Download - II Tim. 1: 6-14

Transcript
Page 1: II Tim. 1: 6-14

Voorganger: van den Brink

Organist: Johannes de Vries

Page 2: II Tim. 1: 6-14

Vreugde, vreugde, louter vreugde

ELB 357: 1,2 en 5

Lied voor de dienst

Page 3: II Tim. 1: 6-14

allen:

Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

Page 4: II Tim. 1: 6-14

Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

Page 5: II Tim. 1: 6-14

Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

Page 6: II Tim. 1: 6-14

Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

Page 7: II Tim. 1: 6-14

Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

Page 8: II Tim. 1: 6-14

Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

Page 9: II Tim. 1: 6-14

Voorganger: van den Brink

Organist: Johannes de Vries

Page 10: II Tim. 1: 6-14

God zij geprezen met ontzag

Psalm 68: 7

Page 11: II Tim. 1: 6-14

Psalm 68 (LvdK) t. W. Barnard; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551

Page 12: II Tim. 1: 6-14

Psalm 68 (LvdK) t. W. Barnard; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551

Page 13: II Tim. 1: 6-14

Psalm 68 (LvdK) t. W. Barnard; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551

Page 14: II Tim. 1: 6-14

Psalm 68 (LvdK) t. W. Barnard; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551

Page 15: II Tim. 1: 6-14

Stil Gebed

Page 16: II Tim. 1: 6-14

Votum en Groet

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Page 17: II Tim. 1: 6-14

Gebed

Page 18: II Tim. 1: 6-14

Orde voor afscheid en bevestiging van ambtsdragers

Page 19: II Tim. 1: 6-14

Groot is uw trouw, o Heer

ELB 170

Page 20: II Tim. 1: 6-14

Groot is uw trouw, o Heer (EL 170) t. T.O. Chrisholm; m. W.M. Runyan

Page 21: II Tim. 1: 6-14

Groot is uw trouw, o Heer (EL 170) t. T.O. Chrisholm; m. W.M. Runyan

Page 22: II Tim. 1: 6-14

Groot is uw trouw, o Heer (EL 170) t. T.O. Chrisholm; m. W.M. Runyan

Page 23: II Tim. 1: 6-14

Groot is uw trouw, o Heer (EL 170) t. T.O. Chrisholm; m. W.M. Runyan

Page 24: II Tim. 1: 6-14

Groot is uw trouw, o Heer (EL 170) t. T.O. Chrisholm; m. W.M. Runyan

Page 25: II Tim. 1: 6-14

Groot is uw trouw, o Heer (EL 170) t. T.O. Chrisholm; m. W.M. Runyan

Page 26: II Tim. 1: 6-14

Formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen

Page 27: II Tim. 1: 6-14

Gebed

Page 28: II Tim. 1: 6-14

Wij zijn Gods kinderen

ELB 394

Toezingen van de nieuwe ambtsdragers

Page 29: II Tim. 1: 6-14

Koor

Wij zijn Gods kind'ren, verlost door zijn lijden,

vrij door wat Hij heeft volbracht;

Heilige priesters, een licht voor de volken,

één in zijn Geest, vol van zijn kracht.

Page 30: II Tim. 1: 6-14

Refrein: allen

Ga dan in zijn naam,

verkondig Jezus' naam.

Kind'ren van God, sta nu op in zijn kracht

en verkondig Jezus, Redder,

Verlosser en Heer.

Page 31: II Tim. 1: 6-14

Koor

En terwijl duizenden dwalen in 't duister

slapen wij hier in het licht;

Jezus beveelt ons discip'len te maken,

liefde is meer, meer dan een plicht.

Page 32: II Tim. 1: 6-14

Refrein: allen

Ga dan in zijn naam,

verkondig Jezus' naam.

Kind'ren van God, sta nu op in zijn kracht

en verkondig Jezus, Redder,

Verlosser en Heer.

Page 33: II Tim. 1: 6-14

Koor

Hoor je de wind van de Geest ons vertellen:

eens komt de tijd aan zijn eind.

Machten van hemel en aarde, zij wank'len:

alles wordt nieuw, Jezus verschijnt.

Page 34: II Tim. 1: 6-14

Refrein: allen

Ga dan in zijn naam,

verkondig Jezus' naam.

Kind'ren van God, sta nu op in zijn kracht

en verkondig Jezus, Redder,

Verlosser en Heer.

Jezus is Heer ... (4x)

Page 35: II Tim. 1: 6-14

Gebed

Om de Heilige Geest

Page 36: II Tim. 1: 6-14

Wil je wel geloven

ELB 469

Page 37: II Tim. 1: 6-14

1

Wil je wel geloven

dat het groeien gaat,

klein en ongeloof'1ijk

als een mosterdzaad,

dat je had verborgen

in de zwarte grond,

en waaruit een grote

boom ontstond.

