1
Theo
rie
Leerjaar 2
Webshop opzettenTheorieboek Module 1
Editie 2020-heden
M1
2
Inleiding webshop opzettenM1
Je eigen bedrijf beginnen, hoe tof zou dat zijn. Eigen baas, zelf je werktijden bepalen en vooral doen wat je leuk vindt! Met e-commerce leerjaar 2 krijg je de mogelijkheid om je eigen idee te ontwerpen zodat het in de praktijk kan worden uitgevoerd. Dat betekent dat je een product of dienst gaat bedenken die je op termijn daadwerkelijk kan gaan verkopen. Laat de ondernemer in jezelf los!
Het lesmateriaal van E-commerce leerjaar 2 is geschreven aan de hand van het VINC-model. VINC staat voor: van idee naar conversie. Tijdens de les begeleidt het VINC-model jou naar het uiteindelijke eindproduct: een goed ingerichte en functionerende webshop die klaar is voor bestellingen.
Je begint zo meteen met het bedenken van een eigen product of dienst. Vervolgens staan we stil wie jouw doelgroep is en hoe je deze wilt en vooral kunt bereiken. Verder gaan we ook aan de slag met zoekwoorden, contentcreatie, adverteren en nog veel meer.
E-commerce leerjaar 2 bestaat uit een viertal modules die je moet maken. Het vak rond je af door middel van het keuzedeel examen, bewaar al je uitwerkingen daarom goed. Uiteindelijk moet je dit inleveren ter beoordeling.
Veel plezier en succes!
3
Inhoudsopgave
Inleiding Webshop opzetten 2
Inhoudsopgave Module 1 3
Opdracht 1 Wat is E-commerce? 4
Opdracht 2 Het VINC-model 5
Opdracht 3 Mijn eigen top 5 6
Opdracht 4 Wat wil ik verkopen 7
Opdracht 5 Probleem oplossen 8
Opdracht 6 Doelgroepanalyse 9
Opdracht 7 Concurrentieanalyse 10
Opdracht 8 Een gat in de markt 11
Opdracht 9 Zoekwoorden 12
Opdracht 10 Keyword research 13
Opdracht 11 Verkoopmethodes 14
Opdracht 12 Van idee naar succes 16
Opdracht Onderwerp
4
E-commerce is in tegenstelling tot wat veel mensen denken veel meer dan alleen het verkopen van
producten via een webshop. E-commerce gaat zowel om het verkopen van producten maar ook de
bedrijfsactiviteiten zoals inkoop en voorraadbeheer en alles wat daarvoor en daarna komt. Denk hierbij
aan communicatie, marktonderzoek, promotie, verzendingen en klantenservice. De betekenis van
e-commerce dekt dus het hele online verkooptraject van A tot Z. We kennen hierbij drie verschillende
transacties.
De transacties (handel) tussen bedrijven onderling noemen we Business-to-Business (B2B). Een bedrijf verkoopt
dan een product of dienst aan een ander bedrijf. Denk bijvoorbeeld aan een groothandel die een bureaustoel
verkoopt aan een advocatenkantoor.
Bedrijven kunnen producten ook verkopen aan consumenten. Consumenten zijn mensen zoals jij en ik die iets
kopen voor hunzelf en dus niet voor of namens een bedrijf. Dit noemen we ook wel particulieren. Een voorbeeld
hiervan is dat je tandpasta bij de Kruidvat koopt. Dit soort transacties vallen onder het gebied Business-to-
Consumer (B2C). De overige transacties gaan tussen twee particulieren onderling ook wel Consumer-to-
Consumer (C2C) genoemd. Voorbeelden van C2C transacties zijn Marktplaats, Air BNB en Ebay. De omzet van
webwinkels blijft elk jaar nog steeds groeien, en dat is niet zo gek. E-commerce heeft namelijk veel voordelen
voor zowel bedrijven als klanten. De belangrijkste lees je hieronder:
Wat is e-commerce?Opdracht 1
Openingstijden: het internet kent geen openings- of sluitingstijden. De meeste websites zijn 99,9% van de tijd online. Bezoekers van een webshop kunnen dus altijd wanneer ze dat willen een aankoop doen.
Anticiperen: bedrijven moeten altijd innoveren en zichzelf blijven verbeteren. Doen zij dit niet dan gaat de concurrent ze namelijk voorbij. Dat betekent voor de consument vaak meer service zoals gratis levering en aantrekkelijke verkoopprijzen.
