Download - Fashion Data essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Transcript
Page 1: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

In de mode draait het altijd om het nieuwe. Elk seizoen worden er trends geïntrodu-ceerd en de mode predikt dat we daarmee ‘bij de tijd’ zijn. De trends van vorige seizoenen zijn dan passé, en die kleding kan dus worden afgedankt. Op deze manier slingert de mode, meer dan andere disciplines, onze consumptiebehoefte permanent aan.

Sinds de democratise-ring van de jaren zestig is er geen sprake meer van één vaststaande modetrend; er zijn er vele tegelijkertijd. Vanaf dat moment is er lang-zamerhand een ingenieus systeem ontwikkeld dat we Fast Fashion noemen. Trends van de catwalk en van de straat worden onmiddel-lijk opgepikt en binnen zes weken belandt de trendy kleding tegen bodemprijzen in de winkels. Het systeem kon mede ontstaan doordat het slechten van handels-barrières in de jaren zestig de mogelijkheid creëerde om de productie van kle-ding naar lagelonenlanden te verplaatsen, waarmee de productiekosten sterk daalden. Ook de digitali-sering hielp mee. Sinds de

jaren negentig kan informatie over verkoop, nieuwe trends en patronen direct wereldwijd worden gedeeld. Handige mode-bedrijven als Zara en H&M (die winkels en productie com-bineren) hebben deze condities benut om in korte tijd uit te groeien tot grote wereldspelers. Hun winkelaanbod wordt doorlopend ververst met nieuwe collecties. De verkoopprijs van de producten is te vergelijken met die van een stuk kaas of een bioscoopkaartje. En ook de houdbaarheidsdatum verschilt niet veel.

Van alle geproduceerde kleding wordt vandaag de dag 30% tegen een normaal tarief verkocht. Nog eens 30% ver-dwijnt in de uitverkoop en ruim 40% blijft onverkocht achter of bereikt zelfs de winkel niet. De overproductie van het heden-daagse Fast Fashion modesysteem zorgt voor een enorme afvalberg. De vraag is hoe het zover heeft kunnen komen en wat we eraan kunnen doen?

Want wat is eigenlijk de waarde en het belang van mode en kleding in onze cultuur? Verlangen we wel elk half jaar iets nieuws of willen we kleding die langer meegaat, en zo ja waar moet die dan aan voldoen om aantrekkelijk te blijven? Bieden de ideeën van Slow Fashion wellicht een oplossing? Of kunnen nieuwe technologieën het modesysteem verduur-zamen? En tenslotte: op welke wijze leiden nieuwe waarden en nieuwe productiewijzen in de mode tot nieuwe (en meer duurzame) business-modellen?

In deze publicatie gaan we verder in op het onethische en niet-duurzame functioneren van het huidige modesysteem en schetsen we een aantal alternatieven die onder meer door Nederlandse ontwerpers in praktijk gebracht worden.

FASHION DATAOver het falende modesysteem

en alternatieve oplossingen

Sommige projecten ontstijgen aan de eigen ambitie; ze worden groter dan beoogd en raken onverwacht – en soms ook ongewenst – aan allerlei nieuwe opties, mogelijkheden en potenties. Het Tijdelijk Modemuseum is zo’n project. Door twee tegenstrij-dige tijdmachines met elkaar te confronteren, namelijk de mode en het museum, bleek het project al snel een uitermate veelzijdige container te worden voor sterk uiteenlopende vraagstukken. Noem het geluk, noem het succes, maar Het Tijdelijk Mode-museum heeft zich ontwikkeld tot een fenomeen van formaat, waarbinnen de mode is gevierd en bekritiseerd en waar tegelijkertijd het museum niet alleen een verleden, maar ook een toekomst in zich bleek te dragen.

Een van de ambities was bij te dragen aan de taal van de mode, een discipline die vrijwel uitsluitend wordt gezien als een oneindige beeldma-chine. En nu is er deze bescheiden uitgave als resultaat van een van de projecten getiteld Fashion Data. Een briljante tentoonstelling, die zijn oorsprong kende in het Museum für Kunst und Gewerbe in Hamburg onder curatorschap van Claudia Banz en vervolgens transformeerde – dankzij het engagement van onder meer José Teunissen en Conny Groenewegen — tot een van de best bezochte tentoon-stellingen van Het Tijdelijk Modemu-seum. Opnieuw onverwacht, wie is immers bereid zich bloot te stellen aan de meer duistere kenmerken van een discipline? Tot onze verrassing heeft Fashion Data bewezen hoeveel weerklank de kritische stem kreeg, en hoe zinvol het was om die stem ook in deze uitgave te laten klinken.

Guus Beumer

01

Page 2: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

DE WAARDEVAL VAN DE MODE EN DE NOODZAAK OM NIEUWE

WAARDEN TE ZOEKEN

Terwijl de mode in de negentiende eeuw nog voorbehouden was aan een kleine elite, stond de infrastructuur van de moderne stad en mode als publieke uiting van identiteit al wel in de steigers. Mode was niet langer alleen een zaak van het hof, met een koningin en adellijke dames als ambas-sadeurs. Parijs kende al couturiers die onder eigen naam modetrends ontwikkelden en er bestond inmiddels een kleine industriële productie van vooral mannenkleding. Daar-door kwam mode binnen het bereik van de gegoede burgerij die ook kennis maakte met de eerste warenhuizen en het fenomeen ‘shoppen’. Tot dan toe waren goederen voornamelijk op bestelling gemaakt, maar nu kon men zich gaan vergapen aan exotische en luxe spullen, en werd er geld uitgegeven aan zaken die men strikt genomen niet nodig had. (Lipovetsky 2007: 29) Modieuze vrouwenkleding kostte nog altijd een vermogen omdat het met al zijn lagen, kantjes en decoraties volledig met de hand moest worden vervaardigd.

Het maakproces verandert in de eerste decennia van de 20e eeuw wanneer de damesmode onder invloed van Paul Poiret en Coco Chanel vergaand versimpelt en praktischer wordt. Dan pas komt de confectie-industrie echt op gang en vindt de mode zijn weg naar een veel breder publiek. Deson-danks blijft confectie tot diep in de jaren zeventig voor een groot deel van de bevolking duur. Veel (Nederlandse) gezin-nen doen tot die tijd een beroep op een naaister die kleding voor het gezin maakt, waarbij de gezinsleden een actieve rol hebben. Zij mogen zelf de stoffen, patronen en fournituren uitzoeken en co-creëren zo als het ware hun eigen ontwerp op basis van voorbeelden uit de modebladen en patronen die zelfmaaktijdschriften als Knip en Marion hiervan hebben ont-wikkeld. Het blijft voor de (huis)vrouw een belangrijke deugd dat zij kan naaien, breien en verstellen. Op die manier wordt geld bespaard en is het mogelijk om met een kleine porte-monnee toch bij de laatste mode aan te sluiten. (Teunissen 2011: 157-177)

Met de komst van de boetiek in de jaren zestig en zeven-tig ontstaat er voor het eerst meer variatie in prijs en aanbod. En wanneer in de jaren tachtig de eerste echte ‘brands’ als Esprit, Sandwich, Mac&Maggie en Hij en Zij Mode op de markt komen, schakelt een grotere groep over op het kopen van confectie. Gedurende de jaren negentig begint de opmars van H&M en Zara die met goedkope, snel van de catwalk gekopieerde en ver weg geproduceerde kleding ook weten te lokken naar hun winkels waar kleding nu voor een ongekend lage prijs te koop is.

In deze periode verliezen de zelfmaakmode en de naai-ster terrein. Iets later verdwijnen ook de stoffenwinkel, de fourniturenzaken en de stoffenmarkt uit het straatbeeld. Consumenten raken daarmee ook de waardering kwijt voor het ambachtelijk proces dat aan het maken van kleding vastzit. Op scholen zijn de handwerkuren inmiddels van het rooster geschrapt terwijl ook thuis de kennis van naaien en breien niet meer vanzelfsprekend van moeder op dochter wordt overgedragen. Dat maakt dat er bij de gemiddelde consument vandaag de dag nauwelijks nog kennis is over de kwaliteit van een stof of een breisel, of inzicht in de techniek waarmee het kledingstuk is gemaakt. Tactiele waarden, de juiste pasvorm: generaties lang waren ze beslissend, maar nu zijn het geen criteria meer. Alleen het uiterlijk telt. Lijkt het voldoende op het plaatje van het billboard of de foto’s van de catwalk? Mode is daarmee een snelle hap geworden die met name door tieners wordt aangeschaft en na een paar keer dragen weer wordt afgedankt. De prijs vormt geen belemme-ring. In 2012 gaven we nog maar enkele procenten van ons jaarinkomen uit aan kleding (zie AFBEELDING 01).

Dat is mogelijk geworden door de scherp gedaalde maakprijs van een kledingstuk. Dankzij het outsourcen naar lagelonenlanden kost bijvoorbeeld het maken van een T-shirt nog maar 50 cent. Onder welke omstandigheden zo’n product in elkaar wordt gezet en waar de katoen vandaan komt, blijft

02

Page 3: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

duister. Door tussenkomst van allerlei makelaars is dat bijna niet te achterhalen. De kostprijs bedraagt maar een fractie (10 tot 20%) van het bedrag dat voor dit product in de winkel moet worden betaald. Flinke marges gaan er naar de tus-senhandelaren, naar reiskilometers (zie AFBEELDING 02) en vooral naar de ‘branding’ van het merk. Met de juiste fotografie en gerichte campagnes wordt het gewenste droombeeld gepro-jecteerd op een product dat verder elke kwaliteit mist.

