Nederlandse chemie heeft goede reputatie
Kolb Moerdijk opent vierde reactor
DCMR klaar voor coördinatie BRZO-RUD’s
“ Niet somberen over Europa”
OUD-MINISTER EN -DIPLOMAAT BEN BOT:
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 12 13 december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 1 13-12-2012 12:13:24
Procesverbetering en de inzet van hernieuwbare, biobased grondstoffen. Dat zijn voor de Margarine, Vetten en Oliën (MVO) industrie dé sleutels naar een duurzame en winstgevende toekomst. Belangrijke stap in het energie-efficiënter maken van processen is het programma Energiebewuste Operator ontwikkeld. ‘Duurzame bedrijfsvoering begint met gedragsverandering op de werkvloer’ .
‘Menselijk gedrag is bepalend voor energiegebruik’, zegt Dirk de Knecht van VAPRO. ‘Als een medewerker begrijptwaarom hij zijn werk efficiënt moet uitvoeren, is hij ook sneller geneigd om dat te doen. Ziet de operator, de spin in het web van de fabriek, de noodzaak van energiebesparing en duurzaamheid, dan straalt dit uit naar de rest van het bedrijf. Een energiebewuste operator is dus een belangrijk fundament voor duurzame bedrijfsvoering’.
Maatwerk per bedrijf Het programma wordt per bedrijf op maat samengesteld. Vooraf doen de operators een online kennistest. Op basisdaarvan stelt VAPRO met het management van het betreffende bedrijf het programma samen waarin informatie over techniek, procesbeheersing, energie en milieu staan opgenomen. Opdrachten worden op de werkvloer uitgevoerd. Naafloop wordt niet alleen het kennisniveau getoetst, maar ook het effect op het energiegebruik van het bedrijf.
Bottom-upOp het gebied van procesefficiëntie heeft de sector al veel bereikt. ‘Maar er zijn ook nog grote kansen onbenut’,benadrukt Bergmans. ‘De bedrijven gaan al heel bewust met processen om: ze produceren volgens strenge kwaliteitseisen van de afnemers. Energiebesparing is hierin relatief nieuw. Met het opleiden van de operators kiezen wevoor een bottom-up benadering hiervan.’ Een aanpak waarin ook andere sectoren kansen zien, aldus De Knecht. ‘Wezijn inmiddels benaderd door bedrijven uit de chemie en kalkzandsteen.’
Bent u geïnteresseerd in het Energiebewuste Operator programma van VAPRO?Neem dan contact op met Dirk de Knecht via [email protected] of 06 523 51 504.Zie: www.vapro.nl.
Concurreren en verantwoordelijkheid nemen
Het Productschap MVOontwikkelde het programma inhet kader van de routekaart, diede sector in april 2012 aanboodaan minister Verhagen. Hierinstaat met welke innovaties de sector in 2020 30% energie-efficiëntieverbetering wil halen ten opzichte van 2005.
Begrijpen is doenIn samenwerking met het Productschap MVO is eenopleidingsprogramma ontwikkeld. ‘Dankzij het programma zietde operator wat de impact van zijn handelen is op energiegebruik en kan hij daarop sturen’ zegt Frank Bergmans, adviseur duurzame ontwikkeling en energiebesparing bij het Productschap MVO. Als onderdeel van het energieprogramma maken de operatorseen businesscase met verbetervoorstellen. Deze kunnen het hogermanagement overtuigen van de noodzaak van maatregelen en zelfsde aanzet geven tot nieuwe technologieën. ‘De operators kijken op een andere manier naar het productieproces dan managers’,zegt De Knecht. ‘Ze zijn altijd bezig met de machines en zien vaak besparingsmogelijkheden die leidinggevenden laten liggen.’ Alsvoorbeeld noemt hij een bedrijf waar de transportband voortdurenddraaide, terwijl er 40% van de tijd geen producten op stonden. ‘Dankzij het inzicht hoeveel energie er zo verspild wordt, is een sensorgeplaatst en draait de band alleen als er producten op staan.’
((((((((((((((AAAAAAAAAdddddvvvvvveeeeeeeerrrrrrttttoooooorrrriaaalll)))))))
1200935_sc_fc_1-52.pdf 21200935_sc_fc_1-52.pdf 2 13-12-2012 12:13:2713-12-2012 12:13:27
INHOUD
RUD’S
BRZOBRZO Brabant
BRZO DCMR
BRZO Groningen
BRZO Limburg
BRZO NZKG
BRZO Nijmegen
afgrond is gegaan en dat de toekomst er slecht uitziet, is sterk overdreven,zegt Ben Bot. En hij kan het weten, als ex-minister van Buitenlandse Zakenen Permanent Vertegenwoordiger bij de EU van 1992 tot 2003. “De meestemensen weten niet hoe de EU in elkaar zit en denken bij elk probleem dat dehele Unie in gevaar is.”18
De oprichting van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) mag dan door een aantal tegenstribbelende gemeenten zijn vertraagd, de DCMR Milieudienst Rijnmond is klaar voor haar coördine-rende taak als RUD voor BRZO-bedrijven, stelt directeur Jan van den Heuvel. DCMR gaat een aantal gemeenschappelijke taken uitvoeren namens de zes BRZO-RUD’s.
INTERVIEW BEN BOT
12 | 13 december | 2012
2222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222december 2012 g ineChemie magaz 33
1200935_sc_fc_1-52.pdf 31200935_sc_fc_1-52.pdf 3 13-12-2012 12:13:3013-12-2012 12:13:30
ATM
Vlasweg 12,
4782 PW Moerdijk
www.atmmoerdijk.nl
Tel: 0168-389289
Fax: 0168-389270
Contactpersonen:
Rick Leerink (06-53698983)
& Ron van Verk (06-51124004)
Dé afvalverwerkerVerwerker van:
Industrieel afvalwater
Oliehoudend afval
Brandstofresten
Chemisch afval
Ook verwerker van:
Verontreinigde grond en TAG
1200935_sc_fc_1-52.pdf 41200935_sc_fc_1-52.pdf 4 13-12-2012 12:13:3413-12-2012 12:13:34
INHOUDOpinie Inzichten voor een brug naar de toekomst
Agenda
NIEUWSOnderwijsEnergie en klimaat EconomieActueel
ACHTERGRONDEuropaInterview Ben Bot
VeiligheidDCMR klaar voor coordinerende taak BRZO-
RUD’s
WetenswaardigBiologisch strooizout beschikbaar
BiobrandstofBiobrandstof uit algen blijft toekomstmuziek
OnderhoudHuntsman vindt kritische inspectie een
zegen
HoogleraarMaaike Kroon, hoogleraar scheidingstechno-
logie
UitgelichtTU Delft en BE-Basic openen kantoor in Bra-
zilië
UitbreidingKolb Moerdijk neemt vierde reactor in
gebruik
StarterElemetal wint koper terug uit huisvuilas
OnderzoekImago Nederlandse chemie: meer voor- dan
nadelen
BedrijvenColumn hoofdredacteurMensen Volgende maand Colofon
Opschaling biobrand-
stofproductie uit algen
lijkt vooralsnog kans-
loos
Hoogleraar Maaike
Kroon is op zoek naar
renewable solvents
Kolb profiteert van
vraag naar alkoxylaten
en oppervlakte-actieve
stoffen
28
34
40
44
Hoe denken Europeanen
over de chemische
industrie inhun land?
7
7
9111315
18
22
26
28
32
34
38
40
42
44
4949505050
12 | 13 december | 2012
december 2012 Chemie magazine 5
1200935_sc_fc_1-52.pdf 51200935_sc_fc_1-52.pdf 5 13-12-2012 12:13:3713-12-2012 12:13:37
Advies- en ingenieursbureau
Altijd een oplossing verder
Economie, veiligheid, of win-win?
dhv.nl
Hoe manage je risico’s op het gebied van milieuen veiligheid binnen een bedrijf? Welke maat-regelen neem je zodat er veilig gewerkt kan worden? Wat zijn effectieve milieumaatregelen? En dragen Europese Richtlijnen echt bij aan een verbetering van de veiligheid in Nederland?
Milieu en Veiligheid Industrie van DHV buigt zichover deze en nog veel meer vragen. De adviseurskennen de brandstoffenbranche, ze spreken detaal en opereren gemakkelijk in het krachtenveld tussen bedrijf en belanghebbenden. Daarbij wordt bewezen dat innovatie en samenwerking leidt tot vooruitstrevende win-win oplossingen.
De adviesdiensten bestaan o.a. uit:• Ondersteunen bij vergunningsaanvragen,
beoordelen van vergunningsvoorschriften;• Ondersteunen bij ruimtelijke ordeningsvraag-
stukken (bestemmingsplannen en vestigings-plaatsonderzoek);
• Ondersteuning en advies bij diverse veiligheids-vraagstukken (BRZO, A(RI&E), PGS, ATEX, etc);
• Uitvoeren van onderzoeken op het gebied van water, geluid, energie, geur en bodem;
• Verbeteren van de veiligheidscultuur;• Opzetten en invoeren van management-
systemen (kwaliteit, Arbo, milieu en veiligheid).
DHV doet dat al 90 jaar.
Meer weten?DHV B.V.Milieu & Veiligheid – IndustrieLaan 1914 nr. 353818 EX Amersfoortwww.dhv.nl/mviwww.dhv.nl/mkb-deskTel (033) 468 32 66
1200935_sc_fc_1-52.pdf 61200935_sc_fc_1-52.pdf 6 13-12-2012 12:13:4013-12-2012 12:13:40
VoorwoordVoorwoord
it is het laatste nummer van Chemie Magazine van 2012. Nog
even en het is 2013. Het jaar 2012 heeft ons veel nieuwe inzich-
ten gebracht. Het beeld van de toekomst van de chemie in
Nederland kreeg met de totstandkoming van de Visie 2030-
2050 duidelijke contouren: ondanks de stormachtige groei van
de sector buiten Europa liggen er ook in Europa volop kansen. Sterker
nog, we hebben geconcludeerd dat de chemie als industry of industries
essentieel is voor een vitale maakindustrie in Europa en voor het vinden
van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op onder meer het
gebied van energie, klimaat en vergrijzing. We maakten met de Route-
kaart Chemie 2012-2030 tastbaar hoe we onze bijdrage aan de oplossing
van het energie- en klimaatprobleem in praktijk kunnen brengen.
Tegelijk hebben we vastgesteld dat de potentie van onze sector alleen tot
zijn recht komt als aan een aantal concreet benoemde randvoorwaarden
wordt voldaan. Randvoorwaarden die het mogelijk maken dat de concur-
rentiekracht van de industrie intact blijft. Randvoorwaarden die bedrijven
voldoende vertrouwen geven om te blijven innoveren en investeren. Want
voor een industrie als de onze zijn innovaties en investeringen de brug
naar de toekomst. Kijkend naar de cijfers constateerden we ook dat het
huidig investeringsniveau ons niet brengt waar we willen komen, en dat
daar onder de huidige randvoorwaarden geen verbetering in te verwach-
ten valt. Een inzicht dat ons bewoog om eind november de alarmbel te
luiden (zie onder meer Het Financieele Dagblad van 30 november en pagina d
13 in dit Chemie Magazine).
Wat betekenen al die nieuwe inzichten nu voor 2013? Wat mij betreft bete-
kenen ze een extra motivatie om gericht ons plan te trekken. We weten
wat ons nu te doen staat; op het gebied van innovaties en investeringen,
maar ook op het gebied van veiligheid, igheid, ti l lloperational excellennce den andere
randvoorwaarden. Met een kabiinet dat bruggen
wil slaan moet het mogelijk zijn om ook voor
de chemie de brug naar de toekoomst te
bouwen.
Ik wens u heel fi jne feestdagen een veel
inspiratie en refl ectie, zodat we in 2013
onze nieuw verworven inzichtenn gezamen-
lijk ten goede kunnen aanwendeenen.
D
AGENDA7 februariPraktijkdag Bio-energie
Amsterdam Arena
14 maartThe Chemical Conference 2013
De Fabrique, Utrecht
VNCI17 december SusChem NL
VNCI, Den Haag
19 decemberBG Veiligheid, Gezondheid en Milieu
Styron, Terneuzen
17 januariWG Energie en Klimaat
Novotel, Breda
25 januariBG Communicatie
Locatie nog nader te bepalen
31 januari Regiegroep Chemie
Academiegebouw, Utrecht
12 februariVNCI Advocacy Team
VNCI, Den Haag
Meer agenda: www.vnci.nl
VNCI-directeur Colette Alma
BRUG NAAR DE TOEKOMST
december 2012 Chemie magazine 7
1200935_sc_fc_1-52.pdf 71200935_sc_fc_1-52.pdf 7 13-12-2012 12:13:4313-12-2012 12:13:43
M+W Process AutomationA Company of the M+W GroupKorte Huifakkerstraat 32 4815 PS Breda, The NetherlandsPhone +31 (0) 76 / 5 87 67 38www.nld.pa.mwgroup.net
M+W Process Automation NVA Company of the M+W GroupSchaarbeekstraat 23C9120 Melsele, BelgiumPhone +32 (0) 3 / 7 10 99 70www.bel.pa.mwgroup.net
M+W Process Automation NVA Company of the M+W GroupAvenue Fleming 121300 Wavre, BelgiumPhone +32 (0) 10 / 39 01 80www.bel.pa.mwgroup.net
Automation. Solutions. Competence.
+25 years experience in Automation Chemical Processes
Vendor independent DCS/PLC system integrator
Safety loop engineering (TÜV)
High performance HMI expertise
…
Just one of numerous projects realized by M+W over the last 25 years. Globally. Across all sectors of the Process Industry.
Fully automated by M+W M+W stands for
De arbeidshygiënist richt zich op risico’s die op langere termijn tot letsel of schade kunnen leiden.
Hiermee is de arbeidshygiënist een belangrijke deskundige binnen het arbogebied. PHOV biedt
daarom, naast de opleiding Hogere Veiligheidskunde, nu ook de opleiding Arbeidshygïene aan.
Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit
• Docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied
• Praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf
• Waardevol netwerk van docenten, mentoren en medecursisten
• HVK’ers kunnen in een verkort traject de Specialisatie Arbeidshygiëne volgen
• Met ruim 20 jaar ervaring in de veiligheidskunde is de kwaliteit gewaarborgd
De opleiding Arbeidshygiëne start op
30 januari 2013, avondopleiding, vaste lesavond is woensdag
9 april 2013, middag-avondopleiding, vaste lesdag is dinsdag
6 juni 2013, Specialisatie Arbeidshygiëne voor HVK’ers, avondopleiding, vaste lesavond is donderdag
Schrijf je nu in op www.phov.nl
Gezondheidsrisico’s op lange termijn beheersen?
Volg dan nu de opleiding Arbeidshygiëne!
NIEUW
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | [email protected]
1200935_sc_fc_1-52.pdf 81200935_sc_fc_1-52.pdf 8 13-12-2012 12:13:4513-12-2012 12:13:45
JURY IS LOVENDKNCV-jurylid Jan Apotheker vindt het ‘ongelooflijk’ wat
Merel met haar enthousiasme weet te bereiken. “Ze
brengt scheikunde tot leven en laat zien hoe de chemie-
sector werkt. Het gros van haar leerlingen haalt hoge
punten.” Apotheker is lovend over haar manier van wer-
ken: “Zij sluit daarmee naadloos aan op de vernieuwingen
in het bèta-onderwijs per 2013. Docenten moeten leerlin-
gen nieuwsgierig maken door de lesstof in een praktische
context te plaatsen.”
OOnderwijsnderwijs
“ SCHEIKUNDE IS ECHT NIET ZO’N MOEILIJK VAK”Tweederde van de leerlingen van scheikundedocenteMerel Hoogvliet haalt een acht of hoger voor het havo-examen. Als geen ander weet zij haar leerlingen bij deles te houden. De Koninklijke Nederlandse ChemischeVereniging bekroonde haar tot ‘GoudenVV Docent 2012’.
Tekst: Marloes Hooimeijer
Merel Hoogvliet is ‘Gouden Docent 2012’
“Ik zit nog met een leerling in gesprek. Kunt u mij over vijf
minuten terugbellen?”, vraagt scheikundedocente Merel
Hoogvliet als zij Chemie Magazine aan de lijn heeft. Het
typeert de 35-jarige docente van het Regius College in
Schagen: leerlingen gaan voor. De Koninklijke Nederlandse
Chemische Vereniging (KNCV) benoemde haar begin
november tot ‘Gouden Docent 2012’.
Hoogvliet: “Ik zal mijn leerlingen altijd stimuleren om het
beste uit zichzelf te halen. Bij ons op school zetten zij de
eerste stappen naar hun toekomst. Ik doe gewoon mijn
werk, maar blijkbaar is dat bijzonder.” En dat is het: twee-
derde van haar leerlingen haalde afgelopen jaar een acht of
hoger voor het havo-eindexamen. Bijna al haar leerlingen
scoorden een zeven of hoger.
KwartetMet haar eigen kwartetspel haalt Hoogvliet bedrijven als
Philips, Shell en Tata Steel de klas binnen. “Ieder bedrijf
vormt een kwartet. Spelenderwijs leren de 3-havo-leerlin-
gen wat voor banen die bedrijven te bieden hebben en welke
vakken en profielen ze daarvoor nodig hebben.” Ze organi-
seert ook jaarlijks de Energieweek voor 4-vwo-leerlingen.
“Dan gaan we langs bij Tata Steel om te kijken hoe dat
bedrijf met energie omgaat. Verder maken de leerlingen
zonnecellen en voeren zij een energiedebat.”
De truc is volgens haar om op een speelse manier de aan-
dacht te trekken. “Met een periodiek systeem van fruit laat
ik leerlingen dezelfde euforie voelen die uitvinder Mendele-
jev ooit voelde. Of ik leg aan de hand van Magnum-ijsjes uit
waarom mengsels zo belangrijk zijn; dat de verfijnde olie-
druppels het ijsje zo lekker romig maken.”
Examentraining“Scheikunde is echt niet zo’n moeilijk vak”, zegt Hoogvliet
met volle overtuiging, “zolang je de logica en gedachtegan-
gen erachter maar goed uitlegt.” De jury prijst haar voor de
examentraining die zij verzorgt voor 5-havo-leerlingen. “In
twee dagen lopen we de hele examenstof door. Ze gaan
murw de deur uit en willen mij voorlopig niet meer zien,
maar ze weten hun vier wel om te zetten in een voldoende.
Voor al mijn leerlingen geldt dat de punten omhoog schie-
ten als ze de logica van de stof kennen, de logica van de
vragen inzien en netjes werken.”
De inspanningen van Hoogvliet leveren niet alleen hogere
cijfers op, ze weet sommige leerlingen ook te interesseren
voor een chemiestudie. “In zowel mijn havo- als vwo-groep
overwegen twee leerlingen om voor chemie te kiezen. Dat
is veel. Soms moet ik mezelf afremmen: mijn leerlingen
moeten niet voor chemie kiezen omdat ik zo enthousiast
over het vak ben, maar omdat ze het zelf willen en kunnen.”
p
Merel Hoogvliet is
Gouden Docent 2012
omdat zij chemie tot
leven brengt.
december 2012 Chemie magazine 9
1200935_sc_fc_1-52.pdf 91200935_sc_fc_1-52.pdf 9 13-12-2012 12:13:4913-12-2012 12:13:49
OUR PROFESSION
Want to focus on your profession?
Safety is
vandenAnker.com
Steeds meer moderne bedrijven in de industriële sector werken met gevaarlijke
producten en chemische stoffen. De sector ziet zich geconfronteerd met steeds
stringentere wettelijke eisen die in de bedrijfsvoering de nodige aandacht
vergen. De opslag en distributie van deze stoffen brengen risico’s en forse
investeringen met zich mee. Wanneer u niet de vereiste kennis in huis heeft
of liever de ‘focus on your profession’ legt, is uitbesteden een voor de hand
liggende keuze. Safety is our profession. Wij leveren de specialist die u de
zekerheid geeft die nodig is. In Van den Anker vindt u een partner die uw
vertrouwen waarmaakt. Naast onze logistieke diensten biedt ons transport- en
kennisnetwerk u grote voordelen.
