Download - Folder Wft Svb 2010

Transcript
Page 1: Folder Wft Svb 2010

BronnenboekEx@mentraining

Wft Schadeverzekeringen Particulieren

Page 2: Folder Wft Svb 2010

2

ColofonUitgever: Welten OpleidingenAuteur: Welten OpleidingenEindredactie: Welten OpleidingenVormgeving: Verhagen Grafische Media BV, VeldhovenIllustraties: Verhagen Grafische Media BV, Veldhoven Drukwerk: Verhagen Grafische Media BV, Veldhoven

Ex@mentraining Wft-Schadeverzekeringen ParticulierenVersie: W45MOD2_V11

Copyright © 2010 Welten Opleidingen Postbus 1047 5512 ZG Vessem Telefoon: 0497- 594800 Fax: 0497 - 594999 E-mail: [email protected] Internet: www.welten.eu

Samenstellers en Welten Opleidingen zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onjuist-heden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any othermeans, without written permission from the publisher.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschul-digde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Page 3: Folder Wft Svb 2010

3

InhoudVoorwoord 7

Algemene studieaanwijzingen 8

Inleiding in het schade verzekeringsbedrijf 11

Hoofdstuk 1Algemene begrippen 12

1.1 Inleiding 121.2 Voorlopige dekking 121.3 Terrorisme, risico en schade 121.4 Non-selectie en autoselectie 121.5 Risicomanagement 131.6 Zaakschade 131.7 Persoonsschade 141.8 Vermogensschade 141.9 Preventie in het kader van

risicoanalyse 142.0 Principes van actief

schade regelingsbeleid 15Samenvatting 15

Hoofdstuk 2Schadeverzekeringen 16

Inleiding 162.1 Risico’s 162.2 Klant 16

Hoofdstuk 3Nieuw verzekeringsrecht 17

3.1 Inleiding 173.2 Dwingend, semi-dwingend en

regelend recht 17

Hoofdstuk 4Verzekeringsdefinitie 18

4.1 Artikel 7:925 BW; Definitie van de verzekeringsovereenkomst 18

4.2 Artikel 7:926 BW; Uitkering en uitkeringsgerechtigde 19

4.3 Artikel 7:944 BW; Specifieke definitie schadeverzekering 19

4.4 Artikel 7:964 BW; Definitie sommenverzekering 19

4.5 Artikel 7:975 BW; Definitie levensverzekering 20

4.6 Artikel 7:928 BW tot en met 7:931 BW; Mededelingsplicht en overtreding 20

4.7 Artikel 7:934 BW tot en met 7:936 BW; Premie 25

4.8 Artikel 7:935 BW; Premieverrekening 264.9 Artikel 7:936 BW; Verrekening bij

bemiddeling door tussenpersoon 264.10 Artikel 7:938 BW; Geen premie

verschuldigd als geen risico is gelopen 274.11 Artikel 7:939 BW; Vermindering van

premie bij tussentijdse opzegging 274.12 Artikel 7:940 BW; Opzegging van de

verzekeringsovereenkomst 274.13 Artikel 7:941 BW; Verplichtingen van

verzekeringnemer (of verzekerde) bij schade 28

4.14 Artikel 7:957 BW; Verplichting tot beredding 29

4.15 Artikel 7:951 BW; Schade door aard of gebrek van de verzekerde zaak 29

4.16 Artikel 7:952 BW; Opzet of roekeloos- heid 30

4.17 Artikel 7:954 BW; Directe actie van benadeelde (slachtofferbescherming) 31

4.18 Artikel 7:955 BW; Verzekerde som 324.19 Artikel 7:956 BW; Herbouw-/

vervangingswaarde 324.20 Artikel 7:958 BW; Onder- en

oververzekering 324.21 Artikel 7:957 BW; Bereddings- en

expertisekosten 334.22 Artikel 7:960 BW; Indemniteitsbeginsel 334.23 Artikel 7:961 BW; Samenloop 334.24 Artikel 7:962 BW; Subrogatie 34

Hoofdstuk 5Overeenkomst 37

Inleiding 375.1 Polis 375.2 Polisblad 385.3 Polisvoorwaarden 38Samenvatting 38

Hoofdstuk 6Verzekeraar en verzekeringnemer 39

Inleiding 396.1 Verzekeringnemer 396.2 Verzekeraar 39Samenvatting 39

Hoofdstuk 7Tussenpersoon 40

Inleiding 407.1 Gevolmachtigd agent 40Samenvatting 41

Hoofdstuk 8Premie 42

Inleiding 428.1 Premiebetalingsplicht 428.2 Aanpassingsclausule (en bloc-clausule;

herzieningsclausule) 428.3 Premieopbouw 43Samenvatting 44

Hoofdstuk 9Verlies, schade of gemis van verwacht voordeel 45

Inleiding 45Samenvatting 45

Hoofdstuk 10Soorten verzekeringen 46

Inleiding 4610.1 Verplichte verzekeringen 4610.2 Noodzakelijke en/of wenselijke

verzekeringen 4610.3 Uitsluitingen 46Samenvatting 47

Page 4: Folder Wft Svb 2010

4

Hoofdstuk 11Samenvatting 48

Deel 1 Particulier Bezit 51Inleiding 51

Hoofdstuk 1Algemeen 52

Inleiding 521.1 Brand 521.2 Woonhuis 531.3 Inboedel 541.4 Kostbaarheden 54Samenvatting 55

Hoofdstuk 2Preventie 56

Inleiding 562.1 Particuliere bezittingen 562.2 Organisatorische maatregelen 562.3 Bouwkundige maatregelen 572.4 Technische maatregelen 572.5 Het politiekeurmerk Veilig Wonen

(PKVW) 58

Hoofdstuk 3Inventarisatie en analyse 61

Inleiding 613.1 Risicoadres 623.2 Acceptatie 63Samenvatting 65

Hoofdstuk 4Advies en bemiddeling 66

Inleiding 664.1 Kale brandverzekering 664.2 Uitgebreide Gevarenverzekering (UGV) 674.3 extra Uitgebreide Gevarenverzekering

(eUGV) 684.4 All-riskverzekering of de alle van

buiten komende onheilen dekking 704.5 Dekking inboedel buitenshuis 704.7 Glasverzekering 714.8 Kostbaarhedenverzekering 724.9 Extrakostenverzekering 734.10 Computerverzekering 744.11 Elektronicaverzekering 74Samenvatting 75

Hoofdstuk 5Vaststellen van het verzekerde bedrag 76

5.1 Inboedel 765.2 Onderverzekering 765.3 Oververzekering 775.4 Indexclausule 775.5 Inboedelwaardemeter 775.6 Inboedelinventarisatielijst 785.7 Woonhuizen 785.8 Indexclausule 785.10 Taxaties 80

5.11 Verkoopwaarde of sloopwaarde 805.12 Overzicht kosten 815.13 Appartementen 81Samenvatting 83

Hoofdstuk 6Premiefactoren 84

Inleiding 84

Hoofdstuk 7Beheer en mutatie 85

Inleiding 85

Hoofdstuk 8Schadebehandeling 86

Inleiding 86Samenvatting 87

Hoofdstuk 9Recreatieverzekeringen 88

Inleiding 889.1 Reisverzekering 889.2 Annuleringsverzekering 939.3 Caravanverzekering 959.4 Kampeerwagen- of Camper-

verzekering 1009.5 Pleziervaartuigen 1019.6 Beheer en mutatie 1019.7 Premiegrondslag 1019.8 Cascodekking 1029.9 Schade aan de inboedel 1039.10 Aansprakelijkheidsdekking 1049.11 Dekking van schadekosten 1049.12 Ongevallenverzekering voor

opvarenden 1049.13 Uitsluitingen 1049.14 Preventieve maatregelen 1059.15 Zeilplankverzekering 105Samenvatting 106

Hoofdstuk 10Samenvatting 107

Deel 2 Verkeer 113Inleiding 113

Hoofdstuk 1Inventarisatie en analyse 114

Inleiding 1141.1 Wet aansprakelijkheidsverzekering

motorrijtuigen (WAM) 1141.2 Definitie motorrijtuig 1211.3 Artikel 185 Wegenverkeerswet 1231.4 Verzamelen van gegevens 126Samenvatting 127

Hoofdstuk 2Advies en bemiddeling 128

Inleiding 128

Page 5: Folder Wft Svb 2010

5

Hoofdstuk 3Dekkingsvormen 129

Inleiding 1293.1 WA-dekking 1293.2 De beperkte cascodekking 1313.3 Cascodekking 1323.4 Ongevallenverzekering Inzittenden 1343.5 Schadeverzekering voor Inzittenden 1363.6 Verkeersschadeverzekering 1373.7 Collectiviteiten 1373.8 Ongevallen Opzittendenverzekeringen 1383.9 Motorrijtuigenrechtsbijstands-

verzekering 1383.10 Verhaalsrechtsbijstandsverzekering 139Samenvatting 139

Hoofdstuk 4Premie berekening 140

Inleiding 140Samenvatting 143

Hoofdstuk 5Beheer en mutatie 144

Inleiding 144

Hoofdstuk 6 145Schadebehandeling 145

6.1 VAR-registratie & systeem vertrouwelijke mededelingen 147

6.2 Voorkomen van fraude bij autoschade 1476.3 Stappen in het schadebehandelings-

proces 1476.4 Behandeling bij letselschades 148Samenvatting 149

Hoofdstuk 7Samenvatting 150

Deel 3 Aansprakelijkheid en Rechts bijstand 153Inleiding 153

Hoofdstuk 1Inventarisatie en analyse 154

1.1 Aansprakelijkheid en de wet 1541.2 Artikel 6:162 BW;

Schuldaansprakelijkheid 1551.3 Risicoaansprakelijkheid 1561.4 Aansprakelijk voor schade door

zaken die iemand bezit 1571.5 Groepsaansprakelijkheid 1581.6 Productaansprakelijkheid 1581.7 Uitsluitingsgronden 161Samenvatting 161

Hoofdstuk 2De aansprakelijkheids verzekering voor particulieren (avp) 162

Inleiding 1622.1 Speciale polissen dan wel

clausulering op de polismantel 165Samenvatting 165

Hoofdstuk 3Advies en bemiddeling, beheer en mutatie 166

Inleiding 1663.1 Beheer en mutatie 166Samenvatting 166

Hoofdstuk 4Schadebehandeling 167

Inleiding 1674.1 Opzet 1674.2 Opzicht 1674.3 Motorrijtuigen 1684.4 Passagiersrisico 1694.5 Kinderspeelgoed en motormaaiers 1694.6 Joyriding 1694.7 Elobike 1694.8 Vaartuigen 169Samenvatting 170

Hoofdstuk 5Rechtsbijstand 171

Inleiding 1715.1 Inventarisatie en analyse bij de

rechts bijstandsverzekering 1715.2 Advies en bemiddeling bij de

rechtsbijstandsverzekering 1725.3 Beheer en mutatie bij

rechtsbijstandsverzekeringen 1745.4 Schadebehandeling 175Samenvatting 176

Hoofdstuk 6Samenvatting 177

Deel 4 Inkomen en arbeids-ongeschiktheid voor de werknemer 181

Inleiding 181

Hoofdstuk 1Inventarisatie en analyse 183

1.1 Sociale wetgeving 1831.2 Arbeidsongeschiktheidscriteria 1831.3 Loondoorbetalingsplicht werkgever

(Wet Verlenging loondoorbetaling bij ziekte - WVLBZ) 184

1.4 Wet verbetering Poortwachter 1851.5 Wet op de arbeidsongeschiktheid

(WAO) 1861.6 Wet werk en inkomen naar

arbeidsvermogen (WIA) 1861.7 Werkhervattingsregeling voor

Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) 189

1.7.1 Werknemers die tijdelijk volledig en niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn 189

1.7.2 Werknemers die voor 35% of meer, maar niet volledig arbeidsongeschikt zijn 190

1.8 Inkomen Volledig Arbeids- ongeschikten (IVA). 192

Page 6: Folder Wft Svb 2010

6

Hoofdstuk 2Verzekeringen tegen inkomensverlies bij werkloosheid 193

2.1 Werkloosheidswet (WW) 1932.2 Wet Inkomensvoorziening oudere

werkloze werknemers 1932.3 WW en WWB 194Samenvatting 194

Hoofdstuk 3Toeslagenwet 195

Inleiding 1953.1 Hoogte van de aanvulling 195

Hoofdstuk 4Wet werk en bijstand 196

Inleiding 1964.1 Eigen vermogen en bijstand 1964.2 De Wet Arbeidsongeschiktheidsvoor-

ziening jonggehandicapten (Wajong) 196

Hoofdstuk 5Advies en bemiddeling 198

Inleiding 1985.1 Marktwerking bij de regeling WGA 198

Hoofdstuk 6Werknemers arbeids-ongeschiktheidsverzekering 199

Inleiding 1996.1 WGA-gatverzekering 1996.2 WIA-aanvullingsverzekering 2006.3 WIA-excedentverzekering 2006.4 Maandlasten AOV 2016.5 Collectieve schadelast 2016.6 Arbeidsongeschiktheidspensioen 2016.7 Schadebehandeling werknemers-

arbeidsongeschiktheidsverzekering 2026.8 Uitsluitingen werknemersarbeids-

ongeschiktheidsverzekering 2036.9 Verhaal van een uitkering op

werknemers arbeidsongeschiktheids-verzekering 203

Hoofdstuk 7Ongevallenverzekering 204

Hoofdstuk 8Beheer en mutatie 206

Hoofdstuk 9Schadebehandeling 207

Hoofdstuk 10Samenvatting 208

Deel 5 Gezondheid en zorg 213Inleiding 213

Hoofdstuk 1Zorgverzekeringswet 214

Inleiding 214

1.1 Identificatieplicht in de zorg 2141.2 Verzekeraars hebben een zorgplicht 2141.3 Premie 2151.4 Zorgtoeslag 2161.5 Eigen risico 2171.6 De premiebetaling door de overheid 2171.7 Wanbetalers 217

Hoofdstuk 2 219Basispakket 219

Inleiding 2192.1 Collectieve zorgverzekeringen 2212.2 Acceptatie 2212.3 Mutaties tijdens de looptijd 2212.4 Schadevergoeding 2222.5 Beëindiging van de polis 2222.6 Reisverzekering en Zorgverzekering 2222.7 Verzuimmanagement 2222.8 Griep vaccinatie 2222.9 Declaratie van een schade(nota) 2232.10 Klachteninstituut zorgverzekeringen 224

Hoofdstuk 3Aanvullende verzekeringen 225

Hoofdstuk 4Algemene wet bijzondere ziektekosten(awbz) 227

4.1 Welke zorg zit er nu eigenlijk in de AWBZ? 227

4.2 Uitkleding van AWBZ 2274.3 Premie 227

Hoofdstuk 5Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo) 228

Inleiding 2295.1 Van AWBZ naar Wmo 2295.2 Wet voorziening gehandicapten

gaat naar het Wmo 229

Hoofdstuk 6Totaaloverzicht 230

Hoofdstuk 7Rol van de tussenpersoon 231

Deel 6 Begrippenlijst 235

Deel 7 Toetstermen 243Schadeverzekeringen Particulieren 2010

a. Bezitsverzekeringen 243b. Verkeer 250c. Transport 258d. Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand 261e. Inkomen en arbeidsongeschiktheid 269f. Gezondheidszorg en zorg 275g. Algemeen 281

Bijlagen: 285

Page 7: Folder Wft Svb 2010

7

Voorwoord

Voor je ligt de Welten Wft-module Schade-verzekeringen Particulieren. De module voldoet aan de Wft-eindtermen en heeft betrekking op alle aspecten van de advisering van schade-verzekeringen Particulieren.

De Wet financieel toezicht (Wft) is opgesteld door het Ministerie van Financiën en is op 1 januari 2007 van kracht geworden. Onder andere de Wet op het consumentenkrediet (Wck) is vervangen door de Wft. De Wft stelt eisen aan financiële dienstverleners op het gebied van integriteit, deskundigheid, betrouw-baarheid, financiële zekerheid, transparantie, adequate informatieverstrekking en zorgvuldige advisering aan consumenten in het kader van de zorgplicht. Het doel is het bieden van een betere bescherming aan de consument met betrekking tot financiële producten.

Financiële producten

Financiële producten, zoals verzekeringen, kredieten, beleggingsproducten en betaalmid-delen vervullen een belangrijke rol in het leven van mensen. Zo is een betaalrekening steeds meer een voorwaarde om volwaardig deel te kunnen nemen aan het maatschappelijke verkeer, stellen beleggingsproducten mensen in staat zich financieel voor te bereiden op grote uitgaven of een periode met beperkte inkomsten en maakt een krediet het mogelijk om nu uit-gaven te doen, terwijl men pas op termijn over de middelen beschikt.

De bescherming van de consument

De bescherming van de consument is nodig vanwege risico’s die vaak verbonden zijn aan de aanschaf van financiële producten. Deze risico’s zijn voor de consument over het algemeen moeilijker te beoordelen dan voor de financiële dienstverlener. De financiële dienstverlener speelt een belangrijke rol in het bewustmaken van de consument van deze risico’s. Het ver-schil in kennis is gedeeltelijk het bestaansrecht van financiële dienstverleners, maar mag er niet toe leiden dat de financiële dienstverlener de verantwoordelijkheid van de consument geheel overneemt. Iedere consument is uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Om de juiste keuze te kunnen maken moet de consument wel juist geïnformeerd worden.

De Wft is bedoeld om de verantwoordelijk heden van de financiële dienstverleners, en daarmee ook die van de consument, te markeren en toe-zicht daarop mogelijk te maken. De Wft is geba-seerd op de gedachte dat het voor de bescher-ming die de consument wordt geboden niet mag uitmaken via welk distributiekanaal hij een product aanschaft of in welke financiële sector het product zijn oorsprong vindt. Om deze uit-gangspunten in de praktijk te brengen zijn niet alleen bemiddelaars onder de reikwijdte van de wet gebracht, maar ook aanbieders, zoals ban-ken en verzekeraars, en adviseurs voor zover de advisering uitmondt in de aanbeveling van een specifiek financieel product.

Theorie en praktijk

Als adviseur heb je vrijwel dagelijks te maken met allerlei aspecten van schadeverzekeringen die voor de particulier of het midden- en klein-bedrijf van groot belang zijn. Theoretische en praktische kennis van de verschillende aspecten van schadeverzekeringen zijn hierbij onmisbaar. De verschillende vormen, alsmede de steeds maar wijzigende wetgeving, maken het soms lastig een eenduidig beeld van de huidige stand van zaken te geven. De inhoud van de opleiding moet gezien worden als een brede basis. De meest voorkomende algemene vragen kunnen ermee beantwoord worden. De praktische ervaring zal moeten worden opgedaan tijdens de uitoefening van de functie.

Deze module is geschreven om je voor te be reiden op het examen Verzekeren Schade in het kader van de Wft. Als je voor dit examen slaagt, mag je in opdracht van iedere financiële instelling schadeverzekeringen afsluiten. Naast het behalen van je diploma wordt ook van je verwacht dat je je kennis van de verschillende aspecten van schadeverzekeringen onderhoudt middels permanente educatie.

We zullen nu ingaan op de opbouw van deze Wft-module. Achtereenvolgens komen aan bod:- Doelstellingen- Voorkennis- Opzet van de module

DoelstellingenDeze module is bedoeld voor eenieder die in zijn functie te maken heeft met het geven van advies op het gebied van schadeverzekeringen. De module heeft tot doel je de basiskennis op dit gebied eigen te laten maken. Daarbij is het belangrijk dat aan de vereisten van de Wft wordt voldaan.

