Duurzaam ondernemen bij aex-bedrijvenEen studie naar maatschappelijk verantwoord ondernemen bij beursgenoteerde ondernemingen in Nederland
Editie 2005
Dutch Sustainability Research
Duurzaam ondernemen bij aex-bedrijven
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
bij beursgenoteerde ondernemingen in Nederland
in vergelijking tot Europese bedrijfstakgenoten
Editie 2005
Een onderzoeksrapport van Dutch Sustainability Research
Zeist, juni 2005
Dutch Sustainability Research
Inhoud
5 Samenvatting
9 Inleiding
11 Totaalscore
13 Bedrijfsethiek
15 Samenleving
17 Corporate governance
19 Klanten
21 Werknemers
23 Milieu
25 Leveranciers
27 De prestaties van Nederlandse ondernemingen in Europees perspectief
31 Vergelijking resultaten 2005 en 2004 aex rapport
33 Conclusie
35 Bijlage 1: Duurzaamheidscores van bedrijven en bedrijfstakken vergeleken
37 Bijlage 2: Rang aex-bedrijven binnen de Europese bedrijfstak
38 Bijlage 3: Dutch Sustainability Research
Samenvatting
5
Samenvatting
Duurzaam ondernemen staat internationaal bijsteeds meer ondernemingen op de agenda. Omeen beeld te krijgen hoe grote ondernemingen inNederland ten opzichte van elkaar en hunEuropese concurrenten presteren, heeft DutchSustainability Research voor de derde keer demate van duurzaam ondernemen onderzochtonder bedrijven die onderdeel uitmaken van deaex-index
Om een goed beeld te krijgen van de prestatiesvan een aex-bedrijf - rekening houdend met deverschillende producten en activiteiten van debedrijven in de aex - zijn de prestaties afgezettegen het Europese gemiddelde van de bedrijfs-tak waarin de betreffende onderneming actief is.De prestaties van de aex-bedrijven kunnen hier-door onderling vergeleken worden door de matewaarin een aex-bedrijf relatief in zijn eigen
(Europese) bedrijfstak voor- of achterop loopt afte zetten tegen de mate waarin een ander aex-bedrijf relatief in een andere (maar eigen)bedrijfstak voor- of achterop loopt. Als gevolgvan deze benadering is sprake van een relatief
oordeel van de prestaties van ondernemingen tenopzichte van hun Europese concurrenten indezelfde sector. De duurzaamheideffecten van degeleverde producten en diensten spelen in dezeanalyse een ondergeschikte rol.
Uit onderstaande figuur blijkt dat Philips relatiefhet beste scoort en Versatel hekkensluiter is,doordat zij van alle aex-bedrijven respectievelijkhet meest voorop en het verst achterop lopenbinnen hun eigen bedrijfstak. Philips’ totaleduurzaamheidscore ligt 45% boven die vanhet Europese gemiddelde in de bedrijfstakconsumentengoederen. Daarmee is Philips netals vorig jaar de sterkste koploper binnen de aex.Andere opvallende koplopers binnen hun respec-tievelijke bedrijfstak zijn Reed Elsevier en abnamro en ing Groep. Met betrekking tot de media-sector valt de grote spreiding op: Reed Elsevierscoort bijna 40% beter dan haar Europesebedrijfstakgemiddelde (en scoort daarmee eengoede tweede plaats in de aex-index), vnu scoortnet beneden het bedrijfstakgemiddelde, terwijlWolters Kluwer ruim 40% slechter scoort dan hetEuropese bedrijfstakgemiddelde. Ook opvallendis de spreiding tussen de twee telecommunicatie-bedrijven kpn en Versatel. kpn scoort net ietsbeter dan het sectorgemiddelde terwijl Versatelhekkensluiter is binnen de sector met een scorevan bijna 50% beneden het bedrijfstak-gemiddelde.
De aex-bedrijven zijn verder ingedeeld naarenerzijds hun eigen mate van aandacht voorduurzaamheid en anderzijds naar de mate vanaandacht voor duurzaamheid binnen hun sector.In onderstaande figuur worden de aex-bedrijvenin vier groepen ingedeeld: struisvogels, laag-vliegers, trekvogels en hoogvliegers. Trekvogels hebben het ten opzichte van hoog-vliegers relatief makkelijk om in portefeuillesvan duurzame beleggers opgenomen te worden(dat wil zeggen voor beleggers die screeningsuitvoeren op basis van een best-in-classmethode). Daarentegen zijn zij ook bijzonder,aangezien zij tegen de stroom in roeien en actief-0,6 -0,4 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6
Versatel
Wolters Kluwer
Hagemeyer
IHC Caland
Vedior
Numico
VNU
Ahold
KPN
Heineken
ASML
Akzo Nobel
Shell
DSM
Aegon
Fortis
TPG
Getronics
Unilever
Buhrmann
ING Group
ABN AMRO
Reed Elsevier
Philips
Duurzaamheidprestaties AEX-bedrijven
t.o.v. Europese bedrijfstakgemiddelden
zijn op het terrein van duurzaamheid in eenbedrijfstak waar relatief (nog) weinig op dit vlakgebeurt.
Verder wordt in dit onderzoek een vergelijkinggemaakt van de prestaties van de aex-bedrijvendit jaar ten opzicht van het rapport van vorigjaar. Onderstaande figuur geeft de procentueleverandering weer van de bedrijfsscores 2005 tenopzichte van 2004. Het valt op dat de meestebedrijven een verbetering laten zien. De hoogstestijger verbetert haar score met 51% (Hagemeyer)terwijl de grootste daler (Shell) een terugganglaat zien van 8%. Hagemeyer heeft in augustus2004 voor het eerst haar ‘Business Principles’bekend gemaakt. Deze ‘principles’ hebbenbetrekking op alle medewerkers. De thema’s diedoor deze principes worden behandeld zijnbedrijfsethiek, arbeidsrechten, gezondheid,veiligheid en milieu. Dit heeft ertoe geleid dat descore van het bedrijf op al deze onderwerpen isverbeterd. Ook Getronics laat een sterke stijgingzien. Dit komt doordat zij in 2004 voor het eersthaar beleid openbaar gemaakt heeft in een zoge-noemde ‘management charter’. Dit document
beschrijft het beleid van Getronics op het gebiedvan bedrijfsethiek, discriminatie, gezondheid,veiligheid en milieu. Ook abn amro laat eenverbetering zien. Het eerste duurzaamheidverslagvan abn amro behandelt een groot aantal duur-zaamheidthema’s en dilemma’s waarmee hetbedrijf in de praktijk te maken heeft. Tevensheeft abn amro een aantal managementsystemengeïmplementeerd. Dit heeft tot een hogere duur-zaamheidscore geleid in 2005. De grootste daleris Shell gevolgd door dsm en Ahold. Voor Shellgeldt dat met name de score voor Bedrijfsethiek,Klanten en Leveranciers is verslechterd. De scorevoor Klanten en Leveranciers is veranderd alsgevolg van aangescherpte eisen op het gebiedvan beleid en programma’s. De verslechteringbij dsm en Ahold wordt veroorzaakt door aan-gescherpte eisen aangaande de thema’s Bedrijfs-ethiek en Corporate governance voor dsm enLeveranciers voor Ahold.
Om de duurzaamheidsprestaties van de aex-bedrijven in een breder perspectief te plaatsen, istenslotte het landengemiddelde van 350 groteEuropese ondernemingen met elkaar vergeleken.
6
Struisvogels
HagemeyerIHC Caland
Numico Versatel
Laagvliegers
GetronicsVediorVNU
Wolters Kluwer
Hoogvliegers
Ahold Akzo Nobel
ASMLDSM
HeinekenKPNShell
Unilever
Trekvogels
ABN AMRO Aegon
BuhrmannFortis
ING GroupPhilips
Reed Elsevier TPG
LAA
GH
OO
G
LAAG HOOG
Aandacht voor duurzaamheid per AEX-bedrijf
Aan
dac
ht
voo
r d
uu
rzaa
mh
eid
bin
nen
de
Euro
pes
e b
edri
jfst
ak
Struisvogels, hoogvliegers, laagvliegers en trekvogels
De Nederlandse ondernemingen scoren gemid-deld een derde plaats net zoals vorig jaar.Hekkensluiters zijn de Belgische ondernemingen.Met uitzondering van het thema Milieu scoren deNederlandse bedrijven bovengemiddeld op alleonderliggende thema’s. De Nederlandsebedrijven scoren met name goed op het themaBedrijfsethiek.
Dutch Sustainability Research (dsr) is een onder-
zoeksbureau dat feiten verzamelt over de duurzaam-
heid van beursgenoteerde ondernemingen. dsr is een
initiatief van MeesPierson, pggm en Triodos Bank.
dsr is mede-oprichter en aandeelhouder van SiRi
Company (Sustainable Investment Research
International), ‘s werelds grootste onderzoeksnetwerk
voor duurzaam ondernemen. Via SiRi Company
analyseert dsr de duurzaamheid van beursgenoteerde
ondernemingen wereldwijd.
7
-10 0 10 20 30 40 50 60
Shell
DSM
Ahold
KPN
Numico
IHC Caland
Wolters Kluwer
TPG
ING Group
Philips
Fortis
VNU
Heineken
Reed Elsevier
Unilever
ASML
Buhrmann
Aegon
Akzo Nobel
ABN AMRO
Getronics
Hagemeyer
Wijzigingen % totale bedrijfsscore 2005 ten
opzichte van 2004
9
1. Inleiding
Duurzaam ondernemen staat internationaal bijsteeds meer ondernemingen op de agenda. Omeen beeld te krijgen van hoe grote ondernemin-gen in Nederland ten opzichte van elkaar pres-teren heeft Dutch Sustainability Research (dsr)de mate van duurzaam ondernemen onder aex-ondernemingen onderzocht1. Dit onderzoeks-rapport geeft een overzicht van de belangrijkstebevindingen. Het is het derde rapport in eenreeks van jaarlijkse publicaties van dsr over demate waarin duurzaamheid onderdeel uitmaaktvan het bedrijfsproces van beursgenoteerdeondernemingen in Nederland.
Het onderzoek is gebaseerd op SiRi Pro, een viaInternet toegankelijk analyse-instrument datdoor dsr voor SiRi Company is ontwikkeld. Deanalyse resulteert in een relatief en kwantitatiefoordeel over de duurzaamheid van onder-nemingen, zogenoemde ratings. Deze ratings zijngebaseerd op SiRi-bedrijfsprofielen. In dezebedrijfsprofielen wordt een onderscheid gemaaktin zeven thema’s waarin de mate van duurzaam-heid van een onderneming tot uitdrukking komt: 1. Bedrijfsethiek;2. Samenleving;3. Corporate governance;4. Klanten;5. Werknemers;6. Milieu;7. Leveranciers.
In de analyses wordt per thema bekeken hoetransparant een bedrijf is, hoe zij een en ander inhaar strategie en beleid heeft opgenomen, hoezij dit beleid in managementsystemen heeft geïn-tegreerd en wat haar feitelijke prestaties zijngeweest. In de duurzaamheidrating worden deresultaten per onderneming met betrekking totruim 200 onderwerpen gekwantificeerd engewogen. De duurzaamheideffecten van de gele-verde producten en diensten spelen in dezeanalyse een ondergeschikte rol. Derhalve kan descore niet gelezen worden als een absolute indi-catie voor de mate waarin een onderneming
bijdraagt aan een duurzame samenleving. Het onderzoek betreft het jaar 2004 en is geba-seerd op informatie die in 2003 en 2004 beschik-baar kwam. De informatie is afkomstig van eengroot aantal bronnen waaronder ondernemingenzelf, ngo’s en diverse nieuwsbronnen. In bijlage3 wordt de methodiek en de werkwijze van dsren SiRi Pro nader uiteengezet.
Het beoordelingsmodel is ontwikkeld om inputte leveren aan duurzame beleggers, waaronderinstitutionele beleggers. Binnen de wereld vanduurzaam beleggen kunnen vier strategieën voorde selectie van ondernemingen onderscheidenworden: 1. Negatieve criteria (of ‘uitsluitingscriteria’,
zoals geen tabak);2. Positieve criteria (bijvoorbeeld alleen
beleggen in duurzame energie);3. Relatieve criteria (of ‘best-in-class’, alleen
beleggen in de beste bedrijven binnen desector);
4. ‘Engagement’ (aandeelhouderdialoog en/of -activisme).
