Download - Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

Transcript
Page 1: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

Prins Carlos de Bourbon de Parme (MVO Nederland) wil terug naar de tekentafel

Jury zoekt nieuwe Enlighten-mentz voor een duurzame wereld

Onderzoek: hoe duurzaam is Tesla écht?

Editie oktober 2013

Bavaria: “Liever investeren in energiebesparing dan in zonnepanelen”

001_A_cover.indd 1 01-10-13 11:09

Page 2: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

LUCHT

www.coltinfo.nl

in de voLgende ediTie: AARde

Het creëren van een gezond en veilig binnenklimaat, waarin werknemers zich behaaglijk voelen, is een voorwaarde voor een duurzame productieomgeving.

Lucht bepaalt in een productieomgeving in hoge mate het thermisch comfort. Luchttemperatuur, -kwaliteit, -vochtigheid, en -snelheid zijn de parameters die met behulp van efficiënte klimaatbeheersingstechnieken positief beïnvloed worden.

Lees op: www.coltinfo.nl/lucht hoe Colt op effectieve wijze de eigenschappen van lucht gebruikt voor het ontwerp van innovatieve, energie- en kostenbesparende klimaatsystemen passend bij een duurzaam productiebeleid.

duurzaam produceren met de vier natuurelementen als basis voor innovatieve ideeën en oplossingen

duurzaam geproduceerd!

Colt_DG_Lucht.indd 1 21-08-13 13:23002_colt.indd 1 01-10-13 08:58

Page 3: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

3oktober 2013

Twintro

Meer dan vijftig kopstukken leveren autosleutels inMeer dan vijftig topbestuurders die normaal dagelijks in de auto stappen, laten die tien dagen staan. Zij volgen namelijk de tweede editie van het Low Car Diet. Op 10 oktober, de Dag van de Duurzaamheid, leveren zij hun autosleutels in en ma-ken tien dagen kennis met (elektrische) deelauto’s, trein, bus, tram, metro, OV-fiets, taxi en werk- en vergaderfaciliteiten op stations. Vorig jaar is het Low Car Diet voor het eerst georganiseerd (zie foto’s) op initiatief van Urgenda, de actie-organisatie voor duurzaamheid en innovatie. Tien topbestuurders van bekende bedrijven kwamen zonder auto vaak voor verras-

singen te staan. Zo bleek werken in de trein een openbaring en was de elektrische scooter op de stations een grote hit. Dit jaar doen topbestuurders van onder meer Unilever, PwC, T-Mobile en RBS mee, plus SER-voorzitter Wiebe Draijer. Iedere topman of -vrouw die zich aanmeldt wordt opgeroepen de ei-gen werknemers te motiveren om ook mee te doen. Zij kunnen zich gemakkelijk aanmelden via www.lowcardiet.nl en worden uitgedaagd via een filmpje. Het winnende bedrijf met (relatief ) de meeste deelnemers krijgt tien dagen de beschikking over drie elektrische deelauto’s van Tesla. Daarnaast kan dit bedrijf een dag op stap met een eigen trein en machinist.

@DGeproduceerd: Low Car Diet populair bij topbestuurders http://dlvr.it/3yQxzn #duurzaam

003_C_twintro.indd 3 01-10-13 09:26

Page 4: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

4 oktober 2013

Trias Energetica

Nederland heeft voor duurzame energie er ouderwets op los gepolderd. Het re-sultaat in het SER Energieakkoord is dan ook navenant gemiddeld te noemen. Het primaire doel van het kabinet, hoe te komen tot 16 procent duurzaam opgewekte energie in 2020, is teruggeschroefd naar 14 procent, maar dat valt nog net binnen de EU-grenzen. Niets aan de hand, zou je zeggen, plus dat vele neuzen in dezelfde richting zijn gebracht en goede contacten zijn gelegd.

Op enkele belangrijke punten blijft er een onbevredigend gevoel hangen. Denk daarbij aan de eerste stap van de Trias Energetica: ga efficiënt om met bestaande energiebronnen. Daarin slagen de partijen niet tot grote stappen te komen. Sterker nog: de 1,5 procent energie-efficiency per jaar die het Energieakkoord noemt, wordt volgens doorberekening van ECN en PBL niet gehaald.

Onze expert Sible Schöne roert op dit vlak een belangrijk punt aan in zijn Expert Post op DuurzaamGeproduceerd.nl. De energie-efficiënte warmtekrachtkoppeling staat bij de energie-intensieve industrie onder druk. Maar waar men een vernuftige oplossing verwacht, is voor het Energieakkoord besloten dat energie-intensieve be-drijven niet worden afgerekend op de tegenvallende resultaten van de meerjarenaf-spraken. En dat noemt Schöne terecht ‘treurig’.

Die kansen zijn er namelijk wel: Bavaria-topman Jan Renier Swinkels zegt in deze editie van Duurzaam Geproduceerd dat samenwerking met andere bedrijven niet alleen deuren opent bij de overheid, maar ook nog eens daadwerkelijk besparing oplevert. Kijk ook eens naar zijn uitleg van de Trias Energetica, heel speels Trias Bava-rica genoemd: de eerste stap is nadenken of je een activiteit überhaupt moet doen! Brabantse boerenslimheid noem ik dat.

Die samenwerking is wat wij Energy Savers noemen. U hoort er alles over tijdens ons eerste congres op 25 november in NEMO Amsterdam, want dan komen Energy Savers volop aan de orde. U bent van harte welkom!

Harmen Weijer Hoofdredacteur Duurzaam Geproduceerd

@hweijer @DGeproduceerd

Colofonnummer 2 - oktober 2013 ISSN: 2214-7608

Uitgave van Industrielinqs pers en platformVeembroederhof 7, 1019 HD AMSTERDAM

UitgeverWim Raaijen (Industrielinqs pers en platform, 020 3122 081)

HoofdredactieHarmen Weijer 06 460 97 122

EindredactieInge Janse 020 3122 796

MedewerkersDavid van Baarle, Elise Quaden, Liesbeth Schipper

Lay-outGabriele Köbbemann

Cover Bavaria

AdvertentieverkoopArthur Middendorp, Jetvertising, 070 399 0000

TrafficBreg Schoen

Websitewww.duurzaamgeproduceerd.nl

Twitter@DGeproduceerd

Linkedinwww.linkedin.com/groups/Duurzaam-Geproduceerd-4468707

Facebook www.facebook.com/DuurzaamGeproduceerd

Missie Kennisplatform Duurzaam GeproduceerdDuurzaam Geproduceerd is hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie. Het informeert en inspi-reert de professional door nieuws, visies van experts, interes-sante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen. Tegelijkertijd is Duurzaam Geproduceerd een complementair en interessant netwerk van personen en bedrijven.Het kennisplatform heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tus-sen startups en multinationals. Met als doel: hoe verlagen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten?Duurzaam Geproduceerd is bedoeld voor mensen die werk-zaam zijn bij bedrijven in voornamelijk de maakindustrie, die ook energie-intensief zijn.

Partner of lid wordenProfessionals uit industrie met een duurzaamheidambitie of -traditie voelen zich thuis bij het platform DuurzaamGeproduceerd. Partners en leden van Duurzaam Geproduceerd horen bij een selectief, en snel groeiend netwerk van duurzame bedrijven in de industrie, technologie en overheid.

Partners van Duurzaam geproduceerd adviseren de redactie over de koers en de actuele thema’s van het magazine en de internetsite, werken mee aan de opzet en uitrol van het Duur-zaam Geproduceerd Congres, en zijn altijd welkom op de evene-menten die bij ‘hun’ platform horen. Partners zijn met hun logo zichtbaar op alle uitingen van het Platform, zijn eventpartner van het jaarcongres en hebben toegang voor twee personen bij evenementen die horen bij Duurzaam Geproduceerd en het vakblad Utilities, waaronder Watervisie. Daarnaast krijgen zij een advertorial, een BIZZ56”film en meer.

Als lid van Duurzaam Geproduceerd krijgt u voor twee perso-nen toegang tot het Duurzaam Geproduceerd Congres én het Watervisie-congres. Bovendien ontvangt u een papieren en di-gitaal abonnement op het magazine Duurzaam Geproduceerd.

Meer informatie vindt u op www.duurzaamgeproduceerd.nl bij ‘partner worden’ of kunt u contact opnemen met Anouk Bouw-meester, [email protected] of 020 3122 797.

Column

004_colofon_column.indd 4 02-10-13 10:10

Page 5: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

5oktober 2013

Inhoud

10 INTERVIEW – “Liever investeren in energiebesparing dan in zonnepanelen” Geen Trias Energetica maar de Trias Bavarica. Oftewel: liever zoveel mogelijk

inzetten op energiebesparing en –efficiency dan op duurzame energie. Daarmee geeft bierbrouwerij Bavaria zijn duurzaamheidsbeleid vorm, vertelt directievoorzitter Jan-Renier Swinkels.

15 ENLIGHTENMENTZ – Wie heeft de duurzaamste? Duurzaam, bruikbaar en nog mooi ook: naar die combinatie zoekt de jury

van de Enlightenmentz 2013. Duurzaam Geproduceerd zet alvast vier Enlightenmentz op een rij die bij uitstek laten zien wat deze innovaties kunnen betekenen voor een duurzame wereld.

20 ONDERZOEK – Hoe duurzaam is Tesla écht? Is Tesla, de fabrikant van populaire elektrische auto’s, vooral hip vanwege de

combinatie van geweldig ontwerp en nul procent bijteling, of gaat het bij het bedrijf en de bezitter daadwerkelijk om de duurzaamheid?

24 ENERGYSAVERS – Windenergie krijgt grote scheerbeurt De Rotterdamse industrie heeft een enorm potentieel in zich om overtollige

windenergie op een nuttige manier aan te wenden. De schakels hiervoor moeten alleen nog samengesmeed worden.

28 INTERVIEW – “Productieproces is de kern van MVO 2.0” Prins Carlos de Bourbon de Parme maakt zich in MVO Nederland sterk voor

een betere wereld. Echte duurzaamheid betekent volgens hem terug naar de tekentafel om verspilling terug te dringen.

31 BEST PRACTICE – Duurzame sportkleding van wieg tot wieg Wat is er voor nodig om de productie van sportkleding geheel cradle to cradle

te krijgen? Duurzaamheidsmanager Justin DeKosmovsky van Puma weet wat er allemaal bij komt kijken, maar ook welke uitdagingen er nog zijn.

34 INNOVATIE – Biomassaproject zoekt investeerders (m/v) Nederland lijkt de primeur te krijgen van twee nieuwe technieken om

biomassa te verwerken. Het ontwerp van de fabrieken is klaar en de vergunningen zijn binnen. Nu de financiering nog.

38 ACHTERGROND – Weinig animo voor slimme biomassaprojecten Het produceren van energie uit biomassa gebeurt efficiënter – en dus

duurzamer - als verschillende grondstoffen, conversietechnieken en toepassingen worden gecombineerd. Het valt alleen niet mee om dit in de praktijk van de grond te krijgen.

En verder 3 Twintro 6 Offline 36 Productnieuws 42 Partnernieuws 43 Expertpanel

10

20

24

34

38

005_B_inhoud.indd 5 01-10-13 09:26

Page 6: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

6 oktober 2013

Geciteerd

“Een optimaal werkklimaat ligt aan de basis van een duurzame bedrijfsvoering. Gestoeld op de feiten dat een goed werk-klimaat de duurzame inzetbaarheid van mensen garandeert, de productiviteit verhoogt en bovendien het milieu min-der belast.”Kor Foekens, Colt International

“In de nieuwe economie is het vertrek-punt van iedere onderneming het zoveel mogelijk inzetten van gerecyclede of ge-upcyclede grondstoffen en herbruikbare materiaalfracties. Ondernemingen in de nieuwe economie beschikken dan ook over nieuwe vaardigheden in circulair productontwerp en –ontwikkeling.”Marga Hoek, De Groene Zaak

“Dit is geen oproep om extra papier te gebruiken of om voortaan onderaan onze mails te zetten Consider the environment, print this mail. Duurzaamheid betekent bewust omgaan met middelen en waar mogelijk minder gebruiken. Dat geldt zo-wel voor papier als voor digitaal.”Erik Timmermans, Informatiecentrum Papier en Karton

Biologisch afbreekbare golfbal van aardappelzetmeel

Aardappelzetmeel als biologisch afbreekbare grondstof voor een golfbal. Dat gaat Lamb Weston / Meijer, producent van diepgevroren aardappelproducten en gedroog-de aardappelvlokken, realiseren met golfballenproducent Biogolf. Niet alleen betekent dit minder milieubelasting bij de productie, ook zijn deze golfballen minder schadelijk voor het milieu als ze kwijtraken op de golfbaan.Lamb Weston / Meijer gaat het aardappelzetmeel leveren dat dient als basisgrondstof voor de Biogolf Nature SX-golfbal. Deze kwalitatief goede golfbal is de enige ter wereld die 100 procent biologisch afbreekbaar is en volgens kenners speelt als een reguliere golfbal. Ieder jaar raken alleen al in de Verenigde Staten zo’n 300 miljoen traditionele golfballen (gemaakt van kunststoffen en zware metalen) ‘zoek’ in de natuur. Deze niet-afbreekba-re plastic golfballen blijven eeuwenlang een belasting vormen voor natuur en milieu. Biogolf heeft na ruim vier jaar van intensief onderzoek een golfbal ontwikkeld die zo-wel kwalitatief aan alle speleisen voldoet als biologisch afbreekbaar is. Deze bal is een goed alternatief voor 85 procent van alle golfspelers.De duurzame golfbal, die deels bestaat uit aardappelzetmeel dat vrijkomt bij het snijden van aardappels tot friet, past goed in de duurzaamheidsdoelstellingen van Lamb Weston / Meijer. Een belangrijk aandachtsgebied voor het bedrijf is een betere benutting van aardappelen, met maximaal hergebruik van bijproducten en reststro-men die vervolgens zo hoog mogelijk verwaard worden, zowel milieutechnisch als economisch.Voor Biogolf, de Nederlandse uitvinder en producent van deze mondiaal unieke golf-bal, past de samenwerking naadloos in zijn duurzame bedrijfsfilosofie. De vereiste kwa-liteit aardappelzetmeel is een bijproduct uit het productieproces van Lamb Weston / Meijer, waarbij de aardappelen op relatief korte afstand van de fabrieken worden ge-teeld. Men maakt dus geen onnodige transportkilometers voor de productie van deze grondstof en op deze locaties wordt geen extra energie gebruikt om dit aardappelzet-meel te produceren.

