Download - Cranio Sacraaltherapie en Qi Gongcraniosacraalvooriedereen.nl/scriptie/Breemen.pdf · 2019. 8. 19. · Cranio Plus, een combinatie van cranio-sacraaltherapie, qi gong, visualisaties

Transcript
  • CCrraanniioo SSaaccrraaaalltthheerraappiiee eenn QQii GGoonngg IInn vveerrbbiinnddiinngg mmeett jjee ddiieeppssttee ZZeellff

    Eindwerkstuk Peirsman Cranio Sacraal Academie

    Ingrid van Breemen

    www.innerlijkeglimlach.nl

    29 maart 2011

  • 2

    Inhoudsopgave Blz.

    Hoofdstuk 1

    Een introductie

    3

    Hoofdstuk 2

    De verbinding tussen cranio-sacraaltherapie en qi gong

    7

    Hoofdstuk 3

    Mijn visie op de mens ‘in verbinding’

    13

    Hoofdstuk 4

    Bewustzijn is de sleutel

    21

    Hoofdstuk 5

    Achtergrondinformatie over stress en burn-out

    27

    Hoofdstuk 6

    Cranio Plus, een combinatie van cranio-sacraaltherapie, qi gong,

    visualisaties en coaching

    34

    Hoofdstuk 7

    Praktijkcases

    44

    Hoofdstuk 8

    Qi gong voor de therapeut

    58

    Nawoord

    60

    Literatuurlijst

    61

    Foto’s: Ingrid van Breemen (behalve het kunstwerk van Andy Goldsworthy op pagina 21 ).

  • 3

    HHooooffddssttuukk 11

    EEeenn iinnttrroodduuccttiiee

    LLiieeffddee oopp hheett eeeerrssttee ggeezziicchhtt Deze scriptie gaat over de combinatie van, en wisselwerking tussen, cranio-sacraaltherapie en qi gong. Maar eigenlijk gaat het over ´verbinding´. Beide technieken of methodes gaan uit van verbinding, namelijk met jezelf, je eigen kern, met de cliënt/cursist en met de helende krachten van het universum. Het is voor mij dan ook veel meer dan een techniek of een methode, het is een levenswijze geworden. Beide vormen zijn bepalend geweest voor hoe ik nu in het leven sta. Zowel met qi gong als met cranio-sacraaltherapie was het voor mij liefde op het eerste gezicht en een gevoel van ‘thuiskomen’. Begin 2002, toen ik een paar maanden daarvoor al de beslissing had genomen om mijn baan als manager Personeel & Organisatie op te geven, kwam ik in aanraking met qi gong en ik besloot vrijwel meteen om de docentenopleiding, in september 2002, te gaan volgen. Ik was toen al jaren bezig met yoga en dat heeft mij ook veel gebracht, maar ik miste toch iets. Dat ‘iets’ vond ik in de qi gong. Die zachte benadering, jezelf ‘uitnodigen’ om te bewegen, contact maken met moeiteloosheid, met je ‘innerlijke glimlach’, dat was zo’n thuiskomen in mezelf! En zo heel anders dan ik gewend was, namelijk altijd van hot naar her rennen, zowel in mijn werk als thuis, altijd stress, altijd maar ‘beter’ moeten en zo weinig tijd voor het contact met mezelf. Qi gong was dus de grote stap naar meer verbinding met mezelf, met mijn ‘Diepste Zelf’. En na qi gong kwam cranio-sacraaltherapie, eind 2004, op mijn pad. En ook daar had ik diezelfde ervaring, dat ‘thuiskomen’ en die diepe verbinding. Meteen na de eerste module wist ik, voelde ik, dat die aarding die ik altijd voelde in de meditaties en bij de qi gong oefeningen, eigenlijk het cranio-sacrale vocht is, dat bij ontspanning meer kan zinken, dieper komt. Daardoor lijkt het alsof je heiligbeen en staartbeen vanuit de wervelkolom vol loopt, maar ook als het ware leegloopt in de aarde. Toen viel eigenlijk alles al op z’n plek, al had ik er toen nog geen idee van dat ik cranio-sacraaltherapie ook zou gaan combineren met oefeningen uit de qi gong. In al die jaren dat ik nu bezig ben met qi gong en cranio-sacraaltherapie, ben ik steeds meer gaan beseffen en ervaren dat alles in onze materiële wereld aan verandering onderhevig is: je werk, je vriendschappen, je relatie. Maar voor mij is ‘cranio’ en qi gong een ‘constante’; namelijk de verbinding met mijn Wezen. Het biedt mij de mogelijkheid om in alle omstandigheden contact te maken met het universum, ‘al wat er is’ en mijzelf. En vanuit die verbinding ben ik in staat om er gewoon ‘te zijn’, ook als de omstandigheden buitengewoon moeilijk zijn. Dat is het afgelopen jaar, toen mijn privéleven onder enorme druk kwam te staan, wel gebleken. Dat was voor mij eigenlijk de proef op de som. In die periode bleek dat mijn jarenlange training wel degelijk vruchten af had geworpen. Hoe moeilijk ik het ook had, ik kon elke keer weer teruggaan naar mijn eigen kern, mijn Diepste Zelf en dat gaf mij

  • 4

    ongelofelijk veel kracht! En dat gevoel van verbinding, dat thuiskomen bij jezelf, dat wil ik graag doorgeven aan mijn cursisten en cliënten en dat gevoel wil ik ook graag overbrengen met deze scriptie. Het voornaamste doel in mijn lessen en in mijn behandelingen is dan ook de ander uit te nodigen om bewust contact te maken met zichzelf. Contact maken met haar of zijn lichaam, gedachtes, emoties, vanuit een zachte, open houding. Zonder oordeel, zonder moeten, vanuit die innerlijke glimlach. Maar vooral contact maken met de stilte in jezelf. Mijn ervaring is dat in die stilte de antwoorden vaak als vanzelf naar boven komen.

    CCrraanniioo PPlluuss In mijn praktijk (vanaf maart 2006) kom ik uiteraard veel in contact met psychisch gerelateerde klachten. Gestimuleerd door mijn eigen ervaringen met het ontspannende en ook transformerende effect van qi gong oefeningen, ben ik toen begonnen met het ontwikkelen van een zogenaamde ‘Cranio Plus’ behandeling. Enerzijds om cliënten, al voordat ze ‘op de tafel’ komen, te helpen om te ontspannen, los te laten. Anderzijds ook om ze een handvat te bieden om zelf thuis iets aan hun ontspanning en ontwikkeling te kunnen doen. Voor mij is het belangrijk dat mensen zelf de verantwoording nemen en houden over hun eigen lichaam en gezondheid in plaats van deze uit handen te geven aan een arts, hulpverlener of therapeut. Voor deze scriptie richt ik me vooral op praktijkcases met betrekking tot stress en burn-out, omdat ik een tijd lang vooral cliënten met deze problematiek bij mij in de praktijk kreeg en omdat zij de eerste aanleiding vormden om deze behandeling te ontwikkelen. Het is echter wel gebleken dat deze Cranio Plus behandeling in heel veel gevallen ingezet kan worden, zowel bij fysieke als bij psychische klachten en zowel bij jong als oud (de jongste was 5 jaar en ook bij hem werkte het prima en de oudste cliënt, waar ik het momenteel bij toepas, is 77!).

    OOppbboouuww vvaann ddee ssccrriippttiiee In hoofdstuk 2 leg ik uit wat cranio-sacraaltherapie en qi gong voor mij inhouden en wat de verbinding is tussen deze twee werkvormen. Om alles in een groter kader te kunnen plaatsen, geef ik in het daaropvolgende hoofdstuk mijn visie op de mens in verbinding. Hierin verwoord ik ook de energetische aspecten van cranio-sacraaltherapie en qi gong, die voor mij van belang zijn. Dat hoofdstuk was in eerste instantie wel een worsteling, omdat ik eerst van plan was om dat voornamelijk theoretisch in te vullen. Eigenlijk vanuit een aan mijzelf opgelegde eis en een vaag gevoel dat ik meer grip moest krijgen op mijn ‘energetische ervaringen’. Hier liep ik dan ook eerst behoorlijk op stuk. Alles wat ik las, vond ik te ‘technisch’ en sloot niet aan bij mijn eigen ervaringen. Ik begon steeds enthousiast te lezen in een of ander boek, maar haakte steeds weer af. En gaandeweg (ook na vele gesprekken hierover met mijn man, die mij altijd weer voorhield en vroeg: ‘Wat wil je zelf? Wat vind je belangrijk, wat voel je?’ – Vincent: bedankt!!) werd me duidelijk dat ik helemaal niet geïnteresseerd ben in al die technische verhandelingen

  • 5

    over de werking van energievelden, hoe acupunctuur werkt of hoe je wetenschappelijk kunt bewijzen dat de meridianen bestaan. Voor mij is gewoon die verbinding belangrijk, de verbinding met mezelf, met het universum en met mijn cliënt. En alleen vanuit die verbinding kan ik werken. Alleen vanuit die verbinding kan ik de cliënt met zichzelf in verbinding brengen en kan er een helingsproces op gang komen. Hoe dat werkt weet ik niet, maar wel dát het werkt! Die technische uitwerking heb ik dus achterwege gelaten, daar gaat deze scriptie gewoon niet over. Wel heb ik iets geschreven over de uitgangspunten en de reikwijdte van die verbinding. Maar het gaat niet om verbinding alleen. Zonder bewustzijn zal genezing m.i. vrijwel altijd oppervlakkig blijken te zijn en niet werkelijk diep indalen in het menselijke systeem. Voor mij is bewustzijn de sleutel en daar gaat hoofdstuk 4 dus over. Ik heb daarbij dankbaar gebruik gemaakt van het boek Bondgenoot, de autobiografie van een immuuncel, van Henk Fransen en ook De biologie van de overtuiging, van dr. Bruce Lipton. Zij beschrijven, ieder vanuit een eigen perspectief, de intelligentie en het bewustzijn van afzonderlijke cellen in ons lichaam, hetgeen perfect aansluit bij mijn eigen visie en gevoel hierover. Omdat ik me in deze scriptie specifiek heb gericht op de behandeling van stress en burn-out, heb ik een hoofdstuk met achtergrondinformatie over deze onderwerpen opgenomen (hoofdstuk 5). In de hoofdstukken 6 en 7 beschrijf ik respectievelijk mijn werkwijze in de Cranio Plus behandelingen en heb ik een aantal cases uit mijn praktijk uitgewerkt. Tot slot heb ik een hoofdstuk geschreven over qi gong voor de therapeut, omdat ik heb gemerkt dat de oefeningen mij ook in mijn werk als therapeut enorm helpen om dicht bij mezelf te blijven. Zo kan ik, naar behoefte, na iedere behandeling beter fysieke en psychische spanningen loslaten en me ook vóór iedere cliënt afstemmen op mezelf, het universum en de behoeften van de cliënt. Wellicht dat collega-therapeuten ook baat kunnen hebben bij mijn werkwijze. Voor alle duidelijkheid, ik heb in deze scriptie zowel van de hij- als de zij-vorm gebruik gemaakt. Soms, als dat voor mij de leesbaarheid verhoogde, heb ik de hij-vorm gebruikt. Maar zeker in de beschrijvingen van de cases en als ik naar mijn eigen cliënten of cursisten verwijs, heb ik de zij-vorm gebruikt, omdat het in de praktijk bij mij meestal om vrouwen gaat (het aantal mannen in mijn lessen en ook in mijn praktijk is zeer in de minderheid).

    HHeett pprroocceess Het schrijven was voor mij een heel intensief proces, soms leuk en uitdagend, soms moeizaam en een worsteling. Ik vond het in ieder geval een heel bijzonder en boeiend proces en, zeker niet onbelangrijk, voor het eerst van mijn leven vond ik het leuk om een scriptie te schrijven! Het is voor een groot deel ook een heel persoonlijk verhaal geworden, in ieder geval heel duidelijk vanuit mezelf en mijn beleving geschreven. Dat kon voor mij ook niet anders, qi gong en cranio-sacraaltherapie zijn voor mij geen technieken, maar een manier van leven!

