Download - Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

Transcript
Page 1: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

1

ARTE FLAMENCO

Lesbrief bij het project

¡ VAMOS! een project voor groep 8 van de basisschool

in opdracht van

Stichting Cultuurpalet

______________________________

© Claudio Benito Musica 2018

Page 2: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

2

Ter info

Het project ¡ VAMOS ! bestaat uit drie delen:

1. Een workshop voor leerkrachten door Claudio Benito Ouwendijk op 21 maart 2018

in Park Villa te Alphen aan den Rijn;

2. Een lesbrief, ter ondersteuning van de leerkracht (en leerlingen);

3. Een voorstelling in het Parktheater op 5 of 6 april 2018.

Inhoud lesbrief

- uitleg over het ontstaan en ontwikkeling van Flamenco.

Nadere uitleg van het ritmische aspect binnen de flamenco:

- de diverse (ritmische) basis instrumenten zoals o.a. de flamencogitaar, de castagnetten

(castanuelas), het handklappen (palmas) en de cajón

- het compás

In de lesbrief bevindt zich de tekst van het liedje ‘Verde que te quiro Verde’, een rumba, 4/4

maat, gezongen door de zanger Manzanita (1956-2004).

De bedoeling hiervan is tweeledig: dat de leerlingen het refrein mee kunnen zingen en/of kunnen

mee klappen. De tekst en twee klapvoorbeelden hiertoe staan in de lesbrief.

In de workshop worden deze klapritmes nader door Claudio Benito uitgelegd zodat de docenten

deze ritmes weer kunnen overbrengen op hun leerlingen.

Deze twee klap-oefeningen zijn als voorbeeld te beluisteren onder ‘ Palmas Lesbrief’ op de

website claudiobenito.com

Ook kan men daar de link van de video van Manzanita’s ‘Verde que te quiro Verde’ aanklikken.

Voorstelling

In de voorstelling is het de bedoeling dat de kinderen het refrein van ‘Verde que te quiro Verde’

kunnen meezingen (en/of klappen). Het zou dus mooi zijn als dit in de klas alvast een paar keer

gezongen kan worden (en geklapt, als aparte oefening). In principe is het meezingen van alleen het

refrein al voldoende (in de tekst vetgedrukt).

Een aantal leerlingen zal in een korte workshop óp het podium op de muziek van ‘Verde que te quiro

Verde’ een aantal danspasjes leren onder leiding van Wil Lambregts, flamencodansleraar en

percussionist (cajón). Aan het slot van de voorstelling komt ‘Verde que te quiro Verde’ nog een keer

aan bod, uitgevoerd door ¡ VAMOS ! en is het de bedoeling dat de hele zaal dan meedoet

(zingen, klappen, dans).

Resumerend: het onderstaande is terug te luisteren/zien via claudiobenito.com

- 4 klapoefeningen 4/4 maat, hard (clara) en dof (sorda) geklapt

- link video ‘Verde que te quiro Verde’

In deze lesbrief zelf is de tekst plus vertaling van het liedje ‘Verde que te quiro Verde’) terug te

vinden.

Page 3: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

3

Lesbrief Flamenco project ¡ VAMOS !

Isabel van der Hulst, Inma de la Huerta, Claudio Benito

Een belangrijke plaats in de muziek wordt ingenomen door de flamenco, een zeer oude,

levende, traditionele vorm van muziek, die zijn middelpunt heeft in de streek Andalusïe in

het zuiden van Spanje. Door de eeuwen heeft de flamenco zich ontwikkeld tot een zeer

systematische, strak gestructureerde kunstvorm waarin de zang (cante), dans (baile) en

gitaarspel (toque) centraal staat.

De flamenco omvat tientallen verschillende soorten muziekstukken/stijlen – palos – zoals

bijvoorbeeld Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl

heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische structuren.

Flamenco is aan de ene kant echt een volkskunst, een kunstuiting van het volk: gevormd door

vreugdevolle ervaringen, ontbering en lijden, gaat hij over de diepste emoties, die direct

voortkomen uit levenservaring. Zodoende heeft zij een universele aantrekkingskracht, die

zich uitstrekt tot ver over de grenzen van het land van herkomst Andalusië, Spanje. Maar

aan de andere kant worden de gevoelens waar het om gaat, uitgedrukt in buitengewoon

ingewikkelde en verfijnde muzikale vormen, die, hoewel ze veel ruimte laten voor

improvisatie, beheerst worden door regels die even nauw luisteren als die van de klassieke

muziek. Flamenco is daardoor tegelijkertijd een manier van leven, een echte volksmuziek én

een hoog ontwikkelde kunstvorm.

