Download - checkpoint 4

Transcript
Page 1: checkpoint 4

4mei 2011

Bijzonderewapenbroeders Poolse bevrijder

Irakveteraan met missie in Indonesië

Checkpoint 4-2011.indd 1 04-05-2011 17:27:01

Page 2: checkpoint 4

CheCk point 10

nr. 4 / mei 2011

Door: Fred LardenoyeFoto’s: William Moore

et Pink Floyd-album The Wall (1979) is vooral bekend van

de gelijknamige hitsingle die destijds indruk maakte door de opstandige schoolkinderen en de bijbehorende animaties met marcherende hamertjes. Het verhaal, over de popzanger Pink die psychisch vervreemd raakt van zijn publiek en een muur om zich heen

bouwt, werd door Roger Waters (67) geschreven aan de hand van zijn eigen ervaringen als lid van de psychedelische rockroep Pink Floyd. Maar Waters ver-werkte in het stuk ook het jeugdtrauma dat hij overhield aan een vader die als militair in 1944 sneuvelde toen hij zelf nog maar drie maanden was. Met name dat thema is, sinds Waters Pink Floyd verliet, in de uitvoeringen van The Wall steeds dominanter geworden. Te begin-nen met de legendarische uitvoering van het muziekstuk bij de Berlijnse Muur

in 1990 met talloze bekende gastmusici als Sinéad O’Connor, Van Morrison en leden van The Band. Voor de versie van The Wall waar hij nu mee toert, riep Waters familieleden van gesneuvelde militairen op om foto’s en gegevens van hun dierbaren via internet op te sturen, zodat hij ze kon gebruiken. Na een try-out in Engeland besloot de voormalige Pink Floyd-zanger bovendien om op al zijn concerten psychisch en fysiek gekwetste veteranen uit te nodigen om het concert gratis bij te wonen.

Muur afbreken“Een superinitiatief”, noemt Libanon-veteraan Adrie Meinen (47) de geste van Waters. “Na het lezen van Check-point zag ik achterop die advertentie. Toen ben ik gaan mailen en afgelopen maandag kreeg ik te horen dat ik mee mocht.” Net als voor veel veteranen die we bij het concert spreken, heeft met name dit muziekalbum van Pink Floyd

Libanon- en Sinaïveteraan Eric Hendriksen (met bril) te midden van Roger Waters en het prinselijk paar.

Zo’n dertig gewonde veteranen bezochten op uitnodiging van Roger Waters de live-uitvoering van Pink Floyd’s The Wall in het Gelredome in Arnhem. Allemaal fans van Roger Waters, wiens interpretatie van het Pink Floyd-album in de loop der jaren steeds meer gaat over zijn eigen vader die in de Tweede Wereldoorlog als militair om het leven kwam. De meet and greet met Waters kreeg onverwacht een koninklijk tintje.

Veteranen bij The Wall worden verrast door kroonprins en Maxima

h

‘Superinitiatief van Roger Waters’

Checkpoint 4-2011.indd 10 04-05-2011 17:39:33

Page 3: checkpoint 4

CheCk point nr. 4 / mei 201111

ook voor hem een speciale betekenis. “Na mijn uitzending naar Libanon in 1983 dacht ik dat het super was verlopen, maar ik deed sommige dingen sinds-dien heel anders dan andere mensen en raakte steeds meer in een isolement. Dat besef is pas veel later gekomen.” Sinds een jaar of vier heeft Meinen een militair invaliditeitspensioen (MIP). “Ik bleek PTSS te hebben en heb een tijd in Centrum ’45 gezeten. Nu gaat het rede-lijk goed met me.”Ook voor zijn collega-veteraan Eric Hendriksen (49) heeft The Wall een speciale betekenis. Na zijn uitzending naar Libanon werd Hendriksen beroeps en nog een keer uitgezonden naar de Sinaï. Toen hij in 2005 de dienst verla-ten had, besefte hij nog niet dat hij zijn uitzendverleden nooit verwerkt had. “Dat kwam pas dankzij het Veteranen-instituut. In 2005 is daar het toneelstuk Thuisfront opgevoerd van Barry Hof-stede. Daar ben ik geweest en dat heeft mij de ogen geopend. Het was alsof ik in de spiegel keek. Ja, zo’n theaterstuk kan je maken en breken. In dit geval was het breken. Hoe cliché ook, The Wall gaat over het afbreken van die muur, maar ook over het weer opbouwen van je leven. Dus de cirkel is rond.”

obamaWaters zet op 8 april, de eerste van zijn drie Nederlandse concerten in het Gelredome, een indrukwekkende show neer. Vanaf de eerste minuut weet hij de aandacht van het publiek te pakken. Niet alleen met behulp van muziek, maar zoals gebruikelijk bij Pink Floyd-concerten, met ondersteuning van alle denkbare special effects. Een miniatuur-vliegtuig en dito helikopter vliegen door het Gelredome, de op het podium opgebouwde muur wordt permanent gebruikt voor grafische animaties en projecties van toepasselijke beelden en teksten. Een oud-Dutchbatter die naast ons zit, bekent dat hij bij de projectie van alle namen van gesneuvelde mili-tairen op de muur, de rillingen over zijn rug voelde lopen. Het knappe is dat Waters het stuk geactualiseerd heeft en opvallend is dat het thema oorlog en de gevolgen ervan voor burgers en militairen een promi-nente rol spelen. Flarden van toespra-ken van Churchill en Obama worden afgewisseld met beelden uit de Tweede Wereldoorlog, maar ook de bekende WikiLeaks-beelden waarop te zien is hoe

Amerikaanse militairen journalisten per abuis aanzien voor terroristen. Kern blijft natuurlijk de muziek van Waters, die in het titelnummer ondersteund wordt door een koor van Arnhemse scholieren die overtuigend ‘Hey Teacher, leave us kids alone’ schreeuwen naar een reusachtige opblaaspop van een strenge Britse leraar.

MaximaTijdens de pauze worden de veteranen naar de catacomben van het stadion geleid, waar ze een beetje bedremmeld in een kleedhokje moeten wachten. Er gonzen geruchten over prinselijke belangstelling voor het concert. Een persoonlijk medewerker van Waters stelt de veteranen op hun gemak: “Ik ben ook marinier geweest én veteraan. Ik laat Roger weten dat jullie er zijn. Er is niet veel tijd, maar hij heeft zijn foto’s alvast gesigneerd.”En dan stapt de Pink Floyd-oprichter binnen, inmiddels grijs en een beetje breekbaar ogend. Opvallend ontspannen zegt hij: “Ik maak een rondje om met jullie allemaal een praatje te maken.” En dan wijzend naar de deur waar hij net door bin-nengekomen is: “En luister naar mijn vriend hier.” Een blond hoofd wordt naar binnen gesto-ken: “Waar veteranen zijn, daar moeten we ook bij zijn!”, zegt prins Willem-Alexander olijk. Hij wordt gevolgd door prinses Maxima, die zich onmiddellijk bereid toont om met veteranen op de foto te gaan. Op de vraag of ze ook ‘fan’ is, knikt ze bevestigend. “Ja, ik ben opgegroeid met deze muziek.” Pink Floyd blijkt destijds ook tot Argentinië te zijn doorgedrongen. Maxima glimla-chend: “Ik ken die muziek echt uit mijn hoofd.”Ondertussen maakt Waters onverstoor-baar een rondje langs de veteranen, die hun aandacht verdelen over hem en het prinselijk paar. De popveteraan dankt alle veteranen voor hun aanwezigheid en vraagt belangstellend naar hun mili-taire ervaring. Alleen de Nederlandse namen blijken soms problemen te geven bij de persoonlijke noot die hij op de publiciteitsfoto’s zet.

erkenningDe ontmoeting met het onverwachte koninklijke tintje beheerst de gesprek-

ken na het concert, dat met een spec-taculaire ineenstorting van de muur wordt afgesloten. Kort daarvoor heeft gitarist Snowy White, net als twintig jaar geleden bij de Berlijnse Muur, een imposante uitvoering gegeven van de gitaarsolo in het fraaie nummer Com-fortably Numb, waarmee hij Pink Floyd-gitarist David Gilmour doet verbleken. De avond kan niet meer stuk voor de veteranen. Meinen: “Ik heb met prin-ses Maxima gesproken. Ik kwam voor Roger Waters, maar dit was natuurlijk het kersje op de taart. De show was te gek, maar ik had niet anders verwacht.” Ook Sjaak Pouw (47) heeft genoten. “Die muziek vond ik altijd al mooi, maar ik begreep nooit de impact. Ik vind dit echt overweldigend.” De

