het Sloe en het Kreekrak afgesneden van de Oosterschelde. Hierdoor is de Oosterschelde een stuk warmer geworden. Doordat zoet water en slib niet meer in de Oosterschelde stroomde is het water ook helderder en zouter geworden. Deze 3 factoren zorgde ervoor dat de oester een goed habitat vond in de de Oosterschelde. De omgeving van Yerseke was daarbij extra geschikt voor oesterteelt door de zandige bodem in de Kom van de Oosterschelde. Het is niet altijd een rijke oogst geweest. Na een zeer slecht oesterjaar in 1885 zijn een flink aantal oesterkwekers geemigreerd naar Saksville in New York. Bijna een eeuw later in 1963 is bijna de gehele populatie oesters uitgestorven door een zeer strenge winter. Deze oesterramp leidde tot de import van de inheemse oester. Maar deze bleek de ziekte bonamie te hebben waardoor de oester in zijn derde jaar stierf. Ter compensatie van deze sterfte en de dreiging van de dichte dam van de Deltawerken, en de gevolgen voor de oestercultuur, was de import van de Japanse oester (creuse) toegestaan.

De vissers uit de havens van Zierikzee, Bruinisse, en Colijnsplaat brengen de geoogste schelpdieren naar de verwaterpercelen in Yerseke. Hier worden de schelpen zandvrij gemaakt door ze enkele weken te laten verwateren waardoor het slib uit de mossel ‘gespuugd’ wordt. Na dit proces wordt de oogst verhandeld. De handel van alle schaal-en schelpdieren verloopt via de mosselveiling van Yerseke, de enige van Nederland en

23Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Na de ruilverkaveling verdwenen de landschappe-lijke verschillen tussen oud- en nieuwland

Deltawerken zorgden voor waterveiligheid en toegankelijkheid

In KRO De reünie: Katholieke Parochieschool Oude-Tonge ontmoeten oud-klasgenoten elkaar weer 60 jaar na de ramp. (http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1321637)

Page 24: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

of

zo karakteristiek voor Zeeland, is verdwenen. Ook grote delen van Zuid-Beveland en Tholen werden herverkaveld tot grotere eenheden. Dat het kleinschalig ingericht en besloten landschap, met doorkijkjes, relief, beplanting een meer aantrekkelijke omgeving biedt voor wonen, recreatie en ecologie dan een grootschalig ingericht en open landschap deed er niet toe in tijden van wederopbouw.

Open, dicht of halfopen? De discussie rond de afsluiting van de Oosterschelde was een jarenlange strijd van een groep jongelui uit Yerseke die hun leefomgeving zagen veranderen in een stinkende zoetwaterpoel (quote). Geholpen door wetenschappers uit het Westen en België en later door visserij- en natuurorganisaties hebben zij ervoor gezorgd dat de politiek zwichte om het ontwerp voor de Oosterschelde-dam te wijzigen in de open pijlerdam. De Oosterscheldedam zou de laatste zijn in de reeks dammen van de Deltawerken, en de moeilijkste. De stroming is op deze locatie zo sterk en de bodem zo diep dat men tot het laaste heeft gewacht om te bouwen. Toen kwam ook meteen de periode in zich dat men zich begon te roeren in de jaren ‘70. De dam werd onderwerp van een nationale discussie. En dit zou opnieuw het geval moeten zijn, want de ecologische gevolgen van de kering zijn 26 jaar na aanleg zichtbaar.

Over vijftig jaar bestaat de Oosterschelde alleen uit water. De wezenlijke zandplaten, slikken en schorren zijn verdwenen in de zeearm. Zandhonger, de ecologische gevolgen van de Oosterscheldekering? De kering houdt het meegevoerde zand uit de Noordzee tegen en werpt het voor de kering op. Hier ontstaan nieuwe zandbanken (voor de zeehond maakt het per saldo niets uit). In de Oosterschelde is minder stroming voor de brede geulen en zijn dus eigenlijk te groot voor de hoeveelheid sediment die ze vervoeren. Dit wordt dus niet meer afgezet op de schorren en slikken. De afbraak maar storm, echter, gaat onverminderd door. Als dit erosieproces zich doorzet dan zal het totale intergetijdengebied in de Oosterschelde meer dan gehalveerd zijn. Van 11.300 hectare in 1986 tot circa 5000 hectare in 2045. Dit is het gecombineerde effect van zandhonger en een verwachte zeespiegelstijging van 60 centimeter in de komende eeuw. In 2075 zijn schorren en slikken alleen nog te vinden in de meest luwe gebieden zoals Rattekaai en Krabbenkreek. De gevolgen van het zandhongerproces hebben groot effect op het voedselaanbod voor duizenden vogels die hier tijdens de trek foerageren of overwinteren. Zij zijn afhankelijk van de aanwezigheid van hoogwatervluchtplaatsen zoals de dijken en broedplaatsen in de inlagen en akkers. Voor de Zeeuw en de

vele bezoekers van de Oosterschelde zal de rijke natuur niet meer bereikbaar zijn. Plan Tureluur is bedacht om de negatieve gevolgen van de Oosterscheldekering te keren, en is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Plan Tureluur is een aaneengesloten binnendijks natuurgebied, vaak aangelegd op marginale landbouwgrond met een sterke kwelvorming. De ontwikkeling van de gebieden van Plan Tureluur is nog steeds gaande. De meeste gebieden mogen niet betreden worden om verstoring van de vogels tegen te gaan. Op een aantal plaatsen zijn vogelkijkhutten te vinden waar je de natuur op afstand kan zien en geven infoborden achtergrondinformatie over de natuur.

Ecologische problemen hebben economische gevolgenDe draagkracht van de Oosterschelde is sterk afgenomen. Mosselzaad wordt twee keer per jaar opgevangen in de Waddenzee omdat dit niet meer beschikbaar is in de Oosterschelde. Sommige mosselhandelaren kiezen voor goedkoop mosselzaad uit verre zeeën wat kan zorgen voor de verspreiding van ziektes. Er is visie nodig om de Oosterschelde gezond te houden! Het inspirerende motto van de bekende mosselhandelaar Ko Prins is “De natuur is mijn brood”. Ko wil zorgdragen voor robuuste natuur die het economisch medegebruik kan dragen. Die robuustheid is noodzakelijk want in theorie is een ondiepere zee meer geschikt voor mosselpercelen. In een tijd waarin visserij- en landbouwbelangen voorsprong krijgen op natuurbelangen is er een groot gevaar op ziektes en roofbouw. Overproductie maar ook de import (sinds januari 2013) van mossel(zaad) uit Ierland, Denemarken wordt mogelijk. Ziekten kunnen hierdoor

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

De Oosterscheldekering zorgt voor verminderd getij. De stroming is verzwakt waardoor het zand niet meer uit de geulen kan om zich af te zetten op het intergetijdengebied. De opbouw hiervan is gestopt maar de afbraak bij storm gaat onverminderd door. Pas als de geulen gevuld zijn zal het evenwicht tussen erosie en sedimentatie zich herstellen. Om de zandhonger te stillen is 600 miljoen m3 zand nodig. Dat komt overeen met 5 x 5 meter hoog zand op Noord Beveland. Of de kering vervangen voor een permeabele variant.

Page 25: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

25Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

1.

1.

2.

2.

3.

3.

4.

natuur en visserij in 2012 (afbeelding boven) 1. Op de randen van het intergetijdengebied reikt de natuur ideale omstandigheden aan voor mosselpercelen2. Na afsluiting van de Schelde in 1870 zijn er ideale omstandigheden voor oestercultuur in de Kom van de Oosterschelde3. Ruilverkaveling na 1953 verminderd de biodiversiteit van de Zeeuwse polders4. Plan Tureluur (grootschalige zoute natuur op marginale landbouwgrond) is aangelegd ter compensatie van de zandhonger,

natuur en visserij in 2075 (afbeelding beneden)1. de voor vogels wezenlijke intergetijdengebied verdwijnen2. zandbanken worden voor de kering opgeworpen, buiten handbereik van de mens3. schaalvergroting van mosselindustrie in potentie mogelijk, met gevaar voor roofbouw

Page 26: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

geimporteerd worden. De regels schrijven strenge sortering voor maar ziektes en virussen zijn niet altijd zichtbaar. De import van de Japanse oester (creuse) in de jaren ‘70 bijvoorbeeld heeft nu grote gevolgen voor de inheemse schaal- en schelpdieren in de Oosterschelde. De sterke Japanse oester verdringt bestaande oester- en mosselbanken waardoor deze niet meer beschikbaar zijn voor de scholekster en andere vogels die mossels, kokkels en nonnetjes als voedsel hebben. Daarnaast moeten recreanten altijd waterschoenen dragen omdat de schelpen zo scherp zijn dat de kans op verwonding groot is. Voor oesterkenners heeft de creuse de minste smaak. De aanvoer van schelpdieren staat onder druk. Momenteel wordt 2050 hectare oesterpercelen gehuurd. Er zijn 28 oesterkwekers waarvan 11 kwekers en 17 bedrijven die zich bezig houden met oesterverwerking en -handel. Er is een daling te zien van 33 naar 20 miljoen oesters. Door de afname van het intergetijdengebied en de bedreiging van de Japanse Oester neemt de productie van oesters af en dit zal in de toekomst verder afnemen. Er zullen ook minder oesters op de markt komen omdat van de 27 schepen er 19 schepen bestuurd door schippers met een gemiddelde leeftijd van 67 jaar. En er is niet altijd een opvolger te vinden van dit zware beroep.

ConclusieEcologische problemen hebben economische gevolgen omdat door afname intergetijdengebied minder mossel-habitat is terwijl de vraag groter wordt. In theorie is meer schelpdierproductie mogelijk maar dit kan leiden tot roofbouw en ziektes. Visie voor een duurzaam economisch/ecologisch beleid is noodzakelijk voor een gezonde Oosterschelde. En het beroep mosselvisser raakt de gepensioneerde leeftijd waardoor vernieuwing van de beroepsgroep nodig is.