Page 8: Folder Wft Svb 2010

8

De Wft-eindtermen geven aan wat een beroeps-beoefenaar of functiehouder moet:- weten (kennis)- kunnen (de vaardigheid van het toepassen

van kennis)- doen (houding/attitude van waaruit de dingen

worden gedaan).

De Wft-eindtermen zijn geordend naar ‘inven-tarisatie & analyse’, ‘advies & bemiddeling’ en ‘beheer & mutatie’. Dit zijn de drie stappen van het adviesproces.

Opgemerkt moet worden dat competenties moeilijker te toetsen zijn dan cognitieve kennis. Desondanks hebben we geprobeerd de kwaliteit van de benodigde competenties door middel van toetsing naar voren te krijgen. Inzicht en competentie zullen een belangrijk onderdeel van de opleidingsmodule vormen.

VoorkennisEr is geen specifieke voorkennis vereist. Wel wordt uitgegaan van de aanwezigheid van competenties die aansluiten bij een mbo/hbo werk- en denkniveau. Daarnaast is het raadzaam de module Wft Basis (of vergelijkbaar inleidend werk) doorgenomen te hebben alvorens een verdiepingsmodule te bestuderen.

Opzet van de moduleDe Ex@mentraining Wft Schadeverzekeringen Particulieren is een opleidingstraject dat bestaat uit een bronnenboek én een examentraining via het internet. De examentraining dient ter onder-steuning van de studie uit het bronnenboek. In de Ex@mentraining staan oefenvragen die je ter voorbereiding op het Wft-examen kunt maken. Na het maken van deze vragen ontvang je feedback per vraag. De Ex@mentraining Wft Schadeverzekeringen Particulieren staat op het internet onder het volgende adres: http://academy.welten.eu.

In de brief, verstuurd bij dit bronnenboek, vind je de inlogcodes van de Ex@mentraining. Via jouw e-mailadres heb je ook de inlogcodes ontvangen.

Je kunt de Ex@mentraining gebruiken om de stof te gaan beheersen, maar ook om te toetsen of jouw kennis voldoende is, zodat je het Wft-examen met goed gevolg kunt afleggen.

De opleidingsstof is ingedeeld in zes delen:Deel 0: Inleiding in het schadebedrijfDeel 1: Particulier bezitDeel 2: VerkeerDeel 3: Aansprakelijkheid en rechtsbijstandDeel 4: Inkomen en arbeidsongeschiktheidDeel 5: Gezondheid en zorg

Achterin het boek is een begrippenlijst opge-nomen waarmee je definities en begrippen kunt opzoeken. Ook tref je achterin bijlagen aan.

Algemene studieaanwijzingen

Zoek een contactpersoon bij je werkgever, bijvoorbeeld een ervaren collega, aan wie je vragen kunt stellen over lastige zaken die je tijdens het studeren tegenkomt.

Probeer zo mogelijk met medecursisten contact te onderhouden. Je kunt lastige zaken met elkaar doornemen.

Je zult ongeveer 110 uur studietijd kwijt zijn aan deze module. Streef naar een maximale studie-duur van twee uur achtereen.

Maak voor jezelf een samenvatting per hoofd-stuk. Gebruik de samenvatting ook bij het herhalen van de stof.

Ten slotte wensen wij je veel plezier en succes toe bij het bestuderen van deze module.

Page 9: Folder Wft Svb 2010

Inleidingin het schadeverzekeringsbedrijf

Page 10: Folder Wft Svb 2010
Page 11: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

11

Inleiding in

het schade-

verzekeringsbedrijf

Inleiding

Dit boek geldt als basis voor de kennis over schadeverzekeringen voor de particuliere klant (zie voor het MKB het bronnenboek Wft Schadeverzekeringen Bedrijven).

Het onderscheid tussen verzekeringen voor particulieren en bedrijven is vooral een praktisch onderscheid. Veel verzekeringsmaatschappijen en assurantietussenpersonen maken dit onder-scheid, omdat voor het vaststellen van de ver-zekeringsbehoefte van een particulier een heel andere benadering nodig is dan voor de verze-keringsbehoefte van bedrijven of beroepen.

We bouwen elk deel op dezelfde manier op. In de inleiding van elk deel zie je wat er allemaal behandeld wordt. Vervolgens geven we alge-mene informatie over de schadeverzekeringen die in dat deel aan bod komen. Die algemene informatie bestaat bijvoorbeeld uit juridische aspecten of definities waarvan je eerst moet weten wat ze betekenen voordat we dieper op de stof kunnen ingaan.

Tot slot geven we de inhoudelijke informatie die nodig is om voldoende begrip te hebben van de schadeverzekeringen. Ook die inhoudelijke informatie wordt telkens op dezelfde manier aangeboden.We gaan namelijk steeds uit van de situatie dat jij de adviseur van de klant bent.

Bron: advertentie ABN Amro.

Een goede adviseur heeft verschillende taken ten opzichte van de klant en kan:- inventariseren en analyseren- adviseren en bemiddelen- de verzekeringen aanpassen en beheren- schades voor de klant zo goed mogelijk

afhandelen.

Al deze aspecten zie je terug in de relevante aandachtsgebieden (rubrieken) van elk deel. De benodigde uitleg krijg je zoveel mogelijk in de vorm van praktijkvoorbeelden.

In dit deel leer je de volgende begrippen:- algemene begrippen- schadeverzekeringen- nieuw verzekeringsrecht- verzekeringsdefinities

(uitleg van alle relevante wetsartikelen)- de polis- verzekeraar en verzekeringnemer- de rol van de tussenpersoon- premie- verlies, schade of gemis van verwacht

voordeel- soorten verzekeringen.

Page 12: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

12

Hoofdstuk 1Algemene begrippen

1.1 Inleiding

In het verzekeringsbedrijf worden diverse begrip-pen gebruikt. Om ze goed te gebruiken is het noodzakelijk dat je weet wat deze inhouden. In dit hoofdstuk bespreken we een aantal basis-begrippen die je in de dagelijkse praktijk kunt tegenkomen.

1.2 Voorlopige dekking

Het is mogelijk dat een verzekeraar of een tussenpersoon dan wel gevolmachtigde een voorlopige dekking toezegt aan de kandidaat verzekeringnemer voor een maximaal aantal dagen of weken.

Afhankelijk van de afspraken die de tussen-persoon heeft met de verzekeraar kan deze bevoegdheid verschillende verzekeringen betref-fen, bijvoorbeeld voor een WA-verzekering acht dagen en voor een inboedelverzekering veertien dagen met een maximaal verzekerd bedrag van

60.000,-.

Voor een tussenpersoon is het heel belangrijk om te weten wat zijn bevoegdheden zijn. De bedoeling van de voorlopige dekking is dat de verzekering uiteindelijk geaccepteerd wordt door de verzekeraar en/of verzekeringsnemer, maar dat is niet zeker. Soms besluit de verzekeraar bij nader inzien toch niet tot acceptatie over te gaan of de verzekeringnemer kan zich bij nader inzien niet vinden in de aanvullende condities dan wel het gewijzigd premievoorstel gedaan door de verzekeraar. De verzekeraar draagt in die tus-sentijd wel het risico.

Wat soms gebeurt bij particuliere risico’s is dat de verzekeraar een voorlopige dekking toezegt onder voorbehoud van inspectie. Dan is dus de acceptatie direct afhankelijk van de inspectie. Bij de toezegging van de voorlopige dekking gaat aanvrager ervan uit dat er geen acceptatie-problemen zijn. Indien blijkt bij inspectie dat er wel problemen zijn, kan de verzekeraar komen met aanvullende eisen of kan de post ook afge-wezen worden.

1.3 Terrorisme, risico en schade

Op 15 augustus 2003 hebben gezamenlijke verzekeraars in Nederland besloten om de polis-voorwaarden van particuliere en zakelijke verze-keringen te wijzigen. De directe aanleiding was de terroristische aanslag op het WTC in New York op 11 september 2001.

De Nederlandse verzekeraars hebben ge za-men lijk de Nederlandse Herverzekerings-maatschappij voor Terrorismeschades N.V. (NHT) opgericht. De verzekeraars dragen op deze manier gezamenlijk de schade voor terroristische aanslagen. Het totale verzekerde bedrag per gebeurtenis bedraagt in eerste aanleg 1 miljard. Zie voor meer informatie www.TerrorismeVerzekerd.nl. Op deze site kom je meer te weten over de dekking en de gevolgen van terrorisme van alle relevante verzekeringen. Ook kan je daar lezen hoe de NHT in elkaar zit en volgens welke regeling de verzekeraars om zullen gaan met de gevolgen van terrorisme.

1.4 Non-selectie en autoselectie

In het verzekeringsbedrijf worden de termen non-selectie en autoselectie (zelfselectie) gebruikt.- Autoselectie houdt in dat een consument

verzekeringen wenst waarvan hij denkt dat hij die nodig heeft. Dus iemand die een risicovol beroep heeft zendt eerder een aanvraag voor een ongevallenverzekering naar een schade-verzekeraar, dan iemand die op een kantoor werkt

- Non-selectie houdt in dat de verzekeraar een acceptatieplicht heeft. Deze verplichting kan worden toegepast bij inkomens- en zorgverzekeringen.

Page 13: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

13

1.5 Risicomanagement

Omdat de Wet financieel toezicht (Wft) bedoeld is om de consument te beschermen, zullen we zoveel mogelijk vanuit de particuliere verzekerin-gen dit fenomeen belichten.

Risicomanagement is het gestructureerd om- gaan met risico’s. Risicomanagement is niet alleen voor bedrijven, maar ook voor particu lieren.

Voorbeelden van risicomanagement waar parti-culieren dagelijks mee te maken hebben, zijn:- niet roken of alcohol drinken- het dragen van een veiligheidsgordel in de

auto- het aanbrengen van veiligheidssloten in je

woning - het sluiten van een aansprakelijkheids-

verzekering- het afsluiten van een aanvullend pensioen.

Risico–identificatieInventariseren van alle risico’s waar je als particulier aan blootstaat.

Risico–evaluatieZijn de risico’s die we lopen ernstig of niet? Iedereen loopt risico’s, maar wees je bewust van het wel of niet kunnen of willen verzekeren. Nadat alle risico’s in kaart zijn gebracht, moet bekeken worden of er maatregelen kunnen worden getroffen om de risico’s te vermijden of te verkleinen. Bedenk ook wat de financiële consequenties zijn. Het is individueel te bepalen of een consument wel elk verzekerbaar risico

daadwerkelijk wil verzekeren. Niet alles is verder in geld uit te drukken. Sommige zaken hebben veel emotionele waarde en geen financiële of vice versa.

Het is dus belangrijk om te weten welke risico’s aanwezig zijn. Je kunt denken aan:- zaakschade (bezittingen)- persoonsschade (gezondheidstoestand -

arbeidsvermogen)- vermogensschade (inkomstenderving).

1.6 Zaakschade

Bij verzekeren kunnen we stellen dat het gaat om bescherming van het eigen vermogen. De zaakschade, ook wel materiële schade, kun-nen we onderverdelen in drie groepen, namelijk brand, transport en varia. In de praktijk kun je ook andere indelingen tegenkomen. Een zaak-schade is automatisch een vermogensschade. Indien je een kopje laat vallen op de stenen vloer en het kopje breekt is er zowel een mate-riele schade (het kopje is stuk) alsmede een ver-mogensschade (jouw vermogen wordt minder).

Brand

Alle verzekeringsvormen die met opstal, inboedel, inventaris, handelsgoederen en bedrijfs schade hebben te maken. Naast directe schade (zaakschade) is er ook indirecte schade. Bijvoorbeeld een bedrijf of afdeling komt stil te liggen. Hierdoor kan een bedrijf niet dan wel minder produceren. Dit aspect wordt verder uit-gewerkt binnen de module Wft Schade zakelijk.

gevolgen vanrisico’s

financieel menselijk leed

bezit

verlies

bescha-diging

kostenbedrijfs-

schade e.d.

vermogen

aansprake-lijkheid

kort/langleven

gezondheid/ongeval

geneeskundigekosten

inkomen

Page 14: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

14

Transport

Alle verzekeringsvormen die met het vervoeren van zaken hebben te maken. Zo ook de vaartui-gen zelf. Verzekeringen van vliegtuigen en auto’s vallen niet onder deze categorie, maar onder de noemer ‘Varia’.

Varia

Alle verzekeringsvormen die niet onder één van de andere twee groepen vallen. Medische varia, aansprakelijkheidsverzekeringen, motorrijtuigen-verzekeringen, reisverzekeringen, kostbaar-hedenverzekeringen, ongevallenverzekeringen, etcetera.

1.7 Persoonsschade

Bij persoonsschade kun je denken aan het arbeidsongeschikt worden door ziekte of onge-val. Hierdoor zul je als individu te maken krijgen met inkomensachteruitgang en kun je wellicht kosten moeten maken. De wet garandeert door middel van sociale verzekeringen een bepaald basisinkomen dan wel inkomen op bestaansni-veau, het zogenoemde sociale minimum.

1.8 Vermogensschade

Weer een ander vermogensrisico is dat van de kosten voor rechtshulp. Stel iemand krijgt plotseling ruzie met zijn buurman. Dit conflict draait uit op een rechtszaak en de persoon in kwestie wordt geconfronteerd met hoge kosten die daarmee gepaard gaan (zoals advocaat- en proceskosten).Je kunt vandaag de dag vrij gemakkelijk vermogensschade oplopen. De beleggings-resultaten zijn niet ‘dát’ geworden wat men ervan verwacht had. Er kan schade ontstaan uit zaken die je bezit (bijvoorbeeld huis of dieren). Kinderen kunnen schade veroorzaken. Hierdoor zou de spaarpot aangesproken moeten worden en dat kan vermogensachteruitgang beteke-nen. Vermogensschade betreft een schade, niet zijnde een zaakschade dan wel een persoons-schade.

Risico’s met financiële gevolgenDe contouren van wat wel of geen bezitsverze-kering is worden al wat scherper. Een aanspra-kelijkheidsverzekering is geen bezitsverzekering. Zaken kunnen wel beschadigd raken, maar dan gaat het om zaken van anderen; niet om zaken van de eigenaar zelf. Vanzelfsprekend zijn verzekeringen die te maken hebben met de gezondheid, het leven of de dood van de mens geen bezitsverzekeringen. Er is geen verzekerd

object. De wet spreekt over persoonsverzeke-ringen. Ook bij rechtsbijstandverzekeringen, annuleringsverzekeringen en aansprakelijkheids-verzekeringen ontbreekt een verzekerd object. Of beter gezegd: een verzekerde zaak.Voorbeelden van bezitsverzekeringen zijn: woon-huisverzekering, inboedelverzekering, kostbaar-hedenverzekeringen goederentransportverzeke-ring. Daarnaast zijn verzekeringen waarbij de bezitsverzekering een onderdeel uitmaakt van het geheel. Een voorbeeld is de autoverzekering. Die bevat altijd de wettelijk verplichte aanspra-kelijkheidsheidsverzekering (WAM). Daarnaast kan schade aan de auto zelf ook verzekerd zijn (bezitsverzekering) in de vorm van een beperkt casco-verzekering of de uitgebreidere volledig casco-verzekering.

1.9 Preventie in het kader van risicoanalyse

Preventie is een onderdeel van risicomanage-ment. Particulieren lopen allerlei risico’s. Het is niet nodig al deze risico’s over te dragen aan verzekeraars (verzekeren). Dat zou wel eens zeer (misschien wel te) kostbaar kunnen zijn. Daarnaast zijn sommige risico’s al helemaal niet verzekerbaar. Adequaat omgaan met risico’s noemt men, zoals eerder beschreven, risico-management. Bij risicomanagement zijn vijf stappen te onderscheiden:1. Risico’s analyseren.2. Risico’s mijden.3. Risico’s verminderen (preventie).4. Risico’s overdragen.5. Risico’s voor eigen rekening nemen.

Stel dat je met je partner op vakantie wilt naar een ver land. Je vraagt je samen af aan welke gevaren je blootstaat bij een dergelijke onderne-ming (risicoanalyse). Jullie speuren het internet af en één van de gevaren die jullie onderken-nen is het oplopen van nare ziekten. Als je wilt voorkomen dat je in een ver land een nare ziekte oploopt kan je dat vermijden (risico mijden) door thuis te blijven. Maar je kunt je ook inenten tegen allerlei ziekten als je toch op vakantie gaat (risico verminderen; preventie). En als je dan toch ziek wordt kan je in ieder geval de finan-ciële gevolgen van dat risico overdragen aan een verzekeraar (reisverzekeraar en/of ziekte-kostenverzekeraar). Je kunt ervoor kiezen om een deel van de financiële gevolgen van ziek worden zelf te dragen (eigen risico).Dit is een eenvoudig stappenplan met een volg-orde van beslismomenten voor iemand die naar een ver land op vakantie wil.

Page 15: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

15

2.0 Principes van actief

schade regelingsbeleid

De eerder gemaakte keuze van verzekering-nemer met betrekking tot de keuze van de ver-zekering en de verzekeraar laat zich spiegelen door de afhandeling van de schade. Het voeren van een actief schaderegelingbeleid van de ver-zekeraar en/of tussenpersoon is bij de afwikke-ling van de schade essentieel. Verzekerde dan wel de betrokken tegenpartij dienen het gevoel te hebben dat de schade voortvarend wordt afgewikkeld.

De toegevoegde waarde van de tussenpersoon/volmacht dan wel verzekeraar bij een schade bestaat uit:- de verzekerde informeren/behulpzaam zijn bij

het nemen van de juiste maatregelen - de verzekerde informeren/behulpzaam zijn bij

de papieren rompslomp- het op tijd uitbetalen van de schade - partijen niet onnodig laten wachten als

duidelijk is dat men recht heeft op de uitkering- het zo nodig op tijd sturen van experts - van (bureaucratische) interne procedures

van de verzekeringmaatschappij mag de verzekerde niet de dupe worden.

Samenvatting

Kort samengevat ken je nu de begrippen voor-lopige dekking, non-selectie en autoselectie, risicomanagement, zaakschade, persoons-schade en vermogensschade. Ook kun je uit-leggen hoe verzekeringsmaatschappijen zijn omgegaan met terrorisme, risico en schade.

Page 16: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

16

Hoofdstuk 2Schadeverzekeringen

Inleiding

Voor we de verschillende schadeverzekeringen in dit boek behandelen, gaan we eerst in op schadeverzekeringen in het algemeen. In dit hoofdstuk leggen we je een aantal definities uit die verderop in dit boek gebruikt worden. Verder gaan we in op de structuur van het schade-verzekeringsbedrijf. Na dit hoofdstuk ken je dan ook:- de rol van een adviseur op het gebied van

schadeverzekeringen- het argument voor het sluiten van een

verzekering- de definitie van een verzekeringsovereen-

komst- de taken van het assurantiekantoor als

tussenpersoon- de taken van verzekeringsmaatschappijen

dan wel gevolmachtigde- de betekenis van een aantal belangrijke

begrippen.

2.1 Risico’s

In het dagelijks leven loop je risico’s. Het is van belang om te weten welke risico’s dat zijn. Je fiets kan gestolen worden, je kunt met je auto tegen een andere auto rijden en je loopt het risico dat je brand in huis krijgt. Wil je de financiële gevolgen van deze risico’s afdekken, dan sluit je een verzekering af.