Michiel Scheffer verklaart dit kwaliteitsverlies vanuit het feit dat de modesector en met name de detailhandel sinds de jaren negentig – net als de banken — in de ban is geraakt van een op kortetermijnwinst belust kapitalisme. Vanuit een zucht naar winstmaximalisatie zijn modecycli versneld, is de productie naar lagelonenlanden verplaatst, verslechterden de arbeidsomstandigheden in de mode-industrie en is de inno-vatie helemaal verdwenen. (Scheffer 2013: 86) Vroeger lag er een grote vernieuwingskracht en macht bij textielproducenten zoals bijvoorbeeld DuPont, nu domineren de detailhandel en merken als Nike de modemarkt. Met als gevolg dat de materiële productkosten zijn afgenomen en de kosten voor marketing en branding extreem toegenomen. ‘Branding is slechts een dekmantel voor het technisch onvermogen funda-mentelere productinnovaties te ontwikkelen en te introduce-ren,’ stelt Scheffer (2013: 91) De mondiale modeketens zijn dus meer en meer onderdeel van het financieel-economische systeem geworden. Als beursgenoteerde ondernemingen kennen ze een bedrijfsvoering met hoge marges en snelle kortingen, zodat het kapitaal snel weer vrijkomt voor de vol-gende cyclus. Zo is niet alleen de persoonlijke kennis over het maakproces van kleding verloren gegaan, maar draagt deze nieuwe bedrijfslogica van de mode er ook aan bij dat de consument elk gevoel van waarde van een product kwijt is geraakt. Terwijl het kledingstuk op de billboards wordt aan-geprezen als een exclusieve droom van luxe, kost het in de winkel vrijwel niets. (zie AFBEELDING 05) Ziedaar de paradox van de hedendaagse mode.

Het belangrijkste gevolg van het op winstmaximalisatie gerichte modebedrijf is dat er geen langetermijnvisie meer bestaat. Investeringen in innovatie blijven uit, en de hoge omloopsnelheid van het Fast Fashion systeem doet een erg grote aanslag op toch al schaarse grondstoffen. De productie van katoen en polyester lag in 2014 wereldwijd op 65 miljoen kiloton. Naar verwachting zal dat dit in 2020 tot 110 miljoen kiloton oplopen. (Scheffer 2013: 97) De productie van katoen en polyester (samen goed voor 85 procent van de vezels die in de kledingindustrie worden gebruikt) heeft een forse impact op de leefomgeving: de een vraagt om uitgestrekte landbouwgronden en de ander wordt gemaakt uit aardolie. Bovendien doet de katoenproductie een enorm beroep op de waterreserves: 2,5% van al het water op de wereld gaat naar de katoenteelt. De uitdroging van het Aralmeer is slechts één van de voorbeelden die laat zien hoe de productie van katoen de infrastructuur van grond- en oppervlaktewater aantast. Het watergebruik houdt daar niet op. Gedurende het maakproces is nog eens een enorme hoeveelheid water nodig: voor van een simpel katoenen T-shirt wordt al snel 2.500 liter gebruikt. (zie AFBEELDING 03)

En dat is nog niet alles; 17,5% van alle pesticiden wordt gebruikt in de katoenteelt. Ook die stoffen belanden in het oppervlaktewater, net als de chemicaliën waarmee met name jeans worden gewassen, gebleekt, geverfd en gecoat. Green-peace rapporteerde in 2011 dat zeventig procent van alle Chinese rivieren vervuild zijn; een feit waar de mode-industrie voor wegkijkt. (Greenpeace: 2011)

De huidige crisis is een echte systeemcrisis die ons dwingt om na te denken over de meer fundamentele waarden van kleding, een transparante en duurzame productiewijze in een circulaire keten waarbij afval weer als grondstof wordt gebruikt.

03

Page 4: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

SLOW FASHION

Slow Fashion is de belangrijkste beweging die een andere invulling en waarde aan het begrip mode probeert te geven. Niet langer staat het nieuwe voorop, maar ligt de nadruk op handgemaakt, op maat gemaakt, of klassiek van vorm. Deze criteria zouden kleding een kwaliteit moeten geven die de levensduur verlengt. De betere kwaliteit of het tijdloze ontwerp van het handgemaakte zijn daarbij van belang, maar ook het feit dat de consument weer dichter bij het maakproces en de ambachtelijke kenmerken van kleding brengt. Het kleding-stuk zelf treedt op de voorgrond en niet langer het imago van het merk. Slow Fashion legt nadruk op de herkomst en het lokale van het product: het maakt het productieproces transparant zodat te achterhalen is hoe en onder welke con-dities het kledingstuk is gemaakt en het probeert het systeem te vertragen.

De Slow Fashion beweging kent drie kerncriteria; de industrie moet terug naar het gebruik van lokale grondstoffen en distributed economies; de productiesystemen moeten transparant zijn met directe lijnen tussen producent en consu-ment (er kunnen dus schijven tussenuit); en mode moet een nieuwe waarde-invulling krijgen (bijvoorbeeld via hergebruik of een uniek verhaal) zodat modeproducten langer aanspre-kend blijven. In Nederland proberen verschillende ontwerpers vanuit deze filosofie een duurzaam merk op te zetten.

Slow Fashion vestigt zo de aandacht op vroegere defini-ties van het begrip ‘mode’, waarin het gaat om het maken – van kleren en iemands identiteit –, en niet alleen om het kijken, stelt Clark.’(2008: 427) ‘Al deze zaken vragen om een “aan-dacht hebben voor” of “een zich bewust zijn van” dat typerend is voor een onthaaste aanpak’. Slow Fashion veronderstelt dus ook een nieuw type consument dat zich niet zomaar laat van-gen in klassieke marketingstrategieën, maar zich betrokken voelt bij een maker en diens merk. In Nederland kennen we Mud Jeans dat via een lease-model voor jeans een betrokken rela-tie opbouwt met zijn klant. YOUASME MEASYOU gebruikte crowdfunding om die relatie te kweken. ( )

Modemerken kiezen er meer en meer voor om een dialoog op te bouwen met hun klanten. Er wordt geluisterd naar hun wensen en verlangens, en soms worden ze zelfs betrokken bij het ontwerpproces. Op termijn zal een derge-lijke dialoog (met een doelgroep die weet wat ze zou willen aanschaffen) leiden tot co-creatie en zo tot een duurzamer modeproduct, waarin vraag en aanbod – net als vroeger bij de kleermaker – weer helemaal op elkaar zijn afgestemd. En de kleding pas gemaakt wordt wanneer de klant erom vraagt.

DE VERDUURZAMING VAN DE KETEN EN CIRCULAIRE ECONOMIE

Terwijl Slow Fashion een duurzamer modesysteem creëert door middel van een transparant product met directe lijnen naar de consument, gaat het ‘circulaire denken’ op het vlak van duurzaamheid een stapje verder. Cruciaal is dat alle grond-stoffen in de keten worden gehouden; na gebruik wordt het afvalproduct uit elkaar gehaald, zodat het opnieuw gebruikt kan worden en er zo min mogelijk energieverlies optreedt. Deze manier van werken wordt Closing the loop genoemd waarbij men tevens probeert om alle stappen – shredderen, spinnen, weven, maken – zoveel mogelijk lokaal uit te voeren zodat de reiskilometers de CO2 uitstoot niet verergeren.

Nog maar 15 tot 20% van alle textielvezels wordt op dit moment gerecycled, de rest verdwijnt als landfill of wordt verbrand en dat zorgt voor een groot verlies van energie en grondstoffen. Een aantal textiel- en tapijtfabrikanten in Neder-land (zoals Desso en Interface) lopen voorop als het gaat om hergebruik. Zij werken systematisch aan verduurzaming van de keten. (www.rvo.nl) De modewereld blijft daar bij achter. WE bracht vorig jaar een gerecyclede trui uit, gemaakt van ingezamelde kleding, en G-Star verwerkte plastic soup in jeans, maar een structureel beleid en visie op hoe men gebruikte kleding weer terugbrengt in het systeem ontbreekt.

04

Page 5: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Omdat kleding tot diep in de twintigste eeuw een kost-baar bezit was, is er een levendige tweedehandspraktijk ontstaan. Maar daarnaast bestaan er nog altijd kleinschalige, klassieke recycling praktijken, onder meer rondom Prato (Italië) en in Zuid Frankrijk. Op de laatste plek wordt bijvoor-beeld ingezamelde wol op kleur gesorteerd en gesponnen zonder dat de garens opnieuw geverfd hoeven worden. Deze praktijken worden inmiddels herontdekt door kleine, duur-zame merken als het Franse L’Herbe Rouge, maar ook Kings of Indigo werkt samen met bedrijven in Prato aan gerecyclede jeans. ( )

In Nederland werkt het kenniscentrum Texperium al enkele jaren aan het ontwikkelen en perfectioneren van een lokale textielrecycling. In een eerste pilot maakte het bedrijf van afgedankte KLM-uniformen, die om veiligheidsredenen niet mogen worden weggegooid, sjaals en pantoffels in het kenmerkende KLM blauw. Nu werken ze aan de perfectione-ring van het eco-systeem door naast de vervezeling ook te werken met een spinmachine.

Het circulaire denken heeft een aantal nieuwe ontwerp-filosofieën opgeleverd. Veel ontwerpers zijn het maken op afstand (outsourcen) beu. Zij willen dichter op het maakpro-ces zitten en ontwikkelen liefst ook hun eigen stoffen door gebruik te maken van gerecycled materiaal of van ‘vergeten’ gewassen als hennep en vlas. Met het verkennen van deze traditionele grondstoffen, die in vorige eeuwen een belang-rijke rol speelden in de fabricage van textiel, komt de geschie-denis in beeld, maar tegelijk nodigen ze ook uit tot experiment. Zo ontstaan nieuwe stoffen waarin bijvoorbeeld tactiele waarden weer belangrijk zijn.

Steeds nadrukkelijker houden ontwerpers rekening met het feit dat het ontworpen product uiteindelijk weer gerecy-cled zal worden tot een nieuwe grondstof. Ook in de mode. Dit design4recyling principe is gebaseerd op richtlijnen die aangeven waar je rekening mee moet houden bij het ontwer-pen, zodat het product volledig gerecycled kan worden.

Tenslotte zijn er ontwerpers die een bijna politieke daad stellen door zich als hacker te gedragen en daarmee de enorme berg van onverkochte stukken te lijf gaan. Deze zoge-naamde dead stock is voor hen een basis. Ze passen een ontwerp aan of versieren het zodat het alsnog aantrekkelijk wordt om te verkopen. Op deze manier wordt voorkomen dat ongedragen kleding zo weer in de afvalbak verdwijnt, maar toch een leven kan krijgen bij de consument.

