Download - Get connected nr 8

Transcript
Page 1: Get connected nr 8

1

Get Connectednr. 8, Juni 2014

Energiebesparendemaatregelen op huizenleiden tot een lagereenergierekening

Kijk voor uw kansen op pagina 6!

Nul-op-de-meter

Nul-op-de-meter kan nietzonder luchtdicht bouwen

Comfort, zowel in de winterals de zomer een aangenaambinnenklimaat

Denk aan het milieu: Laagenergieverbruik betekentweinig CO2 uitstoot

Comfortabel wonen

Milieuvriendelijk

#1

#2

#3

Page 2: Get connected nr 8

2

Inhoud

Peter van Lieshout (WRR)

Nul-op-de-meter-woning

Electrische deelauto van Multirent verrijkt Lombok

EBU-boardlid Kees Rutten over de human capital-agenda

Jan van Zanen / Willibrord van Beek

Estafette-interview: Erik Deen

Een Groene, Gezonde en Slimme Regio

Get Connectednr. 8, Juni 2014

Energiebesparendemaatregelen op huizenleiden tot een lagereenergierekening

Kijk voor uw kansen op pagina 6!

Nul-op-de-meter

Nul-op-de-meter kan nietzonder luchtdicht bouwen

Comfort, zowel in de winterals de zomer een aangenaambinnenklimaat

Denk aan het milieu: Laagenergieverbruik betekentweinig CO2 uitstoot

Comfortabel wonen

Milieuvriendelijk

#1

#2

#3

Op de cover ziet u een bewoner die met een Google Glass bekijkt wat er te winnen valt met energiebesparing in haar huis. Fictie? Recent verscheen er een artikel over monteurs van Eneco die Google Glass testen. De slimme bril geeft de monteurs op locatie informatie over het energieverbruik van de klant en lokale aanbieders van duurzame stroom. De cijfers op de cover zijn mogelijk gemaakt door Jan Costa, Bloemendal Bouw.

3 VoorwoordEBU-voorzitter Henk Broeders

4 Vrij geluidPeter van Lieshout (WRR)‘Het draait vooral om kennisabsorptie’

6 GroenDe nul-op-de-meter woning rukt op

10 GezondHoe maak je 50.000 woningen zorgtoegankelijk?

14 SlimOpening van het Center for Applied Games

18 Human capitalDe human capital-agenda krijgt vorm

20 Estafette-interview‘Wij zijn een raar bedrijf’Erik Deen, adviseur bij Kessels & Smit

22 DubbelinterviewWillibrord van Beek (Commissaris van de Koning in Utrecht) en Jan van Zanen (burgemeester van Utrecht)

25 EBU NieuwsElektrische deelauto van Multirent verrijkt Lombok

26 EBU ResearchColumn Monique Roso‘Bijna-dood kapitaal’

27 Agenda & Colofon

Page 3: Get connected nr 8

3

Soms haal ik de grootste inzich-ten uit eenvoudige analyses. Bijvoorbeeld de friettest van het Algemeen Dagblad van

april 2014: 80 procent van de hoogst scorende ondernemers in dit patatten- onderzoek maakt zijn friet zelf. Daar-naast experimenteren zij met hun bereidingswijze. Ambachtelijkheid, hard werken en nieuwe combinaties proberen van bestaande technieken en grondstof-fen: het is mijn stellige overtuiging dat dit niet alleen voor goede friet zo werkt. Op een vreemde, abstracte manier voelde ik mij hierin bevestigd door Peter van Lieshout, hoogleraar Theorie van de zorg aan de Universiteit Utrecht, toen deze op 23 april in gesprek ging met het Get Connected-netwerk van de EBU over zijn WRR-rapport ‘Naar een lerende economie’. Van Lieshout houdt de Nederlandse economie een spiegel voor. De strekking van zijn verhaal was dat we, willen we onze welvaart in de 21e eeuw blijven verdienen, niet zozeer moeten inves-teren in de ontwikkeling van kennis en eigen research & development, maar juist kennis moeten benutten die elders wordt ontwikkeld. Onze werknemers moeten de vaardigheden hebben om proactief te kunnen experimenteren met bestaande kennis en grondstoffen, om zo te kunnen opereren in internationale ketens. En daarvan te profiteren. Als werkgevers in Nederland hun krach-ten bundelen – zoals installatiebureaus, architecten en banken dat bijvoorbeeld

doen in het Centrum voor Duurzaam Bouwen in Amersfoort – lopen ze vast op de grenzen van regelgeving. Kees Rutten, bestuurder van ROC Midden Nederland en fris EBU-lid, wil meer opleiden voor de regio. Het ministerie staat echter niet toe dat meer dan 15 procent van de opleidingen is gericht op maatwerk voor de regio. Rutten wíl dus wel meer, maar mág dat niet...De EBU wil werken aan de lerende economische regio Utrecht als landelijk brandpunt van onderwijs en opleidingen. We hebben hier een verantwoordelijk-heid in, maar durven we die ook te claimen? Als regio Utrecht zijn we er traditioneel niet zo goed in ons punt te maken. Krijgen regionale werkgevers, overheden en kennisinstellingen het voor elkaar echt hun krachten te bunde-len en gezamenlijk op te trekken om aan een lerende economie te werken?Daar is een boosheid voor nodig die veranderingen teweeg kan brengen in plaats van het huidige stelsel te bescher-men. Met mooie verhalen redden we het niet. In de woorden van Kees Rutten: ‘Wanneer worden we in deze regio nou eens boos?’In dit achtste, wederom ietwat gere-stylde nummer van het magazine Get Connected vindt u weer verschillende verhalen over onze Utrechtse lerende economie; de kern van het werk van de EBU. Ik wens u veel leesplezier!

Henk Broeders, voorzitter Economic Board Utrecht (EBU)

‘Wanneer worden we nou eens boos?’

VOO

RW

OO

RD

Page 4: Get connected nr 8

4

‘Waar we bang voor waren, was dat het kabinet na de recessie terug zou keren

naar business as usual. Terwijl het niet vanzelfsprekend is dat je je geld op de oude manier blijft verdienen. We hebben gekeken: wat is nodig voor groei? Zo kwa-men we op responsiviteit. Dat hebben we onderverdeeld in: adaptief zijn, veerkrach-tig en proactief. China is bijvoorbeeld een adaptief land. Het probeert dingen klein uit en schaalt ze bij succes op, iets waar wij niet goed in zijn. Veerkracht bepaalt onder meer hoe goed je een crisis te lijf kunt gaan. En proactief zijn houdt in dat je uit je comfortzone treedt, geen genoegen neemt met bestaande successen.‘De regering geeft 2 miljard euro uit aan research & development (R&D), maar steeds meer nieuwe producten en dien-sten komen helemaal niet van de Willy Wortels op de R&D-afdelingen. Iedereen in de keten, ook de mbo’er, doet ertoe en heeft een rol in de lerende economie.‘Zeker in kleine landen is kennisabsorptie belangrijker dan kennisproductie. Dat is misschien wel de belangrijkste conclusie

uit ons rapport. Niet de 2 procent die jij bedenkt zorgt voor je verdienvermogen, maar jouw toegang tot de 98 procent die anderen bedenken. De zogenoemde kenniseconomie hoort bij het oude beeld van innovatie, dat van de R&D. Daar kun je je verdienmodel niet meer op baseren. ‘Belangrijk in de lerende economie zijn de regio’s. Die hebben convening power: ze brengen mensen en organisaties samen. Dat krijgt een landelijk topsectorenbeleid minder goed voor elkaar dan een Com-missaris van de Koning. Accepteer ook dat die regio’s een eigen kleur hebben, modelleer ze niet naar bijvoorbeeld Silicon Valley. Ga uit van wat je hebt, bouw op je eigen krachten. Of de drie speerpunten van de EBU er te veel zijn? Drie is niet slechter dan één. Als dat bij Utrecht past, is dat prima.‘Regionale overheden moeten verder niet alleen subsidiegever zijn, maar ook publieke belangen onderstrepen. Dat kan bijvoorbeeld een goede implemen-tatie zijn van de Wet maatschappelijke

ondersteuning (Wmo) of het streven naar duurzame huisvesting. Maak dat expliciet. De rol van geldmachine is te mager voor de overheid. ‘Verder moet je de vrijblijvendheid ontstijgen. Als je alleen maar met elkaar borrelt, kom je in the valley of death te-recht. Dan gaat het niet verder dan elkaar ontmoeten. Netwerkbijeenkomsten als die van Get Connected zijn logisch en nuttig in de fase waarin de EBU zich nu bevindt. Neem de ruimte om daarin een passende vorm te vinden. Maar stel wel

een doel: dan en dan willen we dat en dat bereikt heb-ben. En zorg dat iedereen erbij zit. De

positie van de Regionale Opleidingscentra (ROC’s) in Utrecht is nog te geïsoleerd.‘Uit veel onderzoek blijkt dat mensen direct contact belangrijk blijven vinden. Dat onderstreept het belang van de regio, want daar zijn de lijnen nog kort. Maar het gaat ook om creativiteit en productiviteit. Zet twee softwareontwerpers bij elkaar

Peter van Lieshout (WRR)‘Het draait vooral om kennisabsorptie’

In november 2013 publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het rapport ‘Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland’. WRR-lid Peter van Lieshout, hoogleraar Theorie van de Zorg aan de Universiteit Utrecht, lichtte dit rapport toe tijdens de Get Connected-bijeenkomst van 23 april. Hier zet hij zijn ideeën uiteen over een lerende economie.