1200935_sc_fc_1-52.pdf 101200935_sc_fc_1-52.pdf 10 13-12-2012 12:13:5113-12-2012 12:13:51
Het emissiehandelssysteem ETS kanvoor de chemische industrie tot 80.000euro per medewerker kosten, groten-deels veroorzaakt door de extra ETS-kosten die elektriciteitsbedrijven doorbe-rekenen. Nederlandse chemiebedrijvenmoeten deze indirecte kosten gecompen-seerd kunnen krijgen, zo luidt de conclu-sie van het VNCI-onderzoek naar de effecten van ETS op de bedrijfsvoering.Tekst: Inge Janse
Het onderzoek maakt duidelijk dat
chemiebedrijven gemiddeld 7 pro-
cent minder emissierechten krijgen
dan dat zij nodig hebben. Tellen zij de indi-
recte uitstoot van elektriciteitsleveran-
ciers - die doorberekend wordt in de
stroomprijs - hierbij op, dan stijgt het per-
centage naar 28. Bij een prijs per emissie-
recht van 30 euro betekent dit een gemid-
delde kostenpost van 2,7 miljoen euro per
installatie, wat omgerekend neerkomt op
8000 euro per medewerker.
De VNCI pleit er daarom al lange tijd bij de
Nederlandse overheid voor om de indi-
recte ETS-kosten te laten compenseren.
“Het is van cruciaal belang dat Nederland
de mogelijkheden voor compensatie ten
volle benut”, stelt Reinier Gerrits, speer-
puntmanager Energie en Klimaat. ”Duits-
land, Frankrijk en Engeland hebben name-
lijk al aangegeven dit te zullen doen.
Zonder compensatie wordt het gelijke
speelveld voor Nederlandse bedrijven ook
in Europa ernstig geschaad.”
UitschietersHet onderzoek laat ook uitschieters zien.
Zo komt bij de 25 procent bedrijven met de
hoogste ETS-kosten de meerprijs neer op
80.000 euro per medewerker, voor twee-
derde veroorzaakt door de indirecte ETS-
kosten die elektriciteitsleveranciers door-
berekenen. De kosten die deze bedrijven
maken om CO2 te mogen uitstoten, snoe-
pen gemiddeld 28 procent van de winst op.
De helft daarvan komt voort uit doorbere-
kende ETS-kosten van energiebedrijven.
Hoewel de prijzen voor emissierechten
momenteel nog ver onder de 30 euro lig-
gen, zijn de extra kosten voor ETS ook nu
al fors. Bovendien is de Europese Com-
missie van plan om de emissierechten
duurder te maken door schaarste te creë-
ren en kunstmatig de prijs te verhogen. De
VNCI heeft daarom de conclusies van het
rapport onder de aandacht gebracht van
minister Kamp van Economische Zaken.
De vereniging merkt daarbij op dat het niet
gaat om subsidie van de industrie, maar
om teruggave van niet-vermijdbare kosten
die de industrie op indirecte wijze via de
energierekening aan de staat betaalt. p
Energie en klimaat
KOSTEN ETS TOT 80.000 EURO PER MEDEWERKER
EMISSIEHANDELS-SYSTEEM ETSHet CO2-handelssysteem is ervoor
bedoeld om bedrijven energiezuini-
ger te laten opereren. Elk bedrijf
krijgt een beperkt aantal rechten
om CO2 uit te stoten. Heeft het
bedrijf er meer nodig, dan kan het
deze kopen. Door steeds minder
rechten uit te geven én de kosten
hiervan te verhogen, hoopt de
Europese Unie dat bedrijven kiezen
voor het alternatief: investeren in
zuinigere bedrijfsvoering met mini-
male CO2-uitstoot, zodat er über-
haupt geen extra rechten nodig zijn.
Mondiaal opererende sectoren
zoals de chemie zijn het eens met
de doelstelling, maar zetten vraag-
tekens bij het instrument. ETS
zorgt voor een ongelijk speelveld:
bedrijven buiten Europa maken
geen of lagere kosten voor hun
CO2-uitstoot, waardoor zij hun pro-
ducten goedkoper in de markt kun-
nen zetten. De Europese maakin-
dustrie waarschuwt geregeld voor
het gevaar dat bedrijven hun activi-
teiten naar landen buiten Europa
verplaatsen, om daar te profiteren
van de gunstige CO2-positie.
Het rapport ‘Kosten van emissiehan-
del (EU-ETS) voor chemiebedrijven in
Nederland’ is te downloaden op: www.
vnci.nl/Files/vnci-kosten-ets-2012.pdf
december 2012 Chemie magazine 11
FO
TO
: SH
UT
TE
RS
TO
CK
1200935_sc_fc_1-52.pdf 111200935_sc_fc_1-52.pdf 11 13-12-2012 12:13:5713-12-2012 12:13:57
monsterverpakkingen
dozen, standaard maten
dozen, op maat
4GV-dozen
medische verpakkingen
transportbakken
jerrycans
blikken
vaten
palletboxen
fl essen
zakken
Douglassingel 25 Schiphol-Rijk | The Netherlands | +31 (0)20 3540787 | [email protected]
www.carepack.nl
GEVAARLIJK GOED VERPAKT?!CarePack Holland heeft het grootste assortimentUN-gekeurde verpakkingen voor gevaarlijke stoffen.
Transportservice van huis uit
Internationaal Transportbedrijf
L. van der Lee en Zonen B.V.
T (015) 213 59 11
I www.vanderlee.nl
1200935_sc_fc_1-52.pdf 121200935_sc_fc_1-52.pdf 12 13-12-2012 12:13:5913-12-2012 12:13:59
FO
TO
: SH
UT
TE
RS
TO
CK
De chemische industrie in Nederland had dit jaar een goede start, maar de laatste maanden van 2012 laten een verslechtering zien. De VNCI verwacht dat die tendens zich doorzet in 2013.
D e eerste drie kwartalen van 2012
liet de chemische industrie in
Nederland een productiegroei zien
van bijna 5 procent en een omzetgroei
van 7 procent (ten opzichte van de eerste
drie kwartalen van 2011). De laatste
maanden van 2012 laten echter een ver-
slechtering zien, waardoor de omzetgroei
over heel 2012 naar verwachting 6 pro-
cent en de productiegroei bijna 4 procent
zal zijn. De verslechtering zet volgens de
VNCI door in 2013.
Door de achterblijvende economische
ontwikkeling in Europa neemt de bereid-
heid van chemiemultinationals om pro-
ductie- of innovatiefaciliteiten uit te brei-
den af. Bedrijven anticiperen op de
verslechterde vooruitzichten met reorga-
nisaties en aanzienlijke afschrijvingen.
Ook de hoge energie- en grondstofprijzen
spelen de industrie parten.
De VNCI wijst erop dat het investerings-
niveau in Nederland te laag is om de
noodzakelijke vernieuwing in de industrie
te bewerkstelligen. De verwachting is dat
het investeringsniveau voor 2013 22 pro-
cent lager zal liggen dan in 2012, zo blijkt
uit CBS-cijfers. In 2010 en 2011 werd er
gemiddeld één miljard geïnvesteerd in de
industrie, terwijl het investeringsvolume
volgens de VNCI structureel twee keer zo
hoog zou moeten zijn.
Economie
“SPEEL IN OP BEHOEFTEN AZIË EN MIDDEN-OOSTEN”Over drie jaar zijn 14 van
de 43 Europese petroche-
mische fabrieken niet meer
winstgevend, wat leidt tot
26 procent capaciteits-
vermindering, voorspelt
Roland Berger Strategy
Consultants. Tegelijkertijd
worden in Azië en het
Midden-Oosten nieuwe
state-of-the-art-installa-
ties gebouwd met een
enorme capaciteit. Experts
van Roland Berger advise-
ren Europese chemiebe-
drijven daarom om -
gebruikmakend van hun
technologische expertise
en marktkennis - toegang
te krijgen tot de goedko-
pere grondstoffen en groei-
markten buiten Europa. Dat
kan volgens Tijo Collot
d’Escury van Roland
Berger op drie manieren:
“Door uit te breiden naar
die regio’s, door Aziatische
bedrijven over te nemen
óf door samen te werken
met lokale partijen die
behoefte hebben aan tech-
nologische en bestuurlijke
deskundigheid.”
De petrochemische markt
groeit in China tot 2015 met
ongeveer 6 procent per jaar
en in het Midden-Oosten
met 11 procent. “Beide
regio’s zullen blijven inves-
teren in deze dynamische
sector”, stelt Collot
d’Escury. “In China ont-
breekt het echter veel
bedrijven aan kennis en
bestuurlijke deskundigheid
om optimaal aan de binnen-
landse vraag te kunnen
voldoen. De regering sti-
muleert lokale partijen
daarom samen te werken
met Amerikaanse en Euro-
pese chemiebedrijven.”
In de VS leveren de lage
grondstof- en energieprij-
zen door de grootschalige
schaliegaswinning Ameri-
kaanse raffi naderijen een
concurrentievoordeel op.
Toch blijven de Ameri-
kaanse groeicijfers volgens
Roland Berger achter op de
opkomende economieën.
Dus richten veel Ameri-
kaanse bedrijven hun pijlen
op Azië en Latijns-Amerika.
SchaliegasIn het Midden-Oosten en de BRIC-landen
(Brazilië, Rusland, India en China) groeit
de productiecapaciteit. In de VS heeft de
beschikbaarheid van schaliegas geleid tot
een lagere energieprijs en een revival van
de chemische industrie. Er wordt veel
geïnvesteerd in de basischemie. Om
Nederland aantrekkelijker te maken als
investeringsland pleit de chemische indu-
strie voor een consistent overheidsbeleid
op Europees en landelijk niveau voor
grondstoffen, innovatie en veiligheid.
“Nederland betaalt een veelvoud voor gas
in vergelijking met de prijs die de VS
betaalt”, zegt VNCI-voorzitter Werner
Fuhrmann. “Dat is een nieuwe werkelijk-
heid waarmee wij rekening moeten hou-
den. Hoewel Nederland eigen goedkoop
winbaar gas heeft, hebben Nederlandse
bedrijven geen toegang tot gas tegen op de
wereldmarkt concurrerende prijzen. Daar
moeten we een oplossing voor vinden.”
Chemie in Nederland: vooruitzichten verslechteren
INVESTERINGEN BLIJVEN ACHTER
december 2012 Chemie magazine 13
1200935_sc_fc_1-52.pdf 131200935_sc_fc_1-52.pdf 13 13-12-2012 12:14:0413-12-2012 12:14:04
Voedingssystemen voor mengers :AZO • betrouwbaar
• nauwkeurig• economisch
Bedrijfszekere en economische oplossingenvoor de automatisering van uw grondstoffff enen processen.
Automatischefficiënt
Optimaalvoeden vanmengers enprocessen
www.azo.be
AZO N.V.VVKatwilgweg 15B-2050 AntwerpenTeTT l. : +32-3-250 16 00Fax : +32-3-252 90 02
Enorm bedankt voor het
vertrouwen dat u ons gaf in 2012!
Wij zorgen dat u ook in 2013
weer goed zit @ CheckMark
The better match in Chemistry & Life Sciences Jobs
w w w . c h e c k m a r k . n l
Ve s t i g i n g G o u d aTel: (0182) 590 210
Vestiging HoogvlietTel: (010) 231 09 75
Sven HemminkAlgemeen directeur
1200935_sc_fc_1-52.pdf 141200935_sc_fc_1-52.pdf 14 13-12-2012 12:14:0713-12-2012 12:14:07
ActueelActueel
Ongeveer 5000 euro per jaar perstudent, wat tijd en faciliteiten, dat is de investering die wordtgevraagd van bedrijven die mee willen doen aan de Topsector Che-miebeurs. De initiatiefnemers,waaronder de VNCI en de Regiegroep Chemie, zoeken che-miebedrijven die topstudentendoor een studiebeurs aan de che-miesector willen verbinden.
In een notendop houdt de Top-
sector Chemiebeurs in dat een
select aantal uitmuntende che-
miestudenten een extra studie-
beurs van 500 euro per maand ont-
vangt. Bovendien krijgen zij een
extra honoursprogramma aan de
universiteit met veel praktijkerva-
ring en een stage bij het bedrijf dat
de beurs betaalt. Met deze beurs
hoopt de chemische industrie het
aantal chemiestudenten te vergro-
ten en het streven naar excellentie
te verhogen. De chemiebedrijven
die de beurzen betalen komen
direct in contact met de beste che-
miestudenten, misschien toekom-
stige werknemers. De studenten
ervaren vanaf het eerste jaar hoe
chemiebedrijven werken.
In het studiejaar 2012-2013 is een
pilot gestart op de Universiteit
Utrecht. Het resultaat: 50 procent
meer inschrijvingen en vijf gemoti-
veerde studenten die gesponsord
worden door AkzoNobel, Teijin Ara-
mid, Sachem, Van Wijhe Verf en
Synbra. De Topsector Chemiebeurs
wordt vanaf 2013 landelijk uitgerold
op alle universiteiten met een che-
miestudie. Excellente hbo-studen-
ten en afgestudeerde masters kun-
nen gebruik blijven maken van een
specialisatiebeurs voor analytische
chemie.
Het doel van het beurzensysteem is
om de chemie-industrie te positio-
neren als een sector die volop
werkgelegenheid biedt aan crea-
tieve en innovatieve topstudenten.
Ook helpt de beurs om de aanslui-
ting tussen studie en werk te verbe-
teren. Daarnaast vinden industrie
en universiteiten dit initiatief nood-
zakelijk om het verwachte tekort
aan bèta’s en technici terug te drin-
gen. De industrie heeft toptalent
nodig om de ambities van de che-
miesector te realiseren, zoals de
beoogde positie in de wereldwijde
top-3 van slimme materialen in
2050. p
Inschrijven kan via: www.vnci.nl/
werk/topsector-chemiebeurs.aspx.
VNCI ZOEKT BEDRIJVEN VOOR CHEMIEBEURS
De eerste vijf studenten ontvingen een studiebeurs van
AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe Verf en Synbra.
CHEMIEBEDRIJVEN VOORTAAN ONDER ACTIVITEITENBESLUIT Een recent gepubliceerde wijziging in hetActiviteitenbesluit kan grote gevolgen heb-ben voor veel chemiebedrijven. Het is voorhet eerst dat alle chemiebedrijven aan ditbesluit moeten voldoen. De VNCI hoopt datde overheid praktisch omgaat met de uit-voering van de zeer gedetailleerde setalgemene milieuregels voor bedrijven.
Om het belang van de wijziging van het
Activiteitenbesluit te begrijpen is er
eerst een korte geschiedenisles
nodig. Sinds 1996 vallen industriële instal-
laties (zoals chemiebedrijven) onder de
Europese IPPC-richtlijn (Integrated Pollution
Prevention and Control). Deze richtlijn is
bedoeld om de uitstoot (bijvoorbeeld van
broeikasgas) naar water, lucht en bodem
van onder meer chemiebedrijven te regule-
ren.
Deze regelgeving is op 6 januari 2011 vervan-
gen door de Industrial Emissions Directive,
kortweg IED, waarna lidstaten twee jaar de
tijd kregen om deze regels in de nationale
wetgeving door te voeren. In Nederland is dit
onder andere gedaan door de emissie-eisen
van de IED op te nemen in het Activiteitenbe-
sluit, en halverwege november zijn de gewij-
zigde onderdelen van dit besluit gepubli-
ceerd.
Het vernieuwende is dat bedrijven die voor-
heen onder de IPPC-richtlijn vielen, nu
onder het Activeitenbesluit vallen. Dit bete-
kent dat deze IPPC-bedrijven niet alleen
rekening moeten houden met de regels voor
emissies, maar ook met de andere regels
van het zeer omvangrijke Activiteitenbesluit,
wat veel extra werk met zich meebrengt.
Hoewel de VNCI begrijpt dat de Nederlandse
overheid wetgeving zo veel mogelijk in alge-
mene regels wil uitvoeren, vreest zij dat het
Activiteitenbesluit de lasten voor chemiebe-
drijven niet vermindert. In de huidige situatie
is er sprake van een integrale benadering:
alle milieuaspecten van chemiebedrijven
worden bekeken, en op basis daarvan wordt
maatwerk geleverd. Zij hoopt daarom dat de
overheid praktisch omgaat met het nieuwe
beleid en oog heeft voor het voor de chemie
noodzakelijke maatwerk.
Tegelijkertijd met de opname van de IED in
het Activiteitenbesluit zijn ook alle emissie-
regels voor stookinstallaties in dit besluit
opgenomen. Chemiebedrijven die lid zijn van
de VNCI krijgen uitgebreide informatie over
deze wijzigingen. p
december 2012 Chemie magazine 15
1200935_sc_fc_1-52.pdf 151200935_sc_fc_1-52.pdf 15 13-12-2012 12:14:1213-12-2012 12:14:12
De chemische industrie gaat tot
2030 de uitstoot van broeikasgas-
sen met 40 procent reduceren ten
opzichte van 2005. Die ambitie staat
beschreven in de ‘Routekaart Chemie
2030’, die de VNCI op 9 november aan-
bood aan het ministerie van Economi-
sche Zaken. De routekaart toont welke
initiatieven bedrijven uit de sector al
hebben genomen, welke ze nog oppak-
ken, en hoeveel ze bijdragen aan ver-
mindering van de emissie van broeikas-
gassen. De chemiesector is overtuigd
van zijn sleutelrol in het proces naar
verdere CO2-vermindering in onze
samenleving en wil die rol waarmaken.
p
Meer informatie: www.routekaartchemie.nl
Bayer MaterialScience heeft in samenwerking met de Technische Universiteit Aken (RWTH) en het CAT Catalytic Center Bayer een katalysator ontwikkeld die het mogelijk maakt om CO2 als grondstof te gebruiken voor de productie van polyurethaan. Po-lyurethaan kan dienen als pur-schuim voor isolatie in de bouw en voor het maken van matrassen.
“Het is een droom van de che-
micus om CO2 te laten rea-
geren”, zei Christoph Gürt-
ler vorig jaar. Gürtler is leider van
het Dream Productions-project van
Bayer MaterialScience. Die droom
is nu uitgekomen. Bayer heeft in
Leverkusen een pilotplant in
gebruik genomen die volgens het
bedrijf voor het eerst op grotere
schaal CO2 hergebruikt, dankzij
een katalysator. De C02 is afkom-
stig van de nabijgelegen bruin-
koolcentrale Niederaussem,
eigendom van energieproducent
RWE, die partner is in het project.
De pilotplant produceert poly-
ether polycarbonate polyols
(PPP’s), een grondstof voor poly-
urethaan. De capaciteit bedraagt
vooralsnog enkele kilo’s, maar
Bayer verwacht het proces verder
te kunnen opschalen en in 2015 te
kunnen starten met de commerci-
ele productie van op CO2 geba-
seerde plastics. Uit de eerste tes-
ten is gebleken dat het schuim
vergelijkbare eigenschappen
heeft als het conventionele pro-
duct, dat aardolie als basis heeft.
p
MINDER ZWAVELEMISSIE OP NOORDZEE DOOR GASTANKERSSABIC heeft als eerste chemieconcern terwereld opdracht gegeven voor de bouwvan zeegaande gastankers die wordenaangedreven door motoren op aardgas(LNG). Hiermee loopt SABIC vooruit op deEuropese wetgeving die tegen 2015 deemissie van zwavel door schepen op deNoordzee drastisch moet verminderen.
Overstappen op brandstoffen die
milieuvriendelijker zijn dan traditio-
nele diesel, zoals LNG, is één van de
mogelijkheden om aan de toekomstige
wetgeving te voldoen. Schepen die worden
aangedreven door motoren op aardgas
stoten geen zwavel uit. Daarnaast is de
uitstoot van kooldioxide tot 20 procent min-
der dan met diesel als brandstof, en de
uitstoot van NOx is bijna 90 procent min-
der. Naast de milieuvoordelen is het ook
een voordeel voor SABIC dat de prijs van
LNG niet gekoppeld is aan de prijs van
ruwe olie.