FASHION MACHINE Conny Groenewegen

Over de relingen van de derde verdieping van Het Nieuwe Instituut hangen tijdens het Tijdelijk Mode-museum grote grof gebreide vlag-gen tot op de grond naar beneden. Bezoekers kunnen een bijdrage leveren aan het breien en zo groeien de vlaggen langzaam uit tot dikke balen stof. Deze vlaggenbreimachine maakt deel uit van de installatie Fashion Machine die Conny Groe-newegen voor de tentoonstelling Fashion Data ontwikkelde.

De indrukwekkende ruimte-lijke ingreep in de tentoonstelling Fashion Data is gebaseerd op een karakteristiek restproduct van de fast-fashionindustrie: de fleece sweater. Oorspronkelijk is fleece gemaakt uit een ander industrieel overblijfsel, de PET fles . Fleece is niet het meest avontuurlijke mode-item en de truien komen massaal in de inzamelcontainers voor afge-dankte kleding terecht. Helaas is het product nauwelijks geschikt voor doorverkoop naar kringloopwinkels of voor de markten van Oost Europa, Afrika en India.

Voor de installatie Fashion Machine werden talloze fleece truien verknipt en werd het polyethyleen garen weer op spoelen gezet. In de ten-

toonstellingsruimte ontstaat een soort sweatshop. Met het verwerkte garen worden uiteindelijk op een breibank vlaggen en matrassen gemaakt. De installatie maakt het productiemechanisme en de schaal van de fast-fashionindustrie voel-baar, terwijl het banale materiaal ter plekke een nieuwe vorm en een haast activistische uitstraling krijgt.

Conny Groenewegen verkent in haar werk ontwikkelingen op het snijvlak van mode, technologie en design. De technische en maat-schappelijke implicaties van de mode-industrie fascineren haar, maar haar werk weerspiegelt altijd de menselijke maat. De spanning tussen mechanisatie en handwerk, industrie en ambacht is duidelijk zichtbaar in haar ontwerpen. Groe-newegen doceert design en mode aan verschillende (inter)nationale mode- en designopleidingen. In 2011 ontving ze de Mercedes-Benz Dutch Fashion Award.

05

Page 6: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

In de Nederlandse vezelproductie en plantenteelt is een sterk circulaire beweging op gang gekomen. Er is een besef gegroeid dat vlas en hennep ten opzichte van katoen veel klimaatneutraler zijn, en dat deze gewassen bovendien tot diep in de negentiende eeuw populair waren als basis voor linnen en canvas, Het heeft geleid tot een Green Deal waar-bij het ministerie van Economische Zaken in samenwerking met bedrijven en onderwijsinstellingen inzet op de teelt en verwerking van hennep. Niet alleen worden boeren aange-moedigd om hennep te verbouwen, het streven is ook om alle delen van de plant te gebruiken: deels als textielvezel, deels als veevoer, deels als isolatiemateriaal voor de bouw en wat dan nog overblijft gebruikt men in composietmaterialen.

HACKED Alexander van Slobbe

en Fransisco van Benthum

HACKED is een gezamenlijk project van ontwerpers Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum dat gepresenteerd wordt in het Tijdelijk Modemuseum.

Voor dit gezamenlijke project ontwikkelden van Slobbe en van Benthum een collectie als tegenre-actie op de groeiende macht van de fast-fashionketens. De zelfstandig ontwerper wordt volgens het tweetal door de grote ketens gereduceerd tot enkel een leverancier van ideeën. Ideeën die vervolgens onbetaald kunnen worden gekopieerd door de fast-fashionindustrie.

Van Slobbe en van Benthum zijn gezamenlijk het productie-systeem ingedoken en hebben de hand gelegd op restpartijen van de fast-fashionindustrie. Met kleding-stukken en onderdelen van tassen en schoenen uit deze restpartijen zijn ze aan de slag gegaan. Door handmatig een laag over de ‘prefab’ basis heen te leggen, krijgen de stukken weer het handschrift van de ontwerper. Zo ontstaat een samen-hangende collectie van hetzelfde prijsniveau waarmee de ketens tot dusver alle concurrentie wisten uit te sluiten. De ontwerpers hebben met deze actie het initiatief terugge-pakt en het machtige systeem van de ketens gehackt.

Met HACKED openen van Slobbe en van Benthum een dialoog met als thema’s overproductie, auteursrecht, verspilling, upcycling en de eigenlijke betekenis van het kledingstuk. In het huidige modesysteem zijn snelheid van productie, distributie, verkoop en consumptie het hoofddoel. Mode volgt in dit systeem zelfs niet meer de regelmaat van seizoenen, maar

collecties worden maandelijks en soms zelfs wekelijks vernieuwd. Niet alleen worden de oorspronkelijke concepten van ontwerpers hierdoor verwaarloosd, er wordt ook node-loos gesmeten met grondstoffen, productiemiddelen, werkkracht, pr-campagnes en retailruimtes. Het gevolg is dat ook het waardebesef van de consument aan inflatie onderhevig is. Mode en vluchtigheid lagen nooit ver uit elkaar, maar lijken nu synoniem geworden.

Met HACKED introduceren van Slobbe en van Benthum een nieuwe ontwerpstrategie waarmee zij door het doorgedraaide proces te vertra-gen juist waarde kunnen toevoegen.

Alexander van Slobbe richtte eind jaren tachtig het vrouwenlabel orson + bodil op. Begin jaren negentig kwam daar het mannenlabel SO bij. Beide labels hebben grote aandacht voor het ontwerp- en maakproces en brachten hem internationale erkenning. Sinds 2003 concentreert van Slobbe zich op orson + bodil. In 2009 was een overzicht van zijn werk te zien in Centraal Museum Utrecht. De afgelopen jaren was Van Slobbe als gastcurator betrokken bij verschillende designtentoonstellin-gen in binnen- en buitenland.

In 2003 startte modeontwerper Francisco van Benthum het mannen-label FRANCISCO VAN BENTHUM. Zijn handelsmerk is het toevoegen van een hedendaagse twist aan klassieke vormen. Hij herinterpre-teert en herschrijft de traditionele onderdelen van het silhouet van mannenmode. In 2012 ontving hij het Cultuurfonds Mode Stipendium van het Prins Bernhard Cultuurfonds.

HACKED is de eerste collectie van hun nieuwe gezamenlijke mode-label Van Slobbe Van Benthum.

FLYING ARCHITECT Studio Plott

& Roos Meerman

In de tentoonstelling Dressed by Architects in het Tijdelijk Modemu-seum is Flying Architects te zien, een project van Studio Plott (Rudi Boiten en Mireille Burger) in samen-werking met Roos Meerman.

Flying Architect is het vervolg op een onderzoek van Studio Plott naar de mogelijkheden van 3D-prin-ten. De ontwerpers bouwden een 3D-printer waarmee zij textielach-tige structuren kunnen printen op een formaat van enkele vierkante meters. Zij experimenteren met het printen van grafische patronen die zich het best laten vergelijken met weef-, borduur- en macramé-technieken. De prints zijn flexibel, sterk en licht. Het proces resul-teerde in een reeks wandobjecten, vitrage en paneelgordijnen.

In navolging van deze eerdere experimenten ging Studio Plott samen met ontwerper Roos Meerman op zoek naar mogelijkheden voor nieuwe bindingen en patronen. In de gedeelde fascinatie voor 3D-printen ontstond het idee dat het mogelijk moest zijn om objecten te bouwen met een vliegende printer, ofwel een printende drone. Zoals een vogel een nest bouwt of een spin zijn web, zo moet deze drone driedimensio-nale weefsels en breisels maken die zowel in de architectuur als in de mode kunnen worden toegepast.

Studio Plott en Roos Meerman ervaren beiden een samensmelting tussen de disciplines architectuur en mode. Ze zien hoe nieuwe tech-nologieën de mode veranderen: kledingstukken krijgen steeds meer vorm, structuur en reliëf. Het lichaam wordt gehuld in sculpturale, bijna architectonische vormen. In de architectuur worden gebouwen

06

Page 7: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

DE OPLOSSINGEN VAN DE TECHNOLOGIE

Vaak wordt gedacht dat natuurlijke materialen duurzamer zijn dan synthetische omdat ze zijn gemaakt van grondstoffen die zichzelf weer aanvullen. Toch kan ook de ontwikkeling van nieuwe, slimme materialen op een innovatieve wijze bijdragen aan het verduurzamen van de kledingindustrie. En kan de combinatie van nieuwe textieltechnologie en ICT het produc-tieproces van kleding efficiënter maken.

Zo heeft Teijin op basis van mimicry een gekleurd garen ontwikkeld dat niet geverfd hoeft te worden en dus het water-gebruik reduceert. Dit Morphotex garen is geïnspireerd op de vleugels van de Morphovlinder uit het Amazonewoud. Tijdens het vliegen lijkt de vlinder te verdwijnen in de blauwe lucht. Zijn glanzende felblauwe kleur dankt de vlinder niet aan een pigment, maar aan microscopisch kleine schubben op de vleugels die licht weerkaatsen. Tejin ontwikkelde voor Morphotex eenzelfde interactie van het licht met het opper-vlak en de structuur van de vezel. (O’Mahony 2013: 179). De Lenzing Group ontwikkelde Tencel uit houtpulp waarbij nano-technologie wordt toegepast. En Schoeler Spinning Group bracht garenmengingen van merinowol met inox (roestvrij-staal) op de markt die stoffen sterker en slijtvaster maken, zodat ze langer meekunnen. (O’Mahony 2013: 180). Derge-lijke nieuwe stoffen onderscheiden zich door een nieuwe esthetiek en nieuwe materiaaleigenschappen. Ontwerper Jef Montes probeert de schoonheid van technische stoffen, meestal ook gemaakt voor technische toepassingen, te ont-dekken en verwerkt ze in zijn couture. ( )

Dat biologische processen kunnen helpen bij het verduur-zamen van het modesysteem, wordt onder meer zichtbaar in het werk van Suzanne Lee. Jarenlang werkte zij aan het ont-wikkelen van een lederachtige stof van het laagje cellulose dat op thee gaat drijven. Planten en bacteriën kunnen tevens helpen bij het duurzamer kleuren van stof. Op een fundamen-teler niveau denkt Carole Collet na over de inzet van gentech-nologie om kleding en stof te laten groeien aan een plant. (Teunissen 2014:33)