  • 6

    Ik wens de lezer in ieder geval veel plezier met het lezen en hoop dat ik je nieuwsgierig heb gemaakt niet alleen naar cranio-sacraaltherapie, maar ook naar qi gong.

  • 7

    HHooooffddssttuukk 22

    DDee vveerrbbiinnddiinngg ttuusssseenn ccrraanniioo--ssaaccrraaaalltthheerraappiiee eenn qqii ggoonngg Wat is cranio-sacraaltherapie en wat is qi qong? Je kunt die vraag natuurlijk ‘technisch’ benaderen, met andere woorden wat voor technieken komen daarbij te pas en wat doe je concreet. En heel in het kort zal ik dat hieronder ook aangeven, maar het gaat mij veel meer om wat ‘het met je doet’ en wat de diepere intenties en krachten zijn.

    CCrraanniioo--ssaaccrraaaalltthheerraappiiee Het cranio-sacraalsysteem bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg, het dikke vlies dat daar omheen zit (dura mater) en het hersen- en ruggenmergvocht (cranio-sacrale vocht) dat tussen die twee vloeit. Het geheel wordt omgeven en beschermd door de botten van de schedel (cranium) en de wervelkolom tot en met het heiligbeen (sacrum). Binnen dit systeem bevindt zich ook het zenuwstelsel. In cranio-sacraaltherapie werk je met het ritme, de uitdijende en inkrimpende beweging, van het cranio-sacrale vocht. Het cranio-sacrale vocht is essentieel voor een gezonde werking van het centrale zenuwstelsel, maar is ook essentieel voor onze algehele gezondheid, omdat het in verbinding staat met en invloed uitoefent op ons endocriene systeem (hormoonstelsel) en onze organen. De bewegingen van dit vocht worden via het bindweefsel (dat zich om elk orgaan, elke zenuw, bloedvat of spier bevindt) aan het gehele lichaam doorgegeven. Als behandelaar kun je afstemmen op de verschillende ritmes van het cranio-sacrale vocht, je ‘luistert’ naar het cranio-sacrale systeem. Door allerlei oorzaken (fysieke, mentale, emotionele, spirituele) zitten er vaak verstoringen in dit systeem, blokkades, energiecystes. Daar kan het cranio-sacrale vocht onvoldoende stromen, daar wordt het in zijn beweging geremd. Je gaat als behandelaar mee met het ritme en je ‘nodigt het systeem uit’ om weer z’n oorspronkelijke ruimte in te nemen. Je creëert ruimte om te bewegen en je brengt de cliënt weer in contact met haar potentieel. Dit is een heel meditatief proces, zowel voor de behandelaar als voor de cliënt en het brengt een diepe ontspanning van het totale systeem teweeg. In die diepe ontspanning kan het systeem weer regenereren, met andere woorden herstellen en opladen, en kunnen allerlei klachten verminderen of zelfs oplossen. In dit proces kunnen ook ‘stillpoints’ optreden, momenten waarin ‘het totale systeem stil valt’. Er komt dan zoveel energie vanuit de hersenen vrij dat er sprake is van een optimale regeneratie. Omdat er een synchroniciteit tussen het systeem van de behandelaar en dat van de cliënt ontstaat, komen beiden in een diepe rust. Er zijn in de bewegingen van het cranio-sacrale vocht drie ritmes te onderscheiden:

    • Het snelle ritme

    Frequentie: 8-14 cycli per minuut

  • 8

    Dit meer fysieke ritme is in feite afgestemd op de buitenwereld. Het is het ritme van de dagelijkse bezigheden. In dit ritme voel je de bewegingen van afzonderlijke botten en weefsels op die specifieke plek waar je je handen hebt. In dit ritme is het denken nog actief.

    • Het middelste ritme

    Frequentie: 2,5 cycli per minuut In dit tragere ritme ga je vanuit de periferie meer naar binnen toe. Je stemt je als behandelaar af op het hele lichaam in plaats van op die ene plek waar je handen zijn. Het denken wordt vertraagd en er ontstaat meer ontspanning in het hele systeem. Je komt al meer in contact met de oorsprong, de bron, van iemands wezen.

    • Het trage ritme

    Frequentie: 100 seconden voor 1 cyclus In dit trage ritme, waarin het bijna 2 minuten duurt om de hele cyclus van uitzetten en inkrimpen te doorlopen, lijkt het alsof je, samen met de cliënt, ‘verdwijnt’. Je komt in contact met wat Franklin Sills noemt, de ‘Oorspronkelijke Matrix’. Als behandelaar kun je alleen in dit veld van energie komen met een ‘verstilde geest’ en vanuit een wijds waarnemingsveld. Het gaat hier om volledige verbinding, cliënt en behandelaar zijn één en toch onderscheiden.

    Ik heb zelf het gevoel dat ik veel in het tweede ritme werk en regelmatig, als vanzelf in het derde ritme glijd. Bij dat laatste verdwijnt alle gevoel van tijd en lijken de inkrimpende en uitzettende bewegingen oneindig lang te duren. De verbinding is dan ook heel intens en voelt voor mij vloeibaar. Etienne Peirsman noemt dit ‘no mind’ en het is elke keer opnieuw een heel bijzondere ervaring. Het maakt je, zoals Franklyn Sills ook zegt, nederig!

    Voor mij is zowel het geven als het ontvangen van cranio-sacraaltherapie een reis, een innerlijke reis naar je ‘Diepste Zelf, een reis naar je eigen ‘ademende midden’. Door af te stemmen op dat midden kom je in contact met je oorspronkelijke heelheid, in dat midden kom je in contact met ‘alle antwoorden’. Het brengt je bij je eigen essentie, daar waar alles om draait. Cranio-sacraaltherapie spreekt het zelfgenezende vermogen aan, op alle niveaus; fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel, afhankelijk van de situatie en de vraagstelling. En dat is alleen mogelijk als je als therapeut werkelijk verbinding maakt, verbinding met jezelf, je eigen kern en van daaruit verbinding met de kern, het Wezen, van de ander. Dat is ook een verbinding van hart tot hart!

    QQii ggoonngg Qi gong is een eeuwenoude bewegingsleer uit China en is er op gericht om lichaam en geest in balans te brengen. Veel van de oefeningen hebben hun oorsprong in het sjamanisme, waarbij de natuur hun grote voorbeeld was.

  • 9

    De bewegingen van de dieren, de kracht van het water, de vuurkrachten, de stilte in de natuur inspireerden die oude volken om te bewegen, maar ook om stil te zijn, te mediteren. Het gaat bij qi gong altijd om evenwicht en balans. Balans tussen yin en yang, tussen het zachte, naar binnen gekeerde, vrouwelijke yin en het meer harde, naar buiten gerichte, mannelijke yang1. Het is een dynamisch evenwicht waarin beide krachten elkaar nodig hebben en elkaar in balans houden. Het een kan niet bestaan zonder het ander. In de oefeningen staan adem, beweging en bewustzijn centraal en werken vloeiend samen. Qi gong zorgt voor de integratie van lichaam, geest en ziel. Het is gericht op de fysieke en psychische gezondheid van de mens. Volgens de Chinese geneeskunde is gezondheid niet alleen afwezigheid van ziekte, maar ook dat je je vitaal voelt, dat je goed slaapt, dat je vrolijk bent, soepele spieren hebt, een goede eetlust hebt, dat je zin hebt in het leven. Kortom het is veel meer dan alleen maar niet ziek zijn. En qi gong is er op gericht om je levenskracht, je qi (ook wel gespeld als chi) te laten stromen zodat je je vitaler en gezonder gaat voelen. Qi (uitspraak: tsjie) betekent adem, lucht en levensenergie. Gong (uitspraak: goeng) betekent letterlijk oefening of oefenen. Letterlijk betekent qi gong dus oefenen met onze levensenergie. De oefeningen zijn ook voor ons, westerse mensen, heel toegankelijk. Het zijn vaak eenvoudige, vloeiende bewegingen die met heel veel ‘zachte’ aandacht uitgevoerd worden. In qi gong werk je veelal met zich herhalende, cyclische bewegingen, in een traag ritme, waardoor een zachte (energetische) puls ontstaat. Daarnaast werk je veel met intenties en de verbeeldingskracht. Zo versterken beweging, adem en bewustzijn elkaar in hun effect op lichaam en geest. Er zijn ontzettend veel stromingen en stijlen,

    1 Yin is letterlijk de donkere kant van de berg, yang de lichte kant van de berg. Het zijn

    tegengestelde krachten die elkaar continu aanvullen.

  • 10

    dus dé qi gong bestaat niet. Zo zijn er ook ‘harde’ richtingen binnen de qi gong, zoals de zgn. ‘ijzeren hemd’ qi gong en kung fu, maar voor mij is in ieder geval die zachte benadering heel belangrijk, jezelf ‘uitnodigen’ om te bewegen. Qi gong heeft een positief effect op de bloedsomloop, de beweeglijkheid en kracht van de spieren, de spijsvertering, maar ook op het concentratievermogen, het evenwicht en het coördinatievermogen. Er ontstaat een beter ‘lichaamsbewustzijn’, waardoor spanningen in het lichaam beter en eerder gevoeld worden. Pas als die spanning gevoeld wordt, kan ze ook bewust losgelaten worden. Daarnaast hebben de meditatieve bewegingen een rustgevend effect. De normaal alerte geest, die voornamelijk bètagolven produceert, komt in een ontspannen toestand en produceert alphagolven (wakker, maar ontspannen) en soms zelfs thetagolven (droomachtig – creatief), die het lichaam in staat stellen om te regenereren. Het centrum, het midden, is net als in cranio-sacraaltherapie, ook in qi gong heel belangrijk. Alle bewegingen komen voort uit het centrum en komen daar ook weer in terug. Ook hier gaat het om het contact met je ‘ademende midden’. Door meditatie en door aandachtige, meditatieve bewegingen kom je in contact met je centrum, met je ‘Diepste Zelf’. Zoals gezegd, bij qi gong werk je met adem, beweging en bewustzijn en vooral dat laatste is heel belangrijk. Juist omdat je alle oefeningen met (positieve) aandacht en intentie doet, kun je de helende krachten van het (cranio-sacrale) ritme sturen. Zo kun je bewust invloed uitoefenen op lichaamsprocessen en je eigen gezondheid. In het westen is er helaas een tendens van weinig lichaamsbewustzijn, met andere woorden, mensen voelen vaak niet eens wat er zich in hun lichaam afspeelt, laat staan dat ze er invloed op uit kunnen oefenen. Via qi gong oefeningen leer je om je meer gewaar te worden van je lichaam en wat er daarbinnen allemaal gebeurt. Niet alleen op fysiek niveau, maar ook op energetisch, emotioneel, mentaal en spiritueel niveau. Zo kun je ook de signalen van je lichaam beter herkennen en daar op inspelen. Als eerste worden de ‘grove signalen’, zoals spierspanning, pijn en ander ongemak beter voelbaar en herkenbaar, later zullen ook subtiele (energetische en emotionele) gewaarwordingen optreden. Met de oefeningen krijg je in ieder geval een instrument in handen om spanning los te laten en nieuwe energie op te doen. En voor diegenen die er werkelijk intens mee aan de slag gaan, biedt het ook de mogelijkheid om zich op emotioneel, mentaal en spiritueel niveau te ontwikkelen. Die persoonlijke ontwikkeling en bewustwording is voor mij heel belangrijk geweest en daar wil ik, zowel in mijn lessen als in de behandelingen, ook graag andere mensen mee op weg helpen. Die zorgen namelijk uiteindelijk voor heling op een heel diep niveau.

