1
Het drugsfenomeen is multidimensioneel 1) gezondheid
problematisch druggebruik leidt tot afhankelijkheid en IDU = Independant
Drug Users . Dit heeft negatieve effecten voor de gezondheid zoals besmetting door onzuivere injectienaalden die kunnen leiden tot aids en hepatitis.
2) sociaal -> dit zorgt voor een kwetsbare positie in onze verwende maatschappij 3) veiligheid
° overlast ° druggebruik in het verkeer -> expressieve delicten ° druggerelateerde criminaliteit
4) economie
sommige landen hebben een drugseconomie zoals Afghanistan en Colombia.
De nationale economie is daar volledig afhankelijk van de drugseconomie. Daardoor gaat drugs de sociale, de economische en politieke stabiliteit domineren. Verzetbewegingen gaan zich bewapenen met de winst van de drugseconomie. Dit leidt tot een informele economie =
• een hoge graad van tewerkstelling
• problematiek van het witwassen
de farmacologische en chemische industrie (medicatie) -> er zijn teveel
medicijnen. Het aanbod is groter dan de vraag. Bepaalde geneesmiddelen worden daardoor gebruikt buiten de medische context.
5) internationaal alle landen komen in contact met het drugsfenomeen : productieland,
consumptieland, doorvoerland,… Deze markt is dynamisch. Er zijn diverse beleidsdomeinen die we volledig gaan betrekken bij het drugsbeleid.
2
Maar door de meerdere beleidsdomeinen zijn er versnipperde bevoegdheden : lokaal versus federaal,…
Daarom is er nood aan beleidsafstemming :
1) verticaal -> bevoegdheidsverdeling over de niveaus 2) horizontaal -> bevoegdheidsverdeling over de sectoren
6) legaal & illegaal druggebruik -> enkel juridisch belangrijk (in de wet) 7) polidruggebruik = combinatie van legale (roken en alcohol) en illegale drugs 8) de markt
• vraagzijde de vraagzijde is afhankelijk van de 3 M theorie
Middel, Mens en Milieu. Dit evolueert constant en is trendgevoelig. De prijs en de kwaliteit spelen ook altijd een rol.
• aanbodzijde
dit is zeer kosten en baten gericht. Hoe groter het
aanbod, hoe groter het consumentengebruik. Er is hier slechts 1 motief : winst !
Conclusie DE druggebruiker en HET drugprobleem bestaat niet ! Er bestaat een gevarieerd profiel onder druggebruikers. Bij de vormgeving van het beleid moeten we rekening houden met : 1) meerdere beleidsdomeinen :
• gezondheidsbeleid
• sociaal beleid
• strafrechtelijk beleid
• economisch beleid
• buitenlands beleid 2) meerdere beleidsniveaus : federaal, gemeenschappen, provinciaal en lokaal.
beleidsafstemming !
3
Dus -> er is nood aan een geïntegreerd en globale benadering
je hebt maar een geïntegreerd
beleid als er beleidsafstemming is !
1) epidemiologie
dit zijn de bouwstenen waarop het beleid verder bouwt. Dit gaat over de
kennis en het gebruikspatroon. Het is een zwak punt. Men moet inzicht verwerven in alle aspecten : wie gebruikt, de aard van het gebruik, de omvang van het gebruik. De horizontale registratie op niveau van politie, preventie, justitie, hulpverlening,… moet op uniforme wijze gebeuren ! Evaluatie is hier belangrijk : we moeten de impact schatten van maatschappelijke veranderingen en we moeten ons afvragen of het beleid wel efficiënt is, of het tot iets geleid heeft.
2) preventie -> 5 soorten =
• structurele preventie -> men gaat inwerken op de sociaal-economische context
• persoonsgerichte preventie -> men gaat inwerken op het individu
• primaire preventie -> preventie voor niet(-problematische) druggebruikers
• vroeginterventie -> gericht op de experimenteerperiode
• harm reduction men gaat proberen de schade minimaal te houden. Men
gaat de schade beperken die personen aan zichzelf berokkenen door het druggebruik, op medisch vlak. Zoals het project spuitenruil : men gaat voorzien in steriele spuiten waardoor het aantal besmettingen zal afnemen.
3) hulpverlening
dit is gericht op problematische druggebruikers. Het bevat een
brede waaier van hulpverleningsvoorzieningen =
4
geïntegreerd in een brede sociale aanpak -> DE druggebruiker bestaat niet
van laagdrempelige voorzieningen (straathoekwerkers) tot hoogdrempelige
van vroeginterventie, over zorgverlening, harm reduction tot nazorg
evenwichtig -> inhoudelijk & geografisch
de ideale situatie is zorg op maat ! 4) repressie
dit is gericht op producenten en handelaren. Wat primeert er bij
druggerelateerde criminaliteit : het druggebruik of het misdrijf? 50% van de gevangenen zit een straf uit voor druggerelateerde criminaliteit. We gaan eerst kijken naar het strafrecht en dan naar de hulpverlening.
1. strafrechtelijk beleid
2. drugproductie & drugshandel
3. penitentiair beleid 1996 -> Parlementaire Werkgroep Drugs
1) preventie -> komt op de 1e plaats !!! 2) hulpverlening 3) repressie
Maar -> Middelen =
1. repressie 2. hulpverlening 3. preventie
de middelen gaan niet naar preventie want daar zijn
de middelen reeds aanwezig. Er is al een veelheid aan didactisch materiaal dus investeert de overheid niet meer in deze sector.
Duurste sectoren = hulpverlening & veiligheid -> scanners om plantages te vinden kosten veel geld
5
2001 -> Federale Drugsnota 1) evidence-based beleid wint aan belang
men besteedt aandacht aan een regelmatige evaluatie van het beleid.
Men doet een effectiviteitstudie : werkt het beleid of werkt het niet? Men gebruikt daarbij verschillende vormen van evaluatie =
1. evaluatie van dubbele diagnose 2. evaluatie van het methadonbeleid 3. de effecten van cannabis 4. de effecten van alternatieve afhandeling voor gebruikers
2) Drugwetgeving -> aanpassing met vallen & opstaan ° Wetgeving van 2003 -> art. 16 wordt vernietigd in 2004 door het Arbitragehof
dit gaat over wat kan en wat niet kan binnen de
wetgeving. Volgens het Arbitragehof is problematisch gebruik niet definieerbaar in juridische termen. Dit is ook zo met het begrip overlast. Het was teveel voor interpretatie vatbaar.
° wachten op aanpassing van de wetgeving ° Gevolg -> geen case managers justitie ° Case managers sinds augustus 2005 -> Pilootproject Proefzorg (parket Gent & hulpverlening)
een proefproject over praetoriaanse probatie op
niveau van de vervolging ° Drug Courts = een speciale rechter die enkel drugszaken doet
+ -> specialiteit - -> men creëert een eilandje in het strafrecht
6
3) preventie -> gemeenschapsmaterie
2002 -> van 10 regionale preventiewerkers GGZ naar 20 2007 : invoer van de veiligheids en preventieplannen ° Inge Vervotte maakt 466 000 € vrij voor projecten rond drugs, tabak en alcohol 4) harm reduction -> krijgt een wettelijke basis ! 1) wettelijke kader voor substitutiebehandeling -> methadon en buprenorfine 2) wettelijke kader voor spuitenruil 5) hulpverlening -> verschillende pilootprojecten !
1. pilootproject crisiseenheden en case managers
onze spoeddiensten waren daarvoor niet
goed uitgerust. Men was ook niet erg happig om deze personen binnen te nemen -> stelen van voorschriften en spullen.