Bron: Lamb Weston / Meijer

Het belangrijkste

doel van Duurzaam

Geproduceerd is

dat het

indus triële bedrij-

ven verbindt

Offline

006_7_9_E_offline.indd 6 01-10-13 09:25

Page 7: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

7oktober 2013

Offline

“VNO-NCW heeft in het SER Energieak-koord bedongen dat energie-intensieve bedrijven en sectoren niet op de tegen-vallende resultaten in de meerjarenaf-spraken energie-efficiency zullen worden afgerekend. Het is treurig dat op dit be-langrijke punt niets beters is bedacht.”Sible Schöne, Hier.nu

“Purac wil graag met reststromen van papierfabrieken werken als basis voor hoogwaardige bioplastics. Maar de pa-pierfabrieken krijgen subsidies als ze die reststroom inzetten voor energieopwek-king. We krijgen dus gewoon geld als we het zelf in onze ovens gooien. Het is de waardepiramide op z’n kop.”Marc Reijnders in Petrochem

“Het borgen van duurzaamheid als on-derdeel van investeringsbeslissingen en beoordelingsgesprekken werkt. Zo moe-ten bij AkzoNobel alle grote projecten een duurzaamheidsrapport maken om de keuzes voor technieken toe te lichten.”Mariska van Dalen, Tebodin

Vanaf 2015 gebruikt Bayer CO2 als grondstof

\

Na een succesvolle testfase van twee jaar denkt Bayer het broeikasgas CO2 commerci-eel te kunnen inzetten als grondstof voor kunststoffen. Hiervoor gaat het chemiecon-cern een productie-eenheid bouwen op zijn locatie in het Duitse Dormagen. Uit CO2 wordt een basismateriaal gemaakt voor hoogwaardig polyurethaan. Vanaf 2015 ver-wacht het concern grotere hoeveelheden van het basismateriaal aan te kunnen bieden aan verwerkende bedrijven.Bayer denkt dat het nieuwe proces in de toekomst rendabeler zal zijn dan conventio-nele productiemethodes voor polyurethaan, die gebaseerd zijn op fossiele grondstof-fen. Polyurethaan is terug te vinden in veel alledaagse toepassingen zoals de stoffering van meubilair, auto-onderdelen, koelapparatuur en isolatiematerialen. Interne testen hebben aangetoond dat het nieuwe schuim minstens hetzelfde hoge kwaliteitsniveau haalt als het conventionele materiaal. De eerste toepassing van het flexibele schuim op basis van CO2 is in de productie van matrassen. De nieuwe productie-eenheid in Dormagen zal een capaciteit hebben van duizenden tonnen.

Duurzaam Geproduceerd Congres zet industrie ‘op dieet’

Niets mooier dan een biertje of een Magnum na een lange dag werken. Maar hoe duurzaam worden deze en andere producten geproduceerd? Hoeveel energie gaat in de productie van deze caloriebommen? Hoor er alles over tijdens de eerste editie van het Duurzaam Ge-produceerd Congres op 25 november 2013 in Amsterdam, waar topsprekers van verschil-lende industriële bedrijven vertellen hoe zij hun processen op een ´low calorie diet´ zetten.Het congres wordt georganiseerd door het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd, dat als missie heeft om de ecologische voetafdruk van producten te verbeteren, en vakblad Utilities. Tijdens de bijeenkomst ligt daarom de focus op hoe verduurzaming van productieprocessen en -ketens kan leiden tot minder milieubelasting, zoals min-der CO2-uitstoot of beter gebruik van grondstoffen.Ook is er aandacht voor het duurzame effect van producten op de maatschappij, zoals meer kunststoffen in auto’s die ze daarmee lichter en zuiniger maken. Het is dan hele-maal mooi als het ook nog bioplastics zijn.Bovendien wordt tijdens dit congres bekendgemaakt wie de winnaars zijn van de pres-tigieuze Process en Product Enlightenmentz, lichtende voorbeelden van de mogelijkhe-den die processen en producten bieden voor duurzame vooruitgang. Bovendien houden twee kopstukken een vurig pleidooi voor het besparen van energie in productieketens, waarna zij in discussie gaan met experts en het publiek.

Geciteerd

006_7_9_E_offline.indd 7 01-10-13 09:25

Page 8: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

Meer weten? Neem contact op met Ellen van den Burg (020-3122088) of [email protected]

BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising

Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media.

Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.

Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbe-horende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.

BIZZ56”is een product van Movielinqs

video & virals. iLinqs is een app van

Industrielinqs pers en platform

_A5_bizz56.indd 43 18-03-13 15:10

Hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrieVia het kwartaalmagazine en de website informeert en inspireert Duurzaam GeproDuceerD de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen.

Wilt u adverteren in Duurzaam GeproDuceerD?Neem contact op met Jetvertising b.v.arthur middendorp: [email protected]: (070) 399 00 00

productie

footprint

processen

008_werving_bizz56.indd 1 01-10-13 08:57

Page 9: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

9oktober 2013

Offline

Duurzaam Geconsumeerd

Als het om duurzaamheid gaat, heb ik niet zoveel vertrouwen in bewuste keuzes. Bewust minder douchen, bewust bepaal-de producten kopen, bewust anders eten, bewust, bewust, bewust….We plaatsen ons bewustzijn veel te gemakkelijk op een voetstuk. Een paar jaar geleden mocht ik professor Ap Dijksterhuis, ge-specialiseerd in intuïtief denken, interviewen. Hij liet me met een paar voorbeelden zien dat juist het onbewuste veelal bepalend is. Als we belangrijke beslissingen moeten nemen, kunnen we er beter een paar nachtjes over slapen dan bewust gaan plussen en minnen. Gaan we naar de supermarkt om jam te kopen en we krijgen twintig soorten voorgeschoteld, dan gaan we eerder met pindakaas naar huis. De reden: we kunnen gewoonweg geen bewuste keuze maken. Ons onbe-wuste stuurt, met een verwerkingscapaciteit die ongeveer 200 duizend keer zo groot is als die van het bewustzijn, ons gedrag, ons denken en onze gevoelens. In de supermarkten zie ik steeds vaker dat keurmerk: ‘bewuste keuze’ of ‘gezonde keuze’. Blauw of groen, met een vinkje in het midden. Het gekke is dat de waarmerken precies het te-genovergestelde doen van wat zij ons willen doen geloven. Ze ontslaan ons juist van een bewuste keuze. Gelukkig maar… Het biedt ons eerder een intuïtief, haast onbewust koopsig-naal, zonder dat we er lang over hoeven te twijfelen. We hoe-ven de andere jampotjes niet meer te bestuderen en mee te nemen in ons keuzeproces. Weg keuzestress.Vaak wordt bewust ook verward met tegennatuurlijk. We moeten bewust minder lang douchen, omdat we onbewust

langer douchen juist zo prettig vinden. De oude duurzaam-heidgelovigen spiegelden ons keer op keer voor dat we altijd een beetje moeten lijden voor de schone zaak. Wat een onzin. Dat druist juist in tegen ons onbewuste dat zich juist laaft aan comfort, schoonheid, bruikbaarheid, en een prettig gevoel. Het is voor ontwerpers en fabrikanten de uitdaging om duur-zaamheid te koppelen aan comfort, smaak en bruikbaarheid. En natuurlijk betaalbaarheid. Weg innerlijke conflicten, waar we alleen maar ongelukkig van worden. Het zou toch gewel-dig zijn als duurzaamheid juist géén bewuste keuze is.

Wim Raaijen

Nu ook Duurzame Jonge 100 voor duurzame toppers onder de 32 jaar

Wat er mis is met verkiezingen van de meest duurzame Neder-lander? Weinig, behalve dat er bijna geen jongeren op de lijsten voorkomen, terwijl juist zij met de meest innovatieve plannen rondlopen om duurzaamheid te versnellen. Gelukkig hebben zij nu hun eigen verkiezing: de Duurzame Jonge 100.Volgens de organisatoren van DJ100 zijn jongeren structureel ondervertegenwoordigd in de ‘meest duurzame’-lijstjes. Tijd dus voor een frisse wind. Het doel: de vele jonge mensen die zich nu al onderscheiden met duurzaamheid zichtbaar maken.Jongeren tot 32 jaar kunnen zichzelf nomineren of genomi-neerd worden op de website DJ100.nl. De inschrijving start op 3 september en sluit op 10 oktober. Uiteindelijk ligt er een lijst met honderd jonge koplopers in duurzaamheid, onderverdeeld in categorieën. Op het slotevent op 15 november worden de winnaars in elke categorie bekendgemaakt.DJ100 is een initiatief van Anna Walraven (FutureFuel), Marjan Kloosterboer (NCDO) en Talitha Muusse (Deloitte). Met de ver-kiezing willen zij “de jonge generatie inspireren door het werk en de ideeën te laten zien van honderd voorbeeldjongeren, en be-nadrukken dat je ook zonder groot netwerk of gevestigde naam verandering in gang kunt zetten.”

De huidige jonge generatie (ook wel generatie y, milleniumge-neratie, digitial natives, shuffle-generatie, strawberry-generatie, generation next of Facebook-generatie genoemd) is de genera-tie geboren na 1981, dus de tieners en twintigers van deze tijd. “Onderzoek laat zien dat deze jonge mensen zich ernstig zorgen maken over de toekomst van de planeet en hun zorgen willen vertalen in actie”, vertellen de initiatiefnemers op de eigen site. “Maar dan wel op onze eigen manier. Je zult ons dan ook niet snel de barricades op zien gaan zoals de generaties voor ons. Liever nemen we zelf het heft in handen en leveren we een zin-volle bijdrage aan een duurzamere wereld, op allerlei manieren. Met de DJ100 willen we jou kennis laten maken met de inno-vatieve start-ups, baanbrekende initiatieven en inspirerende ideeën van generatie groen.”Uiteindelijk wil DJ100 ook een platform worden dat duurzame jongeren structureel koppelt aan bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Om dat te bereiken werkt DJ100 samen met onder andere MVO Nederland, Eneco, ASN Bank, Urgenda, SVN Network, Red to be Blue, NCDO, Dutch en Green-host. Kijk voor meer informatie over het platform, de verkiezing en mogelijkheden voor samenwerking op www.dj100.nl.

Page 10: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

10 oktober 2013

Interview

De Trias Bavarica van directievoorzitter Jan-Renier Swinkels:

“ Liever investeren in energiebesparing dan in zonnepanelen”

010_11_12_13_14_O_interview.indd 10 01-10-13 11:12

Page 11: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

11

Interview

oktober 2013

Hoewel Bavaria geen beursgenoteerd bedrijf is, doet de brou-werij al jaren verslag van haar duurzame activiteiten. Dit jaar werd daar nog een extra dimensie aan toegevoegd met een spe-ciaal door schrijfster Renske de Greef gemaakt sciencefiction-e-book (zie kader). Het gewone duurzaamheidsverslag valt ook op: waar veel verslagen starten met de behaalde resultaten in het voorgaande jaar voor energie, klimaat en CO2-reductie, zet Bavaria zijn resultaten op sociaal gebied voorop. Directievoorzitter Jan-Renier Swinkels weet waarom: “Dat is voor ons heel logisch: we zijn een familiebedrijf. Voor ons zijn onze medewerkers het belangrijkst. Ook al hebben wij zo’n dui-zend werknemers, ik ken ze allemaal. Zonder hen zijn we niets waard. Duurzaamheid begint ook bij hen. Als zij weten waarom duurzame maatregelen genomen moeten worden, dan gaat verduurzaming in het bedrijf veel gemakkelijker. Daarom zeg ik ook: maak duurzaamheid inzichtelijk en beïnvloedbaar voor de medewerkers.”

Verrassende ideeënDie filosofie maakt innovatiekracht los bij de medewerkers van Bavaria, stelt Swinkels. Zo kwam vorig jaar het idee bij de mede-werkers zelf vandaan om warm water in het proces te hergebrui-ken. Dat zogeheten Warmwaterproject wordt dit jaar opgestart. Swinkels verwacht dat dit jaarlijks een forse energiebesparing kan opleveren. “We hebben het voordeel dat we naast een brou-werij ook een mouterij en een frisdrankenfabriek hebben. De

mouterij heeft vooral laagwaardige warmte nodig. Restwarmte uit het brouwproces wordt hergebruikt in de mouterij bij het zogeheten eesten, het op hoge temperatuur drogen van groen-mout. Zo kunnen we efficiënt met onze bronnen omgaan, want uiteindelijk moet het wel geld opleveren.” Om zoveel mogelijk ideeën te verzamelen van de eigen mede-werkers organiseert Bavaria jaarlijks een Energiedag. Swinkels: “We brengen op zo’n dag al onze eigen mensen bij elkaar die deskundig zijn over energie in allerlei onderdelen van het be-drijf. We stellen hun dan de vraag: waar komen warmte en energie vrij en hoe kunnen we dat elders in het proces inzetten? Daar komen verras-sende ideeën uit. Bovendien dwingt het ons te kijken over de eigen afde-ling heen, want de winst is te halen bij koppelingen tussen de verschil-lende bedrijfsonderdelen.”Het heeft voor nóg een noviteit gezorgd waar Bavaria uniek in is: de frisdrankenfabriek is niet alleen op energetisch gebied gekoppeld, maar de fabriek is zelfs geheel geïntegreerd in de brouwerij. “Daardoor kunnen we meer dan alleen dezelfde utilities voor deze twee verschillende fabrieken gebruiken. We hebben die geheel geïntegreerd, wat veel kosten scheelt”, weet de directeur.

‘Daarom

zeg ik ook: maak

duurzaamheid

inzichtelijk en beïn-

vloedbaar voor de

medewerkers.

Geen Trias Energetica maar de Trias Bavarica. Oftewel: liever zoveel mogelijk inzetten op energiebesparing en –efficiency dan op duur-zame energie. Daarmee geeft bierbrouwerij Bavaria zijn duurzaam-heidsbeleid vorm, vertelt directievoorzitter Jan-Renier Swinkels. Met als meest ambitieuze doel: in 2019 de meest energiezuinige brouwerij ter wereld zijn.

