Download - Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

Transcript
Page 1: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

IN DIT NUMMER

Dr. Palevsky over vaccinaties en ziek zijn bij kinderen Het Gebruik van Vitamine C bij kinkhoest Oproep verhalen ongevaccineerde kinderen Juridische feiten over ‘verplichte’ Hepatitis B vaccinatie - Deel 2 Wie het onbekende vreest: Polio Van het bestuur Colofon

NUMMER

01MAART 2014

Dit is het verslag van een video interview met de Amerikaanse kinderarts Dr. La-wrence Palevsky uit oktober 2012 door Dr. Mercola1. Dr. Palevsky behoort tot de wei-nige mensen die in staat zijn deze complexe materie bijzonder praktisch en toegankelijk te verwoorden.

Met dank aan Berry Vrijaldenhove voor vertaling.

Dr. Lawrence Palevsky is een gekwalificeerd kinderarts die het welzijn en de ziekten van de kinderen door middel van voe-dingsleer, medische milieukunde, chiro-practie, osteopathie en andere natuur­lijke behandelwijzen op een holistische manier benaderd in zijn kliniek in New York. Hij heeft ook gewerkt bij de spoedeisende hulp (SEH) voor kinderen, pediatrische en neonatale intensive care en begeleiding van kinderen in het ziekenhuis. Hij is één van de belangrijkste kinderartsen in de Verenigde Staten, die een voorstander is van een kritisch gebruik van vaccinaties. Ik (Dr. Mercola) heb dr. Palevsky voor het eerst geinterviewd in 2009, en ben blij om onze laatste disussie betreffende belangrijke informatie voor ouders en kinderartsen, te kunnen delen.

Vragen die we allemaal zouden moeten stellen....

Dr. Palevsky begon in de reguliere genees-kunde als een eerste hulp arts en daarna als IC arts in de neonatale intensive care. Door een groeiende ervaring realiseerde hij zich dat er vragen waren die ‘hij niet kon beant-woorden’, en werd zijn nieuwsgierigheid gewekt. Hij onderzocht Chinese en Ayurve-dische medicijnen, chiropractie, naturopa-thie, fytotherapie en andere filosofieën en

geneeswijzen, voor toepassing op zijn patiënten. Een grote verandering

kwam voor hem in 1991, toen de staat New York een wet

aannam die de Hepatitis B vaccinatie verplichtte voor alle pasgebore-nen.

Dr. Palevsky:‘Het was de eerste keer dat ik zag dat

vaccinaties werden toegepast voor een

ziekte die niet voorkwam bij pasgeborenen of baby’s.

Alle andere vaccinaties die ik kende volgden direct na de uitroei-

ing van allerlei ziekten bij verschillende bevolkingsgroepen. Voorheen werd een vac-cin ontwikkeld nadat een ziekte zijn piek had gehad, maar dit was er één die preventief werd toegepast. Het was zinloos dat we een bevolkingsgroep vaccineerden die weinig of geen risico liep. Ik ging mij afvragen wat hier aan de hand was. Een paar jaar later vernam hij van één van de moeders dat er kwik in de vaccins zat. Hierdoor wilde dr. Palevsky weten wat er nog meer zat in vaccins: hij ging de bijsluiters doornemen, volgde het productie proces en las over de

Dr. Palevsky over vaccinaties en ziek zijn bij kinderen

Page 2: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

2

bijwerkingen. Hij realiseerde zich dat er veel meer infor-matie was, dan hetgeen hij geleerd had op de universiteit (vaccins zijn veilig en effectief, geen discussie).

Hij zegt:‘Ik draaide mijn hoofd niet weg, toen ik tientallen, honder-den en later duizenden ouders hoorden zeggen dat hun kinderen gezond waren, totdat ze gevaccineerd werden. Binnen enkele dagen, weken of maanden ontstond een acute situatie. Die ouders werd door het reguliere medische systeem verteld dat ‘ ...het toeval was. Het kon geen relatie hebben met de vaccinatie’. Nieuwsgierig naar wetenschap en vraagstukken, werd het mij duidelijk dat het geen toeval was en dat er meer aan de hand was. De literatuur steunt het feit dat vaccinaties veel meer bijwerkingen geven op het genotype (erfelijke eigen-schappen) van de mens, het immuunsysteem, de hersenen en de intracellulaire functies. Het publiek is hier niet van op de hoogte.’ Er is geen degelijk onderzoek gedaan naar de veiligheid van vaccinatiesVoorstanders van vaccinaties zeggen dat er meer dan 20.000 onderzoeken zijn, die ‘bewijzen’ dat vaccins veilig zijn. Maar bij nadere bestudering onthullen de onderzoe-ken iets anders. Dr. Palevsky legt uit:‘.. willen we ons verdiepen in de onderzoeken, dan moe-ten we ook kijken naar wie deze onderzoeken financieren. Wat was de opzet van de studie? Wie waren de controle groepen? Hoeveel kinderen waren betrokken bij het onder-zoek? Ik denk dat in de meeste studies de veiligheid niet is aangetoond.Waarschijnlijk is een van de oorzaken dat de vaccinprodu-centen en de reguliere medische organisaties geen onder-zoek hebben verricht naar de vergelijking tussen gevacci-neerde en niet-gevaccineerde kinderen. Om te achterhalen of gevaccineerde kinderen bijwerkingen vertoonden na een vaccinatie, moeten we een placebo groep inzetten die een niet-werkzame injectie hebben ontvangen. De eva-luatie is dan het onderzoek van symptomen die zich kunnen ontwikkelen in gevaccineerde kinderen ten opzichte van de controle groep. Dergelijke studies zijn niet verricht. Ze zijn niet gedaan omdat het reguliere medische systeem zegt dat het onethisch is kinderen niet te vaccineren. De meeste veiligheids studies zijn uitgevoerd in een periode van één tot vier weken. De kinderen werden gevolgd in deze periode. Ze werden niet zeer intensief gevolgd om te zien of er zich symptomen ontwikkelden in relatie tot het vaccin dat ze vier weken eerder hadden ontvangen. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen het voorkomen van vaccina-tiereacties bij deze kinderen ten opzichte van de frequentie van identieke symptomen binnen de algemene bevolking. Daarna wordt gecontroleerd of de gevaccineerde groep een hoger aantal symptomen vertoont dan binnen de gehele populatie. Maar het probleem is dat de gehele po-pulatie is gevaccineerd, dus er vindt alleen een vergelijking plaats tussen gevaccineerde groepen.’Bovendien, de studies zijn te kort voor eventuele lange-termijn ontwikkelingen veroorzaakt door vaccinaties.

‘... Ze volgen de kinderen niet lang genoeg om te kunnen bepalen wat er gebeurt na drie maanden, zes maanden, drie jaar, zes jaar, of tien jaar. Er kunnen auto-immune antilichamen of bepaalde immuunreacties in het lichaam blijven hangen of achterblijven in het genetisch materiaal. Er is een verandering in het DNA, dat zich wellicht jaren later manifesteert door stressoren, of zelfs door een ander vaccin, ‘ zegt dr. Palevsky. Zulke studies zijn niet verricht, dus ik weet niet of vaccins veilig zijn. ‘...We kijken niet op micro-moleculair nivo, ‘Zijn er auto-immune antilichamen geproduceerd? Werden er ontstekingsmarkers geproduceerd? Waar bevonden deze markers zich? Bleven ze aanwezig in het lichaam? Ontwikkelden deze zich tot klinische symptomen? Zijn het relevante symptomen? Dat onderzoek is niet verricht. Maar we zeggen wel dat vaccins veilig zijn, omdat we ze al zo-lang geven. En iedereen die wetenschappelijk is ingesteld, zal zeggen dat dat niet voldoende is.’

De wereld is niet plat...Er zijn steeds meer rapportages van kinderartsen die ouders de toegang ontzeggen, omdat ouders het niet eens zijn met het uniforme vaccinatieschema van het (Ameri-kaanse) Centres For Disease Control and Prevention (CDC). Sommige kinderartsen zullen zelfs weigeren te antwoor-den op vaccinatie vragen of zorgen, of ze ‘ontslaan’ je als patiënt en vertellen je dat je ergens anders hulp moet vragen. Terwijl de meeste kinderartsen het beroep hebben aanvaard vanwege hun eeuwigdurende liefde voor kinde-ren, zijn velen vastberaden, en een beetje blind, in het ge-loof dat er geen ruimte is voor vragen of onenigheid over vaccinaties. Zij hebben helaas niet de weg bewandeld zoals dr. Palevsky, ikzelf en vele andere artsen, die trachtten een antwoord te vinden op diepere vragen.