Data en informatie: websites verzamelen zonder dat je het weet veel data over jouw zoekgedrag, websitegedrag en internet voorkeuren. Hiermee kunnen zij de website steeds beter laten aansluiten op jouw persoonlijke wensen en behoeftes.
Transparantie: bezoekers op het internet kunnen gemakkelijk prijs en kwaliteit met elkaar vergelijken. Denk bijvoorbeeld aan websites al een Energievergelijker.nl of een Kieskeurig.nl. Bedrijven worden daardoor gedwongen om de laagste prijs aan te bieden en dat is gunstig voor onze portemonnee!
5
Het VINC-modelOpdracht 2
Het VINC-model is een model dat een aantal jaren geleden is bedacht door het bedrijf We Are Media /
JijOnline. VINC staat voor: Van Idee naar Conversie. Het model omschrijft de belangrijkste stappen die
nodig zijn om succesvol een eigen website of webshop te runnen. Alles begint bij een idee. Ideeën zijn
overal en goede ideeën heeft iedereen wel eens. Maar een idee alleen is niets waard. Het gaat om de
uitvoering van een idee wat het uiteindelijk tot een succes maakt.
Van idee naar conversie
Er zijn vier verschillende stappen in het VINC-model omschreven.Om jouw idee tot een succes te maken moeten al deze stappen worden meegenomen.
De stappen van het VINC-model zijn:
1. Idee: je hebt een idee maar wat doe je hiermee?
Blijft het een idee of ga je het ook echt verder uitwerken?
Brainstorm, bedenk, vraag en ontdek de mogelijkheden van jouw
idee. Het gaat er bij dit onderdeel om dat je iets bedenkt dat je leuk
lijkt om te verkopen aan mensen.
2. Platform: zodra je een goed idee hebt bedacht ga je nadenken welk online platform je kunt inzetten om het
product te gaan aanbieden. Dit is in ons geval een webshopomgeving binnen WordPress. Natuurlijk zijn er
tientallen andere Content Managment Systemen (CMS) vergelijkbaar als WordPress die je zou kunnen inzetten.
Naast een website kun je ook denken aan het verkopen van producten via marktplaats, Amazon en de Facebook
store. Dit zijn ook voorbeelden van online platformen.
3. Traffic: dit onderdeel is gericht op jouw bezoeker. Welke doelgroep wil je aanspreken met jouw idee en hoe
ga je dat doen? Je wilt namelijk alleen de meest relevante bezoekers op je website krijgen. Dat zijn bezoekers
waarvan de kans groot is dat ze iets van je willen kopen.
Je website moet qua taalgebruik, lay-out en lettertype geschreven zijn op de manier die jouw potentiele klant het
beste aanspreekt.
4. Conversie: bij dit onderdeel gaat het erom hoe jij je doelen gaat behalen. Stel dat je doel is om binnen het
eerste jaar van je online onderneming minimaal twintig bestellingen te hebben. Op welke manier ga je dit doel
behalen en hoe ga je de conversie (een bestelling) daarvan meten?
6
Mijn eigen top 5Opdracht 3
Laten we beginnen bij het begin. De letter ‘i’ in het VINC-model staat voor Idee. Het bedenken van
een goed idee staat tijdens deze module dan ook centraal. Een idee bedenken is niet altijd makkelijk.
Gelukkig is er online genoeg inspiratie te vinden.
Allereest is het belangrijk om iets te bedenken waar ook jouw interesse(s) ligt. Wanneer je namelijk iets doet wat
je leuk vindt motiveert dat weer. Denk bijvoorbeeld aan de bedenker van de website 9GAG.org. De Chinees Ray
Chan vond het leuk om filmpjes te delen met een paar vrienden. Zijn vrienden deelden deze filmpjes vervolgens
ook weer met hun vrienden en die vrienden weer met hun vrienden. Uiteindelijk besloot Ray deze filmpjes op
een website te zetten. Dat is uiteindelijk www.9gag.org geworden. Inmiddels heeft de website meer dan 200
miljoen bezoekers per maand en verdient Ray er behoorlijk wat geld aan door reclame-inkomsten.
En wat dacht je van de oprichter van Facebook, Mark Zuckerberg? Hij richtte Facebook op als een
communicatiemiddel tussen hem en zijn medestudenten tijdens zijn studie op Harvard University. Dit groeide
vervolgens uit tot hét communicatiemiddel van de universiteit.
