Download - De toekomst van de wijk in Nederland

Transcript
Page 1: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland

Van wijkaanpak naar wijkondersteuning en ruimte voor bewoners

Page 2: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 3 2 | De toekomst van de wijk in Nederland

De integrale aanpak van wijken en buurten bevindt zich in 2011 op een kruispunt. In 2007

kreeg de wijkaanpak een impuls door het aanwijzen van de 40 aandachtswijken, Vogelaar-

wijken, genoemd naar de toenmalige minister Ella Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie).

Vier jaar later is in deze wijken een voorzichtige verbetering merkbaar, maar de vooruit-

gang is broos en de wijken blijven kwetsbaar. Het huidige kabinet heeft echter besloten

om na 2011 de extra investeringen stop te zetten. Gecombineerd met bezuinigingen bij

gemeenten en de verslechterde financiële positie van woningcorporaties maakt dit een

onzekere toekomst voor de wijkaanpak. Tegelijkertijd wil het kabinet inzetten op het geven

van ruimte aan de eigen kracht van bewoners en deze ondersteunen.

Hoe kunnen we met minder geld en een veranderde politieke koers een vervolg geven

aan de realisatie van de wijkaanpakdoelstellingen? Over deze vraag bogen zich de deel-

nemers van het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’. Het netwerk bestaat uit professionals

van woningcorporaties en gemeenten (directeuren, managers, hoofden wijkaanpak),

geïnitieerd en gefaciliteerd door Twynstra Gudde. Over één ding zijn alle deelnemers het

eens: de wijkgerichte aanpak moet doorgaan!

Deze publicatie bundelt de uitkomsten van individuele gesprekken en netwerkbijeen-

komsten van de deelnemers van het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’. Het resultaat is

een viertal katalysatoren voor een gezonde doorstart van de wijkaanpak, uitmondend in

een appèl aan de betrokken en belanghebbende partijen om hiermee in gezamenlijkheid

met bewoners aan de slag te gaan. Om dóór te gaan met de wijkgerichte aanpak van

problemen én mogelijkheden.

Namens de deelnemers aan het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’,

Jeroen den Uyl, partner Twynstra Gudde

Sandy van Marrewijk, adviseur Twynstra Gudde

Juni 2011

Woord vooraf

Page 3: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 5 4 | De toekomst van de wijk in Nederland

Deelnemers netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’

Oktay Aslan hoofd wijkaanpak, Stadsdeel Amsterdam Noord

Chris Zeevenhooven wijkprogrammaleider, gemeente Arnhem

Sander Siegmann hoofd afdeling buurtregie en participatie, Stadsdeel Oost,

gemeente Amsterdam

Ted Zwietering directeur Krachtwijken, gemeente Den Haag

Karin Verdooren directeur Mitros Wonen Utrecht

Annechien de Gast stedelijk programmamanager krachtwijken,

gemeente Utrecht

Lizette Ploeg hoofd wijkaanpak Slotervaart, gemeente Amsterdam

Martine Koehein programmamanager wijkaanpak, gemeente Amsterdam

Karin Schrederhof vestigingsdirecteur Woonbron Delft

Mirjam van Oosterhout programmamanager Charlois, Woonstad Rotterdam

Jacqueline Vermaat programmamanager wijkaanpak en particuliere woning-

voorraad, gemeente Rotterdam

Hettie Politiek programmaleider wijkaanpak, DMO gemeente Amsterdam

Hans Zuiver bestuurder Combiwel Groep

Menno Westveld manager rayon zuid, De Alliantie Eemvallei

Piet Breebaart manager taskforce wijkaanpak ad interim, Ymere

Sandra Roozen vestigingsmanager Zuid-Kennemerland, Pré Wonen

Jaap van Zwet programmamanager maatschappelijke projecten Woonbron

Roger van der Kamp adviseur, gemeente Rotterdam

Hedwig von Ende hoofd maatschappelijke ontwikkelingen,

gemeente Purmerend

Sandy van Marrewijk adviseur Twynstra Gudde

Jeroen den Uyl partner Twynstra Gudde

PenvoeringSandy van Marrewijk adviseur Twynstra Gudde

Jeroen den Uyl partner Twynstra Gudde

Page 4: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 7 6 | De toekomst van de wijk in Nederland