010_11_12_13_14_O_interview.indd 11 01-10-13 09:25

Page 12: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

12 oktober 2013

Interview

Trias BavaricaDe filosofie van Bavaria op duurzaam gebied komt samen in de eigen geformuleerde Trias Bavarica. Inderdaad, een afgeleide van de Trias Energetica. De originele formule zegt: beperk zo-veel mogelijk energieverbruik, maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen, en maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen. Swinkels: “Het verschil hier-mee is dat de Trias Bavarica niet alleen voor energie geldt, maar voor al onze activiteiten. Als eerste vragen wij ons af: moeten we de activiteit wel doen? Want de zuinigste manier kan zijn om

een activiteit niet te doen. Dan volgt de volgende stap: als we een ac-tiviteit doen, dan kijken we of we deze zo duurzaam mogelijk kunnen uitvoeren. Daarbij geldt dat als het een goed idee is, maar met een wat langere terugverdientijd dan de bij ons gangbare drie jaar, de kans tóch groot is dat we het uitvoeren. Bava-ria heeft bijvoorbeeld al in de jaren zeventig geïnvesteerd in een warm-tekrachtinstallatie. Daarnaast maken we gebruik van biogasmotoren, die

energie opwekken uit biogas dat vrijkomt bij onze waterzuive-ringsinstallatie. Die hebben een terugverdientijd van acht jaar, maar we hebben het wel gedaan. Over acht jaar levert het im-mers geld op.”Biogas is dan ook de enige duurzame-energieoptie die Bavaria gebruikt. En met een duidelijke reden, legt Swinkels uit. “Wij in-

vesteren liever in energiebesparende en –efficiënte oplossingen dan in zonnepanelen. Liever 2 procent energie besparen in het proces dan 2 procent energie duurzaam opwekken. Het is van de dolle dat je tijdens het proces energie verbrast, en dat niveau tegelijkertijd met zonnepanelen weer probeert op te vijzelen.” Dat is ook de reden dat stap drie in de Trias Bavarica - het deel van de activiteit dat niet duurzaam uitgevoerd kan worden, zo efficiënt mogelijk uitvoeren – de meeste aandacht krijgt in de dagelijkse bedrijfsvoering.

‘Zo kunnen

we efficiënt met

onze bronnen om-

gaan, want uitein-

delijk moet het wel

geld opleveren.

010_11_12_13_14_O_interview.indd 12 01-10-13 11:34

Page 13: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

13

Interview

oktober 2013

De knop omDe verduurzaming zoekt Bavaria liever op in de keten. “We doen het met een jaarlijkse energiebesparing van 2 tot 5 procent heel goed in onze eigen brouwerij, maar er zijn nog zoveel slagen te maken in de keten. We moeten daar onze invloed als bedrijf nog meer laten gelden om als geheel te verduurzamen.”Op dat vlak vindt Swinkels vooral het project ‘Boer, bier en wa-ter’ belangrijk. “In dit project, dat we anderhalf jaar geleden zijn gestart, hebben we agrariërs uitgenodigd om samen te kijken

hoe we de bodem in onze omgeving zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Wij pompen als brouwerij behoorlijk wat water op uit de grond. Het gebied rondom de brouwerij is ook offici-eel aangemerkt als waterwingebied. Daarom willen we dat ook boeren in de omgeving goed omgaan met de bodem, zodat de kwaliteit van het grondwater op lange termijn gewaar-borgd wordt. Wisselteelt is belangrijk om de grond gezond te houden. Dus stimuleren we boeren hun gronden

meer voor wisselende gewassen te gebruiken, zoals graan. In dat licht zijn verschillende boeren in de omgeving gerst gaan telen, wat wij uiteindelijk weer kunnen gebruiken voor het brouwen van ons bier. Deze lokale gerstteelt is niettemin een zeer bescheiden

begin. Onze moutleverancier Hol-land Malt heeft jaarlijks zo’n 300 dui-zend ton nodig, en per hectare land-bouwgrond kun je zeven ton gerst oogsten. Bij ons in Brabant is relatief weinig ruimte, en dus halen we onze gerst vooral uit Frankrijk.”Maar het mes snijdt aan meerdere kanten, zegt Swinkels. “De leukste kant is dat we hiermee de omgeving betrekken bij duurzaam-heid. De knop gaat hiermee ook bij hen langzaam om. Wij op onze beurt stellen in droge tijden water uit onze waterzuivering beschikbaar om de landbouwgronden te besproeien.”

‘Dat is bin-

nen een half jaar

gelukt, en vooral

omdat we dit met

z’n allen hebben

opgepakt.

“71”Schrijfster en nrc.next-columniste Renske de Greef heeft eerder dit jaar als onconventionele opmaat voor het duur-zaamheidsverslag het sciencefictionverhaal “71” geschre-ven. Het gaat om een online verhaal aan de hand van vijf pijlers uit het duurzaamheidsbeleid van Bavaria. De lezer kan, nadat het verhaal is uitgelezen, terugbladeren en de verbindingen met de duurzaamheidsfilosofie van Bavaria ontdekken. Tip: lees het verhaal met de volumeknop op 10 via www.bavaria.com/71.

‘De leukste

kant is dat we

hiermee de omge-

ving betrekken in

duurzaamheid.

010_11_12_13_14_O_interview.indd 13 01-10-13 09:25

Page 14: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

14 oktober 2013

Interview

18 miljoen euroDie samenwerking voor meer duur-zaamheid wordt ook gezocht met collega-bedrijven in Noord-Brabant. Daarbij zijn de pijlen nu gericht op vervoer via de binnenwateren. Bavaria vervoert al vanaf de ter-minal in Cuijk containers met bier en frisdrank naar de Rotterdamse haven voor de export. De brouwe-

rij wil ook graag steeds meer vervoeren over water vanaf de brouwerij in Lieshout. “Maar daarvoor moeten kanalen als de Zuid-Willemsvaart, Wilhelminakanaal en Beatrixkanaal worden aangepast. Wij hebben daarom met zestien andere bedrijven aan die kanalen, variërend van veevoerders tot recyclingbe-

drijven, de handschoen opgepakt en ons verenigd in de Stich-ting Bereikbaarheid Zuidoost Brabant. Als voorzitter van deze stichting heb ik samen met onze achterban de provincie om ondersteuning gevraagd. Dat is binnen een half jaar gelukt, en vooral omdat we dit met z’n allen hebben opgepakt. Als je met zeventien bedrijven tegelijk komt, worden de urgentie en rele-vantie sneller begrepen.”De kanalen worden geschikt gemaakt voor schepen die twee keer zo lang zijn als die momenteel door deze kanalen kun-nen varen. Daarvoor moeten de bochten worden verbreed, en hiervoor is 18 miljoen euro vrijgemaakt vanuit de overheid. Swinkels: “Wij hebben ook een harde belofte gedaan: als over anderhalf jaar de werkzaamheden zijn afgerond, rijden er ze-venhonderd vrachtwagens per dag minder op de weg. Beter voor ons, de omgeving en het milieu.” b

Tips

Bavaria-directeur Jan Renier Swinkels geeft enkele tips om duurzaamheid hoog op de agenda van het bedrijf en stake-holders te krijgen:1. Maak duurzaamheid inzichtelijk en beïnvloedbaar voor

de medewerkers2. Het moet wel geld opleveren3. Betrek de omgeving bij gezamenlijke duurzaamheid 4. Gebruik je invloed als bedrijf om de keten als geheel te

verduurzamen5. Samenwerken met collega-bedrijven kan helpen om

duurzame projecten toch mogelijk te maken

‘We moeten

onze invloed als be-

drijf nog meer laten

gelden in de keten

om als geheel te

verduurzamen.

010_11_12_13_14_O_interview.indd 14 01-10-13 11:13

Page 15: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

15

Enlightenmentz

oktober 2013

Op 25 november wordt bekendgemaakt wie in de twee categorieën heeft gewon-nen. Dit gebeurt tijdens het Duurzaam Ge-produceerd Congres in NEMO, Amsterdam. In aanloop hier naartoe verschijnen op www.duurzaamgeproduceerd.nl en www.enlightenmentz.nl alle genomineerden. Hier wordt ook in oktober bekendgemaakt wie er op de shortlist komen, waarna ieder-een zijn stem kan uitbrengen.

Energiebesparende plasmalamp bootst zon na

Hoe heet het? Alvara

Wie zit erachter? Ceravision U.K.

Wat doet het? Alvara biedt een nieuwe lichttechniek als alternatief voor gas-ontlading en led-verlichting. De techniek is gebaseerd op een volcontinu plasma-armatuur. Deze High Efficiency Plasma (HEP)-lamp is voorzien van een plasmatechnologie waarbij geen elektroden of filamenten komen kijken. Het hart van de Alvara, de resonator, bestaat uit een mengsel van edelgas en metaalha-lide-zouten. Zet je deze aan, dan ontstaat er plasma met een vol-continu spectrum. Het resultaat: licht dat lijkt op dat van de zon.

Hoezo is dat een lichtend voorbeeld? De Alvara-plasmalamp brandt 50.000 uur en is energiebespa-rend. Zet je deze in hoge ruimtes in voor afstanden tussen de 5 en 40 meter, dan is de levensduur twee- tot viermaal zo lang als die van conventionele verlichting. Bovendien heb je voor ge-lijkmatige verlichting maar één Alvara-armatuur nodig per drie reguliere lampen. Dat betekent gemiddeld 50 procent minder te monteren armaturen. De terugverdientijd van de Alvara ligt daarom tussen de twee en vier jaar.

Waarom moet het winnen? De lamp is ook in allerhande omgevingen toe te passen. Grote opslagplaatsen, winkelcentra, sportaccommodaties, agricultuur, industrie: de Alvara voelt zich overal thuis. Bovendien is de lamp vanwege zijn zonnespectrum ook inzetbaar voor lichttherapie.

Waar vind ik hier meer over? www.ceravision.com/page/alvara-range

Enlightenmentz 2013: wie heeft de duurzaamste?

Duurzaam, bruikbaar en nog mooi ook: naar die combinatie zoektde jury van de Enlightenmentz 2013. De prijs, uitgereikt door kennisplatform Duurzaam Geproduceerd en vakblad Utilities, richt zich dit jaar op lichtende voorbeelden van producten en pro-cessen. Duurzaam Geproduceerd zet alvast vier Enlightenmentz op een rij die bij uitstek laten zien wat deze innovaties kunnen betekenen voor een duurzame wereld.

Inge Janse

015_16_17_F_enlightenmentz.indd 15 01-10-13 09:24

Page 16: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

16 oktober 2013

Enlightenmentz

Nuttig gebruik overschot duurzame elektriciteit

Hoe heet het? Power-to-Gas (P2G)

Wie zit erachter?Elf grote Europese bedrijven uit vijf Noordzee-landen: Fluxys België en Hydrogenics (België), Energinet.dk en Maersk Oil (De-nemarken), Alliander, Gasunie en TenneT (Nederland), ITM Po-wer en National Grid (Verenigd Koninkrijk) en Open Grid Europe (Duitsland). Het platform is een initiatief van energiekennisbe-drijf DNV Kema uit Nederland.

Wat doet het?P2G benut tijdelijke overschotten aan elektriciteit uit duurzame energiebronnen door deze om te zetten in verschillende soor-ten gassen voor eindgebruikers. Deze gassen zijn nuttig voor bijvoorbeeld de verwarming van gebouwen, transport, en wa-terstof voor de chemische industrie.

Hoezo is dat een lichtend voorbeeld?Het aandeel elektriciteit uit duurzame energiebronnen in de Eu-ropese elektriciteitsmix neemt toe. Aangezien de productie van elektriciteit uit wind en zon fluctueert, wordt het steeds com-plexer om de elektriciteitsproductie en -vraag op elkaar af te stemmen. Tegelijkertijd bestaan er extra uitdagingen voor het transport van de toenemende volumes elektriciteit van wind- en zonneparken naar de eindgebruikers toe.De gasinfrastructuur is gelukkig in staat om grote volumes elek-

triciteit (die is omgezet naar gas) te verwerken als het aanbod uit duurzame bronnen groter is dan de netcapaciteit of elektri-citeitsvraag. Zo maakt P2G de toename van het aandeel duur-zame energie in de totale energiemix mogelijk.

Waarom moet het winnen?Deze energie-innovatie helpt mee om in 2050 een CO2-neutrale gasvoorziening te realiseren.

Waar vind ik hier meer over?www.northseapowertogas.com/

Duurzame stoomketel op koffiedik

Hoe heet het? De op koffiedik gestookte stoomketel

Wie zit erachter? Douwe Egberts Nederland en beheerder Dalkia

Wat doet het?Koffiedik is het bezinksel dat overblijft na het zetten van koffie. De drab heeft als eigenschap dat er bij verbranding veel warmte vrijkomt, en daarmee kun je stoom maken. De koffiefabriek van Douwe Egberts in Joure heeft een ketel waar dit gebeurt, en zo verwarmt het bedrijf diverse processen. Douwe Egberts benut hierbij alle koffiedik, en voorziet de fabriek voor 90 procent in haar stoombehoefte via deze groene energiebron.

Hoezo is dat een lichtend voorbeeld?Jaarlijks verbrandt het koffieconcern dankzij de stoomketels 12.000 ton koffiedik, goed voor de vulling van 22 Olympische zwembaden. Douwe Egberts bespaart hiermee jaarlijks 4 miljoen kubieke meter aardgas, want 90 procent van de warmte-energie in Joure wordt ge-leverd door koffiedik gestookte ketels (die een rendement hebben van 85 procent). Daarnaast is koffiedik verbranden een CO2-neutraal proces. De koffieboon heeft tijdens de groei CO2 opgenomen, en bij verbranden scheidt deze dezelfde hoeveelheid CO2 uit.

Waarom moet het winnen?Dankzij deze ketel en het benutten van koffiedik als energiebron realiseert Douwe Egberts jaarlijks een energiebesparing die overeenkomt met het gasverbruik van tweeduizend huishou-dens. Bovendien hoeft Douwe Egberts geen transportkilome-ters meer te maken om het koffiedik af te voeren.

Waar vind ik hier meer over?www.dalkia.com

015_16_17_F_enlightenmentz.indd 16 01-10-13 11:14

Page 17: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

17

Enlightenmentz

oktober 2013

Industriële rook wordt water

Hoe heet het? The CapWa project

Wie zit erachter? Een hele rits namen: Brabant Water (Nederland), Gas Natural Fenosa (Spanje), Consiglio Nazionale delle Ricerche (Italië), CUT Membrane Technology GmbH (Duitsland), École Nationale d’Ingénieurs de Tunis (Tunesië), Israel Electrical Corporation Ltd. (Israël), DNV Kema Energy and Sustainability (Nederland), Mem-brana GmbH (Duitsland), Papiertechnische Stiftung (Duitsland), Sappi Ltd. (Zuid-Afrika en Nederland), Stichting Kenniscentrum Papier en Karton (Nederland), European Membrane Institute (Nederland) en Yodfat Engineers Ltd. (Israël).

Wat doet het? Waterdamp uit fabrieksschoorstenen vormt een bron van water waarmee elektriciteitscentrales waterproducenten kunnen wor-den in plaats van waterverbruikers. Uit de resultaten van prak-tijktesten blijkt dat tenminste 40 procent van het water in de rookgassen van een industriële fabriek via membraantechno-logie kan worden teruggewonnen. Initiatiefnemer DNV Kema verwacht dat het ergens in 2014 een industrieel toepasbaar concept heeft van de membraanmodule.

