Download - C. SYNTHESE - ADEMLOOS [email protected] contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

Transcript
Page 1: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJKC. SYNTHESE

Page 2: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJKaugustus 2009

Opdrachtgever:

AG Stadsplanning AntwerpenDesguinlei 332018 AntwerpenT 03 244 52 40F 03 244 51 20contactpersoon: Sigrid [email protected]

Onderzoeksteam:

evr-ArchitectenEeckhout - Van Den Broeke - ReuseVisserij 2609000 GentT/F 09 228 57 [email protected]: Luc Eeckhoutmedewerkers: Tom De Soete

Daidalos Peutz Bouwfysisch IngenieursbureauOudebaan 3913000 LeuvenT 016 35 32 77F 016 35 32 [email protected]: Filip Descamps

Bureau voor architectuur en planningGroenstraat 1063001 HeverleeT 016 40 45 70F 016 40 65 [email protected]: Marc Martens

Voor de studie Cadix werden in totaal drie werkstukken gemaakt.Deze drie stukken zijn als één geheel te lezen en horen bij elkaar.We onderscheiden volgende stukken en benoemen hier algemeen de inhoud:

A. Duurzaamheidsmeter- Meting van de algemene duurzaamheid dmv de duurzaamheidsmeter.- Hier worden alle aan te bevelen maatregelen kort beschreven en voorzien van referentiestukken, al dan niet opgemaakt door de stad Antwerpen zelf.

B. Maatregelenpakket- Dit is de spreekwoordelijke top tien van mogelijke maatregelen die bij de verdere uitwerking van een duurzaamheidsplan onze voorkeur verdient.- Deze punten worden sterk aanbevolen om op te nemen in het project.

C. Visuele Synthese- Om het geheel communiceerbaar te maken werd een visuele synthese gemaakt.- De synthese bevat zoveel mogelijk de essentie.- Alle andere elementen werden hier bewust weggelaten.

De werkstukken A B C vullen elkaar aan en staan in relatie tot elkaar. In deze zin bevat de synthese geen uitgebreide opsomming van alle maatregelen. Daarentegen bevat de duurzaamheidsmeter het ruimste pakket van te nemen maatregelen zonder voorkeur te maken.

Page 3: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

3

C. SYNTHESE

0. Geïntegreerd projectproces

1. Inplanting en functie

2. Mobiliteit2.1 Vervoersinfrastructuur

Inleiding - Ambitie

9.1 Innovatie in ontwerp - Transitie

10.2.d Charter voor wijkgebruikers

3. Natuurlijk milieu3.2 Natuurontwikkeling3.3.a Opmaken van een verlichtingsplan3.3.b-c Beperken van lichtpollutie3.3.h-i Stedelijke opwarming

4. Water4.1 Hemelwaterverwerking4.2 Beperken van drinkwateverbruik

5. Grondstoffen en afval

5.2 Hergebruiken van materialen5.3 Gebruik van duurzame materialen

6. Energie

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid7.1.a Buitenluchtkwaliteit7.1.c-d Omgevingslawaai7.1.e Windhinder7.2 Zon en licht7.6.a Integrale toegankelijkheid van het openbaar domein7.6.b Meegroeiwonen 8. Economie en werk

9. Innovatie

10. Beheer

Page 4: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p4

Page 5: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

5

FINANCIEEL MODEL

Bij aanvang van het Masterplan Duurzaamheid Cadixwijk werd het studiebureau gevraagd de financiële implicaties van de voorgestelde maatregelen te schetsen. Duurzame stedenbouw is een proces dat rekening houdt met veel verschillende facetten. Essentieel hierbij is de geïntegreerde aanpak in die veelheid aan beslissingen. Dit heeft als gevolg dat er gewerkt moet worden met financiële modellen die een vertaling zijn van en inzage geven in het proces. Het is duidelijk dat elke beslissing die genomen wordt niet als een financieel eilandje, waar de meerkost zonder meer berekend wordt, kan gezien worden. Heel wat bepalende parameters liggen op dit moment nog niet vast en er werd geen inzage gegeven in het bestaande model. Het louter geven van absolute cijfers in dit stadium zou misleidend werken.

Om toch een inzicht te bieden in hoe een financieel optimum kan bereikt worden roepen we een faseringsmodel voor duurzame stedenbouw in het leven. Daarin spelen 4 fasen een belangrijke rol om het doel te bereiken: 1. Sustainable Concept 2. Smart Planning 3. Low Technics 4. Zero emission / low maintenance

De eerste fase, Sustainable Concept, spreekt voor zich. Daarin wordt het concept opgesteld en vertaald in streefdoelen. In deze fase kan in feite het meest kostenbesparende gewerkt worden. Een duurzaam concept werkt van begin tot einde door in het proces en dus ook in een interessant kostenplaatje. Ter illustratie verwijzen we naar de maatregel betreffende ‘Lichthinder’. De regels die LNE voorschrijft zijn als duurzaam concept inzetbaar en werken door als basisvoorwaarden in het verdere verloop. LNE stelt dat enkel verlicht mag worden, wat verlicht moet worden, wanneer het verlicht moet worden. Een doorvertaling naar de Cadixwijk reslulteert in een ‘slimme

structuur’, met name een verlichtingsplan dat uitgaat van de wegcategorisering en daaraan aangepast lichtintensiteiten en werkingstijden. Dit resulteert in het optimaliseren van (vermindering) het aantal verlichtingselementen. In de derde fase worden toestellen en armaturen geselecteerd die op een éénvoudige en efficiënte manier het verlichtingsplan materialiseren. Zuinige verlichtingsarmaturen zijn over het algemeen duurder dan gewone maar door de reductie in het aantal wordt die meerkost gecompenseerd. Bovendien liggen de uitbatingskosten, verbruik en onderhoud, een stuk lager dan bij niet-efficiënte systemen. Een duurzaam concept heeft een voordeligere levensloop dan een doorsnee concept.

Een duurzaam ontwerp heeft als ambitie te resulteren in een Zero Emission scenario. De uitstoot van CO2 die gepaard gaat met de ontwikkeling en het gebruik van het gebouw, de wijk, het bedrijventerrein... wordt geminimaliseerd.

We willen er de nadruk op leggen dat de meerwaarde die duurzaamheid biedt niet louter uit financieel standpunt sensu stricto kan bekeken worden. Eerst en vooral de initiële investeringskost is slechts een momentopname die niets te maken heeft met rendabiliteit of economische efficiëntie. De uitbatingskosten zijn sterker bepalend en mogen geenszins genegeerd, onafhankelijk of die kosten bij de stad, de projectontwikkelaar of de eindgebruiker liggen. Ten tweede wordt door een duurzaam ontwerp een onafhankelijkheid gecreëerd van uitputtelijk bronnen. Een reductie van energieverbruik, een afnemen van de ecologische footprint en een sterkere sociale cohesie zijn slechts enkele van de voordelen die niet in cijfers uit te drukken zijn, maar in de balans moeten opgenomen worden.

Page 6: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p6

Page 7: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

7

INLEIDING

Het Masterplan Duurzaamheid voor de Cadixwijk komt niet uit de lucht gevallen, maar is het resultaat van een wereldwijde bewustwording van onze impact op de planeet. Op Europees, Vlaams en lokaal niveau worden vandaag heel wat acties ondernomen om de negatieve gevolgen hiervan terug te dringen. We schetsen even de achtergrond.

EU-parlement wil 80 procent CO2-reductie tegen 2050De uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen moet tegen 2050 met 80 procent dalen. Volgens het Europees parlement moet de wereldwijde uitstoot tegen 2020 met 25 tot 40 procent ingeperkt worden in vergelijking met 1990. Tegen 2050 zou de wereld de uitstoot met 80 procent moeten terugdringen. De Europese Unie engageerde zich ertoe om de uitstoot tegen 2020 met 20 procent in te dijken. De Unie toont zich bereid dit streefdoel op te trekken naar 30 procent indien de overige industriële mogendheden eind 2009 de bereidheid tonen om een gelijkaardige inspanning te leveren.

Europese Commissie: ’s werelds meest ambitieuze actie voor klimaatIn Brussel is er koortsachtig overleg over een enorm pakket EU-maatregelen tegen broeikasgas CO2. Het gaat om ‘s werelds meest ambitieuze actie voor het klimaat, zoals de Europese Commissie het trots omschrijft. MINDER UITSTOOTRECHTEN: De industrie moet 20 procent minder CO2 uitstoten in 2020. Dat wordt 30 procent als de rest van de wereld eind volgend jaar besluit mee te doen met emissiehandel. Zeker is dat elektriciteit daarom vanaf 2013 fors duurder wordt. Bij

het opwekken van stroom uit bijvoorbeeld kolen of gas komt namelijk veel CO2 vrij. HERNIEUWBARE ENERGIE: In 2020 moet 20 procent van de Europese energie komen uit wind, zon, watervallen en andere hernieuwbare bronnen. Het percentage uit alternatieve energie moet omhoog naar 14 procent in 2020.BIOBRANDSTOF: In elk EU-land moet een tiende van de verkeersbrandstof in 2020 komen uit hernieuwbare bronnen. Dat is grotendeels biodiesel uit bijvoorbeeld koolzaad. De berekening is gunstig gemaakt voor elektrische auto’s, die zuiniger zijn dan auto’s op benzine of diesel. EU-akkoord is bereikt.OPVANG CO2: De EU wil in 2015 twaalf proefprojecten die CO2 afvangen en ondergronds opslaan. CO2-UITSTOOT AUTO’S: Nieuwe auto’s moeten na 2012 fors zuiniger rijden en dus minder CO2 uitstoten dan nu. AUTOBRANDSTOF: Bij het oppompen en opbranden van brandstof moet 10 procent minder CO2 vrijkomen in 2020. ENERGIEBESPARING: De EU wil in totaal 20 procent energie besparen in 2020. Dat moet door zuinigere apparaten: geen gloeilampen meer, maar spaarlampen. Televisies en andere apparaten moeten op stand-by nog minder stroom verbruiken, gebouwen moeten beter geïsoleerd.

Europees Parlement: vanaf 2019 moet alle nieuwbouw energieneutraal zijnIn april 2009 stemde het Europees Parlement met overgrote meerderheid het amendement op de Energieprestatierichtlijn van 2002 goed. Deze stelt dat alle nieuwbouw die gebouwd wordt na 31 december 2018 energieneutraal moet zijn. Dit betekent dat elk

Page 8: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p8

gebouw alle energie die ze verbruikt op eigen site moet opwekken. Ook wordt de nadruk gelegd op meer publieke investering in energie-efficiënte gebouwen.

Antwerpen tekent Europees ‘Convenant van Burgemeesters’ Dinsdag 10 februari 2009 tekende de stad Antwerpen, het ‘Convenant van Burgemeesters’. Dit Convenant verenigt 160 vooruitziende steden van Europa in een netwerk om samen de strijd tegen de klimaatopwarming aan te gaan.

Antwerpse initiatievenDe stad nam hieromtrent reeds verschillende initiatieven om zuiniger om te springen met energie. Een globaal plan om werkelijk 20% te verlagen ontbreekt. Ook de communicatie naar de bevolking van dergelijke belangrijke ambities ruimer te kaderen ontbreekt nog. Belangrijk lijkt ons om dit initiatief aan te wenden om net werk te maken van een globaal plan dat de bakens zet naar 2020 en 2050.

Page 9: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

9

AMBITIE

Verandering?Het is duidelijk dat zonder een breed opgezet plan de reductie van onze energievraag en CO2 uitstoot niet haalbaar is. We zijn niet bereid om zomaar onze welvaart op te geven. Verandering door het invoeren van slimme structuren die de verspilling frontaal aanpakken maakt dit doel wel haalbaar. Daarom is een meerjarenplan nodig die duidelijke bakens uitzet naar de toekomst. Een integrale stapsgewijze aanpak gekaderd in een globaal plan dat duidelijk gecommuniceerd wordt heeft meer kans van slagen. Als Antwerpen in het klimaatverhaal een plan wil uitstippelen dan raden we twee belangrijke actiepunten aan.

Footprint - Meten is wetenDe footprint van de stad moet in kaart worden gebracht. Pas na deze meting kunnen we aan het werk en een meerjaren plan uitstippelen: waar willen we staan in 2010, in 2020, in 2030, in 2040, in 2050 ? In dit globaal kader is de focus op het eindresultaat of het terugdringen in 2050 van onze uitstoot belangrijk. Zo betekent 2020 of 20 – 20 – 20 erg weinig als men dit niet bekijkt in het globaal plan, het wekt zelfs verkeerdelijk de indruk dat in 2020 alle doelstellingen reeds gehaald zijn. Duidelijke actiepunten zijn nodig, het meetinstrument is hierbij een unieke leidraad om daadwerkelijk tot resultaten te komen.

Meetinstrumenten als leidraadOm klimaatplan enige kans van slagen te geven zijn heldere instrumenten nodig die ons denken beïnvloeden. Zonder deze instrumenten zullen we geneigd zijn om gewoon verder te werken en ‘on the road’ een aantal mindere maatregelen te nemen. Maw elke nieuwe wijk, elk nieuw gebouw dreigt tegen 2020 en 2050 verouderd te zijn en drastisch gerenoveerd

te worden als we niet anticiperen op de problemen van de toekomst.Zowel op stedelijk niveau, wijkniveau als op gebouwniveau is een duidelijk kader nodig dat aangeeft waar we naar toe moeten evolueren. Het afwegingsinstrument voor duurzaamheid is hierbij een goed hulpmiddel om iedereen duidelijk te maken waarop ingezet moet worden.

Ambitie voor de CadixwijkBij aanvang van onderhavige studie werd een duurzaamheidsmeting uitgevoerd op de bestaande plannen voor de Cadixwijk. Het resultaat 46%. Er werd eveneens een ultiem scenario ontwikkeld waarin alles wat nog aanpasbaar was aan de plannen aan te passen zonder rekening te houden met bereidwilligheid van de stad of financiële implicatie. Resultaat: 81%. Er is echter al heel wat bepaald en heel wat duurzame maatregelen zijn voor de Cadixwijk minder relevant of financieel oninteressant. Daarom stelden we bij aanvang een score van 65% als ambitie vast.

Page 10: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p10

DUURZAAMHEIDSMETING VOOR CADIXWIJK ANTWERPENAanvangssituatie

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 fase 6

0.

13 23 26 26 26 26

maximum 14 27 29 29 29 3093% 85% 90% 90% 90% 87%

0 3 10 11 11 11

maximum 0 7 16 17 19 2043% 63% 65% 58% 55%

0 3 4 6 6 6

maximum 0 8 10 12 16 1638% 40% 50% 38% 38%

0 3 3 4 4 4

maximum 0 8 8 10 10 1038% 38% 40% 40% 40%

0 0 1 1 4 4

maximum 0 0 2 2 10 1050% 50% 40% 40%

0 0 6 6 6 6

maximum 0 0 30 30 30 3020% 20% 20% 20%

3 6 7 8 8 8

maximum 6 9 16 19 19 2050% 67% 44% 42% 42% 40%

0 0 0 1 2 2

maximum 0 0 0 2 4 550% 50% 40%

0 0 0 0 0 2

maximum 0 0 5 5 5 100% 0% 0% 20%

10.

16 38 57 63 67 69

maximum 20 59 116 126 142 150

80% 64% 49% 50% 47% 46%

SE

LE

CT

IE S

ITE

VO

OR

ON

TW

ER

P P

RO

JE

CT

GE

BIE

D /

AA

NS

TE

LL

ING

ON

TW

ER

PE

R

DE

FIN

ITIE

F O

NT

WE

RP

DE

EL

PR

OJE

CT

ST

ED

EN

BO

UW

KU

ND

IGE

VE

RG

UN

ING

EN

DE

EL

PR

OJE

CT

UIT

VO

ER

ING

SD

OS

SIE

R

DE

EL

PR

OJE

CT

VO

OR

LO

PIG

E O

PL

EV

ER

ING

DE

EL

PR

OJE

CT

VERPLICHT Geïntegreerd projectproces

1. Inplanting en functie

6. Energie

5. Grondstoffen en afval

4. Water

3. Natuurlijk milieu

2.