Samenvatting

Wijkaanpak moet doorgaan

De vraag die alle betrokkenen bij een wijkgerichte aanpak van maatschappelijke kwesties bezighoudt, is hoe zij verder moeten. Er is al veel in gang gezet. Maar nu de budgetten krimpen worden de mogelijkheden minder. Het kabinet zet in op het geven van ruimte aan de eigen kracht van bewoners en het loslaten van professionals. Het jaar van de waarheid breekt aan. Kernvraag is hoe ener-zijds het goede van de wijkaanpak te behouden – samenwerkingsverbanden, nieuwe en succesvolle projecten en de organisatievormen richting wijkgericht werken – anderzijds met minder geld de wijkaanpak voort te kunnen zetten. Deelnemers aan het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’ zochten en zoeken naar antwoorden en benoemen vier katalysatoren voor een doorstart. Over één ding zijn zij het eens: De wijkaanpak moet doorgaan. In gezamenlijkheid mét bewo-ners – dat staat voorop.

Positieve ontwikkelingenBelangrijk voor een toekomstige vorm van wijkaanpak is het behouden van de goede dingen. Veel positieve ontwikkelingen zijn al in gang gezet en gegroeid: de nieuwe en verste-vigde samenwerkingsverbanden die zijn ontstaan over de grenzen van afdelingen en organisaties heen, de nieuwe initiatieven en succesvolle

projecten en de organisatievormen richting wijkgericht werken. Het laatste wat de deelnemers willen, is terugvallen naar het niveau van mini-male afstemming op wijkniveau.

KritischMen heeft ook zijn lessen geleerd en is over sommige punten dan ook

Page 5: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 9 8 | De toekomst van de wijk in Nederland

kritisch gestemd. Omdat in zo’n korte tijd projectplannen moesten worden gemaakt, is niet altijd even goed nagedacht over de bijdrage van een project aan de doelstellingen in de wijk en de slimste manier om die uit te voeren. Bewoners zijn soms te veel ‘gepamperd’ met gratis acti-viteiten. Taken werden zomaar van elkaar overgenomen, mede doordat men niet altijd kritisch genoeg is in de samenwerking met partners.

Vier katalysatoren om door te pakkenDe uitkomst van de gesprekken en bijeenkomsten is een viertal kataly-satoren voor de toekomst van de wijk in Nederland. Katalysatoren die een verdere uitwerking nodig hebben, waar de deelnemers van het netwerk in de eigen praktijk al druk mee bezig zijn:

1. Gezamenlijke heroriëntatie

Zowel woningcorporaties als gemeenten zijn bezig met het aanbrengen van focus in hun inzet in wijken en buurten. Het gevaar is dat zij dat vooral doen binnen de eigen organisatie, met als risico dat door samenwerkingspartners op verschil-lende wijken wordt ingezet en activi-teiten niet op elkaar zijn afgestemd. Naast deze interne oriëntatie is het dan ook essentieel om gezamen-lijk de inzet in wijken en buurten te bepalen en af te stemmen. En omdat de tijden van overlap in elkaars taak-gebieden achter ons liggen, wordt samenwerken nog belangrijker. Een samenwerking waarin iedere organi-satie de beste kwaliteit levert vanuit zijn eigen kerntaak en kritisch mag zijn op de ander wanneer deze zijn kerntaak niet goed uitvoert.

2. Doorpakken op wijkgericht werken

De laatste jaren is veel geëxperi-menteerd met wijkgericht werken. Er zijn nieuwe constructen ontstaan (wijkbureaus, programmabureaus etc.), nieuwe functies gecreëerd

(gebiedsmanagers, programmama-nagers wijkaanpak, leefbaarheid-consulenten, managers wijkbeheer etc.) en is veel energie gestoken in het betrekken van bewoners bij ontwikkelingen in wijken en buurten. Dit vraagt om een andere manier van werken binnen gemeenten en woningcorporaties, dwars door afde-lingen heen. Een omslag die nog niet geheel gemaakt is, maar zich-zelf inmiddels wel bewezen heeft. De deelnemers in het netwerk vinden dan ook dat de wijkgerichte aanpak doorgezet moet worden, waarbij de samenwerking in de matrixstruc-tuur, dwars door afdelingen en orga-nisaties heen, verder moet worden verbeterd.