  • 11

    VVeerrbbiinnddiinngg eenn iinntteennttiiee Qi gong en cranio-sacraaltherapie werken beiden met de levenskracht. Sutherland noemde het trage ritme van het cranio-sacrale vocht al ‘the breath of life’ wat voor mijn gevoel hetzelfde is wat de Chinezen ‘qi’ noemen. En dat is ook voelbaar als je door meditatie en de oefeningen meer gaat aarden. Hoe meer je met je aandacht naar binnen kunt gaan, hoe meer je kunt zinken in je lichaam, hoe duidelijker de bewegingen van het cranio-sacrale vocht zich kenbaar maken. In de diepe ontspanning, die op kan treden tijdens of na de qi gong oefeningen, neemt ook het cranio-sacrale vocht meer ruimte in, wat duidelijk voelbaar is in het heiligbeen en staartbeen. Hier kun je namelijk de bewegingen van het cranio-sacrale vocht heel makkelijk voelen. Het is die verbinding, de verbinding met het cranio-sacrale ritme, die zorgt voor de diepe ontspanning. In die verbinding komt het hele centrale zenuwstelsel namelijk tot rust. De qi gong oefeningen zijn natuurlijk niet expliciet op dit ritme gericht, ik heb dat vooral zo kunnen ervaren door mijn ‘cranio-ervaringen’, maar in essentie maakt zowel qi qong als cranio-sacraaltherapie gebruik van dat ritme of stemt daar, bewust of onbewust, op af en brengt je via dat ritme in contact met je centrum, je Diepste Zelf. Het is een beweging vanuit en naar het midden en het brengt je in contact met je innerlijke bron. Het mooie is dat die beweging vanuit het midden overeenkomt met een heel primaire beweging in de embryonale fase van de mens. Namelijk het ontstaan van links en rechts door de vorming van de notochord. De notochord is de lichaamsas van waaruit zich het centrale zenuwstelsel heeft gevormd, met andere woorden, de groeibeweging vanuit het midden. Het leven ontvouwt zich vanuit dit midden! En het is dat midden waar we in de oefeningen en in de cranio naar terug gaan. Alleen wanneer je werkelijk in contact bent met jezelf, vanuit dat midden, kun je je ook echt verbinden met ‘al wat er is’, met je omgeving, de natuur, de mensen om je heen, je gevoelens, met het universum en met je zelfgenezende vermogen. Het is die verbinding die zo diep helend kan werken en je zoveel inzichten kan geven. Het is in die stilte dat de antwoorden als vanzelf komen. Een andere belangrijke overeenkomst tussen qi gong en cranio-sacraaltherapie is het werken met de ‘zachte aandacht’, het ‘uitnodigen’ van het systeem. Voor mij wordt dat vertegenwoordigd door de ‘innerlijke glimlach’ uit het Taoïsme. Die heeft mij vanaf het moment dat ik met qi gong in aanraking kwam geïnspireerd. Het is een uiterst simpel, maar zeer doeltreffend principe, namelijk dat je met zachtheid en respect kijkt naar jezelf, de ander en naar alles wat er op dat moment is. Geen strenge blik (als je het weer eens niet goed doet - in je eigen ogen), maar een uitnodigende blik naar je lichaam en je geest. Alleen door zonder oordeel te kijken naar wat er is, of het nu gaat om fysieke of psychische klachten, kan ‘het probleem’ zich werkelijk ontvouwen, zich kenbaar maken. En pas dan ontstaat er ruimte om te bewegen, te veranderen, te groeien. Die innerlijke glimlach staat centraal in mijn lessen, in de cranio-sacraalbehandelingen die

  • 12

    ik geef en ook in mijn hele leven. Dat is de overkoepelende intentie waarmee ik alles probeer te doen. Natuurlijk lukt dat niet altijd, maar het is wel de basis waarnaar ik altijd weer terugkeer. Het is in de loop der jaren dan ook werkelijk een levenswijze geworden. In hoofdstuk 6 zal ik de werking van de innerlijke glimlach nog nader uitleggen.

  • 13

    Hoofdstuk 3

    Mijn visie op de mens ‘in verbinding’

    DDee mmeennss iinn vveerrbbiinnddiinngg Zoals een spin in een web, is de mens in verbinding met de wereld om hem heen. Ragfijne draden verbinden ons met elkaar, met de natuur, maar ook met de objecten om ons heen, vaak zonder dat we dat weten. Dus, wordt er ergens een ´draadje´ in beroering gebracht, dan heeft dat ook invloed op ons. De kunst is om die verbinding positief te gebruiken, in plaats van dat je er voortdurend door uit je evenwicht wordt gebracht! De kunst is ook om, via die verbinding, positieve invloed uit te oefenen op de mensen en de wereld om je heen. Dat geldt voor ieder mens, maar in het bijzonder voor hulpverleners of therapeuten, omdat zij werken met mensen die in een kwetsbare positie verkeren, ‘mensen in nood’ zo gezegd. Juist dan is het belangrijk dat je je bewust bent van de invloed die je op de cliënt hebt. In hoofdstuk 4 laat ik zien hoe ver die invloed kan gaan. Voor mij is verbinding de eerste stap naar ‘heelheid’. Alleen vanuit verbinding is het mogelijk om werkelijk te helen en om werkelijk geheeld te worden. Maar wat houdt die verbinding nu eigenlijk in? Waar verbind je je mee en wat voor mensbeeld of wereldbeeld ligt hieraan ten grondslag? Om mijn visie op de mens ‘in verbinding’ duidelijk te maken, geef ik een korte uiteenzetting van het holistische versus het mechanische paradigma en leg ik hieronder een aantal (energetische) principes uit en hoe we die bij cranio-sacraaltherapie in kunnen zetten voor genezing.

    MMeecchhaanniisscchh wweerreellddbbeeeelldd vveerrssuuss hhoolliissttiisscchh wweerreellddbbeeeelldd De huidige medische wetenschap is nog steeds gebaseerd op het Newtoniaanse model van de werkelijkheid. Hierin wordt de hele wereld, dus de natuur, maar ook de mensen en de dieren, bezien vanuit complexe mechanische processen. In dit wereldbeeld is de natuur doelloos, er is geen ‘hoger plan’, geen intentie. Het concept ‘ziel’ heeft hierin geen bestaansrecht. De mens is hierin niets meer dan een ingewikkelde machine, bestuurd door het brein en het perifere zenuwstelsel, die gezamenlijk een soort biologische computer vormen. Vanuit dit model zijn en worden er medicijnen en behandelmethodes ontwikkeld om in te grijpen in deze

  • 14

    ‘machine’. Populair gezegd: om niet werkende onderdelen ‘weer aan de praat’ te krijgen. In deze visie gaat men uit van een geïsoleerd ‘actie-reactie’ model. Namelijk de reactie van de mens/machine op een specifieke stof (medicijn) of behandeling. En ook al is er een enorme vooruitgang te zien in de medische wetenschap en kunnen we steeds preciezere ‘instrumenten’ inzetten bij de genezing van bepaalde ziekten (denk aan laserbehandelingen, MRI’s, verfijnde neurochirurgie en de ontwikkelingen in de farmaceutische industrie), toch worden alleen waarneembare en meetbare activiteiten in beschouwing genomen en is het uitgangsprincipe nog steeds de ‘mens als machine’. Het basisprincipe van een machine is dat de functie van het geheel kan worden voorspeld aan de hand van de som der delen. Maar in tegenstelling tot een machine is de mens meer dan een simpele optelsom van een aantal chemische processen. Alle levende organismen worden immers door een mysterieuze, bezielende ‘levenskracht’ tot leven gewekt. Die levenskracht is nog steeds een ´magisch´gegeven, ook al is het inmiddels wel voor iedereen duidelijk dat hij bestaat. Iedereen die wel eens iemand heeft zien overlijden weet dat je het onmiddellijk herkent als die levenskracht het lichaam verlaat. En wat blijft er dan over van ons lichaam? Niet veel meer dan een ongeorganiseerde verzameling van chemicaliën, die blijkbaar niet meer in staat zijn om hun taken te vervullen, namelijk het in stand houden van het levende organisme. De huidige medische wereld werkt (nog?) niet met deze levenskracht, omdat er nog geen acceptabele, wetenschappelijke modellen zijn die een verklaring geven voor haar bestaan en functioneren. Maar juist met die mysterieuze levenskracht, waar we nog zo weinig van weten, werken we als we vanuit een holistisch principe aan genezing werken. In oude esoterische en mystieke wereld- en mensbeelden was holisme vanzelfsprekend. Het is de verstedelijking en later de industrialisering die het huidige, mechanische, paradigma heeft gecreëerd en versterkt. Toch is er nu, gelukkig, in een steeds groter wordende onderstroom in de maatschappij, sprake van een terugkeer naar een meer holistisch denken. Nieuwe, wetenschappelijke en semi-wetenschappelijke, onderzoeken leveren steeds meer bewijs voor een dergelijk wereld- en mensbeeld. Zo ontdekte Einstein als eerste dat alle materie uit energie bestaat (met zijn beroemde formule: E=mc2 oftewel energie is gelijk aan massa x de snelheid van het licht in het kwadraat) en indirect dus dat mensen energiewezens zijn. Ook het bestaan van meridianen - waarmee subtiele, voedende energie van buiten het lichaam wordt vervoerd naar zenuwen, bloedvaten en de organen - wordt door verschillende onderzoeken aangetoond. Richard Gerber noemt in zijn ‘Handboek energetische geneeskunde’ de mens (en natuurlijk de dieren en de plantenwereld) ‘netwerken van complexe energievelden die in verbinding staan met fysieke en celsystemen’. Dit energetische netwerk weerspiegelt de fysieke vorm en wordt georganiseerd en gevoed door subtiele energetische systemen, die de levenskracht op het lichaam afstemmen met behulp van o.a. de meridianen, chakra’s en nadi’s.

  • 15

    In deze visie bestaat er een hiërarchische structuur van subtiele energetische systemen, die celstructuur en lichamelijke processen coördineren. Die subtiele energieniveaus vormen de blauwdruk van ons fysieke lichaam. Dit komt naar mijn idee volledig overeen met de ‘Oorspronkelijke Matrix’ van Sills. En juist op deze subtiele niveaus ontstaan gezondheid en ziekte, zelfs voordat deze zichtbaar en voelbaar zijn op het fysieke niveau! Dit niveau, het subtiele energetische niveau is dus van het grootste belang voor iedereen die zich bezig houdt met gezondheid. En deze subtiele energieniveaus kennen ieder hun eigen trilling, zoals alles op aarde een eigen trilling heeft. Die trilling, die frequentie, kan, naast factoren als voeding, beweging, omgeving en erfelijkheid, beïnvloed worden door onze emoties en ons geestelijk welzijn. Gedachtes en emoties zijn, binnen de energetische visie, immers ook gewoon trillingen in het ‘veld’ in en om ons heen. In de reguliere gezondheidszorg wordt ingegrepen op het fysieke vlak, bijvoorbeeld door het vervangen van ‘zieke onderdelen’ (orgaantransplantaties) of door het opheffen van bepaalde fysieke blokkades (toedienen van bijvoorbeeld neurotransmitters). Een meer diepgaande, en waarschijnlijk ook meer fundamentele oplossing, ligt echter in het aanpakken van het probleem op energetisch en spiritueel niveau. Voorwaarde hiervoor is dat we onderkennen dat lichaam, geest en ziel één zijn. En dat we dus op meerdere niveaus aan gezondheid kunnen werken. Zo boven zo beneden, zo binnen zo buiten Dit is een oud Taoïstisch gezegde, wat zoveel wil zeggen als: de hele macrokosmos wordt als microkosmos weerspiegeld in de natuur, de dieren en de mensen. Alle processen die we in de mens kunnen onderscheiden, zien we in het groot ook in de kosmos om ons heen, het zijn universele processen. Kijk alleen maar naar de opbouw van een atoom, het allerkleinste deeltje van een chemisch element dat nog steeds alle eigenschappen van dat element bezit (ook een atoom kun je splitsen in kleinere delen, maar die hebben niet meer alle eigenschappen van dat element). Je ziet dan vooral veel leegte en beweging van elektronen rondom een kern, zoals planeten die om een ster draaien of satellieten (manen) die om een planeet draaien. Ons hele lichaam bestaat uit atomen. Ook in ons lichaam is er, op dat kleinste niveau, heel veel leegte. Volgens deze, zeer holistische, visie van de oude Chinezen, houdt alles met alles verband. Niets staat op zichzelf en alles is bezield. In die oude Chinese traditie is een systeem ontwikkeld om deze verbanden helder te maken, te ontrafelen. In dit systeem worden alle aspecten van de kosmos ingedeeld en wordt duidelijk op welke manier al het leven en alle verschijnselen ontstaan en weer verdwijnen. De ‘vijf elementen’ (hout – vuur – aarde – metaal – water) is de benaming die zij gaven aan de vijf oerprincipes die aan de basis van de hele natuur liggen. Deze vijf elementen zijn niet statisch, maar zijn fases, die vloeiend in elkaar over gaan. Zo vormen ze een cyclus die zichzelf