Bosniëveteraan sprak ook met Waters. “Volgens mij had hij niet eens tijd voor een drankje. Ik heb hem gecom-plimenteerd met de show. Het is een statement tegen oorlog voeren en alle ideologieën die dat geweld in de hand werken. Maar hij heeft een heel warm hart voor veteranen. Daar heb ik van-daag heel veel respect voor gekregen.”Pouw werd in 2000 uitgezonden naar Sarajevo, maar noemt dat een ‘luxe-uitzending’. Zijn MIP dankt hij aan een onfortuinlijk ongeval waarbij twee collega’s om het leven kwamen. “Dat overkwam mij al vóór de uitzending, maar de gevolgen ervan zorgden ervoor dat het gelijk mijn laatste was.” Het bijwonen van The Wall heeft hem ook als veteraan geraakt. “Ik werd er op momenten zelfs emotioneel van. Dat je veteraan bent, vond ik tot nu toe niet zo bijzonder. Maar vandaag komt daar wel een dimensie bij. Ineens voel je waardering en je denkt: hé, verrek, het is wel bijzonder wat we doen en gedaan hebben. Daardoor krijgt het waarde.” CP

Checkpoint 4-2011.indd 11 04-05-2011 17:39:50

Page 4: checkpoint 4

CheCk point 24

nr. 4 / mei 2011

Door: Linde van Deth

p 24 maart 1999 begint de NAVO met bombardemen-

ten op Servische doelen. Het besluit hiertoe wordt genomen omdat de Servische leider Milosevic weigert mee te werken aan een vredesplan. Zijn troepen zijn op dat moment in Kosovo om de Servische minderheid daar te beschermen, maar in werkelijkheid worden er grote gebieden gezuiverd in hun aanvallen tegen het Albanese UCK (bevrijdingsleger) van Kosovo.De Servische Peggy Miljkovic, die sinds

1975 in Nederland woont, is op dat moment op vakantie bij haar ouders in het Servische Nis. “Het was verschrik-kelijk. Mijn ouders hadden geen schuil-kelder en ik moest elke avond met mijn blinde vader, oude moeder en mijn zoon in de auto naar mijn broer rijden, die wel een schuilkelder had. Ik vreesde niet voor mijn eigen leven, maar voor dat van mijn ouders en mijn zoon. Wij konden ook niet terug naar Nederland, de grenzen waren dicht en er was bijna geen brandstof. Mijn zoon en ik zijn met omwegen en weinig brandstof via Hongarije naar Nederland vertrokken, onder luchtalarm en bombardementen

op Servische doelen. Ik dacht alleen maar: als we geraakt worden, hoop ik dat we samen gaan en dat het in één keer afgelopen is. Voordurend dacht ik aan degenen die ik in Servië achter moest laten: mijn ouders en overige familieleden.”Miljkovic wordt geboren in Podujevo, Kosovo. Al snel verhuist het Servische gezin naar Servië. Als Miljkovic 18 is, wil ze reizen, iets van de wereld zien. Op zoek naar avontuur komt ze uit-eindelijk in Nederland terecht, waar ze blijft ‘plakken’ aan een Nederlandse man. Ze vindt makkelijk werk en volgt ’s avonds de mavo, havo en daarna de

Peggy Miljkovic werd vijf keer uitgezonden als tolk

o

De van oorsprong Servische Peggy Miljkovic (54) heeft vijf missies als tolk op haar naam staan. In 1999 werd zij, vlak na de bombardementen van de NAVO op Servische doelen, uitgezonden naar haar geboorteland Kosovo. Ondanks haar bijzondere positie als tolk/vertaler heeft ze altijd met iedereen goed samen kunnen werken. Inmiddels is ze gestopt bij Defensie: “Ik zou het zo weer overdoen, maar de prijs die ik betaald heb, is hoog.”

‘Je moet altijd menselijk blijven’

Peggy Miljkovic: ‘Met trots kan ik zeggen dat ons bataljon goed werk heeft verricht.’ Foto: Birgit de Roij

Checkpoint 4-2011.indd 24 04-05-2011 18:30:36

Page 5: checkpoint 4

CheCk point nr. 4 / mei 201125

meao. Als ze in 1999 op bezoek is bij haar ouders werkt ze al voor Defensie. “Ik werd in Servië meerdere malen aangehouden en op het politiebureau verhoord. Hoogwaarschijnlijk was ik verdacht door mijn auto met een bui-tenlandse kentekenplaat en mijn werk-gever. Ze waren bang dat ik een spion was.” Terug in Nederland breekt er een nare tijd aan. “We werden hier con-tinu aangesproken op het gedrag van Milosevic en de Serviërs, zo generalise-rend. We werden er door iedereen mee geconfronteerd. Tijdens mijn verblijf bij mijn ouders kreeg ik te maken met de Servische media en bij terugkomst in Nederland met de Nederlandse media. Ik dacht te weten hoe het zat en nu ineens wist ik het niet meer. Ik kreeg het er benauwd van.”

neutraalMedio juni 1999 krijgt ze een tele-foontje van Defensie of ze als tolk met KFOR mee wil naar Kosovo. Ze heeft er op dat moment al twee uitzendingen naar Bosnië met SFOR op zitten. “Zon-der aarzelen of overleg met mijn zoon zei ik ja. Al was het natuurlijk heftig om als Servische tussen de Albanezen in Kosovo te gaan werken.” Het speelt dan ook door haar hoofd dat ze mis-schien niet levend terug zal komen en op de dag van vertrek sluit ze nog een levensverzekering af. “Ik wilde in ieder geval mijn zoon goed achterlaten.”Het Nederlandse geniebataljon wordt gelegerd op een kamp bij Prizren. Vlakbij het kamp ziet Miljkovic huizen branden van gevluchte Serviërs. “In samenwer-king met de Duitsers werd de Servische minderheid beschermd en bevoorraad met voedsel. Het gedrag van ons batal-jon was honderd procent neutraal, alle bevolkingsgroepen kregen de nodige hulp, en met trots kan ik zeggen dat ons bataljon heel goed werk heeft verricht. Als ik het gevoel had dat ons bataljon op welke manier dan ook partijdig was, had ik daaraan niet meegewerkt.” Miljkovic had verschillende taken: ze screende lokaal personeel, hielp bij de bevoorrading van het kamp en bij de ontwapening van het bevrijdingsleger van de Albanezen. “Echt problemen met Albanezen heb ik nooit gehad. Soms wilden ze in eerste instantie geen Servisch met mij praten. Dat snap ik heel goed, ze heb-ben zo veel meegemaakt. Ik toonde dan belangstelling en luisterde naar

hun verhaal, liet ze hun hart luchten. Je moet altijd menselijk blijven. Het is voor hen moeilijk, ze hebben misschien dierbaren verloren. Voor hen was ik een Nederlandse militair die hun taal sprak en zij hadden respect voor mij. Zo was een van onze voertuigen van de weg geraakt en tegen een elektriciteitspaal gereden. Om het voertuig te kunnen bergen, moest de elektriciteit uitgescha-keld worden en ik kreeg de opdracht naar het elektriciteitsbedrijf te gaan. Bij dat bedrijf zaten alleen maar Albanezen. Toen ik binnenkwam, keken ze verbaasd naar mijn naamplaatje en de Neder-landse vlag op mijn mouw. Ik lachte en zei: ‘Ik kom niet namens Milosevic, maar namens de Nederlandse eenheid en heb jullie hulp dringend nodig.’ Zij lachten en de samenwerking met ze is prima verlopen.” Toch belandt de tolk ook wel eens in een gevaarlijke situatie. Als ze met haar chauffeur onderweg is, komen ze midden in een Albanese herbegrafenis terecht. De mensenmassa bestaat uit Albanese burgers, maar ook uit een aantal strijders van het bevrijdingsleger. Miljkovic is bang dat ze in het Servisch wordt aangesproken en dat dit verkeerd zal vallen. Een Nederlandse marechaus-see loodst hen door de wegversper-ringen, zodat ze daarna veilig hun weg kunnen vervolgen.Miljkovic werkt mee aan het verhoren van Servische verdachten van oorlogs-misdaden. “Daar had ik geen moeite mee, als zij misdaden hebben gepleegd en dat bewezen is, moeten ze gestraft worden. Ik deed gewoon mijn werk. Maar ook hier geldt de regel: je moet wel menselijk blijven. De Nederlandse militairen hebben iedereen altijd met respect behandeld, ook de verdachten van oorlogsmisdaden.”