‘Netwerkbijeenkomsten zijn nuttig, maar stel wel een doel’

Page 5: Get connected nr 8

5

VR

IJ GE

LUID

en er ontstaat meer dan als je ze allebei apart laat werken. Dat heeft te maken met inspiratie, energie en contact.‘In sommige regio’s jaagt niet een econo-mic board de innovatie en het verdienver-mogen aan, maar nemen de hbo’s daarin het voortouw. Hun voordeel is dat ze al veel contact hebben met het bedrijfsle-ven. Ze moeten er dan wel voor zorgen dat die verbinding structureel is.‘Van oudsher gaat het goed in Utrecht. Brainport in Eindhoven ontstond toen Daf failliet ging en Philips met de operatie Centurion bezig was. Men dacht daar: dit is het einde der tijden. Ze hadden te maken met de wet van de stimulerende achterstand. In een gebied zónder crisis, zoals Utrecht, bestaat het risico dat de wet van de remmende voorsprong in werking treedt. Brainport heeft natuur-lijk ook een uitgesprokener profiel dan Utrecht: men heeft elkaar in Eindhoven meer op het netvlies en er is een goed functionerende campus. Het Utrecht Science Park heeft dat stadium nog niet bereikt, dat ligt tien jaar achter. Maar ik vind het nog te vroeg om conclusies te trekken over het Utrechtse model. De re-gio zit nu in het stadium van verbindingen leggen, we moeten zien of die daadwer-kelijk ontstaan. Slagen we erin om zaken als de Wmo, duurzame huisvesting en domotica daadwerkelijk aan elkaar te kop-pelen of blijft dat een idee? Hoe staat het er over vijf jaar voor met het Utrecht Science Park? Doorslaggevend in dit soort processen is de kwaliteit van je organise-rend vermogen. Ik zie hoopgevende voor-beelden. De Hilversumse burgemeester Pieter Broertjes is bezig om het Media Park zo om te vormen dat het ook een Media Campus wordt. Die ambitie gaat verder dan het binden van stagairs: het gaat om structurele verbindingen tussen kennisinstellingen en de bedrijven op het park. Dat is een goed teken.’ <

Het rapport ‘Naar een lerende economie’ is te lezen op de website van de WRR: www.wrr.nl/publicaties

Zie ook het dubbelinterview met Commissaris van de Koning Willibrord van Beek en burgemeester van Utrecht Jan van Zanen op pagina 22.

Page 6: Get connected nr 8

6

gRoeN/gezoNd/sLImde nul-op-de-meter- woning rukt op

Blije bewoners‘Eindelijk krijgen we iets voor niks!,’ aldus een blije huurder. ‘De reacties op de zogenoemde nul-op-de-meter-woning zijn overwegend po-sitief’, zegt Judith Köbben-Stoppelenburg van woningcorporatie Portaal. Wel zijn huurders meer geïnteresseerd in een goede woning dan in duurzaamheid.Het is eind mei, met een groot aantal geno-digden staan we in een jaren-zestigwoning aan de Buys Ballotlaan in Soesterberg. Deze proefwoning is in het kader van het lande-lijke programma De Stroomversnelling* (zie ook de Parel op pag. 8), dat door de EBU wordt ondersteund, volledig energieneutraal gemaakt. Over het dak van de woning werd een isolerende schil met zonnepanelen gelegd. Ook de gevel is aan de buitenkant geïsoleerd met een extra schil. Het gas is afgesloten, alles in huis functioneert nu op elektriciteit. Warm water wordt uit de grond gepompt, in een nieuw schuurtje achter het huis staan een buffervat, een warmte- terugwin-unit, een gelijkspanningskast en een omvormer. De verwarming is in de wanden verwerkt. Als de bewoner de thermostaat niet hoger zet dan 21 graden en niet langer dan een half uur per dag onder de douche staat, heeft hij geen energiekosten meer. De uitgespaarde energiekosten vloeien naar de corporatie, die daarmee de aanpas-sing terugverdient. De woonlasten (huur en energie) blijven voor zittende huurders gelijk.

‘In dit concept zijn er drie winnaars en één verliezer’, licht Tom Jongen van bouwbedrijf BAM toe in de stralende zon achter de

aangepaste woning. ‘De huurder woont com-fortabeler, de corporatie krijgt een woning die beter te verhuren is en het bouwbedrijf heeft een grote klus. Alleen de energiemaatschap-pij levert in.’Binnen De Stroomversnelling wordt nog druk geëxperimenteerd. Ballast Nedam heeft bij een woning aan de Bloemstede in Maars-senbroek de apparatuur op zolder geplaatst en gebruikt de zon ook om water te verwar-men. Samen proberen de bouwbedrijven zo goedkoop mogelijke standaardoplossingen te vinden. ‘We zijn op zoek naar een product dat voor 80 procent gestandaardiseerd is en zo veel mogelijk industrieel kan worden gemaakt. De overige 20 procent laat ruimte voor aanpassingen, net als in de auto-indus-trie’, zegt Herman Boerma van Ballast Nedam

tijdens een bezichtiging van de woning in Maarssenbroek. Tijdens de uitvoering rijzen wel nog allerlei vragen. Wat doe je bijvoorbeeld met dak-kapellen? En wat als een bewoner erg op zijn granol is gesteld en daarom geen wandver-warming wil? Boerma: ‘Je krijgt heel andere reacties dan verwacht.’

*) De nul-op-de-meter-woning is een uitvloei-sel van de landelijke Green Deal De Stroom-versnelling, die in juni 2013 werd getekend door zes woningcorporaties en vier bouwbe-drijven. Doel is om tot 2020 in totaal 110.000 sociale huurwoningen te verduurzamen. Het programma richt zich vooral op eengezins-woningen uit de jaren vijftig tot tachtig met energielabel D tot en met G.

Een huis met verwarming en verlichting, waarin je kunt douchen, koken en tv kijken zonder energielasten. Verre toekomstmuziek? Nee, al bijna realiteit, ook in Utrecht. De nul-op-de-meter-woning is aan een stevige opmars begonnen.

Herman Boerma van Ballast Nedam geeft uitleg in de proefwoning in Maarssenbroek.

Page 7: Get connected nr 8

7

Ander opdrachtgeverschapBert Keijts, voorzitter van de raad van bestuur van Woningstichting Portaal, een van de corporaties die meedoen aan De Stroomversnelling: ‘In 2012 hebben we ons ondernemingsplan herijkt. We zetten nu in op betaalbaar-heid en verduurzaming. Ook een reden om het concept nul-op-de-meter te omarmen is dat je zo samen met de bouwsector slimme oplossingen kunt bedenken voor de woningvoorraad uit de jaren vijftig, zestig en zeventig, die bouwtechnisch en qua energieverbruik niet denderend is. Met De Stroomver-snelling pakken we eerst 11.000 wo-ningen aan. Die moeten het motortje op gang brengen. Tijdens het rijden

sleutelen we nog aan de motor. Daarbij betaal je onherroepelijk leergeld. De woning in Soesterberg lijkt bijvoorbeeld beter gelukt dan die in Maarssenbroek. Het is vooral worstelen met de prijs. De bouwers zijn nu zeker een ton kwijt om een woning te verduurzamen, terwijl daar maar 45.000 euro voor beschikbaar is. Van ons vraagt dit ander opdrachtgeverschap. We belemmeren de creativiteit van de bouwers als we ze tot in detail voorschrijven hoe ze dit moeten aanpakken. Zo oefenen we met z’n allen en vergt het van iedereen wat. Ons contact met de EBU is inte-ressant omdat we via hen kennis en kunde kunnen aanboren bij onder meer kennisinstellingen.’

verbinden

versnellenverzilveren

Projectfase Groen

EBU

energiezuinig

nul-op-de-meter

winstinvestering

€ markt van € 2,5 miljard (o.b.v. 50.000 woningen)

0

kansen voor het lokale bedrijfsleven, bewoners en woningcorporaties

De rekensomHet idee achter de nul-op-de-meter-woning is dat de corporatie de door de bewoner uitgespaarde energiekosten kan aanwenden voor de renovatie. Rob Rötscheid van Finance Ideas, de ontwikkelaar van een analysetool voor de business case nul-op-de-meter: ‘De uitgespaarde energiekosten vloeien naar de corporatie. Die berekent aan de hand van de huuropbrengst wat de hoogte van de investering kan zijn. Zij houdt rekening met de kosten van onder meer onderhoud aan de installaties en vervanging op termijn van onderdelen hiervan. Alle inkomsten en uitgaven worden doorgerekend met een door de overheid opgelegde rendementseis van 5,25 procent. Hieruit moeten de rente en aflossing betaald worden van de lening die de corporatie afsluit. Gemiddeld bedraagt de besparing per jaar 2.000 euro. Daarvan betaalt de corporatie het extra onderhoud en de rente en aflossing.’