Hoezo is dat een lichtend voorbeeld? Voor een gemiddelde elektriciteitscentrale van 400 megawatt is de hoeveelheid water die dit oplevert gelijk aan het jaarlijkse verbruik van ongeveer 3.500 westerse huishoudens of zo’n 9.500 huishou-dens in Afrika. Dit is twee keer zoveel water als een elektriciteitscen-trale van deze grootte nodig heeft voor de productie van stoom. Het overige teruggewonnen water is geschikt als gedeminerali-seerd water voor industriële toepassingen. Aangezien de kwaliteit van het teruggewonnen water zeer hoog is, kan het na een eenvou-dige mineralisatiestap zelfs voor consumptie dienen.

Waarom moet het winnen? De strijd om water vormt de komende jaren een van de grootste uitdagingen op mondiale schaal. Concurrentie zal vooral hef-tig zijn in industrie- en landbouwgebieden en rondom steden. Membraantechnologie is een zeer welkome oplossing voor het produceren van water dat niet eerder beschikbaar was.

Waar vind ik hier meer over?www.watercapture.eu/

015_16_17_F_enlightenmentz.indd 17 01-10-13 09:24

Page 18: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

INDUSTRIAL LOW CALORIE DIET

25 november 2013 | NEMO Amsterdam

Initiatiefnemers

Niets mooier dan een biertje of een Magnum na een lange dag werken. Maar hoe duurzaam worden deze en andere producten geprodu-ceerd? Hoeveel energie gaat in de productie van deze caloriebommen? Hoor er alles over tijdens het congres Duurzaam Geproduceerd op 25 november 2013 in Amsterdam, waar topsprekers van verschillende industriële bedrijven vertellen hoe zij hun processen op een low calorie diet zetten.

Bovendien wordt tijdens dit congres bekendgemaakt wie de winnaars zijn van de prestigieuze Process en Product Enlighten-mentz. De genomineerden zijn lichtende voorbeelden van de mogelijkheden die processen en producten bieden voor duurzame vooruitgang. Bovendien houden

twee kopstukken een vurig pleidooi voor het besparen van ener-gie in productieketens, waarna zij in discussie gaan met experts en het publiek.

CONGRES

1e Duurzaam Geproduceerd Congres zet de industrie op dieet

www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres

Wilt u partner worden van dit congres?Neem contact op met Anouk Bouwmeester: T | 020 - 3122797 E | [email protected]

Wilt u congresinformatie?Neem contact op met Hilde Westerink:T | 020 - 3122791 E | [email protected]

Partner

_advertentie_duurzaam_geproduceerd_spread_A4.indd 2 01-10-13 13:37

Page 19: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

Mediapartners

1e Duurzaam Geproduceerd Congres zet de industrie op dieet

www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres

Ga naar de website: www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres

Programma13.00 uur Opening met key note

14.00 uur Pitches & Preaches Pitches Process Enlightenmentz Energy Saver: Cas König (ESD SIC, Plant

Manager of the Year 2013)

15.15 uur Pauze

15.45 uur Pitches & Preaches  Pitches Product Enlightenmentz Energy Saver

17.00 uur Debat met experts en energysavers Debat met experts uit het panel n.a.v. de pleidooien van de Energysavers

17.45 uur Bekendmaking Process en Product Enlightenmentz of the Year

18.00 uur Borrel

Presentatie: Rob van Hattum (VPRO en Science Center NEMO) en Wim Raaijen (centraal hoofdredacteur Industrielinqs pers en platform)

Schrijf je nu in!

Contentpartners

_advertentie_duurzaam_geproduceerd_spread_A4.indd 3 01-10-13 13:38

Page 20: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

20 oktober 2013

Achtergrond

Hoe duurzaam is de Tesla écht?

Is Tesla, de fabrikant van populaire elektrische auto’s, vooral hip vanwege de combinatie van geweldig ontwerp en 0 procent bijteling, of gaat het bij het bedrijf en de bezitter daad-werkelijk om de duurzaamheid? Duurzaam Geproduceerd ging op onderzoek uit en hield zowel de productie als het gebruik tegen het licht.

Wim Raaijen

Autofabrikant Tesla heeft de laatste jaren elektrisch rijden ont-daan van het imago van suffe stadsautootjes. Eerst met de hip-pe, maar voor veel mensen onbereikbare sportauto Roadster, en nu ook met een dikke bolide: Model S. Met veel bombarie zijn deze zomer bovendien de nieuwe assemblagefabriek en het Europees distributiecentrum van Tesla Motors in Tilburg in gebruikgenomen. De assemblage in Nederland van de nieuwe Model S is niette-min vooral een belastingtruc. De Europese Unie legt namelijk een heffing op van 10 procent voor kant-en-klare voertuigen die de EU binnenkomen, maar dat geldt niet als de auto in de-len arriveert. Het echte werk gebeurt daarom in de VS, waar het hoofdkantoor en de meeste fabrieken staan, waarna de auto als een legopakket wordt verscheept. Die truc zal veel nieuwe Tesla-bezitters echter worst zijn. De Mo-del S is eindelijk leverbaar, dát telt. Liefhebbers van mooie grote auto’s én een groen hart liepen al een tijdje met een foto van de elektrische hatchback in hun portemonnee. Die moet overigens behoorlijk dik zijn, want goedkoop is-ie niet. De Amerikaan Elon Musk, CEO en architect van Tesla, wilde namelijk niet zo maar een elektrische auto bouwen, maar ook eentje die kan concur-reren met duurdere merken als Audi en BMW. In 2008 kwam het eerste model, de supersnelle sportwagen Roadster, op de markt. In 2012 volgde Model S, eerst in de VS, nu ook in Europa.

020_21_22_23_T_artikel.indd 20 01-10-13 09:23

Page 21: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

21oktober 2013

72 duizend euroHet was dus even wachten, maar nu het distributiecentrum in Tilburg operationeel is, is de levering van de vijfdeurs Model S begonnen. Tesla verwacht volgend jaar wereldwijd dertigdui-zend exemplaren te verkopen, waarvan tienduizend in Europa. Deze brengen allemaal een bezoekje aan de assemblagefabriek in Tilburg. Hier kan Tesla 160 auto’s per week assembleren, en met een tweede shift verdubbelt de output. Het leven van een Europese Tesla ontstaat als volgt. In de produc-tiefabriek in Fremont, Californië wordt het elektrische systeem voor het eerst gecontroleerd. Vervolgens komen in de Rotterdam-se haven containers met vier auto´s aan. In een aparte container zitten, verstopt in houten kratten, de elektro-unit en batterij. Deze zijn dusdanig gecodeerd dat duidelijk is voor welke auto ze pre-cies bedoeld zijn. Het is mogelijk om de batterij en elektromotor in een andere auto in te bouwen, maar daarmee bevorder je de logistiek en efficiëntie van het assemblageproces niet. Het accu-pakket komt onder de bodemplaat, en de elektromotor verschijnt boven de achteras. Vervolgens volgt een diagnose van het elek-trische systeem. Aangezien de wielophanging is gedemonteerd, worden de banden opnieuw uitgelijnd. Dan volgt nog een op-laadbeurt van de batterij en de eindcontrole, en dan is de mini-maal 72 duizend euro kostende hatchback klaar voor gebruik.

Front loadingIn zijn succesverhalen profileert Tesla zich, en niet zonder re-den, als dé top-innovator van het product elektrische auto. Het bedrijf richt zich daarbij met name op de besparingen

tijdens de gebruiksfase van de auto’s. Minder open is Tesla echter over hoeveel energie er in de productie van bijvoor-beeld Model S gaat, en hoeveel emissies daarbij komen kijken. Ook bij de opening van het distributiecentrum in Tilburg kon niemand vertellen of de stroom die daar word gebruikt duurzaam is. Het mantra van de aanwezige Tesla-managers: “onze eerste zorg is om de as-semblage zo efficiënt mogelijk in te richten en zo snel mogelijk te voldoen aan de enorme vraag.”Uit diverse onderzoeken blijkt echter dat de productie van elek-trische auto’s veel energie vergt, en dan met name de productie van batterijen. Criticasters hebben het daarom over front loa-ding van CO2-emissies tijdens de productiefase. Meer licht hier-over schijnt de eind 2012 verschenen analyse van de Norwegian University of Science and Technology in Trondheim. Hierin ne-men onderzoekers de gehele levenscyclus van elektrische auto’s mee, dus van productie tot aan einde levensduur na 150.000 of 200.000 kilometer. De onderzochte auto’s zijn de Nissan Leaf (met elektrische motor) en de Mercedes A-klasse (met ver-brandingsmotor). De conclusie van de onderzoekers: de totale broeikasgasuitstoot van een elektrische auto is over de gehele levensduur genomen nauwelijks kleiner dan van een auto met verbrandingsmotor.

Achtergrond

Elektrische auto’s

leveren wel degelijk

winst op, al is die

niet spectaculair.

020_21_22_23_T_artikel.indd 21 01-10-13 09:23

Page 22: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

22 oktober 2013

Achtergrond

Dat valt alleen niet zo op, aangezien de helft van de uitstoot plaatsvindt tijdens de productie van de batterij en de auto zelf. Bij een auto met verbrandingsmotor zit slechts 10 procent van de CO2-uitstoot in de productie. Ter vergelijking: ga je uit van 150.000 kilometer, dan kost de productie van een elektrische

auto 87 tot 95 gram CO2-equivalenten per kilometer. Dat is het dubbele van de 43 gram per kilometer die de productie van een auto met verbrandingsmotor kost.

EnergiemixToch, zo becijferen de onderzoekers, kunnen elektrische auto’s alsnog emissies besparen in vergelijking met reguliere auto’s. Dan moet de elektriciteit alleen wel zijn opgewekt volgens de Europese energiemix, het aandeel kernenergie, gas, steenkool en hernieuwbare energie in alle Europese landen samen. Elek-trische auto’s leveren in dit geval dus wel degelijk winst op, al is die niet spectaculair. Per land kan deze balans alleen verschillen. Zo heeft België veel kernenergie, terwijl Nederland veel aardgas, steenkool en wind-energie gebruikt. Maak je elektriciteit uit aardgas, weten de weten-schappers, dan besparen elektrische auto’s 12 procent emissies te-genover auto’s met een benzinemotor, terwijl de winst ten opzichte van een dieselauto nul is. Sterker nog: wordt de elektriciteit alleen maar gemaakt door steenkoolcentrales, dan stoten elektrische au-to’s over de gehele levenscyclus (dus productie én gebruiksfase) 17 tot 27 procent méér CO2 uit dan auto’s met een verbrandingsmotor.Met de Europese elektriciteitsmix zijn de productie en het ge-bruik van een elektrische auto tezamen goed voor een CO2-uit-stoot tussen de 197 en 206 gram CO2-equivalenten per kilome-ter. Zou de mix volledig uit windenergie bestaan, dan bedraagt zijn totale CO2-uitstoot 106 gram CO2-equivalenten per kilome-ter. De onderzoekers gaan er bij hun conclusies vanuit dat zowel het voertuig als de batterij 150.000 kilometer meegaat. Maak je daar 200.000 kilometer zijn, dan scoort de elektrische auto al een stuk beter: de uitstoot is dan 27 tot 29 procent lager dan een benzi-neauto en 17 tot 20 procent lager dan een dieselauto.

Auto’s uit de ruimteOp YouTube (zie hierboven) geeft Tesla een kijkje in de pro-ductiefabriek in Fremont. In 2010 nam het bedrijf daar de autofabriek Nummi over van General Motors en Toyota. Het was in de tijd dat de hele auto-industrie zwaar in het slop zat, en dus kon Tesla de fabriek voor een relatief laag bedrag overnemen. Volgens productiedirecteur Gilbert Passin heeft Tesla er niettemin een compleet nieuwe fabriek van gemaakt. “Zelf kom ik uit de ruimtevaartindustrie. We besloten de fabriek in te richten naar het voorbeeld van ervaringen bij SpaceX, dus heel schoon en met open lichte ruimtes. Onze fi losofi e is dat als je kwaliteit wilt leveren, je de productiemensen op hun gemak moet stellen in een prettige ruimte. Daarom verfden we de muren en plafonds wit, en laten we veel licht van bovenaf komen. Iedereen moet er van doordrongen zijn dat we hier kwaliteitsproducten maken.”Naar eigen zeggen is de Tesla-fabriek in de VS de modernste autofabriek van het land. Passin: “We zoeken constant naar effi ciency-verbeteringen om de productieprocessen te op-timaliseren. Zo zetten we volledig in op automatisering met niet minder dan 160 robots die een grote diversiteit aan ta-ken aankunnen.”

iLinqs App

Wanneer u dit icoon bij een afbeel-ding ziet staan, dan kunt u het bijbe-horende fi lmpje bekijken door met uw smartphone de foto te scannen.

Hoe werkt het?1) Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’. 2) Start de app op uw smartphone

of tablet.3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst.4) Het bijbehorende fi lmpje ver-

schijnt op smartphone of tablet.

020_21_22_23_T_artikel.indd 22 01-10-13 09:23

Page 23: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

23oktober 2013

Achtergrond

CriticasterEen belangrijke kanttekening bij het onderzoek is dat de Noren uitgaan van de relatief kleine Nissan Leaf. De Model S is een veel grotere auto, plus dat deze vier verschillende batterijpakketten kan gebruiken: 24, 40, 60 en 85 kilowattuur. Hoe groter het ac-cupakket, des te groter de actieradius, maar ook des te hoger de energiekosten voor productie, en dus de CO2-emissie. Uit-gaande van een standaard energiemix in Europa of de VS, is de 24 kWh-variant beduidend duurzamer dan een brandstofauto. De 40 kWh auto wint het nog net, maar de twee grootste leggen het af. Uit een tabel van de Amerikaanse criticaster Paul Petersen valt gelukkig af te leiden dat efficiëntere productie van batterijen de footprint van elektrische auto’s aanmerkelijk kan verbeteren.

Ook zou het helpen als Tesla voor de productie van zijn auto’s alleen duurzame opgewekte energie aanwendt. Het bedrijf zou daarmee niet de eerste zijn: in de vorige editie van Duurzaam Geproduceerd vertelde BMW dit al te doen bij de productie van zijn nieuwe elektrische auto i3.

