Download - BUZZ Sollicitatietraining

Transcript
  • Communicatie- & sollicitatietra

    ining

  • 2Voorwoord

    Voor u ligt de handleiding van de communicatie- en sollicitatietraining van het project BUZZ. U kunt deze handleiding gebruiken voor het geven van een training aan jongeren met een lichtverstandelijke beperking.

    Allereerst willen we de jongeren van Opbouwnet-OPL en de Lasenbergschool die hebben deelgenomen aan de training bedanken. Dankzij hun inzet en feedback is de training ontwikkeld tot wat deze nu is. Ook willen we de medewerkers van Opbouwnet OPL en de Lasenbergschool bedanken. Zij hebben met een flinke dosis enthousiasme en inzet BUZZ mede tot een succes gemaakt. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in 2008 dit project financieel mogelijk gemaakt. 2011

    Inhoudsopgave

    Inleiding 3

    Eerste bijeenkomst: Communicatie 5BIJLAGE I Bijeenkomst 1: Wassenbeeldenspel 11BIJLAGE II Bijeenkomst 1: Rollenspel: Zo moet het niet!! 12

    Tweede bijeenkomst: Werkervaring, CV en welke baan past bij jou? 13BIJLAGE III Bijeenkomst 2: CV puzzel 16BIJLAGE IV Bijeenkomst 2: CV invulformulier 18BIJLAGE V Bijeenkomst 2: Welk werk vind ik leuk? 19

    Derde bijeenkomst: Kwaliteiten en advertenties zoeken 21BIJLAGE V Bijeenkomst 3: Droomvacature 25

    Vierde bijeenkomst: Advertenties, telefoongesprek en kledingcheck 26BIJLAGE VI Bijeenkomst 4: Belformulier 29

    Vijfde bijeenkomst: Solliciteren oefenen 30

    Zesde bijeenkomst: Het solicitatiegesprek 33Bijlage VII Bijeenkomst 6: Voorbeeldcertificaat 35

  • 3Inleiding

    Buzz is een communicatie-, sollicitatietraining voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 26 jaar met een licht verstandelijke beperking in combinatie met sociaal-emotionele problematiek en/of gedragsproblemen. Het doel van de training is de arbeidsmarktpositie van deze jongeren te verbeteren. De empowerment training geeft jongeren meer vertrouwen in zichzelf en stimuleert om mogelijkheden te ontdekken en geeft positieve energie om aan de slag te gaan met sollicitatie-activiteiten.

    Aanleiding

    Voor veel jongeren is het lastig om op een succesvolle manier te solliciteren. Voor jongeren met een licht verstandelijke beperking is dit nog een stuk lastiger. Sommige jongeren hebben naast hun verstandelijke beperking ook te maken met sociaal-emotionele gedragsproblemen, wat solliciteren via de normale weg zo goed als onmogelijk maakt. Ook het feit dat de jongeren hun beperking slecht kunnen accepteren, helpt niet in het sollicitatieproces. Ze krijgen vaak te maken met teleurstellingen op het gebied van onderwijs en werk, wat het zelfvertrouwen wankel maakt. Ondanks de problematiek van deze jongeren, hebben zij zeker ook kwaliteiten en mogelijkheden waarmee zij een (begeleid) zelfstandig leven kunnen opbouwen.

    Training en kennis

    Voor deze jongeren is de BUZZ training ontwikkeld. Het OPL is een orthopedagogisch behandelcentrum dat valt onder De Opbouw. Kinderen en jongeren in de leeftijd van 6-26 jaar met een licht verstandelijke handicap (LVG) kunnen hier terecht. Juist ook als daarbij sprake is van sociaal-emotionele problematiek en/of gedragsproblemen. CNV Jongeren is de jongerenvakbond. Zij komt op voor de belangen van jongeren rondom themas als werk en inkomen. CNV Jongeren heeft al meer dan 50 jaar ervaring met het organiseren van op jongeren gerichte projecten. Onder andere projecten die er op gericht zijn om kwetsbare jongeren aan een baan te helpen, terug naar school te begeleiden of aan vrijwilligerswerk te helpen. OPL en CNV Jongeren hebben de handen ineen geslagen en hun kennis en ervaring gebundeld. CNV Jongeren heeft de kennis op het gebied van arbeid en het geven van training en OPL heeft kennis in de omgang met de doelgroep. Hierdoor is er een goede training ontwikkeld, die elk jaar weer door meerdere partijen bij CNV Jongeren wordt aangevraagd. Deze handleiding stelt professionals in staat om zelfstandig de trainingen uit te voeren. Wanneer u liever een ervaren trainer van CNV Jongeren wilt inschakelen kunt u contact opnemen via [email protected] 030 -751 18 50.

  • 4Opbouw training

    De training bestaat uit zes bijeenkomsten die toewerken naar een sollicitatiegesprek met een acteur. De trainingen duren maximaal twee uur. Bij elke bijeenkomst staat aangegeven hoeveel tijd er is per onderdeel. Er worden verschillende opdrachten aangeboden. Wanneer er optie voor de opdracht staat, kan de trainer zelf bepalen of deze voor de groep geschikt is. Elke groep zal anders zijn. Het is een taak van de trainer om hier op in te spelen en de training aan te passen al naar gelang de vraag van de groep. De training wordt ondersteund door een powerpoint presentatie en vier korte filmpjes die op diverse momenten ingezet kunnen worden.

