Download - Destelheide-magazine oktober 2013

Transcript
Page 1: Destelheide-magazine oktober 2013

Belgie- Belgique

P.B- P.P, 1650 BeerselBC 1646 P 209319

Afgiftekantoor Beersel

DH-magazine

V.U. Guy Uyttebroeck, Destelheidestraat 66, 1653 Dworp. Destelheide wordt samen met de Hoge Rielen in opdracht van de Vlaamse Overheid beheerd door de vzw ADJ, Molenstraat 62, 2460 Kasterlee.

magazine van Destelheide • Nr 29 • oktober-december 2013

Expo Eva MoutoNJoNas WiNtErlaND, lorE suls EN larf!tErugblik op DE zoMEracaDEMiEMastErplaN DEstElHEiDE

© Eva Mouton

Page 2: Destelheide-magazine oktober 2013

iNlEiDiNg

ColofonRedactie: Filip TielensEindredactie: Lies JacobVormgeving: www.nelsongroup.beOplage: 1500 exemplaren

Het was een mooie, warme zomer in Destelheide. Duizenden jonge-ren hadden de tijd van hun leven op ons domein. Ook De Zomeracade-mie, waarvan in 2014 al de 20ste editie doorgaat, was opnieuw een feest van de creativiteit. Zo’n honderd deelnemers experimenteerden een week lang in één van de elf artistieke ateliers. Dat leverde beeldige plaat-jes op die u op de middenpagina van dit magazine terugvindt. Ik ben ook verheugd om te melden dat de rioleringswerken op ons domein sneller verlopen dan gepland en dat het terrein er alweer een beetje groe-ner uitziet.

Destelheide gaat vanaf 1 januari ook de nieuwe beleidsperiode 2014-2017 in. Het beleidsplan dat de overkoe-pelende vzw ADJ indiende bij de Vlaamse Overheid, werd positief beoordeeld. Ondertussen werken we in Destelheide ook verder aan enkele andere dossiers, zoals een extra subsidieaanvraag voor Brus-selse projecten en het Masterplan infrastructuur dat tegen 31 maart 2014 uitgewerkt wordt door Blauw-druk Stedenbouw. Een uitgebreid interview over hun plannen, leest u achteraan dit magazine.

Na de succesvolle expo rond snap-shotfotografie van Vicky Bogaert staat er een nieuw jong talent te popelen om u haar wondere wereld te tonen. Eva Mouton stelt onder de titel Geschifte Melk haar tekeningen, gedachten en verhalen tentoon en breidt zo een waardig slotstuk aan het jaarthema STORIES. Ook de Artiest in huis-werking van Destelheide loopt op wieltjes. Zo was in september Daan te gast, die een erg geslaagde try-out gaf voor de jongeren bij ons!

Guy UyttebroeckDirecteur Destelheide

Dit DH-magazine wil u graag informeren over het reilen en zeilen van Destelheide, haar kunsteducatieve dienst Dharts en de groepen die er verblijven. Destelheide is een vormingscentrum in Dworp dat in opdracht van de Vlaamse Overheid wordt uitgebaat door de vzw ADJ. In een rustige groene omgeving en een modern gebouwencomplex bestaande uit glas, beton en hout ontvangt Destelheide groepen die met jongeren werken. Wil u graag dit DH-magazine thuis ontvangen (gratis) of u inschrijven op onze digitale nieuwsbrief (4x/jaar), dan kan u dit aanduiden op www.destelheide.be.

© Piet Vranckx

2 3

Page 3: Destelheide-magazine oktober 2013

© Filip Tielens

Expo

Eva MoutoN

Dag Eva. Waarom koos je voor de titel Geschifte melk?“Ik ben nogal fan van korte titels zoals Kopstoot en Eva’s Gedacht. Voor deze tentoonstelling was ik met mijn lief Bert aan het brainstormen over een titel. Voor mij moest die te maken hebben met het idee dat mijn tekeningen op het eerste zicht heel vrolijk, pastellerig en roze zijn, maar ze eigenlijk over vloeken, angsten en irritaties gaan. Het is zoals wanneer je naar een glas melk zit te kijken en wanneer je dichterbij komt pas ziet dat die eigenlijk geschift is. Ik hou ook wel van de dubbele betekenis van Geschifte melk – in mijn hoofd gaat het er ook niet altijd logisch aan toe (lacht).”

Wat ben je in de expo juist van plan met de Eva’s Gedacht-reeks?“Er zal een grote muur zijn waarop de Eva’s Gedacht-reeks tentoongesteld wordt. Ik heb ook een handleiding gemaakt om aan de jongeren in Destelheide te vertellen hoe ze hun eigen Gedacht kunnen maken, maar iedereen mag daar zeker van afwijken en een eigen format ontwikkelen. Ik krijg de laatste tijd veel mails van leerkrachten P.O. of Nederlands die hun leerlingen in de klas zelf een Eva’s Gedacht lieten schrijven. Daar kwamen altijd heel leuke resultaten uit. Ik denk dat dit bij de jongeren in Destelheide ook zeker het geval zal zijn.”

Je wil ook allerlei leuke dingen doen met ballonnen?“Klopt. Een jaar of acht geleden deed ik mee met de Kunstbende en maakte ik een installatie van witte ballonnen met helium die aan keien hingen. Het idee er achter was dat als je iets niet durfde te zeggen, je het op een tekstballon zou schrijven en die naast je kon houden. Als de boodschap dan in het verkeerde keelgat schoot bij de andere persoon, kon je de ballon altijd nog laten vliegen. Ik wou al een hele tijd opnieuw aan de slag met dat idee, maar het is pas in deze expo dat ik het een geschikt moment vind. Ik zou graag allerlei ‘verboden’ gedachten op ballonnen laten schrijven. Op de vernissage van de tentoonstelling gaan we dit ook doen en laten we de ballonnen dan vliegen. Al is het een utopie dat je die gedachten kan laten wegvliegen, ze blijven natuurlijk altijd ergens kleven: in een boom of in een kippenhok honderd kilometer verder (lacht). Het idee is dat je je zorgen kan achterlaten. Zelf schaam ik me heel snel en pieker ik veel. Gelijkaardig aan de ballonnen heb ik een spelletje bedacht waarbij ik op mijn fiets ga zitten en terwijl alle gedachten en angsten die in mijn hoofd zitten visualiseer, waardoor ik ze al fietsend achter mij laat.”

Eva Mouton is van vele markten thuis. Zelf zegt ze het liefst dat ze schrijft, tekent en dingen maakt. Zoals haar eigen magazine Kopstoot of haar Eva’s Gedacht-reeks die je wekelijks in DSWeekblad vindt en ondertussen ook werd uitgegeven in boekvorm. Nu is er ook haar eerste overzichtsten-toonstelling Geschifte melk in Destelheide. Dat vraagt om een goed gesprek over vliegende ballonnen, onteigeningen en autobotsingen. Welkom in de wondere wereld van Eva!

2 33

Page 4: Destelheide-magazine oktober 2013

Expo

In jouw tentoonstelling zullen ook de voorleesver-halen te zien zijn die je de afgelopen zomer voor De Standaard bij bestaande kunstwerken schreef.“Een tijdje terug werd mij gevraagd om na te denken wat ik nog miste in de krant. Ik broedde al een jaar of twee op een kinderpagina, sinds het lezen van de biografie van Annie M.G. Schmidt, een van mijn grote voorbeel-den. Haar Jip en Janneke-reeks is ontstaan in de krant. Ik vind het jammer dat er nu zo weinig voor kinderen in de krant staat. Daarom verzon ik een rubriek met ver-halen bij kunstwerken die ouders kunnen voorlezen aan hun kinderen. In plaats van een bestaand verhaal te il-lustreren, wilde ik in deze reeks een illustratief verhaal bij een bestaand schilderij schrijven. Als je door musea loopt, zitten de verhalen bij de kunstwerken immers al klaar, alleen moet iemand ze nog opschrijven. Zeker in van die stoffige musea met erg figuratieve schilderijen kon ik me helemaal laten gaan. Ik schreef verhalen waarbij via een hele grote bocht naar het beeld in het schilderij toegewerkt wordt. In de toekomst hoop ik van deze reeks een boek te maken, waarbij ik de verhalen ook zou willen inlezen.”

Naast de Gedachten die iedereen kan maken, wordt de tentoonstelling ook interactief door de buttonmachine waar de jongeren in Destelheide hun ding kunnen doen.“Ik hou ervan om buttons te maken, omdat je er alle kanten mee uit kan. Het zijn eigenlijk kleine kunstwerkjes. Het leuke er aan vind ik dat het zo ongedwongen is, al heeft het natuurlijk wel de geschiedenis dat je een boodschap kon overbrengen door een button op je trui te spelden, zoals ‘anti-kernenergie’ bijvoorbeeld. Ik zou het cool vinden dat als jongeren in Destelheide eigenlijk geen zin hebben in de komende dag, ze dat via een button kunnen duidelijk maken aan de anderen van de groep. Of via een button vertellen dat ze iemand leuk vinden, dat kan natuurlijk ook (lacht).”