Page 8: Get connected nr 8

8

Renovatiewoning wordt energieleverancier

In de Utrechtse wijk Overvecht staat het grootste binnen een renovatieproject gerealiseerde solarpark van Nederland. In het project Vechtzoom werden 640 sociale huurwoningen in op-dracht van woningcorporatie Mitros aan de binnen- en buitenkant grondig aangepakt. Door een speciaal vervaardigde steen kon er modern isolatiemateriaal in de nieuwe gevel worden toegepast. En in de nieuwe, multifunctionele dakbedekking zijn zonnepanelen verwerkt, waardoor een groter oppervlak kon worden bedekt dan bij reguliere zonnepanelen. De 8.300 m2 zonnefolie is jaarlijks goed voor 500.000 Kwh stroom en levert een CO2-reductie op van ruim vijftig procent. Volgende stap: een experiment waarbij de renovatie van een flat van vier verdiepingen moet resulteren in een nul-op-de-meter-gebouw.

www.mitros.nl

Theemuts

Kom je na een dag hard werken thuis, herken je je eigen huis niet meer terug… De mannen van het project De Stroomversnelling brengen in een recordtijd 10.000 – en straks misschien meer dan 100.000 – woningen naar een nul-op-de-meter-status. Co-partner Doorwin levert een totaalconcept aan, waarbij zowel de voor- als achterzijde van de woning in één dag worden voorzien van nieuwe kant-en-klare gevels met een hoge isolatiestandaard. Buitenbekle-ding, gevelafwerking, ventilatiesysteem, afgelakte kozijnen met driedubbel glas én een dak met zonnepanelen: alles is inclusief. ‘Goede isolatie van je huis is te vergelijken met een theemuts: je hebt daarna veel minder zonnepanelen nodig’, stelt Tijs de Ruiter, hoofd bedrijfsbureau bij Doorwin-dochter Vianen Kozijntechniek uit Montfoort. ‘En wij maken nu eenmaal de beste theemuts!’

www.stroomversnelling.net

gRoeN/gezoNd/sLImParels

Nul-op-de-meter komt voor veel huishoudens steeds dichterbij.

Page 9: Get connected nr 8

9

Verlichting, verwarming, beveiliging, airco, alarm, gordijnen, muziek: het kan tegenwoordig met één druk op de knop automatisch worden in- of uitgeschakeld. ‘Wij begeleiden mensen in het doolhof aan technische mogelijkheden’, aldus Bert Roseboom, directeur van Beda Elektro uit Veenendaal. Dat heeft direct ook een milieu- en kostenbesparend aspect: ‘Een totaalschake-laar waarbij je licht en verwarming direct uitschakelt als je de ruimte verlaat, bespaart veel onnodige energie. Hetzelfde geldt voor de automatische uitschakeling van verlichting en een USB-stopcontact.’ Zo kunnen ook klanten uit een luxer segment hun steentje bijdragen aan een beter milieu.

www.beda-elektro.nl

Energieneutrale villa

Rol van de eBUIrene ten Dam, domeinexpert Groen bij de EBU: ‘In Utrecht komen 50.000 woningen in aanmerking voor nul-op-de-meter, waarmee de benodigde investering uitkomt op minimaal 2,5 miljard euro. Dit biedt enorme kansen voor regionale bouwbedrijven en (toe)leveran-ciers, dus we dagen hen uit zich klaar te maken voor deze opgave. Bovendien probeert de EBU corporaties de handen ineen te laten slaan, waardoor volume in woningen ontstaat. Door volume wordt nul-op-de-meter interessant voor beleggers. Zo’n gezamenlijke inspanning opent deuren bij financiers die anders gesloten blijven.’Meer informatie: [email protected] of 06-33679256.

Op 19 april werd het Centrum voor Duurzaam Renoveren in Amersfoort geopend. Het is de tweede renovatiewin-kel van Nederland. Bewoners kunnen er op een speelse manier ervaren wat de impact is van energiebesparings-maatregelen als gevel- en dakisolatie en zonnepanelen. Het initiatief voor het centrum kwam onder meer van 033Energie, een samenwerkingsverband tussen het bedrijfsleven en de overheid dat inwoners van Amers-foort helpt om hun woningen en gebouwen energiezui-niger te maken. Het Centrum voor Duurzaam Renoveren figureerde op 10 mei in het RTL 4-programma Ons huis verdient het.Meer informatie: Jan Costa en Bert Boeijink (Bloemendal BV), 033-4941396 en www.033energie.nl/projecten/centrum-duurzaam-renoveren.

Het project Van Stroomversnelling tot Waterval promoot het concept nul-op-de-meter in de provincie Utrecht. Het betreft een samenwerkingsverband van de Natuur en Milieufederatie Utrecht, de provincie en Energiesprong, een landelijk programma voor ge-bouwen zonder energienota. Voor woningcorporaties is een community of practice opgezet. Projectleider Ieke Benschop: ‘We hebben een excursie naar de woningen georganiseerd om de esthetiek en techniek te tonen. Eerder wijdden we een sessie aan de financiële kant van nul-op-de-meter. Een volgende keer gaat het bijvoorbeeld over het erbij betrekken van bewoners. Ook voor gemeenten gaan we een com-munity of practice inrichten, omdat zij een rol spelen in het mogelijk maken van nul-op-de-meter-renovaties.’ Wie belangstelling heeft en/of ondersteuning kan gebruiken, kan contact opnemen met Ieke Benschop: [email protected] of 030-2567355.

Centrum voor Duurzaam Renoveren

Van Stroomversnelling tot Waterval

Bijeenkomst Get Connected: nul-op-de-meterBent u geïnspireerd geraakt door dit verhaal? Volg ons dan op Twitter voor meer informatie: @EBUtrecht

SURE Week www.sure-utrecht.nl

Agenda

10sep

6-10 okt

Page 10: Get connected nr 8

10

gRoeN/gezoNd/sLImWonen zonder zorg(en)

‘Het is een enorme klus. En de datum 1 januari 2015 blijft staan, terwijl nog niet veel bekend is. Daar kun je om treuren, maar in Veenendaal beschouwen we het als een nieuwe opdracht. We hebben de hand-schoen opgepakt. We laten het niet willoos over ons heen komen.’Strijdbare woorden van wethouder Marco Verloop (Economische Zaken) tijdens de bijeenkomst over Wonen zonder Zorg(en) op 17 maart in het Veenendaalse gemeente-huis. Op de door Verloop genoemde datum nemen de gemeenten onder meer AWBZ-taken als de ouderenzorg van het Rijk over, een grote uitdaging waarvoor geen pasklare oplossingen bestaan. In het kader van Wonen zonder Zorg(en) moeten ongeveer 50.000 woningen worden ‘opgeplust’ oftewel zorgtoegankelijk ge-maakt. Dat betekent onder meer bouw-kundige aanpassingen, huisautomatisering en slimme ICT. Maar de eerste stap is: de urgentie van het probleem over het voetlicht brengen. Daarom werd het afgelopen jaar een ‘bewustwordingstour’ langs Utrecht, Harmelen, Stichtse Vecht, Nieuwegein, Amersfoort, Zeist en Veenendaal gehouden. Overal leverde dat zalen op gevuld met ver-tegenwoordigers van onder meer bedrijven, zorgaanbieders, bewoners, woningcorpora-ties en verzekeraars.

ConsortiumAl snel bleek dat ouderen zelf nog nauwelijks over woningaanpassing nadenken, laat staan dat ze actie ondernemen. Arianne Hollander,

wethouder Wonen in Veenendaal, rekende het bewust maken van ouderen nadrukkelijk tot de taken van de gemeente. Maar ook aanbieders moeten anders gaan denken. Irene Houkes van zorgadviseur Estea merkte

op dat er niet naar producten moet worden gezocht, maar naar oplossingen. Bedrijven en zorgaanbieders moeten samen optrekken en niet alleen vanuit hun eigen belang naar het probleem kijken. Maarten van der Boon van elektrotechnisch bedrijf Leertouwer onder-streepte dat: ‘Er is geen partij in Nederland die dit alleen kan oplossen.’ Al tijdens de bijeenkomsten maakten partijen plannen om samen te werken. Een consortium onder leiding van de EBU en Berenschot gaat die plannen helpen ontwik-kelen. De provincie Utrecht stelt op basis van cofinanciering subsidies beschikbaar voor woningaanpassing. Het consortium richt zich in de eerste plaats op de bestaande woningvoorraad. Later wordt ook gekeken naar mogelijke nieuwbouw. Philippe Sprenger, managing consultant bij Berenschot: ‘Op dit moment zoeken wij voor

het consortium een tiental partijen om mee aan de slag te gaan. Het gaat om woning-corporaties, bouwbedrijven/installateurs, energieleveranciers, financiers en leveran-ciers van technologie.’Nog dit jaar wordt een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie. Wordt die toege-kend, dan breekt de uitvoeringsfase van dit initiatief, dat verdergaat onder de naam ‘Wo-ningen van de toekomst’, aan. Het daadwer-kelijke aanpassen van de 50.000 woningen kan dan beginnen.