2. pilootproject een gespecialiseerd zorgprogramma voor dubbele diagnose 3. pilootproject zorgcoördinatie op provinciaal niveau -> zorgnetwerk + zorgcircuit 4. Fonds Verslavingen van Minister Demotte
6) drugsoverlast ° men overschat dit fenomeen -> er is overlast op weinig plaatsen ° er is een nieuwe realiteit -> drugspanden
dit zijn panden waar er zich concentraties
van druggebruikers bevinden. Er slingeren veel spuiten rond. Dit is het zorgpunt !
7) geografische verschuivingen in productie en handel -> van Zuid-Nederland naar België 8) drugseconomieën
7
Het Belgisch drugbeleid en de drugwetgeving
De drugwet van 1921 ° de basiswetgeving op het vlak van drugs = een kaderwet
dit is een wet die de algemene principes,
verantwoordelijkheden en procedures regelt, maar geen gedetailleerde regels bevat.
° het reglementeert 2 zaken :
1. slaapmiddelen & verdovende middelen 2. gifstoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica 3. wet 1975 -> psychotrope stoffen worden toegevoegd 4. wet 2003 -> precursoren worden toegevoegd
stoffen die kunnen gebruikt worden
voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
° de uitvoer van het Opiumverdrag van Den Haag 1912
het verdrag was het resultaat van de eerste
opiumconferentie. In dit verdrag werd bepaald dat cocaïne en opiaten alleen voor medische en wetenschappelijke doeleinden vervaardigd mochten worden.
° 1930 -> Koninklijk Besluit dit was het resultaat van het Opiumverdag van Genève in
1925. Koninklijk Besluit houdende regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies.
8
° 1975 -> zeer grondige wijziging van deze drugwet
een fundamentele wetswijziging waarbij enkel het
eerste artikel van de oorspronkelijke drugwet ongewijzigd zou blijven. Er was meer illegale handel, het druggebruik bleef stijgen en er was een opkomst van synthetische drugs.
1. men voegt psychotrope stoffen toe 2. een harde repressieve aanpak van de drughandel 3. invoer van verzwarende omstandigheden
1) de dader is lid of leider van een vereniging die drugs levert 2) de misdrijven zijn gepleegd ten aanzien van minderjarigen 3) gevolgen voor de gezondheid van anderen :
een ongeneeslijk lijkende ziekte
een blijvende arbeidsongeschiktheid
het verlies van een orgaan
een zware verminking
de dood 4. invoer van een verklikkingsclausule
de schuldigen aan correctionele of criminele straffen
blijven vrij van vervolging of krijgen een strafvermindering als ze aan de overheid de identiteit van de daders die betrokken waren bij het misdrijf of het bestaan van de misdrijven hebben onthuld.
5. verruimde perspectieven voor behandeling via de probatiewet 1964
9
De drugwetgeving ligt in dezelfde lijn als de VN-verdragen Basisidee = prohibitie -> het opleggen van een verbod 1912 -> Opiumverdrag van Den Haag
het verdrag was het resultaat van de eerste
opiumconferentie. In dit verdrag werd bepaald dat cocaïne en opiaten alleen voor medische en wetenschappelijke doeleinden vervaardigd mochten worden.
1925 -> Opiumverdrag van Genève
Het verdrag tot onderdrukking van de sluikhandel in verdovende
middelen. het voornaamste doel van alle verdragen was effectieve controle op teelt en fabricage van en handel in verdovende middelen opdat deze alleen voor geneeskundige en wetenschappelijke doeleinden beschikbaar zouden zijn. Het resultaat -> Opiumwet 1929 : hennep was ook verboden !
1961 -> Enkelvoudig Verdrag van New York
dit vervangt het Opiumverdrag van Genève. Drugs mogen
enkel worden gebruikt voor medische doeleinden en voor wetenschappelijk gebruik !
1971 -> Verdrag van Wenen inzake psychotrope stoffen 1988 -> Verdrag van Wenen tegen de sluikhandel van verdovende middelen & psychotrope stoffen
dit zorgt voor een uniforme regeling voor
de bestraffing van het witwassen van de opbrengsten die verkregen zijn door handel in verdovende middelen.
10
° Schengen Uitvoeringsovereenkomst
deze overeenkomst werd in 1990 ondertekend door België,
Nederland, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland. Art. 71 regelt dat landen hun eigen accenten mogen leggen in het drugsbeleid, maar dit moet binnen de grenzen blijven van het Europees Beleid.
Men moet daarbij rekening houden met
goed nabuurschap : het nationaal beleid mag geen nadelige effecten hebben op de buurlanden.
° 1992 -> Verdrag van Maastricht
er is voor de 1e keer een verwijzing in een EU Verdrag naar de
aanpak van drugs in het kader van volksgezondheid.
in België is dit het uitgangspunt ! Drugs
vallen onder de bevoegdheid van het Ministerie van Volksgezondheid.
1997 -> Verdrag van Amsterdam
dit versterkt de voorzieningen rond drugs uit het Verdrag van Maastricht
het Post Amsterdam Verdrag er is een nieuwe doelstelling : het beperken
van druggerelateerde schade -> het verminderen van de gezondheidsschade veroorzaakt door het druggebruik = harm reduction
meer en meer aandacht voor volksgezondheid & harm reduction ! Jaren ’80 -> de drugproblematiek is geen politiek thema dus geen aanzet tot een beleid
11
1982 -> ontstaan van de VAD
Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen. Dit overkoepelt
het grootste deel van de Vlaamse organisaties die werken rond de thema’s illegale drugs, alcohol, psychoactieve medicatie en gokken.
men wil vanuit een gezondheidsperspectief
de bevolking in het algemeen en de intermediaren in het bijzonder, deskundiger maken in het gebruik van alcohol en andere drugs.
Uitz. -> tabakspreventie -> VIG = Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie Jaren ’90 -> de 1e wetenschappelijke onderzoeken 1992 -> Veiligheids & Preventiecontracten
gemeenten die te kampen hebben met een groot
probleem qua onveiligheid de kans geven zich uit te rusten met een aantal voorzieningen op het terrein, in eerste instantie sociaal-preventieve en politionele voorzieningen. Later : Veiligheids en Samenlevingscontracten
1993 -> Ministeriële Circulaire ° in functie van een gemeenschappelijk strafrechtelijk beleid inzake verdovende middelen 1. onderscheid tussen :
gelegenheidsgebruiker,
gewoontegebruiker
verkoper 2. geen onderscheid tussen de soorten drugs 3. elke overtreding van de drugwet moet een justitieel vervolg krijgen
12
1994 -> Drugplan 1994 -> Methadon Consensusconferentie
het resultaat is dat hulpverleners van de 1e lijn (dokters,
apothekers, psychiaters en gezondheidscentra) zoveel mogelijk
worden betrokken bij de methadonbehandeling.
Methadonverstrekking en spuitenruil moet ingebed worden in
de laagdrempelige programma’s om zoveel mogelijk verslaafden
te bereiken.
1994 -> Beleidsbrief Minister Detiège
dit was een investering in de preventieve gezondheidszorg. De
gezondheidspromotie werd voorwerp van het overheidsbeleid. Men doet aan gezondheidsbevordering door positieve beïnvloeding van de determinanten van gezondheid op alle terreinen van het maatschappelijk leven.
1995 -> Federaal Actieplan Toxicomanie-Drugs
1) de opbrengst van de inbeslagname van vermogensvoordelen uit drughandel -> sociale zekerheid 2) verbetering van de opleiding van het gevangenispersoneel 3) spuitenruilproject 4) uitbreiding van het recht tot sluiting van de etablissementen m.b.t. drugsmisrijven
5) oprichting MSOC’ ‘s
Medisch Sociaal Opvangcentra voor drugsverslaafden. Het
centrum heeft de opdracht de laagdrempelige hulpverlening aan drugverslaafden, met onder meer de methadonhulpverlening, te organiseren.
