Download - de Hebreeën-brief (11)

Transcript
Page 1: de Hebreeën-brief (11)

1

de Hebreeën-brief (11)

3 okt 2013Rijnsburg

Page 2: de Hebreeën-brief (11)

2

9 Maar wat u betreft, geliefden, ook al spreken wij zo, wij zijn overtuigd van iets beters, waaraan uw heil hangt.

Hebreeën 6

en hebben redding

Page 3: de Hebreeën-brief (11)

3

10 Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde, die gij voor zijn naam getoond- hebt door de diensten, welke gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst.

Hebreeën 6

agape = onvoorwaardelijk, belangeloos

Page 4: de Hebreeën-brief (11)

4

10 Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde, die gij voor zijn naam getoond hebt door de diensten, welke gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst.

Hebreeën 6

Page 5: de Hebreeën-brief (11)

5

11 Maar het is onze begeerte, dat ieder uwer dezelfde ijver blijve betonen tot de verwezenlijking der hoop tot het einde toe,

Hebreeën 6

lett. naar-toe de (volle) verzekerdheid

Page 6: de Hebreeën-brief (11)

6

12 opdat gij niet traag wordt, maar navolgers moogt zijn van hen, die door geloof en geduld de beloften beerven.

Hebreeën 6

> 5:11 Hierover hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat gij traag zijt geworden in het horen.

Page 7: de Hebreeën-brief (11)

7

12 opdat gij niet traag wordt, maar navolgers moogt zijn van hen, die door geloof en geduld de beloften beerven.

Hebreeën 6

lett. navolgers mogen worden

Page 8: de Hebreeën-brief (11)

8

12 opdat gij niet traag wordt, maar navolgers moogt zijn van hen, die door geloof en geduld de beloften beerven.

Hebreeën 6

lotsdeel genietend

Page 9: de Hebreeën-brief (11)

9

13 Want toen God aan Abraham zijn belofte deed, zwoer Hij, omdat Hij bij niemand hoger kon zweren, bij Zichzelf,

Hebreeën 6

Page 10: de Hebreeën-brief (11)

10

14 zeggende: Voorzeker zal Ik u zegenen en zekerlijk u vermeerderen.

Hebreeën 6

Genesis 22

Page 11: de Hebreeën-brief (11)

11

15 Toen riep de Engel des HEREN ten tweeden male van de hemel tot Abraham en zeide: 16 Ik zweer bij Mijzelf, luidt het woord des HEREN: omdat gij dit gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt, 17 zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen.

Genesis 22 1

Page 12: de Hebreeën-brief (11)

12

13 Denk aan Abraham, Isaak en Israel, uw dienaren, aan wie Gij GEZWOREN HEBT BIJ UZELF en tot wie Gij gesproken hebt: Ik zal uw nakomelingschap vermenigvuldigen als de sterren des hemels en dit gehele land, waarover Ik gesproken heb, zal Ik aan uw nakomelingschap geven, om het voor altoos te bezitten.

Exodus 32

2

Page 13: de Hebreeën-brief (11)

13

15 En zo, door geduld te oefenen, heeft deze het beloofde verkregen.

Hebreeën 6

geduldig zijnde

Page 14: de Hebreeën-brief (11)

14

16 Want mensen zweren bij wie hoger is, en de eed dient hun tot bekrachtiging, als einde van alle tegenspraak.

Hebreeën 6

Page 15: de Hebreeën-brief (11)

15

17 Daarom heeft God, toen Hij des te nadrukkelijker aan de erfgenamen der belofte het onveranderlijke van zijn raad wilde doen blijken, Zich onder ede verbonden,

Hebreeën 6

Page 16: de Hebreeën-brief (11)

16

17 Daarom heeft God, toen Hij des te nadrukkelijker aan de erfgenamen der belofte het onveranderlijke van zijn raad wilde doen blijken, Zich onder ede verbonden,

Hebreeën 6

Page 17: de Hebreeën-brief (11)

17

21 Vele zijn de overleggingen in het hart des mensen, maar de raad des HEREN, die zal bestaan.

Spreuken 19

1

Page 18: de Hebreeën-brief (11)

18

10 IK, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: MIJN RAADSBESLUIT zal volbracht worden en IK zal al mijn welbehagen doen;

Jesaja 46

2

Page 19: de Hebreeën-brief (11)

19

29 Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.

