1
R.K. basisschool
Kardinaal de Jong
Schoolgids 2011 - 2015
Amalia van Solmsstraat 91
1814 NE Alkmaar
tel: 072-5117795
2
3
Inhoud
1. Voorwoord
2. Onze School
2.1 Geschiedenis
2.2 Missie, visie en identiteit
2.2.1 Onderwijskundige dimensie
2.2.2 Pedagogische dimensie
2.2.3 Maatschappelijke dimensie
2.2.4 Levensbeschouwelijke dimensie
2.3 Onderwijsvorm
2.4 Benutting onderwijstijd
2.5 Overblijfregeling en opvang
3. Het onderwijs
3.1 Vakken en methodieken
3.2 Actief burgerschap en sociale integratie
3.3 Informatie en communicatietechnologie
3.4 Onderwijs op maat
3.4.1 Aannamebeleid
3.4.2 Zorg voor het kind
3.4.3 Verlengen en versnellen
3.4.4 Kinderen met extra zorg
3.4.5 Het hulptraject
3.4.6 Verwijzingen
3.4.7 Kinderen met Leerling Gebonden Financiering
3.4.8 Onderwijskundig rapport
4. School en veiligheid
4.1 Veiligheidsbeleid
4.2 Gedragsregels
4.3 Protocollen
4.4 Jeugdzorg
4.5 Incidentenregistratie
4.6 Risico Inventarisatie en Evaluatie
4.7 Beeldmateriaal
5. Het voortgezet onderwijs
5.1 Overgang naar het voortgezet onderwijs
5.2 Onderwijskundig eindrapport
5.3 Uitstroomgegevens 2013 – 2014
6. Zorg voor kwaliteit
6.1 Planning en beleid
6.2 Trendanalyses
6.3 Opbrengsten
6.4 Professionalisering
4
7. De ouders
7.1 Informatie naar de ouders
7.1.1 Ouderavonden
7.1.2 Rapportage
7.1.3 Ouderbijdrage
7.2 Ouderraad
7.3 Medezeggenschapsraad
8. Afwezigheid door omstandigheden
8.1 Leerkracht
8.2 Leerling
SAKS
9. De organisatie SAKS
9.1 Buitengewoon verlof
9.2 Sponsoring
9.3 Klachtenregeling
9.4 Schorsen en verwijderen
9.5 Verzekering
5
1. Voorwoord
Voor u ligt de Schoolgids van onze school die gebaseerd is op het Schoolplan, waarin is
vastgelegd hoe het onderwijs op onze school is vormgegeven. Dit schoolplan ligt voor
geïnteresseerde ouders ter inzag bij de directie.
De Schoolgids bestaat uit drie delen:
Het algemeen gedeelte
Een schoolspecifiek gedeelte
De kalender
Het algemene deel geeft informatie over de organisatie SAKS waarvan onze school
onderdeel is en de voor alle scholen onder het bestuur geldende regelingen.
Het schoolspecifieke deel en de bijlagen zijn alleen van toepassing op onze Kardinaal de
Jongschool.
In de kalender zijn alleen die onderdelen opgenomen die van toepassing zijn op één
schooljaar.
De kalender zal elk schooljaar vervangen worden met de actuele onderdelen die voor dat
specifieke schooljaar gelden op onze school. De kalender is te vinden op de website van
onze school en beschikbaar voor ouders via digiDUIF. Ouders die geen account bij digiDUIF
hebben zullen een papieren versie van de kalender ontvangen.
Met deze Schoolgids proberen wij u zo goed en uitgebreid mogelijk te informeren om het
voor u mogelijk te maken een goede schoolkeuze voor uw kind te kunnen maken. De
Schoolgids bevat zowel informatie over o.a. onze visie op onderwijs, de individuele zorg voor
kinderen als over de relatie ouders en school. Daarnaast vindt u praktische informatie over
buitenschoolse opvang, overblijven, vakanties e.d.
De Schoolgids is tot stand gekomen met behulp van alle leerkrachten en is door de MR
(Medezeggenschapsraad) goedgekeurd.
Wij hopen dat onze Schoolgids een positieve bijdrage zal leveren aan het maken van een
juiste schoolkeuze. Natuurlijk bent u altijd van harte welkom en zijn wij graag bereid u nog
nader te informeren en rond te leiden door onze school. Maakt u hiervoor dan wel even een
afspraak met de directie.
6
2. Onze school
2.1 Geschiedenis
De Rooms Katholieke basisschool “Kardinaal de Jong” is gesitueerd
in de Alkmaarse wijk “Kooimeer”. De school werd in augustus 1967
opgericht en dankt haar naam aan wijlen kardinaal Jan de Jong. Op
10 september 1885 werd Jan de Jong geboren te Nes op Ameland,
als zoon van bakker en veehouder Jan de Jong en Catharina
Mosterman. In 1908 werd Jan tot priester gewijd. Het was feest op
Ameland toen hij zijn eerste H.Mis opdroeg in de kerk waar hij
misdienaar was geweest. In datzelfde jaar vertrok de jonge priester
naar Rome en studeerde daar met succes wijsbegeerte en godgeleerdheid. Terug in
Nederland werd hij aangesteld als kapelaan in een parochie en later werd hij benoemd tot
professor aan het seminarie te Rijsenburg (Driebergen). In 1935 werd Jan de Jong benoemd
tot aartsbisschop van Utrecht. Niet lang daarna kreeg hij te maken met de Duitse bezetter
die de Nederlandse Christenen onderdrukte. De bisschop was een onverzettelijk persoon.
“Pal staan voor je overtuiging en klaar staan om anderen te helpen” was zijn devies. Vaak
kwamen hooggeplaatste Duitsers naar het bisschoppelijk paleis aan de Maliebaan te Utrecht
om de bisschop te zeggen wat hij wel en niet mocht doen. Jan de Jong wist wat hij te doen
had. In zijn wapen staat immers de spreuk: Dominus mihi Adjutor (De Heer is mijn helper).
De Duitsers konden praten wat ze wilden, maar kwamen tevergeefs: “Met die man is niet te
praten”, verzuchten ze vaak. Samen met Titus Brandsma heeft aartsbisschop de Jong vele
gelovigen kracht gegeven om de moeilijke oorlogsjaren door te komen. Na de oorlog in 1946
werd de bisschop door de paus benoemd tot kardinaal. Ameland was trots op haar “Zoon
van het eiland”. Op 8 september 1955 overleed de kardinaal te Amersfoort. Aan zijn
strijdvaardige leven was een eind gekomen. Bijna 30 jaar na zijn dood, op 3 september
1982, werd in het plantsoen aan de Kardinaal de Jongweg op Ameland een standbeeld
onthuld door kardinaal Willebrands ter nagedachtenis aan kardinaal de Jong.
2.2 Missie, visie en identiteit
Missie
De school als veilige basis waar kinderen worden uitgedaagd om zich te ontplooien.
Visie
Vanuit een uitdagende omgeving worden kinderen gestimuleerd om binnen zijn of haar
mogelijkheden zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Dit vindt plaats in een professionele
leeromgeving.
Dit betekent dat binnen de klassensituatie wordt gewerkt met het model van een basisgroep,
een plusgroep en een groep waaraan extra ondersteuning wordt gegeven.
7
Identiteit
Ondanks de veelvormigheid aan levensbeschouwingen op onze school, zijn wij een
katholieke school. Dit betekent, dat wij op onze school niet alleen bezig zijn met louter
cognitief leren. Wij bieden kinderen de kans ervaringen uit hun leefwereld aan de orde te
stellen, zij worden uitgenodigd deze ervaringen te beschrijven, te verhelderen en met elkaar
te bespreken. Dan worden ervaringen waardevol en kunnen er nieuw relevante
vaardigheden en inzichten ontstaan.
Dit betekent, dat op onze school waarden als zelfontplooiing, verantwoordelijkheid,
openstaan voor ieders mogelijkheden, onderlinge ondersteuning en het bespreekbaar maken
en oplossen van conflicten belangrijk worden gevonden.
2.2.1 Onderwijskundige dimensie
We vinden het belangrijk dat de leerlingen vanuit zichzelf gemotiveerd zijn om mee te doen
met de les en te willen leren. Dit stimuleren wij door een uitnodigende leeromgeving met
goede lesmaterialen te bieden. De leerkrachten betrekken alle leerlingen actief bij de lessen.
