Download - Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Transcript
Page 1: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

4 T r

- - J

-^ F 1

1

•- 1

-,V-

_ f

L 4

- ^ I. T

>"-JT.

r _p • L

_ ii

• *

••JA

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

F van Lanschot Bankiers

S I N D S 1737

Voor al uw bank- en assurantiezaken. 16 vestigingen.

Hoofdkantoor: 's-Hertogenbosch, Hoge Steenweg 29, tel. 15 34 61.

knikvoetjes... dan p iedro

kor rek t ie schoenen

Kom eens praten met Uw Piedro-dealer:

Tak SPECIAAL SCHOENEN Bilderdijkstraat 69 1053 KM Amsterdam-W. I tel. 124193-129465 '

Adem benemend

Het Amsterdam Diamond Cen­ter heeft de grootste collectie ringen, armbanden, colliers, horloges en siervoorwerpen van Nederland. Ook in de prijsklas­se die u in gedachte hebt. Wc hebben beroemde merken als Les Must de Cartier, Christian Dior en Van Cleef & Arpels. L* kunt bij ons diamantslijpers aan het werk zien en een film over diamant bekijken. Kortom: het Amsterdam Diamond Center is een adembenemende belevenis.

AMSTERDAM DI PuOND CENTER ZEVEN GENERATIES DIAMANT

P H ASSCHER DIRECTEUR Rokin 1 -5,1012 KK/Dam, Amsterdam, 020-24 57 87 Telex 17167 adc

(Ook op zondag geopend) Filialen Kalverstraat 56 / Nieuwendijk 1 4 0 / ^ Damrak 12

(Donderdag tot 21 uur open)

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

nederlands a u s c h w i t z c o m i t é

HERDENKINGSNUMMER Oplaag: 25.000 exemplaren

30e jaargang nr. 1, januari 1986 Verschijnt 6x per jaar

Secr . E. Furth, Diemerkade 43, 1111 AC Diemen, tel : 020-905310 Bankrek.' AMRO BANK, Dijk. van Baerlestr. 58, 1071 BA Amsterdam, spaarrek 40.01.75.088 Gem giro: 4875500, postgiro' 293087 t n v. NAC Redaktie- Drs Eva Tas, Amsteldijk 23, tel 020-795716, 1074 HS Amsterdam. Administratie krant: D. v Geens, Renkumhof 50, 1106 JB Amsterdam, tel. 020-972869.

Het wonder der herleving Aartsvader Abraham op Rembrandts ets onthaalt de goddelijke afgezanten die hem het wonder zijn komen aanzeggen: zijn eveneens hoogbejaarde vrouw Sara zou een zoon krijgen. Zal het onze hoogbejaarde wereld zo ver­gaan en zal er jong leven ontspruiten? 'Hou nou eens op met dat Auschwitz van jullie!' hoorde Henryk Broder in Frank­furt. Broder, een uit Polen afkomstige, in Duitsland opgegroeide Joodse publicist, die nu in Israël woont, signaleerde een 'platonische haat' tegen Joden niet on­danks, maar dankzij Auschwitz. Het is heel goed mogelijk tegen 'Ausch­witz' en toch antisemiet te zijn, lezen we in zijn artikel in Vrij Nederland van 14 december j.1. Bovenstaande rauwe uitla­ting acht Broder de authentieke stem van dat an tisemi tisme - vanwege - Auschwi tz. Als we de jeugd vertellen over de kampen, zeggen ze: jullie stakkers! meent onze vriend Teo Ducci. Maar het KZ was de eindfase na handenvol uitgestrooide haat. We moeten de jongen mensen van nu laten zien waartoe het onbegrip van hun toenmalige leeftijdgenoten heeft geleid. Het hele kampsysteem had immers ten doel waarden als vrijheid en menswaardig­heid af te schaffen. En juist om die waar­den te behouden kwamen toen vooral jonge mensen in beweging, in verzet. Er is verband tussen het cynische op­schrift 'Arbeit macht frei' op de kamp­poort en het bordje 'Verboden voor Joden' op straat. En zowaar: in München zijn onlangs stickers 'Koopt niet bij Joden' verschenen, uiteraard met hakenkruis. De plakkers kwamen cr, in 1985, met 200 DM boete af.