2.2 Klant

De klant beoordeelt zelf of hij bepaalde risico’s wil verzekeren. Dit noemen we antiselectie. Antiselectie betekent dat een klant uitsluitend die risico’s zal verzekeren waar hij ook werkelijk een kans op schade verwacht.

Voorbeeld

De meeste Nederlanders hebben een fiets. Toch hebben niet alle fietsbezitters hun fiets verzekerd. Iemand die in een grote stad waar dagelijks fietsen wor-den gestolen woont, zal een grotere behoefte hebben aan een fietsverzekering dan iemand die woont in een omgeving waar dit risico aanzienlijk lager ligt.In sommige gevallen is het afsluiten van een verzekering verplicht gesteld door de wetgever. Te denken valt hier-bij aan de basisverzekering Zorg, de W.A. – verzekering motorrijtuigen en het verzekeren van het jachtrisico.

Waarom sluit een mens een verzekering?Elk mens heeft wel bezittingen. Bezittingen zijn het meest tastbare onderdeel van je vermogen. Ze zijn makkelijk herkenbaar. We kunnen er een prijskaartje aanhangen en je weet wat het kost om ze te vervangen. Naast tastbare bezittingen zijn er ook allerlei gebeurtenissen die kunnen leiden tot verlies van inkomen (bijvoorbeeld door een ongeluk of ziekte). Verder valt te denken aan bepaalde kosten die moeilijk te dragen zijn. Voorbeelden zijn daarbij de kosten voor een advocaat dan wel het betalen van een schade-vergoeding omdat je aansprakelijk bent voor een schade.

We kunnen de diverse particuliere verzekerin-gen in een aantal groepen indelen en wel op basis van zowel Schade particulier als Schade zakelijk:

Bezittingen

- woonhuis/bedrijfsgebouw- inboedel/inventaris/goederen/overig - materieel- glas- bijzondere bezittingen: kostbaarheden- recreatieve bezittingen: caravans en alles dat

met vakantie te maken heeft.

Verkeer

- personen- en bedrijfsauto’s - bromfiets- motor- fiets.

Transport

- goederentransport- landmateriaal- pleziervaartuigen.

Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand

- aansprakelijkheid van particulieren- aansprakelijkheid van bedrijven- beroepsaansprakelijkheid- rechtsbijstand.

Inkomen en Arbeidsongeschiktheid

- arbeidsongeschiktheidsverzekering- ongevallenverzekering.

Gezondheid en zorg

- zorgverzekering: individueel en collectief.

Dit zijn de meest gebruikelijke schadeverzeke-ringen. De specifieke particuliere verzekeringen Schade komen in de verschillende delen van dit boek aan de orde.

Page 17: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

17

Hoofdstuk 3Nieuw verzekeringsrecht

3.1 Inleiding

Per 1 januari 2006 is het verzekeringsrecht, zoals dat werd behandeld in het Wetboek van Koophandel, vervangen door een nieuwe wet-telijke regeling in het Burgerlijk Wetboek. Deze regeling is vastgelegd in boek 7.

De invoering van het nieuwe verzekeringsrecht heeft naar verwachting enige gevolgen voor de wijze waarop verzekeraars de schadeafwikke-ling ter hand nemen. Zo is het nieuwe recht voor een groot deel een weerspiegeling van wat door jurisprudentie al regel is geworden. Maar een aantal van die nieuwe regels had gevolgen voor de redactie van polisvoorwaarden en aanvraag-formulieren. Daar waar in de polisvoorwaarden en aanvraagformulieren naar het Wetboek van Koophandel werd verwezen, is nu naar het Burgerlijk Wetboek verwezen. Ook zijn er wets-artikelen uit het Wetboek van Koophandel niet overgenomen.

De opbouw van de wetgeving is gelaagd. Dat wil zeggen dat de wet bestaat uit een afdeling met algemene bepalingen, een afdeling die specifiek handelt over schadeverzekeringen en een afde-ling over sommenverzekeringen.

3.2 Dwingend, semi-dwingend en

regelend recht

Het nieuwe recht bestaat uit: dwingend recht, semi-dwingend recht en regelend recht.

1) Onder dwingend recht wordt verstaan dat bij overeenkomst niet mag worden afgeweken van wat bij wet is bepaald. Opzet is bijvoorbeeld een hoedanigheid welke niet kan worden verzekerd.

2) Van semi-dwingend recht kan in principe door middel van een overeenkomst worden afgeweken, maar alleen voor zover dat niet in het nadeel is van de: - verzekeringnemer, de verzekerde of andere

aangegeven personen, een derde of een benadeelde

- verzekeringnemer of de verzekerde, voor zover deze niet in de uitoefening van een bedrijf of beroep handelt.

3) Van regelend recht is er sprake als de ver-zekeraar mag afwijken van het wettelijk recht. Regelend recht zorgt ervoor dat er een van de wet afwijkende regeling kan worden gemaakt.

Het wettelijke erfrecht is hier een goed voorbeeld van. Door een testament op te maken kan er worden afgeweken van de standaard wettelijke regels.

Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen particuliere verzekerden en verzekerden die een beroep of bedrijf uitoefenen.

Het verzekerings-recht, zoals vastge-legd in het Burgerlijk Wetboek, is van kracht voor alle ver-zekeringen die na 1 januari 2006 zijn gesloten. Voor ver-zekeringen die op 1 januari 2006 al tot stand waren geko-men geldt een over-

gangsrecht.

Samengevat kun je nu omschrijven wat dwin-gend, semi-dwingend en regelend recht is.

Page 18: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

18

Hoofdstuk 4Verzekeringsdefinitie

In dit hoofdstuk worden vierentwintig definities van wetsartikelen uitgelegd, zoals verzekerings-overeenkomst, mededelingsplicht en verzekerde som. Het is belangrijk deze te kennen omdat dit de basis is voor alle schadeverzekeringen. In de hoofdstukken hierna worden onderstaande definities als bekend verondersteld.

4.1 Artikel 7:925 BW; Definitie van de verzeke-

ringsovereenkomst

In artikel 7:925 BW wordt een definitie van het begrip verzekering gegeven. Lees eerst het artikel eens door en vergelijk het eens met artikel 246 uit het Wetboek van Koophandel daaronder.

Artikel 7:925 BWVerzekering is een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van premie jegens haar wederpartij, de verzekering-nemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen, en bij het sluiten der overeenkomst voor partijen geen zekerheid bestaat, dat, wan-neer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of ook hoe lang de overeen-gekomen premiebetaling zal duren. Zij is hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering.

Persoonsverzekering is de verzekering welke het leven of de gezondheid van een mens betreft.

Artikel 246 WvKEen verzekeringsvorm is een overeenkomst waarbij de verzekeraar tegen het genot van een premie zich verplicht de verzekeringnemer scha-deloos te stellen wegens een verlies, schade of gemis van verwacht voordeel welke hij kan lijden door een onzeker voorval.

Een verzekering is dus een overeenkomst. Bij een overeenkomst zijn meer partijen betrokken. Bij een verzekeringsovereenkomst zijn dat de verzekeringnemer en de verzekeraar.

Bij een verzekeringsovereenkomst kan ook de verzekerde worden genoemd. Deze is geen par-tij bij de overeenkomst. De verzekerde is de per-soon wiens lijf of goed wordt verzekerd. Ook de begunstigde is geen partij in de overeenkomst. De begunstigde is degene die recht op de uit-kering heeft op het moment dat de verzekering tot uitkering komt.

Uit de overeenkomst vloeien voor beide partijen rechten en plichten voort. Bij een verzekerings-overeenkomst gaat de verzekeraar de verplich-ting aan tot het doen van één of meer uitkerin-gen. Daar staan de verplichtingen van de verze-keringnemer bij schadeverzekeringen tegenover, namelijk het betalen van de premie.

In artikel 7:925 BW wordt als eis gesteld dat bij aanvang van de verzekering geen zekerheid bestaat of er moet worden uitgekeerd, wanneer er moet worden uitgekeerd en tot welk bedrag of hoelang de premiebetaling zal duren.Het oude Wetboek van Koophandel kende ook een artikel waarin een definitie van verzekeren werd gegeven. Artikel 246 WvK stelde als eis dat zich een onzeker voorval moest hebben voorge-daan, voordat de verzekeraar tot schadeloosstel-ling zou overgaan. In artikel 7:925 BW komt het begrip onzeker voorval niet meer voor. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat een verzekering-nemer bij het aangaan van de verzekering weet dat er een schadeveroorzakende gebeurtenis zal plaatsvinden dan wel al heeft plaatsgevonden, maar nog niet weet hoe hoog die schade zal zijn. Het zal duidelijk zijn dat de verzekeraar in een dergelijke situatie niet tot vergoeding van de schade wil overgaan. Het is dus erg belangrijk hoe de verzekeraar in de polis heeft beschreven in welke situatie hij tot welke uitkering zal over-gaan. Het Verbond van Verzekeraars heeft daarom in een voorstel aangegeven hoe de polistekst zou kunnen luiden bij een schadeverzekering of een aansprakelijkheidsverzekering.

Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in arti-kel 7:925 BW.

Artikel 7:925Als en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraar respectievelijk een verze-kerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onze-ker was dat daaruit schade voor de verzekerde respectievelijk de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.

Page 19: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

19

Dat het om een onzeker voorval moet gaan, moet dus in de polis worden vastgelegd, omdat het niet meer uit de wet blijkt.

Een ander begrip dat we niet meer terugvinden in artikel 7:925 BW is schadeloosstelling. Artikel 7:925 BW handelt dus niet alleen meer over scha-deverzekeringen, maar ook over sommenverze-keringen. Dit in tegenstelling tot artikel 246 WvK dat bepaalde dat de verzekeringnemer schade-loos werd gesteld. Er moest dus schade worden geleden. Het schadebegrip speelt bij sommen-verzekeringen geen rol, dus had artikel 246 WvK geen betrekking op sommenverzekeringen.Voor schadeverzekeringen geldt dat een verze-kerde geen financieel voordeel mag hebben na een schade, die voortvloeit uit een schade uitke-ring. Men noemt dit ook wel: het schadeloosstel-lingsbeginsel of het indemniteitsbeginsel.

Het komt er op neer dat verzekeraars na een schade niet meer ‘mogen’ uitkeren dan de ver-mogensachteruitgang die een verzekerde lijdt. Toch komt het in de praktijk voor dat dit wel gebeurt. Maar dat druist in tegen de wet; mag dat wel? Ja, in dit geval wel. Want deze wette-lijke bepalingen zijn regelend recht. Dat wil zeg-gen dat verzekeraars er in hun polisvoorwaarden van mogen afwijken. Sommige bepalingen in de wet zijn dwingend recht. Dan mogen de con-tractpartijen (bijvoorbeeld verzekeringnemer en verzekeraar) er niet van afwijken. (Zie 3.2)

In lid 2 van artikel 7:925 BW wordt ook de levensverzekering onder de definitie van verze-kering gebracht.Voor artikel 7:925 BW geldt geen overgangs-recht, omdat dit artikel alleen betrekking heeft op de aanvang van de verzekering. Dit artikel is dus van toepassing voor alle verzekeringen.

Voorbeeld

Rachel heeft een nieuwe fiets gekocht. Zij verzekertde fiets voor het geval de fiets gestolen wordt. Naeen week wordt haar fiets in de stad gestolen. Bij hetaangaan van de verzekering was onzeker of de fietsinderdaad gestolen zou worden. In de zin van de hier-voor genoemde polisomschrijving is er dus sprake van onzekerheid en dus wordt de geleden schade vergoed.

4.2 Artikel 7:926 BW;

Uitkering en uitkeringsgerechtigde

In dit wetsartikel is vastgelegd dat onder een uit-kering ook moet worden begrepen een uitkering in natura. Dit betekent dus dat de definitie ook betrekking heeft op naturaverzekeringen, zoals de Natura Basiszorgverzekering. Ook wordt in

dit artikel de uitkeringsgerechtigde ten tonele gevoerd. Hierbij gaat het om degene, die recht heeft op de uitkering, wanneer het risico zich voordoet op grond waarvan een recht op een uitkering ontstaat.

4.3 Artikel 7:944 BW;

Specifieke definitie schadeverzekering

We hebben het in deze module over schade-verzekeringen. Maar wat is een schadeverze-kering nu precies? De wet heeft een specifieke definitie gegeven aan het begrip schadeverzeke-ringen:Een schadeverzekering is de verzekering voor vermogensschade die een verzekerde zou kun-nen lijden.Bepaald geen lange definitie. En waar gaat het om? Vermogensschade. Het moet dus gaanom vermogensschade. In de definitie van het oude verzekeringsrecht (artikel 246 WvK) stond wat vermogensschade is: “verlies, schade of gemis van verwacht voordeel”. Deze begrippen worden nu uitgelegd aan de hand van een voor-beeld.

Voorbeeld

(verlies).

(zaakschade).-

ganger. De voetganger is zwaargewond (personen-schade).

kwijt (verlies). Zij mist daardoor ook de winst die zij had kunnen maken op de verkoop van de kleding (gemis van verwacht voordeel).

Het gaat hier dus om vermogensschade. Kortweg komt het erop neer dat er ook daadwer-kelijk een vermindering van het vermogen door schade moet zijn. Dit in tegenstelling tot een sommenverzekering, waarbij het niet uitmaakt of er ook een vermindering van het vermogen is.

4.4 Artikel 7:964 BW;

Definitie sommenverzekering

Er wordt in artikel 7:964 BW ook nog een definitie gegeven van de sommenverzekering.

Een sommenverzekering is: De verzekering waarbij het onverschillig is of en in hoeverre met de uitkering schade wordt ver-goed. Zij is slechts toegelaten bij persoonsver-zekeringen en bij verzekeringen welke daartoe

Page 20: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

20

bij algemene maatregel van bestuur, zonodig binnen daarbij vast te stellen grenzen, zijn aangewezen.

Bij sommenverzekeringen gaat het dus om ver-zekeringen die géén schadeloosstelling tot doel hebben, maar die uitsluitend een verzekerde som of een deel daarvan uitkeren, wanneer een bepaald risico zich openbaart.

Het moet daarbij gaan om een persoonsverzeke-ring, dus de ongevallenverzekering, de arbeids-ongeschiktheidsverzekering en de levensverze-kering. De minister heeft de mogelijkheid open-gehouden in de toekomst door middel van een algemene maatregel van bestuur een andere verzekeringsvorm ook als persoonsverzekering aan te merken.

4.5 Artikel 7:975 BW;

Definitie levensverzekering

Als aanvulling op artikel 7:964 BW wordt in artikel 7:975 BW de levensverzekering als volgt gedefinieerd: een levensverzekering is een, in verband met leven en dood, gesloten sommen-verzekering met dienverstande dat de ongeval-lenverzekering niet als levensverzekering wordt beschouwd.

4.6 Artikel 7:928 BW tot en met 7:931 BW;

Mededelingsplicht en overtreding

De verzekeringsovereenkomst is vooral een overeenkomst die gebaseerd is op de goede trouw van beide bij de overeenkomst betrokken partijen. Bij het tot stand komen van de verzeke-ringsovereenkomst baseert de verzekeraar zich vaak alleen op de gegevens die door de verze-keringnemer worden verstrekt, bijvoorbeeld door het laten invullen van een aanvraagformulier. Op grond van die gegevens probeert de verzekeraar een inschatting te maken van het risico dat ter verzekering wordt aangeboden. Aan de hand van die inschatting bepaalt de verzekeraar of hij wil verzekeren, en zo ja, op welke voorwaarden en tegen welke premie. De verzekeraar heeft er dus alle belang bij dat de verzekeringnemer de juiste informatie verstrekt.

De verzekeraar wordt hierbij beschermd door de artikelen 7:928 tot en met 7:931 BW. In deze artikelen is de mededelingsplicht van de ver-zekeringnemer vastgelegd. Bovendien is in die artikelen vastgelegd wat de gevolgen voor de verzekeringnemer zijn van het niet nakomen van die mededelingsplicht.

Artikel 7:928 BW (voorheen artikel 251 WvK, verzwijging)1. De verzekeringnemer is verplicht vóór het sluiten van de overeenkomst aan de verzekeraar alle feiten mede te delen die hij kent of behoort te kennen, en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de ver-zekering zal willen sluiten, afhangt of kan afhan-gen.

2. Als de belangen van een bij het aangaan van de verzekering bekende derde worden gedekt, omvat de in lid 1 bedoelde verplichting mede de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen, en waarvan, naar deze weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de ver-zekeraar afhangt of kan afhangen. De vorige zin mist toepassing bij persoonsverzekering.

3. Betreft een persoonsverzekering het risico van een bekende derde die de leeftijd van zes-tien jaren heeft bereikt, dan omvat de mede-delingsplicht mede de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslis-sing van de verzekeraar afhangt of kan afhan-gen.

4. De mededelingsplicht betreft niet feiten die de verzekeraar reeds kent of behoort te kennen, en evenmin feiten, die niet tot een voor de verzeke-ringnemer ongunstiger beslissing zouden heb-ben geleid. De verzekeringnemer of de derde, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan zich er echter niet op beroepen dat de verzekeraar bepaalde fei-ten reeds kent of behoort te kennen, als op een daarop gerichte vraag een onjuist of onvolledig antwoord is gegeven. De mededelingsplicht betreft voorts geen feiten waarnaar ingevolge de artikelen 4 tot en met 6 van de Wet op de medische keuringen in de daar bedoelde gevallen geen medisch onder-zoek mag worden verricht en geen vragen mogen worden gesteld.

Page 21: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

21

5. De verzekeringnemer is slechts verplicht feiten mede te delen omtrent zijn strafrechtelijk verleden of omtrent dat van derden, voor zover zij zijn voorgevallen binnen de acht jaren die aan het sluiten van de verzekering vooraf zijn gegaan en voor zover de verzekeraar omtrent dat verle-den uitdrukkelijk een vraag heeft gesteld in niet voor misverstand vatbare termen.

6. Als de verzekering is gesloten op de grond-slag van een door de verzekeraar opgestelde vragenlijst, kan deze zich er niet op beroepen dat vragen niet zijn beantwoord, of feiten waar-naar niet was gevraagd, niet zijn medegedeeld, en evenmin dat een in algemene termen vervatte vraag onvolledig is beantwoord, tenzij is gehan-deld met het opzet de verzekeraar te misleiden.

Voorbeeld

Bij het afsluiten van een autoverzekering verzuimt André aan de verzekeraar te melden dat er een procesverbaal tegen hem loopt omdat hij met teveel bier op auto heeft gereden. André verzwijgt dit met opzet omdat hij bang is dat hij anders niet verzekerd is. André voldoet niet aan de mededelingsplicht.

Eisen sancties mededelingsplicht (artikel 7:928 BW lid 1)Artikel 7:928 BW lid 1 bevat in feite drie eisen waaraan moet zijn voldaan, wil een verzekeraar een beroep kunnen doen op de sancties met betrekking tot de mededelingsplicht.

Het gaat hierbij om het:1. kennisvereiste2. relevantievereiste3. kenbaarheidvereiste.Ad 1. KennisvereisteBij de mededelingsplicht moet het gaan om feiten die de verzekeringnemer kent of behoort te kennen. Feiten die de verzekerde niet kent of niet hoeft te weten spelen dus geen rol.Wanneer een verzekeringnemer een ziektekos-tenverzekering voor zichzelf aanvraagt, dan kan niet tegen hem worden gebruikt dat hij ten tijde van het aanvragen leed aan een aandoening, waarvan hij niet op de hoogte was of kon zijn.