TOTALE SCORE

VERPLICHT Beheer

9. Innovatie

8. Economie en werk

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Mobiliteit

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: A. Duurzaamheidsmeting 03 06 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

46%aanvangssituatie

Page 11: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

11

DUURZAAMHEIDSMETER GENT - v 3.0 evr-Architecten - SumResearch - Daidalos Peutz 17 12 2008

DUURZAAMHEIDSMETER VOOR CADIXWIJK ANTWERPENDRAFT 1 29/01/2009

SE

LE

CT

IE S

ITE

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 fase 6

VERPLICHT 0. Geïntegreerd projectproces

13 24 27 27 27 27 1. Inplanting en functiemaximum 14 27 30 30 30 2993% 89% 90% 90% 90% 93%

0 5 13 14 16 17 2. Mobiliteitmaximum 0 7 16 17 19 2071% 81% 82% 84% 85%

0 3 4 8 12 12 3. Natuurlijk milieumaximum 0 3 4 10 14 14100% 100% 80% 86% 86%

0 4 4 6 6 6 4. Watermaximum 0 8 8 10 10 1050% 50% 60% 60% 60%

0 0 1 1 8 8 5. Grondstoffen en afvalmaximum 0 0 2 2 10 1050% 50% 80% 80%

0 0 27 27 27 27 6. Energiemaximum 0 0 30 30 30 3090% 90% 90% 90%

5 7 12 14 14 14 7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheidmaximum 6 9 16 19 19 2083% 78% 75% 74% 74% 70%

0 0 0 1 3 4 8. Economie en werkmaximum 0 0 0 2 4 550% 75% 80%

0 0 1 1 1 5 9. Innovatiemaximum 0 0 5 5 5 1020% 20% 20% 50%

VERPLICHT 10. Beheer

18 43 89 99 114 120 TOTALE SCOREmaximum 20 54 111 125 141 14890% 80% 80% 79% 81% 81%

VO

OR

ON

TW

ER

P

PR

OJE

CT

GE

BIE

D /

AA

NS

TE

LL

ING

O

NT

WE

RP

ER

DE

FIN

ITIE

F O

NT

WE

RP

D

EE

LP

RO

JEC

T

ST

ED

EN

BO

UW

KU

ND

IGE

V

ER

GU

NIN

GE

N D

EE

LP

RO

JEC

T

UIT

VO

ER

ING

SD

OS

SIE

R

DE

EL

PR

OJE

CT

VO

OR

LO

PIG

E O

PL

EV

ER

ING

D

EE

LP

RO

JEC

T

81%ultiem scenario

Page 12: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p12

Page 13: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

13

0. Geïntegreerd projectproces

stedenbouw en duurzaamheidDe ontwikkeling van de Cadixwijk is zonder twijfel een zinvol lokaal initiatief waarmee globale doelstellingen van een gezond milieu, welvaart en rechtvaardigheid gelijktijdig kunnen gerealiseerd worden. Deze duurzaamheidmeter illustreert echter dat de uitwerking van een concreet project een veelheid aan kwesties in beeld brengt: materiële en meetbare aspecten zoals kostprijs, energieverbruik, uitstoot van broeikasgassen…, maar ook immateriële thema’s zoals ruimtelijke kwaliteit, woonkwaliteit, belevingskwaliteit…Stedenbouw vormt het kader bij uitstek om deze uiteenlopende vraagstukken op een evenwichtige en coherente wijzen bijeen te brengen. Deze oude discipline richt zich immers in eerste instantie op de nederzettingsstructuur – de ‘ruimtelijke structuur ’– die eeuwen lang meegaat terwijl wisselende invullingen elkaar opvolgen naargelang de actuele maatschappelijke evolutie. Door zijn lange traditie biedt de stedenbouw ook trefzekere inzichten in minder berekenbare aspecten van duurzaamheid. We denken aan natuurlijke insteken in het bebouwde weefsel, een geliefd thema in stedenbouwkundige plannen van het Interbellum. Sinds het begin van de twintigste eeuw zien we een constant streven naar veilige en aaneensluitende autovrije zones, met Radburn ‘The Town for the Motor Age’ als emblematisch voorbeeld. Er is de complexe relatie tussen publiek en privaat: ‘drempels’, “privacy-gradiënt, discrete zichtbaarheid, sociale controle, wisselwerking tussen binnenfuncties en openbaar domein. Bijzonder actueel blijft ook het modernistische steven naar compactheid, bezonning en lichttoetreding…

De stedenbouwkundige visie voor de Cadixwijk is stap voor stap ontwikkeld in verschillende plannen. Telkens zijn waardevolle en wervende inzichten voor de ontwikkeling van het Eilandje naar voor geschoven. De verschillende ontwerpers hebben wel gestreefd naar samenhang. Maar het blijft onvermijdelijk dat er tijdens zo’n lang planproces regelmatig nieuwe aandachtpunten opduiken: de definitieve keuze voor een tramlijn doorheen de Cadixwijk bv. of het thema duurzaamheid… zijn pas recent expliciet aan bod kwam.

de eerste plannenDe eerste plannen – het masterplan, het beeldkwaliteitplan buitenruimte, het beeldkwaliteitplan architectuur, het groenplan en het waterplan – omvatten tal van intenties die met duurzaamheid kunnen geassocieerd worden: het waarderen van de bestaande ruimtelijke structuur, de intentie om een herkenbare en gedifferentieerde wijk te maken (woningmix, leasure, kantoren…), het verhogen van de stedelijke dichtheid, het versterken van een beschut wijkgevoel, de introductie van groen en water, het stimuleren van reconversie van oude gebouwen, het behoud van erfgoed en beeldwaarde, het differentiëren van het openbaar domein, de nadruk op verblijfskwaliteit van straten, aandacht voor waterinfiltratie door gebruik van kasseien met groene open voegen, het opnieuw gebruiken van gerecupereerde materialen…Anderzijds vertonen deze eerste plannen ook een aantal zwaktes. De keuze om de bestaande bouwblokkenstructuur uit te breiden is onvoldoende onderbouwd. Zijn de afmetingen van het bestaande grid – ontstaan uit de vroegere havenactiviteit – wel geschikt voor een gesloten woonblok?

“Sustainability is a concept developed in the global political arena that attempts to achieve, simultaneously, the goals of an improved environment, a better economy, and a more just and participative society, rather than trading off any one of these against the others. While its primary context is global, sustainability is seen to be meaningful and achievable only when it is practiced through local initiatives with global significance” (Newman and Kenworthy, 2003).

Page 14: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p14

Is er geen differentiatie nodig om een subtielere overgang op te bouwen tussen publieke en private ruimte? Kunnen er in dergelijk grid autoluwe zones gerealiseerd worden die de leefbaarheid voor jong en oud verhogen? Men blijft er van uitgaan dat de auto tot voor de deur van iedere woning komt. Veel keuzes in verband met openbaar domein, groen en water zijn esthetisch en formalistisch geïnspireerd, wat legitiem is. Maar het verdient ook aanbeveling om deze elementen expliciet te toetsen op hun belevingswaarde en hun ecologische inbreng. De aanpak van beeldbepalende gebouwen en erfgoed ten slotte lijken ons wellicht te behoudend om het opwaarderen naar een hoger E-peil mogelijk te maken.

verordenende plannenHet RUP voor de Cadixwijk vervangt delen van het BPA voor het hele Eilandje, ondermeer om het laatste tramlijnscenario te kunnen uitvoeren en het openbaar domein beter te kunnen vormgeven. Anders dan het stereotiepe BPA is het RUP een hedendaags en wervend verordenend plan. Het steunt op een goed onderbouwde ontwikkelingsvisie en vindt zijn uitwerking in ruimtelijke concepten. Het is onderbouwd door ontwerpend onderzoek en het wordt accuraat geformuleerd. Het RUP is een sterke bijdrage tot duurzame ruimtelijke ontwikkeling. De toelichtingsnota is een eerste stap naar een samenhangend verhaal over de Cadixwijk. De programmering wordt scherp ingevuld en er is een duidelijke strategie om ze te realiseren: de verschillende toekomstige bewonersgroepen komen in beeld, de keuzes i.v.m. woningmix en functionele verweving zijn interessant.Het is dan ook bijzonder jammer dat dit RUP niet de hele Cadixwijk omvat: de stevige onderbouwing

van het RUP voor één deel van de bouwblokken kan moeilijk meegenomen worden bij toepassing van het BPA op de andere bouwblokken.Naast ontegensprekelijke sterktes kent het RUP ook een aantal zwaktes met betrekking tot duurzaamheid. Het verplichte ondergronds parkeren wordt gekoppeld aan toegangen langs de verschillende wanden van het bouwblok. Dit maakt de aanleg van autovrije zones onmogelijk. Het ontwerpend onderzoek maakt voor het eerst de knelpunten van de gesloten bouwblokken duidelijk: de hoeken blijven problematisch, de afstand tussen de achtergevels is eigenlijk te beperkt en het aantal bouwlagen te hoog (wat ook zal blijken uit de lichtstudie)… We suggereren een aantal bijsturingen zoals het plaatselijk beperken van de bouwhoogte of het realiseren van insnijdingen en accidenten.

operationele plannenHet Strategisch Ruimtelijk Structuurplan en het bestuursakkoord 2007-2012 vormen vandaag het omvattende kader voor de ontwikkeling van de Cadixwijk. Het Structuurplan neemt eerdere denksporen van het masterplan grotendeels over en zorgt voor een inbedding in strategische ruimtelijke keuzes.De operationele plannen – het plan van aanpak, de verkavelingen, de subsidieaanvraag voor de Londenstraat en de Amsterdamstraat, het mobiliteitsplan – schetsen de concrete en gedetailleerde uitwerking voor de Cadixwijk. De kwaliteit van deze plannen is vergelijkbaar met het RUP. Ze werden ongeveer gelijktijdig en in dezelfde geest ontwikkeld. Er worden uiterst relevante uitspraken gedaan over duurzaamheid: verkleinen van de ecologische voetafdruk, optimaliseren van de

Page 15: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

15

energieprestatie, opzetten van gesloten kringlopen bij de bouw, bouwen van passief huizen, opvang en gebruik van regenwater, realiseren van groendaken en gevelbegroeiing. Dat zou kunnen gerealiseerd worden met maatregelen voor minimum isolatiepeil, gebruik water van dokken, warmtekrachtkoppeling, zonne-energie, passiefwoningen, regenwater, groendaken, fsc labels… Op het vlak van mobiliteit staat het STOP-principe voorop.

nabeschouwingDe opeenvolgende stedenbouwkundige plannen voor het Eilandje en voor de Cadixwijk hebben een waardevolle stroom van ideeën, concepten en wervende beelden voortgebracht. Ondanks de verschillen in de opeenvolgende plannen hebben hun ontwerpers toch een grote conceptuele eenheid weten te bewaren. Met het voortschrijden van de tijd vertonen ze ook een steeds grotere diepgang. Taal en methodiek worden steeds accurater en preciezer. Het thema duurzaamheid is nu nadrukkelijk aanwezig. De toekomstige bewoners komen levendig in beeld, wat garanties inhoud voor een fundamenteel participatieve planning. Onder andere met Spoor Noord heeft Antwerpen zijn expertise op dat vlak bewezen.In dit boeiende proces ontstaat wel een nieuw spanningsveld. De scherpere definiëring van programma en duurzame doelstellingen stellen steeds meer eisen aan de ruimtelijke uitwerking. De beleidskeuze om jonge gezinnen met kinderen naar de stad te lokken bv. impliceert een ernstige inleving in hun verwachtingspatroon. Deze doelgroep is op zoek naar een betaalbare hedendaagse woning, met een (kleine) eigen buitenruimte en een veilig openbaar domein (voor de kinderen). Beantwoorden de huidige

plannen voor de Cadixwijk wel aan dat veeleisende profiel? We denken aan de hoge stapelbouw, de onveilige kades, het gebrek aan een speelweefsel, de alomtegenwoordigheid van de auto… De Cadixwijk heeft ook een aantal ijzersterke troeven op het vlak van duurzame mobiliteit. De uitbouw van het tramnet is daar de meest concrete uitwerking van. De intentie om het STOP-principe toe te passen moet echter veel sterker vertaald worden in ruimtelijke termen. Er kan maar van een duurzame wijk sprake zijn als grote delen autoluw en zelfs autovrij zijn. Het denkspoor om centrale parkeerclusters te maken en woonstraten zoveel mogelijk te ontlasten van verkeer (ook al is het lokaal), is geen symbolisch voorstel. Net zoals het voorzien van ruimte voor fietsstalling naast iedere voordeur zowel symbolisch als functioneel onontbeerlijk is.We hebben geschetst hoe de stedenbouwkundige discipline kan ingezet worden in een duurzame lezing van alle beschikbare plannen voor de Cadixwijk. Stedenbouwkundige kennis over daglichttoetreding, afstanden, bouwhoogtes, groenvoorzieningen, trage paden, speelweefsel… kunnen vandaag probleemloos wetenschappelijk onderbouwd en doorgerekend worden. In dat perspectief is het ook belangrijk om uitspraken te doen over de impact van bepaalde infrastructuren. In de jaren zeventig planden ingenieurs en stedenbouwkundige overal ter wereld belangrijke ingrepen om de groeiende automobiliteit te lijf te gaan. De nefaste gevolgen van deze ingrepen werden grondig bestudeerd in honderden stedenbouwkundige studies. We moeten deze kennis vandaag ook inzetten om de gevolgen voor de duurzame ontwikkeling van het Eilandje te schatten van bepaalde noodzakelijke infrastructuurwerken die rond Antwerpen op til staan.

0. Geïntegreerd projectproces

Page 16: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p16

Situering Cadixwijk Antwerpen Cadixwijk

Beleid in Antwerpen

Page 17: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

17

1. Inplanting en functie

De ontwikkeling van de Cadixwijk is van bij aanvang een project dat gestoeld is op principes van duurzaamheid. Het is een zoektocht naar de creatie van een voldoende dense maar leefbare en kwalitatieve woonomgeving voor een diversiteit aan gebruikers. Daarvoor werd een brownfieldsite ingeschakeld tussen stad en haven. Het hergebruiken van (licht) vervuilde industriële sites die in onbruik zijn geraakt is zonder meer een win-win-situatie. Enerzijds zorgt het voor een heropwaardering van een stadsdeel dat tot voor kort vreemd was aan de stad en anderzijds wordt er geen ongerept stuk grond aangesneden om de groei van de stad op te vangen. Deze initiële keuzes, die werden gemaakt op grootstedelijk niveau, werken door in het hele proces en zijn daarom van enorm belang voor de rest van het project. Ze vormen enerzijds de basis en anderzijds de bestaansreden van het project Cadixwijk. Ze stellen kwalitatieve normen waar constant naar teruggekoppeld dient te worden. De Cadixwijk is van meet af aan een interessant inbreidingsgebied voor de stad Antwerpen dat een verdichting nabij het stadscentrum mogelijk maakt en de inherente potentie bezit om wonen in de stad aantrekkelijk te maken voor een breed publiek.

In het verdere ontwerp moeten deze kwaliteiten ten volle benut worden: de nabijheid en bereikbaarheid van en naar het stadscentrum, wonen aan het water, het eilandkarakter van de wijk binnen de stad... Maw de vooropgestelde ambities moeten ruimtelijk vertaald kunnen worden in een sterk richtinggevend en juridisch plannenkader. Daarvoor moeten nog een aantal fases doorlopen worden waarin die kwaliteiten staan of vallen en verder geïncorporeerd worden in het uitgebreide instrumentarium.

Er wordt echter voorbehoud geformuleerd rekening houdend met de kwestie Oosterweelverbinding. De uitkomst van het discours heeft een rechtstreekse impact op de inplanting van de Cadixwijk. De tracés voor de sluiting van de Antwerpse Ring scheren op enkele honderden meters langs de wijk. Daardoor worden basiskwaliteiten voor een gezonde woonomgeving in het gedrang gebracht.

De oorzaak van dit conflict is te zoeken op het grootstedelijk planningsniveau. In het ruimtelijk structuurplan wordt het projectgebied Eilandje geprofileerd als een nieuw stadsdeel dat een centrumfunctie moet gaan vervullen tussen stad en haven. Er kan worden gewoond, uitgegaan, bezocht. Het gaat om een vorm van centrumverschuiving in de grootstad Antwerpen. Tegelijkertijd wordt op quasi dezelfde plek beslist om de ring te sluiten. Het eerste tracé dat wordt voorgesteld is de Lange Wapper, een monumentale, architecturale brug die over de haven zweeft. Er wordt echter uit het oog verloren dat de twee grootse projecten elkaar een stok in de wielen steken. Want wie wil in een stad op enkele honderden meters van een fly-over gaan wonen als hij rustig buiten de stad kan gaan wonen. Daarom moet omzichtig omgesprongen werden met de verdere beslissingen die nog genomen moeten worden.

Impressie Lange Wapper

Page 18: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p18

Autoluwe straat

Autoluwe straat

Huidig gewenst profiel

SCENARIO 1: minimum

Page 19: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

19

Bronnen:http://www.carfree.comhttp://www.worldcarfree.net

http://www.provelo.orghttp://www.delijn.behttp://www.cambio.behttp://www.taxistop.behttp://www.jcdecaux.behttp://www.autodelen.net

2. Mobiliteit

‘2.1 Vervoersinfrastructuur’

Uit de documenten Mobiliteitsstudie Eilandje, Beeldkwaliteitsplan Buitenruimte en Conceptnota Openbaar Domein kon worden opgemaakt dat al heel wat moeite geïnvesteerd is in het mobiliteitsvraagstuk in de Cadixwijk. De doortrekking van de tramlijn in de wijk, het hanteren van een kindvriendelijke ontwerpmethodiek en de inspanningen voor een drempelloos openbaar domein zijn zonder meer duurzame ingrepen die reeds geïncorporeerd werden.

