Internet
1. Geschiedenis van het Internet 2. Wat is het Internet? 3. Hoe werkt het Internet? 4. Wat heb je nodig om te surfen? 5. Toepassingen van het Internet 6. De toekomst van het Internet
1. Geschiedenis van het Internet
1969: Ontstaan ARPANET Datacommunicatienetwerk voor wetenschappers opgezet
door ministerie van landsverdediging in Amerika. Begin jaren 70: andere doeleinden
Lokale en nationale netwerken met elkaar verbonden via ARPANET PROBLEEM: verschillende communicatie Open netwerkprotocol ontwikkeld: TCP/IP
1980: geen militaire activiteiten Ondergebracht in MILNET
Jaren 80: NSFNET 1990: ARPANET gaat volledig in NSFNET Nationaal sterk vertakt netwerk Groot succes bij academici en studenten Geen commerciële informatie geduld
1991: Internet Door private informatieaanbieders wordt een parallel
net uitgebouwd voor commerciële informatie. 1994: de verdere uitbouw wordt overgenomen door
telecommunicatiemaatschappijen
2. Wat is het Internet?
2.1 Autosnelweg Via internet kan je informatie versturen naar een andere
computer via een telecommunicatieverbinding. In eerste instantie gebeurt dit via kleinere, lokale wegen Aan knooppunten komen deze verbindingen op
autowegen waar met veel hogere snelheden en veel meer verbindingen tegelijk door kunnen
Net zoals grote steden, zijn netwerken verbonden met elkaar via informatiesnelwegen, die bestaan uit datacommunicatieverbindingen: ISDN, coaxkabel, glasvezelkabel of satelliet
BACKBONE
2.2 Datacommunicatieverbindingen Backbone:
Netwerk bestaande uit glasvezel-en satellietverbindingen Enorme datasnelheden Grote bandbreedte Ruggegraat van het Internet
ISDN telefoonnet
Coaxkabel televisienet
Glasvezelkabels Enorme bandbreedte Veel gegevens tegen hoge snelheden vb. honderden
telefoongesprekken Satelliet
Grote afstanden
3. Hoe werkt het Internet?
3.1 IP-adres Internet Protocol-adres
Elk op het Internet aangesloten computer heeft een eigen nummer Zonder dit adres zou zoeken op het Internet onmogelijk zijn Het adres bestaat uit een reeks bits maar wordt voorgesteld door
vier groepen getallen bv. 143.179 22.11. Aan de hand van dit adres weet een router naar welke computer
een pakket informatie moet worden doorgestuurd
3.2 Domain name system Dit is een systeem om computers namen te geven. Uit DNS kan men al heel wat informatie te weten komen
over het soort computer waarmee men verbonden is Een DNS lees je van rechts naar links:vb. Dino.axipil.fr
Uiterst rechtse gedeelte is het hoofddomein In Europa: de aanduiding van het land In VS: het soort van organisatie
com: commerciele, edu: educatieve, gov: overheid, int: internationale, mil: militair, net: netwerk, org: overige
DNS heeft ook nog een aantal subdomeinen. In ons voorbeeld 2 De naam van het bedrijf (axipil) De naam van de computer waarop de informatie zich bevindt
3.3 De rol van routers Netwerken worden met elkaar verbonden via routers
Computer die voortdurend informatie ontvangt van andere computers
Hij kijkt eerst naar het adres van de informatie en stuurt het pakket dan door naar de computer van de bestemmeling
Normaal gaat de router de kortste weg zoeken maar door het enorm aantal netwerken dat is aangesloten is dit niet steeds meer mogelijk