De twee gastankers die SABIC bij de
Nederlandse rederij Anthony Veder heeft
besteld, worden ingezet om olefine te ver-
voeren van Teesside in Engeland naar
havens in Noordwest-Europa en Scandina-
vië. De Anthony Veder Groep beheert een
vloot van gastankers voor het transport
van petrochemische producten, vloeibaar
petroleumgas, aardgas, ammoniakgas en
kooldioxide. De twee gastankers komen
begin 2014 in de vaart.p
Supersnelle en zuinige tanker van Anthony
Veder voor short-sea transport.
AMBITIE CHEMIE: 40% MINDER BROEIKASGAS IN 2030
V.l.n.r.: Chris Buijink, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken,
Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie en voorzitter van de Regie-
groep Chemie, Colette Alma, directeur van de VNCI, en Reinier Gerrits, VNCI-speer-
puntmanager Energie en Klimaat.
FO
TO
:A
NT
HO
NY
VE
DE
RF
OT
O:
CA
SP
ER
RIL
A
FO
TO
:B
AY
ER
BAYER STOPT CO2 IN MATRAS
De pilotplant in Leverkusen.
16 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 161200935_sc_fc_1-52.pdf 16 13-12-2012 12:14:1513-12-2012 12:14:15
Meer actueel nieuws
op www.vnci.nl en in de
wekelijkse gratis Chemie
nieuwsbrief (meld je aan
via de site).
ActueelActueel
Binnen de procesindustrie is Dow Benelux in Terneuzen het beste in staat om vrouwelijke werknemers te werven en te binden. Tijdens de tweede Femme Tech Dag kreeg het bedrijf voor deze prestatie de Femme Tech Award uitge-reikt.
De jury prees Dow Benelux als voorbeeld
voor de branche, met name vanwege de
dual career-aanpak. Die aanpak houdt in
dat Dow zich niet uitsluitend op de nieuwe mede-
werkster richt, maar ook op de eventuele part-
ner, die vaak eveneens een volwaardige carrière
heeft. Om de overgang voor de partner zo goed
mogelijk te ondersteunen en soepel te laten ver-
lopen, biedt Dow de partner diensten aan op het
gebied van job search (intern en extern), sollicita-
tiebegeleiding, tijdelijke huisvesting en talencur-
sussen.
De jury was er bovendien over te spreken dat
diversiteitsbeleid onderdeel is van de bedrijfs-
strategie en dat Dow Benelux lid is van Jet Net,
het Jongeren en Technologie Netwerk Neder-
land. Jet Net is een samenwerking tussen bedrij-
ven, onderwijs en overheid, met als doel havo- en
vwo-leerlingen een reëel beeld te geven van
technologie en ze te interesseren voor een tech-
nische opleiding. Dow Benelux geeft breed voor-
lichting over de branche, en richt zich specifi ek
op meisjes tijdens Girlsday eny Networking Break-
fast-meetings.
Uit de dertig voorgedragen bedrijven zijn vijftien
genomineerden voor de Femme Tech Award
Dow-medewerksters (v.l.n.r.): Els Van De Velde (Plant
Manager), Annelies Hermans (Improvement Engineer) en
Linda de Groene (Unit Coördinator).
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
heeft drie nieuwe schema’s voor de inspectie van brandbe-
veiligingssystemen gepubliceerd. Ingangsdatum was 1
december 2012. De nieuwe inspectieschema’s gelden voor alle
gebouwen waarin volgens het Bouwbesluit een brandmeldinstal-
latie of ontruimingsalarminstallatie verplicht is, of waarin met
een rookbeheersings- of brandblusinstallatie aan de wetgeving
wordt voldaan.
De nieuwe schema’s zijn ook belangrijk voor de 350 opslagloca-
ties van gevaarlijke stoffen en alle locaties waar consumenten-
vuurwerk wordt verkocht. De drie inspectieschema’s gaan over:
inspectie van de uitgangspunten voor de brandbeveiliging;
inspectie van het ontwerp van een brandbeveiligingsinstallatie; en
inspectie van blussystemen, brandmeldinstallaties, ontruimings-
alarminstallaties en rookbeheersingsinstallaties. De Raad voor
Accreditatie heeft het CCV geaccepteerd als beheerder van de
inspectieschema’s.
De voordelen van de nieuwe inspectieschema’s zijn onder meer
dat ze het inspectieproces transparant maken, er een duidelijk
overzicht is van de informatie die een opdrachtgever aan de
inspectie-instelling moet verstrekken, het bevoegd gezag en de
verzekeraars de inspectierapporten en inspectiecertifi caten
accepteren en dat bij de inspectie rekening wordt gehouden met
eventuele certifi caten van leveranciers voor (onderhoud aan)
brandbeveiligingsinstallaties. p
Meer informatie: www.hetccv.nl/regelingen/inspectie-brandbeveili-
ging/index
gekozen. Zij werden beoordeeld op onder meer
het aantrekken van vrouwen, het benoemen van
vrouwelijke werknemers op technische en leiding-
gevende functies en de deelname aan voorlich-
tingsactiviteiten om meiden en vrouwen te boeien
voor techniek. De andere genomineerden in de
procesindustrie waren BP Raffi naderij Rotterdam,
Janssen Biologics en Hevea/Dunlop Protective
Footwear. Heijmans en Nijdra Group wonnen in
respectievelijk de installatiebranche en de
metaalnijverheid.
Met de Femme Tech Dag wil TechniekTalent.nu,
het samenwerkingsverband van acht technische
branches, het belang van vrouwen op de werk-
vloerr benadrukken. p
DOW BENELUX WINT FEMME TECH AWARD
NIEUWE CCV-SCHEMA’S VOOR INSPECTIE BRANDBEVEILIGING
ÏF
OT
O:
PE
TE
R N
ICO
LA
Ï
ecember 2012 ded Chemmiemieiiemmmmmmmmm mammam gazgazgazzzga iinineineneeninee 17177777
1200935_sc_fc_1-52.pdf 171200935_sc_fc_1-52.pdf 17 13-12-2012 12:14:1813-12-2012 12:14:18
” GEEN ENKELE REDEN VOOR SOMBERHEID OVER EUROPA”
Oud-minister en -diplomaat Ben Bot hekelt stemmingmakerij
18 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 181200935_sc_fc_1-52.pdf 18 13-12-2012 12:14:2213-12-2012 12:14:22
Er ging in 2012 geen dag voorbij zonder - veelal negatief - nieuws uit Europa. De sentimenten: Brussel haalt bevoegdheden bij ons weg en Brussel stuurt ons zuurverdiende geld naar het zonnige zuiden. De Britten dreigden zelfs met opstappen. Maar zo’n vaart zal het volgens oud-minister Ben Bot niet lopen, want we weten heel goed ‘aan welke kant de boterham geboterd is’.Tekst: Jos de Gruiter,
A angewakkerd door eurosceptici als Geert
Wilders vatte in Nederland de afgelopen
jaren de overtuiging post dat ‘Brussel’ wel
erg veel bevoegdheden naar zich toe harkt.
En de geest was helemaal uit de fles toen
bleek dat we de Grieken ‘ontwikkelingshulp’ moesten
verlenen. Eenderde van de Nederlanders zou zelfs uit de
Unie willen stappen, zo peilde Maurice de Hond afgelo-
pen maand. Wankelt het geloof in een verenigd Europa?
Wat betekent het voor de Unie als het draagvlak vermin-
dert? Wat gaan bedrijven daarvan merken? Tijd voor een
gesprek met een man die de Europese ontwikkeling vrij-
wel vanaf het begin professioneel en op ter zake doende
posities heeft gevolgd en heeft meegestuurd: Bernard
(‘Ben’) Bot, minister van Buitenlandse Zaken in twee
kabinetten Balkenende en Permanent Vertegenwoor-
diger bij de Europese Unie van oktober 1992 tot januari
2003. De oud-CDA-bewindsman, oud-ambtenaar en
-diplomaat werkt sinds zijn vertrek uit de politiek als
partner bij lobby- en communicatieadviesbureau Meines
& Partners in Den Haag.
Meneer Bot, voor de oppervlakkige nieuwsvolger gaat het niet goed met Europa. De Europese Unie is het afgelopen jaar langs de rand van de afgrond gegaan en de toekomst ziet er belabberd uit. Klopt dat beeld?“Het is op zijn minst sterk overdreven. De meeste men-
sen weten niet hoe de EU in elkaar zit en denken bij elk
probleem en bij elk schandaaltje dat de hele Unie in
gevaar is. Zo worden de euro en de eurozone vaak ver-
ward met de EU. De Unie telt 27 lidstaten waarvan er 26
nooit over piekeren om ooit het lidmaatschap te beëindi-
gen. Los van het feit dat ze zich dat niet eens kunnen per-
mitteren. De interne markt is zo wezenlijk voor onze eco-
nomische groei en welvaart dat uitstappen zelfmoord is.”
De Britten spelen met hun leven?“Dat de Britten weleens spelen met het idee is omdat de
Britse publieke opinie niet goed op de hoogte is van de
voordelen van aansluiting voor de Britse economie en
omdat ze op die manier extra druk kunnen uitoefenen
op de EU-begroting. Er zit een strategische component
bij. De EU zit solide in elkaar en zal dat blijven.”
Geldt dat ook voor de euro?“De euro is een ander verhaal. Voor een deel loopt het
parallel met het verhaal van de Unie: als je de enorme
stap hebt gezet om een muntunie te vormen, kun je er
wel uitstappen, maar dat gaat je dan buitengewoon veel
geld kosten. Ik heb op verschillende posities en in ver-
schillende functies het hele proces via monetaire unie
naar euro meegemaakt en weet dus hoeveel kosten er
gemoeid waren met het ombouwen van het financiële
systeem. En zeg eerlijk: wie wil terug naar de oude situ-
atie met wisselkoersen, fluctuaties en de noodzaak van
het afdekken van de risico’s die daarmee gemoeid zijn?
Dat brengt geweldige kosten met zich mee voor de
industrie en remt dus de economische ontwikkeling. In
de pers wordt daarover nog wel eens lichtvaardig
geoordeeld. Ik heb sommige journalisten aangeraden
een keer langs De Nederlandsche Bank te gaan en zich
te laten voorrekenen wat uittreding kost.”
Ook als het om Griekenland gaat?“Dat zou geen onoverkomelijke ramp zijn, maar we zijn
40 procent kwijt van het geld dat we beschikbaar heb-
ben gesteld voor hulp aan de Grieken. We staan garant
voor 17 tot 20 miljard, dus je levert 10 miljard in. Als je
dat geen probleem vindt: ga je gang. Maar als Grieken-
land de euro inruilt voor de drachme zal de speculatie
zich richten op Spanje, Portugal en Frankrijk, want de
Politiek
ee
FO
TO
: C
HR
IS B
ON
IS
Ben Bot: “De beeldvorming deugt niet en
wordt slecht gecorrigeerd”.
december 2012 Chemie magazine 19
Politiek
1200935_sc_fc_1-52.pdf 191200935_sc_fc_1-52.pdf 19 13-12-2012 12:14:2613-12-2012 12:14:26
markt ruikt dan bloed en fi nancieel gewin. En we kun-
nen niet alles overeind houden. Het zou dus het einde
van de eurozone betekenen. Er zit dus niets anders op
dan Griekenland voorlopig te blijven steunen.”
Tot nu toe hoorden we dat het ons geen geld ging kosten. Maar inmiddels zijn de voorwaarden versoepeld: het terugbetalen wordt over een langere periode gespreid en de rente op de lening is verlaagd. Dat kost Nederland veertien jaar lang 70 miljoen euro. En CPB-directeur Teulings pleitte onlangs voor volledige kwijtschelding. Moeten we niet eerlijk zeggen dat het die kant op gaat?“De leningen zijn gekoppeld aan de verplichting om te
hervormen. Dat is nog altijd onvoldoende gedaan. Als je
op dit moment zegt dat de schulden niet terugbetaald
hoeven te worden, haal je de stimulans om te hervor-
men weg. Pas als duidelijk is dat er serieus wordt her-
vormd en dat de belastinginning serieus wordt aange-
pakt, zou je kunnen besluiten een deel van de schuld
kwijt te schelden.”
Wordt de Griekse economie niet kapotgemaakt door die harde opstelling?“De economie wordt niet gestimuleerd door het kwijt-
schelden van schuld. Het land heeft geld nodig om niet
failliet te gaan. Als de Grieken hervormen, als iedereen
belasting betaalt, dan moet het mogelijk zijn om de eco-
nomie op peil te brengen. En we hebben wel degelijk oog
voor de noden van het Griekse volk. Om die reden zijn de
voorwaarden van de terugbetalingsregelingen versoe-
peld. Ik blijf zeggen: de ervaring leert dat er niets meer
gebeurt als je te vroeg kwijtscheldt, dus doe dat niet. Ik
vond het dan ook geen handige opmerking van Teulings.
Het is bovendien de vraag of de directeur van het CPB de
aangewezen man is om dit soort uitspraken te doen.”
Het is wel het scenario dat veel mensen vrezen en dat het verzet tegen Brussel en de euro voedt. Eenderde van de Nederlanders wil dat Nederland uit de EU stapt. Is het anti-Europese sentiment een gevaar voor de toe-komst van Europa?“Politici moeten zich positiever uiten over Europa. De
vorige coalitie had niet het lef om tegen Wilders in te
gaan, nu is het gelukkig aan het kenteren. Timmermans
is een man die zeer pro-Europa is. Overigens geeft de
Eurobarometer een vrijwel stabiele voorkeur voor
Europa van zo’n 70 procent aan. De Nederlander weet
heel goed aan welke kant de boterham geboterd is. In
vijf minuten is uit te leggen dat wij onze welvaart voor
70 procent in het buitenland verdienen en daarvan weer
70 procent in landen uit de EU. De helft van ons bruto
nationaal product komt uit Europa. Dat ben je kwijt als
je er uitstapt. De achterblijvende landen nemen je die
stap kwalijk en richten tariefmuren op en alles wat
daarmee samenhangt, zoals wachtende vrachtwagens
voor de grens. Dat leidt ertoe dat bedrijven uit Neder-
land vluchten. De buitenlandse moederbedrijven van de
hier gevestigde chemiefabrieken gaan zich afvragen of
ze wel goed zitten in Nederland. Het is makkelijk om
populistisch iets te roepen, maar ik hoor zelden iemand
de consequenties erbij vertellen.”
Er worden überhaupt weinig cijfers genoemd.“Inderdaad. Ik hoor bijvoorbeeld steeds dat Nederland
de grootste nettobetaler aan de EU is, maar ik lees zel-
den dat de hele EU-begroting een omvang heeft van niet
meer dan één procent van het bruto binnenlands pro-
duct van de EU. Aan ontwikkelingssamenwerking
betaalden wij tot voor kort fl uitend 5 miljard euro, aan
zorg en welzijn geven we momenteel meer dan 90 mil-
jard uit, defensie vraagt bijna 8 miljard en, om het in
perspectief te plaatsen, aan Brussel dragen we jaarlijks
3 miljard af, waarvan een deel terugkomt in de vorm van
landbouwsubsidies en structuurfondsen. De beeldvor-
ming deugt niet en wordt slecht gecorrigeerd.”
Is het alleen beeldvorming of zijn er ook fouten gemaakt? Griekenland toelaten tot de euro bijvoor-beeld, of geen sancties koppelen aan het stabili-teitspact?“Griekenland had niet mogen toetreden tot de euro,
daar heeft Nederland zich ook tegen verzet. We wisten
zogezegd dat we werden gefopt, maar we konden het
“ De helft van ons bruto nationaal product komt uit Europa”
20 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 201200935_sc_fc_1-52.pdf 20 13-12-2012 12:14:3013-12-2012 12:14:30
Politiek
niet bewijzen. En we hebben landen toegelaten met het
idee dat ze onder de hoed van de EU zouden groeien. Ze
zijn wat zwak, werd er gezegd, they cook the books a bit,
maar als ze binnen zijn zul je zien dat ze snel op ons
niveau zitten. Maar niemand had de financiële crisis
voorzien.”
“En wat betreft het stabiliteits- en groeipact, dat EU-
lidstaten verplichtte het financieringstekort niet boven
de 3 procent te laten oplopen en de staatsschuld niet
boven de 60 procent: daaraan waren wel degelijk sanc-
ties gekoppeld, ze zijn alleen nooit geëffectueerd. We
durfden dat niet. En dat was geen enorm probleem
zolang er sprake was van economische groei, maar in
2008 brak de crisis uit en liet de een na de ander de
grenzen van het stabiliteitspact los. De oplossing is nu
gevonden in aanstelling van een commissaris met extra
bevoegdheden om sancties op te leggen en in te grijpen
in de begrotingen van lidstaten. Het is een hele stap dat
zoiets is geaccepteerd, want landen geven in feite de
soevereiniteit over hun begroting op.”
U bent niet van uw stuk te brengen: het Europees fundament is onwrikbaar.“Het is al een geweldige toer dat de interne markt func-
tioneert. Die is voor de industrie van levensbelang. Maar
ook wat andere zaken betreft zie ik geen enkele reden
voor somberheid. Ik heb onlangs voor een groot bedrijf
een toekomstvisie mogen schetsen en ik heb verteld
waarvan ik overtuigd ben: de groeiverwachting van de
BRIC-landen is sterk overtrokken. Brazilië, Rusland,
India en China krijgen net als Japan destijds te maken
met een groeivertraging. De Braziliaanse en Russische
groei is al gehalveerd, India zit er dicht tegenaan en de
Chinese economie groeit met 6 en niet meer met
9 procent per jaar. Het is ook flauwekul dat de VS in
2030 wordt voorbijgestreefd door China. Dat gebeurt
alleen als het groeitempo in een rechte lijn wordt door-
getrokken, maar dat is nooit het geval. De Verenigde
Staten zijn in 2023 de grootste olie- en gasexporteur.
Dat betekent veel voor je groei en economische presen-
tie. Amerika blijft de leading nation en als we de econo-
mieën van de 27 EU-lidstaten bij elkaar nemen, blijft de
EU het grootste economisch blok van de wereld.”
“Niet dat er geen verbeteringen mogelijk zijn. We zijn
nog steeds bezig met het wegwerken van obstakels die
het goed functioneren van de interne markt hinderen.