De ambitie voor de Cadixwijk zou echter hoger moeten liggen als we de Europese eisen voor CO2 serieus willen nemen. Mobiliteit neemt nog steeds de hoofdmoot in van CO2 productie. Daar moet dus sterk op ingezet worden. Het doel is om autoverkeer in de wijk zoveel mogelijk terug te dringen en ook zoveel mogelijk alternatieven te voorzien om op een efficiënte autoloze manier de wijk te bereiken. Wereldwijd worden reeds autovrije wijken gebouwd, waar inwoners zelfs het bezit van een eigen auto opgeven. Dit is haalbaar door een hele reeks aan maatregelen geïntegreerd samen te brengen. Zowel het voorzien van alternatieve vervoerswijzen voor de verschillende gebruikers van de Cadixwijk, als de inrichting van de publieke ruimte moeten grondig doordacht worden en op een vernieuwende aangename manier ontworpen worden. Het is een verouderde gedachte dat de auto de publieke ruimte domineert en reduceert tot doorgangsruimte in een woonwijk.

Concreet gesteld is het S.T.O.P-principe een duidelijke leidraad. De gedachte erachter is dat de voorrang bij ontwerp en bij gebruik uitgaat naar de voetganger (Stapper), daarna de fietser (Trapper), daarna het

Openbaar vervoer en pas in laatste instantie naar de auto (Personenwagen).

In de conceptnota Openbaar Domein wordt het S.T.O.P-principe aangehaald, maar dit is niet afleesbaar in de uitwerking van de wijkcirculatie en de straatprofielen. In het Masterplan Duurzaamheid Cadix stellen we enkele alternatieve scenario’s voor die het S.T.O.P.-principe ruimtelijk vertalen. Er worden een minimum-, basis- en maximumscenario voorgesteld. Dit zijn geen uitgewerkte modellen, maar eerder denkkaders als voorzet tot een kritische benadering van de mobiliteit in de Cadixwijk.

SCENARIO 1: MINIMUMOnderzoek naar een minimale terugdringing van de auto in de wijk. De Kattendijk Dok Oostkaai blijft de belangrijkste as. Ze fungeert als de hoofdontsluiting van en naar de wijk. Vanaf deze hoofdas vertrekt een lus voor tweerichtingsverkeer (August Michielsstraat – Kempisch Dok Westkaai – Madrasstraat) die de buurt onsluit. De rest van de wijk wordt gedowngrade tot autoluwe lussen van éénrichtingsstraten en autovrije straten (Genuastraat en Bombaystraat). Het Cadixplein en de kades blijven autovrij. Toegangen tot parkings worden gegroepeerd. Niet elke bouwblok moet langs 4 kanten toegankelijk zijn voor de auto. Zo kunnen alle straten naar de kades eveneens autovrij gemaakt worden en wordt de kade als verblijfsruimte vergroot.

Page 20: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p20

Straat als verblijfsgebied

Autovrije straat

Huidig gewenst profiel

SCENARIO 2: basis

Page 21: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

21

2. Mobiliteit

‘2.1 Vervoersinfrastructuur’

Bronnen:http://www.carfree.comhttp://www.worldcarfree.net

http://www.provelo.orghttp://www.delijn.behttp://www.cambio.behttp://www.taxistop.behttp://www.jcdecaux.behttp://www.autodelen.net

SCENARIO 2: BASISOnderzoek naar een basisvoorstel waardoor de auto nog steeds een zekere toegang heeft tot de wijk. De Kattendijk Dok Oostkaai blijft de belangrijkste as in de wijk. Ze fungeert als de hoofdontsluiting van en naar de wijk. Vanaf deze hoofdas vertrekt een lus voor tweerichtingsverkeer (August Michielsstraat – Kempisch Dok Westkaai – Madrasstraat) die de buurt onsluit. De rest van de wijk wordt gedowngrade tot autoluwe lussen van éénrichtingsstraten en autovrije straten (Genuastraat en Bombaystraat). In dit scenario wordt eveneens de Indiënstraat autovrij gemaakt. Dit is een vrij kleine ingreep die een grote impact heeft op het autoverkeer in de wijk. De éénrichtingslussen voor plaatselijk verkeer worden groter enerzijds en er ontstaat anderzijds ruimte tussen de verschillende bouwblokken, die het mogelijk maakt om meer relatie te leggen in de ingesloten buitenruimtes van de bouwblokken. Het Cadixplein en de kades blijven autovrij. Toegangen tot parkings worden gegroepeerd. Niet elke bouwblok moet langs 4 kanten toegankelijk zijn voor de auto. Zo kunnen alle straten naar de kades eveneens autovrij gemaakt worden en wordt de kade als verblijfsruimte vergroot.

Page 22: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p22

Wijkparkeergebouw in Vaubanwijk

Straatlayout in autorvrije Vaubanwijk

Zachte verbindingen in de Vaubanwijk, Freiburg

SCENARIO 3: autovrij

Page 23: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

23

2. Mobiliteit

‘2.1 Vervoersinfrastructuur’

Bronnen:http://www.carfree.comhttp://www.worldcarfree.net

http://www.provelo.orghttp://www.delijn.behttp://www.cambio.behttp://www.taxistop.behttp://www.jcdecaux.behttp://www.autodelen.net

SCENARIO 3: AUTOVRIJHet derde scenario gaat nog verder in het terugdringen van de positie van de auto. De Cadixwijk wordt een autovrije wijk. Enkel de ontsluitende lus door de wijk blijft, enerzijds om de kantoortoren te ontsluiten en anderzijds om bewoners de mogelijkheid te bieden om toch vlot boodschappen en leveringen zo dicht mogelijk bij de deur af te zetten. In de straten wordt niet geparkeerd. Er wordt een wijkparkeergebouw voorzien aan de rand van de wijk. De meest interessante positie dient onderzocht te worden. Alle straten worden op deze manier verblijfsruimtes waar mensen samenkomen en kinderen veilig kunnen spelen. Dat dit geen fictie is doch haalbare werkelijkheid bewijzen de vele nieuwe autovrije ontwikkelingen overal in de wereld.zie : http://www.carfree.com/

Er moet opgemerkt worden dat in elk van de scenario’s de nadruk wordt gelegd op de zwakke weggebruiker. Voetgangers en fietsers moeten zich op een veilige en aantrekkelijke manier kunnen verplaatsen. In het ontwerp voor openbaar ruimte moet met veel zorg omgegaan worden met de betekenis van voetpaden en fietspaden. De nadruk wordt hier gelegd op het creëren van een netwerk van zachte verbinidingsassen door de wijk, die aansluit op alle aanwezige basisprogramma, zoals daar zijn scholen, winkels, de kade, het cadixplein en het tramnetwerk. Zo kun je bewoners stimuleren om te voet te gaan of de fiets te nemen in plaats van de auto.

Page 24: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p24

Drempelloze tramopstap

Cambiostelplaats

Stelplaats publieke fietsen Parijs (Vélib)

voldoende, gestructureerde alternatieve vervoersmiddelen

Page 25: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

25

2. Mobiliteit

‘2.1 Vervoersinfrastructuur’

Naast de verschillende scenario’s waarin de auto preventief uit de wijk geweerd wordt, worden ook alternatieve vervoersmodi voorgesteld. De gebruiker moet op een zo vlot mogelijke manier van punt A naar punt B moeten, onafhankelijk of die punten nu in of buiten de wijk liggen. Het systeem van verkeersmodi moet hoog kwalitatief zijn en een staand alternatief bieden voor het dagelijkse autogebruik.

Eerst en vooral moet er nagedacht worden over welke vervoersmiddelen interessant en haalbaar zijn in de Cadixwijk. Welk transportmiddel is bijvoorbeeld de beste manier om naar het stadscentrum te gaan en op welke manier worden de verplaatsingen in de wijk gedaan? Zo stellen we vast dat heel wat verplaatsingen van en naar de wijk ontstaan door scholieren. Dat is een doelpubliek waarop erg specifiek maatregelen kunnen getroffen worden om de fiets of het openbaar vervoer te promoten. In samenspraak met De Lijn kunnen goedkope abonnementen voorzien worden. In de school zelf kunnen voorstellen gedaan worden om fietspool te organiseren. Voor de kantoortoren die gepland is in de wijk kunnen gelijkaardige voorstellen gedaan worden: goedkope abonnementen, carpool organiseren, fietsvergoedingen verhogen...

De bewoners van de wijk vormen echter de hoofdmoot. Welke middelen bestaan er om het dagelijkse autogebruik daar te reduceren? Fietsen en wandelen moet zo sterk mogelijk gepromoot worden door zoals hoger vermeld een goed uitgewerkt fietsnetwerk te voorzien maar ook door bijvoorbeeld aan elke woning overdekte fietsenstallingen te voorzien of publieke fietsen te introduceren. Een fietsenherstelplaats is ook een aan te raden voorziening.

Om verplaatsingen van en naar de Cadixwijk te optimaliseren is het principe intermodaliteit van enorm belang. Dit wil zeggen dat er een vlotte overstap tussen verschillende verkeersmodi te organiseren. Dit gebeurt enerzijds door uurschema’s op elkaar af te stellen en anderzijds door de infrastructuur van haltes te optimaliseren. Iemand die eerst een stuk met de fiets daarna een stuk met de tram en dan nog de trein moet nemen heeft liefst zo weinig mogelijk wachttijden en duidelijke informatie (uurtabel met eventuele vertragingen en stadsplan), maar ook een overdekte fietsenstalling bij de tramhalte en een vlotte overstap op de trein.

Er wordt best een veelheid aan verkeesmodi voorzien, om een zo breed mogelijke waaier aan gebruikers en verplaatsingen op te vangen. Daarom raden we zowel een tram, publieke fietsen, cambio, buslijnen... aan. De onderlinge aansluitingen van de verschillende systemen in het lokaal en het grootstedelijk netwerk moeten heel grondig onderzocht worden.

Intermodale bushalte

Overdekte fietsenstalling

Page 26: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p26

Groene gevels

Stedelijke permacultuur

Tijdelijke volkstuinen “de Site”, Gent

verscheidenheid in groenvoorzieningen

Page 27: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

27

De aanwezigheid van kwalitatief groen wordt als belangrijkste reden aangeduid om zich goed te voelen in de buurt waar men woont. De noodzaak aan groen wordt nog verder onderstreept door de realiteit van de stadsvlucht die zeker in een stad als Antwerpen voelbaar is. Vooral het gebrek aan groen, aan speelruimte voor de kinderen en aan rust zijn redenen om de stad te verlaten. Het belang van groen mag dan ook niet onderschat worden. Vaak gaat stedelijk samen met een verarming van biodiversiteit. Natuurlijkheid verdwijnt in functie van stedelijkheid. Natuur is een systeem van processen die elkaar onderling beïnvloeden. Bij de uitbreiding van onze leefomgeving spelen wij in op die processen en onderbreken ze.

In een duurzame wijk willen we dan ook verder gaan dan het louter voorzien van groen. We willen natuurlijkheid en biodiversiteit nieuw leven in blazen. We willen een grote natuurlijke output met een minimale menselijke input. Essentieel daarin is het stepping-stone-principe. Dit wil zeggen dat het nieuwe groene deel uitmaakt van een wijds netwerk van groene stapstenen doorheen en buiten de stad Antwerpen. De Cadixwijk wordt op die manier een plaats waar een grote diversiteit aan planten- en diersoorten kunnen voorkomen en waar de bewoners ook opnieuw in contact komen met natuur in de stad.

Om tot een ‘natuurlijke woonwijk’ te komen moeten alle kansen benut worden om een grote diversiteit aan groen te realiseren. Zo zijn er ten eerste verschillende soorten oppervlaktes in de Cadixwijk in staat om als groene elementen ingezet te worden. De inrichting van de publieke ruimte met groenelementen is het meest evident, maar ook dakvlakken, gevels en het

wateroppervlak van de dokken kunnen gezien worden als potentiële groendragers met hun eigen particuliere mogelijkheden.

Daarnaast is ook de gebruikswaarde van groen van essentiëel belang voor de bewoners en de diversiteit van soorten groen. Windbrekende bomenrijen, waterinfiltrerende rietvelden, recreatieve grasvelden, boomgaarden, volkstuinen, botanische tuinen, daktuinen... zijn slechts een greep uit de mogelijkheden.

Voor het later beheer van het groen in de publieke ruimte worden bij voorkeur de ‘Principes van het Harmonisch Park- en Groenbeheer’ toegepast

3. Natuurlijk milieu

‘3.2 Natuurontwikkeling’

Bronnen:http://www.harmonischparkengroenbeheer.be

Groene publiek-privaat gradiënt in begijnhofstructuur

Drijvende groene eilanden, Gent

Page 28: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p28

Vlaanderenstraat – Foto Niels Donckers

Aula – Foto Niels Donckers

wijkontsluiting

buurtontsluiting

verblijfsgebieden

Energiezuinige straatverlichting

Lichtvervuiling in Europa

lichtintensiteit volgens wegcategorie

Page 29: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

29

‘3.3.a Opmaken van een verlichtingsplan’‘3.3.b-c Beperken van lichtpollutie’

3. Natuurlijk milieu

Bronnen:http://www.lne.behttp://www.milieurapport.behttp://www.emis.vito.be

Vlaanderen is het meest verlichte gebied ter wereld. Op bovenstaande kaart van Europa is dat duidelijk afleesbaar. Lichtvervuiling is weinig hinderlijk voor de mens, blijkt uit onderzoek voor MIRA 2005. Vooral planten en dieren ondervinden hiervan hinder. Hun wijze van groeien wordt sterk bepaald door licht. Bv. Nachtdieren die aangepast zijn aan overleven in donkere omstandigheden, kunnen hier moeilijk aanpassen. Lichtvervuiling leidt dus tot een sterke verarming van de biodiversiteit.

Rekening houdend met de leefbaarheid en de veiligheid in een stad is verlichting vandaag echter onontbeerlijk. Daarom werd in het Beeldkwaliteitsplan Buitenruimte voor het Eilandje al een verlichtingsplan opgesteld. Dit plan is onderdeel van een Beeldkwaliteitsplan en is bijgevolg ook enkel gebaseerd op ‘beeldkwaliteit’ in de klassieke zin. Er wordt in feite op een verspillende manier met nachtverlichting omgegaan.

De stad Antwerpen is zelf ook tot inzicht gekomen en is op dit moment bezig met de opmaak van een nieuw verlichtingsplan voor de hele stad. Daarbij willen we aanraden om enerzijds de adviezen, geformuleerd door LNE, te volgen: Verlichting enkel wat nodig is, wanneer het nodig is met zo weinig mogelijk hinder en zo goed mogelijk afgestemd op veiligheid. Praktisch gezien stellen we voor om de gewenste lichtintensiteit op elke plek vast te leggen in functie van de aard van de site. Er worden 4 lichtzones gedefiniëerd: Donkere gebieden, gebieden met beperkte buitenverlichting, zones met matige buitenverlichting en zones met aangepaste buitenverlichting. De Cadixwijk valt onder de derde categorie. In het Maatregelenpakket van het Masterplan Duurzaamheid voor de Cadixwijk zijn de

implicaties hiervan terug te vinden. De inplanting van verlichtingstoestellen gebeurt op een strategische manier in functie van (verkeers)veiligheid. Oversteekplaatsen worden duidelijk verlicht.

De gebruikte toestellen zijn energiezuinige lichtarmaturen. Als referentielijst raden we ‘Uitrustingen voor openbare verlichting’ opgesteld door Synergrid in samenwerking met LNE aan.

Energiezuinige straatverlichting

Efficiënte straatverlichting

Niet efficiënte straatverlichting

Overdekte fietsenstalling

Page 30: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p30

Warmtebeeld: contrast verharding en groen

Groen dak

groen integreren om heat island te reduceren

Page 31: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

31

‘3.3.h-i Stedelijke Opwarming’

3. Natuurlijk milieu

Bronnen:http://www.urban-climate.orghttp://www.epa.gov/heatisland

In een stedelijke omgeving bedraagt de temperatuur soms 5 à 10°C meer dan buiten de stad. Door de relatief kleine luchtverplaatsing in steden, het gebruik van harde donkere materialen met een lage reflectiefactor en een hoge warmtecapaciteit en de afname van vegetatie, die voor verdamping en koeling zorgt, creëren steden een eigen microklimaat, ook wel Heat Island Effect of hitte-eilanden genoemd. In de zomer zorgt dit voor een gematigder klimaat in de stad, maar in de zomer zorgt dit vaak voor oververhitting van steden. Dit heeft negatieve gevolgen voor de mens en de natuur.