13
6) opmaak van een programma ter bestrijding van het recreatief druggebruik 7) uitbreiding wetenschappelijk onderzoek 8) verhoging van het aanbod qua verzorging van druggebruikers 9) uitbreiden maatregelen tot vermindering van het drugaanbod 10) onderzoek naar gevolgen van druggebruik voor verkeersveiligheid 1995 -> Drugnota Minister Wivina Demeester
1. databank voor preventiemedewerkers 2. vorming voor beginnende preventiewerkers 3. toename van de deskundigheid van intermediairen 4. overleg, coördinatie en samenwerking op provinciaal niveau 5. 2 preventiewerkers per provincie
1995 -> Provinciale Preventieplatforms 1996-1997 -> Parlementaire Werkgroep Drugs -> 1e werkgroep omtrent drugs
alcohol en andere drugproblemen zijn in de 1e plaats
gezondheids en welzijnsproblemen die vanuit deze invalshoek moeten bekeken worden. Preventie verdient absolute prioriteit, gevolgd door hulpverlening en schadebeperking, met repressie als ultieme maatregel.
De sector vraagt een coherent beleid
voor alle psycho-actieve middelen, dat in overleg en coördinatie tussen alle actoren wordt opgebouwd.
alle aspecten van het drugsprobleem worden benaderd !
14
Uitgangspunten
1) preventie krijgt de hoogste prioriteit, dan hulpverlening en dan repressie 2) preventie -> terugdringen legaal en illegaal druggebruik 3) hulpverlening -> bescherming van de samenleving & het individu 4) noodzaak aan een strafrechtelijk beleid -> strafrecht als ultimum remedium 5) penitentiair drugbeleid -> binnenbrengen van drugs in de gevangenis bestrijden 6) evaluatie van het beleid Bouwstenen van het Belgisch drugbeleid
een geïntegreerd beleid met horizontale & verticale beleidsafstemming
epidemiologie -> kwantitatief en kwalitatief
preventie 1. structureel en persoonsgericht
2. bovenlokaal overleg 3. bijzondere aandacht =
• jongeren in de schoolomgeving
• psychoactieve geneesmiddelen
• smart drugs
• drugs in het verkeer zorgverlening
° een brede waaier van voorzieningen -> een netwerk ° samenwerking tussen justitie en hulpverlening ° risicobeperking (harm reduction) -> substitutiebehandeling
repressie
bezit van illegale drugs blijft strafbaar
onderscheid cannabis en andere illegale drugs
bezit cannabis voor eigen gebruik
onderscheid handel uit winstbejag en financiering eigen gebruik
15
1998 -> Ministeriële Circulaire inzake bezit van en detailhandel in verdovende middelen
dit wordt beschouwd als een 3e weg tussen een louter repressieve
aanpak en een gedoogbeleid, het normaliseringsbeleid. Deze circulaire is in principe bindend voor alle leden van het parket om eenvormigheid in het vervolgingsbeleid te realiseren.
er wordt voor het eerst een onderscheid gemaakt
tussen cannabis en andere illegale drugs (omwille van het gezondheidsrisico). Het bezit van cannabis voor persoonlijk gebruik is een wanbedrijf waaraan de laagste vervolgingsprioriteit moet worden gegeven.
2000 -> evaluatierapport => Het Belgisch drugbeleid anno 2000 -> een stand van zaken ° vaststelling = de aanbevelingen van de parlementaire werkgroep zijn nog een dode letter ° wel :
overlegstructuren op lokaal niveau
preventiecampagnes rond drugs in het verkeer (Bob & Wodka)
Weekend Ongevallen Door Controles Aanpakken.
Zij heeft tot doel de vele weekendongevallen, dikwijls met jonge slachtoffers te verminderen.
oprichting van de MSOC ‘s
relatie tussen justitie en hulpverlening geïnstitutionaliseerd -> justitiehuizen
circulaire 8 mei 1998
° oorzaak = andere prioriteiten -> Dutroux en de Octopushervorming
16
1) een geïntegreerde en globale benadering ° er is nog te weinig sprake van een afgestemd beleid ° toch is er een zekere vooruitgang ° verticale beleidsafstemming
het principe is = een afstemming op de verschillende
beleidsniveaus : federaal, gemeenschappen & gewesten, provinciaal, lokaal en regionaal. Praktijk -> het samenroepen van een interministeriële conferentie voor Volksgezondheid, Maar ze zijn slechts 1 keer samengekomen.
° horizontale beleidsafstemming
het principe is = een afstemming tussen de
verschillende actoren en sectoren : preventie, hulpverlening, politie en justitie,… Praktijk -> de uitbouw van overleg in verschillende steden maar er was een grote verscheidenheid in de financiering.
2) epidemiologie, evaluatie en onderzoek ° men heeft onvoldoende zicht op de zaken ° de gegevens zijn fragmentarisch, de bundeling van de gegevens is te beperkt ° een uniforme registratie staat in de kinderschoenen ° Instituut voor Hygiëne & Epidemiologie
dit is het vroegere WIV : Wetenschappelijk Instituut
voor Volksgezondheid. Het is belast met de uitvoering van de Gezondheidsenquête in België. -> focal Point voor het EMCDDA : Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving
17
3) preventie ° er is een overwicht in de bezorgdheid om illegale drugs ° jaren ’90 -> professionalisering ° dezelfde knelpunten =
overwicht in primaire preventie
overwicht aandacht voor preventie van illegale drugs
problemen bij de evaluatie van de effectiviteit van preventiestrategieën
problemen bij de coördinatie op beleidsniveau
gebrek aan stabiliteit en continuïteit voor preventiewerkers ° toename van initiatieven of federaal, gemeenschaps, provinciaal en lokaal niveau ° gebruik van psycho-actieve geneesmiddelen verdient meer aandacht ° smart drugs -> geen informatiecampagnes ° rijden onder invloed
campagnes naar alcohol
vooral een repressief beleid -> nood aan een preventieve aanpak ° verdere uitbouw van het straathoekwerk ° focus op jongeren in het uitgaansleven en recreatief gebruik -> initiatief van het VSP in 1997
4) zorgverlening, risicobeheersing en herintegratie -> organisatie van de verslavingszorg
° het aanbod 1. het aantal voorzieningen neemt toe 2. de differentiatie neemt toe 3. er is een brede waaier van voorzieningen 4. de inbedding in de gezondheids en welzijnsvoorzieningen stijgt
18
Maar -> knelpunten =
1) de geografische spreiding is ongelijk -> meer in Gent dan in Brugge
2) het laagdrempelig aanbod is ondervertegenwoordigd
3) gebrekkige afstemming
4) pijnpunt -> samenwerking justitie en hulpverlening
5) bepaalde doelgroepen zijn onvoldoende bereikt -> zwarte lijsten
Delinquente jongeren of jongeren met een
psychiatrische problematiek worden veelal geweigerd in de drughulpverlening. Op deze wijze wordt een groep gevormd die overal uit de boot dreigt te vallen. Ze worden op een lijst gezet omwille van agressief of onaanvaardbaar gedrag.
Harm Reduction ° de ontwikkeling van harm reduction stijgt ° er ontstaan nieuwe initiatieven van laagdrempelige hulpverlening -> MSOC ‘s ° methadonbehandeling
De methadonbehandeling door MSOC ’s en door huisartsen neemt
toe. Het heeft tot doel het lichamelijk en sociaal functioneren van patiënten te verbeteren en waar mogelijk hun positie in de maatschappij te versterken. Maar -> de wettelijke regeling ontbreekt !