Binnen deze strategieën kunnen meer of minderstringente benaderingen gekozen worden. Demeeste Nederlandse duurzame beleggings-fondsen hanteren een combinatie van uitslui-tings- en relatieve criteria.
Dit onderzoeksrapport gaat uit van een relatievevergelijking van de prestaties van bedrijvenbinnen bedrijfstakken. Dit is een zogenoemde‘best-in-class’ aanpak. Hierbij worden onderne-mingen binnen een bepaalde bedrijfstak metelkaar vergeleken op bovengenoemde duurzaam-heidthema’s. In deze ‘best-in-class’ aanpak zijnper bedrijfstak verschillende gewichten gehan-teerd voor de thema’s. Zo weegt het themaMilieu zwaarder in de energiebedrijfstak dan inde financiële sector. In de analyses wordt telkenseen figuur gepresenteerd waarin de absolutescore van een aex-bedrijf wordt afgezet tegen hetgemiddelde van de Europese bedrijfstak (als een
1 In dit rapport wordt uitgegaan van 24 ondernemingen uit de aex. Op basis van de aex-index per 2 maart 2005 is alleenKoninklijke p&o Nedlloyd niet meegenomen omdat dit bedrijf nieuw is in de aex-index en ten tijde van het schrijven van ditrapport geen rating van het bedrijf opgesteld was. Ten tijde van afronding van dit rapport is de geplande overname vanKoninklijke p&o Nedlloyd door het Deense Moller-Maersk bekend gemaakt.
ratio)2. Het is zodoende mogelijk om aex-bedrijven onderling te vergelijken in de matewaarin zij binnen hun eigen bedrijfstak inEuropees perspectief presteren. Anders gezegd:de prestaties van de aex-bedrijven kunnen onder-ling vergeleken worden door de mate waarin eenaex-bedrijf relatief in zijn eigen bedrijfstak voor-of achterop loopt af te zetten tegen de matewaarin een ander aex-bedrijf relatief in een andere
(maar eigen) bedrijfstak voor- of achterop loopt.Om extra inzicht te geven zijn bijlagen 1 en 2opgenomen met in bijlage 1 een figuur waarinzowel de absolute score van een aex-bedrijf alshet Europese bedrijfstakgemiddelde apartworden vermeld. Hierdoor wordt zichtbaar dateen lage absolute score nog steeds tot een goedeaex-score kan leiden indien het bedrijfstak-gemiddelde ook relatief laag ligt (en vice versa).Dit is bijvoorbeeld het geval voor de softwarebedrijfstak die, Europees, een relatief zeer lagegemiddelde score kent.
Alhoewel een duurzaam beleggingsbeleid van eenindividuele belegger, een institutionele beleggerof van een duurzaam beleggingsfonds gebaseerdkan zijn op alleen relatieve criteria, wordt dit inde praktijk veelal aangevuld met uitsluitings-criteria (op basis van minimumeisen ten aanzienvan controversiële bedrijfsactiviteiten en contro-verses (gedrag), bijvoorbeeld betrokkenheid bijwapens, kernenergie, schending van mensen-rechten of dierproeven). Uitsluitingscriteria zijnveelal zeer klantspecifiek en worden daarom indit rapport niet meegenomen. Een topscoorder indit aex-rapport kan dan ook door betrokkenheidbij bepaalde uitsluitingscriteria uit bepaaldeduurzame beleggingsfondsen geweerd worden.Overigens worden controverses in dit rapport welin relatieve zin meegenomen.
In de navolgende hoofdstukken worden deprestaties van de Nederlandse ondernemingenbeschreven. Hoofdstuk 2 beschrijft eerst detotaalscore van de aex-ondernemingen.Vervolgens worden in de hoofdstukken 3 tot enmet 9 de prestaties van deze ondernemingen opde zeven afzonderlijke thema’s nader geanaly-seerd. Hoofdstuk 10 vergelijkt de totaalscore en
de score per thema van de Nederlandse onder-nemingen in Europees verband. In hoofdstuk 11worden tenslotte de resultaten van het vorige aexrapport vergeleken met die van dit rapport.
1 0
2 De ratings van zo’n 260 grote Europese beursgenoteerde ondernemingen zijn in de analyse betrokken. Dit aantal is lager danvoor de landengemiddelden in hoofdstuk 10, aangezien in hoofdstukken 2 tot en met 9 en hoofdstuk 11 slechts naar diesectoren wordt gekeken waarin zich aex-bedrijven bevinden.
2. Totaalscore
1 1
In figuur 1 zijn de duurzaamheidprestaties van deaex-bedrijven weergegeven in verhouding tot degemiddelde prestaties van hun Europese bedrijfs-takgenoten. Op de horizontale as is per aex-bedrijf de afwijking ten opzichte van de gemid-delde score van de Europese bedrijfstakgenotenvan dat bedrijf weergegeven. De methodiekwordt nader toegelicht in box 1 en in bijlage 1.Philips is het best scorende bedrijf en Versatelhet slechtst scorende bedrijf van alle aex-bedrijven.
Philips is van alle aex-bedrijven koploper binnenhaar bedrijfstak met een totale duurzaamheid-score van 45% boven die van het gemiddeldeEuropese bedrijf uit de bedrijfstak consumenten-
goederen. Overigens dient te worden opgemerktdat de Europese consumentengoederensectorgemiddeld nog weinig actief is op duurzaamheid-vraagstukken. Philips is binnen haar bedrijfstakeen positieve uitzondering en scoort daaromhoog in figuur 1. Andere koplopers binnen hunrespectievelijke bedrijfstak zijn Reed Elsevier enabn amro en ing Groep. Deze bedrijven gevenrelatief veel informatie en tonen door beleid,
Box 1: De gehanteerde methodiek
In figuur 1 zijn de duurzaamheidprestaties van de
AEX-bedrijven weergegeven in verhouding tot de
gemiddelde prestaties van hun Europese bedrijfs-
takgenoten. De Europese gemiddelden zijn bere-
kend op basis van de prestaties van circa 260 grote
beursgenoteerde Europese bedrijven. Op de hori-
zontale as is per AEX-bedrijf de afwijking ten
opzichte van de gemiddelde score van de Europese
bedrijfstakgenoten van dat bedrijf weergegeven.
De gemiddelde score van de Europese bedrijfstak-
genoten van een AEX-bedrijf wordt weergegeven
met de verticale 0%-lijn.
De methodiek van de figuur kan worden geïllus-
treerd met het volgende voorbeeld. In de media-
bedrijfstak bevinden zich drie AEX-bedrijven. Uit
figuur 1 blijkt dat Reed Elsevier 37% beter scoort
dan het Europese bedrijfstakgemiddelde van de
mediabedrijfstak. Bedrijfstakgenoot VNU scoort
iets beneden het bedrijfstakgemiddelde, terwijl
Wolters Kluwer ruim 40% slechter scoort dan het
Europese bedrijfstakgemiddelde. Op deze manier
worden de prestaties van alle onderzochte
bedrijven weergegeven, steeds ten opzichte van de
gemiddelde prestatie van hun respectievelijke
bedrijfstak3. Door deze methodiek is het mogelijk
bedrijven uit verschillende bedrijfstakken met
elkaar te vergelijken, terwijl zij geheel andere
producten en diensten leveren. Zo scoort Philips
beter dan Reed Elsevier, aangezien Philips binnen
haar consumentengoederen bedrijfstak meer een
koploper is dan Reed Elsevier binnen haar media-
bedrijfstak. In bijlage 1 worden zowel de totaal-
scores van een bedrijf als haar bedrijfstak-
gemiddelde apart gepresenteerd.
3 De prestaties van de bedrijven zijn op bedrijfstakniveau (gics Industry Group niveau) vergeleken met Europese collega’s. Erwerd één uitzondering gemaakt. Om de financiële dienstverleners (die qua gewicht zijn oververtegenwoordigd in de aex) betermet elkaar te kunnen vergelijken hebben we alle bedrijven uit de bedrijfstakken banken, gediversifieerde financiële instellingenen verzekeraars gegroepeerd in ‘financiële dienstverlening’.
-0,6 -0,4 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6
Versatel
Wolters Kluwer
Hagemeyer
IHC Caland
Vedior
Numico
VNU
Ahold
KPN
Heineken
ASML
Akzo Nobel
Shell
DSM
Aegon
Fortis
TPG
Getronics
Unilever
Buhrmann
ING Group
ABN AMRO
Reed Elsevier
Philips
Figuur 1: Duurzaamheidprestaties AEX-bedrijven
t.o.v. Europese bedrijfstakgemiddelden
managementsystemen en prestaties een grotemate van betrokkenheid en activiteit bij de onder-zochte duurzaamheidthema’s.
Reed Elsevier, Philips en Unilever zijn tevenstopscoorder binnen hun eigen bedrijfstak. Ookopvallend zijn de hoge scores van abn amro ening. De bedrijfstak waarin zij vergeleken wordenis vele malen groter in aantallen bedrijven dandie van de andere bedrijfstakken. Desondankszitten beide bedrijven ruim binnen de top 10 vande sector. Voorbeelden van bedrijven die scorenop of omtrent het gemiddelde niveau van hunrespectievelijke bedrijfstakken zijn kpn en Ahold.De best presterende bedrijven in figuur 1 muntenuit in heldere rapporten (al dan niet zijnde duur-zaamheidverslagen) met daarin duidelijk gefor-muleerde beleidsuitgangspunten, doelstellingenen programma’s. Dit zijn bedrijven die verdergaan dan nationale wetgeving en soms zelfsstrikte internationale conventies. Zij nemeninitiatieven en zijn pro-actief op het terrein vande verschillende onderscheiden thema’s omtrentduurzaamheid.
In absolute zin delen Reed Elsevier en Unileverde eerste plaats van alle aex-bedrijven. Beidebedrijven scoren ruim 77% van de maximalescore. Dit terwijl Unilever ten opzichte van hetgemiddelde Europese bedrijf in de sector voorvoedingsmiddelenproducten ‘slechts’ 24% beterscoort. Wolters Kluwer en Versatel scoren inabsolute zin het laagste van de aex; in de meesteduurzaamheidthema’s scoren ze ten opzichte vanhun bedrijfstakgenoten en veelal ook andere aex-bedrijven onvoldoende. Deze bedrijven lopendan ook over de gehele linie sterk achter entonen niet of nauwelijks aandacht voor duur-zaamheidthema’s.
1 2
3. Bedrijfsethiek
1 3
Prestatie ten opzichte van de bedrijfstak
Het thema Bedrijfsethiek richt zich enerzijdsop de aanwezigheid van algemene ethische prin-cipes binnen een bedrijf en anderzijds op demanier waarop het bedrijf omgaat met enkelespecifieke principes, zoals omkoping encorruptie. In figuur 2 is de verhouding weer-gegeven tussen de score van de aex-bedrijvenvoor het thema Bedrijfsethiek en de gemiddeldeprestatie van de bedrijfstak waartoe zij behorenin Europa. In de energiebedrijfstak wordt in Europa gemid-deld hoog gescoord. Op afstand volgt als tweedede sector voedingsmiddelenproducenten. Metname softwarebedrijven besteden in Europagemiddeld veel minder aandacht aan het uit-dragen van ethische principes. Afgezien vanscores van de koploper energie en de hekken-sluiter software liggen de gemiddelde scoresopvallend dicht bij elkaar.Getronics scoort van de aex-bedrijven hethoogste; in haar bedrijfstak wordt nauwelijksaandacht besteed aan ethische kwesties, terwijlGetronics daar juist wel aandacht aan schenkt viahaar ‘Business Principles’ en de manier waarophet toezicht daarop en de communicatie daar-over is geregeld. Dit geldt overigens voor demeeste aex-bedrijven. Slechts van Wolters Kluweren Versatel is geen beleid over ethische kwestiesbeschikbaar.