3. Laat taken zoveel mogelijk over aan bewoners zelf

Ondanks jaren van experimenteren met het betrekken van bewoners blijkt uit onderzoek dat de kloof tussen instanties en burger alleen maar groter is geworden. De bezui-nigingen die hard ingrijpen in over-heidsorganisaties, bieden de kans om nu écht taken terug te leggen bij bewoners. Hiervoor is het nodig

1. gezamenlijk heroriënteren,

2. doorpakken op wijkgericht werken,

3. laat taken zoveel mogelijk over aan bewoners zelf,

4. zet in op kwalitatief goede medewerkers in de wijk.

Page 6: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 11 10 | De toekomst van de wijk in Nederland

Het benoemen van de vier katalysatoren is dan ook een pleidooi gericht aan gemeenten en corporaties om elkaar nóg meer op te zoeken en gezamenlijk de wijkaanpak van morgen vorm te geven. Uiteraard door daar zoveel mogelijk andere partijen bij te betrekken en ruimte te laten voor de eigen kracht van bewoners.

dat professionals veel meer vraag-gestuurd gaan werken, initiatiefne-mers gaan koesteren, ondersteunen en veel meer loslaten. Daarbij is het belangrijk te beseffen dat betrokken-heid pas ontstaat wanneer bewoners écht belang hebben bij een bepaalde ontwikkeling. Als je bewoners echt wilt betrekken, is het essentieel om aan te sluiten bij hun belangen. Deze belangen zijn uiteenlopend, verschillen per wijk, buurt en indi-vidu, en vragen dan ook steeds weer een eigen, gedifferentieerde aanpak. Deze betrokkenheid is het startpunt. De komende periode moet worden ingezet op het benutten van de eigen kracht van bewoners, dit betekent experimenteren met overlaten van taken, loslaten en nieuwe manieren van ondersteunen van initiatieven.

4. Zet in op de kwaliteit van mede-werkers in de wijk

De toekomst van de wijkaanpak staat of valt met het werk van de medewerkers in de wijken. Zij zijn het die de hiervoor genoemde kata-lysatoren in gang moeten zetten. Dit vraagt om medewerkers die kunnen schakelen op verschillende niveaus,

verbindingen kunnen leggen en over de grenzen van de eigen organisatie heen kunnen kijken. Op deze vaardig-heden zullen medewerkers getraind en geselecteerd moeten worden.

Samenwerking gemeenten en woningcorporaties én bewonersBij al deze vier katalysatoren hebben we ons als deelnemers aan het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’ vooral willen focussen op de onderlinge samenwerking tussen gemeenten, woningcorporaties en bewoners. Omdat wij vrezen dat zonder deze samenwerking de wijkaanpak doodbloedt.

Page 7: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 13 12 | De toekomst van de wijk in Nederland

De aanpak van de ‘Krachtwijken’, of ‘Vogelaarwijken’ is in volle gang. De eerste successen zijn geboekt, maar er is nog veel werk te doen. Intussen is de buiten-wereld aan het veranderen, gemeenten bezuinigen, de extra gelden voor wijkaanpak stoppen na 2011 en ook woningcorporaties hebben minder finan-ciële middelen. De deelnemers in het ‘Leiders in de wijkaanpak’ netwerk zijn het over één ding eens: de wijkaanpak moet doorgaan. In het netwerk zijn wij op zoek gegaan naar de ingrediënten om de wijkaanpak een doorstart te geven en antwoord te geven op de vraag:

“Hoe kunnen we een vervolg geven aan de realisatie van de wijkaanpak doel-stellingen, nu we minder middelen hebben en de politieke koers veranderd is?”