ptSSNa haar uitzending naar Kosovo gaat ze nog twee keer naar Bosnië, waar de belangrijkste taak het helpen van vluchtelingen is en de wederopbouw. Inmiddels is de tolk gestopt bij Defen-sie. “Mijn sociale leven was, na vijf keer een uitzending van zes maanden, zo goed als verdwenen. Ook mijn zoon en ik groeiden uit elkaar. Ik wilde vooral meer energie steken in de relatie met mijn zoon én inmiddels kleinzoon. Die relatie is nu gelukkig weer helemaal goed, dus het is een goede beslissing geweest om te stoppen.” Toch heeft

ze na het verlaten van Defensie soms moeite met de mensen om haar heen. Ze vertelt dat ze het lastig vindt dat mensen in Nederland over alles klagen. “Dat leek zo onbelangrijk, omdat ik zo veel ellende heb gezien. Voor mij zijn veel dingen het niet waard om je druk over te maken. Dat botste tussen mij en mijn vrienden. Ik heb hen nooit over mijn ervaringen verteld.”Na Defensie heeft ze nog even bij een recherchebureau gewerkt tot dat fail-liet ging. Twee jaar na haar afzwaaien begonnen voor Miljkovic de klachten. Ze kreeg concentratieproblemen, nacht-merries en had een kort lontje. Er werd PTSS geconstateerd en ze ging in EMDR therapie. Dat heeft deels geholpen bij de verwerking van haar ervaringen, maar inmiddels is ze gestopt. “Dit gesprek is eigenlijk ook niet goed, alles wordt weer aangewakkerd, waarschijnlijk krijg ik weer nachtmerries. Ik moet leren ermee om te gaan. Ik krijg mijn hoofd moeilijk leeg, het zit te vol. Tijdens de uitzending was er geen tijd voor angst en spanningen, alles werd weggedrukt. Toch ben ik voor tweehonderd procent tevreden over mijn missies. Het was een prachtige periode, met ook veel mooie momenten. Tolk is een bijzondere functie, je praat met mensen op alle niveaus, van minis-ter tot kippenboer. De PTSS hoort bij mij, ik accepteer het. Ik blijf optimis-tisch. Het leven is te mooi om je bezig te houden met vervelende momenten en gebeurtenissen.”

Peggy Miljkovic tijdens haar uitzending naar

Bosnië in 2001. Foto: privécollectie Peggy Miljkovic

‘Je moet altijd menselijk blijven’

CP

Checkpoint 4-2011.indd 25 04-05-2011 18:30:54

Page 6: checkpoint 4

CheCk point nr. 4 / mei 201128

Onder Neerlands VaanHet Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) kampte met een chronisch gebrek aan soldaten. Het Koloniaal Werfdepot, dat was gevestigd te Harderwijk, werd ook het ‘gootgat van Europa’ genoemd. Het KNIL werd een Vreem-delingenlegioen, waarin tal van buitenlanders dienden. Een

vergeten groep KNIL-soldaten vormden de ongeveer 10.000 Vla-mingen en Walen. De Vlaamse auteur Jaak Poortman deed onder-zoek en schreef een serie van vijf romans over die vergeten Bel-gen van het KNIL.Aan de hand van de belevenissen van een van hen schetst Poort-man hoe het kon gaan. In het eerste deel van de reeks, genaamd De Trommelaar, maakt de lezer kennis met

de fictieve H.J.F. Govaert uit Vilvoorde. Zeer uitgebreid gaat Poortman in op de geschiedenis van de familie van Govaert en het België van toen. De lezer neemt kennis van de afschei-ding van België van Nederland, gezien door de ogen van gewone Vlamingen. Langzamerhand wordt toegewerkt naar het moment waarop Govaert naar Harderwijk vertrekt en dienst neemt bij het KNIL. Bijna aan het eind van dit eerste deel van de reeks vaart Govaert op een troepenschip naar Indië. Hetzelfde troepenschip heeft ook luitenant Colijn aan boord, de latere minister-president.Govaert houdt zich staande tussen het ratjetoe dat hem omringt en krijgt de functie van schrijver. Hij is een scherp waarnemer en heeft overal een mening over. Dat moet ook wel, want auteur Poortman wil de lezer door de ogen van Govaert laten zien hoe het leven van een KNIL-soldaat er in die dagen uitziet. Het resultaat is een roman vol met waarge-beurde feiten.Dat auteur Poortman niet alleen veel onderzoek heeft gedaan, maar ook nogal wat spraakwater heeft gedronken, blijkt niet alleen uit het volume van De Trommelaar (351 bladzijden), maar vooral ook uit de in totaal vijf delen van de serie Onder Neerlands Vaan. Uitgeverij Zookie is een kleine uitgever en dat is aan het boek te zien. Toch is het een unieke serie over vergeten soldaten, die de oorlogen vochten die in Nederland rijkdom en welvaart brachten. Hun lot was verge-telheid en ondank hun loon. (RvdK)

De Trommelaar – J.H. Poortman351 pagina’s€ 19,95Uitgeverij Zookie, Machelen, België (0032 093862919)www.zookie.beISBN 9789079834129

UruzganDe journalist en Afghanistankenner Joeri Boom wist het bij de presentatie van Uruzgan. Nederlandse militairen op missie, 2005-2010 misschien wel het treffendst te typeren: “Dit is het eerste boek over Uruzgan met de juiste distantie en het is meer dan een historische reconstructie.” In de voor-bespreking met de auteur hadden ze het er gekscherend over gehad of de titel van het boek niet de ondersteuning van de subtitel ‘de fuik’ had moeten hebben.Met de can do-mentaliteit van de hogere officieren tegenover de verzoeken van de politiek lijkt te weinig een streep in het zand te worden getrokken. Vervolgens slaagde de Neder-landse krijgsmacht er wel in om in Uruzgan militair een prestatie van formaat te leveren. Met de verwarring tussen opbouw of vechtmissie werd het voor de een de opbouw-

missie waar heel veel gevochten werd en voor de ander de vechtmissie waar ook nog aan opbouw werd gedaan. Onderweg lijkt de Nederlandse krijgsmacht zijn ‘martiale reputatie’, zo onder druk sinds Srebrenica, na de slag om Chora geheel hersteld te hebben.Want dit is waar deze analyse over gaat. Hoe is Nederland in Uruz-gan terechtgekomen en hoe heeft dat op de verschillende manie-ren doorgewerkt?

Waar hoge politieke ambities in militaire kortetermijndoelen vertaald moeten worden, kan de uitgezonden militair met trots op behaalde successen terugkijken, terwijl de oorspron-kelijke ambities bij lange na niet gehaald worden. Het door het parlement gehanteerde toetsingskader lijkt ook in staat zichzelf in de staart te bijten. Deze discrepanties worden in dit boek uitstekend door de auteur geanalyseerd, waarmee het een boek is geworden waarmee we ook naar toekomstige uitzendingen kunnen kijken. (GA)

Uruzgan. Nederlandse militairen op missie, 2005-2010 – Christ Klep 246 pagina’s, geïllustreerd€ 19,95Uitgeverij Boom, Amsterdam (tel: 020-5218938)www.uitgeverijboom.nlISBN 9789461052773

CheCkBOek Bijdrages: Gielt Algra, Martin elands, Rende van de kamp en Dick Schaap

