- Dia 1
- Dia 2
- By Martin van Langevelde and Floris Cleijne, Zeldenrust
Steelant College 2011
- Dia 3
- Abiotic: abiotisch(e) Bird: vogel Broad leafs: brede bladeren
Conifers: coniferen Dark: donker, zwart Defoliation: het vallen der
bladeren Discoloration: verkleuring Dry: droog, dor Ecology:
ecologie Fauna: Fauna, rijk der dieren Flora: Flora, rijk der
planten
- Dia 4
- Herbs: kruiden Insect: insect Invertebrates: ongewervelde
dieren Lichen: korstmos Light: licht, licht (van kleur) Mammal:
zoogdier Moisten: bevochtigen Mosses: mossen Nutrients: nutrinten,
voedingsmiddelen Shrubs: struiken Soil horizons: bodem grenzen
- Dia 5
- Soil humidity: bodemvochtigheid Species: soorten Trees: bomen
Undergrowth: kreupelhout Vertebrates: gewervelde dieren Wetland:
natte gronden Woodland: bosland Woody plants: houtachtige planten
Worm: aardworm
- Dia 6
- Tulip: tulp Carnation: anjer Cannabis: hennep Pollard willow:
knotwilg Daffodil: narcis
- Dia 7
- Cow: koe Sheep: schaap Blackbird: merel Rabbit: konijn Sea
perch: zeebaars