Wijkaanpak is van alle tijdenVan de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, via de stadsvernieu-wing in de jaren ’70 en ’80, naar de stedelijke vernieuwing en de Voge-laarwijken in de jaren ’90 tot het heden van de 21ste eeuw – wijkaanpak is van alle tijden. De laatste periode kenmerkt zich door de opkomst van de integrale aanpak van fysieke, sociale en economische problemen in wijken,

ingegeven door het Grotestedenbe-leid (1994). Aanleiding was de opeen-stapeling van problemen in wijken. Om de stedelijke vernieuwing een nog krachtiger impuls te geven, wees minister Henk Kamp (VROM) in 2003 56 wijken aan waarin extra geïnves-teerd ging worden. Minister Ella Voge-laar (Wonen, Wijken en Integratie) bracht hierin in 2007 nog meer focus

Crisis, bezuinigen en dan…?

Page 8: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 15 14 | De toekomst van de wijk in Nederland

ners opgestart, waarvan men zich nu afvraagt of bewoners hiermee niet te veel gepamperd zijn en de afhan-kelijkheid van instanties niet juist is vergroot in plaats van verkleind.

We moeten dóórOndanks deze kritische geluiden zijn de betrokkenen het over één ding eens, het werk is nog lang niet klaar. De eerste successen zijn geboekt, zoals ook blijkt uit de voortgangsrap-portage die het voormalige Minis-terie van Wonen, Wijken en Inte-gratie onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. Maar de huidige situatie is broos. Het werken aan wijken en buurten moet hoe dan ook doorgaan – gelukkig zijn alle partijen het daar-over eens.

2011: een kruispuntIn 2011 draait de projectencarrousel zoals gezegd nog op volle toeren. Maar voor 2012 zijn grootschalige bezuinigingen aangekondigd bij gemeenten. Ook woningcorpora-ties geven aan minder financiële middelen te hebben door de crisis en de tegenvallende woningverkopen en heffingen vanuit de overheid. Boven-

dien wordt door verscherpte regels vanuit Europa de bewegingsvrijheid van corporaties ingeperkt. Ontwikke-lingen waarop woningcorporaties en gemeenten nu al moeten inspelen.

Bij de deelnemende organisaties in het netwerk wordt de projecten daarom kritisch bekeken. Projecten worden uitgesteld, gefaseerd of zelfs afgeblazen. Dit terwijl de problemen in sommige wijken en buurten nog lang niet zijn opgelost, en op sommige plekken zelfs verergerd zijn. Het werken aan gezonde, leefbare wijken moet hoe dan ook doorgaan. Kern-vraag is hoe we enerzijds het goede van de wijkaanpak kunnen behouden – samenwerkingsverbanden, nieuwe en succesvolle projecten en de orga-nisatievormen richting wijkgericht werken – anderzijds met minder geld de wijkaanpak een doorstart kunnen geven.

aan en wees 40 aandachtswijken aan, sindsdien Vogelaarwijken, Pracht-wijken of Krachtwijken genoemd.

Verstevigde relatiesWat heeft deze wijkenaanpak ons tot nu toe gebracht? De deelnemers aan het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’ zijn blij met de vernieuwde of verste-vigde relaties tussen organisaties op wijkniveau, met name tussen gemeenten en woningcorpora-ties. Daarnaast zijn er veel nieuwe projecten opgestart, er is geëxperi-menteerd met nieuwe vormen van burgerparticipatie en het wijkgericht werken heeft meer vorm gekregen (wijkbureaus, programmabureaus, decentralisatie). De deelnemers aan het netwerk zijn echter ook kritisch. Om voor de extra gelden in aanmerking te komen zijn in een korte tijd projectplannen gemaakt. Met als gevolg dat er niet altijd goed is nagedacht over ‘het waarom en het hoe’ van de uitvoering van een project, kortom of dat project wel bijdraagt aan de doelstellingen die men voor ogen heeft in de wijk. Er is een grote ‘projectencarrousel’ op gang gekomen, die momenteel

nog op volle toeren draait, maar ook reeds de eerste haperingen begint te vertonen.