Ad 2. RelevantievereisteHet moet dus gaan om feiten die de verzeke-ringnemer kent of behoort te kennen. Maar daar-naast moet het gaan om feiten die zo belangrijk zijn dat ze van invloed zijn of kunnen zijn op de beslissing van de verzekeraar. Wanneer de ver-zekeringnemer een brandverzekering aanvraagt voor zijn woonhuis, dan is het voor de beoorde-ling door de verzekeraar niet van belang dat hij kort daarvoor een aanrijding heeft gehad met zijn auto en een cascoschade heeft gemeld op

zijn autoverzekering. De beslissing van de ver-zekeraar zal door deze gebeurtenis niet worden beïnvloed.

Ad 3. KenbaarheidvereisteHet moet tot slot gaan om feiten waarvan ver-zekeringnemer weet of hoort te begrijpen dat deze van invloed zijn op de beslissing van de verzekeraar om de overeenkomst wel of niet aan te gaan.

Hoe deze vereisten in de praktijk zullen uitwerken is nu natuurlijk nog moeilijk in te schatten. Er is immers nog geen jurisprudentie. Wel heeft de minister in een memorie van toelichting, bepaald dat bij de beoordeling van de vereisten rekening moet worden gehouden met de persoon van de verzekeringnemer en zijn persoonlijke omstandig-heden. Daarbij zal de geestelijke ontwikkeling van de verzekeringnemer een rol spelen.

Mededelingsplicht en derdebelang (artikel 7:928 lid 2)In lid 2 van artikel 7:928 BW wordt bepaald dat de mededelingsplicht ook geldt voor een eventuele derde wiens belang wordt gedekt. Indien verzekeringnemer het bezit dan wel eigendomsrecht behorende bij een personen-auto deelt met een derde, dienen bij aanvraag tevens de relevante gegevens van deze derde te worden vermeld op het aanvraagformulier. De mede delingsplicht strekt zich dus ook uit over anderen dan die van aanvrager zelf. Wanneer die derde verzuimd heeft bepaalde zaken mee te delen die voor de verzekeraar van belang zijn, dan wordt dit de verzekeringnemer toegerekend. We kunnen stellen dat de mededelingsplicht hiermee behoorlijk is uitgebreid in vergelijking met de oude wetgeving. Indien een persoons-verzekering van toepassing is, is de mede-delingsplicht van een eventuele derde niet van toepassing. Een persoonsverzekering betreft een arbeidsongeschiktheidsverzekering, de levens-verzekering en de ongevallenverzekering.

Mededelingsplicht voor personen jonger dan 16 jaar (art 7:928 lid 3)Overigens beperkt lid 3 deze uitbreiding weer door te stellen dat de mededelingsplicht bij persoonsverzekeringen weer niet geldt voor per-sonen jonger dan zestien jaar. De mededelings-plicht welke zich uitstrekt over derden - zoals hiervoor vermeld - geldt voor personen ouder dan vijftien jaar. Indien verzekering nemer een aanvraag indient betreffende bijvoorbeeld een ongevallenverzekering en daarbij een jongere onder de zestien jaar als verzekerde vermeldt, behoeven de gegevens van deze jongere niet te worden vermeld.

Page 22: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

22

Mededelingsplicht en bekende feiten (artikel 7:928 lid 4)Ook lid 4 beperkt de mededelingsplicht van de verzekeringnemer enigszins. Hier wordt gesteld dat de mededelingsplicht namelijk niet geldt wanneer het gaat om feiten die de verzekeraar al weet of behoort te weten.Stel dat een verzekeringnemer een arbeidsonge-schiktheidsverzekering aanvraagt bij een verze-keraar waar ook al een ziektekostenverzekering loopt. Bij het aanvragen van de ziektekostenver-zekering maakte de verzekeringnemer al mel-ding van een bepaalde aandoening waarvoor hij destijds werd behandeld. Deze informatie is dus bekend bij de verzekeraar en zou op grond van lid 4 niet meer hoeven worden meegedeeld.

De wetgever heeft echter enige nuancering doorgevoerd door te bepalen dat de medede-lingsplicht wel geldt wanneer op deze feiten gerichte vragen zijn gesteld en daarop geen of een onvolledig antwoord is gegeven. Dat bete-kent dus dat de verzekeringnemer wel alle vra-gen van een aanvraagformulier volledig behoort te beantwoorden. Verzekeraars zullen er waar-schijnlijk vaak toe over gaan om vragen opnieuw te stellen. Vaak mogen zij immers op grond van regels met betrekking tot de privacybescherming geen informatie van de ene afdeling aan de andere doorgeven.

In lid 4 is eveneens bepaald dat de medede-lingsplicht niet van toepassing is op feiten die niet tot een voor verzekeringnemer ongunstige beslissing zouden hebben geleid. Het komt erop neer dat wanneer de verzekeraar van mening is dat de verzekeringnemer zich niet aan de mede-delingsplicht heeft gehouden hij zal moeten bewijzen, dat hij een ongunstige beslissing voor de verzekeringnemer zou hebben genomen, wanneer hij van de juiste feiten op de hoogte zou zijn geweest.

In het voorbeeld van André en het afsluiten van de autoverzekering zou de verzekeraar de verze-kering niet geaccepteerd hebben of een hogere premie hebben opgelegd.

Tot slot bepaalt lid 4 dat geen mededelingsplicht geldt voor feiten waarop grond van de wet op de medische keuringen geen onderzoek naar mag worden gedaan en geen vragen over mogen worden gesteld. Een levensverzekeraar kan dus geen beroep op de mededelingsplicht doen omdat een ver-zekerde niet heeft gemeld dat hij HIV heeft. Hier mag namelijk op grond van de wet op de medische keuringen niet naar worden gevraagd. Verzekeraars hebben wel het recht bij overschrij-ding van een bepaald aangevraagd bedrag, nadere vragen aan aanvrager te stellen, waar-bij naar dit eventueel geïnfecteerd zijn wordt gevraagd en aanvrager verplicht is naar waar-heid te antwoorden. Mededelingsplicht en strafrechtelijk verleden (artikel 7:928 lid 5)Lid 5 van artikel 7:928 BW behandelt de mede-delingsplicht met betrekking tot het strafrechte-lijke verleden van de verzekeringnemer of anderen wiens belang wordt verzekerd. Hierin is bepaald dat de verzekeringnemer een mede-delingsplicht heeft voor voorvallen die hebben plaatsgevonden binnen een periode van acht jaar voor het aangaan van de verzekering. Die mededelingsplicht geldt alleen voor zover de verzekeraar er in het aanvraagformulier heel uitdrukkelijk naar vraagt.

Mededelingsplicht op het aanvraagformulier (artikel 7:928 lid 6)Lid 6 handelt over het aanvraagformulier. Hier wordt bepaald dat een verzekeraar geen beroep op de mededelingsplicht kan doen, wanneer:- vragen in het aanvraagformulier onbeant-

woord zijn gelaten- niet naar de niet meegedeelde feiten werd

gevraagd - vragen in algemene termen zijn gesteld en

daarop geen volledig antwoord is gegeven.Wanneer de verzekeraar als slotvraag de alge-mene tekst: “Hebt u verder nog iets mee te delen dat voor de verzekeringsovereenkomst van belang kan zijn?” gebruikt, kan hij daar niet veel meer mee. De vraag is immers vrij alge-meen gesteld. Wanneer een verzekerde daarop niet of onvolledig antwoordt, kan de verzekeraar geen beroep doen op de mededelingsplicht van de verzekeringnemer.

Page 23: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

23

De rechtsgevolgen van het niet nakomen van de mededelingsplichtWanneer we terugblikken op de rechtsgevol-gen van artikel 251 Verzwijgingsartikel (WvK)komen we tot de conclusie dat de werking van de nieuwe wetgeving minder zwart-wit is. Het gevolg van een verkeerde opgave of verzwijging hield volgens 251 WvK vernietigbaarheid in. Dat wilde zeggen dat de rechter de verzeke-ring nietig kon verklaren, ook wanneer er geen verband bestond tussen het verzwegene en de schadeoorzaak. Wanneer de verzekeringsover-eenkomst nietig werd verklaard betekende dit dat ervan werd uitgegaan dat hij nooit zou heb-ben bestaan. Dit had gevolgen voor eventueel in het verleden gedane uitkeringen. Die moesten

worden terugbetaald. Alleen bij verzwijging te goeder trouw ontving de verzekeringnemer de betaalde premies terug.Dit principe is in de nieuwe wetgeving los ge-laten. Nu gaan we in op de rechtsgevolgen van het niet nakomen van de mededelingsplicht voor de verzekeringsovereenkomst. Daarna bekijken we wat de gevolgen zijn voor het recht op een uitkering.

Rechtsgevolgen voor de verzekerings-overeenkomstWanneer een verzekeraar ontdekt dat de verzekeringnemer niet aan de mededelings-verplichtingen heeft voldaan, moet hij dat bin-nen twee maanden na het ontdekken daarvan

Aanvraagformulier particulieren voor zaakverzekeringen

Belangrijk: toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht.Als aanvrager/kandidaat-verzekeringnemer bent u verplicht de gestelde vragen in dit aanvraagformulier zo volledig moge-lijk te beantwoorden. Dit geldt ook voor feiten en omstandigheden die betrekking hebben op een bij het sluiten van deze verzekering bekende derde wiens belangen worden meeverzekerd. Bij de beantwoording is bovendien niet alleen uw eigen wetenschap bepalend, maar ook die van de andere belanghebbenden bij deze verzekering. Vragen waarvan u het antwoord al bij de verzekeraar bekend veronderstelt, moet u toch zo volledig mogelijk beantwoorden.Feiten en omstandigheden die u bekend worden nadat u deze aanvraag hebt ingezonden, maar voordat de verzekeraar u heeft bericht over zijn definitieve beslissing het door u ter verzekering aangeboden risico al dan niet te verzekeren, moet u alsnog aan de verzekeraar mededelen als deze vallen onder de vraagstelling in het aanvraagformulier dat u, tezamen met de op de aangevraagde verzekeringsdekking van toepassing zijnde voorwaarden van verzekering, in tweevoud ter hand is gesteld.Als u niet of niet volledig aan uw mededelingsplicht hebt voldaan, kan dat ertoe leiden dat het recht op uitkering wordt beperkt of zelfs vervalt. Als u met de opzet tot misleiden van de verzekeraar hebt gehandeld of deze bij kennis omtrent de ware stand van zaken de verzekering nimmer zou hebben gesloten, heeft hij ook het recht de verzekering op te zeggen.

Strafrechtelijk verleden (zie ook de toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht)Bent u, of een andere belanghebbende bij deze verzekering, in de laatste acht jaar als verdachte of ter uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel, in aanraking geweest met politie of justitie in verband met wederrechtelijk verkregen of te verkrijgen voordeel, zoals diefstal, verduistering, bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte of poging(en) daartoe, weder-rechtelijke benadeling van anderen, zoals vernieling of beschadiging, mishandeling, afpersing en afdreiging of enig misdrijf gericht tegen de persoonlijke vrijheid of tegen het leven of poging(en) daartoe, overtreding van de Wet wapens en munitie, de opiumwet of de wet economische delicten?

Zo ja, geef dan aan om welk strafbaar feit het ging, of het tot een rechtszaak is gekomen, wat het resultaat daarvan was en of eventuele (straf)maatregelen al ten uitvoer zijn gelegd. Als het niet tot een rechtszaak is gekomen, geef dan aan of er sprake is geweest van een schikking met het Openbaar Ministerie, en zo ja, tegen welke voorwaarden de schikking tot stand kwam. (U kunt deze informatie desgewenst vertrouwelijk aan de directie zenden.)

Belangrijk:Lees voor de ondertekening van dit aanvraagformulier de toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht, bovenaan het aanvraagformulier.Door ondertekening van dit aanvraagformulier verklaart de aanvrager/kandidaat-verzekeringnemer dat hij een verzekering wil sluiten tegen de in de bijgevoegde voorwaarden van verzekering omschreven dekking, en dat hij akkoord gaat met de toepasselijkheid van de daarbij behorende, en daarmee een geheel vormende, voorwaarden van verzekering.

Dit formulier is naar waarheid ingevuld en ondertekend door

………………...…………………… (naam),

………………………… (handtekening)

Page 24: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

24

aan de verzekerde meedelen. Ook zal de ver-zekeraar moeten meedelen wat de (mogelijke) gevolgen zijn van het niet nakomen van de mededelingsplicht, ook wanneer de verzeke-raar het niet voldoen aan de mededelingsplicht pas ontdekt nadat zich een schade heeft voor-gedaan. (Meestal zal de ontdekking plaatsvinden nadat een schade is gemeld).

Gevolgen van het niet nakomen van de mede delingsplicht kunnen zijn: - geen of slechts een gedeeltelijke uitkering- premieverhoging- het opleggen van beperkende voorwaarden.

Nadat dit aan de verzekeringnemer is mee-gedeeld, heeft de verzekeringnemer het recht de verzekeringsovereenkomst te beëindigen en ergens anders dekking voor het risico te zoe-ken. Hij moet dit dan binnen twee maanden na het bericht van de verzekeraar kenbaar maken. Betreft het een persoonsverzekering, dan kan de beëindiging zich beperken tot de persoon op wie het niet nakomen van de mededelings-verplichting betrekking heeft.

Ook de verzekeraar kan het recht hebben de verzekeringsovereenkomst te beëindigen. Dat kan overigens slechts in twee situaties:1. Wanneer de verzekeringnemer de opzet had

om de verzekeraar te misleiden2. Wanneer de verzekeraar bewijst dat hij de over-

eenkomst niet zou zijn aangegaan wanneer hij van de feiten op de hoogte zou zijn geweest.

In alle andere gevallen kan de verzekeraar de verzekeringsovereenkomst niet beëindigen.

Voorbeeld

medewerker opzettelijk hebben verzwegen dat er een oogoperatie moest plaatsvinden, mag de verzekeraar de verzekering beëindigen. Kan de verzekeraar bewijzen dat hij de verzekering niet zou zijn aangegaan wanneer hij

-ratie moest ondergaan, ook dan kan hij de verzekerings-overeenkomst beëindigen.

Gevolgen voor de uitkering of schade vergoedingBij de gevolgen voor de uitkering of schade-vergoeding spelen twee begrippen een rol:- causaliteitsbeginsel- proportionaliteitsbeginsel.Het CausaliteitsbeginselHet niet nakomen van de mededelingsplicht heeft geen gevolgen voor de uitkering, wanneer er geen causaal verband bestaat tussen het feit dat niet is meegedeeld en het ontstaan van de schade. In dat geval zal de verzekeraar dus onverkort moeten uitkeren.

De verzekeraar hoeft echter niets uit te keren wanneer hij op basis van de van toepassing zijnde acceptatienormen kan aantonen dat hij bij kennis van de juiste feiten niet tot sluiten van de verzekering zou zijn overgegaan of dat de verze-keringnemer of een derde belanghebbende het doel had de verzekeraar te misleiden.

Voorbeeld

woon huis heeft een rieten kap. Lara heeft echter op het aanvraagformulier ingevuld dat het huis met pannen is gedekt.

een braakschade aan de voordeur. De verzekeraar ont-dekt dat niet is meegedeeld dat er een rieten dak op de woning zit. De braakschade houdt geen enkel verband

de braakschade en het feit dat er een rieten dak op de woning zit. In beginsel zal de verzekeraar de braak-schade nu volledig moeten betalen.Bewijst de verzekeraar echter dat Lara het feit van het rieten dak achter hield om de verzekeraar te misleiden, dan hoeft hij niet uit te keren. Datzelfde geldt wanneer de verzekeraar kan aantonen, op basis van de van toe-passing zijnde acceptatienormen, dat hij de ver zekering in het geheel niet zou hebben geaccepteerd wanneer hij van het rieten dak op de hoogte zou zijn geweest.

Het ProportionaliteitsbeginselWanneer er sprake is van causaliteit, maar de verzekeraar kan bewijzen dat hij de verzekering onder andere voorwaarden zou hebben geac-cepteerd, wanneer hij van de juiste feiten op de hoogte zou zijn geweest, dan wordt er naar rato uitgekeerd. Dit vraagt om een voorbeeld en we gebruiken hiervoor weer even het woonhuis van Lara.

Voorbeeld

Stel: Lara heeft per abuis opgegeven dat haar woonhuis met pannen is gedekt en zij had niet de bedoeling de

400.000,- en de premie bedraagt 1,10 promille.

Totale jaarpremie 440,-. De braakschade bedraagt 1.000,-. De verzekeraar zal dan moeten uitkeren.

Maar wanneer de verzekeraar bewijst dat hij de ver-zekering alleen zou hebben gesloten tegen een premie van 2,30 dan zal er naar rato worden uitgekeerd. Voor

191.304,- kunnen verzekeren. De verzekeraar ver-goedt dan slechts

478,26. Stel dat de verzekeraar de ver-zekering alleen zou hebben geaccepteerd met een eigen risico van 500,-. Dat wordt de schade afgewikkeld als zou dat eigen risico van toepassing zijn.

Page 25: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

25

Het is de bedoeling van de wetgever geweest dat verzekeraars ten aanzien van de medede-lingsplicht alleen gebruik kunnen maken van arti-kel 7:928 tot en met 7:931 BW. De verzekeraar kan geen beroep doen op de artikelen 3:44 en 6:228 BW die handelen over dwaling en bedrog en nietigheid van de overeenkomst tot gevolg kunnen hebben. Daar komt nog bij dat de arti-kelen 7:928 tot en met 7:931 BW dwingend zijn voorgeschreven voor particuliere verzekering-nemers. Er kan dus niet van worden afgeweken. Ten aanzien van zakelijke verzekeringnemers kan dat wel.

Het Verbond van Verzekeraars heeft een advies-tekst opgesteld voor de slottekst van het aan-vraagformulier van particuliere en bedrijfsmatige verzekeringen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen persoonsverzekeringen en verzekeringen van zaken.

Om je een idee te geven welke gevolgen de nieuwe wetgeving heeft voor de slottekst van de aanvraagformulieren volgt hieronder een voorbeeld voor het aanvraag formulier voor de particuliere zaakverzekering.

4.7 Artikel 7:934 BW tot en met 7:936 BW;

Premie

Het is goed eerst even stil te staan bij het begrip premie. De premie is de prijs die de verzeke-raar in rekening brengt voor het leveren van zijn prestatie, het dragen van het risico. Onder pre-mie verstaan we de vaste premie, zoals bij aan-sprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren. Daarbij wordt bijvoorbeeld een vaste premie in rekening gebracht voor een gezinsdekking. Het kan echter ook gaan om een premiepromillage, zoals we dat kennen bij de brandverzekeringen of een variabele omslag of naverrekening zoals dat bij sommige onderlinge waarborgmaat-schappijen nog wordt toegepast. Bij levens-verzekeringen valt ook de koopsom onder het begrip premie, zoals bedoeld in bovengenoem-de wetsartikelen.

PremiebetalingDe verplichting van de verzekeringnemer met betrekking tot de verzekeringsovereenkomst bestaat ondermeer uit het betalen van de pre-mie. Wanneer de verzekeringnemer zijn ver-plichting tot betaling van de eerste premie niet nakomt, kan de verzekeraar de verzekerings-overeenkomst ontbinden of de nakoming van zijn deel van de overeenkomst, namelijk het lopen van risico, opschorten.