Checkpoint 4-2011.indd 28 04-05-2011 18:40:04

Page 7: checkpoint 4

Nr. 4 / mei 2011 CheCk poiNt 29

Zwarte Huid, Oranje HartHet in 1637 veroverde Portugese fort Elmina aan de West-Afrikaanse Goudkust was de hoofdvestiging van de slaven-handel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Minder bekend is dat Elmina in de negentiende eeuw ook is benut voor het ronselen van Afrikaanse rekruten voor het KNIL. Sommige rekruten meldden zich vrijwillig, anderen werden als horige, krijgsgevangene of ontvoerde op de sla-venmarkt gekocht. Vaak kregen zij ter vervanging van hun lastig uit te spreken Afrikaanse naam een oer-Hollandse naam. Voorbeelden waren Baas, Sap, Kooi, Van der Put en Hek, maar ook Kaalkop, Socrates en Rembrandt. Sommige Afrikaanse militairen trouwden met Indonesische vrouwen en werden stamvader van een Indo-Afrikaanse familie.Over deze belanda hitam (zwarte Nederlanders) genoemde Afrikaanse soldaten is weinig bekend. Voor journalist Griselda Molemans was dit aanleiding om samen met foto-graaf Armando Ello te onderzoeken wat er met hen en hun

Indo-Afrikaanse families is gebeurd na de soeve-reiniteitsoverdracht. Indo-Afrikanen die Nederlands staatsbur-ger waren, vertrokken gedwongen naar het hun onbekende Nederland. Sommigen emigreerden daarna naar Suriname, Canada of de Verenigde Staten. Een bijzondere stimulans voor de speurtocht voor Mole-mans was de ontdekking in het Nationaal Archief in een van de daar

bewaarde militaire handboeken dat zij een afstammeling is van een Afrikaanse rekruut.Vijf jaar zijn Molemans en Ello onderweg geweest voor het boek Zwarte Huid, Oranje Hart. Op Java vonden ze de met 161 personen grootste Indo-Afrikaanse gemeenschap in Indonesië in de wijk Mlaten in de oostelijke benedenstad van Semarang. Ze spoorden nazaten van de Afrikaanse KNIL-militairen op in Indonesië, Ghana, de VS, Canada en Neder-land, noteerden hun boeiende verhalen en maakten prach-tige portretten, maar vonden ook nazaten van prins Kwasi Boachi. De prins werd in 1837 op 10-jarige leeftijd met een neefje naar Nederland gestuurd als onderpand voor het ver-drag met de machtige Ashanti-koning Kwaku Dua I voor het leveren van duizend rekruten voor het KNIL. Molemans en Ello mogen trots zijn op dit fascinerende boek. (DS)

Zwarte Huid, Oranje Hart. Afrikaanse KNIL-nazaten in de diaspora – Griselda Molemans en Armando Ello312 pagina’s, geïllustreerd€ 29,95 (veteranenprijs € 22,50; zie aanbieding pag. 46)Uitgeverij d’Jonge Hond, Zwolle (tel: 038-453000)www.dejongehond.nlISBN 9789089101624

Het Leger BoekHet Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag beschikt over de grootste en mooiste collectie foto’s en negatieven van ons militaire verleden te land, ter zee en in de lucht. Het unieke fotomateriaal van deze Defensie-organisatie, dat een periode van maar liefst 150 jaar bestrijkt, heeft de afgelopen decennia niet voor niets honderden boeken

en tijdschriften ver-fraaid, zowel publica-ties van het NIMH (en zijn voorgangers) als vele uitgaven van ande-ren. Naast de indruk-wekkende hoeveelheid foto’s van de ‘officiële’ Defensiefotografen bevat de NIMH-beeld-collectie tienduizenden foto’s die geschonken zijn door particulieren, onder wie vele oud-militairen. Nog altijd weten jaarlijks tiental-len (oudere) veteranen

de weg naar het NIMH te vinden om ervoor te zorgen dat hun waardevolle foto’s niet verloren gaan, maar in de toekomst deel blijven uitmaken van ons cultureel erfgoed.Gezien de rijkdom van de beeldcollectie was het eigenlijk vreemd dat het NIMH tot op heden nog geen fotoboeken had gemaakt. Daarin is nu verandering gekomen met het verschijnen van Het Leger Boek. In handzaam formaat wordt in bijna vierhonderd bladzijden de ontwikkeling van de Koninklijke Landmacht tijdens de periode van de persoon-lijke dienstplicht (1898-1996) op schitterende wijze in beeld gebracht. Op iedere pagina staat een fraaie foto met uitge-breide beschrijving en aanvullende informatie. Samensteller Okke Groot, eindredacteur Ben Schoenmaker en Uitgeverij Waanders mogen trots zijn op het resultaat. Ingedeeld in zeven thema’s – van kazerneleven tot en met inzet buiten Nederland – glijdt honderd jaar legergeschiedenis als een film voor de ogen van de lezer voorbij, deels in kleur. Ook de inzet tijdens oorlogen en vredesmissies heeft in Het Leger Boek een prominente plek gekregen, vooral de tropeninzet in ‘De Oost’ en ‘De West’. Voor liefhebbers van onze militaire geschiedenis is Het Leger Boek een must, voor oud-militairen en veteranen bovendien ook een feest van herkenning. Hope-lijk laten soortgelijke fotoboeken over marine, luchtmacht en marechaussee niet lang op zich wachten. (ME)

Het Leger Boek – Okke Groot en Ben Schoenmaker384 pagina’s, geïllustreerd€ 14,95 (veteranenprijs € 12,50, zie aanbieding pag. 34)Uitgeverij Waanders, Zwolle (tel: 038-4673400)www.waanders.nlISBN 9789040077890

tenzij anders vermeld, zijn deze boeken verkrijgbaar (dan wel te bestellen) bij de erkende boekhandel

ISBN 978 90 400 7789 0

www.waanders.nl

De Nederlandse landstrijdkrachten maken sinds mensenheugenis deel uit van onze samenleving. Het Leger Boek biedt een duidelijkbeeld van de ontwikkeling van de Koninklijke Landmacht, met namegedurende de periode van de persoonlijke dienstplicht. Bovenal is het een boek waarin tekst en beeld een tijdgeest oproepen. Voor liefhebbers van (militaire) geschiedenis, maar zeker ook voor ex-militairen, zal Het Leger Boek een bron van kennis en herkenning zijn.De foto’s zijn afkomstig uit de collectie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

Uitgeverij Waanders | Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Checkpoint 4-2011.indd 29 04-05-2011 18:40:21

Page 8: checkpoint 4

CheCk point nr. 4 / mei 201135

Door: Wim van den Burg

n de permanente expositie van het museum roept een decor van

nagebouwde straten en wandvullende foto’s de sfeer op van de oorlogsjaren. Authentieke voorwerpen, foto’s, docu-menten en film- en geluidsfragmenten vertellen de geschiedenis van mensen in oorlogstijd; verhalen over het uitzon-derlijke én het alledaagse.Hoewel de website een geweldige hoeveelheid informatie bevat, zijn de ontwerpers erin geslaagd de startpa-gina goed overzichtelijk te houden. De website is opgedeeld in drie specifieke aandachtsgebieden, namelijk Museum, Tweede Wereldoorlog en Kinderen. Het deel van de website over het museum bevat onder meer informatie over expo-sities, collecties, onderwijs en organisa-ties die gelieerd zijn aan het museum. In de rubriek Activiteiten en nieuws vind je de nieuwsbrieven die door het museum zijn uitgegeven. In de rubriek Collectie is een aantal filminterviews te zien die een soms ontroerend beeld geven van het ‘normale’ leven. Ook is er digitale catalogus beschikbaar waarin omschrijvingen te vinden zijn van arti-kelen uit de collectie.

tweede WereldoorlogHet deel van de website dat handelt over de Tweede Wereldoorlog bevat onder meer de rubriek Koninkrijk der Nederlanden. Het spreekt vanzelf dat behalve Nederland in deze rubriek ook Nederlands-Indië, Suriname, de Antil-len en Aruba ruim aan de orde komen. Zo wordt er bijvoorbeeld, behalve over het dagelijks leven, inzicht gegeven in het eigen leger, de verhouding met

INTERChECk

i

Website Verzetsmuseum veelzijdigHet Verzetsmuseum Amsterdam is gevestigd in gebouw Plancius, tegenover de hoofdingang van dierentuin Artis. Er is in het museum een permanente expositie te zien over de oorlogsjaren en er is een tijdelijke expositie over Nederlands-Indië. Het Verzetsmuseum is een bezoek meer dan waard. Wie ter voorbereiding van een eventueel bezoek alvast een indruk wil krijgen van het museum kan prima terecht op de website.