Te veel gepamperdHoewel men erg blij is met de versterkte samenwerkingsverbanden tussen organisaties, erkent men ook in deze samenwerking niet altijd even kritisch op elkaar te zijn geweest. Te gemakkelijk zijn taken overgenomen die eigenlijk tot de kerntaak van een andere partij behoren. Voorbeelden zijn de inzet in welzijnswerk en het betalen van extra leerkrachten op scholen door een woningcorporatie, buurtbemiddeling onder huurders door de gemeente etc. Tevens zijn er veel gratis activiteiten voor bewo-

‘Het werken aan wijken en buurten moet hoe dan ook doorgaan, gelukkig zijn alle partijen het daarover eens.’

Page 9: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 17 16 | De toekomst van de wijk in Nederland

Het samen met partners bepalen in welke wijken extra inzet wordt gepleegd en het onderling afstemmen van waaruit deze inzet bestaat, ieder vanuit zijn eigen kerntaken.

Gemeenten moeten fors bezuinigen en daarbij blijft de wijkaanpak niet gespaard. Is het niet door het tempo-riseren van projecten, dan is het wel

door bezuinigingen op het welzijns-werk of het stopzetten van subsidies. Men vreest de kaasschaaf of de botte bijl. De deelnemende gemeenten in het netwerk zijn intern druk bezig met het kritisch kijken naar de inzet die zij plegen in wijken en buurten. In Stads-deel Oost in Amsterdam bijvoorbeeld is in december 2010 gestart met het proces ‘Samen kiezen en sturen’. Met

Samen met de deelnemers uit het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’ zijn vier katalysatoren geformuleerd om de gezamenlijke doorstart mogelijk te maken:

Vier katalysatoren

I. Gezamenlijk heroriënteren

1. gezamenlijk heroriënteren,

2. doorpakken op wijkgericht werken,

3. laat taken zoveel mogelijk over aan bewoners zelf,

4. zet in op kwalitatief goede medewerkers in de wijk.

Page 10: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 19 18 | De toekomst van de wijk in Nederland

behulp van statistische gegevens van buurten worden sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen benoemd. Per buurt wordt vervolgens bepaald wat de inzet zal zijn en de bijbeho-rende investeringsruimte. Eenzelfde beweging is gaande bij woningcorporaties, zoals ook de deel-nemende corporaties in het netwerk aangeven. Bij corporaties speelt tevens een discussie over kerntaken, mede ingegeven door de strengere regelgeving omtrent staatssteun vanuit Europa. Hierdoor wordt met name kritischer gekeken naar sociale en economische projecten. Er wordt meer focus aangebracht, enerzijds in welke wijken wel en geen extra inzet wordt gepleegd en anderzijds hoe deze inzet eruit moet zien.

Zowel gemeenten als woningcor-poraties zijn derhalve bezig met het aanbrengen van focus in hun inzet in wijken en buurten. Onder het motto ‘Liever in vijf buurten intensief aan de slag, dan in twintig een beetje.’ Het gevaar is echter dat zij dit vooral binnen de eigen organisatie doen en niet in onderlinge afstemming met elkaar. Met als risico dat gemeenten en corporaties niet dezelfde focus

leggen op wijken. De deelnemers in het netwerk onderschrijven de nood-zaak tot gezamenlijke heroriëntatie, maar willen eerst het eigen huiswerk goed doen. De volgende fase is de afstemming met andere partijen. Juist de hechte samenwerkingsverbanden bieden hiertoe goede kansen.

Gezamenlijke heroriëntatie is niet alleen belangrijk voor het gelijkscha-kelen op welke wijken wel en niet extra ingezet wordt, maar ook om de inspanningen in die wijken op elkaar af te stemmen. Binnen woningcorpo-raties, maar ook bij gemeenten woedt een kerntakendiscussie. De tijd van overlap in elkaars taakgebieden en het makkelijk overnemen van elkaars taken ligt achter ons. Dit betekent dat samenwerking nog belangrijker wordt. Een samenwerking waarin iedere organisatie de beste kwaliteit levert vanuit zijn eigen kerntaak en kritisch mag zijn op de ander als deze zijn kerntaak niet goed uitvoert. Dit betekent een professionalisering van de samenwerking, een samenwerking gebaseerd op onderling vertrouwen, transparantie en oprechte interesse in elkaars belangen.