Hoe maak je 50.000 woningen zorgtoegankelijk?

Een ‘bewustwordingstour’ moest afgelopen jaar alle betrokken partijen en organisaties door- dringen van de noodzaak van het grootschalig aanpassen van woningen in Utrecht. Dat lukte. Nu is de aanpakfase begonnen. De EBU en Berenschot zijn voor een consortium op zoek naar koplopers uit diverse sectoren om daadwerkelijk aan de slag te gaan.

Langs deze plaatsen trok de ‘bewustwordingstour’ van Wonen zonder Zorg(en) het afgelopen jaar

‘er is geen partij in Nederland die dit alleen kan oplossen’

Page 11: Get connected nr 8

11

verbinden

versnellenverzilveren

Projectfase Gezond

EBU

Utrecht

huis

domoticabouwkundigeaanpassingen

kansen voor lokale

bouwbedrijven

€ markt van max. 4 miljard (o.b.v. 50.000 woningen)

Games for Health Europe

In voor zorg!Start met thematranche technologie in de zorg

Utrecht10-caféwww.utrecht10.nl

Agenda

27/28okt

1 sep

9 juli

Doret Brandjes van de EBU benadrukt het belang van samenwerken bij Wonen zonder Zorg(en): ‘Dat maakt het opplussen van de woning efficiënter, goedkoper en duurzamer. En dat is weer belangrijk om het voor de burger betaalbaar te maken. Ook kan er een verband worden gelegd met het energiezuinig maken van de woning, waardoor de maandelijkse kosten naar beneden gaan. Gezond, groen en slim, de kernthema’s van de EBU, vallen bij Wonen zonder Zorg(en) samen.’ Doret Brandjes (projectleider Wonen zonder Zorg(en)): [email protected] Gagliardi (domeinmanager Gezond): [email protected] 06-39240280

‘De nieuwe aanpak in de zorg ligt in de verbinding tussen sectoren die elkaar nu nog onvoldoende vinden. Door sectoren te koppelen, kunnen we maatschappelijke uitdagingen omzetten in nieuwe economische groei. Innovatieve oplossingen kunnen een belangrijke impuls geven aan de bouw- en installatiesectoren, die door de crisis zwaar zijn getroffen. In die nieuwe aanpak is veel inspraak nodig van burgers. Door verschuivende budgetten wordt de rol van de consument belangrijker. Het bedrijfsleven moet zich niet langer enkel richten op zorginstellingen, maar juist op gemeenten en consumenten. Door de zorgwens bij de consument te halen, wordt zorg maatwerk. Ondernemers, ga dus met klanten, cliënten, bewoners en medewerkers in gesprek!’Mirjam van ’t Veld, burgemeester Stichtse Vecht en EBU-boardlid.

Kansen voor groei

Het belang van samenwerken

Page 12: Get connected nr 8

12

Snurkdetector

Met Conview Care, een integraal domoticaconcept uit de ko-ker van technisch dienstverlener Leertouwer uit Barneveld voor zowel intra- als extramurale zorg, kunnen zorgorganisaties hun diensten zo flexibel als maar mogelijk is aanbieden en beheren. ‘The sky is the limit’, aldus Jasper Coppes, themaspecialist Zorg & Technologie. Zo wordt een nachtelijke controle langs alle kamers in het verpleeghuis met Conview Care overbodig: ‘Met een slimme sensor controleer je continu of een cliënt uit bed is gevallen of alleen maar naar het toilet is. En via een gebruiks-vriendelijke app kun je op elk moment nagaan of een hoger geluidsniveau hulpgeroep is of gewoon wat licht gesnurk. Met behulp van deze technologie optimaliseer je zo het zorgproces.’

www.leertouwer.nl/page/Producten/16/Conview-Care

gRoeN/gezoNd/sLImParels

Mensen met een zorgvraag langer zelfstandig thuis laten wonen: dat is het toekomstbeleid van de overheid. Gebouweigenaren, het onderwijs, zorgprofessionals en de installatiebranche kunnen in Woerden nu al zien hoe dat goed en veilig kan. Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf (Otib) en de Hogeschool Utrecht realiseerden Technologie Thuis Nu! (TTN): een levensechte woonwijk met vier proef- en modelwoningen waar vitale vijftigplussers, visueel en/of motorisch gehandicapten, licht dementerenden of mensen met een chronische longaan-doening zelfstandig kunnen wonen. Dankzij simpele, prakti-sche én bewezen technische oplossingen, zoals drempelvrije kamers, duidelijke kleurcontrasten en elektronisch openende deuren. ‘Techniek in een dienende rol’, noemt Willem Bastein, projectleider bij TTN, dat. ‘Precies wat de doelgroep en de zorgsector noodzakelijk en wenselijk achten. Niet in de toekomst, maar nu.’

www.technologiethuis.nu

Dienende techniek

Speciale lichtknopjes, drempelvrije kamers en snurkdetectoren: bouwkundige aanpassingen en nieuwe technologie maken wonen zorg(en)vrij voor ouderen én hulpverleners.

Page 13: Get connected nr 8

13

Bruggenbouwer

Van den Pol Elektrotechniek ‘overbrugt de kloof tussen technisch denken en zorgdenken’. Het bedrijf uit Mont-foort verzorgde bijvoorbeeld een ingenieus lichtplan voor het onlangs geopende Martha Flora-verpleeghuis voor dementerenden in Gouda. ‘Een automatische lichtscha-keling líjkt handig’, legt Nicoline Valk, adviseur Zorgdomo-tica bij Van den Pol, uit. ‘Maar een dementerende raakt in paniek als hij het lichtknopje niet vindt. Dus combi-neren we beide. En met speciale lampen simuleren we overdag het daglicht. Daardoor kunnen mensen ’s nachts beter doorslapen en gaan ze niet dwalen, wat veel de-menterenden doen.’ Zo kunnen bewoners zelfstandiger én veilig functioneren.

www.vandenpol.com

Page 14: Get connected nr 8

14

gRoeN/gezoNd/sLImToegepaste games bereiken tipping point

Nee, hij zag een computermuis niet aan voor een afstandsbediening, zoals voormalig minister-president Wim Kok ooit deed. Wel had Henk Kamp veel vragen en toonde hij een warme belangstelling. Het was een opmerkelijk bezoek van de minister van Economische Zaken op 7 april aan het Center for Applied Games (CAG). Alleen al de outfits contrasteerden sterk: de bewindsman in een strak pak, de gamers op paarse sneakers en in T-shirts met daarop tek-

sten als ‘May the fun be with you’. De voormalige rijtuigenloods aan de Amsterdamse Plantage Middenlaan, prachtig verbouwd, herbergt nu een aantal bedrijven en initiatieven rond toegepaste (applied) games. Het is een Google-achtig pand, waar alle stappen, van ontwikkeling tot toepassing en financiering, vertegenwoordigd zijn.

KoploperApplied games zijn een zeer veelbelo-vende nieuwe economische activiteit,

waarvan het zwaartepunt in Utrecht, Hilversum en Amsterdam ligt. Bijna de helft van de 330 Nederlandse gamebedrijven houdt zich bezig met het ontwikkelen van spellen met een serieuze inslag. Met dit aantal en haar uitmuntende inhoudelijke kennis staat Nederland wereldwijd aan de top.Bij de opening vielen woorden als ‘kantelmoment’, ‘transformatie’, ‘opschalen’ en ‘groeispurt’. De game-industrie verpopt zich op dit moment dan ook van louter spelletjesmaker tot

Wat doet de minister van Economische Zaken tussen gamers? En wat heeft de EBU in Amsterdam te zoeken? Bij de opening van het Center for Applied Games in april werden die vragen beantwoord.

Page 15: Get connected nr 8

15

verbinden

versnellenverzilveren

Projectfase Slim

EBU

€3.000 banen

producent

transport

producent/uitgever

dienstverlening

uitgever

distributie

150-225 miljoenomzet

330 vestigingen

1.590

380

360

130

200

340

entertainment en applied

games

Bron: Games Monitor 2012

de leverancier van simulaties, gedrags-beïnvloedende programma’s en vormen van virtual reality aan grote bedrijven en maatschappelijke organisaties. Voorbeel-den? QLVR uit Utrecht, dat games voor een gezondere leefstijl ontwikkelt, en het eveneens Utrechtse Monkeybizniz (zie de Parel op pag. 17) dat onder meer een spel maakte voor jongeren waarvan een dierbare is overleden. Andere toege-paste games zijn gericht op het begelei-den van diabetes- en Parkinsonpatiënten en jongeren met ADHD.