Het samenspel tussen duurzaam denken en technologie veroorzaakt ook radicale veranderingen in het traditionele maakproces – het werken vanuit een tekening naar patroon en het in elkaar stikken van kleding met behulp van een naai-machine. De 3D printer, die zich almaar verder ontwikkelt, is daarvan een goed voorbeeld. Op dit moment wordt er getest met 3D printers, zoals bijvoorbeeld de electroloom, die tex-tielvezels kunnen printen. Daarnaast wordt er geëxperimen-teerd met maakprocessen waarbij een 3D scan het lichaam opmeet en er vervolgens een mal wordt gemaakt. Die dient om kleding op maat te maken zonder dat daar een naaima-chine of een klassiek patroon aan te pas komt. Li Edelkoort voorspelde onlangs een toekomst waarin mensen op een open source platform patronen downloaden waarmee zij hun eigen Dior-jurk kunnen maken. Zo keren we terug bij de nos-talgie van de zelfmaakmode, die dit maal op maat is gemaakt. (Fashion United, 2015)

De technologische innovaties hebben niet alleen invloed op duurzaamheid, ze beïnvloeden ook de communicatie en betekenis van mode en kleren. Een belangrijke rol is wegge-legd voor technologisch geavanceerde stoffen (zogenaamde smart materials) die bijvoorbeeld temperatuur meten, emotie in kleur zichtbaar maken, of reageren op externe factoren als luchtkwaliteit. Zo onderzoekt Pauline van Dongen bijvoorbeeld hoe licht in kleding op elkaar gaat reageren wanneer een groep joggers samen traint. ( )

ingepakt in textielachtige structuren en wordt er gezocht naar meer zachte en flexibele constructietechnieken. De ontwerpers hopen met hun Flying Architect een optimale vormvrijheid te bereiken voor beide disciplines.

Na hun afstuderen aan de Design Academy Eindhoven in 2014 richt-ten Rudi Boiten en Mireille Burger Studio Plott op: www.plott.nl

Roos Meerman won de New Material Fellow 2014, waarmee zij een periode onderzoek deed bij Het Nieuwe Instituut. Daarnaast ontving zij in 2014 zowel de Hendrik Valk Prijs als de Ontwerp en Innovatie Prijs Gelderland.

www.roosmeerman.com

07

Page 8: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

De slimme eigenschappen van stoffen veranderen de relatie van de drager tot zijn kleding, en daarmee de betekenis van die kleding. Ze versterken het lichaam door de bewegingen te ondersteunen of ze maken de drager (en de toeschouwer) bewust van de lichaamsconditie of van onzichtbare invloe-den in de buitenwereld. De vraag is of we onszelf met deze wearables nog zullen kleden om onze omgeving te tonen wie we als individu zijn, of dat we via onze kleding met mensen zullen interacteren. Kleding kan een cocon worden waarin we communiceren met iemand die elders vertoeft, of juist met onszelf omdat de kleding ons perma nent confronteert met ons eigen lichaam en met de oprispingen, temperaturen en chemische processen die het registreert. Deze Smart Fashion zal net als de ideeën van Slow Fashion en de circulaire eco-nomie de toekomstige invulling van het begrip mode gaan bepalen. De droomwereld van magie en glamour die de grote modemerken, modeshows en mode bladen de toeschouwer vandaag de dag nog voorschotelen, zal door al deze nieuwe bewegingen achter haald raken. Terwijl de tastbare, concrete dimensie van mode, de ambachtelijke kracht ervan, de tijd-loze en duurzame aspecten ervan terrein zullen winnen.

AFBEELDINGEN

08

Page 9: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

AFBEELDINGEN

AFBEELDINGS

09

Page 10: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

56 57

= € 10 = € 10

€ 34.500Modaal

inkomen

13%(€ 4.601)

Eten, alcohol

en tabak

11%(€ 3.743) Vervoer

28%(€ 9.501)Huisves-

ting (water, energie en licht)

14%(€ 4.781) Vrije tijd

en cultuur

5%(€ 1.721)Kleding

& schoenen

(€ 638)Dames-kleding

34%(€ 11.874)

Overig

(€ 383)Heren-

kleding

(€ 360)Schoenen

(€ 203) Kinder-kleding

(€ 22) Baby- kleding

(€ 95)Overig

AFBEELDING 01 AFBEELDING 01

Het bedrag dat consumenten in Nederland besteden aan kleding neemt af

56 57

= € 10 = € 10

€ 34.500Modaal

inkomen

13%(€ 4.601)

Eten, alcohol

en tabak

11%(€ 3.743) Vervoer

28%(€ 9.501)Huisves-

ting (water, energie en licht)

14%(€ 4.781) Vrije tijd

en cultuur

5%(€ 1.721)Kleding

& schoenen

(€ 638)Dames-kleding

34%(€ 11.874)

Overig

(€ 383)Herenkle-

ding

(€ 360)Schoenen

(€ 203) Kinder-kleding

(€ 22) Babykle-

ding

(€ 95)Overig

AFBEELDING 01

Back to the essay

10

Page 11: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

56 57

= € 10 = € 10

€ 34.500Modaal

inkomen

13%(€ 4.601)

Eten, alcohol

en tabak

11%(€ 3.743) Vervoer

28%(€ 9.501)Huisves-

ting (water, energie en licht)

14%(€ 4.781) Vrije tijd

en cultuur

5%(€ 1.721)Kleding

& schoenen

(€ 638)Dames-kleding

34%(€ 11.874)

Overig

(€ 383)Heren-

kleding

(€ 360)Schoenen

(€ 203) Kinder-kleding

(€ 22) Baby- kleding

(€ 95)Overig

AFBEELDING 01 AFBEELDING 01

Het bedrag dat consumenten in Nederland besteden aan kleding neemt af

56 57

= € 10 = € 10

€ 34.500Modaal

inkomen

13%(€ 4.601)

Eten, alcohol

en tabak

11%(€ 3.743) Vervoer

28%(€ 9.501)Huisves-

ting (water, energie en licht)

14%(€ 4.781) Vrije tijd

en cultuur

5%(€ 1.721)Kleding

& schoenen

(€ 638)Dames-kleding

34%(€ 11.874)

Overig

(€ 383)Herenkle-

ding

(€ 360)Schoenen

(€ 203) Kinder-kleding

(€ 22) Babykle-

ding

(€ 95)Overig

AFBEELDING 01

11

Page 12: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

€ 2,10Handel en winst

€ 0,79Belastingen

€ 0,65Marketing

€ 0,82Winst fabriek

€ 0,40Materiaal

€ 0,06Vervoer

€ 0,13Loon

€ 4,99T-shirt fast fashion

€ 29,00T-shirt middensegmentprijs

€ 15,00Handel en winst

€ 3,47Belastingen

€ 3,61Marketing

€ 1,15Winst fabriek

€ 3,40Materiaal

€ 2,19Vervoer

€ 0,18Loon

€ 8,72Handel en winst

€ 3,18Belastingen

€ 1,10Winst fabriek

€ 2,90Materiaal

€ 1,20Vervoer

€ 0,60Loon

€ 29,00T-shirt middensegmentprijs

€ 4,99T-shirt fast fashion

AFBEELDING 02 AFBEELDING 02

AFBEELDING 02

Back to the essay

12

Page 13: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

€ 2,10Handel en winst

€ 0,79Belastingen

€ 0,65Marketing

€ 0,82Winst fabriek

€ 0,40Materiaal

€ 0,06Vervoer

€ 0,13Loon

€ 4,99T-shirt fast fashion

€ 29,00T-shirt middensegmentprijs

€ 15,00Handel en winst

€ 3,47Belastingen

€ 3,61Marketing

€ 1,15Winst fabriek

€ 3,40Materiaal

€ 2,19Vervoer

€ 0,18Loon

€ 8,72Handel en winst

€ 3,18Belastingen

€ 1,10Winst fabriek

€ 2,90Materiaal

€ 1,20Vervoer

€ 0,60Loon

€ 29,00T-shirt middensegmentprijs

€ 4,99T-shirt fast fashion

AFBEELDING 02 AFBEELDING 02

AFBEELDING 02

13

Page 14: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

€ 15,00Handel en winst

€ 3,47Belastingen

€ 3,61Marketing

€ 1,15Winst fabriek

€ 3,40Materiaal

€ 2,19Vervoer

€ 0,18Loon

€ 19,90T-shirt slow fashion

€ 8,72Handel en winst

€ 3,18Belastingen

€ 2,20Marketing

€ 1,10Winst fabriek

€ 2,90Materiaal

€ 1,20Vervoer

€ 0,60Loon

33

32

= 1 liter

Het kost gemiddeld 2.500 l water om een T-shirt te produceren Het kost gemiddeld 2.500 l water

om een T-shirt te produceren

AFBEELDING 02 AFBEELDING 03

€ 19,90T-shirt slow fashion

AFBEELDING 02

Back to the essay

14

Page 15: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

€ 15,00Handel en winst

€ 3,47Belastingen

€ 3,61Marketing

€ 1,15Winst fabriek

€ 3,40Materiaal

€ 2,19Vervoer

€ 0,18Loon

€ 19,90T-shirt slow fashion

€ 8,72Handel en winst

€ 3,18Belastingen

€ 2,20Marketing

€ 1,10Winst fabriek

€ 2,90Materiaal

€ 1,20Vervoer

€ 0,60Loon

33

32

= 1 liter

Het kost gemiddeld 2.500 l water om een T-shirt te produceren Het kost gemiddeld 2.500 l water

om een T-shirt te produceren

AFBEELDING 02 AFBEELDING 03

€ 19,90T-shirt slow fashion

AFBEELDING 03

15

Page 16: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

34 35Het kost gemiddeld 7.000 l water om een spijkerbroek te producerenHet kost gemiddeld 7.000 l water

om een spijkerbroek te produceren

AFBEELDING 03 AFBEELDING 03

AFBEELDING 03

Back to the essay

16

Page 17: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

34 35Het kost gemiddeld 7.000 l water om een spijkerbroek te producerenHet kost gemiddeld 7.000 l water

om een spijkerbroek te produceren

AFBEELDING 03 AFBEELDING 03

AFBEELDING 03

17

Page 18: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

36 37Het kost gemiddeld 10.000 l water om een T-shirt te produceren

73

72

1.30% wordt verkocht

voor een normale prijs

2.30% gaat in de

uitverkoop

3.40% wordt

weggegooid

1.