Dr. Palevsky vervolgt:‘Die volgelingen zijn dezelfde mensen die zeiden dat de wereld plat was. Dit is het grootste probleem, omdat de wereld niet plat is. Wetenschap ontwikkelt zich. Wat de ou-ders zien, zien sommige artsen. Wat veel wetenschappers zien, is dat wetenschap zich ontwikkelt, dat wetenschap groeit. Het groeit zodanig, dat het zaken laat zien waarvan we dachten dat ze onveranderlijk waren. ‘De wereld was plat’ was een harde waarheid, totdat de ‘wereld rond was’. Ik denk dat we hier met een vergelijkbare situatie te maken hebben.Daarom worden ouders uit de kliniek gezet: omdat de wereld plat is, en het is onmogelijk dat de wereld rond is. Ik heb medelijden met deze gezinnen, vooral in regio’s waar slechts weinig artsen zijn bij wie ze terecht kunnen voor de zorg voor hun kinderen.’

Een ‘nieuw’ idee: misschien is het beter om bepaalde ziektes te krijgen in de kindertijdDat vaccinaties mogelijk bijwerkingen kunnen veroorzaken in het lichaam is één ding. Maar een ander onderbelicht aspect is, dat een aantal vaccinaties voorkómt dat bepaal-de ziektes een plek in de kindertijd krijgen – en die uitein-delijk een voordeel zijn voor de toekomstige gezondheid van een kind.

Page 3: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

Kritisch Prikken - Nummer 01 Maart 2014 3

Dr. Palevsky legt uit: ‘...vele ziekten waartegen we vaccineren zijn belangrijke ziektes voor kinderen, zodat hun immuunsysteem, zenuw-stelsel en hersenen zich kunnen ontwikkelen.Ik leerde dit in de tachtiger jaren toen ik student was, en les kreeg van artsen die sinds de veertiger jaren pediatrie praktiseerden. Zij vertelden dat de arts altijd een ontwikkelingsspurt zag bij kinderen in hun praktijk die mazelen, waterpokken, rodehond en griep hadden doorgemaakt en, afhankelijk waren van hun eigen gestel, geen medicijnen kregen maar tijdens hun ziek zijn werden gesteund. Dit is de kennis van virologie, waarom virussen er altijd al zijn geweest, en wat hun functie is in het lichaam. De functie van virussen is de bescherming van de gastheer, het schoonmaken van het lichaam, en het opruimen van obstakels voor een optimale cellulaire functie. Dit zouden we moeten leren op de univer-siteit maar meestal gebeurt dat niet.

Er zijn zoveel mogelijkheden voor het steunen van een kind tijdens een virale ziekte. Vele virussen zijn nogal on-schuldig. Ze zijn soms niet zo onschuldig in sommige delen van de wereld waar armoede en ondervoeding is, waar gebrek is aan hygiëne en waar oorlog heerst, wat betekent dat de gezondheids omstandigheden niet optimaal zijn. Maar een optimale genezing is mogelijk in de Verenigde Staten, en de meeste ziekten zijn behoorlijk goedaardig.’De mazelen is een klassiek voorbeeld. In veel gevallen veroorzaakt het koorts, loopneus, hoest en uitslag, maar lost binnen een paar dagen op zonder ernstige consequen-ties. In zeldzame gevallen kan mazelen leiden tot encefa-litis (hersenontsteking) dat ernstig kan zijn en kan leiden tot doofheid en ontwikkelingsachterstand... en dit was de reden voor het ontwikkelen van een mazelenvaccin. Maar zoals dr. Palevsky uitlegt, was er een dramatische toename van encefalitis, nadat het vaccin werd geintroduceerd:

‘... toen er werd gezegd dat de mazelenvaccin in 1963 werd ingevoerd om de grote aantallen encefalitis te voorkomen die werden veroorzaakt door een langzame virale ontwik-keling, maanden of jaren later, van een mazeleninfectie, ging ik onderzoeken hoeveel gevallen van sub-acute sclero-tiserende panencefalitis of SSPE waren gedocumenteerd.Dit was 0.0061%. Er was een 0.0061% kans op encefalitis na een mazelen infectie. Nou, dat is niet een gigantische hoeveelheid gevallen van mazelen encefalitis.Maar nu heeft 1 op de 88 kinderen autisme, en het is be-hoorlijk goed gedocumenteerd in de literatuur dat één van de meest voorkomende pathologieën in autisme encefalitis of hersenontsteking is. Eén op de 88 is 1.14% hersenontste-king of 1.14% encefalitis. Dus we zijn gegaan van 0.0061% encefalitis na mazelen naar 1.14% encefalitis in kinderen. Ik weet niet in hoeverre het mazelenvaccin verantwoorde-lijk is voor dit cijfer, maar we hebben meer gevallen van encefalitis ná vaccinatie, dan vóór de introductie van het mazelen vaccin. Dus hoe succesvol zijn we geweest in de reductie van de negatieve effecten van deze ziekte?’

Wat doe je als je kind een virale ziekte heeft?Als je kind ziek wordt, ben je geneigd naar de SEH te gaan. Dit moet gebeuren als je kind:• Niet alert is, geen antwoorden geeft of niet interactief is

• Een verandering in mentale conditie vertoont• Een verandering in urine productie• Niet ademt• Huidskleur grijs of blauw is• Slap of lethargisch is• Onder drie maanden is met koorts

Als deze symptomen niet aanwezig zijn, en je kind is sta-biel, dan suggereert dr. Palevsky het volgende:‘...het belangrijkste wat een ouder kan doen is bij het kind blijven, zodat de ontwikkeling kan worden bijgehouden. Dit kan snel veranderen...blijf bij het kind. Als het kind borstvoeding krijgt, geef het dan opnieuw de borst, als het kind geen borstvoeding krijgt, laat het drinken. Het beste wat je kunt doen voor een ziek kind is laten drinken, met water op kamertemperatuur of boullion. Als ze kip eten, geef kippenboullion. Nogmaals, geef niets wat teveel inspanning vergt.Ik geloof in een uithongeringsdieet voor zieke kinderen. Vooral omdat ze gestressed zijn, en de ingewanden niet voldoende doorbloeding krijgen tijdens stress. Daarom is de vertering op dat moment minder goed. Voeding moet daarom beperkt worden tot het minimum – bijna uithongering. Geef alleen bouillons, thee, heldere vloeistoffen en observeer. Blijf hydrateren, vocht toe-dienen, laat de nieren werken, laat ze afvalstoffen weg-spoelen en stop het kind in een warm bad, dat helpt ter ontspanning en zal de darmactiviteit stimuleren, en dat is weer een manier afvalstoffen af te voeren. Uitscheiding is belangrijk.Het plan is om er niet meer afval in te stoppen. Je wil ze niet overvoeren. Je wil ze niet over­stimuleren. Je houdt ze in een donkere kamer, zonder geluiden, zonder visuele prikkels. Je vermindert de hoeveelheid informatie en acti-viteit dat het zenuwstelsel en het verteringsstelsel stimu-leert. En je kijkt. Je blijft kijken. Je blijft bij het kind. Studies laten zien dat als je het kind vasthoudt en meeademt, het adempatroon van het kind synchroniseert met de ouder, en de genezing daardoor versnelt. … het is een vorm van ondersteunende zorg, en dit is ‘old school’. Ik bedoel, dit is de wijze zoals de kinderartsen die mij hebben lesgegeven, hun gezinnen verzorgden in de veertiger en vijftiger jaren. Zij bleven naast het bed van het kind zitten als het ziek was. Het is duidelijk dat artsen dat niet veel kunnen doen, maar de ouders wel. En ze kunnen altijd in verbinding blijven staan met de arts, om zeker te zijn dat alles naar wens verloopt.De gezinnen in mijn kliniek zien kortere koorts periodes en korter ziek zijn, zolang ze de reinigingsprocessen die horen bij het ziek zijn niet verstoren, hun kind niet overvoeren, en rustig blijven.