In een totalitaire staat zou een oplossing voor erosie van het intergetijdengebied zijn dat de bron van het kwaad verdwijnt: De Oosterscheldekering. Maar met 1953 in onze nationale herinnering is het ondenkbaar dat de kering eerder dan zijn 100-jarige levensduur (dus 2086) wordt vervangen voor een meer permeabele variant (zoals bijvoorbeeld de Maeslandtkering). Het is

daarnaast ook niet meer denkbaar dat er meer grootschalige natuurontwikkeling, zoals de Hedwigepolder of Plan Tureluur, zal volgen. We moeten er dus voor zorgen dat er op een andere manier natuurontwikkeling tot stand komt. Daarvoor is een landschap nodig die gastvrij is. Plekken waar men zich welkom voelt en waar ook het vogel- en dierenleven zich welkom voelt. In een gastvrije omgeving komt het vaker tot een gesprek en mooie ontmoetingen met mensen en met de natuur. Aan de Oosterschelde zijn er nog tal van dit soort plekken te vinden maar deze moeten wel beschermd worden. De haven van Colijnsplaat is een mooi voorbeeld van een gastvrij gebied. Van oudsher verbonden aan de functie van haven. Deze jacht-en visserijhaven is ook een doel voor fietsers als rustplek, uitzichtpunt en plek om een visje te eten. De jeugd speelt er tussen het werktuig van de vissers. Een eenvoudig bankje op de dijk zet de bezoeker op dezelfde hoogte als de vogels die de dijk als hoogwater-vluchtplaats gebruiken. Gastvrijheid is de crux van dit plan.

Opgave

1 Behoud de zoute natuur als meest waardevolle en karakteristieke van de Oosterschelde en wezenlijk voor het rijke vogelleven.

2 Behoud de draagkracht van de Oosterschelde. Dit betekent dat er op een andere manier omgegaan moet worden met de vraag naar extra schelpdierpercelen. Het economisch systeem moet als een blauwe economie onderdeel worden van het landschappelijke en ecologische systeem

3 Versterk de culturele identiteit van de Oosterschelde omdat het koesteren van een mooi landschap in feite de beste bescherming is.

De Oosterschelde heeft een reddingsplan nodig waarin wordt verteld hoe we een gastvrij landschap voor mens en natuur kunnen maken.

*

Literatuur en bronnen Tesch, prof. dr. J.W. (1972) De kleuren van zuidwest-Nederland, visie op milieu en ruimte. Contact Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, Amsterdam. Van Zanten, E, Adriaanse, L.A., (2008) Verminderd getij. Verkenning van mogelijke maatregelen om de erosie van de platen, slikken en schorren van de Oosterschelde te beperken. Rapport RWS/2008, Rijkswaterstaat dienst Zeeland, Middelburg Pauli, Gunter (2012), De blauwe economie. 10 jaar, 100 innovaties, 100 miljoen banen, Nieuw Amsterdam http://www.wildekeuken.nl/http://www.uitzendinggemist.nl/programmas/9262-hollandse-vissers

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

nieuwe aandacht voor schaal- en schelpdieren door tv programma’s zoals de Wilde Keuken van Wouter Klootwijk

Page 27: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

p.47

geschiedenis

krabben vangen

bankjevogels

zeewering

gastvrij

beschut

lokaal

binnen

buiten

p.44

De beleving van het Zeeuwse landschap kent een filmisch ritme, een sequentie van ver en dichtbij. Weidse zichten wisselen af met een detailopname, verschillende per eiland. Het uitzicht over de dijken en het detail van een bemost perkoenpaaltje. Met het tij verandert het landschap buitendijks elke zes uur: eb en vloed, hoogtij en laagtij. Op sommige plaatsen is de stroomsnelheid een meter per seconde, terwijl deze op andere plaatsen nauwelijk boven de 1 meter per 10 seconde uitkomt. Op microniveau zijn minilandschapjes te ontdekken in de slikken van de Oosterschelde. Een mysterieuze wereld, bewoond door vele planten- en dierensoorten die soms boven water komt. Een inspirerend initiatief van de Zeeuwse kun-stenares Dieuwke Parlevliet laat deze wondere onderwaterwereld aan het publiek zien. Zij plaatste een ‘volkstuin op zee’ in de Oosterschelde, die bij vloed in het water verdwijnt. Haar tuin is bereikbaar met eb en gemaakt met materiaal waar wieren en allerlei organismen op afkomen. Bij vloed is de locatie van de tafel alleen te herkennen aan de staak met ‘schemer-lamp’, als herinnering om later terug te keren. Het is een beleving die herinnerd wordt. Om-dat het wonderlijk was. Verrassend. Er nieuwe dingen zijn geleerd. Omdat een mooi verhaal is verteld. Dit is mogelijk op zoveel plekken, een beleving waardoor men zich verbonden voelt met de Oosterschelde. Maar langs en in de Oosterschelde zijn een aantal veranderingen gaande waardoor deze beleving onder druk komt te staan.

De dijken van Zeeland veranderen hevig. Na de storm van 1014 zijn er voor het eerst in Zuid-Beveland tekenen dat bewoners zich met bedijkingen bezig hielden. Ook op Schou-wen was die grote overstroming aanleiding om de eerste bescherming tegen de zee aan te leggen. Duizend jaar later werken we nog steeds aan de dijken, door ze op te hogen en te versterken met nieuwe materialen. Sinds 1997 voldoen de huidige dijken in Zeeland niet meer aan de veiligheidsnorm waarin alle Zeeuwse dijken een superstorm van eens in de 4000 jaar moeten kunnen trotseren. De steenbekleding moet daarom vervangen worden voor een zwaarder materiaal. In de geschiedenis van de steenbekleding is de hydrosteen de nieuwste variant steen in de rij Vilvoordsesteen, Haringmanblokken, Basaltzuilen, Graniet, Doornikse Steen, Lessinistische steen of betonstenen in de Diaboolglooiing, Spijkerglooiing, Systeem Leendertse. Projectbureau Zeeweringen van Rijkswaterstaat heeft de museumglooiing aangelegd om een staalkaart van traditionele steenbekledingen te behouden en zichtbaar te maken voor publiek. Informatieborden en de opgepoetste staalkaart laat dit op een keurige manier zien. Maar de verschillende vegetaties die zich ophouden tussen de basaltzuilen en de micro-poeltjes in een Vilvoordse steen zijn verdwenen? En waar zijn de mossen op een perkoenpaaltje? De moderne blokken zijn goedkoop en gelijkvormig en kunnen gemakkelijk met meerdere tegelijk geplaatst worden. Met een overlaging van breuksteen en asfalt heeft de storm geen kans meer. Maar de dijk maakt de Oosterschelde ook voor de natuur en mens onbereikbaar.

oorspronkelijk

oorspronkelijk

noodzaak

huisstijlfunctioneel

kanaliseren verkeer

Door de functionele indeling (zitten, afval, lopen, fietsen, informatie) is deze rustplek eerder dwingend dan gastvrij. De touwen geven nog een bepaalde identiteit en herinne-ring aan het vroegere gebruik van de plek.

27Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

De haven van Colijnsplaat is een mooi voorbeeld van een gastvrij gebied met de menging van verschillende functies.

Page 28: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Het is tijd voor een natuurbeeld waarin een verweven vorm van natuurontwikkeling logisch is. Eén die natuur combineert met andere belangen zoals landbouw, recreatie en cultuurhistorie. Dit afstudeerplan gaat daarom uit van de Oosterschelde als ecosysteem waar de mens onlosmakelijk deel van uitmaakt.Het maken van een zoutkristal is een proces waarbij zout water en een touwtje uitgroeien tot iets moois. Om de veranderingen te waarnemen is geduld en leergierigheid nodig. Het is de metafoor voor het maken van nieuwe vrienden, noodzakelijk voor natuurontwikkeling, de veranderende landbouw en het behoud van de Oosterschelde. Zout is eigen aan de Oosterschelde. Terwijl zout water al heel lang gezien wordt als vies water wat bestreden moest worden, gedacht vanuit de landbouw. Terwijl zout veel moois teweeg kan brengen. De bijzondere vegetaties van de schorren en slikken komen maar op een aantal plaatsen in Nederland voor. Zout is ook een belangrijk onderdeel van verschillende tradities waaronder de Straô-traditie; tijdens de straô gaan ruiters met hun versierde paarden de branding van de zee in. Een zout zeebad was namelijk een probaat middel om de paardenbenen en hoeven te reinigen van ziektekiemen nadat de dieren een winter op stal hadden gestaan. De badcultuur is verbonden met de cultuur. Het leren zwemmen in de oesterputten van de Oosterschelde, je leefde met het getij. Zout water brengt veel plezier met zich meeen bovendien kan je op zout water zweven. Met een verweven vorm van natuurontwikkeling creëer je de bredere basis nodig voor het behoud van biodiversiteit. Het is een reactie op de grootschalige en technocratische natuurontwikkeling van de afgelopen decennia. Nationaal Park de Oosterschelde is het grootste nationaal park van Nederland en één waar ‘natuur en economie hand in hand gaan’. Zou je dat serieus nemen dan waren er niet zoveel ecologische problemen geweest. Er is een verdubbeling van Nationaal Park de Oosterschelde te maken door natuur en economie te verweven en er een gastvrij productielandschap ontstaat waar mens en natuur zich welkom voelen.