Een grote verscheidenheid van culturele invloeden waaraan Spanje door de eeuwen heen

onderhevig is geweest, heeft haar stempel op de flamenco gedrukt.

Hoe komt deze muziekvorm aan zijn soms Arabisch aandoende klanken, de uitbundige

muzikale versieringen rondom het thema en het sterke ritme. Het antwoord ligt

waarschijnlijk in de Moorse overheersing van het Iberisch schiereiland, van 711 tót op het

moment dat de laatste Moren in het jaar 1492 uit Granada werden verdreven.

In deze periode ontwikkelde Spanje zich op het gebied van kunst en wetenschap, filosofie,

literatuur en muziek tot een van de belangrijkste centra van het Islamitisch rijk.

De Moskee in Cordoba, de Mezquita en het paleis het Alhambra in Granada zijn nog steeds

de stille getuigen van de grootheid van dat tijdperk.

Halverwege de 18e eeuw (in de laatste periode van de Moorse overheersing) kwamen de

eerste zigeuners in Spanje aan.

Page 4: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

4

De gitanos (zigeuners) hebben tot op de dag van vandaag een groot stempel op de flamenco

gedrukt. Flamencozang wordt daarom ook wel cante gitano genoemd.

Zigeunertrek van India via N-Africa naar Andalusïe

Volgens de oudste bronnen arriveerden in 1447 de eerste gitanos (aanvankelijk egyptanos

genoemd, gypsies) vanuit India via Turkije, Perzië (Iran) en Noord-Afrika (Egypte, Marokko)

in Spanje. Zij staken over van Marokko naar Zuid-Spanje, Andalusië. Als deze zigeuners daar

aankomen ontmoeten zij verwante zielen: o.a. Joodse vluchtelingen die daar verblijven en de

laatste overgebleven Moren die uit de rest van Spanje naar Andalusië waren gevlucht. De

zigeuners vinden in hen toehoorders van hun muziek maar ook ervaren zij de Joodse en

Moorse culturele en muzikale invloed, kortom een smeltkroes van culturen in Andalulusië

waaruit uiteindelijk geleidelijk aan de Flamenco ontstond. Tegelijkertijd heerste er in

Sevilla een bloeiende slavenhandel. Men vermoedt dat met de slaven die binnengebracht

werden in Sevilla ook het ritme meekwam uit Afrika en dat deze heeft bijgedragen aan het

belangrijke ritmische aspect binnen de flamenco. Eeuwenlang ging dit proces van

beïnvloeding door, uit de rest van Spanje (er kwamen ook zigeuners via het Noorden Spanje

binnen) maar ook uit Zuid-Amerika, deels meegenomen door immigranten en deels

meegenomen door Spaanse zeelieden die muzikale invloeden mee terugnamen uit landen die

zij als vissers aandeden, zoals Cuba, Argentinië, Puerto Rico.

De zigeuners hadden een uitgebreide traditie van muziek en dans, iets waar zij al ver voor

hun vertrek uit India bekend om waren. Hun manier van dansen, in het bijzonder de arm- en

handbewegingen, maar ook het voetenwerk is kenmerkend voor de Indiase kathak (dans) uit

Noord-India. Opvallend is het verschil in gevoel van waarden: gitanos zagen voeten en benen

als uiterst erotiserend. Hierdoor "vergaten" de vrouwen in hun dansen de voeten en werd

sterk nadruk gelegd op prachtige heup-, torso-, arm- (braceo) en hand- (muñecas / rosas )

bewegingen. Flamenco verschilt van de kathak vooral in het feit dat flamenco niet verhalend

is; Indiase dansen zijn veelal een soort toneelstukjes.

Sinds het begin van de 19e eeuw kent de flamenco haar huidige vorm. Gaandeweg, in de loop van

de 19e eeuw deed de gitaar deed haar intrede als begeleidingsinstrument van de flamencozang.