Je gaat ook een aantal interventies doen in Destelhei-de. Kan je daar al een tipje van de sluier over oplichten?“Wat me het meest aantrekt in Destelheide, zijn de slaapkamers. Daar heb je echt een kampgevoel. Ik zou er graag enkele raamtekeningen willen maken of kleine dingen verstoppen in de kamers. Toen ik vroeger op kamp ging, stopte mijn moeder kleine boodschappen in mijn tas. Als ik ze vond, was ik altijd erg geëmotioneerd – ik heb namelijk een heel klein hartje (lacht). Zo wil ik ook een aantal kleine verrassingen in de kamers verstoppen. Destelheide is een heel open boek, je kan er nog vanalles doen.”

scHrappEN EN WEEr opbouWENJe hebt al heel wat verschillende opdrachten en wed-strijden gedaan. Aan welke zaken heb je het meest ge-passioneerd gewerkt?“Ik mag dan wel heel veel verschillende dingen doen, ik doe ze allemaal heel graag. Het grappige is dat alles op het juiste moment komt. Zo had ik de afgelopen twee jaar heel weinig zin om te schrijven, maar in het voorjaar had ik er wel weer goesting in en toen kwam net dat project om verhalen bij kunstwerken te maken. Het leukste vind ik om aan iets te werken, te schrappen, opnieuw op te bouwen, etc. Bij Eva’s Gedacht werkt het ook zo: ik schrijf mijn verhaal volledig uit, filter het dan tot de essentie en zet dat om in tekeningen. Die puzzel maken in een bestaand kader, daar hou ik van. Dan ga je ook op zoek naar wat je kan vertellen door een gezicht te tekenen in plaats van woorden te gebruiken.”

Je studeerde aan Sint-Lucas in Gent. Had je daar al vrij gauw door dat je dit soort werk wilde doen of heb je lange tijd met verschillende stijlen geëxperimenteerd?“Ik heb veel verschillende dingen geprobeerd. Het eerste jaar studeerde ik schilderkunst, maar dat ging veel te traag voor wat ik allemaal wilde vertellen. Ik was daar te ongeduldig voor, dus ben ik in het tweede jaar overgeschakeld naar de opleiding vrije grafiek. Pas toen werd het me duidelijk welke richting ik wilde uitgaan. In dat jaar maakte ik elke dag een tekening, waar ik uiteindelijk ook een boek van gemaakt heb. Ik vind het zalig om naar het stapeltje boeken te kijken dat ik ondertussen al gemaakt heb. Stuk voor stuk tastbare producten waar ik heel hard aan gewerkt heb, maar die ik ook met heel veel mensen kan delen.”

Zijn er voorbeelden naar wie je opkijkt?“Ik heb wel een paar inspiratiebronnen, zoals de Britse kunstenares en filmmaakster Miranda July. Met haar voel ik een verwantschap, omdat zij ook verhalen vertelt die persoonlijk zijn en waar veel ongemakkelijkheid in zit. Als ik naar haar films kijk, lig ik vaak plat van het lachen, gewoon omdat haar humor me zo aanspreekt.”

Eigenlijk maak je van jouw leven zelf een kunstwerk. Als je bijvoorbeeld verhuist of ziek bent, gebruik je dat in je filmpjes en cartoons. “De dingen die ik maak zijn erg persoonlijk, maar ook heel universeel: het is vrij vrouwelijke situatiehumor, denk ik. Ik kreeg geregeld mails van mensen die zich die zich in mijn Eva’s Gedacht-reeks herkennen, zowel van de 70-jarige opa als van het 13-jarige meisje. Ik vind het leuk om reacties te krijgen, want meestal heb je geen flauw idee wie jouw lezers zijn.

4

Page 5: Destelheide-magazine oktober 2013

Het bizarre is dat heel mijn werk draait om het communiceren met mensen, maar dat ik zelf weinig rechtstreeks contact heb met mijn publiek.”

sNurkENDE bErtJouw lief Bert komt vaak voor in jouw tekeningen. Vindt hij dat zelf niet ongemakkelijk?“Nee, eigenlijk niet. Laatst maakte ik een tekening over Bert die snurkt, waar hij natuurlijk vaak over wordt aangesproken. Laatst maakten we iets grappigs mee. We stopten met de auto aan een frituur omdat ik nog een hongerke had. Bij het parkeren botste Bert zachtjes tegen de bumper van de auto voor ons. De mensen op het terras van de frituur hadden dat gezien. Toen we uitstapten, dacht ik dat ze zouden beginnen uitvliegen tegen ons omdat het hun auto was, maar in de plaats daarvan riepen ze ‘Hey, ben jij niet Bert… van Eva?’, nog voor ze mij zelfs maar hadden gezien! Mensen herkennen Bert dus soms al van in mijn tekeningen, zelfs in zo’n gênante situatie (lacht). Bert heeft er totaal geen problemen mee dat ik hem teken in mijn cartoons. Moest hij nu een advocaat zijn of iemand voor wie de geloofwaardigheid heel belangrijk is, zou ik daar wel meer mee oppassen.”

Bert is ook beeldend kunstenaar. Hoe belangrijk is hij op professioneel vlak voor jou?“Bert is mijn eerste klankbord. Als ik een Eva’s Gedacht gemaakt heb, stuur ik dat altijd eerst door naar hem. We kunnen ook hele avonden in stilte naast elkaar zitten tekenen. Ik voel dat hij heel graag zijn werk toont aan mij en ik heel graag mijn tekeningen aan hem laat zien. Dat vind ik zo schoon in onze relatie: voor hetzelfde geld had ik een boekhouder als lief, waarbij we elkaars werk nooit helemaal zouden begrijpen. Maar we maken wel heel andere kunstwerken. Bert tekent extreem abstract, terwijl ik net heel illustratief en vertellend te werk ga. Dat is ook goed: zo zitten we niet in elkaars vaarwater. Bert is ook heel goed in perspectief, terwijl ik dan weer vooral goed ben in het tekenen van mensen. Wij versterken elkaar wel: zo is er door mij een beetje kleur in het werk van Bert gekomen (lacht).”

Komt jouw inspiratie uit het dagelijks leven of verzin je jouw verhalen vooral in jouw hoofd aan een tafeltje?“Mijn tekeningen en verhalen vertrekken altijd van dingen die echt gebeurd zijn. Dat hoeft daarom niet recent te zijn, soms kunnen er ook enkele maanden over verstrijken. In die tussentijd heb ik dan verder gebroed op de verhalen. Soms teken ik wel zaken die waar lijken, maar niet echt zo gebeurd zijn. Ik speel graag met de lijn tussen waarheid en fictie. Ok, Bert mag dan wel snurken en tandenknarsen, maar het verhaaltje waarin ik dat beschreef in Eva’s Gedacht, is fictief.”

Ben je dan niet de hele tijd verhaaltjes aan het plukken uit de dagelijkse werkelijkheid?

“Nee hoor, zo werkt het niet. Mensen zeggen vaak: ‘Maak daar maar eens een Eva’s Gedacht over!’. Maar de beste verhalen leveren meestal een slecht Eva’s Gedacht op, omdat daar zo’n duidelijke clue in zit. Voor mij is dat niet zo interessant. Ik ben meer op zoek naar saaie situaties die dan in een illustratie heel grappig en herkenbaar worden.”

Ik kan me inbeelden dat je soms erg bizarre vragen krijgt om te tekenen.“Ja! Zo kreeg ik een keer de vraag van een instantie die tuinen en eigendommen wou onteigenen of ik een vrolijke tekening kon maken die ze dan naar de bewoners kon verspreiden: in de stijl van ‘Leuk, je wordt onteigend!’ of zoiets. Ik heb die opdracht eerst volledig onderzocht en daarna uiteindelijk niet gedaan. Als ik vragen krijg van overheden of grote organisaties, zal ik daar ook altijd goed over nadenken. Ik ga mijn naam niet zomaar overal aan verbinden. Alles waar ik me niet achter kan zetten, doe ik niet. Ik heb mijn vast inkomen van de Eva’s Gedacht-reeks in De Standaard en dat vormt een goede basis. Ik vind het erg belangrijk om niet zomaar opdrachten aan te nemen voor het geld. Mijn werk is daar ook te persoonlijk voor. Bij andere cartoonisten, die dikwijls onder een pseudoniem werken, zijn de tekeningen vaak afstandelijk, terwijl het bij mij een smeltkroes is van feit en fictie. Zo kan je het figuurtje Eva, dat geregeld vloekt en kwaad is, moeilijk gebruiken voor een campagne over pakweg opvoeden. Daar blijf ik over waken.”