  • 16

    steeds en overal herhaalt. Het zijn vijf vormen van energie die we in heel de natuur en al haar verschijningsvormen terugvinden, dus ook in de mens. En dan zowel op fysiek, emotioneel, mentaal, als op spiritueel niveau. Door bewust met deze energie te werken, kunnen we in harmonie komen met de elementen binnen onszelf en in het universum. Ieder element, of iedere fase, in dit systeem wordt gekenmerkt door bepaalde kwaliteiten waar je op verschillende manieren contact mee kunt maken. Daarvoor zijn er specifieke oefeningen, beelden en symbolen ontwikkeld. Het gaat uiteraard niet om die uiterlijke vormen, maar om de verbinding die je via die vormen kunt maken met de energetische, emotionele en spirituele kwaliteiten. In hoofdstuk 6 zal ik een aantal voorbeelden van dergelijke oefeningen uitwerken. Mooi vind ik ook het gebruik van een hologram als illustratie van dit unieke principe in de natuur, namelijk dat ieder deel de essentie (de frequentie, de ‘trilling’) van het geheel kan bevatten en ook weer kan reproduceren als totaal beeld. Dat gegeven is uitstekend te gebruiken bij energetische geneeswijzen (waar voor mij de cranio-sacraaltherapie ook onder valt). Om dit principe te verduidelijken, hieronder een korte uitleg van de basisprincipes van een hologram. Holografie is van oorsprong een methode om driedimensionale voorstellingen te maken van objecten. Het licht van een laser wordt langs twee trajecten op een fotografische plaat geprojecteerd. Er wordt een laserstraal gericht op een halfdoorlatende spiegel (een ‘stralensplitser’). Deze splitst de stralen in:

    • een bundel die via een spiegel en een negatieve lens naar een onbelichte fotografische plaat gaat

    • en een bundel die via een negatieve lens en het object naar dezelfde fotografische plaat gaat (de belichtingsbundel).

    Een hologram van een appel maken, uit: Bronnen van licht van Barbara Ann Brennan

  • 17

    Belangrijk is dat beide lichtbundels samenvallen vlak voor of boven het object. De golven van de ene straal vermengen zich met, en hebben invloed op, de golven van de andere straal en creëren zo een uniek interferentiepatroon (= elkaar kruisende lichtgolfpatronen) dat vastgelegd wordt op de fotografische plaat. Wanneer nu in afwezigheid van het object hetzelfde type laserlicht, vanuit dezelfde hoek, wordt gericht op de fotografische plaat, dan zal er een driedimensionaal beeld van het object verschijnen op de plek waar het zich bevond bij het prepareren van de plaat. Dit lukt dankzij dat unieke interferentiepatroon: uit de precies passende helft aan informatie en energie die het krijgt van het laserlicht waarmee het gemaakt werd, projecteert het de andere helft aan informatie die het in zijn structuur bevat, namelijk het driedimensionale beeld van het object.

    Een hologram van een appel projecteren, uit: Bronnen van licht van Barbara Ann Brennan

    Het hologram heeft twee bijzondere eigenschappen die het tot een fascinerend model van de werkelijkheid maakt voor alternatieve genezers. Ten eerste, suggereert het dat het mogelijk is om objecten (of zintuiglijke waarnemingen) om te zetten in frequentiepatronen en, op hun beurt, frequentiepatronen weer om te zetten in objecten (of zintuiglijke waarnemingen). Dit betekent dat objecten dus impliciet aanwezig zijn binnen frequentiepatronen. Deze laatste kun je dus zien als de ‘diepe structuur’ of de ‘impliciete orde’ achter de gemanifesteerde vorm (de ‘Oorspronkelijke Matrix’). Ten tweede, is er geen één op één verband tussen het interferentiepatroon en het object, wanneer je redeneert vanuit de zintuiglijk waarneembare wereld van het object. In plaats daarvan blijkt dat wanneer

  • 18

    je de fotografische plaat in een willekeurig aantal stukken breekt, elk fragment alle informatie bevat om het complete object weer op te bouwen (met behulp van het juiste laserlicht). Deze tweede eigenschap impliceert dat het geheel aanwezig is in elk van de delen. Wel is het zo, dat hoe kleiner het betreffende fragment, hoe kleiner het complete beeld. Beide eigenschappen, en de suggestie die ervan uitgaat, sluiten dus heel goed aan bij een holistisch mensbeeld. Een holografisch model van de werkelijkheid suggereert namelijk dat je je als genezer veel beter kunt richten op het veel essentiëlere frequentiepatroon (van bijvoorbeeld een orgaan) dat op het object zelf (bijvoorbeeld het orgaan). En verder dat een fragment of een deel van het geheel voldoet om als genezer het geheel te bereiken en te helen. Je kunt je richten op één cel om het organisme als geheel te genezen. Je werkt immers met de diepe en oorspronkelijke structuur van het unieke frequentiepatroon dat in elk fragment aanwezig is. Franklyn Sills ziet de levensadem, maar ook de drie verschillende getijden/ritmes van het cranio-sacrale vocht, als een holografisch verschijnsel. Ze bevatten alle informatie van het geheel. Afstemming op deze ritmes biedt dus een directe ingang naar de oorspronkelijke heelheid van het systeem!

    CCrraanniioo--ssaaccrraaaalltthheerraappiiee eenn qqii ggoonngg,, iinn vveerrbbiinnddiinngg mmeett hheett

    eenneerrggeettiisscchhee lliicchhaaaamm Dat je dus heel goed kunt werken met één cel, of met het trillingsniveau van de energetische blauwdruk van een mens is nu wel duidelijk, maar hoe kom je hiermee in contact? Hoe kun je invloed uitoefenen op die blauwdruk en de verstoringen daarin? Zoals met alles in het leven, is er niet één weg, of dé weg, maar voor mij is cranio-sacraaltherapie, in combinatie met mijn qi gong ervaring in ieder geval wel een heel belangrijke weg. Cranio-sacraaltherapie biedt mij de mogelijkheid om af te stemmen op de essentie, het wezen van de mens en zo aan haar/zijn heelheid te werken. Het ritme van het cranio-sacrale vocht vormt voor mij de ‘interface’ tussen het fysieke en energetische lichaam. Door mijn intentie te richten op de diepste kern van iemand, glijd ik als vanzelf in het tweede of derde ritme van het cranio-sacrale vocht en kom ik in contact met het energetische lichaam. In dat contact gaat het niet om het opheffen van fysieke blokkades, maar om de verbinding met de bron. En die bron, iemands diepste kern, je wezen, of hoe je het verder ook wilt noemen, die is in feite altijd ‘heel’, ongeschonden. Het leven en de omstandigheden hebben die ongeschonden kern bedekt met allerlei lagen, waardoor er soms ziekmakende processen op gang zijn gekomen, maar de kern, die dus op het energetische niveau ligt, is nog steeds compleet volmaakt (‘Phantom Leaf

  • 19

    effect’2). Het is die heelheid die in de materie, in de cellen, opnieuw geactiveerd moet worden. Het is die heelheid die opgeslagen ligt in het geheugen van iedere cel. De fysieke structuur, die zich immers voortdurend vernieuwt (alle cellen vernieuwen zich, sommige dagelijks, andere hebben een meerjarencyclus) moet aan die heelheid ‘herinnerd’ worden. De totale ontspanning in een cranio-sacraalbehandeling en de ervaringen van een ‘stillpoint’ kunnen de cliënt in contact brengen met hun bron, met hun eigen ongeschonden kern en activeren zo het zelfgenezende vermogen van het lichaam. Afstemming op, en verbinding met, vormen de kern van de behandeling. Die heelheid is immers al aanwezig, maar krijgt pas weer kracht als ze geactiveerd wordt. Je kunt het vergelijken met het cranio-sacrale ritme, dat is er altijd, maar pas als je je erop afstemt, wordt het voelbaar. En ook in de qi gong oefeningen gaat het om afstemming. Als docent stem ik af op de groep en de groepsenergie en creëer ik een veilig ‘veld’. Ik ga eerst naar mijn eigen ademende midden en stem af op mijn eigen lichamelijke gewaarwordingen, maar ook op m’n emotionele, mentale en energetische gewaarwordingen. En die laat ik allemaal ‘rusten in het nu’, die geef ik gewoon alle ruimte, zonder oordeel. Dan ontstaat er als vanzelf een verstilling in en om me heen. In die verstilde energie open ik m’n hart, voor mezelf en voor de groep. En die combinatie, van verstilde energie samen met mijn hartenergie, biedt de groep de warmte en de veiligheid om zelf ook ‘in te dalen’. Ik nodig ze met verschillende oefeningen, zowel meditatie als beweging, uit om ook af te stemmen op hun eigen ademende midden, en op hun lichamelijke, emotionele, mentale en energetische gewaarwordingen. Door te bewegen vanuit die afstemming creëren we als het ware een ‘vloeiend veld’ waarin we de energie uitnodigen om daar te stromen waar hij nodig is. Alleen als de energie vrij door het lichaam kan stromen, kunnen blokkades en ziekte oplossen. In feite gaan we door die trage, zich herhalende bewegingen, gecombineerd met een ontspannen ademhaling en onze verbeeldingskracht, over op een trager cranio-sacraal ritme. En een ervaren beoefenaar kan in bepaalde oefeningen naar mijn mening zelfs afstemmen op het traagste ritme van het cranio-sacrale vocht. Dit alles is een belangrijke eerste stap, maar niet de laatste! Mijn ervaring (en natuurlijk ook de opleiding) leert dat ook het bewustzijn hierin een belangrijke rol speelt. De herinnering aan heelheid is niet voldoende. Het kan het proces van genezing in gang zetten, maar de geest heeft hierin ook een taak, anders vervalt het lichaam (en de geest) alweer snel in dezelfde fouten en valkuilen en blijft het ‘dweilen met de kraan open’.

    2 ‘Phantom Leaf effect’: Door middel van Kirlian fotografie (elektrografie) is aangetoond dat

    wanneer er een stuk uit een blad (in dit geval het bovenste derde deel) gesneden wordt, het energiepatroon volledig in tact blijft, alsof het blad nog ‘heel’ is. De elektrografische opname van het verminkte blad laat namelijk ook het weggesneden gedeelte zien, terwijl dit zelfs vernietigd is. uit: Handboek energetische geneeskunde van R. Gerber

  • 20

    Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat niet alle ziektes genezen kunnen worden en dat het wellicht zelfs in sommige gevallen niet eens de bedoeling is dat iemand op fysiek niveau geneest. Dat heeft te maken met processen op een heel ander niveau, iets dat groter is dan wij zelf! Veel belangrijker voor mij zijn dan ook de emotionele, mentale en spirituele processen die gepaard gaan met ziekte. Genezing op die niveaus is dan veel meer een kwestie van innerlijke rust en balans, waardoor de ziekte zelfs zingeving in het leven op kan leveren. Het gaat dan vooral om compassie, vanuit het hart, en zonder oordeel aanwezig zijn. Niet alleen voor mij als behandelaar, maar uiteraard ook van de cliënt/cursist wanneer ze naar haar eigen proces kijkt.