Volgens andere bronnen zou de gitaar pas omstreeks 1870 een meer prominente rol zijn gaan

spelen, in de tijd van het ontstaan van de café cantantes. Met de opkomst van het café

cantante in de tweede helft van de negentiende eeuw werd flamenco voor het eerst een in het

openbaar gespeelde kunstvorm (tot dan toe alleen in besloten kring): de beste prestaties

Page 5: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

5

konden vaak hier gehoord worden en dit luidde een bloeiperiode voor de flamenco in. Behalve

dat ze flamenco naar een groter publiek brachten, dienden de cafés ook als een verbindende

factor tussen de Andalusische en gitano-tradities. Zowel de cante gitano als de cante Andaluz

werden in de cafés vertolkt.

café cantantes

Vast staat dat flamenco oorspronkelijk enkel uit zang en begeleidend handgeklap bestond. De

flamencogitaar vergrootte ontegenzeggelijk de toegankelijkheid en de populariteit van de

flamencokunst bij bredere lagen van het publiek. Met name in de café cantantes ; dit komt

mede door het expressieve en virtuoze gitaarspel van de gitaristen die met elkaar wedijverden.

Toen de flamencomuziek zich in een hoog tempo begon te ontwikkelen, volgde ook de

flamencodans al snel en werd deze vanaf de 19e eeuw een gestructureerde dans. Hoewel het

in de flamenco oorspronkelijk gaat om de stem van de zanger, veroverden de

hartstochtelijke flamencodansers al snel de harten van de toehoorders in deze speciale

muziekcafés. Flamenco is nu, eeuwen later, wat ooit begon als een vorm van expressie van

zigeuners en andere onderdrukte etniciteiten (Joden en Moren), een opvallende dans- en

muzieksoort met wereldwijd veel beoefenaars en liefhebbers (aficionaos).

Meer recent kwamen bij al deze invloeden zoals al eerder gezegd ook de Latijns-

Amerikaanse en vooral Cubaanse muziek (cantes de ida y vuelta). En zeer recentelijk ook de

jazz, pop, en wereldmuziek. Al deze muzieksoorten hebben de verschillende muzikale

flamencovormen in meer en mindere mate belangrijk beïnvloed.

Ofschoon cante (zang) en baile (dans) doorgaans door de flamencogitaar wordt begeleid,

eventueel aangevuld met de cajón*, wordt deze drie-eenheid tegenwoordig ook uitgebreid

met klassieke instrumenten zoals bijvoorbeeld dwarsfluit, piano, viool of cello.

De eerste die begon met het introduceren van flamenco’vreemde’ instrumenten was Paco de

Lucia: cajón, electrische basgitaar en dwarsfluit. Hij wordt nu dan ook algemeen gezien als

de grote innovator van de flamenco (hij werd om deze reden in eerste instantie verguist

door flamenco puristen) welke daarom weer nieuwe impulsen kreeg in haar ontwikkeling en

die de flamenco heeft gebracht naar waar zij nu is: een levende expressieve kunstvorm die

navolging vindt en beoefend wordt over heel de wereld. Ook zijn legendarische

samenwerking met John Mc Laughin en Al di Meola wat resulteerde in het monumentaal

album Friday night in San Francisco

* Cajón - (houten kistje waarop de percussionist zit en trommelt) en voor het eerst

geïntroduceerd door Paco de Lucia in zijn befaamde sextet eind jaren zeventig.

Page 6: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

6

Flamenco wordt beschouwd als deel van de Spaanse cultuur en is door de eeuwen heen

ontstaan in het gebied dat ongeveer overeenkomt met de regio Andalusië. Ook andere

gebieden, in het bijzonder Extremadura, Murcia en Huelva, hebben bijgedragen aan de

ontwikkeling van verschillende muzikale sub-vormen (palos).

Tegenwoordig is flamenco Spanjes belangrijkste culturele exportproduct.

De muziek van de flamenco wordt doorgaans niet genoteerd, maar oraal en via overlevering

aan de volgende generatie doorgegeven. Kenmerkend is dat iedere generatie de muziek

verrijkt door er nieuwe elementen aan toe te voegen.