Wij willen er de nadruk op leggen dat er in de Cadixwijk rekening gehouden wordt met deze problematiek, zowel op gebouwniveau als in de aanleg van de openbare ruimte. In volgorde van impact stellen we voor: ten eerste voldoende vegetatie en groen te voorzien in de wijk ( zie ook ‘3.2 Natuurontwikkeling’). Bomen met een grote kruin, zorgen enerzijds voor veel verdamping en koeling en creëren tevens een grote koelere schaduwzone. Denk bijvoorbeeld ook aan groene voegen tussen de platines in de straataanleg. Ze hebben een aanzienlijke impact op de warmtecapaciteit van de straataanleg.

Ten tweede raden we ook groendaken aan als alternatief voor de klassieke zwarte EPDM. Groendaken bufferen regenwater en laten het bij warm weer verdampen, wat zorgt voor koeling. Zwarte daken dienen zoveel mogelijk gemeden te worden.

Ten derde stellen we dan ook het gebruik van lichte materialen voor met een lage warmtecapaciteit en een voldoende reflectiefactor (let op: te hoge reflectiefactor

van zichtbare oppervlaktes is hinderlijk voor de mens) bij het ontwerp van publieke en gebouwde ruimte. Er bestaan heel wat producten op de markt zoals witte EPDM, lichtgrijze asfalt, lichte steenslag... die doeltreffend zijn om hitte-eilanden te vermijden.

Intermodale bushalte

Minimaliseren verharde oppervlakken

Temperatuurpiek in stedelijke omgeving

Overdekte fietsenstalling

Page 32: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p32

Living Machine

Riet als natuurlijke regenwaterzuivering

Wadi in Vaubanwijk, Freiburg

waterhuishouding: gebruik regenwater en vertraagde afvoer naar dokken

Page 33: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

33

Een belangrijk item in de duurzaamheidsmeter is het waterhuishouden in de Cadixwijk. In een duurzame woonwijk zijn doeltreffende alternatieven voor het gebruik van drinkbaar stadswater in toepassingen waar geen drinkbaar water vereist is noodzakelijk. Anderzijds moet in het stadsontwerp ook rekening gehouden worden met hemelwaterverwerking.

Na een eerste snelle berekening viel op te maken dat regenwateropvang op de daken een onvoldoende dekking gaf om bijvoorbeeld de toiletten van de wijk mee te voeden. Regenwateropvang voor gebruik is een te grote investering voor een te klein effect. In de Cadixwijk wordt er gekozen voor een vertraagde regenwaterafvoer door middel van groendaken. Groendaken bieden veel voordelen (zie 3. Natuurlijk Milieu) die de meerinvestering de moeite waard maken. 70% van het regenwater wordt vastgehouden in een groendak, zodat het regenwaterafvoernet niet overbelast raakt. Bij warm weer verdampt dit water, wat koeling tot gevolg heeft.

Om het verbruik van drinkwater te beperken wordt in de Cadixwijk een systeem voor grijswater geïntroduceerd. Grijswater is gebruikt stadswater met een lichte verontreiniging dat gefilterd wordt en opnieuw wordt gebruikt. Water dat bijvoorbeeld afgevoerd wordt aan een stortbad of wastafel wordt elementair gefilterd en gebruikt als spoelwater voor het toilet. Het grijswater wordt opgeslagen in buffervaten die kunnen voorzien worden per woonunit of per bouwblok. Er bestaan zelfs grijswatersystemen op op wijkniveau. De overloop van de buffervaten komt terecht in het droogweerafvoernet van de stad.

Teneinde het waterverbruik nog meer te minimaliseren in de wijk, worden ook eisen opgelegd aan de eindgebruiker. Ten eerste worden zuinige toestellen bij nieuwbouw en renovatie verplicht. De desbetreffende eisen daaromtrent kunnen teruggevonden worden in ‘B. Maatregelenpakket’. Ten tweede willen we door middel van de maatregel gesteld onder ‘10. Beheer’, de opmaak van een wijkcharter, bewoners bewust maken van de nood aan zuinig waterverbruik.

‘4.1 Hemelwaterverwerking’‘4.2 Beperken van drinkwaterverbruik’

4. Water

Bronnen:http://www.regenwater.behttp://www.vmm.behttp://www.milieukoopwijzer.be/water

Toilet-unit met grijswaterrecuperatie

Page 34: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p34

Af te breken en te inventariseren gebouwen in de Cadixwijk

inventariseren van aanwezige herbruikbare materialen

Page 35: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

35

‘5.2 Hergebruiken van materialen’

5. Grondstoffen en afval

Bronnen:http://www.bioregional.comhttp://www.ovam.behttp://www.wrap.co.uk

In de Cadixwijk wordt heel wat patrimonium afgebroken. Dit resulteert in een grote hoeveelheid afbraakmaterialen die normaliter als afval beschouwd en behandeld worden. Door een gestructureerde en voorzichtige afbraak kan echter heel wat materiaal gerecupereerd en hergebruikt worden. Deze werkwijze resulteert in een vele lagere CO2-uitstoot aangezien enerzijds het vervoer van bouwmaterialen van en naar de werf beperkt wordt en er anderzijds geen energie nodig is in het productieproces voor nieuwe materialen. Vaak resulteert het hergebruiken van afbraakmaterialen ook in een voordeliger kostenplaatje.

In de aanleg van het openbaar domein worden de kasseien reeds hergebruikt. We raden echter aan om bij de afbraak van de nog aanwezige loodsen een audit te laten uitvoeren en op die manier na te gaan welke materialen aanwezig zijn en in welke staat ze verkeren. Van elk geïnventariseerd materiaal moet de hoeveelheid en de herbruikbaarheid geduid worden. Deze inventarisOm materialen te hergebruiken kan een hiërarchisch systeem gehanteerd worden op basis van de geproduceerde CO2-uitstoot volgens de BioRegional Development Group:In eerste instantie moet geprobeerd worden zo weinig mogelijk afval te creëren bij afval. Dit kan door bijvoorbeeld bestaande gebouwen opnieuw te gebruiken. De bestaande loodsen in de Cadixwijk komen hiervoor echter niet in aanmerking.In tweede instantie kunnen de afbraakmaterialen op de site opnieuw gebruikt worden als bouwmateriaal voor een nieuw project. Als dit niet on-site kan gebeuren kunnen de afbraakmaterialen misschien gebruikt worden op andere sites. Dit betekent wel een

verhoging van CO2-uitstoot door het transport.Als de afbraakmaterialen op zich niet herbruikbaar zijn maar de grondstoffen waaruit ze vervaardigd zijn, is recyclage een oplossing. Het transport en het herproductieproces betekenen opnieuw een verhoging in CO2-uitstoot.Een minder courante oplossing voor afbraakmaterialen is ze gebruiken om energie uit te produceren, als brandstof bijvoorbeeld.Ten slotte kan het materiaal in welke toestand ook gebruikt worden bij de terreinaanleg op de site.

Een vereiste voor een gestructureerde afbraak is echter dat er in de fasering en de planning tijd en ruimte voorzien wordt.

Gerecupereerde liggers

Gerecupereerde lichtarmatuur

Intermodale bushalte

Overdekte fietsenstalling

Page 36: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p36

uitreksel advieslijst duurzaam bouwen

Page 37: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

37

‘5.3 Gebruiken van duurzame materialen’

5. Grondstoffen en afval

Bronnen:http://www.milieuadvieswinkel.behttp://www.eha.behttp://www.kampc.behttp://www.vibe.be

In de ontwikkeling van een nieuwe wijk, zoals de Cadixwijk worden heel wat grondstoffen ingezet: voor de aanleg van het openbaar domein, het bouwen van nieuwe woningen en kantoren en voor het renoveren van het aanwezige woningenbestand. Daarom is er nood aan een verstandig keuze van materialen: het juiste materiaal op de juiste plaats. In eerste instantie moet een materiaal efficiënt zijn functie vervullen: een gevelafwerking moet bestand zijn tegen regen, wind, vandalisme...

Men moet zich ook rekenschap geven dat er duurzaam omgesprongen werd met bouwmaterialen. Een correcte dimensionering leidt vaak tot een besparing van heel wat grondstoffen. Van in de beginfase van een ontwerp moet hier al rekening mee gehouden worden. Compacter bouwen is een eerste grote stap naar materiaalbezuiniging.

De materialen die gebruikte worden hebben sowieso een impact op onze leefomgeving: ontginning, verwerking, productie, transport en plaatsing zijn materiaalgebonden acties die bronnen uitputten, afval creëren en CO2 uitstoten. De impact verschilt van materiaal tot materiaal. In functie van deze gegevens kan gekozen worden voor duurzamere materialen. Een voorbeeld hiervan is het cradle-to-cradle principe, dat gebruikte materialen niet als afval ziet maar als bron voor nieuwe materialen met even goede kwaliteiten. Een andere standaard zijn de NIBE en VIBE catalogi waarin bouwmaterialen per toepassing vergeleken worden naar hun milieu-impact.

Het beperken van afval werd in het vorige hoofdstuk besproken.

Voor de toepassing in de Cadixwijk verwijzen wij naar een andere bron: de Advieslijst Vlaams Netwerk Duurzaam Bouwadvies, opgesteld door de Bond Beter Leefmilieu. Daarin worden over een aantal thema’s adviezen gegeven omtrent duurzaam bouwen. Deze bundel zou kunnen onderdeel uitmaken van de verkoopvoorwaarden van de percelen.

Page 38: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p38

PV-panelen op plat dak

WKK-centrale Vaubanwijk, Freiburg

WKK-systeem

warmteopwekking voor hele wijk door WKK

Page 39: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

39

6. Energie

Bronnen:EN 15603: 2008 Energy performance of buildings - Overall energy use and definition of energy ratings

COM 2002/91/EC: Directive on the Energy Performance of Buildings

De verbetering van de energie-efficiëntie van de wijk vormt een essentieel onderdeel van het beleid en de maatregelen die nodig zijn voor de realisatie van de EU-doelstellingen voor de reductie van de uitstoot van CO2. Het beheer van de vraag naar energie is bovendien een belangrijk instrument om invloed uit te oefenen op de wereldenergiemarkt en daarmee op de continuïteit van de energie-voorziening op middellange en lange termijn.

Er bestaat een hiërarchie in de toe te passen ontwerpmaatregelen om de energie-efficiëntie van een wijk te verbeteren. De hiërarchie ontstaat uit de verschillen in levensduur tussen maatregelen, en uit de afhankelijkheid van de effectiviteit van sommige maatregelen van de randvoorwaarden. Het EU-beleid is gebaseerd op de ‘trias energetica’ waarin drie hiërarchische niveau’s worden vastgelegd:

- beperk het energieverbruik door beperking van de vraag;- gebruik duurzame energiebronnen;- gebruik eindige energiebronnen efficiënt.

In eerste instantie wordt er steeds naar gestreefd de energiebehoefte te minimaliseren. Een goede daglichttoetreding en een aanwezigheids- en daglichtgestuurde kunstverlichting, een regelbare zonnewering, een goede isolatiekwaliteit van de gebouwschil, en een aangepaste ventilatiestrategie zijn hierbij de cruciale factoren. Gebouwschilmaatregelen hebben een zeer lange levensduur en vormen een noodzakelijke voorwaarde voor de toepassing van passieve klimaattechnieken.In tweede instantie wordt nagegaan op welke manier eventueel kan gebruik gemaakt worden van

hernieuwbare energiebronnen. Op gebouwniveau vormen thermische en fotovoltaïsche zonne-energie, windenenergie, biomassa en koude- en warmteopslag in de bodem, de basismogelijkheden. Pas als derde en laatste stap worden maatregelen ingezet om de eindige (fossiele) energiebronnen op een efficiënte manier in te zetten, waaronder:

- site-gebonden efficiënte warmte- (en eventueel koude-)opwekking;- lage temperatuur verwarmingsystemen en hoge temperatuur koelsystemen;- energie-efficiënte verlichtingstoestellen;- hybride ventilatie (combinatie mechanische- natuurlijke ventilatie);- vrije koeling;- warmterecuperatie uit ventilatiestromen en lokalen met permanente interne warmtewinsten;- frequentiesturing op motoren, pompen, ventilatoren en het beperken van snelheden in leidingen en kanalen om de drukverliezen te beperken en zo het hulpenergieverbruik te minimaliseren;- co- of trigeneratie.

Voor de Cadixwijk omvat deze strategie volgende beleidsstappen:

- formuleer de energetische eisen aan de gebouwen op de site: E60 bij nieuwbouw en E80 bij renovatie (voor een goed scenario) of E45 bij nieuwbouw en E60 bij renovatie (voor een zeer goed scenario). In de bevragingsbundel voor de nieuwbouw bouwblokken C2 en D2 werd al een tekstvoorstel geformuleerd om energetische eisen te formuleren en te beoordelen;- overleg met een ESCO voor de implementatie van een site-gebonden energiesysteem ;

Page 40: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p40

- plan het centrale energiegebouw en het traject van het energiedistributiesysteem in het masterplan van de wijk;- werk een subsidiesysteem of een aanpassing van de energiekosten (via een ESCO) uit om de streefdoelen voor het vrijwillige aansluiten op het site-gebonden systeem te halen.

Typologie van de CadixwijkDe typologie van de Cadixwijk evolueert sterk in de periode 2010-2020. Op dit ogenblik bestaat de site uit volgende gebouwen (we maken hierbij abstractie van de af te breken loodsen, en beschouwen alle bestaande gebouwen, met uitzondering van de schoolgebouwen en het douane-gebouw, als woongebouwen).In de naastliggende figuren zijn voor de verschillende bestaande gebouwen op basis van het beeldkwaliteitsplan de beeldbepalende waarde en de functie van de gebouwen aangegeven.We gaan uit van de veronderstelling dat in 2020 alle bestaande blokken zijn ontpit volgens de stedenbouwkundige richtlijnen, en dat de nieuwbouw kantoortoren en de woonstrips zijn gerealiseerd. Naastliggende figuur geeft de footprint van de situatie 2020 weer. De ontpitting zorgt voor een belangrijke reductie van de netto vloeroppervlakte van 105041 naar 59337 m2 netto vloeroppervlakte (een daling met ongeveer 40 %).

Een goed en een zeer goed kwaliteitsniveauIn het kader van de eerste stap van de ‘trias energetica’ werd voor elke gebouwfunctie op basis van de energieprestatieregelgeving een raming

gemaakt van de verschillende energiestromen, als functie van het beoogde kwaliteitsniveau. Volgende functies werden onderscheiden: kantoortoren, nieuwe woonstrip, bestaande bebouwing (scenario wonen), het douanegebouw en het beschermde schoolgebouw.Er werden aanvankelijk vier kwaliteitsniveau’s vastgelegd: een aanvaardbaar, een gemiddeld, een goed en een zeer goed kwaliteitsniveau. Voor de bestaande gebouwen (bestaande bebouwing scenario wonen, douanegebouw en schoolgebouw) werd ook een raming van de energiestromen in de bestaande toestand uitgevoerd.

Het aanvaardbare kwaliteitsniveau komt overeen met de eisen die op dit ogenblik aan nieuwbouw, renovatie en restauratie worden gesteld. Op korte termijn is er echter een verstrenging van de energieprestatieregelgeving gepland, waarvan de eisen waarschijnlijk zullen overeenkomen met het gemiddelde kwaliteitsniveau. We beschouwen dit gemiddelde kwaliteitsniveau daarom als de minimale gewenste kwaliteit voor deze stadsontwikkeling.

Het goede kwaliteitsniveau komt overeen met een ‘goede huisvaderniveau’, waarvoor wordt aangenomen dat het ongeveer overeenkomt met het huidige economische optimum. Het zeer goede kwaliteitsniveau komt overeen met de huidige technologische grens, en is een scenario waarvan op langere termijn kan aangenomen worden dat het bij stijgende energiekosten economisch zinvol kan worden. Het is een scenario dat door een vooruitziende bouwheer in het kader van het realiseren van hoge duurzaamheidskwaliteit zou gekozen worden.

Duurzaamheid Cadixwijk: hoofdstuk energie: synthese3

tekstvoorstel geformuleerd om energetische eisen te formuleren en tebeoordelen.

• overleg met een ESCO voor de implementatie van een site-gebondenenergiesysteem ;

• plan het centrale energiegebouw en het traject van hetenergiedistributiesysteem in het masterplan van de wijk;

• werk een subsidiesysteem of een aanpassing van de energiekosten (via eenESCO) uit om de streefdoelen voor het vrijwillige aansluiten op het site-gebonden systeem te halen.

1. Typologie van de Cadixwijk

De typologie van de Cadixwijk evolueert sterk in de periode 2010-2020. Op ditogenblik bestaat de site uit volgende gebouwen (we maken hierbij abstractie van deaf te breken loodsen, en beschouwen alle bestaande gebouwen (met uitzonderingvan de schoolgebouwen en het douane-gebouw) als woongebouwen).

bruto vloeroppervlakte(m2) netto vloeroppervlakte(m2)

bestaand schoolgebouw 28900 26273bestaand douanegebouw 17322 14435bestaandewoongebouwen 115545 105041

In de naastliggende figuren zijn voor de verschillende bestaande gebouwen op basisvan het beeldkwaliteitsplan de beeldbepalende waarde en de functie van degebouwen aangegeven.