2.

3.

1. 30% wordt verkocht voor een normale prijs

2. 30% gaat in de uitverkoop

3. 40% wordt weggegooid

Het kost gemiddeld 10.000 l water om 1 kilo katoen te produceren

AFBEELDING 03 AFBEELDING 04

AFBEELDING 03

Back to the essay

18

Page 19: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

36 37Het kost gemiddeld 10.000 l water om een T-shirt te produceren

73

72

1.30% wordt verkocht

voor een normale prijs

2.30% gaat in de

uitverkoop

3.40% wordt

weggegooid

1.

2.

3.

1. 30% wordt verkocht voor een normale prijs

2. 30% gaat in de uitverkoop

3. 40% wordt weggegooid

Het kost gemiddeld 10.000 l water om 1 kilo katoen te produceren

AFBEELDING 03 AFBEELDING 04

AFBEELDING 04

19

Page 20: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

38 39€ 5,00Hamburger

€ 5,00T-Shirt€ 5,00

Hamburger€ 5,00T-Shirt

AFBEELDING 05 AFBEELDING 05

AFBEELDING 05

Back to the essay

20

Page 21: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

38 39€ 5,00Hamburger

€ 5,00T-Shirt€ 5,00

Hamburger€ 5,00T-Shirt

AFBEELDING 05 AFBEELDING 05

AFBEELDING 05

21

Page 22: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

42 43€ 10,00Cocktail

€ 10,00Jurk€ 10,00

Cocktail€ 10,00

Jurk

AFBEELDING 05 AFBEELDING 05

AFBEELDING 05

Back to the essay

22

Page 23: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

42 43€ 10,00Cocktail

€ 10,00Jurk€ 10,00

Cocktail€ 10,00

Jurk

AFBEELDING 05 AFBEELDING 05

AFBEELDING 05

23

Page 24: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

AFBEELDINGS

Back to the essay

24

Page 25: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Cor

sage

-stu

dio

By-w

ire.n

etBa

rbar

a La

ngen

dijk

Det

ailb

eeld

van

het

ond

erzo

eksp

roje

ct ‘F

or sa

le’ (

2015

)Fo

to: B

arba

ra L

ange

ndijk

Naz

cAlp

aca:

alp

aca

shir

ts m

et in

nova

tieve

bod

y m

onito

ring

(201

5)Fo

to: I

ztok

Kla

nčar

Eg

berd

ien

van

Ross

um, 2

015

Bijlage: ontwerpers & referenties — Overzicht van zestien Nederlandse ontwerpers en labels die in reactie op de negatieve gevolgen van de heden-daagse mode-industrie alternatieve oplossingen ontwikkelen en presenteren.

25

Page 26: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

BARBARA LANGENDIJK

Ontwerper: Barbara LangendijkJaar van oprichting: 2013Plaats van vestiging: AmsterdamWebsite: www.barbaralangendijk.com

Modeontwerpster Barbara Langendijk combineert moderne manieren van kledingproductie met meer tradi-tionele technieken. Ze werkt vaak samen met ontwerpers en kunste-naars uit andere disciplines. Dit resulteert in interdisciplinaire kle-dingstukken met een nieuw perspec-tief op de mainstream modecultuur.

Voor haar afstudeercollectie liet Langendijk zich inspireren door de Japanse kimono. Ze ontwierp bijzondere klemmen en spelden die de stoffen op hun plek houden en bijzondere silhouetten creëren. Door deze manier van werken is het niet nodig de stof te verknippen tot patroondelen, zoals gebruikelijk is in de mode-industrie. Restafval wordt zo beperkt en omdat het kle-dingstuk met de klemmen verstel-

baar is, vervalt deels de noodzaak om de kledingstukken in verschil-lende maten te produceren. Voor haar project For Sale deed Langendijk onderzoek naar de detailhandel, massaproductie en de herwaarde-ring van mode. Hiermee wil ze de consument het verschil tussen mas-saproductie en handwerk tonen. Op deze wijze hoopt ze de consument bewust te maken van de huidige misstanden in de mode-industrie. Tevens probeert Langendijk hiermee een herwaardering voor handwerk en vakmanschap te bewerkstelligen.

Barbara Langendijks werk werd gepresenteerd tijdens de Arnhem Mode Biënnale, de Dutch Design Week in Eindhoven en de Art Biennial in Istanbul. Onlangs werd ze genomineerd voor de Young Designer Award van de Nederlandse Designprijzen 2015.

BY-WIRE.NET

Ontwerper: Marina ToetersJaar van oprichting: 2007Plaats van vestiging: UtrechtWebsite: www.by-wire.net

Oprichtster Marina Toeters van by-wire.net werkt op het snijvlak van modetechnologie en modede-sign. Via haar bedrijf by-wire.net stimuleert Toeters de samenwerking tussen de mode-industrie en tech-nologie door het ontwikkelen van vernieuwende concepten, technische kledingstukken en prototypes.

Voor het project NazcAlpaca werkt Toeters samen met Martijn ten Bhömer. Ten Bhömer is gepro-moveerd aan de Technische Uni-versiteit Eindhoven met slim textiel binnen de gezondheids- en welzijns-industrie. In opdracht van Bear Creek Mining S.A.C. in Peru hebben Toeters en Ten Bhömer een eerste prototype ontwikkeld waarin ze hoge kwalitatief hoogwaardige breiwer-ken van alpacawol combineren met

innovatieve draagbare technologie. In dit prototype vormen elektroni-sche componenten, zilvervezel en alpacawol samen een interactief mode-item. Sensoren verwerkt in het Nazc Alpaca-shirt monitoren het lichaam van de drager. Met een app kunnen instellingen worden gewij-zigd of kan de drager een training starten. Ook kan er een massage worden gestart. Doordat de shirts het lichaam en de geschiedenis van de drager registreren, kunnen onder andere werk-gerelateerde stresspro-blemen voorkomen worden.

De kennis die Toeters in haar projecten ontwikkelt, gebruikt ze bij haar adviezen aan onder andere Philips Research, Ilja Visser en ESA. Als docent, coach en onder-zoeker werkt ze op de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (Fashion), de Saxion Hogeschool Enschede (Textiel technologie) en de Techni-sche Universiteit Eindhoven (Inter-actieve systemen bij het lichaam).

CORSAGE-STUDIO

Oprichters/ontwerpers: Rabin Huissen, Robert StroombergJaar van oprichting: 2010Plaats van vestiging: RotterdamWebsite: www.corsage-studio.com

CORSAGE-STUDIO is een ont-werpcollectief bestaande uit mode- illustrator Rabin Huissen en filmer en fotograaf Robert Stroomberg. De studio combineert het ontwerpen en produceren van kleding met beel-dende kunst. Doordat zij mode maken met de blik van illustrator en foto-graaf, ontstaan er gemixte collecties met draagbare objecten, kleding-concepten en persoonlijke items.

Als moderne antropologen onderzoeken Huissen en Stroomberg waarom mensen dragen wat ze dragen. Ze zijn geïnteresseerd in de emotionele kant van mode en onder-zoeken waar mode kunst wordt en vice versa. Met het materiaal als startpunt gebruikt het duo zowel oude ambachten als nieuwe techno-

logieën om nieuwe, geometrische vormen en organische silhouetten te creëren. Huissen en Stroomberg geloven dat kleding mooier wordt naarmate de tijd verstrijkt.

Tegelijkertijd schuwt het werk van CORSAGE-STUDIO de actua-liteit niet. Aan de hand van actuele thema’s proberen de ontwerpers te reageren op de hedendaagse beteke-nis van mode. De serie Oceans. Sea of Desire is bijvoorbeeld gebaseerd op een foto van een vluchteling die aanspoelde op de Canarische eilanden. Door het gebruik van visnetten gaan ze in op onderwerpen als overbevissing, duurzaamheid en recycling. In 2015 won CORSAGE- STUDIO de juryprijs voor hun werk Hat Dresses tijdens de wedstrijd The Future of Fashion is Now bij Museum Boijmans van Beuningen.

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

26B

ack to the essay

Page 27: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

ELISA VAN JOOLEN

Ontwerper: Elisa van Joolen Jaar van oprichting: 2012Plaats van vestiging: AmsterdamWebsite: www.11x17.nl www.elisavanjoolen.com

Ontwerper en researcher Elisa van Joolen is geïnteresseerd in het hele spectrum van de mode-industrie en werkt vanuit de overtuiging dat de modewereld toe is aan een nieuwe sociale benadering van kleding-productie. Van Joolen vraagt zich bijvoorbeeld af hoe het zou zijn als kleding van verschillende merken in een collectie terecht komt. Zo com-bineert ze onderdelen van kleding-stukken van verschillende merken tot een uniek ontwerp: interventie en re-configuratie.

In de projecten van van Joolen ligt de nadruk op samenwerking en participatie. Een voorbeeld hiervan is haar doorlopende onderzoekspro-ject 11”x17”. Van Joolen bevraagt met dit project de gangbare waar-

desystemen in de mode-industrie en verkent nieuwe productiemethoden. De 11”x17” Sweater is daar een uitkomst van. De trui bestaat uit delen van diverse kledingstukken, gedoneerd door werknemers van verschillende kledingmerken.

Van Joolen heeft haar bachelor gehaald aan de Gerrit Rietveld aca-demie in Amsterdam en haar master aan Parsons The New School for Design in New York. Ze ontving een Fulbright Award en was genomi-neerd voor de New Material Award en de Dutch Design Award. Haar werk wordt getoond en gewaardeerd binnen zowel de moderne kunst (zoals in het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en OCT Contemporary Art Terminal in Shen-zhen, China) als binnen de wereld van mode en design (De 5th Brazi-lian Design Biennial en New York Fashion Week). Van Joolen geeft gastlessen op kunstacademies in binnen- en buitenland.