Wanneer de verzekeringnemer echter de ver-volgpremie niet of niet tijdig betaalt, kan niet zonder meer tot beëindiging of opschorting worden overgegaan. Artikel 7:934 BW bepaalt namelijk dat zoiets pas kan nadat de verzeke-ringnemer een aanmaning heeft ontvangen, waarin hij op de gevolgen van het niet betalen van de premie wordt gewezen. Bovendien moet die aanmaning na de premievervaldatum wor-den verzonden en moet de verzekeringnemer nog veertien dagen in de gelegenheid worden gesteld om de premie te betalen. Pas daarna kan de verzekeraar tot opschorting of beëindi-ging overgaan. Heeft de verzekeringnemer laten weten dat hij zijn verplichting niet kan nakomen, dan is opschorting of beëindiging per premiever-valdatum wel mogelijk.

Voorbeeld

goederenverzekering te betalen. Twee weken na de premievervaldatum ontvangt hij een aanmaning van zijn verzekeraar. Vervolgens krijgt Nuwat nog veertien dagen de tijd, aanvangende de dag na de aanmaning, om te betalen. Na het verstrijken van deze veertien dagen kan de verzekeraar, zoals vermeld in de aanmaning, de dek-king opschorten of beëindigen. De plicht tot het betalen van de premie blijft gewoon van kracht.

Verrekening van premie met uitkeringenVerrekening van premies met schade-uitkeringen was ook onder het oude recht al mogelijk. Op grond van artikel 6:127 BW mocht de verzeke-raar de openstaande premies met de uitkering verrekenen. Dat mocht echter alleen wanneer de verzekeringnemer ook de uitkeringsgerechtigde was. De verzekeraar mocht dan ook premies met de uitkering verrekenen van andere verzeke-ringen, dan die waarop de uitkering plaatsvond. Deze regeling geldt nog steeds, maar onder het nieuwe verzekeringsrecht zijn de verrekenings-mogelijkheden verruimd.

Mimespeler Rob van Reyn op affiche in 1981.

Bron: Ondernemend in risico Nationale Nederlanden.

Page 26: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

26

4.8 Artikel 7:935 BW; Premieverrekening

Dit artikel over premieverrekening bepaalt dat de verzekeraar openstaande premiebedragen ook met de uitkering mag verrekenen, wanneer de uitkeringsgerechtigde een ander is dan de verzekeringnemer. Die verrekening geldt dan alleen voor premies van dezelfde verzekering waarop de uitkering plaatsvindt. Premies van andere verzekeringen mogen dus niet worden verrekend met de uitkering wanneer de verzeke-ringnemer niet de uitkeringsgerechtigde is. Deze regel geldt overigens niet bij zogenaamde ‘aan toonderpolissen’. Bij ‘aan toonderpolissen’ mag niet worden verrekend.In lid 2 is bepaald dat bij aansprakelijkheidsver-zekeringen alleen de premie van de verzekering mag worden verrekend, waarop de uitkering plaatsvindt en niet van andere verzekeringen. Gaat het om een verplichte aansprakelijkheids-verzekering (bijvoorbeeld op grond van de WAM) dan is verrekening ook niet toegestaan.Er is hier sprake van dwingend recht, waarvan niet kan worden afgeweken.

Voorbeeld

450,- en 250,-. Beide premies zijn nog niet betaald op het moment dat de verzekeraar een uitkering moet doen op de brandverzekering voor de woning. De verschuldigde uitkering bedraagt 2.500,-. Nu de verzekeringnemer ook de uitkeringsgerechtigde is, mag de verzekeraar zowel de premie van de brand-verzekering als die voor de inboedel met de uitkering verrekenen. De verzekeraar keert dus 2.500,- minus

700,- is 1.800,-.

4.9 Artikel 7:936 BW; Verrekening bij

bemiddeling door tussenpersoon

In artikel 7:936 BW is geregeld hoe met premie en verrekening om wordt gegaan, wanneer er bij de verzekeringsovereenkomst een tussenper-soon is betrokken die de incasso van de premie verzorgt. Het artikel bepaalt dat de verzekering-nemer de premie is verschuldigd aan de tus-senpersoon op het moment dat de verzekeraar de rekening-courant van de tussenpersoon heeft belast voor de premie.

We kunnen met verschillende situaties te maken krijgen wanneer er een tussenpersoon bij de premie-incasso is betrokken:- uitkering vindt plaats via de tussenpersoon- uitkering vindt plaats aan de verzekering-

nemer. Deze is ook uitkeringsgerechtigde- uitkering vindt plaats aan een uitkerings-

gerechtigde die niet de verzekeringnemer is.

Uitkering vindt plaats via tussenpersoonWanneer de uitkering wordt gedaan via de tus-senpersoon, dan heeft deze tussenpersoon dezelfde verrekeningsrechten als de verzekeraar zou hebben wanneer deze rechtstreeks aan de verzekeringnemer of uitkeringsgerechtigde uitkeert. De tussenpersoon kan dan niet verreke-nen wanneer het gaat om een ‘aan toonderpolis’ of een verplichte aansprakelijkheidsverzekering. Hij kan alleen de premies van de tot uitkering komende verzekering verrekenen, wanneer de uitkeringsgerechtigde een ander is dan de ver-zekeringnemer. Maar hij mag alle verschuldigde premies verrekenen wanneer de verzekeringne-mer ook de uitkeringsgerechtigde is.

Uitkering vindt plaats aan de verzekering-nemer als uitkeringsgerechtigdeWanneer de verzekeraar de uitkering aan de verzekeringnemer doet omdat deze ook uitke-ringsgerechtigde is, dan zal de verzekeraar eerst moeten controleren of er bij de tussenpersoon nog premies openstaan. Hij moet dan namelijk eerst aan de tussenpersoon de openstaande premies afdragen, ook wanneer het gaat om premies van andere verzekeringen dan die waar-op de uitkering plaatsvindt. De tussenpersoon moet van die premies binnen tien dagen opgave doen. Is er binnen tien dagen geen opgave gedaan, dan mag de verzekeraar de volledige uitkering aan de verzekeringnemer uitbetalen.

Gaat het om een aansprakelijkheidsverzekering, dan moet alleen de niet-betaalde premie van de betreffende aansprakelijkheidsverzekering waarop een uitkering wordt gedaan aan de tussenpersoon worden betaald. Premies van andere verzekeringen mogen dan niet worden verrekend. Er mag in het geheel niet worden verrekend bij verzekeringen ‘aan toonder’ of verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen.

Uitkering vindt plaats aan een andere uitkeringsgerechtigde dan verzekeringnemerWanneer niet de verzekeringnemer de uitke-ringsgerechtigde is, maar een derde, dan moet de verzekeraar de niet-betaalde premie van de betreffende verzekering aan de tussenpersoon betalen. Er mag dan geen verrekening plaats-vinden van premies van andere verzekeringen dan die waarop de uitkering plaatsvindt.

Page 27: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

27

4.10 Artikel 7:938 BW;

Geen premie verschuldigd als geen risico is

gelopen

Wat is de betekenis van dit artikel? Alleen als in het geheel geen risico is gelopen waartegen verzekerd werd, noch door de verzekeraar, noch door de uitkeringsgerechtigde, kan er sprake zijn van premieteruggave. Is er gedeeltelijk geen risico gelopen, dan is er recht op gedeeltelijke premieteruggave.In de praktijk zal er gebruik van dit recht gemaakt kunnen worden als het verzekerd object bijvoorbeeld nooit in het bezit van de verzekeringnemer is gekomen. Let wel: geen schade gehad hebben is wat anders dan geen risico lopen. Het gaat om de kans dat er schade ontstaat. Is het onmogelijk geworden om een risico te lopen, omdat simpelweg het verzekerd object niet (meer) bestaat, of als de gebeurtenis niet heeft plaatsgevonden, dan kan er sprake zijn van premierestitutie.

Voorbeeld

wil het object tijdens het transport naar Nederland verze-

het transport de premie aan de verzekeringsmaatschap-pij. Voordat het beeld op transport wordt gezet, toont

ermee akkoord dat het voor een periode van twee jaar in het museum tentoon wordt gesteld. Omdat het transport

basis van artikel 7:938 BW de premie voor de verzeke-ring (gedeeltelijk) terug vorderen.

4.11 Artikel 7:939 BW; Vermindering van pre-

mie bij tussentijdse opzegging

In dit artikel is een bepaling opgenomen (dwingend recht) inzake premierestitutie (van de lopende premie) bij tussentijdse opzegging (op grond van de wet en verzekeringsovereen-komst), wat erop neerkomt dat de premie naar redelijkheid wordt verminderd.

Voorbeeld

ieder jaar de premie vooruit. Op 1 februari van dit jaar

oude woning wordt verkocht. Zij maakt gebruik van de mogelijkheid om de verzekeringsovereenkomst tussen-

van artikel 7:939 BW haar vooruitbetaalde premie naar

van de betaalde premie, eventueel verminderd met de administratiekosten.

Bron: advertentie beursonline.

4.12 Artikel 7:940 BW; Opzegging van de ver-

zekeringsovereenkomst

In het kader van de opzeggingen kennen we twee situaties. Namelijk opzegging aan het einde van de contractperiode en tussentijdse opzeg-ging.

Opzegging aan het einde van de contract-periodeDe wet bepaalt dat zowel verzekeringnemer als verzekeraar aan het eind van de contractperi-ode de verzekering kunnen opzeggen met een opzegtermijn van twee maanden. Wordt er door partijen niet opgezegd, dan loopt de overeen-komst stilzwijgend door voor eenzelfde contract-periode.Van deze bepaling mag niet ten nadele van de verzekeringnemer worden afgeweken.Gaat het om een verzekeringsovereenkomst met een contracttermijn van méér dan vijf jaar, dan hebben zowel de verzekeraar als de verzekering-nemer het recht om na het verstrijken van een periode van vijf jaar binnen de contracttermijn de verzekering te beëindigen. Ook hierbij moet weer een opzegtermijn van twee maanden in acht worden genomen. Deze regeling is inge-voerd om onredelijk lange contracttermijnen te voorkomen.

Voorbeeld

Boris heeft een verzekering gesloten met een contract-termijn van twintig jaar. Zowel Boris als zijn verzekeraar heeft het recht om de verzekering na vijf, tien, vijftien of twintig jaar op te zeggen met in achtneming van een opzegtermijn van twee maanden.

Van deze regeling kan niet worden afgeweken wanneer de verzekering door een particulier is gesloten. Gaat het om een bedrijfsmatig geslo-ten verzekering, dan kan wel van deze bepaling worden afgeweken. De wet bepaalt ook dat de

Page 28: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

28

verzekeraar een persoonsverzekering niet kan opzeggen. Dat wat al in veel voorwaarden van persoonsverzekeringen is geregeld, is nu in de wet vastgelegd. Ook een levensverzekering kan niet door de verzekeraar worden opgezegd.

Per 1-1-2010 stoppen de schadeverzekeraars met stilzwijgende verlenging. De contractstermijn wordt standaard één jaar en de opzegtermijn wordt voor de consument (verzekeringnemer) maximaal één maand. Een meerjarig contract is nog mogelijk maar dan door middel van een “dubbele” handtekening. Alle polissen worden nu na de verlengingsdatum omgezet naar een eenjarig contract.

Tussentijdse opzeggingWanneer een verzekeraar in de verzekerings-voorwaarden voor zichzelf de mogelijkheid heeft geschapen om de verzekeringsovereenkomst tussentijds te wijzigen, dan geldt dat recht op grond van de wet automatisch ook voor de verzekeringnemer. Bij tussentijdse opzegging moeten beide partijen een opzegtermijn van twee maanden in acht nemen.

Wijziging van premie en/of voorwaardenVeel verzekeringsovereenkomsten kennen de bepaling dat de verzekeraar de voorwaarden en/of premie tussentijds mag wijzigen. De wet bepaalt dat de verzekeringnemer in dat geval de overeenkomst mag beëindigen op de dag dat de wijziging ingaat en in ieder geval nog gedu-rende één maand nadat de wijziging is inge-gaan. Voorwaarde is wel dat het gaat om een wijziging ten nadele van de verzekeringnemer. Dus een beperking van de voorwaarden of een hogere premie.

Voorbeeld

Xenia heeft al enige jaren een autoverzekering. Op een gegeven moment ontvangt zij een brief dat de premie wordt verhoogd. Zij besluit de autoverzekering op te zeggen en af te sluiten bij een andere verzekeringsmaat-schappij die goedkoper is. Drie weken later stuurt Xenia een schriftelijke opzegging naar de verzekeraar.

Wanneer een verzekeraar de verzekeringsover-eenkomst opzegt, moet dit schriftelijk gebeuren. De opzegging moet zijn verzonden aan het hem laatst bekende adres van de verzekeringnemer. De verzekeringnemer kan zich er niet op beroe-pen dat de opzegging hem niet heeft bereikt, omdat hij is verhuisd.

Bron: lsevier.

4.13 Artikel 7:941 BW;

Verplichtingen van verzekeringnemer (of ver-

zekerde) bij schade

Uit een overeenkomst vloeien verplichtingen voort. Een aantal van die verplichtingen heeft betrekking op het moment dat het risico waar-voor de verzekering is gesloten zich voordoet. De eerste verplichting die we in de wet tegen-komen is de meldings- en inlichtingenplicht.

Artikel 7:941 BW bepaalt dat de verzekering-nemer of degene die uitkeringsgerechtigd is, verplicht is de schade zo snel mogelijk bij de verzekeraar te melden. Zo snel mogelijk wil zeggen: zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs mogelijk is, nadat hij van het zich openbaren van het risico op de hoogte is.Daarnaast is de verzekeringnemer of de uit-keringsgerechtigde verplicht alle informatie te verstrekken en alle bescheiden te overleggen die voor het beoordelen van de uitkeringsplicht van belang zijn.

Door bovengenoemde informatie te verstrekken voldoet de verzekeringnemer aan de noodzaak om te bewijzen dat er sprake is van schade en hoe die schade is ontstaan. De schadeoorzaak moet uiteraard gedekt zijn volgende de polis-voorwaarden. De verzekeraar bewijst eventueel dat een uitsluiting van toepassing is.

Page 29: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

29

Wanneer niet aan bovengenoemde verplich-t ingen wordt voldaan kan de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt. De verzekeraar kan in de polis opnemen dat het recht op uitkering vervalt wanneer de verzekering nemer of de uitkeringsgerechtigde niet aan deze verplichting voldoet. Om onder de uitkering uit te kunnen zal de verzekeraar aan moeten tonen dat hij hierdoor aanzienlijk in zijn belangen is geschaad.

Het recht op uitkering vervalt in ieder geval wanneer het niet nakomen van de verplichting tot verstrekking van informatie en melding als doel heeft de verzekeraar te misleiden.

4.14 Artikel 7:957 BW;

Verplichting tot beredding

Dit artikel legt de verzekeringnemer de verplich-ting op dat hij alle mogelijke maatregelen moet nemen die tot voorkoming of vermindering van de schade kunnen leiden. Op grond van juris-prudentie, gebaseerd op de oude wetgeving, is inmiddels vastgesteld dat die plicht op de verzekeringnemer rust wanneer het evenement zich heeft voorgedaan, maar ook wanneer er sprake is van een onmiddellijk dreigend gevaar. Deze jurisprudentie is met de invoering van het nieuwe verzekeringsrecht wettelijk vastgelegd.De verplichting berust overigens alleen op de verzekeringnemer wanneer hij op de hoogte is of behoort te zijn van het zich voordoen van het evenement of van het onmiddellijk dreigende gevaar. De bereddingsplicht geldt zowel voor de verzekerde als de verzekeringnemer.

Voorbeeld

Als je bij een brand in je huis een brandblusser gebruikt om verdere brandschade te voorkomen, mag je op kos-ten van de verzekeraar deze brandblusser vervangen of laten hervullen, of daarmee de brand geblust is of niet.

Wanneer niet aan de wettelijke bereddings-verplichting is voldaan mag de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.

Artikel 7:957 BW bepaalt verder dat de kosten van beredding voor rekening van de verzekeraar komen, ook al komen ze samen met de schade de verzekerde som te boven. Er is wel een grens gesteld aan het bedrag dat de verzekeraar aan bereddingskosten moet vergoeden. Wanneer het gaat om een particuliere verzekering ligt die grens bij maximaal het bedrag van de verzekerde som. Dus de verzekeraar moet in het uiterste geval tweemaal de verzekerde som uitkeren, namelijk eenmaal voor de kosten van beredding en een-maal voor de schade. Hiervan kan bij particuliere verzekeringen niet ten nadele van de verzekering-nemer worden afgeweken. Dat kan wel wanneer het gaat om bedrijfsmatige verzekeringen. In dat geval kan de verzekeraar vergoeding van de bereddingskosten verder beperken.

4.15 Artikel 7:951 BW;

Schade door aard of gebrek van

de verzekerde zaak

De verzekeraar vergoedt geen schade aan een verzekerde zaak als die is veroorzaakt door de aard of een gebrek van die zaak. Het gaat in dit artikel om regelend recht, dus mag ervan worden afgeweken. Laten we eerst eens kijken naar de betekenis van de begrippen ’aard‘ en ’gebrek’.

Een gebrek is een minderwaardige eigenschap van een zaak, die een dergelijke zaak niet behoort te hebben. Je kunt hierbij denken aan een slechte samenstelling van cement, waardoor het begint te brokkelen en geen of een slechte hechtende werking heeft. Of een nieuwe printer die vastloopt door een fabricagefout. Artikel 7:951 BW stelt dat de hierdoor ontstane schade niet door de verzekeraar wordt vergoed. Er kan niet van een gebrek worden gesproken, wanneer de gebrekkige staat waarin een zaak verkeerd van tijdelijke aard is. Hierbij kun je denken aan het niet openzetten van de kraan van het koelwater voor de dieselmotor van een pleziervaartuig of het niet aanbrengen van een borgpen op de schroef van een buitenboordmo-tor. Wanneer hierdoor schade ontstaat, is artikel 7:951 BW niet van toepassing. Er is namelijk geen sprake van een gebrek.

Page 30: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

30

Wanneer we spreken over de aard van een zaak, dan gaat het om een eigenschap van die zaak die wel normaal is. Hierbij kan worden gedacht aan het bederven van vlees of groente en fruit en metaalmoeheid of slijtage, maar ook aan het roesten van ijzeren voorwerpen. Schade die uit de aard van een verzekerde zaak voort-vloeit, is in feite een normale gebeurtenis. Dat je je daartegen niet kunt verzekeren, is eigenlijk niet vreemd. Om als verzekeraar een beroep op artikel 7:951 BW te kunnen doen moet er sprake zijn van een causaal verband tussen de aard of het gebrek van de verzekerde zaak en de schade.

Voorbeeld

Zoals gezegd kan er van de werking van artikel 7:951 BW worden afgeweken. Dat moet dan blijken uit de polisvoorwaarden. Bij een brandverzekering wordt in de regel geheel van dit wetsartikel afgeweken. We noemen dat volledige renunciatie. Zowel het

echter ook verzekeringsvormen waarbij alleen de gevol-

zelf dus niet. Dit komt voor bij de motorrijtuigencasco-verzekering.