Duurzaamheid Cadixwijk: hoofdstuk energie: synthese3

tekstvoorstel geformuleerd om energetische eisen te formuleren en tebeoordelen.

• overleg met een ESCO voor de implementatie van een site-gebondenenergiesysteem ;

• plan het centrale energiegebouw en het traject van hetenergiedistributiesysteem in het masterplan van de wijk;

• werk een subsidiesysteem of een aanpassing van de energiekosten (via eenESCO) uit om de streefdoelen voor het vrijwillige aansluiten op het site-gebonden systeem te halen.

1. Typologie van de Cadixwijk

De typologie van de Cadixwijk evolueert sterk in de periode 2010-2020. Op ditogenblik bestaat de site uit volgende gebouwen (we maken hierbij abstractie van deaf te breken loodsen, en beschouwen alle bestaande gebouwen (met uitzonderingvan de schoolgebouwen en het douane-gebouw) als woongebouwen).

bruto vloeroppervlakte(m2) netto vloeroppervlakte(m2)

bestaand schoolgebouw 28900 26273bestaand douanegebouw 17322 14435bestaandewoongebouwen 115545 105041

In de naastliggende figuren zijn voor de verschillende bestaande gebouwen op basisvan het beeldkwaliteitsplan de beeldbepalende waarde en de functie van degebouwen aangegeven.

Beeldbepalende waarde van de bestaande bebouwing (volgens beeldkwaliteitsplan). Donkergroen: beschermd, groen: waardevol, oranje: belangrijk, rood: onbelangrijk.

Page 41: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

41

6. Energie

Alle kwaliteitsniveau’s werden in eerste instantie opgesteld voor klassieke gasgestookte warmteopwekking en koudeopwekking met mechanische koelmachines op gebouwniveau. Bij site-gebonden duurzame opwekking (warmte- en koudeopslag in bodem of dokwater) of bij energie-efficiënte opwekking (WKK) kan het gerealiseerde niet-hernieuwbare energieverbruik verder teruggedrongen worden. In dit laatste geval is het noodzakelijk op masterplanniveau het traject van het energiedistributiesysteem op de site in te plannen. Een mogelijk traject is in naastliggende figuur gegeven. Langs dit traject moet de site-gebonden centrale warmteopwekkingsinstallatie worden ingeplant. Bij onderstaand traject gebeurt dit bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de connectie met open dokwater (Kattendijkdok), bijvoorbeeld in of onder blokken A1 of A2. Omwille van het ambitieniveau werden in het verdere verloop van de studie alleen het goede en het zeer goede kwaliteitsniveau verder geanalyseerd.

Site-geboden opwekkingIn stap 2 en 3 van de ‘trias energetica’ werden volgende bedenkingen als leidraad voor de verdere ontwikkeling gehanteerd:

- de site-gebonden opwekking biedt zo’n belangrijke mogelijkheden naar inzet van hernieuwbare en efficiënte niet-hernieuwbare bronnen, en naar flexibele inzet van verschillende energiebronnen, dat deze optie hoe dan ook wordt gelicht ;- de bestaande bebouwing moet noodzakelijkerwijze in het energiebeleid op de Cadixwijk betrokken worden, om zo voor de gehele wijk tot een laag niet-hernieuwbaar energieverbruik te komen.

De combinatie van de aanpak van de bestaande bebouwing met site-gebonden opwekking biedt belangrijke kansen om het ontrollen van het systeem te vergemakkelijken. De ontwikkeling van de wijk wordt daarbij zo gestuurd dat in de periode 2010 – 2020 het totale energieverbruik op de site relatief constant blijft: de toename van het energieverbruik door toevoeging van (energiezuinige) nieuwbouw wordt gecompenseerd door een daling van het energieverbruik van de bestaande gebouwen door ontpitting (reductie van de vloeroppervlakte) en (energetische) renovatie.Deze ontwerpkeuze vergemakkelijkt zeer sterk de fasering en organisatie van een site-gebonden centraal warmteopwekkingssysteem. Het systeem kan immers op volle kracht opgestart vanaf de eerste stappen van het site-gebonden systeem. Afhankelijk van het gekozen kwaliteitsniveau moeten bij de start:

- 40 % (goed) of 30 % (zeer goed) van de bestaande niet-gerenoveerde woongebouwen op het collectieve systeem worden aangesloten. Dit percentage loopt op tot 60 % (goed) of 50 % (zeer goed) tegen 2020 ;- Bij nieuwbouw, of op het ogenblik dat gebouwen worden gerenoveerd, moeten ze verplicht aansluiten op het site-gebonden systeem.

Op basis van de cijfermatige onderbouwing van de energievervraag van de site werd in samenwerking met een ESCO een mogelijke aanpak van het goede kwaliteitsniveau geanalyseerd:

- fasering van de centrale warmte- (en koude-)opwekkingsinstallatie;- mogelijkheden voor koude- en warmtebronnen (WKK, koude- en warmteopslag in de bodem);- mogelijkheden voor financiële constructies.

Duurzaamheid Cadixwijk: hoofdstuk energie: synthese3

tekstvoorstel geformuleerd om energetische eisen te formuleren en tebeoordelen.

• overleg met een ESCO voor de implementatie van een site-gebondenenergiesysteem ;

• plan het centrale energiegebouw en het traject van hetenergiedistributiesysteem in het masterplan van de wijk;

• werk een subsidiesysteem of een aanpassing van de energiekosten (via eenESCO) uit om de streefdoelen voor het vrijwillige aansluiten op het site-gebonden systeem te halen.

1. Typologie van de Cadixwijk

De typologie van de Cadixwijk evolueert sterk in de periode 2010-2020. Op ditogenblik bestaat de site uit volgende gebouwen (we maken hierbij abstractie van deaf te breken loodsen, en beschouwen alle bestaande gebouwen (met uitzonderingvan de schoolgebouwen en het douane-gebouw) als woongebouwen).

bruto vloeroppervlakte(m2) netto vloeroppervlakte(m2)

bestaand schoolgebouw 28900 26273bestaand douanegebouw 17322 14435bestaandewoongebouwen 115545 105041

In de naastliggende figuren zijn voor de verschillende bestaande gebouwen op basisvan het beeldkwaliteitsplan de beeldbepalende waarde en de functie van degebouwen aangegeven.

Functie (volgens beeldkwaliteitsplan). Paars: loods, geel: woningen, bruin: gemeenschapsfuncties, blauw: loods.

Page 42: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p42

Deze elementen werden in twee overlegvergaderingen met de opdrachtgever besproken.

Voor de warmtevraag werd op basis van de graaddagenmethode uit de energieverbruikscijfers in de vorige paragraaf een belastingduurkromme afgeleid. Deze belastingsduurkromme verandert op basis van het voorgestelde beleid rond fasering van het project niet in de periode 2009-2019. Als mogelijke modulaire invulling van de stookplaats van de energiecentrale werd voorgesteld:

- een klassieke gasgestookte ketel als piekinstallatie en back-up (2 maal 4.000 kWth) ;- een gasgestookte WKK-installatie met 2 WKK’s (WKK1 – 2.000kWe – 2.200kWth, WKK2 – 1.100kWe – 1.300kWth)

Voor WKK1 levert dit 5700 draaiuren op, voor WKK2 5000 h. De WKK-installatie dekt hiermee 87% van de warmtevraag van de site. De koudevraag beperkt zijn op de site hoofdzakelijk tot de grote kantoorblokken (douanegebouw en nieuwe kantoortoren). Door de beperkte vraag is de aanleg van een koudenet hiervoor niet haalbaar. De deel van invulling van de koudevraag (en warmtevraag) kan gebeuren via benutting van het dokwater (zie gevalstudie Kop van Zuid, Rotterdam).

OrganisatievormOrganisatorisch wordt voorgesteld om een energievennootschap op te richten met volgende taken:

- warmte- en electriciteitsproductie;- energiehandel (aankoop en verkoop) ;- energieverdeling op de site;

- energiemetering en facturatie.

De energievennootschap levert via een eigen warmteverdelingsnet warmte, en via het openbaar net electriciteit aan de site. De overheid en een operationele partner vormen de hoofdaandeelhouders van de energievennootschap. Ook voor lokale afnemers kan eventueel een plaats in de aandeelhoudersstructuur worden voorzien.

De energievennootschap investeert in de energiecentrale voor warmteopwekking (ordegrootte 2,92 M euro), en in het warmteverdeelnet en de organisatie van metering (caloriemeters) en facturatie (ordegrootte 1.2M euro). Voor de eindgebruiker levert dit, bovenop de reductie van het energieverbruik, een besparing op de kostprijs van energie op. De combinatie van beide factoren levert bij overgang van een huidig wettelijk kwaliteitsniveau (E100/K45) naar het hier gedefinieerde goede kwaliteitsniveau in combinatie met de energievennootschap een kostprijsreductie van 45 % op. Het is mogelijk deze kostprijsreductie alleen gedeeltelijk aan de eindgebruiker door te rekenen (en zo een stimulans tot energieafname bij de energievennootschap te creëren), en de zo gerealiseerde winst te benutten voor de in de energievennootschap vereiste investeringen.

De aanleg van een warmteverdelingsnet wordt bij voorkeur uitgevoerd in combinatie met een gasverdelingsnet. Dit gasverdelingsnet blijft vereist voor andere toepassingen dan verwarming (in hoofdzaak koken), en voor de aansluiting van gebouwen die niet wensen aan te sluiten op het warmteverdelingsnet.

4

Figuur. Beeldbepalende waarde van debestaande bebouwing (volgensbeeldkwaliteitsplan). Donkergroen:beschermd, groen: waardevol, oranje:belangrijk, rood: onbelangrijk.

Figuur. Functie (volgensbeeldkwaliteitsplan). Paars: loods, geel:woningen, bruin: gemeenschapsfuncties,blauw: loods.

We gaan uit van de veronderstelling dat in 2020 alle bestaande blokken zijn ontpitvolgens de stedenbouwkundige richtlijnen, en dat de nieuwbouw kantoortoren en dewoonstrips zijn gerealiseerd. Naastliggende figuur geeft de footprint van de situatie2020 weer. De ontpitting zorgt voor een belangrijke reductie van de nettovloeroppervlakte van 105041 naar 59337 m2 netto vloeroppervlakte (een daling metongeveer 40 %).

Figuur. Ontpitte footprint.

2. Een goed en een zeer goed kwaliteitsniveau

In het kader van de eerste stap van de ‘trias energetica’ werd voor elkegebouwfunctie op basis van de energieprestatieregelgeving een raming gemaakt vande verschillende energiestromen, als functie van het beoogde kwaliteitsniveau.Volgende functies werden onderscheiden: kantoortoren, nieuwe woonstrip,bestaande bebouwing (scenario wonen), het douanegebouw en het beschermdeschoolgebouw.Er werden aanvankelijk vier kwaliteitsniveau’s vastgelegd: een aanvaardbaar, eengemiddeld, een goed en een zeer goed kwaliteitsniveau. Voor de bestaandegebouwen (bestaande bebouwing scenario wonen, douanegebouw enschoolgebouw) werd ook een raming van de energiestromen in de bestaandetoestand uitgevoerd.

Het aanvaardbare kwaliteitsniveau komt overeen met de eisen die op dit ogenblikaan nieuwbouw, renovatie en restauratie worden gesteld. Op korte termijn is erechter een verstrenging van de energieprestatieregelgeving gepland, waarvan de

Ontpitte footprint

Page 43: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

43

6. Energie

De opbouw van een bedrijfsmatige en commerciële aanpak om mensen te overtuigen om het warmteverdeelnet aan te sluiten (voor of na renovatie van hun gebouw) vormt de hoeksteen voor een succesvolle implementatie van het goede scenario.

Een gasgestookte WKK-installatie vormt een invulling voor de derde stap van de ‘trias energetica’: het vormt een efficiënte benutting van fossiele brandstoffen. WKK-installaties kunnen ook met hernieuwbare energie (bio-gas, bio-olie) aangedreven worden, en vormen op dat ogenblik een mogelijke invulling van de tweede stap van de ‘trias energetica’.

Page 44: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p44

519

8.5.3 LUCHTKWALITEIT BIJLAGEN

520

Fig 10: Difference between Baseline 2007 and Do Minimum 2015Daily Mean PM10 (90.4th percentile)

Fig 9: Do Minimum 2015 Daily Mean PM10 (90.4th percentile)

Fijn stof gehalte in Antwerpen anno 2007 (bron: ARUP en SumResearch)

Page 45: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

45

‘7.1.a Buitenluchtkwaliteit’

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Bronnen:http://www.vmm.behttp://www.milieurapport.be

Richtlijn 2008/50/EG van het Europees parlement en de raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (o.a. Bijlage XI Grenswaarden voor de bescherming van de menselijke gezondheid)

MIRA (2007) Milieurapport Vlaanderen, Achtergronddocument 2007,Verspreiding van zwevend stof, Torfs R., Deutsch F., Schrooten L., Broekx S., J. Vankerkom, Matheeussen C.,Roekens E., Fierens F., Dumont G. & Bossuyt M.,VlaamseMilieumaatschappij, www.milieurapport.be

Nederlandse Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), inclusief de regelingen:- Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007- Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) - Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007

De beperking van de blootstelling van bevolkingsgroepen en ecosystemen aan luchtverontreiniging (zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10 en PM2,5), lood, benzeen en koolmonoxide, ozon) is cruciaal om de menselijke gezondheidsrisico’s en de schade aan vegetatie en eco-systemen te beperken.De overheid wenst de verontreiniging van de buitenlucht te verminderen tot niveaus waarbij de schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid, met bijzondere aandacht voor gevoelige bevolkingsgroepen, en voor het milieu als geheel zo gering mogelijk zijn.De doelstelling van de Europese richtlijn rond luchtkwaliteit is de toestand van de luchtkwaliteit te behouden waar deze reeds goed is, of te verbeteren waar dit niet het geval is.

De stofconcentratie op een bepaalde plek is opgebouwd uit een regionale achtergrond (Vlaanderen, Wallonië, buitenland en andere bronnen), een stedelijke achtergrond en een lokale (verkeers)bijdrage. De bijdragen van de regionale en stedelijke achtergrond worden door de Vlaamse overheid (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie) afgeleid uit belEUROS-modelsimulaties. De lokale verkeersbijdrage kan op drie manieren bepaald worden:

- gemeten als verschil tussen de gemeten concentraties in een meetstation, en de gemodelleerde achtergrondconcentratie (regionale en stedelijke bijdrage);- berekend met een aangepast rekenmodel;- bepaald uit windtunnelonderzoek.

Nieuwe bouwprojecten leiden in veel gevallen tot extra verkeersbewegingen. Het doel van het stedelijk beleid moet erin bestaan lokale verkeersbijdrage van het extra verkeer op en rond de site te beperken. Het is essentieel dat de stedelijke overheid het initiatief neemt om aan te tonen dat na uitvoering van het Cadixproject (en de eventuele infrastructuurwerken van de Oosterweelverbinding) aan de grenswaarden van de Europese richtlijn (bijlage 11) inzake stofconcentratie PM10 en NO2 kan beantwoord worden. De Vlaamse overheid ontwikkelt in dit kader luchtkwaliteitsplannen voor zones en agglomeraties waar de concentraties van verontreinigde stoffen in de lucht de geldende streefwaarden voor luchtkwaliteit of grenswaarden overschrijden.