STUDIO ELSIEN GRINGHUIS

Ontwerper: Elsien GringhuisJaar van oprichting: 2009Plaats van vestiging: ArnhemWebsite: www.elsiengringhuis.com

Studio Elsien Gringhuis is een duur-zaam, high-end modelabel met een focus op de essentie van kleding: tijdloos, clean, chic en minimalis-tisch. De naamgeefster studeerde in 2008 af aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem. Haar ontwerpen kenmerken zich door innovatieve details en de kleding is voorzien van Fair Trade en ecolo-gische keurmerken. Met materialen als linnen, hennep en biologisch afbreekbaar leer streeft Gringhuis naar kwaliteit in zowel het ontwerp als de afwerking van haar kleding.

De nadruk in de ontwerpen van Gringhuis ligt op het ontwerpen van vernieuwende patronen zodat er zo min mogelijk restmateriaal achterblijft. In plaats van jaarlijks een nieuwe collectie te maken werkt

Gringhuis vanuit een basiscollectie die Books worden genoemd. Deze boeken worden organisch aangevuld met steeds een nieuw hoofdstuk: Chapter. De items blijven leverbaar zolang de materialen op voorraad zijn. Om het lokale vakmanschap te stimuleren en de hele keten zo duur-zaam mogelijk te maken, produceert het label uitsluitend in Nederland.

In 2008 werd Gringhuis genomi-neerd voor de Frans Molenaar-Prijs en in 2009 presenteerde ze haar eerste collectie tijdens de Amsterdam Fashion Week. Ze won vele interna-tionale modeprijzen waaronder de Createurope, Mittelmoda, de Green Fashion Competition, de Fair Luxury Award en in 2014 werd ze genomi-neerd voor de Woolmark Prize.

JEF MONTES

Ontwerper: Jef MontesJaar van oprichting: 2012Plaats van vestiging: ArnhemWebsite: www.jefmontes.com

Jef Montes is een high-end couture label voor vrouwen, opgericht door de gelijknamige ontwerper Jef Montes. In zijn collecties vertaalt Montes persoonlijke geschiedenissen – vaak gebaseerd op oude objecten – naar hedendaagse silhouetten. Montes baseert zijn ontwerpen op elemen-taire, architecturale vormen en mate-rialen die worden gemanipuleerd en versmolten in een doorlopend productieproces. Zijn interesse in de werking van licht wordt in zijn ontwerpen visueel versterkt door het gebruik van kunstmatig licht in combinatie met daglicht.

Naast experimenten met produc-tietechnieken is ook het ontwikke-len van innovatieve materialen een belangrijk element in de onderzoe-kende werkwijze van Montes. Voor

elke collectie wordt een nieuwe materiaalsoort ontwikkeld. Een samenwerking met het TextielLab van het Textiel Museum in Tilburg resulteerde bijvoorbeeld in de ontwikkeling van een innovatief oplosbaar materiaal voor zijn col-lectie Velero. Met de deconstructie en herinterpretatie van de stoffen waarmee hij werkt creëert hij een nieuwe esthetiek.

Sinds de lancering van zijn label zijn de ontwerpen van Montes te zien geweest op verschillende nationale en internationale tentoon-stellingen, en ging hij inspirerende samenwerkingen met kunstenaars, musici, productontwerpers, dans-gezelschappen en diverse instituten aan. In 2014 maakte Jef Montes zijn debuut op de Amsterdam Fashion Week met zijn collectie Illuminosa.

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

27

Page 28: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Studio Elsien Gringhuis

Elisa van JoolenJef M

ontes

Nylon cape bew

erkt met airbrush zw

art inktVelero C

ollection (2015)Foto: Sabrina B

ongiovanniFoto: Tse K

ao

Foto: Blomm

ers / Schumm

Titel: 11”x17” Sweater ‘Tultex x m

oniquevanheist x G

-Star RAW

x Union M

ade’

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

28B

ack to the essay

Page 29: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Kin

gs o

f Ind

igo

Mai

son

the

Faux

Kar

in V

lug

Bijlage: ontwerpers &

referenties

Foto

: Peg

gy K

uipe

rG

oodh

ood

Cre

ativ

“AN

NA”

. Par

is 2

th o

f Oct

ober

201

5Fo

to: A

ugus

tin L

igni

er

Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

29

Page 30: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

KARIN VLUG

Ontwerper: Karin VlugJaar van oprichting: 2014Plaats van vestiging: AmsterdamWebsite: www.karinvlug.com

Modeontwerpster Karin Vlug onderzoekt de toekomst van mode met een focus op slimme productie- en constructietechnieken. Haar doel als ontwerpster is om het productie-proces van kleding te vernieuwen en made-to-measure (op maat gemaakte kleding) voor iedereen toegankelijk te maken. Vlugs ideaal is om zon-der te naaien, met zo min mogelijk materiaal en uiteindelijk met weinig transport een nieuwe garderobe te creëren. Haar collecties bestaan uit standaard en makkelijk te pro-duceren patroondelen met rechte hoeken. Door de patroondelen op verschillende manieren in elkaar te zetten, zijn haar ontwerpen voor elk lichaam passend te maken.

Voor haar onderzoek Smart Fashion Production werkt zij nauw

samen met Laura Duncker, werk-zaam binnen het lectoraat Fashion Research & Technology van de Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek startte in juni 2014 als KIEM project, een onderdeel van CLICKNL. Voor KIEM ontwikkelt Vlug innovatieve productiemetho-den voor het maken van kleding.

Op basis van driedimensionale bodyscans kunnen digitale ont-werpen worden gepersonaliseerd. Op basis van dit digitale ontwerp wordt een flexibele mal gemaakt. Met vloeibare textiele vezels kan de driedimensionale mal worden ‘aangekleed’. Op deze manier blijft er geen restmateriaal over. Het uiteindelijk doel is om met hetzelfde materiaal steeds een nieuw ontwerp te kunnen maken.

Karin Vlug won met haar afstu-deercollectie in 2014 de Frans Molenaar-prijs.

KINGS OF INDIGO

Oprichter: Tony TonnaerJaar van oprichting: 2010Plaats van vestiging: AmsterdamWebsite: www.kingsofindigo.com Kings of Indigo is een duurzaam denimlabel opgericht door Tony Tonnaer. K.O.I. maakt volgens een duurzaam productieproces tijdloze en milieuvriendelijke kleding. In dit productieproces gaat het label uit van de eigen ‘triple-R filosofie’: Recycle, Repair, Re-use. Naast het gebruik van gerecycled en organisch katoen werkt K.O.I met alternatieve was-methoden die verspilling van water en het gebruik van vervuilende chemicaliën tot een minimum terug-brengen. Hiervoor werkt het merk nauw samen met Fair Wear geregis-treerde partners.

Naast duurzaamheid heeft K.O.I. aandacht voor vernieuwing van productiemethoden zoals laser- en ozon-wassingen en innovatieve afwerkingen. De focus ligt op ver-

nieuwend materiaalgebruik, nieuwe stoffen en technieken. K.O.I. streeft naar een zo hoge mogelijke kwaliteit van het product. Het bedrijf maakt bewust tijdloze ontwerpen: klassie-kers die ongevoelig zijn voor wat de mode dicteert. Een broek kan een leven lang mee.

Recentelijk heeft Kings of Indigo de lijn Red Light Denim gelanceerd, een collectie gemaakt met 18% gere-cycled katoen afkomstig van inge-zameld Amsterdams denim. Tonny Tonnaer hoopt dat er uiteindelijk helemaal geen nieuwe katoenplanten meer aangeplant hoeven te worden, omdat alle katoen en kleding wordt hergebruikt. Alle ontwerpen van K.O.I. zijn genoemd naar voormalige koningen en koninginnen.

MAISON THE FAUX

Ontwerpers: Tessa de Boer en Joris SukJaar van oprichting: 2013Plaats van vestiging: ArnhemWebsite: www.maisonthefaux.com

MAISON the FAUX is een creatieve studio die zich profileert als groot couturehuis. Het fictieve modehuis geeft daarmee een liefdevolle knip-oog naar de traditionele modehui-zen. De Boer en Suk spelen met verwachtingspatronen in en om de modewereld. Performance, indi-vidualiteit en liefde zijn hierbij de belangrijkste ingrediënten. Met een grote dosis zelfspot, humor en een voorliefde voor mode bestormt MAISON the FAUX het nationale en internationale modepodium.

Met de term Humanwear pre-senteert het label een nieuwe kijk op gender. Voor elk nieuw project gaat MAISON the FAUX samen-werkingen aan met creatieve indi-viduen: Résidents. Samen schudden

ze de modewereld wakker, maken ze innoverende ontwerpen en creëren ze ruimte voor de ontwikkeling van jong talent.

Na de lancering van het huis in 2013 heeft MAISON the FAUX vier collecties gepresenteerd: It’s Cleaning Day!, Make a U-turn if Possible, C’est Vrai ou C’est FAUX? en recentelijk ANNA. Ze geven regelmatig theatrale en muzikale performances tijdens openingen en (mode) events. Op hun verlanglijstje voor de toekomst staan een Beirut Brand Store, een parfum-lijn met mensengeur, een album en een realityshow.

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

30B

ack to the essay

Page 31: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

MONIQUEVANHEIST

Ontwerper: Monique van HeistJaar van oprichting: 2008Plaats van vestiging: RotterdamWebsite: www.moniquevanheist.com

Monique van Heist concentreert zich met haar label op de klassieke uniseks garderobe en voegt intelli-gente details en heldere referenties toe. In 2008 startte Monique van Heist het project HELLOFASHION, waarmee haar metavisie op mode vorm kreeg. Met dit concept won ze in 2008 de Mercedez Benz Dutch Fashion Awards.

HELLOFASHION is een door-lopende collectie met ‘monique-vanheist-klassiekers’ waarmee zij het modesysteem wil uitdagen. De permanente en almaar groeiende collectie bevat kleding en accessoi-res maar ook lifestyleproducten als meubilair, make-upadvies en zelfs recepten. De gangbare cyclus van het modesysteem wordt doorbroken door op zelfgekozen momenten

nieuwe producten toe te voegen aan de collectie. Ieder half jaar wordt een seizoensvariant van de kleding-stukken gepresenteerd in ‘nieuwe’ kleuren en materialen. De producten van HELLOFASHION zijn genum-merd en hebben een naam. Met het project stelt Van Heist de verganke-lijkheid van mode aan de kaak. Het HELLOFASHION project gaat in totaal 10 jaar duren en zal worden afgesloten met een boek.