° spuitenruil
een project van de Vlaamse Gemeenschap voor intraveneuze
druggebruikers, ter preventie van besmettingen zoals hepatitis B en HIV
die overdraagbaar zijn via het gemeenschappelijk gebruiken van
intraveneuze naalden. Wettelijke regeling -> Wet 1998 & KB 2000
19
° begin van een specialisatie naar specifieke doelgroepen = vrouwen met kinderen
jongerenprogramma’s
dubbele diagnose
prostituees
zwangere druggebruikers
° Maar -> Wat voor druggebruikende gedetineerden, nazorg en crisisopvang ?? 5) Strafrechtelijk Beleid ° gebrek aan wetenschappelijk onderzoek in het kader van druggerelateerde criminaliteit ° circulaire van 1998
evaluatie van de ministeriële circulaire 1998
begrippenkader is onvoldoende gedifferentieerd
men wou geen hoeveelheden aangeven. De
parketten hadden dus een interpretatievrijheid. De kleine leggen de grens bij 1 gram en de grote parketten bij 100 gram. Er is geen uniform beleid. Dit is niet de bedoeling van een circulaire, dit moet houvast bieden.
geen uniform opsporings en vervolgingsbeleid
Federale Drugnota van 2001 -> de draad wordt terug opgenomen
dit is het antwoord van de regering op de parlementaire
werkgroep. Tot vandaag baseert men zich op dit kader. De uitgangspunten zijn bijna dezelfde als die van de parlementaire werkgroep.
20
Uitgangspunt
De federale regering bevestigt dat het drugmisbruik een
volksgezondheidsprobleem is. Deze beleidsnota past in een normaliseringsbeleid gericht op rationele risicobeheersing.
Doelstellingen
1. Minder verslaafden
2. Minder fysieke en psycho-sociale schade
3. Minder maatschappelijke overlast 5 pijlers
preventie voor niet-gebruikers en niet-problematische gebruikers
zorgverlening, risicobeperking & herintegratie voor problematische druggebruikers
repressief beleid voor handelaars en producenten -> georganiseerde criminaliteit
een epidemiologisch en evaluatief instrumentarium
samenwerking tussen de beleidsdomeinen Belangrijke actiepunten 1. een geïntegreerde en globale benadering
oprichten van een beleidsondersteunende Cel Drugbeleid
de oprichting van deze cel wordt voorbereid door de
Cel gezondheidsbeleid Drugs. Het heeft de bevoegdheid om het drugbeleid in al zijn aspecten (preventie, zorgverlening, repressie) te coördineren.
samenroepen van de Interministeriële Conferentie Drugbeleid
21
2001 -> Cel gezondheidsbeleid Drugs
het doel is de continue preventie van het drugsmisbruik en
het beperken van de schade hieraan verbonden. In het kader van de volksgezondheid met specifieke materie drugs, wordt binnen deze cel overleg gepleegd met het oog op het coördineren van beleidsmaatregelen en het wegwerken van lacunes en overlappingen.
deze cel werkt aan een geïntegreerd gezondheidsbeleid en bereidt de
oprichting voor van de Algemene Cel Drugs (2003). 2006 -> deze algemene cel is nog steeds niet opgericht !
2. justitie & hulpverlening ° de samenwerking tussen justitie en hulpverlening is een absolute noodzaak
1. terreinafbakening -> respect hebben voor elkaars eigenheid & finaliteit 2. beroepsgeheim 3. statuut van de hulpverlener
° Gevolg -> men start zonder case managers justitie
die een lijst met ‘therapeutisch adviseurs’ samenstelt, waar hij of
naar kan doorverwijzen. Bij een indicatie van problematisch gebruik zal de therapeutisch adviseur vaststellen of een behandeling nodig is, en zo ja, welke. De case manager is dus het verbindingspunt tussen justitie en hulpverlening.
° 2005 -> Pilootproject Proefzorg -> wel case managers
het parket van Gent heeft een proefproject
uitgewerkt om drugsdelinquenten te laten afkicken, in plaats van ze voor de rechter te brengen.
22
3. epidemiologie, evaluatie en onderzoek
° ontstaan van Belgisch Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving ° early warning systeem voor ATS
een snel waarschuwingssysteem dat mensen dient te
waarschuwen voor het bestaan van nieuwe en/of gevaarlijke drugs op de markt. Met dit op het oog stuurt het early warning systeem waarschuwingen uit zodra het kennisneemt van nieuwe en/of gevaarlijke drugs op de Belgische markt.
° evaluatie-onderzoek neemt toe :
1e -> MSOC ‘s
effectiviteit van de verslavingszorg
effectiviteit van het drugbeleid
4. preventie psychoactieve geneesmiddelen
sturen onder invloed
tabak en alcohol
2002 -> van 10 naar 20 regionale preventiewerkers GGZ
2006 -> geen drugpreventiebeleidsplan in uitvoering
2007 -> invoering veiligheids en preventieplannen
Het voert de beslissingen van de
regering over het preventie- en veiligheidsbeleid uit.
2006 -> Gezondheidsconferentie
Minister Inge Vervotte trekt 466.000 euro uit voor nieuwe lokale en regionale
projecten rond tabak, alcohol en drugs. De projecten moeten gericht zijn op de
implementatie van de strategieën die zijn besproken op de conferentie.
23
5. zorgverlening
° een brede waaier van voorzieningen ° aandacht voor crisisopvang en dubbele diagnose ° zorgcircuits en case management ° aandacht voor allochtone druggebruikers ° aandacht voor minderjarigen ° harm reduction -> substitutiebehandeling en spuitenruil
2002 -> pilootproject crisiseenheden + case manager volksgezondheid 2002 -> pilootproject dubbele diagnose -> een gespecialiseerd zorgprogramma 2002 -> pilootproject coördinatie op provinciaal niveau -> zorgnetwerk / zorgcircuit 2006 -> Fonds Verslavingen
Het project van Rudy Demotte voor het voorschrijven van
diacetylmorfine onder medisch toezicht verloopt in een
experimenteel en medisch kader. Er is geen sprake van dat
artsen individueel middelen verstrekken. De diacetylmorfine
zal binnen een structuur voor psychosociale begeleiding
worden verstrekt. De doelgroep bestaat uit de mensen voor
wie de substitutiebehandeling met methadon geen resultaten
heeft opgeleverd.
6. strafrechtelijk beleid 1) strafrechtelijk optreden is een ultimum remedium 2) oriëntatie naar de hulpverlening stijgt
• opschorting en uitstel
• therapeutisch advies
• justitiële case managers 3) druggebruik is geen verschoningsgrond
24
3 categorieën misdrijven
1- bezit voor eigen gebruik 2- bezit voor eigen gebruik + verzwarende omstandigheden =
• de aanwezigheid van minderjarigen
• het lid zijn van een criminele organisatie
• problematisch gebruik 3- andere misdrijven
De nieuwe drugwetgeving
1. de drugwetgeving
2. de Koninklijke besluiten
3. de ministeriële circulaires
4. de federale drugnota van 2001
deze vormen 1 geheel !
Aanpassing drugwetgeving juni 2003
bezit van cannabis blijft strafbaar
druggebruik in groep is niet langer strafbaar
een gedifferentieerd strafrechtelijke beleid t.a.v. de druggebruiker
repressie t.a.v. winstbejag
3 sleutelbegrippen = 1) feiten voor persoonlijk gebruik
2) problematisch gebruik
3) openbare overlast
versterking van de bescherming van minderjarigen => strenger optreden !
onderscheid cannabis & andere illegale drugs
onderscheid inbreuken uit winstbejag / om eigen gebruik te financieren
onderscheid tussen 3 categorieën van misdrijven
25
Druggebruik : criminaliteit, overlast en kansarmoede
1) Druggebruik en criminaliteit
° 4 vormen van druggerelateerde criminaliteit = 1) verwervingscriminaliteit
dit is het meest voorkomende en het meest zorgwekkende.