Op een gegeven moment gingen ook mensen buiten de Harvard University Facebook gebruiken. Toen heette
het social media platform overigens nog: The Facebook. Op dit moment heeft Facebook meer dan 35 miljoen
actieve gebruikers.
Bijna iedereen begint een website of webshop omdat ze het product, het concept of het onderwerp leuk vinden.
Soms hebben mensen ook alleen het doel om veel geld te verdienen en ontdekken zij een ‘gat in de markt’.
Naast dat het onderwerp je interesse moet hebben is het ook van belang dat je niet opgeeft. Daar weet Alibaba
founder Jack Ma alles van. De Chinese miljardair is in zijn leven tientallen keren afgewezen bij sollicitaties en
heeft voor Alibaba twee ondernemingen gehad die mislukte.
Door zijn doorzettingsvermogen en het feit dat Jack Ma goed kan leren van zijn fouten is het hem na al die jaren
wel gelukt. En ook gelijk goed. Alibaba heeft in 2018 een omzet behaald van maar liefst 12,4 miljard euro!
7
Wat wil ik verkopen?Opdracht 4
Bij de vorige opdracht heb je een top 5 gemaakt van de dingen die jij leuk en interessant vindt. Je
gaat nu nadenken welke producten of diensten je kunt koppelen aan jouw interesses. Lees eerst de
onderstaande theorie door en beantwoord dan de vragen uit het werkboek.
Hoe bedenk je een product bij jouw interesse? Stel dat je voetbal erg leuk vindt, dan kan je ervoor kiezen om
een webshop te beginnen waar je voetbalschoenen of keepers-handschoenen verkoopt. Of stel dat je heel erg
goed bent in het bouwen van websites, dan kan je dit natuurlijk prima combineren met een eigen websitebureau.
Jouw idee moet wel een kans van slagen hebben. Daarom is het handig om de volgende checklist af te vinken.
Op die manier kan je toetsen of jouw product een kans van slagen heeft.
• Behoefte in de markt: heeft er een doelgroep behoefte aan jouw product?
• Financieel: hoeveel moet je investeren en hoeveel kun je eraan verdienen?
• Technische haalbaarheid: welke online platform(en) heb je nodig? Is dat haalbaar, is het te technisch of kun je er wel mee werken?
• Juridische haalbaarheid: voldoet jouw idee aan de wet- en regelgeving?
• Tijdpad: hoeveel tijd kost het uitvoeren van je idee en is deze tijd beschikbaar?
8
Probleem oplossenOpdracht 5
Heb je er weleens over nagedacht om een probleem op te lossen? Misschien loop je tijdens het
winkelen, sporten of werken tegen een probleem aan waarvan je denkt: hiermee zou ik het probleem
kunnen oplossen.
Stel dat jullie thuis op je slaapkamer bijvoorbeeld een enorme berg kleding hebt liggen .Deze berg kleding ligt
verspreid over jouw stoel, bed en op de grond. Je merkt dat je simpelweg geen ruimte hebt om je kleding op te bergen. Wat is dan jouw probleem en wat is een mogelijke oplossing voor jouw probleem.
Probleem: Veel kleding en geen (opberg)ruimte.
Oplossing: een kledingkast kopen.
In dit voorbeeld biedt de kledingkast een oplossing voor het ‘probleem’ dat je ervaart. Nu is dit een simpel
voorbeeld, maar vergeet niet dat mensen bij het bedenken van een nieuw product voortdurend bezig zijn met het
zoeken naar oplossingen van problemen.
Mensen ervaren namelijk allerlei soorten problemen in hun dagelijkse leven. Je kan hier slim op in spelen door
het probleem op te lossen in de vorm van een product of dienst.
Tegenwoordig gebruiken ondernemers een website om online zichtbaar te zijn. Echter heeft niet elke
ondernemer de kennis, tijd of zin om een eigen website te bouwen. Dat is een probleem. De oplossing van dit
probleem is het inhuren van een websitebureau die de website voor de ondernemer gaat bouwen. Of stel dat je
graag gitaar wilt leren spelen. Het probleem is dat je nog nooit op een gitaar hebt gespeeld, de oplossing is om
gitaarles te gaan volgen.
Een oplossing bieden aan de klant
Om een succesvolle webshop of website te ontwikkelen is het belangrijk dat je nadenkt welk probleem jouw
klant ervaart en hoe jouw idee dit probleem gaat oplossen. Niet iedereen hoeft hiervoor per se een eigen fysiek
product te bedenken.