We volgen de resultaten van alle leerlingen m.b.v. ons leerlingvolgsysteem. Op grond van
deze resultaten geven we op drie verschillende niveaus les. Hierbij streven we naar optimale
resultaten.
Binnen de school is het onderwijs in de groepen op elkaar afgestemd.
2.2.2 Pedagogische dimensie
De school biedt een duidelijke omgeving door het handhaven van afspraken betreffende een duidelijk herkenbare dagstructuur en afspraken m.b.t. werkhouding, gedrag en zelfstandigheid. Hiermee creëren wij een rustige werkomgeving voor de kinderen.
2.2.3 Maatschappelijke dimensie
De school stimuleert de leerlingen tot het ontwikkelen van een persoonlijke kijk op de wereld.
De leerlingen leren de eigen en ook andere culturen kennen en begrijpen. De leerlingen
leren ook de eigen talenten kennen en er gebruik van te maken. Ons cultuurbeleid en het
brede-schoolaanbod dragen hieraan bij.
8
2.2.4 Levensbeschouwelijke dimensie
De school werkt vanuit een katholieke grondslag. In onze lessen levensbeschouwing maken
wij gebruik van de methode “Hemel en Aarde”. Hierbij worden we ondersteund door
medewerkers van Arkade-Cilon (catechetisch centrum). In deze lessen besteden we
aandacht aan de volgende uitgangspunten:
- Ieder mens verdient respect
- Bereidheid om te delen en je in te zetten voor de gemeenschap
- Open staan voor andere geloven en hun waarden
- Aandacht voor feesten uit diverse religies
Bij enkele kerkelijke vieringen bezoeken wij de kerk. Deze activiteiten hebben een
verplichtend karakter voor alle leerlingen.
2.3 Onderwijsvorm
Onze school wil de kinderen een rijke leeromgeving bieden, de kinderen stimuleren om zelf
oplossingen te zoeken en de kinderen leren om verantwoordelijkheid te nemen voor de te
verrichten taken. Op de Kardinaal de Jongschool wordt onderwijs gegeven overeenkomstig
de kerndoelen beschreven in de WPO (Wet op het Primair Onderwijs). Dit gebeurt met
behulp van moderne middelen, materialen en werkvormen. We streven naar “Onderwijs op
maat”. Op de Kardinaal de Jongschool wordt groepsgericht onderwijs gegeven met veel
aandacht voor de individuele leerling welke is afgeleid van het zgn. GIP-model. (Groeps- en
Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen) . Het GIP-model richt zich in eerste
instantie op een goede organisatie in de groep, waardoor de leerlingen zelfstandig kunnen
werken. De leerkracht krijgt daardoor de mogelijkheid om instructies en begeleiding d.m.v.
groepsplannen op maat te geven. Zelfstandig werken is een voorwaarde voor het geven van
instructie aan individuele leerlingen of aan een groepje leerlingen.
Binnen ons schoolsysteem bieden wij zo passend mogelijk onderwijs aan deze verschillende
niveaus. Aan de hand van groepsplannen wordt iedere groep in drie niveaus opgedeeld.
Daarnaast kan er in uitzonderlijke gevallen een eigen leerlijn voor een kind worden uitgezet.
De school maakt gebruik van externe deskundigen.
2.4 Onderwijstijd
Op onze school zijn de schooltijden voor alle leerlingen gelijk. De schooltijden zijn ma-, di-,
do- en vrijdag van 8.45 uur tot 12.15 uur en van 13.30 tot 15.30 uur. Op woensdag start de
school om 8.45 uur en eindigt om 12.30 uur. Door de onderwijstijd effectief in te vullen willen
we op tijd beginnen.
9
Weekurentabel
Vakgebied Groep
1/2
Groep
3
Groep
4
Groep
5
Groep
6
Groep
7
Groep
8
Zintuigelijke ontwikkeling 6 ½
Nederlandse taal 6 5 ¾ 6 ¼ 6 ¾ 6 ¾ 6 ¾ 6 ¾
Lezen 5 5 3 ½ 3 ½ 3 ½ 3 ½
Rekenen en wiskunde 4 ¾ 4 ¾ 4 ¾ 4 ¾ 4 ¾ 4 ¾
Spel en beweging 4
Lichamelijke oefening 4 1 ½ 1 ½ 1 ½ 1 ½ 1 ½ 1 ½
Schrijven 1 ½ 1 ½ 1 1
Aardrijkskunde ¾ ¾ ¾ ¾
Geschiedenis ¾ ¾ ¾ ¾
Natuuronderwijs, techniek ¾ ¾ ¾ 1
Wereldoriëntatie ½ ¾ ¾
Engels ¾ ¾
Levensbeschouwelijke
vorming
¼ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Bevordering sociale
redzaamheid
½ ½ ½ ½ ½ ½ ½
Bevordering gezond
gedrag
½ ½ ½ ½ ½ ½ ½
Verkeer ½ ½ ½ ½ ½ ¾ ½
Creatieve vakken 3 3 2 ½ 2 ½ 2 ½ 2 ½ 2 ½
Pauze 1 ¼ 1 ¼ 1 ¼ 1 ¼ 1 ¼ 1 ¼
Totaal 25 ¾ 25 ¾ 25 ¾ 25 ¾ 25 ¾ 25 ¾ 25 ¾
2.5 Overblijfregeling en opvang
Op de scholen van de SAKS kunnen kinderen overblijven. De praktische uitvoering van deze
tussenschoolse opvang is verschillend geregeld. Op sommige scholen wordt dit verzorgd
door ouders (geschoolde overblijfouders) en in alle andere gevallen verzorgt een
Kinderopvang organisatie het overblijven. Op elke school zijn afspraken gemaakt over de
kwaliteit van het overblijven, de organisatie, de veiligheid en de financiële afwikkeling. Op de
Kardinaal de Jong wordt de tussenschoolse opvang door zowel de Buiten Schoolse Opvang
(BSO) als door ouders (zie de schoolkalender) gerealiseerd.
Voor voor-, en naschoolse opvang moet gebruik worden gemaakt van de verschillende BSO
aanbieders. Hiermee wordt bedoeld de opvang van kinderen in de periode vóór en na
schooltijd en tijdens de vakanties.
10
3. Het onderwijs
3.1 Vakken en methodieken
De onderbouw ( groep 1 en 2 )
Inloopactiviteit
Zodra de kinderen in de klas komen gaan ze in de grote kring of kiezen ze een rustige
activiteit (tekenen, bouwen, puzzelen, boekje kijken, “kleine kring”). De inloop duurt 10
minuten; u kunt dus rustig afscheid nemen. Nadat alle ouders/verzorgers zijn vertrokken,
start de “kleine kring” en gaan de kinderen door met hun gekozen activiteit.
De kleine kring
Tijdens de keuzeactiviteit komen er vooral taalonderwerpen en rekenonderwerpen aan bod
zoals het vertellen van eigen ervaringen, gesprekken naar aanleiding van een
thema/onderwerp, voorlezen, versjes en/of taalspelletjes. Wij werken met de methode “Ik en
Ko”. Deze taalmethode is zowel voor kleuters met Nederlands als moedertaal als voor
kinderen voor wie het Nederlands de tweede taal is. “Ik en Ko “ breidt de woordenschat van
kleuters uit, ontwikkelt hun mondelinge taalvaardigheid en werkt aan beginnende
geletterdheid en taalbeschouwing. De methode werkt aan de hand van thema’s. Wij werken
tevens met de uitbreiding van “Ik en Ko “, die lesideeën biedt voor zowel rekenvaardigheden
als sociaal emotionele vaardigheden. Daarnaast wordt ook “Met woorden in de weer”
gebruikt om de woordenschat nog meer te verbeteren.
Bewegingsonderwijs
Ook de groepen ½ hebben vastgestelde gymtijden. Er wordt gebruik gemaakt van de
methode “Bewegingsonderwijs in het speellokaal”. De kleuters hebben een eigen speelzaal
tot hun beschikking waar de leerkrachten flexibel gebruik van kunnen maken.
Twee maal per dag vindt er een bewegingsactiviteit plaats. Dit kan vrij buitenspelen zijn of
gymmen in de speelzaal. In de speelzaal gymmen de kleuters in hun ondergoed. Wij
verzoeken u om gymschoentjes aan te schaffen, die uw kind zelfstandig aan en uit kan
trekken ( i.v.m. hygiëne).