    Succes met de training!

    www.youtube.com/user/cnvjongeren

  • 510 - 20

    Eerste bijeenkomst

    CommunicatieMateriaal

    NaambordjesBlokjes, pennen en stiftenFlipover Laptop, beamer, boxjes

    Welkom en uitleg van het project

    In de training wordt toegewerkt naar het voeren van een sollicitatiegesprek voor een bijbaantje, vakantiewerk of een eerste echte baan. Deze vaardigheden zijn ook te gebruiken in andere situaties, zoals in gesprekken op school of met een begeleider.Het programma van de training vertellen (sheet 3). Programma van vandaag vertellen (sheet 4).

    Filmpje: Straatinterviews

    In dit filmpje vertellen jongeren over hun sollicitatie-ervaringen. Kleine dingen die niet belangrijk lijken kunnen toch een grote rol spelen tijdens sollocitatiegesprekken. Ga na of de jongeren al zelf ervaring hebben met solliciteren. Hoe ging het? Kreeg je moeilijke vragen? Of (als ze nog geen ervaring hebben) waar zou je willen solliciteren en wat moet je daar voor doen?

    Kennismaking: hoe presenteer je jezelf?

    PowerPoint-presentatieFilmpje: StraatinterviewsBijlage II: Kaartjes wassenbeeldenspel

    Bijlage I: kaartjes rollenspel

    0 - 10

    20 - 40

    Opdracht: jezelf voorstellen aan de groep

    Doel: eerste indruk achterlaten, jezelf presenterenVraag aan de jongeren wat ze van elkaar willen weten. Schrijf op flap (als geheugensteuntje) bijvoorbeeld: Naam - Leeftijd - Waar woon je - Sport of favoriete muziekEerst stelt de co-trainer zich voor. Vervolgens gaan de jongeren om de beurt voor de groep staan en stellen zich voor. Vraag aan de jongere hoe hij/zij het vond gaan? De trainer geeft kort feedback en sluit altijd af met iets positiefs.

  • 6Vertel na het voorstellen dat voor een werkgever de eerste indruk erg belangrijk is. Het is dus belangrijk dat je je goed kunt presenteren. Vandaag gaan we hier verder op in. Dit is de basis van het sollicitatiegesprek.

    Theorie communicatie (sheet 5) 40 60

    Doel: leren hoe je jezelf goed kunt presenteren naar een werkgever We hebben ons net voorgesteld aan de groep. Dat is een vorm van communicatie.

    Vraag: Weet iemand van jullie wat communicatie is? Communicatie is een boodschap overbrengen naar een ander, of ontvangen. Alles wat je doet is communicatie. Naast hetgeen dat je zegt, straal je ook altijd iets uit met bijvoorbeeld je houding, je gezichtsuitdrukking, je woorden, maar ook met je kleding en je spullen. Leg dit uit aan de hand van voorbeelden: iemand in pak, iemand met zijn haar door de war, etc. Vraag aan de jongeren wat deze mensen kunnen uitstralen.

    Communicatie (sheet 6)

    Bij communicatie is er altijd een zender en een ontvanger.

    Vraag: Wie is in het sollicitatiegesprek de zender en wie de ontvanger?Jij bent de zender naar de werkgever, maar ook de ontvanger. De werkgever is dit ook beide. Er worden continu boodschappen uitgewisseld. Er kan sprake zijn van ruis. Dit betekent dat een boodschap wordt verstoord waardoor deze anders of niet overkomt.

    Vraag: Wat is volgens jullie allemaal ruis? (Schrijf dit op een flap)Denk aan piercings, mobiele telefoon die afgaat, te veel parfum, te warm, te drukke omgeving etc.

    Opdracht: het ruisspel

    Doel: ervaren hoe het is wanneer de boodschap niet overkomt door ruis.

    Fluister een kort zinnetje in het oor van degene naast je. Deze fluistert de zin door aan de volgende en de laatste zegt de zin hardop. Is de zin hetzelfde als het origineel? Was er sprake van ruis? Hoe kwam dit?

    optie

  • 7Non verbale communicatie (sheet 7)

    Een boodschap breng je niet alleen over met wt je zegt, maar belangrijker is he je dit doet. Denk aan non-verbale communicatie en het gebruik van je stem.

    Non verbale communicatie is alles wat je uitstraalt met je lichaam, je gezicht, gebaren, kleding, make-up, hoe je zit/staat etc. Laat de jongeren voorbeelden noemen van non-verbale communicatie. Ga doodstil voor de groep staan en vraag of je nu communiceert. Leg uit dat je altijd communiceert.

    Vraag: Waar let de ontvanger meer op in een gesprek? - De stem of de houding?- De inhoud van wat er gezegd wordt of het gebruik van de stem?- De inhoud van wat er gezegd wordt of de houding?

    Vier vaardigheden voor presenteren? (sheet 8)

    Al genoemd:- Non verbale communicatie, ook wel lichaamstaal- Stemgebruik

    Vraag: Wat is nog meer belangrijk als je in een gesprek zit met een werkgever?- Luisteren - Vragen stellen

    We gaan nu dieper op deze vier punten in.