Bron1 http://articles.mercola.com/sites/articles/archi-ve/2012/10/06/dr­palevsky­disease­vaccines.aspx

Zie ook: http://www.drpalevsky.com/https://www.facebook.com/pages/Lawrence­B­Palevs-ky­MD/110703415650945http://www.nvic.org/Ask­Eight­Questions.aspx

Page 4: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

4

Het Gebruik van Vitamine C bij kinkhoest Op de website van International Medical Council on Vaccination staat al enige tijd een uitgebreid informatief stuk geschreven door Dr.Suzanne Humphries, dat gaat over de behandeling van kinkhoest met hulp van vitami-ne C. U leest hier een ingekorte en bewerkte versie hier-van. Met dank aan Berry Vrijaldenhove voor vertaling.1

IntroductieBen je bezorgd dat je (on)gevaccineerde kind kinkhoest krijgt? Dat is niet nodig, als je weet hoe je je kind moet verzorgen als het ziek wordt. De angst binnen de regu-liere medische wereld wordt veroorzaakt doordat men geen behandelplan heeft tijdens kinkhoest. De pertussis (kinkhoest) bacterie is erg verraderlijk en produceert ver-scheidene toxines. De toxine productie is de belangrijkste reden voor de ernstige symptomen. Conventionele artsen behandelen deze problemen nooit. Ze geven antibiotica , maar daarvan is nooit aangetoond dat het de duur en de ernst van de hoest bekort in deze specifieke ziekte.

Vitamine C, in hoge orale doseringen (via de mond), zullen jou en je kinderen er doorheen slepen, doordat de kinde-ren immuniteit opbouwen en die zal weer worden door-gegeven aan hun kinderen. Is vitamine C een wondermid-del? Nee, maar de meeste ouders die het geven aan hun kinderen zien een grote verbetering. Dit geldt ook voor de kleinsten. De meeste ouders melden een aanzienlijke af-name van het hoesten in de eerste 24 uur van toediening. Dit wordt bereikt doordat de toxine geneutraliseerd wordt door vitamine C.

Ook een gevaccineerd persoon of kind kan kinkhoest krij-gen, in zijn ernstigste vorm. De meeste baby’s ouder dan 6 maanden die kinkhoest krijgen, zijn volledig en ‘voldoende’ gevaccineerd. In 2012 publiceerde professor in infectie-ziekten, dr. Maxwell Witt van het Keyser Permanente in Californië, een studie die aantoonde dat kinkhoest het meest voorkomt bij volledig gevaccineerde kinderen.

‘Onze gegevens suggereren dat het huidige schema van het a-cellulaire pertussis vaccin onvoldoende is tegen het uitbreken van pertussis. We hebben een aanzienlijke toena-me gezien van de ziekte in de leeftijdsgroep 8-12 jaar (…). A-cellulaire vaccins zijn niet onderzocht op hun effectiviteit in Noord-Amerika en er bestaan geen studies over lan-ge-termijn immuniteit (…).We onderzoeken de factoren die verantwoordelijk kunnen zijn voor deze toename.’

‘Onze ongevaccineerde en onvolledig gevaccineerde bevol-king lijkt niet bij te dragen aan de toename van het aantal pertussis gevallen. Verrassend genoeg is de hoogste toena-me te vinden binnen de groep gevaccineerde kinderen in de leeftijd 8-12 jaar.’

Er is nog een ander belangwekkend rapport, naast de studie van dr. Witt. In een gecontroleerde studie werd 86% van de kinkhoest gevallen geconstateerd binnen de groep van volledig gevaccineerde schoolkinderen!

Vóór de vaccinatie waren kinderen minder vatbaar voor kinkhoest, omdat er echte ‘groeps­immuniteit’ bestond en moeders hun immuniteit doorgaven aan hun kinderen in hun meest kwetsbare periode. Sinds de vaccinatie is deze groeps­immuniteit verdwenen en zijn kinderen nu vatbaar-der, doordat hun gevaccineerde en niet­immune moeders geen specifieke antilichamen en cellulaire immuniteit voor kinkhoest konden doorgeven. Dit wordt bevestigd in de medische literatuur:

‘Verminderde maternale immuniteit verhoogt het risico voor infecties bij de jongste leeftijdsgroepen, die niet ten-minste twee vaccins hebben ontvangen.’

Als kinkhoest zijn gebruikelijke verloop volgt, zullen de zogenaamde zwakke kinderen ­ waar voorstanders van vaccinatie moord en brand over schreeuwen ­ beschermd worden door de moederlijke antistoffen en moedermelk, totdat zij oud genoeg zijn om de ziekte zelf te bestrijden. Nadat de vaccinaties werden geïntroduceerd, werd deze bescherming ondermijnd, omdat de moeders hoogstens hun vaccin­antistoffen konden doorgeven aan hun kinde-ren. Deze bescherming is niet effectief noch blijvend. De reden voor deze afnemende moederlijke immuniteit wordt veroorzaakt door lagere gehaltes lange­termijn antistof-fen, en ook worden de antistoffen (IgA) niet doorgegeven in de borstvoeding van gevaccineerde moeders. We weten inmiddels dat twee of zelfs drie vaccins geen garantie zijn voor immuniteit.

Een recente studie suggereert dat natuurlijke immuniteit voor kinkhoest tenminste 30 jaar aanhoudt, terwijl de immuniteit van een vaccin 3 jaar bescherming biedt. Door de beperkte immuniteit na vaccinatie, worden kinkhoest boosters aanbevolen voor 8­12 jarigen en volwassenen (in de VS).

Kinkhoest is overal; het vaccin is wat betreft uitroeiing of preventie een treurig fiasco geworden. Kinkhoest wordt inderdaad ­ geven zelfs fervente vaccinatievoorstanders toe ­ voornamelijk verspreid door gevaccineerde kinde-ren, pubers en volwassenen, die onvoldoende immuniteit bezitten. Desondanks zullen ze zeggen dat het vaccin niet het probleem is, maar het aantal vaccins. Conventionele medische studies tonen echter aan, dat de afname van bacteriën en de immuniteits­respons niet voldoende is binnen de gevaccineerde groep, vooral na a­cellulaire kinkhoest vaccins.

Het is bekend dat kinderen die kinkhoest gehad hebben en nooit zijn gevaccineerd, belangrijke antistoffen ontwik-kelen, in tegenstelling tot de gevaccineerden. Vaccinatie-voorstanders hebben dit natuurlijke fenomeen uitgebuit, met hun steun aan het ontwikkelen van vaccins met daarin meerdere antigenen. Wat ze niet begrijpen is, dat het de natuurlijke complexe cellulaire en bronchiale respons is, die zorgt voor een volledige bescherming. Het is aange-toond dat de reactie op kinkhoest toxines veel intenser is bij ongevaccineerden, dan bij gevaccineerden. Door deze reactie zal de natuurlijke immuniteit nieuwe bacteriën veel sneller bestrijden, dan bij gevaccineerden. Er is een im-mens verschil tussen een brede, langdurige immuniteit na

Page 5: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

Kritisch Prikken - Nummer 01 Maart 2014 5

een natuurlijk ziekte, en de beperkte antistof ontwikkeling en kortdurende immuniteit na een vaccinatie.

Als je kind kinkhoest heeft, dan zal de arts antibiotica voor-schrijven, maar deze verkorten het ziektebeeld niet, en voegen niets toe.

Wanneer je kind kinkhoest krijgt, is dat geen probleem omdat het dit de mogelijkheid geeft de ziekte onder con-trole te krijgen en het de komende decennia immuun zal zijn. Overal ter wereld weten ouders dat iedere baby, op elke leeftijd, kan overleven zolang de moeder weet wat ze moet doen.Het is interessant te weten dat een goed begeleide kinkhoest waardevol is, en dat vele kinderen hun astma en andere aandoeningen permanent kwijtraken na een natuurlijke kinkhoest periode. Aan de andere kant zijn er vele kinderen die kinkhoest kregen en behandeld werden met steroïden en antibiotica, en nu lijden aan chronische longproblemen en allergieën.

Het klinisch verloop van kinkhoestKinkhoest kent twee fases. De eerste fase, kolonisatie, is net als een verkoudheid, met koorts, malaise en hoes-ten, dat verergert in de volgende 10 dagen. Dan lijkt het alsof de verkoudheid verdwijnt en er geen reden meer is voor zorg. De tweede toxische fase van pertussis begint geleidelijk. Het kind krijgt een vreemde hoest, en na zo’n twee weken wordt de hoest sterker, met voortdurende en terugkerende hoestbuien die vaak eindigen met het karak-teristieke snakken naar adem. De hoest treedt ’s nachts vaker op. Als de hoest verandert en meer een blaf wordt, en frequenter optreedt – een patroon van ‘elk uur, op de minuut af’­ dan is het waarschijnlijk kinkhoest.