Werken
Tijdens het werken kunnen de kinderen kiezen uit: spelen met een grote verscheidenheid
aan bouwmaterialen; spelen in de huishoek of wisselhoek ( met een steeds wisselend
thema); spelletjes doen en werkjes maken die de taal-denkontwikkeling en reken-
denkontwikkeling vergroten ( werken met letters, stempels, boekjes en telwerkjes) ; creatieve
bezigheden zoals knippen, plakken, schilderen enz. Hierbij achten wij het van belang dat het
werk door uw kind zelf gemaakt wordt. Het bevorderen van de zelfstandigheid van kinderen
vinden wij belangrijk. Wij werken daarom onder andere in elke kleutergroep met een
planbord. Met behulp van een planbord kunnen de kinderen zelfstandig kiezen welke
activiteit ze gaan uitvoeren.
11
Engels
Wij starten al in de groepen 1 / 2 met lessen in de Engelse taal. Op jonge leeftijd hebben
kinderen minder angst om een vreemde taal te spreken. Er wordt geoefend met liedjes en
versjes en ook wordt er al een beetje Engels gelezen en geschreven. Wij gebruiken de
methode: “Happy Earth”.
Godsdienst/levensbeschouwing/catechese
Voor het vakgebied “godsdienst/levensbeschouwing” maken we op onze school gebruik van
de methode “Hemel en aarde”. In de methode wordt gewerkt met 5 thema’s per schooljaar.
Het thema wordt in alle groepen geïntroduceerd en vervolgens per bouw uitgewerkt d.m.v.
verhalen, gedichten, gebedjes, liedjes, toneelstukjes, knutselopdrachten, etc. Eén á twee
keer per week zal de leerkracht hier met de kinderen aan werken. Het onderwerp van elk
thema zal van te voren aangekondigd worden in de Nieuwsbrief. De methode kent speciale
uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen. Daar maken wij op onze school
eveneens gebruik van.
Grote kring
Aan de grote kring nemen alle kinderen deel. Hierbij wordt door ons muziek (liedjes zingen
met of zonder gebruik van instrumenten, muzikale begrippen zoals maat en ritme) en drama
(uitbeelden van een verteld verhaal, kleine toneelstukjes) aangeboden. Tevens wordt er
gewerkt aan taallesjes ( zoals beschreven bij de “kleine kring “) , rekenbegrippen en
tijdsoriëntatie ( het bijhouden van de dag/weekkalender).
Computers
In elke groep staan twee computers waarop de kinderen regelmatig werken met
programma’s die het onderwijs ondersteunen. Alle computers zijn via het netwerk
aangesloten op het schoolnetwerk.
Zelfstandigheid
Alle kleintjes worden groot. De kinderen wordt steeds meer geleerd zelfstandig te zijn. Bij de
kleuters wordt het zelf aan- en uitkleden ( gym) gestimuleerd. Thuis kunt u uw kind helpen
oefenen.
De middenbouw ( groep 3, 4, en 5)
In deze groepen werkt uw kind veel rondom methodes. Er wordt geprobeerd om niet alleen
regels, maar juist ook praktische vaardigheden aan te leren. Leerlingen moeten datgene wat
zij leren, kunnen toepassen. De volgende vakken komen aan bod:
Taal
In groep 3 wordt officieel gestart met het leesonderwijs. Op onze school wordt het lezen
geleerd met de methode “Veilig Leren Lezen”. Dit is een moderne methode. De methode
geeft veel mogelijkheden om te individualiseren. Er wordt rekening gehouden met het eigen
niveau van leren van uw kind.
In eerste instantie ligt de nadruk op het technisch lezen. Later in het jaar zal er ook gewerkt
worden aan begrijpend lezen en studerend lezen. Aansluitend op de methode Veilig Leren
Lezen kijken de leerlingen van groep 3 een keer per week naar het schoolprogramma
12
“Ik Mik Lorreland”. Vanaf groep 4 komen, m.b.v. de taalmethode “Taalleesland”,
verschillende taalonderdelen aan bod, waarbij naast zinsopbouw, grammatica en spelling ,
ook begrijpend lezen een belangrijk onderdeel is. Verder leren de kinderen al vroeg creatief
met taal om te gaan. Hiernaast wordt aandacht geschonken aan het luisteren en spreken
(o.a. in kringgesprekken).
Rekenen
We gebruiken de methode: “Alles Telt”. Het rekenen in groep 3 bestaat uit het kennen van de
telrij, automatiseren onder de 10 en voorzichtig starten met sommen boven de 10. Eind
groep 3 moeten de getallen t/m 20 zijn georiënteerd. Er wordt kennis gemaakt met de
getallenlijn t/m 100, de tien- en vijftallen. In groep 4 wordt dit verder geautomatiseerd. Er
wordt een stap gemaakt naar sommen tot de 100 en een begin gemaakt met de tafels. In
groep 5 gaan wij verder met de tafels en starten wij met vermenigvuldigen en delen. Hier
rekent uw kind al tot 1000. Ook is er aandacht voor redactiesommen en wordt er door de
hele bouw heen aandacht geschonken aan het klokkijken, meten, wegen en rekenen met
Euro’s.
Wereldoriëntatie
In de groepen 3 en 4 wordt nog niet gewerkt met methoden rondom aardrijkskunde en
geschiedenis. Deze vakken komen echter wel ter sprake tijdens kringgesprekken en bij het
werken rondom bepaalde thema’s. Er wordt, ter ondersteuning van een thema, gebruik
gemaakt van schooltelevisie: “Huisje, boompje, beestje”. Voor verkeer wordt er in de
groepen 3, 4 en 5 gebruik gemaakt van de methode “Wijzer op weg”.
In de groepen 3 t/m 5 wordt begonnen met de methode “Leefwereld”. Die laat de kinderen
kennismaken met aspecten uit de biologie, natuurkunde, milieukunde, techniek en gezond
gedrag. De methode sluit aan bij de eigen leefomgeving van de leerlingen. De methode heeft
een thematische aanpak volgens het ritme van de seizoenen.
In groep 5 wordt gebruik gemaakt van de methodes: “Geobas” (aardrijkskunde), “Brandaan”
(geschiedenis) , en “Nieuws uit de natuur” (school TV voor het vak biologie).
In het kader van wereldoriëntatie kunnen excursies gepland worden naar bijvoorbeeld een
moskee, een fabriek etc.. Deze excursies hebben een verplichtend karakter voor alle
leerlingen.
Bewegingsonderwijs
Twee keer per week gymmen wij in de gymzaal. De ene les wordt besteed aan
spel en de andere les aan het werken met toestellen. De groepsleerkracht
geeft de spellessen m.b.v. de methode “Basislessen bewegingsonderwijs”. De
vakdocent bewegingsonderwijs geeft de toestellessen. In de zomer wordt ( als
het weer het toelaat) buiten gymles gegeven. Douchen is vanaf groep 4 na het
sporten verplicht. Wilt u uw kind een handdoek meegeven a.u.b.?
Iedere middag spelen de kinderen van groep 3 een kwartier buiten.
De kinderen van groep 4 spelen tot de herfstvakantie iedere middag een kwartier buiten. De
groepen 5 spelen niet meer ’s middags buiten.
Creatieve vorming
Bij tekenen en handenarbeid leren wij de kinderen bewuster waarnemen ( van kleuren,
vormen, lijnen, constructies, structuren, richtingen en bewegingen) en leren waarnemingen
om te zetten in het platte vlak of driedimensionale beelden. Daarbij leren ze omgaan met
13
verschillende technieken, gereedschappen en materialen. We maken daarvoor gebruik van
de methode “uit de kunst” , die als bronnenboek wordt gebruikt.
Tijdens de muzieklessen leert uw kind vooral liedjes ( met of zonder gebruik van
instrumenten) . Daarnaast besteden wij aandacht aan andere aspecten van muzikale
vorming, zoals ritmische begeleiding. Voor alle groepen zijn cd’s beschikbaar van
“Eigenwijs”. Tevens wordt er regelmatig aan dramatische vorming gewerkt ( toneel, mime en
dans).
Engels
Wij starten al in de groepen 1 / 2 met lessen in de Engelse taal. Op jonge leeftijd hebben
kinderen minder angst om een vreemde taal te spreken. Er wordt geoefend met liedjes en
versjes en ook wordt er al een beetje Engels gelezen en geschreven. Wij gebruiken de
methode: “Happy Earth”.