Het zijn misdrijven die worden gepleegd om het gebruik te financieren. Het kan gaan om diefstal, inbraak, winkeldiefstal.
2) expressieve criminaliteit
dit is een klein deel van de drugscriminaliteit. Men pleegt
een misdrijf onder invloed van legale of illegale drugs zoals verkeersovertredingen of geweld.
3) consensuele criminaliteit
men pleegt een inbreuk op de Drugwetgeving. Dit kan gaan
om dealen, drughandel of transport van drugs. 4) systemische delicten
men gaat een misdrijf plegen binnen het functioneren van
de illegale drugsmarkt zoals geweld. 4 verklaringsmodellen 1. het klassiek causaal verklaringsmodel ° druggebruik leidt tot criminaliteit -> een causaal verband ° psychologische verklaring = de effecten van de intoxicatie leiden tot criminaliteit ° het economisch noodzakelijkheidsmodel
men gaat een illegaal inkomen verwerven. Dit geldt enkel
voor types die al heel diep zitten in het verslavingspatroon. Maar kunnen deze personen worden geholpen door een eng justitieel kader?
26
° systemische verklaring Druggerelateerde criminaliteit is het resultaat van negatieve
interacties op de illegale drugsmarkt. Men komt in dat milieu terecht waar men min of meer verplicht wordt om criminaliteit te plegen.
2. het omgekeerd causaal model ° criminaliteit leidt tot druggebruik
Criminaliteit is een deviante levensstijl. Na verloop
van tijd komen daar andere deviante levensstijlen bij. Deviante individuen worden aangetrokken tot druggebruik of het verkopen van drugs.
3. het wederkerig causaal model
Tussen druggebruik en criminaliteit is er een
wederkerig causaal verband waardoor beide fenomenen elkaar versterken. Men weet niet meer wat er eerst was, het druggebruik of de deviante levensstijl. (Voorkeur van Deruyver !)
4. common cause model ° er is geen causaal verband tussen criminaliteit en druggebruik ° er is wel een functioneel verband
drugs en criminaliteit zijn een functie geworden van de
problematische gebruiker. Dit komt vaak voor nadat men door alle sociale vangnetten gevallen is en zich in een marginale levenssituatie bevindt.
° de oorzaak van zowel druggebruik als criminaliteit -> gemeenschappelijke condities =
• kansarmoede
• etnische verscheidenheid
• sterke migratie
27
Conclusie Er is een verband tussen druggebruik en criminaliteit ! Maar : 1. dit verband is complex en niet eenduidig
1 model is niet in staat om het complex verband tussen
druggebruik en criminaliteit te verklaren, het gaat vaak om een combinatie van modellen. Zoals een combinatie tussen model I en II : criminaliteit gaat vooraf aan druggebruik (3 tot 5 jaar), maar druggebruik leidt tot verhoogde criminaliteit.
2. er is geen universele relatie
de populatie die drugs gebruikt is zeer heterogeen en
meervoudige wegen kunnen leiden tot druggebruik en criminaliteit.
2) Druggebruik & kansarmoede ° er is een duidelijke correlatie tussen druggebruik en kansarmoede = 1) kansarmoede werkt druggebruik in de hand
dit geldt voor zowel sociaal-economische
kansarmoede als voor emotionele psycho- pedagogische kansarmoede
• sociaal-economische kansarmoede
in kansarme buurten is er een grotere beschikbaarheid aan drugs
en zijn er meer druggebruikers aanwezig. Men leeft in een situatie van relatieve perspectiefloosheid.
28
• emotionele en pyscho-pedagogische kansarmoede
men voelt zich niet goed in zijn vel omdat men in een
problematische gezinssituatie zit. Men voelt eenzaamheid en emotionele verwaarlozing. Zoals de dalende sociale contacten bij de alcoholproblematiek.
2) druggebruik genereert kansarmoede
in vele gevallen leidt problematisch druggebruik
na een tijdje tot een verzanding in een levenssituatie die gekenmerkt wordt door kansarmoede
men komt in een spiraal van maatschappelijke kwetsbaarheid. De oplossing = deze spiraal
doorbreken. Maar dit is moeilijk want er zijn verschillende factoren met elkaar in interactie :
- kansarmoede
- omgeving -> kansarme buurten
- druggebruik 3) Drugs en overlast ° waar de tolerantie van de burger ophoudt ° daar waar de grenzen van de rechtstaat worden overschreden
het omvat een veelheid aan gedragingen en situaties die als
onaangenaam, ongewenst, lastig, hinderlijk of bedreigend worden ervaren door een individu
drugsoverlast is moeilijk te
isoleren van overlast, er is geen specifieke definitie voor
29
1. overlast door concentratie ° het zich toe-eigenen van openbare ruimten ° de concentratie van restgroepen ° gettovorming -> de leefbaarheid komt in het gedrang, openbare handhaving is hier niet aanwezig ° concentratie van drughulpverleningsinitiatieven ° concentratiebeleid en/of spreidingsbeleid ? 2. drugoverlastfenomeen als vertrekpunt voor dialoog en overleg ° aandacht voor specifieke gevoeligheden en problemen ° een dynamisch proces
de gebruikers moeten in het overleg betrokkenen worden, alle
actoren moeten zich verenigen. Alle belanghebbenden moeten er actief in betrokken worden.
3. geïntegreerd beleid met alle betrokken actoren -> een taak voor iedereen ° een puur politioneel-strafrechtelijke aanpak is geen oplossing ° andere actoren moeten ook inspraak krijgen -> ook de druggebruikers zelf ! ° nood aan participatie
Oplossing ° een overlastbeleid i.p.v. een drugsoverlastbeleid ° doel =
• streven naar beheersbaarheid
• het herstellen van de leefbaarheid
• de kwaliteit van het leven opkrikken op buurtniveau ° 2 luiken =
1) een geïntegreerd en gedifferentieerd beleid
2) het gebruik van openbare ruimten
30
° rekening houden met verschillende factoren :
ruimtelijke ordening -> de toegankelijkheid van openbare ruimten verzekeren
de concentratie van illegaliteit en marginalisering tegengaan
milieuhandhaving -> sluikstorten & geluidsoverlast
huisvesting -> verkrotting & huisjesmelkerij
bestuursrechtelijke pijler ° gewapend bestuursrecht ° gemeentelijke administratieve sancties
strafrechtelijke pijler -> Drugwetgeving
1) gedifferentieerd en geïntegreerd ° geïntegreerd -> dialoog en overleg
diverse actoren en domeinen moeten in het overleg betrokken
worden. Het politoneel-strafrechtelijk beleid is het sluitstuk van de aanpak. Men moet de belanghebbenden in kaart brengen waarbij men rekening houdt met de gevoeligheden van specifieke groepen. Er staat gelijkwaardigheid centraal. Buurtbewoners en druggebruikers worden er ook in betrokken.
2) gebruik van openbare ruimten ° doel -> openbare ruimten voor iedereen toegankelijk houden ° vermijden van concentratie =
1. gettovorming tegengaan 2. concentratie van hulpverleningsinitiatieven 3. een verdunning door verspreiding
° een maatschappelijk draagvlak creëren voor invulling van openbare ruimten -> dialoog & overleg
31
Drugpreventie
preventie in scholen is vaak niet goed en niet effectief : het is
slechts eenmalig en het is altijd éénrichtingsverkeer, preventie moet interactief zijn !
Op welke manieren kunnen we een druggebruiker bekijken ? 1) medisch-psychiatrisch perspectief
= overdreven alcohol en druggebruik wordt gezien als een ziekte. De verslaafde is een zieke. De oplossing is : naar de dokter gaan en de druggebruiker bestrijden met medicatie -> methadon.