Naast haar eigen label heeft Monique van Heist de afgelopen jaren diverse tentoonstellingen over haar werk gemaakt en als curator tentoonstellingen samengesteld. Ook is van Heist werkzaam geweest als ontwerpdocent op diverse kunstaca-demies in Nederland.

MUD JEANS

Oprichter: Bert van SonJaar van oprichting: 2008Plaats van vestiging: RhenenWebsite: www.mudjeans.eu

MUD Jeans onderscheidt zich door een volledig duurzame organisa-tie: de producten zijn gemaakt van biologisch katoen, de verpakkings-materialen zijn van gerecycled materiaal en er wordt ingezet op het structureel verbeteren van sociale en economische condities tijdens het productieproces.

Om volledige duurzaamheid te bereiken introduceerde oprichter Bert van Son in 2013 het concept Lease A Jeans. Klanten zijn uit-sluitend gebruikers van de jeans en betalen hiervoor statiegeld en een maandelijks bedrag. Een leasecon-tract loopt een jaar. Na dit jaar kan de consument kiezen of hij/zij de broek houdt, of terugstuurt en inruilt voor een nieuw exemplaar. MUD Jeans blijft hierdoor eigenaar

van de jeans en hergebruikt het product of het materiaal.

Deze vorm van Circular Design bestaat uit 3 fases:

1. Designed for recycling: de jeans worden zo ontworpen dat ze makkelijk te recyclen zijn. Ze hebben daarom bijvoorbeeld geen leren, maar geprinte labels op de achterkant.

2. Upcycle: als de jeans na een jaar terugkomen worden ze onder handen genomen door een designer en verschijnen ze als vintage jeans in de webshop, inclusief kort verhaal van de oude gebruiker.

3. Recycle: uiteindelijk gaan de jeans naar Italië waar ze worden vermalen zodat er nieuw denimgaren van kan worden gemaakt.

NEFFA

Ontwerper: Aniela HoitinkJaar van oprichting: 2004Plaats van vestiging: AmsterdamWebsite: www.neffa.nl

Neffa is opgericht door modeont-werpster Aniela Hoitink. Hoitink houdt zich voornamelijk bezig met de innovatie van textiel. Door een multi- en interdisciplinaire manier van werken wil ze de manier waarop wij textiel gebruiken veranderen. Ze ziet textiel als een verlengstuk van de huid. Ze onderzoekt hoe textiel in de toekomst kan worden gebruikt en wat daarvan de consequenties zijn. Met behulp van technologie en microbiologie verandert en verbe-tert zij de eigenschappen van textiel waardoor het op verrassende manie-ren toepasbaar is.

Neffa heeft als doel om inno-verende technieken begrijpelijk te introduceren bij het publiek en toe-gankelijk te maken voor een bredere doelgroep. Een van de resultaten

van haar onderzoek is de Chameleon Mood Scarf. Het patroon van de sjaal reageert op stemming, omgeving en temperatuur en past zich aan de gebruiker aan.

Hoitink initieert projecten, maar werkt ook vaak in opdracht. Opdracht-gevers zijn veelal bedrijven die een toepassing zoeken voor hun innova-tieve materialen of technieken. Doordat Hoitink zich buigt over de toepas-sing van de technologie, ontwikkelt ze nieuwe toekomstmogelijkheden voor textiel. Partners van Neffa zijn onder andere Universiteit Utrecht, Universiteit Hasselt onderzoekscen-trum IMEC en het bedrijf Elasta.

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

31

Page 32: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Mud Jeans

Moniquevanheist

Neffa

Bijlage: ontwerpers &

referenties

Cham

eleon mood scarf (2015)

Foto: Local Androids

Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

32B

ack to the essay

Page 33: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Stud

io Ju

xTh

e Po

st-C

outu

re C

olle

ctiv

ePa

ulin

e va

n D

onge

n

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

Sola

r Shi

rt. W

eara

ble

Sola

r Col

lect

ion

(201

5)Fo

to: L

isel

otte

Fle

urO

NE

| OFF

. Pos

t-Cou

ture

by

MPH

VS

(201

5)Fo

to: O

lya

Ole

inic

33

Page 34: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

PAULINE VAN DONGEN

Ontwerper: Pauline van DongenJaar van oprichting: 2010Plaats van vestiging: ArnhemWebsite: www.paulinevandongen.nl

Modeontwerper en ‘fashion innovator’ Pauline van Dongen haalde haar bachelor en master aan ArtEZ hoge-school voor de kunsten in Arnhem en heeft sindsdien de ambitie om mode en technologie samen te bren-gen. Hiermee hoopt ze draagbare technologie toegankelijk te maken voor een bredere doelgroep. Haar werk onderscheidt zich door een minimalistische uitstraling, en haar ontwerpen zijn functioneel en draag-baar. Binnen haar modelabel doet van Dongen uitgebreid onderzoek naar experimentele, hightech materialen en traditionele technieken waarmee zij het begrip vakmanschap blijvend innoveert. Ze werkt hiervoor samen met verschillende bedrijven.

Vanaf 2013 werkt Van Dongen aan haar promotieonderzoek binnen

het project Crafting Wearables, een vierjarige samenwerking tussen de Radboud Universiteit Nijmegen, de Technische Universiteit Eindhoven, ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Textielmuseum Tilburg, MODINT en verschillende bedrijven. Van Dongen is binnen dit onderzoek bezig met de ontwikkeling van de Wearable Solar Collection. Een ontwerp uit deze serie is het Solar Shirt. Dit naadloze ontwerp bevat 120 flexibele zonnecellen en kan een Smartphone of elk ander USB-compatible apparaat opladen. De zonnecellen, gecombineerd met geprinte elektronica, vormen modu-les die direct op de gebreide stof gelamineerd kunnen worden.

Pauline van Dongen heeft inmid-dels nationale en internationale bekendheid verworven waardoor zij regelmatig gevraagd wordt als spreker en gastdocent op het gebied van fashionable technology.

STUDIO JUX

Ontwerpers: Carlien Helmink en Jitske LundgrenJaar van oprichting: 2006Plaats van vestiging: AmsterdamWebsite: www.studiojux.com

Modeontwerper Jitske Lundgren en communicatiewetenschapper Carlien Helmink vormen samen Studio JUX. Studio JUX is een duurzaam high-fashion modelabel voor vrouwen en mannen dat een alternatief biedt voor fast fashion. Hun ontwerpen zijn gemaakt van kwalitatief hoog-waardige materialen die biologisch, natuurlijk of gerecycled zijn. Het zijn gecertificeerde stoffen of textiel die ze direct op de lokale markt in Nepal inkopen.

De kleding, accessoires en home items van Studio JUX worden onder goede arbeidsomstandigheden vervaardigd in hun eigen fabriek in Kathmandu, Nepal. Met deze fabriek wil Studio JUX goede werk-gelegenheid creëren en de leefom-

standigheden van de Nepalezen verbeteren. Daarnaast initiëren ze andere projecten en richten ze klein-schalige sociale bedrijven op die de emancipatie en zelfstandigheid van met name vrouwen ondersteu-nen. Op hun blog geven ze onder de slogan Your Nepali Tailor is a Rockstar hun fabrieksmedewerkers een gezicht. Hierdoor maken ze het productieproces transparanter voor de consument.

Studio JUX wint valt regelmatig in de prijzen met hun duurzame collecties. In 2009 ontvingen ze de Ethical Fashion Award, in 2012 waren ze de winnaar van de Green Fashion Competition en in 2014 wonnen ze een financiële investering van Village Capital Competition voor duurzame start-ups.

THE POST-COUTURE COLLECTIVE

Ontwerper: Martijn van StrienJaar van oprichting: 2015Plaats van vestiging: RotterdamWebsite: www.postcouture.cc

The Post-Couture Collective is opgericht door ontwerper Martijn van Strien. Het collectief heeft als doel om alternatieve productieme-thoden voor kleding te ontwikke-len en zo de huidige vervuilende en oneerlijke kledingindustrie te verduurzamen. Hiervoor worden moderne productietechnieken zoals lasersnijden en 3D-printen ingezet.

The Post-Couture Collective wil gebruik maken van de principes van open-source, waardoor iedereen toegang heeft tot de bron en de pro-ductiemodellen. Kledingcollecties van verschillende ontwerpers worden zo geprogrammeerd dat ze digitaal te delen zijn met de consument. Op de website zijn de ontwerpen te vin-den, compleet met uitleg. Zo kunnen

ze door de eindgebruikers zelf wor-den gefabriceerd. Dit geeft de kle-dingstukken een unieke, persoon-lijke stempel die bij massaproductie niet mogelijk is. De productie vindt plaats in een wereldwijd netwerk van Make-spaces, plaatsen waar duurzame en gerecyclede materialen kunnen worden gebruikt. Doordat kledingstukken enkel worden gemaakt als ze ook zijn gekocht, is er van overproductie en onnodig transport van kledingstukken geen sprake meer.

De ontwerpen uit de MPHVS ONE | OFF collectie zijn gemaakt uit een 3D-spacer stof, gerecycled uit oude PET-flessen. Deze kledingstuk-ken kunnen in elkaar gezet worden door een innovatieve constructie waarbij geen naaimachine nodig is. Onderdelen kunnen makkelijk aan-gepast en vervangen worden zonder het hele kledingstuk weg te hoeven gooien. Het is de haute-couture van de toekomst.

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

34B

ack to the essay

Page 35: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

YOUASME MEASYOU

Ontwerpers: Twan Janssen en Mark van VorstenbosJaar van oprichting: 2010Plaats van vestiging: AmsterdamWebsite: www.youasme.com

YOUASME MEASYOU is een jersey en knitwear label, opgericht door ontwerper Mark van Vorstenbos en conceptueel kunstenaar Twan Janssen. Beiden studeerden in de vroege jaren negentig af aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem. In 2010 besloten ze dat het tijd was voor een radicaal nieuwe mentaliteit in hun ontwerp-praktijk: inclusiviteit, transparantie en sociale waarden kwamen cen-traal te staan. Het merk is volledig tot stand gekomen met behulp van crowdfunding.