‘Liever in vijf buurten intensief aan de slag, dan in twintig een beetje.’

Page 11: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 21 20 | De toekomst van de wijk in Nederland

van de gelden voor wijkaanpak woedt binnen veel gemeenten de discussie op welke manier het wijkgericht werken vorm moet krijgen en, vooral, betaald moet worden. De deelne-mers in het netwerk pleiten voor het behouden van de matrixstructuur en het verbeteren van de werkbaar-heid hiervan. Een duidelijk voordeel van deze structuur is de verbeterde samenwerking met andere partijen. De vrees bestaat dat het kind met het badwater wordt weggegooid.

Woningcorporaties hebben het wijkgericht werken vooral invul-ling gegeven door hun taakgebied te verbreden. Van het verhuren van woningen aan mensen met een lager inkomen en bijzondere doelgroepen, tot het bijdragen aan een leefbare woonomgeving door veel meer te

investeren in sociale projecten. Voor-beelden zijn ‘achter de voordeur’-projecten, de inzet van leefbaar-heidsconsulenten, buurtconciërges, groen- en speelvoorzieningen enz. Juist op deze terreinen wordt inten-sief samengewerkt met gemeenten en andere partners. Deze verbreding van taakgebieden heeft er deels voor gezorgd dat organisaties elkaar beter weten te vinden. Het terugschroeven van de inzet van corporaties op deze terreinen kan tot gevolg hebben dat de afstand tussen organisaties onder-ling groter wordt. Een reden waarom de deelnemers van corporaties in het netwerk pleiten voor het vast blijven houden aan deze taken van corpora-ties. Kritischer zijn mag, maar ondoor-dacht schrappen niet.

Dat de wijkgerichte aanpak doorgezet moet worden, daarover zijn de deel-nemers in het netwerk het eens. De aandacht moet uitgaan naar het verbe-teren van de interne samenwerking in de matrix tussen de wijkaanpak en de lijnorganisatie en het vasthouden van de externe samenwerking bij het verbeteren van leefbaarheid in wijken en buurten.

Het verbeteren van de interne samen-werking in de matrixstructuur van het wijkgericht werken en de lijnor-ganisatie en het vasthouden van de externe samenwerking bij inzet op leefbare wijken en buurten.

Een verdienste van de wijkaanpak is de ontwikkeling richting het wijkge-richt werken. Het wijkgericht werken verbindt datgene wat er leeft in wijken en buurten met de strategie en het beleid van organisaties zoals woning-corporaties en gemeenten. Tenminste, zo zou het moeten werken op papier. De afgelopen jaren is veel geëxpe-rimenteerd met wijkgericht werken. Er zijn nieuwe constructen ontstaan (wijkbureaus, programmabureaus etc.), nieuwe functies gecreëerd (gebiedsmanagers, programmama-nagers wijkaanpak, leefbaarheidcon-sulenten, managers wijkbeheer etc.) en is veel energie gestoken in het betrekken van bewoners bij ontwikke-lingen in wijken en buurten. De extra wijkaanpakgelden zijn een belangrijke impuls geweest om dit mogelijk te maken.

Bij gemeenten is het wijkgericht werken in veel gevallen apart geor-ganiseerd van de lijnorganisatie, deels betaald met extra gelden vanuit wijkaanpak of andere bronnen bovenop de reguliere begroting van de gemeente. Dit betekent echter niet dat er geen interactie is met de lijn-organisatie. De wijkaanpak organisa-ties heeft de lijnorganisatie nodig en vice versa. De lijnorganisatie maakt bij het opstellen van beleidsplannen idealiter gebruik van de informatie die wijkaanpak professionals ophalen in wijken en buurten. Daarnaast sluit de uitvoering van de wijkaanpak aan bij het beleid dat de lijnorganisatie heeft opgesteld.

Ook op uitvoeringsniveau is samen-werking essentieel. Als vanuit wijkaanpak geconstateerd wordt dat een wijk extra schoongemaakt moet worden, dan zal de uitvoerende dienst van de gemeente dit uiteindelijk oppakken, en niet de wijkaanpakor-ganisatie. Deze matrixstructuur levert continu spanning op. Op dit terrein is nog veel te winnen. Met de aangekon-digde bezuinigingen en het stopzetten

‘De vrees bestaat dat het kind met het badwater wordt weggegooid.’