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Nationaal Park de Oosterschelde beperkt zich tot buitendijkse, en enkele binnendijkse natuurgebieden

Nationaal Park de Oosterschelde als gastvrij productielandschap

Concept

Page 29: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

29Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

1965, oesterputten in Yerseke in gebruik door de jeugd om er wat in te zwemmen (Algemeen Nederlands Persbureau)

Page 30: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

recreatie herkomst

Uitzonderlijk landschap in Nederland op 1 uur reisafstand voor Noord-Brabant, Zuid-Holland en België een belangrijk landschap met tweede huizen en goede restaurants.

Tweede huizen en goede restaurants, de Oosterschelde op 1 uur reisafstand.

Noord-Brabant en Zuid-Holland

Duitsland 67 %

Belgie 24 %

vogels

xxx

xxx

xxx

xxx

xxx

kreeft

xx

xxx

onderwaterleven / culinair

mosselen

oesters

onderwaterleven / spectaculair

kreeft

sepia’s

xxx

AntwerpenGent

Brugge

Rotterdam

Dordrecht

Roosendaal

TilburgBreda

Zoutkristallen, een strategie voor natuurontwikkeling in de Oosterschelde

Naast de natuur en Zeeland is de Oosterschelde juist ook voor mensen buiten Zeeland steeds belangrijker geworden. Heel veel stedelingen uit het Westen en Noord-Brabant vinden er hun tweede huis. Dit zal in de toekomst, met de aandacht voor (biologische) voedsel, ambachten en de vrijheid die het nieuwe werken biedt, steeds belangrijker worden. De strategie richt zich dan ook op die gebieden die vanuit deze stedelijke omgevingen bereikbaar zijn per autoweg of openbaar vervoer. De reistijd vanuit Rotterdam naar Kattendijke, bijvoorbeeld, is 1 uur met de trein en 20 minuten fietsen. Onderdeel van de strategie is om de verandering te richten op de zogenaamde open dorpen, de gebieden die ontvankelijk zijn voor

verandering. In Zeeland is – tussen de regels door – duidelijk onderscheid tussen open dorpen (zoals de havendorpen, kunstenaarsdorpen) en de meer gesloten dorpen. De oneerbiedige titel ‘import’ is de benaming voor mensen van buiten, de niet-geboren-Zeeuwen. Maar dit zijn wel de beste ambassadeurs van de Oosterschelde, zij staan met een been in de stad én één been in de klei. Dat mooie landschap kan alleen maar bestaan als Zeeland zich naast ‘export’ ook richt op wat ‘import’ nodig heeft. De stedelingen, dus de ambassadeurs, vragen om een landschap die aantrekkelijk is, met mooie natuur en rijk aan cultuurgeschiedenis. Een landschap waar ze zich thuis voelen en die dus gastvrij is.

Boeren en de vissers produceren met name producten voor België en Frankrijk. De handelsstroom van bijvoorbeeld de mossel is als volgt: 65% naar België, 23 % naar Frankrijk, 10% blijft in Nederland. Van alle kokkels gaat 95% naar Spanje. 95% van de melk gaat naar België. De wol gaat naar Pakistan. Als er van die opbrengst een deel wordt geinvesteerd in natuur dan ontstaat er naast een duurzame economie (want je oogst van de natuur) ook een aantrekkelijk landschap. Gunther Pauli, noemt dat De Blauwe Economie in het gelijknamige boek met de ondertitel 10 jaar, 100 innovaties, 100 miljoen banen. Geïnspireerd op ecosystemen creëert de Blauwe Economie uit ‘afval’ voedsel, inkomen en banen. Afval bestaat niet. Een inmiddels bekend voorbeeld daarvan is het kweken van paddenstoelen uit koffiedrab.

In Zeeland zijn al een aantal innovatieve ideeën die zo in dit boek terecht kunnen komen. Zo worden er in Colijnsplaat al zagers gekweekt met broodkruimels van de Zeelandiafabriek aan de andere kant van de Zeelandbrug. Dit proefstation “De Zeeuwse Tong” heeft een aantal zeer interessante ontwikkelingen gedaan die het mogelijk maakt allerlei mariene teelten op land te houden. Zo kweken ze een oester op die linea recta op de borden van sterrenrestaurant Oud Sluis terecht komt, omdat deze de hoogste kwaliteit heeft. Zelfs Dingemans-Prins, met hun honderd jaar ervaring, hadden nog nooit zo’n oester geproefd. Niet

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

De open dorpen, gemeenschappen die ontvankelijk zijn voor verandering, ont-vangen veel stedelingen die daar een tweede huis hebben gevonden. De vraag naar een mooi landschap zal, door de mogelijkheden van het nieuwe werken, de aandacht voor biologisch eten en ambachten, alleen maar groter worden. Voor Noord-Brabant, Zuid-Holland en België is de Oosterschelde een belangrijk land-schap met tweede huizen en goede restaurants op 1 uur reisafstand.

Strategie

Page 31: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

for Netherlands

export to Belgium

export to France

mosselen

handelsstromen van de Oosterschelde

Vervormde kaart van Europa. De meeste producten van de Oosterschelde worden geexporteerd naar Belgie en Frankrijk.

Belgie 65 %

Frankrijk 23 %

Nederland 10 %

oesters

Belgie 50 %

Nederland 20 %

Italie 16 %

Frankrijk 6 %

Duitsland8 %

melk

Belgie 80 %

Nederland 20 %

wol

Pakistan

Belgie

Nederland

onderwaterleven / spectaculair

kreeft

sepia’s

xxx

N

N

innovatie

Yerseke .

Colijnsplaat .

. BruinisseZierikzee .kustlaboratorium - Zeeuws Landschap .

. Zeeuwse Tong - WUR

. Roem van Yerseke

Rubia Pigmenta Naturalia .

Bakkerij Spelt . .

N

innovatie

Yerseke

Colijnsplaat

Bruinisse

Zierikzee

kustlaboratorium - Zeeuws Landschap .

. Zeeuwse Tong - WUR

Roem van Yerseke .

Rubia Pigmenta Naturalia .

zoute tarwe .

voor niets hebben zij mede geinvesteerd in het proefstation. Naast mariene teelten is er ook vernieuwing gaande in andere gewassen zoals zoute tarwe op kwelgronden maar ook een gewas als meekrap heeft hernieuwde potentie voor de Zeeuwse landbouwgronden.

Op basis van morfologische condities zoals zoute kwel door de lage ligging zijn op al deze gebieden in potentie natte teelten mogelijk. Dat is dus in feite een grote kans voor die gebieden die zich op termijn niet lenen voor conventioneel agrarisch gebruik.‘Zoutkristallen’ zijn gebieden in de omgeving van open dorpen waar met innovaties in de landbouw (bijvoorbeeld mariene teelten op land, meekrap, vlas of tarwe) en natuurontwikkeling kunnen komen tot een gastvrij productielandschap.

31Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Door moernering, verbeterde afwatering en inklin-king treed kwel op in de polders. Deze zoute gebie-den lenen zich op termijn niet voor conventioneel agrarisch gebruik.

Handelsstromen. Boeren en vissers in Zeeland produ-ceren met name voor het buitenland. Als er, volgens het principe van de blauwe economie, een economie ontstaat geinspireerd op ecosystemen kan, naast een duurzame economie, ook het aantrekkelijke land-schap behouden blijven.

Innovaties op het gebied van binnendijkse kweek van schelpdieren, zoutresistente gewassen en her-introductie van oude gewassen zoals meekrap zijn inspirerende voorbeelden voor een veranderende landbouw (met name op kwelgrond). Met name de omgeving van open dorpen zullen open staan voor verandering.

weiland- en akker met hoge zoutvracht (kwel)oudland nieuwland aandijkenherverkaveling van oudland

proefstations innovatieve gewassen

potentieel binnendijkse kweek (hoge zoutvracht, lage ligging)huidige schaal- en schelpdierpercelen

havens en open dorpen .

huidige schaal- en schelpdierpercelenpotentieel binnendijkse kweekhavens- en open dorpenproefstations van innovatieve gewassen

Page 32: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

(http://www.zoutkristallen.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=48&Itemid=61)

Cultuurhistorie is de sleutel tot een mooie zoutkristal met succesvolle natuurontwikkeling. Het vormt de basis van een gedragen landschap. Zowel voor de ‘echte’ Zeeuw en voor de stedeling die hier zijn tweede huis heeft. Op de strategiekaart is daarom, als een schatkaart, het verborgen landschap getekend. De verdronken dorpen, de wrakken, verloren en bestaande dijken, oudland en nieuwland, de waterstructuur, beschermde dorpsgezichten, de natuurgebieden...Drie ontwerpprincipes zijn geformuleerd om te komen tot deze gastvrije productielandschappen. Dat is uitgewerkt in de landschapsvisie voor de Zuidhoekpolders van Zierikzee maar ook toepasbaar op de andere Zoutkristallen van de Oosterschelde omdat ze de betekenis van natuurontwikkeling op een andere manier inzetten. De ruimtelijke interventies in de voorbeelduitwerking gaan vooral over het aantonen van verbanden en een nieuwe betekenis geven aan oorspronkelijkheid, cultuurhistorie, natuur- en economische waarden. Welke allianties van gebruikers zijn nodig en welke ruimtelijke ingrepen passen daarbij? Cultuurhistorie speelt een grote rol in de ontwikkeling tot ‘zoutkristal’ maar heeft niet overal dezelfde ingrediënten en kan in de uitwerking dus ook leiden tot andere ingrepen.

Ontwerpprincipes van een zoutkristal 1 Lokale blauwe economie is de drager van het landschap; Zeeland heeft veel familiebedrijven heeft waarin deze duurzame toekomst meer kans heeft, geholpen door de vele innovaties die Zeeland rijk is.

2 Cultuurhistorie is de inspiratie voor verandering: zowel voor ruimtelijke ingrepen als voor economische verandering 3 Natuur is plezier, toegankelijk en comfortabel; daarbij staat natuurbeleving centraal, dus géén ingewikkelde of zeldzame soorten, maar juist spectaculaire vogels zoals de duizenden scholeksters, de angstaanjagende kreeften of mooie zeeasters.