  • 21

    HHooooffddssttuukk 44

    BBeewwuussttzziijjnn iiss ddee sslleeuutteell De vicieuze cirkel

    Als ik blijf kijken zoals ik altijd heb gekeken

    blijf ik denken zoals ik altijd dacht Als ik blijf denken zoals ik altijd heb gedacht

    blijf ik geloven wat ik altijd heb geloofd Als ik blijf geloven wat ik altijd heb geloofd blijf ik doen

    wat ik altijd heb gedaan Als ik blijf doen wat ik altijd heb gedaan blijft mij overkomen wat mij altijd overkomt

    Maar als ik nu mijn ogen sluit en voel mijn ware Zelf van binnen dan kom ik deze cirkel uit en kan ik steeds opnieuw beginnen. Kunstwerk en foto: Andy Goldsworthy

    auteur onbekend

    Het energetisch lichaam bevat, zoals eerder gezegd, de blauwdruk voor het fysieke lichaam. Blijvende verstoringen in het energetische lichaam zorgen uiteindelijk voor verstoringen, ziektes, in het fysieke lichaam. Maar wat beïnvloedt ons energetisch lichaam? Het mag duidelijk zijn, die vraag is niet met een simpel antwoord op te lossen. Er zijn natuurlijk tal van factoren die van invloed zijn op zowel het energetische als het fysieke lichaam. Ik wil me in deze scriptie dan ook beperken. Naast allerlei externe factoren, waaronder voeding en omgeving, is ons bewustzijn, met daaraan gekoppeld onze gedachtes, een heel belangrijke factor bij onze geestelijke en lichamelijke gezondheid. Voor mij is het bewustzijn de sleutel! Het boek ‘Bondgenoot’ van Henk Fransen laat op een heel inspirerende manier de kracht van bewustzijn, verbinding en liefde zien. Hieronder een korte samenvatting van zijn zienswijze. ‘Bondgenoot’ beschrijft op metaforische wijze het leven van een immuuncel binnen een mens die ernstig ziek is (hij noemt de ziekte de ‘Leegte’, maar gaande het verhaal wordt het duidelijk dat het hier om kanker gaat). Henk

  • 22

    Fransen laat zien hoe verlammend machteloosheid kan werken. De immuuncellen zien en voelen dat het bergafwaarts gaat met de mens, maar weten niet wat de oorzaak is en weten niet wat ze er tegen moeten doen. In eerste instantie distantiëren ze zich van het probleem, het is niet hun schuld en ze kunnen er niets aan doen! Vervolgens gaan ze tegen de ziekmakende cellen vechten, maar dat helpt niet. Het lijkt zelfs dat het er allemaal nog erger op wordt. Totdat duidelijk wordt dat ze werkelijk contact moeten maken met de ziekmakende cellen en dat ze ook (delen van) zichzelf er in kunnen herkennen. Ze gaan dan niet meer tegen, maar met de cellen vechten voor gezondheid! Het belangrijkste inzicht is de ontdekking dat liefde helend werkt. De innerlijke Stem (van Wijsheid) zegt tegen de immuuncel: ‘Liefste, ik houd van jou, je bent zo mooi.’ En de immuuncel voelt zich meteen al beter. Hij kan z’n taken meteen al beter aan en voelt zich geïnspireerd om weer z’n uiterste best te gaan doen. Hij voelt zich gezien! Hij ontdekt ook dat het hart een heel belangrijke rol speelt in het geheel. Hart is in staat om onvoorwaardelijk lief te hebben en die liefde geeft een enorme kracht aan iedereen die het kan ontvangen. Immuuncel draagt de liefdevolle gedachte van Stem uit aan iedereen en zorgt ervoor dat zoveel mogelijk cellen in contact komen met de liefde van het hart, zodat zij allemaal weer in staat zijn om hun taken uit te voeren. Op zijn zoektocht naar herstel ontdekt immuuncel de kracht van de adem. Van Longcel leert hij goed te ademen: eerst goed uitademen, zodat je alle afvalstoffen afvoert en dan langzaam de levenskracht inademen. Van Longcel leert hij ook dat je alles in kunt ademen, door het je voor te stellen. Zo leert hij om kracht, liefde en vrede in te ademen. Maar immuuncel ontdekt ook dat het hoofd, in samenwerking met het hart het lichaam bestuurt. Met allerlei ingewikkelde elektrische en chemische processen verwerkt het hoofd informatie uit de buiten- en de binnenwereld en reageert daarop. Hij ontdekt dat in het zieke lijf angstige gedachtes en negatieve gedachtes de boventoon zijn gaan voeren en hij ziet dat die een scala van (stress)reacties ontketenen in het lichaam. Reacties die de Leegte juist voeden en de ziekte dus verergeren. Bovendien is er nog weinig sprake van samenwerking met het hart. Maar op het moment dat immuuncel vanuit zijn hart uitroept: ‘mens ik houd van jou’, ziet hij een verandering optreden. Het lichaam ontspant zich en door die liefdevolle gedachte krijgt hij weer zin om te leven! Hij ontdekt dat positieve gedachtes het lichaam sterker maken! Kortom Henk Fransen houdt een pleidooi voor bewust en vanuit een liefdevolle houding contact maken met wat er is en wat je nodig hebt. Hij onderkent hierin en gebruikt hierbij de wijsheid van het lichaam, de intelligentie van de afzonderlijke (immuun)cellen. Het gaat hem ook om het herstellen van de balans tussen hoofd en hart. En ik zou daar nog aan toe willen voegen, de buik, het centrum. Die staat vanuit de Chinese filosofie namelijk voor het doen, het handelen. Met andere woorden, je buik, het

  • 23

    dagelijkse leven, het handelen, afstemmen op je hart, je gevoelsleven en je verbinding met de mensen en de wereld om je heen en je hoofd, het denken, je idealen, je inspiratie. In ´De biologie van de overtuiging´ laat Dr. Bruce Lipton in wezen hetzelfde zien als Henk Fransen, namelijk dat onze lichaamscellen intelligent zijn en reageren op de omgeving waarin ze leven. Omdat hij dat op wetenschappelijke wijze aantoont, vond ik het zinvol om ook een aantal van zijn denkbeelden in deze scriptie te verwerken. Lipton zet op heldere wijze uiteen dat niet het DNA (met daarin onze genen) bepalend is voor onze gezondheid en gedrag, maar het celmembraan, met daarin de receptoreiwitten en de effectoreiwitten. Om intelligent gedrag te kunnen vertonen, hebben cellen een functionerend membraan nodig, namelijk de receptoreiwitten om signalen uit de omgeving op te kunnen vangen en effectoreiwitten om die signalen om te kunnen zetten in acties. Bij onderzoek bleek de cel nog geruime tijd door te leven als je de celkern, met daarin het DNA, verwijdert. Terwijl de cel onmiddellijk sterft als je het membraan verwijdert of zelfs als je alleen de receptoreiwitten of de effectoreiwitten verwijdert. Zonder membraan kan een cel niet meer reageren op zijn omgeving en dus geen effectief gedrag vertonen. Dit onderzoek toont aan dat de idee dat de mens voor een groot deel door zijn genen wordt bepaald niet klopt. De omgeving van de cellen ‘zetten de genen aan of uit’! En die omgeving kunnen we dus met onze bewuste geest beïnvloeden, zo blijkt uit ander onderzoek. Lipton haalt in zijn boek een onderzoek aan van Candace Pert3 waarin zij ontdekte dat de meeste, zo niet alle, cellen van het lichaam ‘neurale’ receptoren hebben (neurale receptoren zijn de informatie-verwerkende receptoren op de membranen van zenuwcellen). Met andere woorden, haar onderzoek toont aan dat de ‘geest’ (in dit geval ‘het denken’) niet geconcentreerd is in het hoofd, maar via signaalmoleculen in het hele lichaam aanwezig is! Ook ontdekte zij dat emoties niet alleen ontstaan als reactie op de omgeving, maar dat de geest via zelfbewustzijn de hersenen kan gebruiken om ‘moleculen van de emoties’ op te wekken. Zo kan het bewustzijn een gezonde invloed hebben op een ziek lichaam, maar even goed kunnen, vaak onbewuste, emoties een gezond lichaam ziek maken. Toch is het niet zo simpel als het soms wordt voorgesteld. Zo houden allerlei spirituele stromingen, zoals bijvoorbeeld de ‘Secret’ ons voor dat we alles wat we wensen (niet alleen in ons lichaam, maar ook in de maatschappij daarbuiten) kunnen realiseren als we het maar met bewuste intenties ‘in het

    3 Pert, Candace (een Amerikaanse neurowetenschapper) schreef het boek ‘Molecules of Emotion: The Science Behind Mind-body Medicine’, New York 1997

  • 24

    universum zetten’. Mijn gevoel zei mij altijd al dat dat niet altijd werkt en als je je er meer in verdiept dan wordt het ook wel duidelijk waarom niet. Hieronder een korte uiteenzetting, gebaseerd op de ideeën van Lipton, waarom ‘positief denken’ niet altijd werkt. In de evolutie heeft de mens de beschikking gekregen over de prefrontale cortex, waarmee een nieuw niveau van bewustzijn ontstond, het ‘zelfbewustzijn’, oftewel de bewuste geest. Zonder de bewuste geest zouden we overgeleverd zijn aan ons onderbewustzijn, alle automatische en instinctieve reacties. Deze twee delen van de geest werken heel goed samen. Zo kunnen we als het ware op de automatische piloot autorijden en tegelijkertijd een interessant gesprek voeren. Nu is autorijden niet bepaald instinctief te noemen, maar het is wel een ingesleten actie die opgeslagen is in je onderbewustzijn (tenzij je net je rijbewijs hebt en je ‘alle aandacht erbij moet houden’). En zo zijn er natuurlijk talrijke voorbeelden van handelingen die je doet ‘zonder er bij na te denken’ en dat is maar goed ook, anders zou er heel veel energie verloren gaan als je voortdurend het wiel opnieuw moest uitvinden (zonder natuurlijk afbreuk te willen doen aan mindfulness, oftewel leven met aandacht). De onderbewuste geest is, als je kijkt naar de neurologische verwerkingscapaciteit, miljoenen malen krachtiger dan de bewuste geest (verwerking van 20.000.000 prikkels uit de omgeving per seconde tegenover 40 prikkels per seconde!) . En dat is natuurlijk ook niet zo vreemd, als je kijkt naar het aantal handelingen en instinctieve reacties die opgeslagen liggen in dat deel van de geest en die onder andere nodig zijn om te kunnen overleven. Maar de consequentie is wel dat wensen van de bewuste geest (het positieve denken) het moeten afleggen tegen de onderbewuste geest als die daarmee in conflict komen. Met andere woorden, als een bewuste intentie of gedachte, zoals ‘ik ben goed zoals ik ben’, of ‘ik genees volledig van mijn ziekte’ in botsing komt met een geprogrammeerde overtuiging in je onderbewustzijn, zoals ‘ik ben slecht’ of ‘ik ben ziekelijk’. En wij hebben allemaal soortgelijke overtuigingen, die door de opvoeding, levensomstandigheden en zelfs voor en tijdens de conceptie ingebracht zijn. Ik wil hier nu niet verder op ingaan, maar Lipton maakt zeer aannemelijk dat de intenties, gedachtes en emoties van de ouders al ruim voor de conceptie van invloed zijn op het nog ongeboren en zelfs onverwekte kind! En dat alles via de intelligentie van onze cellen en de interactie met de omgeving in de ruimste zin van het woord, ‘het veld’. Dit is dan ook de reden dat Chinezen al jaren voordat ze ‘aan een kind beginnen’ bezig zijn met de voorbereiding, zowel op fysiek niveau (gezonde voeding en lichaamsbeweging) als op mentaal niveau (positieve gedachtes en intenties). Het belang van overtuigingen voor je gezondheid geldt niet alleen voor je eigen overtuigingen, nee, ook de overtuigingen van je arts of andere hulpverleners hebben invloed op je herstel. Larry Dossy levert hiervoor overtuigend bewijs in zijn boek Helende woorden en ook Lipton geeft enkele