Page 46: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p46

145400 145800 146200 146600 147000 147400 147800 148200 148600 149000 149400 149800 150200 150600 151000 151400 151800 152200 152600 153000 153400 153800 154200 154600 155000 155400 155800 156200 156600 157000 157400 157800

2076

0020

8000

2084

0020

8800

2092

0020

9600

2100

0021

0400

2108

0021

1200

2116

0021

2000

2124

0021

2800

2132

0021

3600

2140

0021

4400

2148

0021

5200

2156

0021

6000

2164

0021

6800

2172

0021

7600

2180

0021

8400

Job No

208137-24Drawing Version Issue

z01 I

Drawing Status

Issue

Scale at A3

Drawing Title

Job Title

Client

8th Floor St James's Buildings,Oxford Street,Manchester, M1 6EL

Issue Date By Chkd Appd

I1 05-02-09 BC WM RG

\\glo

bal\e

urop

e\A

cous

tics\

Leed

s\P

roje

cts\

7500

0\75

787-

53\4

_int

erna

l_pr

ojec

t_da

ta_d

esig

n\4_

07_c

alcu

latio

ns\R

oad

Noi

se N

MS

E\F

inal

Dat

a 3d

B c

orre

ctio

n

© Arup

1:40,000

SumResearch

Antwerp Scheldt Crossing Study

Base Year 2007Lden Noise Level

Tel: +44 (0) 161 906 3212Fax: +44 (0) 161 906 3202

www.arup.com\acoustics

ArupAcoustics

0 500 1,000 1,500 2,000250

Meters

Lden Noise Level< 55 dB(A)

55 - 60 dB(A)

60 - 65 dB(A)

65 - 70 dB(A)

70 - 75 dB(A)

> 75 dB(A)

°

8.5.2 GELUID & TRILLINGEN

377

BIJLAGEN

378

Figuur 8.5.2.1 Base Year 2007 Lden Noise Level

8.5.2 GELUID & TRILLINGEN

geluidsniveau in Antwerpen anno 2007 (bron: ARUP en SumResearch)

Page 47: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

47

‘7.1.c-d Omgevingslawaai’

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Bronnen:http://www.lne.be

VLAREM I en II

Richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai

Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006, Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 december 2006, houdende regels voor het berekenen en meten van de geluidsbelasting ingevolge de Wet geluidhinder (wegverkeer: hoofdstuk 2 van bijlage III, spoorverkeer: hoofdstuk 2 en 3 van bijlage IV)

Omgevingslawaai is het ongewenst of schadelijk geluid buitenshuis dat door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, inclusief lawaai dat wordt voortgebracht door vervoermiddelen, wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en locaties van industriële activiteiten. Nieuwe bouw- en infrastructuurwerken leiden in veel gevallen tot een toename van het omgevingslawaai. Om de menselijke gezondheidsrisico’s en de schade aan fauna te beperken, is het belangrijk de schadelijke gevolgen (hinder inbegrepen) van de blootstelling aan omgevingslawaai te vermijden, te voorkomen en te verminderen.

In Vlaanderen zijn er eisen voor het omgevingslawaai veroorzaakt door ingedeelde inrichtingen (Vlarem I en Vlarem II). Inzake omgevingslawaai veroorzaakt door verkeer bestaan er in Vlaanderen of in België op dit ogenblik geen wetten, decreten, normen of bindende richtlijnen. Daarom wordt, voor de evaluatie en de toetsing van het verkeerslawaai, vertrokken van de Europese Richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.

LawaaihinderIn het kader van dit meetinstrument ontwikkelden we een voorstel voor richtwaarden en grenswaarden voor Lden en Lnight en dit op basis van bestaande ontwerpteksten en beleid. De eisen worden gerefereerd aan een referentietoestand die gelijk is aan de toestand voor de start van het project. Het is essentieel dat de stedelijke overheid de geluidbelastingsindicatoren Lden en Lnight voor de bestaande toestand laat bepalen, en laat evalueren of na uitvoering van het Cadixproject (en de eventuele infrastructuurwerken

van de Oosterweelverbinding) aan de richtwaarden kan voldaan worden.

Niveau Lden Lnight Grenswaarde 70 dB 60 dB Richtwaarde 60 dB 50 dB

Bovenstaande richtwaarde kan gehanteerd worden als algemene richtwaarde. In specifieke gebieden kan de overheid projectspecifiek lagere richtwaarden opleggen. Is de geluidbelasting in de referentietoestand lager dan de richtwaarden dan mag in de nieuwe situatie de geluidbelasting niet hoger zijn dan de richtwaarden. Is de geluidbelasting in de referentietoestand hoger dan de richtwaarden en lager dan de grenswaarden dan dient de geluidbelasting van de nieuwe situatie minstens beperkt te worden tot de geluidbelasting in de referentietoestand. Is de geluidbelasting in de referentietoestand hoger dan de grenswaarden, dan moet de geluidsbelasting in de nieuwe situatie minstens beperkt worden tot de grenswaarden. Voor gebouwen met geluidgevoelige functies (scholen, dagcentra, ...) die enkel gedurende een gedeelte van de dag wordt uitgeoefend, mag Lden in voorgaande vervangen worden door Lday.

Page 48: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p48

4

Deze kaart geeft aan waar in de wijk windgevaarlijke situaties ontstaan. Deze situaties zijn beperkttot de zone rond de kantoortoren, waar windgevaarbeperkende maatregelen vereist zijn.

Detail van de valwindafscherming van deWorld Port Center toren.

Boven: Detail van de valwindafscherming van de World Port Center toren. Onder: Detail van de windafscherming van de Montevideotoren.

4

Deze kaart geeft aan waar in de wijk windgevaarlijke situaties ontstaan. Deze situaties zijn beperkttot de zone rond de kantoortoren, waar windgevaarbeperkende maatregelen vereist zijn.

Detail van de valwindafscherming van deWorld Port Center toren.

Duurzaamheid Cadixwijk 5

Detail van de windafscherming van deMontevideotoren.

Kade-inrichting aan Montevideo-toren

1. Referentiedocumenten

Duurzaamheid Cadixwijk 5

Detail van de windafscherming van deMontevideotoren.

Kade-inrichting aan Montevideo-toren

1. Referentiedocumenten

Page 49: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

49

‘7.1.e Windhinder’

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Bronnen:NEN 8100 Windhinder en windgevaar in de gebouwde omgeving

De beperking van windhinder en het voorkomen van windgevaar op maaiveldniveau vormen voor de gebruikers van de site een belangrijk element in het buitencomfort en de leefbaarheid van het openbaar domein van de Cadixwijk.

Een individu kan hinder ondervinden door wind: wapperende kleding, verwaaide haren, gehinderd worden bij het lezen van een krant, gehinderd worden bij het lopen enz. Het is persoonlijk of een individu wel of niet windhinder ondervindt. Een kind en een bejaarde reageren anders op de wind dan een gezonde volwassene. Het ervaren van windhinder is ook afhankelijk van de activiteit die men op dat moment onderneemt. De kans dat bij een willekeurige windsnelheid hinder wordt ondervonden is bij stilzitten groter dan bij stevig doorlopen. Dat windhinder soms optreedt is acceptabel: het stormt nu eenmaal af en toe. Bij een “goed” windklimaat zal men daarom wel af en toe windhinder ervaren, maar geen overmatige windhinder. In een situatie zonder overmatige windhinder heeft het merendeel van het publiek geen last van windhinder.

Windgevaar treedt op bij zodanig hoge windsnelheid dat bij personen in ernstige mate problemen optreden bij het lopen. Windgevaar gaat gepaard met evenwichtsverlies, waardoor het voor mensen onmogelijk wordt zich staande te houden of lopend voort te bewegen.

Windhinder en windgevaar treden vaker op bij hoogbouwprojecten. Sommige bevolkingsgroepen zijn extra kwetsbaar: bejaarden, personen met een handicap en kleine kinderen.

.Voor het aspect windhinder wordt het buitengebied van de site ingedeeld op basis van de activiteiten die er kunnen gebeuren: doorlopen, slenteren of langdurig zitten. Voor elk van deze drie functies wordt voor het lokaal windklimaat een kwaliteitsklasse goed-matig-slecht vastgelegd op basis van CFD-analyse of windtunnelonderzoek.Voor het aspect windgevaar wordt het buitengebied van de site ingedeeld volgens twee kwalificaties: beperkt risico-gevaarlijk. Ook deze kwalificatie kan vastgelegd worden op basis van CFD-analyse of windtunnelonderzoek.Windtechnisch zijn twee aspecten in de Cadixwijk een onderzoek waard:

- het windklimaat rond de kantoortoren aan de noordoostzijde ;- het windcomfort ter hoogte van het plein aan de westzijde.

Een verkennende CFD-analyse van de Cadixwijk geeft aan dat volgende beleidsmaatregelen vereist zijn:

- Voorzie windgevaarbeperkende maatregelen rond de kantoortoren.- Voorzie windafschermende maatregelen aan het plein aan de Cadixstraat om zo het voetgangerscomfort te verbeteren en het gebruik als verblijfsruimte aan te moedigen.

Duurzaamheid Cadixwijk 3

Deze kaart geeft voor elke plek in de wijk aan of die geschikt is als ruimte om te zitten(terrasfunctie), ruimte om te slenteren (winkelfunctie), of om door te lopen (normalegebruiksfunctie van de buitenruimte). Rond de noordoostelijke kantoortoren moeten maatregelengenomen worden om deze zone minstens een kwalificatie ‘goed’ op het onderdeel ‘doorlopen’ tegeven. Om de verblijfsfunctie ter hoogte van het plein aan de Cadixstraat te versterken, is hetbelangrijk langs de kade windafschermende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld met aangepastebeplantingen.

4

Deze kaart geeft aan waar in de wijk windgevaarlijke situaties ontstaan. Deze situaties zijn beperkttot de zone rond de kantoortoren, waar windgevaarbeperkende maatregelen vereist zijn.

Detail van de valwindafscherming van deWorld Port Center toren.

Deze kaart geeft voor elke plek in de wijk aan of die geschikt is als ruimte om te zitten (terrasfunctie), ruimte om te slenteren (winkelfunctie), of om door te lopen (normale gebruiksfunctie van de buitenruimte). Rond de noordoostelijke kantoortoren moeten maatregelen genomen worden om deze zone minstens een kwalificatie ‘goed’ op het onderdeel ‘doorlopen’ te geven. Om de verblijfsfunctie ter hoogte van het plein aan de Cadixstraat te versterken, is het belangrijk langs de kade windafschermende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld met aangepaste beplantingen.

Deze kaart geeft aan waar in de wijk windgevaarlijke situaties ontstaan. Deze situaties zijn beperkt tot de zone rond de kantoortoren, waar wind-gevaarbeperkende maatregelen vereist zijn.

Page 50: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p50

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoudvan het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van deblokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen,en een maximum van 8 bouwlagen.Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelatenbouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om hetgebouwvolume te behouden.

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoudvan het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van deblokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen,en een maximum van 8 bouwlagen.Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelatenbouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om hetgebouwvolume te behouden.

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoudvan het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van deblokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen,en een maximum van 8 bouwlagen.Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelatenbouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om hetgebouwvolume te behouden.

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoudvan het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van deblokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen,en een maximum van 8 bouwlagen.Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelatenbouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om hetgebouwvolume te behouden.

Zicht vanuit het westen op het lage deel vanhet blok.

Zicht vanop de gelijkvloerseparking in de kern van het blok

Vogelperspectief vanuit het noorden Vogelperspectief vanuit het westen

naar belichting aan te passen bouwblokken

Page 51: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

51

‘7.2 Zon en licht’

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Mensen verwachten in hun gebouwen een goede daglichtbeschikbaarheid. Daglicht maakt de binnenruimte attractiever en levendiger, en zorgt bij goede controlemechanismen voor een beperking van het energieverbruik voor kunstverlichting. Passieve benutting van zonnewinsten kan een belangrijke bijdrage leveren tot het verminderen van de energiebehoefte voor verwarming. De inrichting en lay-out van de buitenomgeving speelt een cruciale rol in de beschikbaarheid van daglicht en zonlicht op gebouwschildelen. Nieuwe gebouwen kunnen de daglicht- en zonlichtbeschikbaarheid voor omgevende gebouwen sterk beperken. Voor actieve zonnesystemen (fotovoltaische systemen en thermische zonnepanelen) is een minimalisatie van de beschaduwing een essentiële voorwaarde voor de efficiënte werking. Ook maximalisatie van de beschikbaarheid van daglicht en zonlicht ter hoogte van het maaiveld is belangrijk: het bepaalt de aard van de fauna en de geschiktheid van delen van de site voor specifiek gebruik (terrassen, speeltuinen, rustplekken).

Ontpitten, ook voor de nieuwe blokken Zodra de bestaande blokken in de Cadixwijk zijn ontpit, ontstaat in de binnengebieden van deze blokken een uitstekende daglichttoetreding. De invulling van de geplande nieuwe blokken is wat daglichttoetreding in het blok betreft (zowel voor de gevels als de gelijkvloerse ruimte) echter problematisch. Het verdient hierbij de voorkeur om:

- voor de blokken met de langse as noord-zuid die lange zijde te verhogen die afgekeerd staat van de waterkant;

- voor de blokken met de langse as oost-west de noordelijke langse vleugel te verhogen.

Er zijn ontwerpmatig twee oplossingsmogelijkheden voor de beperkte daglichtbeschikbaarheid op de gevels en in de binnentuin:

- ofwel wordt de binnentuin verbreed van 21 tot minstens 27 meter (in het bovendeel van de verticale doorsnede gemeten). De breedte van de straat (27 m) zorgt er voor dat het niet echt zinvol is het binnengebied breder dan 27 meter te maken. - ofwel wordt één van de lange zijden verhoogd en de andere lange zijde verlaagd, zodat de gevels veel beter aangelicht worden en de verlichtingssterkte op het grondvlak groter wordt (aangenamere tuin).

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoud van het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van de blokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen, en een maximum van 8 bouwlagen. Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelaten bouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om het gebouwvolume te behouden.

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoudvan het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van deblokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen,en een maximum van 8 bouwlagen.Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelatenbouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om hetgebouwvolume te behouden.

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoudvan het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van deblokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen,en een maximum van 8 bouwlagen.Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelatenbouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om hetgebouwvolume te behouden.

We stellen voor de stedenbouwkundige voorschriften zo aan te passen dat met behoudvan het bouwvolume ontwerpmatig de mogelijkheid ontstaat dat de langse zijden van deblokken ongelijk van hoogte zijn, bijvoorbeeld met een minumum van twee bouwlagen,en een maximum van 8 bouwlagen.Uiteraard vormt de verbreding van de binnentuin, of de verlaging van de toegelatenbouwhoogte ook een mogelijkheid, maar in dat geval is het onmogelijk om hetgebouwvolume te behouden.

Lichtverdeling op de gevel: huidige geplande blokvorm

Lichtverdeling op de gevel: verbreding van de binnenrruimte van 21 naar 31m

Lichtverdeling op de gevel: herverdeling van de volumetrie van het bouwblok met lage en hoge lange zijde (met behoud van totale bouwvolume)

Bronnen:R. Perez, R. Seals, J. Michalsky, All-weather model for sky lumi-nance distribution. Solar Energy (1993), Vol. 50, pp. 235-246.

PJ Littlefair, Site layout planning for daylight and sunlight. A guide to good practice.

Page 52: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p52

Egaal oppervlak voor rolstoelgebruikers

Drempelloze opstap openbaar vervoer

Looppad zonder hindernissen, LeuvenHindernissen vermijden in Openbare Ruimte, Leuven

Drempelloos stationsplein, Leuven

Drempelloze overgang straat en trottoir, Leuven

Page 53: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

53

‘7.6.a Integrale Toegankelijkheid van het Openbaar Domein’

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Bronnen:http://www.gelijkekansen.behttp://www.entervzw.be

‘Naar een intergraal toegankelijk openbaar domein’ door Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur

Enter vzwToegankelijkheidsbureau vzwProvinciale cel Toegankelijkheid van de Provincie Antwerpen

In het s-RSA wordt de publieke ruimte als rode draad aangeduid voor een duurzame stadsvernieuwing (renovatio urbis): ‘Om de kwaliteit van het woonmilieu te verbeteren en nieuwe mensen in de stad aan te trekken is het noodzakelijk om de hoeveelheid openbare ruimten te verhogen en hun kwaliteit te verbeteren. De publieke ruimte kan de stad structureren en de kwaliteit verbeteren. Het staat ook centraal als de voornaamste ruimte waar de verschillende groepen mensen elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar optrekken. Veiligheid is een blijvend aandachtspunt in elk ontwerpproces.’ Openbare ruimte is echter slechts kwalitatief als ze voor elke ‘groep mensen’ toegankelijk is. Kinderen, volwassenen, bejaarden of mensen met een handicap moeten gebruik kunnen maken van de straten en pleinen in de Cadixwijk.

Toegankelijkheid staat echter niet op zich en moet in nauwe relatie met veiligheid bekeken worden. Zo is een toegankelijke straat die niet verkeersveilig is eigenlijk niet toegankelijk en vice versa. Een veilige straat die door te beperkte trottoirs mensen ertoe dwingt de rijbaan te betreden is niet veilig. Integrale toegankelijkheid van het openbaar domein betekent dat elk deel van die publieke ruimte op een veilige manier toegankelijk is voor een zo breed mogelijk ‘publiek’. Een integraal toegankelijke leefomgeving en dienstverlening zijn basisrechten en vormen de sleutel tot een volwaardige maatschappelijke integratie en participatie van iedereen.

Integrale toegankelijkheid betekent dat gebouwen, omgeving en dienstverlening bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar moeten zijn voor iedereen. Iedereen moet deze bovendien op een onafhankelijke en gelijkwaardige

manier kunnen gebruiken. Verschillende behoeften van mensen worden zo op een vanzelfsprekende wijze geïntegreerd in voorzieningen die bruikbaar zijn voor iedereen.

In de informatiebundel van de Vlaamse Gemeenschap ‘Naar een integraal toegankelijk openbaar domein’ staan een reeks aandachtspunten bij het ontwerp van publieke ruimte. Er moet gestreefd worden naar een drempelloze Cadixwijk, waar de vrije loopzones voldoen aan de behoefte van mensen die minder mobiel zijn, zorg bij de materiaalkeuze voor het loopoppervlak voor een aanleg met minimale oneffenheden...