    1. Lichaamstaal (sheet 9 en 10)

    Wat valt er onder lichaamstaal? - Houding - Oogcontact- Handgebaren - Gezichtsuitdrukking

    Pauze 60 70

  • 8optie

    optie

    optieOpdracht: lichaamstaalspel

    Doel: ervaren hoe verschillende houdingen overkomen

    Noem een aantal houdingen die de jongeren kunnen uitbeelden, bijvoorbeeld: lief, ongenteresseerd, verliefd, boos, gerriteerd, blij. Sluit af met een positieve houding. De trainer kan eerst zelf houdingen voordoen en de jongeren laten raden.

    Opdracht: een goede gesprekshouding

    Doel: ervaren hoe je wel en niet in een gesprek zit.

    Vraag of de jongeren gaan zitten zoals ze net horen te zitten. Vraag daarna hoe ze denken wl te moeten zitten. Ga dan stap voor stap na wat de beste houding is. Twee voeten op de grond, stukje naar voren gebogen, oogcontact en armen open op tafel.

    Opdracht: praten met je handen

    Doel: ervaren hoe gebaren de woorden ondersteunen

    Trainer 1 gaat achter trainer 2 staan. Trainer 2 doet zijn handen achter de rug en trainer 1 steekt zijn armen door de armen van trainer 1. Trainer 2 gaat iets vertellen aan de groep en trainer 1 maakt er gebaren bij. Bespreek wat er gebeurt met de jongeren.

    Opdracht: wassenbeeldenspel (zie bijlage I)

    Doel: ervaren hoe non-verbale signalen overkomen en welke relatie dit heeft tot solliciteren.

    - Jongeren gaan in duos met een trainer de gang op. Of deel de groep in tween. - De groep oefent met de andere trainer een houding/activiteit of een gevoel. Ze kunnen zelf iets kiezen, of een van de kaartjes uitkiezen. - Duo komt terug en moet de uitbeelding raden, het duo moet overleggen. Ze mogen eventueel spieken op de kaartjes.

  • 9Vervolg theorie communicatie 70 - 100

    2. Stemgebruik (sheet 11 en 12)Ook met je stem maak je een bepaalde indruk. Zorg dat je deze goed gebuikt.

    Vraag: Hoe kun je je stem goed gebruiken?- Duidelijk - Niet saai, maar variren - Rustig tempo - Stiltes laten vallen - Geen stopwoordjes - Niet teveel euh zeggen

    3. Luisteren (sheet 13, 14 en 15)Door actief te luisteren laat je merken dat je genteresseerd bent en laat je een goede indruk achter. Je laat dit zien met:- Je houding - Je staat open voor nieuwe dingen en hebt geen (voor)oordelen- Je toont belangstelling hm, oh, ok Je kunt op verschillende manieren belangstelling tonen. Wissel dit af, zodat het niet vervelend wordt.

    Opdracht: rollenspel > zo moet het niet!! (Zie bijlage II)

    Doel: de jongeren oefenen met houding, lichaamstaal en stemgebruik. Zij ervaren hoe het is als iemand zich niet houdt aan de basisvaardigheden en hoe het is als dit goed wordt uitgevoerd.

    - Deel de groep op in groepjes van drie of vier jongeren. - En jongere is de werkgever, een de werknemer en n (of twee) iemand observeert

    wat er goed en fout gaat. - Deel aan de werknemers een opdracht uit (zie bijlage II) die zij moeten uitvoeren

    tijdens het gesprek. Zij mogen dit NIET laten zien aan de andere twee. - De werkgevers gaan de werknemers interviewen. Voorbeelden van

    gespreksonderwerpen: hobbys, werkervaring, huidige baantje, contact met de werkgever, droombaan.

    - Na een paar minuten stopt het gesprek.- De trainer vraagt aan de werkgever wat de werknemer goed of fout deed. Degene die

    observeert vult dit aan. - Iedereen komt een keer aan de beurt als werkgever, werknemer of observator.- Wanneer de jongeren van rol wisselen, krijgt de nieuwe werknemer een andere

    opdracht van de trainer.

  • 10

    Opdracht: voorstellen

    Doel: De theorie in praktijk brengen en ervaren dat het nu beter gaat.

    De jongeren stellen zich opnieuw voor, en proberen de theorie die ze gehoord hebben in de praktijk te brengen. Dezelfde vragen kunnen gebruikt worden of er kunnen nieuwe bedacht worden. Je kunt ook de evaluatie als presentatie doen. Zij gaan hierbij voor de groep staan.

    4. Vragen stellen (sheet 17 t/m 20)Vraag: Waarom zou je vragen stellen aan de werkgever? (sheet 17)- Om informatie te verzamelen- Om genteresseerd en goed voorbereid over te komen

    Er zijn verschillende soorten vragen die je kunt stellen (sheet 18 t/m 20).

    De trainers stellen verschillende soorten vragen aan de jongeren en zij moeten raden wat voor soort vraag dit is. Laat de jongeren zelf vragen bedenken en benoemen of ze open, gesloten of sturend zijn.

    Presenteren 100 - 110

    Korte evaluatie en afsluiting 110 - 115

    Herhaal kort wat er is besproken. Laat de jongeren kort aangeven wat ze van de bijeenkomst vonden. Aangeven waar de jongere goed in is en waar de jongere nog aandacht aan kan besteden. De trainers maken aantekeningen.

    Gesloten vraag Denk aan een pot waar een deksel op zit, er is weinig ruimte in de pot. Er zijn maar een paar antwoorden mogelijk. Heb jij leuk werk gevonden?