Verkeer
Wij werken met de methode “Wijzer op weg”. De kinderen van groep 7 leggen een
theoretisch en praktisch verkeersexamen af.
Godsdienst/levensbeschouwing/catechese
Voor het vakgebied “godsdienst/levensbeschouwing” maken we op onze school gebruik van
de methode “Hemel en aarde”. In de methode wordt gewerkt met 5 thema’s per schooljaar.
Het thema wordt in alle groepen geïntroduceerd en vervolgens per bouw uitgewerkt d.m.v.
verhalen, gedichten, gebedjes, liedjes, toneelstukjes, knutselopdrachten, etc. Eén á twee
keer per week zal de leerkracht hier met de kinderen aan werken. Het onderwerp van elk
thema zal van te voren aangekondigd worden in de Nieuwsbrief. De methode kent speciale
uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen. Daar maken wij op onze school
eveneens gebruik van.
De bovenbouw (groep 6, 7 en 8)
Taal
We werken met de methode: “Taalleesland”. Binnen het leesonderwijs wordt de aandacht
verlegd van het aanleren van de techniek van het lezen naar het leren zien van de opbouw
van een tekst, het leren doorgronden van een tekst en het leren samenvatten van zo’n tekst.
Verder besteden we aandacht aan de uitbreiding van het taalvermogen en het schrijven van
teksten, maar ook aan het luisteren en het spreken. Het spreken komt o.a. aan de orde in
kringgesprekken, maar ook in de spreekbeurten waarvan de leerlingen er elk jaar een
moeten houden. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan aan de hand van een werkstuk dat de
leerling heeft gemaakt, over een onderwerp dat zijn/haar interesse heeft.
Rekenen
We gebruiken de rekenmethode “Alles Telt”. Bij het moderne rekenen ligt er een grote
nadruk op het verwerven van inzicht. Leren zien hoe een probleem(pje) moet worden
aangepakt wordt belangrijker gevonden dan het veel en langdurig cijferend rekenen.
Cijferend vermenigvuldigen en delen wordt anders aangepakt dan in het verleden
gebruikelijk was. Het gebruik van de zakrekenmachine komt een aantal malen aan bod.
14
Grotere getallen worden werkend, breuken, procenten en de maten en gewichten worden
behandeld en geoefend.
Wereldoriëntatie
We geven les in aardrijkskunde, geschiedenis, staatsinrichting,
natuuronderwijs en verkeer. In de aardrijkskundelessen worden
allerlei thema’s behandeld met gebruik van de methode Geobas.
Daarnaast wordt topografie ( kennis van plaatsen, landen, streken,
etc.) aangeleerd. In groep 6 van Nederland, in groep 7 van Europa en
in groep 8 van de wereld. Het leren zal vaak als huiswerk worden
opgegeven.
Bij geschiedenis worden in chronologische volgorde allerlei belangrijke onderwerpen uit de
wereldgeschiedenis behandeld. Natuurlijk met een belangrijk accent op de ontwikkelingen in
Nederland in de loop van de tijd. In groep 8 wordt aandacht besteed aan de manier waarop
Nederland wordt bestuurd. Dit gebeurt vooral in de maand september in aansluiting op “De
derde dinsdag in september”. Als de troonrede wordt uitgesproken.
In groep 6 t/m groep 8 wordt gebruik gemaakt van de methodes: “Geobas” (aardrijkskunde),
“Brandaan” (geschiedenis) , en “Nieuws uit de natuur” (school TV voor het vak biologie).
In de groepen 6, 7 en 8 wordt de methode “Leefwereld” gebruikt. Kinderen maken hierin
kennis met aspecten uit de biologie, natuurkunde, milieukunde, techniek en gezond gedrag.
De methode sluit aan bij de eigen leefomgeving van de leerlingen. De methode heeft een
thematische aanpak volgens het ritme van de seizoenen.
In het kader van wereldoriëntatie kunnen excursies gepland worden naar bijvoorbeeld een
moskee, een fabriek etc.. Deze excursies hebben een verplichtend karakter voor alle
leerlingen.
Bewegingsonderwijs
Elke groep krijgt twee keer per week bewegingsonderwijs in de gymzaal: een keer van de
vakleerkracht en een keer van de groepsleerkracht. Als het werk het toelaat worden de
lessen in de zomer op het veld aan de Heilooërdijk gegeven. De groepsleerkracht geeft de
spellessen met behulp van de methode “Basislessen bewegingsonderwijs”. De vakdocent
bewegingsonderwijs geeft de toestellessen. Douchen is vanaf groep 4 na het sporten
verplicht. Wilt u uw kind een handdoek meegeven a.u.b.?
Creatieve vorming
Bij het tekenen en handenarbeid leren wij de kinderen bewuster waarnemen ( van kleuren,
vormen, lijnen, constructies, structuren, richtingen en bewegingen) en leren waarnemingen
om te zetten in het platte vlak of driedimensionale beelden. Daarbij leren ze omgaan met
verschillende technieken, gereedschappen en materialen. Er wordt gebruik gemaakt van het
bronnenboek “uit de kunst”.
Tijdens de muzieklessen leert uw kind vooral liedjes ( met of zonder gebruik van
instrumenten). Daarnaast besteden wij aandacht aan andere aspecten van muzikale
vorming, zoals ritmische en melodische begeleiding. Tevens wordt er regelmatig aan
dramatische vorming gewerkt ( toneel, mime en dans).
Engels
Er wordt in de bovenbouw Engels gegeven aan de hand van de Engelse
methode: “Happy Earth”. Teksten en verhaaltjes op tape worden beluisterd
15
en mee- en nagesproken. Liedjes worden meegezongen. Er wordt in toenemende mate ook
in het Engels geschreven.
Verkeer
Wij werken met de methode “Wijzer op weg”. De kinderen van groep 7 leggen een
theoretisch en praktisch verkeersexamen af.
Huiswerk
Vanaf groep 5 worden de leerlingen o.a. voorbereid op hun overgang naar het Voortgezet
Onderwijs door hen af en toe huiswerk mee te geven. Het voornaamste belang hiervan is ,
dat het de kinderen voorbereidt op het hebben van schooltaken die thuis moeten worden
gemaakt of geleerd. Het geeft ze de mogelijkheid zelf hun tijd in te delen en
verantwoordelijkheid te dragen voor de hun opgedragen taken.
Afsluiting
Aan het einde van groep 8 studeren de leerlingen een musical, een toneelstuk of
toneelstukjes in voor een afscheidsavond. Daarnaast wordt een eindkamp georganiseerd. Ze
gaan daarvoor op de fiets naar de verblijven van de scouting in Bakkum. Wij gaan er vanuit
dat alle leerlingen aan dit schoolkamp deelnemen.
Godsdienst/levensbeschouwing/catechese
Voor het vakgebied “godsdienst/levensbeschouwing” maken we op onze school gebruik van
de methode “Hemel en aarde”. In de methode wordt gewerkt met 5 thema’s per schooljaar.
Het thema wordt in alle groepen geïntroduceerd en vervolgens per bouw uitgewerkt d.m.v.
verhalen, gedichten, gebedjes, liedjes, toneelstukjes, knutselopdrachten, etc. Eén á twee
keer per week zal de leerkracht hier met de kinderen aan werken. Het onderwerp van elk
thema zal van te voren aangekondigd worden in de Nieuwsbrief. De methode kent speciale
uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen. Daar maken wij op onze school
eveneens gebruik van.
3.2 Actief burgerschap en sociale integratie
De ontwikkelingen in de maatschappij vragen om een actievere rol van het onderwijs bij het
bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. Het gaat hierbij vooral om het
accepteren van de verscheidenheid tussen mensen, wederzijdse tolerantie en zorg voor de
omgeving. Onze school reikt kennis aan, leert vaardigheden aan en probeert een houding te
ontwikkelen, waardoor kinderen niet alleen deel uitmaken van die samenleving maar ook een
actieve bijdrage leveren.
Actief burgerschap en sociale integratie is geen apart vak, maar geïntegreerd in ons
onderwijs. Het gaat hierbij onder andere om kennismaking met de culturen en achtergronden
van leeftijdgenoten en de belangrijkste geestelijke stromingen, de zorg voor de eigen
gezondheid en die van anderen, zichzelf kunnen redden als verkeersdeelnemer en
consument en aandacht voor het milieu. De omgeving van onze school is hierbij
uitgangspunt. Op onze school zijn de regels over het vervoer van kinderen vastgelegd in een
protocol.