Een ander aspect van toegankelijkheid is het verschaffen van informatie. Een duidelijke communicatie en signalisatie bevorderen de oriëntatie voor alle gebruikers. Onder signalisatie worden zowel, tikkers, rubber- of noppentegels, gidslijnen, maar ook duidelijke straatnaamborden, een stratenplan, een duidelijke aanduiding van tram- of bushalte... Dit maakt de wijk leesbaarder en bijgevolg toegankelijker voor de gebruiker.

Intermodale bushalte

Natuurlijke gidslijnen

Overdekte fietsenstalling

Page 54: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p54

Voorbeeldmeegroeiwoning aHa-architecten

Voorbeeldmeegroeiwoning aHa-architecten

Voorbeeldmeegroeiwoning J. Fileux

Page 55: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

55

‘7.6.b Meegroeiwonen’

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Bronnen:http://www.meegroeiwonen.infohttp://www.wooneenlevenlang.behttp://www.ybh.be

Enter vzwToegankelijkheidsbureau vzwProvinciale cel Toegankelijkheid van de Provincie Antwerpen

Eén van de hoofddoelstellingen voor de Cadixwijk is het creëren van een nieuw gevarieerd woningbestand, dat een breed publiek terug naar de stad moet brengen. Naast de klassieke typologieën appartement, studio, grondgebonden woning... bestaan echter nog varianten die een specifiek woonprogramma herbergen. Door de veranderende bevolkingssamenstelling in Vlaanderen wordt de vraag naar een aangepast woningenbestand groter. Meegroeiwonen is daar een toepassing van. Een meegroeiwoning is eerst en vooral integraal toegankelijk en drempelloos. Haar grootste kracht ligt er echter in dat ze met een kleine bouwkost aangepast kan worden aan veranderende gezinssituaties. Een jong koppel dat gaat samenwonen stelt eisen aan een woning. Die eisen veranderen echter naargelang zij kinderen krijgen, die kinderen opgroeien en uiteindelijk het huis verlaten om zelf een gezin te starten. Of nog: een bejaard familielid dat komt inwonen. Een meegroeiwoning kan mits kleine aanpassingen aan al deze verschillende eisenpakketten voldoen.

We raden dan ook ten sterkste aan om enkele woningen volgens de principes van het Meegroeiwonen in de Cadixwijk te implementeren. De nieuwe bouwblokken langs de Kattedijk Dok Oostkaai zijn de ideale plaatsen om meegroeiwoningen te voorzien aangezien ze in de nabijheid van haltes voor het openbaar vervoer gesitueerd zijn (dit is een parameter van het meegroeiwonen).

In het maatregelenpakket zijn de criteria voor meegroeiwonen bijgevoegd. De woning moet aan elk van deze criteria voldoen om als meegroeiwoning beschouwd te worden. Op dit moment bestaan er nog geen financiële tegemoetkomingen, maar daar zou in

de nabije toekomst verandering kunnen in komen.

Een andere typologie waar over kan nagedacht worden is de kangoeroewoning. Met de vergrijzende bevolking en het tekort aan rusthuizen gaan ouderen steeds meer bij familie inwonen. De kangoeroewoning richt zich op deze duaal samengestelde gezinnen. De woning wordt in twee delen gesplitst: een deel voor het oudere koppel en een deel voor het jongere koppel. De twee gezinnen kunnen samen bouwen en daardoor de bouwkost drukken.

Belangrijk bij beide concepten is dat er een maatschappelijke sensibilisering rond ontstaat. De nood aan nieuwe woonconcepten zal in de toekomst stijgen en inspiratie allerhande is een must. Daarom is het interessant dat er ook voorbeeldwoningen gebouwd worden die toegankelijk en illustratief zijn voor het brede publiek. In de duurzaamheidsmeter heeft dit ook een gunstig effect op het hoofdstuk innovatie en certificatie.

Page 56: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p56

fietspunt

sociaal restaurant

strijkcentrale

buurtgroendienst

Sociaal Restautrant

Groendienst

Strijkatelier

sociale economie in de wijk

Page 57: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

57

8. Economie en werk

Bronnen:http://www.socialeeconomie.behttp://www.komosie.behttp://www.energiesnoeiers.nethttp://www.kringloop.nethttp://www.fietsenwerk.behttp://www.ikbenverkocht.be

VOSEC

In dit hoofdstuk wordt gezocht naar een betere balans tussen de ruimtelijke, sociale, ecologische en economische duurzaamheid. Profit, People en Planet, de 3 p’s staan in een voortdurende relatie. Het is afgelopen jaren meer dan duidelijk geworden dat deze relatie op zijn minst verstoort is en dat onze planeet nood heeft aan een andere economie.

Het uitbouwen van een duurzame wijk is een goede gelegenheid om ook de andere meer sociale en ecologische economie aan te trekken. Hierdoor versterkt het profiel van de Cadixwijk en kunnen de doelstellingen er beter verwezenlijkt worden. Internationaal zijn hiervan goede voorbeelden te vinden, zo merken we in Freiburg en in het bijzonder in de Vaubanwijk een opvallend aantal plaatsen waar inwoners hun fiets kunnen laten herstellen. Het hoge fietsgebruik, de aanwezigheid van een andere mobiliteit en fietswerkplaatsen gaan hier samen.

Een nieuwe wijk betekent nieuwe kansen, doch voor wie wel en wie niet. Enige sturing dringt zich op. De sociale economie is nog kwetsbaar en kan niet rekenen op grote winstcijfers waardoor het veelal net geen plaats vind in nieuwe panden. Daarentegen kan onze maatschappij allang niet meer zonder allerlei diensten die aangeboden worden door deze sector. Denken we maar aan huishoudelijke hulp.

Ook hier is een plan nodig ‘wat willen we?’ in deze nieuwe wijk. Hoe kunnen we de meer lokale en sociale economie stimuleren. Bemerk dat het aantrekken van een economische activiteit die dichter bij de duurzame doelstellingen ligt van de wijk een enorme bonus voor de wijk. Intermodale bushalte

Fietsuitleendienst

Sociale fietsenherstelplaats

Overdekte fietsenstalling

Page 58: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p58

Lokale voedselkweekGemeenschapsvorming

Promoten fairtrade

Lokale economieBewonersideeën en -initiatieven

Page 59: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

59

‘9.1 Innovatie in Ontwerp - Transitie’

9. Innovatie

Bronnen:http://www.transitie.behttp://transitiontowns.orghttp://transitionculture.orghttp://totnes.transitionnetwork.org

Transition Handbook door Rob Hopkins

In de duurzaamheidsmeter kunnen extra punten verkregen worden voor creatieve en innovatieve ideeën en toepassingen omtrent duurzaamheid. Zowel technische en technologische als sociale, economische of culturele vernieuwing wordt gestimuleerd. Voor de Cadixwijk worden de pijlen gericht op het transitiegedachtegoed. Net omdat transitiesteden aan een brede waaier van factoren van een ecologische samenleving een antwoordt bieden en hun blik op de toekomst durven te richten, zou transitie toepassing moeten vinden in de Cadixwijk.

Transitie is hoofdzakelijk geïnspireerd door het Peak Oil toekomstscenario. Peak Oil houdt in dat we bijna het maximum ratio aan olie-extractie bereikt hebben. De olievoorraad is bijna half opgesoupeerd. In de toekomst zal de snelheid waarmee olie ontgonnen wordt afnemen, wat voor problematische situaties kan zorgen in een maatschappij die voor heel wat basisvoorziening gericht is op olie.

Transitie focust zich op een olie-arme samenleving die meer haalt uit eigen bodem. Steden, dorpen en wijken voorzien zichzelf op lokale schaal in hun basisvoorzieningen zoals voedsel, kledij en bouwmaterialen. In een stedelijke context zoals de Cadixwijk moet daarom nagedacht worden over ruimte voor eigen voedselteelt, het stimuleren van lokale economie en initiatieven en het creëren van een ontmoetingsplek voor buurtbewoners. Grote steden zoals New York, Chicago en Londen introduceren de permacultuur in hun straatbeeld. Groene daken en parken zijn plaatsen waar ruimte ontstaat voor groententeelt en dus voedselvoorziening voor de stad.

Transitie doelt op een ingrijpende verandering van levensstijl, waardoor we voorbereid zijn op Peak Oil. Het spreekt vanzelf dat de bewoners in dit verhaal initiatief en actie ondernemen. De rol van het stadsbestuur en de stadsontwerpers bestaat erin de mogelijkheid en de ruimte te creëren voor deze transitiegebonden initiatieven en ze ook te stimuleren. Essentieel daarvoor is het creëren van een gunstig sociaal klimaat, met andere woorden: voldoende kwalitatieve publieke ruimte die bewoners aanzet tot contact en die hen inspireert.

Intermodale bushalte

Overdekte fietsenstalling

Page 60: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p60

Een transparante kijk op wonen in een park

Duinpark Woongids 19 juli 2005

Informatieve en interactieve wijkwebstek

voorbeeld van wijkgids

Page 61: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

61

‘10.2.d Charter voor wijkgebruikers’

10. Beheer

Bronnen:http://www.buurtinformatienetwerken.be

Alle thema’s die hiervoor behandeld werden zijn initiatieven en ingrepen die door ontwerpers, besturen en ontwikkelaars moet genomen worden. De Cadixwijk mag dan bij conceptie een duurzame wijk zijn, bij verkeerd ‘gebruik’ door de bewoners kunnen heel wat van de duurzaamheidsmaatregelen teniet gedaan worden. Zo is een zuinige kraan die constant stroomt evenmin duurzaam.

Een goed gebruik / beheer van de Cadixwijk is essentieel. In eerste instantie moet gebruikers daarom ingelicht worden over de werking en consequenties van duurzaamheid. Mensen moeten op een accurate manier informatie verkrijgen over elke getroffen maatregel uit dit Masterplan Duurzaamheid, met daarbij de nodige achtergrondinformatie over het waarom-verhaal. Een algemene sensibilisering is een basisvoorwaarde voor een goed werking. Elke bewoner draagt immers in een eigen verantwoordelijkheid, die een goede inschatting vergt.

Ter garantie kan een ‘contract’ opgesteld worden waarin de gebruiker van de Cadixwijk er zich toe engageert inspanningen te leveren ten behoeve van een duurzamere samenleving. Dit houdt in dat de contractant verklaart op de hoogte te zijn van de getroffen maatregelen in de Cadixwijk, dat hij begrijpt wat die maatregelen inhouden en dat hij zich zal inzetten om volgens de ‘code van goed beheer’ de wijk in gebruik te nemen.

Hier stopt het echter niet. Het contract of het charter mag geen lijstje met do’s en dont’s zijn, maar een inspirerend document dat een positieve toont hanteert en aanzet tot het nemen van initiatieven door

bewoners. Er wordt inspraak geboden aan nieuwe bewoners. Dit bevordert de sociale cohesie in de Cadixwijk, wat een sterkere basis voor een duurzame samenleving vormt.

Page 62: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p62

synthesestructuur

Page 63: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

63

Aan de hand van de duurzaamheidsmeter werden inspanningen geleverd om de duurzaamheid en de levenskwaliteit in de Cadixwijk te optimaliseren. De duurzaamheidsmeter is een erg breed instrument dat voor elk project relevante en minder relevante maatregelen voorstelt. Voor de toepassing in de Cadixwijk werd per thema een selectie gemaakt van maatregelen die prioriteit krijgen. Tijdens deze selectie werd afgewogen wat de impact op de duurzaamhheid is en wat de geïnvesteerde inspanning en kost is. Deze afweging is hoofdzakelijk gebeurd op basis van ervaringen en logische redeneringen, zonder echter concrete cijfers te plakken op de maatregelen. Een vergelijking op basis van cijfers is een verarming in het discours rond duurzaamheid en kwaliteit. Heel wat parameters zijn immers vrijwel niet kwantificeerbaar. Er werd dan ook voor gekozen om geen uitgebreid rekenmodel samen te stellen. Wel werd waar mogelijk in grote lijnen aangegeven op welke manier kan nagedacht worden over oa investering, terugwintijd, subsisdiëring, kosten-baten en rechtstreekse winsten. Belangrijk hierbij is dat heel wat investeringen interessanter worden indien ze geïntegreerd kunnen gebeuren.

De conclusies zijn samengebracht in ‘B. Maatregelenpakket’. Op basis van dit onderdeel werd samen met de Projectgroep Cadix en AG Vespa een discussie gevoerd. Intern werd beslist in welke mate de geformuleerde maatregelen zouden nageleefd worden. Op basis van dit document is nog een duurzamheidsmeting gebeurd. Zo kan de impact van de toepassing van het Masterplan Duurzaamheid ten opzichte van de aanvangssituatie afgelezen worden.

In tussentijd werden nog andere metingen gedaan die de twee voorgaande in een duidelijker perspectief zetten. De eerste is een maximum. Onder maximum wordt de maximaal te behalen score bedoeld rekening houdend met de beslissingen die al genomen zijn in een voorgaand stadium en die irreversibel zijn. De tweede score is gebaseerd op een volledige naleving van ‘B. Maatregelenpakket’.

Elke overgang betekent logischerwijze een daling in de score. De uiteindelijke gerealiseerde impact bedraagt 23%, wat een niet te onderschatten verbetering is (2/3 van de maximaal mogelijke toename van 35%).

SAMENVATTEND: EVOLUTIE VAN SCORES

Bronnen:http://www.buurtinformatienetwerken.be

Page 64: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p64

DUURZAAMHEIDSMETING VOOR CADIXWIJK ANTWERPENAanvangssituatie

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 fase 6

0.

13 23 26 26 26 26

maximum 14 27 29 29 29 3093% 85% 90% 90% 90% 87%

0 3 10 11 11 11

maximum 0 7 16 17 19 2043% 63% 65% 58% 55%

0 3 4 6 6 6

maximum 0 8 10 12 16 1638% 40% 50% 38% 38%

0 3 3 4 4 4

maximum 0 8 8 10 10 1038% 38% 40% 40% 40%

0 0 1 1 4 4

maximum 0 0 2 2 10 1050% 50% 40% 40%

0 0 6 6 6 6

maximum 0 0 30 30 30 3020% 20% 20% 20%

3 6 7 8 8 8

maximum 6 9 16 19 19 2050% 67% 44% 42% 42% 40%

0 0 0 1 2 2

maximum 0 0 0 2 4 550% 50% 40%

0 0 0 0 0 2

maximum 0 0 5 5 5 100% 0% 0% 20%

10.

16 38 57 63 67 69

maximum 20 59 116 126 142 150

80% 64% 49% 50% 47% 46%

SE

LE

CT

IE S

ITE

VO

OR

ON

TW

ER

P P

RO

JE

CT

GE

BIE

D /

AA

NS

TE

LL

ING

ON

TW

ER

PE

R

DE

FIN

ITIE

F O

NT

WE

RP

DE

EL

PR

OJE

CT

ST

ED

EN

BO

UW

KU

ND

IGE

VE

RG

UN

ING

EN

DE

EL

PR

OJE

CT

UIT

VO

ER

ING

SD

OS

SIE

R

DE

EL

PR

OJE

CT

VO

OR

LO

PIG

E O

PL

EV

ER

ING

DE

EL

PR

OJE

CT

VERPLICHT Geïntegreerd projectproces

1. Inplanting en functie

6. Energie

5. Grondstoffen en afval

4. Water

3. Natuurlijk milieu

2.