Lidstaten zijn buitengewoon vindingrijk als het erom
gaat hun eigen belangen te behartigen. Onder de noe-
mer ‘veiligheid’ of ‘gezondheid’ worden maatregelen
genomen die de eigen industrie bevoordelen. Hamburg
werkt verlenging van de Betuwelijn tegen, Nederland en
België ruziën over de Westerschelde. Het Platform
Europa van VNO-NCW, waarvan ik voorzitter ben, ver-
zamelt de knelpunten waartegen branches oplopen en
rapporteert ze elke twee jaar aan de Europese Commis-
sie en aan het Europees Parlement. Het is van groot
belang dat ze uit de weg worden geruimd voor een goed
functioneren van de interne markt en ook, als ik kijk
naar de chemische industrie, om het zogenoemde
ARRRA-cluster (de Antwerp-Rotterdam-Rhine-Ruhr-
Area - red.) uit de Visie 2030-2050 van de VNCI, tot zijn
recht te laten komen. De interne markt is in grote lijnen
een feit, maar er is nog voor tientallen miljarden euro’s
te winnen via het opruimen van obstakels.” p
CV VAN BERNARD BOT (BATAVIA 1937)> Ambtenaar Dienst Buitenlandse Zaken
(1963 tot 1964)> Tweede ambassadesecretaris Permanente Verte-
genwoordiging bij de EG in Brussel (1964 tot 1970)> Eerste ambassaderaad in Buenos Aires
(1970 tot 1973)> Eerste ambassaderaad en hoofd
consulaire afdeling in Oost-Berlijn (1973 tot 1976)
> Ambtenaar ministerie van Buitenlandse Zaken (1976 tot 1982)
> Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger bij de Noord- Atlantische Raad (1982 tot 1986)
> Ambassadeur in Ankara (1986 tot 1989)> Secretaris-generaal ministerie van Buitenlandse
Zaken (1989 tot 1992)> Permanent Vertegenwoordiger bij
de EU in Brussel (1992 tot 2003)> Partner consultancyfirma ‘Praaning
en Meines’ in Brussel (2003)> Minister van Buitenlandse Zaken
(2003 tot 2007)> Partner consultancyfirma ‘Praaning
en Meines’ (nu: Meines & Partners) in Den Haag (sinds 2007)
> Voorzitter Platform Europa van VNO-NCW (Sinds 2007)
december 2012 Chemie magazine 21
Politiek
1200935_sc_fc_1-52.pdf 211200935_sc_fc_1-52.pdf 21 13-12-2012 12:14:3213-12-2012 12:14:32
22 Chemie magazine december 2012
e
DCMR MILIEUDIENST RIJNMOND IS KLAAR VOOR COÖRDINERENDE TAAK BRZO-RUD’S
“BETERE SAMENWERKIINTEGRATIE TUSSEN DIMet wat vertraging wegens tegenstribbe-lende gemeenten moeten er medio 2013zes BRZO-RUD’s in de lucht zijn. De DCMR Milieudienst Rijnmond is klaar voor haar coördinerende taak hierbij, stelt directeur Jan van den Heuvel. “De DCMR krijgtnamens de zes Regionale Uitvoeringsdien- sten BRZO een aantal gemeenschappelijke taken op het gebied van informatie-uitwis-seling, monitoring en kwaliteit.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk
“Het is een enorme stap vooruit in ons land
dat vrijwel alle betrokken partijen in ver-
gunningverlening, toezicht en handhaving
nu met elkaar gaan samenwerken”, stelt
voormalig VROM-minister Sybilla Dekker. Zij
is boegbeeld van het programma Uitvoering met Ambi-
tie (PUmA). In dit programma werken IPO, VNG, UvW en
het Rijk sinds 2009 aan een aantal structurele verbete-
ringen van het stelsel vergunningverlening, toezicht en
handhaving (VTH).
De afgelopen twee jaar is Dekker met een ‘oliekannetje’
door het land getrokken om lokale en regionale
bestuurders te bewegen tot samenwerking in de Regio-
nale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Die waren niet alle-
maal direct enthousiast. Dekker: “Sommigen dachten
dat ze al hun bevoegdheden moesten overdragen. Maar
dat kan wettelijk gezien helemaal niet. Het gaat om de
overdracht van bepaalde taken en bevoegdheden aan de
RUD-directeur. Daarnaast komen bestuurders op gro-
tere afstand te staan van de informatie over situaties in
hun eigen gemeenten. Ik begrijp dat sommigen dit ver-
velend vinden, want zij willen uiteraard op de hoogte
blijven van wat er speelt. Daarom zullen de RUD-direc-
teur en zijn accountmanagers de bestuurders regelma-
tig informeren.” De RUD’s gaan dan ook niet zoals eer-
der aangekondigd op 1 januari 2013 van start, maar
vermoedelijk pas in de zomermaanden, zo blijkt uit het
overdrachtsdocument dat het ministerie van Infrastruc-
tuur en Milieu begin november publiceerde.
De oprichtingskosten van 180 miljoen euro van de RUD’s
verdienen zich volgens de oud-minister vanzelf terug
omdat er jaarlijks efficiencyvoordeel wordt geboekt
door de schaalvergroting en professionalisering. Haar
overtuigingskracht was blijkbaar groot, want inmid-
dels hebben alle gemeenten, op acht na, en
alle provincies zich bij een RUD aange-
sloten. Voor de gemeenten die
blijven weigeren om in het
nieuwe RUD-stel-
sel te participeren,
is een algemene
maatregel van
bestuur in de maak.
Daarmee kunnen ze
worden gedwongen
bepaalde taken over te dra-
gen aan provincies, die ze vervolgens bij de
RUD onderbrengen.
MandaatDe VNCI pleit er al lange tijd voor dat gemeenten niet
meer verantwoordelijk zijn voor vergunningverlening,
toezicht en handhaving bij chemiebedrijven. Veel van
deze bedrijven vallen namelijk in de hoogste risicocate-
gorie (de BRZO-klasse), en volgens de VNCI is bij de
inspectie hiervan dusdanig veel specialistische kennis
nodig dat het beter is om deze taken onder te brengen
bij gespecialiseerde RUD’s. In totaal komen er 28 RUD’s,
waarvan zes zich specifiek richten op BRZO-bedrijven.
De coördinatie van deze zes BRZO-RUD’s komt terecht
bij de DCMR Milieudienst Rijnmond. “De DCMR krijgt
namens de zes Regionale Uitvoeringsdiensten BRZO
een aantal gemeenschappelijke taken op het gebied van
informatie-uitwisseling, monitoring en kwaliteit”, ver-
telt directeur Jan van den Heuvel. “Daarnaast blijven wij
verantwoordelijk voor de 120 BRZO-bedrijven in de regio
Rijnmond en voor een aantal bedrijven in de rest van
Zuid-Holland en Zeeland.”
De invoering van de RUD’s betekent volgens hem niet
dat er werkelijk onafhankelijk toezicht in Nederland
komt. “Wij zijn en blijven een uitvoeringsdienst die ver-
antwoordelijk is voor de advisering aan het bevoegd
1200935_sc_fc_1-52.pdf 221200935_sc_fc_1-52.pdf 22 13-12-2012 12:14:3613-12-2012 12:14:36
n
december 2012 Chemie magazine 23
“ Soms moet je ouderwetsstreng optreden”
KING EN DIENSTEN””””””””””””””””””NNNNNNNNNNNNNNNN”NNNNNNNNNNNNNNNNNNNEN
LANDELIJK NETWERK RUD’SAl in 2008 concludeerde oud-burgemeester Jan Mans van Enschede in het
rapport ‘De tijd is rijp’ dat het bij de overheid ontbrak aan kwaliteit op het
gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Hij consta-
teerde dat het toezicht op de bedrijven zo ingewikkeld was dat gemeenten
en provincies deze kennis niet in huis konden hebben. Zijn advies: centrali-
seer het toezicht op BRZO-bedrijven en laat sancties door de minister
opleggen. Dat voorstel heeft het niet gehaald, maar sinds 2009 werken IPO,
VNG, UvW en het Rijk aan een aantal structurele verbeteringen van het
VTH-stelsel onder de vlag van het programma Uitvoering met Ambitie
(PUmA). De Onderzoeksraad voor de Veiligheid concludeerde na de brand
bij Chemie-Pack opnieuw dat de versnippering van het toezicht ervoor had
gezorgd dat de overheid onvoldoende kwaliteit kon leveren op VTH-gebied.
Een van de belangrijkste afspraken die in 2009 werden gemaakt, was dat
er vanaf 1 januari 2013 een landelijk dekkend netwerk van Regionale Uit-
voeringsdiensten zou komen. Die uitvoeringsdiensten zouden verantwoor-
delijk worden voor bovenlokale, milieugerelateerde vergunningverlening,
het toezicht daarop en de handhaving. In een recente brief aan de Tweede
Kamer schrijft staatssecretaris Wilma Mansveld dat de 28 RUD’s medio
2013 in de lucht moeten zijn.
BRZO-RUD NZKG
BRZO-RUD DCMR
BRZO-RUD Limburg
BRZO-RUD Nijmegen
BRZO-RUD Brabant
BRZO-RUD Groningen
VeiligheidVeiligheid
1200935_sc_fc_1-52.pdf 231200935_sc_fc_1-52.pdf 23 13-12-2012 12:14:3913-12-2012 12:14:39
24 Chemie magazine december 2012
gezag. Straks hebben wij
het mandaat om alle beslui-
ten op VTH-gebied voor te
bereiden, maar het College
van Gedeputeerde Staten,
en in sommige gevallen
gemeenten, blijft verant-
woordelijk voor de bestuur-
lijke besluiten op dit ter-
rein.”
Van den Heuvel reageert
hiermee op de kritiek van
sommige partijen dat de
milieudienst te dicht op de
schoot van bedrijven zou
zitten. “Het beleid staat
straks vast en de ruimte
voor bestuurders om een
afweging te maken, neemt
af. Maar het is nu eenmaal
eigen aan bestuurlijk optreden dat een afweging wordt
gemaakt. Dat schrijft de wet ook voor. De inzet van de
handhavingsmiddelen moet proportioneel zijn ten
opzichte van het belang dat wordt aangetast. Daarbij
houden bestuurders ook rekening met de grote econo-
mische betekenis van sommige bedrijven.”
InspectievakantieVolgens Van den Heuvel is het een illusie om te denken
dat alle VTH-taken bij één landelijke organisatie belegd
zouden kunnen worden. “Arbeidsveiligheid is bijvoor-
beeld heel iets anders dan externe veiligheid of kennis
van blussystemen. Daarvoor is heel specifieke expertise
nodig. Maar de BRZO-RUD’s zullen er wel toe bijdragen
dat de samenwerking en de integratie tussen de dien-
sten die hiervoor verantwoordelijk zijn beter verlopen.”
Feit blijft dat voor het toezicht op de BRZO-bedrijven
drie overheden met ieder hun eigen wetgevingsstelsel
en handhavingscultuur verantwoordelijk zijn.
“RUD AVANT LA LETTRE”“De tijd dat onze mensen alle flenzen in
een chemiebedrijf controleerden, is echt
voorbij”, stelt ambtelijk regisseur Evert
Steijnebrugh van de provincie Limburg.
Anderhalf jaar geleden werd hij als
hoofd handhaving van de provincie vrij-
gemaakt om het proces van de RUD-
vorming in goede banen te leiden. Op 1
januari gaat er in Noord-Limburg een
netwerk RUD van start (daarbij blijven
de betrokken ambtenaren op hun eigen
locatie werken) en zullen de betrokken
ambtenaren in Zuid-Limburg een kan-
toor gaan delen. Steijnebrugh: “Ik ben
een groot voorstander van systeemtoe-
zicht. Daarbij kijk je vooral wat bedrijven
doen met geconstateerde afwijkingen.
Dit past ook veel beter bij de complexi-
teit van de huidige installaties.”
De provincie biedt volgens hem al langer
haar specifieke expertise aan gemeen-
ten aan die met BRZO-bedrijven te
maken hebben. “Wat dat betreft zijn wij
een RUD avant la lettre.” Ook is er de
afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de
kwaliteit van medewerkers. “Wij hebben
alleen hbo-ers en academici, die ook
nog eens tal van aanvullende cursussen
hebben gevolgd. Zo krijgen de bedrijven
de kwaliteit waar ze om vragen.”
Bedrijven richten zich volgens Steijne-
brugh in de praktijk vaak individueel tot
een (gefragmenteerde) overheid. Met
name de BRZO-RUD’s kunnen daarin
volgens hem een coördinerende rol
richting de overheid hebben. Hij roept
chemiebedrijven in de regio en daarbui-
ten op zich beter te organiseren, geza-
menlijk het probleem te definiëren en
bij de overheid te adresseren.
Op de vraag of het Rijk genoeg budget ter beschikking
stelt om haar ambities waar te maken, verwijst Van den
Heuvel naar de bestuurders. “Dat moeten zij maar
beoordelen. De laatste jaren is er echter al veel bezui-
nigd en ook nu staan de budgetten onder druk. De over-
heid treedt steeds meer terug, waardoor er in de prak-
tijk minder toezicht is. Gelukkig ben ik de term
‘inspectievakantie’ niet meer tegengekomen in het
nieuwe regeerakkoord. Daarmee gaf het vorige kabinet
in mijn ogen toch een verkeerd signaal af.”
ZelfreflectieDe afgelopen jaren werd door het bedrijfsleven meer-
dere malen gepleit om de kwaliteit van vergunningver-
lening, toezicht en handhaving te verbeteren. Chemie-
bedrijven vinden het vooral belangrijk dat de kwaliteit
van de VTH-medewerkers van de overheid overeenkomt
met het niveau van hun eigen medewerkers. Van den
Heuvel benadrukt dat de overheid de afgelopen jaren
veel heeft geïnvesteerd in het kennis- en opleidingsni-
veau van deze medewerkers. “Bovendien wordt er nu
een aantal zaken wettelijk geborgd. Daarbij gaat het
onder meer om de kwaliteit van de uitvoering van de
VTH-taken, onderlinge afstemming en gegevensuitwis-
seling. Het wetsvoorstel VTH is nu in consultatie en
treedt in 2014 in werking.”
Volgens Van den Heuvel is enige zelfreflectie van de
VNCI-leden wel op zijn plaats. “Soms heb ik de indruk
dat die bedrijven wel heel erg de nadruk leggen op de
kwaliteit van het optreden van de overheid. De VNCI
modelleert haar ideeën vaak op basis van de wensen
van de koplopers in de sector. Maar als je, zoals DCMR,
met de voeten in de klei staat, zie je dat veel bedrijven
helemaal geen koploper zijn. Sommige bedrijven zijn
ook geen lid van de VNCI. Daarom kun je in bepaalde
gevallen ook niet volstaan met terugtreden, maar moet
je ouderwets streng optreden.”p
“ Sommige bestuurders dachten dat ze al hun bevoegdheden moes-ten overdragen”
1200935_sc_fc_1-52.pdf 241200935_sc_fc_1-52.pdf 24 13-12-2012 12:14:4213-12-2012 12:14:42
Bescherming
Draagcomfort
Duurzaam
Visitekaartje voor bedrijf
Havep moet je hebben... TEL MAAR OP!
T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E [email protected]
PeterSenior operator
ThomasShiftleader
MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN?KIJK OP WWW.HAVEP.COM/CHEMIE
Voor ons is er geen twijfel mogelijk als
het om werkkleding gaat. Wij werken er
elke dag in, dus wij weten waar we het
over hebben. Als je alle kwaliteiten
van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt
ook naar prijs, service en levering,
kom je tot maar één conclusie: HaVeP
moet je hebben.
APPR
OVED BY
PROFESSIO
NALS
1200935_sc_fc_1-52.pdf 251200935_sc_fc_1-52.pdf 25 13-12-2012 12:14:4513-12-2012 12:14:45
EUROSALT LEVERT VERANTWOORD STROOIZOUT
5000 TON26 Chemie magazine
december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 261200935_sc_fc_1-52.pdf 26 13-12-2012 12:14:4913-12-2012 12:14:49
NeeNedederlandsd e gemeenteten kunnnnnenene dddezee e e wiiwiwintnttererer vv vooooo r rr hehh t eersrr t bio-zoututut o o op pp ddedwegen strooien. Dit biollogische strooii-zout van importeur Eurosalt in Moerdijkkomt uit restafval van de productie vanbiobrandstof.
Vijf gemeenten hebben al gekozen voor
bio-zout, omdat dat aansluit bij hun ambitie
om duurzaam in te kopen. Het biologische
wegenzout is een restproduct van de pro-
ductie van bio-methanol. Uit de ruwe gly-
cerine waarvan producentntn en bio-methanol
maken, worden eerst de ooongewenste
bestanddelen verwijderdd.d Zout is zo’n
ongewenst bestanddeel..
Het bio-zout is volgens eeeeee n n woordvoerder
vavan n EuEurorosalt afkomstig van één Neder-
lalandndndssese p pprororodududucecentn vannan bb biooobrbrbraanandsd totoot ffffenene ,,
maararr h hijj wwiliil uuuititi cconcuuurrrrreenentittieoeoe veverwrwweegegingegen
niet zeggen welke. Het is volgens hem mm
mogegg lijk om alle Nederlandse gemeee nten
vanuit deze fabriek te voorzien van bio-
zout.
Eurosalt levert jaarlijks gemiddeld 300.000
ton strooizout voor de bestrijding van glad-
heid aan Rijkswaterstaat, provincies,
gemeenten, waterschappen en private
wegbeheerders. Daarvan zal dit jaar onge-
veer 5000 ton biologisch zijn. Volgend jaar
moet dit ruim verdubbeld zijn naar 12.000
ton. Bio-zout heeft dezelfde eigenschap-
pen als gewoon strooizout uit zoutmijnen,
alleen is de kleur wat donkerder.
DezDeze we wwintinter errr kunkunnennen st strooroooiwaiwaiwa--
gengeng s os op pp padad metmet bi bio-zo-zouout.
WeWeWeW tetetetensnssswawawaw arararardidididigggWeWetetetenssswawaaaaaardddidigg
ON BIO-ZOUT
december 2012 Chemie magazine 27
FO
TO
: N
AT
ION
AL
E B
EE
LD
BA
NK
1200935_sc_fc_1-52.pdf 271200935_sc_fc_1-52.pdf 27 13-12-2012 12:14:5413-12-2012 12:14:54
28 Chemie magazine december 2012
TECHNOLOGIEËN VOOR BRANDSTOF UIT ALG NOG NIET EFFICIËNT GENOEG
ALGENDIESEL BLIJFT BELOFTEDe belofte van biobranstof uit algen is nog altijd niet ingelost. Recent Amerikaans onderzoek biedt ook weinig hoop op een vlotte doorbraak. Maar Nederlandse algenkenners laten zich niet uit het veld slaan en zoeken door naar een rendabele toepassing. Peter van den Dorpel, directeur van AlgaeLink: “Het break-evenpoint voor brandstof is nog niet bereikt, maar dit is op termijn zeker haalbaar.”Tekst: Emma van Laar
Algen lijken een goedkoopAen gemakkelijk alterna-Atief als biobrandstof,Awaartegen andere duur-Azame bronnen het moe-Aten afl eggen. Ze groeien snel en
produceren veel olie per hectare,
meer dan palmolie en sojabonen.
Doordat ze groeien in fotobioreacto-
ren of kweekvijvers zitten ze de
voedselproductie niet in de weg. Een
ander voordeel, boven een alterna-
tieve brandstof als waterstof, is dat
algendiesel gebruikt kan worden in
de huidige dieselauto’s.
Wereldwijd buigen bedrijven en
onderzoeksinstellingen zich dan ook
al jarenlang over biobrandstofpro-
ductie uit algen. De meeste initiatie-
ven richten zich op auto’s, maar ook
naar vliegtuigbrandstof wordt
onderzoek gedaan. Zo had KLM in
2008 het doel om binnen twee jaar
het eerste vliegtuig op algenkero-
sine te laten vliegen. Maar zover is
het nog niet en dit project staat
inmiddels op een lager pitje. Neder-
land is een voorloper als het gaat
om de ontwikkeling van algentoe-
passingen, met bedrijven als Ingre-
pro, AlgaeLink en Lgem en onder-
zoek aan onder meer Wageningen
UR (University & Research centre).
Ondanks dat de bijzondere eigen-
schappen van algen al jaren bekend
zijn, is er op industriële schaal toch
nog maar weinig mee gedaan. De
industriële toepassing heeft lang in
de kinderschoenen gestaan omdat
het niet gemakkelijk is algen te laten
groeien. De laatste jaren is er zeker
ook in Nederland hard gesleuteld
aan de productietechnieken en
inmiddels zijn bedrijven in staat
algen te kweken met een hoge
opbrengst. “We maken elk jaar
stappen, het rendement van oogsten
gaat omhoog. Dat leidt tot een kos-
tendaling van 10 procent per jaar”,
vertelt Peter van den Dorpel, direc-
teur van AlgaeLink.
AmerikaIn Amerika worden al sinds 1978
algensoorten met hoge oliegehalten
bestudeerd. Het grootste probleem
dat duurzame en grootschalige toe-
passing van algenbiobrandstof in de
weg staat, is de hoeveelheid ener-
gie, voedingstoffen, water en ruimte
die nodig zijn voor een substantiële
bijdrage aan de vraag naar trans-
portbrandstof. In oktober conclu-
deerde het Amerikaanse National
Research Council daarom ook dat
brandstoffen uit algen in de toe-
komst duurzaam kunnen worden,
maar bij de huidige technologische
staat kansloos zijn.