    Open vraag Denk aan een pot zonder deksel, de pot kan overstromen. Je kan zo veel vertellen als je wilt. Wat voor werk heb jij gevonden?

    Sturende vraag Je stuurt de ander een kant op. Jij hebt zeker leuk werk gevonden?

  • 11

    BIJLAGE I: Wassenbeeldenspel

    Uitprinten en in kaartjes knippen

    Boos

    Blij/ vrolijk

    Genteresseerd

    Ongenteresseerd

    Moe

    Verdrietig

    Verliefd

    Nadenken

  • 12

    BIJLAGE II: Rollenspel > zo moet het niet!!

    Uitprinten en in kaartjes knippen

    Houding

    Je zit onderuit gezakt en kijkt de ander niet aan.

    Houding

    Je maakt heel veel gebaren met je handen.

    Houding

    Je bent gerriteerd en vindt alles stom.

    Luisteren

    Je bent slaperig en vraagt steeds wat zeg je ,he? wat? en geeft pas

    na de tweede keer antwoord.

    Luisteren

    Je geeft geen antwoord op de vraag, maar vertelt over jouw hobby.

    Stem

    Je zegt de hele tijd euh.

    Stem

    Je praat heel snel en laat geen stiltes.

    Stem

    Je praat heel zachtjes.

  • 13

    Tweede bijeenkomst

    (Werk)ervaring en CV en welke baan past bij jou?

    Materiaal

    Laptop, beamer, boxjesPowerPoint-presentatieFilmpje: Werk zoeken

    Terugblik vorige bijeenkomst(en) 0 - 10

    Laat een aantal jongeren vertellen wat we gedaan hebben. Aanvullen wat nog niet is genoemd. - Communiceren: zender/ontvanger- Non-verbale communicatie is het belangrijkste- Wat komt er allemaal bij communicatie kijken?

    Lichaamstaal (houding, oogcontact, functionele gebaren en lichaamsuitdrukking) Stemgebruik (volume, articuleren, wisselende intonatie, rustig tempo, stiltes

    laten vallen, let op stopwoordjes) Luisteren en actieve luisterhouding (echt aandacht voor de ander, geen

    vooroordeel, open staan voor de ander, belangstelling tonen) Vragen stellen (sturende, gesloten, open)

    Filmpje: Werk zoeken 10 20

    Jongeren vertellen elkaar hoe ze nu bezig zijn om aan een nieuwe baan te komen. Hier komt meer bij kijken dan je denkt! Ga na of de jongeren bepaalde zaken herkennen in het filmpje. Wie heeft de meeste kans om een leuke bijbaan te vinden?

    Bijlage III: CV puzzel (uitprinten en knippen)Bijlage IV: CV invulschema (uitprinten)Bijlage V: Wat vind ik belangrijk? (uitprinten)

  • 14

    Presenteren 20 30

    Curriculum Vitae: CV 30 - 60

    Vraag: Wat is een CV? Wie heeft dit al?Je CV is jouw visitekaartje naar de werkgever. Je laat hiermee een eerste indruk achter. Wat staat er in een CV?- Persoonlijke gegevens - Opleidingen - Werkervaring - Hobbys - Bijzonderheden

    Opdracht: invullen CV (Zie bijlage IV)

    Doel: de jongeren brengen de theorie in praktijkGeef de jongeren een CV format en laat hen deze zelf invullen (wat ze nu niet afkrijgen, maken ze thuis verder af). Dit komt volgende week aan bod.

    Opdracht: presenteren werkervaring

    Doel: Ervaringen uitwisselen. In de stof komen.Op een flap staan onderstaande vragen. De jongeren komen n voor n voor de groep staan en presenteren de antwoorden. a) Heb je al eens gewerkt? Zo ja, waar? Zo nee, waarom niet? Wil je werken?b) Hoe ben je aan dat werk gekomen? c) Wat moest je precies doen?d) Wat vond je leuk en wat vond je niet leuk?

    Als de jongere nog nooit heeft gewerkt, stel de vragen dan zo, zodat de jongere iets kan vertellen over wat hij/zij graag wil en wat hij hier voor moet doen. Let bij het presenteren op houding, gezichtsuitdrukking, oogcontact, gebaren, stemgebruik. Laat de jongeren uit de groep reageren. Sluit af met feedback van de trainer en sluit af met iets positiefs.

    Opdracht: CV puzzel (Zie bijlage III)

    Doel: leren wat er in een CV staat en in welke volgorde De jongeren gaan in groepjes van 2 of 3 de CV in elkaar puzzelen. De trainer loopt rond en stuurt de jongeren aan. Wanneer iedereen klaar is, vertel dan de juiste volgorde en leg dit uit. Bespreek na afloop met de groep de vragen die tijdens het puzzelen naar boven zijn gekomen. Je kunt ook vragen stellen als: Welke hobbys zet je er wel en niet in? Welk lettertype gebruik je? Zet je er een foto in?

  • 15

    Pauze 60 - 70

    Werkinteresse in kaart brengen 70 - 110

    Filmpje: Brief schrijven 110 - 115

    Hoe schrijf je een goede sollicitatiebrief en hoe weet je wat daar in moet? Informeer of de jongeren hier ervaring mee hebben. Hebben ze hulp gehad? En wat moet je er eigenlijk in benoemen? Geef aan dat het altijd slim is om je sollicitatiebrief door iemand te laten controleren.