2) gedragsmatig perspectief
= men bekijkt het drugprobleem vanuit een sociologisch en criminologisch perspectief : leertheorieën. Druggebruik is een vorm van afwijkend gedrag. Het is een complex samenspel van culturele, socio-economische, cognitieve, affectieve en psychosociale invloeden. Gedrag wordt aangeleerd dus het is mogelijk om het terug af te leren via -> gedragstherapieën.
3) biologisch-genetisch perspectief
= sommige mensen zijn voorbestemd om druggebruiker te worden : de predestinatie voor druggebruik. Het zit allemaal in de hersenen. Drugsmisbruik is een hersenaandoening. Sommigen zijn kwetsbaarder voor druggebruik.
32
• stepping stone theorie
als je begint met een joint, dan eindig je met heroïne. Je
prepareert je hersenen met cannabis. Dan is de stap naar andere, veel sterkere, middelen minder groot. Je komt in een neerwaartse spiraal terecht. Je gaat over van soft drugs naar hard drugs. Deze theorie is achterhaald en klopt dus niet !
• Gateway theorie
cannabis vormt de toegangspoort tot andere illegale drugs. Als je
vaak cannabis gebruikt zal de kans dat je later andere illegale drugs neemt, groter zijn. Als je jonger begint met cannabis is de kans groter dat je later een drugprobleem zal hebben.
Classificatie van de drugpreventie
sinds 1964 : indeling volgens het medisch model
De basis is hier : de gedrags of gezondheidstoestand van de doelgroep en de doelstelling van de preventie
1) primaire preventie
dit is de preventie van elke vorm van druggebruik. Het is een
interventie voor het ontstaan van een gezondheidsprobleem. Men wil het gebruik voorkomen.
2) secundaire preventie
dit is de preventie van problematisch gebruik en misbruik. Dit is
voor groepen waar het probleem zich al ontwikkelt maar nog niet manifest is.
3) tertiaire preventie dit is de preventie van de schadelijke effecten van het
druggebruik. Men wil herval voorkomen.
33
sinds 1994 : indeling volgens het continuüm van de
zorg . De basis is de doelgroep van de interventie. IOM classificatie 1) universele preventie
men gaat preventief werken naar de hele bevolking of
bevolkingsgroep toe zonder het onderscheid van kwetsbaarheid of risicofactoren. Zoals in scholen, in de media,…
2) selectieve preventie
men gaat preventief werken naar specifieke risicogroepen,
risicosettings of gebieden, nu of op een bepaald moment in hun leven zoals bv. uitgaan
3) geïndiceerde preventie
men gaat preventie werken naar identificeerbare individuen met
een hoog risico, met een grote kwetsbaarheid, personen die signalen of symptomen vertonen die een verhoogde kans op problemen aanduiden zoals personen met ADHD.
Preventiemodel van De Cauter -> 1990 -> een criminologisch model ° preventie bevat 3 dimensies : 1) tijdstip 2) de focus 3) het karakter Defensief Offensief
34
Preventiestrategieën 1. middelengerichte preventie -> de oudste en meest bekende 1- proscriptief model ° dubbel doel =
1) de totale onthouding van druggebruik -> just say no ! 2) het verbod op productie en distributie
° oorzaak van het drugprobleem -> verslavende eigenschappen ° er wordt vooral gebruik gemaakt van :
• wetgeving
• straffen bij overtreding
• verbod op productie, distributie en consumptie ° eenvoudigste & radicaalste model ° gebaseerd op de prohibitie of drooglegging van de VS -> een volledig verbod op alcoholgebruik ° kritiek
niet wetenschappelijk
het houdt geen rekening met de ontstaansfactoren van het drugprobleem
dit model is moeilijk realiseerbaar in de praktijk
de War on Drugs is ook mislukt
men dacht dat de vermindering van het aanbod
door : vernietiging van plantages, inbeslagname van drugs,… zou leiden tot een vermindering van de vraag. Dit was niet zo. Een vermindering van het aanbod leidt tot een verhoging van de prijs waardoor de drughandel veel aantrekkelijker wordt en zich uitbreidt.
° doel -> het voorkomen van gebruik en een drugsvrije samenleving
35
2- aanvaardingsmodel ° druggebruik is onlosmakelijk en inherent verbonden met onze samenleving ° we moeten proberen om de schade te beperken ° voorbeeld -> het Nederlands gedoogbeleid
dit bestaat uit een scheiding van de drugmarkt. Soft drugs
worden in een afzonderlijk circuit gedoogd, weg van de harddrugmarkt-> enkel verkoop voor eigen gebruik, geen regeling voor productie en aankoop
° drugbeleid -> vanuit een gezondheidsperspectief, niet vanuit een criminaliteitsperspectief ° een gedifferentieerd beleid :
• harm reduction -> schadebeperking
• spuitenruilproject
• methadonverstrekking
• voorzien van gratis water in discotheken
• het testen van pillen op hun zuiverheid ° gericht op specifieke doelgroepen 2. persoonsgerichte preventie -> bevat het grootste aantal modellen
• verschillende doelgroepen
• verschillende finaliteiten
• verschillende doelstellingen 1) preventie naar algemene doelgroepen :
° sensibiliseren ° informeren ° aanleren van persoonlijke en sociale vaardigheden
2) preventie naar specifieke risicogroepen
36
Sensibiliseren ° doel -> aandacht vragen & krijgen ° meestal via de media -> campagnes -> Bob-campagne voor het verkeer ° sinds jaren ’90 -> moraliserende boodschap verandert in ludieke en informatieve boodschap ° herhaling van de campagnes -> een mentaliteitswijziging ° effecten =
1) bedoelde effecten -> het nummer van de Druglijn is bekend 2) onbedoelde effecten -> de nieuwsgierigheid naar drugs neemt toe 3) onverwachte effecten
° het effect is het grootst bij een combinatie met een andere preventiestrategie
een Bob-campagne wordt gecombineerd
met verscherpte alcoholcontroles door de politie
slechts een marginale invloed op het gedrag ! Informeren -> de drugs staat hier centraal !
Waarschuwend
Objectief
° doel -> individuele gedragsverandering
met gaat inwerken op de angstgevoelens
van het publiek door afschrikwekkende en dramatische films over verslaving, gruwelijke foto’s over slachtoffers onder invloed,…
° het gaat meestal om een eenmalige activiteit ° bij herhaling -> gewenning -> angst reduceren
° doel -> gedragsverandering of behoud
men gaat uitgebreide info geven over een
bepaald product. Men geeft info over drugs en de gevolgen van drugs. Dit zal leiden tot een negatieve houding.
° weinig of geen effect ° de kennis over het product stijgt wel
37
Aanleren van persoonlijke en sociale vaardigheden -> het individu staat hier centraal !
Het affectieve model
Het sociale vaardigheidsmodel
° aandacht voor : opinies over drugs
er bestaat een lineair verband tussen
kennis, attitudes en gedrag. ° info wordt waardevrij gegeven -> + en –
men brengt de betrokkenen bij hoe ze
beslissingen kunnen nemen op basis van het afwegen van voordelen en nadelen van een bepaald gedrag.
° nadruk -> positief zelfbeeld & zelfwaardering ° weinig effectief
° aandacht voor : situaties waarin mensen met
drugs in contact komen
druggebruik wordt voornamelijk
gesitueerd binnen de ontwikkeling van de adolescent. De aandacht gaat naar de peergroup. Men gaat concrete vaardigheden aanleren om weerstand te bieden.
° zeer effectief ° kennis en vaardigheden nemen toe !
Het resilience model ° << veerkacht >>
sommige mensen gaan na een moeilijke ervaring goed functioneren
en zich positief ontwikkelen, anderen gaan daar vreselijk onder lijden en problematisch gedrag stellen.