Uit onderzoek in opdracht van het
Amerikaanse ministerie van Energie
concluderen de betrokken experts
dat de technologieën nog niet effi -
ciënt genoeg zijn. Voor opschaling
van de biobrandstofproductie uit
algen tot het niveau van 5 procent
van de Amerikaanse transport-
brandstofbehoefte - 39 miljard liter
biobrandstof - zijn enorme hoeveel-
heden energie, water, stikstof en
fosfor nodig. Voor 5 procent bijmen-
ging is 6-15 miljoen ton stikstof en
1-2 miljoen ton fosfor nodig, wat
neerkomt op respectievelijk 44 tot
107 en 20 tot 51 procent van het
totale gebruik in de VS. Afhankelijk
van het proces is 3,15 tot 3650 liter
water nodig voor een liter brandstof.
Zelfs de best scorende processen
zitten volgens het onderzoeksrap-
port op het randje van wat duur-
zaam is.
Een andere beperkende factor zijn
mogelijk geschikte en beschikbare
sites voor algengroei. De onder-
zoekscommissie noemt deze pro-
blemen niet onoverkomelijk, maar
er moeten wel eerst oplossingen
ALGEN KWEKENAlgen worden gekweekt in kweekvijvers of gesloten
fotobioreactoren. Zowel zout als zoet water als afval-
water zijn bruikbaar, zolang er voedingsstoffen en geen
vervuilingen in zitten. Naast water hebben algen zon-
licht, warmte, voedingsstoffen (fosfor en stikstof) en
CO2 nodig. Ze zetten water en CO2 via fotosynthese om
in opgeslagen energie (koolhydraten) en zuurstof.
Onder bepaalde omstandigheden wordt de koolstof
opgeslagen als triglyceriden (lipiden). Deze olieachtige
stoffen kunnen na extractie via transesterifi catie
omgezet worden in biodiesel.
1200935_sc_fc_1-52.pdf 281200935_sc_fc_1-52.pdf 28 13-12-2012 12:14:5713-12-2012 12:14:57
Mederwerkers van Universiteit
Wageningen voeren controles uit
bij het Algae PARC.
december 2012 Chemie magazine 29
ee
gevonden worden voordat opscha-
ling van algendiesel een kans
maakt. De algenkweek en de ver-
werking tot brandstof moeten ver-
der ontwikkeld worden en de beno-
digde hoeveelheid energie moet
gereduceerd worden.
Wageningen UR berekende in 2010
dat een kweekbak ter grootte van
Portugal nodig is om alle Europese
transportbrandstoffen, 400 miljoen
kubieke meter per jaar, te vervangen
door algendiesel. Bovendien is daar
twee keer de huidige Europese
kunstmestproductie voor nodig.
Geen stand-alone-productieCarel Callenbach, directeur van
Ingrepro, is het deels eens met het
Amerikaanse rapport. “Het rapport
klopt maar is gebaseerd op stand-
alone processen. Op die manier gaat
het inderdaad niet lukken. Algen-
teelt kan niet als regulier proces
voor enkel de productie van biodie-
sel gebruikt worden. Het moet geïn-
tegreerd worden in andere syste-
men om rendabel te zijn.”
Ingrepro heeft een waterzuiverings-
systeem ontwikkeld waarin algen
zuiveren en groeien op voedings-
stoffen uit het afvalwater. “We
benutten het feit dat algen zeer effi -
ciënt stikstof en fosfor opnemen. De
algen zijn een secundair product en
kunnen zo goedkoop genoeg worden
om ook naar de energiekant te kij-
ken. De algen zullen in eerste FO
TO
: H
OL
LA
ND
SE
HO
OG
TE
Biobrandstof
1200935_sc_fc_1-52.pdf 291200935_sc_fc_1-52.pdf 29 13-12-2012 12:15:0013-12-2012 12:15:00
30 Chemie magazine december 2012
instantie naar de hoogste bieder
gaan, wat zal betekenen dat ze
gebruikt worden als grondstof voor
bijvoorbeeld verf. Biobrandstof zal
aan de orde komen bij grotere volu-
mes”, legt Callenbach uit.
Ook AlgaeLink-directeur Van den
Dorpel is van mening dat kleinscha-
lige markten voor hoogwaardige
producten het eerst rendabel zijn.
“Ondanks de vooruitgang is het
break-evenpoint voor brandstof nog
niet bereikt, maar dit is op termijn
zeker haalbaar. Als de behoefte aan
water, CO2, nitraten, fosfaten en
warmte via integratie in bestaande
industrieën benut wordt, kan de
kostprijs omlaag.”
VoedingsindustrieAlgen bieden ook andere kansen. Ze
bevatten eiwitten, onverzadigde
vetzuren (olie) en suikers waarmee
verschillende markten aangeboord
kunnen worden. Verwerking in dier-
voeder, voedings- en farmaceuti-
sche middelen, chemicaliën en bio-
plastics behoren tot de
mogelijkheden. Veel Nederlandse
bedrijven zien dit in en richten zich
op deze hoogwaardige producten.
Ingrepro richt zich naast waterzui-
“ Als we niet anders gaan denken, blijven we stilstaan”
LICHTPUNTJEBegin november maakte onderzoe-
kers van de Universiteit van Michi-
gan bekend dat via het hydrothermal
liquefaction-proces algen voor 65
procent omgezet worden in bio-
brandstof. Via korte verhitting
wordt niet alleen de olie uit de algen
gewonnen, maar worden ook hun
eiwitten en koolhydraten in olie
omgezet. De betrokken professor
Phil Savage durft nog niet te garan-
deren dat dit de biobrandstofpro-
ductie uit algen ook echt rendabel
gaat maken.
vering en biobrandstof op diervoe-
der, nutraceuticals en levensmidde-
len. LGem legt zich met name toe op
visvoer en voedingssupplementen,
terwijl AlgaeLink fotobioreactoren
verkoopt die voor al deze markten
gebruik kunnen worden. Inmiddels
heeft AlgeaLink ruim veertig opera-
tionele algenprojecten in meer dan
twintig landen. Een van deze projec-
ten is volledig geïntegreerd in de
reststromen van de voedingsindu-
strie, waardoor de algenkostprijs tot
30 cent per kilo is gedaald.
Wageningen UR heeft in 2011 het
AlgaePARC geopend, waarin onder-
zoekers verschillende productiesy-
stemen testen en de algenkweek
opschalen naar semi-industriële
schaal. “Zelfs als we algen kunnen
produceren tegen een kostprijs van
50 cent per kilo, ons goal, dan kan
algenbiomassa nog niet commerci-
eel als biobrandstof ingezet wor-
den”, zegt projectcoördinator Maria
Barbosa. “We voeren pilotstudies uit
om het kweekproces goedkoper te
maken en zijn begonnen met de
bioraffinage van algenbiomassa om
de waarde te verhogen en het pro-
ces competitiever te maken. Hierbij
werken we samen met onder meer
oliemaatschappijen. Ze zijn geïnte-
resseerd maar ze zijn zich er ook
van bewust dat het over de lange
termijn gaat. De markt voor food en
feed groeit, met de toenemende
schaal en kennis zal de prijs dalen
en zullen producten lager in de pira-
mide, zoals bulkchemicaliën en die-
sel, ook in beeld komen.” Hoewel er
nog de nodige horden te nemen zijn,
denkt Barbosa dat grootschalige
productie van biobrandstoffen uit
algen over tien à vijftien jaar reali-
seerbaar is. “Realiseerbaar, maar
waarschijnlijk nog niet commercieel
haalbaar”, benadrukt zij.
InnovatieparadigmaCallenbach van Ingrepro stelt dat
niet de techniek het probleem is,
maar dat er sprake is van een inno-
vatieparadigma. “Niemand durft de
eerste stap te nemen en wil het aan-
vangsrisico nemen. Nieuwe syste-
men en veranderingen lijken voor
angst te zorgen, terwijl ze de maat-
schappij juist verder kunnen bren-
gen. Als we niet anders gaan den-
ken, blijven we stilstaan. Algen
kunnen een substantiële bijdrage
leveren, maar willen ze echt een
blijvertje worden dan moeten we
geïntegreerd kweken en moeten we
de economische structuren aanpas-
sen.” Van den Dorpel van AlgaeLink
is positiever en ziet dat Europa
bewust is van de duurzaamheid van
algendiesel.
Het Biorenewables Business Plat-
form (BBP), dat veelbelovende bio-
based mogelijkheden onderzoekt
die van toegevoegde voor de Neder-
landse economie kunnen zijn, is van
mening dat er op korte termijn geen
kansen zijn voor de inzet van algen
als biobrandstof. Maar BBP-voorzit-
ter Ton Runneboom is wel positief
over de ontwikkelingen die rondom
algen plaatsvinden. “Op papier en op
termijn moet gebruik voor brandstof
haalbaar zijn. Het is moeilijk te zeg-
gen wanneer we dat punt bereiken.
Vergeleken met een aantal jaren
geleden zijn de te nemen stappen nu
duidelijker. Door verdere ontwikke-
lingen zullen de kosten dalen en in
de tussentijd is verwerking in
andere producten goedkoper. Voor
inzet als biobrandstof zijn algen ook
afhankelijk van hoe alternatieven
zich ontwikkelen.”
Hoewel er wereldwijd enkele pilot-
plants (op de planning) staan, laat
een doorbraak op het vlak van bio-
diesel ondanks alle inspanning nog
op zich wachten. Waar algenkweek
voor hoogwaardige componenten op
korte termijn kansen biedt, is groot-
schalige inzet binnen de biobrand-
stofmarkt binnenkort nog niet te
verwachten. p
1200935_sc_fc_1-52.pdf 301200935_sc_fc_1-52.pdf 30 13-12-2012 12:15:0213-12-2012 12:15:02
Zeven ... ... transporteren, doseren, mengen, breken: GERICKE
beschikt over de kennis en de technieken voor iedere
denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al
meer dan 115 jaar machines en complete systemen als
optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen.
Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in com binatie met
onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.fi
eavanceerde stortgoedtechnologieGee
H-CHH 8105 Regensdorf
+T ++41 (0)44 871 36 36
R-FRR 95100 Argenteuil
+T ++33 (0)1 39 98 29 29
ww.gericke.netwww
Singapore 787813T +65 64 52 81 33
GB-Ashton-under-Lyne
Lancashire, OL6 7DJ
T +44 (0)161 344 1140
DE-78239 Rielasingen
T +49 (0)7731 92 90
NL-3870 CA Hoevelaken
T +31 (0)33 25 42 100
Intertek is able to support clients all over the world with a ����������� ���������������������������������������and over 30,000 people in more than 100 countries.
IntertekBelgiumT: +32 3 543 90 89E: [email protected]
IntertekNetherlandsT: +31 88 126 8888E: [email protected]
www.intertek.com / www.intertek-nl.com
Intertek services include:
�� Laboratory support�� Quality assurance &
testing�� (Cargo) Inspection�� ����������� Regulatory advisory
services
�� Technical inspection�� Auditing & business
assurance�� Engineering support�� Training�� Laboratory management�� Outsourcing
Intertek is a global and trusted service provider for quality and safety solutions for many of the world’s leading brands and companies, including the chemical industries.
1200935_sc_fc_1-52.pdf 311200935_sc_fc_1-52.pdf 31 13-12-2012 12:15:0613-12-2012 12:15:06
32 Chemie magazine december 2012
“ ZE NEGEERDEN OP GROTE SCHAAL HET AFZETLINT”De Inspectie SZW op de stoep: een vloek of een zegen?Polyurethaanproducent Huntsman kiest voor het laatste.Johan Polet, process & technology safety manager, vertelthoe het bedrijf zijn voordeel deed met de uitkomsten vaneen kritische inspectie tijdens een onderhoudsstop.“We hebben het werk meteen stilgelegd toen bleek dat deveiligheid niet in orde was.”Tekst: Ingel Bierman
MDI 2, een van de fabrieken van polyu-
rethaanproducent Huntsman, ligt er deze
middag rustig bij in de mist. Maar toen
inspecteur Gosia Tabaka van de Inspectie
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
er vorig jaar onaangekondigd langskwam tijdens een
onderhoudsstop, trof hij er een hectisch tafereel aan
rond twee mobiele hijskranen. Tabaka: “Die stonden
weliswaar in een afgezet gebied, maar werknemers te
voet, op de fi ets en zelfs in een auto negeerden het
afzetlint op grote schaal. Ook waren er mensen aan het
werk met een vacuümwagen, waardoor voldoende over-
zicht in het gebied ontbrak.”
De inspectie bij Huntsman was er een in het project
Onderhoudsstops. In dit project komen Inspectie SZW,
INSPECTIE SZW CONTROLEERT BIJ HUNTSMAN TIJDENS ONDERHOUDSSTOP
bevoegd gezag milieubeheer en de brandweer geza-
menlijk controleren en beperken daarmee het aantal
inspecties per bedrijf. En hoewel Huntsman uitgebreide
veiligheidsprocedures kent, gaat het in de praktijk soms
blijkbaar toch mis. Op het moment van de inspectie was
het er - met ruim tweehonderd extra mensen, zoals
steigerbouwers, monteurs en industrieel reinigers - een
chaotische drukte van belang.
LintjesbewakerJohan Polet, process & technology safety manager bij
Huntsman: “De wet is helder: de werkplek onder de
hijslast moet vrij zijn. Logisch, want het risico is groot.
Toen we ontdekten dat dit niet in orde was, hebben we
het werk meteen stilgelegd en een toolboxmeeting
gehouden om iedereen ervan te doordringen hoe het
hoort. Ook is het toezicht tijdens de rest van die onder-
houdsstop aangescherpt door het aantal veiligheidsron-
des en audits te verhogen. We hebben bij elke afzetting
rond het hijswerk een lintjesbewaker neergezet.”
Maar Huntsman ging nog een stap verder: het bedrijf
maakte afspraken met aannemers en stelde instructies
met ze op om voortaan veilig te hijsen. Gezamenlijk ont-
wierpen ze een poster om deze instructies onder de
aandacht te houden van hun mensen, met de tekst ‘lintje
negeren = leven riskeren’. Ook wordt dit punt sindsdien
standaard behandeld in de startinstructies voor aan-
vang van de werkzaamheden.
Omdat Huntsman zelf zijn verantwoordelijkheid nam en
het werk stillegde, heeft de Inspectie SZW geen sanctie
opgelegd. Wel eiste de inspecteur dat het toezicht zou
verbeteren. Daarom lopen naast eerstelijnsmanagers
PROJECT ONDERHOUDSSTOPSUit de controles die tot nu toe zijn
gehouden in het project Onder-
houdsstops blijkt:
- Veel bedrijven weten nog niet dat
zij voor tewerkstellingsvergunnin-
gen moeten zorgen voor alle werk-
nemers van buiten de EER (Euro-
pese Economische Ruimte) of uit
Bulgarije of Roemenië. Als een
onderaannemer iemand meeneemt
zonder vergunning, krijgt niet
alleen dat bedrijf een boete, maar
ook de aannemer en de opdracht-
gever.
- De risico’s en procedures op
papier zetten is pas het begin;
bedrijven moeten ook toezien op de
uitvoering. Bijvoorbeeld door in de
werkvergunning precies te
omschrijven wat iemand mag doen
en hoe hij dat moet doen.
- Het gevaar om van een steiger af
te vallen is een onderbelicht risico.
1200935_sc_fc_1-52.pdf 321200935_sc_fc_1-52.pdf 32 13-12-2012 12:15:0913-12-2012 12:15:09
december 20122222222 C ChChChChemiemimememie mee me magaagagagagazinzinzinzinzineee 333333333333
en managementteam nu ook operators veiligheidsron-
des en audits. “Tijdens die rondes schrijven we op wat
we tegenkomen, om op die manier te kunnen aantonen
dat we voldoende toezicht houden”, licht Polet toe.
SpoelprocedureDe Inspectie SZW stelde nog een eis: Huntsman moest
een procedure vaststellen om na het reinigen van de
onderdelen die uit bedrijf worden genomen, te meten of
zij schoon genoeg zijn. Inspecteur Tabaka: “Als je een
installatie hebt gespoeld, moet je controleren of dat
effectief genoeg is geweest. Dan weet je zeker dat er
geen gevaarlijke stoffen meer aanwezig zijn als je er
weer mee aan het werk gaat.”
“Dat was een moeilijk punt voor ons”, zegt Polet. “De
wet is in dit geval veel minder helder dan bijvoorbeeld
bij hijswerk. Daardoor merkten we bij de inspectie dat
onze spoelprocedure niet concreet genoeg was. Uitein-
delijk gaat het om de veiligheid, dus we hebben deze
opmerking aangegrepen om die te verbeteren.” In de
LOTO-procedure (Lock Out Tag Out) staat nu specifiek
per leiding aangegeven hoelang er wordt gespoeld. De
operator schrijft deze daadwerkelijke spoeltijd op en
controleert daarna op een aantal punten of er nog rest-
stoffen zijn. De veranderingen waren naar volle tevre-
denheid van inspecteur Tabaka: “Bij onze hercontrole
bleek dat Huntsman meer had gedaan dan in de eis was
gevraagd. Dat past prima in de benadering vanuit de
wet: er moet sprake zijn van continue aandacht voor
veiligheid en hoe het beter kan.”
Kers op de taartMaar Huntsman voldoet hiermee niet alleen aan de eis
van de Inspectie, Polet ziet ook andere voordelen: “Met
de gegevens die we noteren kunnen we bepalen of we
een volgende keer misschien langer moeten spoelen, of
juist korter. Daar kunnen we van leren. Het is ook mak-
kelijk om de gegevens op papier te hebben voor de over-
dracht naar een volgende ploeg.”
Ook andere opmerkingen heeft Huntsman serieus
genomen. Polet: “Zo’n inspectie geeft waardevolle input.
Waar mogelijk verbeteren we de situatie direct, bijvoor-
beeld op een plek waar een steiger niet goed is gelabeld
of mensen niet de juiste beschermingsmiddelen dragen.
Daarnaast scherpen we procedures aan. We hebben al
een hoge standaard voor onze veiligheidsprocedures -
het voorkomen van ongevallen heeft bij ons prioriteit -
maar met de verbeteringen na zo’n inspectie zetten we
de kers op de taart.” p
“ De wet is helder: de werkplek onder de hijslast moet vrij zijn”
Johan Polet (links) van Huntsman en inspecteur Gosia Tabaka.
GROTERE ROL INSPECTIE SZW BIJ AFHANDELING SANCTIESOvertredingen van de Arbowet, dus ook het arbo-
deel van de BRZO, worden vanaf 1 januari 2013
zwaarder gesanctioneerd. Ten eerste gaat de hoogte
van de boetes fors omhoog. Constateert de Inspectie
SZW dat een bedrijf na een boete opnieuw de fout in
gaat, wordt de boete verdubbeld, en bij een derde
overtreding bedraagt de boete het drievoudige.
Daarnaast kan de Inspectie na herhaling van een-
zelfde overtreding na een waarschuwing (een deel
van) de fabriek stilleggen. Momenteel kan dat alleen
als er ernstig gevaar dreigt voor personen.
De Inspectie krijgt vanaf 1 januari een grotere rol bij
de afhandeling van sancties die kunnen volgen op
het uitgevoerde toezicht. Alleen ongevallen met
dodelijke afloop worden nog strafrechtelijk afgehan-
deld. Overige overtredingen worden via de bestuurs-
rechtelijke weg, dus via boetes, dwangsommen en
dergelijke, afgehandeld. De VNCI heeft haar leden
hierover onlangs geïnformeerd.