    Evaluatie en afsluiting 115 - 120

    Herhaal kort wat er is besproken. Laat de jongeren kort aangeven wat ze van de bijeenkomst vonden. Aangeven waar de jongere goed in is en waar de jongere nog aandacht aan kan besteden. De trainers maken aantekeningen.

    ThuisopdrachtDe jongeren krijgen een format van de CV door de trainers gemaild. De jongeren verwerken thuis de ingevulde CV op de computer en mailen dit terug aan de trainer of printen deze zelf uit en nemen deze de volgende keer mee.

    Opdracht: welk werk vind ik leuk? (Zie bijlage V) Doel: helderheid krijgen in wat de jongere wil en wat hij/zij belangrijk vindt. Hierdoor kunnen ze gerichter werk zoeken.

    - De jongeren krijgen twee vellen waarop woorden staan die met werk te maken hebben. - Ze strepen datgene door dat hun niet aanspreekt, waardoor datgene blijft staan dat hen

    wel aanspreekt.- De jongeren presenteren aan de groep wat hen aanspreekt.- Met elkaar bedenken welk soort werk daarbij past.

  • 16

    BIJLAGE III: CV puzzel

    Uitprinten op twee verschillende kleuren papier en in kaartjes knippen.

    Persoonlijke gegevens

    Werkervaring

    Opleidingen

    Hobbys

    Bijzonderheden

  • 17

    Naam Jaar Jaar

    Adres Naam school

    Postcode Plaats

    Woonplaats Soort opleiding

    Telefoonnummer Diploma

    E-mail adres Plaats

    Geboortedatum Bedrijfsnaam

    Geboorteplaats Functie

    Nationaliteit Functieomschrijving

    Burgerlijke staat Vaardigheden

    Jaar Jaar Kwaliteiten

  • 18

    BIJLAGE IV: CV invulformulier

    CURRICULUM VITAE

    Persoonlijke gegevens

    Naam

    Adres

    Postcode Woonplaats

    Telefoonnummer

    Geboortedatum Geboorteplaats

    Nationaliteit

    Burgerlijke staat

    E-mail adres

    Opleidingen

    (Jaar jaar) (School, plaats van de school, soort opleiding, diploma)

    Werkervaring

    (Jaar jaar) (Bedrijf, plaats, functie, wat houdt de functie in)

    Hobbys

    Bijzonderheden (= kwaliteiten, vaardigheden)

  • 19

    BIJLAGE V: Welk werk vind ik leuk?

    Ik wil graag werken met

  • 20

    Ik vind belangrijk

    Binnen werken

    Tijdelijke baan

    Vaste baan

    Buiten werken Met mijn handen werken

    Parttime baan

    In een winkel werken

    Niet te ver hoeven reizen

    Vijf dagen per we

    ek Samen m

    et andere werke

    n

    In mijn eentje werken

    Onder een baas werken

    Bij een groot bedrijf werken

    Iedere dag hetze

    lfde

    In ploegendienst werken

    Op kantoor werken

    Mijn eigen baas

    zijn

  • 21

    Onder een baas werken

    Derde bijeenkomst

    Kwaliteiten en advertenties zoeken

    Materiaal

    Cvs van de jongerenPost-itsStiften

    Terugblik vorige bijeenkomst(en) 0 10

    Laat een aantal jongeren vertellen wat we gedaan hebben. - CV gemaakt- Interesse in kaart gebracht en werk dat daarbij past

    Kwaliteiten 10 - 45

    Doel: bewust worden van je eigen kwaliteitenVraag: Wat zijn dat?Kwaliteiten zijn persoonskenmerken, goede eigenschappen die we mee krijgen bij onze geboorte. Vaardigheden is iets dat je hebt ontwikkeld en geleerd. Jongeren halen vaardigheden en kwaliteiten door elkaar. Dit is niet erg, ze hoeven het verschil ook niet precies te weten. Het is goed om even het verschil te noemen.

    Vraag: Noem eens voorbeelden van kwaliteiten/vaardigheden. Bijvoorbeeld geduld, creativiteit, overzicht, humor, moed, kunnen overtuigen,kunnen inleven, op tijd komen. Het is belangrijk dat je werk zoekt die bij jouw kwaliteiten past, dan voel je je meer op je plek. Ook willen werkgevers graag weten waar jij goed in bent. Door je eigen kwaliteiten te kennen, kun je deze noemen in het sollicitatiegesprek(zoz).

    Regionale kranten met veel advertenties (geschikt voor de jongeren) FlipoverBijlage V: droomvacature (uitprinten)

  • 22

    Om de jongeren vast op te warmen kun je een paar beroepen noemen en vragen welke kwaliteiten je daarvoor nodig hebt. Bijvoorbeeld:

    Pizzakoerier- Voorzichtig- Vriendelijk- Goed brommer rijden- Kaart kunnen lezen

    Aangeven dat de kwaliteiten die ze ontdekt hebben met dit spel kunnen noemen in een sollicitatiegesprek. Grote kans dat de werkgever daarnaar gaat vragen. Deze kwaliteiten kunnen ze op hun CV zetten onder bijzonderheden.