*

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 33: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

33Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

1913 Vrouw in luxe kamerjas eet op oudejaarsavond oesters met brood, zoute stengels, boterkrullen, citroen en cham-pagne

1936 Oesterteelt in Bruinisse. De oesters worden op kwaliteit gesorteerd

Page 34: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

5 km0

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 35: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

35Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Page 36: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

De Zuidhoekpolders van Zierikzee zijn exemplarisch voor alle zoutkristallen van de Oosterschelde. De landschapsvisie geeft een nieuwe koers aan ontwikkeling van dit gebied reikend van Zierikzee tot in de Oosterschelde. Wat heeft het ‘Meisje met de rode hoed’ van Johannes Vermeer gemeen met de scholekster en de Oosterscheldekreeft?Rood is de kleur van Zierikzee. Het is zichtbaar in de gebouwen, de oude klederdrachten en werkmanspakken, de zeilen van de schepen. Rood is ook onderdeel van de natuurlijke vegetaties, de vogels en het onderwaterleven. Deze couleur locale is typisch voor Zierikzee, een havenstad met een zeer rijke geschiedenis en 586 monumenten. De Zuidhoekpolders ten zuiden van Zierikzee, aan de voet van de Zeelandbrug, hebben grote potentie om zich te ontwikkelen tot een gastvrij productielandschap. Het gebied vormt momenteel de missing link tussen de drukbezochte recreatieve routes langs de kust van Schouwen en Duiveland. Veehouder Verbree is een van de boeren die steeds meer moeite heeft voldoende voer voor zijn koeien te verbouwen. De conventionele landbouwmethode is niet meer geschikt voor de grond waarop hij boert. De rijke natuur van de Oosterschelde ligt op een paar kilometer afstand maar wordt nauwelijks bezocht door inwoners van Zierikzee. De zeekreeft (Homarus gammarus), beter bekend als de Oosterscheldekreeft, heeft in het materiaal van de dijken en de gevallen dijken een geschikte habitat gevonden. Cultuurhistorie en natuur komen wel heel dichtbij.

SchatkaartDe rijke geschiedenis van deze rand is exemplarisch voor de randen van de Oosterschelde. Op de plek van de huidige Zuidhoekpolder lagen de lagergelegen poelgronden van Zierikzee, waar met name grasland was. De Zuider-Nieuwlandpolder was de hogergelegen nieuwe polder die werd ingedijkt in 1500. Hier lagen de akkers en boomgaarden. Het gebied was voor Zierikzee van economisch belang en fysiek ook sterk verbonden, paden liepen van het centrum van de haven naar de Oosterschelde en de Gouwe. De vele dijken liggen nu op de zeebodem en de restanten van de stenen en zinkmatten vormen de habitat van de Oosterschelde-kreeft. De liniedijk, verdronken en afgegegraven in 1953, was de plek waar de Spanjaarden hun kamp hadden opgezet tijdens de Belegering van Zierikzee.

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

“Het meisje met de rode hoed” Johannes Vermeer, 1665

Kreeft, Jacob Basterd, 1762, Uitgeverij J.Bosch.

Scholekster, Iconographia Zoologica, een papieren dierenrijk, Universiteit van Am-sterdam

Het materiaal van (gevallen) Zeeuwse dijken is een geschikte habitat voor de kreeft (Homarus gammarus)

Ontwerpuitwerking

Page 37: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

. Zierikzee

. Serooskerke. Haamstede

. Kerkwerve

. Nieuwerkerk . Oosterland

. Ouwerkerk

. Burgh

. Bruinisse

. Zierikzee

37Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Natuur in een gastvrij productielandschap waarin de Oosterschelde natuur wordt doorgetrokken tot stadspoorten van Zierikzee.

De gearceerde gebieden zijn natuurgebieden langs de zuidkust Schouwen-Duiveland die in 2075 zullen zijn verdwenen of niet toegankelijk zijn

Mapping van gegevens van waarneming.nl, geen wetenschappelijk materiaal maar informatie over waar, welke vogels zichtbaar zijn in het gebied vanaf de Oosterschelde (omgeving Zee-landbrug) tot Zierikzee. Er zijn met name waarnemingen gemaakt vanaf de N256, gebieden die gemakkelijk toegankelijk zijn.

Page 38: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Galgenpolder

inlaag ‘t Hoofd en batterij Havenvuur

Geregt van Zierikzee

steenoven

keet

Oosterhavenhoofd

keetlantaarn

oliemolen

zaagmolen Fortuin‘t Sas

meestoof de Zon Gouw

e

meestoof de Wereld

Lange Kulkdijk

schor en slik rond 1100

inlaag Kulk

moernering & kleiafgraving

Spaans tentenkamp (1576)dijkval (1953)afgraving (1954)

oesterputtenspuisluis

veer op Kats

zaagmolen de Zwaluw

Galgenpolder

inlaag

Polder De Zuidhoek

Zuider Nieuwland Polder

Zelke Polder

1e dijk na stormvloed 1134 / liniedijk

bedrijventerrein

landbouw

natuurgebied

biobouwers klimaat-terp business parknatuurgebied

N256

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Huidige situatie. De polders kennen nu een sterke functionele indeling; bedrijven net na de stadswal, landbouw en natuurgebied in de inlagen. Toekomstige ontwikkelingen richten zich op de zichtlocatie van de N256. De aanleg van een ‘klimaatdijk’, natuurgebied en ‘biobouwers’ proberen de negatieve gevolgen voor de ecologie te temperen maar blijven goed bedoelde incidenten op afgelegen terreinen.

Schatkaart. De rijke geschiedenis van de zuidrand van Zierikzee is exemplarisch voor de randen van de Oosterschelde. Het gebied was van econo-misch belang met grasland op de poelgronden en akkerbouw op de hoger gelegen Zuidernieuwlandpolder en kleiwinning uit de inlagen. De dijken waren van groot belang voor verdediging tegen de zee en Spanjaarden.

Page 39: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Huidige situatieHet gebied kent nu een sterke functionele verdeling in bedrijven, landbouw en natuur. Het gebied loopt gevaar nog verder versnipperd te worden door verschillende incidenten; op grond die door de provincie nog als (een van de weinige) goed geschikte landbouwgrond wordt bestempeld is het businesspark gepland met zichtlocatie langs de N-256. Andere ontwikkelingen zijn de aanleg van een klimaatdijk; een terp die de bagger en restgronden verzamelen en tegelijkertijd als visuele afscherming dient voor het bedrijventerrein daarachter. Natuur is aangelegd als onderdeel van Plan Tureluur. In de Oosterschelde zijn onderwater zogenaamde ‘biobouwers’ aangelegd om de negatieve gevolgen van staalslakken te keren. Staalslakken zijn een goedkoop maar giftig bouwmateriaal die bij de versterking van de dijken worden gebruikt. Een biobouwer zijn grote betonnen elementen die ervoor zorgen dat er meer micro-milieu ontstaat waardoor de biodiversiteit vergroot.

De zoute natuur is het meest waardevolle en karakteristieke van de Oosterschelde, wezenlijk voor het rijke vogelleven maar ook voor schelpdierkweek op land als nieuwe economische drager van het landschap. Nieuwe economische dragers Om de draagkracht van de Oosterschelde te behouden moet er op een andere manier omgegaan moet worden met de vraag naar extra schelpdierpercelen. Het economisch systeem moet als een blauwe economie onderdeel worden van het landschappelijke en ecologische systeem. De visie voor de Zuidhoekpolders gaat uit van een verweven systeem van landbouw, natuur en recreatie gebaseerd op de geschiedenis van het gebied. De ingrediënten om te komen tot een gastvrij productielandschap worden je door de schatkaart als het ware aangereikt: nieuwe economische dragers vinden we in de historische meekrap-industrie en schelpdierkweek. De meekrap-industrie en de handel in rode kleurstof is sterk verbonden met de Zeeuwse cultuur. Zierikzee was de Europese hoofdstad van deze handel. De wortel van de plan geeft een rode kleurstof die ons nationale erfgoed is. Schilders als Johannes Vermeer gebruikte het voor zijn verf (Het meisje met de Rode Hoed). Het is de allermooiste rood die je kan krijgen. In 2002 is er een nieuwe techniek waarmee je de kleurstof op een duurzame en goedkope manier kan extraheren. Dat is voor de meubel- en modeindustrie zeer interessant want de synthetische kleurstoffen zijn, naast minder mooi, ook eindig omdat deze op basis van aardolie worden gemaakt.

De tweede economische drager voor het gebied is de schelpdierkweek. De primeur hiervan ligt in de proeftuin van de Zeeuwse Tong bij Colijnsplaat waar de beste oesters op land worden gekweekt. De Zuidhoekpolder leent zich er morfologisch nog veel beter voor door de lage ligging. Én als jonge vissers eigenlijk niet de boot van hun vader willen overnemen, maar ook het vak niet willen missen, dan is de kweek op land misschien een goed alternatief.

39Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Meekrap in bloei, foto gemaakt in de tuin van Goe-manszorg, landbouwmuseum Dreischor

kleine oesters, foto gemaakt in de proeftuin De Zeeuwe Tong, Colijnsplaat

boer Verbree kan door de zoute grond minder voed-sel voor zijn koeien verbouwen (Slikweg, Zierikzee)

Page 40: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

spuien spuien en inlaten

eb -1.50 NAP

Polder Zuidhoekwaterpeil naar grondgebruik -2.10 NAP

waterpeil tussen-1,2 en -1,7 NAP

Polder Zuidhoekgrondgebruik naar waterpeil -1,2 en -1,7 NAP

1

2

3

spuien spuien en inlaten

eb -1.50 NAP

Polder Zuidhoekwaterpeil naar grondgebruik -2.10 NAP

waterpeil tussen-1,2 en -1,7 NAP

Polder Zuidhoekgrondgebruik naar waterpeil -1,2 en -1,7 NAP

1

2

3

Het verwelkomen van zout water is de belangrijkste ruimtelijke ingreep om te komen tot een gastvrij landschap waarin de functies landbouw, natuur en recreatie zijn verweven Het watersysteem is nu nog gericht op een zeer lage waterstand (landbouwnorm) waarmee de kwel teruggedrongen wordt. Zou je dit loslaten, het zoute water binnenlaten, dan stroomt de Oosterschelde natuur als het ware al binnen. Door het omzetten van de spui-sluis naar een inlaat is er dagelijkse verversing van het water mogelijk die noodzakelijk is voor het nieuwe landbouwgebruik en het ecologische en landschappelijke systeem. Waar de natuur zich nu nog parallel aan de dijken bevindt in de inlagen, schorren en slikken, ontstaat er natuur die zich uitstrekt van de Oosterschelde tot Zierikzee. Omdat het watersysteem in dit gebied gekoppeld is aan het ontsluitingssysteem vindt de natuurbeleving dus plaats direct vanaf de polderwegen en het dijkenpatroon.

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Spuien Polder Zuidhoek waterpeil naar grondgebruik -2.10 NAP

Spuien en inlaten Polder Zuidhoek grondgebruik naar waterpeil -1,2 en -1,7 NAP, uitbreiding natuurlijke vegetaties, nieuwe economische mogelijkheden

natuur strekt zich uit van de Oosterschelde tot Zierikzee

Page 41: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

41Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Huidige situatie. De sloten in polder de Zuidhoek zijn al zo zout dat de zeeaster hier een goede habitat vind. Het waterbeheer is nu gericht op het spuien waarmee de kwel ‘onder controle’ wordt gehouden. Maar veehouder Verbree heeft moeite voldoende mais te verbouwen voor zijn koeien.

Page 42: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 43: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

condities voor een gastvrij productielandschap

Oosterschelde met dieptelijnen

historisch Zierikzee met 586 monumenten

reistijd 55 min Rotterdam, 25 min NS Station Goes

knooppuntenroute

recreatief netwerk

pleisterplaats voor duikers, recreanten en automobilisten

camping met m.n. duikers en duikspots 

Zeelandia fabriek bakkerijgrondstoffen 

Quant verffabriek

bedrijventerrein 

fruitboomgaard en boerderijwinkel 

mosselpercelen

schor en zilte grasland inlaag (1764 en (1956), nu Plan Tureluur

oudlandpolder ingedijkt na de stormvloed van 1134, klei op veen

nieuwlandpolder aangedijkt voor 1550, vlak zavelig kleidek

Meeldijk of Middeldijk verdedigingslinie (tot 1953)

verdronken land met gevallen dijken

vergane wegen en paden na ruilverkaveling (na 1953)

De Val (1764) oesterputten en veerhaven (tot 1966)

industriele glorie, steenovenfabriek en meestoven (tot 1897-1921)

blauwe economie

schelpdierteelt, kleinschalige verkaveling, afname restproducten bakkerijfabriek als voedsel voor o.a. kokkels

sloten benodigd voor schelpdierteelt met circulatie zout water

meekrapteelt (innovatie 2002), grootschalige verkaveling

windsingel (klimaat meekrapteelt) van meidoorn, sleedoorn en veld-esdoorn

afname kleurstof meekrapvelden lokale fabriek (Q)

bed & breakfast en ambachtelijke workshops 

ecologische- en recreatieve structuur

gemaal, inlaat en spuien

astersloten, zout water flora als zeeaster en zeealsem

reconstructie liniedijk met rest klei en oesterschelpen (habitat Schouwse dijkflora en notenbomen)

vogelkijkpunt o.a. buizerd, kiekendief en overtrekkende steltlopers

fourageer- en broedplaats voor o.a. scholeksters

luwte in de Val zorgt voor ontwikkeling schor en slik 

mosselpercelen met perceelscheiding van oud dijkmateriaal

getijdenbad van oud dijkmateriaal (microklimaat wieren en pokken)

  500 meter0

43Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Page 44: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 45: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

spuien spuien en inlaten

eb -1.50 NAP

Polder Zuidhoekwaterpeil naar grondgebruik -2.10 NAP

waterpeil tussen-1,2 en -1,7 NAP

Polder Zuidhoekgrondgebruik naar waterpeil -1,2 en -1,7 NAP

1

2

3

Astersloten en kokkelveldenMet het afgraven van de overhoogte van de taluds ontstaan er brede natuurvriendelijke oevers waar de zeeaster-vegetatie, die er al is, zich verder kan uitbreiden. Door vegetatieve vermeerdering maar ook door begrazing. De schapen vinden de plant lekker en ook een twintigtal insecten waaronder de zeldzame schorzijdebij. De zaden worden gegeten door gorzen en vinken. Zeeaster, of de zeeuwse naam Zulte wordt ook door de mens gegeten. Zulte werd vroeger in Zeeland in het wild verzameld door arme mensen. De jonge bladeren van de zulte worden nog steeds als groente gegeten. Ze worden dan onder de naam lamsoren te koop aangeboden. Het voorjaar en het begin van de zomer is de beste oogstijd. Bij de teelt worden de blaadjes ongeveer zes weken na opkomst geoogst. Vroeger een armeluisvoedsel maar het ligt nu op de borden van Oud Sluis en Interscaldis.

Schelpdierkweek of ‘kokkelvelden’ zijn in dit watersysteem te pluggen waardoor een blauwe economie ontstaat die past bij dit landschap en de cultuur. Het is zoute natuur die direct vanaf de polderwegen of via struinpaden te ervaren is. Het is geen natuurgebiedje ergens achteraf maar heel dichtbij en er ontstaan zo een parallele recreatieve structuur die met name tijdens de bloeitijd (juli t/m september) behoorlijk spectaculair is.

Zeeaster bloeit in april en van juli tot september en met blauw, lila of wit lintbloemen . Samen met paarse Lamsoor en grijsgroene Zeealsem vormt het een prachtig Zeeuws bouquet.

45Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Constructie 1. afgraven overhoogte en opzetten waterpeil 2. vegetatieve uitbreiding en begrazing3. vers water voor kokkelvelden

Zeeuws bouquet

Schorzijde-bij

Robuuste water- en groenstructuur die de Ooster-schelde natuur tot aan de stadspoorten van Zierikzee brengt. Het zorgt voor een duurzame blauwe econo-mie die noodzakelijk is voor de veranderingen in de landbouw. Het maakt het landschap zeer aantrekke-lijk is en heeft een hoge natuurwaarde.

Page 46: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 47: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

1

3

Liniedijk ontbrekende schakelEen nieuwe, oude structuur is de reconstructie van de liniedijk. Ooit onderdeel van de verdedigings rand van Schouwen. Door de klei te gebruiken die uit de gegraven astersloten komt kan deze dijk opnieuw opgebouwd worden. Door de klei te vermengen met een restproduct oesterschelpen creeër je nog eens het beste micromilieu waarop typisch Schouwse dijkflora groeien (zoals Knautia en Kleine steentijm, Echt Walstro). De a-symmetrische dijk heeft een ruw en luw milieu. De akkers achter de velden zijn door het luwe milieu geschikt voor de teelt van meekrap. Op de dijk kunnen notenbomen geplant worden. Dit is onlangs verderop door het Zeeuws Landschapsbeheer gedaan waardoor dit de ontbrekende schakel vormt van een uitgebreide recreatieve route. Voorstelbaar is dat er (recreatieve) paden ontstaan tussen de economische spelers van deze polder. Zo is het interessant een link te leggen tussen de meekrap-boerderij, oude historische meestoven en de verffabriek Quant. En als je dat doet, doe het dan op de historische weglopen waardoor je er ook nog een mooi verhaal bij kan vertellen. Nieuwe technieken en Oude Ambachten kunnen samenkomen in een oude boerderij, die de ramp heeft overleefd. Deze boerderij staat pal achter de inlaag, nu natuurgebied, en de nieuwe astersloten komen hierop uit. Dit zou een geweldige locatie zijn voor een Bed & Breakfast en/of workshop ruimte.

Vanaf voorjaar 2013 heeft wandelnetwerk Schouwen-Duiveland en landschapsherstel SLZ (Stichting Landschapsbeheer Zeeland) op verschillende dijken op Schouwen-Duiveland honderden bomen geplant. Dit gebeurt in het kader van het landschapsherstel in combinatie met de realisatie van een landschappelijk wandelnetwerk op het eiland. Op een aantal dijken worden de oude populieren, die nu al gevaar opleveren voor de omgeving,  gerooid en vervangen door een meer gevarieerde beplanting met verschillende soorten bomen. Naast Canadese worden ook inheemse “Zwarte” populieren geplant, die een veel hogere leeftijd bereiken. Daarnaast worden er abelen, walnoten en zomereiken geplant. Door te kiezen voor een gevarieerd assortiment met een variabele leeftijd wordt kaalslag in de toekomst voorkomen. Sommige van deze soorten kunnen een hoge leeftijd bereiken. De Liniedijk zou de missende schakel zijn in het wandelnetwerk en structuur van de eerste ontginningsdijk . Stichting Landschapsbeheer Zeeland benaderd particulieren en veelal boeren om hun dijken te beplanten. In totaal gaat het om 600 à 800 bomen. Maar, zoals een van de eigenaren zei: “ik zal niet meer meemaken dat deze bomen groot zijn, maar ik doe dit voor het nageslacht”.

47Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Constructie 1. constructie liniedijk met restmateriaal klei en oesterschelpen2. aanplant van notenbomen en windsingels van meidoorn, sleedoorn en veldesdoorn 3. meekrapvelden in de luwte van de liniedijk

De liniedijk is de ontbrekende schakel in het wan-del- recreatie- ecologisch netwerk van Schouwen

De zwarte populier (Populus nigra) kan een hele hoge leeftijd bereiken

De walnoot of okkernoot ( Juglans regia) is met zijn dichte bladerdek een ideale schaduwboom en windvanger voor de meekrapvelden

Page 48: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 49: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

1

2

eb

vloed

3

3

1

2

eb

vloed

3

3

Nol van Kaas en Brood Een derde ingreep is een aanpassing van een nol, een nol is een restant van een gevallen dijk en heeft eigenlijk geen veiligheidsfunctie. Vroeger gaven ze de nollen namen waarvan de Nol van Kaas en Brood de opvallendste is. Vermoedelijk heeft dat dat iets te maken heeft met het Geregt van Zierikzee op de hoek van Schelde en Gouwe. In 2013 heeft Rijkswaterstaat/ Projectbureau Zeeweringen een nieuwe ronde dijkversterkingen waarin het dus mogelijk is cultuurhistorie op een constructieve manier mee te nemen. Zodoende is het mogelijk om een stuk intergetijdengebied mee te laten groeien. Hoe werkt dat? Het is eigenlijk het omgekeerde van het zandhonger proces. Door van deze nol de toplaag te verwijderen ontstaat er een onderwaterbarriere die ervoor zorgt dat er stuwing ontstaat. Door stuwing wordt sediment meegenomen en afgezet in de Val. Doordat de stuwing is afgenomen kan de stroming het sediment niet meer meenemen. In deze luwe Val kan er dus een nieuw schor en slik onstaan. Doordat er geen barriere meer is kunnen ook de bestaande mosselvelden worden vergroot.

49Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Constructie 1. verwijderen toplaag 2. verlaging dijk maakt sedimentatie mogelijk3. vergroting van mosselpercelen

Constructie 1. maken van onderwaterbarriere (deels afgraven nol) 2. opbouw schor door luwe plek

Door het maken van een luwe plek kan er weer een schor ontstaan

Page 50: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Page 51: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

vloedlijn

1

1

3

2

GetijdenbadAan de voet van de Zeelandbrug met al zijn publiek wordt de Oosterschelde in zijn meest gecomprimeerde vorm gepresenteerd. Geinspireerd op de oude oesterputten komt hier de natuur het dichtste bij en is het schoonste water te voelen. Van de dijkbekleding, de oude stenen van de Nol wordt een getijden-bad (een tidal-pool) geconstrueert. Een zwembad die vanaf de weg gemakkelijk toegankelijk is en waarin je altijd, dus ook bij eb, kan zwemmen. Duikers kunnen hier vanaf het bad gemakkelijk het water. Door zogenaamde “eb-paden” (grote stenen die met hoogwater onder waterniveau liggen en met eb droogvallen) zijn perceelsscheidingen van de mosselvelden gemaakt. Hierdoor is een natuurlijke scheiding tussen mosselpercelen en het onderwaterlandschap waardoor conflicten tussen onderwater werkplekken en recreatieplekken verkleint worden. Door de toepassing van grof materiaal wordt een extra microklimaat aan het onderwatermilieu toegevoegd. Organismen, vissen en kreeften vinden daar hun schuilplaats, wat het extra interessant maakt voor de duikers. Het schor en de mosselpercelen die het getijdenbad omringen zorgt voor extra zuiver water. Met elke vloed dus, stroomt het allerschoonste water in het getijdenbad.

51Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Constructie 1. constructie van het getijdenbad en eb-paden van toplaag Nol 2. opbouw van nieuw schor3. inlaat zout water in de polder

In het getijdenbad wordt de Oosterschelde in zijn meeste gecomprimeerde vorm aan het publiek gepre-senteerd. Comfortabel en herkenbaar.

Duikers zijn de ambassadeurs van het onderwater-leven

Huidige situatie rondom in onbruik geraakte Val (links midden de ‘te verlagen’ Nol)

Page 52: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

De culturele identiteit van de Oosterschelde wordt versterkt door het ontwikkelen van producten gemaakt van grondstoffen van de OosterscheldeDe Actiegroep Oosterschelde Open hadden al snel door dat nette brieven en keurige discussies niet hielpen, dat was bewezen. Er zat maar een ding op; herrie maken, de aandacht op de Oosterschelde vestigen. Stickers plakken, politici achtervolgen en leuzen kalken: ‘Laat de Oosterschelde Open’, open = leven, dicht = dood. Overal op de muren, op de dijken in heel Zeeland. De Aktiegroep hanteert al snel een herkenbare ‘huisstijl’ met een speciaal Oosterscheldelogo; ‘een open O met een golfje eraan, een prachtig logo dat de open Oosterschelde symboliseerde. Het logo was bedacht door Andre Schmidt, een actievoerder uit de Randstad die zijn ervaring kwam aanbieden. Hij had een sjabloon van die open O, dat bestond uit twee stukken hardboard die met scharnieren aan elkaar zaten, overal waar hij kwam schilderde hij met gele wegenverf of verf vermengd met fijne glassplinters zodat het extra opviel in het donker. Het werd een gevecht op twee fronten, op straat en in de politieke vergaderzalen. De wapens tegen Rijkswaterstaat waren een bus stijfsel, affiches, een kwast, en witte wegenverf of koolteer. Drukkerij Zoetweij had zich als actiecentrum ontwikkeld en beschikte op elk moment van de dag over eenzelfde macht. De strategie van de actiegroep is er vanaf het begin op gericht de publieke opinie te bewerken met een massief bombardement aan informatie over de Oosterschelde. Geproduceerd door drukkerij Zoeteweij.

De strijdbare jaren ‘70 zijn voorbij en het gevecht om een gezonde Oosterschelde zal op een andere manier gewonnen moeten worden. Het plan Zoutkristallen zet naast een landschappelijke visie ook in op de ontwikkeling van een “natuur-merchandising”. Aansprekende producten die gemaakt zijn van lokale grondstoffen. Het is onderdeel van de strategie waarin nieuwe betekenis wordt gegeven aan natuur en cultuurhistorie en waar een economie tot

stand kan komen met de Oosterschelde. Het logo van de Aktiegroep Oosterschelde Open zal aangepast terugkeren en toegepast in de productet van het Label Oosterschelde. De stroming stroomt door de O en symboliseerd een open, verbonden en gastvrij landschap voor mens en dier.

Samen met een pottenbaksters en modeontwerpster zijn de eerste ideeën en proefjes voor het Label Oosterschelde gemaakt. De kommetjes zijn binnenkort te koop op www.etsy.com, een online marktplaats voor het kopen en verkopen van handgemaakte producten. Later wellicht ook bij het Stadhuismuseum Zierikzee, souvenirwinkel Viergever etc. De productontwerpen zijn een nieuwe vorm van natuurbescherming waarbij de missie van dit afstudeerplan op een aansprekende manier onder de aandacht wordt gebracht. Met de verkoop van de producten door heel Nederland zal het verhaal van de Oosterschelde gratis worden meeverkocht. Het uiteindelijke doel is natuurlijk om zoveel aandacht te genereren dat het behoud van de Oosterschelde weer een nationaal debat wordt. Dat gaat niet één nacht ijs. We moeten er eerst voor zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur. Koester de Oosterschelde!

*

Label Oosterschelde

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Label Oosterschelde logo

Page 53: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

53Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Veel meekraphandel ging naar Engeland zicht-baar in de kleding van Lady Elizabeth, 1546.

Inspiratie, kennis en vakmanschap in de Oyster dress, Alexander McQueen, 2003

Duurzaamheid en innovatie in een meekrap geverfde jurk, Stella mc Cartney, 2012

De Aktiegroep Oosterschelde Open begon met een klein groepje uit Yerseke die hun leefomgeving bedreigd zagen met de komst van de dichte dam. Samen met wetenschappers uit het Westen en de Randstad en later met hulp van de natuurorganisaties en de visserij hebben zij ervoor gezorgd dat de afsluiting van de Oosterschelde een nationale discussie werd. Uiteindelijke heeft dit geresulteerd in het compromismodel van de Oosterscheldekering (1967 - 1974).

Oesterloods in Yerseke met leus, 1974

Oosterschelde Open-logo. Ontworpen door André Schmidt.

De Aktiegroep Oosterschelde Open tijdens een aktie

Page 54: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

De grondstoffen en de producten van Label Ooster-schelde in een vitrine gepresenteerd op het Tenta-men III, 4 april 2013, Academie van Bouwkunst

Cultuurhistorische als toeristische attractie, ambachtenmarkt.

Renee Mennen and Stefanie van Keijsteren van Studio rENS

Cultuurhistorie vertaalt naar pro-ducten van nu als een nieuwe verlei-dingstechniek van de natuur. Via de mode- en designindustrie betrek je de moderne stedeling aan Zeeland en de Oosterschelde waarop deze nieuwe ambassadeurs het landschap zullen koesteren.

Proef met meekrap en wol, geknoopte ketting, 2012

Proef met meekrap en wol, macramé ketting, 2013

Proef met chamotteklei en oesterschelpen, Suus Nootenboom, 2013

Witte en zwarte wol van de schapen van Peter Verbree, boer Zuidhoek, Zierikzee.

Page 55: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

55Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Concepttekening van wol-objecten. De zwarte wol van de Schouwse Blue-Main schapen wordt gezien als restproduct in de textielindustrie en wordt weggegooid of gebruikt als isolatie. Modeontwerpster Bernice Aalders gebruikt dit restproduct voor het maken van wol-objecten geinspireerd door de Zeeuwse cultuur. De wapenspreuk Luctor et Emergo uit het wapen van de provincie Zeeland ('ik worstel en kom boven') was de aanleiding voor het maken van "Emergo", een knuffel in de vorm van een Pijler van de Oosterscheldekering en "Luctor" een wollen mossel.