3.4 Informatie opdelen Berichten worden in kleinere stukken verdeeld alvorens
ze worden doorverzonden Elk stuk krijgt het adres van de bestemmeling en een
eigen nummer De routers ontvangen de informatie, kijken naar de code
en sturen het pakketje door Bij de bestemmeling worden alle stukken terug in de
juiste volgorde gesorteerd en als één bericht aangeboden
4. Wat heb je nodig om te surfen?
4.1 Hardware Computer
Minstens 16Mb RAM en 100 Mb vrije schijfruimte Grafische kaart
S-VGA geeft een resolutie van 800x600 beeldpunten, voldoende om foto’s en grafische beelden weer te geven
Kleurenscherm 256 kleuren is een minimum maar 65000 of 16.7 miljoen is
natuurlijk beter
Modem Zorgt ervoor dat de informatie die je verstuurt eerst analoog wordt
gemaakt (modulatie) en dat analoge informatie die naar jou wordt verstuurd, digitaal wordt gemaakt (demodulatie)
4.2 Software 3 soorten software nodig:
Besturingssysteem: Als je een pc hebt,heb je ook een besturingssysteem. Meertakenverwerkendsysteem zoals Windows
Communicatiesoftware: Programma om te kunnen communiceren in TCP/IP-taal Wordt standaard bij besturingssoftware geleverd
Clientsoftware: Internettoepassingen werken volgens het zogenaamde client-
servermodel. Je pc is een client van de computer waarop je op dat moment bent aangesloten
Vroeger waren er verschillende clientprogramma’s nodig per toepassing: Nieuwsgroepen: WinVN, Newswatcher, e-mail:Eudora, file transfer: WS-FTP, WWW: netscape, MSN-explorer
De huidige browserpakketten trachten deze programma’s te integreren in één pakket
4.3 Internetverbinding Telefoonaansluiting:
Dial-up toegang: het telefoonnet maakt de verbinding met de Internetaanbieder die je de toegang verleent op het Internet. Goedkoopst maar de snelheid is niet optimaal
ADSL: lijn is opgesplitst in een (analoog) deel voor telefonie en een (digitaal) deel voor datacommunicatie. Het digitale deel wordt niet meer gedeeld met andere gebruikers Bandbreedte groter en daardoor sneller Internet gebruiken en telefoneren gaat samen
ISDN Maakt gebruik van telefoonlijnen maar alles gebeurt digitaal Grotere betrouwbaarheid en snelheid 2 lijnen
Apart gebruiken om te telefoneren en internet te gebruiken Samen gebruiken met het dubbele van de capaciteit
Op termijn een universeel netwerk vormen voor telecommunicatiediensten zoals telefonie, telefax en Internet
Kabel Grotere bandbreedte dan telefoonkabel en dus grotere
snelheden Geen telefoonkosten
Permanente IP-verbinding Telefoonlijn die permanent open ligt en gebruikt kan
worden zonder dat er telkens een verbinding moet gemaakt worden
Vrij hoge kosten Beroepshalve of wanneer je permanent voor andere
gebruikers beschikbaar moet zijn (eigen website)
5. Toepassingen van het Internet
5.1 World Wide Web Gigantisch web van met elkaar verbonden bestanden over de
meest uiteenlopende onderwerpen Deze bestanden worden geëxploiteerd door informatie
leverandciers www-documenten bevatten naast tekst ook grafische
elementen en een aantal hyperlinks Kruisverwijzingen naar andere documenten
Op die manier surf je van de ene computer naar de andere
5.2 e-mail Elektronische informatie uitwisselen In staat een aantal vooroordelen te doorbreken
Niet bëinvloed door stemgeluid of uiterlijk Vrijer gedragen
Verlegen mensen moed vatten Kinderen aan volwassenen adviezen verstrekken
Adreslijsten Een verzameling van e-mail adressen van personen die in
hetzelfde onderwerp geïnteresseerd zijn. Wie op zo’n adreslijst staat ontvangt automatisch alle elektronische post die circuleert over dat onderwerp
Unieke mogelijkheid voor groepen gebruikers met gemeenschappelijke interesses om intensief contact te onderhouden
5.3 Usenet: discussiegroepen Openbaar elektronisch platform waar iedereen met iedereen
kan discussiëren Het discussiëren verloopt via berichten. Iedere deelnemer