  • 25

    voorbeelden waaruit blijkt dat een positieve overtuiging van een arts van doorslaggevend belang kan zijn bij genezing. Helaas heeft een patiënt of cliënt dientengevolge ook minder kans op genezing als de arts er zelf niet in gelooft. Lipton geeft hier een schrijnend voorbeeld van: Clifton Meader, een arts uit Nashville, VS, had in 1974 een patiënt onder behandeling die aan slokdarmkanker leed. In die tijd werd slokdarmkanker als voor 100% fataal beschouwd. Er werd wel behandeld, maar iedereen in het medische team ‘wist’ dat de slokdarmkanker terug zou komen. De patiënt overleed enkele weken na de diagnose en in feite was niemand van het medische team daarover verbaasd. De autopsie bracht echter aan het licht dat er heel weinig kankercellen aanwezig waren in zijn lichaam en zeker niet genoeg om hem daaraan te laten sterven. Er waren wat vlekjes in de lever en een in de long, maar er was geen spoor van slokdarmkanker! De arts, Meader, zei in een uitzending op Discovery Health Channel in 2003: ‘Hij stierf met kanker, maar niet aan kanker’. Deze arts was al jaren bezig met onderzoek naar het ‘nocebo-effect’, het tegengestelde van het bekende ‘placebo-effect’ en hij vroeg zich waarschijnlijk terecht af of hij en de andere artsen de patiënt alle hoop hadden ontnomen en zo zijn kans op genezing hadden verkleind en wellicht zelfs zijn dood (mede) hadden veroorzaakt. Een voorbeeld met verstrekkende gevolgen! Het is dus niet alleen van belang dat je zelf positief denkt, maar ook dat je mensen om je heen verzamelt die geloven in de mogelijkheden van genezing. We hebben het dus niet alleen zelf in de hand. Weer is het besef van verbinding van belang, we staan niet op onszelf, we zijn in voortdurende interactie met onze omgeving, zowel op fysiek als op energetisch niveau. Wat niet wegneemt dat we met onze bewuste geest de verantwoordelijkheid hebben en moeten nemen voor ons eigen leven. Lipton stelt ook heel duidelijk, en daar ben ik het volledig mee eens, dat de bewuste geest de mogelijkheid heeft om bepaald gedrag te onderbreken en een nieuwe reactie te creëren. Dit is onze ‘vrije wil’. Maar om dit te kunnen moeten we ons in hoge mate bewust zijn van onze overtuigingen en het daarbij behorende gedrag en ook dat valt nog niet mee. Het is vaak niet eens duidelijk dat er sprake is van programmering, laat staan dat je daar ook invloed op uit kunt oefenen. En toch is dat voor mij wel de sleutel naar gezondheid en geluk. De ingang naar dit zelfbewustzijn is heel persoonlijk, wat voor de een werkt hoeft nog niet effectief te zijn voor de ander. Zo gebruikt de ene stroming taal (Neuro Linguistisch Programmeren) als ingang, de ander meditatie en weer een ander het lichaam (cranio-sacraaltherapie, maar natuurlijk ook bio-energetica en vele andere vormen van ‘lichaamswerk’). Het mooie van cranio-sacraaltherapie is dat het je in contact brengt met die diepe laag in jezelf, die ongeschonden parel in jezelf (dus voorbij alle ‘programma’s) én met je ‘programma’s’, je onbewuste overtuigingen, én met het zieke weefsel of de cellen zelf! Jij kunt wel beter willen worden, maar

  • 26

    wat wil die zieke maag van jou? Of wat willen die kankercellen? Hierover meer in de uitwerking van de Cranio Plus behandelingen, hoofdstuk 6. Maar zonder bewustzijn kun je hier niet mee in contact blijven in het dagelijkse leven. Je moet de inzichten, verkregen in een behandeling dan ook op de een of andere manier verankeren in het heden, in het bewustzijn. Somato emotional release (Ser) technieken4 binnen de cranio-sacraaltherapie bieden hier natuurlijk al een ingang toe, maar voor mij is de combinatie met visualisaties, qi gong oefeningen en coaching hét middel om uiteindelijk tot heelheid te komen. En nogmaals, voor mij is het in ieder geval belangrijk om zonder oordeel naar ziekte te kijken. Natuurlijk heeft iedere ziekte (en iedere gebeurtenis in je leven) je iets te zeggen en het is mooi als je die boodschappen eruit kunt halen en er van kunt leren, maar het is niet zo dat je dus iedere ziekte zou kunnen voorkomen. Of, ‘dat je het over jezelf afroept’. We weten niet alles, we weten niet precies wat ‘ons doel’ is. Ik geloof ook niet dat leven zonder obstakels, zonder problemen of zonder ziekte mogelijk is. Er is, vanuit de taoïstische filosofie, een continu dynamisch evenwicht tussen yin en yang, er is geen dag zonder de nacht, er is geen warmte zonder kou enzovoort. Soms slaat de weegschaal wat meer door naar de ene kant, soms meer naar de andere kant. We kunnen niet altijd volledig in balans zijn, al is dat wel het streven. Als je naar de natuur kijkt, dan zie je ook kromgegroeide bomen, zieke dieren en disbalans en je hebt toch ook geen oordeel over die kromme boom, met butsen en bulten! Integendeel, uiteindelijk is die boom er alleen maar mooier en interessanter op geworden. En dat geldt ook voor ons mensen, wij worden ook ‘mooier’, interessanter door al onze ups en downs, door alles wat het leven ons brengt. De kunst is juist om ook in die disbalans, en dat kan zijn ziekte of persoonlijke problemen, het evenwicht weer te hervinden.

    4 ‘Door middel van deze methode wordt tijdens een cranio-sacrale sessie een gesprek

    aangegaan met de wijsheid van het lichaam van de cliënt. Op die wijze kunnen diepe

    emotionele blokkades tot in de cellen van het lichaam losgelaten worden.’

    Uit: Cranio-sacraaltherapie voor en door iedereen, van Etienne Peirsman en Marijke Baken.

  • 27

    HHooooffddssttuukk 55

    AAcchhtteerrggrroonnddiinnffoorrmmaattiiee oovveerr ssttrreessss eenn bbuurrnn--oouutt

    HHooee oonnttssttaaaatt ssttrreessss eenn wwaatt iiss ssttrreessss?? Hoe stress ontstaat is niet zo makkelijk te beantwoorden en is heel afhankelijk van de situatie, maar nog meer van de persoon die er mee te maken krijgt. Wat voor de één geen enkel probleem is, levert voor de ander een onoverkomelijke berg van problemen op. Dit heeft onder andere te maken met de persoonlijkheidsstructuur, maar ook met de omstandigheden, de leefwereld van iemand en ook met de fysieke gezondheid of juist ongezondheid. Het gaat hierbij altijd om belastbaarheid versus belasting. Ofwel wat kan iemand ‘dragen’ versus wat krijgt iemand ‘op z’n schouders’. Als dat uit balans is ontstaat er stress. Een ander, vaak vergeten, aspect is de energetische factor. En die is meestal heel ongrijpbaar. Wat maakt dat iemand zich ‘leeggezogen’ voelt in bepaalde situaties of in contact met bepaalde mensen. Wat gebeurt er dan op energetisch gebied en kun je daar wat aan doen? Dit heeft wederom te maken met ‘verbinding’. Ieder mens, dier of plant, ja, zelfs ieder object heeft zijn eigen energieveld. En die energievelden staan voortdurend met elkaar in verbinding. Het is dus niet zo verwonderlijk dat dat effect kan hebben op hoe je je voelt. Blijkbaar putten negatieve situaties je energieveld uit. Dat heeft te maken met die specifieke situatie en/of die persoon, maar ook hoe de ‘ontvangende’ persoon in haar vel zit. Als die goed ‘geaard’ is, kan zij meer aan en zal ze ‘negatieve’ energieën makkelijker los kunnen laten. Als dat niet het geval is, gaat de, meer bekende, stressreactie van start. Het is echter, juist vanuit therapeutisch oogpunt, van belang om te beseffen dat het startpunt al op het energetische niveau ligt. Dat biedt aanknopingspunten om ook op dat niveau iemand sterker te maken. Als we over stress praten, gaat het meestal over negatieve stress. Maar stress op zich hoeft helemaal niet slecht te zijn, het maakt je alert. Stress betekent in feite een verhoogde spanning in je lichaam, noodzakelijk om de juiste stappen of beslissingen te kunnen nemen. De verhoogde concentratie van adrenaline in je bloed bij stresssituaties veroorzaakt een aantal lichamelijke verschijnselen, waaronder:

    • een versnelde ademhaling en hartslag • een verhoging van de bloeddruk • een grotere hoeveelheid bloed naar de bewegingsspieren, ten koste

    van het spijsverteringsstelsel Onze stress-reactie is in feite dus nog steeds heel fysiek, terwijl de stressorende factoren in het westerse leven voornamelijk psychisch of emotioneel van aard zijn. Wij leven in een wereld waarin de bedreigingen van buitenaf vrijwel nooit direct levensbedreigend zijn (tenzij je overvallen wordt in een donker

  • 28

    steegje!), maar toch reageert ons lichaam nog op dezelfde manier als vele duizenden jaren geleden, namelijk met een ‘vecht- of vluchtreactie’. Dus ook als je verbaal bedreigd wordt door je baas, ontstaat er een kettingreactie waarbij je lichaam in een staat van paraatheid gebracht wordt. Het hele systeem wordt gemobiliseerd door het vrijkomen van hormonen en het onttrekken van bloed aan organen en weefsels die op dat moment niet van belang zijn, bezien vanuit die onveilige situatie. En hoe langer de stress-situatie aanhoudt, hoe ernstiger en chronischer de gevolgen. Vooral omdat niet alleen de spanning lang aanhoudt, maar ook de noodzakelijke ontspanning van het lichaam vaak ontbreekt, of onvoldoende is. We keren dus niet op een natuurlijke wijze terug tot een ontspannen, genormaliseerde staat. Om de gevolgen van stress duidelijk te maken zoom ik nog wat meer in op wat er precies gebeurt in het lichaam, wanneer er sprake is van een bedreigende situatie. Om het lichaam te beschermen en het leven te waarborgen zijn er twee verschillende systemen van belang. Het systeem dat ons beschermt tegen bedreigingen van buitenaf (de HPA-as: hypothalamus-pituitary-adrenals) en het systeem dat ons beschermt tegen bedreigingen van binnenuit, namelijk bacteriën en virussen van onder de huid (het immuunsysteem). De hypothalamus scheidt, in reactie op het waarnemen van de stress, de chemische stof CRF (corticotropin releasing factor) af, die naar de hypofyse wordt vervoerd. CRF activeert bepaalde hormoon-afscheidende cellen van de hypofyse, waardoor deze het adrenocorticotroop hormoon (ACTH) aan het bloed afgeven. ACTH wordt vervolgens naar de bijnieren vervoerd, waar het als signaal fungeert voor de afscheiding van de bijnierschorshormonen, cortisol en adrenaline. Cortisol zorgt voor omzetting van glycogeen in glucose zodat de spieren en de hersenen gevoed worden. Adrenaline brengt het lichaam in staat van paraatheid door o.a. de bloedtoevoer naar de darmen en het spijsverteringsstelsel te verminderen, de hartslag te verhogen en de ademhaling te versnellen. De bijnierschorshormonen onderdrukken rechtstreeks de werking van het immuunsysteem om ervoor te zorgen dat alle beschikbare energie aangewend wordt voor overleving van de waargenomen ‘noodsituatie’. Wanneer ‘het sein veilig’ wordt gegeven, zal het lichaam via allerlei terugkoppelingsacties weer terugkeren in de normale staat. Nogmaals, op zich geen probleem, als de stress van korte duur is en het lichaam inderdaad weer volledig kan ontladen, kan ontspannen. Het wordt pas een probleem als er sprake is van langdurige, chronische stress en/of het lichaam onvoldoende kan ontspannen (en opladen). Zoals gezegd, onderdrukt de stressreactie de werking van het immuunsysteem. Door het onttrekken van bloed aan de inwendige organen remt de stressreactie de groeiprocessen in het lichaam af en verstoort zo de aanmaak van vitale energiereserves. Wanneer dit langdurig aanhoudt en het