16
De Kardinaal de Jongschool is een Rooms Katholieke school. Op onze school zijn kinderen
met alle culturele en religieuze achtergronden welkom. Wij vragen aansprakelijke
ouders/verzorgers, bij de inschrijving van hun kind op onze school, een verklaring te
ondertekenen, waarin zij aangeven de identiteit, regels, gebruiken en uitgangspunten van de
school te onderschrijven.
Wij geven prioriteit aan het opvoeden van de kinderen tot volwaardige leden van onze
multiculturele en multireligieuze samenleving. Er wordt veel waarde aan gehecht, dat
kinderen van jongs af aan leren begrip en respect te hebben voor anderen.
De Kardinaal de Jongschool toont respect voor alle verschillende culturen en religies, die
binnen de school vertegenwoordigd zijn. Zij wil dan ook het dragen van hoofddoekjes door
Islamitische meisjes, vanuit hun religieuze overtuiging, niet verbieden vanaf het moment dat
zij in groep 6 zitten. (Tijdens de gymlessen is dit vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan).
In de groepen hiervoor zijn hoofddoekjes verboden. Tevens is het dragen van hoofddoekjes
(en petten) als modeverschijnsel verboden tijdens de lessen.
In de geschiedenislessen maken de leerlingen van de bovenbouw (groepen 6, 7 en 8) kennis
met de verschillende geloven en culturen. De leerlingen leren het Christendom, het
Hindoeïsme en Boeddhisme, de Islam, het Taoïsme, het Humanisme en het Communisme
kennen met de bijbehorende culturen. Ook komt e.e.a. aan de orde in de catecheselessen
met de methode “Hemel en aarde”.
3.3 Informatie en communicatietechnologie
In de groepen 3 t/m 8 maken de leerkrachten gebruik van
digi-borden. Voor de groepen 1/2 is een led scherm
beschikbaar. In elke groep staan twee moderne computers
waarop de kinderen regelmatig werken met programma’s die
het onderwijs ondersteunen. Daarnaast staan er tien
computers in de centrale ruimte/aula van het hoofdgebouw,
waar groepen om beurten gebruik van kunnen maken. Alle computers zijn aangesloten op
het netwerk van onze school. Voor verdere informatie over ICT, verwijzen wij u graag naar
ons ICT beleidsplan.
3.4 Onderwijs op maat
Kinderen in Nederland zijn op vijfjarige leeftijd leerplichtig. Een kind moet dan ook op de
eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag naar school. Als een kind
bijvoorbeeld in maart vijf jaar wordt, moet het op 1 april van dat jaar naar school.
Bijna alle kinderen in Nederland gaan al op hun vierde jaar naar school om alvast te wennen
aan de school, de leerkracht en de kinderen. Net voordat uw kind vier jaar wordt, krijgt hij of
zij de gelegenheid om maximaal vijf ochtenden onze school te bezoeken.
Voor kinderen met bijvoorbeeld een taalachterstand, omdat zij bijvoorbeeld thuis een andere
taal spreken, bestaat de mogelijkheid om vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar deel te nemen
aan programma ’s voor voorschoolse educatie. Hierover wordt u door de GGZ geïnformeerd.
17
3.4.1 Aannamebeleid
Alle kinderen zijn op onze school welkom, mits de visie van onze school wordt
onderschreven en kinderen niet worden uitgezonderd van schoolactiviteiten. Toch kan het
voorkomen, dat wij kinderen op onze school door de geconstateerde problematiek niet
adequaat kunnen begeleiden. In deze gevallen zullen wij aan de ouders alternatieven voor
een meer adequate begeleiding aanreiken.
3.4.2 Zorg voor het kind
De Kardinaal de Jongschool biedt optimale zorg aan de leerlingen. De resultaten van alle
leerlingen worden nauwgezet gevolgd en besproken door de directie, intern begeleiders en
de leerkrachten. Wij werken met een leerlingvolgsysteem (LVS) zodat we alle kinderen goed
kunnen volgen. Zo’n 2 keer per jaar worden de leerlingen vanaf groep 1 getoetst op het
gebied van o.a. rekenen, lezen, spelling en werkhouding. Kinderen die beneden of boven
een bepaalde signaallijn scoren worden nader bekeken. Indien nodig wordt het
onderwijsaanbod in de groep voor deze kinderen aangepast. Ook worden de leerlingen op
sociaal emotioneel gebied gevolgd. Daarnaast spelen observaties van de leerkracht en
gesprekken met ouders en/of met de leerling een grote rol in dit proces.
Naar aanleiding van o.a. de toetsresultaten vinden groepsbesprekingen plaats met de
leerkracht en de intern begeleider. De interne begeleiders (IB-ers) coördineren het geheel
van onze leerlingenzorg. Vanuit het samenwerkingsverband “Weer Samen Naar School”
wordt de school in de zorg voor de leerlingen ondersteund door een preventief ambulant
begeleider.
3.4.3 Verlengen en versnellen
We willen in ons onderwijs inspelen op verschillen tussen leerlingen en het onderwijs aan de
kinderen zo te bieden dat alle kinderen optimaal van het onderwijsaanbod profiteren. Als
blijkt dat, ondanks alle hulp, de leerling stagneert in zijn ontwikkeling, kan er gekozen worden
om een verlenging te laten plaatsvinden (doublure). Bij een verlenging staat de vraag
centraal: wat is de meerwaarde voor dit kind bij een doublure?
Als blijkt dat een kind zich sneller ontwikkelt dan een gemiddelde leerling en qua niveau
meer aankan dan de aangeboden leerstof in een bepaalde groep, zal gezocht worden naar
een mogelijkheid om deze leerling gemotiveerd aan het werk te laten blijven. Allereerst wordt
meer uitdagende leerstof aangeboden en er wordt met aangepast lesmateriaal gewerkt.
Voorts wordt bepaald of deze leerling in aanmerking komt voor het versneld doorlopen van
de leerstof met als gevolg dat er eventueel een groep overgeslagen kan worden.
De keuze voor verlengen of versnellen van een leerling komt altijd tot stand na overleg met
ouders en het zorgteam. De uiteindelijke beslissing neemt de school.
Bij de beslissing om een leerling te laten doubleren dan wel versnellen volgen wij een
protocol, welke wij hiervoor hebben vastgesteld.
18
3.4.4 Kinderen met extra zorg
In de schoolloopbaan van een leerling kunnen er momenten voorkomen waarop de leerling
op extra hulp aangewezen is. De leerling krijgt dan gedurende kortere of langere tijd extra
hulp en instructie bij een of meerdere vakken. Deze extra hulp wordt door de leerkracht in de
groep gegeven en vastgesteld in een groepsplan of individueel handelingsplan. Indien nodig
wordt gekeken naar de oorzaken van de problemen.
Ons streven is de ouders/verzorgers actief te betrekken bij zorgleerlingen. Een kind met
problemen is niet alleen een extra zorg voor de leerkracht, maar ook voor de
ouders/verzorgers. Ouders/verzorgers zullen worden ingelicht en/of uitgenodigd voor een
gesprek. Om de juiste hulp te kunnen bieden is het van belang dat de ouders en de school
goed met samenwerken.
3.4.5 Het hulptraject
Problemen moeten vroegtijdig worden onderkend, zodat de speciale zorg kan worden
gegeven aan leerlingen die dat nodig hebben. De speciale zorg is als volgt te onderscheiden:
Leerlingen met leerproblemen: deze kinderen kunnen extra instructie van de leerkracht nodig
hebben, maar dit kan ook leiden tot een eigen leerlijn.
(Hoog)begaafde leerlingen: soms vragen leerlingen een ander soort aandacht omdat ze
(hoog)begaafd zijn. Deze leerlingen hebben andere en uitdagendere leerstof nodig. Wij
kiezen ervoor om deze leerlingen de zorg te bieden zie ze nodig hebben in de eigen groep.
Leerlingen met sociaal emotionele problemen: na overleg met de intern begeleider en/of de
gedragsspecialist wordt er een speciale aan pak gehanteerd.
Leerlingen met een handicap: hierbij denken wij aan slechthorende leerlingen of leerlingen
met een diagnose zoals bijv. AD(H)D of PDD-NOS. Voor deze leerlingen bestaat de
mogelijkheid om een leerlinggebonden financiering aan te vragen.