4.16 Artikel 7:952 BW;

Opzet of roekeloosheid

Onder de oude wetgeving was schade door eigen schuld van de verzekerde niet gedekt. Omdat verzekeraars bepaalde vormen van schuld wel wilden verzekeren, moest er in de voorwaarden aangegeven worden welke vormen van schuld wel en welke niet waren verzekerd. In de huidige wetgeving is de situatie omgedraaid. Artikel 7:952 BW bepaalt namelijk dat de lat hoger wordt gelegd, namelijk bij opzet of roekeloosheid.

Laten we eens kijken naar de begrippen opzet en roekeloosheid en om wiens opzet of roeke-loosheid het moet gaan. De wet zegt dat de verzekeraar geen schade aan de verzekerde vergoedt als de verzekerde de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt. Het gaat dus om de verzekerde. De verzekerde is degene wiens zaak of lijf wordt verzekerd. Roekeloosheid heeft dezelfde betekenis als de term grove schuld en houdt een aan opzet grenzende schuld in. Het gaat in dit artikel om bewuste en onbewuste roekeloosheid. Bij bewuste roekeloosheid realiseert de dader zich dat zijn handeling een grote kans op schade metzich meebrengt. Bij onbewuste roekeloosheid realiseert de dader zich dat niet of onvoldoende.

Op grond van jurisprudentie lijkt het erop dat het moet gaan om een gedraging van de verzekerde die meer dan een aanmerkelijke kans op schade met zich meebrengt.We kennen drie gradaties van opzet. Opzet als oogmerk, opzet als zekerheidsbewustzijn en voorwaardelijke opzet. Onder de term opzet in dit artikel worden alle drie gradaties bedoeld.Bedenk daarbij dat het voor de verzekeraar vaak onmogelijk zal zijn om te bewijzen dat verzekerde zich van die roekeloosheid bewust was.

1. Opzet als oogmerkJasper wil de ruit van een winkel vernielen en doet dat door een steen door de ruit te gooien. Er is sprake van opzet als oogmerk. Het oog-merk van Jasper was de ruit te vernielen.

2. Opzet als zekerheidsbewustzijnJasper ziet Tom achter de ruit van een winkel staan. Jasper wil Tom treffen met een steen. Daarvoor moet hij de steen echter door de ruit gooien. De schade aan de ruit wordt opzette-lijk veroorzaakt, maar is niet het oogmerk van Jasper. Hij wil Tom treffen met de steen, maar daardoor is het zeker dat de ruit zal sneuvelen.

3. Voorwaardelijke opzetJasper en Tom zijn aan het voetballen. Ze gebruiken de ruit van een winkel als doel. Tom probeert als doelman te voorkomen dat Jasper doel treft. Dat lukt heel lang, maar een keer niet: de ruit sneuvelt. Jasper heeft niet het oogmerk de ruit te vernielen. Bovendien is het niet zeker dat de ruit zal sneuvelen. Er is sprake van voor-waardelijke opzet.

SchuldgradatiesNaast opzet en roekeloosheid bestaat nog een aantal schuldgradaties:

om een nauwelijks verwijtbare handeling;

kan de verzekerde wel een verwijt worden gemaakt, maar dat verwijt is niet al te ernstig;

ernstige mate van schuld, de verzekerde kan een ernstig verwijt worden gemaakt.

Artikel 7:952 BW is regelend recht. Een verzeke-raar die de dekking wil beperken mag dit in depolisvoorwaarden regelen. In de praktijk worden de vormen lichte schuld (nauwelijks verwijtbaar) en normale schuld (wel verwijtbaar, maar niet al te ernstig) niet als uitsluiting gehanteerd. Immers de meeste schades ontstaan door eigen schuld.

Page 31: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

31

4.17 Artikel 7:954 BW;

Directe actie van benadeelde

(slachtofferbescherming)

De directe actie van de benadeelde die voort-vloeit uit dit artikel is een geheel nieuwe rege ling die onder het oude verzekerings-recht niet bestond. Slechts de W.A.M. (Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen) kende naast de jachtverzekering als particuliere verzekering een rechtstreeks vorderingsrecht. Het doel van de regeling is slachtofferbescher-ming te bieden. Er wordt geprobeerd te bereiken dat wanneer er een aansprakelijkheidverzekering is gesloten de uitkering uit die verzekering bij de benadeelde terechtkomt.

Op grond van artikel 7:954 BW kan de bena-deelde namelijk rechtstreeks van de verzekeraar betaling verlangen van dat wat hij van de verze-kerde te vorderen heeft. De betaling gaat dan niet naar de verzekerde, maar naar de bena-deelde. Het gaat dus niet om een rechtstreeks vorderingsrecht, zoals dat geldt bij verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen.Voordeel van deze regeling is dat de bena-deelde kan voorkomen dat de uitkering van de aansprakelijkheidsverzekering, bijvoorbeeld door faillissement, niet bij hem terechtkomt, maar in de failliete boedel verdwijnt.

Wanneer een directe actie is ingesteld door de benadeelde kan de verzekeraar zich alleen nog van zijn verplichtingen bevrijden door betaling aan de benadeelde. Wanneer de benadeelde nog niet heeft gemeld dat hij rechtstreekse beta-ling wil, moet de verzekeraar de benadeelde vra-gen of hij van zijn recht op rechtstreekse beta-ling gebruik wil maken. Wanneer de benadeelde hierop niet binnen vier weken reageert, vervalt het recht en kan de verzekeraar vrij aan de ver-zekerde betalen.Voor de verzekerde betekent de directe actie dat hij weliswaar een vordering heeft op zijn verzekeraar, maar dat hij deze niet geldend kan maken ten nadele van de begunstigde derde.Hij kan de vordering dus niet overdragen aan een ander en niet verpanden. Bovendien is de vorde-ring niet vatbaar voor beslag.

De directe actie is overigens geen verplichte actie. De benadeelde hoeft van het recht geen gebruik te maken. In feite heeft de benadeelde de keuze waar hij zijn vordering neerlegt. Bij de verzekeraar, de verzekerde of bij beiden.

Er moet aan een aantal eisen zijn voldaan om tot directe actie over te kunnen gaan:

1. De directe actie is alleen mogelijk bij aanspra-kelijkheidsverzekeringen of bij verzekeringen die een rubriekaansprakelijkheid kennen.

Bovendien is een directe actie alleen moge-lijk wanneer de verzekerde de schade bij de verzekeraar heeft gemeld. Deze regel is inge-voerd om de verzekerde niet de gelegenheid te ontnemen de schade zelf, zonder tussen-komst van de verzekeraar, met de benadeelde te regelen. Aan de ene kant kan dit als een bezwaar worden gezien. De verzekerde kan de zaak traineren door de schade niet te melden.

Aan de andere kan zal een verzekerde zich wel tweemaal bedenken om de schade niet zo snel mogelijk te melden. Artikel 7:941 BW bepaalt immers dat hij zijn rechten kan ver-spelen, maar in ieder geval nadeel heeft wan-neer hij niet aan de meldingsplicht voldoet.

2. Directe actie is alleen mogelijk bij schade door dood of letsel, dus personenschade. Zaakschade of vermogensschade valt buiten deze regeling.

Wanneer er meer benadeelden in het spel zijn, moeten alle benadeelden gelijk worden behandeld. Elke benadeelde kan dan betaling verlangen van een evenredig deel van de totale schade. Wanneer een verzekeraar te goeder trouw aan één benadeelde heeft uitgekeerd en er melden zich later nog meer benadeelden, dan is de verzekeraar ten opzichte van die andere benadeelden slechts betaling verschuldigd tot het resterende bedrag van de verzekerde som per gebeurtenis.

Wanneer de verzekeraar weet dat er nog meer benadeelden zijn, maar hij kent ze niet en/of hij is nog niet bekend met de volledige schadeom-vang, dan loopt hij het risico meer uit te moeten keren dan de verzekerde som, wanneer hij al aan één benadeelde heeft betaald. Daarom kent artikel 7:942 BW een opschortingrecht toe aan de verzekeraar zolang de omvang van de totale schade en het totale aantal benadeelden niet bekend is.

Page 32: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

32

4.18 Artikel 7:955 BW; Verzekerde som

De verzekerde som is volgens artikel 7:955 BW de maximale verplichting van de verzekeraar. Bovendien bepaalt artikel 7:955 BW in lid 2 dat een schade-uitkering de verzekerde som niet vermindert. Overigens is dit geen dwingend recht. Verzekeraars kunnen in hun polissen bepalen dat bij een uitkering de verzekerde som wordt verminderd met het bedrag van de uitke-ring. In dat geval zal dus moeten worden bijver-zekerd.Daarnaast wordt de omvang van de uitkering bepaald door de waarde van de verzekerde zaken. Tegen welke waarde zaken worden verzekerd wordt veelal in de polisvoorwaarden geregeld. Artikel 7:956 BW treft een regeling voor het geval dit niet uit de polis mocht blijken. In dat geval is een gebouw verzekerd op basis van herbouwwaarde en andere zaken op basis van vervangingswaarde.

4.19 Artikel 7:956 BW;

Herbouw-/vervangingswaarde

Volgens dit artikel worden gebouwen naar hun herbouwwaarde verzekerd. Andere zaken zijn naar hun vervangingswaarde verzekerd. Deze bepaling is aanvullend recht (c.q. regelend recht) wat wil zeggen dat partijen er in hun over-eenkomst van mogen afwijken.

Dat een gebouw verzekerd is op basis van her-bouwwaarde, houdt dus in dat er alleen datgene

wordt vergoed, wat nodig is om het pand weer opnieuw in dezelfde staat en op dezelfde locatie te bouwen. In sommige gevallen kan het zinvol-ler zijn om niet hetzelfde, maar een gebouw van andere aard of samenstelling te bouwen als het oorspronkelijke gebouw dat verloren is gegaan. In dat geval is het beter om te verzekeren naar vervangingswaarde.

4.20 Artikel 7:958 BW;

Onder- en oververzekering

In artikel 7:958 BW, onder- en oververzekering, wordt allereerst bepaald dat er sprake is van totaalverlies, wanneer de verzekerde zaak:- is tenietgegaan- zodanig beschadigd is dat het opgehouden is

een zaak van de verzekerde soort te zijn - buiten de macht van de verzekerde is geraakt

en herkrijging niet te verwachten is.

Wanneer de verzekerde zaak die buiten de macht van de verzekerde is geraakt, bij diefstal bijvoorbeeld, wordt teruggevonden en de verze-kerde heeft inmiddels een uitkering gehad, dan heeft hij de keuze:- hij draagt de zaak over aan de verzekeraar- hij krijgt de zaak terug en betaalt de schade-

vergoeding terug.

Ook hier geldt weer dat er in de polis iets anders kan worden bepaald, omdat we niet met dwin-gend recht te maken hebben.

De verzekeraar vergoedt in geval van schade:- de waarde vóór het evenement verminderd

met de waarde na het evenement- de reparatiekosten eventueel verhoogd met

een vergoeding voor waardevermindering door de reparatie.

De verzekeraar vergoedt bij oververzekering nooit meer dan de werkelijk geleden schade, ook al is de verzekerde som hoger dan de scha-de. Bij onderverzekering, dus wanneer de verze-kerde som lager is dan de werkelijke waarde van de verzekerde zaak, vergoedt de verzekeraar naar evenredigheid van de verhouding tussen de verzekerde som en de werkelijke waarde.

De onderverzekeringsformule wordt dan toegepast.

Verzekerde som x Schade = UitkeringWerkelijke waarde

Page 33: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

33

Premier-risqueverzekeringBij de premier-risqueverzekering zal de verze-keraar een schade tot maximaal de verzekerde som vergoeden, ook al is de werkelijke waarde hoger. De verzekeraar zal geen beroep doen op onderverzekering.

Voorbeeld

Verzekerd bedrag 60.000,- werkelijke waarde van de goederen er blijkt voor 15.000,- gestolen te zijn. Bij premier risque wordt 15.000,- vergoed. Geldt er geen premierrisque dan wordt de onderverzekeringsregel toegepast en is de uitkering 15.000,-

11.250,-.

Men kiest voor premier-risque in die gevallen waarin de volle waarde niet of nauwelijks is te berekenen. Soms ook is de volle waarde voor de verzekeraar onacceptabel. Vaak komt men dit soort verzekeringen tegen bij reconstructiekosten en opruimingskosten, omdat vooraf de kosten niet of moeilijk zijn in te schat-ten. Het kan ook zijn dat de kans op een totale schade bijna nihil is. Een grote zware draaibank zal bijvoorbeeld niet snel uit een garage worden gestolen.

4.21 Artikel 7:957 BW; Bereddings- en

expertisekosten

Artikel 7:957 BW bepaalt bovendien dat de bereddingskosten en de kosten die moeten worden gemaakt voor de vaststelling van de schade (expertisekosten) voor rekening zijn van de verzekeraar. Deze kosten worden vergoed, ook al bedragen ze samen met de schade meer dan de verzekerde som. Op de expertisekosten is de onderverzekeringsregel niet van toepas-sing. Op de bereddingskosten eventueel wel.Er is slechts één mogelijkheid die een beper-king inhoudt. De Nederlandse Beursbrandpolis kent een maximale schadevergoeding bij beredding tot 100% van de verzekerde som. De verzekerde bedragen bij de Beursbrandpolis gaan de 6 nullen te boven.

4.22 Artikel 7:960 BW; Indemniteitsbeginsel

In dit artikel wordt het indemniteitsbeginsel (schadevergoedingsbeginsel) beschreven. De schadeverzekering moet de werkelijk geleden schade vergoeden. Een verzekering mag dus niet de strekking hebben de verzekerde na de schade in een duidelijk voordeliger positie te brengen dan vóór de schade. Met andere woor-den: men mag er door de schadevergoeding

niet beter op worden dan men was voor de schade. Artikel 7:960 is dwingend recht, er mag dus niet van worden afgeweken. Een uitzonde-ring hierop is als de waarde door een deskun-dige is vastgelegd. Deskundigentaxatie was in het Wetboek van Koophandel samengevat in het artikel 275 WvK.NB. Ondanks hetgeen hierboven is beschreven, keren verzekeraars in sommige gevallen meer uit dan de hierboven omschreven dagwaarde (waar-de voor het evenement minus de waarde na het evenment). Te denken valt hierbij aan de nieuw-waarderegeling bij personenwagens en inboe-delverzekeringen. Het is daarbij goed mogelijk dat verzekeringnemer na de schade/het verlies in een financiële betere situatie is gekomen.

4.23 Artikel 7:961 BW; Samenloop

Er is sprake van samenloop wanneer het belang van een verzekerde - de verzekerde zaak - ver-schillende keren is verzekerd tegen hetzelfde risico en dezelfde schade. Er is geen sprake van samenloop wanneer meer verzekeraars het risico dekken op dezelfde polis, zoals bij de beurspolis gebruikelijk is. Een voorbeeld van samenloop is een schade die zowel op de inboedelverzekering gedekt is als op de kostbaarhedenverzekering. Of een schade die gedekt is op een reisverzekering, maar ook op de zorgverzekering.

Soms wordt het begrip samenloop wel eens gebruikt in situaties die niet voldoen aan de eer-der genoemde definitie. We spreken dan over oneigenlijke samenloop. Hierbij wordt er dan dekking gegeven onder de ene of de andere verzekering. Bijvoorbeeld iemand stoot een kostbare vaas om. De eigenaar van de vaas stelt de veroorzaker aansprakelijk. De veroorzaker kan dit claimen onder zijn aansprakelijkheids-verzekering en de eigenaar van de vaas op zijn kostbaarhedenverzekering. Het gaat hier dus om verschillende verzekerde belangen en dus niet om samenloop.

Artikel 7:961 BW bepaalt dat de verzekerde bij een schade die op meer polissen gedekt is de keuze heeft welke verzekeraar hij aanspreekt. De aangesproken verzekeraar moet de schade vergoeden. De verzekeraar is echter bevoegd de nakoming van zijn verplichting tot schade-vergoeding op te schorten totdat de verzekerde de andere verzekering(en) heeft genoemd. De verzekeraars hebben onderling verhaal. Als verzekeraars de schade onderling op elkaar gaan verhalen, geldt de verhouding tussen de schade bedragen waarvoor iedere verzeke-

1 www.verzekeraars.nl

Page 34: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

34

raar afzonderlijk kan worden aangesproken. Onderverzekering speelt binnen de verdeling zelf geen rol. Datzelfde geldt voor een (eventueel) eigen risico. Bepalend voor de verdeling bij het onderling verhaal is (uiteindelijk) welk schade-bedrag de verzekeraars, ieder voor zich, op grond van hun polis moeten uitkeren. Dit onder-linge verhaal geldt ook wanneer de aangespro-ken verzekeraar een coulance-uitkering doet.

Voorbeeld

Fabian heeft een inboedelverzekering en een kostbaar-

gestolen ter waarde van 10.000,-. De schade is op beide polissen gedekt, dus is er sprake van samenloop. De kostbaarhedenverzekering kent een eigen risico van

1.000,-. Wanneer er geen sprake zou zijn van samen-loop zou de inboedelverzekeraar 10.000,- moeten betalen en de kostbaarhedenverzekeraar 9.000,-.

dus 4.737,-. Wanneer er geen eigen risico van toepassing

zou zijn geweest droeg ieder de helft van de schade.

Voorbeeld

fiets is verzekerd op een fietsverzekering, maar ook op de inboedelverzekering. De waarde van de fiets is 1.800,-. De fietsverzekeraar keert 1.800,- uit. Vanwege onderverzekering keert de inboedelverzekering slechts 1.200,- uit; tenminste als deze als eerste zou zijn aangesproken. De fietsverzekeraar heeft nu een ver-haalsrecht op de inboedelverzekeraar en wel voor een bedrag van 720,-. De verdeling is als volgt:

1.080,-. 720,-.

Wanneer beide verzekeraars de zogenaamde Na-u-clausule of non-contributionclausule heb-ben opgenomen en de redactie van beide clau-sules is even hard, dan vallen de clausules weer tegen elkaar weg en geldt de regel zoals hiervoor beschreven. Wat opvalt is dat het zogenaamde chronologische beginsel, zoals vastgelegd in het Wetboek van Koophandel, geheel is losgelaten.

Er bestaan twee soorten clausules te weten de zachte en de harde na-u-clausule.Een voorbeeld van een zachte na-u-clausule “de verzekeraar verleent geen dekking indien de aansprakelijkheid wordt gedekt door een andere verzekering”. Een voorbeeld van een harde na-u-clausule “de verzekeraar verleent geen dekking indien de aansprakelijkheid wordt gedekt door een andere verzekering of daaronder gedekt zou zijn indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan”.Als twee verzekeraars een na-u- clausule hanteren van dezelfde sterkte

dan vallen deze tegen elkaar weg. Heeft de ene verzekeraar een harde na-u-clausule opgeno-men en de andere verzekeraar de zachte na-u-clausule dan zal deze laatste verzekeraar moeten betalen.

Geschillencommissie Schadeverzekeraars (GCS; voorheen de Verbondscommissie Samenloop) geeft bindende adviezen bij geschil-len tussen verzekeraars over de toepassing van bedrijfsregelingen en andere overeenkomsten op het gebied van schadeverzekeringen.In de GCS, die in mei 2002 is opgericht, zijn alle eerdere geschillencommissies (zoals de Verbondscommissie Samenloop, de Commissie van Arbitrage en de Commissie Overeenkomst Vereenvoudigde Schaderegeling) opgegaan, zodat er één commissie is die over alle geschillen gaat. Het aandachtsgebied is daardoor ook veel groter dan dat van de eerdere afzonderlijke com-missies. De adviezen van de GCS zijn bindend1.