  • 29

    lichaam dan ook nog bloot wordt gesteld aan bedreigingen van binnenuit (virussen en bacteriën), dan is het niet zo verwonderlijk dat er onvoldoende energie over is om die te bestrijden. Het tweede beschermingssysteem van het lichaam, het immuunsysteem, heeft namelijk heel veel energie nodig om optimaal te kunnen werken (denk maar eens aan hoe uitgeput je je voelt tijdens en na een flinke griep!). Op deze manier is stress indirect een (mede)veroorzaker van veel ziektes. En er is nog een ander belangrijk effect van stress, via hormonen en een verhoogde bloedtoevoer. De stressreactie zorgt er namelijk voor dat de achterhersenen meer geactiveerd worden. De reden hiervoor is dat de achterhersenen verantwoordelijk zijn voor de levensondersteunende reflexen. De activiteiten van de voorhersenen, de prefrontale cortex, waar het bewustzijn zetelt, worden hierdoor juist onderdrukt. De prijs voor ‘overleving’ in een stressituatie is dus een verminderd bewustzijn! Kijken we nog op een andere manier naar de hersenen, dan zien we dat er bij een stresssituatie voornamelijk bètagolven optreden. Bètagolven heb je nodig als je actief bent en als je een taak wilt uitvoeren waarbij je bewuste aandacht nodig is. Maar dan is het wel nodig dat er een goede verhouding is tussen de andere hersengolven (alpha-, theta- en deltagolven) en de bètagolven. Bij overactiviteit van de bètagolven en relatief weinig andere hersengolven is er juist sprake van malende, op elkaar botsende gedachten en onrust, waardoor helder denken niet meer mogelijk is. Het is niet moeilijk te bedenken dat dat in feite weer nieuwe stress creëert en zo een vicieuze cirkel produceert. Zo kunnen langdurige spanning en negatieve stress een uitputtingsslag worden voor ons totale systeem. We komen in een negatieve spiraal terecht en dat heeft niet alleen lichamelijke consequenties, maar geeft ook disbalans op emotioneel, mentaal en spiritueel niveau. Hieronder in het kort de consequenties op lange termijn (uiteraard is er een wisselwerking tussen de verschillende gebieden): Lichamelijk

    Als de stresshormonen vrijwel voortdurend in het lichaam aanwezig blijven, ontstaan er vaak chronisch gespannen spieren. Nek, schouders en rug zijn daarbij kwetsbare gebieden, maar verstijfde benen of armen komen ook vaak voor. Iemand ‘verstijft’ in dit geval letterlijk van angst (in feite is stress natuurlijk pure angst; angst dat je je werk niet goed doet, angst in je relatie, angst voor ziektes, levensangst!). Maag- en darmproblemen zijn ook niet verwonderlijk, gezien het feit dat er bloed onttrokken wordt aan het spijsverteringsstelsel en dit dus niet optimaal kan functioneren. Andere fysieke problemen zijn: chronisch hoge bloeddruk, slaapproblemen, hoofdpijn, chronische vermoeidheid.

  • 30

    Emotioneel

    Spanning put iemand niet alleen fysiek uit, maar ook emotioneel. Juist doordat iemand zich lichamelijk slechter gaat voelen, kan hij ook op emotioneel gebied minder aan. De draagkracht op dat niveau wordt dus minder en kan leiden tot een gevoel van hopeloosheid, verdriet, angst dat je het niet meer aankunt, starheid (hakken in het zand), maar ook cynisme en woede. Hoe iemand reageert op langdurige stress heeft uiteraard ook te maken met zijn karakter, voorgeschiedenis en omgeving. Mentaal

    De onderdrukking van de activiteiten van de voorhersenen hebben op de lange duur ook consequenties voor het concentratievermogen en het geheugen. Beiden zullen achteruit gaan als de stress lang aanhoudt. Dat kan weer zorgen voor een verlies aan besluitvaardigheid en een verminderd zelfvertrouwen. Spiritueel

    Uiteindelijk werken alle bovenstaande factoren door op spiritueel niveau. De creativiteit om met de uitdagingen in het leven om te gaan wordt minder. Er is minder wezenlijke interesse in het leven. En er treedt een verlies op van motivatie en inspiratie in het algemeen. Zingeving in het leven is niet langer vanzelfsprekend. Niet echt een plaatje waar je vrolijk van wordt! Het is dus ook niet verwonderlijk dat langdurige stress uiteindelijk voor grote problemen kan zorgen. Bovengenoemde symptomen zijn ieder voor zich al heel belastend, maar wanneer de klachten zich op meerdere gebieden tegelijk en gedurende lange periode manifesteren, dan ligt een burn-out op de loer.

    BBuurrnn--oouutt Wanneer gaat stress over in burn-out? Hier is in feite geen eenduidig antwoord op te geven. Je kunt niet simpelweg ‘meten’ via bloed of andere klinische methodes of iemand een burn-out heeft. Ook is er nog geen consensus over de oorzaken en zelfs over het bestaan van burn-out. Zo schijnt burn-out officieel niet eens te bestaan in de Verenigde Staten (terwijl de term voor het eerst werd gebruikt door Amerikaanse psychotherapeuten Herbert Freudenberger en Christina Maslach in begin jaren ’70). En er zit veel overlap met betrekking tot stress-gerelateerde symptomen en sommige vormen van depressie. Het ‘etiket’ burn-out is in feite ook niet meer dan dat, een etiket. Het gaat er uiteraard veel meer om wat de specifieke symptomen van de cliënt zijn en dat je deze kunt plaatsen in een groter kader. Dat kan op zijn beurt weer houvast geven voor de manier van behandelen.

  • 31

    Hieronder een aantal symptomen die een duidelijke aanwijzing geven voor een burn-out:

    • Heftige gevoelens van - machteloosheid: ´het leven niet meer aankunnen´ - besluiteloosheid

    • Zo weinig concentratievermogen dat zelfs eenvoudige dingen doen of

    regelen al (bijna) niet meer lukt.

    • Extreme vermoeidheid, waardoor de minste inspanning al teveel is (even de trap op om iets uit je werkkamer te pakken, lijkt al een onmenselijke inspanning te vragen).

    • Slapeloosheid of wel slapen maar niet uitgerust wakker worden.

    • Onzekerheid, een gebrek aan zelfvertrouwen, gecombineerd met

    verminderde prestaties.

    • Allerlei fysieke klachten zoals: hoofdpijn, spierpijn of stijfheid, hartkloppingen, kortademigheid, maagpijn

    Het verschil met stress is in ieder geval dat er sprake is van chronische symptomen. Bij een burn-out is iemand duidelijk ver over zijn grenzen gegaan en die situatie is ook niet zo snel of eenvoudig omkeerbaar. Wat vaak in jaren is opgebouwd, is niet met een beetje extra rust of therapie in korte tijd te verhelpen. Een eerste begin ligt in de onderkenning van het probleem en de bewustwording van de ziekmakende oorzaken, zowel extern, de omgeving/omstandigheden van de cliënt, als intern, de eigen ‘houding’ en mentale en emotionele mogelijkheden. Armando Theunisse en Clemence Leijten geven in ‘De kracht van burn-out’ een duidelijke kapstok met betrekking tot het ontstaan en behandelen van een burn-out. Zij constateren dat er bij mensen met een burn-out altijd sprake is van een verstoorde balans tussen wat zij noemen de Ouder en het Kind. Zij ontdekten in hun praktijk dat een ‘burn-outer’ bepaalde eigenschappen vermijdt en dat die eigenschappen onderling samenhangen. Bij de eigenschappen van het Kind gaat het om passiviteit, overgave, onbevangenheid, terwijl de eigenschappen van de Ouder gericht zijn op controle, actief zijn, grip houden op een situatie. Zij stellen dat menselijke eigenschappen, en daarmee samenhangend gedrag, bipolair zijn en in potentie bij iedereen aanwezig. Ik zou dat willen vertalen met het yin en yang aspect vanuit de Chinese filosofie, het één kan niet zonder het ander bestaan, ze hebben elkaar nodig, zoals dag en nacht, licht en donker, warm en koud.

  • 32

    Een paar voorbeelden van bipolaire eigenschappen (en het domein waartoe ze gerekend worden): Ouder Kind

    Actief Passief IJverig Lui Extravert Introvert Betrokken Laks Perfectionistisch Slordig Aardig Bits Er ontstaat een probleem als iemand (vrijwel) alleen één kant van die polariteit ‘leeft’. Hij kan alleen maar actief zijn en nooit eens rust nemen, passief zijn. Iemand is altijd extravert en kan nooit eens in zichzelf keren. Iemand is altijd voor 100% betrokken en kan geen afstand nemen en af en toe de boel de boel laten. Kortom iemand leeft unipolair en is dus niet in balans. De praktijk leert dat mensen met een burn-out wat dat betreft geen maat kennen. Zij leven vooral unipolair, en wel vanuit de Ouder, en vergen daarmee het uiterste van zichzelf. Natuurlijk spelen de externe omstandigheden ook altijd een rol bij burn-out. Zo kunnen problemen op het werk of in de relatie, als die lang voortduren, iemand volledig uitputten. Maar werkdruk of emotionele problemen hoeven niet bij iedereen te leiden tot een burn-out. De interne omstandigheden, oftewel hoe iemand met problemen omgaat, zijn van veel groter belang. Zoals gezegd, Theunisse en Leijten maken hier de koppeling naar de Ouder en het Kind in ieder mens. De Ouder is de mens die denkt. De Ouder vertegenwoordigt de controlerende, verstandige rol, terwijl het Kind voelt en de onbevangenheid en speelsheid vertegenwoordigt. Wij hebben als mens allebei die rollen in ons en we hebben ze allebei nodig. De Ouder zorgt ervoor dat we verstandig en gezond eten en leven en zorgt ervoor dat we op tijd opstaan om naar ons werk te gaan. Het Kind zorgt voor het zorgeloos genieten van het leven, zorgt voor ontspanning en loslaten. In de ‘burn-outer’ speelt de Ouder een te grote rol en is het Kind vaak bijna helemaal afwezig. Er is geen ruimte meer voor werkelijke ontspanning, loslaten. Er is geen ruimte meer voor voelen, genieten. De boog staat altijd gespannen. We hebben in potentie beide rollen in ons, maar helaas wordt er in deze maatschappij vooral een beroep op de Ouder in ons gedaan. En die Ouder is al op jonge leeftijd in ons gegroeid. Het zijn de normen en waarden van onze ouders en andere opvoeders, zoals school, die we ons eigen hebben gemaakt. Zodra het jonge kind (vanaf ongeveer 4 jaar) de wereld met het denken gaat onderzoeken (de waarom-fase: waarom schijnt de zon, waarom moet ik naar bed, waarom mag ik niet buiten spelen, waarom is water nat?) wordt de Ouder in hem gewekt en ontwikkeld. En dat is uiteraard een logisch onderdeel van het opgroeien. We hebben die Ouder nodig. Het is alleen zo

  • 33

    jammer dat met het volwassen worden, het Kind in onszelf verloren gaat! Want ook dat Kind hebben we nodig. Na inspanning moet er ruimte zijn voor ontspanning. Betrokkenheid is mooi, maar op zijn tijd even alleen maar aandacht voor jezelf is ook belangrijk. Het is dus die balans die weer hersteld moet worden bij het begeleiden van iemand met burn-out. Dit betekent dat er in eerste instantie veel ruimte moet zijn voor passiviteit, ‘niets te hoeven’, immers iemand met burn-out is al heel lang veel te actief geweest. Vaak zie je dan ook dat iemand met een burn-out zo totaal ‘op’ is, dat elke inspanning te veel is. Zo iemand kan vervallen tot bijna bewegingsloosheid. De levenskracht, die, hoe klein of beperkt dan ook, natuurlijk toch nog bestaat, is dan ver te zoeken. In deze fase is het vooral van belang om het Kind in zichzelf te herontdekken. Hij moet weer leren ontspannen en zorgeloos genieten. Als therapeut kun je helpen om de voorwaarden te scheppen waaronder het Kind weer kan groeien en gedijen. Dan zal langzaam maar zeker ook de energie en de innerlijke drang om ‘te bewegen’ weer terugkeren. Dan ontstaat er ook van binnenuit de ruimte om het gedrag te veranderen.