De klassieke manier van diagnose stellen is de aanraking van de tong met je vinger, en kijken of de hoest optreedt; of als eten de hoest prikkelt (eten raakt de tong), denk dan aan kinkhoest.

Aan het einde van de hoestperiode (1 maand) kan een dikke klont slijm worden opgehoest. Dit komt uit de lagere regionen van de longen, omdat het toxine van de bacterie uiteindelijk de trilhaartjes in de bronchiolen, die zorgen voor het omhoog stuwen en verplaatsen van het slijm (dat zorgt voor het soepel houden van het oppervlak), vernie-tigd heeft.

Hoe sneller de vitamine C wordt toegediend, hoe minder verlies van trilhaartjes in de bronchiolen. Als de trilhaartjes verloren zijn gegaan, en de hoest droog wordt, komt dat omdat de slijmvliezen niet meer vochtig zijn. De meeste kinderen hebben ‘alleen’ problemen als ze hoesten, zolang zij het slijm kunnen ophoesten en het niet gaat vastzitten (waar door ophoping hiervan secundaire infecties, zoals longontsteking kunnen ontstaan). De resterende tijd zijn ze klachtenvrij.

De verzorger verzorgenAls ouder ben je misschien in de greep van de angst en ben je er mogelijk van overtuigd dat je dit niet zonder arts aan-kan, die je misschien ook nog zal verwijten dat je je kind

niet gevaccineerd hebt. Het eerste dat je moet doen is diep inademen en visualiseren dat je kind volledig geneest en voor de komende 30 jaar immuun zal zijn. Volg je kind de hele dag, schrijf alles op, inclusief hoe je je voelt. Als het kind heet aanvoelt, neem dan gerust de temperatuur op, al zegt dat niet zo veel. Gebruik nooit paracetamol of koorts-remmers. Ouders zijn vaak bang voor koorts, maar koorts is essentieel voor de genezing. Zonder koorts zouden we niet overleven. Vooral koortsstuipen vinden mensen vaak eng, maar zelfs die angst is ongegrond, zegt het conserva-tieve NIH (National Institute of Health).

Een aanbeveling aan moeders die borstvoeding geven, vooral als de moeder zelf kinkhoest heeft: neem dagelijks veel vitamine C, dag en nacht, om te voorkomen dat je het toxine doorgeeft aan het kind. Neutraliseer de toxine in je eigen lichaam. Als de baby geïnfecteerd is en de moeder neemt voldoende vitamine C, zal het kind door de borst-voeding snel van de eigen hoest verlost raken.

De kinkhoest bacterieLaat duidelijk zijn dat de Bordetella pertussis, de bacterie verantwoordelijk voor de kinkhoest, eigenschappen heeft die andere bacteriën niet hebben, en dat maakt het zo gecompliceerd: het scheidt verschillende toxines uit, en hecht zich aan de cellen van de luchtwegen.

De slijmvliezen van de luchtwegenzijn over de hele linie bedekt met harige (gecilieerde) epitheelcellen. De cilia bewegen in één richting, en stuwen het slijm in de richting van de keel, waar het wordt doorgeslikt. In de bronchiolen veranderen de cellen van structuur, maar zijn nog steeds gecilieerd, bekleed met trilhaarcellen. Normaal gespro-ken bewegen de trilhaartjes continu. Het is deze continue beweging dat de luchtwegen vrij houdt van binnendringen-de ziekteverwekkers. Als ze dit niet doen, dan zouden we overgenomen worden door bacteriën en virussen die we elke dag inademen. De slijmvliezen vormen een onder-deel van het essentiële immuunsysteem en is bezaaid met immuunglobulines (antistoffen). Het slijm moet in beweging blijven, vooral bij een ziek kind. Als de kinkhoest bacterie eenmaal vat krijgt op de trilhaartjes, scheidt het een tracheale cytotoxine uit, waardoor de trilhaartjes beschadigen en ze niet meer kunnen bewegen, en worden de cellen vernietigd. Het slijm wordt niet meer verplaatst en blijft vastzitten. Er is een toename van slijm, ademen

Page 6: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

6

Advies voor ouders/verzorgers - neem dagelijks:

­ één eetlepel levertraan, of het equivalent hiervan in capsulevorm (bijv. 4x 1000 mg).­ 10 gram vitamine C, verspreid over de dag/tijd dat je wakker bent.

Gebruik vitamine C in poedervorm, bij voorkeur magne-sium ascorbaat. Meng 10 gram (= 2 theelepels) in een hoeveelheid water die je op die dag gaat drinken en splits de inname hiervan op in bijvoorbeeld 4 porties verspreid over de dag.

Zorg voor voldoende vocht in de vorm van water geduren-de de hele dag, begin daar ’s morgens al mee als de nieren het meest actief zijn. Een optie is om 5 gram vitamine C in een half glas water in te nemen voor een extra shot. Wordt hiervan je ontlasting te dun, halveer dan de dosering.

Advies voor baby aan de borst:Moeders die borstvoeding geven kunnen wat melk uit de borst halen en in een glaasje of kopje doen en dit ver-mengen met een mespunt vitamine C poeder. Vervolgens kun je dit met hulp van een (plastic) pipetje in het mondje van je baby druppelen. Doe dit langzaam, druppelsgewijs, gespreid over enkele minuten. Een andere manier van

wordt moelijker en dat zet het lichaam aan tot hoesten om het slijm alsnog kwijt te raken, zodat ademen weer mogelijk wordt.

Zolang het slijm blijft bewegen, ontstaat er geen secundaire infectie. Vitamine C en voldoende drinken houdt het slijm dun. Als je start met vitamine C, wordt het slijm snel dunner en de patiënt kan in de eerste 24 uur daarop grote hoeveelheden slijm ophoesten.

De vitamine C doodt de bacterie niet. Wel mobiliseert het neutro-fielen en fagocyten (de immuun-cellen die de infectie bestrijden); zonder vitamine C hebben ze geen brandstof om te kunnen functioneren. De toxine vormt een ‘barrière’ voor het immuunsysteem. Door het gebruik van vitamine C lost de barrière op, waardoor het immuunsysteem de bacteri-en kan aanvallen. Het neemt een volle 100 dagen in beslag om de bacteriën te verwijderen, maar het kind zal GEEN ernstige symptomen ontwikkelen, omdat je het systeem schoonhoudt en het immuunsysteem haar normale werk-zaamheden kan voltooien.Als de dosis correct is, dan zal binnen 8 uur een 2/3 reduc-tie van het hoesten optreden. Als je te snel vermindert met vitamine C toediening, bijvoorbeeld eerder dan 4 we-ken, kan de hoest weer toenemen. Je moet dan weer terug naar de oude dosis. Onderbreken van vitamine C toedie-ning is daarom niet aan te raden. Als je kind diarree krijgt, dan is waarschijnlijk de vitamine C dosering te hoog. In dat geval verminder je de dosering met 50% en je observeert.

Bij de meeste kinderen zal de hoest met een kwart ver-minderen, als de juiste dosis vitamine C wordt toegediend. Maar je moet nog steeds weten hoe je de hoeveelheid slijm bij kinkhoest bij baby’s moet aanpakken. Baby’s heb-ben niet voldoende buikspier­activiteit om op te hoesten, en hun nauwe bronchiolen zijn een nadeel in vergelijking met oudere kinderen. Als het slijm niet beweegt en secundaire infecties ontstaan, dan kan dat problemen veroorzaken.

Als je een hoge dosis geeft en het lijkt niet te werken, dan zijn er onder andere de volgende mogelijke redenen: ­ Suiker in de voeding. Ook honing en alle ‘goede’ suikers. Suiker is een concurrent voor het vitamine C transport in

de cellen. Dit geldt ook voor enkel-voudige koolhydraten.­ Melkproducten moeten te allen tijde worden vermeden.­Overweeg het weglaten van tarwe en gluten gedurende een paar weken.­ ORS of producten die sucralose bevatten onderdrukken het im-muunsysteem, vermijd ze.