Transparantie
Bij het onderzoek is vooral gekeken naar trans-parantie op het gebied van beleid en uitvoerings-programma’s voor corruptie en omkoping. Naastde financiële instellingen abn amro, ing en Fortisrapporteren ook Reed Elsevier, Ahold en Shellhet meest uitgebreid over dit onderwerp. WoltersKluwer en Versatel rapporteren niets of vrijwelniets over het onderwerp.
Beleid
Bij de beoordeling van het beleid van de aex-bedrijven is gekeken in hoeverre een formeelbeleid is geformuleerd gericht op corruptie enomkoping. Het overgrote deel van de aex-bedrijven publiceert in het jaarverslag of via dewebsite haar beleid op het gebied van bedrijfs-ethiek. Opvallend is Versatel. Dit bedrijf heeftaangegeven wel een beleid te hebben maar dit isnog niet publiek beschikbaar. Wolters Kluwer is
het enige aex-bedrijf waarvan geen beleid zicht-baar is. Getronics publiceert in de ‘business prin-ciples’ dat omkoping in welke vorm dan ookonacceptabel is. Ook politieke donaties wordenniet toegestaan. Een vergelijkbaar standpunthebben ook andere aex-bedrijven.
Managementsystemen
Een ruime meerderheid van de aex-bedrijvenheeft een anticorruptie- en/of anti-omkoping-programma opgezet. In het geval van Getronics
Box 2: ABN AMRO
In december 2003 heeft de Wereldbank een
rapport gepubliceerd waarin zij vermeld dat zij per
direct geen koolwinning en met ingang van 2008
geen oliewinning meer zal financieren. Alle finan-
cieringen in deze sector zullen dan per definitie als
niet duurzaam worden gezien, zo ook voor
commerciële banken. Een aantal banken zoals
ABN AMRO zijn het niet eens met deze beslissing
en hebben bezwaar aangetekend bij de Wereld-
bank. De banken zijn bezorgd dat de beslissing van
de Wereldbank ten onrechte de indruk wekt dat de
impact die deze sectoren hebben niet adequaat
beheerd kan worden. Als gevolg van deze reactie
van commerciële banken heeft de Wereldbank
haar aanbeveling in concept aangepast. De
Wereldbank zal deze sectoren blijven onder-
steunen zolang aan de volgende voorwaarden zal
worden voldaan:
• het project stimuleert duurzame energie en
besteedt aandacht aan klimaatverandering,
het project versterkt het bestuur en de transpa-
rantie,
• het project waarborgt dat de voordelen ook ten
gunste komen van de armen,
• het project verlaagt de milieu- en sociale risico’s
van het project,
• het project beschermt de rechten van mensen die
worden geraakt door de investeringen.
Daarnaast geeft de Wereldbank aan dat de lessen
die men leert van de projecten openbaar worden
gemaakt, dat daar lering van wordt getrokken en
een adviesgroep wordt samengesteld om advies te
geven aan de Wereldbank. Aangezien ABN AMRO
haar invloed heeft aangewend om een meer duur-
zame koers van de Wereldbank om te buigen, is de
score van ABN AMRO verlaagd.
wordt het management gevraagd twee keer perjaar schriftelijk te bevestigen dat de bedrijfs-principes zijn nageleefd. Bij ing wordt juistspeciale aandacht besteed aan het trainen vanmedewerkers over het beleid. Tevens is hetmogelijk om incidenten anoniem te rapporteren.
Prestaties
Over de uitkomsten van interne controles op denaleving van de afspraken op het gebied vanbedrijfsethiek wordt opvallend weinig gerappor-teerd. Aan de andere kant zijn slechts een paaraex-bedrijven recentelijk betrokken geweest bijcontroverses op het gebied van bedrijfsethiek(zie box 2). Evenals vorig jaar is Shell betrokkenin controverses rondom de bijstelling van haarolie- en gasvoorraden.
1 4
-0,6 -0,4 -0,2 -0,0 0,2 0,4 0,6 0,8
Wolters Kluwer
Versatel
IHC Caland
DSM
Vedior
Heineken
KPN
VNU
Shell
ASML
Numico
Akzo Nobel
Unilever
Hagemeyer
Philips
Reed Elsevier
ABN AMRO
Buhrmann
Fortis
TPG
Aegon
Ahold
ING Group
Getronics
Figuur 2: Prestaties t.o.v. Europees bedrijfstak-
gemiddelde inzake Bedrijfsethiek
4. Samenleving
1 5
Prestatie ten opzichte van de bedrijfstak
Binnen het thema Samenleving wordt in deeerste plaats bekeken op welke manier het bedrijfde mensenrechten in zogenoemde ‘gevoelige’landen waarborgt indien het in dergelijke landenactief is. Daarnaast wordt gekeken naar depositieve bijdrage van een bedrijf aan de samen-leving, zoals het doen van giften en het stimu-leren van vrijwilligerswerk onder medewerkers.In figuur 3 is de verhouding weergegeven tussende score van de aex-bedrijven voor het themaSamenleving en de gemiddelde prestatie van debedrijfstak waartoe zij in Europa behoren. Wat onmiddellijk opvalt is dat zowel op dehoogste als op de laagste plaats een bedrijf uitdezelfde bedrijfstak staat: Reed Elsevier leverteen opvallend goede prestatie (52% boven hetbedrijfstakgemiddelde), terwijl Wolters Kluwersterk achterblijft (bijna 75% onder het bedrijfs-takgemiddelde). Het derde bedrijf uit dezebedrijfstak in de aex, vnu, staat op plaats 20met een score van 22% onder het bedrijfstak-gemiddelde. Dit illustreert de spreiding van deabsolute scores binnen het thema Samenleving:deze varieert, voor de aex-bedrijven, van 39% tot72% van de maximale score4. Reed Elsevier deeltde eerste plaats met Philips. Ook Philips scoort52% beter dan het bedrijfstakgemiddelde. Voedingsmiddelen/huishoudelijke artikelen is debedrijfstak met de beste prestatie voor het themaSamenleving binnen Europa. Op de voet gevolgddoor de energiesector. Ahold scoort net iets beterdan het bedrijfstakgemiddelde, terwijl Shell ruim20% beter scoort dan het gemiddelde. Debedrijfstak software scoort ook nu het laagste.
Transparantie
Vrijwel alle aex-bedrijven publiceren informatieover hun betrokkenheid bij de samenleving: ineen apart duurzaamheidverslag, in het jaarver-slag, of op de website. Vijf bedrijven publicerenzelfs via alle drie de communicatiekanalen; ditzijn Shell, Reed Elsevier, Unilever, ing Groep enFortis. Wolters Kluwer, Versatel, Hagemeyer, vnuen Vedior publiceerden in 2004 niets of nauwe-lijks iets over dit thema.
Beleid
Ongeveer tweederde van de aex-bedrijven heeftbeleid geformuleerd over hun betrokkenheid bijde samenleving en geeft ook een indicatie vande belangrijkste terreinen waaraan geld wordtbesteed. Beleid inzake het respecteren vanmensenrechten in zogenoemde ‘gevoelige’landen is minder algemeen. Slechts tienbedrijven voldoen geheel of gedeeltelijk aan degestelde criteria waaronder ihc Caland, Reed
Box 3: Shell
Shell is één van de bedrijven met een beleid inzake
het respecteren van mensenrechten in zoge-
noemde ‘gevoelige’ landen. Het bedrijf geeft aan
de internationale wetten te respecteren. In
sommige landen zijn lokaal onvoldoende middelen
aanwezig om naleving van de wet te controleren.
In andere landen is het weer verplicht voor een
bedrijf om zelf veiligheidspersoneel in dienst te
nemen. Shell geeft aan dat ze haar gewapend
personeel alleen zal inzetten wanneer dit gevraagd
wordt door de wet of wanneer er geen andere
middelen zijn om de veiligheid te bewaken. Deze
richtlijnen zijn volgens het bedrijf afgestemd met
een aantal mensenrechtenorganisaties. Dit neemt
niet weg dat Shell aandacht vraagt voor de dilem-
ma’s die vaak gepaard gaan met investerings- of
esinvesteringsbeslissingen.
Ondanks het uitgebreide beleid van Shell wordt
het bedrijf bekritiseerd door maatschappelijke
organisaties over de manier waarop het bedrijf
omgaat met de lokale bevolking. In 2003 is voor de
tweede keer op initiatief van deze maatschappe-
lijke organisaties zoals Friends of the Earth Inter-
national een alternatief jaarverslag over Shell
gepubliceerd. Dit rapport heet ‘Behind the shine,
The other Shell Report 2003’. In dit rapport worden
een aantal projecten beschreven waar Shell bij
betrokken is.
Voor Shell heeft het uitgebreide beleid tot een
verhoging van haar score geleid en voor de
betrokkenheid bij controverses tot een verlaging
van de score. De controverses en het beleid gecom-
bineerd heeft tot een verhoging van de score van
Shell geleid.
4 Dit is overigens niet zichtbaar in figuur 3. Figuur 3 geeft immers een ratio weer van de totaalscore van een aex-bedrijf (waar hiernaar verwezen wordt) en het Europese bedrijfstakgemiddelde voor het thema samenleving.
Elsevier en Shell (zie box 3). Voor vier bedrijvenis het thema mensenrechten in ‘gevoelige’landen niet relevant aangezien ze ten tijde vanhet onderzoek niet in deze landen aanwezigwaren. Dit betreft Buhrmann, kpn, Ahold enVersatel.
Managementsystemen
Bij vijftien aex-bedrijven ligt de verantwoorde-lijkheid inzake de samenleving op het niveau vanbestuur of directie en dertien bedrijven hebbenstafmedewerkers in dienst die zich volledig metdit thema bezig houden. Formele programma’svoor maatschappelijke betrokkenheid zijn dungezaaid: negen bedrijven beschrijven hun vrij-willigersprogramma’s, terwijl slechts zevenbedrijven initiatieven nemen om de maatschap-pelijke dialoog aan te gaan. Volwaardigeprogramma’s voor beiden hebben abn amro,dsm, ing, Reed Elsevier en Shell.
Prestaties
De vier bedrijven die ten opzichte van hun winstin 2004 het meeste doneerden aan maatschappe-
lijke doelen zijn abn amro, dsm, Philips enUnilever, met als positieve uitschieter dsm. Aldeze organisaties schonken tenminste 1% van debrutowinst. Shell en vnu schonken ieder tussende 0,5% en 1% van de brutowinst. Voor maarliefst 12 bedrijven is het niet mogelijk het percen-tage te berekenen omdat deze cijfers niet opcentraal niveau worden verzameld of omdat degegevens niet beschikbaar zijn gesteld.
1 6
-0,8 -0,6 -0,4 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6
Wolters Kluwer
Versatel
Hagemeyer
Vedior
VNU
IHC Caland
KPN
Heineken
Numico
Getronics
Ahold
TPG
Unilever
Shell
ASML
DSM
Akzo Nobel
Fortis
Aegon
ING Group
ABN AMRO
Buhrmann
Philips
Reed Elsevier
Figuur 3: Prestaties t.o.v. Europees bedrijfstak-
gemiddelde inzake Samenleving
5. Corporate governance
1 7
Prestatie ten opzichte van de bedrijfstak
Het thema Corporate governance concentreertzich op transparantie van bedrijven overbestuursstructuur en bestuursbeloning. In figuur4 is de verhouding weergegeven tussen de scorevan de aex-bedrijven voor het thema Corporategovernance en de gemiddelde prestatie van debedrijfstak waartoe zij behoren in Europa. De Europees hoogst scorende bedrijfstakkenzijn media en halfgeleiders. Deze bedrijfstakkendelen de eerste plaats. Opvallend is dat voorwat betreft media alle drie de aex-bedrijven des-ondanks beter scoren dan het bedrijfstak-gemiddelde. Ditzelfde geldt voor asml binnende sector voor halfgeleiders. De gemiddeldeEuropese bedrijfstakscores voor dit thema liggenzeer dicht bij elkaar. Alle scores liggen tussen de68 en 78%. Binnen de aex-bedrijven scoort Hagemeyer hethoogst. Dit bedrijf scoort ruim 25% hoger danhet bedrijfstakgemiddelde. Achterblijver is dsm.Opvallend is dat dit bedrijf slechts 12% onder hetgemiddelde scoort. Dit geeft aan dat aex-bedrijven in verhouding tot de Europese bedrijfs-takgenoten veel aandacht besteden aan ditthema. Corporate governance is een thema dat sterk inontwikkeling is, onder andere onder invloed vaninternationale discussies en de Tabaksblat code.Dit betekent ook dat dsr in haar analyse dezeontwikkelingen volgt en verscherpte of nieuweindicatoren voor Corporate governance heeftopgesteld. Mede daardoor is de score van eenaantal aex-bedrijven drastisch gewijzigd tenopzichte van vorig jaar. Grootste stijgers afgezettegen hun bedrijfstakgemiddelden zijn Numico,abn amro, Reed Elsevier, Getronics en Unilever.Grootste dalers zijn Fortis, ihc Caland en dsm.