www.verzetsmuseum.org

Grafisch ontwerp: goed Snelheid: goed toegankelijkheid: zeer goedLeesbaarheid: zeer goedinformatief gehalte: zeer goedinteractiviteit: voldoende

het Huis van Oranje, de industrie en de drang naar zelfstandigheid. In de subrubriek Nederlands-Indië is het moeilijk kiezen uit de veelheid van onderwerpen. Of het nu gaat over het leven in de kampen en het gedrag van Japanners of het verzet, het is allemaal de moeite waard en vooral ook indruk-wekkend.De rubriek Thema’s bevat een reeks van onderwerpen. Uit die reeks kozen we als eerste die over politiek tekenaar Fritz Behrendt (1925-2008; zie ook Checkpoint 6-2007). Hij wordt geboren in Berlijn. Zijn eerste karikatuur maakt hij op 11-jarige leeftijd van Adolf Hit-ler, nadat hij hem als schooljongen van dichtbij heeft gezien bij de parade voorafgaand aan de Olympische Spelen van 1936. In 1937 vlucht de familie Behrendt om politieke redenen naar Nederland. Fritz volgt de Kunstnijver-heidsschool in Amsterdam. Hij weigert de verplichte stillevens te tekenen en besluit zijn talent in te zetten voor de strijd tegen onrecht en terreur. Al tijdens zijn opleiding maakt hij tekenin-gen van oorlog en bezetting. Veel van die tekeningen en informatie over de tekenaar zelf zijn terug te vinden op de website. Ook zeer de moeite waard is het thema levensverhalen: tal van korte filmpjes waarin mensen vertellen vanuit hun eigen ervaringen, hun vreugde en ver-driet. Het thema Marokko maakt duide-lijk dat niet alleen voor Nederlanders, maar ook voor Marokkanen de Tweede Wereldoorlog een ingrijpende periode is geweest. Tienduizenden Marokkanen vochten in Franse dienst tegen de legers van Hitler-Duitsland en stonden bekend als zeer dappere soldaten. Duizenden Marokkanen sneuvelden. In Marokko

zelf kreeg de bevolking te maken met anti-joodse maatregelen.

kinderenOp de website is veel aandacht besteed aan kennisoverdracht aan kinderen. Bijzonder daarbij is dat de onderwer-pen op de speciale webpagina’s voor kinderen niet veel afwijken van die op de andere pagina’s, behalve dan dat ze in kindertaal zijn geschreven. Er is heel veel aandacht besteed aan het begrij-pelijk maken van de onderwerpen voor kinderen. Bijzondere aandacht is er natuurlijk ook voor de rol van kinderen in de Tweede Wereldoorlog. CP

Checkpoint 4-2011.indd 35 04-05-2011 18:44:27

Page 9: checkpoint 4

CheCk point 36

nr. 4 / mei 2011

De Poolse bevrijder Willie Wylenzek (95) trouwde met de Nederlandse Gerrie en daarmee werd Breda zijn nieuwe thuis. Het was het ‘eindpunt’ van een hele reeks omzwervingen, opmarsen en terugtrekkingen van duizenden kilometers over meerdere continenten. Hij maakte de Duitse inval in Polen mee, werd krijgsgevangen gemaakt en gedwongen dienst te nemen in de Duitse weermacht. Maar uiteindelijk lukte het hem zich aan te sluiten bij de Eerste Poolse Pantserdivisie die in 1944 Breda bevrijdde.

Poolse veteraan vond liefde in Nederland

Bevrijder van Breda

Door: Gielt Algra

ij kijkt glunderend voor zich uit als zijn vrouw Gerrie

vertelt over hun ontmoeting in 1944. Zij had van haar ouders te verstaan gekregen zich nooit met een militair in te laten en ook al was Wylenzek een van de Poolse bevrijders, hij liep wel in uniform. Toen hij om haar naam vroeg, had ze ‘Annie Jansen’ gezegd. “Loop ik later op de dijk, hoor ik iemand ‘Annie Jansen! Annie Jansen!’ schreeuwen”, vertelt ze. “Dat was hij weer en ik was geheel vergeten dat ik die naam had opgegeven.”Gerrie, volgens Wylenzek toen en nu nog een knap menske, zou zijn vrouw worden en ze zouden in Breda gaan wonen. Er was een verhaal aan vooraf-gegaan dat zich uitstrekte over duizen-den kilometers, meerdere continenten en verschillende uniformen. Als jonge-man, geboren in 1916, moest Wylen-zek in maart 1939 opkomen voor zijn nummer bij het Poolse leger. Hij werd ingedeeld bij de verbindingstroepen en maakte daarbij dankbaar gebruik van zijn nieuwe fiets, die hij meegebracht had van huis. Over die jaren voor de oorlog kan Wylenzek nog steeds mij-meren. Hij heeft het over ‘het goede leven van voor ’39’, waaraan door de oorlogsdreiging wreed een einde werd gemaakt.Op 1 september 1939 vielen de Duit-sers Polen binnen. Dat was het start-schot voor de Tweede Wereldoorlog. Polen bleek al gauw, ondanks de relatief grote getalssterkte van zijn krijgsmacht,

h

Willie Wylenzek op 95-jarige leeftijd. Foto: Birgit de Roij

ooggetuige

Checkpoint 4-2011.indd 36 04-05-2011 18:47:13

Page 10: checkpoint 4

CheCk point nr. 4 / mei 201137

geen antwoord te hebben op de supe-rieure strijdmethoden van de Duitsers. Voor Wylenzek en zijn kameraden zou het een eindeloze terugtocht worden. “We moesten wel twintig dagen achter elkaar terugtrekken”, vertelt Wylenzek, “en ze dreven ons helemaal tot aan de Hongaarse grens.” Onderweg werden ze genadeloos bestookt door de Duitse duikbommenwerpers; de beruchte Stu-ka’s. “We hadden vrijwel niet geslapen en dan probeerden ze ons onderweg eten te brengen, met zo’n paard en wagen”, vertelt hij nog steeds bedrukt. “En dan plotseling: vliegtuigen, een bom, paarden weg, wagen weg en eten weg.”

Geen schijn van kansDaar, toen ze bij de Hongaarse grens waren samengedrongen, volgde voor hen de capitulatie. Nadat de Sovjet-Unie Polen in de rug was aangevallen, was het voor de Polen feitelijk voorbij. Ze hadden geen schijn van kans meer. Velen trachtten te ontsnappen door via de neutrale landen die aan hun zuid-grens lagen de bondgenoten Frankrijk

en Groot-Brittannië te bereiken. Van daaruit wilden ze met de uitgeweken regering de strijd voortzetten. Ook grote delen van de Poolse marine en de Poolse luchtmacht slaagden erin uit te wijken en zouden de rest van de oorlog een voorname rol spelen.Voor Wylenzek en zijn kameraden was dit geluk op dat moment niet wegge-legd. Zijn onderdeel capituleerde en ze werden allen krijgsgevangen gemaakt. Ze werden per trein afgevoerd. “Toen raakte ik ook mijn nieuwe fiets kwijt.” Na al die jaren lijkt hij het nog jammer te vinden dat hij zijn fiets niet mee kon nemen in de trein en dat hij hem achter moest laten bij de Hongaarse grens.Ze werden met tienduizenden anderen eerst naar het krijgsgevangenenkamp in Gliwice gebracht. “Vandaar werden we later naar een kamp diep in Duitsland vervoerd.” Toen slaagde zijn familie erin om hem eruit te halen. Het toeval wilde namelijk dat hij geboren was in Repty, een plaatsje dat vlak aan de Duitse grens lag, maar ook bij het keizerlijke Duits-land had gehoord. “Ik was de jongste in ons gezin van veertien kinderen, een

goed katholiek gezin”, vertelt Wylenzek met gevoel voor understatement, “en ik werd precies wel in Polen geboren, want Repty was net door de Polen bevrijd van de Duitsers.” Dat Duitsland die grenzen niet accepteerde en de mensen die daar vandaan kwamen als ‘Duitsers’ beschouwde, leek nu in het voordeel van Wylenzek uit te pakken.