Waarschuwing: als je te snel stopt met vitamine C, zal je zien dat de

hoest snel toeneemt. Als kinderen voelen dat de vitamine C de hoest tegenhoudt, en de ouders stoppen de toediening, komen de kinderen weer naar je toe en vragen om meer. Het moet meerdere weken gebruikt worden, anders krijg je steeds terugval en ogenschijnlijke genezing. Een goed ver-zorgde baby of kind verliest geen gewicht tijdens kinkhoest.

De herstelperiodeAls een kind 6­9 maanden na herstel van kinkhoest een verkoudheid krijgt, zal het kind weer gaan hoesten, op de-zelfde wijze als gedurende de kinkhoest periode. De reden is, dat het lang duurt voordat de trilhaartjes op de slijm-vliezen weer terugkeren. Iedere infectie zonder trilhaartjes in de bronchiën zal uitlopen op vastzittend slijm. Omdat de trilhaartjes in de bronchiën beschadigd zijn moet het vastzittende slijm de trigger zijn van een heftige hoest, zo-dat het slijm uit de onderste lagen van de longen omhoog gehoest kan worden. Gebruik daarom ter voorkoming van longontsteking geen hoestdempende middelen.

1 http://www.vaccinationcouncil.org/2012/09/07/vita-min­c­for­whooping­cough­updated­edition­suzanne­humphries­md/

Kinkhoest: Hoeveel vitamine C en hoe toe te dienen volgens Dr.Suzanne Humphries

Page 7: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

Kritisch Prikken - Nummer 01 Maart 2014 7

Beste ouders,

Wij willen jullie vragen mee te doen aan een bijzonder initiatief een boek uit te brengen waarin vele verhalen opgetekend zullen worden door ouders die hun kind(eren) ongevaccineerd door het leven leiden.

Dus:Wat zijn de overwegingen, ervaringen?Hoe is de gezondheid van jullie kinderen, zoals jullie het als ouders beleven? Hebben ze een (kinderziekte) doorgemaakt en zo ja hoe was het verloop, hoe hebben jullie dat begeleid?

Andreas Bachmair verzamelde al eerder verhalen van Duitssprekende ouders en hij heeft dit in boekvorm uitge-geven. Een vertaling ervan in het Engels, Frans en Spaans is al gemaakt en uitgegeven. Nu willen wij dat ook graag voor het Nederlands taalgebied. Hiervoor zijn Nederlandse of Belgische verhalen door Nederlandse of Nederlandstali-ge ouders te gebruiken.

Ik nodig jullie van harte uit om jullie authentieke verhaal aan mij op te sturen. Natuurlijk is een verhaal “uit het hart gegrepen” en direct uit de eerste hand het beste.Samen met Tineke Schaper en Cisca Buis, (medeauteurs van ‘Vaccinaties Doorgeprikt’) gaan we een bundeling maken. Vervolgens zal Andreas Bachmair de uitgave ver-zorgen.

Graag voor 1 april ontvang ik hopelijk van velen het ver-haal. Op mijn mailadres: [email protected]

Met hartelijke dank voor jullie inspanningen. Het wordt zeker een boek dat de moeite waard is om te lezen voor zowel (nieuwe) ouders, grootouders, verzorgers , als zorg-professionals.

Zie ook:www.vaccineinjury.info en over zijn onderzoek www.examiner.com en het boek ‘Vaccine free’ door Andreas Bachmair

Noor Prent

verstrekken kan zijn om het toe te dienen terwijl de baby aan de borst drinkt. Een mespunt is ongeveer 250 mg, ga uit van 3 tot 4 maal daags deze hoeveelheid.Vertrouw als voedende moeder niet alleen op de vitamine C die je baby via jouw voeding binnenkrijgt. Er zit 8 uur tijd tussen jouw eigen vitamine C inname en het moment dat het in je melk komt en je baby het kan drinken. Ben je als moeder zelf ook besmet met kinkhoest dan heeft jouw lichaam ook een verhoogde vitamine C behoefte en blijft er minder over om door te geven aan de baby via jouw moedermelk.

Advies voor baby die de fles krijgt:Krijgt de baby kunstvoeding, voeg dan de vitamine C poeder toe aan elke fles.

Advies indien de baby echt ziek is – dosering:Is de baby of het kind duidelijk ziek, houd dan als dosering aan 375 mg vitamine C per kilogram lichaamsgewicht per etmaal en geef dat via bovenstaande manieren gedu-rende de uren dat de baby wakker is. Geef iets meer voor de nacht om ervoor te zorgen dat ook tijdens de slaap voldoende vitamine C beschikbaar is. Bij de meeste verpakkingen vitamine C poeder wordt een maatschepje meegeleverd.

Als je begint met toedienen van vitamine C zal het gevorm-de slijm duidelijk dunner worden. Het gevolg daarvan is dat er de eerste 24 uur veel meer slijm los zal komen, juist omdat het dunner is en makkelijker kan worden opge-hoest.

Is jullie kind ongevaccineerd?

Page 8: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

8

Door Karin van Waarden, jurist en redactielid Kritisch Pr!kken.

Vorig jaar heeft in het eerste blad van 2013 een stuk ge-staan over de hepatitis B vaccinatie voor werknemers. In dit stuk is aangegeven dat er nog een vervolg zou komen met betrekking tot de gevolgen van een hepatitis B infectie voor een werknemer. Door omstandigheden heeft het een jaar geduurd voor dit kon worden waargemaakt, maar is het uiteindelijk gelukt. In dit stuk wordt besproken wat de gevolgen zijn indien een werknemer drager is van het hepatitis B virus en of de werknemer verplicht kan worden zijn huidige werk-zaamheden neer te leggen. Tevens wordt de stelling van de Commissie Preventie Iatrogene Hepatitis B ten opzichte van niet gevaccineerd personeel en vaccinatie als toela-tingsgrond besproken en wordt er een korte toelichting gegeven over het aantal onderzochte zaken door Commis-sie Preventie Iatrogene Hepatitis B.

De instantie die over de voortzetting van de werkzaamheden moet oordelen is de Commissie Preventie Iatrogene Hepatitis B. Deze is op 1 februari 2000 ingesteld door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De taak van de Commissie bestaan uit “het advise-ren over voortzetting van werkzaamheden door medische beroepsbeoefenaren bij wie dragerschap van het hepatitis B virus is of wordt vastgesteld en die door de aard van de werkzaamheden een potentieel gevaar vor-men voor de patiënt”. Het gaat daarbij om medische beroepsbeoefenaren die invasieve handelingen verrichten.

De werkwijze van de CommissieDe werkwijze van de Commissie is als volgt:• De drager of anderen (bv directie zorgin-

stelling) melden het dragerschap.• De Commissie behandelt alle informatie strikt vertrou-

welijk.• De Commissie brengt advies uit aan betrokkene zelf.

Indien de uitspraak gevolgen heeft voor de voortzet-ting van de werkzaamheden, wordt het advies ook doorgegeven aan de werknemer.

• Het advies bevat een uitspraak of, en onder welke om-standigheden de werkzaamheden voortgezet kunnen worden.

Het is de verantwoording van de medewerker om het prikincident te melden binnen zijn werkomgeving en te laten beoordelen. In praktijk blijkt slechts de helft van de incidenten ter beoordeling te worden voorgelegd. Het niet melden van een prik incident heeft meerdere oorzaken, van het bagatelliseren van het prik incident tot de angst voor de gevolgen.

De voorzitter brengt een voorlopig advies uit over de voortzetting van de werkzaamheden. Dit wordt zo spoedig

mogelijk gevolgd door een definitief advies van de gehele Commissie. Dit advies wordt gebaseerd op “De Landelijke richtlijn preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten”. Indien er op basis van het advies periodieke controles op de mate van viremie (HBV­DNA in IU/mL) bij de HBV­ge-infecteerde gezondheidszorgwerkers moeten worden uitgevoerd, zal de secretaris van de Commissie op basis van een standaardprocedure nagaan of deze conform het advies van de Commissie worden uitgevoerd. “Het niet nakomen van de controles kan leiden tot een verbod op het uitvoeren van risicovormende handelingen1.” Indien bij de werknemer een hoge mate van viremie (meer dan 20.000 IU/mL HBV­DNA) wordt geconstateerd mogen geen risicovormende handelingen meer worden verricht. Dit kan leiden tot een beperking van de gebruikelijke beroep-suitoefening of het opgeven van het beroep, omdat het beroep niet uitgeoefend kan worden zonder risicohande-lingen te verrichten. Er is een mogelijkheid voor “advies op maat” waarbij overleg mogelijk is welke oplossingen er zijn

in de individuele situatie.