Transparantie
Rapportage en transparantie van Nederlandsebedrijven over corporate governance is relatiefgoed ontwikkeld. Dit geldt met name voor belo-ningsbeleid van de ceo, voor de samenstellingvan de bestuurscommissies en het beschikbaarstellen van informatie over de achtergrond vanleden van de Raad van Commissarissen. Er zijnnauwelijks aex-bedrijven die achterblijven opdeze onderwerpen.
Beleid
Het beleid over corporate governance spitst zichtoe op handel met voorkennis, beloning van dedirectie en belangenverstrengeling. Dertien aex-bedrijven hebben beleid over alle drie de onder-werpen. Twee bedrijven verstrekken slechts eenalgemene beschrijving van hun beleid. Dit zijndsm en ihc Caland.
Managementsystemen
Voor wat betreft managementsystemen ligt defocus op de onafhankelijkheid van de leden vande Raad van Commissarissen (zie box 4) en opde aanwezigheid en samenstelling van bestuurs-commissies. Ook op dit aspect is de score vanNederlandse bedrijven relatief goed. De meestebedrijven hebben commissies ingesteld. Zohebben alle aex-bedrijven een controle (‘audit’)commissie. Op Heineken na hebben ook alleaex-bedrijven een beloningscommissie. In plaatsvan een beloningscommissie heeft Heineken weleen zogenaamde ‘Preparatory’ commissie. Dezecommissie bereidt bestuursbeslissingen voor.Een punt van aandacht voor vrijwel alle aex-bedrijven is de relatief lange benoemingstermijnvan commissarissen. Unilever is een positieveuitzondering hierop. Fortis, Heineken en vnuscoren tenslotte slecht op het onderdeel onaf-hankelijkheid commissarissen.
Prestaties
Voor wat betreft prestaties wordt met namegekeken naar de betrokkenheid van bedrijven bijrecente controverses op het gebied van beloning
Box 4: Heineken
Eén van de onderwerpen in het thema Corporate
governance is de onafhankelijkheid van commissa-
rissen. Heineken is één van de AEX-bedrijven die
het slechtste scoort op dit onderwerp. Maar liefst
vier van de zeven commissarissen worden door
DSR/SiRi niet als onafhankelijk gezien. Eén commis-
saris was voorheen lid van de directie van
Heineken Holding, één lid is tevens voorzitter van
de directie van Heineken Holding en twee leden
hebben (vermeende) familiebanden met andere
betrokken directie – of bestuursleden van bedrijfs-
onderdelen. Voor Heineken heeft deze casus tot
een verlaging van haar score geleid.
voor bestuursleden, boekhouding en de rechtenvan aandeelhouders. De score van zowel Ahold,kpn, Getronics als Aegon blijven op dit aspectachter bij die van de overige aex-bedrijven.Verder is gekeken of alle aandelen soortgelijkstemrecht hebben en of bedrijven het principeéén aandeel – één stem toepassen. In 2004maakte iets meer dan de helft van de aex-bedrijven nog steeds gebruik van aandelen metafwijkend stemrecht. Een ander punt vanaandacht is de aanwezigheid van anti-overnamestructuren. Slechts zes aex-bedrijven hebbenmogelijke obstakels verwijderd.
1 8
-0,2 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3
DSM
IHC Caland
Versatel
Heineken
Aegon
Ahold
KPN
VNU
Unilever
Wolters Kluwer
Shell
ING Group
ASML
Fortis
Getronics
Vedior
Akzo Nobel
TPG
Buhrmann
Reed Elsevier
ABN AMRO
Philips
Numico
Hagemeyer
Figuur 4: Prestaties t.o.v. Europees bedrijfstak-
gemiddelde inzake Corporate governance
6. Klanten
1 9
Prestatie ten opzichte van de bedrijfstak
Bij de beoordeling van de prestatie van eenbedrijf ten aanzien van het thema Klantenwordt met name gekeken naar productkwaliteit,productveiligheid en klanttevredenheid. Infiguur 5 is de verhouding weergegeven tussende score van de aex-bedrijven voor het themaKlanten en de gemiddelde prestatie van debedrijfstak waartoe zij behoren in Europa. De bedrijfstakken halfgeleiders, voedings-middelen/huishoudelijke artikelen en voedings-middelenproducenten kennen de hoogste gemid-delde Europese bedrijfstakscores, terwijl demediabedrijfstak hekkensluiter is in Europeesverband. Voor de aex-bedrijven is het vooral Philips dieopvallend bovengemiddeld scoort ten opzichtevan haar bedrijfstakgenoten. Ook tpg en Fortisgeven blijk van relatief veel aandacht aan klant-tevredenheid, (product)kwaliteit en product-
veiligheid. Hagemeyer en Vedior scoren aan-merkelijk lager dan hun bedrijfstakgemiddelde.
Transparantie
Slechts twee van de aex-bedrijven publiceerdenin 2004 geen enkel feit over het thema Klantenin het jaarverslag, op de website of in een afzon-derlijk verslag, te weten Hagemeyer en Vedior.Ook de aandacht die zowel Wolters Kluwer alsvnu aan dit onderwerp besteden is bescheiden.Dit in tegenstelling tot een aantal aex-bedrijvendie juist veel aandacht besteden aan dit thema inhun publieke informatie. Met name Philips entpg onderscheiden zich ten opzichte van deoverige aex-bedrijven in positieve zin op hetgebied van transparantie.
Beleid
Bij de beoordeling van het beleid van de aex-bedrijven is vooral gekeken in hoeverre er eenformeel beleid is geformuleerd gericht op kwali-teit en klanttevredenheid, marketing/advertentie-gedrag en productveiligheid. De meerderheidvan de bedrijven heeft een formeel beleid gefor-muleerd gericht op deze thema’s. kpn en Philipszijn hierin koploper aangezien zij een uitgebreidbeleid hebben geformuleerd op alle drie debovengenoemde thema’s. Bij Hagemeyer,Wolters Kluwer en Vedior werd het beleid opdit terrein niet of nauwelijks openbaar gemaakt.
Managementsystemen
De meerderheid van de aex-bedrijven geeftaan dat zij kwaliteits- of klanttevredenheids-systemen hebben ingevoerd. Eén van de
Box 5: KPN
In haar bedrijfscode beschrijft KPN dat ze een
verantwoord en veilig gebruik van communicatie-
middelen bevordert. In haar duurzaamheidsverslag
besteedt het bedrijf dan ook aandacht aan radio-
golven bij mobiele telefonie. Het bedrijf past
veiligheidseisen toe ten aanzien van zowel basis-
stations als mobiele telefoons. Naast eigen onder-
zoek naar de mogelijke gezondheidsrisico’s onder-
steunt het bedrijf ook onafhankelijk onderzoek
van derden. Daarnaast voert het bedrijf een aktief
voorlichtingsbeleid. Voor KPN heeft bovenstaande
tot een verhoging van haar score geleid.
-0,6 -0,4 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6
Hagemeyer
Vedior
Wolters Kluwer
VNU
Shell
Getronics
Versatel
Numico
Akzo Nobel
Unilever
ASML
Aegon
Heineken
ABN AMRO
Buhrmann
ING Group
KPN
Ahold
IHC Caland
DSM
Reed Elsevier
Fortis
TPG
Philips
Figuur 5: Prestaties t.o.v. Europees bedrijfs-
takgemiddelde inzake Klanten
bedrijven die voor zowel klanttevredenheid alsproductveiligheid uitgebreide programma’s heeftgeïmplementeerd is kpn (zie box 5). Ook asml,Numico en ihc Calland scoren goed op ditonderwerp. Zo geeft asml klanten de mogelijk-heid om gedurende drie dagen een nieuwemachine te testen in de fabriek en voert ihcCalland voor al haar schepen en platforms eenveiligheid en milieu risicoanalyse uit.
Prestaties
De meeste aex-bedrijven hebben één of meerderebedrijfsonderdelen/locaties gecertificeerd. Driebedrijven zijn volledig gecertificeerd op basisvan iso 9000 of vergelijkbare systemen. Dit zijnasml, dsm en Philips. De meeste aex-bedrijvenzijn betrokken bij één of meerdere controversesop het gebied van producten of diensten, marke-ting of monopolistisch gedrag. Slechts van zevenaex-bedrijven zijn geen controverses bekend overde afgelopen drie jaar. Onder deze bedrijvenbevinden zich Wolters Kluwer en Vedior.
2 0
Prestatie ten opzichte van de bedrijfstak
Het thema Werknemers richt zich op de aan-wezigheid van beleid aangaande de basisrechtenvan werknemers, op de uitwerking daarvan inprogramma’s voor werknemers (bijvoorbeeld ophet gebied van veiligheid, gelijke rechten entraining) en op de gegevens die het bedrijf ver-zamelt om de ontwikkeling van het personeels-bestand te volgen en te sturen. In figuur 6 is deverhouding weergegeven tussen de score van deaex-bedrijven voor het thema Werknemers en degemiddelde prestatie van de bedrijfstak waartoezij behoren in Europa. De hoogst scorende bedrijfstak is de energie-bedrijfstak, waardoor Shell - met zijn absoluutgezien beste prestatie – slechts een achtste positievan de aex-bedrijven inneemt. abn amro, op devoet gevolgd door ing Groep, levert relatiefgezien de beste prestatie, mede door het lageEuropese sectorgemiddelde. De prestatie vanVersatel blijft het verst achter vergeleken met degemiddelde prestatie van de bedrijfstak.Getronics scoort relatief hoog, mede doordat hetEuropese sectorgemiddelde van haar bedrijfstakhet laagste is van alle bedrijfstakken in Europa(zie hoofdstuk 10).
Transparantie
Op Versatel na publiceerden alle aex-bedrijven in2004 over het werknemersbeleid en -program-ma’s. Het meest transparant zijn Akzo Nobel,dsm, Fortis, Reed Elsevier en ing. Zij rappor-teerden uitvoerig via alle beschikbare kanalen:duurzaamheidsverslag, jaarverslag en de website.Slechts de helft van de aex-bedrijven rappor-teerde uitvoerig met kwantitatieve data over ditthema.
Beleid
De meeste bedrijven hebben beleid geformuleerdop één of meer van de zes fundamentele arbeids-rechten: gezondheid en veiligheid, gelijkebehandeling, vrijheid van vereniging, (vakbonds-vrijheid), kinderarbeid en dwangarbeid, werk-tijden en beloning. Daarbij zijn de eerste tweebeleidsterreinen het meest breed gedekt. AlleenWolters Kluwer en Versatel hebben op geen enkelvan deze terreinen publiek beleid. In de beoor-deling van deze beleidsprincipes wordt ondermeer gekeken of het bedrijf ook refereert aan deilo-conventies (dit zijn conventies van de
International Labour Organisation). Alleen Shelldoet dit voor alle zes beleidsterreinen.
Managementsystemen
Er zijn grote verschillen tussen de aex-bedrijvenwaar het om de invulling van programma’s voorde werknemers gaat. Het meest voorkomend zijnopleidingsprogramma’s en medezeggenschaps-programma’s, die beiden in de een of anderevorm bij vrijwel alle bedrijven voorkomen. Hetminst vaak voorkomend zijn programma’s voorgezondheid en veiligheid waar ook specifiekedoelen bij zijn gesteld (8 bedrijven), eigendoms-programma’s (8 bedrijven) en programma’s voorwinstdeling (8 bedrijven). De twee bedrijven die op alle programma’s hetmeest uitgebreid rapporteren zijn abn amro endsm. Zo heeft dsm ambitieuze doelstellingen ophet gebied van gezondheid en veiligheid vanmedewerkers. Het bedrijf wil tot de beste 25%van de industrie behoren. Verder heeft hetbedrijf als doelstelling om het ziekteverzuim opjaarbasis met 20% terug te dringen. Het bedrijfheeft interne richtlijnen opgesteld om hetbehalen van deze doelstellingen te bevorderen.Deze richtlijnen zijn in acht verschillende talenbeschikbaar. Bovendien besteedt het bedrijf veelaandacht aan training van medewerkers op hetgebied van gezondheid en veiligheid.