Romeinen 11

3

Page 20: de Hebreeën-brief (11)

20

11 naar het voornemen van Hem, die in alles werkt naar DE RAAD VAN ZIJN WIL,

Efeze 1

4

Page 21: de Hebreeën-brief (11)

21

17 Daarom heeft God, toen Hij des te nadrukkelijker aan de erfgenamen der belofte het onveranderlijke van zijn raad wilde doen blijken, Zich onder ede verbonden,

Hebreeën 6

Page 22: de Hebreeën-brief (11)

22

35 Eenmaal heb Ik bij mijn heiligheid GEZWOREN: Hoe zou Ik tegenover David liegen! 36 Zijn nakroost zal voor altoos bestaan,zijn troon zal als de zon voor mij zijn; 37 als de maan zal hij voor altoos vaststaan,en de getuige aan de hemel is getrouw. sela

Psalm 89

1

Page 23: de Hebreeën-brief (11)

23

10 Veertig jaren heb Ik Mij geergerd aan dat geslacht, Ik zeide: Het is een volk, dwalende van hart, en zij kennen mijn wegen niet. 11 Daarom HEB IK GEZWOREN in mijn toorn: Tot mijn rustplaats zullen zij niet komen!

Psalm 95

2

Page 24: de Hebreeën-brief (11)

24

4 DE HERE HEEFT GEZWOREN en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek.

Psalm 110

3

Page 25: de Hebreeën-brief (11)

25

23 Want IK HEB GEZWOREN BIJ MIJ ZELF, waarheid is uit mijn mond uitgegaan, een woord dat niet zal worden herroepen: dat voor Mij elke knie zich zal buigen, dat bij Mij elke tong zal zweren.

Jesaja 45

4

Page 26: de Hebreeën-brief (11)

26

18 opdat door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is, dat God liegen zou, wij, die tot Hem de toevlucht genomen hebben, een krachtige aansporing zouden hebben om de hoop te grijpen, die voor ons ligt.

Hebreeën 6

Page 27: de Hebreeën-brief (11)

27

19 God is geen man, DAT HIJ LIEGEN ZOU; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben. Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen?

Numeri 23

1

Page 28: de Hebreeën-brief (11)

28

29 Ook LIEGT DE ONVERANDERLIJKE ISRAELS NIET en Hij kent geen berouw; want Hij is geen mens, dat Hij berouw zou hebben.

1Samuël 15

2

Page 29: de Hebreeën-brief (11)

29

2 in de hoop des eeuw-igen levens, dat GOD, DIE NIET LIEGT, voor eeuw-ige tijden beloofd heeft...

Titus 1

3

Page 30: de Hebreeën-brief (11)

30

18 opdat door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is, dat God liegen zou, wij, die tot Hem de toevlucht genomen hebben, een krachtige aansporing zouden hebben om de hoop te grijpen, die voor ons ligt.

Hebreeën 6

Page 31: de Hebreeën-brief (11)

31

19 Haar hebben wij als een anker der ziel, dat veilig en vast is, en dat reikt tot binnen het voorhangsel,

Hebreeën 6

Page 32: de Hebreeën-brief (11)

32

19 Haar hebben wij als een anker der ziel, dat veilig en vast is, en dat reikt tot binnen het voorhangsel,

Hebreeën 6

Page 33: de Hebreeën-brief (11)

33

20 waarheen Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan naar de ordening van Melchisedek hogepriester geworden in eeuwigheid.

Hebreeën 6

LXX: Num.13:20: eerstelingen

Page 34: de Hebreeën-brief (11)

34

20 waarheen Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan naar de ordening van Melchisedek hogepriester geworden in eeuwigheid.

Hebreeën 6

tot-in de aion