Meer informatie: Jos Roosen, bedrijfsjurist VNCI,
070 337 87 24, [email protected]
Onderhoud
1200935_sc_fc_1-52.pdf 331200935_sc_fc_1-52.pdf 33 13-12-2012 12:15:1213-12-2012 12:15:12
333343434343334433344434344 ChCheCheCheheheheheChhhehheeehhhheeeehheeeemimimiemmmiieeeemmmmmmiiemieeemmmmmmiimieemiemiemmmmimmi mmmmmmamamammmmmamaa mamammamaaagazgazazgazgazgazazgaazagazzggag inenineeennneneneineiininene deddddecdecdedeccdecddecdecdecdecembemeembembemembmmbmbbeererererer 20120101201012222222
MMMMMMAAAAAAAAAAAAAAAAAAIIIIIKKKKKKKKEEEEEEE KKKKKKKKKKRRRRROOOOOOOOONNNNNN,, HHHHHHHHOOOOOOOOOOOOOOOGGGGGGGGGGGGGLLLLLLLLEEEERRRRRRAAAAAAAAAAAARRRRRRR SSSSSSSCCCHHHHHHEEIDDDDIINNGGSSSSSTTTTTTEEEECCCCHHHNNNNNOOLLOOOOOOOGGGGGGIIEEE AAAANN DDDDEEEEE TTTUUU EEIINNDDDHHHHHOOOOVVVVVVVVEEEEEENNNNNN
SHHHHHHHHHHoooooooogggglllleeerrrrrraaaaaarrrrrrrrreeeeeennnnnnnnnnn ssssssssstttttttaaaaaaaaaannnnnnn vvvaaaaaaaaaaaakkkkkkkk aaaaaaaaaaaannnnn ddddddeeee bbbbbbbbbaaaassiiiiiisss vvvvvaaaaann nnniiiieeeeeuuuuwwwwweee iiiinnnnnzzzzziiiiccccchhhhhhhhhtttttttteeeennnnnn,,, iinnnnoovvaaaaattttttiiiieeeeeessss eeennnn vvvvveeeeerrrrrrbbeeeeeetttteeee--rrrriiiiiiiinnnnnngggggeeeennnnnnnn vvvvvvvaaaaaaaaannnnnnnn pppppppppppppppprrrrrrrooooocccccceeeeesssssssssssssseeennnn. IIIInn CCCCChhhhhheeeemmmmmmmiiiiiieeeeeee MMMMMaaaaaaaggggggaaaaaazzzzziinnnnnee dddddddddaaaaaaaaaaaarrrrroooommmmmm eeeeennnnn ssssseeeeerrriiiiee pporrttrrreeeeeettttttttteeeeennnn.. MMMMMMaaaaaaaaaaaaaaiiiiiikkkkkkeee KKKKKKKrrrroooooonnnnnnn,, hhhhhhoooooooooooggggggglllllleeeeeeeeerrrrrraaaaaaaaaaaarrrrrrrr sssssccccchhhhhhhhhheeeeeiiiiiiiidddddiiinnnngggggsssssssttttttteeeeeeecccccchhhhhhhhnnnnnnnooooooolllllooooggggggggiiiiiiee aaaaaannnnnn ddddddddeeeeeee TTTTTUUUUUU EEEEEEiiiiinnnnnnnnnndddddddhhhhhooovvveeennn,, bbiiiijjjttttt hhhhheeeetttttt sssspppppiiitttss aaffff.HHHHHHaaaaaaaaarrrrrr ooooooonnnnnnndddddddeeeeeeeerrrzzzzooooeeeeekkkkkkksssssgggggggrrrrrrrooooeeeeeeepppppp zzzzzoooooeeekkkkkkkkktttttttt nnnnaaaaaaaaaaaaaarrrrrr dddddddduuuuuuuuurrrrrrrrrzzzzzzzaaaaaammmmmmmmmeeeeee hhhhhhuuuuuullllllppppppssssstttttooooffffeeeeeennnnnnn ddddiiieee bbbbbbeeeeeppppppppaaaaaaaaaaaaaallllddddeeeee sssssttttooooffffffffffeenn zzzzzeeeeeeeeeeerrrssseeeeellleeeeccctttttiiiieeeeeeefffffff uuuuiiittt eeeeeeeeeeeennnnnnn mmmmmmeeeeeeennnnnngggggggsssseeeellll kkkkuuuuuunnnnnnnnnnnnnnneeeeeeeennnnn vvvvvvvveeeerrrrrwwwwwwwiiiijjjjjddddddddeeeerrrrreeeeennnnn.. TeTeTeeksksksk tt:t: II Igogog r r ZnZnnnniddddaaraarsisisicccc
In 2010 was Maaike Kroon met
haar benoeming aan de TU/e de
jongste vrouwelijke hoogleraar
van Nederland.
FO
TO
: W
IEK
E E
EF
TIN
G
1200935_sc_fc_1-52.pdf 341200935_sc_fc_1-52.pdf 34 13-12-2012 12:15:1613-12-2012 12:15:16
december 2012 Chemie magazine 35
e
Chemiebedrijven, waterzuiveringsbedrijven,
levensmiddelentechnologiebedrijven, ze
staan allemaal bij haar op de stoep. Want
grote kans dat zij het antwoord heeft op hun
vraag naar renewable solvents, duurzame
oplosmiddelen. Maaike Kroon, hoogleraar scheidings-
technologie aan de TU Eindhoven (TU/e), is namelijk
gespecialiseerd in het uit natuurlijke stoffen ontwerpen
van extractanten en absorbentia die heel selectief
bepaalde stoffen uit een mengsel kunnen verwijderen.
“En dan het liefst de minderheidscomponent.”
Ze geeft als voorbeeld ontzilting, het scheiden van zout
en water, en legt aan de niet-chemici onder ons geduldig
uit: “Zeewater bevat 96,5 procent water en 3,5 procent
zout. Logisch zou zijn om die 3,5 procent, de minder-
heidscomponent, af te scheiden. Maar bij een conventio-
nele methode als destillatie of omgekeerde osmose
wordt 96,5 procent van de stroom naar een andere fase
gebracht. Dat kost veel energie. Ik probeer juist de min-
derheidscomponent, in dit geval het zout, selectief eruit
te halen, door een stofje te vinden dat heel veel affi niteit
heeft met dat zout en geen affi niteit met het water.”
Een nadere toelichting: “De vloeistoffen waarmee ik
werk lossen niet op in water maar zijn wel ionisch, dus
geladen. Omdat zouten ook lading hebben, trekken de
zouten en de ionische vloeistoffen elkaar aan, waardoor
het zout uit de waterfase naar die ionische vloeistoffase
gaat. Je houdt dan zuiver water over. Natuurlijk is er
energie nodig om het zout uit die ionische vloeistof te
halen, maar dat is maar 3,5 procent van je stroom. Het
energieverbruik is met deze methode tot wel 90 procent
lager.”
Jongste vrouwelijke hoogleraarMaaike Kroon werd in 2010 benoemd tot hoogleraar aan
de TU/e en was toen de jongste vrouwelijke hoogleraar
van Nederland. Haar onderzoeksgroep zoekt naar sol-
vents die in de natuur voorkomen en renewable zijn,
want: “Fossiele grondstoffen raken op en zijn vervui-
lend. Ik vind schonere procesvoering heel belangrijk en
vind dat we moeten inzetten op duurzaamheid.” Een
voorbeeld zijn natuurlijke ionische vloeistoffen,
bestaande uit natuurlijke ionen, zoals choline, betaïne,
citraat en acetaat. Maar Kroon werkt ook aan andere
natuurlijke chemicaliën. “Het zijn stoffen die gewoon in
planten zitten. De synthese is veel schoner dan wanneer
je ze uit aardolie haalt.” De hulpstoffen worden gebruikt
als oplosmiddelen, extractanten en absorbentia. Ze
kunnen onder meer worden toegepast bij ontzilting. De
TU/e participeert hiervoor in een Publiek-Private
Samenwerking met Wetsus (watertechnologie).
Verder zijn ze toepasbaar in de chemische industrie,
waarvoor nieuwe scheidingsprocessen worden bedacht
die energie-effi ciënter zijn, en dus ook voor minder
CO2-uitstoot zorgen. Zo is een niet nader te noemen
chemiebedrijf bij Kroon op bezoek geweest met de
vraag of zij een duurzame vervanger kan vinden voor
organische oplosmiddelen die vluchtig en gevaarlijk zijn,
zoals benzeen.
SOLVENTSBIOMASSA ONTSLUITEN Een belangrijke ontdekking
deed de onderzoeksgroep van
Kroon afgelopen april: een
duurzame manier om bio-
massa te ontsluiten. Ze legt
uit: “We hebben ontdekt dat
mengsels van vaste stoffen uit
de natuur (organische zuren
zoals citroenzuur en melkzuur,
suikers zoals glucose en fruc-
tose en aminozuren zoals pro-
line en alanine) bij een kamer-
temperatuur van 25 graden
een vloeistof kunnen vormen
die als natuurlijk oplosmiddel
kan dienen.”
Dit soort nieuwe vloeistoffasen
blijkt in staat te zijn om lignine
- een van de belangrijkste
componenten uit lignocellulo-
sische biomassa - op te lossen
tot wel 15 gewichtsprocent.
Kroon: “We mengen twee
natuurlijke stoffen met elkaar,
en daarin lost het lignine uit
hout of stro op en de rest, zoals
cellulose, niet. Die kunnen we
affi ltreren, waardoor de
nieuwe solvent met lignine
overblijft. Daar voegen we
water aan toe, de lignine slaat
neer - onoplosbaar in water -
en we kunnen de solvent her-
gebruiken.”
Het is volgens Kroon een zeer
energiezuinige manier om bio-
massa te ontsluiten, want je
hoeft maar weinig energie toe
te voegen. “Veel bedrijven heb-
ben al interesse getoond.”
“ Het energieverbruik ismet onze methode tot wel 90 procent lager”
HoogleraarHoogleraar
1200935_sc_fc_1-52.pdf 351200935_sc_fc_1-52.pdf 35 13-12-2012 12:15:1913-12-2012 12:15:19
36 Chemie magazine december 2012
Behalve duurzaam zijn de solvents van Kroon ook veili-
ger voor mens en milieu. “Wij kunnen toxische chemica-
liën vervangen door niet-toxische oplosmiddelen. Ze zijn
bovendien niet vluchtig, waardoor je ze niet kunt inade-
men. Een ander voordeel is dat je ze niet in de fik kunt
steken.”
De TU/e participeert bovendien in een project van het
Institute for Sustainable Process Technology, dat
Nederland leidend wil maken in het genereren van
duurzame oplossingen voor de procesindustrie. Binnen
dit project wordt gezocht naar nieuwe oplosmiddelen
voor de chemische industrie. Partners zijn onder meer
Shell, ECN en Dow.
Internationale erkenningKroon kan niet aan elke vraag voldoen. “Niet alles
werkt. Daarom proberen we heel veel nieuwe solvents
uit. We doen iedere keer een enorme screening, om te
zien wat er werkt. Veel testen dus, proefjes in het lab.
CUM LAUDES SIEREN KROONS WETENSCHAPSCARRIÈRE De carrière van Maaike Kroon (1980) ver-
liep in sneltreinvaart. Op de basisschool
verveelde ze zich stierlijk. In groep zeven
had ze alle rekenboeken van groep acht
al achter de kiezen. In groep acht ver-
diepte ze zich alvast in de wiskundeboe-
ken van de brugklas. Ook kreeg ze aller-
lei extra opdrachten, zoals: bereken de
oppervlakte van het schoolplein.
Op het voortgezet onderwijs vond ze ein-
delijk enige uitdaging. Ze slaagde met
een 10 voor wiskunde, een 9,5 voor
natuurkunde, een 9,3 voor scheikunde en
voor de rest ruime achten - ook voor de
talen. Maar dat ze de bètakant uit zou
gaan, wist ze al snel. “Ik wil niet alleen
graag weten hoe de natuur in elkaar zit
en hoe iets werkt, maar vooral ook hoe je
de natuur kunt manipuleren en nieuwe
dingen kunt maken. Dan kom je al snel bij
techniek uit.”
Ze koos voor chemische technologie aan
de TU Delft, mede omdat het een brede
studie is. Ook wilde ze iets doen voor de
samenleving, voor een betere toekomst.
“Schonere, groenere fabrieken.” Ze over-
woog nog even een studie milieukunde,
“maar om mensen nou te gaan vertellen
dat ze hun levensstijl moeten verande-
ren, dat is niet helemaal mijn ding. Ik
werk liever van binnenuit.”
Ze voltooide in zeven jaar - normaal staat
er elf jaar voor - een bachelor chemische
technologie en chemische bioproces-
technologie, een master chemische tech-
nologie, een honor’s track program ‘Inno-
vatieve ontwikkelingen in chemische
procestechnologie’ en een promotie op
de afdeling Process & Energy. Alles cum
laude. Kroon was al dr. ir. op 25-jarige
leeftijd.
Ze studeerde af op het gebied van de
thermodynamica en promoveerde op
‘Reacties en scheidingen in ionische
vloeistoffen en koolstofdioxide’. Het
betrof een nieuw productieproces voor
een medicijn tegen de ziekte van Parkin-
son, waarbij ze een nieuw type oplosmid-
del gebruikte, zodat het proces veel
energie-efficiënter werd en voor minder
afval zorgde. Het scheelde 11 miljoen
euro per jaar op 1600 ton product. Voor
het promotieonderzoek kreeg ze onder
meer de eerste prijs van de DSM Science
& Technology Awards.
Na haar promotie verbleef Kroon acht
maanden als visiting scholar in het MATr -
GAS research centrum in Barcelona en
werkte twee jaar als visiting assisting
professor aan de Stanford University in der
VS. Daarna besloot ze haar opgebouwde
kennis en expertise in Nederland in te
zetten door een eigen onderzoeksgroep
te starten. Die kans kreeg ze toen ze in
2010 werd benoemd tot hoogleraar aan
de TU/e.
Het is veel trial and error. Als je eenmaal een beetje
gevoel krijgt voor wat er werkt, ga je wel trends ontdek-
ken en kun je makkelijker dingen voorspellen. Ik hoop
ook een goed model voor dit soort solvents te kunnen
ontwikkelen.” De solvents die werken zullen uiteindelijk
toepassing vinden bij productie van hoogwaardige che-
micaliën, bij dieselproductie uit synthesegas, bij opslag
van waterstof als alternatieve vorm van energie en bij
gebruik van biomassa.
Bang om door anderen ingehaald te worden is Kroon
niet. “Er zijn wel andere onderzoeksgroepen op dit vak-
gebied, maar wij zijn nu leading op het gebied van
natuurlijke solvents.” Een nog grotere internationale
erkenning van haar onderzoeksgroep is haar doel. En
daarna? “Ik ben hier voorlopig nog wel even zoet mee.
Maar als ik ooit aan een nieuwe uitdaging toe ben, dan
denk ik dat een eigen bedrijf wel bij mij zou passen. Ik
bepaal graag zelf wat ik doe.”p
“Onze oplosmiddelen zijn niet toxisch enniet vluchtig”
1200935_sc_fc_1-52.pdf 361200935_sc_fc_1-52.pdf 36 13-12-2012 12:15:2113-12-2012 12:15:21
Bereken nu zelf úw besparing opidsnl.com/besparing
Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie
Bekijk de DSM business case
1200935_sc_fc_1-52.pdf 371200935_sc_fc_1-52.pdf 37 13-12-2012 12:15:2113-12-2012 12:15:21
Met het onthullen van een marmeren muurplaat heeft prins Willem-Alexander op 21 november de Braziliaanse vestiging van de TU Delft en BE-Basic formeel geopend. Dit gebeurde tijdens een semi-nar over de biobased eco-nomy, georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken tijdens de staatsmissie van het koninklijk paar aan Brazilië. “De transformatie naar een biobased economy is noodzakelijk om het leven op deze drukke planeet vol te houden, maar biedt ook grote kansen voor business en indu-strie”, zo verklaarde de prins.
Het kantoor van de TU Delft en
BE-Basic is gevestigd in Cam-
pinas, waar veel chemische
industrie en kennisinstellingen
geconcentreerd zijn. “Een
duurzame transitie naar een
biobased economy is een glo-
bale uitdaging die nieuwe vor-
men van innovatie en samen-
werking vereist”, zegt de
Delftse hoogleraar Biotechno-
logie en Maatschappij Patricia
Osseweijer “Het NederlandseOsseweijer. Het Nederlandse
bedrijfsleven speelt hierop in
door samen met Braziliaanse
partners duurzame opwerking
van biomassa, in chemicaliën,
materialen en brandstoffen, te
ontwikkelen. Dat is een win-
winsituatie voor Nederland én
Brazilië.”
Volgens Luuk van der Wielen,
professor Biobased Economy
aan de TU Delft en directeur
van BE-Basic, heeft Brazilië
veel kennis en ervaring met
grootschalige productie van
bio-ethanol en voedsel. “Met
een permanente vestiging zal
de samenwerking geïntensi-
veerd worden voor biobased
innovatie voor duurzame ener-
gie en chemie.”
BE-Basic is een publiek-private
samenwerking van (internatio-
nale) universiteiten, kennisin-
stituten en bedrijven, gecoördi-
neerd door de TU Delft. Het
doel is om de benodigde kennis
te ontwikkelen en technologie
te stimuleren op het gebied van
duurzame chemie. Brazilië
heeft de afgelopen dertig jaar
grote stappen gemaakt in het
creëren van een biobased eco-
nomy. Brazilianen kunnen bij
benzinestations bijvoorbeeld
ethanol tanken, waarvan het
land de een-na-grootste pro-
ducent ter wereld is Braziliëducent ter wereld is. Brazilië
investeert bovendien fors in
onderzoek en onderwijs. p
Onthulling van de marmeren muurplaat. V.l.n.r.: Dirk Jan van den Berg, voor-
zitter college van bestuur TU Delft; prins Willem-Alexander; Luuk van der
Wielen, professor Biobased Economy aan de TU Delft en directeur BE-Basic;
en João Guilherme Sabino Ometto, tweede vice-president van FIESP (Federa-
tion of Industries of São Paulo State).
KROONPRINS OPENT BRAZILIAANS K
38 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 381200935_sc_fc_1-52.pdf 38 13-12-2012 12:15:2213-12-2012 12:15:22
S KANTOOR TU DELFT EN BE-BASIC
december 2012 Chemie magazine 39
Uitgelicht
1200935_sc_fc_1-52.pdf 391200935_sc_fc_1-52.pdf 39 13-12-2012 12:15:2213-12-2012 12:15:22
40 Chemie magazine december 2012
GENOEG VRAAG NAAR ALKOXYLATEN EN OPPERVLAKTE-ACTIEVE STOFFEN
DE GOUDEN FORMULE VBij Kolb in Moerdijk is de econo-mische crisis ver te zoeken. De Europese vraag naar alkoxylatenen oppervlakte-actieve stoffen,onder meer gebruikt in shampooen tandpasta, blijft groeien. Met zijn gloednieuwe, vierde reactor is Kolb nu een van de grootste sites in Europa. “We zijn definitief totde Champions League toegetre-den.”Tekst: Adriaan van Hooijdonk
Tientallen gasten uit binnen- en buitenland,
waaronder de Maleisische ambassadeur in
Nederland, woonden begin november de ope-
ning bij van de vierde reactor van Kolb in
Moerdijk. Bij aankomst werden ze begroet
door een volledig in het goud geklede straattheaterar-
tieste, die door haar lange stelten hoog boven het
publiek uittorende. Een duidelijke verwijzing naar Midas,
de naam van het uitbreidingsproject van het van oor-
sprong Zwitserse bedrijf Kolb. Deze koning uit de
Griekse mythologie had de kracht om alles wat hij aan-
raakte in goud te veranderen.
Sinds Kolb in 2007 werd overgenomen door het Maleisi-
sche moederbedrijf KLK gaan de zaken dan ook voor de
wind. Ondanks de economische crisis is er steeds meer
vraag naar de alkoxylaten en oppervlakte-actieve stof-
fen die de onderneming produceert. De internationale
klantenkring van Kolb verwerkt de producten onder
meer in was- en reinigingsmiddelen, cosmetica, sham-
poos, douchegels, tandpasta en smeermiddelen.
Bovendien zijn deze producten veel minder gevoelig
voor economische cycli, want we hebben ze immers
allemaal dagelijks nodig.