  • 34

    HHooooffddssttuukk 66

    CCrraanniioo PPlluuss,, eeeenn ccoommbbiinnaattiiee vvaann ccrraanniioo--ssaaccrraaaalltthheerraappiiee,,

    qqii ggoonngg,, vviissuuaalliissaattiieess eenn ccooaacchhiinngg Cranio-sacraaltherapie is een geweldige methode om contact te maken met iemands ‘wezen’ en kan diep helend werken. Toch merkte ik in mijn praktijk dat ik soms behoefte had aan ‘meer’. ‘Meer’ in de zin van praktische handvatten om de inzichten uit de cranio-sessies te vertalen naar de dagelijkse praktijk, maar ook ‘meer’ in de zin van het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. En dat heb ik gevonden in de combinatie van een aantal ‘technieken’. Namelijk het samen met de cliënt beoefenen van qi gong en visualisaties vóór een behandeling en coaching vóór en na de behandeling. Dit alles heeft geresulteerd in, wat ik ben gaan noemen, een ‘Cranio Plusbehandeling’. Overigens blijft dat voor mij in ontwikkeling, met name het coachingsaspect. Ik merk dat ook de coaching soms heel diep doorwerkt en dat we, de cliënt en ik, in die (korte) gesprekken soms ineens de kern raken, zodat iemand daar in het dagelijkse leven mee verder kan. Maar soms word ik ook geconfronteerd met mijn beperkingen op dat gebied (ik heb hier geen specifieke opleiding in en wil me daar in de toekomst dan ook nog meer in verdiepen). In sommige gevallen kies ik er dan voor om iemand door te verwijzen, in dit geval naar mijn man, die een coachingspraktijk heeft die heel goed aansluit bij mijn eigen benadering. De Cranio Plusbehandeling werkt met name heel goed bij psychische klachten, waaronder dus stress en burn-out, die ik in deze scriptie heb uitgewerkt. Maar kan uiteraard ook ingezet worden bij angsten (in feite is stress ook angst), depressiviteit of bij lichamelijke klachten. De kracht ligt juist in de individuele aanpak. Het is wel belangrijk dat iemand open staat voor de oefeningen en hier ‘contact’ mee kan maken. Dit kan met name voor mensen die zogenaamd erg ‘nuchter’ zijn in het begin wel eens lastig zijn. Maar uiteraard pas ik hier mijn werkwijze op aan. Bij de ene persoon kan ik expliciet inhaken op de spirituele verbinding, terwijl ik bij de ander de oefeningen veel meer op het fysieke vlak houd. Zo pas ik de oefeningen aan aan de belevingswereld van de cliënt, wat de meeste kans op succes biedt. Hieronder zal ik mijn uitgangspunten en werkwijze in grote lijnen uitleggen en een aantal qi gong oefeningen uitwerken. In het volgende hoofdstuk behandel ik een aantal cases om een en ander concreet te maken.

    UUiittggaannggssppuunntteenn Zoals uit hoofdstuk 5 al blijkt, is er een verschil tussen stressklachten en burn-out. In grote lijnen kun je stellen dat iemand met ‘gewone’ stressklachten eerder in staat is om weer normaal te functioneren en bijvoorbeeld ook meer in staat is om, tijdens het herstelproces, actief aan de slag te gaan met oefeningen of andere ‘opdrachten’. Een ‘burn-outer’ heeft veel meer tijd en

  • 35

    aanmoediging nodig om eerst contact te maken met niets doen, of, zoals de taoïsten zeggen, ‘Wu Wei5 (oftewel ‘niet doen’). Bij iemand met een burn-out, of herstellende van een burn-out, zal ik dus nog meer nadruk leggen op passiviteit en alleen maar (stil) genieten, in plaats van actief oefenen en op zoek gaan naar plezierige activiteiten. Dat betekent dat ik in de sessies extra alert ben op signalen van de cliënt die wijzen op ‘jezelf vermannen’, ‘je er weer bovenuit tillen’. Het is voor iemand met een burn-out moeilijk om zich over te geven aan de stilte. Maar dat is juist wat er nodig is, om werkelijk te kunnen helen. Voor mij is echter geen enkele methode ‘heilig’ en ik ga dan ook vooral in op wat er op dat moment speelt en nodig is. Uiteraard, zou ik bijna zeggen, zal ik zowel iemand met stress als de ‘burn-outer’ aanmoedigen om contact te maken met het Kind in zichzelf en om daarnaar te luisteren. Dus, in beweging komen als dat goed voelt (en dus eerst leren voelen!) en rust nemen, passief zijn, als je systeem dat nodig heeft. Voor de qi gong oefeningen betekent dit dat ik afstem op de cliënt en meestal intuïtief voel wat ze nodig heeft. Soms meer intense en/of fysieke oefeningen, soms vooral verstillende en/of meer bewustzijnsoefeningen. Vaak is het ook even puzzelen wat er bij iemand past en ook waar iemand voor open staat. Ik check dan ook altijd na de oefeningen en na de behandeling wat iemand ervaren heeft en hoe ze zich daaronder voelt. Ik werk in ieder geval altijd aan het versterken van iemands ‘basis’ en het ‘aarden’. Echt loslaten (van spanning, pijn of emoties) kan pas als je goed geaard bent en alleen vanuit een goede basis kun je ook weer energie opbouwen. Het creëren van een veilig veld om je heen, zodat je niet energetisch leegloopt in bepaalde situaties vormt ook een belangrijk onderdeel van de oefeningen. Het allerbelangrijkste in elke behandeling is voor mij het bieden van veiligheid, zowel bij cranio, als bij qi gong, als bij coaching. Alleen vanuit een veilige situatie kan iemand zich werkelijk overgeven en kan iemand zich ‘openen’, maar eigenlijk is dat vanzelfsprekend. In de cranio-behandeling zelf lijkt ‘talking to the alarmclock’ (het praten met het alarmsysteem) een logische methode bij stress en burn-out. In die situaties is immers het alarmsysteem ‘op hol geslagen’. Toch maak ik niet zo vaak gebruik van deze methode. Ik heb gemerkt dat juist bij cliënten, die met ernstige stressklachten en burn-out bij mij komen, dit niet werkt. Zij zitten zo erg ‘in hun hoofd’, dat praten tijdens de sessies erg moeilijk is en wel helemaal het praten met de verschillende ‘apparaatjes’ in hun hoofd, zoals we bij ‘talking to the alarmclock’ doen. Dit kan uiteraard ook aan mij liggen. Misschien past deze methode (nog) niet bij mij. Feit is dat ik, onder andere door de beoefening van qi gong vóór de behandeling, wel heel makkelijk een heel intense, diepe verbinding met het totale systeem van de cliënt kan krijgen. En

    5 Wu wei betekent letterlijk: ‘niet handelen tegen de aard der dingen in’ oftewel in je doen en laten de natuurlijke weg volgen. Het gaat erom dat je aanvoelt wanneer je wel en wanneer je juist niet moet handelen.

  • 36

    dat er in die verbinding zoveel ruimte en rust ontstaat dat er een helingsproces op gang komt. En daar gaat het tenslotte om. Ik pas overigens wel regelmatig Ser-technieken in mijn praktijk toe, maar daarbij richt ik me dus niet altijd specifiek op het alarmsysteem, al komt dat natuurlijk ook wel voor. In de beschrijvingen van de cases heb ik wel een voorbeeld van een ‘talking to the alarmclock’ sessie opgenomen en verderop in dit hoofdstuk leg ik uit wat een Ser-sessie in kan houden.

    WWeerrkkwwiijjzzee Bij de intake van een nieuwe cliënt inventariseer ik het klachtenpatroon en de voorgeschiedenis (het afnemen van de anamnese) en leg ik in het kort mijn werkwijze uit. Dan volgt, in diezelfde sessie, een eerste cranio-sacraalbehandeling en daarna komen we gezamenlijk tot het formuleren van één of meerdere doelen. Afhankelijk van de situatie doe ik dan een voorstel voor een aantal sessies (frequentie en soort) of ik breng een offerte uit aan de werkgever van de cliënt met een behandelplan (ik heb contact met een grote scholengemeenschap die regelmatig medewerkers naar mij doorstuurt). Een behandelplan kan er als volgt uitzien: 10 cranio-sacraalbehandelingen (ongeveer 1¼ - 1½ uur per behandeling) 10 Cranio Plus behandelingen (ongeveer 1¾ - 2 uur per behandeling) Afhankelijk van de ernst van de situatie kies ik er bijvoorbeeld voor om eerst een aantal gewone cranio-sessies te geven, om iemand helemaal tot rust te laten komen. Bij burn-out kan het zijn dat iemand nauwelijks in staat is om oefeningen te doen. Bij zo iemand is het belangrijk dat zij zich leert over te geven aan de ontspanning en aan het ‘niets te hoeven’. Dan stel ik de cliënt bijvoorbeeld voor om zo’n 3 of 4 keer wekelijks te komen en daarna de frequentie af te bouwen. Tegelijkertijd wisselen we de gewone sessies af met bijvoorbeeld steeds 1 of 2 Cranio Plus behandelingen. Bovenstaand traject kan dan een periode beslaan van 6 – 12 maanden. Een Cranio Plusbehandeling kan er in grote lijnen als volgt uitzien:

    • (Coachings)gesprek over bijvoorbeeld knelpunten in het dagelijkse leven, eigen houding, communicatie, overtuigingen (+ 15-30 minuten).

    • Qi gong oefeningen (+ 30 minuten)

    • Cranio-sacraalbehandeling, eventueel gecombineerd met Ser

    technieken en/of visualisaties (+ 45-60 minuten).

    • Nabespreking bijvoorbeeld over de inzichten tijdens de behandeling en de inpassing daarvan in het dagelijkse leven (+ 15 minuten).

  • 37

    In de gewone cranio-sacraalbehandelingen pas ik ook visualisaties, Ser-technieken en incidenteel ook coaching toe. Het verschil met de Cranio Plus ligt dus met name in de qi gong oefeningen.

    SSoommaattoo eemmoottiioonnaall rreelleeaassee Somato emotional release (Ser) is een techniek binnen de cranio-sacraaltherapie die je in staat stelt om contact te maken met de wijsheid van het lichaam. Je ‘praat’ hierin met de lichaamscellen, de organen, de energiecyste of met de emoties, vanuit het besef dat onze lichaamscellen hun eigen intelligentie hebben en vanuit het besef dat alles bezield is. Deze techniek sluit dus perfect aan bij de Chinese zienswijze, waarin ook organen een ziel hebben. Vanuit de diepe ontspanning die optreedt tijdens een cranio-sacraalbehandeling, maak je contact met een onbewuste laag in iemands persoonlijkheid. Zo kan het zijn dat iemand met haar bewuste geest ervan overtuigd is dat ze wil genezen, maar dat er in het lichaam cellen of organen zijn die daar anders over denken. Dat kan te maken hebben met hetzij trauma’s uit het verleden, hetzij diepe, innerlijke overtuigingen die zich al jong in iemands wezen hebben genesteld. De kunst is om de boodschap van die cellen of dat weefsel boven water te krijgen en te kijken of we eventuele ‘verkeerde’, of inmiddels achterhaalde denkbeelden of overtuigingen kunnen vervangen door meer positieve, helende ideeën. Vanuit die transformatie ontstaat dan ruimte om te helen. Wanneer iemand hier voor open staat, dan kan het een heel krachtige techniek zijn, die voorbij het normale, gecontroleerde denken gaat. Bij een juiste toepassing en begeleiding werken de beelden en gevoelens bijzonder helend. Het werkt echter niet altijd en niet bij iedereen. Wanneer iemand teveel ‘in zijn hoofd zit’, dan kan het vrij lastig zijn om toegang te krijgen tot die diepere laag. En soms is er gewoon wat meer tijd voor nodig. Zoals eerder aangegeven, het is mijn ervaring dat vooral mensen met een hevige burn-out het moeilijk vinden om zich hier helemaal aan over te geven, terwijl ze wel in die diepe ontspanning komen. Uiteraard heeft het geen zin om dit te forceren. Ik maak in mijn praktijk regelmatig gebruik van Ser-technieken, vaak spontaan tijdens een sessie, soms