    Pauze (CVs met de jongeren bespreken, n op n) 45 - 55

    Opdracht: kwaliteitenspel

    - Je kunt de groep in tween delen (afhankelijk van de jongeren). Iedereen schrijft op post-its welke kwaliteiten zinvol zijn bij werk vinden en werk houden (evt. gebruik van kwaliteitenspel). Deze plakt hij/zij ergens op de tafel.

    - Wanneer iedereen klaar is met schrijven, schuift iedereen twee stoelen door. - De jongeren lezen een aantal kwaliteiten voor. - Laat een jongere een beroep kiezen. Iedereen plakt daar om de beurt een post-it bij.

    Je kunt meerdere beroepen kiezen als voorbeeld.- De jongeren kiezen twee of drie kwaliteiten uit die zij bij zichzelf vinden passen, maar

    die zij niet zelf hebben geschreven. - Vervolgens bespreken waarom zij die kaartjes kozen. Elke jongere vertelt eerst welke

    kwaliteit het meeste bij hem past en geeft daar een voorbeeld van. Iedereen komt om de beurt met een kwaliteit aan de beurt.

    - Daarna bespreek je de tweede en de derde kwaliteit. Op deze manier is niet n persoon te lang aan het woord en blijft de aandacht erbij.

    OptieLaat de jongeren hun kwaliteiten voor de groep presenteren.

    Vakkenvuller- Behulpzaam- Precies- Vriendelijk- Sterk

  • 23

    CVs bespreken 55 - 75

    De jongeren hebben thuis of op school hun CVs gemaakt op de computer. De CVs zijn naar de trainers gemaild of de jongeren hebben een papieren versie meegenomen. Deze hebben de trainers met de jongeren besproken in de pauze. Wanneer er punten zijn die voor iedereen interessant zijn, worden deze met de hele groep besproken. De trainers kunnen hierover een gesprek aangaan met de jongeren door te vragen hoe zij denken dat het moet.

    Voorbereiden zoeken van advertenties 75 - 100

    Vraag: Wat zijn advertenties? Dit zijn oproepjes waar in iets wordt aangekondigd, waaronder vacatures.

    Vraag: Waar kun je advertenties vinden? Schrijf de reacties uit de groep op een flipover. Optie: laat n van de jongeren dit opschrijven. Denk aan:

    - krant - huis aan huisblad - internet - in de winkels - jobcoach - CWI

    Vraag: Waar let je op bij het zoeken van advertenties?Schrijf de reacties uit de groep op een flipover. Optie: laat n van de jongeren dit opschrijven. Denk aan:

    - Functie - Werkzaamheden- Aantal uur - Per wanneer- Waar - Kwaliteiten- Bedrijf

  • 24

    Evaluatie en afsluiting 100 - 105

    Herhaal kort wat er is besproken. Laat de jongeren kort aangeven wat ze van de bijeenkomst vonden. Aangeven waar de jongere goed in is en waar de jongere nog aandacht aan kan besteden. De trainers maken aantekeningen.

    Thuisopdracht- De jongeren kunnen deze week thuis op zoek gaan naar een nog betere/leukere advertentie. - De jongeren passen hun CVs aan (wanneer nodig) en mailen deze naar de trainer.

    Opdracht: zoek de advertentie die bij je past

    Doel: De jongeren gaan op zoek naar een advertentie die past bij hun niveau, interesses en kwaliteiten. Deze wordt gebruikt voor het eindgesprek.

    De trainers nemen allerlei kranten, tijdschriften en internetadvertenties mee. De jongeren gaan hier in bladeren en zoeken naar advertenties die hen aanspreken en waarop zij zouden kunnen solliciteren. De advertenties die ze kiezen, geven ze aan de trainer die ze voor hen bewaart en volgende keer meeneemt.

    Opdracht: maak je eigen droomadvertentie (Zie bijlage V)

    Doel: jongeren beseffen wat ze graag zouden willen en wat ze kunnen

    De jongeren vullen het format in van de droombaan. Hierdoor krijgen ze een beeld hoe een advertentie tot stand komt en raken ze meer gemotiveerd om te gaan zoeken.

    Optie

  • 25

    BIJLAGE VI:

    Functie

    Bedrijf

    Aantal uur

    Per wanneer

    Waar

    Werkzaamheden

    Kwaliteiten

  • 26

    Vierde bijeenkomst

    Advertenties, telefoongesprek en kleding check

    Materiaal

    AdvertentiesBijlage VI: Belformats (uitprinten)

    Terugblik vorige bijeenkomst(en) 0 - 10

    Laat een aantal jongeren vertellen wat we gedaan hebben. - Kwaliteitenspel- Advertenties zoeken

    Advertenties bespreken 10 - 25

    De trainers zorgen ervoor dat zij zelf ook advertenties hebben, wanneer de jongeren er zelf geen hebben gevonden. Stel onderstaande vragen:

    - Hoe ben je te werk gegaan?- Waar heb je ze gevonden?- Kon je het makkelijk vinden? Waarom wel/niet?

    De jongeren lezen hun advertenties door. Stel de volgende vragen: - Om welke vacature gaat het? Waarom juist deze?- Wat kan je al?- Wat moet je nog leren? - Hoe ga je dat leren?

    Voorbereiden telefoongesprek 25 - 50

    Leg uit dat als een advertentie je wat lijkt, je dan eerst kan bellen om wat vragen te stellen. Hierdoor krijg je meer informatie en kun je alvast laten zien dat je genteresseerd bent. Zo laat je een goede indruk achter.