Door de beeld- en spelelementen hebben applied games vaak een effectiever thera-peutische werking dan boeken of gesprek-ken over dit soort onderwerpen. Daarnaast hebben veel games een trainingsfunctie. Om die reden maken het leger, zorginstel-lingen en luchtvaartmaatschappijen er dank-baar gebruik van. Crisissituaties zijn met games bijvoorbeeld goed na te bootsen. Ziekenhuizen maken chirurgen in opleiding crisisbestendiger door hen virtueel compli-caties bij operaties te laten ervaren. Kolonel Wilfred Rietdijk van de Landmacht, die al

voor 500 miljoen euro aan games heeft laten ontwikkelen, sprak bij de opening van het CAG van het bevorderen van ‘geestelij-ke lenigheid’. De laatste trend is dat applied games niet langer alleen op computers draaien, maar ook op tablets en telefoons.

Center als katalysator voor schaalvergroting Nederland kan nog niet echt profiteren van deze groeiende markt omdat veel gamebe-drijven nog te klein zijn. In 2010 was deze markt goed voor 1,5 miljard euro. Naar

HSD Café: Serious Gaming

Dutch FinTech Hackathon

Agenda

3juli

4-6 juli

Page 16: Get connected nr 8

16

verwachting zal in 2015 deze markt goed zijn voor 10 miljard euro. Een duizelingwek-kend groot bedrag. Nog geen 10 procent van de Nederlandse spellen bereikt echter de internationale markt. Gamebedrijven laten het product dat ze in opdracht hebben gemaakt achter bij hun opdrachtgever; het product wordt niet ‘hergebruikt’. Het verdienmodel van het Center for Applied Games richt zich op het behoud van het intellectuele eigendom, dat daarna verder wordt geëxploiteerd in het buitenland. De exploitatie is vergelijkbaar met het model van Talpa, dat nieuwe formats eerst bij één tv-zender uitprobeert en vervolgens uitrolt naar het buitenland. Van idee naar IP (Intel-lectual Property). De volgende stap is om op een vergelijkbare manier games te pro-duceren. Bij elkaar kruipen in het CAG helpt daarbij. Het CAG is een initiatief van Mon-pellier Venture en investeerder Dasym. Hun ambitie is om maandelijks twintig applied games op de markt te brengen met behulp van de Nederlandse gamebedrijven. Dit is echter een hoge ambitie: Dasym wil via een apart fonds 20 tot 30 miljoen euro steken in de ideevorming, het testen, de productie, licensing en publishing van applied games. Inmiddels lopen er 51 projecten (bron: Financieel Dagblad, 18 juni 2014).

Growing GamesDasym en Monpellier Ventures zijn met CAG en het fonds partners in Growing Games, een meerjarig stimuleringspro-gramma om de duurzame groei van de jonge Nederlandse applied game-sector te bevorderen. De EBU is mede-initiatief-nemer van dit programma, dat zich richt op onder andere het valideren van games, talentontwikkeling, het vergroten van afzet-markten en opschaling.

Minister Kamp sprak zijn overtuiging uit dat de game-industrie een grote sector wordt. De voorwaarden voor schaalver-groting zijn volgens hem aanwezig. Zijn ministerie draagt zelf bij met onder meer onderzoek, subsidies en bevordering van de samenwerking, vooral binnen de topsec-tor Creatieve industrie. ‘Goed dat jullie dit center en Growing Games helemaal los van de landelijke overheid hebben opgezet’, zei hij tegen EBU-directeur Ton van Mil, in de wetenschap dat er nog oude gevoeligheden liggen tussen Amsterdam en Utrecht.Van Mil zelf noemt de opening van het CAG een groot succes. ‘Er is volume

gecreëerd en expertise bij elkaar ge-bracht, waardoor je makkelijker de stap naar het buitenland kunt zetten. Dat hier grote organisaties vertegenwoordigd waren, laat zien dat zij zich comfortabel voelen bij de sector. Er is sprake van een tipping point, ik denk niet dat er nog een terugslag zal komen. Het belang van deze dag was ongekend groot. We hebben een verbinding gecreëerd met het ministerie van Economische Zaken en geloofwaar-digheid bij opdrachtgevers. En ik vond het mooi dat de minister het waardeerde dat we als EBU over de provinciegrens heen zijn gestapt.’

Applied games hebben een effectieve therapeutische werking en een trainingsfunctie

Page 17: Get connected nr 8

17

Virtuele rouwtherapie

Computerspelletjes zijn allang geen nutteloze tijdsver-spilling meer. Het Utrechtse gamingbedrijf Monkey-bizniz combineert leren en amusement in visueel aantrekkelijke applied games met een therapeutisch karakter. ‘Zo kan een kind op een speelse manier zijn inzichten en gevoelens bij moeilijke onderwerpen ontdekken’, zegt ontwerper Erica Gasataya. Zo leren jongeren met het online platform De wereld van verschil omgaan met de ziekte of het overlijden van bijvoorbeeld een ouder. Ze maken een ontdekkings-tocht langs virtuele oorden als de Grot van Verdriet, het Ravijn van Angst en de Zee van Afscheid. Met concrete opdrachten, bijvoorbeeld foto’s verzamelen of een brief schrijven, kunnen ze hun pijn en verdriet een plek geven en mooie herinneringen vastleggen. Op dezelfde wijze is omgaan met angst voor een dokterspuit, met cyberpesten of een medisch dag-boek bijhouden via games makkelijk(er) aan te leren. Ook aan de volwassenen is gedacht. Ouders met kinderen die het verkeerde pad zijn opge-gaan, kunnen via een kaartenspel bijvoorbeeld inzicht krijgen in het contact met hun ontsporende telg. Zware kost voor een computerspelletje? ‘In alle games is, waar gepast, ook de nodige humor verwerkt’, zegt Gasataya. ‘Want die mag niet ontbreken.’

www.monkeybizniz.com

gRoeN/gezoNd/sLImParelOp het online platform De wereld van verschil kunnen jongeren een ontdekkingstocht maken langs de Grot van Verdriet en het Ravijn van Angst.

ConTaCTVoor meer informatie over Growing Games kunt u contact opnemen met Mir [email protected]

Page 18: Get connected nr 8

18

Regionale trekkerKees Rutten is waarnemend voorzitter van het college van bestuur van ROC Midden Nederland en boardlid van de EBU, waar hij trekker is van de human capital-agenda in Utrecht. Hij heeft al voor hete vuren gestaan: Rutten was ruim een jaar als crisismanager verbonden aan het team van Doekle Terpstra bij hogeschool Inholland. En van samenwerken weet hij óók alles, doordat hij als bestuurder van de Vrije Universiteit zaken deed met overheden en bedrijven binnen de Metropool Amsterdam. De grote uitdaging van zijn functie als trekker is dat het niet bij praten blijft, zegt hij: ‘De bedoeling is dat er concrete pro-jecten en vernieuwingen ontstaan, bij voorkeur gekoppeld aan de speerpunten van de EBU: groen, gezond en slim.’Rutten voert gesprekken met onderwijsinstellingen en overheden, maar ook met bedrijven en hun koepelorgani-saties, zoals de Metaalunie. Steeds probeert hij ketenbreed te denken: ‘Je hebt niks aan een waaier van verhakselde initiatiefjes.’Het eerste succes is inmiddels geboekt: de zeven mbo-instellingen in Utrecht formuleerden een gezamenlijke onderwijsvisie. Eind mei werd dat wapenfeit feestelijk bekrachtigd. Op 6 juni ging de gezamenlijke aanvraag naar het MBO-fonds de deur uit. ‘Een enorme stap voorwaarts’, zegt Rutten. Het grootste probleem in Utrecht? Rutten: ‘Dat het hier te goed gaat, kan leiden tot zelfgenoegzaamheid. We moeten echt uit de comfortzone stappen om niet voorbij gestoven te worden. Utrecht is een prachtige regio, maar er moet meer dynamiek in komen.’

De human capital-agenda van de eBU krijgt vorm

Vakbekwaam personeel is essentieel om de ambities van de EBU binnen de thema’s groene economie, gezond leven en diensteninnovatie te verwezenlijken. Dat vergt onder meer een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De betrokken sectoren moeten daar samen aan werken. Daartoe is de human capital-agenda in het leven geroepen. Wat gebeurt er op dat gebied precies in Utrecht?