Reden voor het bedrijf om vier jaar na de opening van de
derde reactor een nieuwe, vierde reactor in gebruik te
nemen. De uitbreiding levert tien nieuwe banen op,
waardoor het totale personeelsbestand stijgt tot tachtig
medewerkers. Het bedrijf is nu een van de grootste sites
Site-manager Jan Peters:
“Het vereiste veel fl exibiliteit van
onze mensen.”
FO
TO
: E
DW
IN W
EE
RS
1200935_sc_fc_1-52.pdf 401200935_sc_fc_1-52.pdf 40 13-12-2012 12:15:2413-12-2012 12:15:24
december 2012 Chemie magazine 41
E VAN KOLB voor alkoxylaten en oppervlakte-actieve stoffen in
Europa. “Kolb is nu definitief tot de Champions League
toegetreden”, zegt chief executive officer Sven Abend. r
Ideale liggingDe uitbreiding van de fabriek in Moerdijk is een van de
grootste projecten van de Kolb-groep in de afgelopen
jaren. Er is niet alleen een nieuwe reactor gebouwd, ook
werden het tankenpark, de verlading en de controleka-
mer uitgebreid. Volgens site-manager Jan Peters had
het project een grote impact op het dagelijkse werk van
de eigen medewerkers. “Het vereiste veel flexibiliteit
van onze mensen omdat het reguliere werk gewoon
doorging.” Uitbreiding in Moerdijk lag volgens hem voor
de hand omdat een optimale leveringsketen essentieel
is voor een bedrijf als Kolb. Peters: “We hebben hier een
ideale ligging door de aanwezigheid van een multimo-
dale infrastructuur. Het stelsel van wegen, spoor, rivie-
ren, havens en pijpleidingen zorgt voor een betrouwbare
aan- en afvoer van onze grondstoffen en producten.”
De nieuwe reactor is uitgerust met een innovatief
systeem voor energieterugwinning dat de reactie-
warmte opslaat, zodat deze ingezet kan worden voor het
verwarmen van grondstoffen voor een volgende proces-
gang. Daarvoor ontving Kolb twee jaar geleden de Res-
ponsible Care-prijs van de VNCI. Kolb verwacht door het
systeem een jaarlijkse besparing van 500.000 kubieke
meter aardgas en als gevolg daarvan 1.000 ton reductie
van de CO2-uitstoot. Peters wijst erop dat de CO2-
besparing wordt opgenomen in de Routekaart Chemie
2030. “De komende jaren verwachten we echter nog
meer CO2 te kunnen reduceren als de nieuwe reactor
optimaal in ons productieproces meedraait.”
Voorbeeld voor de regioTijdens de openingsbijeenkomst prees burgemeester
Klijs van Moerdijk het innovatieve en duurzame karakter
van Kolb Moerdijk. “Maatschappelijke betrokkenheid is
hier zeker geen lippendienst, maar een wezenlijk onder-
deel van de bedrijfsvoering. Kolb werkt al jaren samen
met scholen in de regio en probeert op deze manier
jongeren voor een loopbaan in de techniek te interesse-
ren. En met succes, want door de uitbreiding hebben ze
tien nieuwe mensen aan kunnen nemen. Het spreekt
voor zich dat de gemeente Moerdijk hier erg blij mee is,
zeker in deze moeilijke economische tijden. Verder
houdt Kolb de milieudruk voor de omgeving zo laag
mogelijk, bijvoorbeeld door de aanvoer van grondstoffen
per pijplijn. Kortom, een voorbeeld voor andere onder-
nemingen in de regio.”
Directeur Van den Oever van het Havenschap Moerdijk
sloot zich hierbij aan. “De opening van de vierde reactor
is niet alleen een grote stap vooruit voor Kolb zelf, maar
ook voor het Havenschap Moerdijk. Sinds het bedrijf hier
in het begin van de jaren ’90 neerstreek, is de productie
flink uitgebreid met positieve gevolgen voor de lokale
economie. Daarnaast is Kolb actief betrokken bij het
project Duurzame Verbindingen in Moerdijk, waarbij
verschillende partijen streven naar een optimale uitwis-
seling van energie, water en reststromen tussen de
bedrijven in de gemeente.”
Gouden slingersDe bedrijfsfilm die werd vertoond, schetste een helder
beeld van de relatie tussen het Maleisische moederbe-
drijf KLK en de vestiging van Kolb in Moerdijk. De
grondstoffen voor de productie van alkoxylaten komen
immers van de gecertificeerde palmolieplantages van
KLK (vetalcoholen) en het nabijgelegen Shell (ethyleen-
oxide). Door deze met elkaar te combineren, ontstaat
het spreekwoordelijke goud van koning Midas. Die
kwam na afloop van de film dan ook op het podium met
een staf en een glazen kolf om de fabriek te openen. Met
een luide knal daalden vervolgens gouden slingers uit
de nok van de tent op de gasten neer, die vervolgens
samen het glas hieven op de uitbreiding. p
DUURZAME PALMOLIEKolb geeft op het gebied van duurzaamheid graag het goede voorbeeld.
Zo is het bedrijf inmiddels in het bezit van het Round Table on Sustainable
Palm Oil-certificaat. Dit certificaat garandeert dat het bedrijf elke stap
van duurzame palmolie in de leveringsketen kan volgen en documente-
ren. Kolb heeft als eerste een gecertificeerde oppervlakte-actieve stof op
de markt gebracht, onder de merknaam Greenbentin. Deze stof wordt
onder meer gebruikt voor de productie van was- en reinigingsmiddelen.
Hiermee stelt Kolb haar klanten in de gelegenheid duurzame producten
te kopen en daarmee ook hun duurzaamheidsdoelen te realiseren.
CHEQUE VOOR JEUGDSPORTFONDSDe regionale maatschappelijke betrokkenheid van Kolb Moerdijk werd
bevestigd door de uitreiking van een cheque van 4000 euro aan het
Jeugdsportfonds Brabant. Burgemeester Rijsdorp van Goirle, voorzitter
van het regionale Jeugdsportfonds, bedankte het management van Kolb
en verzekerde dat het geld besteed wordt aan kinderen die door de finan-
ciële situatie in hun gezin geen lid kunnen worden van een sportvereni-
ging.
UUitbreidingitbreiding
1200935_sc_fc_1-52.pdf 411200935_sc_fc_1-52.pdf 41 13-12-2012 12:15:2613-12-2012 12:15:26
42 Chemie magazine december 2012
FO
TO
: E
DW
IN W
EE
RS
STARTER ELEMETAL ‘WAST’ VOLGENS GEHEIM RECEPT
Of Elemetal ook koper kon terugwinnen uit huisvuilas, vroeg een afvalverwerker. Nou en of! De starter heeft zelfs wereldwijd patent op een methode waarmee het bedrijf 99,99 procent puur koper uit huisvuilas kan
wassen. Eigenaar Silvan Thus: “Bij andere methoden is een extra zuiveringsbehandeling nodig.” Tekst: Noortje van Dorp
De dirrectec ie e vanva Ellemememetalltal:
SilS van Thus en e Berert-Jt an KuiK perers.s
1200935_sc_fc_1-52.pdf 421200935_sc_fc_1-52.pdf 42 13-12-2012 12:15:2613-12-2012 12:15:26
december 2012 Chemie magazine 43
Het is zo’n verhaal van
twee mensen die elkaar
op het juiste moment
ontmoeten. Ingenieur
Silvan Thus, afgestu-
deerd in ruimte- en luchtvaarttech-
niek, wil de wereld beter maken. Het
liefst met een eigen bedrijf op het
gebied van recycling. Nu alleen nog
een goed idee vinden en gelukkig
liggen er daarvan volgens hem sta-
pels op de plank bij de TU Delft. Op
een borrel komt Thus een student
tegen die een methode onderzoekt
om metalen terug te winnen uit een
metaalhoudende vloeistof. Die ont-
moeting leidt tot de geboorte van
Elemetal BV.
De twee stappen naar een afvalver-
werker om te peilen of er interesse
is. “En dat had hij dus niet”, glim-
lacht Thus. “Er zat volgens hem te
weinig waarde in. De afvalverwerker
wees naar buiten richting een berg
huisvuilas en vroeg: ‘Kunnen jullie
daar iets mee? Kunnen jullie koper
terugwinnen uit huisvuilas?’” Uitein-
delijk combineren ze de wens van de
afvalverwerker met hun eigen tech-
niek, waarop ze wereldwijd patent
hebben. Thus: “We kunnen koper uit
huisvuilas oplossen en het zo terug-
winnen.”
KopermijnMet een koperprijs op de beurs van
6 à 7 euro per kilo, een kopervoor-
raad die volgens Thus over vijfen-
twintig jaar op is en kranten die vol-
staan met koperdiefstal, lijkt het
terugwinnen van koper een com-
mercieel gat in de markt. Zeker als
de ‘grondstof’ afval is en in over-
vloed aanwezig is. Thus: “Nederland
produceert ongeveer 1,6 miljoen ton
huisvuilas per jaar. Tot nu toe halen
we zo’n 3 kilogram pure koper uit
een ton huisvuilas. Dat is meer dan
uit een ton kopererts, dat je ook nog
eens uit de grond moet halen.”
Het terugwinnen van koper uit huis-
vuilas is overigens niet nieuw. Dat
gebeurt nu ook al in de afvalverwer-
king met elektromagneten. “Slechts
30 procent van de huisvuilas is ech-
ter groot genoeg om efficiënt koper
terug te winnen, de overige 70 pro-
cent bestaat uit veel te kleine deel-
tjes”, reageert Thus.
Zelfs het terugwinnen van koper
met een chemische oplossing en
een elektrolyt - de methode van
Elemetal - wordt al toegepast in de
kopermijnbouw. Maar de gebruikte
oplossing is wel nieuw. Gebruike-
lijke vloeistoffen reageren met huis-
vuilas en geven onzuivere koper:
naast het koper lossen ook andere
metalen op. Daardoor is er een
extra zuiveringsbehandeling nodig.
De alkalische vloeistof die Elemetal
gebruikt - geheim recept - lost
alleen het koper op en levert 99,99
procent zuivere koper op.
RecyclingRecycling klinkt groen, maar is de
chemische wassing die Elemetal
toepast niet schadelijk voor het
milieu? “De vloeistof kan aan het
einde van de wassing na een zuive-
ring weer opnieuw gebruikt wor-
den”, licht Thus toe. “We gebruiken
wel energie, maar dat doen koper-
mijnen ook. Daarnaast kan koper de
grond verontreinigen, dus is het
goed dat wij het koper uit de huisvui-
las halen. Bovendien kunnen we zo
het opraken van de kopervoorraad
terugdringen en tegelijkertijd scha-
delijke mijnbouw tegengaan. Deze
manier van koperwinning is sneller,
efficiënter en schoner.”
Die aarzeling over de chemische
toepassing merkt Elemetal ook
onder de afvalverwerkers. “Afval-
verwerkers blijken nogal voorzichtig
met het toepassen van nieuwe tech-
nieken”, vertelt Thus. “Nu kunnen ze
hun huisvuilas kwijt als opvulmate-
riaal onder snelwegen of in geluids-
wanden. Ze zijn huiverig of dit, na
onze chemische toepassing, nog
steeds mogelijk is. Uit onze testen
blijkt dat de huisvuilas geschikt blijft
als opvulmateriaal, maar die test
moeten we telkens opnieuw doen
als we kennismaken met een afval-
verwerker. Om het vertrouwen te
winnen.”
Door een overheidssubsidie en door
het winnen van zowel de ASN
Wereldprijs (2010) als de Jonge
Estafette (2011), krijgt Elemetal de
mogelijkheid om door te groeien.
Als Bert-Jan Kuipers zich in 2010 als
mededirecteur bij Elemetal voegt en
de student waarmee Thus het avon-
tuur begon weer teruggaat naar de
collegebanken, volgen twee succes-
volle proefprojecten (zie kader).
Over vier à vijf jaar wil Elemetal
‘wasinstallaties’ in Nederland én in
het buitenland hebben staan. De
installaties worden dicht bij de
afvalverwerker gebouwd, omdat het
volgens Thus zonde is om met afval
te gaan slepen. De planning was om
dit jaar voor het Zeeuwse afvalver-
werkingsbedrijf Heros een grote
wasinstallatie voor 100.000 ton huis-
vuilas te bouwen. Door overname
van Heros door Remex staan de
plannen momenteel on hold. Thus:
“Erg jammer.” p
PROEF IN ZEECONTAINERElemetal heeft zijn ‘wasinstallatie’ eerst in een la-
boratorium getest. Eigenaren Thus en Kuipers ver-
werkten 200 kilo huisvuilas per keer tot koper. Na
dit succesvolle experiment bouwden zij een wasin-
stallatie in een zeecontainer, waarmee ze 8 tot 10
ton huisvuilas per keer konden verwerken. Ook die
proef bleek een succes.
ZINK UIT VANGRAILSSamen met Arrosso en Agentschap NL Energie en Klimaat wint Elemetal zink terug uit
vangrails. Is het niet verstandiger om op één product te blijven focussen, in dit geval het
terugwinnen van koper? “Nee”, antwoordt Thus kordaat. Je kunt volgens hem niet vroeg
genoeg beginnen met bedrijfsuitbreiding, want het duurt wel even voordat je nieuwe
ontwikkelingen kunt verkopen. “Chemie is iets anders dan IT, waar een softwarepro-
gramma in vier maanden wordt gebouwd. De techniekontwikkeling van een chemisch prod-
uct op zich kost al veel tijd. Om ook nog voet aan de grond te krijgen bij miljardenbedrijven,
heb je nog meer geduld nodig!”
“ Huisvuilas levert meer koper op dan kopererts”
SStartertarter
1200935_sc_fc_1-52.pdf 431200935_sc_fc_1-52.pdf 43 13-12-2012 12:15:3013-12-2012 12:15:30
44 Chemie magazine december 2012
PAN EUROPEAN SURVEY PEILT MENING EUROPEANEN OVER CHEMISCHE INDUSTRIE
IMAGO NEDERLANDSE CHEMIE: MEER VOOR- DAN NADELEN
In vergelijking met omliggende landen heeft de Nederlandse
chemie een goede reputatie. Ook vinden de meeste Nederlanders de voordelen van de sector gro-
ter dan de nadelen. Niettemin is het imago de afgelopen
twee jaar minder geworden. Dat - en meer - blijkt uit de Pan
European Survey, een tweejaar-lijks imago-onderzoek in Europa
naar de mening van mensen over de chemische industrie.
Tekst: Inge Janse
dumpen van chemisch afval en de
gezondheidsrisico’s die chemicaliën
in consumentenproducten opleve-
ren. Ook peilden de onderzoekers
hoe de respondenten vinden dat het
staat met de controle op chemiebe-
drijven. Tweederde vindt dat er
meer regulatie nodig is, terwijl 3
procent denkt dat de sector met
minder inspecties afkan. Meer dan
de helft van de deelnemers geeft
daarbij aan te vrezen dat door meer
regulatie chemiebedrijven mogelijk
hun investeringen en banen naar
andere landen verplaatsen.
Chemische associatiesOm meer inzicht te krijgen in het
sentiment van de deelnemers over
chemie, vroegen de PES-intervie-
wers ook naar hun kennis over de
sector. Als respondenten chemische
producten moesten noemen, dan
kwamen ze vooral op benzine, plas-
tic en verf. 23 procent las weleens
nieuwsberichten over de sector,
waarbij het meestal over ongeluk-
ken en crises ging.
Daarnaast mochten deelnemers
reageren op een aantal stellingen.
De meest onderschreven uitspraken
waren ‘chemie is een sector voor
leergierige mensen’ en ‘het ontwik-
kelen van medicijnen draait volledig
om kennis van chemie’. Het meest
oneens waren de respondenten het
met de stelling ‘de chemische in-
dustrie is milieuvriendelijk’.
De PES maakt ook duidelijk hoe de
chemische industrie in Nederland
scoort in vergelijking tot andere
sectoren. Soeverein winnaar is de
voedingsindustrie, die al jaren met
de imagohoofdprijs naar huis gaat.
Chemie eindigt in dit klassement op
de dertiende plaats, waarbij het de
financiële wereld, petrochemie,
pesticiden en nucleaire energie voor
blijft (zie figuur 2 en 3).
VerbeterpuntenHoewel het een positief teken is dat
64 procent van de Nederlanders de
voordelen van de chemie ziet, is dit
wel een daling ten opzichte van 2010.
Toen vond zelfs 72 procent van alle
Nederlandse deelnemers dat de
voordelen groter waren dan de
nadelen. Ook op andere vlakken
heeft de reputatie van de Neder-
landse chemie averij opgelopen. Zo
vindt 10 procentpunt minder respon-
denten dat bedrijven proberen op
een ethische en sociaal-verant-
woordelijke manier te werken, en
ook het enthousiasme over de stel-
ling ‘wat goed is voor het bedrijf is
ook goed voor de gemiddelde per-
OVER HET PES-ONDERZOEKAan het Pan European Survey-onderzoek van afgelopen zomer deden
597 Nederlandse mannen en vrouwen van 18 jaar of ouder mee. In
totaal sprak het onderzoeksbureau in Europa 5919 deelnemers. Voor
het eerst in de geschiedenis van de PES bestond eenderde hiervan uit
opinieleiders: mensen die zich actief met de chemische industrie
bezighouden en goed weten wat er speelt. Gemiddeld zijn deze betrok-
ken burgers iets positiever over de chemie dan de gemiddelde man of
vrouw op straat.
Het is een tweejaarlijks
terugkerend fenomeen,
de Pan European Survey
(PES). In opdracht van de
Europese koepelorgani-
satie Cefic krijgen duizenden Euro-
peanen in dit onderzoek vragen
voorgeschoteld die in kaart brengen
hoe zij over de chemische industrie
in hun land denken.
In Nederland gaf 64 procent van de
deelnemers aan de voordelen van
de chemische industrie groter te
vinden dan de nadelen. Het meest
genoemde pluspunt van chemie is
dat haar producten de kwaliteit van
het dagelijks leven vergroten. De
twee belangrijkste minpunten
waren: de milieu-effecten van het
1200935_sc_fc_1-52.pdf 441200935_sc_fc_1-52.pdf 44 13-12-2012 12:15:3013-12-2012 12:15:30
Significantly higher than all other countries
UK: 63.8
Significantly higher than FR, IT, ES, SE
BE: 56.7
FR: 52.2
Significantly higher than IT
ES: 54.1
NL: 57.9Significantly higher than FR, IT, ES, SE
IT: 51.6
Significantly higher than FR, IT, ES, SE, BE
CZ: 58.9
Significantly higher than FR, IT, ES, NL, SE, BE, PL
DE: 60.1
Significantly higher than FR, IT
PL: 56.2
Significantly higher than ITSE: 53.8
Food
Telecom & electronics
Electricity
Biotechnology
Nanotechnology
Airlines
Automotive
Pharmaceuticals
Detergents / cleaning products
Paint manufacturing
Plastics
Financial services
Chemicals
Perfume & cosmetics
Petroleum/oil
Nuclear power
Pesticides manufacturing 71%68%62%61%60%60%58%52%52%47%44%44%43%39%37%33%25%
29%32%38%39%40%40%42%48%48%53%56%56%57%61%63%67%75%
Positive (6 - 10)
Negative (1 - 5)
Food
Telecom & electronics
Electricity
Biotechnology
Nanotechnology
Airlines
Automotive
Pharmaceuticals
Detergents / cleaning products
Paint manufacturing
Plastics
Financial services
Chemicals
Perfume & cosmetics
Petroleum/oil
Nuclear power
Pesticides manufacturing
Positive (6 - 10)
Negative (1 - 5)
67%62%60%60%58%52%51%48%47%46%38%38%35%33%30%29%25%
33%38%40%40%42%48%49%52%53%54%62%62%65%67%70%71%75%
december 2012 Chemie magazine 45
e
< 52
52 – 55
56 –59
> 60
FIGUUR 2 EN 3Hoe scoort de chemische industrie in Nederland bij het grote publiek (links)en bij opinieleiders in vergelijking met andere sectoren?