  • 27

    Pauze 50 60

    Opdracht: wat gaat er fout?

    Doel: jongeren zien op een grappige manier hoe het overkomt als je je niet goed voorbereidt De twee trainers doen een telefoongesprek voor aan de hand van een advertentie. De trainers doen veel fout. Vraag aan de jongeren wat er fout ging en wat er dan anders moet. De trainers doen nu wat de jongeren hebben geadviseerd. Vraag wat er nu goed ging?

    Opdracht: eerst voorbereiden, dan bellen (Zie bijlage VI)

    Doel: jongeren leren zich goed voor te bereiden en gaan zelfverzekerd een gesprek in.Bespreek wat je moet doen voordat je gaat bellen. De jongeren vullen het bel-format in.Denk aan vragen als:

    - Bel ik gelegen? - Met wie heb ik gesproken? - Op welk tijstip kan ik terugbellen? - Is de vacature er nog? - (als de jongere een afspraak maakt, schrijf hij/zij de datum plaat op.

  • 28

    Telefoongesprek 60 - 90

    Kleding check 90 - 100

    Het is belangrijk dat je verzorgd op een sollicitatiegesprek komt.

    Evaluatie 100 - 105

    Herhaal kort wat er is besproken. Laat de jongeren kort aangeven wat ze van de bijeenkomst vonden. Aangeven waar de jongere goed in is en waar de jongere nog aandacht aan kan besteden. De trainers maken aantekeningen.

    Opdracht: het telefoongesprek

    - Deel de groep in tween (of in duos/trios) en laat de jongeren een telefoongesprek oefenen

    - Vraag of n van de jongere de werkgever wil spelen. Schat in of ze dit goed zouden kunnen. Speel anders zelf de werkgever. Elke jongere komt als sollicitant aan de beurt.

    - De jongeren gebruiken hun belformat als uitgangspunt. Het telefoongesprek gaat over de vacature die ze hebben uitgekozen.

    - De jongeren krijgen feedback uit de groep. Verdeel de taken. (Iemand let op goede vragen die gesteld worden, iemand op het stemgebruik e.d.).

    Opdracht: raad de meest gemaakte fout

    Doel: jongeren beseffen dat zij verzorgd gekleed moeten gaan

    Laat de jongeren raden naar de top 5 meest gemaakte kledingfouten: 1. Te kleine of te ruime kleding.2. Vieze, gekreukte, versleten of ouderwetse kleding.3. Underdressed of overdressed zijn. Overdressed: in pak komen voor functie

    kassamedewerker. Underdressed: op je slippers en in korte broek .4. Slordig kapsel.5. Onverzorgde nagels, lichaamsgeur of zwaar parfum.

  • 29

    BIJLAGE VII: Belformulier

    Met wie ga je bellen? Nummer

    Van welk bedrijf?

    Wat wil je bereiken met het gesprek?

    Wat is je openingstekst? (wat ga je vertellen zodra er opgenomen wordt?)

    Welke vragen ga je stellen?

    -

    -

    -

    Welke vragen zou de persoon aan de andere kant van de lijn kunnen stellen?

    -

    -

    Wat was de uitkomst van het gesprek?

  • 30

    Vijfde bijeenkomst

    Solliciteren oefenen

    Materiaal

    Laptop, beamer, boxjes Filmpje: De sollicitatieGanzenbordspel

    Terugblik vorige bijeenkomst(en) 0 - 10

    Korte terugblik op vorige bijeenkomst.- Advertenties - Kledingcheck - Telefoongesprek

    Filmpje: De sollicitatie 10 - 15

    Je ziet hoe de sollicitatiegesprekken van twee jongeren verlopen. Niet alles gaat goed, soms hebben de jongeren zelf ook niet door dat ze zichzelf beter of anders kunnen presenteren. Geef aan dat veel van de gebeurtenissen door middel van een goede voorbereiding voorkomen kunnen worden.

    Voorbereiden sollicitatiegesprek 15 - 35

    In een sollicitatiegesprek worden er vragen gesteld door zowel de werkgever als door de sollicitant. De werkgever wil meer van jou weten en jij wilt laten zien dat je genteresseerd bent en wilt antwoord op een paar onduidelijkheden.

    Vraag: Welke vragen zou de werkgever aan jou kunnen stellen?Vraag: Welke vragen zou jij aan de werkgever kunnen stellen?Schrijf de vragen op een flipover. Je kunt ook vragen of een van de jongeren dit opschrijft.

    Herhaling filmpje De sollicitatie 35 - 50

    Advertenties en cvsEen werkgever (b.v. een collega)

  • 31

    Opdracht: Goed en fout

    Doel: De jongeren leren hoe het wel en hoe het niet moet in een sollicitatie-gesprek. Ze krijgen een beeld van hoe dit gaat.Bekijk nogmaals het filmpje en zet deze tussentijds stil. Laat de jongeren aangeven wat goed gaat en wat fout gaat.

    Optie

    Pauze 50 - 60

    Oefenen van het sollicitatiegesprek 60 - 95 Kort herhalen theorie.

    Vraag: Waar moet je op letten in een sollicitatiegesprek?- Houding- Stemgebruik- Luisteren

    - Vragen stellen- Kwaliteiten weten- Voorbereid zijn op de vragen die de werkgever kan stellen

    Opdracht: oefenen sollicitatiegesprek

    Doel: De jongeren ervaren hoe het is om een sollicitatiegesprek te voeren en bereiden zich zo goed voor.