Aranka, oprichtster van www.byaranka.nl, is een blog begonnen waar ze mensen bijpraat over de nieuwste
trends rondom voeding, reizen en lifestyle. Waarom? Omdat ze dat leuk vindt! Inmiddels heeft Aranka meer
dan 170.000 bezoekers per maand wat haar elke maand een inkomen oplevert. Zij heeft niet een eigen fysiek
product ontwikkelt, maar richt zich op het promoten en verkopen van iemand anders zijn producten en diensten
zoals bijvoorbeeld vakanties.
9
Doelgroep analyseOpdracht 6
Hoe graag een ondernemer het ook zou willen, niet iedereen is altijd even enthousiast over jouw product
en bereid om hier geld voor neer te leggen. Om succesvol te zijn met je website moet je nadenken wie
jouw doelgroep is. Een doelgroep bestaat uit een groep mensen die behoefte hebben aan jouw product
of dienst. Deze groep mensen ervaren een bepaalt probleem die jij met jouw dienst of product kunt
oplossen.
In het werkboek ga je aan de slag met het bepalen van jouw eigen doelgroep. Je kunt hiervoor gebruikmaken
van de volgende vragen:
1Wie is je doelgroep?
Houd het redelijk algemeen. Geef hierbij antwoord op vragen zoals: wat is het geslacht van jouw doelgroep, de leeftijd en het opleidingsniveau?
Wat is hun levensstijl?
Hier word je al iets specifieker. Denk aan de klant die jij probeert te bereiken, wat is hun persoonlijkheid, wat zijn hun idealen en hobby’s? Als je voetbalschoenen wilt verkopen, dan is je doelgroep waarschijnlijk niet een 92-jarige vrouw die graag breit en romannetjes leest.
Waar zit de doelgroep?
De locatie van jouw doelgroep is belangrijk om te weten, je moet namelijk de juiste mensen voor jouw product of dienst bereiken. Wanneer je een klein meubelzaakje in Zeeland hebt, heeft het weinig zin om mensen in Friesland te benaderen.
Waar zoeken ze naar?
Gebruik deze vraag om te achterhalen of jouw doelgroep wel zit te wachten op jouw product. Je kan namelijk wel hetzelfde product willen verkopen die tien andere bedrijven ook verkopen, maar dan is je kans van slagen erg klein. Bedenk daarom wat de doelgroep nog zoekt in een product en sluit hierbij aan.
Wat heb je de doelgroep te bieden?
Nu je weet wat de doelgroep zoekt in een product of dienst, kun je gaan nadenken over hoe jij hierbij aan kunt sluiten. Probeer de wensen en behoeftes van de doelgroep te vertalen naar jouw product. Denk hierbij weer aan het oplossen van het probleem.
2
3
4
5
10
ConcurrentieanalyseOpdracht 7
Wanneer je wilt beginnen met een online webstore is het belangrijk om van te voren onderzoek te doen
naar de concurrentie. Als je er bijvoorbeeld achter komt dat Bol.com precies hetzelfde product verkoopt
als jij, moet je jezelf afvragen of jouw webshop dan een kans van slagen heeft. Bol.com is namelijk al zo
groot geworden dat je als nieuwkomer kunt worden onder gesneeuwd. In principe geeft het niet wanneer
een concurrent hetzelfde product als jou verkoopt, je moet dan alleen wel nadenken over wat jouw
toegevoegde waarde is voor de klant.
Als het goed is heb je nu een product of dienst bedacht voor een webshop. Je gaat nu kijken of jouw dienst of
product al op internet wordt verkocht. Kortom, je gaat een concurrentenonderzoek doen.
Het begint allemaal met het in kaart brengen van jouw belangrijkste concurrenten. Let op: we hebben het dan
niet per se over de grootste concurrenten. Jouw belangrijkste concurrenten zijn bedrijven die in dezelfde markt
handelen en dezelfde doelgroep willen aanspreken. Het kunnen dus wel de grootste concurrenten zijn, maar het
kunnen juist ook kleine bedrijven zijn die toevallig hetzelfde verkopen.
Nu je dit in kaart hebt gebracht ga je kijken naar de sterktes en zwaktes van deze concurrenten. Op het moment
dat jij je gaat focussen op je eigen sterke punten, maar vooral ook inspeelt op de zwaktes van de concurrent ben
je bezig met het creëren van verkoopkansen.
11
Om de sterktes en zwaktes van jouw concurrenten in kaart te brengen kun je gebruik maken van de
volgende vragen:
Op welke doelgroep richt jouw
concurrent zich?Welke producten of
diensten hebben ze in hun assortiment?