3.4.6 Verwijzingen
Het project Weer Samen Naar School (WSNS) houdt in, dat we het kind zolang mogelijk op
onze school proberen te houden. Het kind kan dan bijvoorbeeld een aangepast
leerprogramma krijgen. Indien een leerling toch niet op onze school kan blijven, omdat de
school handelingsverlegen is, dan volgt een verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs
(SBO). De leerling wordt dan aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL).
De PCL bekijkt eerst of de school al het mogelijke heeft gedaan. Deze commissie geeft dan
een positief of negatief advies.
De aanmelding van het kind bij het SBO moet worden gedaan door de ouders. Dit kan ook in
samenwerking met de IB-er van onze school.
Er bestaat een samenwerkingsverband met 1 school voor speciaal basisonderwijs in het
kader van WSNS: SBO de Vlindertuin in Alkmaar.
19
3.4.7 Kinderen met Leerling Gebonden Financiering
De wettelijke regeling “leerling gebonden financiering” is bedoeld voor kinderen met een
handicap, die zonder extra begeleiding geen reguliere basisschool kunnen bezoeken. Door
deze regeling wordt de ouders van deze kinderen de mogelijkheid geboden te kiezen voor
speciaal onderwijs of handhaven op onze school met extra middelen (het rugzakje).
Om in aanmerking te komen voor een leerlinggebonden financiering vragen de ouders (in
samenwerking met de school) de indicatie aan bij een onafhankelijke Commissie Voor
Indicatiestelling (CVI), die is aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum (REC).
In de nieuwe wet is het speciaal onderwijs verdeeld in vier clusters:
cluster 1: voor kinderen met visuele handicaps;
cluster 2: voor kinderen met communicatieve handicaps (gehoor-, taal- en/of
spraakproblemen);
cluster 3: voor kinderen met verstandelijke en/of lichamelijke handicap;
cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen.
De indicatie geldt voor één cluster. Dit betekent dat uw kind recht op onderwijs heeft op alle
scholen voor speciaal onderwijs behorende tot desbetreffend cluster.
Met deze indicatie kunt u kiezen voor een speciale school in het betreffende cluster of voor
regulier basisonderwijs. Als u kiest voor regulier onderwijs dan krijgt uw kind een “rugzak” en
wordt er een begeleidingsplan gemaakt.
3.4.8 Onderwijskundig rapport
Tijdens de schoolloopbaan van uw kind wordt er allerlei informatie verzameld. Deze
verslaggeving noemt men een onderwijskundig rapport. Dit rapport bestaat o.a. uit uitslagen
van toetsen, rapportverslagen, bevindingen van de groepsleerkrachten en verslagen van
externe onderzoeken (zoals bijvoorbeeld een dyslexieverklaring).
Een onderwijskundig rapport wordt verstuurd aan:
. Een externe onderzoeker (als hierom wordt gevraagd)
. De nieuwe school (bij verandering van school)
. De PCL of CVI bij verwijzing naar het SBO of SO
. Een school voor voortgezet onderwijs (aan het eind van groep 8)
Het onderwijskundig rapport kan altijd door ouders ingezien worden.
20
4. School en veiligheid
Wij vinden het belangrijk, dat kinderen met plezier naar school gaan en er zich thuis voelen.
Om dit te bereiken, stimuleren wij actief sociaal gedrag en stemmen wij ons onderwijs zo
goed mogelijk af op de wensen en mogelijkheden van de individuele leerling. Daarnaast
proberen wij pestgedrag te voorkomen en tolereren wij geen discriminerend en intimiderend
gedrag. Gedragsregels en protocollen, waaronder een pestprotocol, ondersteunen dit
streven. Dit protocol ligt ter inzage op school. Daarnaast participeert onze school in het
buurtnetwerk, waarin ook de politie en bureau jeugdzorg zijn vertegenwoordigd. Op deze
wijze kunnen problemen in een vroeg stadium worden onderkend. Sociale veiligheid geldt
ook voor leraren en ander personeel op onze school. Geweld en intimidatie tegen hen is op
onze school ontoelaatbaar.
4.1 Veiligheidsbeleid
Eén keer per twee jaar wordt de enquête “de schoolcockpit” gehouden onder teamleden,
ouders en kinderen. N.a.v. de hieruit voortkomende resultaten kan het schoolbeleid
geactualiseerd worden t.b.v. o.a. de veiligheidsbeleving door teamleden, ouders en kinderen.
Verkeersveiligheid
Alle leerlingen wonende binnen de grenzen van: Kennemerstraatweg, Willem de Zwijgerlaan,
Vondelstraat, Tolweg/Randweg komen lopend naar school, tenzij…. er sprake is van dokter-,
tandarts-, fysiotherapie- of ziekenhuisbezoek tijdens of onmiddellijk aansluitend aan de
schooltijd. Dat geldt ook voor muziekschool, club, opvangregeling, e.d. mits de leerkracht
van te voren hierover is ingelicht. Buiten dit gebied kunnen de kinderen op de fiets komen.
Op het schoolplein mag niet gefietst worden, maar lopen we met de fiets aan de hand.
Wij verzoeken ouders/verzorgers om de kinderen zo veel mogelijk lopend of op de fiets te
brengen en halen en de auto te laten staan. Mocht de afstand van en naar school zo groot
zijn, dat het echt noodzakelijk is om de auto te gebruiken, dan verzoeken wij de ouders om
de “Kiss and ride” methode te hanteren. Deze methode houdt in, dat u de auto niet parkeert
in de Anna Paulownastraat of de Amalia van Solmsstraat, maar even stopt aan de kant van
de Frederik Hendriklaan. Uw kinderen geven u een dikke kus, stappen uit en u rijdt meteen
weer door.
4.2 Gedragsregels
In het Vademecum staan de vastgestelde gedragsregels en afspraken voor leerlingen en
personeel op alle onder het SAKS ressorterende scholen.
Op school worden gedragsregels, o.a. t.a.v. het zelfstandig werken en het buitenspelen
gehanteerd die vastgelegd zijn in de klassenmappen van de leerkrachten.
21
4.3 Protocollen
Op onze school zijn verschillende protocollen. In deze schoolgids wordt er op diverse
momenten naar deze protocollen verwezen. Deze protocollen liggen ter inzage voor ouders
op school en staan op de schoolwebsite.
4.4 Jeugdzorg
De school onderhoudt nauw contact met de “Helpende hand in de wijk” en met “Kern 8”. In
de “Helpende hand in de wijk” resulteren: bureau jeugdzorg, het buurtnetwerk, de wijkagent,
het consultatiebureau, Kern 8, sociaal cultureel werk en de organisatie “Valscherm”. In
“Kern 8” zitten: de assistent GGD school/jeugdarts, het RIMA Maatschappelijk werk,
de wijkmeester, de wijkverpleegkundige, de wijkagent, de wijkbeheerder, de woonconsulent
SVA, de wijkcoördinator van de Gemeente Alkmaar, de woonconsulent Woonwaard, de
opbouwwerker, de jeugdagent “biker”, de Brijderstichting, INOVA, schoolmaatschappelijk
werk, de Sociaal Cultureel Werker en Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Noord-
Kennemerland.
De school heeft eveneens afspraken met andere scholen in het samenwerkingsverband
WSNS over de aanpak van leerlingen die incidenten veroorzaken. Contactpersoon namens
de school is de IB-er (de intern begeleider).
4.5 Incidentenregistratie
De school volgt op systematische wijze de veiligheidsbeleving om het veiligheidsbeleid
eventueel bij te stellen, te verbeteren of te borgen. Dit doen wij door het in kaart brengen van
het veiligheidsgevoel van leerlingen, leerkrachten en ouders met behulp van enquêtes en het
zorgvuldig registreren van incidenten.
4.6 Risico Inventarisatie en Evaluatie
Eens per vier jaar vullen de directie, de preventiemedewerker en een leerkracht uit de MR
gezamenlijk een door de Arbo-managementgroep Noord-West opgestelde risico
inventarisatielijst in. N.a.v. de hieruit voortkomende gegevens kan het schoolbestuur het
Arbobeleid actualiseren heel specifiek t.b.v. het personeel, om op deze wijze uitval van
leerkrachten te voorkomen. Dit komt tevens in de functioneringsgesprekken systematisch
aan de orde. N.a.v. de ingevulde lijsten wordt er een plan van aanpak door de
preventiemedewerker opgesteld. Het plan van aanpak is goedgekeurd door de MR en
onderdeel van het schoolplan.