Samenloop en speciale polissenEen aantal verzekeraars heeft met elkaar een overeenkomst gesloten wat inhoudt dat bij samenloop de speciale verzekering voorgaat. Deze overeenkomst wordt genoemd: “de Overeenkomst Samenloop”. Deze overeenkomst is niet van toepassing op alle verzekeraars.

4.24 Artikel 7:962 BW; Subrogatie

Wanneer een verzekeraar een verzekeringnemer op grond van een verzekering schadeloos stelt en die verzekerde heeft wat betreft die schade verhaalsrechten op een derde, dan treedt de verzekeraar in de rechten van verzekerde. Dit recht is geregeld in artikel 7:962 BW en heet subrogatie. De verzekeraar die verhaal zoekt wordt regresnemer genoemd.

Voorbeeld

heeft zijn auto uitgebreid casco verzekerd. De casco-verzekeraar vergoedt de schade aan de auto van Wil op grond van de verzekeringsovereenkomst. Wil heeft wat

wanneer Wil niet verzekerd zou zijn geweest, dan had -

zekeraar Wil schadeloos heeft gesteld treedt deze in de rechten van Wil en neemt het verhaalsrecht over.

De regres plegende verzekeraar kan alleen ver-halen wat de verzekerde zelf ook had kunnen verhalen. Wanneer op een verzekering dus een nieuwwaarderegeling van toepassing is, kan de

Page 35: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

35

verzekeraar niet de nieuwwaarde verhalen, maar slechts de werkelijke schade. De verzekerde kon immers de nieuwwaarde ook niet verhalen.

Het verhaalsrecht op grond van artikel 7:962 BW geldt alleen voor schadeverzekeringen en uit-drukkelijk niet voor sommenverzekeringen.

Voorbeeld

Wil uit het vorige voorbeeld loopt bij de aanrijding met -

lenverzekering voor inzittenden gesloten. Op grond van die verzekering keert de verzekeraar 10.000,- uit van-wege de gedeeltelijke invaliditeit van Wil. De verzekeraar kan dit bedrag niet verhalen, want een ongevallenverze-kering is een sommenverzekering.

De verzekerde blijft echter voorrang houden bij het verhalen van zijn schade op de regres plegende verzekeraar. De verzekerde mag dus eerst zijn schade verhalen die niet op een verze-kering gedekt is en daarna mag de verzekeraar verhaal plegen. Dit deel van het wetsartikel is dwingend voorgeschreven en er kan dus niet van worden afgeweken.

Dat geldt ook voor de regeling in lid 3 van het artikel. Daarin is bepaald dat de verzekeraar geen regres kan plege n op:- de verzekeringnemer- de medeverzekerde- de niet van tafel en bed gescheiden echt genoot

of geregistreerde partner van een verzekerde- de levensgezel van verzekerde- de bloedverwanten in de rechte lijn van

verzekerde- de werknemer of werkgever van verzekerde- degene die in dienst is bij dezelfde werkgever

als verzekerde.

Deze regeling is ingevoerd omdat de relatie tussen betrokkenen wellicht verstoord raakt wanneer een verzekeraar regres pleegt.

Page 36: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

36

Samengevat ken je nu de volgende defnities:

Artikel Omschrijving

Artikel 7:925 BW Definitie van de verzekeringsovereenkomst

Artikel 7:926 BW Uitkering en uitkeringsgerechtigde

Artikel 7:944 BW Specifieke definitie schadeverzekering

Artikel 7:964 BW Definitie sommenverzekering

Artikel 7:975 BW Definitie levensverzekering

Artikel 7:928 BW Mededelingsplicht en overtreding

Artikel 7:934 BW t/m Artikel 7:936 BW

Premie

Artikel 7:935 BW Premieverrekening

Artikel 7:936 BW Verrekening bij bemiddeling door tussenpersoon

Artikel 7:938 BW Geen premie verschuldigd als geen risico is gelopen

Artikel 7:939 BW Vermindering van premie bij tussentijdse opzegging

Artikel 7:940 BW Opzegging van de verzekeringsovereenkomst

Artikel 7:941 BW Verplichtingen van verzekeringnemer bij schade

Artikel 7:957 BW Verplichting tot beredding

Artikel 7:951 BW Schade door aard of gebrek van de verzekerde zaak

Artikel 7:952 BW Opzet of roekeloosheid

Artikel 7:954 BW Directe actie van benadeelde (slachtofferbescherming)

Artikel 7:955 BW Verzekerde som

Artikel 7:956 BW Herbouw-/vervangingswaarde

Artikel 7:958 BW Onder- en overzekering

Artikel 7:959 BW Bereddings- en expertisekosten

Artikel 7:960 BW Indeminiteitsbeginsel

Artikel 7:961 BW Samenloop

Artikel 7:962 BW Subrogatie

Page 37: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

37

Hoofdstuk 5Overeenkomst

Inleiding

Verzekeren is een overeenkomst tussen twee partijen en in Nederland moet iedere overeen-komst aan vier voorwaarden voldoen om rechts-geldig te zijn:

1. Er moet tussen de partijen wilsovereen-stemming zijn, dat wil zeggen dat beide partijen de overeenkomst willen.

Voorbeeld

Ko geeft aan dat hij een autoverzekering bij de ver-zekeringsmaatschappij wil onderbrengen. Zodra de verzekeringsmaatschappij aangeeft dit risico te willen verzekeren is er een wilsovereenstemming tussen beide partijen. Ter bevestiging van deze overeenkomst stuurt de ‘verzekeringspartij’ Ko een polis.

2. De wederzijdse rechten en plichten moeten duidelijk tussen partijen zijn overeengekomen.

3. De overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wet, openbare orde of goede zeden.

Voorbeeld

Bij de familie Klerks is onlangs ingebroken. De inbreker heeft zich met behulp van een ladder toegang verschaft via een slaapkamerraam. Bij het verlaten van het pand heeft hij echter een misstap gemaakt, waardoor hij ten

het ongevalrisico voor een inbreker tijdens de uitoefe-ning van zijn ’vak‘ niet mogelijk is.

4. Om een overeenkomst aan te gaan moet je handelingsbekwaam zijn. Je bent hande-lingsbekwaam als je meerderjarig bent. Dat wil zeggen achttien jaar of ouder of al op jongere leeftijd gehuwd bent of handlichting hebt gekregen. Meerderjarigen verliezen hun handelingsbekwaamheid als zij onder curatele worden gesteld.

5.1 Polis

De overeenkomst zelf komt tot uiting in de polis. Daarom nu eerst een uitleg van dit begrip.

De polis, het document waarin de aangegane verbintenissen schriftelijk zijn vastgelegd, bestaat uit twee onderdelen:1. polisblad2. polisvoorwaarden.

Polis van de Assurantiemaatschappij tegen brandschade te

Zutphen in 1845.

Bron: Ondernemend in risico Nationale Nederlanden.

Page 38: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

38

5.2 Polisblad

Op het verzekeringsbewijs (polisblad) staan alle gegevens die specifiek voor die klant van toe-passing zijn, zoals:- NAW-gegevens

(naam, adres en woonplaats)- verzekeringnemer- verzekerde(n)- omschrijving van het risico- omschrijving van het verzekerd object- ingangs - en einddatum- premie- eigen risico- verzekerd bedrag.

5.3 Polisvoorwaarden

In de polisvoorwaarden staan alle gegevens die betrekking hebben op het soort product dat door de klant is gekocht, zoals:- begripsomschrijvingen- dekkingsomschrijvingen- uitsluitingen- premiebetaling- verplichtingen bij schade- schadevaststelling- berekeningswijze van de uitkering.

Samenvatting

Je weet nu waarom een polis en de polis-voorwaarden van belang zijn.

Page 39: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

39

Hoofdstuk 6Verzekeraar en

verzekeringnemer

Inleiding

Bij de totstandkoming van een verzekeringsover-eenkomst kunnen verschillende partijen betrok-ken zijn. Uiteraard zijn dat de verzekeraar en de verzekeringnemer. Maar er kan nog een andere partij bij betrokken zijn: een tussenpersoon of een gevolmachtigd agent.

We zullen deze begrippen één voor één behan-delen. We kijken daarbij ook naar de verschil-lende rollen die ze hebben. Daarbij komen ook andere begrippen aan de orde.

6.1 Verzekeringnemer

We beginnen bij de verzekeringnemer. De ver-zekeringnemer is degene die een verzekering wil sluiten. De contractpartij van de verzekering-nemer is de verzekeraar. Behalve het begrip verzekeringnemer kunnen we in een polis het begrip verzekerde en het begrip begunstigde tegenkomen. Als het een schadeverzekering betreft, is de verzekerde degene wiens belang verzekerd is.

Voorbeeld

kinderen, heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. De verzekeringnemer is vader Krol. Verzekerd zijn zij die eventueel aansprakelijk zijn voor aan derden toegebrachte schade. Dat betekent dat ver-zekerd is: de aansprakelijkheid van vader, moeder en de twee kinderen.

Het begrip begunstigde komen we tegen bij een sommenverzekering. De begunstigde is degene die de uitkering ontvangt. Op het begrip sommen verzekering zal dieper worden ingegaan bij het onderdeel verkeer. Zoals eerder gezegd is de begunstigde geen partij in de overeen-komst. De begunstigde is degene die recht heeft op de uitkering op het moment dat de verzeke-ring tot uitkering komt.

6.2 Verzekeraar

Vervolgens komen we bij de verzekeraar. Verzekeraars die rechtstreeks verzekerings-overeenkomsten sluiten met verzekering-nemers noemen we direct writers. Het woord ‘writer’ komt van underwriter: ondertekenaar. Voorbeelden van grote direct writers zijn Achmea/Centraal Beheer, FBTO en Ohra.

Naast de zogenoemde direct writers opereren er intermediairmaatschappijen op de Nederlandse markt. Deze verzekeraars bieden verzekeringen aan via tussenpersonen.

Op de Nederlandse markt vervaagt de scheids-lijn tussen de direct writers en de intermediair-maatschappijen. Vooral het aanbieden van verzekeringen via internet zorgt ervoor dat de distributie via multichannel niet meer is weg te denken.

Wat zijn de taken van een verzekerings-maatschappij?- premievaststelling- beoordeling van risico’s - polisafgifte- schade-uitkering- de maatschappij loopt het daadwerkelijke

risico. Wanneer het nodig is, schakelt de- maatschappij een expert in ter vaststelling

of controle van de schade- incasseren van de verzekeringspremie.

Samenvatting

Samengevat weet je nu wat de rol van de verzekeringnemer, de begunstigde en de ver zekeraar is.

Page 40: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

40

Hoofdstuk 7Tussenpersoon

Inleiding

Niet alle verzekeraars zijn direct writers. Een verzekering kan ook worden gesloten via een tussenpersoon. Hij brengt de verzekeringnemer en de verzekeraar bij ’elkaar‘. In de praktijk heb je veelal te maken met een overeenkomst tussen een klant en de verzekeringsmaatschappij. Als tussenpersoon ben je bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst geen partij in strikt juridische zin.

Klant Verzekeringsmaatschappij

Tussenpersoon

Toch is een tussenpersoon een zeer belang-rijke factor bij het sluiten van een verzekerings-overeenkomst. Als dit niet het geval was, ging tenslotte iedere klant naar een direct writer om rechtstreeks zaken te doen met de maat-schappij.

Waar ligt de toegevoegde waarde van de tussenpersoon?- De tussenpersoon heeft voldoende verzeke-

ringstechnische kennis om een (potentiële) klant een deskundig advies te geven bij het sluiten van een nieuwe verzekering. Dit advies moet gebaseerd zijn op de behoefte van de klant en het productbeleid van een verze-keraar.

- De tussenpersoon zorgt voor de administra-tieve verwerking van verzekeringsaanvragen en wijzigingen.

- De tussenpersoon stelt zichzelf als taak de klant op de hoogte te houden van ontwik-kelingen die van invloed kunnen zijn op de bestaande verzekeringen en daar waar het nodig is in te gaan op nieuw ontstane verzekeringsbehoeften.

- De tussenpersoon denkt vanuit een totaal-advies om zodoende een goed en volledig verzekeringspakket in het belang van de klant aan te bieden.

- De tussenpersoon beschikt over deze mogelijkheid omdat men vanuit zijn positie een beeld heeft van het totale ’financiële plaatje‘ van een klant.

- De tussenpersoon onderhoudt een goede relatie met de klant.

- De tussenpersoon is het eerste aanspreek-punt voor vragen van de klant over zijn ver zekeringen.

- De tussenpersoon assisteert bij de afwikkeling van schades. Gaat het om een grote schade, een schade waarvoor bijvoorbeeld een expert nodig is, dan vindt een telefonische melding plaats.

- De tussenpersoon ziet toe op een juiste en volledige invulling van het schadeaangifte-formulier en maakt de klant duidelijk welke aanvullende gegevens, documenten, etcetera eventueel nodig zijn.

- Als de schademelding een aansprakelijkheids-kwestie betreft, moet hij de klant erop wijzen dat deze zich moet onthouden van het doen van uitspraken over de tegenpartij.

- Correspondentie van de tegenpartij moet onbeantwoord aan de verzekeraar worden opgezonden.

- Contact onderhouden met zowel de klant als de verzekeraar met als doel een spoedige afwikkeling van een schade te bevorderen.

7.1 Gevolmachtigd agent

Een gevolmachtigd agent heeft van één of meer verzekeringsmaatschappijen bevoegd-heid gekregen om verzekeringen te accepteren en schades te regelen. De grenzen van deze bevoegdheid staan omschreven in de volmacht. De volmacht wordt door beide partijen onderte-kend. Op deze wijze oefent de gevolmachtigde uit naam en voor risico van een verzekeraar het verzekeringsvak uit.

De gevolmachtigde heeft door deze acceptatie en schaderegeling meer interne kosten dan de reguliere tussenpersoon. Deze extra kosten worden door het geven van de zogenoemde tekencommissie door de risicodrager (de verze-keringsmaatschappij) gecompenseerd.

Indien een gevolmachtigde buiten zijn bevoegd-heid zoals omschreven in de volmacht han-delt, is dit voor risico van de gevolmachtigde. Verzekeringnemer, verzekerde dan wel de tegenpartij mag niet de dupe worden van deze handelswijze van de gevolmachtigde.

Voorbeeld: Binnen de volmacht staat omschre-ven dat met betrekking tot opstalverzekeringen de maximaal verzekerde som is gelimiteerd tot

1 miljoen. Indien de gevolmachtigde nu de opstal van een saunacomplex accepteert met een verzekerde som van 5 miljoen - zonder de risicodrager zijnde de schadeverzekeraar te con-sulteren - zou bij een totale schade binnen de

Page 41: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

41

schaderegeling het probleem kunnen ontstaan dat de risicodrager niet bereid is tot (volledige) uitkering over te gaan. Verzekeringnemer zou de dupe kunnen worden van deze handelswijze van de gevolmachtigde.

Verzekeraars, zoals vermeld op de polis, dienen in te staan voor de acceptatie en de schadere-geling zoals deze worden uitgevoerd door de gevolmachtigden. De eigenaar van de sauna krijgt op basis van de polisvoorwaarden het hem toekomende uitgekeerd. Verder is het een zaak tussen de risicodrager en de gevolmachtigde op welke wijze deze volmachtovertreding tussen partijen wordt geregeld.

Het is mogelijk dat reguliere tussenpersonen een beperkte bevoegdheid krijgen van de ver-zekeraar om tot een bepaalde hoogte schades te regelen. Verder kunnen tussenpersonen de bevoegdheid krijgen voorlopige dekking te geven aan aanvragers. Deze bevoegdheid kan niet worden gezien als een volmacht.

In de dagelijkse praktijk komt als terminologie de ‘beperkte volmacht’ voor. Deze beperkte volmacht betreft dan de acceptatiebevoegdheid zoals gegeven door de verzekeraar. De beperkte volmacht komt voor bij rechtsbijstandverzeke-raars waarbij het gehele schaderegelingtraject is voorbehouden aan de rechtsbijstandverzekeraar.

Bron: Blad VVP.

Samenvatting

Je kunt nu omschrijven met welke aspecten een assurantietussenpersoon te maken heeft.

Page 42: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

42

Hoofdstuk 8Premie

Inleiding

Zoals uit de definitie van een verzekering blijkt, neemt de verzekeringsmaatschappij de risico’s van klanten over. Hier staat tegenover dat de klant de plicht heeft om de premie te betalen. Wanneer de klant zich niet aan deze plicht houdt, heeft de verzekeringsmaatschappij het recht de premie langs gerechtelijke weg te vorderen. Deze betalingsplicht geldt alleen voor schadeverzekeringen.

Bij levensverzekeringen bestaat deze premie-betalingsplicht niet. Men spreekt hier dan ook van een eenzijdige overeenkomst: de verzeke-raar heeft wel de plicht van schadevergoeding, maar de klant niet die van premiebetaling, waar-door de verzekeringsmaatschappij geen gerech-telijke stappen kan ondernemen om de premie alsnog te incasseren. Uiteraard heeft het niet-betalen van de premie bij een levensverzekering wel consequenties voor een eventuele uitkering.

8.1 Premiebetalingsplicht

Bij schadeverzekeringen staat tegenover het dragen van het risico door de verzekeraar het betalen van de premie aan de zijde van de ver-zekeringnemer. De datum waarop verzekering-nemer de premie dient te betalen wordt premie-vervaldatum genoemd. Indien de premie op deze datum nog niet is betaald, geven de polisvoorwaarden een respijttermijn van dertig dagen waarbinnen alsnog tot betaling moet wor-den overgegaan. Gedurende deze respijttermijn ontvangt de verzekeringnemer een aanmaning van de verzekeraar. Op deze aanmaning staat

vermeld de sanctie uit hoofde van de polisvoor-waarden. Deze sanctie betreft het opschorten van de dekking. Het opschorten van de dekking impliceert dat bij een eventuele schade de verze-keraar niet gehouden is de schade in behande-ling te nemen.

Opschorten betreft echter geen royement (door-halen van de polis). Royeren houdt in dat de juri-dische basis met betrekking tot de over een komst verder ontbreekt. Reeds ingegane uit keringen worden hierbij - conform de polisvoorwaarden - wel geëerbiedigd. Opschorten houdt in dat slechts de polisdekking ontbreekt en de betalingsverplichting in stand blijft.

Indien verzekeringnemer de premie alsnog betaalt gedurende de periode dat de dekking is opgeschort, wordt de dag volgende op de ontvangst door de verzekeraar de dekking weer van kracht. De verzekeraar behoudt zich wel het recht voor om het door verzekeringnemer betaalde te restitueren en de verzekering alsnog te royeren.

Voorbeeld

Wim Grootveld ontvangt op 12.04 een brief van de motorrijtuigenverzekeraar met het verzoek de premie behorende bij het volgende tijdvak te betalen en wel voor de premievervaldatum 30.04. Aan de brief is een acceptgirokaart bevestigd. Wim zijn financiële prioriteit ligt niet bij het betalen van de premie behorende bij de motorrijtuigenverzekering.

