Download - de Hebreeën-brief (12)

Transcript
Page 1: de Hebreeën-brief (12)

1

de Hebreeën-brief (12)

17 okt 2013Rijnsburg

Page 2: de Hebreeën-brief (12)

2

het voorgaande:

Melchisedek voor het eerst ter sprake in 5:6 en 5:10

10 door God aangesproken als hogepriester naar de ordening van MELCHISEDEK.11 Hierover hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat gij traag zijt geworden in het horen.

Page 3: de Hebreeën-brief (12)

3

het voorgaande:

... en vervolgens in 6:20

19 ... dat reikt tot binnen het voorhangsel,20 waarheen Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan naar de ordening van MELCHISEDEK hogepriester geworden tot in de eeuw.

Page 4: de Hebreeën-brief (12)

4

Hebreeën 7

1 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende,

uit Genesis 14:17-20 & Psalm 110:4

Page 5: de Hebreeën-brief (12)

5

Hebreeën 7

1 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende,

het latere JeruzalemPs.76:3

Page 6: de Hebreeën-brief (12)

6

2 Een lied. God is bekend in Juda, zijn naam is groot in Israel; 3 in SALEM was immers zijn tent, |en op Sion zijn woning;

Psalm 76

Page 7: de Hebreeën-brief (12)

7

Hebreeën 7

1 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende,

titel verwijst naar triomf

Page 8: de Hebreeën-brief (12)

8

8 Sion heeft het gehoord en zich verheugd, de dochters van Juda hebben gejuicht om uw gerichten, o HERE. 9 Want Gij, HERE, zijt de ALLERHOOGSTE over de ganse aarde, Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden.

Psalm 97

Page 9: de Hebreeën-brief (12)

9

Hebreeën 7

1 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende,

Page 10: de Hebreeën-brief (12)

10

Hebreeën 7

1 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende,

Gen.14:18

Page 11: de Hebreeën-brief (12)

11

18 En Melchisedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij nu was een priester van God, de Allerhoogste. 19 En hij zegende hem en zeide: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde, 20 en geprezen zij God, de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft overgeleverd.En hij gaf hem van alles de tienden.

Genesis 14

Page 12: de Hebreeën-brief (12)

12

Hebreeën 7

2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes;

Page 13: de Hebreeën-brief (12)

13

Hebreeën 7

2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes;

Page 14: de Hebreeën-brief (12)

14

Hebreeën 7

2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes;

Page 15: de Hebreeën-brief (12)

15

Hebreeën 7

2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes;

Page 16: de Hebreeën-brief (12)

16

Hebreeën 7

3 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos.

Page 17: de Hebreeën-brief (12)

17

Hebreeën 7

3 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos.

Page 18: de Hebreeën-brief (12)

18

Hebreeën 7

3 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos.

lett. gelijkendvergl. 7:15 "evenbeeld"

Page 19: de Hebreeën-brief (12)

19

Hebreeën 7

4 Merkt dan op, hoe groot deze is, aan wie de aartsvader Abrahameen tiende gegeven heeft van het beste van de buit.

> zoveel groter nog dan Abraham!

Page 20: de Hebreeën-brief (12)

20

Hebreeën 7

4 Merkt dan op, hoe groot deze is, aan wie de aartsvader Abrahameen tiende gegeven heeft van het beste van de buit.

Page 21: de Hebreeën-brief (12)

21

Hebreeën 7

5 Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen;

i.t.t. Melchisedek > een meerdere

Page 22: de Hebreeën-brief (12)

22

Hebreeën 7

5 Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen;

Page 23: de Hebreeën-brief (12)

23

Hebreeën 7

5 Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen;

Page 24: de Hebreeën-brief (12)

24

Hebreeën 7

6 maar hij, die zich niet tot hun geslacht kon rekenen, heeft van Abraham tienden genomen en een zegen gegeven aan de drager der beloften.

> genealogie

Page 25: de Hebreeën-brief (12)

25

Hebreeën 7

6 maar hij, die zich niet tot hun geslacht kon rekenen, heeft van Abraham tienden genomen en een zegen gegeven aan de drager der beloften.

lett. ge-tiend

Page 26: de Hebreeën-brief (12)

26

Hebreeën 7

7 Nu is het onwedersprekelijk, dat het mindere door het meerdere wordt gezegend.

Page 27: de Hebreeën-brief (12)

27

Hebreeën 7

8 En hier ontvangen sterfelijke mensen tienden, doch daar iemand, van wie wordt getuigd, dat hij leeft.

"Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek" - Ps.110:4-

Page 28: de Hebreeën-brief (12)

28

Hebreeën 7

9 Ja, om zo te zeggen, is zelfs Levi, die tienden heft, door Abraham aan het tiendrecht van een ander onderworpen,

Page 29: de Hebreeën-brief (12)

29

Hebreeën 7

10 want hij was nog in de lendenen van zijn vader, toen Melchisedek deze tegemoet kwam.

Page 30: de Hebreeën-brief (12)

30

Hebreeën 7

11 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is?

Page 31: de Hebreeën-brief (12)

31

Hebreeën 7

11 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is?

Page 32: de Hebreeën-brief (12)

32

Hebreeën 7

11 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is?

Page 33: de Hebreeën-brief (12)

33

Hebreeën 7

11 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is?

Page 34: de Hebreeën-brief (12)

34

Hebreeën 7

12 Want uit een verandering van priesterschap volgt noodzakelijk ook een verandering van wet.

Page 35: de Hebreeën-brief (12)

35

Hebreeën 7

13 Want Hij, van wie aldus wordt gesproken, heeft behoord tot een andere stam, waaruit niemand met het altaar te doen had:

zie koning Uzzia;2Kron.26:16-21)

Page 36: de Hebreeën-brief (12)

36

Hebreeën 7

14 het is immers duidelijk, dat onze Here uit Juda is gesproten, ten aanzien van welke stam Mozes met geen woord van priesters gerept heeft.

in het NT nooit: koning Jezus

Page 37: de Hebreeën-brief (12)

37

Hebreeën 7

14 het is immers duidelijk, dat onze Here uit Juda is gesproten, ten aanzien van welke stam Mozes met geen woord van priesters gerept heeft.

Elders wel; b.v. David gekleed in de Efod; eet van de toonbroden

Page 38: de Hebreeën-brief (12)

38

Hebreeën 7

15 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester opstaat,

Page 39: de Hebreeën-brief (12)

39

Hebreeën 7

16 die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke afkomst, maar krachtens een onvernietigbaar leven.

Page 40: de Hebreeën-brief (12)

40

Hebreeën 7

16 die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke afkomst, maar krachtens een onvernietigbaar leven.

> de bloeide staf van Aäron:Numeri 17