Kees Rutten, EBU-boardlid:

Voorste rij: Anneke Koenis (ROC Midden Nederland), Hans Verschoor (Nimeto Utrecht)Tweede rij: Remco van Lunteren (gedeputeerde provincie Utrecht), Robert Leeftink, Adri van der Wind (beiden MBO Utrecht), Jeroen Kreijkamp (wethouder gemeente Utrecht), Bertien Houwing (wethouder gemeente Amersfoort).Derde rij: Robert Koch (ROC Midden Nederland), Gerda Eerdmans (MBO Amersfoort), Peter van de Poel (Wellantcollege), Johan Spronk (Grafisch Lyceum Utrecht), Kees Rutten (ROC Midden Nederland)Achterste rij: Diedrick Jansen (PNO Consultants), Hans Rijnten (Economic Board Utrecht), Bert van Wede (MBO Amersfoort)

‘Utrecht is een prachtige regio, maar er moet meer dynamiek komen’

Page 19: Get connected nr 8

19

HU

MA

N C

AP

ITAL

verbinden

versnellenverzilveren

Projectfase Human capital

EBU

ConTaCTHans [email protected] 06-21124703

Engineering academy‘We hadden al veertig vacatures, daar komen er nog eens honderd bij omdat ons Global Technical Centre Europe in Nieuwegein komt. Tot nu toe haalden we vooral mensen uit het buitenland. Dat moest anders, vonden we.’Hannie Kroes, company director van SKF, legt uit waarom haar bedrijf het initiatief heeft genomen tot een zogenoemde engineering academy. Die moet ervoor zorgen dat het nijpende tekort van SKF aan vooral werktuigbouwkundigen, voortaan in Nederland wordt opgelost. ‘Zelf medewerkers maken’, zo noemt Kroes het half gekscherend. Het idee is een eigen leerlijn op zowel mbo-, hbo- als universitair niveau, samen met opleidingen en andere technische bedrijven. Daar zou een ‘bijna volledige baangarantie’ aan verbonden zijn. SKF, wereldmarktleider in onder meer kwaliteitslagers en smeersyste-men, biedt daarbij internationale stages aan.Kroes praat hierover met vijf bedrijven. ROC Midden Nederland en de Hogeschool Utrecht reageerden al positief. Voor de universitaire poot wordt gesproken met de drie Technische Universiteiten in Nederland.Kroes wil ook zij-instromers interesseren: mensen die na een tech-nische opleiding een niet-technisch beroep hebben gekozen. ‘Die kunnen bijvoorbeeld vier dagen in de week werken en één dag leren. Ik wil elke mogelijkheid aangrijpen om mensen klaar te stomen voor ons soort werk. We hebben hier 33 nationaliteiten rondlopen en in ons researchcentrum is inmiddels 80 procent buitenlander. Dat is lastig managen, en het is niet handig voor de Nederlandse economie.’Dat SKF dit samen met andere bedrijven aanpakt, is logisch vanwege de benodigde schaalgrootte, maar ook omdat Kroes samenwerking noodzakelijk vindt: ‘Ik geloof niet in ieder voor zich. Daar is dit pro-bleem te complex voor.’

Publiek-private samenwerkingIn alle provincies zijn Centra voor Innovatief Vakmanschap (mbo-niveau) en/of Centres of Expertise (hbo-niveau) opge-richt, die de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt moeten verbeteren. Ze richten zich doorgaans op één top-sector. Het Utrechtse Centre of Expertise heeft de creatieve industrie als speerpunt.Het mbo in Utrecht pakt het anders aan. ‘Wij hebben gekeken wat hier speelt en kwamen uit op: zorgtechnolo-gie, duurzaamheid, serious gaming en ondernemerschap, thema’s die door verschillende topsectoren heen lopen,’ vertelt Robert Koch, directeur van het Tech-college van ROC Midden Nederland. Voor ondernemerschap werd gekozen omdat Utrecht ‘een echte mkb-provincie’ is.Koch is een van de kwartiermakers van de publiek-private samenwerking (pps) die wordt gesmeed tussen het bedrijfs-leven en het beroepsonderwijs. Per 1 september wordt daarvoor een stuurgroep opgericht. In de pps delen het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs informatie en plannen met elkaar, onder meer om te voorkomen dat het onderwijs steeds achter de ontwikkelingen in de regionale economie aan hobbelt. Koch, lachend: ‘Ik wil dat ons onderwijsaanbod voortaan in maximaal een dag aansluit bij een andere vraag uit het bedrijfsleven.’Hij is momenteel druk bezig met een aanvraag voor het regionaal investeringsfonds, bedoeld om de samenwer-king tussen onderwijs en bedrijfsleven voor de onderwer-pen ‘duurzaamheid’ en ‘zorgtechnologie’ vorm te geven. Daardoor kunnen docenten bijvoorbeeld tijd vrijmaken om in bedrijven mee te lopen en om nieuwe onderwijsprogram-ma’s te maken. Koch is blij met de bemoeienis van de EBU: ‘Die geeft de contacten tussen de betrokken partijen op een prettige manier vorm. Er wordt nu gezamenlijke urgentie gevoeld.’ <

Page 20: Get connected nr 8

20

Kessels & Smit zetelt in een mooi oud herenhuis aan de Utrechtse Maliebaan. Het grote pand her-bergt nog verschillende andere bedrijven. Behalve een café

delen zij een prachtige grote tuin, wat voor veel interactie zorgt.Het onderkomen past goed bij de werk-wijze van het bureau. Kessels & Smit wisselt graag op basis van gelijkwaardig-heid kennis en inzichten uit. Dat leidt tot leercycli: anderen laten leren en daar zelf weer van leren. ‘Wat we onze klanten aandoen, willen we liefst zelf eerst ook ondervonden hebben,’ omschrijft Erik Deen het half grappend. Die aanpak is succesvol, want dwars tegen de trend in gaat het Kessels & Smit voor de wind.‘Wij zijn een beetje een raar bedrijf’, stelt Deen. Er is namelijk geen management-team of directie. De adviseurs – allemaal zelfstandigen – zijn aandeelhouder van Kessels & Smit. ‘Over bijvoorbeeld de bestemming van de winst beslissen we alle 35. Nee, ruzie krijgen we daar niet over, maar het is ook niet vanzelfsprekend. We bedenken bijvoorbeeld ter plekke een staffel voor de winstverdeling. Dan gaan er nog diverse gesprekken en belrondes overheen voordat die definitief is. Vaak proberen we iets gewoon uit. Het komt in de buurt van eerst doen en dan denken. Dat vind ik ook wezenlijk van leren: dat je veel experimenteert.’

Geef eens een voorbeeld van een leerzaam project.‘Bij een zorginstelling die ondernemender wilde worden, gaven we geen cursussen, maar organiseerden we bijeenkomsten waarin we samen experimenten bedach-ten. Daar hebben we SodaProducties ook bij gehaald, omdat zij goed zijn in onder-nemen in een sociale context. Een van de daaruit voortvloeiende proefprojecten is dat, samen met een andere zorginstel-

ling, een gebouw in een buurt zo wordt ingericht dat er verschillende vormen van zorg geboden kunnen worden. Ook kregen werknemers heel veel ruimte om in de om-geving op zoek te gaan naar kansen voor hun deel van de organisatie. De centrale vraag is: wat kan ik deze buurt nog bieden vanuit mijn vak? Daar hoort dan ook een andere manier van leiding geven bij. Wij jagen zo’n proces aan en voeden het.’

Anne en Marieke Heinsbroek van SodaProducties droegen in Get Connected 7 het stokje over aan Erik Deen van Kessels & Smit. Zijn adviesbureau noemt zich ook wel ‘The Learning Company’ en richt zich op zowel de profit- als de non-profitsector.

‘We laten mensen hun krachten aanboren’

eerst doen, dan denkenErik Deen, adviseur bij Kessels & Smit

Page 21: Get connected nr 8

21

ESTA

FETTE-IN

TER

VIE

W

Wat heb je zelf met leren?‘Ik ben opgeleid als gymleraar, maar heb dat vak nooit gepraktiseerd omdat er des-tijds geen werk in te vinden was. Daarna studeerde ik Onderwijskunde. Vervolgens kwam ik op interne opleidingsplekken te-recht. Het mooist vond ik het als mensen verbaasd staan over zichzelf en zeggen: ik wist niet dat ik het in me had. Wij laten ze hun krachten aanboren, terwijl in organi-saties maar al te vaak de nadruk wordt gelegd op wat mensen niet kunnen.’

Wat is jullie relatie met SodaProduc-ties?‘Ik deed bij de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) een project bedoeld om vrijwilligers bij voetbalclubs vast te houden. Een collega raadde me aan met Anne en Marieke te praten, omdat zij bijna niet anders doen dan met vrijwil-ligers werken. Dat was heel leerzaam. In ruil daarvoor heb ik vrijwilligers van SodaProducties geholpen hun talent aan te spreken en ben ik lid geworden van hun adviesraad.’

De estafettevraag: hoe kun je commer-ciële doelen combineren met het leve-ren van een maatschappelijke bijdrage?‘Soms valt het samen. Een collega heeft in Zuid-Afrika bijvoorbeeld een opvang-centrum opgezet voor kinderen waar de ouders niet voor kunnen zorgen. Dat deed hij in de vorm van een onderneming. Er zit onder meer een bakkerij, een naaiatelier en een moestuin bij. Die leveren aan de opvang, maar verkopen ook en brengen

daardoor inkomsten binnen. Dat project bedruipt zichzelf. Wij doen daarnaast veel commerciële klussen. Daar schaam ik me niet voor, want daardoor kunnen we weer iets anders doen. Maar zolang het ons lukt om onze broek op te houden, doe ik wel het liefst klussen zoals die voor de KNVB.’