Wat is de prijs? Geven ze ook
kortingen?Hoe maken ze
reclame? Bijvoorbeeld folders, commercials,
social media?
Waar zitten de concurrenten?
Wat zijn de online reviews van de
concurrenten? Zijn deze positief of
negatief?
12
Een gat in de marktOpdracht 8
Een product of dienst valt te verdelen in een hoofdmarkt of in een nichemarkt. Een hoofdmarkt wil
zeggen dat je met een compleet assortiment de markt op gaat. Bij een nichemarkt ga je maar met een
klein gedeelte van het assortiment de markt op. In het algemeen is de doelgroep van een nichemarkt
kleiner dan die van een hoofdmarkt.
Een voorbeeld van een hoofdmarkt is kleding. Kleding bevat namelijk allerlei soorten, maten, kleuren en stoffen.
Wanneer je als winkel alleen maar Italiaanse stretch mannen broeken verkoopt is dat een voorbeeld van een
product in een nichemarkt (spreek je uit als ‘nies’). Een niche is dus als ware een klein onderdeel van een
hoofdmarkt.
Het voordeel van een nichemarkt is dat mensen je makkelijker kunnen vinden in bijvoorbeeld zoekmachines op
internet. Dit komt doordat er simpelweg een stuk minder bedrijven zijn die alleen maar Italiaanse stretch mannen
broeken verkopen. Vaak is de doelgroep bij een niche product dus ook kleiner dan die van een hoofdmarkt
product. Niet elke man zoekt namelijk in Google naar Italiaanse stretch mannen broeken, maar zoekt eerder op
de term mannen broeken. Het voordeel van een hoofdmarkt is dus dat je een grotere doelgroep aanspreekt en
dus ook meer kans hebt op klanten.
Onderscheiden van de concurrentie
Stel dat je een product aanbiedt die een concurrent ook verkoopt en beide producten zijn identiek aan elkaar.
Hoe ga jij jezelf dan onderscheiden van deze concurrent? Wat maakt jouw product of dienst anders en beter?
In sommige gevallen kun je niks extra’s bieden wat betreft het product. Een van Dale woordenboek bij
concurrent 1 is hetzelfde als bij concurrent 2. Toch kun je de klant wel overtuigen om het woordenboek bij jou
aan te schaffen. Stel dat je erachter komt dat jouw concurrent het woordenboek pas na vijf dagen levert. Je kunt
hier dan bijvoorbeeld op in spelen door ervoor te zorgen dat jouw klant het woordenboek al na twee dagen in
huis heeft liggen. Het sneller kunnen leveren van jouw product is een extra voordeel die jij biedt aan de klant. Dit
noemen wij ook wel een Unique Selling Point (USP).
Andere voorbeelden van USP’s zijn uitgebreide productgarantie op een boormachine, de
laagste prijsgarantie (Jumbo) of een gratis bezorging bij een bestelling van minimaal € 50,-.
Door realistische, uitvoerbare en vooral betaalbare Unique Selling Points te bedenken kan je jezelf dus toch
onderscheiden van de concurrent!
13
ZoekwoordenOpdracht 9
Voor ongeveer 80% van de internetgebruikers begint een zoektocht op het internet bij een zoekmachine.
Google is hierbij de grootste zoekmachine ter wereld. Een zoekmachine vertaalt de zoekopdracht van
een gebruiker (in de vorm van zoekwoorden) naar bepaalde zoekresultaten. Bedrijven proberen in te
schatten welke zoekwoorden de doelgroep gebruikt in de zoekmachine. Deze zoekwoorden verwerken
bedrijven vervolgens op hun eigen website. Op die manier hopen ze goed aan te sluiten op de vragen,
interesses, behoeftes of problemen die bij de doelgroep spelen.
Wanneer een website op de verkeerde zoekwoorden (ook wel keywords genoemd) is ingericht loop je potentiële
klanten en dus omzet mis. Het kiezen van de juiste zoekwoorden is vaak moeilijker dan je denkt.
GO
http://www.address-bar.com
SearchLaptop
Laptop kopenLaptop samenstellenLaptop sleeveLaptoptas
14
Hoe komen bezoekers op mijn website?
Om traffic (bezoekers) op jouw webshop te krijgen is het verstandig om vooraf een zoekwoordenonderzoek uit te
voeren. Hierbij is het doel om net dat zoekwoord te vinden waar concurrenten nog niet aan hebben gedacht. Om
traffic te genereren naar je webshop ben je dus op zoek naar een zoekwoord waar elke maand veel op wordt
gezocht. Vervolgens moet je kijken in hoeverre concurrenten al actief zijn op dit zoekwoord.