VooravondVoor een groot deel is de footprint van de Model S dus afhan-kelijk van de autobezitter. In Nederland wordt die al behoorlijk geholpen doordat alle energie uit de openbare laadpalen duur-zaam is opgewekt. Laadt de eigenaar ook thuis, dan is het zaak om een contract met een duurzame leverancier af te sluiten. Dat is misschien wel de lakmoesproef voor de duurzaamheid-sambities van de Tesla-bezitter: kiest die er voor om beduidend duurzamer te rijden via een lagere actieradius en een duurzame leverancier? Of profiteert hij alleen van de 0 procent bijtelling?Het andere deel van de voetafdruk hangt samen met hoe effici-ent Tesla de auto produceert en hoe het bedrijf zijn energie in-koopt. Transparantie lijkt daarbij gewenst. Alleen als fabrikanten als Tesla volledige openheid geven over het energiegebruik en de uitstoot tijdens de hele productieketen, kan een eerlijk beeld ontstaan van de totale milieubelasting van hun producten.Wat nog in het voordeel van de elektrische auto spreekt, is dat deze aan het begin van enorme verbeteringen staat. Vooral batterijen staan aan de vooravond van grote innovaties in ca-paciteit en wellicht ook in efficiëntere productie, terwijl de ver-brandingsmotor al ver doorontwikkeld is. Maakt Tesla op korte termijn werk van duurzame inkoop van zijn productie-energie en blijft het investeren in innovatieve batterijtechnologie, dan mag het bedrijf zich daadwerkelijk ook wegbereider noemen van duurzamere mobiliteit. Zeker als grote fabrikanten zijn voor-beeld zullen volgen. b

CO2-uitstoot Model S per kilometer is sterk

afhankelijk van de grootte van de batterij.

BrOn: Paul PeterSen, SeekingalPha.COM

020_21_22_23_T_artikel.indd 23 01-10-13 11:16

Page 24: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

24 oktober 2013

Windenergie krijgt grote scheerbeurt

Win-winsituatie voor energieleveranciers en industrie

De Rotterdamse petrochemische industrie heeft een enorm potentieel in zich om overtol-lige windenergie op een nuttige manier aan te wenden. De schakels voor de productie van tal van chemische producten uit water, lucht en kooldioxide via elektriciteit zijn aanwezig. Nu moeten ze alleen nog worden samengesmeed tot een duurzame keten.

David van Baarle

De Sociaal Economische Raad kreeg de opdracht om de stake-holders rondom duurzame energie bij elkaar te brengen voor een langdurig energieakkoord. Behalve dat afspraken werden gemaakt voor energiebesparende oplossingen, is ook de inten-tie uitgesproken voor een forse uitbreiding van windenergieca-paciteit. De 228 megawatt die inmiddels al is geïnstalleerd en de 730 megawatt die in aanbouw is, zouden in 2020 moeten zijn uitgebreid tot 4.500 megawatt. Een bijna vervijfvoudiging van capaciteit is al een uitdaging, maar daarbij komt ook nog het probleem van congestie. Want als het flink waait terwijl de energievraag laag is, kan de opgewekte elektriciteit geen kant op en is de enige oplossing windmolens af te schakelen. Het is al meerdere malen voorgekomen dat windparken hun energie niet meer kwijt konden. Vorig jaar kregen afnemers van Deense windenergie zelfs geld toe.Wetenschapper Rob Stikkelman van de TU Delft onderzoekt in opdracht van de stichting Next Generation Infrastructures of het Rotterdamse havenindustrieel cluster kan worden ingezet om deze windpieken nuttig te gebruiken. “De verschillen in windproductie en energieconsumptie leiden tot enorme prijs-fluctuaties”, legt Stikkelman uit. “Bovendien is de capaciteit van het elektriciteitsnet beperkt. Normaal gesproken wordt de dagelijkse energieproductie afgestemd op het geschatte ver-

bruik. Om alles in goede banen te leiden, verdeelt de netbeheerder de capaciteit over de aanbieders. Ener-gieproducenten die hun productiequota overschrij-den, krijgen een boete opgelegd.” Wind laat zich echter moeilijk sturen, en als capaciteits-overschot dreigt, is de enige mogelijkheid om windmo-lens stil te zetten. “Doodzonde natuurlijk omdat de ener-gie, als alle investeringen voor molens en aansluiting op het net zijn gedaan, gratis en groen is. Je zult dus moeten zoeken naar alternatieven om de overtollige windener-gie nuttig in te zetten. Dit systeem wordt peakshaving genoemd. De komst van de elektrische auto is een voor-beeld van peakshaving. Wanneer een elektrische auto op een laadpaal is aangesloten, kun je beginnen met laden

als het aanbod hoog is en de prijs dus laag. Daarmee ontstaat een win-winsituatie omdat de automobilist goedkoop kan rijden en een energieproducent boetes voorkomt. Die manier van peak-shaving vraagt wel om aanpassingen van de netinfrastructuur. Het vereist namelijk enige intelligentie in het net om alleen ener-gie af te nemen als de prijzen laag zijn. Veel netbeheerders inves-teren dan ook in pilots voor smart grids.” Zo’n slim netwerk kan de energievraag dynamischer sturen door bijvoorbeeld een wasma-chine pas aan te laten zetten als de stroomprijs laag genoeg is.

‘Je zult eerst

moeten vastleggen

welke partijen je in

je keten moet be-

trekken en wat hun

rol daarin is.

Energysavers

024_25_27_U_artikel.indd 24 01-10-13 11:31

Page 25: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

25oktober 2013

Win-winsituatie voor energieleveranciers en industrie

Niet geheel toevalligStikkelman: “De manier waarop elektrische auto’s worden ingezet voor peakshaving is voor ons een voorbeeld om te kijken of de industrie in het Rotterdamse havengebied op dezelfde manier kan bijdragen aan het afvlakken van de energiepieken. We heb-ben hier tenslotte een energie-intensieve industrie. Waarom zouden we die niet kun-nen inzetten? Wat de auto’s op kilowatt-ni-veau doen, zou de industrie op megawatt-niveau kunnen evenaren.”Stikkelman formuleerde zijn onderzoeks-vraag daarom als volgt: op welke wijze kan een geschikt technisch en institutioneel ontwerp worden gemaakt dat een variërend overschot aan windenergie omzet in relevante grondstoffen en producten in een geïntegreerd havenindustrieel cluster? Daar-mee zal het onderzoek zich niet beperken tot de technische aspecten, maar zullen ook de processen en bijbehorende insti-tutionele organisatie onderwerp van onderzoek zijn. Het is dan ook niet geheel toevallig dat zowel TenneT, de beheerder van de hoogspanningsnetten, als Stedin, de Rotterdamse beheerder van midden- en laagspanningsnetten, participeert in het onderzoek van Next Generation Infrastructures. Overigens doen ook ener-

gieproducent E.ON, het Havenbedrijf Rot-terdam en ontwikkelaar Proton Ventures mee aan het onderzoek.

Elektrische stoomketelStikkelman begint zijn zoektocht met een technisch voorbeeld. “De petrochemische industrie in de Botlek gebruikt veel stoom. Doorgaans wordt dit opgewekt met een stoomketel, die demiwater met aardgas opwarmt, waarna de stoom door het pro-ces wordt geleid. Je kunt hetzelfde doen met een elektrische stoomketel. Als er

windenergieoverschotten zijn, zal de dagprijs voor elektriciteit dalen. Als die prijs ten opzichte van gas voldoende laag is, biedt de elektrische stoomketel een financieel aantrekkelijk alterna-tief om stoom op te wekken. Nog een stap verder is de produc-tie van synthesegas waarbij kooldioxide en demiwater via elek-trolyse worden omgezet in waterstof en koolmonoxide. Van het synthesegas kunnen vervolgens weer transportbrandstoffen zoals benzine of diesel worden gemaakt. In Rotterdam wordt al kooldoxide afgevangen, dus waarom zou je het broeikasgas in de grond stoppen als je er ook een nuttigere toepassing voor kunt vinden?”

Energysavers

Kan de industrie

in het Rotterdamse

havengebied bij-

dragen aan het af-

vlakken van pieken

in windenergie?

024_25_27_U_artikel.indd 25 01-10-13 11:31

Page 26: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

Ons evenement. UW MOMENT.Ons evenement. UW MOMENT.

Evenementenhal VenrayDe Voorde 30De Voorde 305807 EZ VenrayT 0478 - 51 97 90F 0478 - 51 97 80I www.evenementenhal.nlE E [email protected]@evenementenhal.nl

Venray17, 18 en 19

december 2013DETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDETAFDUURZAME ENERGIE TECHNIEKEN EN AGRO FUELSDUURZAME ENERGIE TECHNIEKEN EN AGRO FUELSDUURZAME ENERGIE TECHNIEKEN EN AGRO FUELSDUURZAME ENERGIE TECHNIEKEN EN AGRO FUELSDUURZAME ENERGIE TECHNIEKEN EN AGRO FUELSDUURZAME ENERGIE TECHNIEKEN EN AGRO FUELS

D é v a k b e u r s v o o r b i o - e n e r g i e e n d u u r z a a m h e i d

Lezers van Duurzaam GeproduceerdRegistreer u nu en ontvang twee gratis

entreebewijzen voor DETAF Venray 2013.

Ga naar www.evenementenhal.nl/detaf-veen vul onderstaand registratienummer in.

8130000512

Volg ons @DETAF_EH

Evenementen

HALHARDENBERG

GORINCHEM VENRAY

026_evenementenhal.indd 1 01-10-13 08:58

Page 27: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

27oktober 2013

Energiesavers

Chemische productenOm de technische ontwerpruimte te bepalen, geeft Stikkel-man eerst een overzicht van de beschikbare utilities in het Rot-terdamse Havengebied. “We hebben hier de beschikking over lucht, demiwater, elektriciteit, kooldioxide, biobrandstoffen, fossiele brandstoffen en biogas. Met deze basis kun je zeer veel combinaties maken, en daarbij elektriciteit inzetten voor bij-voorbeeld elektrochemie, maar ook voor het koelen van lucht voor de productie van stikstof, elektrolyse van water of verhit-ting van water voor de productie van stoom. Uiteindelijk is het op deze manier mogelijk een keur aan chemische producten te maken. Zo kun je met elektriciteit silicium en koolstof omzetten in siliciumcarbide, stikstof en waterstof in ammoniak, waar weer salpeterzuur van kan worden gemaakt. En zo kun je bijvoorbeeld ook methaan of methanol maken.”Het is complexe techniek, maar de organisatie om deze technieken mogelijk te maken en de utilities en grondstoffen bij de gebruikers te krijgen is misschien nóg ingewikkelder. Stikkel-man toont het voorbeeld van waterstofinjectie in het aardgasnetwerk, een andere manier om overtollige elektriciteit nuttig te gebruiken. “Het idee is ontstaan om het teveel aan gepro-duceerde elektriciteit te gebruiken om water te splitsen. Het waterstofgas kan vervolgens in het bestaande aardgasnetwerk worden geïnjecteerd. Het zuurstofgas kan ingezet worden in het Rotterdamse netwerk. De organisatie rondom zo’n technisch re-delijk eenvoudig idee is al snel complex omdat er meerdere par-tijen betrokken zijn bij de productie, het transport, overdracht, handel en afrekening van zowel de elektriciteit als het gas. Je zult dus eerst moeten vastleggen welke partijen je in je keten moet

betrekken en wat hun rol daarin is. Daarna kun je de partijen aan elkaar gaan koppelen om je uiteindelijke doel te bereiken.”

InvesteringHet succes van dergelijke samenwerkingsvormen staat of valt met de bereidwilligheid van partijen. Hebben ze interesse in samenwerking, wat is hun houding tegenover de nieuwe tech-nologie en hoeveel macht hebben ze om veranderingen ook daadwerkelijk door te voeren of juist tegen te houden? “De elektriciteitsprijs is uiteraard ook een belangrijke factor in in-vesteringsbeslissingen”, besluit Stikkelman. “Als deze prijs per megawattuur te hoog is, dan heeft de industrie geen interesse in elektrische alternatieven voor hun processen. Omdat de elek-

triciteitsprijs fluctueert, zullen de installaties alleen produceren als de som van variabele kosten en baten positief is. De break even-prijs geeft het omslagpunt aan. Deze prijs zal dan zo hoog mogelijk moeten liggen, terwijl de ad-ditionele investeringen in nieuwe technologie juist weer zo laag mogelijk moeten zijn.” Of de concepten daadwerkelijk zullen worden toege-past, is nog niet te zeggen. “Als de windcapaci-teit in Nederland daadwerkelijk zo gaat groeien als nu wordt voorspeld, zul je iets moeten doen

aan de prijsfluctuaties. Het Rotterdamse havengebied leent zich uitstekend voor ketensamenwerking. Vooral omdat alle losse schakels al aanwezig zijn. Veel van de eerder genoemde technieken kunnen gezien worden als add on-aanpassingen aan bestaande installaties en al aanwezige infrastructuren. Er zijn daardoor minder extra investeringen nodig, wat de busi- nesscase een stuk interessanter maakt. De kansen liggen er, nu is het aan de partijen om elkaar te vinden.” b

‘De kansen

liggen er, nu is het

aan de partijen om

elkaar te vinden.

024_25_27_U_artikel.indd 27 01-10-13 11:31

Page 28: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

28 juni 2013

Interview

“Productieproces is de kern van MVO 2.0”

Prins Carlos de Bourbon de Parme kreeg duurzaamheid met de paplepel ingegoten, en maakt zich tegenwoordig als bestuurslid van MVO Nederland sterk voor een betere wereld. Zijn stelling: échte duurzaamheid betekent terug naar de tekentafel om verspilling terug te dringen.

Tseard Zoethout

“Maatschappelijk verantwoord ondernemen lijdt onder een pro-bleem: wanneer een bedrijf gehandicapten helpt - natuurlijk een goede zaak - krijgt het evengoed het MVO-stempel opgedrukt als wanneer dat bedrijf producten en systemen verduurzaamt.” Aan het woord is prins Carlos de Bourbon de Parme, bestuurslid van MVO Nederland en voorzitter van ‘Nederland Krijgt Nieuwe Energie’. “De impact op de maatschappij van dergelijke interne duurzaamheid is echter veel groter. Bedrijven die producten maken die de waarden van vandaag en morgen uitdragen, ver-

kopen beter. Het is tijd voor MVO 2.0: terug naar de tekentafel om verspilling terug te dringen.”Volgens De Bourbon de Parme heeft de Neder-landse maakindustrie veel kennis in huis die het, dankzij MVO Nederland, haar partners en het Instituut Duurzame Handel (IDH), met an-deren en in netwerken kan delen. “Ik houd een persoonlijk pleidooi voor de MVO-filosofie. Die

‘Kennis van

toeleveranciers

wordt nog te weinig

gebruikt.

028_29_30_Q_artikel.indd 28 01-10-13 11:17

Page 29: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

29juni 2013

Interview

start bij de kern van het product. In het verleden wilden bedrij-ven die tafels of stoelen maak-ten MVO nog wel eens invullen door een vooruitstrevend so-ciaal beleid, bijvoorbeeld door gehandicapte mensen aan ba-nen te helpen. Dat is goed, daar niet van, maar MVO begint in de kern bij het product.”