Zijn er maatschappelijke projecten die je niet zou doen?‘Een buurthuis schilderen. Niet omdat ik het minderwaardig vind, maar ik kan beter adviseren dan schilderen.’

Wat zou je als eerste doen als je board-lid was van de EBU?‘Zorgen dat Utrecht meer smoel krijgt. Van Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam weet ik waar ze goed in zijn, van Utrecht veel minder. Dat groen, gezond en slim de speerpunten van de EBU zijn, was nog niet zo bij me binnengekomen. Ik sta er wel achter dat je je richt op iets waar je goed in bent, maar ik vind het te divers. Ik zou één van de drie kiezen, al weet ik niet meteen welke.’

Heb je een boodschap voor de regio?‘De charme van Utrecht is dat het klein, levendig en jeugdig is. Zorg dat je dat behoudt en uitbouwt. En ga na hoe je je kunt verbinden met andere regio’s. Je afschermen, daar geloof ik niet in.’ <

Aan wie draag je het estafettestokje over?

‘Marcel Collignon, zelfstandig adviseur.

Mijn vraag is: hoe kun je duurzaamheid

verder helpen binnen een netwerk?’

Erik Deen: ‘Wij zijn een beetje een raar bedrijf.’

Page 22: Get connected nr 8

22

Hoe vond u de Get Connected-bijeen-komst over de lerende economie?Van Beek: ‘Ik ben buitengewoon en-thousiast. Het is heel inspirerend om mensen van allerlei niveaus en sectoren bij elkaar te zien komen. Ik hoop dat Get Connected leidt tot een nóg fijnmaziger netwerk, met contacten die niet op voorhand logisch zijn. Juist dan ontstaan crossovers en innovatie.’Van Zanen: ‘Ik vond het zeer inspire-rend. De locatie en de spreker hielpen daar erg bij. Ik vond het ook aangenaam dat het gezelschap zo divers was: jong, oud, man, vrouw, nieuw en ervaren. Dat werkt.’

Peter van Lieshout onderstreepte het belang van dit soort bijeenkomsten. Maar hij zei ook dat je moet uitkij-ken voor wat hij noemde de valley of death: dat je alleen nog maar met elkaar práát. Van Beek: ‘Get Connected is te nieuw en te spannend om daar nu al bang voor

te zijn. Maar over vijf jaar moet je wel andere eisen stellen aan zo’n netwerk. Het is niet goed als je dan hetzelfde soort bijeenkomsten met dezelfde mensen hebt. Hoe het er dan wel uit

moet zien, weet ik niet. Misschien zie je elkaar dan wel méér, zonder dat het een naampje heeft. En ik weet niet of de jongere generatie in dit digitale tijdperk elkaar wel fysiek wil blijven ontmoeten. Daar moet de EBU op tijd op inspelen; dat je ook elektronisch kunt netwerken.’

Van Zanen: ‘Dit is een goede schaal-grootte om elkaar te ontmoeten. Maar het moet inderdaad niet bij alleen pra-ten blijven. Mensen zullen ook moeten investeren, er tijd in steken. Ik snap je opmerking over digitalisering, Willibrord. Soms werkt het het best als je elkaar eerst fysiek ontmoet en het daarna digitaal voortzet. En soms is dat ook andersom het geval. Ik denk dat die twee vormen naast elkaar moeten bestaan.’

De WRR benadrukt het belang van de regio. Tegelijkertijd moeten de regio’s zich onderling meer verbinden, vindt de WRR. Van Zanen: ‘De strategische plek van Utrecht tussen Amsterdam en Eindho-ven is onze kracht én onze tragiek. Onze valley of death is dat we alleen maar tegen elkaar zéggen dat het hier zo goed gaat. Bedrijven, de grote gemeenten en universiteiten hebben al interregio-nale samenwerkingsverbanden. Zoiets

Na de Get Connected-bijeenkomst in Paushuize met Peter van Lieshout van de Wetenschappelijke Raad (WRR) voor het Regeringsbeleid over de lerende economie, praatten we na met Commissaris van de Koning Willibrord van Beek en de burgemeester van Utrecht, Jan van Zanen. Beiden zijn nog maar net in functie en nu al aan de slag als ambassadeur voor het Get Connected-netwerk. Wat zijn hun plannen?

Willibrord van Beek en Jan van zanen

‘onze ligging is onze kracht én onze tragiek’

‘over de taak- verdeling moet je niet miezemauzen’

Page 23: Get connected nr 8

23

DU

BB

ELIN

TER

VIE

W

Willibrord van Beek: ‘De EBU moet op tijd inspelen op elektronisch netwerken’

zouden organen als de EBU ook moeten krijgen. In een land als Nederland doe je elkaar en vooral ook jezelf te kort als je andere regio’s als vijanden ziet.’Van Beek: ‘Assen zoals die tussen Eind-hoven en Utrecht moet je koesteren. Kijk, als je vroeger iets nieuws wilde uitvinden, sloot je je deuren. Nu zet je juist de ramen open. Natuurlijk zijn er sentimenten ten opzichte van bijvoor-beeld Amsterdam. Dat is niet erg, zolang je je daar maar niet door laat leiden. De tendens dat regio’s elkaar nodig hebben, wordt steeds helderder. Je ziet binnen de EBU nu de driehoek Amersfoort-Utrecht-Hilversum opkomen. Food Valley wordt

steeds belangrijker en in Den Haag hech-ten ze veel belang aan de Noordvleugel.’Van Zanen: ‘Laatst ontmoette ik in bedrijvencentrum Hooghiemstra de win-naars van een bedrijvenprijs. Ze kwa-men uit Eindhoven, werkten in Utrecht, hadden veel opdrachten in Amsterdam en maakten een animatiefilmpje voor de Londense ondergrondse. Over regio-overstijgend gesproken…’

Hoe ziet u uw rol als ambassadeur van Get Connected? Van Zanen: ‘Als boegbeeld. Ik ben graag bereid om samen met de wethouders energie te steken in Get Connected.

Het is belangrijk. Uiteindelijk gaat het hierom: hebben Utrechters een baan en kunnen ze hun ei kwijt? Daaraan kan Get Connected bijdragen.’Van Beek: ‘Ik ben zeer vereerd met deze functie. De taakomschrijving daarvan ligt heel dicht bij die van de Commissaris van de Koning. Ik zit al in allerlei net-werken, kom overal binnen en ben in de gelegenheid om te verbinden. Het ligt ook in mijn aard om lijntjes te leggen. Onderschat trouwens niet het belang van locaties – bijvoorbeeld Utrecht Science Park – waar netwerken ontstaan tussen de universiteit, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en bedrijven als Danone.’

Gaat u veel samen optrekken? Van Beek: ‘We moeten zorgen dat we aan hetzelfde eind van het touw blijven trekken. Of dat logisch is? Nou, ik ken voorbeelden… Gelukkig hebben we eer-der intensief samengewerkt. Van Zanen heeft natuurlijk een voorsprong omdat

Page 24: Get connected nr 8

24

hij hier vandaan komt. Mijn voordeel is dat ik al veertig jaar in Brabant woon, ik kan makkelijk de brug bouwen tussen Eindhoven en Utrecht.’Van Zanen: ‘Wij komen er altijd uit als we samen optrekken. We kennen elkaar al heel lang. Het gaat erom dat we Get Connected aantrekkelijk houden. Over de taakverdeling die daarbij hoort moet je niet miezemauzen, maar dat gaat zeker niet gebeuren met Willibrord.’

Wat moet er als eerste gebeuren om de lerende economie in Utrecht verder op weg te helpen?Van Beek: ‘Met het hoger onderwijs

loopt het allemaal wel. Maar ik denk dat we nog een grote stap moeten zetten bij het vakonderwijs. Dat bleek ook bij de netwerkbijeenkomst vanmiddag: het ROC (Regionaal Opleidingscentrum, red.) hing er een beetje bij.’Van Zanen: ‘Ik vraag me dan wel af hoe dat komt. Daar moet je ook over

nadenken. Geef het ROC ook de vloer: laat ze vertellen wat ze doen en waar ze goed in zijn. En onderschat ze niet, want in het vakonderwijs gebeuren din-gen die van groot belang zijn voor een dynamische economie. Daar wordt ons dagelijks brood gebakken.’ <

Zie ook Vrij Geluid op pagina 4, waarin Peter van Lieshout van de WRR zijn visie op de lerende economie uiteenzet.

‘Ik zie mezelf als boegbeeld van Get Connected’

Jan van Zanen: ‘Het gaat hierom: hebben Utrechters een baan en kunnen ze hun ei kwijt?’