Rembrandt: Abraham ontvangt de drie engelen. 1656, ets en droge naald. Collectie Rem-brandthuis Amsterdam.

Hoogbejaard is intussen een deel van de -meestal loslopende - oorlogs- en nazimis-dadigers. Voor hun nestor, Rudolf Hess, deed Bondspresident von Weiszsacker met Kerstmis een goed woordje. Tegen Barbie, de slachter van Lyon en daar nu gevangene, werd nieuw materiaal aange­bracht. Een andere oude rakker, Erich Raja(kowitsch), eens juridisch adviseur van de Duitse bewindhebbers in Den Haag en persoonlijk verantwoordelijk voor dc deportatie naar Auschwitz van 82 Nederlandse Joden, werkte aan zijn rehabilitatie. Er werd gepoogd om hem zijn doctorstitel, die hem twintig jaar gele­den door een Weense rechtbank was ont­nomen, via de universiteit van Graz terug te geven. Het Nederlands Auschwitz Comité protesteerde tegen dit voor­nemen bij het Oostenrijkse ministerie voor wetenschap en wees erop dat in Nederland nog steeds een bevel tot inhechtenisneming tegen de oude nazi-jurist bestaat. De protestactie, die natuur­lijk vooral door onze Oostenrijkse vrienden werd gevoerd, had succes. Rajakowitsch krijgt zijn oude titel niet terug. Evenmin behoren de twee van Breda ooit vrij te komen, dat is geen schending van de rechtsstaat. Geen rechtsstaat kan hun misdaad noch doen boeten.

Pompeji en Amsterdam

Wij menen dat wij en niet alleen als restanten van een afgesloten periode iets mee te delen, iets te delen hebben. Weer komen we bij onze aartsvader Abraham en zijn wonder. 'Uit al die verhalen van mensen die een kamp hebben overleefd valt niets te generaliseren. Iedereen die het overleefd heeft is een uit­zondering; het was altijd een wonder, een

lotsbestemming.' Primo Levi, uit Turijn, che­micus en verzetsman, als Jood naar Aus­chwitz gestuurd en sindsdien veelbekroond Italiaans schrijver, dichtte 'op ongewisse tijd'. Hij vergeleek Anne Frank met het meisje in Pompeij wier omtrek in gips kon worden vastgelegd. 'Niets blijft onder ons van je verre zusje, het meisje in Holland, in­gemetseld binnen vier muren, die toch haar jeugd zonder dag van morgen heeft neerge­schreven. Haar stomme as is door de wind verstrooid, haar korte leven ligt besloten in een vergeeld schrift.' Een andere lotgenoot, de psychiater Musaph, heeft erop gewezen dat de door hem gesignaleerde grote veerkracht van de weinige overlevende Joden niet inhoudt dat de vervolging - kamp of onderduik - voor alle individuen of later voor hun gezin zon­der nasleep is gebleven. Toch heeft die veer­kracht menigeen ook een wonder geschenen.

Realistisch Het wonder waarover Abraham op Rem­brandts prent te horen kreeg heeft te maken met de figuren op een tekening in dit num­mer: de Arabieren in Jeruzalem. Een groot deel van Israëls bevolking bestaat uit over­levenden, d.i. ontsnapten aan de vernieti­ging, de massamoord. Zij kwamen naar het antieke heilige land, maar leeg was dat land niet. Yehoshafat Harkabi, hoogleraar politicolo­gie te Tel-Aviv, heeft in een lezing voor Joodse en Arabische leraren gezegd dat hij van Israël geen ethischer gedrag dan van andere staten verwacht. Te minder is dit te verwachten waar aan alle kanten geweld losbarst, aanslagen op de luchthavens van Rome en Wenen b.v., ter­wijl de kaping en het drama van de Achille

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

i W E i r

FIRET bv, Postbus45,3900AA Veenendaal, Holland

Boetiek Tric mode voor jonge mensen

Kinkerstraat 111 Amsterdam

Telefoon 18 62 03

69

Het werk van Clara de Jong k w a m tot stand tussen herfst 1982 en begin 1985. D e serie omvat 19 tekeningen (techniek krijt, formaat 65 x 50 cm) en 16 schilderijen (techniek olieverf, formaat 60 x 80 cm). In deze uitgave zijn reprodukties van alle tekeningen en in kleur vier schilderijen opgenomen.