Prestaties
Ten aanzien van ziekteverzuim scoren negen aex-bedrijven de maximale score. Zij rapporteren op
2 1
7. Werknemers
Box 6: DSM
In maart 2004 heeft DSM een rechtzaak geschikt
met de families van overleden mijnwerkers. Deze
mijnwerkers zijn gestorven als gevolg van meso-
theliomie, een aan asbest gerelateerde vorm van
kanker. Per slachtoffer is een maximum bedrag
uitgekeerd van EUR 52.000. Ook in 2000 en 2003
zijn schikkingen getroffen. DSM werd beschuldigd
van nalatigheid in het identificeren van risico’s
gerelateerd aan het werken met asbest. DSM
ontkent het gebruik van asbest in de mijnen maar
sluit niet uit dat de werkernemers boven de grond
in aanraking zijn gekomen met asbest. Voor DSM
heeft deze casus tot een verlaging van haar score
geleid.
groepsniveau het ziekteverzuimcijfer en dit lieteen verbetering zien ten opzichte van voor-gaande jaren. Voor wat betreft medewerkers-tevredenheidsonderzoek voldeden slechts driebedrijven aan de voorwaarden zoals die doorSiRi worden gehanteerd. Alleen Shell heeft opbeide onderwerpen de maximale score behaald.Het aantal vrouwen in de raad van commissa-rissen of de directie van de aex-bedrijven blijftgering. Alleen Wolters Kluwer heeft een vrouw inbeide organen. Massaontslagen vielen in deafgelopen jaren bij veertien aex-bedrijven, terwijlnog eens vijf bedrijven met minder grote ontslag-rondes te maken hadden. Slechts negen aex-bedrijven zijn vrij van controverses op het gebiedvan medewerkers. Controverses rondom reorga-nisaties en incidenten ten aanzien van gezond-heid en veiligheid van medewerkers kwamen hetmeest voor. Incidenten rond gezondheid enveiligheid deden zich vooral voor bij productie-bedrijven zoals Shell, dsm (zie box 6), Unilever,Akzo Nobel en Philips.
2 2
-0,6 -0,4 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6
Versatel
Wolters Kluwer
Numico
Hagemeyer
Vedior
IHC Caland
Ahold
Buhrmann
ASML
VNU
Akzo Nobel
Aegon
Philips
KPN
Heineken
TPG
Shell
Unilever
Fortis
DSM
Reed Elsevier
Getronics
ING Group
ABN AMRO
Figuur 6: Prestaties t.o.v. Europees bedrijfstak-
gemiddelde inzake Werknemers
2 3
Prestatie ten opzichte van de bedrijfstak
Het thema Milieu draait onder andere om deaanwezigheid van beleid en systemen voorbedrijfsinterne milieuzorg. Verder behandelt hetde programma’s en de prestaties van het bedrijfop dit gebied, dat wil zeggen het daadwerkelijkewater-, energie- en materiaalgebruik en deontwikkelingen daarin. In figuur 7 is de verhou-ding weergegeven tussen de score van de aex-bedrijven voor het thema Milieu en de gemid-delde prestatie van de bedrijfstak waartoe zijbehoren in Europa. Op dit thema scoort Philips het beste (afgezettegen het bedrijfstakgemiddelde). Het bedrijfwordt op de voet gevolgd door Buhrmann.Versatel en Wolters Kluwer vormen wederom deachterhoede. Voor de Europese bedrijfstakgemiddelden scoortde sector halfgeleiders het beste met een scoreboven de 70%. De sector voedingsmiddelen/huishoudelijke artikelen scoort een respectabletweede plaats. Software blijft ver achter met eenscore ruim onder de 30%. De verschillen tussende sectoren zijn kortom groot. Ditzelfde geldtvoor de individuele score van de bedrijven.Unilever scoort het hoogste met ruim 85% enVersatel deelt de laatste plaats met WoltersKluwer met beide nog geen 15% score.
Transparantie
Twee aex-bedrijven publiceerden in 2004 geenenkel relevant feit over het thema Milieu in hetjaarverslag, te weten Versatel en WoltersKluwer.Ook Getronics en Vedior besteden nauwelijksaandacht aan dit thema. Over het algemeenbesteden aex-bedrijven ruime aandacht aan ditthema. Onder de meest transparante bedrijvenbevinden zich abn amro, Akzo Nobel, Unilever,Reed Elsevier, Heineken en kpn.
Beleid
Op de vier genoemde achterblijvende bedrijvenna heeft de rest van de aex-bedrijven een min ofmeer uitgewerkt milieubeleid. Philips en Shellhebben het meest uitgebreide milieubeleid gefor-muleerd. Zo heeft Philips de volgende vier basis-principles in haar milieubeleid vastgelegd: duur-zame ontwikkeling, voorkomen is beter dangenezen, totale levenscyclus benadering ensamenwerking. Shell heeft een gecombineerdbeleid over gezondheid, veiligheid en milieu
gedefiniëerd. Het beleid van Shell is met namegericht op het tegengaan van klimaatverandering,het verminderen van het affakkelen, lekkages enlozingen van afvalwater en het bevorderen vande veiligheid van tankers.
8. Milieu
Box 7: ING Groep
ING Groep is een van de financiële instellingen die
de zogenoemde Equator Principles heeft onder-
tekend. De Equator Principles is een code voor
commerciële banken die stelt dat voor projecten
die mimimaal 50 miljoen US dollar kosten een
zogenoemde sociale- en milieu impact assessment
moet worden uitgevoerd, waarbij de zwaarte van
de assessment afhangt van de mogelijke (nega-
tieve) impact van het project. Deze code is in juni
2003 geïntroduceerd. Eén van de organisaties die
financiële instellingen controleert op naleving van
deze principes is BankTrack (een NGO die zich richt
op de activiteiten van banken in ontwikkelings-
landen). BankTrack heeft in juni 2004 een rapport
uitgebracht waarin een aantal projecten tegen het
licht worden gehouden die volgens BankTrack niet
volgens de Equator Principles worden uitgevoerd
terwijl een aantal zogenoemde ‘Equator banken’
wel betrokken zijn. Zo wordt ING Groep bekriti-
seerd vanwege een financiële betrokkenheid bij de
Trans Thai-Malaysia pijplijn in Thailand. Deze pijp-
lijn transporteert onbewerkt natuurlijk gas van de
Golf van Thailand naar het vasteland. Na een
behandeling wordt het gezuiverde natuurlijke gas
verder getransporteerd naar de grens met Maleisië.
Er zijn diverse protesten geweest van de lokale
bevolking tegen het project. Volgens de bewoners
bedreigt het project de huidige leefwijze van deze
mensen en brengt het de voedselvoorraad in
gevaar. Tevens zijn de bewoners bezorgd over het
afvalwater en de luchtemissies die dit project met
zich mee zal brengen. De protesten zijn zo hoog
opgelopen dat de pijplijn sinds november 2003 dag
en nacht wordt bewaakt. Ondanks de projecten is
het de verwachting dat het eerste gas medio 2005
door de pijplijn zal worden getransporteerd. Voor
ING het ondertekenen van de Equator Principles
tot een verhoging van de score geleid, terwijl de
betrokkenheid bij controversiële projecten tot een
verlaging van de score heeft geleid. De contro-
verses en het beleid gecombineerd heeft tot een
verhoging van de score van ING geleid.
Managementsystemen
De meeste grote productiebedrijven, zoals asml,Akzo Nobel, dsm, Philips, Shell en Unileverhebben vrij complete milieuzorgsystemen uit-gerold tot in alle wereldwijde vestigingen. In hetalgemeen is er een speciale milieu-afdeling enomvatten deze systemen externe auditing,interne training, criteria voor leveranciers enreductieplannen ten behoeve van grondstoffen-verbruik, energiegebruik en emissies. Opvallendis ook de uitgebreide milieuprogramma’s vanReed Elsevier, abn amro en ing. De prestaties vande bedrijfstakgenoten vnu, Wolters Kluwer,Fortis en Aegon blijven hierbij ver achter.
Prestaties
Slechts twee aex-bedrijven hebben al hunproductievestigingen gecertificeerd op hetgebied van milieu. Dit zijn asml en Shell. Akzo,Buhrmann, dsm, Heineken, Philips en tpghebben het merendeel van hun productie-vestigingen gecertificeerd. kpn, asml, dsm,Heineken, Unilever, Shell en Philips verstrekkenhet meest uitgebreid bedrijfsbrede informatie
over milieuprestaties. Ook opvallend is derapportage van ing over haar milieuprestaties.Binnen de financiële sector geeft ing Groep veelmeer feitelijke milieu-informatie dan haarbranchegenoten. Het meest succesvol in hetverbeteren van milieuprestaties zijn kpn, Shellen Unilever. Op het gebied van controverses scoren de aex-bedrijven redelijk goed. Van maar liefst 17bedrijven zijn geen milieucontroverses bekend.Shell en dsm zijn het meest betrokken bij contro-verses. ing en abn amro zijn betrokken bij hetfinancieren van projecten die een negatieveimpact hebben op het milieu (zie box 7).
2 4
-0,8 -0,6 -0,4 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8
Versatel
Wolters Kluwer
Hagemeyer
Vedior
IHC Caland
Numico
VNU
Ahold
Fortis
ASML
Aegon
Shell
KPN
DSM
Akzo Nobel
Getronics
TPG
Heineken
ING Group
Unilever
ABN AMRO
Reed Elsevier
Buhrmann
Philips
Figuur 7: Prestaties t.o.v. Europees bedrijfstak-
gemiddelde inzake Milieu
Prestatie ten opzichte van de bedrijfstak
Het thema Leveranciers ligt in het verlengde vanhet thema Werknemers en het thema Milieu. Indit onderdeel wordt bekeken of ondernemingeneisen stellen aan de manier waarop leveranciersmet hun werknemers en het milieu omgaan. Infiguur 8 is de verhouding weergegeven tussen descore van de aex-bedrijven voor het themaLeveranciers en de gemiddelde prestatie van debedrijfstak waartoe zij behoren in Europa. De hoogste bedrijfstakscore is voor de bedrijfstakvoedingsmiddelen/huishoudelijke artikelen.Door deze hoge bedrijfstakscore eindigt Ahold,dat absoluut gezien goed presteert, toch op dedertiende plaats. De bedrijfstak met de laagstescore is software. Opvallend is dat Getronics indit verband niet beter scoort dan het bedrijfstak-gemiddelde. Reed Elsevier laat van alle aex-bedrijven relatief de beste prestatie zien tenopzichte van haar branchegenoten. Het bedrijfscoort circa 125% beter dan het bedrijfstakgemid-delde. Ter vergelijking, bij de overige thema’skomt de hoogste score niet boven de 75% uit.Ook ing en abn amro laten een goede prestatiezien. Het thema Leveranciers kent binnen de aex-bedrijven een grote spreiding van de absolutescores: deze varieert van 26% tot 68% van demaximale score.
Transparantie
Het thema Leveranciers is duidelijk in ontwikke-ling bij aex-bedrijven. In 2004 waren maar liefstzes bedrijven transparant over dit onderwerp.Vorig jaar waren dit nog maar twee bedrijven.Tot de koplopers behoren Unilever, Ahold, ReedElsevier en Philips. Dat er nog ruimte is voorverbetering blijkt uit het feit dat 10 aex-bedrijvennog steeds niet of nauwelijks het thema tersprake brengen in hun publieke uitingen.