Geen bezemwagenDe Bourbon de Parme illus-treert zijn pleidooi aan de hand van enkele sprekende voorbeelden. “Neem Ahrend, fabrikant van kantoormeubilair. Dat vervaardigt tegenwoordig meubels volgens de principes van cradle to cradle. Daarmee is het beter dan concurrenten toegerust om de klappen van de crisis en veranderend beleid op te vangen. Of neem een aannemer in de bouw. Natuurlijk moet die, de MVO-uitgangs-punten indachtig, optimaal voor zijn mensen zorgen. Maar de

Prins Carlos de Bourbon de Parme

ZKH Prins Carlos de Bourbon de Parme (1970) kreeg aan-dacht voor duurzame ontwikkeling met de paplepel inge-goten. Grootvader prins Bernhard, bij wie hij in z’n jeugd inwoonde, richtte het Wereld Natuur Fonds op. Zijn moe-der, prinses Irene van Lippe-Biesterveld, ging in haar boek ‘Dialoog met de natuur’ nog enkele stappen verder. Verspilling is voor De Bourbon de Parme altijd de sleutel geweest. “Waarom iets weggooien als je het ook kan repa-reren?”, vraagt hij zich al jarenlang af. Vanuit verschillende gremia zet De Bourbon de Parme zich in voor een meer duurzame samenleving, allereerst vanuit zijn eigen Stich-ting INSID (Institute for Sustainable Innovation and De-velopment), maar ook als voorzitter van ‘Nederland Krijgt Nieuwe Energie’ dat de fundamenten onder het recente SER Energieakkoord op hoofdlijnen heeft gelegd. Als bestuurs-lid van MVO Nederland pleit hij voor het verankeren van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in pro-ducten en processen.

BEEL

D: D

ESSO

EN

WAt

t N

u?

Tapijtleverancier

Desso is een van

de Nederlandse

iconen van het

duurzaam onderne-

men. Het laat zien

dat MVO begint bij

de kern van een

product.

028_29_30_Q_artikel.indd 29 01-10-13 09:29

Page 30: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

30 juni 2013

Interview

voetafdruk van het maken van een duurzaam gebouw is na-tuurlijk veel groter dan het serveren van biologisch voedsel in de kantine of het plaatsen van zonnepanelen op het dak van het hoofdkantoor. Bovendien blijkt dat bedrijven die interne duurzaamheid hebben omarmd, sinds 2008 beter door de eco-nomische crisis zijn gekomen dan degene die dat niet hebben gedaan. Ze innoveren meer, staan er financieel beter voor en zien hun succes beloond door een lager verloop aan personeel en minder ziekteverzuim. Ondernemingen moeten dus niet al-leen naar de externe kant van hun bedrijfsvoering kijken, maar duurzaamheid ook in producten en productieprocessen incor-poreren.”Nu hoeven de meeste ondernemingen niet van de grond af aan met MVO te beginnen. Duurzame concepten – van indus-triële ecologie tot cradle to cradle en van minder milieubelas-tende alternatieven als bioplastics tot biomimicry – bestaan immers al sinds de millenniumwisseling. Praktisch toepas-bare kennis over deze concepten wordt bovendien steeds meer en steeds verder in de Nederlandse maakindustrie uit-gerold. Kenniscentrum MVO Nederland vervult hierin volgens De Bourbon de Parme een sleutelrol. “Wij zijn geen bezemwagen, maar willen die kennis ter beschikking aan het peloton stellen”, zegt hij. “Daarmee komt er innovatie en creativiteit los zodat de veerkracht van die bedrijven wordt verbeterd. En mocht MVO Nederland onver-hoopt niet over de gevraagde specialistische kennis beschikken, dan kunnen we dergelijke bedrijven uitstekend naar andere netwerken doorverwijzen.”

Globaliserende ketenOndertussen globaliseert de industrie steeds sneller. Componenten van mobiele telefoons, tablets, zonnepanelen, T-shirts en schoenen komen tegenwoordig uit de hele wereld, van Congo tot Zuid-Amerika en Azië. En juist in ‘Verweggistan’ wordt nog wel eens de hand gelicht aan goede milieuomstandigheden en sociale voorwaarden. Gelukkig hebben het IDH (Instituut Duurzame Handel) en MVO Nederland steeds meer kennis in huis om die condities te belichten.

“Vanuit MVO Nederland willen we bedrijven helpen de discus-sie met de keten aan te gaan”, ambieert De Bourbon de Parme. “Prijs is niet altijd doorslagge-vend. Soms valt die lager, soms gelijk of iets hoger uit. Gelukkig zit er veel kennis bij toeleveran-ciers. Die wordt echter nog veel te weinig gebruikt. Een zeer in-teressante ontwikkeling is het concept ‘turntoo’ van architect Thomas Rau. Daarin wordt niet voor producten maar voor het gebruik van die producten betaald. Deze en andere concepten zorgen ervoor dat flexibiliteit en creativiteit in de maakindustrie loskomen. Hiervan kunnen niet alleen het MKB, maar ook grotere ondernemingen profiteren. Immers, bedrijven die producten ma-ken die de waarden van vandaag weerspiegelen, zijn in staat be-ter te verkopen. Een goed verhaal dat aandacht aan de gevolgen

voor onze planeet geeft, is daarbij doorslagge-vend. Vroeger was er strijd tussen economie en ecologie. Tegenwoordig gaan die meer en meer hand in hand. Want wie wil er nu een katoenen T-shirt dat onder slechte arbeidsomstandigheden is gemaakt en waarvoor, bij de vervaardiging er-van, mensen kunnen sterven?’”Volgens De Bourbon de Parme zouden de giframp in Bhopal (Union Carbide, 1984) en kinderarbeid in India (Nike, deze eeuw) tegen-woordig door social media niet langer kun-nen voorkomen. Blogs, newsfeeds, Facebook en Twitter zorgen immers voor pijlsnelle ver-spreiding van misstanden. “Als je ervan uitgaat dat de bevolking van Egypte het regime van

Mubarak dankzij social media in zestien dagen omver heeft ge-worpen, dan kan je je niet voorstellen dat een beursgenoteerd bedrijf geen weet heeft van corporate social responsibility. Als het daarmee geen rekening houdt, dan wordt het keihard afgebrand. Bij grote misstanden en dito schandalen kan zijn marktwaarde met tientallen procenten dalen.” b

Carlos de Bourbon

de Parme: “Het

is tijd voor MVO

2.0: terug naar

de tekentafel om

verspilling terug te

dringen.”

‘ Bedrijven die

duurzaamheid in

hun producten en

processen hebben

ingevoerd, zijn

beter uit de crisis

gekomen.

028_29_30_Q_artikel.indd 30 01-10-13 11:17

Page 31: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

31oktober 2013

Wat is er voor nodig om de productie van sportkleding geheel cradle to cradle te krij-gen? Kledingconcern Puma ging aan de slag, en na een C2C-certificeringsroute introdu-ceerde het Duitse bedrijf onlangs de herfst- en wintercollectie van de duurzame sportkle-dinglijn InCycle. Duurzaamheidsmanager Justin DeKosmovsky weet wat er allemaal bij komt kijken, maar ook welke uitdagingen er nog zijn.

door Jorn Hövels

Een nieuwe kledingcollectie van Puma, InCycle, is duurzaam: energiezuinig geproduceerd en gemaakt uit afbreekbare en recyclebare materialen. Bovendien worden de schoenen, kle-ren en kledingaccessoires gemaakt onder veilige en eerlijke arbeidsomstandigheden, claimt Puma. Volgens de maker van populaire sportkleding voldoet deze collectie daarom aan de strenge duurzaamheidsnormen van het zogeheten Cradle to Cradle Products Innovation Institute: een onafhankelijke non-profitorganisatie die duurzame producten certificeert met het cradle to cradle (C2C)-predicaat. Dit label is niet alleen richting-gevend voor producenten, maar kan ook de consument helpen om een bewuste keuze te maken voor een duurzaam product.

Het instituut wil de negatieve impact van de productie op het leefmilieu verminderen en test producten (zoals kle-ren) daarom op de mogelijk-heden voor hergebruik. Er wordt getest op de volgende duurzaamheidscriteria: ener-gieverbruik bij productie, wa-terverbruik, de recyclebaarheid van het product, de mogelijk-heden tot direct hergebruik, de afbraak van (chemische)

productstoffen en de arbeidsomstandigheden waaronder het artikel wordt gemaakt. Justin DeKosmovsky is manager van het Puma-duurzaamheidsprogramma, en weet daar-om alles van het afgelegde traject: “Een product dat C2C-gecertificeerd is, is biologisch afbreekbaar of geschikt voor direct en volledig hergebruik. De kleren van het gecertifi-ceerde InCycle zijn dan ook grotendeels vervaardigd uit duur-zame stoffen, zoals organisch katoen en gerecycled polyester.”

Bring Me Back-programmaHoe lukte het Puma om de kledinglijn InCycle C2C-gecertifi-ceerd te krijgen? DeKosmovsky: “Innoveren, innoveren, innove-ren. Maar daarvoor inventariseer je eerst welke stappen en pro-cessen er in de supply chain aangepast moeten worden om voor C2C-certificering in aanmerking te komen. Wij kwamen daarbij al snel tot de conclusie dat er bij ons nog veel veranderd moest worden aan de chemische kant van het productieproces. En niet onbelangrijk: om direct hergebruik van kleding te stimuleren,

Puma lanceert cradle to cradle-collectie

Duurzame sportkleding van wieg tot wieg

Best Practice

Het concern heeft

in al zijn winkels

felrode verzamel-

bakken geplaatst.

031_32_33_XA_bestpractice.indd 31 01-10-13 09:29

Page 32: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

32 oktober 2013

Best Practice

moeten klanten de gebruikte kleding natuurlijk ergens kunnen inleveren.” Want elk onderdeel van bijvoorbeeld de InCycle Su-per Shoulder Bag mag dan geschikt zijn voor hergebruik, zoals Puma op zijn website vermeldt, wie garandeert dat een klant zijn versleten rugtas niet thuis in de prullenbak kiepert? Daar-aan is gedacht. Met het zogeheten Bring Me Back-programma

wil het concern ervoor zorgen dat de gebruikte kleding op de juiste plek terechtkomt voor hergebruik en afvalreductie. Het sportconcern heeft daarvoor in al zijn winkels felrode verzamelbakken geplaatst. Ook gebruikte kleding van andere merken kan daarin worden gede-poneerd. Vervolgens wordt de ver-zamelde kleding gesorteerd en dan direct hergebruikt, biologisch afge-broken, of omgezet in rauwe mate-rialen voor de productie van nieuwe

kleding. DeKosmovsky: “Daarbij werken we onder andere sa-men met I:CO, ofwel I Collect, een grote recyclingorganisatie.” Het duurzaamheidsbeleid van Puma is doordacht, maar gaat de consument écht naar de Puma-shop om zijn gebruikte kleding in de rode verzamelbak te gooien? Daar twijfelt de Puma-mana-

Sociale verantwoordelijkheidDe kledinglijn InCycle past in de corporate strategy van Puma. Het concern heeft de missie om het “duurzaamste sportmerk ter wereld” te worden. En de ambities reiken nog verder, valt op de Puma-website te lezen: “Wij zijn vastbesloten om te werken op manieren die bijdragen aan de wereld door creativiteit, duurzaamheid en vrede te ondersteunen, en door oprecht te blijven aan de waarden rechtvaardigheid, eerlijkheid, positiviteit en creativiteit.” Die waarden vallen grotendeels onder de noemer soci-ale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, wat ook een belangrijk testcriterium is voor de C2C-certificering. Het Cradle to Cradle-instituut let daarvoor bijvoorbeeld op de arbeidsomstandigheden van werknemers. Manager DeKosmovsky: “Ook in dat opzicht voldoen wij aan de gel-dende normen. Zo hanteren we een gedragscode waaraan onze leveranciers moeten voldoen als ze met Puma willen samenwerken. Een team van controleurs controleert re-gelmatig bij leveranciers op duurzame productie, arbeids-omstandigheden en alle onderdelen van de supply chain. Als blijkt dat een leverancier onze gedragscode met de voeten treedt, verbreken we het contract. En dat gebeurt.”

‘ Puma wil

onderdeel uitma-

ken van die vooruit-

gang, of nog beter:

we willen aan de

frontlinie staan.

Kosten en ervaringen

De herfst- en wintercollectie van InCycle ligt al in de win-kels, maar het betreft een gelimiteerde collectie die niet overal verkrijgbaar is. De kledingprijzen zijn wat hoger dan die van andere Puma-collecties. DeKosmovsky: “In-Cycle blijft een exclusieve kledinglijn, maar de ervaring die we opdoen met duurzame productie zal zich uit-spreiden over de andere collecties. Die willen we op ter-mijn ook kosteneffectief duurzaam gaan produceren.”

031_32_33_XA_bestpractice.indd 32 01-10-13 09:29

Page 33: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

33oktober 2013

Best Practice

ger nog aan: “De verzamelbak-ken staan er sinds kort, dus daar kunnen we nog weinig over zeg-gen. We sturen consumenten in de richting van duurzaamheid en recycling, maar een gedrags-verandering is lastig te realise-ren. Er is nog een lange weg te gaan en we verwachten niet dat

we in één of twee jaar een duurzame revolutie kunnen ontkete-nen. Dat vereist een grote omslag in de kledingindustrie en in de manier waarop consumenten over productgebruik denken.”

GroeimarktDe visie van Puma is lovenswaardig, maar de inzet op duurzaam-heid is niet per se uniek. Zo heeft ook kledinggigant Nike duur-zaamheid hoog op de agenda staan. Dat blijkt bijvoorbeeld wel uit de nieuwe Nike-app Making, waarmee producenten en ont-

werpers voor elk afzonderlijk materiaal kunnen aflezen wat daar-van de ecologische footprint is. Kennelijk is het voor kledingpro-ducenten bon ton om zich duurzaam te profileren. DeKosmovsky: “Dat klopt, maar wij zijn het eerste kledingmerk dat een complete C2C-gecertificeerde kledinglijn heeft geïntroduceerd. Veel van onze concurrenten produceren wel-iswaar duurzame artikelen, maar geen duurzame collectie.” Bovendien maakt ook Puma volgens hem ge-bruik van een index die ontwerpers kunnen raadplegen voor de ecolo-gische voetafdruk van de gebruikte productmaterialen. “Die is alleen voor intern gebruik, maar de kennis daarover delen we met andere pro-ducenten. Zo helpen we elkaar om gezamenlijk de industrie te verduur-zamen.” Duurzame producten zijn natuurlijk een groeimarkt, maar DeKosmovsky spreekt ook van een gedeeld besef. “We zijn allemaal tegelijkertijd investeerder, burger, stemmer en consument. Samen bewegen we in een duur-zame richting en als je daar als onderneming niet in meegaat, loop je achter de feiten aan. Puma wil onderdeel uitmaken van die vooruitgang, of nog beter: we willen aan de frontlinie staan.” b

Een C2C-product

is biologisch

afbreekbaar of

geschikt voor

hergebruik.

c2c onlineMeer weten over c2c? Kijk dan op www.c2cccertified.org en www.cradletocradle.nl. Het duurzaamheidsprogramma van Puma is te vinden op aboutpuma.com/sustainability.

