Op een zonnige dag vond Lientje een groene sok tijdens het
wandelen.
Dia 4
Lientje trok de sok aan en zegt blij zo een mooie sok vind je
niet vaak.
Dia 5
Lientje kwam tijdens het wandelen Ed en Fred tegen. Ed en Fred
lachen haha je hebt maar 1 sok en waar is de tweede?.
Dia 6
O zei Lientje, moet ik er twee hebben? en ze klom in een hoge
boom zodat ze heel ver kon kijken maar kon de tweede sok niet
vinden.
Dia 7
Lientje rende daarna naar het meer. En vroeg aan de vis heeft u
toevallig een sok gezien ? Nee zei de vis maar wel een theepot en
een kam.
Dia 8
Lientje liep verdrietig terug naar huis. Mama waste de sok voor
Lientje en zij ging zitten tot haar sok weer droog was.
Dia 9
Is die muts van jou? Zei Tip het vriendje van Lientje? Dat is
een sok zegt Lientje maar je mag hem wel passen hoor.
Dia 10
. Tip doet hem op zijn hoofd. Lientje lacht. het is een topmuts
zegt Tip. Ed en Fred kwamen stilletjes aanlopen kijk eens wat wij
hebben gevonden de tweede sok! Zegt Ed.
Dia 11
De twee pestkoppen rennen daarna heel hard weg. Pak hem dan als
je kan! Tip en Lientje rennen ze achterna. Plons Fred gooit de sok
in het water.
Dia 12
Geef die sok maar zegt Lientje. Welke sok? De sok is
weggevlogen kijk maar. zegt Fred. Tip trekt Lientje mee. Kom we
gaan ze zijn gemeen en ze liegen.
Dia 13
Toen zij thuis kwamen, had mama precies dezelfde sok gebreid.
Nu hebben Tip en Lientje allebei een topmuts.
Dia 14
Het werd tijd om te slapen Lientje wilde met haar muts naar
bed. Tip sliep ook met zijn muts op.
Dia 15
De vis sliep het lekkerst van allemaal want die had nu niet
alleen een theepot en een kam maar ook een heerlijke slaapzak.