Download - de Hebreeën-brief (3)

Transcript
Page 1: de Hebreeën-brief (3)

1

de Hebreeën-brief (3)

donderdag 7 maart 2013bespreking vanaf Hebreeen 15

Page 2: de Hebreeën-brief (3)

2

de Zoon: 1. die Hij stelt tot lotsdeelbezitter van het al, 2. door wie Hij ook de aeonen maakt. 3. de afstraling van zijn heerlijkheid 4. de afdruk van het wezen van Hem, die alle

dingen draagt door het woord van zijn kracht, 5. reiniging der zonden doende6. gezeten in rechterzijde van de majesteit in

hoogten, 7. zoveel beter wordend dan de engelen, als Hij

uitnemender naam boven hen als lotsdeel ontvangen heeft.

samenvatting & correctie

Page 3: de Hebreeën-brief (3)

3

Hebreeën 1

5 Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn.

lett. boodschappershier: hemelse boodschappers

Page 4: de Hebreeën-brief (3)

4

14 Zijn zij niet allen dienende GEESTEN, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beerven?

-Hebreeën 1-

2 Want indien het woord, door BOODSCHAPPERS gesproken...

-Hebreeën 2-

Page 5: de Hebreeën-brief (3)

5

Hebreeën 1

5 Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn.

citaat uit Psalm 2

Page 6: de Hebreeën-brief (3)

6

7 Ik wil gewagen van het besluit des HEREN: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u HEDEN VERWEKT. 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit.

-Psalm 2-

Page 7: de Hebreeën-brief (3)

7

35 En de engel antwoordde en zeide tot haar: heilige Geest zal over u komen de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; DAAROM zal ook het heilige, dat VERWEKT wordt, ZOON GODS GENOEMD WORDEN.

-Lucas 1-

Page 8: de Hebreeën-brief (3)

8

32 En wij (= Paulus en Barnabas) verkondigen u, dat God de belofte, die aan de vaderen geschied is, aan ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus OP TE WEKKEN, 33 gelijk in de tweede psalm geschreven staat:Mijn zoon zijt Gij; Ik heb U HEDEN VERWEKT.

-Handelingen 13-

Page 9: de Hebreeën-brief (3)

9

Hebreeën 1

5 Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn.

citaat uit 2 Samuël 7

Page 10: de Hebreeën-brief (3)

10

13 Die (=de zoon van David) zal mijn naameen huis bouwen, en Ik zal zijn koninklijke troon VOOR IMMER BEVESTIGEN. 14 Ik zal hem tot een vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn.

-2Samuël 7-

Page 11: de Hebreeën-brief (3)

11

Hebreeën 1

6 En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij: En Hem moeten alle engelen Gods huldigen.

= de wederkomst

Page 12: de Hebreeën-brief (3)

12

27 Ja, Ik zal hem (=de zoon van David)TOT EEN EERSTGEBORENE STELLEN, tot de hoogste van de koningen der aarde. 28 Voor altoos zal Ik jegens hem mijn goedertierenheid bewaren en mijn verbond zal voor hem vast blijven;

-Psalm 89-

Page 13: de Hebreeën-brief (3)

13

Hebreeën 1

6 En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij: En Hem moeten alle engelen Gods huldigen. >

citaat uit Psalm 97 (LXX)

Page 14: de Hebreeën-brief (3)

14

5 De bergen versmelten als was (...)voor het aanschijn van de HERE* der ganse aarde. 6 De hemelen verkondigen zijn gerechtigheid, en alle volken ZIEN ZIJN HEERLIJKHEID. 7 Alle beeldendienaars zullen beschaamd worden, zij die zich op afgoden beroemen; buigt u voor Hem neder, alle gij goden (LXX: engelen).

-Psalm 97-

* "de AFSTRALING van zijn heerlijkheid"-Hebreeën 1:3-

Page 15: de Hebreeën-brief (3)

15

Hebreeën 1

7 En van de engelen zegt Hij: Die zijn engelen maakt tot winden en zijn dienaars tot een vuurvlam;

Page 16: de Hebreeën-brief (3)

16

Hebreeën 1

7 En van de engelen zegt Hij: Die zijn engelen maakt tot winden en zijn dienaars tot een vuurvlam;

citaat uit Psalm 104:4

Page 17: de Hebreeën-brief (3)

17

4 En ik zag en zie, een stormwind kwam uit het noorden, een zware wolk met flikkerend vuur en omgeven door een glans; daarbinnen, midden in het vuur, was wat er uitzag als blinkend metaal.5 En in het midden daarvan was wat geleek op vier wezens...

-Ezechiël 1-

Page 18: de Hebreeën-brief (3)

18

Hebreeën 1

8 maar van de Zoon: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap.

citaat uit Psalm 45

Page 19: de Hebreeën-brief (3)

19

... Van de Korachieten. Een leerdicht; een lied der liefde. 2 Mijn hart trilt van blijde woorden, ik draag mijn gedicht een KONING voor (...) 3 Gord uw zwaard aan de heup, gij held, uw majesteit en uw luister; 4 ja uw luister! Rijd voorspoedig uit, (...)5 Uw pijlen zijn gescherpt (volken zijn onder u) zij dringen in het hart van des konings vijanden. 6 Uw troon, o God, staat voor altoos en eeuwig...

-Psalm 45- (lett. de olam en verder...

Page 20: de Hebreeën-brief (3)

20

Hebreeën 1

8 maar van de Zoon: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap.

Page 21: de Hebreeën-brief (3)

15 Het koninkrijk van de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.

-Openbaring 11-

Page 22: de Hebreeën-brief (3)

22

24 ... het einde, wanneer Hij het koninkrijk aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. 25 Want Hij moet als koning heersen, TOTDAT Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. 26 De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood,

-1Korinthe 15-

Page 23: de Hebreeën-brief (3)

23

de aeonender aeonen

de tegenwoordige aeon

Page 24: de Hebreeën-brief (3)

24

DE AEON

van de aeon

"de aeonen der aeonen"

GOD allesin allen

Page 25: de Hebreeën-brief (3)

25

Page 26: de Hebreeën-brief (3)

26

Hebreeën 1

8 maar van de Zoon: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap.

Page 27: de Hebreeën-brief (3)

27

Hebreeën 1

9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.

Page 28: de Hebreeën-brief (3)

28

Hebreeën 1

9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.

Page 29: de Hebreeën-brief (3)

29

33 De Joden antwoordden Hem: Niet om een goed werk willen wij U stenigen, maar om godslastering en omdat Gij, een mens, Uzelf God maakt. 34 Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: Gij zijt goden? 35 Als Hij hen goden genoemd heeft, tot wie het woord Gods gekomen is, en de Schrift niet kan gebroken worden, 36 zegt gij dan tot Hem, die de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert, omdat Ik heb gezegd: Ik ben Gods Zoon?

-Johannes 10-

Page 30: de Hebreeën-brief (3)

30

Hebreeën 1

9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.

Page 31: de Hebreeën-brief (3)

31

Hebreeën 1

9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.

deelgenoten: 1:9; 3:1,14; 6:4; 12:8