II. Doorpakken op wijkgericht werken

Page 12: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 23 22 | De toekomst van de wijk in Nederland

stratie, begeleidt de commissie waar nodig. Resultaat: bewoners zijn meer tevreden over het schoonhouden van het complex, en de kosten zijn lager. Let op: de gedachte dat dit de corporatiemedewerkers minder tijd zou kosten is een illusie. Soms vraagt deze aanpak zelfs meer tijd, zeker in het begin. Ook nodig is het ondersteunen en faciliteren van initiatiefnemers. Initi-atieven hebben trekkers nodig, de ‘pareltjes’ in de wijk. In plaats van deze te laten verdwalen in de bureau-cratie, moeten deze mensen veel meer ondersteund en gefaciliteerd worden. Van wijkaanpak naar wijkon-dersteuning.

Per wijk kunnen de routes zeer verschillen; er is dan ook niet één aanpak. Zeker in achterstandswijken moet rekening worden gehouden met de mogelijkheden die mensen hebben. Veel mensen zijn vooral bezig met ‘overleven’; hun belang ligt vooral bij het financieel rondkomen en het opvoeden van hun kinderen.

Deze mensen zullen zich niet snel inzetten voor het meedenken over het ontwerp van een nieuw multifunctio-neel centrum. Maar wellicht wel voor het creëren van een veilige speelplek voor hun kinderen op het binnenter-rein van het complex.

Het kabinet zet in op het ruimte geven aan de eigen kracht van bewo-ners. Dit is in onze ogen één van de ingrediënten in de doorstart van de wijkaanpak. Vraaggestuurd werken en aansluiting zoeken bij de belangen van de bewoners in de wijk zijn hierbij essentieel. Bezuinigingen kunnen hiervoor juist als katalysator dienen.

Het vergroten van het eigenaarschap van bewoners door vraaggestuurd te werken en aansluiting te zoeken bij de belangen van de bewoners in de wijk.

In de wijkaanpak is veel geëxperi-menteerd met het betrekken van bewoners, op verschillende niveaus: bij het maken van beleid, meedenken over projecten in panels en discus-siegroepen, particulier opdrachtge-verschap etc. Met goede en minder goede resultaten. Uit onderzoeken blijkt echter dat ondanks al deze inspanningen de kloof tussen de instanties en de burger alleen maar groter is geworden. Actieve bewoners hebben moeite om dingen gedaan te krijgen bij instanties, komen niet door de bureaucratie heen. Hierdoor wordt de potentiële kracht van bewoners onvoldoende benut.

De op handen zijnde bezuinigingen grijpen hard in overheidsorganisaties in. Maar ze kunnen ook als katalysator worden ingezet bij het écht terug-

leggen van taken bij bewoners. Wat nu als we bewoners in wijken

zelf verantwoordelijk houden voor bepaalde taken in wijken en buurten? Gaan bewoners zich dan anders gedragen, meer eigenaarschap en eigen initiatief tonen, meer zelfver-trouwen ontwikkelen en zich meer betrokken voelen bij de samenleving? En wat is daarvoor nodig? In elk geval vraagt dit van instanties dat zij veel meer vraaggestuurd gaan werken, initiatieven veel meer faciliteren, netwerken van bewoners onder-steunen vanuit de eigen organisatie, maar ook vanuit de samenwerkings-partners. En het vraagt van professio-nals dat zij los durven te laten.Een voorbeeld uit de huidige praktijk: een woningcorporatie geeft de bewo-ners van een complex de regie over de schoonmaak in een complex. Deze bewoners organiseren zich in een commissie die bepaalt hoe vaak wordt schoongemaakt, door wie, wanneer enz. De woningcorporatie stelt een budget beschikbaar, regelt de admini-

‘Een van de ingre-diënten in de doorstart van de wijkaanpak is het vergroten van het eigenaarschap van bewoners.’