Beleid
Bij de beoordeling van het beleid van de aex-bedrijven is onder andere gekeken of er beleid isvoor alle basisrechten voor werknemers vantoeleveranciers (gezondheid en veiligheid,werktijden en beloning, vrijheid van vereniging,kinderarbeid, dwangarbeid en discriminatie)en of de bedrijven daarbij de ilo Conventiesonderschrijven. Alleen Shell voldoet hiervolledig aan. Ook Ahold, Philips, Reed Elsevieren Unilever hebben op ten minste vier van de
zes basisrechten een beleid geformuleerd. Vier bedrijven hebben een meer algemene verkla-ring over het respecteren van de mensenrechtengeformuleerd en geven aan alleen met leveran-ciers in zee te gaan die dit ook doen. Dit zijnasml, vnu, ihc Caland en tpg. Deze bedrijvenverwijzen naar onder andere de UniverseleVerklaring van de Mensenrechten, de oecd-richtlijnen (Organisation for EconomicCooperation and Development) voor multi-nationale ondernemingen, de un GlobalCompact richtlijnen en/of de TripartieteVerklaring van Principes voor Multinationaleondernemingen.
Managementsystemen
Hoe succesvol toeleveranciers de beleidsprin-cipes van hun afnemers naleven kan alleenworden afgemeten aan de hand van controles.Slechts een beperkt aantal aex-bedrijven hebbenmanagementsystemen geïmplementeerd tercontrole op naleving van hun beleidsprincipes.Het meest veroorstrevend zijn Buhrmann enReed Elsevier (zie box 8). Zo laat Buhrmann alhaar toeleveranciers een contract tekenen waarinstaat dat zij zich moeten houden aan de richt-lijnen van het bedrijf. Indien toeleveranciers zichniet houden aan het contract krijgen ze de moge-lijkheid het gedrag te verbeteren gedurende eenbepaalde periode. Is na afloop van de periodegeen sprake van verbetering dan wordt het
2 5
9. Leveranciers
Box 8: Reed Elsevier
In juni 2004 heeft Reed Elsevier een bedrijfscode
voor haar toeleveranciers geïmplementeerd. Deze
code bevat een uitgebreide beschrijving van het
beleid met betrekking tot kinderarbeid, dwang-
arbeid, lijfstraffen, discriminatie, vakbondsvrijheid,
gezondheid en veiligheid, beloning en werktijden.
De code gaat verder dan alleen toeleveranciers en
strekt zich ook uit naar onderaannemers van toe-
leveranciers. Verder wordt uitgebreid beschreven
hoe controle op nalevering wordt uitgeoefend,
inclusief onaangekondigde bezoeken. Ook is een
boeteclausule vastgelegd. Alle toeleveranciers van
Reed Elsevier moeten deze code ondertekenen.
Voor Reed Elsevier heeft deze code en implemen-
tatie daarvan tot een verhoging van haar score
geleid.
contract opgezegd. De controle op nalevingwordt mede uitgevoerd door een externe partij.
Prestaties
Ahold is het enige bedrijf dat in 2004 informatieover sociale certificering heeft verstrekt. Zostimuleert een dochteronderneming van Aholdbijvoorbeeld sociale certificering bij leveranciers,is de koffie van Albert Heijn sinds 2003 gecerti-ficeerd volgens het Utz Kapeh-systeem enverkoopt het bedrijf producten met een FairTrade label. Geen enkel aex-bedrijf rapporteertover de bevindingen van sociale audits.Betrokkenheid bij controverses op het gebied vanbasisrechten voor werknemers komt bij aex-bedrijven weinig voor.
2 6
-1,0 -0,5 0,0 0,5 1,0 1,5
Versatel
Numico
Heineken
Vedior
Wolters Kluwer
DSM
Hagemeyer
KPN
Fortis
Aegon
Getronics
Ahold
IHC Caland
VNU
Akzo Nobel
ASML
Shell
Unilever
TPG
Buhrmann
Philips
ABN AMRO
ING Group
Reed Elsevier
Figuur 8: Prestaties t.o.v. Europees bedrijfstak-
gemiddelde inzake Leveranciers
40 45 50 55 60 65 70
België (10)
Spanje (20)
Italië (32)
Duitsland (37)
Zwitserland (34)
Frankrijk (44)
Nederland (24)
Scandinavië (41)
Verenigd Koninkrijk (94)
Europees gemiddelde
In dit hoofdstuk wordt een vergelijking gemaakttussen de prestaties van grote beursgenoteerdeondernemingen in Europa op het terrein vanduurzaam ondernemen. De ratings zijn voor devergelijking per land gegroepeerd en vervolgenszijn per land gemiddelden berekend. Landen metminder dan tien onderzochte ondernemingenzijn in verband met de betrouwbaarheid uit hetbestand gehaald, waardoor negen landen en 336ondernemingen overbleven.
Totaalscore per land
De gemiddelden van de totaalscores zijn infiguur 9 weergegeven. Achter het land wordt hetaantal ondernemingen vermeld dat in deanalyses is meegenomen. In de analyse zijn 24Nederlandse aex-bedrijven opgenomen5.
De Nederlandse ondernemingen nemen geza-menlijk een derde plaats in. Het verschil met de
Scandinavische bedrijven, op nummer twee,bedraagt 0,5%-punt. De Belgische, Spaanse,Italiaanse en Duitse bedrijven scoren gemiddeldduidelijk onder het gemiddelde van alleEuropese ondernemingen. Met uitzondering vanhet thema Milieu scoren de Nederlandsebedrijven bovengemiddeld. Voor alle thema’s,met uitzondering van de thema’s Milieu enWerknemers, scoren de Nederlandse bedrijvenzelfs binnen de Top 2. Opvallend is dat de scorevoor het thema Milieu zo laag is: hier komtNederland op de zevende plaats; net na deBelgische bedrijven. Evenals vorig jaar moet hiergeconstateerd worden dat – ondanks de langehistorie van overheidsbeleid – aex-bedrijven opmilieuzorg ondermaats presteren. Op Bedrijfs-ethiek scoren de Nederlandse bedrijven overi-gens bijzonder hoog; 8%-punt hoger dan denummer 2 op dit thema.
2 7
10. De prestaties van Nederlandse ondernemingen in Europees perspectief
Figuur 9: Gemiddelde totaalscore per land
5 De aex kent twee ondernemingen die ook in België en het vk genoteerd zijn. Voor deze analyse is gekozen om de bedrijven alsNederlandse bedrijven te zien. Verder is geen informatie beschikbaar over Koninklijke p&o Nedlloyd. Vandaar dat van de 25aex-bedrijven slechts 24 Nederlandse bedrijven voor de analyses in dit hoofdstuk resteren.
40 45 50 55 60 65 70
Software (11)
Consumentengoederen (14)
Commerciële dienstverlening (10)
Media (16)
Transport (14)
Financiële sector (75)
Kapitaalgoederen (35)
Voedingsmiddelenproducenten (15)
Halfgeleiders (6)
Basismaterialen (33)
Telecommunicatie (17)
Energie (10)
Voedingsmiddelen / huishoudelijke artikelen (7)
Europese bedrijfstakgemiddelden
In figuur 10 worden voor de Europese bedrijvende gemiddelde totaalscores per bedrijfstak weer-gegeven. Achter de bedrijfstak wordt het aantalondernemingen vermeld dat in de analyses ismeegenomen. In tabel 1 wordt de topscoorderper bedrijfstak weergegeven. Opvallend veelBritse bedrijven zijn in Europees perspectiefkoploper in hun bedrijfstak. Figuur 10 laat duide-
lijk de grote spreiding zien in duurzaamheid-prestaties van de bedrijfstakken. De bedrijfs-takken voedingsmiddelen/huishoudelijkeartikelen en energie blijken het beste te presterenop het gebied van duurzaamheid, terwijl desoftware bedrijfstak daar ver bij achterblijft.
Uit figuur 11 blijkt dat het thema Corporategovernance redelijk constant is door de bedrijfs-
2 8
Tabel 1: Hoogst scorende bedrijf in Europa per bedrijfstak
Bedrijfstak Bedrijf Score Land
Voedingsmiddelen / huishoudelijke artikelen Carrefour 77.7% FrankrijkEnergie bg Group 81.4% Verenigd KoninkrijkTelecommunicatie British Telecom 86.8% Verenigd KoninkrijkBasismaterialen bhp Billiton 83.4% Verenigd KoninkrijkHalfgeleiders STMicroelectronics 80.4% FrankrijkVoedingsmiddelenproducenten Unilever 77.5% Nederland/Verenigd KoninkrijkKapitaalgoederen abb 80.7% ZwitserlandFinanciële sector Aviva 79.5% Verenigd KoninkrijkTransport baa Plc. 72.0% Verenigd KoninkrijkMedia Reed Elsevier 77.5% Nederland/Verenigd KoninkrijkCommerciële dienstverlening iss a/s 71.4% DenemarkenConsumentengoederen Philips 74.1% NederlandSoftware Telecom Italia Media 70.4% Italië
Figuur 10: Gemiddelden van Europese bedrijven per bedrijfstak
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100LeveranciersMilieuWerknemersKlantenCorporate governanceSamenlevingBedrijfsethiek
TransportTele-communicatie
SoftwareHalfgeleidersMediaBasis-materialen
Voedings-middelen-
produ-centen
Voedings-middelen /
huishoudelijkeartikelen
Financiëlesector
EnergieConsu-menten-
goederen
Commerciëledienst-
verlening
Kapitaal-goederen
2 9
takken heen, terwijl andere thema’s groteverschillen vertonen. Dat juist dit thema constantis, is niet verwonderlijk, omdat de randvoor-waarden in veel landen relatief expliciet in dewet zijn vastgelegd. Ook het thema Bedrijfsethiekscoort goed. Afgezien van de software sectorbehalen alle sectoren een score van ten minste60%. Het thema Leveranciers krijgt relatief nogsteeds veruit de minste aandacht. Voor vrijwelalle sectoren is de score op dit thema het laagst.
Verder geeft de figuur inzicht in het belang datbedrijfstakken aan verschillende thema’s vanduurzaamheid toekennen. Opvallend zijn descores voor de voedingsmiddelen/huishoudelijke
artikelen sector. De scores zijn niet alleenconstant maar ook relatief hoog. Voor allethema’s schommelt de score tussen de 63 en76%. Met name de score voor het themaLeveranciers valt op. De score ligt bijna 22%-punt hoger dan de score van de opvolger de tele-communicatie sector. Het thema Leveranciersbuiten beschouwing latend, zijn de scoresbinnen de voedingsmiddelenproducenten entelecommunicatie bedrijfstakken ook vrijconstant. In de software sector variëren deonderlinge scores het meest. Software valt ookop door de relatief lage scores. Opvallend is degeringe aandacht aan de thema’s Milieu,Samenleving en Werknemers.
Figuur 11: Gemiddelde themascore per bedrijfstak
11. Vergelijking resultaten 2005 en 2004aex rapport
3 1
De onderliggende systematiek waarop dit rapportgebaseerd is, komt overeen met die van het voor-gaande aex rapport. Van de 25 aex-bedrijven zijn22 bedrijven in beide rapporten beschreven. Indit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan dewijzigingen in het 2005 rapport ten opzichte vanhet 2004 rapport voor de bedrijven die in beiderapporten beschreven zijn.