4.7 Beeldmateriaal
Het komt regelmatig voor dat er in groepen of bijvoorbeeld op het schoolplein foto’s of video-
opnamen gemaakt worden van bepaalde activiteiten/festiviteiten. Mocht u bezwaar hebben
tegen het feit dat uw kind op deze opnamen voorkomt, meldt u dit dan schriftelijk aan de
directie. Wanneer u geen toestemming geeft om uw kind op foto’s of video-opnamen te laten
voorkomen kunnen wij uw kind tijdens activiteiten in een andere ruimte plaatsen. Wij
proberen dit zoveel mogelijk te voorkomen, uitsluiten kunnen wij dit niet.
22
5. Het voortgezet onderwijs
5.1 Overgang naar het voortgezet onderwijs
Na het basisonderwijs gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Om een goede
overgang naar het voortgezet onderwijs beter te kunnen garanderen hebben wij naast
gegevens over de schoolvorderingen ook andere gegevens nodig. In groep 8 wordt de
Nederlandse Intelligentietest voor het Onderwijs (NIO), een capaciteitenonderzoek en een
schoolvorderingenonderzoek, het drempelonderzoek, afgenomen. Deze uitslagen en het
advies van de school worden besproken met ouders. Ouders melden hierna hun kind aan op
een school van voortgezet onderwijs.
5.2 Onderwijskundig eindrapport
Voor alle leerlingen in groep 8 wordt aan het einde van het schooljaar een onderwijskundig
eindrapport geschreven. Deze informatie is wettelijk verplicht voor de overgang naar het
vervolgonderwijs. De resultaten van het leerlingvolgsysteem, de uitslag van het
drempelonderzoek en het intelligentieonderzoek staan hierin beschreven. Ook andere
relevante informatie zoals werkhouding en sociale vaardigheden kunt u hierin terugvinden.
Alle ouders hebben recht van inzage in dit dossier.
5.3 Uitstroomgegevens 2012 - 2013
Niveau voortgezet onderwijs: Absolute aantallen: Percentage:
VWO 8 16%
HAVO 11 22%
VMBO-TL 21 42%
VMBO-KB 6 12%
VMBO-KB met Lwoo 2 4%
VMBO-BB 0 0%
VMBO-BB met Lwoo 1 2%
Praktijkonderwijs / OPDC 1 2%
Totaal: 50 leerlingen
23
6. Zorg voor kwaliteit
Onder kwaliteit verstaan wij het bereiken van de gestelde doelen naar tevredenheid van de
overheid, de ouders, de leerlingen en onszelf. Daarom proberen we systematisch de goede
dingen nog beter te doen.
6.1 Planning en beleid
Kwaliteit mag geen toeval zijn en om dit te bereiken wordt een beleidsplan opgesteld met
een cyclus van vier jaren (meerjaren beleidsplan) Dit plan wordt jaarlijks geëvalueerd en
eventueel bijgesteld op basis van:
Trendanalyses van onderwijsresultaten
Zelfevaluaties
Enquêtes onder leerkrachten, ouders en leerlingen
6.2 Trendanalyses
Trendanalyses vormen een belangrijk onderdeel bij de beleidsvorming, waarbij twee
mogelijkheden zijn te onderscheiden:
a. Trendanalyse – leerjaar: hierbij worden de resultaten vergeleken, die in
opeenvolgende schooljaren door verschillende groepen leerlingen op dezelfde toets
zijn behaald.
b. Trendanalyse – leerling groep: hierbij worden de resultaten van een bepaalde groep
leerlingen in opeenvolgende schooljaren naast elkaar gezet.
6.3 Opbrengsten schooljaar 2013 - 2014
Hieronder treft u de opbrengsten aan voor ‘lezen’, ‘begrijpend lezen’ en ‘rekenen & wiskunde’
en de daarbij behorende inspectienorm op basis waarvan de kwaliteit van het onderwijs door
de inspectie wordt beoordeeld.
vakgebied Groep eindopbrengst inspectienorm
lezen 3 38,21 33
4 61,58 56
5 75,67 71
begrijpend lezen 5 25,42 20
6 30,36 26
8 58,74 47
Rekenen & wiskunde 4 58,92 56
5 74,33 73
6 89,17 84
8 108,88 106
24
6.4 Benchmarking
De resultaten van onze school worden eveneens vergeleken met andere scholen. Door dit
continue vergelijken van activiteiten, processen en resultaten wordt een beter zicht
verkregen op de eigen prestaties.
7. De ouders
Iedere ouder heeft recht op informatie van de school over zijn/haar kind.
Dat is ook het uitgangspunt bij ons op school. Er zijn echter wel
uitzonderingen die door de wetgever zijn bepaald. Dat heeft te maken
met de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Ouders die
beiden het gezag hebben over hun kind, hebben recht op alle informatie.
Dit geldt ook voor gescheiden ouders, die beiden het gezag behouden en voogden.
Ouders die geen gezag meer hebben over hun kind, hebben beperkt recht op informatie
maar zullen daar zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te
verstrekken.
7.1 Informatie naar de ouders
Wij informeren de ouders door middel van digiDUIF, wat inhoud dat alle informatie digitaal
verstuurd wordt. Alle ouders krijgen hiervoor een activeringscode om op de website van
digiDUIF een account aan te maken. Hieronder vindt u de belangrijkste
contactmogelijkheden. Mocht u, ondanks de gegeven informatie, behoefte hebben aan een
gesprek met de groepsleerkracht is dit uiteraard mogelijk. U kunt, na schooltijd, altijd even
binnenlopen in de groep van uw zoon/dochter om een afspraak te maken. U wordt
geïnformeerd via de schoolwebsite, de schoolgids, de schoolkalender, de
informatieavonden, de Nieuwsbrief, de incidentele informatie middels brieven en
rapportavonden.
7.1.1 Ouderavonden
Aan het begin van het schooljaar zijn er informatieavonden voor de groepen 1/2, groep 3 en
groep 8. Voor groep 4 t/m groep 7 is er, aan het begin van het schooljaar, een inloopavond
waarbij u samen met uw zoon/dochter een kijkje kunt nemen in de klas. Uiteraard kunt u de
leerkracht dan ook vragen stellen.
N.B. In de groepen 1/2 zijn er gedurende het schooljaar meerdere thema-avonden waar de
groepsleerkracht informatie zal geven over de betreffende thema’s van die periode. De
thema-avonden voor de ouders waarvan de kinderen in de schakelklas zitten (groep 2)
hebben een verplicht karakter.
25
7.1.2 Rapportage
De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen 2 keer per jaar een rapport, dat wordt meegegeven
aan de kinderen. Voor het eerste oudergesprek worden alle ouders/verzorgers op school
uitgenodigd, dit gesprek zal in de maanden november/december plaatsvinden. U kunt dan de
vorderingen van uw kind met zijn/haar leerkracht bespreken.
Het rapport wordt medio februari en juni meegegeven aan de kinderen. Bij het eerste rapport
wordt u uitgenodigd om de vorderingen van uw kind te bespreken. Bij het tweede rapport
wordt u in de gelegenheid gesteld om de vorderingen van uw kind te bespreken. Het kan ook
voorkomen dat de leerkracht u uitnodigt voor een gesprek n.a.v. het tweede rapport.
De ouders van de groepen 1 en 2 worden tweemaal per jaar uitgenodigd voor een gesprek.
Aan het einde van groep 2 krijgen de kleuters die naar groep 3 gaan een rapport mee naar
huis.
7.1.3 Ouderbijdrage
Om extra activiteiten zoals schoolreisjes, kamp en andere festiviteiten (zoals Sinterklaas,
Kerst, Pasen etc.) te kunnen organiseren vragen we jaarlijks aan de ouders een financiële
bijdrage. Voor de groepen 1 tot en met 7 is de bijdrage € 40,00 en voor groep 8 is dit
€ 45,00. Deze activiteiten en festiviteiten behoren niet tot het gewone lesprogramma en
worden niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vergoed. Over de
besteding van de ouderbijdrage wordt jaarlijks verantwoording afgelegd aan de ouderraad.
Deze ouderbijdrage is vrijwillig. Alle ouders ontvangen een brief met informatie over de
betaalmogelijkheden voor de ouderbijdrage. De penningmeester van de ouderraad zal de
ouders waarvan de ouderbijdrage nog niet is betaald nogmaals verzoeken, middels een
brief, de ouderbijdrage te betalen. Bij het niet tijdig voldoen van de ouderbijdrage kunnen wij
uw zoon/dochter uitsluiten van deelname aan het schoolreisje.