Een zoekwoord kan bestaan uit een short tail
of long tail zoekwoord. Het verschil tussen deze
twee zoekwoorden is goed te zien in de grafiek
hiernaast.
* Linksboven in de grafiek | Zoekwoord:
T-shirts
Het zoekwoord t-shirts is erg algemeen en
breed en daarom een short tail keyword. Je
hebt namelijk verschillende kleuren, maten en
materialen van t-shirts. Per maand zijn er dan ook
veel mensen die het zoekwoord t-shirts gebruiken
in de zoekmachine. Het zoekwoord heeft dus een
hoog zoekvolume.
* Midden in de grafiek | Zoekwoord: Zwarte t-shirts
Het zoekwoord zwarte t-shirts is ook een short tail keyword. In de grafiek zie je dat het zoekwoord al iets
specifieker is. Je ziet dat de zoekvolume daalt (verticale-as) en dat de kans op een conversie toeneemt
(horizontale-as).
* Rechts in de grafiek | Zoekwoord: Zwarte V-hals t-shirts voor mannen
Zwarte V-hals t-shirts voor mannen is een voorbeeld van een long tail keyword. Dit zoekwoord is lang en
specifiek. Het maandelijkse zoekvolume is relatief laag. Er zijn maar weinig mensen die deze zoekterm
gebruiken in Google. Echter is de conversie, het percentage van de bezoekers die een aankoop doet, veel hoger
dan bij een short tail keyword.
15
Zoekwoorden samengevat
Met een long tail keyword trek je in het algemeen minder bezoekers naar je website dan met een short tail
keyword. Echter zijn de bezoekers die een long tail keyword hebben gebruikt heel specifiek aan het zoeken naar
informatie van een bepaalde dienst of product. Het voordeel daarvan is dat de kans groot is dat deze bezoekers
een aankoop doen (converteren). Het conversiepercentage is vaak hoger bij een nichewebsite dan bij een
website met een breed assortiment die vooral is ingericht op short tail keywords.
Het is dus belangrijk om goed na te denken op welke keywords jij straks wilt ranken. Ranking is het proces
waarbij de zoekmachine jouw website en content beoordeelt om je positie in de zoekresultaten vast te stellen.
Als startende ondernemer ben je op zoek naar keywords met een hoog zoekvolume en lage concurrentie. Vaak
betekent dit dat startende ondernemers een product of dienst aanbieden binnen een nichemarkt gericht op long
tail zoekwoorden.
Webshop (fietsen)
Mountain-bikes
Race-fietsene-bikes
Nichemarkt
Hoofdmarkt
16
Keyword researchOpdracht 10
Nu je het verschil weet tussen een short tail en long tail zoekwoord is het een goed idee om te
beginnen met een zoekwoordenonderzoek. Met een zoekwoordenonderzoek kun je achterhalen welke
zoekwoorden jouw doelgroep gebruikt in Google. Wanneer je dit eenmaal weet kun je jouw website
inrichten op deze zoekwoorden. Hierdoor is de kans groot dat je veel relevante bezoekers op jouw
website krijgt.
Je wilt als internet ondernemer dus weten op welke zoekwoorden jij je website moet gaan inrichten. Nogmaals,
we zijn op zoek naar zoekwoorden met een hoog zoekvolume en lage concurrentie. Oftewel, zoekwoorden
waar veel gebruikers van Google per maand naar zoeken, maar die door weinig websites worden gebruikt. Het
bepalen van de juiste zoekwoorden kan van groot belang zijn wanneer het gaat om bezoekersaantallen.
17
Voorbeelden uit de praktijk
Een bekend A-merk in witgoed wilde één van hun producten geen vaatwasser noemen, maar een
afwasautomaat. Zij wilden voor dit unieke afwasautomaat meer aandacht krijgen door er blogartikelen over
te publiceren. Het bedrijf ging een zoekwoordenonderzoek doen en kwam erachter dat er op het zoekwoord
afwasautomaat maar 2.400 keer per maand werd gezocht. Vervolgens gingen ze het zoekwoord vaatwasser
onderzoeken en die kwam uit op 165.000 keer per maand. Wat doe je dan als bedrijf? Het meest populaire
en gezochte zoekwoord gebruiken waarbij je veel meer mensen aanspreekt of toch gaan voor jouw eigen
zoekwoord voorkeur met de kans dat je minder bezoekers op jouw website krijgt?