Wat me ook opvalt is dat je heel bedreven bent in het communiceren van je eigen werk op de sociale media. Ik ken veel kunstenaars die daar niet goed in slagen.“Ik doe dat gewoon graag. Het is een wezenlijk onderdeel van mijn werk. Ik hoef daar nooit veel moeite voor te doen. Je moet ook realistisch zijn: er zijn tegenwoordig zoveel creatievelingen dat je jezelf moet proberen te onderscheiden. Als je iemand googlet en je vind daar niets over terug, stel ik me er toch vragen bij.”

Nog een laatste vraagje: waar hoop je over tien jaar te staan?“Daar heb ik een heel nuchter antwoord op. Over tien jaar wil ik nog altijd van mijn tekeningen kunnen leven en nog steeds dingen kunnen verzinnen. Ik hoop dat mijn fantasie tegen dan nog niet opgebruikt is, maar ik ben er zeker van dat er altijd nog wel iets te tekenen en te schrijven zal zijn. Ik wil de strengheid blijven omzeilen en nog steeds doen wat ik nu doe, maar dan beter.”■ Filip Tielens

“altiJD DE strENgHEiD bliJvEN oMzEilEN, is MiJN Motto”

5

Page 6: Destelheide-magazine oktober 2013

De expo van Vicky Bogaert over snapshotfotografie werd wegens succes ook tijdens de zomermaanden verlengd. Aan de tentoonstelling was een fotowedstrijd verbonden: Vicky daagde de jongeren uit om een collage te maken van hun week in Destelheide. Dat leverde enkele pareltjes op, waarvan we u deze twee niet wilden onthouden!De overige inzendingen zijn terug te vinden op onze Facebook-pagina en op onze website.

Expo

My WEEk iN DEstElHEiDE

www.vickybogaert.com

© Myrthe Rombauts

© Laura Cami

6

Page 7: Destelheide-magazine oktober 2013

© TG Vagevuur

DHarts-iNfo

Tijdens de zomer hadden we heel wat Artiesten in huis in Destelheide. Naast Jonas Winterland, Lore Suls en Jeugdtheaterhuis Larf! – met wie je op de komende pagina’s interviews kan lezen – waren ook muziekgroepen Hermitage, The Girl Who Cried Wolf en Daan te gast bij ons. Zij gaven allen fel gesmaakte try-outs en waren zeer enthousiast over hun artistieke residentie in Destelheide.

In de komende periode wordt er weer volop gecreëerd in Destelheide. Zo zijn dit najaar volgende dansgezelschappen als Artiest in huis bij ons te gast: choreografe Yentl De Werdt die met de Indische muziekgroep Ionah Trio aan een nieuwe creatie voor Europalia komt werken (7-11 en 14-18 oktober) en de jonge dansers van Rituals Now! die in het voorjaar al bij ons repeteerden en hun voorstelling nu voor de tournee opnieuw komen instuderen (11-13 oktober). Op muzikaal vlak is The Girl Who Cried Wolf opnieuw te gast (25-26 oktober) en komt Isolde Lasoen voor de derde keer in enkele maanden met een andere muziekgroep, nl. The Happy, in Destelheide repeteren (5-8 november). TG Vagevuur monteert bij ons hun nieuwe theatervoorstelling Vadermoord af (11-14 november), die vlak daarna in première gaat. We hebben eind 2013 ook enkele circusartiesten te

gast: Wibbe en Vicky Pompe komen met hun gezelschap Fullstop Acrobatic Theatre werken aan de nieuwe productie Sugar and Spice (2-7 november) en Anna Nilsson zet bij ons de eerste stappen in de creatie van Expiry Date (25-29 november en 9-13 december). Beide circusartiesten komen in 2014 terug voor een nieuwe repetitieperiode. Destelheide staat meer dan ooit op de kaart als kwalitatieve artistieke werkplaats!

Groot nieuws: in 2014 zet Destelheide een project op met de wereldbekende regisseur Enrique Vargas en zijn Teatro de los Sentidos. Dit gezelschap stond met haar zintuiglijke voorstellingen en parcours al geregeld op De Zomer van Antwerpen en reist heel de wereld af om haar unieke theatertaal tot een breed publiek te brengen. Op een nog nader te bepalen datum zullen Enrique Vargas en zijn naaste medewerkers gedurende zeven dagen een masterclass geven waarin gewerkt wordt rond “Poetics of coincidence”. Onderwerpen als intuïtie, toeval, nieuwsgierigheid, het geheugen van het lichaam, etc. worden onderzocht.

De deelnemers zullen zintuig-lijke en immersieve perfor-

mances opzetten, waarin ze gecoacht worden door experten

uit verschillende disciplines. Meer info volgt binnenkort.

In 2014 organiseert Destelheide ook een eerste Artiest in huis-week. Het hele domein wordt dan voorbehouden voor professionele kunstenaars en gezelschappen die hier aan nieuwe creaties komen werken. ’s Avonds worden er allerlei toonmomenten en debatten georganiseerd, waardoor kruisbestuivingen automatisch zullen ontstaan. Binnenkort volgt meer info over de precieze data en hoe je je als artiest kan inschrijven.

7

Page 8: Destelheide-magazine oktober 2013

Zanger Jonas Winterland brak dit jaar door met de kwetsbare liedjes op zijn eerste solo-cd Mensen zijn gemaakt van dun papier. In Destelheide kwam Jonas voor het eerst met zijn nieuwe celliste Renke Van Impe repeteren, bijna tien jaar nadat hij de kneepjes van het vak leerde tijdens De Zomeracademie bij de betreurde Bram Vermeulen. Tijd voor een round-up!

Dag Jonas. Jij hebt literatuur ge-studeerd. Zijn er daar invloeden of literaire verwijzingen van terug te vinden in jouw muziek? Jonas Winterland: “Ik ben een veelvraat als het op boeken aankomt, dus het moet zeker zo zijn dat er af en toe iets doorsijpelt in mijn liedjes. Soms is een verwijzing onbewust, soms bewust. Het lied Land zonder bergen heb ik geschreven naar aanleiding van het overlijden van Hugo Claus. Niet alleen uit bewondering voor zijn werk, maar ook omdat hij er zo goed in slaagt om ‘de Vlaming’ – als die al bestaat – te doorgronden, met al zijn mooie en minder mooie kantjes. De figurant had ik dan weer al lang geschreven voordat ik doorhad dat Arnon Grunberg, één van mijn andere favoriete schrijvers, een boek heeft dat Figuranten heet.” Kon je tijdens je studententijd vol-op bezig zijn met muziek?“Aan het begin van mijn studententijd was ik nog te druk naar mijn identiteit en levensdoel aan het zoeken om alles op muziek te zetten, maar naar het einde toe werd één en ander toch wat duidelijker. Als je op een gegeven moment de helft van de dag gitaar aan het spelen bent, dan begint er toch iets te dagen (lacht).”

artiest in huis

In 2004 volgde je De Zomeracademie bij Bram Vermeulen. Had je toen al liedjes geschreven die op je debuutplaat terecht zijn gekomen?“Tijdens de Zomeracademie was het nog niet meteen raak, al heeft Bram Vermeulen mij toen wel al verplicht om voor het eerst een Nederlandstalig lied te schrijven. Eigenlijk dik tegen mijn goesting, want ik had hem net uitge-legd dat ik in het Engels wou schrijven, en niet voor mezelf, maar voor andere artiesten. Ik zag mezelf niet meteen als een performer. Maar Bram lachte daar eens goed mee. ‘Natuurlijk moet je je eigen songs zelf brengen,’ zei hij, ‘en je zult er zelf wel nog achter komen dat je in het Nederlands moet schrij-ven’. Ik kan niet zeggen dat ik dat leuk vond. Hij stuurde bij wijze van spreken mijn planning in de war. Maar net thuisgekomen van de Zomeracademie heb ik toen het lied Ogen dicht geschreven. Toen begreep ik wat hij bedoelde, want ik vond het met voorsprong het beste lied dat ik ooit gemaakt had.

“voordat ik De zomeracademie volgde, speelde ik voor de muren van mijn slaapkamer”

JoNas WiNtErlaND

8

Page 9: Destelheide-magazine oktober 2013

© Eva Beazar

Ik kon haast niet wachten om het hem te laten horen na zijn terugkeer uit Ita-lië, waar hij toen op vakantie was. Bram is helaas niet teruggekomen, maar het lied is negen jaar later wel op mijn eerste plaat beland.”