7.2 De ouderraad
De ouderraad wordt gekozen vanuit alle ouders die een of meer kinderen op school hebben.
Als vertegenwoordiging namens de ouders nemen zij besluiten wat betreft de ouderbijdrage,
bieden hulp bij diverse zaken op school en stellen ze hun kennis, ervaring en tijd
beschikbaar voor zowel andere ouders als de schoolorganisatie.
7.3 De medezeggenschapsraad
De MR (medezeggenschapsraad) bestaat op de school uit zes leden. Drie uit de
zogenaamde oudergeleding en drie uit de leerkrachtengeleding. Zij zijn voor het beleid en de
uitvoering daarvan van groot belang. Hun instemming kan beslissend zijn. Twee leden zijn
afgevaardigden in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad)
26
8. Afwezigheid door omstandigheden
8.1 Leerkracht
Als een leerkracht wegens ziekte of andere onvoorziene omstandigheden niet aanwezig kan
zijn, zal de directie voor een vervangende leerkracht zorg dragen. De directie zal bij het
zoeken van een oplossing het protocol “ziektevervanging leerkrachten” volgen. Belangrijk
uitgangspunt hierbij is om kinderen niet naar huis te sturen.
8.2 Leerling
Als een leerling ziek is of wegens bijzondere omstandigheden de school niet kan bezoeken,
wordt u verzocht dat tussen 8:00 en 8:20 uur te laten weten op tel. nr. 072-5117795 of via
een e-mail naar [email protected] Dit i.v.m. een juiste absentenregistratie.
27
9. De organisatie SAKS
De SAKS-SKB is een samenwerking van de besturen van de Stichting Alkmaarse Katholieke
Scholen te Alkmaar (SAKS) en de Stichting Katholiek Basisonderwijs te Bergen (SKB) op de
terreinen:
Algemeen en financieel beleid
onderwijskundig beleid en identiteit
personeelsbeleid
materieel beleid
ict-beleid
De besturen hebben de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en de
dagelijkse praktijk op de scholen. Om het bestuur te ondersteunen en de werkzaamheden op
bovengenoemde terreinen te kunnen uitvoeren is gekozen voor professionele ondersteuning
door een bestuurssecretariaat. Het secretariaat wordt aangestuurd door een algemeen
directeur met secretariële ondersteuning.
Onder de besturen SAKS-SKB ressorteren vijftien scholen voor basisonderwijs en twee
speciale scholen voor basisonderwijs.
9.1 Buitengewoon verlof
Het uitgangspunt is dat alle leerlingen op onze school zich houden aan de vastgestelde
schooltijden en vakantieregeling. Leerlingen mogen nooit zomaar van school wegblijven.
In de leerplichtwet staan drie redenen voor extra verlof:
1. Verlof vanwege het vervullen van religieuze verplichtingen.
2. Het opnemen van vakantie onder schooltijd door de specifieke aard van het beroep
van één van de ouders, omdat vakantie alleen buiten de vastgestelde
schoolvakanties kan worden opgenomen. Dit verlof moet zes weken voorafgaande
aan de ingangsdatum schriftelijk bij de directeur worden aangevraagd, voorzien van
een werkgeversverklaring waaruit blijkt dat verlof binnen de vastgestelde vakanties
niet mogelijk is. Dit verlof kan slecht één keer per jaar worden toegekend.
3. Gewichtige omstandigheden.
Extra verlof met een maximum van tien schooldagen per leerjaar is alleen mogelijk bij
verhuizen en bijwonen van vieringen of begrafenissen.
a. verhuizing (maximaal één dag),
b. bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad (maximaal
twee dagen afhankelijk van waar de gebeurtenis plaatsvindt),
c. bij ernstige ziekte van ouders of bloedverwanten t/m de derde graad,
d. bij overlijden van bloed- of aanverwanten
- in de eerste graad (maximaal vier dagen)
- in de tweede graad (maximaal twee dagen)
- in de derde graad (maximaal één dag)
e. bij ambtsjubilea en 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksfeest van ouders en
grootouders (maximaal één dag)
Bij ongeoorloofd verzuim zijn wij verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar.
28
9.2 Sponsoring
Het basisonderwijs in Nederland wordt bekostigd door de overheid. Daarnaast hebben
scholen – binnen marges – de vrijheid andere financiële bronnen aan te boren. Sponsoring is
één van die mogelijkheden. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die aan
scholen worden verstrekt en waarbij een tegenprestatie wordt verlangd. U kind hierbij
denken aan gesponsorde lesmaterialen, opname van advertenties in de schoolkrant, uitdelen
van producten aan kinderen. Onze school is terughoudend op het gebied van sponsoring en
houdt zich in gevallen van sponsoring aan de regels, die zijn opgesteld in het convenant
sponsoring. Algemeen uitgangspunt hierbij is, dat sponsoring verenigbaar moet zijn met de
visie en de pedagogische en onderwijskundige taakstelling van de school.
9.3 Klachtenregeling
Wij willen dat u tevreden bent over het onderwijs op onze school. Maar het kan wel eens
anders lopen. In dat geval kunt u contact opnemen met de groepsleerkracht of de directeur
van de school. Wanneer dit niet leidt tot de gewenste oplossing kan de contactpersoon van
de school worden ingeschakeld, waarmee u eventuele vervolgstappen bespreekt. Leidt zelfs
het gesprek met de contactpersoon niet tot de gewenste afhandeling, dan kunt u een beroep
doen op de landelijke bezwaren-, geschillen- en klachtencommissie voor Katholiek
Onderwijs, postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel. 070 – 3925508.
Voor klachten of vragen rondom seksuele intimidatie, geweld, discriminatie en/of
fundamentalisme bestaat het centrale meldpunt van de vertrouwensinspecteur bereikbaar
onder nummer 0900 – 1113111.
Voor verdere informatie over afhandeling van klachten en seksuele intimidatie verwijzen wij u
naar het schoolplan en de klachtenregeling.
9.4 Schorsen en verwijderen
Uiterst zelden krijgen leerlingen te maken met schorsing of verwijdering. Maar soms ziet het
bevoegd gezag geen andere uitweg dan een leerling te schorsen of zelfs te verwijderen. Het
is dan in belang van alle partijen – de leerling, zijn ouders, het bevoegd gezag van de school
– dat de regels en procedures, die de onderwijswetten voorschrijven, zorgvuldig worden
uitgevoerd. Deze procedure staat omschreven in het protocol “schorsen en verwijderen”.
Een leerling of een groep van leerlingen, die het onderwijs ernstig verstoren en/of leerlingen
en leerkrachten geestelijk of fysiek bedreigen kunnen tijdelijk of definitief van school worden
verwijderd. Dit geldt ook voor leerlingen van wie de ouders niet meewerken aan
onderzoeken ter verbetering van het onderwijs aan specifieke leerlingen of voor verwijzing
naar de Speciale School voor Basisonderwijs of het speciaal onderwijs.
De bevoegdheid tot schorsen is overgedragen aan de directeur van de school. In geval van
verwijdering wordt het bestuur in kennis gesteld van het voornemen tot en op basis van de
verkregen informatie van partijen kan het bestuur besluiten de betreffende leerling(en) te
verwijderen.
29
9.5 Verzekeringen
Voor alle onder het bestuur ressorterende scholen is bij de bond KBO een
verzekeringspakket afgesloten, waarin onder meer een ongevallen verzekering en een
aansprakelijkheidsverzekering is opgenomen.
Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten
(leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een uitkering
als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige
kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen
dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade valt niet onder de dekking.
De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief
zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van
onrechtmatig handelen.
30
Formulier vaststelling van en instemming met de schoolgids.
School: RK bs Kardinaal de Jong
Adres: Amalia van Solmsstraat 91
Postcode / plaats: 1814NE Alkmaar
Het bevoegd gezag
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het geldende schoolplan van de
school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag.
Plaats: Alkmaar
Datum:
Handtekening:
Naam: Mw. H. van der Hoorn
Functie: Voorzitter College van Bestuur
De medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad van bovengenoemde school heeft ingestemd met het geldende
schoolplan van de school
Namens het bevoegd gezag.
Plaats: Alkmaar
Datum:
Handtekening:
Naam: M. Laduc
Functie: Penningmeester
Top Related