Consument, voel je goed

De gebruikte kleding en schoenen die consumenten in de ecologische Bring me Back Bins kunnen depone-ren, hoeven niet van het merk Puma te zijn. Op de web-site geeft het concern zijn klanten een vrolijke instructie: 1) Collect all the old clothes and shoes that you don’t want

anymore (we’ll even take non-Puma stuff)2) Drop them all into the Puma Bring Back Bin 3) Start feeling really, really good about yourself.

‘ Een ge-

dragsverandering

is lastig te realise-

ren. Er is nog een

lange weg te gaan.

031_32_33_XA_bestpractice.indd 33 01-10-13 09:29

Page 34: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

34 oktober 2013

Biomassaproject zoekt investeerders (m/v)

Achtergrond

Nederland lijkt de primeur te krijgen van twee nieuwe technieken om biomassa te verwer-ken. De methoden richten zich op biomas-sareststromen die niet concurreren met de voedselvoorziening. Het ontwerp van de fabrieken is klaar en de vergunningen zijn bin-nen. Nu de financiering nog.

Francis Voermans

In Hardenberg wil Bio Rights dit jaar beginnen met de bouw van de eerste commerciële installatie gebaseerd op GPV-tech-nologie. Een GPV (Gravity Pressure Vessel) is een reactor op ze-venhonderd meter diepte in de grond, waar de druk zeventig bar is en de temperatuur zo’n 250 graden Celsius. De hoge druk en temperatuur zorgen er samen met een zuur milieu voor dat celluloseketens worden gekraakt naar C6- en C5-suikers. Deze suikers kunnen – boven de grond – biologisch worden omgezet naar biogas of bio-ethanol.Het bedrijf wil een GPV bouwen die tweehonderdduizend ton biomassa per jaar kan verwerken. De biomassa – agrarische restproducten en andere afvalstromen – is gecontracteerd in een straal van vijftig kilometer rondom de fabriek. In eerste in-stantie zal er alleen biogas worden gemaakt uit de suikers. Dit gas, 23 miljoen kuub per jaar, wordt na opwerking aan het net geleverd. In de tweede fase wil Bio Rights ook een bio-ethanol-

fabriek bouwen. Een waterzuiveringsinstal-latie zorgt voor de terugwinning van stikstof en fosfaat. “De engineering is klaar. We zijn nu bezig om de laatste financieringen rond te krijgen. Na de zomer moet de eerste schop de grond ingaan”, blikt Roelof Niezen van Bio Rights vooruit.

PrimeurEen tweede primeur is de commerciële py-rolysefabriek die Biomass Technology Group (BTG) in Hengelo wil gaan bouwen. Deze moet 22 kiloton afvalhout per jaar gaan ver-

werken. Het belangrijkste product is pyrolyse-olie die in eer-ste instantie zal worden gebruikt als brandstof in ketels en zo aardgas of stookolie vervangt. De olie kan echter ook worden bewerkt voor hoogwaardigere toepassingen. Er is bijvoor-beeld bitumen uit te halen, waar een dakbedekking van kan worden gemaakt. De waterige fractie kan bovendien worden ingezet als pesticide. Ook zitten er componenten in de olie waarvan lijmen kunnen worden gemaakt. Het ontwerp van de fabriek is gereed en alle benodigde vergunningen zijn ver-leend. BTG is nu bezig om de financiering rond te krijgen.

Duitse regelsDat klinkt goed, maar Duitsland loopt nog altijd ver voor op Ne-derland in het opwekken van duurzame energie, onder meer via het vergisten van biomassa. Gelukkig gaan twee Duitse bedrij-ven nu ook in Nederland uitbreiden. Zo wil Regenerative Energie Münster (REM) op het Europapark bij Coevorden een industriële

‘De enginee-

ring is klaar. We

zijn nu bezig om de

laatste financierin-

gen rond te krijgen.

Wat is een GVP?

Een GPV (Gravity Pressure Vessel) bestaat uit een gecom-bineerde buiten- en binnenpijp die in een schacht van ze-venhonderd meter diep hangt. Aan het einde is de reactor bevestigd. De reactor hangt zo diep om zeventig bar druk te bereiken. Deze druk is nodig om de voorwaarden te schep-pen voor het chemische proces. De GPV voert deze reactie uit als een continu-proces. De reactor is daardoor zeer effi-ciënt, ook omdat hij gebruikmaakt van zwaartekracht voor de noodzakelijke druk, en werkt als een warmtewisselaar. Warmteverlies wordt daardoor beperkt. Het is daarnaast een communicerend vat dat weinig energie vraagt om de cellulosestroom rond te pompen.

034_35_XE_artikel.indd 34 01-10-13 11:18

Page 35: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

35oktober 2013

vergister bouwen. De installatie gaat jaarlijks meer dan zeshonderdduizend ton biomassa – voornamelijk mest – vergisten en produceert daaruit zo’n veertig miljoen kuub biogas.Het Europark ligt deels in Nederland en deels in Duitsland, en van die grenslocatie wordt maximaal gebruikgemaakt. De mest komt uit Nederland, maar het biogas wordt, na opwer-king, geleverd aan het Duitse net. “In Duitsland is de vergoeding voor biogas hoger”, verklaart projectleider Konrad Rülander die keuze. Daar-naast kunnen de (ook Nederlandse) banken die het project ondersteunen gebruikmaken

van de soepelere Duitse regels voor herfinan-ciering. De start van de bouw zal niet lang meer op zich laten wachten. REM voert nog laatste bespre-kingen met de banken en werkt aan de laatste details met de toeleveranciers. “Dit jaar gaat de bouw beginnen”, aldus Rülander. Een ander Duits bedrijf, LimnoTec, wil in Hardenberg een vergister bouwen op hetzelfde industrieterrein als de GPV-installatie van Bio Rights. Deze ver-gister gaat 25 miljoen kubieke meter biogas per jaar maken uit vierhonderd kiloton biomassa, wat ook hier grotendeels uit mest bestaat. b

Achtergrond

Ook de Neder-

landse banken die

het project onder-

steunen kunnen

gebruikmaken van

de soepelere Duitse

regels voor herfi-

nanciering.

034_35_XE_artikel.indd 35 01-10-13 11:18

Page 36: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

36 oktober 2013

Duurzame pallet Ikea beschikbaar voor industrie

Duizenden manuren en miljoenen euro’s stak Ikea in de ontwik-keling van een alternatief voor de houten pallet. OptiLedge, een kunststof pallet die zich aanpast aan de grootte van de lading, is nu ook beschikbaar voor andere bedrijven.De pallet is vederlicht, supersterk, zeer compact en kost even-veel als een houten wegwerppallet. De voordelen zijn legio. Doordat de pallet niet groter is dan zijn lading, zijn er minder

vrachtwagens voor het vervoer nodig. En aangezien de pallet heel licht is, bespaart dat op luchtvrachtkosten en dieselver-bruik.Inmiddels gebruikt Ikea jaarlijks meer dan dertig miljoen Op-tiLedges en bespaart het bedrijf vanwege de lagere transport-kosten een veelvoud aan euro’s. Meer informatie op www.optiledge.eu

Datacenter duurzaam gekoeld met minerale oliënDatacenter Dataplace uit Alblasser-dam heeft eind augustus zijn proof of concept-opstelling afgerond voor de innovatieve koeling van compu-terservers. Het nieuwe koelsysteem maakt gebruik van minerale olie. Volgens Dataplace zorgt het sy-steem voor een energiebesparing van 45 tot 85 procent ten opzichte van een traditioneel datacenter.Het concept bestaat uit grote hori-zontaal geplaatste koelbakken die zijn gevuld met een elektrisch niet geleidende minerale olie. De servers

worden volledig ondergedompeld in deze vloeistof. De olie wordt via een pomp rondgepompt in de bak, waardoor de warmtelast

wordt afgevoerd, de olie op temperatuur blijft, en tegelijkertijd continu wordt gefilterd. Om gebruik te kunnen maken van bestaande servers moeten deze wel worden aangepast. Zo worden alle fans uit de server gehaald en wordt de processorkoeling gewijzigd omdat de aan-wezige koelpasta op de processor oplost in de toegepaste olie.Meer informatie op www.dataplace.eu

Productnieuws

In deze rubriek

staan producten

die een bijdrage

leveren aan duur-

zaam produceren.

Heeft u zelf een

product dat in deze

rubriek past? Stuur

een mail naar de

redactie: redactie@

duurzaamgeprodu-

ceerd.nl

Kaasproducent CONO gebruikt als eerste gecertificeerde palmolie

Als eerste bedrijf ter wereld heeft CONO Kaasmakers, bekend van de Beem-sterkaas, certificaten voor palmpitmeel gekocht. Deze certificaten garanderen dat het meel, afkomstig van palmvruchten, duurzaam geproduceerd is. De certi-ficaten zijn afkomstig van

palmolieplantages in Maleisië. Hier werkt Solidaridad aan het ver-duurzamen van de productie, gesteund door CONO Kaasmakers en producent van verzorgingsmiddelen Johnson & Johnson.

Palmpitmeel is een bijproduct van palmolie. In Nederland wordt dit bijgemengd in het krachtvoer van koeien als aanvulling op hoofdzakelijk grasrantsoen. CONO kaasmakers investeert hierin omdat hun koeien dit product eten. Volgens Solidaridad is de stap van CONO bijzonder. Marieke Leegwater, programmamanager palmolie bij Solidaridad, hoopt dat andere bedrijven nu snel volgen: “De aanschaf van certifica-ten betekent een positieve impuls voor de duurzame productie van palmolie door producenten over de hele wereld. Het stimu-leert boeren om duurzaam te produceren omdat de markt hen hiervoor beloont. Het is heel goed als bedrijven die palmpro-ducten kopen hierin hun verantwoordelijkheid nemen.”Meer informatie op www.solidaridad.nl

036_37_G_productnieuws.indd 36 01-10-13 09:28

Page 37: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

37oktober 2013

Productnieuws

Entreematten voor Schiphol uit gerecyclede vliegtuigbanden

Bij de recente renovatie van de parkeergarages op luchthaven Schiphol zijn de nieuwe entreematten gemaakt van oude vliegtuig-banden. Daardoor is de cirkel weer rond. De vliegtuigband die meer-dere keren landde op dit vliegveld, houdt nu het vliegveld schoon.Het gaat om Entrada-Eco-matten, die vanwege het sterke rub-ber uit de vliegtuigbanden ook een levensduur van circa dertig jaar hebben. Zelfs daarna vormt de mat nog geen belasting voor het milieu, omdat hij 100 procent recyclebaar is, zo zegt de Ne-derlandse leverancier Storax. Meer informatie op www.storax.nl

Nike onthult footprint van sportkleding via app

Sportkledingfabrikant Nike heeft een app ontwikkeld – Making geheten – die ontwerpers en productontwikkelaars direct laat zien wat de keuze voor verschillende materialen betekent voor de footprint van kleding en schoenen. Het is gebaseerd op jaren-lange ervaring die de fabrikant heeft opgedaan bij het maken van duurzamere keuzes voor de materialen van sportkleding.Making rangschikt materialen die de milieu-impact van de Nike-producten sterk beïnvloeden: water, chemie, energie en afval.

De app haalt de gegevens uit de Nike Materials Sustainability Index (MSI), een databank opgebouwd uit ruim ze-ven jaar materialenonderzoek en -ana-lyse. Deze gegevens biedt Nike open-baar aan om de industrie te helpen bij verduurzaming.Meer informatie op nikemakers.com

Plan voor straatverlichting met windturbines

Het bureau Greenlight District heeft een plan gelanceerd om kleine windmolens op bestaande lichtarmaturen te plaatsen. Iedere molen brengt gemiddeld genoeg energie op om zowel de lichtmast te voorzien van stroom als extra duurzame energie op het elektriciteitsnet te brengen. In de Haarlemmermeer wil het bedrijf dertigduizend lichtmasten van deze windturbines voorzien. Greenlight District werkt op dit moment aan de laatste voorbereidingen voor er met de uitvoering kan worden begon-nen.Meer informatie op www.greenlightdistrict.nu

036_37_G_productnieuws.indd 37 01-10-13 09:28

Page 38: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

38 oktober 2013

Weinig animo voor slimme biomassaprojecten

Achtergrond

Het produceren van energie uit biomassa ge-beurt efficiënter – en dus duurzamer - als ver-schillende grondstoffen, conversietechnieken en toepassingen worden gecombineerd. Vijf casestudies naar Energie Conversie Parken in Vlaanderen en Zuid-Nederland tonen aan dat de winst aanzienlijk kan zijn. Het valt alleen niet mee om dit in de praktijk van de grond te krijgen.

Francis Voermans

Als biomassa wordt verwerkt met meerdere geïntegreerde pro-cessen is dat financieel aantrekkelijker dan wanneer dit in een op zichzelf staande biomassa-installatie gebeurt. Vijf kennisin-stellingen uit Vlaanderen en Nederland werkten daarom aan de ontwikkeling van het concept Energie Conversie Park (ECP). Dit is een locatie waar biomassa uit de omgeving wordt verwerkt via verschillende conversietechnieken, en waar in een optimale situatie zelfs exploitatie zonder subsidie in beeld komt.De onderzoekers namen vijf casestudies onder de loep: twee

voor locaties in Vlaanderen en drie in Brabant en Zeeland. Het doel was om voor elk van de lo-caties de opzet van een Energie Conversie Park concreet uit te werken en de haalbaarheid van het concept te demonstreren. Bij de presentatie van de resultaten bleek dat - ten dele - gelukt.

GevangenisSlechts op een van de Vlaamse locaties zal het uitgewerkte concept worden geïmplemen-teerd. De overige casestudies bleken om diverse redenen niet levensvatbaar. De succesvolle lo-catie ligt op de grens van de gemeenten Beerse en Merksplas, nabij Turnhout, waar IOK Afvalbe-heer een composteringsinstallatie heeft. In de ECP-studie zijn potentiële extra biomassa-stro-men in kaart gebracht en is een technisch con-cept uitgewerkt. De beste optie bleek om een

Een belangrijk

leerpunt is dat er

een groot verschil

zit tussen de theo-

retisch beschikbare

hoeveelheid biomas-

sa en wat er in de

praktijk kan worden

gecontracteerd voor

verwerking.