Bram Vermeulen is in 2014 tien jaar overleden. Zou hij nu trots op je geweest zijn?“Man, apetrots zou hij zijn! Op zijn typische, luidruchtige wijze. En ik zou vast weer geen speld tussen zijn monologen krijgen, net zoals vroeger (lacht). Ik krijg al tranen in mijn ogen als ik eraan denk. Het is zeker één van mijn grote frustraties dat ik Bram nooit heb kunnen tonen wat hij al in mij zag toen ik als bang jongetje voor het eerst een liedje voor andere mensen speelde. Ik zou er veel voor over hebben om hem vandaag mijn cd te kunnen overhandigen en er een boodschap voor hem in te krabbelen. Aangezien ik niet in één of ander

hiernamaals geloof, zit dat er dus niet in, maar trots zou hij zeker zijn. Dat moet wel. Niet omdat ik succes heb of zo, maar omdat ik heb durven doen wat ik zo al lang wilde doen.”

Wie heeft er, naast Bram Vermeu-len, nog een belangrijke rol ge-speeld in je muziekcarrière?“Op muzikaal vlak zijn er mijn muzika-le voorbeelden: dEUS, Eels, Leonard Cohen, Bob Dylan,… Op persoonlijk vlak zijn er een aantal kantelmomen-ten geweest. Ik heb op De Zomer-academie ook Lennaert Maes leren kennen, een straffe songschrijver die tegenwoordig vooral als cabaretier fu-rore maakt. Hij is zo’n beetje mijn wa-penbroeder geworden in het schrij-ven: we laten elkaar vaak nieuw werk horen en we kunnen elkaar zonder schroom zeggen als we iets niet goed vinden. Verder is mijn eerste publieke concert – op de legendarische Open Mic-avonden in Het Depot in Leuven – natuurlijk belangrijk geweest omdat daar ongeveer de hele Leuvense mu-ziekscene aanwezig was en omdat ze allemaal heel enthousiast waren. En ten slotte is er Jo Francken geweest. Als een producer van zijn kaliber zegt: ‘dit is sterk songmateriaal, hier wil ik mee werken’, dan kan je haast niet anders dan in jezelf geloven.” Ben je in de tien tussenliggende ja-ren nog in Destelheide geweest? Of hoe was het weerzien?“Ik ben er toevallig nog een paar keer geweest, om naar een try-out te komen kijken en zo, maar toen ik hier toekwam voor mijn verblijf als Artiest in huis had ik wel een bizar gevoel. Overal leek de schaduw van De Zomeracademie te hangen. Ik was in de eerste plaats heel geluk-kig om terug te zijn op die prachtige, inspirerende plek, en ook wel trots omdat ik hier was om mijn eigen live-programma voor te bereiden. Maar ik heb natuurlijk ook vaak aan tien jaar geleden gedacht. Ik ben

99

Page 10: Destelheide-magazine oktober 2013

artiest in huis

hier echt geboren als songschrijver. Voor De Zomeracademie speelde ik voor de muren van mijn slaapkamer.”

Op je site lees ik dat “Jonas Winterland de Nederlandstalige muziek injecteert met een broodno-dige dosis poëzie en melancholie.” Ontbrak dat dan een beetje?“Ik weet niet of ik zelf de man ben om daarop te antwoorden. Wat de poëzie betreft: in de muziek die ik goed vind, spelen teksten vaak een cruciale rol. Ik zal mezelf niet gauw een dichter noemen, maar ik heb wel nooit begrepen waarom sommige songschrijvers met veel geduld een prachtige melodie boetseren, om daar vervolgens snelsnel een tekst op plakken. Dat is toch zonde? Waar-om zou je in een songtekst niet even ambitieus mogen zijn als een dichter in een gedicht? Aan de andere kant: het voordeel van popmuziek is dat niets moet. Ik zou bijvoorbeeld niet graag leven in een wereld zonder de heerlijke onzin van pakweg The Ra-mones. Bob Dylan is geniaal, maar ‘The KKK took my baby away’ (een lied van The Ramones, F.T.) is dat ook. En melancholie: daar is er mis-schien al te veel van in de muziek, maar daar valt niet veel aan te doen, vrees ik. Ik ben een melancholische ziel en dus komen er vaak mineur-akkoorden uit mijn gitaar. Maar daar valt perfect mee te leven (lacht).”

In Destelheide kwam je om voor het eerst te repeteren samen met je cel-liste. Hoe was de samenwerking?“Het is een heel inspirerende drie-daagse geweest in Destelheide en ik denk niet dat ik ooit al zo vlot met een muzikant heb samengewerkt als met Renke. Ze voelt de songs perfect aan en heeft aan een half woord genoeg om te weten of ik iets wel of niet goed vind. Ze is natuurlijk een steengoede celliste, maar het belangrijkste is dat ze zich altijd ten dienste stelt van de song. Die bescheidenheid, dat is een zeldzaam talent.”

Wil je als live-muzikant stapsgewijs verder groeien en instrument per instrument bijvoegen?“Ik ben als soloartiest begonnen en ik weet dus wat voor een oerkracht er kan uitgaan van één man en één gitaar – als alles op zijn plaats valt. Dat gevoel wil ik nooit verliezen. Daarom hoeft de live-bezetting voor mij ook niet te evolueren naar een klassieke full band met drum, bas, gitaar en keyboards. Maar het is wel fijn om muzikanten mee te ne-men die je muziek beter maken. Er komt zeker nog een derde muzikant bij voor de volgende theatertournee, maar ik wik en weeg lang tot ik er iemand nieuw bij haal.”

Voel je je veiliger en zekerder op een podium dan in het echte leven, of andersom?“Laat mij zeggen dat ik mij het vei-ligst voel in mijn songs (lacht). En als ik optreed, is het ook tussen de songs door dat de onzekerheid me soms overspoelt, al gaat dat beter en beter. In het echte leven ben ik heel introvert, maar het is wel mijn muziek die mij dwingt om buiten te komen. Dat is goed zo.”

Je investeerde zelf veel in je mu-ziekcarrière. Kan je leven van de muziek? Doe je nog een job er-naast?“Ik kan sinds mijn plaat uit is voor de helft van mijn muziek leven, maar ik moet uiteraard nog bijklussen. Dat is de economische realiteit voor wie vandaag de dag professioneel met muziek wil bezig zijn. Maar ik klaag niet, ik ben geen muziek beginnen maken om er rijk mee te worden.”

Je communiceert erg vlot op sociale media en gaat duidelijk erg profes-sioneel om met de promotie van je muziek, wat niet in de aard van elke muzikant ligt, denk ik.“Is dat zo? Ik gebruik vaak Facebook en Twitter, maar ook alleen maar

omdat ik muziek maak. Ik zou perfect zonder kunnen leven. Maar het is een geweldige manier om met je fans te communiceren en het is – daar ga ik niet flauw over doen – ook een fantastische promotool. Ik wil wel consequent zijn: als een artiest alleen maar iets op Facebook post in de periodes dat hij, zeg maar, iets aan de man te brengen heeft en daarna terug voor vier maanden verdwijnt, dan vind ik dat wat verdacht. Ofwel ga je de dialoog aan, ofwel niet. En als het over mijn muziek gaat, heb ik ervoor gekozen om de sociale media ten volle te benutten. Je krijgt er ook veel voor terug: een moeder die mij laat weten dat haar dochtertjes altijd een soort van performance opvoeren als mijn liedje op de radio is, bijvoorbeeld. En laatst liet iemand mij via Facebook weten dat zijn schoonvader een paar weken voor zijn dood mijn cd ontdekt had en er tot op de laatste dag op zijn sterfbed van genoten heeft. Zo merk je dat je liedjes een eigen leven gaan leven. En dat vergroot hun bestaansrecht.”

Loopt je muziekcarrière ook in Nederland?“Er zijn steeds meer positieve signa-len uit Nederland: reviews van de cd, hier en daar wat airplay, etc. Maar zoals ik al zei: ik wil geen stappen overslaan. Eerst wil ik in Vlaanderen nog steviger voet aan de grond krij-gen voor ik mijn vizier op Nederland richt. Maar het is absoluut mijn am-bitie om boven de Moerdijk ook iets te betekenen.”

Wat zijn je toekomstdromen?“Ik hoop over een jaar of tien een vijf-tal albums gemaakt te hebben, met daarop een handvol Nederlandsta-lige klassiekers, nummers die zich in het collectieve bewustzijn gaan nestelen. Dat zou mooi zijn. Maar bovenal hoop ik dat ik over tien jaar het leven iets beter begrijp en dat ik nog plezier heb in het schrijven van songs.” ■ Filip Tielens

10

Page 11: Destelheide-magazine oktober 2013

artiest in huis

lorE sulsBeeldend kunstenares Lore Suls legde al een lang traject af bij verscheidene kunsteducatieve organisaties. In Destelheide kwam Lore begin september als Artiest in huis werken. Ze bouwde een audiovisueel laboratorium, waarin het theatergezelschap Tievo aan de slag ging. Lore sprak met ons tijdens een nachtelijke wandeling over linker- en rechterhersenhelften, symorfose en het mirakel dat in Destelheide plaatsvond.