Van de regen in de drupIn werkelijkheid belandden Wylenzek en duizenden anderen, net als hun lotgenoten in gebieden als Elzas Lotha-ringen die een soortgelijke geschiedenis hadden, van de regen in de drup. Ze werden gedwongen dienst te nemen in de Duitse weermacht. Zo belandde Wylenzek bij het Duitse leger. “Ze vertrouwden me helemaal niet en ze lieten me allerlei onbeduidende baan-tjes doen”, vertelt hij. “En zo stond ik in Italië op paarden te passen.” Dat ze hem niet vertrouwden, was niet voor niets; hij was niet de enige Pool die gedwongen dienst deed in het Duitse leger. Velen van hen hadden zo gauw ze de kans kregen al de benen genomen

Een motorrijder, niet Wylenzek, van de Eerste Poolse Pantserdivisie wordt in Breda hartelijk begroet. Foto: het 40-45 boek, collectie NIOD

Checkpoint 4-2011.indd 37 04-05-2011 18:47:28

Page 11: checkpoint 4

CheCk point 38

nr. 4 / mei 2011

plofte. Ik had niets, maar het was wel handig dat ik zo’n klein manneke was.” Hij kan er nu om lachen.

Gewond bij MoerdijkHierna volgde snel de uitbraak uit het Normandische bruggenhoofd en de divisie zou via Gent uiteindelijk op 29 oktober 1944 Breda bevrijden. Daar kwam ook Wylenzek op zijn motor aan en zou de ontmoeting met Ger-rie plaatsvinden. Het was niet alleen maar het ‘wittebroodswekengevoel’ dat daarna volgde, want de Duitsers moesten nog steeds over de grote rivie-ren gejaagd worden. Bij deze operaties werd de Eerste Poolse Pantserdivisie ook ingezet. Bij Moerdijk raakte Wylen-zek gewond en dat zou zijn enige ver-wonding in de hele oorlog zijn. “Het was ook niet erg”, vertelt hij nu, “een schampschot, mijn been bloedde een beetje.”Er volgde een periode van relatieve rust waarin Wylenzek ‘zijn Gerrie’ vaak kon zien. Nachtelijke uitstapjes op de motor leidden tot doldrieste situaties waarbij ze zelfs een keer, door de verduistering in verwarring gebracht, met motor en al op de trappen van de kerk beland-den. Aan deze periode kwam een eind toen de divisie aan het beslissende bevrijdingsoffensief moest deelnemen. De Eerste Poolse Pantserdivisie zou bij deze operatie een groot deel van Noord- en Oost-Nederland bevrijden en uitein-delijk in Wilhelmshafen terechtkomen.De divisie maakte nog enige jaren deel uit van de bezettingsmacht in Duits-land. Wylenzek was inmiddels met Ger-rie getrouwd en in die eerste periode voegde zij zich bij hem in Duitsland. Hierna vestigden ze zich weer in Breda. Hij ging werken als programmeur bij de Enka. Ze kregen vier kinderen, van wie de jongste helaas vroegtijdig is gestorven. Het zou tot 1960 duren voor Wylenzek zijn geboorteland terugzag. Zijn moeder was toen al overleden. Ook andere familieleden bleken de oorlog niet te hebben overleefd, iets wat zijn familie ook lang van hem had gedacht. De blijdschap die hij voelde tijdens deze ontmoeting en die er nog op zouden volgen, kan hij zich nog levendig herin-neren. “Er is een tijd geweest dat ik veel heimwee had”, vertelt hij. “Toch had je ook vaak gewoon geen tijd om erover na te denken.”

op een fiets te doen zoals in 1939; hij werd motorordonnans. De divisie werd klaargestoomd om deel uit te maken van de invasiemacht en werd ingedeeld bij het Canadese leger dat deel uit-maakte van de 21e legergroep.

normandiëDe divisie was niet betrokken bij de ini-tiële landingen en de gevechten die daar direct op volgden. Wylenzek spreekt over de periode van de gevechten die dan aanbreekt als “het was wel span-nend dikwijls”. In werkelijkheid werd de Poolse divisie ingezet om de flessen-hals te dichten waaruit de Duitse troe-pen in Normandië uit hun dreigende omsingeling trachtten te ontsnappen. De aanvallen en tegenaanvallen waar zij het middelpunt van vormden, zouden later bekend worden als de slag om St. Lo-Falaise. Het was de beslissende nederlaag voor de Duitsers in Norman-dië en de inleiding tot de uitbraak van de geallieerden. Vele honderden Polen zouden het niet na kunnen vertellen en vele honderden andere raakten hierbij gewond.Zoals zo vaak is de individuele soldaat niet in staat het strategische plaatje te schetsen, simpelweg omdat hij daar geen zicht op had. Zo ook Wylenzek. “Er gebeurde zoveel, het is te veel geweest om allemaal te onthouden met dat kleine koppie van mij. Op een gege-ven moment moesten we gaten graven waar we in moesten gaan zitten”, weet hij nog, “en toen vloog er een granaat vlak over mij heen die achter me ont-

ooggetuige

CP

om zich bij de tegenstander aan te sluiten of om in ieder geval niet meer tegen de geallieerden te vechten.Toen het moeilijk werd voor het Duitse leger in Noord-Afrika, voor het zoge-heten Afrika Korps onder leiding van generaal Erwin Rommel en later Hans-Jürgen von Arnim, werd ook de eenheid van Wylenzek naar Noord-Afrika over-gebracht. “Dat moest snel en daarom werden we per vliegtuig ingevlogen.” Maar ook toen werd hij nog steeds niet vertrouwd en werd hij met allerlei baantjes in de keuken aan het werk gezet. “Ik mocht gewoon niet in de buurt van de frontlinie komen”, vertelt hij, alsof hij nu nog staat te popelen om een poging te doen om te ontsnappen.Uiteindelijk capituleerden de Duitsers in 1943 in Tunesië en verdwenen meer dan 230.000 man van de Duitse weer-macht en van het Italiaanse leger achter het prikkeldraad. Ze werden echter veelal niet in Noord-Afrika gehouden, maar helemaal naar de Verenigde Staten verscheept. Dat zou het derde continent worden waar Wylenzek door deze oorlog terecht zou komen.

eerste poolse pantserdivisieOndertussen waren de uitgeweken Poolse troepen die in de jaren na 1939 de Westerse geallieerde landen hadden weten te bereiken in Groot-Brittannië gehergroepeerd. Daar werd na de nodige omvormingen de Eerste Poolse Pantserdivisie opgericht, die in de jaren van haar opleiding een groot deel van de Schotse kust beveiligde. Van heinde en verre trokken deze eenheden Polen aan die deel wilden uitmaken van deze vrije Poolse strijdmacht. Rekru-teringsofficieren van deze krijgsmacht gingen ook de krijgsgevangenkampen af, omdat ze heel goed wisten in wat voor lastig parket vele van hun land-genoten waren geraakt die plotseling als Rijksduitser werden beschouwd. “Natuurlijk wilde ik daarbij”, reageerde Wylenzek op de vraag of hij belangstel-ling had. Ook voor hem kwam nu de kans waar hij al zo lang naar uitgekeken had en hij kon terugkeren naar Europa om deel uit te gaan maken van de Eer-ste Poolse Pantserdivisie onder generaal Maczek.Hij werd net als in het leger van Polen van 1939 opnieuw ingedeeld bij de ver-bindingen. Dat hoefde hij nu niet meer

Wylenzek wordt gefeliciteerd door zijn com-

mandant. Foto: privécollectie Willie Wylenzek

Checkpoint 4-2011.indd 38 04-05-2011 18:48:37

Page 12: checkpoint 4

CheCk point 42

nr. 4 / mei 2011

Door: Marleen Wegman

om van Erp (72) noemt het ‘toeval’ dat hij en zijn echtge-

note nu financieel verantwoordelijk zijn voor de schoolopleiding van tien kinderen op Bali. “We hadden een Foster Parentskind op Haïti”, vertelt hij. “Ieder jaar kregen we een standaard-briefje waar we geen gevoel bij hadden. Daarbij kwamen de geruchten over de financiële wanorde bij de organisatie.” Toen het echtpaar tijdens een vakantie op Bali bij hun vaste chauffeur Gusti thuis was en daar zijn zoontje Abas zag, vroeg Van Erp zich af wat ze eigenlijk met een kind op Haïti moesten.Tom en Yvonne van Erp gaven aan dat ze de opleiding van de jongen wilden betalen, maar dat ze rechtstreeks zaken zouden doen met de school. “Zijn vader kwam met een brochure van een parti-culiere christelijke school uit Denpasar. Ik zei: ‘Ho Gusti, stop. Jij bent hindoe, dus jij zoekt een school die past bij jouw religie.’ Zijn antwoord was: ‘But it’s the best school in town’.”Het echtpaar bezocht de school en maakte afspraken dat het geld recht-streeks aan de school wordt betaald. “En dat doen we sindsdien met alle scholen waar we kinderen hebben”, aldus Van Erp. Het schoolgeld van een normale basisschool bedraagt rond de € 120,- per jaar. Voor een particuliere school is dat € 400,- tot € 500,-.

krakersAls majoor leidde Tom van Erp in 1980 en 1981 de genietanks bij de krakers-opstanden in Amsterdam en Nijmegen.