Energie Conversie Park MoerdijkEen Energie Conversie Park voor Moerdijk zou verschil-lende soorten biomassa gaan verwerken: uit de regio en stromen van elders die via de haven binnenkomen. Het uitgewerkte concept bestaat uit een combinatie van drie technieken – vergisting, pyrolyse en grasraffinage – die on-derling stromen en energie uitwisselen. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van het warmteoverschot van de industrie in Moerdijk. Het ECP maakt meerdere producten, waaron-der eiwitten uit het gras, pyrolyse-olie, elektriciteit, fosfaat en biodiesel. Het biogas uit de vergister wordt vloeibaar gemaakt en ingezet als transportbrandstof. Het concept kan volgens de economische analyse werken. Belangrijke voorwaarde is wel dat er een goede prijs wordt betaald voor groene transportbrandstoffen. Geïnteresseerde partijen die het idee willen oppakken, zijn echter nog niet gevonden.

Energie Conversie Park BredaBreda is op papier een kansrijke locatie voor een Energie Conversie Park vanwege de ambitieuze duurzaamheids-doelstellingen en het uitgebreide stadsverwarmingsnet. In de studie voor deze gemeente is een ontwerp gemaakt dat bestaat uit een GFT-vergister, een verbrandingsinstal-latie en de opwerking van biogas tot bio-LNG. De instal-laties zouden worden gevoed met 40 kiloton mest, 33 ki-loton GFT en 30 kiloton knip- en snoeihout. Realisatie van het ontwerp is financieel alleen niet interessant, zo blijkt uit de economische analyse. Dat komt vooral door de lage prijs die voor de warmte wordt betaald, aangezien het stadsnet al wordt gevoed met restwarmte van een kolengestookte elektriciteitscentrale. Het zoeken van andere afnemers die meer voor de warmte willen betalen, biedt wellicht meer perspectief.

038_39_41_XD_artikel.indd 38 01-10-13 11:19

Page 39: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

39oktober 2013

droge vergister naast de composteringsinstallatie te bouwen, waarvan het digestaat wordt gemengd met groenafval en mee wordt gecomposteerd. Het geproduceerde biogas kan worden verbrand in een warmtekrachtkoppelingscentrale (wkk), die elektriciteit levert aan het net en warmte aan de vergister en kantoorgebouwen. “Energetisch is deze oplossing niet optimaal, omdat een flink deel van de warmte niet wordt benut”, vertelt Nathalie Devriendt van de Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek (Vito). “Beter zou het zijn het gas te leveren aan een nabijgelegen ge-vangeniscomplex, dat zowel de elektriciteit als de warmte kan gebruiken. Dit kan echter alleen als er een meerprijs voor het

biogas wordt betaald, iets wat in Vlaanderen tot dusver niet gebeurt.” Een andere horde is dat een vijf kilometer lange biogasleiding nodig is, en daar is de juridische status nog on-duidelijk van. IOK Afvalbeheer kiest daarom voor de vergister en wkk-installatie, en wil deze op korte termijn gaan bouwen.

ErvaringDe vier andere casestudies wor-den om verschillende redenen niet geïmplementeerd (zie ka-ders). Toch is projectleider Luc Pelkmans redelijk tevreden over de resultaten van het ECP-project. De casestudies hebben aangetoond dat een integrale opzet zowel kostenefficiënter is als meer milieuwinst oplevert. Daarbij is praktische ervaring opgedaan met het opzetten van een ECP-park. “We hebben veel geleerd, bijvoorbeeld waar je lo-kaal rekening mee moet houden, over het verkrijgen en contracte-

Achtergrond

Biopark Terneuzen

is een platform

van bedrijven in de

kanaalzone Gent-

Terneuzen, dat zich

inzet voor verdere

verduurzaming en

vergroening van

productieproces-

sen. Op het Biopark

kunnen bijvoorbeeld

laagwaardigere

reststromen worden

voorbewerkt en

vergist. Of er kun-

nen hoogwaardige

producten worden

gemaakt uit biomas-

sa. Momenteel is

dat financieel echter

niet interessant.

Energie Conversie Park Belgisch LimburgVoor een van de casestudies was bij aanvang geen exacte locatie bepaald, behalve dat deze in Belgisch Limburg zou zijn. Na een uitgebreide screening van mogelijke locaties werd gekozen voor een bedrijventerrein in Lommel, dat nog moet worden ontwikkeld. Het ECP-ontwerp omvat een verbrandingsinstallatie van houtachtige materialen, een vergister van GFT-afval en maaisel en compostering van het digestaat gemengd met groenafval. Hoewel de integratie van de verschillende installaties synergievoordelen biedt, is realisatie financieel niet realiseerbaar omdat alles nieuw moet worden gebouwd.

FOTO

: MAT

THIj

S IM

MIN

K

038_39_41_XD_artikel.indd 39 01-10-13 11:19

Page 40: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

201312|12|’13

De waarde van water

DE WAARDE VAN WATEREen van de meest voorkomende elementen op aarde kun je

moeilijk schaars noemen. Toch is water van levensbelang voor

de industrie. Als grondstof, drager van warmte, koelmiddel of

transportmedium voor afvalstromen wordt water veelvuldig

ingezet. Welke waarde vertegenwoordigt water en hoe kunnen

we die intrinsieke waarde expliciet maken? Wat zijn voor de

industrie de beste keuzes om water zo optimaal mogelijk in te

zetten als grondstof voor verwarming en afkoeling van processen

of voor het in banen leiden van de afvalstromen. En hoeveel van

die waarde is terug te winnen, opnieuw te gebruiken of anders

nuttig in te zetten? Tijdens Watervisie 2013 belichten we de vele

waardes van water.

PROGRAMMA11.45 uur Registratie & lunch

12.30 uur Plenaire keynote AkzoNobel: Martijn Kruisweg,

Head of Eco-E� ciency and Sustainable Growth

13.15 uur Plenaire lezing Cargill: Martin Pelle, Central Water Engineer,

Process Development Group Europe SSE

14.15 uur Pauze

14.45 uur Masterclasses 1. Duurzaamheid 2. Energie 3. Watercyclus

15.45 uur Pauze

16.15 uur Pitches Water Innovators of the Year

17.00 uur Plenair debat Met column van beleidsmaker

17.45 uur Afsluiting

18.00 uur Borrel

18.30 uur Diner & Water Innovator of the Year verkiezing

21.30 uur Einde

Initiatiefnemers: Organisatie:

www.watervisie.com

Mediapartner:

Locatie: Drijvend Paviljoen Rotterdam

MEER INFORMATIECongresinformatie: Hilde Westerink • [email protected] • 020-31 22 791

Partnerinformatie: Anouk Bouwmeester • [email protected] • 020–31 22 797

Partner:

Schrijf je nu in!

01_A4_watervisie.indd 1 01-10-13 08:45

Page 41: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

41oktober 2013

Achtergrond

ren van biomassa en over warmte-wisseling”, blikt Pelkmans terug.Een belangrijk leerpunt is dat er een groot verschil zit tussen de the-oretisch beschikbare hoeveelheid biomassa en wat er in de praktijk kan worden gecontracteerd voor verwerking. Zo is rondom Beerse en Merksplas volgens een inventa-

risatie honderdduizend ton aan biomassareststromen beschik-baar, maar slechts zo’n vijftienduizend ton daarvan kan met een reële kans worden gecontracteerd.Ondanks alle ervaringen en inzichten heeft het project wel min-der opgeleverd dan gehoopt, vertelt Pelkmans. Hij verwacht echter dat sommige plannen op termijn alsnog worden gerea-liseerd: “De crisis en sommige subsidieregelingen zijn momen-teel ongunstig voor veel investeringen. Als de situatie verandert, wordt het weer interessanter.” b

Concept van een

Energie Conversie

Park

Energie Conversie Park Terneuzen

Op het Biopark Terneuzen in Zeeland zijn recyclingbedrijf Heros, kunstmestproducent Yara en Cargill/Nedalco gevestigd, plus een biodieselfabriek van Electrawinds en een co-vergistingsinstalla-tie van Lijnco. In de ECP-studie is onderzocht hoe de verwerking van biomassastromen uit de regio het beste op de site kan wor-den ingepast. De meest interessante optie is een GFT-vergister in combinatie met compostering. ‘De GFT-vergister is kostendek-kend, maar hij zou moeten concurreren met een bestaande GFT-verwerker. Die heeft waarschijnlijk lagere kosten omdat de instal-latie al is afgeschreven’, zegt jan Broeze van Wageningen UR.

Er zijn op het biopark zeker kansen, bijvoorbeeld om laag-waardigere reststromen voor te bewerken en te vergisten, of om hoogwaardige producten te maken uit biomassa. Mo-menteel is dat echter niet interessant, zegt Broeze: ‘Door de ruime overheidssubsidie is het ongunstig om goedkopere, laagwaardige reststromen te gebruiken in plaats van hoog-waardige stromen. Ook alternatieven voor energiewinning, bijvoorbeeld het winnen van hoogwaardigere producten uit maïsresten, worden nu belemmerd door de subsidie op duur-zame energie.’

Warmteuitwis-

seling met omlig-

gende bedrijven /

warmte gids

Elektriciteitsnet

Biobrandstoffen

Producten, voe-

dingselementen,

veevoeding

Conversietechniek 1

Conversietechniek ...

Conversietechniek 2

Biomassa ...

Biomassa 1

Biomassa 2

038_39_41_XD_artikel.indd 41 01-10-13 11:19

Page 42: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

42 oktober 2013

Partnernieuws

Ionisatie helpt Kasteel Metaal duurzaam produceren

Kasteel Metaal in Zoeterwoude is een metaal-constructiebedrijf en ligt op een steenworp afstand van een woonwijk. Deze locatie vraagt daarom om extra zorgvuldigheid voor geluid- en stofemissie. Maar ook het binnenklimaat is gebaat bij een goede ventilatie. Kasteel Me-taal gebruikt hiervoor een nieuwe, duurzame techniek: koude oxidatie.

Het pand stamt uit 1978 en is de laatste jaren totaal vernieuwd. Directeur John Kasteel: “We hebben geïnnoveerd en geautoma-tiseerd om efficiënter, productiever en schoner te produceren. Het pand is nu goed geïsoleerd.”

Adiabatische koelingMaar aan de Mac-waarden en milieu-eisen voldoen is slechts de eerste stap. Het wordt pas écht state of the art om dit te doen met een energiezuinige installatie. Kasteel: “De technieken zijn de laatste jaren veranderd en een optimalisatie van het klimaat-systeem in de productiehal levert een, vooral qua gas, enorme energiebesparing op. Het oude systeem ver-verste de lucht in de hal vijf keer per uur en voerde daarmee ook alle warme lucht naar buiten af. Colt International leverde daarom een nieuw systeem dat rekening houdt met de bedrijfsomstandigheden en anticipeert op de hoeveelheid lasrook die vrijkomt. Stofmelders houden de concentratie in de gaten, en ook de werknemers kunnen op displays zelf zien hoe hoog de waardes zijn.” In de zomer stapelt de warmte zich in de hal op, omdat het bedrijf aan de voorkant geen ope-ningen kan aanbrengen. Kasteel: “Omdat betere werkomstandigheden bijdragen aan een duur-zame productieomgeving, lieten we Colt adia-

batische koeling installeren. Dat is energiezuinige koeling met een aangename inblaastemperatuur.” Stofreductie door ionisatieIn het ventilatiesysteem heeft Colt als pilot een nieuwe techniek geïntegreerd: koude oxidatie, ook wel niet-thermisch plasma ge-noemd. Deze techniek ioniseert zuurstofmoleculen in de lucht, waarna zij reageren met verontreinigingen in de ruimte. Dat le-vert een aantal voordelen op. Gassen die in de ruimte vrijkomen worden afgebroken, de hoeveel stof neemt af, en chroom 6 (de meest giftige stof uit RVS) breekt af.

De techniek zorgt dus voor een schoon bin-nenklimaat. Dat vermindert ook de noodzaak om te ventileren, wat weer energiebesparing oplevert. De plasmatechniek heeft bovendien extreem lage verbruikskosten. Bij Kasteel is het bijvoorbeeld slechts 240 Watt, wat nog minder is dan een Senseo-apparaat. Colt voert bij Kasteel bovendien online permanent me-tingen uit om de grenswaarden in de gaten te houden. Kasteel Metaal bestaat dit jaar 85 jaar. Het be-drijf werd in 1928 opgericht door de grootvader van de huidige directeur John Kasteel. Er werken 62 mensen in vaste dienst en tussen de 10 en 15 mensen op contractbasis.

‘In het venti-

latiesysteem heeft

Colt als pilot een

nieuwe techniek

geïntegreerd:

koude oxidatie, ook

wel niet-thermisch

plasma genoemd.

042_E_partnernieuws.indd 42 01-10-13 11:20

Page 43: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

43oktober 2013

Expertpanel

Alexandra

van Huffelen

Gemeente Rotterdam

Annemarie van Doorn

Green Business Club

Bouke Bruinsma

KWA Bedrijfsadviseurs

Erik Timmermans

Infocentrum Papier

en Karton

Erik van Engelen

UNETO-VNI

Gijsbert Korevaar

TU Delft

Henk Akse

Traxxys / PIN NL

Jan Willem Slijkoord

TNO

Kor Foekens

Colt International

Marc Reijnders

Energietransitie

in papierindustrie

Marga Hoek

De Groene Zaak

Mariska van Dalen

Tebodin Nederland

Michel Schuurman

MVO Nederland

Rob Boerée

Agentschap NL

Rob van Hattum

NEMO

Sible Schöne

SKAO / HIER

Klimaatbureau

Xander van Mechelen

Directeur Groen Gas

Nederland

Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd heeft als missie de ver-duurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: bedrijven helpen de footprint van hun producten verkleinen, zowel in het eigen proces als in de keten.Het Expertpanel is in het leven geroepen om experts uit bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden hun visie op en ervaring met verduurza-ming bij bedrijven te laten delen met lezers.

043_P_partners_experts.indd 43 01-10-13 09:27

Page 44: Duurzaam Geproduceerd editie oktober 2013

Tebodinalwaysclose

Duurzaamheid concreet maken?Tebodin is uw partner voor het definiëren van uw duurzaamheidsdoelstellingen en het vertalen daarvan op projectniveau. Door duurzaamheid integraal deel uit te laten maken van onze dagelijkse projectvoering worden “smart solutions” geïmplementeerd, die bijdragen aan het reduceren van de carbon footprint, waterverbruik en afval in productielocaties. Daarnaast kunnen wij u helpen bij het verkrijgen van duurzaamheidscertificaten zoals LEED, Breeam, Cradle to Cradle, LCA, CO2 prestatieladder en het opstellen van uw duurzaamheidsrapportages.

tebodin.nl > duurzame oplossingen

5298_TB_AD_Duurzaam gebouwd_A4.indd 1 12/27/12 13:52 PM044_tebodin.indd 1 01-10-13 08:59