© Lies Jacob

“Ik deed een try-out van de installatie voor en met Tievo, een theatergezelschap voor mensen met beperkingen – al gebruik ik de term ‘beperking’ niet graag omdat ik dat zo stigmatiserend vind. Zij hebben nog meer dan ik op voorhand al verwachte zinnige uitspraken gedaan, zowel tijdens het experiment als in de nabespreking. Zo werd er bij het begin een vrij abstract filmpje getoond dat voor mij ging over het evenwicht tussen ratio en gevoel, wat de deelnemers van Tievo vrij intuïtief ook begrepen. In de filmpjes wordt ook de dynamiek tussen de linker- en de rechterhersenhelft verbeeld. De linkerhersenhelft staat vooral voor de taligheid en de ratio, terwijl de rechterhersenhelft meer over de creativiteit vertelt. Aan het einde van de try-out vroeg ik in het nagesprek of er nog iemand van de deelnemers iets wilde vertellen. Een vrouw stak haar hand op en vroeg de micro. Zij begon uit volle borst een lied te zingen. Ik ging er vanuit dat ze dat wel vaker zou doen, omdat ook de andere deelnemers en begeleiders begonnen te lachen. Maar achteraf bleek dat deze mevrouw voor het eerst sinds jaren bij het theatergezelschap nog eens sprak. Dat was een bijzonder mooi cadeau. Misschien is er door deel te nemen aan het experiment toch een of andere verbinding gelegd tussen de linker- en de rechterhelft van haar hersenen ofzo. Eigenlijk zou ik bij andere mensen die normaal niet spreken ook eens moeten testen of mijn installatie een effect heeft (lacht).” ■ Filip Tielens

“Ik ben mijn carrière gestart binnen de beeldende en audiovisuele kunsten, met een focus op animatiekunst. Maar al gauw besefte ik dat ik niet genoeg voldoening haalde uit het louter artistieke, waardoor ik nog een opleiding tot creatief therapeut en docent bijgevolgd heb. In de verschillende projecten die ik de laatste jaren begeleidde, ging ik steeds op zoek naar de kruisbestuiving tussen het artistieke, het educatieve en het therapeutische. Stilaan begon het toch weer te kriebelen om mijn eigen artistieke ei te leggen en besloot ik als Artiest in huis in Destelheide te komen werken.”

“Vooraf las ik veel boeken en besloot ik te werken rond het begrip ‘symorfose’. Dat is een term die afkomstig is uit de natuurwetenschappen, maar in de creatieve therapie gebruikt wordt om het moment aan te duiden waarop de therapeut en de cliënt samen – als een soort van siamese tweeling – aan een kunstproduct werken dat een reflectie is van het innerlijke leven van de cliënt. In Destelheide wilde ik een installatie bouwen die een menselijk brein symboliseerde en waarin het publiek steeds meer de gedachte van het brein gaat worden. Als toeschouwer wordt je langzaamaan deelnemer doordat je de installatie kan sturen en zo de geest kan worden van het audiovisueel laboratorium. Om die interactie te bewerkstelligen, gebruikte ik heel uiteenlopende en multimediale insteken, zoals overheadprojectoren en micro’s, die het spoor van de mensen in de machine registreerden en het projecteerden.”

1111

Page 12: Destelheide-magazine oktober 2013

De Zomeracademie van 2013 was een erg zonnige editie. Zo’n honderd deelnemers creëerden een week lang in één van de volgende disciplines: hedendaagse dans, theater, fotografie, poëzie, re-design, beeld- en beeldtaal, kostuumontwerp, zang- en muziektheater, muzikale improvisatie en nieuwe media, en het klankatelier. Op de eerste avond was er een muzikale tribute to Bram Vermeulen door oud-Zomeracademisten Lennaert Maes en Martine De Kok. Daarnaast waren ook theatergroep Mona and Friends , het zArtir-ensemble, beeldend kunstenaar Lobke Heymans en de jonge acteur Brent Vandecraen te gast als Artiest in huis. Verder gaf het Kunstenloket uitleg over de zakelijke aspecten van de kunstpraktijk, werden er violen gebouwd door An Giezek en tekenden Koen Aelterman en Willem Breynaert een week lang hun impressies van De Zomeracademie. Het was dus weer een bruisende zevendaagse! Hier vind je enkele zonovergoten plaatjes.

Noteer alvast in de agenda: de 20ste editie van De Zomeracademie gaat door van maandag 21 tot en met zondag 27 juli 2014. We hopen jullie op deze speciale Zomeracademie-editie te verwelkomen!

zomeracademie

© Filip Tielens

12

Page 13: Destelheide-magazine oktober 2013

© Monica Monté

© Piet Vranckx

13

Page 14: Destelheide-magazine oktober 2013

artiest in huis en te gast

larf!

Hoe, wanneer en waarom is Jeugdtheaterhuis Larf! juist ontstaan?Inge Goddijn: “Zo’n twaalf jaar geleden heb ik Larf! opgericht, voortvloeiend uit het vroegere Prometheus-theater. Acteurs Lotte Pinoy en Gert Winckelmans zijn er later ook bijgekomen. Aanvankelijk maakte Larf! zowel voorstellingen met professionele acteurs voor een jong publiek als producties met jongeren zelf. Na enkele wissels in de ploeg hebben we besloten om ons te profileren als een kunsteducatief huis, waarbij we kinderen en jongeren willen laten onderzoeken wat theater maken is. Niet alleen het traject is voor ons belangrijk, maar ook het artistieke doel. We organiseren nu zowel theaterateliers als één eigen volwaardige voorstelling per jaar.”

Waarover gaat de nieuwe voor-stelling Me Brommer is Kapot?“Twee jaar geleden had ik samen met Pascal Buysse al de voorstelling Vuurtoren gemaakt en nu hadden we zin om opnieuw de handen in elkaar te slaan. Het oorspronkelijke idee was om rond autocross te werken. Enkele familieleden van Pascal zijn met rally bezig, vandaar het idee. Maar al gauw voelden we dat we ons hierin letterlijk zouden vastrijden (lacht). We merkten dat de jongeren die we geselecteerd hadden om in de voorstelling mee te spelen momenteel in een fase zitten waarin ze veel veranderingen doormaken en keuzes moeten maken. We willen nu in de voorstelling vooral focussen op hun verhaal.”

Hoe verschilde de voorstelling-in-wording aan het einde van jullie verblijf in Destelheide ten opzichte van het begin?“Op basis van voorgaande repe-tities hadden we een scenario opgesteld, met een vrij lineair verhaal. Maar de tweede dag in Destelheide voelden we al dat dit niet klopte met het verhaal dat we wilden vertellen. We hebben toen besloten om dat scenario overboord te gooien en opnieuw te beginnen. Gelukkig kan zoiets in Destelheide, omdat je er heel intens kan doorwerken zonder gestoord te worden. Ook bij de vorige productie Koer waarmee we bij jullie kwamen repeteren, merkten we dat we gigantische stappen vooruit hebben gezet.”

Inge Goddijn van Jeugdtheaterhuis Larf! uit Gent is naast een look-a-like van Joke Schauvlieghe ook vooral een bevlogen regisseur. Met de nieuwe en bijzonder energieke jongerenproductie Me Brommer is Kapot kwam ze als Artiest in huis in augustus repeteren in Destelheide. Tegelijkertijd ging er ook een Summer Class door voor de jongere theaterliefhebbers van Larf!. Wij spraken met Inge over autocross, blote poepen en uitgaan op de Gentse Feesten.

w

© Delphine Lebon

14 15

Page 15: Destelheide-magazine oktober 2013

larf! bEats EN billENLennert Coorevits van de Compact Disc Dummies maakt de muziek voor Me Brommer is Kapot. Hoe is hij bij de voorstelling betrokken geraakt?“Dat is een grappige anekdote. Pascal en ik zijn door onze leeftijd al een beetje uit de uitgaansmodus. Vorig jaar had hij op de Gentse Feesten toch een duo-ticket gekocht voor Ten Days Off. Hij wou mij meesleuren om nog eens een nacht van twaalf tot zes op de beat door te gaan. Aanvankelijk had ik zoiets van ‘nee, dat kan ik niet aan!’, maar ik ben blij dat we het toch hebben gedaan. ’s Nachts zag ik daar op het podium immers jong geweld staan die een hele toffe cover maakten van een nummer van Britney Spears. Ik kende hen niet, maar Pascal zei dat die twee gasten de Compact Disc Dummies waren en dat ze eerder dat jaar Humo’s Rock Rally hadden gewonnen. Ik wilde hen meteen vragen om de muziek te maken voor Me Brommer is Kapot, omdat ik hun stijl vind passen bij de sfeer van de voorstelling. Pascal wilde eerst The Subs vragen, maar dat leek me toch niet zo haalbaar. Bovendien vind ik het ook belangrijk dat muzikanten voeling hebben met onze productie en niet zomaar hun muziek komen afgeven en dan weer weggaan. Daarom leek het me veel interessanter om een jonge gast als Lennert van de Compact Disc Dummies te vragen. We hebben hem ook de vraag gesteld of hij wilde meespelen in de voorstelling om de muziek live op scène te brengen, maar dat kon hij niet combineren met de vele optredens van de groep en zijn studies.”