Bovenstaande geeft aan dat het ad-vies van de Commissie een dwingend karakter heeft. Hoe dit afgedwongen kan worden door de Commissie is helaas niet duidelijk. Ook is niet dui-delijk welke middelen de werknemer of de werkgever ter beschikking staan indien zij het niet eens zijn met het advies. Ik heb deze vragen gesteld aan de Commissie maar hier (nog) geen antwoord op ontvangen.

De stelling van de Commissie ten opzichte van niet gevaccineerd per-soneel en vaccinatie als toelatings-grond.

Een niet­gevaccineerde werknemer (die niet immuun is vanwege een geklaarde HBV­infectie), moet ieder kwartaal negatief getest worden om risicovormende handelingen te mogen verrichten. Hieruit volgt dus dat het weigeren van een vaccinatie tegen hepatitis B geen invloed mag hebben op de werkzaamheden zolang de testen maar ieder kwar-taal worden uitgevoerd.

Bij een sollicitatie kan, volgens deze richtlijn een geldige HBV­vaccinatiestatus of een onderzoek naar HBV­infectie als “functie­eis” dienen. Op zich zijn dit geen voorwaarden die, op basis van de definitie van een functie­eis, als func-tie­eis kunnen dienen. Wel kunnen een test op een HBV infectie of een vraag over de vaccinatiestatus onderdeel uitmaken van een aanstellingskeuring. Bij een verplichte aanstellingskeuring mag alleen de huidige gezondheids-toestand beoordeeld worden. Dat een weigering om deel te nemen aan een test op HBV­infectie een afkeuring-grond kan vormen is begrijpelijk omdat dit om de huidige gezondheidstoestand gaat. Ook de vaccinatie status maakt

De gevolgen van een hepatitis B infectie voor een werknemer

Page 9: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

Kritisch Prikken - Nummer 01 Maart 2014 9

deel uit van de huidige gezondheid. Echter een vraag over de vaccinatiebereidheid of een weigering om zich te laten vaccineren kunnen geen afkeuringsgrond vormen (heeft geen betrekking op de huidige gezondheid), geen “func-tie­eis” zijn en vormen ook geen risico bij de werkzaam-heden. Ik vind het dan ook frappant dat weigering om zich te laten vaccineren in deze Richtlijn wordt aangegeven als “functie­eis” en dat een werkgever op deze basis de sollici-tant kan weigeren. Tevens is het opvallend dat er in deze Richtlijn gesteld wordt dat een gevaccineerde werknemer geen kans meer heeft op een HBV-infectie terwijl in dezelfde Richtlijn wordt gesteld dat de gevaccineerde werknemer na het volledige vaccinatieschema gecontroleerd moet worden op afweer stoffen. De aanname dat de gevaccineerde werknemer geen risico meer loopt op een HBV-infectie is vooral op-merkelijk als wordt bedacht dat het beleid om werknemers te vaccineren ontstaan is na een prikincident waarbij een volledig gevaccineerde arts hepatitis B opliep.

Kort overzicht van het aantal onderzochte zaken door CommissieIn de jaren 2000­2008 zijn er 99 zaken van HBV­geïnfec-teerde werknemers onderzocht door de Commissie. Van hen behoorden bij 50 werknemers risicovormende han-delingen tot de werkzaamheden. In 11 gevallen waren de

werknemers hoog­viremisch waardoor er geen risicovor-mende handelingen meer mochten worden verricht. Bij 25 werknemers, met een lage mate van viremie, wer-den de werkzaamheden toegestaan en 14 werknemers moesten stoppen met werken of een andere baan zoeken. In 5 gevallen hebben een anti­virale therapie geleid tot een verlaging van de viremie waarna de werknemers de risico-vormende handelingen mochten hervatten.

Verwijzing:1 Risicohandelingen zijn die handelingen waarbij de kans op bloed-bloedcontact tussen gezondheidszorgwerker en patiënt groot is. Het betreft vooral handelingen waarbij de (gehand-schoende) handen binnen lichaamsholten of wonden in contact kunnen komen met scherpe instrumenten, naalden of scherpe weefseldelen (bijvoorbeeld botpunten of gebitselementen), terwijl de handen of vingertoppen soms niet zichtbaar zijn.

Bronnen:Landelijke richtlijn preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten 3e editie vastge-steld op 10 september 2012

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19350292

Bewerkte versie van een artikel overgenomen uit: ‘Impfreport Zeitschrift für unabhängige Impfaufklärung’ Nr.98 – 1.Quartal 2013 van onafhankelijk journalist Hans U.P. Tolzin.Met dank aan Monique Feld voor vertaling.

Wie het onbekende vreest: wat is ‘Polio’ eigenlijk?

Poliomyelitis (kinderverlamming) behoort samen met Te-tanus en Difterie tot de ‘verschrikkelijke drie’ en daarmee tot de ziekten, die bij de bevolking het meest gevreesd worden. Er zijn echter bij ons sinds tientallen jaren nauwe-lijks nog ziekte­ en sterftegevallen, waardoor de meeste artsen nooit met de ziekte geconfronteerd worden. In dit stuk wordt uitgegaan van de officiële beschrijving van de ziekte door het Robert­Koch­Instituut (vergelijkbaar met het RIVM).

Herkomst van het woordHet woord ‘Poliomyelitis’ staat voor kinderverlamming. De naam is een samenvoeging uit Griekse woorddelen: Polio staat voor de kleur grijs, myelos betekent ‘merg’ en met de toevoeging –itis wordt een ontsteking bedoeld. Precies vertaald betekent Poliomyelitis: ‘ontsteking van de grijze substantie in het ruggenmerg’.

Drie fasen van de ziekteWij houden ons allereerst aan de actuele symptoombe-schrijving van het Robert­Koch­Instituut (RKI), zoals die op

de website www.rki.de te vinden is. Volgens dit instituut treedt de ziekte in drie fasen op1. Dit betreft 4­8% van alle met poliovirus getroffen geïnfecteerde personen, volgens de ‘RKI­Adviseurs voor artsen’. Als ‘geïnfecteerd’ geldt die-gene die volgens een laboratoriumtest antistoffen tegen de veroorzaker van de polio ontwikkeld heeft.

­ De eerste fase is volgens deze symptoombeschrijving de zogenaamde ‘abortieve poliomyelitis’. Dat is een vorm van polio waarbij de ziekte niet doorzet.­ De tweede fase is de ‘niet­verlammende polio, aseptische meningitis’.­ De derde fase: ‘verlammende poliomyelitis’.

Officiële oorzaak: een virusAls oorzaak van polio geldt een kogelvormig virus zonder wand, waarvan de genetische code niet als DNA, maar als RNA (Ribonucleïnezuur) bestaat. Het RNA bestaat, in te-genstelling tot DNA, meestal uit één streng en dient vooral om genetische informatie over te dragen. De traditionele gezondheidszorg onderscheidt 3 subtypes van het poliovi-rus. In de regel zijn alle drie de subtypes in het poliovaccin aanwezig.

De incidentieIn het RKI­factsheet staat: ‘Poliovirussen waren wereld-wijd verbreid. (...) Het laatste in Duitsland aangetroffen geval van poliomyelitis door een wildvirus was in 1990. De laatste twee geïmporteerde gevallen (uit Egypte en India) werden in 1992 geregistreerd. Ten tijde van het gebruik van het levend verzwakte orale poliovaccin (OPV) waren er in

Page 10: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

10

Duitsland jaarlijks meldingen van 1-2 vaccin gerelateerde poliogevallen met verlamming. Daarom werd in 1998 de aanbeveling van het gebruik van OPV (Oraal poliovaccin) opgeheven en sindsdien wordt het algemene gebruik van het inactieve poliovaccin door de STIKO (Standigen Impf-kommission) aanbevolen.Endemische ziekten door polio-wildvirussen komen tegenwoordig nog slechts in enkele landen voor in Afrika (Nigeria) en in Azië (India*, Pakistan en Afghanistan). In Afrika komen jaarlijks ook nog veel geïmporteerde gevallen en uitbraken voor.(...).’