Janssen en Van Vorstenbos kozen ervoor om de kunst van het delen te omarmen. Het werd een label met een sociaal geweten en aan-dacht voor een nauwere band tussen

maker en gebruiker. De ontwerpen van YOUSASME MEASYOU zijn hoogwaardige modieuze interpreta-ties van klassiekers.

Als antwoord op de eeuwige obsessie voor ‘het nieuwe’ binnen de modewereld startten de ontwer-pers in 2015 het duurzame platform MEANWHILE. Het platform over-stijgt de seizoenen en richt zich op authentieke inspiratie en producten die gekoesterd kunnen worden.

Voor hun rol als pioniers van slow fashion ontvingen Van Vor-stenbos en Janssen in 2014 het 5de Prins Bernhard Modestipendium.

Onderstaand een selectie van organisaties en bedrijven die werken aan de ontwikkeling of promotie van en/of onderzoek doen naar de waarde van mode, mode & technologie en/of mode & duurzaamheid.

CENTRUM OF EXPERTISE: FUTURE MAKERS IN FASHION & DESIGN www.futuremakers.artez.nl

Centrum of Expertise: Future Makers in Fashion & Design is een initiatief van CLICKNL|Next Fashion en ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Het doel van het initiatief is om nieuwe, duurzame materialen en maakprocessen te ontwikkelen, en deze toe te passen in mode en design. De studenten van ArtEZ, drie lectoraten en het Art en Business Centre werken hieraan samen met het bedrijfsleven.

CLICKNL|NEXT FASHIONwww.clicknl.nl/nextfashion

Het netwerk Next Fashion ontwikkelt en realiseert de innovatieagenda voor de modesector binnen CLICKNL, het kennis- en innovatienetwerk van de creatieve industrie in Nederland. Het netwerk wordt gedragen door drie samenwerkende partijen: ArtEZ hogeschool voor de kunsten (kennisin-stelling), MODINT, ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel (bedrijfsleven), en de Provincie Gelderland en gemeente Arnhem (overheid).

CRAFTING WEARABLES www.craftingwearables.com

Het vijfjarige interdisciplinaire onderzoeksproject Crafting Wearables is een samenwerking tussen de Radboud Universiteit Nijmegen, Technische Univer-siteit Eindhoven, ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem, Philips Research, Textielmuseum Tilburg, MODINT, Freedom of Creation, Solar Fiber, Inntex en Xsens. De promovendi Pauline van Dongen en Lianne Toussaint doen samen met vier junioronderzoekers onderzoek naar de integratie van mode en technologie.

FAIR WEAR FOUNDATION www.fairwear.org

Fair Wear Foundation is een onafhankelijke, non-profit organisatie die met modebedrijven en fabrieken samenwerkt aan de verbetering van arbeidsvoor-waarden voor werknemers in de textielindustrie. FWF is actief in 11 produc-tielanden in Azië, Europa en Afrika. Een lijst met acht arbeidsnormen vormt de basis van de Code of Labour Practices waaraan elk lid van de FWF zich dient te houden.

FASHION FUTURESwww.fashionfutures.org

Modeontwerpster Anke Jongejan doet theoretisch en ontwerpend onderzoek naar mogelijke toekomstscenario’s voor mode als industrie en mode als cul-tureel fenomeen. Fashion Futures komt met fundamenteel andere oplossingen dan in het huidige modesysteem gangbaar zijn. Met behulp van innovatieve prototypes en (fictieve) producten speculeert Jongejan hoe de toekomst van mode er uit zou kunnen zien.

LENA THE FASHION LIBRARY www.lena-library.com

LENA the Fashion Library is een kledingbibliotheek waar je voor een vast bedrag per maand hoogwaardige en duurzame vintage kleding kunt lenen en eigen kleding kunt inbrengen om uit te lenen. Dit initiatief wil overproductie en overconsumptie van kleding verminderen en hierdoor bijdragen aan een betere en schonere wereld.

Bijlage: ontwerpers &

referenties Bijla

ge: o

ntw

erpe

rs &

refe

rent

ies

35

Page 36: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

YO

UASM

E MEA

SYO

U

MADE-BY www.made-by.org

MADE-BY is een non-profit organisatie voor modebedrijven, retailers en fabrikanten die de sociale, economische en ecologische omstandigheden in hun hele productieketen willen verbeteren. De missie van MADE-BY is om duurzame kleding gemeengoed te maken. MADE-BY adviseert en onder-steunt onder andere bij het verkrijgen van sociale- of milieucertificaten en bij het inkopen van duurzame materialen.

MINT www.modefabriek.nl/nl/mint

MINT is onderdeel van de Modefabriek. Medeoprichtster Marieke Eyskoot presenteert op deze vakbeurs zo’n 25 duurzame modelabels en lifestylepro-ducten die gemaakt zijn met respect voor mensen en hun omgeving. Met onder andere een lezingenprogramma, een expositie en een winkel wil MINT een groot modepubliek informeren en de industrie inspireren over forward fashion.

SCHONE KLEREN CAMPAGNE www.schonekleren.nl

Sinds 1989 brengt de Schone Kleren Campagne verschillende organisaties die zich met kleding bezighouden samen om de arbeidsomstandigheden en de positie van arbeiders in de wereldwijde kledingindustrie te verbeteren. De SKC is een coalitie van onder andere vakbonden, consumentenorganisaties, vrouwengroepen, ontwikkelingsorganisaties en onderzoeksgroepen. Ze wijzen niet alleen op misstanden, maar dragen ook constructieve oplossingen aan.

STRAWBERRY EARTH www.strawberryearth.com

Strawberry Earth heeft als missie om mensen te inspireren om sociale, duurzame keuzes te maken op het gebied van mode, design, cosmetica en eten. Met projecten en initiatieven als de Strawberry Earth Academy en de Strawberry Earth Fair willen ze de weg naar een eerlijke en groene economie binnen de creatieve sector stimuleren.

TALKING DRESS www.talkingdress.nl

Marieke Eyskoot wil met haar bureau Talking Dress eerlijke kleding en een duurzame lifestyle op de kaart zetten. Eyskoot is tevens auteur van Talking Dress – alles over eerlijke kleding en lifestyle, een gids voor eerlijke en modieuze kleding en lifestyle. Daarnaast geeft ze lezingen en initieert ze events over duurzame mode en de verbetering van de kledingindustrie.

TEXPERIUM www.texperium.eu

Texperium is een open innovatiecentrum voor textielrecycling dat de textiel-keten duurzamer wil maken en nieuwe marktkansen wil bieden. Het centrum wil sorteerders en hergebruikers samenbrengen door middel van het organi-seren van symposia en themabijeenkomsten. Bedrijven, kennisinstellingen en de overheid werken samen aan diverse onderzoeken in het kenniscentrum. Het centrum beschikt tevens over apparatuur voor gespecialiseerde proeven.

Bijlage: ontwerpers &

referenties

36B

ack to the essay

Page 37: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

Bijlage: ontwerpers &

referenties

VERANTWOORDING

Dit artikel is een uitwerking van het onderzoek dat voor de tentoon-stelling Fashion Data werd verricht. Daarnaast is gebruik gemaakt van de resultaten die eerder gebundeld werden in de publicatie Fashion Odyssey (ArtEZ Press 2013).

LITERATUUR

Claudia Banz en Sabine Schulze, Fast Fashion, Hamburg, Museum für Kunst und Gewerbe, 2015

Sandy Black, Eco-chic The Fashion Paradox, London, Black Dog Publishing, 2008

Jan Brand en José Teunissen, Fashion Odyssey, Arnhem, ArtEZ Press, 2013

Hazel Clark, Slow + Fashion — an Oxymoron — or a Promise for the Future...?, in Fashion Theory: The Journal of Dress, Body and Culture, Vol. 12, Issue 4, December 2008

Gilles Lipovetsky, Moderne Luxe, Postmoderne Luxe, in (ed) Jan Brand, José Teunissen, Mode & Accessoires, Arnhem, ArtEZ Press & Terra, 2007, pp 28-41

Michiel Scheffer, Problemen en de aanpak ervan, in (ed) Jan Brand, José Teunissen, Fashion Odyssey, Arnhem, ArtEZ Press, 2013, pp 86-106

José Teunissen, Mode in Nederland, Arnhem, Terra, 2006

José Teunissen, The Future of Fashion is Now, in (ed) Jan Brand, Jose Teunissen, The Future of Fashion is Now, Rotterdam, Boijmans, 2014, pp 12-26

http://www.rvo.nl/sites/default/files/ Routekaart_Tapijt_juni2012.pdf

CIJFERS

Uit Claudia Banz, Sabine Schulze, Fast Fashion, Hamburg, Museum für Kunst und Gewerbe. 2015

http://www.cpb.nl/cijfers https://www.oneworld.nl/water/

sta-droog http://www.greenpeace.nl/Global/

nederland/report/2011/ DirtyLaundry_LR.pdf

Met dank aan Modint, Matthijs Crietee

37

Page 38: Fashion Data  essay door José Teunissen & Mascha van Zijverden

COLOFON

PublicatieEssay: José TeunissenLemmateksten: Mascha van ZijverdenTekstredactie essay: Gert Staal Tekstredactie: Lotte Haagsma, Mahlee PlekkerGrafisch Ontwerp: Rudy Guedj

Tentoonstelling Fashion DataCurator: José TeunissenRuimtelijke installatie: Conny GroenewegenGrafisch Ontwerp: Rudy Guedj

De datavisualisaties zijn tot stand gekomen met dank aan het onder-zoek van Claudia Banz, Modint en Circle Economy.

Het Tijdelijk Modemuseum wordt mogelijk gemaakt dankzij de gene-reuze bijdragen van Fonds 21, de BankGiro Loterij en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Dit is een uitgave van:Het Nieuwe InstituutMuseumpark 25, Rotterdamtel. +31(0)[email protected]

38