Figuur 12 geeft de procentuele verandering weervan de bedrijfsscores 2005 ten opzichte van2004. Het valt op dat de meeste bedrijven eenverbetering laten zien. Veelal betreft het zelfs eenbehoorlijke procentuele verbetering. Zeker alsdeze percentages worden afgezet tegen depercentages van de bedrijven die een daling latenzien. De hoogste stijger verbetert haar score met51% (Hagemeyer) terwijl de grootste daler (Shell)een teruggang laat zien van 8%. De verbetering is
des te opmerkelijk, omdat vanwege toenemendemaatschappelijke ontwikkelingen en aandachtvoor het thema duurzaamheid, de eisen die aanbedrijven gesteld zijn, in 2004 verder aange-scherpt zijn. Dit geldt met name voor de thema’sCorporate governance en Leveranciers. VoorBedrijfsethiek en Leveranciers geldt dat meeruitgebreid wordt gekeken naar programma’s diede uitvoering van het beleid waarborgen en ooktoetsen op naleving. Voor wat betreft Corporategovernance zijn bijvoorbeeld onderwerpentoegevoegd als anti-overname maatregelen ende benoemingsperiode van commissarissen. Opvallend is de procentuele stijging vanHagemeyer en Getronics. Hagemeyer heeft inaugustus 2004 voor het eerst haar ‘BusinessPrinciples’ bekend gemaakt. Deze ‘principles’hebben betrekking op alle medewerkers. Dethema’s die door deze principes worden behan-deld zijn bedrijfsethiek, arbeidsrechten, gezond-heid, veiligheid en milieu. Dit heeft ertoe geleiddat de score van het bedrijf op al deze onder-werpen is verbeterd. Getronics heeft in 2004 voorhet eerst haar beleid openbaar gemaakt in een‘management charter’. Dit document beschrijfthet beleid van Getronics op het gebied vanbedrijfsethiek, discriminatie, gezondheid, veilig-heid en milieu. Ook abn amro laat een verbetering zien. Heteerste duurzaamheidverslag van abn amrobehandelt een groot aantal duurzaamheid-thema’s en dilemma’s waarmee het bedrijf in depraktijk te maken heeft. Tevens heeft abn amroeen aantal managementsystemen geïmplemen-teerd. Dit heeft tot een hogere duurzaamheid-score geleid. De grootste daler is Shell gevolgd door dsm enAhold. Voor Shell geldt dat met name de scorevoor Bedrijfsethiek, Klanten en Leveranciers isverslechterd. De score voor Klanten en Leveran-ciers is veranderd als gevolg van aangescherpteeisen op het gebied van beleid en programma’s.Voor wat betreft Bedrijfsethiek wordt dit veroor-zaakt door de controverse rondom de bijstellingvan de olie- en gasvoorraden bij Shell. Deverslechtering bij dsm en Ahold wordt veroor-zaakt door aangescherpte eisen aangaande dethema’s Bedrijfsethiek en Corporate governancevoor dsm en Leveranciers voor Ahold.
-10 0 10 20 30 40 50 60
Shell
DSM
Ahold
KPN
Numico
IHC Caland
Wolters Kluwer
TPG
ING Group
Philips
Fortis
VNU
Heineken
Reed Elsevier
Unilever
ASML
Buhrmann
Aegon
Akzo Nobel
ABN AMRO
Getronics
Hagemeyer
Figuur 12: Wijzigingen % totale bedrijfsscore
2005 ten opzichte van 2004
3 2
Dat de procentuele stijgingen van Hagemeyer enGetronics niet volledig tot uitdrukking komen infiguur 1 houdt verband met een algehele verbe-tering in de bedrijfstakken kapitaalgoederen ensoftware. Uit figuur 13 blijkt zelfs dat allebedrijfstakken een vooruitgang laten zien. Geenenkele sector laat een achteruitgang zien. Daaruitkan worden geconcludeerd dat duurzaam onder-nemen in Europa binnen alle sectoren in toe-nemende belangstelling staat. Met name debedrijfstakken software en media vallen op doorhun procentuele stijging. Dit zijn tevens twee vande drie bedrijfstakken die in de analyse 2004 hetlaagste scoorden. Software staat ondanks degrote stijging nog steeds onderaan met eengemiddelde score van 45% (zie figuur 10). Mediais een plaats opgeschoven ten nadele vancommerciële dienstverlening. Ondanks de groteverschillen in percentages is de rangorde van
bedrijfstakken nauwelijks veranderd. Energie isin 2005 van plaats gewisseld met voedingsmid-delen/huishoudelijke artikelen waardoor dezelaatstgenoemde bedrijfstak nu op de eerste plaatsstaat. Energie is in 2005 nauwelijks gegroeid tenopzichte van 2004 terwijlvoedingsmiddelen/huishoudelijk artikelen tocheen groei van bijna 5% laat zien. Ook tele-communicatie en basismaterialen zijn van plaatsgewisseld. In 2005 is telecommunicatie met bijna12% gegroeid terwijl basismaterialen slechts een5% groei liet zien.
Het samenvoegen van de beide figuren leidt ertoe dat Hagemeyer, het bedrijf met de grootsteprocentuele stijging in 2005, nog steeds 27%slechter scoort dan het gemiddelde van haarbedrijfstak.
0 5 10 15 20 25 30
Energie
Voedingsmiddelen / huishoudelijke artikelen
Basismaterialen
Kapitaalgoederen
Halfgeleiders
Financiële sector
Transport
Voedingsmiddelenproducenten
Commerciële dienstverlening
Consumentengoederen
Telecommunicatie
Media
Software
Figuur 13: Wijzigingen % totale bedrijfstakscore 2005 ten opzichte van 2004
Om de duurzaamheidprestaties van de aex-bedrijven in een breder perspectief te plaatsen,is het landengemiddelde van 260 grote Europeseondernemingen met elkaar vergeleken. DeNederlandse ondernemingen scoren gemiddeldeen derde plaats. Hekkensluiter zijn de Belgischeondernemingen. Met uitzondering van het themaMilieu scoren de Nederlandse bedrijven boven-gemiddeld op alle onderliggende thema’s. Vooralle thema’s, met uitzondering van de thema’sMilieu en Werknemers, scoren de Nederlandsebedrijven zelfs binnen de Top 2. De Nederlandsebedrijven scoren met name goed op het themaBedrijfsethiek.
Uit het onderzoek blijkt dat Philips relatief hetbeste scoort en Versatel hekkensluiter is. Philipsis van alle aex-bedrijven de sterkste koploperbinnen haar eigen bedrijfstak. Haar totaleduurzaamheidscore ligt 45% boven die van hetEuropese gemiddelde in de bedrijfstak consu-
mentengoederen. Andere opvallende koplopersbinnen hun respectievelijke bedrijfstak zijn ReedElsevier en abn amro en ing Groep. Voor demediasector valt de grote spreiding tussen deaex-bedrijven op: Reed Elsevier scoort 37% beterdan haar Europese bedrijfstakgemiddelde (enscoort daarmee een goede tweede plaats in deaex-index), vnu scoort 8% onder haar bedrijfs-takgemiddelde, terwijl Wolters Kluwer ruim 40%slechter scoort dan het Europese bedrijfstak-gemiddelde.
Indien bedrijven ingedeeld zouden worden naarenerzijds hun eigen mate van aandacht voorduurzaamheid en anderzijds naar de mate vanaandacht binnen hun sector, resulteert een beeldzoals gepresenteerd in figuur 14. In deze figuurworden de aex-bedrijven in vier groepen inge-deeld. De onderliggende scores worden gepresen-teerd in figuur 15 in bijlage 1. De vier groepen zijn:1. struisvogels: aex-bedrijven met een lage abso-
3 3
12. Conclusie
Struisvogels
HagemeyerIHC Caland
Numico Versatel
Laagvliegers
GetronicsVediorVNU
Wolters Kluwer
Hoogvliegers
Ahold Akzo Nobel
ASMLDSM
HeinekenKPNShell
Unilever
Trekvogels
ABN AMRO Aegon
BuhrmannFortis
ING GroupPhilips
Reed Elsevier TPG
LAA
GH
OO
G
LAAG HOOG
Aandacht voor duurzaamheid per AEX-bedrijf
Aan
dac
ht
voo
r d
uu
rzaa
mh
eid
bin
nen
de
Euro
pes
e b
edri
jfst
ak
Figuur 14: Struisvogels, hoogvliegers, laagvliegers en trekvogels
lute score binnen een bedrijfstak waar relatiefveel aandacht aan duurzaamheid bestaat;kennelijk wordt door collega-bedrijven duur-zaamheid als zeer relevant gezien maar zijnde Nederlandse aex-bedrijven in deze groepdesondanks van mening dat dat onterecht is;
2. laagvliegers: dit zijn aex-bedrijven die welis-waar laag scoren maar zich in bedrijfstakkenbevinden waar dat niet veel beter is; duur-zaamheid wordt in deze bedrijfstakken nogals niet relevant ervaren en de aex-bedrijvenin deze groep zijn dezelfde mening toege-daan;
3. trekvogels: dit zijn aex-bedrijven die zich overhet algemeen in soortgelijke bedrijfstakken alsde laagvliegers bevinden, maar desondanksde mening zijn toegedaan dat duurzaamheidrelevant is; deze bedrijven roeien tegen destroom in en zijn trendsetters binnen hunbedrijfstak;
4. hoogvliegers: dit zijn aex-bedrijven die even-eens trendsetter kunnen zijn (ook oversectoren heen) en die zich in bedrijfstakkenbevinden waar gemiddeld veel aandacht aanduurzaamheid wordt geschonken; deze aex-bedrijven dienen een extra beentje voor tezetten om in portefeuilles van duurzamebeleggers opgenomen te worden.
Trekvogels hebben het ten opzichte van hoog-vliegers relatief makkelijk om in portefeuilles vanduurzame beleggers opgenomen te worden (datwil zeggen voor beleggers die screenings uitvoerenop basis van een best-in-class methode).Daarentegen zijn zij ook bijzonder, aangezien zijtegen de stroom in roeien en actief zijn op hetterrein van duurzaamheid in een bedrijfstak waarrelatief (nog) weinig op dit vlak gebeurt.
3 4
Hoofdstuk 10 liet zien dat voor de diversebedrijfstakken waarin de aex-bedrijven opererende gemiddelde Europese duurzaamheidscoressterk uiteenlopen6. Gemiddeld scoren bedrijvenin de bedrijfstak voedingsmiddelen/huishoude-lijke artikelen ongeveer 50% hoger dan bedrijvenafkomstig uit de software bedrijfstak. Anderebedrijfstakken die gemiddeld laag scoren zijn deconsumentengoederen, commerciële dienst-verlening en mediabedrijfstakken. Hoog scorenverder bedrijven in de energie, telecommunicatieen basismaterialen bedrijfstakken. Een gemid-deld hoge bedrijfstakscore kan samenhangen metgoede prestaties van enkele individuele bedrijvenen/of bedrijfstakbreed op enkele of alle relevanteduurzaamheidthema’s (en vice versa).
De bedrijfstakscore zegt iets over de mate waarindoor de bedrijven in die bedrijfstak het thema‘duurzaamheid’ als relevant issue wordt gezien,uitgedrukt in de mate waarin er door hen beleidis geformuleerd, managementsystemen zijn inge-voerd en prestaties zichtbaar zijn. Ook eventuelecontroverses, het anticiperen daarop en de matevan transparantie fungeren als parameter. Degemiddelde bedrijfstakscore kan zodoende alsindicator worden gezien voor de relevantie vanduurzaamheid in de betreffende bedrijfstak.
Als we vervolgens de prestaties van de indivi-duele aex-bedrijven bekijken zien we eveneensuiteenlopende prestaties. Reed Elsevier enUnilever scoren hoog, direct gevolgd door Shell,abn amro en ing Groep. Het laagst scorenWolters Kluwer en Versatel. Figuur 15 laat zien
hoe deze ‘prestaties’ zich verhouden binnen deaex en ten opzichte van de Europese bedrijfstak-genoten. In de figuur is dit weergegeven met opde horizontale as de duurzaamheidscore van hetaex-bedrijf en op de verticale as de gemiddeldescore van de bedrijfstak waarin het bedrijf isondergebracht. Hoe hoger de positie van eenbedrijf, des te hoger scoort de bedrijfstak. Deschuine lijn geeft aan hoe een bedrijf zou scorenop het voor zijn relevantebedrijfstakgemiddelde7. Hoe meer een bedrijfrechts van deze lijn scoort, des te meer hetbinnen zijn bedrijfstak koploper is. Zo valt dezeer goede prestatie van Philips op (grote afstandvan de schuine lijn naar rechts), en zijn Versatelen Wolters Kluwer duidelijke achterblijvers inhun sector (grote afstand van de schuine lijnnaar links). Tevens is zichtbaar dat de ‘absolutescore’ van Reed Elsevier hoger is dan die vanPhilips. Dit betekent dat ofwel Reed Elsevier veelconcurrentie ondervindt in haar bedrijfstak en/ofPhilips juist weinig concurrentie ondervindtbinnen haar bedrijfstak. De figuur maakt zicht-baar dat beide het geval zijn.