° men vertrekt vanuit een positieve hoek in plaats van de probleemzijde ° er wordt gewerkt met beschermende factoren in plaats van met risicofactoren
• het ontwikkelen van interesses
• een goede verbondenheid tussen leerkracht & leerling
• eerlijke, accurate en volledige info over drugs ° effectiviteit -> veelbelovend !
38
2) preventie naar specifieke risicogroepen :
maatschappelijk kwetsbare jongeren
kinderen van ouders met alcoholproblemen
druggebruikende ouders met jonge kinderen
injecterende druggebruikers
genderspecifiek
vroeginterventie -> jonge, experimenterende gebruikers 3. omgevingsgerichte preventie 1- het sociaal-ecologisch model
er is een dynamische interactie tussen de mens en diens omgeving
(sociale, culturele en institutionele omgeving)
° het is gebaseerd op de systeemtheorie
men gaat er van uit dat de omgeving enerzijds het
individuele gedrag bepaalt en beperkt, terwijl anderzijds een veranderende omgeving tot gedragsveranderingen bij de participanten kan leiden. Het gaat dus om :
1) individuele gedragsveranderingen 2) sociale veranderingen
° een ondersteunend gezin en een positief schoolklimaat -> bescherming ° alle aspecten die invloed uitoefenen op het drugprobleem worden in kaart gebracht =
drugsspecifieke factoren -> wetgeving
persoonsspecifieke factoren -> persoonlijkheid
omgevingsspecifieke factoren -> stress, echtscheiding, racisme ° een interdisciplinaire aanpak -> groepen / organisaties / gemeenschap & overheid
39
2- het empowerment model ° centraal -> de notie ‘controle’
het gaat om een proces waarin mensen en organisaties
controle of meesterschap krijgen over hun leven. ° individuele empowerment =
• participatief gedrag
• gevoel van effectiviteit
• een kritisch bewustzijn
• een interne controle ° collectieve empowerment =
• het verwerven van macht om beslissingen te nemen
• het creëren van kansen om vaardigheden te ontwikkelen
• participatie in collectieve actie
• herverdeling van de macht of van het beslissingsniveau Welke preventie werkt ?
zowel beschermende factoren aanpakken als risicofactoren
alle vormen van druggebruik aanpakken
aanleren van sociale vaardigheden
de anti drug normen bevorderen
interactieve methoden gebruiken
de ouders, zorgverleners en de doeltroep er in mee betrekken
langdurige programma’s
de aanpak van gezinnen
via scholen -> zowel algemene als risicopopulaties
hoe hoger het risico -> hoe intensiever de programma’s
rekening houden met de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de cultuur
40
Het drugpreventiebeleid
in de politiek is preventie een prioriteit. Maar er
is een kloof tussen de beleidsprioriteiten en de realiteit, de overheidsuitgaven.
1982 -> ontstaan van de VAD -> Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen 1988 -> preventiewerkers in de Geestelijke Gezondheids Zorg
er wordt een regionaal netwerk opgezet met 10
preventiewerkers verbonden aan de CGG. Ze staan onder coördinatie van de VAD. Elke Vlaamse provincie heeft 2 preventiewerkers. Ze zorgen voor lokale en regionale netwerkvorming. In 2002 werd dit verdubbeld tot 20.
° 1992 -> maatschappelijke sensibilisering voor het thema drugs -> zichtbare overlast ° meer preventiewerkers ! ° 1994 -> Beleidsbrief van Minister Detiège + DPP -> Drugpreventie Project
de gemeentepolitie van Brecht start een project
dat zich richt naar leerlingen van het 6e leerjaar van de basisschool. In 2000 liep het project in 20 gemeenten. Ook de lokale politie neemt dus preventieve taken op zich.
° 1995 -> Drugnota Minister Demeester =
1. databank voor preventiewerkers 2. vorming voor beginnende preventiewerkers 3. toename van de deskundigheid 4. overleg, coördinatie & samenwerking op provinciaal niveau
41
° 1995 -> ontstaan van PPP -> Provinciale Preventie Platforms
alle partners in de provincie die werken rond
drugpreventie mogen deel uitmaken van dit platform. In 2001 werd dit stopgezet. Met de middelen die daardoor vrijkwamen, werden 10 extra regionale preventiewerkers GGZ aangeworven.
° Federaal Actieplan Toxicomanie-Drugs
men gaat een uitwisselingsprogramma’s opzetten voor spuitenruil.
Men zet ook een programma op voor de bestrijding van recreatief druggebruik. Men gaat het wetenschappelijk onderzoek uitbreiden en men wil onderzoek doen naar de gevolgen van druggebruik voor de verkeersveiligheid.
° Het Rijkswacht – Drugpreventieproject -> DONNA & MEGA ° 1996 – 1997 -> Parlementaire Werkgroep Drugs
de algehele abstinentie van legale en illegale drugs is niet
haalbaar. Men wil meer realistische doelstellingen bereiken :
1) beginleeftijd van drugs verminderen
2) rijden onder invloed verminderen
3) het uitstellen of controleren van druggebruik
4) middelenmisbruik verminderen ° het preventiebeleid bevat =
• persoonsgerichte preventie : algemene gezondheids en opvoedingspromotie
sociale vaardigheden aanleren
leren omgaan met risico’s
42
• structurele preventie : kansarmoedebestrijding
urbanisatie
wijkontwikkeling
sociaal stedelijk beleid
° men gaat zich aansluiten bij de wereld van de doelgroep =
• preventieboodschap -> geloofwaardig & aanvaardbaar • men moet rekening houden met de noden van ouders en partners • ontwikkeling van harm reduction initiatieven moet toenemen • preventiewerkers op verschillende niveaus • nood aan een bovenlokale overlegcoördinatie • waarborgen van de continuïteit en deskundigheidsbevordering van preventiewerkers
° prioriteit
1) preventie
2) hulpverlening
3) repressie -> ultimum remedium
Maar -> de meeste middelen gaan naar repressie, dan
naar hulpverlening. De duurste sectoren zijn : hulpverlening & veiligheid.
Stand van zaken drugpreventiebeleid anno 2000 … 2005 ° Jaren ’90 -> professionalisering
dezelfde knelpunten !!!
overwicht primaire interventie
overwicht aandacht preventie illegale drugs, vooral naar jongeren
problemen met de evaluatie van de effectiviteit van preventiestrategieën
problemen met de coördinatie op beleidsniveau
43
gebrek aan stabiliteit & continuïteit van preventiewerkers
het preventielandschap is versnipperd -> federaal, gemeenschappen, lokaal,…
een gedeeltelijke synthese op Vlaams niveau : VAD Preventiewerk :
1990 = 1. een globale aanpak 2. participatief & emancipatorisch werken 3. planmatige aanpak 4. participatie van de doelgroep 5. autonomie van het individu
° rijden onder invloed werd vooral repressief aangepakt -> nood aan een preventieve aanpak ° een verdere uitbouw van het sociaal werk ° Partywise VAD -> campagne tegen het gebruik van party drugs in discotheken ° oprichting van Harm Reduction
• oprichting van MSOC’s -> Medische en Sociale Opvang Centra => laagdrempelig
• methadonbehandeling = wet 22 augustus 2002
• spuitenruil = wet 17 november 1998 + KB 5 juni 2000
• pill testing = geen wettelijke regeling
• heroïneverstrekking
• gebruikersruimtes = geen wettelijke regeling ° 2001 -> Federale Beleidsnota Drugs -> preventie is een gemeenschapsbevoegdheid ° 2003 – 2004 -> Beleidsplan Preventie Middelengebruik ° 2003 -> decreet op preventieve gezondheidszorg ° 2006 -> Fonds Verslavingen (Demotte) + Gezondheidsconferentie ° 2007 -> invoering Veiligheids en Preventieplannen
44
De gedifferentieerde strafrechtelijke aanpak van het drugprobleem
het uitgangspunt van de beleidsnota van 2001 = de
strafrechtelijke reactie naar druggebruikers moet een ultimum remedium zijn. Er moet zoveel mogelijk vermeden worden dat druggebruikers in de gevangenis terechtkomen ! Problematisch druggebruikers die in contact komen met politie of justitie, moet worden doorverwezen naar de hulpverlening.