VETERANEN MET EEN MISSIEIrakveteraan betaalt opleiding van tien kinderen op Bali

Op verzoek van de afdeling geschied-schrijving van de genie zette hij zijn ervaringen daarover op papier. Het boek Krakers versus overheid heeft hij in eigen beheer uitgegeven. De hele opbrengst gaat naar de schoolkinderen op Bali.In 1991 werd hij uitgezonden als inspecteur van de speciale VN-commis-sie die in Irak was belast met het toe-zicht en de controle op het vernietigen van chemische munitie. Op 9 septem-ber van dat jaar explodeerde een projec-tiel waarbij een Iraakse opzichter direct werd besmet met saringas. Van Erp bracht hem samen met zijn chauffeur naar het ziekenhuis. Beiden raakten in de auto door braaksel ook besmet.Zo’n zes maanden na terugkeer uit Irak kreeg Van Erp problemen met zijn fijne motoriek. In maart 1992 kreeg hij de diagnose MS (multiple sclerose). Ruim

vijftien jaar later erkende Defensie de relatie tussen zijn klachten en de uit-zending naar Irak.

StrandDeze zomer gaat het echtpaar voor de 24e keer naar Bali. Maar de ‘gewone’ vakanties zijn in de afgelopen jaren vooral werkvakanties geworden. “Eer-lijk is eerlijk”, zo vertelt Van Erp, “we hebben er onze handen vol aan. We bezoeken alle scholen en alle gezinnen. Als we in de zes of acht weken dat we er zijn, zes keer op het strand zitten, is het veel.”In 2001 wilde het echtpaar twee kinde-ren van twee serveersters uit het hotel schooltechnisch adopteren. “Het plan was van beide vrouwen één kind. Tot we erachter kwamen dat een van hen haar twee kinderen op dezelfde dure school

‘Zij kiezen, wij betalen’Oud-genist Tom van Erp nam samen met zijn echtgenote Yvonne in 2000 het initiatief om de schoolopleiding van een 4-jarig Balinees jongetje te betalen. Het aantal kinderen groeide gestaag. Vanaf 2006 sponsoren ze, met hulp van donateurs, de opleiding van tien kinderen. Voor twee kinderen worden tevens de kosten van levensonderhoud betaald.

Tom en Yvonne van Erp. Foto: Birgit de Roij

t

Checkpoint 4-2011.indd 42 04-05-2011 18:57:19

Page 13: checkpoint 4

CheCk point nr. 4 / mei 201143

GehandicaptParallel aan dit project heeft het echt-paar contact met de Nederlandse fysio-therapeut Marieke de Wit. Zij begon op Bali het revalidatie- en educatiecentrum High5Rehab. Via Tom en Yvonne van Erp kwam er geld binnen voor een Balinees gehandicapt kind dat daar nu wordt behandeld. Op het Indonesische eiland is geen plaats voor gehandicap-ten. Van Erp vertelt dat in het hindoe-geloof een gehandicapt kind een straf is, want dat betekent dat het kind in zijn vorige leven slecht is geweest. “Ook mij kijken ze altijd met een scheef oog aan. Maar ze zijn erg behulpzaam, al is het alleen maar omdat ze in hun volgende leven niet als gehandicapte of hond wil-len terugkeren.”

Het boek ‘Krakers versus overheid’ kost € 19,50 en is rechtstreeks te bestellen bij Tom van Erp.

Wie: tom en Yvonne van erpWat: financiële ondersteuning van schoolkinderenWaar: BaliWanneer: 2000 tot hedenContact: tom en Yvonne van erp, tel: 073-6571959 of e-mail: [email protected].

had als Abas. Wij konden heel snel uitrekenen wat dat haar en haar man kostte. Ze werkte zes tot zeven maanden per jaar alleen al voor het schoolgeld.”Het echtpaar besloot de kosten voor die twee kinderen over te nemen, plus die voor de twee kinderen van de zus van de chauffeur. Een jaar later kwamen daar de twee kinderen van de andere serveerster bij.

ZwerfkinderenDe koperen bruiloft van het echtpaar Van Erp genereerde extra giften, waarbij sommige gevers aangaven ieder jaar te willen meebetalen aan het project. Vanaf 2006 kwam de tweede zoon van Gusti erbij en de twee zwerfkinderen Tunjung en Komang. Yvonne van Erp schildert hoe ze in de zomer van 2006 iedere dag de 5-jarige Tunjung op straat zagen bedelen. “Wij dachten dat ze iedere dag door haar ouders werd gebracht en gehaald, maar bewoners hielpen ons snel uit de droom. Ze maakte deel uit van een groep bede-lende kinderen uit de bergen.” Om het meisje van de straat te halen en onder te brengen in het gezin van de chauf-feur was de toestemming van de ouders nodig. Die kregen ze, niet alleen voor Tunjung, maar ook voor haar twee jaar oudere zus Komang. De twee meisjes wonen nu al vijf jaar bij Gusti en zijn gezin en bezoeken een lokale basis-school. Het echtpaar Van Erp betaalt voor de meisjes ook alle andere kosten. “We vinden het al geweldig dat ze in dat gezin worden opgenomen.”Van de tien kinderen studeert het oudste meisje Putu deze zomer af aan de Hogere Hotelschool. Haar broer verlaat het vwo en wil graag verder studeren aan de universiteit. “Een hogere beroeps- of uni-versitaire opleiding is in Indonesië bijna net zo duur als in Nederland. Maar stu-diebeurzen zijn er niet. Het feit dat wij de kinderen laten doorleren, is tevens de oudedagvoorziening voor de ouders. Zo werkt dat daar”, vertelt de oud-genist.

Hij erkent dat er in principe nog wel een of twee kinderen bij zouden kun-nen. “Maar het moet zich wel aandie-nen. Ik ga het niet direct opzoeken.” Zijn echtgenote voegt daaraan toe dat ze nu eerst even afwachten hoeveel de universitaire opleiding van de oudste jongen gaat kosten.Op het financieel overzicht staat een totaalbedrag van bijna € 3.500,-. Daar-onder vallen het schoolgeld voor de tien kinderen, schooluniformen, schoenen, et cetera. Van Erp vertelt dat het ideaal van chauffeur Gusti was dat zijn zoon in Nederland zou studeren, bij het echt-paar Van Erp in huis. “Daar begin ik niet meer aan”, zegt hij. “Ik ga op mijn 70e niet met een knul discussiëren hoe laat hij thuis moet zijn. Op Bali is een universiteit. Ze mogen kiezen wat ze willen studeren en wij betalen. Als we niet meer worden gesponsord, kunnen we het ook betalen. Tien jaar studie garandeer ik.”