*Redactie: officieel heeft India sinds kort de status ‘po-liovrij’. Er zijn echter berichten dat daarvoor in de plaats een gelijksoortige aandoening is opgekomen, genaamd Non-Polio Acute Flaccid Paralysis (NPAFP) 2. Het is klinisch niet van polio te onderscheiden maar twee maal zo dode-lijk en hangt samen met het gebruik van het orale polio vaccin. Er zijn alleen al in 2011 47.500 gevallen van NPAFP in India geconstateerd. Daarnaast zijn er schattingen dat er jaarlijks 180 kinderen door vaccin geassocieerde polio (VAPP) worden getroffen. Hier kun je spreken van diagnose-verschuiving.

De VS draagt al langer het label poliovrij, maar er zijn ver-wante virussen waarvan bekend is dat die op gelijksoortige wijze het zenuwstelsel kunnen aanvallen en tot verlamming kunnen leiden. Er zijn 20 gevallen hiervan bekend bij kin-deren in de afgelopen 18 maanden en alle gevallen waren tegen polio gevaccineerd.3

BehandelingVanuit het oogpunt van de RKI zou er een causale, dus op de oorzaak van de ziekte gerichte behandeling, tegen het virus moeten zijn. Een antiviraal medicijn tegen het polio-virus is echter tot nu toe niet beschikbaar, waardoor een arts niet meer kan doen dan verlichting bieden en sympto-men onderdrukken.

VoorzorgenRegulier gezien is vaccineren de enige mogelijkheid voor ouders om zichzelf en hun kinderen tegen een uitbraak van polio te beschermen. Bij een uitbraak van polio wordt daarnaast geprobeerd alle contactpersonen van de patiënt te bereiken en tegen het virus in te enten.

De vaccinatiestatus beïnvloedt de diagnoseVoor het stellen van een klinische diagnose gelden vanuit de RKI 3 criteria:1. acuut intredende slappe verlamming van een of meerdere ledematen2. verminderde of ontbrekende peesreflexen in de betreffende ledematen3. het ontbreken van bewustzijnsveranderingen of ­ dalingen

De arts die de diagnose stelt moet weet hebben van de vaccinatiestatus en in de voorkomende gevallen het vaccinatietijdstip. Enerzijds is dat, omdat men aanneemt dat een patiënt die volgens voorschrift gevaccineerd is de waarschijnlijkheid van een polio­infectie gering is. Ander-zijds, omdat het ook om een direct vaccinatiegevolg kan

gaan. De RKI­tekst gaat helaas niet nader in op het onder-scheid tussen deze beide mogelijke interpretaties.

De diagnose kan ook door bloedonderzoek gesteld wor-den. De aanwezigheid van het poliovirus wordt door een zogenaamde PCR­test bevestigd. Tevens kan men op twee verschillende tijdstippen testen op antistoffen, waarbij een duidelijke verandering van de antistofspiegels op een acute infectie kan duiden. Ook hier moet de arts letten op de vaccinatiestatus en het vaccinatietijdstip. Stijging van de antistofspiegel kan door een vaccinatie veroorzaakt zijn of kan wijzen op mogelijke vaccinatieschade.De PCR­test wordt door de RKI als ‘direct virusbewijs’ beschouwd, de antistoffentest als ‘indirect (serologisch) bewijs’.

MeldplichtBij verdenking van een polio­geval is er al een meldplicht. Zonder bevestiging met bloedonderzoek maar met het klinisch beeld, geldt een casus alleen dan als ‘bevestigd geval’, al de verlammingsverschijnselen langer dan 60 dagen aanhouden, de patiënt overleden is of een verder ziekteverloop onbekend is.Ook uiterlijk gezonde (asymptomatische) personen, bij wie de uitslag van een bloedonderzoek positief (dus contact met poliovirus aantoont) was, moeten gemeld worden.

DifferentiaaldiagnoseEr zijn veel ziekten bekend die ook polioachtige sympto-men hebben, toch ontbreekt er bij het RKI­factsheet enige verwijzing naar bijvoorbeeld vergiftigingen als mogelijke differentiaaldiagnose. Dat is een behoorlijke tekortkoming, omdat men vermoedt dat sinds tientallen jaren vooral vergiftigingen met pesticiden ten onrechte als polio gedi-agnosticeerd worden.

Polio als epidemie – de grote uitzonderingPolio neemt statistisch in vergelijking met de meeste in-fectieziekten een bijzondere plaats in. Sinds ongeveer 150 jaren zijn de meeste epidemieën van infectieziekten op hun retour. Het terugdringen van armoede speelt hierbij een grote rol. De vraag is in welke mate vaccinaties hieraan hebben bijgedragen, aangezien dit ook geldt voor infectie-ziekten waartegen niet wordt gevaccineerd.

Bij polio hebben wij echter in eerste instantie een tegen-strijdig verloop. Polioachtige symptomen zijn duizenden jaren lang een geïsoleerd fenomeen geweest, dat bijvoor-beeld mensen trof die smid waren van beroep of die be-roepsmatig met giftige stoffen te doen hadden. Pas in het midden van de 19e eeuw worden in Engeland de eerste clusters van poliogevallen gemeld. Juist in tijden, waarin de verworvenheden van de moderne beschaving bijna alle andere ziekten wisten te verdringen, kwam kinderverlam-ming op.

Waar op gelet moet worden bij de bestudering van de statistiekenOmdat het een tijd duurt vanaf het moment van star-ten, voordat uiteindelijk de hele bevolking of een groot deel ervan is gevaccineerd, bestrijkt de afname van het ziektecijfer meerdere jaren of tientallen jaren. Een grafiek

Page 11: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

Kritisch Prikken - Nummer 01 Maart 2014 11

die een sprongsgewijze teruggang laat zien is daarom zeer onwaarschijnlijk.Bij polio speelt de vraag of er geen sprake is van wijziging van criteria voor het stellen van de diagnose tegelijk met de introductie van het vaccin. Er kan ook sprake zijn van een oorzaakverschuiving. Een oorzaakverschuiving heeft als kenmerk dat de frequen-tie van een bepaalde diagnose terugloopt, maar dat het aantal ziekten met dezelfde symptomen niet terugloopt. Bestaat, bijvoorbeeld, het welslagen van de poliovaccina-tie daaruit, dat de gemelde poliogevallen sterk teruglopen en het aantal verlammingsziekten samen echter gelijk blijft, dan kun je vragen stellen bij het welslagen van de vaccinatie. Ook hier zouden bepaalde criteria voor en na het inzetten van massavaccinaties preciezer onderzocht moeten worden.

Overwinningstocht van de vaccins sinds 1962?In 1962 werd in Duitsland de landelijke wet voor besmet-telijke ziekten van kracht en daarmee mogelijkerwijs ook een nieuwe ziektedefinitie van de paralytische poliomye-litis. De definitie die tot dan toe gold betrof alle gevallen bij wie de verlammingsverschijnselen langer dan 48 uur aanhielden. Bij de nieuwe definitie werden alleen nog die gevallen betrokken, bij wie de verlammingsverschijnselen 60 dagen en langer duurden. Aangezien meer dan 90% van alle verlammingsverschijnselen binnen enige weken weer verdwenen zijn, verdween daardoor natuurlijk het groot-ste deel van de gevallen. Dat kan de scherpte in daling van bepaalde curves van grafieken verklaren. Het bewijs voor deze bewering ontbreekt helaas. Er zijn alleen aanwijzin-gen, dat de definitiewijziging voor polio, die vanaf 1954 in de V.S. gebruikt werd, nu ook in Duitsland werd gebruikt.

Diagnoseverschuiving vanaf 1962?De ziektestatistieken van meningitis en encefalitis van het landelijk bureau voor statistieken bieden mogelijk uit-komst. Hierin staan de typische alternatieve diagnoses van polio. En zie daar: in het jaar van de ogenschijnlijk snelle daling van polio stijgt het aantal meningitis­ en encefali-tis­ziektegevallen exact zo snel – en bleef op gelijk hoog niveau.Dat het ‘succes’ van de orale polio vaccinatie in werke-lijkheid op een diagnoseverschuiving berustte kan nu niet meer uitgesloten worden en lijkt zelfs waarschijnlijk.