Een ander voorbeeld. In de volksmond noemen we een woonzorginstelling voor ouderen vaak een
bejaardentehuis. Woonzorginstelling van Dam uit Utrecht wilde meer publiciteit en meer bezoekers op de
website krijgen. Ze hadden namelijk een leegloop in de woonzorginstelling. Uit het zoekwoordenonderzoek
bleek dat er maar weinig mensen het woord woonzorginstelling gebruikten. Het zoekwoord bejaardentehuis
werd ruim 30.000 keer per maand gezocht. Welk zoekwoord ga je dan gebruiken op je website? De officiële
benaming (woonzorginstelling) of toch maar het iets minder formele zoekwoord bejaardentehuis?
Dus wanneer je jouw doelgroep wilt aanspreken in de zoekmachine ontkom je er niet aan de website en content
aan te passen op jouw doelgroep en hun woordkeuze. Mocht je dit namelijk niet doen, dan kan dit jou bezoekers
en potentiële klanten kosten. Voor het uitvoeren van een zoekwoordenonderzoek zijn er verschillende online
tools beschikbaar. Voor deze opdracht gaan we werken met twee tools genaamd UberSuggest en KWfinder.
18
VerkoopmethodesOpdracht 11
Je hebt nu een idee, een product, een doelgroep, een concurrentieanalyse en een
zoekwoordenonderzoek uitgevoerd. Kunnen we dan nu beginnen met verkopen? Nee, we moeten nog
paar dingen bespreken. Er zijn namelijk verschillende methodes om je producten te verkopen op het
internet. Elke verkoopmethode heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. We leggen de drie belangrijkste
verkoopmethodes voor je uit.
Eigen voorraadStel je wilt kleding verkopen op het internet. Dan kun je ervoor kiezen om kleding in te kopen uit bijvoorbeeld een
land zoals India. Deze kleding laat je vervolgens thuis bij je bezorgen. Je hebt de kleiding dan zelf op voorraad
liggen. Bestelt een klant iets via de webshop? Dan kun je het product uit je eigen voorraad pakken en opsturen.
Hierdoor heb je zelf de controle over de levering van verkochte producten. Belt een klant jou op omdat hij een
product morgen nodig heeft? Dan kun je deze direct op de post doen. Een groot voordeel van het hebben van
een eigen voorraad is dan ook een snelle levertijd.
Wanneer je producten zelf op voorraad hebt liggen, kun je ook beter antwoord geven op vragen van klanten.
Je hebt de producten namelijk zelf in je handen gehad en getest. Hierdoor kun je meer vertellen over hoe het
product werkt, voelt en eruit ziet. Daarnaast kun je de verpakking van producten personaliseren naar de huisstijl
van je eigen bedrijf.
Het grote nadeel van het hebben van een eigen voorraad zijn de hoge investeringskosten. Wanneer je
bijvoorbeeld 50 verschillende kledingstukken verkoopt moet je van elke maat (S, M, L, XL) misschien wel tien
stuks op voorraad hebben. Dit kost je veel opslagruimte waardoor je op ten duur misschien wel een magazijn of
loods moet gaan huren. Verder loop je ook het risico dat je bepaalde producten niet verkoopt terwijl je deze wel
hebt ingekocht. Ze blijven dan op voorraad liggen.
19
Affiliate MarketingEen andere verkoopmethode noemen we affiliate marketing. Dit is een verkoopmethode waarbij je als een soort
van promotor werkt voor bedrijven. Je promoot als het ware iemand anders zijn product. Dit doe je bijvoorbeeld
door middel van het schrijven van blogartikelen, social media berichten en vloggen.
Als publisher (promoter) probeer je zoveel mogelijk producten van iemand anders te promoten.
Je ontvangt namelijk pas geld wanneer iemand door jouw promotie-inspanningen een product bij een bedrijf
koopt. Stel dat je elke winter met jouw familie naar Oostenrijk gaat om te skiën. Dan heb je waarschijnlijk veel
tips, informatie en weetjes over het land, het skiën en de lokale attracties. Je kunt met die kennis en know-
how een eigen website beginnen over wintersport in Oostenrijk. Vervolgens moedig je bezoekers aan om een
vakantie te boeken naar Oostenrijk. Je verwijst ze hiervoor door naar een reisorganisatie zoals Tui of Corendon.