1) opsporing -> politie 2) vervolging -> Openbaar Ministerie of het Parket 3) straftoemeting -> rechtbank 4) strafuitvoering -> 1. Uitvoerende Macht = Minister van Justitie
2. Rechterlijke Macht = Strafuitvoeringsrechtbanken, Commissie IV 1. het opsporingsbeleid 1) de politie stelt een bezit van cannabis (max. 3 gram) :
1) zonder openbare overlast 2) zonder problematisch gebruik 3) voor persoonlijk gebruik 4) door een meerderjarige
Gevolg ° geen PV -> een anonieme politionele registratie, inbeslagname van de drugs is niet mogelijk ! ° vereenvoudigd PV
maandelijks worden al deze anonieme politionele registraties
doorgestuurd naar het parket in een samenvattend PV. Deze vermeld de plaats, de datum, het tijdstip en de beschrijving van de goederen.
° waarschuwing & een herinnering aan de norm
45
2) andere hoeveelheden cannabis & illegale drugs -> er wordt steeds een PV opgemaakt ! 2. het vervolgingsbeleid 1) problematisch druggebruik -> doorverwijzing naar hulpverlening 2) openbare overlast
de parketmagistraat kan een maatregel opleggen =
1. sepot 2. praetoriaanse probatie 3. nieuw therapeutisch advies 4. minnelijke schikking 5. bemiddeling in strafzaken 6. vervolging
Sepot 1. klassiek sepot -> het verticaal klassement 2. sepot met een politievermaning 3. sepot na doorverwijzing naar de hulpverlening Nieuw therapeutisch advies
Men gaat bij problematisch druggebruik advies vragen aan de
therapeutisch adviseur over de noodzaak en de aard van de behandeling. Doel -> de gearresteerde gebruiker in contact brengen met hulpverlening. Het is mogelijk in elke fase van de strafprocedure.
zowel Procureur als onderzoeksrechter als de Rechter ten Gronde, hebben de mogelijkheid om de zaak voor te leggen aan de case manager Justitie die doorverwijst naar een therapeutisch adviseur.
46
Praetoriaanse probatie
dit is de probatie zonder wettelijke regeling. Het parket doet een aanbod : men
gaat niet vervolgen onder voorwaarden , bv. als men naar de hulpverlening gaat. Het parket gaat dan een specifieke dienst aanduiden. De gebruiker tekent een contract. Na 6 maanden gaat de hulpverlening het parket inlichten.
als men het contract niet naleeft, dan
vervolgt het parket. Als men het contract wel naleeft, dan is er een seponering.
Minnelijke Schikking
het verval van de strafvordering mits het betalen van een geldsom. Er is
hier geen tussenkomst van de hulpverlening. Parketmagistraten passen dit niet graag toe.
als men niet betaalt, dan zullen ze de betrokkene
dagvaarden. Maar de meeste vinden dit een te zware reactie. Sommige vinden ook dat een minnelijke schikking mensen niet vooruit zal helpen want het gaat meestal om mensen die financiële moeilijkheden hebben.
Bemiddeling in Strafzaken
dit wordt enkel toegepast bij dossiers waar het slachtoffer bekend is.
Het parket legt voorwaarden op bv. de gebruiker moet naar de drughulpverlening. Hij wordt opgevold door de justitie-assistent.
1. naleving -> verval van de strafvordering (niet op strafblad)
2. niet-naleving -> de zaak komt voor de rechtbank
Dit is eigenlijk een wettelijk geregeld praetoriaanse probatie.
47
3. de straftoemeting ° de rechtbank beslist =
1. vrijspraak 2. veroordeling 3. opschorting van de strafuitspraak 4. uitstel van de uitvoering van de straf
(1) probatieopschorting -> de uitspraak is afhankelijk van voorwaarden (2) probatieuitstel -> de uitvoering van de straf is afhankelijk van voorwaarden
de probatievoorwaarden mogen max. 5 jaar duren. De gebruiker
wordt begeleidt door de justitie assistent en moet dan voor de probatiecommissie komen. Als hij de voorwaarden heeft nageleefd dooft de zaak uit. Als hij de voorwaarden niet heeft nageleefd kan de zaak terug voor het parket of de rechtbank komen.
4. de strafuitvoering 1) Voorwaardelijke Invrijheidstelling
men gaat iemand vervroeg vrijlaten uit de gevangenis onder
voorwaarden. De voorzitter van de strafuitvoeringsrechtbank (vroeger Commissie VI) beslist daarover. Bij de niet-naleving van de voorwaarden kan de voorwaardelijke invrijheidstelling worden geschorst. Bij de naleving bekomt men op termijn een definitieve invrijheidstelling.
hierbij moet de dader een reclasseringsplan
opstellen in functie van zijn reïntegratie. Hij wordt hierbij begeleid door de justitie-assistent.
2) Voorlopige Invrijheidstelling
48
Conclusie 1) men gebruikt verschillende criteria bij de beoordeling van een dossier :
° aard van de feiten -> voor eigen gebruik of dealen ° aard van het product -> cannabis of andere drugs ° fase van het gebruik -> is het gebruik problematisch of niet
2) feiten in functie van winstbejag
men ziet het als georganiseerde criminaliteit. Men
maakt wel een onderscheid tussen : 1. om het persoonlijk gebruik te financieren 2. met het oog op winstbejag
3) de klassieke strafrechtelijke afhandeling is nog steeds dominant
men gebruikt de alternatieve afhandelingen slechts in
beperkte mate. De meeste dossiers worden ofwel geseponeerd ofwel vervolgd.
de overtuiging is er, maar er is een gebrek aan
mensen en middelen. Ze pleiten voor een uitbreiding van alternatieve mogelijkheden in
plaats van een vernieuwing.
4) een sterk geloof in het ter zitting brengen van drugdossiers 5) Minnelijke Schikking ° gebruikers van cocaïne
de parketten beschouwen het gebruik van cocaïne als snobistisch
gedrag. Hun redenering is : ‘Wie geld heeft om cocaïne te kopen, heeft ook geld om een minnelijke schikking te betalen.’>>
° jonge mensen in het uitgaansmilieu ° doel -> een schokeffect teweeg brengen en vermijden dat het gebruik problematisch wordt
49
Hulpverlening & Justitie Fundamentele verschillen in de werking
Hulpverlening
Justitie
bevorderen van het welzijn
individueel belang
horizontaal en flexibel
intrinsieke motivatie
herval
maatschappelijke beveiliging
algemeen belang
verticaal en dwingend
strafrechtelijke druk
recidive
Samenwerking tussen justitie & hulpverlening is noodzakelijk ! een vlotte doorverwijzing naar de hulpverlening ° feedback van de hulpverlening
als de betrokkene is doorverwezen, willen de parketten weten of hij is
komen opdagen en of hij de behandeling goed gevolgd heeft. De betrokkene moet dan bewijzen dat hij in contact is geweest met de hulpverlening of het parket vraagt aan de betrokkene om toestemming te geven aan de hulpverlening om verslag uit te brengen.
° het beroepsgeheim van de hulpverlening ° een beperkte communicatie
50
Samenvatting door Julie Vandewalle voor het vak ‘Drugsfenomenen’, onderdeel van Prof. Dr. Brice Deruyver (2007-2008)
Top Related