van een discussiegroep kan een bericht plaatsen waar anderen vervolgens op kunnen reageren
Hierdoor wordt zeer snel een grote hoeveelheid informatie opgebouwd
Verschillen met adreslijsten: Geen abonnee zijn Alle artikelen zijn voor iedere Internetgebruiker toegankelijk Usenet kan men het best beschouwen als een reusachtig
mededelingenbord
5.4 IRC (Internet Relay Chat) Via het Internet kan je praten of ‘chatten’ met alle op het
net aangesloten gebruikers Je tikt in wat je wil zeggen en de persoon of personen aan
de andere kant lezen jouw tekst en kunnen onmiddellijk antwoorden
Internet Relay Chat Nickname Meest gebruikte taal is Engels
Je kan ook chatten via WWW. Elk kanaal is dan een www-pagina
Verschillen met WWW: Voor IRC heb je een specifiek softwareprogramma nodig. Vb;
MIRC. WWW maakt gebruik van de WWW-browser IRC bevat geen grafische informatie IRC is veel sneller
5.5 FTP (File Transport Protocol) FTP is een reeks van afspraken om op een correcte en
foutloze manier gegevens van de ene naar de andere computer te transporteren
Wordt veel gebruikt om bestanden op te halen uit publiek toegankelijke archieven: Freeware: bestanden of software die je gratis te
beschikking krijgt Shareware: tegen een kleine vergoeding
FTP groeide zeer snel uit tot een wereldstandaard Het meest gebruikte programma bij Windows is FTP-
explorer FTP is zeer makkelijk in gebruik
5.6 Telnet Via telnet kan je gebruik maken van de software op
andere computers Je eigen computer gedraagt zich hierbij als een terminal d.w.z.
De server ‘dienstverlenende computer’ neemt alle taken op zich en Telnet stelt zich op als een soort van doorgeefluik tussen de server en je eigen computer
De meeste Internetverbindingen werden vroeger opgezet via Telnet, maar die diensten worden nu aangeboden via het WWW
Via Telnet kun je toegang krijgen tot nuttige Internetsoftware en interactieve spelletjes
6. De toekomst van het Internet?
6.1 Capaciteit Eén van de grootste problemen is de capaciteit van het
netwerk: Oorzaak
Spectaculaire groei van het aantal gebruikers Het stijgend gebruik van de multimediatoepassingen
Gevolg: Ergerlijke opstoppingen en zenuwslopende wachttijden
Oplossing: Gebruik van breedbandverbindingen zoals coaxkabel en
glasvezel
6.2 Grootschaligheid De grootschaligheid maakt het Internet aantrekkelijk en
kwetsbaar, Interessant doelwit voor hackers De computervirussen
Dit zal zeker ook een probleem blijven in de toekomst Beveiliging zal voor de exploitanten van
Internetnetwerken een belangrijk agendapunt blijven.
6.3 Webwinkelen Kredietkaarten:
Nummer doorgeven aan de verkoper Verkoper vraagt autorisatie aan de kredietmaatschappij De maatschappij stort het geld en int bij de koper Dit systeem wordt als onveilig beschouwd:
Kredietkaartnummer kan worden onderschept De koper heeft geen bewijs van betaling
SET (secure electronic transactions) Variant van het kredietkaartmodel Specifiek ontwikkeld om de gegevens van de koper
vertrouwelijk te houden
Chipkaarten: Relevante informatie is opgeslagen op een chip Op deze kaart kan een bedrag gestort worden: vb. Proton Banksys heeft hiervoor een toestel ontwikkeld nl.C-ZAM/PC
E-cash: Elektronische geldstukken die van de bankrekening op de harde
schijf worden overgeheveld Geld wordt voorgesteld als een serie nummers met een waarde Met dit saldo kunnen betalingen worden uitgevoerd De geldstukken kunnen worden overgeheveld van de ene
elektronische geldbeugel tot de andere Voordeel is dat de privacy wordt gewaarborgd Verschillende investeerders zoals Microsoft, ING wilden zwaar
investeren in Digicash (Nederlands bedrijf dat e-cash wilde lanceren)
Door slecht management is het zeer vooruitstrevende Digicash failliet gegaan
Het overblijfsel van Digicash in Amerika probeert nu het patent op e-cash te verkopen of het verdwijnt van de markt
Bedankt voor uw aandacht!
Top Related