Op de poster van de voorstelling staat de achterkant van een naakte jongen. Waarom kozen jullie juist voor dat beeld?“De titel Me Brommer is Kapot begonnen we hoe langer hoe meer figuurlijk te interpreteren, als een soort kortsluiting in het hoofd van een tiener. Er spelen twaalf jongeren in de voorstelling mee en ik merk dat ze het toch wel complex vinden, dat puberen. Voor het beeld van de voorstelling wilden we iets kwetsbaars kiezen, omdat Me Brommer is Kapot voor mij ook gaat over het verliezen van de onschuld. De personages komen tijdens een zomervakantie samen op een hangplek en daar gebeurt wel wat. Dat merk ik ook bij onze tieneracteurs: het verlangen om een keer in bed te belanden, is bij hen heel groot (lacht). We wilden al die gevoelens proberen te verbeelden in het affichebeeld. Ik wou graag twee lichamen, een jongen en een meisje. De jongen is op de poster beland, het meisje op de flyer. De blote poep waarmee ze poseren mag dan wel erg ‘uitgesproken’ zijn, tot nu toe hebben we er alleen nog maar positieve reacties op gehad. Maar of de spelers die voor het beeld poseerden de affiches en flyers ook onder hun vrienden zullen verdelen, weten we nog niet (lacht).”

atEliErs EN auDitiEsNaast met de productie waren jullie ook met een Summer Class te gast in Destelheide.“Wij doen sowieso een vakantieweek met de theaterateliers en het leek ons interessant om die in dezelfde periode te laten doorgaan als de repetities van Me Brommer is Kapot. Zo konden de kinderen van de Summer Class het repetitieproces van Me Brommer is Kapot mee volgen, wat voor hen een grote meerwaarde was. Ze kijken ook echt naar de oudere jongeren op.”

Hoe kiezen jullie de spelers voor een voorstelling of voor de theaterateliers?“Voor de ateliers maken we geen selectie. Iedereen kan bij ons les beginnen volgen. Voor de producties organiseren we wel audities, waar dan ook verschillende jongeren uit de ateliers op af komen. We merken wel dat jongeren soms echt kiezen om enkel een atelier te volgen of enkel in een voorstelling te stappen. Voor Me Brommer is Kapot hebben we een auditieweek georganiseerd, omdat we de geïnteresseerde spelers wilden laten aanvoelen dat meespelen in een productie toch wel een zwaar engagement is.”

Is Larf! een organisatie in volle groei?“Het aantal deelnemers aan onze theaterateliers stijgt ieder jaar. We hebben nu zo’n 140 deelnemers in Gent. Daarnaast organiseren we ook nog kortere ateliers in Merelbeke en Brugge. Ik vind het zelf erg belangrijk om persoonlijk contact te hebben met de kinderen en hun ouders. We moeten er over waken dat we dat door onze groei zeker kunnen behouden. Ik merk ook dat het erg belangrijk is om een vaste stek te hebben waar er gerepeteerd kan worden. Jongeren identificeren zich letterlijk met een ‘huis’. Ze willen een plek waar ze zich thuis kunnen voelen. In Destelheide hadden ze dat gevoel ook. De jongeren hadden zich zaal De Put al helemaal eigen gemaakt, ze lagen gezellig op de grond, etc. Als je de hele tijd gebruik moet maken van zalen van andere organisaties, lukt het niet zo goed om creatief te zijn. Gelukkig hebben we met Larf! nu onze eigen stek, vlakbij Gent-Dampoort.”

14 15

Page 16: Destelheide-magazine oktober 2013

artiest in huis en te gast

oMgEviNg EN oNDErWiJsHoe belangrijk is die inbedding in de buurt voor jullie?“Het feit dat we op deze locatie zitten, is louter toevallig. Maar eens we in dit gebouw trokken, hebben we bewust de keuze gemaakt om contact te leggen met de buurt. We zien dat de scholen in de buurt ons kennen en in december met de anderstalige nieuwkomers workshops komen volgen bij ons. We nodigen de scholen ook uit voor try-outs die we organiseren. Met het openingsfeest Larf!Royale dat we in september organiseerden samen met zZmogh en Graffiti, twee andere organisaties uit de buurt, stond er onder andere ook een springkasteel op de straat. De kinderen die daar op speelden, sprongen ook binnen om naar de toonmomenten te komen kijken. Daarnaast ondersteunen we ook de lokale Murga-fanfare, waaraan we enkele workshops geven. Zo komen zij volgend jaar al zeker op ons openingsfeest spelen. Op een organische manier proberen we de buurt bij Larf! te betrekken.”

Werken jullie ook voor het onderwijs?“We maken heel bewust de keuze om samen te werken met het onderwijs. Via de workshops die we geven in scholen, willen we kinderen meegeven wat het is om theater te maken. De misvatting dat dit enkel weggelegd is voor goede acteurs, blijft daar helaas bestaan. Ondanks alle studiedagen en ontmoetingen die er in het verleden al georganiseerd zijn, merk ik dat de kloof tussen het onderwijs en de cultuureducatieve sector groot blijft. Veel scholen blijven toch wel heel erg vasthouden aan hun leerplannen, terwijl wij net een vakoverschrijdend verhaal aanbieden aan de scholen.”

Is het ook daarom dat jullie met Larf! het boek Breek een been! uitgegeven hebben, om jullie kennis over te dragen naar anderen?“Ook al vinden we het warm water niet uit, toch horen we van verschillende gastdocenten en stagiairs dat we op een heel specifieke manier met jongeren rond theater werken.

Daarom hebben we een docent van de Toneelacademie Maastricht gevraagd om een jaar lang onze ateliers te volgen. Op basis van deze analyse – waaruit onder andere bleek dat de inbreng van de jongeren zeer belangrijk is – hebben we een methodiekboek geschreven. Breek een been! is vooral voor de jongeren zelf ontwikkeld, niet voor de docenten. Zo staan er bijvoorbeeld geen lesopdrachten in. Het boek geeft enkele stappen mee, maar de uiteindelijke uitkomst ligt in de handen van zij die er mee aan de slag gaan.”

Wat zijn jullie toekomstdromen? “Ik hoop uiteraard dat we een hogere subsidietoelage krijgen, waardoor we onze vaste personeelsbezetting kunnen uitbreiden en een groter gebouw kunnen betrekken. Ik hoop ook dat Larf! een evidentie wordt. Het zou fijn zijn als de mensen weten wat we doen wanneer ze onze naam horen, namelijk op een kwalitatieve manier met jongeren rond theater werken.” ■ Filip Tielens

Me Brommer is Kapot gaat op 8 november in première in Minnemeers in Gent. Alle info vind je terug op www.larf.be.

16 17

Page 17: Destelheide-magazine oktober 2013

telex

In Destelheide wordt de infra-structuur van de ruimtes optimaal benut voor de verschillende disciplines. Zo wordt er een nieuwe muziekopnamestudio geïnstalleerd in de muziekzaal, is er sinds deze zomer ook een nieuw beeldend atelier gecreëerd en worden dit najaar hanging points geplaatst in zaal De Put, waardoor we meer circusartiesten in huis kunnen ontvangen.

De werken op het terrein in Destelheide verlopen vlotter dan verwacht. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een gescheiden afvoer: het regenwater wordt opgevangen voor verder gebruik en het vervuild water vloeit door naar de rioleringen. In een volgende stap zal het sanitair aangesloten worden en spoelen we met regenwater door. Deze noodzakelijke ecologische ingreep kan beperkte hinder met zich meebrengen in de toekomst.

Destelheide werkte op zondag 8 september mee aan de Open Monumentendag. De diensten cultuur en welzijn van de provincie Vlaams-Brabant organiseerden naar aanleiding van deze dag in Destelheide een speciaal programma voor personen met een beperking (rolstoelgebruikers, blinden, doven,…). Zo werd er een fotografieworkshop, een atelier inclusiedans en een sessie ‘drum alive’ gegeven.