Om duidelijk te maken, waarom het om een diagnosever-schuiving gaat, kunt u op afbeelding 6 de schematische voorstelling toegepast op polio en meningitis/encefalitis zien. Wat daarbij opvalt is dat, ondanks de invoering van de orale enting in 1962, het totale aantal ziektegevallen met het gemeenschappelijke symptoombeeld, dat zowel bij polio als bij meningitis/encefalitis past, gelijk blijft. Zou de enting werkelijk op een werkzaamheid wijzen dan zou de gemeenschappelijke zuil met dit symptoombeeld ook afnemen. Deze verdenking wordt versterkt door het gegeven dat statistieken uit de VS eveneens op een diagnoseverschui-ving van polio naar meningitis duiden (afbeelding 7).

Voetnoten:

1 De eerste fase is volgens deze de zogenaamde ‘abortieve poliomyelitis’. Dat is en vorm van polio waarbij de ziekte niet doorzet:‘Na een incubatieperiode van ongeveer 6-9 dagen treedt er bij 4-8% van de geïnfecteerden kortdurende symptomen op, die lijken op buikgriep, gastro-enteritis, koorts, misse-lijkheid, nekpijn, spierpijn en hoofdpijn’.De tweede fase (niet verlammende polio, aseptische meningitis):‘Ongeveer 3-7 dagen na de abortieve poliomyelitis treedt er koorts op, nekstijfheid, rugpijn en spierkrampen. In het liquor oftewel hersenvocht, bevindt zich een lymfocytaire celvermeerdering, een normale glucosespiegel en een nor-male of iets verhoogde eiwitspiegel’.De derde fase: ‘verlammende poliomyelitis: na een of meer dagen komt het bij patiënten met niet verlammen-de poliomyelitis naast zware rug-, nek- en spierpijn tot een snelle of stap-voor-stap optredende ontwikkeling van verlammingen. Vaak bestaat het ziekteverloop uit 2 fasen, waarbij de aseptische meningitis zich als eerste herstelt, maar na ongeveer 2-3 dagen stijgt de koorts en treedt de verlamming op. Dit gefaseerde en snelle verloop van de ziekte is bij kinderen vaker dan bij volwassenen. De motori-sche zwakte treedt doorgaans asymmetrisch, dus eenzijdig in het lichaam op en kan been- (het vaakst), arm-, buik-, borst- of oogspieren betreffen. De bulbaire vorm is zeldza-mer en heeft vanwege de beschadiging van cerebrale en vegetatieve zenuwcentra een slechte prognose.

2 http://articles.mercola.com/sites/articles/archi-ve/2012/08/28/polio­eradication­campaign.aspx

3 http://www.bbc.co.uk/news/health­26289614

Het symptoombeeld van polio, meningitis en encefalitis komt overeen. Deze grafiek laat zien dat het totaal aan ziekten met dezelfde symptomen als Polio ondanks vaccinatie niet is afgenomen. Dat kan 2 redenen hebben, 1: een andere veroorzaker kan er voor in de plaats zijn gekomen, 2: er kan sprake zijn van diagnoseverschuiving.

Gedurende de periode dat in de VS en Los Angeles het aantal gevallen van Polio snel afnam, nam het aantal meningitis gevallen met dezelfde omvang toe. Het gezamenlijke aantal gevallen van deze diagnoses – dat geldt ook voor Duitsland vanaf het moment dat het orale polio vaccin in gebruik is genomen- is nagenoeg gelijk gebleven. Naar alle waarschijnlijkheid hebben we hier eveneens met diagnoseverschuiving te maken.

Page 12: Kwartaalblad Kritisch Prikken Maart 2014

Kritisch Prikken - Nummer 01 Maart 2014 12

COLOFON

Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken Prins Hendriklaan 5B 3972 EV Driebergen­Rijsenburg T: 088 – 0350200, zie www.nvkp.nl voor de tijden van bereikbaarheid. E: [email protected]

Lidmaatschap: wijzigingen (e­mail, rekeningnummer, adres): [email protected]. Eveneens voor opzeggingen, vóór 1 november van het lopende jaar. NVKP Banknummer NL75 INGB 0000 752360

Doelstelling vereniging • Het geven van informatie over ziekten, vaccins en de gevolgen van vaccineren

• Het informeren over de keuzevrijheid en de eigen verantwoordelijkheid hierin

• Het informeren over behandelingsmogelijk­ heden van vaccinatieschade

• Het bieden van informatie aan allen die bewust kiezen voor niet of gedeeltelijk vaccineren

• Het bieden van informatie over alternatie­ ven voor vaccinaties

• Het stimuleren van maatschappelijke erkenning van vaccinatieschade en het benadrukken van het belang van een goede, onafhankelijke registratie van gezondheidsschadelijke effecten van vaccinaties.

Redactie Kwartaalblad Kritisch Prikken Karin van Waarden en Moniek Brands Hoofdredacteur: Cisca Buis Opmaak: Neeske Weber

Verspreiding Bij het lidmaatschap van de vereniging is het kwar-taalblad inbegrepen.

Kopij Kopij voor Kritisch Prikken kan worden aangeleverd via e­mail naar [email protected]. Insturen voor het volgende nummer kan uiterlijk tot dinsdag 13 mei 2014. De redactie behoudt zich het recht voor om toege-zonden brieven en artikelen in te korten, taalkundig te wijzigen of in het geheel niet te plaatsen, zonder opgave van redenen.

Copyright Copyright © 2003 t/m 2014 Nederlandse Vereni-ging Kritisch Prikken. Alle rechten en drukfouten voorbehouden. Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg tot stand gekomen. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of open-baar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, of door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eindredactie van de NVKP. Redactie adres Redactie Kritisch Prikken Prins Hendriklaan 5B 3972 EV Driebergen E: [email protected] W: www.nvkp.nl

Van het bestuurALV: voltallig bestuur en nieuwe administrateur.Op 15 februari zijn drie nieuwe bestuursleden benoemd:­ Coördinator communicatie en pr, Leontien den Ottolander.­ Coördinator kennisteam, Marion Bertrams.­ Secretaris, Laura Gelauf. Zij gaat echter nog eerst 6 weken met haar gezin naar Frankrijk en zal vanaf begin april meedraaien. De termijn van zowel secretaris als penningmeester liep af voor Anne­Marie van Raaij­Schouten. Alleen voor een nieuwe termijn van penningmeester stelde zij zich herkiesbaar en dit werd op de ALV bekrachtigd. Samen met de voorzitter, Martin de Munck, bestaat het bestuur daarmee uit 5 personen. Het verslag van de ALV kunt u op het ledengedeelte op de website vinden.

Helaas heeft Leo Houtman, administrateur, na anderhalf jaar geweldig werk te hebben gedaan op de financiële administratie, besloten te stoppen. Wij danken hem zeer voor de vakkundige wijze waarop hij de jaarrekeningen en begrotingen heeft opgesteld. Op onze vacature, geplaatst op Joof.nl, ontvingen wij veel reacties en wij zijn blij verrast, dat de functie zo snel weer kan worden vervuld door Adriaan van Asch. Hij is de nieu-we financiële administrateur.

Toekomst van de NVKPDe oproep in de tweede Nieuwsbrief van dit jaar voor deelname aan de brainstormbij-eenkomst over de toekomst van de NVKP heeft tot veel aanmeldingen uit verschillen-de hoeken geleid. In april zal deze bijeenkomst plaatsvinden.

Uw e-mail adres is onmisbaar voor ons en voor u!Wij verzoeken u allen dringend om bij wijziging van uw e­mailadres of bankrekening-nummer dit aan de [email protected] door te geven. Uw e­mail adres is onmisbaar voor onze financiële­ en ledenadministratie.Bovendien kunt u dan de digitale versie van het kwartaalblad en onze Nieuwsbrieven blijven ontvangen.

Inning lidmaatschapsgeldenBegin maart zal worden gestart met het incasseren van de lidmaatschapsbijdragen. U heeft hier allemaal bericht over ontvangen.De ALV heeft ingestemd met een kleine indexering van €1,00 van de lidmaatschapsgel-den: het bedrag bij incassering is daardoor verhoogd naar €31,00 en het bedrag bij zelf overmaking is nu €33,50. De behandelaarbijdrage is verhoogd van €15,00 naar €17,50 per jaar.

Wij wensen u een mooi voorjaar.

Mede namens het gehele bestuur, Anne­Marie van Raaij­Schouten, secretaris/pen-ningmeester