Inma de la Huerta Isabel van der Hulst

Foto’s: Wybe Hietbrink

Opbouw van een flamenco zang- dansstuk, palo (flamencostijl).

De zang staat in de hiërarchie bovenaan: een goede flamencozanger zingt niet alleen de

tekst en de melodie van een lied (cante), maar weet door stembuigingen, versieringen rond

een bepaalde toon, (melismes), vaak rond langgerekte tonen, een bepaalde emotie over te

brengen. Gevoelige levensthema’s als dood, verdriet, vreugde, liefde kunnen onderwerp zijn

waarover men zingt.

In de Cante jondo (o.a. Soleares, Seguiriyas, Caña, Tarrantas) gaat men diep in op bepaalde

levensthema’s, Vaak ook betreft het cante libres (deze zijn zonder compas, dus vrij van

ritme gezongen) die lang uitgesponnen kunnen worden, naar gelang de mate van emotie en

inspiratie van de zanger op een bepaald moment.

Zolang de zanger zingt, zullen de gitarist en danser(es) ten dienste staan van de zang. De

gitaar ondersteunt de melodie met akkoorden en roffels, de danser beeldt met gracieuze

bewegingen, marcajes, de emotie uit. Op het moment dat de zanger zwijgt, kan de gitarist in

in melodische en/of ritmische variaties, falsetas, zijn vaardigheden tonen. De danser voert

hierna met het gestamp van zijn voeten het tempo op en varieert op het basisritme, het

compás, met razendsnel voetenwerk. Het virtuoos samenspel tussen gitaar, dans en het

klappen eindigt in een climax: plots zwijgen de gitaar en de voeten en begint de zanger aan

een nieuw couplet (letra).

Page 7: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

7

Isabel van der Hulst en Claudio Benito Foto: Tom Benavente

Flamencodans

Bij flamencodansen denk je automatisch aan passie en gratie, maar geen enkele dans is

hetzelfde. Er zijn wel meer dan 50 verschillende palos (soorten flamenco stijlen), elk met

hun eigen sfeer en karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische structuren.

Er is veel ruimte voor improvisatie in de flamencomuziek en het flamencodansen, waardoor

de dansers (en zangers) de flamenco aan kunnen passen naar gelang hun emoties hierom op

een bepaald moment vragen tijdens het optreden.

De flamencodanser probeert zich te uiten aan de hand van vaak verfijnde, gracieuze hand-

en armbewegingen en daarmee in contrast staande, duidelijk weerklinkende voeten, die met

een verbazingwekkende kracht ingewikkelde ritmes op de vloer stampen.

Deze persoonlijke expressie dient echter wel binnen de regels van de muzikale

flamencotraditie en binnen de traditionele ritmische patronen te blijven, binnen het compás.

Dit compás verliest men nimmer uit het oog.

Palmas – clara (helder) Palmas – sorda (dof)

Palmas Het klappen met de handen. De handen zijn hét primaire percussie-instrument binnen de

flamenco. Vandaag de dag gebruikt men ook steeds vaker een cajón op het podium (grote

houten kist waarop de speler zit). Bij voorstellingen zijn er vaak een of twee palmeros

(handenklappers) aanwezig, maar ook de zangers zelf geven tijdens het voetenwerk palmas

ter ondersteunig van de danser.

Page 8: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

8

Palmas oefening voor de Rumba ‘Verde que te quiero Verde’

De Flamencogitaar

‘Blanca’ (cipres)

De flamencogitaar is afgeleid van de Spaanse gitaar. Ze wijkt niet sterk af maar heeft een

iets kleinere en een iets minder diepe klankkast als de klassieke gitaar. De achterkant en

zijkant worden traditioneel uitgevoerd in de houtsoort Spaans cipres (de hoogblonde kleur

waaraan een flamencogitaar te herkennen is) terwijl het dunne bovenblad wordt vervaardigd

uit hout van de spar of pijnboom: fichte. Dankzij deze bouwwijze kan een traditionele

flamencogitaar - ook wel ‘Blanca’ genoemd - de dynamische kracht en felheid van de flamenco

overbrengen. Zij respondeert zeer snel op de aanslagen van de rechterhand terwijl de

(bas)tonen ook weer snel verdwijnen; dit percussieve karakter maakt de cipres gitaar bij

uitstek geschikt als begeleidingsinstrument van flamencodans- en zang.