TOTALE SCORE

VERPLICHT Beheer

9. Innovatie

8. Economie en werk

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

Mobiliteit

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: A. Duurzaamheidsmeting 03 06 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

46%aanvangssituatie

Page 65: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

65

DUURZAAMHEIDSMETER GENT - v 3.0 evr-Architecten - SumResearch - Daidalos Peutz 17 12 2008

DUURZAAMHEIDSMETER VOOR CADIXWIJK ANTWERPENDRAFT 1 29/01/2009

SE

LE

CT

IE S

ITE

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 fase 6

VERPLICHT 0. Geïntegreerd projectproces

13 24 27 27 27 27 1. Inplanting en functiemaximum 14 27 30 30 30 2993% 89% 90% 90% 90% 93%

0 5 13 14 16 17 2. Mobiliteitmaximum 0 7 16 17 19 2071% 81% 82% 84% 85%

0 3 4 8 12 12 3. Natuurlijk milieumaximum 0 3 4 10 14 14100% 100% 80% 86% 86%

0 4 4 6 6 6 4. Watermaximum 0 8 8 10 10 1050% 50% 60% 60% 60%

0 0 1 1 8 8 5. Grondstoffen en afvalmaximum 0 0 2 2 10 1050% 50% 80% 80%

0 0 27 27 27 27 6. Energiemaximum 0 0 30 30 30 3090% 90% 90% 90%

5 7 12 14 14 14 7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheidmaximum 6 9 16 19 19 2083% 78% 75% 74% 74% 70%

0 0 0 1 3 4 8. Economie en werkmaximum 0 0 0 2 4 550% 75% 80%

0 0 1 1 1 5 9. Innovatiemaximum 0 0 5 5 5 1020% 20% 20% 50%

VERPLICHT 10. Beheer

18 43 89 99 114 120 TOTALE SCOREmaximum 20 54 111 125 141 14890% 80% 80% 79% 81% 81%

VO

OR

ON

TW

ER

P

PR

OJE

CT

GE

BIE

D /

AA

NS

TE

LL

ING

O

NT

WE

RP

ER

DE

FIN

ITIE

F O

NT

WE

RP

D

EE

LP

RO

JEC

T

ST

ED

EN

BO

UW

KU

ND

IGE

V

ER

GU

NIN

GE

N D

EE

LP

RO

JEC

T

UIT

VO

ER

ING

SD

OS

SIE

R

DE

EL

PR

OJE

CT

VO

OR

LO

PIG

E O

PL

EV

ER

ING

D

EE

LP

RO

JEC

T

81%ultiem scenario

Page 66: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p66

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: A. Duurzaamheidsmeting 08 05 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

DUURZAAMHEIDSMETING VOOR CADIXWIJK ANTWERPENAanvangssituatie

SE

LE

CT

IE S

ITE

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 fase 6

VERPLICHT 0. Geïntegreerd projectproces

13 21 23 23 23 23 1. Inplanting en functiemaximum 14 27 29 29 29 3093% 78% 79% 79% 79% 77%

0 6 14 15 15 16 2. Mobiliteitmaximum 0 7 16 17 19 2086% 88% 88% 79% 80%

0 5 6 11 14 14 3. Natuurlijk milieumaximum 0 8 10 12 16 1663% 60% 92% 88% 88%

0 6 6 7 7 7 4. Watermaximum 0 8 8 10 10 1075% 75% 70% 70% 70%

0 0 1 1 6 6 5. Grondstoffen en afvalmaximum 0 0 2 2 10 1050% 50% 60% 60%

0 0 18 18 18 18 6. Energiemaximum 0 0 30 30 30 3060% 60% 60% 60%

5 8 13 16 16 16 7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheidmaximum 6 9 16 19 19 2083% 89% 81% 84% 84% 80%

0 0 0 1 2 3 8. Economie en werkmaximum 0 0 0 2 4 550% 50% 60%

0 0 2 2 2 5 9. Innovatiemaximum 0 0 5 5 5 1040% 40% 40% 50%

VERPLICHT 10. Beheer

18 46 83 94 103 108 TOTALE SCOREmaximum 20 59 116 126 142 15090% 78% 72% 75% 73% 72%

VO

OR

ON

TW

ER

P

PR

OJE

CT

GE

BIE

D /

AA

NS

TE

LL

ING

O

NT

WE

RP

ER

DE

FIN

ITIE

F O

NT

WE

RP

D

EE

LP

RO

JEC

T

ST

ED

EN

BO

UW

KU

ND

IGE

V

ER

GU

NIN

GE

N D

EE

LP

RO

JEC

T

UIT

VO

ER

ING

SD

OS

SIE

R

DE

EL

PR

OJE

CT

VO

OR

LO

PIG

E O

PL

EV

ER

ING

D

EE

LP

RO

JEC

T

72%volledig naleven

‘B. Maatregelenpakket’

Page 67: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

67

69%na intern overleg en selectie uit

‘B. Maatregelenpakket’

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: A. Duurzaamheidsmeting 08 05 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

DUURZAAMHEIDSMETING VOOR CADIXWIJK ANTWERPENAanvangssituatie

SE

LE

CT

IE S

ITE

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 fase 6

VERPLICHT 0. Geïntegreerd projectproces

13 21 23 23 23 23 1. Inplanting en functiemaximum 14 27 29 29 29 3093% 78% 79% 79% 79% 77%

0 5 13 14 14 15 2. Mobiliteitmaximum 0 7 16 17 19 2071% 81% 82% 74% 75%

0 3 4 9 11 11 3. Natuurlijk milieumaximum 0 8 10 12 16 1638% 40% 75% 69% 69%

0 5 5 6 6 6 4. Watermaximum 0 8 8 10 10 1063% 63% 60% 60% 60%

0 0 1 1 6 6 5. Grondstoffen en afvalmaximum 0 0 2 2 10 1050% 50% 60% 60%

0 0 18 18 18 18 6. Energiemaximum 0 0 30 30 30 3060% 60% 60% 60%

5 8 13 16 16 16 7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheidmaximum 6 9 16 19 19 2083% 89% 81% 84% 84% 80%

0 0 0 1 2 3 8. Economie en werkmaximum 0 0 0 2 4 550% 50% 60%

0 0 2 2 2 5 9. Innovatiemaximum 0 0 5 5 5 1040% 40% 40% 50%

VERPLICHT 10. Beheer

18 42 79 90 98 103 TOTALE SCOREmaximum 20 59 116 126 142 15090% 71% 68% 71% 69% 69%

VO

OR

ON

TW

ER

P

PR

OJE

CT

GE

BIE

D /

AA

NS

TE

LL

ING

O

NT

WE

RP

ER

DE

FIN

ITIE

F O

NT

WE

RP

D

EE

LP

RO

JEC

T

ST

ED

EN

BO

UW

KU

ND

IGE

V

ER

GU

NIN

GE

N D

EE

LP

RO

JEC

T

UIT

VO

ER

ING

SD

OS

SIE

R

DE

EL

PR

OJE

CT

VO

OR

LO

PIG

E O

PL

EV

ER

ING

D

EE

LP

RO

JEC

T

Page 68: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p68

VOOR MASTERPLAN DUURZAAMHEID

Page 69: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

69

NA MASTERPLAN DUURZAAMHEID

Page 70: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p70

Lange Wapper nabij Eilandje

Page 71: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

71

Antwerpen is een stad in beweging. De haven, de stad, de bewoners zijn dynamische factoren die elk hun invloed uitoefenen en hun eisen stellen. In het begin van de 21e eeuw heeft de haven er resoluut voor geopteerd uit te breiden en een grote speler te blijven op het Europese vasteland. Recente stadsprojecten zoals Spoor Noord, het MAS, de Groene Singel en het nieuw Centraal Station maken Antwerpen stilaan tot ‘werf van de eeuw’ en tonen de ambitie van de stad om een metropool te worden. De ontwikkelingen die op til staan op het Eilandje, in Nieuw-Zurenborg en het Schipperskwartier getuigen van de aandacht die besteed wordt aan de huidige en toekomstige bewoner van de stad.

De veelheid aan vernieuwing eist een sterke organisatie op grootstedelijk niveau, zodat verschillende projecten niet in elkaars vaarwater komen of elkaar hypothekeren. Een geïntegreerde kwaliteitscontrole op grootstedelijk niveau is een must. Exemplarisch voor de mogelijke problemen is de verhouding tussen het stadsvernieuwingsproject ‘t Eilandje, in het bijzonder de Cadixwijk, en de Oosterweelverbinding, die op een steenworp van elkaar liggen. De sluiting van de ring situeert zich daar waar de stad sterk inzet op stadsuitbreiding.

Voor de Oosterweelverbinding werd een studie opgemaakt door ARUP UK en SumResearch die de verschillende alternatieven naast elkaar legt en hun impact op de stad vergelijkt. Lokaal blijkt daaruit dat de Lange Wapper de slechtste invloed heeft op geluidshinder en stedelijke ontwikkeling in noord-Antwerpen. Ook de luchtkwaliteit neemt af.

Vanuit een achtergrond van duurzame stedenbouw roept dit vragen op. Antwerpen wil tegelijkertijd uitpakken met een prestigieuze architecturale brug, die zonder meer extra verkeer genereert, met een nieuwe duurzame woonwijk in de schaduw ervan. Een wijk is pas duurzaam en kwalitatief als het een aangename en gezonde leefsfeer vormt. Deze onomstotelijk essentiële premisse wordt compleet gehypothekeerd door de Lange Wapper.

Is het geoorloofd om 4.000 bewoners in de Cadixwijk te vestigen als het ongezonde leefomgeving is. De gevolgen van luchtvervuiling (fijn stof) en vooral geluidsoverlast voor de volksgezondheid worden vandaag nog steeds onderschat. Slapeloosheid, hart- en vaatziekten, longziekten, een vertraagde ontwikkeling, leerachterstand en concentratiestoornissen zijn slechts een kleine selectie. Als de Lange Wapper gebouwd zou worden dan verliest de Cadixwijk haar bestaansreden. De nieuwe vorm van stedelijk wonen die er beoogd wordt om bewoners terug naar de stad te lokken, krijgt op die manier met dezelfde problemen te kampen als de rest van de centrumstad. Een voorbeeld zoals de fly-over in Gentbrugge toont hoe zware infrastructuur nabij woonwijken de leefomstandigheden naar beneden helpt en en de onmogelijkheid achteraf om dit op te lossen.Op lange termijn wordt zo ghettovorming in de hand gewerkt.

Hoe architecturaal de Lange Wapper ook moge zijn, vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het een inconsequentie die op dit moment een dilemma stelt, waar in feite geen dilemma zou mogen zijn: de Lange Wapper of de Cadixwijk?

DE LANGE WAPPER EN DE CADIXWIJK

Page 72: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p72

145400 145800 146200 146600 147000 147400 147800 148200 148600 149000 149400 149800 150200 150600 151000 151400 151800 152200 152600 153000 153400 153800 154200 154600 155000 155400 155800 156200 156600 157000 157400 157800

2076

0020

8000

2084

0020

8800

2092

0020

9600

2100

0021

0400

2108

0021

1200

2116

0021

2000

2124

0021

2800

2132

0021

3600

2140

0021

4400

2148

0021

5200

2156

0021

6000

2164

0021

6800

2172

0021

7600

2180

0021

8400

Job No

208137-24Drawing Version Issue

z01 I

Drawing Status

Issue

Scale at A3

Drawing Title

Job Title

Client

8th Floor St James's Buildings,Oxford Street,Manchester, M1 6EL

Issue Date By Chkd Appd

I1 05-02-09 BC WM RG

\\glo

bal\e

urop

e\A

cous

tics\

Leed

s\P

roje

cts\

7500

0\75

787-

53\4

_int

erna

l_pr

ojec

t_da

ta_d

esig

n\4_

07_c

alcu

latio

ns\R

oad

Noi

se N

MS

E\F

inal

Dat

a 3d

B c

orre

ctio

n

© Arup

1:40,000

SumResearch

Antwerp Scheldt Crossing Study

Base Year 2007Lden Noise Level

Tel: +44 (0) 161 906 3212Fax: +44 (0) 161 906 3202

www.arup.com\acoustics

ArupAcoustics

0 500 1,000 1,500 2,000250

Meters

Lden Noise Level< 55 dB(A)

55 - 60 dB(A)

60 - 65 dB(A)

65 - 70 dB(A)

70 - 75 dB(A)

> 75 dB(A)

°

8.5.2 GELUID & TRILLINGEN

377

BIJLAGEN

378

Figuur 8.5.2.1 Base Year 2007 Lden Noise Level

8.5.2 GELUID & TRILLINGEN

Geluidsnveau Eilandje anno 2007 (Sum en ARUP)

Page 73: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

73

145400 145800 146200 146600 147000 147400 147800 148200 148600 149000 149400 149800 150200 150600 151000 151400 151800 152200 152600 153000 153400 153800 154200 154600 155000 155400 155800 156200 156600 157000 157400 157800

2076

0020

8000

2084

0020

8800

2092

0020

9600

2100

0021

0400

2108

0021

1200

2116

0021

2000

2124

0021

2800

2132

0021

3600

2140

0021

4400

2148

0021

5200

2156

0021

6000

2164

0021

6800

2172

0021

7600

2180

0021

8400

Job No

208137-24Figure Number Issue

02 I

Drawing Status

Issue

Scale at A3

Drawing Title

Job Title

Client

8th Floor St James's Buildings,Oxford Street,Manchester, M1 6EL

Issue Date By Chkd Appd

I1 11-02-09 BC WM RG

\\glo

bal\e

urop

e\A

cous

tics\

Leed

s\P

roje

cts\

7500

0\75

787-

53\4

_int

erna

l_pr

ojec

t_da

ta_d

esig

n\4_

07_c

alcu

latio

ns\R

oad

Noi

seN

MS

E\F

inal

Dat

a3d

Bco

rrec

tion

© Arup

1:40,000

SumResearch

Antwerp Scheldt Crossing Study

BAM 2020Lden Noise Level

Tel: +44 (0) 161 906 3212Fax: +44 (0) 161 906 3202

www.arup.com\acoustics

ArupAcoustics

0 510 1,020 1,530 2,040255

Meters

Lden Noise Level< 55 dB(A)

55 - 60 dB(A)

60 - 65 dB(A)

65 - 70 dB(A)

70 - 75 dB(A)

> 75 dB(A)

°

8.5.2 GELUID & TRILLINGEN

381

BIJLAGEN

382

Figuur 8.5.2.3 BAM 2020 Lden Noise Level

Geluidsnveau Eilandje anno 2020 BAM-route (Sum en ARUP)

Page 74: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p74

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: A. Duurzaamheidsmeting 08 05 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

DUURZAAMHEIDSMETING VOOR CADIXWIJK ANTWERPENAanvangssituatie

SE

LE

CT

IE S

ITE

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 fase 6

VERPLICHT 0. Geïntegreerd projectproces

13 21 23 23 23 23 1. Inplanting en functiemaximum 14 27 29 29 29 3093% 78% 79% 79% 79% 77%

0 6 14 15 15 16 2. Mobiliteitmaximum 0 7 16 17 19 2086% 88% 88% 79% 80%

0 5 6 11 14 14 3. Natuurlijk milieumaximum 0 8 10 12 16 1663% 60% 92% 88% 88%

0 6 6 7 7 7 4. Watermaximum 0 8 8 10 10 1075% 75% 70% 70% 70%

0 0 1 1 6 6 5. Grondstoffen en afvalmaximum 0 0 2 2 10 1050% 50% 60% 60%

0 0 18 18 18 18 6. Energiemaximum 0 0 30 30 30 3060% 60% 60% 60%

5 8 13 16 16 16 7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheidmaximum 6 9 16 19 19 2083% 89% 81% 84% 84% 80%

0 0 0 1 2 3 8. Economie en werkmaximum 0 0 0 2 4 550% 50% 60%

0 0 2 2 2 5 9. Innovatiemaximum 0 0 5 5 5 1040% 40% 40% 50%

VERPLICHT 10. Beheer

18 46 83 94 103 108 TOTALE SCOREmaximum 20 59 116 126 142 15090% 78% 72% 75% 73% 72%

VO

OR

ON

TW

ER

P

PR

OJE

CT

GE

BIE

D /

AA

NS

TE

LL

ING

O

NT

WE

RP

ER

DE

FIN

ITIE

F O

NT

WE

RP

D

EE

LP

RO

JEC

T

ST

ED

EN

BO

UW

KU

ND

IGE

V

ER

GU

NIN

GE

N D

EE

LP

RO

JEC

T

UIT

VO

ER

ING

SD

OS

SIE

R

DE

EL

PR

OJE

CT

VO

OR

LO

PIG

E O

PL

EV

ER

ING

D

EE

LP

RO

JEC

T

55% ipv 69%in geval van Lange Wapper

Page 75: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: C. Synthese 28 08 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

75

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJK: A. Duurzaamheidsmeter 08 05 2009 evr-Architecten - Daidalos Peutz - ba-p

0%

20%

40%

60%

80%

100%

1. Inplanting en functie

2. Mobiliteit

3. Natuurlijk milieu

4. Water

5. Grondstoffen en afval

6. Energie

7. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid

8. Economie en werk

Page 76: C. SYNTHESE - ADEMLOOS CAD-C...luc.eeckhout@evr-architecten.be contactpersoon: Luc Eeckhout medewerkers: Tom De Soete Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau Oudebaan 391 3000

MASTERPLAN DUURZAAMHEID CADIXWIJKaugustus 2009

Opdrachtgever:

AG Stadsplanning AntwerpenDesguinlei 332018 AntwerpenT 03 244 52 40F 03 244 51 20contactpersoon: Sigrid [email protected]

Onderzoeksteam:

evr-ArchitectenEeckhout - Van Den Broeke - ReuseVisserij 2609000 GentT/F 09 228 57 [email protected]: Luc Eeckhoutmedewerkers: Tom De Soete

Daidalos Peutz Bouwfysisch IngenieursbureauOudebaan 3913000 LeuvenT 016 35 32 77F 016 35 32 [email protected]: Filip Descamps

Bureau voor architectuur en planningGroenstraat 1063001 HeverleeT 016 40 45 70F 016 40 65 [email protected]: Marc Martens