Page 38: II Tim. 1: 6-14

2

Wil je wel geloven

het begin is klein,

maar het zal een wonder

boven wonder zijn

als je het gaat wagen

met Gods woord alleen;

dan gebeuren wonderen

om je heen.

Page 39: II Tim. 1: 6-14

3

Wil je wel geloven

dat je vrede wint,

als je vol vertrouwen

leeft, zoals een kind.

Als je een geloof hebt

als een mosterdzaad,

groeit de liefde uit

boven de haat.

Page 40: II Tim. 1: 6-14

Wij gaan, tot straks!!

Page 41: II Tim. 1: 6-14

II Tim. 1: 6-14

Schriftlezing

Page 42: II Tim. 1: 6-14

6 Daarom spoor ik je aan het vuur brandend te houden van de gave

die God je schonk toen ik je de handen oplegde. 7 God heeft ons niet een geest van lafhartigheid

gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.

Page 43: II Tim. 1: 6-14

8 Schaam je er dus niet voor om van onze Heer te getuigen; schaam

je ook niet voor mij, die omwille van hem gevangenzit, maar deel in het lijden voor het evangelie, met

de kracht die God je geeft.

Page 44: II Tim. 1: 6-14

9 Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet

op grond van onze daden, maar omdat hij daartoe uit genade

besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in

Christus Jezus,

Page 45: II Tim. 1: 6-14

10 maar nu is ze bekend geworden doordat onze redder Christus Jezus

is verschenen, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven

heeft doen oplichten door het evangelie.

Page 46: II Tim. 1: 6-14

11 Van dit evangelie ben ik verkondiger, apostel en leraar; 12

daarom moet ik dit alles ondergaan. Maar ik schaam mij niet, want ik weet in wie ik mijn vertrouwen heb gesteld en ben

ervan overtuigd dat hij bij machte is om wat mij is toevertrouwd te

bewaren, tot de grote dag aanbreekt.

Page 47: II Tim. 1: 6-14

13 Neem als richtsnoer de heilzame woorden die je van mij hebt

gehoord, houd vast aan het geloof en aan de liefde die in Christus Jezus zijn. 14 Bewaar door de

heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.

Page 48: II Tim. 1: 6-14

Abba Vader

ELB 376

Page 49: II Tim. 1: 6-14

Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem

Page 50: II Tim. 1: 6-14

Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem

Page 51: II Tim. 1: 6-14

Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem

Page 52: II Tim. 1: 6-14

Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem

Page 53: II Tim. 1: 6-14

Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem

Page 54: II Tim. 1: 6-14

Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem

Page 55: II Tim. 1: 6-14

Verkondiging

Page 56: II Tim. 1: 6-14

Leer mij Uw weg, o Heer

ELB 185: 1,2,4

Page 57: II Tim. 1: 6-14

Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

Page 58: II Tim. 1: 6-14

Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

Page 59: II Tim. 1: 6-14

Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

Page 60: II Tim. 1: 6-14

Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

Page 61: II Tim. 1: 6-14

Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

Page 62: II Tim. 1: 6-14

Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

Page 63: II Tim. 1: 6-14

Dank en Voorbede

Page 64: II Tim. 1: 6-14

Collecte

1e: Stichting Mensenkinderen

2e: Eigen Gemeente

Page 65: II Tim. 1: 6-14

God roept ons, broeders,

Gezang 474

Page 66: II Tim. 1: 6-14

allen:

God roept ons, broeders, tot de daad (LvdK 474) t. J.J. Thomson; m. Mainz 1833

Page 67: II Tim. 1: 6-14

God roept ons, broeders, tot de daad (LvdK 474) t. J.J. Thomson; m. Mainz 1833

Page 68: II Tim. 1: 6-14

God roept ons, broeders, tot de daad (LvdK 474) t. J.J. Thomson; m. Mainz 1833

Page 69: II Tim. 1: 6-14

God roept ons, broeders, tot de daad (LvdK 474) t. J.J. Thomson; m. Mainz 1833

Page 70: II Tim. 1: 6-14

God roept ons, broeders, tot de daad (LvdK 474) t. J.J. Thomson; m. Mainz 1833

Page 71: II Tim. 1: 6-14

God roept ons, broeders, tot de daad (LvdK 474) t. J.J. Thomson; m. Mainz 1833

Page 72: II Tim. 1: 6-14

Zegen

Page 73: II Tim. 1: 6-14

Amen amen amen,

dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer

Amen God, Uw naam zij ‘d eer

Page 74: II Tim. 1: 6-14

Vanavond 19:00

Ds. den Admirant