FIGUUR 1De reputatie van de chemiesector. Op een schaal van 100 scoort de Nederlandse chemie 57,9, wat één van de hoogste scores in Europa is.
soon’ leverde 9 procentpunt in.
Volgens Irene van Luijken, manager
communicatie en public affairs bij
de VNCI, komt de daling niet uit de
lucht vallen. “Het imago van de che-
mie heeft een behoorlijke knauw
gehad door de incidenten bij Che-
mie-Pack en Odfjell. Als VNCI laten
we daarom een stevig tegengeluid
horen over veiligheid. Zo nemen we
media en politici mee naar bedrijven
om ze te laten zien hoe bedrijven in
de praktijk werken. Bedrijven zou-
den daarnaast nog meer openheid
kunnen geven aan de omgeving en
overheden. De veiligheid op fabrie-
ken is namelijk heel goed, maar het
lukt de sector onvoldoende om dat
over het voetlicht te brengen.” De
VNCI gebruikt deze en andere
inzichten uit de PES-resultaten om
haar communicatie verder aan te
scherpen, zoals over duurzaamheid.
TrucksStilzitten is in ieder geval geen optie
volgens Van Luijken. “De belangen
zijn groot. Op het moment dat we
aanhoudend slecht in het nieuws
zijn, zal ook de bereidheid van over-
heden afnemen om de industrie ter
wille te zijn. Daarnaast moeten we
OOnderzoeknderzoek
1200935_sc_fc_1-52.pdf 451200935_sc_fc_1-52.pdf 45 13-12-2012 12:15:3013-12-2012 12:15:30
MORE IMPORTANT WEAKNESS MORE IMPORTANT STRENGHT
LESS IMPORTANT WEAKNESS LESS IMPORTANT STRENGHT
RELATIVE PERFORMANCERELATIVE PERFORMANCE
Sutainability 7.2%,5.60
CommunityInvolvement 6.5%,5.26
GovernmentCooperation 6.6%,5.62
Waste disposal 6.3%,5.62
Safe Use 8.5%,5.89
Energy Efficiency 7.8%,6.03
Plant Safety 6.8%,6.07
Innovation 6.5%,6.05
Emissions6.1%,5.78
ResearchTransparancy 5.6%,5.31
Testing 5.1%,5.70
ProduktTransparancy 4.3%,5.13
Transport Safety 6.2%,5.89
Product Quality 6.2%,6.48
EuropeanCompetitiveness 5.4%,5.91
Economic Impact 5.0%,6.10
REL
ATI
VE IM
PACT
REL
ATI
VE IM
PACT
46 Chemie magazine december 2012
HET REPUTATIE-DNA VAN DE CHEMIE
zorgen dat voldoende mensen een
chemiestudie gaan doen om vol-
doende personeel beschikbaar te
hebben. Om die redenen werken we
hard aan activiteiten die het imago
van de sector verbeteren, zoals een
website die snel en aantrekkelijk
toegang geeft tot de belangrijkste
chemiesites. Ook hebben we met
‘Dit is het verhaal van de Chemie’
een publicatie uitgebracht die che-
miebedrijven kunnen gebruiken om
hun rol en belang beter duidelijk te
maken. Bovendien rijden er binnen-
kort trucks in Nederland waarop de
tekst ‘Chemie is overal’ groot staat
afgedrukt, om te laten zien dat che-
mie overal in zit.”
Score in EuropaGemengde geluiden dus in Neder-
land. Maar hoe gaat het in omlig-
gende landen? Om die vergelijking
te maken, keek de PES naar de
reputatie van de sector. Dit is een
optelsom van prestaties op thema’s
en de impact daarvan (zie kader). Op
een schaal van 100 scoort de Neder-
landse chemie 57,9. Dat is één van
de hoogste scores in Europa. Hele-
maal bovenaan staan Engeland,
Duitsland en Tsjechië, terwijl Italië,
Frankrijk en Zweden de rij sluiten. In
vergelijking met Europese collega’s
doet de Nederlandse chemie het
dus zo slecht nog niet (zie figuur 1). p
FIGUUR 4De reputatie van de chemische industrie valt uiteen in zestien thema’s, waarvan bepaald is hoe de Nederlandse chemie daarop scoort en wat de impact is op de reputa-tie. De chemische industrie blijkt de meeste reputatiepunten te verdienen met energie-efficiency en aandacht voor het veilige gebruik van chemische producten.
Nieuw aan het PES-onderzoek van 2012
is dat er ook gekeken is naar de reputatie
van de chemische industrie. Uit onder-
zoek blijkt dat die uiteenvalt in zestien
thema’s, verdeeld over de categorieën
milieu, innovatie & concurrentie, veilig-
heid, en betrokkenheid. Van elk thema is
vervolgens bepaald hoe de Nederlandse
chemie daarop scoort, en wat de impact
van het thema op de reputatie is. Hieruit
blijkt dat zij de meeste reputatiepunten
verdient met haar energie-efficiency en
aandacht voor het veilige gebruik van
chemische producten. Ook gooit de
Nederlandse chemie hoge ogen met de
kwaliteit van haar producten, haar bij-
drage aan de economie en de veiligheid
in fabrieken, alleen is de impact van deze
thema’s relatief laag.
Het thema met de grootste impact en de
laagste score is duurzaamheid. Blijkbaar
vinden burgers dit van groot belang, en
vinden ze niet dat de chemie daar vol-
doende aan bijdraagt. Andere thema’s
waar de chemie laag op scoort zijn:
transparantie over wat precies de inhoud
en risico’s van chemische producten zijn,
de betrokkenheid bij de omgeving, en
transparantie bij onderzoek naar de
gevaren van producten (zie figuur 4).
Van alle thema’s geldt wel dat de scores
voor prestaties en impact niet ver uit
elkaar liggen. Zo scoort het laagste
thema een 5,13 (op een schaal van 10) en
het hoogste thema een 6,48.Irene van Luijken, manager communicatie en
public affairs bij de VNCI: “De belangen zijn groot.”
1200935_sc_fc_1-52.pdf 461200935_sc_fc_1-52.pdf 46 13-12-2012 12:15:3013-12-2012 12:15:30
De Dalmec balancers zijn intelligente oplossingen die producten tot 900 kilo schijnbaar gewichtloos maken. De systemen zijn zo ontworpen dat elke producthandling met uiterste precisie, fl exibiliteit en veiligheid gebeurt. Én met minimale fysieke inspanning van uw personeel. Zo verbeteren we zowel de effi ciëntie als de arbeids omstandig-heden binnen uw bedrijf. Neem voor meer informatie contact op via 0345 - 63 60 50 of [email protected].
Voordelen op een rijtje:
“Voor elke toepassing een balancer op maat.”
Tillen met alle gemak van de wereld
www.dalmec.nl
1200935_sc_fc_1-52.pdf 471200935_sc_fc_1-52.pdf 47 13-12-2012 12:15:3113-12-2012 12:15:31
Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AMRotterdam-Hoogvliet | [email protected] | www.leschaco.com
LESCHACO –
your specialist
for supply chain
solutions.
We offer
integrated,
intercontinental
logistics with
responsible care
for the chemical
industry.
Logistics –
and beyond.
Since 1879.
Experienced. Dedicated. Customized.
phone +31
(10) 2953 153
Aggregaten; Mobiele lichtmasten; Kabels; Trafo’s; Verdeelkasten; Tijdelijke stroom en lichtvoorziening voor industriële toepassingen.
� � � � � �
Parkweg 67a, 4153 XL Beesd T 0345 684000 - F 0345-680907
[email protected] - www.voetverhuur.nl
24 UUR, 7 DAGEN PER WEEK
Energie-efficiency
naar hoger plan
Futurologen over
Visie 2030/2050
Veroorzaakt schaliegas
een gaslek?
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 09 19 september 2012r
EUREKA!
MAAR WAT NU?HET LOT VAN DDDEEE SYNSYNTHETISCHE HARTKLEP, DEAR
OPROLBA OPROLBA E GSM
EN ANDERE GROTE CHEMHEMHEMIIIEEONTDEKKINGEN
ineMagazi
Nanotechnologie lost grootste problemen opSchaliegas game changer
voor chemische industrieVan Lieshout (Inspectie SZW) over veiligheid
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 07-08 22 augustus 2012
“ KEUZE VOOR NEDERLAND WAS NIET VANZELFSPREKEND”
DSM-DIRECTEUR ATZO NICOLAÏ OVER RECENTE R&D-INVESTERING:
Magazine
Afvalwater bron van energie en grondstoffen
Plannen politieke partijen voor chemie
Remt schaliegas de biobased economie?
“ Chemie is noodzakelijk als we willen blijven leven zoals we nu doen”
NIEUW BOEGBEELD TOPSECTOR CHEMIE GERARD VAN HARTEN
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 10 17 oktober 2012
NEEM EEN GRATISPROEFABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
JAAAAAA N BBBBEE, I, K WK WK WIIL L EEI, IK WKKIK W ENENNN GRGRRATIATIA IS PS PS ROEEFABFAFABF BONBBBONNEMBONNONNEMEE NNT NBONNONNEMENTNNTTONNEMENNTONNEMENTAAAAAAAA EE MAGAZINEZINE OP CHEMIE MAGAOP C ZINEMIE MAGAEEE MAMMMAGGAZAZA INEAAAhChemie magazine proefabonnement (3 edities)
hChemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)
Bedrijfsnaam/Organisatie
Naam
Functie
Adres
Woonplaats
Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur
de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag,
E-mail: [email protected]
3xGRATIS
1200935_sc_fc_1-52.pdf 481200935_sc_fc_1-52.pdf 48 13-12-2012 12:15:3113-12-2012 12:15:31
Column/BedrijvenColumn/Bedrijven
BEDRIJVEN
HOOFDREDACTEUR
hoofdredacteur Chemie Magazine
Igor ZnidarsicF
OT
O:
CA
SP
ER
RIL
A
DSM heeft in Geleen een derde
productie-unit voor Stanyl ForTii
hoogwaardige polyamide geopend.
De verhoging van de capaciteit is
nodig om tegemoet te komen aan
de sterk groeiende vraag. De poly-
amide wordt gebruikt in onder
meer elektronica en de auto-indus-
trie.
Dow Chemical sluit wereldwijd
twintig fabrieken, waaronder een
vestiging in Delfzijl. Het gaat om
een fabriek waar natriumboorhy-
dride wordt gemaakt, een stof die
onder meer gebruikt wordt om
papier te bleken. De sluiting kost 43
mensen hun baan.
LyondellBasell gaat zijn LDPE-
productielijn in het Duitse Wesse-
ling medio 2013 weer opstarten.
Deze was begin 2012 stopgezet. De
lijn is altijd gebruikt voor de pro-
ductie van LDPE-typen voor medi-
sche toepassingen.
DSM neemt het Amerikaanse Forti-
tech over voor 495 miljoen euro.
Fortitech richt zich op voedings-
ingrediënten voor de voedingsmid-
delen- en drankenindusstrie, de
kindervoedingsindustrie en de voe-
dingssupplementenindustrie. Het
bedrijf heeft zes productielocaties.
BASF Polyurethanes in Lemförde
wordt fors uitgebreid met een pro-
ductiehal, magazijnen, tanks en
een kantoorgebouw. Er wordt ther-
moplastisch pur onder de
naam Elastollan geproduceerd
voor de wereldmarkt. Het opstar-
ten van de productie-eenheid is
gepland voor eind 2014.
DSM verkoopt DEXPlastomer aan
Borealis AG. DEXPlastomer is een
joint-venture tussen DSM en een
dochteronderneming van Exxon-
Mobil Chemical. Het bedrijf produ-
ceert C8 plastomeren en lineair
lage dichtheid polyetheen. DSM
verkoopt ook zijn LldPE Compact-
solutietechnologie.
e overheid en ict, het blijft een moeilijke combinatie. Er is een
lange reeks mislukte, geldverslindende en/of gebruikson-
vriendelijke projecten uit voortgekomen. Om er een paar te
noemen: het communicatiesysteem voor de politie C2000,
het EPD (Elektronisch Patiënten Dossier), de elektronische
stemcomputer en de ov-chipkaart. Aan dit rijtje kunnen we nu NL-Alert
toevoegen, de recent gelanceerde alarmeringsdienst voor de mobiele
telefoon.
Stel: er doet zich in de buurt een ramp voor. Het introductiefilmpje op de
website NederlandVeilig.nl geeft als voorbeeld een brand bij het fictieve
ChemWerk, waarbij giftige stoffen vrijkomen. Maar het zou net zo goed
een neergestort vliegtuig, een dijkdoorbraak of een lekkende kerncen-
trale kunnen zijn. Dankzij NL-Alert ontvangen mensen in de directe
omgeving van de ramp op hun mobiele telefoon informatie over wat er
aan de hand is en wat ze het beste kunnen doen. In het geval van
ChemWerk: blijf binnen en sluit ramen, deuren en ventilatiesystemen.
Het is in zijn simpelheid een bijna geniaal idee, waarmee levens kunnen
worden gespaard. Maar niet alle levens. Indien u in het bezit bent van een
wat oudere gsm, een smartphone met het besturingssysteem Windows
Phone of een iPhone, dan blijft u van de informatie verstoken. NL-Alert
werkt namelijk niet op deze toestellen. Als u net als ik tot de 15 procent
Nederlanders behoort die een iPhone gebruiken, heeft u dus niets aan
NL-Alert. Volgens technologiewebsite Tweakers zijn in totaal vier op de
tien mobiele telefoons niet geschikt voor de dienst. Zelfs de verantwoor-
delijke minister, Ivo Opstelten, bleek bij de introductie geen geschikt
mobieltje te hebben.
Kortom: een knullig, want veel te prematuur geïntroduceerd systeem.
Volgens het platform voor ict-professionals Computable heeft het tot nu
toe 21,4 miljoen euro gekost. Tel daar gerust enkele miljoenen bij op, want
het duurt volgens het ministerie van Veiligheid en Justitie nog jaren voor-
dat het systeem standaard beschikbaar is op alle mobiele telefoons.
Aanleiding voor NL-Alert was onder meer de gebrekkige informatievoor-
ziening bij de brand bij Chemie-Pack. Toen ging namelijk niet overal in de
omgeving de sirene af. Dankzij NL-Alert zouden nu zes op de tien mensen
gewaarschuwd worden - mits hun mobiel aanstaat. Voor die andere vier
hoop ik maar dat ze bij ChemWerk de komende winter niet met gasbran-
ders in de weer gaan.
“ Zelfs het mobieltje van minister Opstelten bleek ongeschikt”
D
NL-ALERT
december 2012 Chemie magazine 49
1200935_sc_fc_1-52.pdf 491200935_sc_fc_1-52.pdf 49 13-12-2012 12:15:3213-12-2012 12:15:32
ServiceService
MENSEN
ESSENSCIAFrank Coenen, CEO van Tessenderlo Group, is de nieuwe voorzitter van de
Belgische chemiefederatie essenscia. Hij volgt in die functie Wouter de
Geest op, gedelegeerd bestuurder van BASF Antwerpen. Volgens Coenen
is de chemiesector de afgelopen decennia uitgegroeid tot de ‘sterkhouder’
van de Belgische industrie. Hij erkent de enorme verantwoordelijkheid die
dit meebrengt voor de welvaart en het welzijn in zijn land en benadrukt het
enorme belang van innovatie om industriële activiteiten in België te verankeren.
DSMMr. Inge Brakman is benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van DSM Neder-
land. Zij volgt Margo Vliegenthart op, die vanwege gezondheidsredenen de Raad van
Commissarissen heeft verlaten. Brakman vervult verschillende functies, waaronder
voorzitter van de Raad van Toezicht van Staatsbosheer en voorzitter van het Nederlandse
Rode Kruis. Voorheen was zij onder meer voorzitter en lid van het Commissariaat voor de
Media. De andere twee leden van de Raad van Commissarissen van DSM Nederland zijn
Feike Sijbesma (voorzitter) en Jan Zuidam.
DELTALINQSSteven Lak treedt op 21 januari aan als voorzitter van Deltalinqs en Rotterdam PortkPromotion Council (RPPC). Wim van Sluis heeft aangegeven zijn voorzittershamer, na
ruim zes jaar (twee termijnen), over te willen dragen. Lak kent de diverse ondernemingen
in het Rotterdamse haven- en industriegebied van binnenuit en heeft gedegen kennis en
ervaring opgedaan met het Havenbedrijf Rotterdam, de overheid en politiek. Hij heeft
bovendien ruime internationale ervaring.
Chemie Magazine is het maandblad
van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-
sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)
Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Inge Janse (redacteur)
Jos de Gruiter (redacteur)
Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den Haag
T 070 337 87 28, F 070 320 39 03
MedewerkersJoost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje
van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan
van Hooijdonk, Marga van Zundert
VormgevingCurve, Haarlem
Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,
Julius Röntgenstraat 17,
2551 KS Den Haag,
T 070 323 40 70,
Advertenties vallen buiten de verantwoordelijk-
heid van de redactie
DrukDeltaHage, Den Haag
AbonnementenWie werkzaam is in de chemische industrie of
op een andere wijze direct of indirect bij de
chemische industrie betrokken is komt in
aanmerking voor een kosteloos abonnement
op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.
nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad en u
krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer infor-
matie: [email protected] of 070 337 87 28.
OvernameOvername van artikelen uit Chemie magazine is
alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-
lijke toestemming van de redactie. In de
meeste gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld coverChris Bonis
ISSN 1572-2996
COLOFON
VNCI ONLINEWWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks
nieuws, het archief van Chemie magazine
en alles over de chemische industrie in
Nederland
WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks
het laatste nieuws over de chemische
industrie en de VNCI
TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laat-
ste nieuws, vacatures en reac-
tiemogelijkheden op alle berichten
WW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan
2000 betrokkenen uit de chemi-
sche industrie en bezoek de vacatures in
de LinkedIn-groep van de VNCI
VOLGENDE MAAND (23 JANUARI)
EN NOG VEEL MEER…
SER-VOORZITTER WIEBE DRAIJER OVER
NOODZAAK VAN EEN ENERGIEAKKOORD
DE BELOFTE VAN MICROREACTORENBIO-COKES: INTERESSANTE OPTIE VOOR
CO2-REDUCTIE?
HOOGLERAAR BERT WECKHUYSEN OVER BIOMASSACONVERSIE
50 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 501200935_sc_fc_1-52.pdf 50 13-12-2012 12:15:3413-12-2012 12:15:34
chemistry, blends & knowledge
AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formulerenen mengen van chemische vloeistoffen en poeders
Markweg Zuid 274794 SN HeijningenPostbus 1024793 ZJ Fijnaart
T +31 (0)167 - 526 900F +31 (0)167 - 526 [email protected]
AD Productions B.V.
serv
ices
Are you ready for improvement?Join the team and become a colleague of highly motivated, experienced and
innovation driven people. DSM Biologics challenges you to come and work
in the ‘City of talent’ in the north. One of the largest biotech cities within the
Netherlands. With a focus on transformative and world-class technologies, to
provide solutions and brighten the lives of people today and generations to
come, you will find a nourishing and dynamic environment when working in
the position of Bioprocess Engineer.
The position focusses on technology transfer, the support of operations,
improvement of products, processes and facility and all activities regarding
commisioning and qualification. Responsibility, interpersonal skills, a quality
mindset and a customer orientation are key competences for this position.
Do you take up the challenge to improve your talents?
We than invite you to read more about this position at our website.
DSM Biologics - Groningen
matching the best in chemistry & life-sciences
www.cls-services.nlrecruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food
Dedicated to Excellence
1200935_sc_fc_1-52.pdf 511200935_sc_fc_1-52.pdf 51 13-12-2012 12:15:3613-12-2012 12:15:36
1200935_sc_fc_1-52.pdf 521200935_sc_fc_1-52.pdf 52 13-12-2012 12:15:3913-12-2012 12:15:39