Deze (mock-up) kommetjes, gemaakt door pottenbakster Annemiek Bongers, zijn geinspireerd op de rijke lagen van het Zeeuwse landschap. De Oosterschelde klei verkleurd rood door het bakproces. Oesters worden meegebakken en het zout uit de oesters geeft een glazuurlaag. Innovatie en ambacht komen samen in deze kommen. De kommetjes en wolobjecten zullen uiteindelijk verkocht worden op, onder andere, de online marktplaats Etsy en de museumwinkel Stadhuismuseum te Zierikzee. (https://www.etsy.com/your/shops/LabelOosterschelde/preview)

Page 56: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Bouma, H. (1974), Zeebeulen landdieven - protesten tegen de afsluiting van de Oosterschelde, Uitgever Semper Agendo

Broekhoven, B.J.L. Van (2010). Alternatieven gronden, verkenning naar potentiële vrije locaties voor de bodemkweek van mosselen in de Oosterschelde. Geraadpleegd via http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/hz/show.cgi?fid=19201

Dekker, J. (2005), De Zeeuwse streekdrachten 1800-2000, Stichting de Zeeuwse Streekdrachten, Waanders Uitgevers, Zwolle

Engelberts, A. (2006), Tarra van geimporteerde mosselen uit Ierland en het Verenigd Koninkrijk 2006-2007, Nederlands Instituut voor Ecologie Centrum voor Estuariene en Mariene Ecologie Monitor Taakgroep

Geluk, H. e.a., VIP 30 dertig innovatieprojecten voor een duurzame visketen, Visserij Innovatieplatform. Minister van LNV, Den Haag 2009Geraadpleegd via http://www.nationaalpark.nl/documents/documents/meerjarenplan-2011-2014.pdf

Greef de, P. (2013), Rijn-Maasdelta, kansen voor de huidige veiligheidsstrategie in 2100, deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden, Staf Deltacommissaris en Gemeente Rotterdam in opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Ham van der , W (2003), Meester van de Zee, Johan van Veen, waterstaatsingenieur 1893-1959, Uitgeverij Balans, Amsterdam

Hemminga, M ((2004), Deltalandschap, Natuur en landschap van Zuid-west Nederland in historisch perspectief, Stichting het Zeeuwse Landschap

Imares (2010) Bouwstenenrapport bij Plan van Uitvoering, Transitie Mosselsector, Geraadpleegd via http://www.imares.wur.nl/NL/onderzoek/aquacultuur/MZI/

Klerk de, A (2003), Het Nederlanse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren, historisch-geografisch en waterstaatshistorische bijdragen, Aad de Klerk p/a Stichting Matrijs, Utrecht

Kool-Blokland, L (2003). De rand van ’t land. Waterschapsgeschiedenis van Schouwen en Duiveland, Werken van het Koninklijk Zeeuwsch genootschap van wetenschappen XIII, Middelburg

Luiten, E. (2004) Zee in zicht, zilte waarden duurzaam benut, Stichting Toekomstbeeld der Techniek/ Beweton. Geraadpleegd via http://www.stt.nl/uploads/documents/66.pdf Marijnissen. H. (16/05/13) Trouw. Advies ‘Onbeperkt houdbaar’ in vier minuten

Marskamp, D. (2012) Nieuwe natuur versus Cultuurlandschap, wilde beminning of een afstandelijk huwelijk. Essay Academie van Bouwkunst

Metz, Tracy, Heuvel van den, Maartje, (2012) Zoet en Zout, water en de Nederlanders, Nai Uitgevers, Rotterdam

NRC Handelsblad. 50 buitendingen die je gedaan moet hebben voor je twaalfde. Zaterdag 18 augustus 2012

Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde (2001). Van de parels en het slik, beheers- en inrichtingsplan. Geraadpleegd via http://www.np-oosterschelde.nl/documents/documents/beheers-en-inrichtingsplan.pdf

Pauli, Gunter (2012), De blauwe economie. 10 jaar, 100 innovaties, 100 miljoen banen, Nieuw Amsterdam

Pols, C.P. (1977), Gekwelde Grond, Schouwen-Duiveland in ramp en herstel, De Zeeuwse Boekhandel en uitgeverij, Zierikzee

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Literatuur & bronnen

Page 57: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Programmabureau Zuidwestelijke Delta (2011). De delta werkt, Middelburg. Geraadpleegd via http://www.zwdelta.nl/dynamisch/bibliotheek/192_0_NL_ZWD_DeDeltaWerkt_lowres5D[1].pdf

Provincie Zeeland Gisweb. Geraadpleegd via http://zldags.zeeland.nl/geoweb/geowebinternet/web/viewerdl.aspx?

Provincie Zeeland, Directie Ruimte, Milieu en Water (2010). Omgevingsplan 2012-2018 Discussienota. Geraadpleegd via http://provincie.zeeland.nl/wonen/omgevingsplan_2012_2018/

Rooijendonk, C. (2009, 2001), Waterwolven, een geschiedenis van stormvloeden, dijkenbouwers en droogmakers, Olympus

Roy van Zuydewijn, N (1983), Kijkatlas van Zeeland, Wolters Noordhoff bv, Groningen

Samenwerkingsverband Nationale Parken (2011) Strategisch Meerjarenplan 2011-2014.

Schipper, Paul (2000), Orisant, Uitgeverij Donker

Schipper, Paul (2008). De slag om de Oosterschelde. Uitgeverij Atlas

Schipper, Paul (2010). De Sterke van Saeftinghe. Uitgeverij Atlas

Tesch, prof. dr. J.W. ((1972). De kleuren van zuidwest-Nederland, visie op milieu en ruimte, Contact Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, Amsterdam

Waddenacademie, Een wereld van verschil, i.o.v. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag, 2011

Wolff, W (1979), Oosterschelde, het leven in en om het water, Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, A.W. Sijtthoff, Alphen aan den Rijn

Wolff, W, Groeneveld, F.Ph, Parma, S (1974), Oosterschelde, pleidooi voor veilig voortbestaan, Stichting Zeeuws Coordinatie-orgaan voor Natuur- Landschaps,- en Milieubescherming, Middelburg

Zanten van, E, Adriaanse, L.A., (2008) Verminderd getij. Verkenning van mogelijke maatregelen om de erosie van de platen, slikken en schorren van de Oosterschelde te beperken. Rapport RWS/2008, Rijkswaterstaat dienst Zeeland, Middelburg Feddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving

Zeeuws bodemvenster. Geraadpleegd via http://test.zeeuwsbodemvenster.nl/bodemgebruik/zeeuwse_bodem

ZKA Consultants & Planners (2004). Allure Dichtbij, betekenis van het Nationale Park De Hoge Veluwe, voor toerisme en economie van Gelderland en de Veluwe in het bijzonder. Geraadpleegd via http://www.hogeveluwe.nl/files/Documentatie/ZKA-rapport.pdf

Zonneveld, J.I.S. (1987), Levend land, De geografie van het Nederlandse landschap, Bohn, Scheltema, Holkema, Utrecht/Antwerpen

Zomergasten (VPRO) met Jan Leyers. Gast: Lidewij Edelkoort, trendforecaster. Uitzending: 12-08-2012

Video bij advies ‘Onbeperkt Houdbaar’ (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur). http://www.rli.nl/video/video-bij-advies-onbeperkt-houdbaar)

LUX Paradise Reset (IKON), Afl. 2: Een groene toekomst voor consumptieverslaafden & onthechten, Uitzending TV 9 december 2012 *

57Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Page 58: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Oosterschelde levend water“... de Oosterschelde is een gebied van bijzondere milieuomstandigheden; hoog zoutgehalte, hoge zomertemperatuur en helder water. Daardoor heeft er zich een rijke en bijzondere planten en dierenwereld ontwikkeld. Tienduizenden vogels vinden, vooral in de trektijd, in de Oosterschelde een rijke voedselbron. Honderden soorten van hogere en lagere planten, dieren en vissen, waarvan een aantal in de rest van Nederland ontbreken, vormen samen een unieke levensgemeenschap van uitzonderlijke waarde. De Oosterschelde is een natuurmonument van internationale betekenis en moet behouden blijven” ( S. Parma, wetenschapper aan het Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek te Yerseke). De Aktiegroep Oosterschelde Open propageerde in de jaren zestig tegen de bouw van de laatste dam van de Deltawerken, in de monding van de Oosterschelde. Een politiek compromis zorgde ervoor dat er geen dam, maar een open kering is gebouwd met behoud van het getij en de rijke schaal- en schelpdiercultuur. Toch verzucht een lid van de Aktiegroep in het boek ‘De slag om de Oosterschelde’ ; “...voorlopig is de Oosterschelde gered, want hoe de gekwelde zeearm zich in de toekomst zal gedragen weet niemand”. Zesentwintig jaar later weten we het; de voor de natuur wezenlijke intergetijdegebieden dreigen over 50 jaar geheel te verdwijnen. Het water uit mijn jeugd, waar ik nog steeds een wonderlijk verlangen naar heb, wordt weer bedreigd. Dit afstudeerproject draagt daarom ontwerpmiddelen aan voor een nieuwe manier van natuurbeschermen in en rond de Oosterschelde met als missie ervoor te zorgen dat de natuur weer onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur. De teloorgang van de OosterscheldeDe vele gradiënten in het landschap; boven en onderwater zijn bron van hoge biodiversiteit. De schorren en slikken, zandplaten, dijken en inlagen herbergen deze rijke natuur. Deze gaat sterk achteruit doordat de Oosterscheldekering het aangevoerde sediment uit de Noordzee tegenhoudt. De schorren en slikken zakken in de diepe geulen waardoor het voedsel voor duizenden vogels verdwijnt. Een tweede dreiging is dat door de afname van natuurlijke stormbarrières, zeespiegelstijging en zwaardere stormen de dijkbekleding te licht is geworden en moet worden versterkt. Deze dijkverzwaring gebeurt op een wijze die misschien economisch maar zeer milieuonvriendelijk is. De versterking met breuksteen en staalslakken, een restproduct uit de hoogovens, afgewerkt met een laag asfalt verstikt het onderwaterleven en organismen worden besmet met zware metalen. Onderzoek naar het onderwaterleven en dijkverzwaring ontbreekt maar duikers zien de vernietiging van de dijkbiotopen toeslaan. Voor de Purperslak bijvoorbeeld betekende de dijkverzwaring in combinatie met zandsuppletie, een maatregel om de zandplaten op hoogte te houden, een halvering van zijn biotoop en die van vele andere dieren en wieren. Toch wordt er nauwelijks actie gevoerd. Blijkbaar gelden er andere normen en waarden voor zeedieren want zo’n sterke populatie daling zou voor landdieren voorpagina-nieuws betekenen. De status Nationaal Park en Natura 2000 gebied geven geen zekerheid voor het behoud van biodiversiteit in de Oosterschelde. Het lijkt wel alsof de bedreiging van de Oosterschelde, maar ook andere natuur in Nederland ons niets deert. Het Nederlandse natuurbeleid wordt als een dure hobby gezien waar door het kabinet (Rutte-I) flink op bezuinigd is. Blijkbaar wordt natuur gezien als iets moois voor als je geld hebt, en niet als iets dat betekenis heeft voor gewone mensen. Natuur is in de beeldvorming iets abstract geworden; Europese kaderrichtlijnen, doeltypen, moeilijk toegankelijk of zelfs verboden te betreden, lastig te begrijpen en vol onbekende soorten. Het wordt duur en onnodig gevonden. Terwijl, natuur stond juist altijd heel dichtbij de mens. Het was mooi, landschappelijk en om de hoek. Verhalen De Oosterschelde heeft vele rampen gebracht, vele verdronken dorpen liggen voorgoed op de bodem van de zee, maar heeft ook veel voorspoed gegeven. Door een duik in de rijke verhalen over Zeeland kan inspiratie gevonden worden hoe een groene toekomst ingevuld kan worden. Zo werd Zuid-Beveland’ s Yerseke ook wel het Zeeuwse Klondike genoemd, naar een Amerikaans gouddelversstadje. Vanaf 1870 werd in Yerseke begonnen met het kweken van oesters volgens de pannencultuur en is nu uitgegroeid tot het belangrijkste mossel en oester-dorp van Nederland. De oesterputten behoren dan ook tot ons nationale erfgoed. Schouwen bijvoorbeeld is steenrijk geworden door de meekrapindustrie in Zierikzee. Nederland was in de 17e eeuw zelfs wereldwijd marktleider op het gebied van meekrap. De rode kleur van deze verfstof uit de wortels van de meekrapplant werd vervoerd naar Engeland en India. Het schilderij “Het meisje met de rode hoed” (1665 ) van Johannes Vermeer is naast de kwaliteiten van de schilder ook uniek door de kleuren die gebruikt zijn. Ook dit is ons nationale erfgoed.

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde

Samenvatting

Page 59: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

59Marit Janse * master landschapsarchitectuur * 04 04 2013

Groene toekomst Naast de morfologische veranderingen in het onderwaterlandschap van de Oosterschelde en de puur functioneel-economische dijkverzwaring spelen ook maatschappelijke veranderingen een rol in het behoud van de natuur. Nu het ecosysteem piept en kraakt moeten we in een stroomversnelling en inzien dat natuur de basis is van onze leefomgeving. Het is de bron van schone lucht, drinkwater en voedsel. Maar ook een bron van verhalen en spannende belevenissen. Onderwijzer, veldbioloog en natuurbeschermer Jac.P.Thijsse was de eerste in Nederland die de schoonheid van de natuur, via de Verkade-plaatjesboeken, naar de gewone mens bracht. Nu de noodbel klinkt moeten we inzien dat elke ontwikkeling een groene toekomst in zich moet hebben. Zowel de meekrapindustrie als de mossel- en oestercultuur zijn exclusief verbonden aan de Zeeuwse cultuur en behoren tot ons nationale erfgoed. Door deze identiteit als basis te nemen voor economische ontwikkeling is een groene toekomst mogelijk die gebaseerd is op culturele identiteit en waarmee ook een andere houding ten opzichte van de natuur kan worden ontwikkeld. Een bewuste en sensitieve houding die persoonlijk is (...omdat ik graag in de schone zoute Oosterschelde zwem), en niet omdat het ons wordt opgelegd. De ruimtelijke interventies in de voorbeelduitwerking gaan vooral over het aantonen van verbanden en een nieuwe betekenis geven aan oorspronkelijkheid, cultuurhistorie, natuur- en economische waarden. In de Zuidhoekpolders van Zierikzee wordt aangegeven welke allianties van gebruikers er nodig zijn en welke ruimtelijke ingrepen daarvoor nodig zijn. De sleutel tot een succesvol en gedragen natuurontwikkeling is uitgewerkt in dit gebied tot de ‘astersloten’ en ‘liniedijk’ omdat deze structurerende elementen vormen in dit gebied. De thematiek van een nieuwe betekenis geven aan cultuurhistorie zal een grote rol spelen in de andere ‘zoutkristallen’. Verschillende ingrediënten van gebieden kunnen andere uitwerkingen geven. Zo is bijvoorbeeld het overheersende gewas van Duiveland tarweteelt terwijl op Zuid-Beveland vele boomgaarden te vinden zijn. Beleving Het verlangen naar ambachtelijkheid, oorspronkelijkheid en dingen die echt zijn; die je kan aanraken en ruiken, is te zien in verschillende (stedelijke) maatschappelijke ontwikkelingen. In de stadslandbouwtrend verbouwen stedelingen groenten in binnenterreinen en de ‘blij dat ik brei’-trend liet een hausse zien in zelfgemaakte mutsen en sjaals. Trend forecaster Lidewij Edelkoort verbind de creativiteit- en ambachtelijkheids trend aan technologische ontwikkeling en ziet daarin een duurzame toekomst. De textielindustrie heeft, vanuit de groeiende vraag naar een duurzamere verfmethode, belang bij constante kwaliteit waarmee op grote schaal textiel ingeverf kan worden. De high-tech fabriek van het bedrijf Rubia Pigmenta Naturalia heeft in samenwerking met Wageningen Universiteit een nieuwe techniek ontwikkeld waarmee de kleurstof direct uit de wortels kan worden onttrokken. De rode kleur van meekrap staat daarom nu opnieuw in de belangstelling (o.a. studio ReNS, Stella mc Cartney). Nieuwe technieken in de schaal- en schelpdiercultuur zijn de kweek op land. Dit wordt steeds verder ontwikkeld waarbij ook allianties worden aangegaan met bestaande fabrieken. In de ontwerpuitwerking zijn verschillende nieuwe partners ook ruimtelijk aan elkaar gekoppeld door het te combineren met een fysieke verbinding in het landschap. Zo zie je dat de broodfabriek Zeelandia voedsel levert aan de kokkelvelden maar er ook een struinpad tussen de bedrijven loopt waar ook recreanten gebruik van maken. Economie, cultuur en natuur zijn op deze manier met elkaar verweven.

Label Oosterschelde Naast landschappelijke interventies in dit afstudeerproject wordt met het ‘Label Oosterschelde’ een nieuwe vorm van natuurbeschermen beoogd. Door cultuurhistorie te vertalen naar producten van nu wordt ingespeeld op de vraag naar meer moderne authenticiteit. The Flax Project van Christien Meindertsma (2009) is een voorbeeld hoe een persoonlijke fascinatie van de ontwerper naar oorspronkelijkheid, in dit geval vlas, kan leiden tot prachtige producten die in het Zeeuws Museum in Middelburg te zien zijn en onder een brede doelgroep verspreid wordt. Label Oosterschelde is een vorm van ‘natuur-merchandising’ waarin de Oosterschelde als ‘merk’ wordt gezien wat gestalte krijgt in aardewerk en wol-objecten. Stedelingen worden door de ontwerpen verleid naar de Oosterschelde te komen. Het is een nieuwe verleidingstechniek van de natuur; door de mode- en designindustrie bind je de moderne stedeling aan Zeeland en de Oosterschelde. Het landschap is de bron van de aantrekkelijk mooie ontwerpen via de grondstof en tegelijkertijd bron van inspiratie.

AmbassadeursNaast de natuur is de Oosterschelde juist ook voor mensen buiten Zeeland steeds belangrijker geworden. Heel veel stedelingen uit het Westen en Noord-Brabant vinden er hun tweede huis. Niet voor niets richt de strategie zich op de open dorpen, die gebieden die ontvankelijk zijn voor verandering. Dit zijn van oorsprong de gebieden waar veel vaste gasten een tweede huis bezitten. Deze vaste gasten zijn in principe de beste ambassadeurs van de Oosterschelde, want zij staan met een been in de stad én één been in de klei. Dat mooie landschap kan alleen maar bestaan als Zeeland zich naast ‘export’ ook richt op wat ‘import’ nodig heeft. De stedelingen, dus de ambassadeurs, vragen om een landschap die aantrekkelijk is, met mooie natuur en rijk aan cultuurgeschiedenis. Een landschap waar ze zich thuis voelen en die dus gastvrij is. In navolging van de Aktiegroep Oosterschelde Open die streed om behoud van ‘hun’ landschap is het maken van een aantrekkelijk landschap in feite de beste vorm van natuurbescherming. *

Page 60: Marit Janse-Master of Landscape Architecture-Zoutkristallen

Zoutkristallen, een strategie voor het behoud van de rijke natuur van de Oosterschelde