Op 14.05 ontvangt Wim een herinnering van de motor-rijtuigenverzekeraar. De herinnering houdt mede in dat, indien de motorrijtuigenverzekeraar niet voor 30.05 de betaling heeft ontvangen, de dekking wordt geschorst en het kenteken bij de R.D.W.V. afgemeld. Dit houdt in dat bij een eventuele veroorzaakte W.A.-schade met dat motorrijtuig de W.A.-verzekeraar niet op komt voor de schade.

8.2 Aanpassingsclausule (en bloc-clausule;

herzieningsclausule)

Voor de meeste verzekeringsvormen van de ver-zekeringsmaatschappij geldt dat er een aanpas-singsclausule is opgenomen, de zogenaamde en bloc-clausule ook wel de herzieningsclausule genoemd. Deze houdt in dat de verzekerings-maatschappij zich het recht voorbehoudt om, als het nodig is, de premie en/of voorwaarden voor een bepaald product per (hoofd)premieverval-datum aan te passen. Afhankelijk van de contractduur kan dit tevens de contractsvervaldatum zijn. Reden hiervoor kan

Page 43: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

43

zijn een toenemend aantal aanrijdingen met de daarbij behorende schadelast waardoor er niet voldoende autopremies worden ontvangen om de binnenkomende schadegevallen te betalen.De verzekeringsmaatschappij heeft niet het recht deze premieverhoging uitsluitend toe te passen voor de automobilisten met een slecht schade-verloop. In de en bloc-bepaling is geregeld dat de aanpassing moet gelden voor alle verzeker-den van de verzekeringsmaatschappij die over dit verzekeringsproduct beschikken dan wel een groep verzekeringnemers met een identieke factor zoals een postcodeserie. Ook is in deze bepaling geregeld dat de klant deze aanpassing mag weigeren. De wet bepaalt dat de verzeke-ringnemer in dat geval de overeenkomst mag beëindigen op de dag dat de wijziging ingaat en in ieder geval nog gedurende één maand nadat de wijziging is ingegaan.

8.3 Premieopbouw

De verzekeringsmaatschappij stelt zelf de pre-mies vast en vermeldt deze in een tarievenboek. Deze premies zijn bedoeld voor standaard-risico’s. Als je een afwijkend risico aangeboden krijgt en dit valt buiten je acceptatieniveau, zal de acceptatieadviseur van de verzekeringsmaat-schappij van geval tot geval de premie en/of de voorwaarden vaststellen.

Afhankelijk van het soort verzekering wordt de premie uitgedrukt in een:- vast bedrag in euro’s- promillage/percentage van het verzekerde

bedrag.

Premie is opgebouwd uit:- risicodekking- provisie- winst- bedrijfskosten- overige kosten- assurantiebelasting- stroppenpot.

RisicodekkingHet vaste bedrag of promillage is afhankelijk van de hoogte van het risico. Zo kan voor een huis met een rieten dak een hoger promillage worden berekend dan bij een huis met een pannendak, omdat het brandrisico groter kan zijn.

Voor een alleenwonende zal bij een aanspra-kelijkheidsverzekering een lager bedrag in rekening worden gebracht dan aan een gezin bestaande uit meerdere personen. De alleen-wonende heeft een kleinere schadekans dan

een gezin. Een deel van de premie bestaat daar-om uit geld dat het risico moet dekken. Met dit geld moet de schade worden betaald.

WinstZoals ieder bedrijf wil de verzekeringsmaat-schappij winst maken en calculeert daarom extra premie in. Winst kan ook worden gebruikt voor reserveringen om hiermee eventuele tegen-vallers op te vangen.

Kosten

Om een bedrijf dagelijks te laten functioneren moeten kosten gemaakt worden, zoals perso-neelskosten en kosten voor computerappa-ratuur, inrichting, gebouwen, etcetera. Deze bedrijfskosten vormen ook een onderdeel van de premie.

Overige kostenDe verzekeringsmaatschappij brengt meestal eenmalig poliskosten in rekening. Ook berekent de maatschappij de incassokosten meestal door in de premie. Bij tussentijdse wijzigingen worden er polis- en/of administratiekosten in rekening gebracht. Ook kennen de meeste maatschap-pijen voor maand-, kwartaal- en halfjaarbetaling een toeslag op de premie.

ProvisieHet assurantiekantoor ontvangt voor zijn bemid-deling een beloning (provisie) die meestal een bepaald percentage van het premiebedrag is.

Er is sprake van drie soorten provisies:1. afsluitprovisie2. incassoprovisie3. verlengingsprovisie (prolongatieprovisie).

Afsluitprovisie is de eenmalige provisie die de bemiddelaar (tussenpersoon, bank, makelaar) ontvangt bij het voor het eerst afsluiten van een verzekering.

Incassoprovisie is de (extra) provisie die de tussenpersoon ontvangt voor het zelf incasseren van de verzekeringspremie. Er is namelijk sprake van maatschappij-incasso en van tussenper so-nen incasso. Bij maatschappij-incasso incasseert de verzekeringsmaatschappij de premie en bij tussenpersonenincasso incasseert de tussen-persoon de premie. Als dit laatste het geval is, dan ontvangt de tussenpersoon een extra provi-sie voor het vergoeden van de extra kosten die hij maakt om de premie te incas seren.

Bij verlengings- of prolongatieprovisie (door-lopende provisie) ontvangt de tussenpersoon provisie over de premies van verzekeringen die

Page 44: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

44

periodiek (meestal jaarlijks) doorlopen. Het gaat dus om een verzekering die al loopt, waarvan al de eenmalige afsluitprovisie is ontvangen.

De tussenpersoon kan er ook voor kiezen om geen provisie van de verzekeraar te ontvan-gen (de premie is dan lager), maar de klant een vergoeding voor zijn werkzaamheden te laten betalen. Die vergoeding moet dan vooraf af gesproken worden. Bijvoorbeeld:- een vaste vergoeding voor het verrichten van

bepaalde werkzaamheden- een vast uurtarief voor bepaalde

werkzaam heden- aankoop van een abonnement.

Over deze vergoeding moet de tussenpersoon dan wel BTW afdragen.

AssurantiebelastingAls je een televisie koopt, moet je over het aankoopbedrag BTW betalen. Sluit je een verzekering, dan moet je over het premiebedrag assurantiebelasting betalen.

De assurantie belasting wordt door de ver-zekeringsmaatschappij afgedragen aan de Belastingdienst. De assurantiebelasting wordt door de ver-zekeringsmaatschappij afgedragen aan de Belastingdienst. De assurantiebelasting bedraagt 7,5% en wordt geheven over de premie, ver-hoogd met eventuele kosten.

Assurantiebelasting hoeft niet te worden betaald over:- levensverzekeringen (alle vormen)- ziektekostenverzekeringen- ongevallenverzekeringen (onder andere de

ongevallenverzekering inzittenden, invaliditeit en arbeidsongeschiktheid)

- goederentransportverzekeringen (met uitzondering van pleziervaartuigen)

- herverzekeringen.

Feebeloning in plaats van provisieSinds 1 april 2002 is het niet meer verplicht dat tussenpersonen de honorering voor het afsluiten en beheren van verzekeringen uitsluitend ontvangen van de verzekeraar. Tussenpersonen kunnen ervoor kiezen om de honorering voor hun diensten rechtstreeks in rekening te brengen bij de klant (en de polis zonder provisie te sluiten bij de verzekeraar).

Voorbeeld

Tussenpersoon “De Nieuwe Wereld” heeft ervoor gekozen om zich te laten betalen door zijn klant voor het afsluiten van een opstalverzekering. De verzeke-raar berekent een netto premie (zonder provisie) van

500,- en draagt de over die premie verschuldigde assurantiebelasting af aan de fiscus. Als tussenpersoon “De Nieuwe Wereld” 150,- in rekening brengt bij de klant voor haar bemoeienis bij het afsluiten van de ver-zekering, dan moet “De Nieuwe Wereld” ook assurantie-belasting over die 150,- in rekening brengen en zelf afdragen aan de belastingdienst.

Assurantietussenpersonen dienen, als zij op die manier werken, zelf aangifte te doen bij de een-heid “Grote Belastingen” in Amsterdam en dus niet bij de belastingafdeling waar zij onder vallen voor hun overige belastingen.

Verzekeringen en diensten die worden verricht voor het afsluiten van verzekeringen zijn vrij-gesteld voor de omzetbelasting. Als een advies in rekening wordt gebracht bij een klant en het advies leidt niet tot het afsluiten van een polis dan moet BTW in plaats van assurantiebelasting in rekening gebracht worden!

Samenvatting

Samengevat kun je nu het ontbreken van de premiebetalingsplicht van de verzekeringnemer bij levensverzekering verklaren. Ook kun je aan de hand van een voorbeeld uitleggen hoe een verzekeraar om moet gaan met betalingsver-zuim. Daarnaast ken je de begrippen premie-aanpassingsclausule, en-blocclausule. Je weet hoe de premie is opgebouwd, inclusief provisie, assurantiebelasting en feebeloning.

Page 45: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

45

Hoofdstuk 9Verlies, schade of gemis

van verwacht voordeel

Inleiding

In de definitie van de verzekering wordt gespro-ken over het ‘doen van een of meerdere uit-keringen’. Een uitkering wordt gedaan als er bijvoorbeeld schade wordt geleden. Eenvoudig gezegd heeft iemand schade geleden, wanneer een bepaald voorval een achteruitgang in de vermogenspositie tot gevolg heeft.

Voorbeeld

een waarde van 40.000,- (waarde vóór het voorval). Door een binnenbrand (voorval) loopt de waarde terug naar 18.000,- (waarde na het voorval). De schade is het verschil van 22.000,-.

Schades kunnen we in drie soorten onderdelen: verlies, schade of gemis van verwacht voordeel. In deze paragraaf gaan we kort op deze drie soorten schades in. Als voorbeeld nemen we de fietsen van de familie Ter Pol.

VerliesVerlies is vermindering van hoeveelheid (kwan-titeit). Er is iets weg. Doordat de fietsen van de familie Ter Pol zijn gestolen, kunnen we duidelijk spreken van verlies. Hetzelfde gaat op wanneer je een theekopje in duizend stukken laat vallen.

SchadeSchade is achteruitgang in hoedanigheid (kwali-teit). Als mevrouw Ter Pol met haar nieuwe fiets ten val komt en daardoor het stuur verbogen is, spreken we van schade. De hoeveelheid is onveranderd, maar de kwaliteit is afgenomen. Hetzelfde gaat op wanneer je een theekopje laat vallen en het oor breekt af.

Gemis van verwacht voordeelEen fietsenhandelaar koopt in het buitenland een partij fietsen ter waarde van 22.000,-. Bij totale verkoop van de fietsen in Nederland zal hij hierop een winst maken van 9.000,-. Wanneer de totale partij tijdens het transport verloren gaat, bedraagt de schade niet alleen de

22.000,- die hij voor de fietsen heeft betaald, maar ook de 9.000,- die hij in alle redelijkheid verwacht had te kunnen verdienen. Deze te verwachte winst noemen we ook wel imaginaire (denkbeeldige) winst.

Schade verhalenBrandverzekeraars die zijn aangesloten bij het verbond van verzekeraars, hebben een rege-ling voor verhaal van schades opgesteld wat wordt genoemd de Bedrijfsregeling brandre-gres 2000. Als we het woord brandverzekering gebruiken dan bedoelen we ook alles wat valt onder de categorie brandverzekering, dus ook bijvoorbeeld waterschade. Deze regeling komt erop neer dat de brandverzekeraar niet verhaalt in geval van een particuliere klant (behalve bij opzet), maar wel bij een niet-particuliere klant, tot een maximum van 500.000,-. Bedragen onder de 2.500,- blijven buiten beschouwing. Het criterium om te verhalen ligt in het begrip onzorgvuldig handelen en/of nalaten2.

Samenvatting

Je kunt nu de begrippen verlies, schade en gemis van verwacht voordeel omschrijven.

2 www.verzekeraars.nl

Page 46: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

46

Hoofdstuk 10Soorten verzekeringen

Inleiding

Je hebt gezien welke soorten schades er zijn. Nu geven we kort aan welke soorten verzeker-bare risico’s er zijn. Deze zijn namelijk onder te verdelen in twee categorieën.

Wat is er zoal te verzekeren?- risico’s waarvoor we wettelijk verplicht zijn ons

te verzekeren- risico’s die noodzakelijk en/of wenselijk zijn

om te verzekeren.

Deze twee soorten risico’s vertalen we naar twee soorten verzekeringen, namelijk de verplichte verzekeringen en de noodzakelijke en/of wense-lijke verzekeringen.

10.1 Verplichte verzekeringen

We onderscheiden de volgende verplichte verzekeringen:- WA-verzekeringen voor motorrijtuigen- WA-jagersrisico- basiszorgverzekering (ZVW)- sociale verzekeringen.

Op de WA-verzekering voor motorrijtuigen komen we terug in het deel “Verkeer”. Op het WA-jagersrisico komen we terug in het deel “Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand”.

Bovenstaande verzekeringen betreffen particu-liere verzekeringen waarbij de premiestelling en polisvoorwaarden door particuliere verzekeraars worden bepaald. Het financiële risico ligt dan ook bij de individuele particuliere verzekeraar. Dit in tegenstelling tot de sociale verzekeringen.

Bij de sociale verzekeringen wordt de hoogte van de premie centraal vanuit de overheid bepaald. Dit geldt ook voor de voorwaarden waaronder een uitkeringsgerechtigde een beroep kan doen op een sociale verzekering dan wel een sociale voorziening. Dit geldt ook voor de hoogte van de uitkering. Het financiële risico ligt hierbij bij de centrale overheid dan wel de individuele lagere overheden.

Een aantal sociale verzekeringen komt nog wel nader aan bod in de delen “Inkomen en Arbeidsongeschiktheid voor de werknemer” en “Gezondheid en Zorg”.

Het komt veelvuldig voor dat een sociale verze-kering (onderbouw genoemd) door een particu-liere verzekering (bovenbouw genoemd) wordt aangevuld. Een voorbeeld hiervan betreft de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeids vermogen), zijnde een sociale verzekering, welke door een particuliere WIA-aanvullingsverzekering kan worden aangevuld tot een meer acceptabel inkomen. Deze materie wordt eveneens in deze module verder uitgewerkt. Volledigheidshalve vermelden wij dat het ook mogelijk is dat er geen onderbouw van toepas-sing is bij een inkomensverzekering en er verze-keringstechnisch kan worden volstaan met een particuliere verzekering. De arbeidsongeschikt-heidsverzekering (AOV) is hiervan een voorbeeld welke wordt uitgewerkt in de module Wft Schade Zakelijk.

10.2 Noodzakelijke en/of wenselijke

verzekeringen

Deze verzekeringsvormen kunnen worden ondergebracht bij particuliere verzekeraars en noemen we particuliere verzekeringen. De meeste schadeverzekeringen vallen hier-onder.

10.3 Uitsluitingen

In alle polissen zijn de catastroferisico’s uitge-sloten. Verzekeraars kunnen bij een natuurramp door de omvang van de schade in ernstige liquiditeitsproblemen komen en sluiten daarom standaard de volgende risico’s uit:- Molest- Atoomkernreacties- Aardbeving- Vulkanisme - Overstroming*- (Opzet).

Let op: M A A V O (O).

MolestOnder schade door molest is te verstaan: scha-de veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.

AtoomkernreactiesEen atoomkernreactie is elke kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting en kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.

Page 47: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

47

Op de uitsluiting van schade als gevolg van atoomkernreacties is een uitzondering: de uit-sluiting geldt namelijk niet voor radioactieve stoffen die zich buiten een kerninstallatie bevin-den en die gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commer-ciële, landbouwkundige, medische, weten-schappelijke, onderwijskundige of (niet-militaire) be veiligingsdoeleinden.

Voorwaarde daarbij is wel dat een bevoegde overheid een vergunning heeft afgegeven voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen.

De uitsluiting blijft echter van kracht voor zover op basis van een wet of verdrag een derde aan-sprakelijk is voor de geleden schade.Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kern-installatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225).

Aardbeving

Schade door een aardbeving is niet verzekerd.

Vulkanische uitbarstingSchade door een vulkanische uitbarsting is niet verzekerd.

OverstromingEen verzekeringsmaatschappij verstaat onder overstroming:- het bezwijken of overlopen van dijken, kaden,

sluizen of andere waterkeringen en - het uitstromen van water via scheuren, gaten

en andere beschadigingen van waterkeringen.

Maar de uitsluiting geldt niet voor brand en ontploffing veroorzaakt door overstroming.

Overstroming is wel een gedekt evenement op de casco autopolis en de beperkte casco auto-polis.

OpzetSchade door opzet is in veel gevallen niet verzekerd.

Bron: advertentie ACHMEA.

Samenvatting

Van de schadeverzekeringen kun je nu de ver-plichte verzekeringen en de noodzakelijke of wenselijke verzekeringen onderscheiden. Ook ken je de uitsluitingen op deze verzekeringen.

Page 48: Folder Wft Svb 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

48

Hoofdstuk 11Samenvatting

In dit deel heb je kennis gemaakt met een aantal kernbegrippen uit de verzekeringsbranche en hoe die begrippen nader worden omschreven.

Iedere overeenkomst moet voldoen aan vier voorwaarden:1. wilsovereenkomst2. wederzijdse rechten en plichten moeten

duidelijk zijn overeengekomen3. beide partijen moeten handelingsbekwaam

zijn4. de overeenkomst mag niet in strijd zijn met de

wet, openbare orde of goede zeden.

Partijen die betrokken zijn bij de verzekerings-overeenkomst zijn:

- Verzekeraar Verzekeraar is degene die het risico van een

verzekerde accepteert en de premie vaststelt.

- Tussenpersoon De tussenpersoon is degene die de verzeke-

raar en de verzekeringnemer bij elkaar brengt. Zijn rol daarbij voor de klant op het gebied van verzekeringen is:

- inventariseren en analyseren - adviseren en bemiddelen - beheren en muteren - begeleidt voor de klant het schade

afwikkelings proces en houdt hierbij de vinger aan de pols.

- Verzekeringnemer De verzekeringnemer is de klant die een

bepaalde zaak wil verzekeren.

Op de verzekeringspolis zelf staan onder meer de verzekerden beschreven. Dat zijn de verzekeringnemer, de verzekerde en de begunstigde aan de ene kant en de verzeke-raar aan de andere kant.

Er geldt een respijttermijn van dertig dagen. Als de klant na de opschortingdatum betaalt, is de dekking 24 uur na betaling in de regel opnieuw van kracht.

De premie is opgebouwd uit:- risicodekking- provisie- winst- kosten.

Over verzekeringen wordt 7,5% assurantie-belasting geheven.De volgende verzekeringen zijn vrijgesteld van assurantiebelasting:- levensverzekeringen (alle vormen)- ziektekostenverzekeringen- ongevallen-, invaliditeits- en arbeids-

ongeschiktheidsverzekeringen (onder andere de ongevallen auto-inzittendenverzekering)

- goederentransportverzekeringen (met uitzondering van pleziervaartuigen)

- herverzekeringen.

Er zijn drie soorten schades:- verlies- schade- gemis van verwacht voordeel.

Er is een aantal verplichte verzekeringen:- WA-verzekeringen voor motorrijtuigen- WA-jagersrisico- basiszorgverzekering (ZVW)- sociale verzekeringen.

Uitsluitingen ten aanzien van de catastrofe risico’s:- Molest- Atoomkernreacties- Aardbeving- Vulkanische uitbarsting- Overstroming- (Opzet).