Op zaterdag 19 oktober openen er enkele nieuwe gebouwen in De Hoge Rielen, namelijk Hostel Wadi en Loodskamperen. Die dag wor-den er bij onze zusterorganisatie in Kasterlee allerlei festiviteiten geor-ganiseerd. Zo is er om 13u30 een openingswoord door Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel en vinden er om 15u o.a. volgende workshops plaats: internationale mogelijkheden voor jouw organi-satie; met iPads werken in de klas; jeugd en publieke ruimte; avon-tuurlijk spelen; innoveer jezelf; het gebruiken van prentenboeken; een

masterplan hanteren in jouw orga-nisatie; en de kunst van de Graffiti. ’s Avonds is er ook een herfstbbq, wordt er een kampvuur aangestoken en geeft Martine De Kok een muzi-kaal optreden. Inschrijven kan nog via www.beleefhogerielen.be.

Tijdens de zomer hadden we enkele tv-producties te gast in Destelheide. Ketnet kwam met de Juniors van Eurosong for Kids enkele filmpjes opnemen en ook het prestigieuze Amerikaanse HBO (bekend van onder meer True Blood en The Sopranos) gebruikte Destelheide als make-up-lokaal

voor opnames voor een nieuwe serie die in de buurt plaatsvonden. Artiest in huis Daan werd gevolgd door een Waalse cameraploeg – die ook filmde tijdens de try-out – voor een binnenkort te verschijnen documentaire. Bovendien opende het management van Daan de dag nadien ook een speciaal e-mailadres om de foto’s en filmpjes die de jongeren tijdens de try-out mochten maken, in te zamelen. Benieuwd wat ze daarmee van plan zijn! Het zou dus goed kunnen dat je Destelheide binnenkort ergens op je tv-scherm ziet voorbij flitsen…

© Lies Jacob

16 17

Page 18: Destelheide-magazine oktober 2013

Mooss EN Haar frEElaNcErs

tE gast

Pieter Nevejans: “Tot nu toe stuurden we ieder najaar een vacature voor freelancers de wereld in. Daar reageren telkens heel wat kandidaten op uit verschillende invalshoeken: studenten die Project Kunstvakken studeerden, kunstenaars die conservatorium of een beeldende opleiding volgden, mensen die al jaren freelance werken of die na een vaste job opnieuw als freelancer willen werken etc. Uit die sollicitaties kiezen we, ook afhankelijk van het aantal mensen dat we het komende jaar denken nodig te hebben per kunstdiscipline, een aantal docenten uit met wie we een traject opzetten. In januari en februari organiseren we telkens twee opleidingsweekends in Destelheide voor deze freelance docenten, waarbij er in het eerste weekend vooral gefocust wordt op de visie en de methodiek van Mooss, en de freelancers in het tweede weekend zelf een opdracht voorbereid hebben en uitvoeren voor de rest van de groep. Als ze dan bij Mooss aan de slag gaan, volgt er nog een soort van stage waarbij de docenten begeleid worden in hun eerste workshops. We willen dat de freelancers waarmee we werken de kwaliteit bieden die we met Mooss willen bereiken. Momenteel hebben we een poule van zo’n 25 à 30 erg actieve freelancers, maar ook een heleboel mensen die maar occasioneel voor ons werken, omdat ze bijvoorbeeld een vaste job hebben, lesgeven of een eigen vzw

hebben. Afhankelijk van het aantal freelancers dat we in een bepaalde periode nodig hebben, kunnen we hen inzetten of springen de stafmedewerkers van Mooss zelf in.”

Moeten jullie freelancers vooral zelf goede kunstenaars zijn of eerder goede docenten?“Die verhouding is een beetje aan het kantelen. Vroeger gingen we eerder op zoek naar docenten die een artistieke opleiding gevolgd hadden, terwijl we nu minstens zoveel aandacht besteden aan goede begeleiders die veel afweten van één of meerdere disciplines en ervaring of aanleg hebben om met bepaalde methodische kaders aan de slag te gaan. Onze docenten werken immers vaak met grote groepen en met Mooss

hebben we een methodiek waarin die begeleidersskills erg belangrijk zijn. We werken op een constructivistische manier, wat wil zeggen dat onze docenten erg op de groep en zelfs op individueel niveau moeten kunnen inspelen door bijvoorbeeld opdrachten bij te sturen.”

Is er bij jullie freelancers een groot verloop?“Ja en nee. Bij Mooss zijn er freelancers die al bijna tien jaar meedraaien, maar we hebben ook – vaak pas afgestudeerde – docenten die na een paar maanden een vaste job vinden en dus stoppen met freelancen. De frequentie waarop docenten voor ons werken, verschilt ook wel. Je hebt er die twee of drie weken per maand aan

Mooss is een van de grootste cultuureducatieve organisaties binnen het decreet landelijk jeugdwerk. Wij spraken met vormingsverant-woordelijke Pieter Nevejans over het freelancersbeleid van Mooss en over de opleidingsweekends waarmee ze geregeld in Destelheide te gast zijn.

18 19

Page 19: Destelheide-magazine oktober 2013

het freelancen zijn en soms zelfs met een vast contract van bepaalde duur ingeschreven staan, maar ook freelancers die maar enkele keren per jaar een workshop of een project begeleiden.”

Er gaat blijkbaar wat veranderen aan jullie freelancersbeleid?“Klopt. Omdat geïnteresseerde docenten nu slechts één keer per jaar kunnen instromen, verliezen we heel wat goede potentiële freelancers. Daarom willen we korter op de bal spelen, niet in het minst omdat we door een aantal grote projecten die we doen, zoals Par64 waarin we theatervoorstellingen omkaderen, soms heel wat docenten op hetzelfde moment nodig hebben.

Als we nu een cv binnenkrijgen dat de moeite lijkt, nodigen we die persoon uit voor een gesprek en tasten we af of hij of zij zou kunnen passen in de visie van Mooss. Daarna nemen we hen mee op een workshop die een van onze stafmedewerkers begeleidt, om hen die workshop daarna onder coaching van een van onze medewerkers zelf eens te laten geven. We willen freelancers dus niet meer laten starten tijdens de opleidingsweekends, maar hen al laten beginnen, goed begeleiden en hen daarna meenemen op opleidingsweekend, waarvan we er vanaf 2014 nog slechts eentje in plaats van twee zullen organiseren.”

Hoe groot is de eigen inbreng van docenten in de workshops van Mooss? “We hebben een vast aanbod dat in principe op papier staat uitgeschreven, maar dan wel op zo’n manier waarbij van de docent eigen inbreng vereist wordt. Wij doen aanzetten en leggen een doel en vaak ook een werkvorm vast, maar de concrete inhoud heeft vaak een boomstructuur die naar verschillende vertakkingen kan leiden. Een eindproject kan er per docent dan heel anders uitzien, ook al streven ze hetzelfde doel na. Omdat we bij Mooss constructivistisch werken, kan je een workshop ook nooit volledig uitschrijven: we vragen een flexibiliteit en aanvoelen van onze docenten. Naast de workshops die we doen, werken we bij Mooss vaak op maat. Dan werken we zelf een aanbod uit of doen we dat in samenspraak met onze freelancers. Het kan ook gebeuren dat we hen een vraag op maat laten uitwerken, omdat ze ergens zeer gespecialiseerd in zijn, bijvoorbeeld in het geval van onze musicalmedewerker.”

Freelancer zijn is uiteindelijk toch een harde stiel.“Jazeker. Er zijn mensen die hier bewust voor kiezen en erg van die afwisseling genieten, maar ik ontken niet dat er freelancers zijn die afknappen op de wisselende werkuren en de verre verplaatsingen. Met onze activiteiten zitten we over heel Vlaanderen verspreid en onze docenten komen ook van overal. Zowel om de kost voor onze klanten te drukken, als om ecologische redenen en om het comfortabel te houden voor onze freelancers, zullen we zeker proberen te vermijden om een docent uit Oostende naar een workshop in Hasselt te sturen, want dan ben je langer onderweg dan de duur van de workshop zelf. Freelancen is vaak een harde, maar erg schone stiel.” ■ Filip Tielens

“freelancen is een harde, maar schone stiel”

18 19

Page 20: Destelheide-magazine oktober 2013

MastErplaN

blauWDruk stEDENbouW

Het ontwerpbureau Blauwdruk Stedenbouw is na een wedstrijd uitgekozen om een masterplan te ontwerpen voor Destelheide. Dit masterplan omvat een algemene visie over waar het met de infrastructuur en het landschap van ons domein naar toe moet, zodat Destelheide er nog veertig jaar tegenaan kan. Wij spraken met Peggy Totté en Els Nulens, de twee dames van Blauwdruk Stedenbouw.