CP

De tien Balinese kinderen die met financiële hulp van Yvonne en Tom van Erp een opleiding kunnen

volgen. Foto: privécollectie Tom van Erp

Checkpoint 4-2011.indd 43 04-05-2011 18:57:33

Page 14: checkpoint 4

CheCk point nr. 4 / mei 201145

Weekblad Panaroma besteedt aandacht aan veteranen motorrit

CP

Door: Nancy Verkooijen

ij vroegen Mylène waar haar speciale interesse voor

veteranen en motoren vandaan komt. Mylène: “Ongeveer twaalf jaar geleden ben ik benaderd door een televisiepro-gramma om op de zender mijn motor-rijbewijs te halen. Na een wat aarze-lende start ben ik nu verknocht aan mijn BMW motor. Mijn collega Micha Jacobs ontmoette vervolgens op repor-tage in Afghanistan een motorrijdende veteraan. En voor ik het wist, was ik voor een artikel op pad met de MC Veterans. Wat een genot om met motor-rijdende militairen en veteranen mee te mogen rijden. Schouder aan schouder, gedisciplineerd, strak in formatie, met veel fatsoen, mooie en ontroerende ver-halen en ongekende broederschap.”De veteranen motorrit wordt geïniti-eerd door het Veteraneninstituut en het Comité Nederlandse Veteranendag en heeft als doel meer aandacht te gene-reren voor de 110.000 Nederlandse

veteranen. Op vrijdag 24 juni start de tocht vanuit de vier windstreken van Nederland. Veteranen zijn immers in elke uithoek van de wereld ingezet. De eindbestemming op de 24e is Landgoed Vrijland te Arnhem.Onderweg wordt er gestopt voor een kort bezoek aan diverse (oorlogs)monu-menten en veteranencafés. Na de over-nachting rijden de tweehonderd moto-ren op 25 juni in colonne richting Den Haag. Een kleine selectie motoren rijdt mee in het defilé. De overige motoren en rijders zullen enkele ceremoniële taken uitvoeren op het Malieveld, waar de zevende Nederlandse Veteranendag plaatsvindt. De deelnemers aan de tocht zijn inmiddels bekend.

plekje achteropDe reportage die Panorama tijdens de motorrit gaat maken, gaat over bijzon-dere (mannen)vriendschappen. Vetera-nen die al een jarenlange geschiedenis met elkaar hebben of die samen op missie zijn geweest en elkaar nu weer voor het eerst sinds lange tijd zien.

Inspirerende verhalen over herkenning, broederschap en motoren. Dus bent u deelnemer en heeft u een bijzonder verhaal, laat het ons dan vooral weten ([email protected]).Mylène komt op haar eigen motor. Maar voor de fotograaf zoeken we nog een comfortabel plekje achterop een motor. Een degelijke zit, zodat de fotograaf voldoende bewegingsvrijheid heeft om mooie plaatjes te schieten.

Rijdt u mee en heeft u zo’n plek achterop? Neem dan contact op met Nancy Verkooijen, e-mail: [email protected], tel: 070-3153015.

Op 24 juni sluit journaliste Mylène de la Haye aan bij de vete-ranen motorrit die speciaal voor de Nederlandse Veteranendag wordt georganiseerd. Voor het weekblad Panorama doet zij verslag van deze bijzondere motortocht. Het wordt een uitge-breide sfeerreportage van de tocht en een verhaal over bijzon-dere mannenvriendschappen.

W Mylène de la Haye.

Fotograaf Martin Roemers heeft een bijzondere belangstelling voor vrede en veiligheid in Europa. Dat bewees hij opnieuw met dit bijzondere fotoboek.

Tussen vijandige buren – Martin Roemers96 pagina’s, beeldverslag Veteranenprijs: geen 19,- maar slechts 13,- (incl. verzendkosten binnen Nederland)

tussen vijandige burenNederlandse soldaten op de Balkan

slechts 13,-

Bestel via de webwinkel: www.qvuitgeverij.nl of bij QV Uit-geverij door het bedrag over te maken op rekeningnummer 54.22.90.448 t.n.v. QV Uitgeverij te Nijmegen o.v.v. ‘Vijandige buren’ (en zonodig naam en adres besteller). Het boek wordt nadat het bedrag staat bijgeschreven z.s.m. opgestuurd.Actieperiode: zolang de voorraad strekt.

QV Uitgeverij, postbus 1027, 6501 BA Nijmegen, tel: 024-3607706, e-mail: [email protected], website: www.qvuitgeverij.nl

Checkpoint 4-2011.indd 45 04-05-2011 18:59:03

Page 15: checkpoint 4

Nr. 4 / mei 2011 CheCk poiNt 55

Door: Charlene Cloo

ewoon www.veteraneninstituut.nl. Daar verandert niks aan. Maar verder is de website compleet ver-

nieuwd. De regelmatige bezoekers van de website van het Vi hebben dat vast al gezien, want sinds 28 april is de nieuwe website online. “We hoorden van verschillende veteranen en andere bezoekers dat onze oude website een schat aan infor-matie bevatte, maar dat deze informatie slecht te vinden was. Daarnaast wilden we nieuwe ontwikkelingen en de mogelijk-heden van sociale media in onze website integreren”, aldus KTZA Frank Marcus, directeur van het Vi, over de noodzaak van een nieuwe website.De nieuwe website heeft vier hoofdthema’s, namelijk Erken-ning & Herdenken, Zorg & Ondersteuning, Activiteiten & Ontmoeten en Kennis & Onderzoek. Maar ook de drie grote projecten van het Vi, het onderwijsproject Verhalen van Veteranen (VVV), het Interviewproject Nederlandse Veteranen (IPNV) en Veteranen met een missie (VMM), hebben nu een mooie, overzichtelijke ingang via de nieuwe website.

Social mediaHyves, Twitter, Facebook, YouTube en het fotoprograma Flickr, dat zijn vormen van social media die het Vi integreert in de nieuwe website. Via Hyves, Twitter en Facebook kunnen belangstellenden in contact komen met het Vi. Via Twitter kan dit door berichten te sturen naar @Vi_Doorn of door @Vi_Doorn op te nemen in een bericht. Daarnaast maakt het Vi gebruik van YouTube om filmpjes, ook op zijn eigen site, te publiceren. Naast deze nieuwe contactmogelijkheden, bevat de website nieuwe webformulieren waarmee geïnteresseerden makkelijk contact kunnen opnemen met het Vi.

Uitgebreide agenda De nieuwe website biedt een uitgebreid overzicht van alle veteranenactiviteiten in Nederland. Of het nu gaat om een reünie, een herdenking, een veteranencafé of een lokale vete-ranendag, alle activiteiten kunnen worden gepubliceerd. Om deze lijst zo compleet mogelijk te maken en uw activiteiten breeduit bekend te maken, raden we organisatoren van derge-lijke bijeenkomsten aan hun activiteiten te melden via [email protected]. Deze worden dan direct gepu-bliceerd op de nieuwe website. Het Vi is ook op zoek naar

berichten over het verloop van een bijeenkomst, waarin wordt verteld hoe het is geweest. Ook dit kan naar bovenstaand e-mailadres, het liefst vergezeld door een foto of filmpje.

CheckpointVeteranen die zich hebben aangemeld bij het Vi en dus de veteranenpas bezitten, ontvangen tien keer per jaar gratis Checkpoint in de brievenbus. Ook actief dienende militairen met uitzendervaring hebben recht op dit gratis abonnement. Maar met de komst van de nieuwe site is het nu ook mogelijk om zonder abon-nement delen van Checkpoint online door te bladeren.Ben je op zoek naar een nieuwe functie? Kijk ook dan eens op de Vi-site naar de vacatures, speciaal voor veteranen. En alle materiële en immateriële voordelen van de veteranenpas zijn er natuurlijk ook nog steeds te vin-den. Alleen een webwinkel is er niet. Die is uitbesteed en te vinden op www.veteranenshop.nl.Marcus: “We zijn erg trots op onze nieuwe website. We hopen dat al onze bezoekers, of het nu oude of jonge veteranen zijn, familie of vrienden van veteranen, docenten of journalisten, of elke andere geïnteresseerde, snel en gemakkelijk de infor-matie vinden waarnaar ze op zoek zijn. We nodigen iedereen dan ook van harte uit onze nieuwe website te bezoeken en ons via de poll rechtsonder op de homepage te laten weten wat zij van onze nieuwe website vinden. We vinden het leuk als u vervolgens een toelichting geeft in het gastenboek. Wie weet wordt uw reactie wel gepubliceerd in de Checkpoint van juni!”

Volg het Veteraneninstituut via social media:Twitter: @Vi-DoornHyves: VeteraneninstituutFacebook: VeteraneninstituutEn natuurlijk via de nieuwe website www.veteraneninstituut.nl

Website Veteraneninstituut compleet vernieuwd

Een goede website is goud waard. En helemaal in het huidige digitale tijdperk waarin iedereen online informatie zoekt en vindt. Een website met voldoende informatie, mooie afbeeldingen en informatieve filmpjes. Een overzichtelijke structuur, waarin alle doelgroepen makkelijk informatie kunnen vinden. Dat is wat het Veteraneninstituut (Vi) voor ogen had bij de ontwikkeling van zijn nieuwe website.

www.veteraneninstituut.nl is de online wegwijzer in veteranenland

G

Checkpoint 4-2011.indd 55 04-05-2011 19:07:25