Behalve dit traditionele cipres model, wordt alweer enige tijd de Negra gebouwd, de achter- en

zijkant is dan uitgevoerd in houtsoorten als Rio- en India palissander. De negra onderscheidt

zich van de blanca door een groter volume, warmere klankkleur en langere sustain (naklank) wat

dit type gitaar uitstekend geschikt maakt als flamenco-concertgitaar.

Bij beide type gitaren bevindt zich op het bovenblad een golpeador (transparante slagplaat),

waarop de gitarist de karakteristieke ritmische accenten - golpes - kan tikken.

Page 9: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

9

Onder invloed van flamenco-gitarist Paco de Lucía , die de Negra bij het grote publiek

introduceerde, kreeg de Negra veel navolging en is zij tot op de dag van vandaag zeer populair

onder flamencogitaristen als concertgitaar.

Traditioneel werd de flamencogitaar vooral voor ritmische begeleiding van zang en dans

gebruikt. Vooral Ramón Montoya* aan het begin, en Niño de Ricardo en Sabícas in het

midden/tweede helft van de 20e eeuw én Paco de Lucia, hebben echter de mogelijkheden van

de flamencogitaar als solo-instrument overtuigend aangetoond (*zie ook Ramón Montoya

onder de Flamencogitaar). Hun voorbeeld werd door velen gevolgd en betekende een

verrijking voor de techniek van de flamencogitaar en de flamencomuziek in het algemeen.

Tot de bekendste flamencogitaristen behoren onder meer Sabícas, Paco de Lucía, Tomatito,

Vicente Amigo en Paco Peña.

Paco de Lucía* (1947-2014) wordt gezien als de grote vernieuwer en innovator van de

Flamenco in het algemeen en is de maestro die boven alles en iedereen uitstijgt. Met zijn

generatiegenoot flamencozanger Camerón de la Isla (1950-1992) groeiden zij beiden al

tijdens hun leven uit tot een legende. Camerón wordt gezien als de grootste flamencozanger

van de 20e eeuw.

Wil Lambregts

Castagnetten (castanuelas)

Castagnetten is een ritme-instrument. Het instrument bestaat uit een stel holle hardhouten

schelpen (ebbehout) die aan één kant verbonden zijn met een koordje. Ze worden in de hand

gehouden en produceren een klikgeluid of een ratelend geluid bij snel opeenvolgende kliks.

Page 10: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

10

In de praktijk gebruikt de speler een paar in elke hand. Het koordje wordt aan de duim

vastgemaakt en de castagnetten liggen in de handpalm. Castagnetten worden voornamelijk

gebruikt door dansers en zangers, vooral in flamencomuziek. De naam (Spaans: castañuelas) is

afkomstig van castaña, het Spaanse woord voor kastanje, waarop de vorm sterk gelijkt. In

Andalusië noemt men ze palillos en die naam gebruikt men in de flamencomuziek.

Ze worden ook gebruikt in klassieke muziek om een Spaanse sfeer op te roepen, zoals

bijvoorbeeld in Georges Bizets opera Carmen

Cajón

Een cajón (spreek uit als "kachón") is een handtrommel met een slagvlak van hout en komt

oorspronkelijk uit Peru, waar dit instrument veel wordt gebruikt als begeleidingsinstrument

voor dansen als de tondero, de zamacueca en de Peruaanse wals. De cajón is ooit uit armoede

ontstaan. Tijdens de lange overtocht naar (Zuid-)Amerika waren meestal geen

muziekinstrumenten aan boord, maar wel - al dan niet lege - kisten. Deze werden gebruikt

als percussie-instrumenten, waaruit uiteindelijk de cajón ontstond.

De Dansschoen

Aan de onderzijde van de dansschoen, onder de neus en de hak, bevinden zich honderden

spijkertjes om de hak en de punt van de schoen tijdens het dansen goed te kunnen horen. De

hak, de bal (platte gedeelte van de voet) en de neus hebben hun eigen specifieke ‘sound’,

waardoor er prachtige ritmische combinaties gecreëerd kunnen worden.