    - Deel de groep in tween. - De jongeren gaan met een van de trainers het gesprek oefenen. Het gesprek wordt

    gevoerd aan de hand van de eigen meegebrachte advertentie, waar ze volgende week ook mee aan de slag gaan.

    - Vraag hoe de jongere het vond gaan. - De andere jongeren kijken en geven feedback. Elke jongere let op iets anders.

    Opdracht: quiz

    Doel: De jongeren herhalen alles wat in de training aan bod is geweest. Alle theorie komt in de vorm van een quiz aan de orde. Je kunt zelf allerlei vragen bedenken en de jongeren de antwoorden laten opschrijven. Turf bijvoorbeeld de juiste antwoorden.

  • 32

    Laatste voorbereidingen sollicitatiegesprek 95 -100

    Bespreek de laatste puntjes van de voorbereidingen voor het sollicitatiegesprek.

    Vraag: Waar moet je op letten bij de voorbereiding?- Zorg dat je de route hebt uitgestippeld (of ga de route vast een keer fietsen)- Neem het adres mee- Neem het telefoonnummer mee, zodat je kan bellen als er iets onverwachts gebeurt- Neem dus ook je telefoon mee (maar zet deze voor het gesprek wel uit)- Neem de advertentie mee en je CV- Zorg dat je goed gekleed bent- Zorg dat je uitgerust bent- Geef een stevige handdruk

    Voorbereiding volgende bijeenkomst 100 105

    Check de geboortedatum en -plaats voor het certificaat. Vertel dat volgende week een werkgever (acteur) is uitgenodigd om het sollicitatiegesprek te voeren. Deel de baanscore boekjes uit, zodat de jongeren zich kunnen voorbereiden op het sollicitatiegesprek.

    Evaluatie 105 - 110

    Herhaal kort wat er is besproken. Laat de jongeren kort aangeven wat ze van de bijeenkomst vonden. Aangeven waar de jongere goed in is en waar de jongere nog aandacht aan kan besteden. De trainers maken aantekeningen.

  • 33

    Zesde bijeenkomst

    Het sollicitatiegesprek

    Materiaal

    Certificaten (zie bijlage VII)Verslagen van de jongeren in een mapjeCVs

    Voorbereiden 0 - 15

    De jongeren rustig laten binnen komen. Gezellige relaxte sfeer neerzetten. Kijken of er nog vragen of andere dingen zijn. Kort herhalen waar ze op moeten letten:

    - Houding- Vragen die ze kunnen stellen en ontvangen- Kwaliteiten en leerpunten herhalen- Stevige hand geven

    Steek de jongeren een hart onder de riem.

    Sollicitatiegesprekken 15 - 45

    De officile sollicitatiegesprekken worden gevoerd waarbij een externe werkgever uitgenodigd is. Dit kan een collega zijn, of iemand die ervaring heeft met het voeren van sollicitatiegesprekken. De gesprekken duren ongeveer 7 8 minuten.

    - Voorstellen- Uitleg bedrijf- Uitleg functie- Vragen van de werkgever- Vragen van de werknemer- Afsluiting

    Feedback wordt alleen door de werkgever en de trainers gegeven. De overige jongeren kijken mee, maar geven geen feedback. Wanneer dit te spannend is, kan er ook voor gekozen worden om n jongere te laten meekijken. De trainers geven alleen positieve feedback. De werkgever is meer kritisch.

    Advertenties Werkgever (bij grote groep 2 werkgevers)Optie: leuke gadgets

  • 34

    Pauze 45 - 60

    Sollicitatiegesprekken 60 - 90

    De jongeren die nog niet zijn geweest, komen nu aan de beurt.

    Uitreiking certificaten 90 - 105

    Optie: Nodig ouders/groepsleiders/docenten uit. Je kunt de uitreiking doen onder het genot van een taart, lunch of een borrel. Deel de certificaten en verslagen van de afgelopen weken en eventueel gadgets uit. Het is extra leuk wanneer elke jongere kort wordt toegesproken.

    Evaluatie 105 - 120

    Wat vonden de jongeren van de training? Bijvoorbeeld: wat heb je geleerd?- Inhoud- Tijdstip- Duur - Sfeer- Begeleiding- Gebruik van de training in hun toekomst

  • 35

    Bijlage VIII: Voorbeeldcertificaat

    CERTIFICAATSollicitatie- presentatietraining Buzz

    .

    geboren op te

    heeft naar tevredenheid deelgenomen aan het project Buzz, op weg naar werk.

    In de periode van .tot en met

    heeft hij/zij zes bijeenkomsten gevolgd van twee uur.

    Deze bestond uit de volgende onderdelen: - Communicatie- CV en welke baan past bij jou?- Kwaliteitenspel en advertenties zoeken- Telefoongesprek en kledingcheck- Sollicitatiegesprek oefenen- Sollicitatiegesprek

    De volgende taken zijn met succes uitgevoerd: - Zichzelf voor de groep presenteren- Actief luisteren- Vragen stellen - Bewust worden van kwaliteiten/vaardigheden- Een persoonlijke CV maken- Bewust worden van werkvoorkeur- Feedback geven en ontvangen

    Trainer (naam organisatie) Trainer (naam organisatie)