Page 25: Get connected nr 8

25

EB

U N

IEU

WS

Get Connected-bijeenkomst 10 september: nul-op-de-meterWe zijn met zijn allen op weg naar een nul op onze energierekening. Benieuwd hoe dit kan? Kom dan naar de Get Connected-bijeenkomst over het initiatief Nul-op-de-meter. Schrijf je nu in via: www.economicboardutrecht.nl/agenda

Economic Board Utrecht is verhuisdSinds 2 mei is de EBU gevestigd op de eerste etage van hal 7 van de Jaarbeurs Utrecht. Het kantoor bevindt zich aan de Van Zijstweg, aan de zijkant van de Jaarbeurs. Let op: het EBU-kantoor is niet bereikbaar via de hoofdingang. Bezoekers kunnen parkeren op P3.

Dutch FinTech HackathonDe Rabobank organiseert samen met Ordina, UtrechtInc, TNO en de EBU van 4 tot en met 6 juli Nederlands eerste FinTech Hackathon. Teams van technisch creatieve mensen kunnen tijdens deze ultieme 48-urige Hackathon aan een deskundige jury hun technische oplossing presenteren voor Next Generation Financing en mooie prijzen winnen. Ook aanwezig zijn uitda-gende sprekers en experts uit de FinTech-sector.Meer informatie: www.dutchfintechhackathon.nl

LomboXnet, spil in de Utrechtse pilot van het EBU-initiatief ‘Smart Grid: rendement voor iedereen’, ontwikkelt voor de dienst Ecar4all kansrijke business cases voor het slim laden van elektrische deelauto’s.

E-car4allDoor zonnestroom direct te gebruiken voor de auto betalen de producenten van deze duurzaam opgewekte stroom minder energiebelasting. Het doel van E-car4all is het optimaal benut-ten van lokaal opgewekte zonnestroom. Daarnaast vormt de mobiliteit voor de gebruiker met minder gebruik van fossiele brandstoffen een doel.

MultirentDe elektrische Nissan Leaf is een project van autoverhuurder Multirent. Het bedrijf heeft onlangs besloten te investeren in en te experimenteren met de kennis uit het Smart Grid initia-tief. Multirent is onder de indruk van de kennis in de Utrechtse pilot en stelt daarom als proef een elektrische deelauto be-schikbaar. Multirent begrijpt de wens van de consument om op korte termijn en voor kortere duur over een huurauto te kunnen beschikken en zelfs een steentje bij te dragen aan een beter milieu. De auto wordt opgeladen door middel van duurzame energie uit zonnepanelen van basisschool de Parkschool en het Christe-lijk Gymnasium. Hierdoor rijdt de Leaf de eerste 100 kilometer kosteloos en emissieloos op duurzame energie. <

Elektrische Multirent deelauto verrijkt LombokMultirent heeft een tweede elektrische deelauto geplaatst in de wijk Lombok in Utrecht. De elektrische Nissan Leaf is de tweede deelauto die wordt opgeladen door zonnestroom uit de eigen wijk en door buurtbewoners ingehuurd kan worden vanaf vier euro per uur.

Page 26: Get connected nr 8

26

Rapporten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) over Nederland leveren doorgaans wel een berichtje op de economiepagina’s van de kranten op. Zeker als wordt gepleit voor modernisering van het sociale stelsel en de woningmarkt. De recente oproep van de Oeso om meer ruimte te scheppen voor financiering van het Nederlandse bedrijfsleven, bracht zelfs nog meer pers op de been.Daardoor raakten twee andere belangrijke rap-porten van de Oeso ondergesneeuwd, die voor het verdienvermogen van Nederland op de lange termijn zeker relevante adviezen bevatten. De Oeso-aanbevelingen over versterking van ons innovatiesysteem sluiten bijvoorbeeld zo naadloos aan bij eerder advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), dat je bijna zou denken dat er ‘iets in de lucht hangt’. Volgens de Oeso beschikt Nederland over een goede basis voor economische groei en innovatie. Maar de circulatie van kennis tussen mensen, ondernemers, en instellingen voor onderwijs en onderzoek in alle soorten en maten, is in Neder-land onvoldoende. Het is bijna-dood kapitaal.Met het fiscale instrumentarium en het topsec-torenbeleid heeft Nederland volgens de Oeso ook een goed uitgangspunt voor innovatie en ondernemerschap. Door het accent op sectoren te leggen in plaats van op activiteiten en omdat er niet naar nieuwe niches wordt gezocht, wordt echter niet meebewogen met de dynamiek van innovatieve ondernemers. Vernieuwing over de volle breedte van de econo-mie met kruisverbanden tussen topsectoren en

niet-topsectoren, versterkt het concurrentiever-mogen van de hele Nederlandse economie. Maak gebruik van de maatschappelijke doelen uit het Europese programma Horizon2020 om secto-ren met elkaar te verbinden. Ook met de brede basis aan publieke kennis is meer mogelijk dan rechttoe-rechtaan valorisatie in een (veelal) aca-demische context. Het is de Oeso die ons erop moet wijzen hoe relevant het hbo is als schar-nierfunctie tussen onderwijs, praktijkonderzoek en het (innovatieve) mkb – en waar zeker moet worden geïnvesteerd in kwaliteit. Het Nederlands academisch onderzoek is op topniveau, dus dit afknijpen is uit den boze. Maar die kennis moet ook buiten de kaders van het topsectorenbeleid worden gedeeld. Daarnaast moeten we meer technici en informatici oplei-den. We moeten onze human capital-agenda’s ook inrichten op het aanleren en blijven trainen van kennis en vaardigheden om niet-technolo-gische innovatie te realiseren. En dat ons hele werkzame leven lang. En ten slotte moeten we af van de nieuwe Hollandse ziekte dat veel start-ups zzp-er blijven, zo signaleert de Oeso. We zijn in Nederland blij dat we weer enigszins in de buurt van de nullijn zitten qua economische groei. Willen we echter de sprong maken naar werkelijk economisch herstel, dan moeten we gelijktijdig aan verschillende knoppen draaien om ons (Utrechts) innovatiepotentieel te kunnen verzilveren. <

Monique Goddijn-Roso, onderzoekscoördinator EBU

EB

U R

ES

EA

RC

H

Bijna-dood kapitaal

Page 27: Get connected nr 8

27

4 en 5 juli Exposure 2014Viewings, expositie, presentaties en kleine concertenexposure.hku.nl

5 juliFestival deBeschaving www.debeschaving.nl

4-6 juliDutch FinTech Hackathonwww.dutchfintechhackathon.nl

7 t/m 11 juliEconomische missie Zuid-Afrika met minister Lilianne Ploumenwww.rvo.nl/actueel/evenementen

29 juli Netwerklunch 033www.netwerklunch033.nl

31 augustus58ste Ronde van Midden-Nederlandwww.rondevanmiddennederland.nl

10 septemberBijeenkomst Get Connected: nul-op-de-meterwww.economicboardutrecht.nl/agenda

25 septemberiZovator Cross Care Caféwww.izovator.nl/evenement/ cross-care-caf%C3%A9-0

26 septemberCursus ‘Van idee tot markt’·www.rvo.nl/actueel/evenementen

4 en 5 oktoberWeekend van de Wetenschapwww.hetweekendvandeweten-schap.nl

10 oktoberDag van de Duurzaamheid www.hieropgewekt.nl/agenda/duurzame-dinsdag-0

6 t/m 10 oktober SURE Weekwww.hku.nl/web/DitIsHKU/ Agenda.htm

27 & 28 oktoberGames for Health Europewww.gamesforhealtheurope.org

28 oktoberExportdag voor ondernemerswww.onderzoek.hu.nl/ Evenementen

20 novemberVeterinary Science Day 2014www.utrechtlifesciences.nl/veterinary-science-day-2014

27 novemberCLICKNL jaarevent 2014www.clicknl.nl/events/clicknl- jaarevent2014-2

ColofonDeze Get Connected is totstand gekomen in opdrachtvan de Economic BoardUtrecht (EBU). Wij danken de ondernemers en bestuurders die hieraan hebben meege-werkt.

(Eind)redactie:Menno BosmaSandra EkkelboomMiriam NotenboomMarcia VeenhuisDoron Verstraelen

Fotografie:Marieke DuijstersPaul van der KleiRoelof PotJaap Rodenburg

Vormgeving:AKIMOTO Ontwerpt

Druk: Klomp Reproka

AgeNdAjuli - november 2014

De EBU is mede gefinancierd met

steun van het Europees Fonds voor

Regionale Ontwikkeling van de

Europese Unie, Provincie Utrecht,

Gemeente Utrecht, Gemeente

Amersfoort, BRU.

Page 28: Get connected nr 8

Méér Get Connected? Nummer 9 verschijnt in januari 2015.

‘Treed uit je comfortzone,

neem geen genoegen met

bestaande successen’

Peter van Lieshout (p. 4)

Een Groene, Gezonde en Slimme Regiowww.economicboardutrecht.nl