III. Laat taken zoveel mogelijk over aan bewoners zelf

Page 13: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 25 24 | De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijkaanpak staat of valt met het werk van de mede-werkers in de wijken. De toekomst vraagt om medewerkers die kunnen schakelen op verschillende niveaus, verbindingen kunnen leggen en over de grenzen van de eigen organisatie heenkijken.

De heroriëntatie, de hernieuwde focus op kerntaken, het wijkgericht werken en het verleggen van het eigenaar-schap naar bewoners in de wijken hebben impact op de medewerkers

die actief zijn in wijken en buurten. Van hen wordt gevraagd meer vraag-gestuurd te gaan werken, los durven laten, bewoners ondersteunen waar nodig, tegelijkertijd kritischer te zijn op de taken die men wel en niet oppakt, en ook nog eens samenwerkingspart-ners aan te spreken op hun kerntaak. Dit geldt voor zowel leidinggevenden als voor mensen in de uitvoering. Dit vraagt om een professionalise-ringsslag. Medewerkers moeten worden getraind of geselecteerd op het vermogen te kunnen schakelen op

‘Een zakelijke houding wordt belangrijker, maar wel gestoeld op vertrouwen, transparantie en oprechte interesse in het belang van de ander.’

IV. Zet in op de kwaliteit van medewerkers in de wijk

verschillende niveaus, verbindingen kunnen leggen en over de grenzen van het eigen taakgebied heen kunnen kijken. Een zakelijke houding wordt belangrijker, zowel richting collega’s, bewoners als samenwer-kingspartners. Maar wel een zakelijke houding gestoeld op vertrouwen, transparantie en oprechte interesse in het belang van de ander.

Het komt nog steeds té vaak voor dat verschillende instanties aan de slag zijn met hetzelfde gezin zonder

dit van elkaar te weten. Kortom, er valt nog veel winst te behalen in het ontschotten tussen afdelingen en organisaties.

Page 14: De toekomst van de wijk in Nederland

De toekomst van de wijk in Nederland | 27 26 | De toekomst van de wijk in Nederland

We omschreven de vier katalysatoren die resulteerden uit de gesprekken met de deelnemers aan het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’ en de netwerkbijeen-komsten. We kozen voor deze vier katalysatoren omdat opvalt dat er over deze punten overeenstemming is tussen zowel gemeenten als corporaties. Boven-dien zijn mensen min of meer al bezig deze vier katalysatoren vorm te geven in de eigen organisatie. Wij hebben ons vooral willen focussen op de samenwer-king tussen gemeenten en woningcorporaties, omdat wij van mening zijn dat zonder deze samenwerking de wijkaanpak doodbloedt.

Gezamenlijke regie in wijkaanpak van morgen

Het benoemen van de vier katalysatoren is dan ook een pleidooi gericht aan gemeenten en corporaties om elkaar nóg meer op te zoeken en gezamenlijk de wijkaanpak van morgen vorm te geven. Uiteraard door daar zoveel mogelijk andere partijen bij te betrekken en ruimte te laten voor de eigen kracht van bewoners.

In het netwerk ‘Leiders in de wijkaanpak’ willen we doorgaan met het uitwerken van de katalysatoren, met het delen van elkaars ervaringen en de ervaringen van buitenaf. Wilt u meer weten over dit netwerk en over deelname? Neem dan contact op met Jeroen den Uyl ([email protected]) of Sandy van Marrewijk ([email protected]).

Page 15: De toekomst van de wijk in Nederland

Samen met onze opdrachtgevers komen tot nieuwe antwoorden

op vragen, tot het creëren van kansen. Dat betekent goed luisteren,

durven doorvragen en kritisch blijven. Eigenschappen die onze

adviseurs en managers kenmerken. Zodat u de juiste strategische

keuzes kunt maken.

Resultaat: een andere, verfrissende kijk op uw vraagstuk, met

oplossingen die echt werken. Onze mensen staan u terzijde.

Twynstra Gudde staat erachter.

Twynstra Gudde

Stationsplein 1

3818 LE Amersfoort

Postbus 907

3800 AX Amersfoort

Tel 033 4677777

Fax 033 4677666

[email protected]

www.twynstragudde.nl

2472