Vertel eens wat meer over Blauwdruk Ste-denbouw? Wat zijn jullie uitgangspunten en welke projecten hebben jullie in het verleden al gedaan?Peggy Totté: “We zijn een bureau met focus op stedenbouwkundige projecten. Iedere opdracht benaderen we zowel vanuit architectuur, stedenbouw als landschap. Els en ik zijn allebei stedenbouwkundige en werken in de projecten die we doen steeds samen met architecten en landschapsarchitecten. Meestal worden we gevraagd om masterplannen te ontwerpen waarin we mee nadenken over de globale structuur van het terrein, de architectuur die er in gepast kan worden en de gewenste fasering van de uitvoering. Wij creëren het algemene kader en leggen de krijtlijnen vast.”Els Nulens: “Eerder deden we als architect bijvoorbeeld al de uitbreiding van het cultuurcentrum Zwaneberg van Heist-op-den-Berg. Daarna werden we ook gevraagd om het cultuurplein voor de schouwburg onder handen te nemen en uiteindelijk hebben we de hele heraanleg van het centrum van Heist-op-den-Berg en van de stationsomgeving ontworpen.”Peggy: “We maken ook vaak masterplannen voor scholen. Daar is de inzet vooral de architectuur en is het landschap bijkomstig.”Els: “Vlaanderen is zo bebouwd dat we als stedenbouwkundige eigenlijk overal kunnen ingeschakeld worden. Als ontwerpbureau maken we een diepgaande analyse van het terrein waar we aan de slag kunnen. We proberen zelfs oplossingen aan te reiken voor problemen waarvan de opdrachtgever niet eens wist dat hij die problemen had (lacht). Meestal werken we op vraag, maar soms doen we ook mee aan wedstrijden, zoals voor het masterplan van Destelheide. Dat is wel moeilijker omdat je je aan de wedstrijdprocedures moet houden en maar op bepaalde momenten vragen kan stellen aan de opdrachtgever.”

20

Page 21: Destelheide-magazine oktober 2013

Peggy: “Wat je tijdens de ontwerpfase van een wedstrijd gedurende drie maanden in jouw ivoren toren uitgedacht hebt, blijkt soms niet te stroken met de drijfveren van de opdrachtgever. Zo zijn er ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel waarmee we uitgekozen zijn om het masterplan van Destelheide te ontwerpen, al een aantal zaken veranderd.” Els: “In zo’n gevallen spelen we wel in op de vragen van de opdrachtgever. Maar je moet natuurlijk ook geen kameleon willen zijn en trouw blijven aan je eigen uitgangspunten.”

Wat was jullie eerste indruk van Destelheide?Els: “Ik ben hier vroeger vaak geweest, dus ik ben heel blij om nu zelf op dit terrein aan de slag te kunnen gaan als ontwerper. Maar het is toch al bijna twintig jaar geleden dat ik als jongere in Destelheide kwam, waardoor mijn herinneringen wat gekleurd zijn. Ik was nu wel verbaasd om te zien dat er bijvoorbeeld zowel gele, groene, blauwe als oranje deuren terug te vinden zijn in Destelheide. Doorheen de jaren zijn er allerlei kleine opknapwerken geweest waarbij er maar weinig coherentie was.”Peggy: “Ik was nog niet in Destelheide geweest. Toen ik hier tijdens de ontwerpfase van de wedstrijd voor het eerst kwam, viel het me op dat het kleiner was dan ik me had ingebeeld op basis van de luchtfoto’s. Dat komt omdat het leven in Destelheide vrij geconcentreerd is rond de centrale gebouwen, terwijl een groot deel van het domein eigenlijk niet gebruikt wordt.”

wedstrijdvoorstel

21

Page 22: Destelheide-magazine oktober 2013

Wat vinden jullie sterk en krachtig aan de oorspronkelijke architec-tuur van Destelheide en willen jullie zeker behouden?Els: “We zijn heel blij dat architect Paul Felix er niet voor gekozen heeft om één gebouw te plaatsen, maar net alles heeft uitgespreid over verschillende paviljoenen in het landschap. Dat spanningsveld tussen natuur en cultuur is heel interessant. De gebouwen zijn heel brutalistisch ontworpen, waarbij vooral de esthetiek centraal staat.”Peggy: “We willen zo weinig mogelijk proberen te raken aan de buitenkant van de gebouwen van Destelheide. Respectvol omgaan met de oorspronkelijke architectuur betekent voor ons echter niet dat we niets willen veranderen. De randvoorwaarden zijn ondertussen erg veranderd. Als je alleen al kijkt naar de centrale plaats die de auto veertig jaar geleden in nam… Daarmee kon je toen zelfs tot vlak voor de slaapkamers rijden.”Els: “Paul Felix is jammer genoeg overleden, maar we zijn wel met Paul Deroose, die de oorspronkelijke landschapsarchitectuur heeft ont-worpen, op het domein geweest. Heel interessant om te horen wat de uitgangspunten en de context waren waarin toen keuzes werden gemaakt.”

Wat zijn de grote lijnen in het mas-terplan waaraan jullie werken?Els: “Destelheide heeft nu veertig jaar goed gedraaid, wij willen het een nieuw elan geven voor de komende veertig jaar. In de paviljoenstructuur van Paul Felix willen wij nog verder gaan. Zoals Peggy al zei, geeft het domein een erg geconcentreerde indruk. Van de 7ha wordt er op dit moment maar 3,5 daadwerkelijk gebruikt. Wij willen het terrein ‘oprek-ken’ en de aanwezige ruimte optimaal inzetten. In Vlaanderen is ruimte so-wieso erg zeldzaam, dus we denken dat we op dat vlak in Destelheide wel een verschil kunnen maken.”Peggy: “Nu is het zo dat je wanneer je aankomt in Destelheide, je met-een op het hoofdgebouw loopt. Ook wanneer je van de ene naar de an-dere kant van het domein wil, moet je om dat massieve gebouw heen.”Els: “In een van onze voorstel-len zouden we graag een doorgang maken onder het hoofdgebouw, zodat het domein transparanter wordt. We willen ook een nieuwe relatie tussen de gebouwen ontwikkelen. Nu liggen de gebouwen allemaal naast elkaar, maar we denken dat die wissel-werking dynamischer kan door het nieuwe slaapgebouw op een strate-gische plaats in te planten.”Peggy: “Tegelijkertijd willen we De-stelheide ook een stuk exclusiever maken. We houden van het idee dat Destelheide een soort kunstenaars-klooster is dat afgescheiden is van de buitenwereld. We willen Destelheide meer afschermen van wat voor ons het minst mooie stuk van het terrein is, namelijk de Destelheidestraat, en meer openstellen naar de vallei, die in de loop der jaren dichtgeslibt is.

We willen het landschap ‘opruimen’ en de vergezichten verbeteren.”Els: “In alles wat we voorstellen, willen we de steeds de beleving van Destelheide centraal stellen.”Peggy: “Daarnaast vinden we ook de duurzaamheid ontzettend belangrijk. We zouden graag de energiefactuur van Destelheide door twee gedeeld zien worden.”Els: “Zoals gezegd proberen we zoveel mogelijk van de buitenschil en de esthetiek af te blijven, maar willen we aan de binnenkant wel heel wat verduurzamen. Dat is ook duurzaam: laten staan wat goed is, namelijk de gebouwen, maar ze toch een heel stuk meer ener-getisch verantwoord maken. Het nieuwe slaapblok kadert hier ook in: we zouden dit graag compacter willen bouwen dan de slaapblok-ken nu, die erg gespreid zijn over het domein. Het is niet zo dat we de skyline van Destelheide willen veranderen, maar we willen wel een hedendaags element toevoegen.”Peggy: “We proberen heel integer te zijn als ontwerper.”Els: “Je zou bijna het gevoel moeten hebben dat we hier niet geweest zijn. Wij willen de ruimte en de mogelijkheden creëren waarin an-deren creatief kunnen zijn: zonder dwang, zonder oplegging.”Peggy: “Dat is allemaal niet zo gemakkelijk uit te leggen in woor-den, omdat wij vooral met beelden en maquettes werken natuurlijk (lacht).”

We zijn heel benieuwd naar jullie plannen!

■ Filip Tielens

masterplan

22

Page 23: Destelheide-magazine oktober 2013

gebouwen nu

gebouwen straks?

23

Page 24: Destelheide-magazine oktober 2013

facebook.com/destelheide

twitter.com/destelheide

pinterest.com/destelheide

vimeo.com/destelheide

issuu.com/destelheide

Volg ons op de sociale media:

Stuur een tweet @Destelheide en laat ons weten wat je van dit magazine vindt of hoe je ver-blijf in Destelheide is/was!

24 PB