3 5
Bijlage 1: Duurzaamheidscores van de bedrijven en bedrijfstakken vergeleken
6 Er dient te worden opgemerkt dat sommige bedrijfstakken (gics industry groups) zeer gevarieerde bedrijven vertegenwoordigenen dat dit het gemiddelde kan beïnvloeden. ‘Afdalen’ naar een lager bedrijfsgroepering niveau (bijvoorbeeld gics industries ofzelfs sub-industries in plaats van gics industry groups) zou dan meer representatieve resultaten opleveren. Hiervoor is voor deoverzichtelijkheid niet gekozen. Bovendien zou het aantal bedrijven per bedrijfsklasse dan dusdanig laag worden dat statistischeen vergelijking met het gemiddelde niet meer (goed) mogelijk is. Zo is het Europese bedrijfstakgemiddelde van de consumen-tengoederen bedrijfstak 51.2%. Deze bedrijfstak bestaat uit drie bedrijfsgroepen (gics industries): huishoudelijke consumenten-goederen (‘household durables’: Europees gemiddelde 65,7%), kleding/schoenen (‘textiles, apparel and luxury goods’:Europees gemiddelde 42,4%) en vrijetijdsapparatuur en –producten (‘leisure equipment and products’, Europees gemiddelde49,3%). Hiermee wordt duidelijk dat de toppositie van Philips (in hoofdstuk 2) mede is gebaseerd op de gemiddeld zeer lageprestaties van bedrijven die weliswaar in dezelfde gics bedrijfstak zijn opgenomen maar niet tot haar directe concurrenten gere-kend kunnen worden. Indien hiervoor gecorrigeerd zou worden en Philips zou vergeleken worden op het niveau van bedrijfs-klassen (dat wil zeggen op niveau van gics industries en daarmee met slechts vijf andere huishoudelijke consumentengoederen-bedrijven), dan zou Philips terugzakken naar een tiende plaats. Uiteraard zal met een dergelijke methodologische wijziging ookde positie van andere bedrijven veranderen.
7 De schuine lijn heeft geen statistische relevantie, ofwel geeft geen statistisch verband weer. Het laat per bedrijfstak zien waarhet omslagpunt voor boven/onder Europees bedrijfstakgemiddelde voor de aex-bedrijven ligt.
3 6
30 40 50 60 70 8040
45
50
55
60
65
70
Philips
Reed Elsevier
ING Groep
TPG
Shell
DSM
Fortis
KPN
Unilever
Buhrmann
Ahold
Getronics
Heineken
Vedior
VNU
Aegon
Numico
ASMLAkzo Nobel
IHC Caland
Versatel
Wolters Kluwer
ABNAMRO
Hagemeyer
Energie
Voedingsmiddelen/huishoudelijke artikelen
Basismaterialen
Telecommunicatie
Voedingsmiddelenproducenten
Kapitaalgoederen
Financiële sector / transport
Commerciële dienstverlening
Media
Consumentengoederen
Software
Mate van bedrijfsaandacht voor duurzaamheid
Mat
e va
n s
ecto
raan
dac
ht
voo
r d
uu
rzaa
mh
eid
Halfgeleiders
Figuur 15: Bedrijfs- en sectoraandacht voor duurzaamheid
Hoofdstuk 2 behandelt de duurzaamheid-prestaties van de aex-bedrijven ten opzichte vande Europese bedrijfstakgemiddelden. De scorevan het bedrijf in figuur 1 hangt af van zowel deeigen prestaties als de prestaties van de bedrijfs-tak waarin het bedrijf zich bevindt. In dezebijlage wordt inzicht gegeven in de rangorde vanhet bedrijf in de bedrijfstak en het aantal onder-nemingen waarmee het bedrijf is vergeleken. Inonderstaande tabel staan de bedrijven in volg-orde van figuur 1 genoemd met daarachter derangorde binnen de Europese bedrijfstak envervolgens het aantal bedrijven binnen debedrijfstak waar het bedrijf mee vergeleken is.
Tabel 2: Rang AEX-bedrijven binnen de Europese
bedrijfstak
Bedrijfsnaam Rangorde Aantal
in Europa bedrijven
Philips 1 14Reed Elsevier 1 16abn amro 5 75ing Group 7 75Buhrmann 3 10Unilever 1 15Getronics 2 11tpg 3 14Fortis 20 75Aegon 22 75dsm 11 33Shell 5 10Akzo Nobel 12 33asml 3 6Heineken 8 15kpn 9 17Ahold 4 7vnu 11 16Numico 11 15Vedior 9 10ihc Caland 9 10Hagemeyer 30 35Wolters Kluwer 16 16Versatel 17 17
3 7
Bijlage 2: Rang aex-bedrijven binnen de Europese bedrijfstak
Dutch Sustainability Research (dsr) is in januari2002 door MeesPierson, pggm en Triodos Bankopgericht en richt zich op het verzamelen vanbetrouwbare informatie over de duurzaamheidvan Nederlandse beursgenoteerde onderne-mingen aan de hand van een gestandaardiseerde
format. dsr levert via SiRi Pro eenduidigebedrijfsprofielen en -ratings die internationaaldoor tientallen institutionele beleggers en finan-ciële instellingen worden gebruikt. Tevens biedtdsr benchmarking-analyses aan beursgenoteerdeondernemingen aan.
3 8
Bijlage 3: Dutch Sustainability Research
Box 9: SiRi Company en SiRi Pro
Sustainable Investment Research International
(SiRi) Company Ltd is ‘s werelds grootste, onafhan-
kelijke leverancier van sri-onderzoek en -advies ten
behoeve van institutionele investeerders en finan-
ciële professionals. De belangrijkste filosofie achter
het onafhankelijk onderzoek en advies van SiRi
Company is de erkenning dat wereldwijd inves-
teren om wereldwijd onderzoek vraagt. Hierbij
moet bij duurzaamheidanalyse van bedrijven
rekening gehouden worden met lokale omstandig-
heden en culturele verschillen. Om die reden
bestaat SiRi uit lokaal aanwezige research-leveran-
ciers. Deze SiRi Company Network partners
verzorgen SRI-research van bedrijven in een
passend format en met een strenge kwaliteits-
standaard opgesteld door SiRi Company. Dit geeft
klanten het voordeel van een wereldwijde dekking
gebaseerd op lokale kennis. SiRi Company verzorgt
gedetailleerde profielen en ratings van de grootste
bedrijven wereldwijd. De SiRi Company Network
Partners onderzoeken in totaal de duurzaamheid
van meer dan 4.000 bedrijven ter wereld. Onder
de klanten van SiRi Company bevinden zich enkele
van de grootste vermogensbeheerders,
verzekeringsbedrijven, pensioenfondsen, banken
en sociale investeringsinstellingen ter wereld.
Kenmerken:
• Lokale kennis en ervaring;
• Ongeëvenaarde onderzoekscapaciteit;
• Hoge mate van kwaliteit mede via een stringent
kwaliteitssysteem, uitgebreide handboeken en
peer reviews;
• Breed duurzaamheidperspectief: Bedrijfsethiek,
Samenleving, Corporate governance, Klanten,
Werknemers, Leveranciers, Milieu, Controversiële
bedrijfsactiviteiten;
• Diepgaande bedrijfsanalyses: transparantie,
beleid, managementsystemen, prestaties;
• Direct contact met bedrijven, NGO’s, vakbonden
en andere belanghebbenden.
SiRi Company biedt klanten via internet een
innovatief instrument voor het vergelijken van de
duurzaamheid van ondernemingen: SiRi Pro. Dit
beoordelingsmodel kan aan de wensen van de
klant worden aangepast en is gebaseerd op
gedetailleerde SiRi Bedrijfsprofielen die 20 tot 30
pagina’s beslaan en van hoge kwaliteit zijn. Met
SiRi Pro wordt de duurzaamheidrating van
bedrijven een volledig transparant proces. Het SiRi
beoordelingsmodel maakt het voor klanten moge-
lijk om eenvoudig en snel hun eigen unieke visie
en beleid ten aanzien van duurzaamheid en duur-
zaam investeren te integreren in bedrijfsbeoorde-
lingen. De klant kan daarnaast gebruik maken van
de standaardcriteria en –gewichten van SiRi
Company. Klanten kunnen het beoordelingsmodel
gebruiken voor benchmarking en individuele
bedrijfsbeoordelingen, inclusief best-in-class
analyses en absolute screenings.
Kenmerken:
• Op maat aanpassen van de weging voor ieder
van de 200+ indicatoren;
• Het zelf bepalen van bedrijfstak specifieke
gewichten of hanteren van de SiRi Company of
DSR-standaard;
• Keuze uit een set van circa 60 uitsluitingscriteria;
• Het in het systeem vastleggen van portefeuilles
voor snelle portefeuille-analyses;
• Het bewaren van individuele instellingen;
• Toegang tot meer dan tien typen ratingrap-
porten;
• Downloaden van rating samenvattingen en/of
gedetailleerde SiRi bedrijfsprofielen;
• Exporteren van bestanden inclusief unieke
aandelencodes die integratie van de
ratings/screenings in financiële databases
mogelijk maakt.
dsr is mede-oprichter en aandeelhouder van SiRiCompany (Sustainable Investment ResearchInternational, www.siricompany.com, zie box 9).SiRi omvat een mondiaal netwerk van onder-zoeksinstellingen op het gebied van duurzaambeleggen. dsr beschikt via SiRi Pro en aanvul-lende bronnen binnen het SiRi-netwerk overduurzaamheidinformatie van meer dan 4.000buitenlandse ondernemingen. Verder is dsr lidvan het ecgs (European Corporate GovernanceService, zie box 10) netwerk en onderzoekt zij enadviseert zij over corporate governance vanbeursgenoteerde ondernemingen.
dsr biedt vijf producten aan beleggers aan:1. Advies duurzaam beleggingsbeleid2. SiRi Pro ratings en profielen (zie box 9); 3. Portefeuille screenings;4. Sector studies;5. Corporate governance advies (zie box 10).Duurzaamheidonderzoek is hierbij voorhandenvoor zowel aandelen als obligaties uitgevendeinstellingen. Tevens zijn profielen en ratings
voorhanden voor zowel landen, bedrijven alsmultilaterale instellingen.
3 9
Box 10: European Corporate Governance
Service (ECGS)
Het European Corporate Governance Service (ECGS,
www.ecgs.org) is een netwerk van onafhankelijke
organisaties die corporate governance analyse en
proxy voting (stemmen op afstand) diensten
leveren aan institutionele investeerders. DSR is de
Nederlandse partner in dit netwerk. ECGS biedt
stemadvies voor alle aandeelhoudersvergaderingen
van de grootste Europese beursgenoteerde onder-
nemingen. Via haar partners biedt DSR ook
dekking van alle lokale Europese indices als ook
van alle grote Amerikaanse bedrijven. ECGS
baseert haar corporate governance analyses op
locale ‘best practice’ en op haar eigen Europese
corporate governance principes. Klanten van ECGS
zijn grote pensioenfondsen en institutionele inves-
teerders uit Europa en de VS.
De diensten van ECGS omvatten:
• Onderzoek en advies ten behoeve van aandeel-
houdersvergaderingen van de grootste Europese
beursgenoteerde bedrijven;
• Lokale expertise van de markt via het netwerk
van acht lokale specialistische corporate govern-
ance en corporate responsibility onderzoeks-
instellingen;
• Europese corporate governance principes;
• Beleidsadvies voor institutionele investeerders
op het terrein van corporate governance;
• Op maat gesneden stemadadvies overeenkomstig
de richtlijnen van klanten;
• Stemuitoefening (via derden);
• Periodieke verslaglegging van stemactiviteiten;
• Op maat gesneden onderzoek.
Dutch Sustainability Research bvGriftlaan 4Postbus 553700 ab Zeistt 030 694 26 00f 030 693 65 66e [email protected] www.dsresearch.nl
Voor meer informatie over dit rapport en deproducten van dsr kunt u contact opnemen metMarcel Jeucken, Hoofd Institutionele Relaties,telefoon 030 694 26 18 (direct).
dsr 0605 005
TlB
Dutch Sustainability Research
Dutch Sustainability Research bvGriftlaan 4Postbus 55, 3700 ab Zeistt 030 694 26 00f 030 693 65 66e [email protected] www.dsresearch.nl
Dutch Sustainability Research is een initiatief van:
Top Related