Zodra een bezoeker door jou een vakantie boekt op bijvoorbeeld Corendon.nl ontvang jij van Corendon een
commissie (geldbedrag). Een commissie bestaat vaak uit een percentage van de verkoopprijs. Ook kan het zijn
dat je een vast bedrag krijgt uitgekeerd voor elke klant die jij doorstuurt.
Een groot voordeel van affiliate marketing is dat je zelf niet hoeft te investeren in voorraadruimtes omdat je het
product niet hoeft in te kopen. Met affiliate marketing kun je letterlijk binnen een dag al producten promoten en
geld verdienen. Het nadeel is wel dat de winstmarge vaak lager ligt dan wanneer je het product zelf zou gaan
verkopen.
20
DropshippingDropshipping is erg populair onder beginnende webwinkeliers. Bij dropshipping verstuurt de maker van het
product (vaak de fabriek) het product rechtstreeks naar jouw klanten. Dit klinkt natuurlijk hartstikke goed; zelf niet
te hoeven investeren in een voorraad, maar jouw leverancier al het werk laten doen.
Het niet hebben van een eigen voorraad is zowel een voordeel als een nadeel. Je raakt je producten namelijk
niet zelf aan en kunt daardoor je klanten waarschijnlijk ook minder goed adviseren over het product. Daarnaast
willen klanten tegenwoordig hun aankopen een dag later al in huis hebben. Maar hoe ga je dit voor elkaar krijgen
als jouw leverancier bijvoorbeeld in China zit?
Daarnaast ben jij als verkoper verantwoordelijk voor de levering van de producten die je verkoopt. Als er bij de
leverancier in China een fout zit in het verwerkingsproces heb je al een groot probleem. De producten worden
dan veel te laat of in het ergste geval helemaal niet geleverd aan jouw klanten.
Een ander nadeel van dropshipping is retourneren van producten. Als webwinkelier ben je verplicht producten
binnen 14 dagen retour te nemen. Echter is niet elke dropshipleverancier bereid om op zijn beurt het product
weer van jou aan te nemen. Dus wat ga je doen als jouw leverancier in China de retour van de klant niet wil
ontvangen? Dan blijf jij dus opgezadeld met een extra product die je misschien niet meer kan verkopen.
Het grote voordeel van dropshipping is dat je niet hoeft te investeren in een voorraad. Hiermee bespaar je veel
kosten en het risico dat een voorraad niet wordt verkocht. Om een succesvolle dropshipping website te draaien
moet je dus hele goede afspraken maken met jouw leverancier. Wanneer de leverancier de bestellingen op jouw
website netjes en op tijd aflevert bij de klant kan dropshipping heel interessant zijn voor startende ondernemers.
1
2
Klant Jij/beheerder Leverancier
Plaatst bestelling op jouw webwinkel
2
Speelt deze door naar jouw leverancier
Verzending gaat direct naar de klant.
3
Geen (kosten) opslagFocus op onderhouden webshopGeen omkijken naar orderproces
21
Van idee naar succesOpdracht 12
Goed gedaan! Je bent aan het einde gekomen van de eerste module van E-commerce leerjaar 2.
Je bent gedurende deze module bezig geweest met de volgende onderdelen:
Eigen product of dienst bedacht Concurrentenanalyse Doelgroepanalyse Unique Selling Points Zoekwoorden Zoekwoordenonderzoek
Verkoopmethodes
Om module 1 af te ronden moet je nu alleen nog een paar vragen beantwoorden in het werkboek. Een daarvan is het bedenken van een eigen bedrijfsnaam.
Lees hieronder een paar tips voor het bedenken van een goede bedrijfsnaam:
1. Wees duidelijk
Je bedrijfsnaam moet duidelijk zijn voor klanten zodat ze direct weten wat je aanbiedt en verkoopt. Bijvoorbeeld: Internetbureau Way2Web of Bakkerij van Swaanen.
2. Zorg voor creativiteit
Een opvallende naam blijft hangen bij klanten en maakt je beter vindbaar op internet. Hoe origineel je naam kan zijn hangt overigens wel af van de activiteiten van jouw bedrijf. Bijvoorbeeld …
3. Geef je naam ruimte
Voorkom dat je met je naam je bedrijfsactiviteiten teveel beperkt, anders zul je nooit andere producten of diensten kunnen aanbieden. Mensen verwachten bij een bedrijfsnaam: Jeans By Kees niet dat je ook sportschoenen verkoopt. Met een bredere naam bereik je in het algemeen ook een grotere doelgroep.