Page 11: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

11

Manzanita - Verde Que Te Quiero Verde tekst uit Romance Sonámbulo - Federico García Lorca

Verde que te quiero verde

verde viento verde rama el

barco sobre la mar

el caballo en la montaña verde,

Yo te quiero verde sí, sí

yo te quiero verde ay, ay, ay

yo te quiero verde

Con la sombra en la cintura

ella sueña en su baranda

verdes ojos negro pelo

su cuerpo de fría plata verde,

Yo te quiero verde sí, sí

yo te quiero verde ay, ay, ay

yo te quiero verde

Compadre quiero cambiar

mi caballo por tu casa

mi montura por tu espejo

mi cuchillo por tu manta verde,

Yo te quiero verde sí, sí

yo te quiero verde ay, ay, ay

yo te quiero verde

Compadre vengo sangrando

desde los puertos de Cabra

y si yo fuera mocito,

este trato lo cerraba verde,

Yo te quiero verde sí, sí

yo te quiero verde ay, ay, ay

yo te quiero verde

Compadre quiero morir

decentemente en mi cama

y hacerlo si puede ser

con las sabanas de Holanda verde,

Yo te quiero verde sí, sí

yo te quiero verde ay, ay, ay

yo te quiero verde

Compadre donde está dime

donde está esa niña amarga

cuantas veces la esperé

cuantas veces la esperaba verde,

Yo te quiero verde sí, sí

yo te quiero verde ay, ay, ay

yo te quiero verde

Page 12: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

12

Verde que te quiero verde

verde viento verde rama

el barco sobre la mar

el caballo en la montaña verde,

Yo te quiero verde sí, sí

yo te quiero verde ay, ay, ay

yo te quiero verde

Federico García Lorca geldt als één van de belangrijkste figuren van de 20ste-eeuwse Spaanse literatuur

en wordt gezien als de grootste dichter die Spanje heeft voortgebracht. Nog steeds worden zijn gedichten

op muziek gezet, als songteksten. Zo ook * ‘Verde que te quiero Verde’.

García Lorca (1898 –1936), is vermoord in het begin van de Spaanse Burgeroorlog, hij was een Spaanse

progressieve dichter en toneelschrijver. Hij werd slechts 38 jaar oud maar liet een omvangrijk oeuvre na .

Hieronder een vertaling van het begin van Romance Sonámbulo, een gedicht van Garcia Lorca

van waaruit de tekst van ‘Verde que te quiero verde’ is ‘geleend’:

Verde que te quiero verde.

Verde viento. Verdes ramas.

El barco sobre la mar

y el caballo en la montaña.(...)

Somnambule romance

Groen ik hunker naar je groen.

Groen de wind en groen de blaren.

Het scheepje buiten op zee

en schuil in de bergen het paard.

Met schaduwval over haar heupen

verdroomt ze op de veranda

met haar zilverkoele ogen,

groen van vlees en groen van haren.

groen hunker ik naar je groen.

Onder het gitaren maanlicht

staren de dingen haar aan

en zij kan er niet naar staren.

Groen ik hunker naar je groen.

Grote sneeuwkristallen sterren

schuiven langs de vis van schaduw

die de weg baant voor het dagen.

De vijgeboom schuurt er zijn wind

tussen de snerpende takken

en de berg, schooiende zwerfkat,

priemt uit bijtende agaven.

Maar wie kwam hier? Waarvandaan ook?

En ze blijft op haar veranda

groen van vlees en groen van haren

dromen van de zee, de wrange.

enzovoort...

(Vertaling Dolf Verspoor)

Page 13: Lesbrief bij het project ¡ VAMOS! Soleares, Seguiriyas, Alegrias, Malagueñas, Fandangos, Bulerias enz. Elke stijl heeft haar karakteristieke, melodische, ritmische en harmonische

13

Palmas oefening in 12 tellen voor de Bulerías, een flamencostijl (palo) met accenten

op tel 12, 3, 6, 8 en 10.

Gebruikte bronnen in willekeurige volgorde:

De Gitaar – Tom en Mary Anne Evans

Enforex - Spaans onderwijs sinds 1989

Wikipedia

DagbladTrouw

Smulweb,nl 19-8-2002 (artikel bestaat niet meer)

__________________________________________________________________________

© Claudio Benito Musica 2018