Verkoopprijs ƒ 25,-

Uitgave Heiermann & Co CV Van Hallstraat 685 1051 HG A m s t e r d a m Tel : 020-84 05 05

U en ik we ten w a t een bril kost . Wij zijn misschien NIET het goedkoopst

maar WEL het zuinigst op uw ogen1

IJILIAUSBP 't Is maar wal je het belangrijkst vindt.

Omdat het beste voor uw ogen Hoofddorpplsin 12-14 1058 PD Amsterdam

pas goed genoeg is. Telefoon (020) 17 0431

Aangeboden door

G. A. K. O. Mister Groep

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Auschwitz Herdenking 1986 De 4lste Auschwitz-herdenking zal op zondag 26 januari plaats vinden. De eigenlijke herdenking wordt, zoals gebruikelijk, gehou­den op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Amster­dam bij het monument 'Nooit meer Auschwitz'. Daar zal A.S. Hermann, rabbijn van de Liberale Joodse gemeente Amsterdam, Kaddisj, het gebed voor de do­den, zeggen. De burgemeester van Amsterdam, drs. Ed. van Thijn, .zal een kort herden­kingswoord spreken. 12 uur: vertrek vanaf ingang Kruislaan voor de stille tocht naar

het spiegelmonument. Aansluitend: reünielunch in het RAI-restaurant, Europaplein, Amsterdam. 13.15 uur: zaal open. De lunch wordt aangeboden door het ge­meentebestuur van Amsterdam. Toegang alleen op vertoon van (gratis) toegangskaart. Kosjere lunch alleen voor wie vooraf heeft besteld. Aan het programma werken mee het koor van de Liberale Joodse Gemeente Amsterdam o.l.v. Ora Sofer en het Roemeense orkest van Andrei Serban.

Andrei Serban en de zijnen

Andrei Serban en zijn Roemeens orkest vormen een begrip, allang. Andrei speelde al viool in het orkest van zijn vader Gre-gor. Sinds 1970 is hij zelf orkestleider. Hij is grondig opgeleid aan het conservato­rium van Maastricht, waar hij nu zelf les­geeft. Een Roemeense collega daar, Nicolae Pirvu onderscheidt zich op de

panfluit. D e Nederlanders D o n Bies-broek op het cembalo, Jan Prent met con­trabas en Theo van Tol op accordeon completeren het gezelschap, dat zijn repertoire baseert op de Roemeense volksmuziek. En dat overal een succes oogst even bruisend als hun eigen spel.

f 1 Dank u!

Heel hartelijk dank voor de talloze blijken van warme belangstelling en grote sympathie die ik van u mocht ontvangen, zowel in het ziekenhuis en thuis. Het was en is een grote steun voor mi] en ik zal het niet gauw vergeten!

Eva Furth-Halverstad

V J

Hollandsche Schouwburg 1985

Bij het opruimen van een van de vele laad-jes in ons huis kwam ik een veelzeggende enveloppe tegen. Ik maak niet alle weken o f maanden zo een laadje schoon, maar het was alsof ik ertoe gedrongen werd. Die enveloppe bevatte een trouwboekje met foto. N u is natuurlijk een foto van vroeger vin­den niets bijzonders. Maar deze foto wel. Het was de trouwfoto van mijn man met zijn overleden vrouw (Sobibor). Het trouwboekje was een duplicaat, uitgereikt op 31 juli 1945. Zij waren getrouwd in juli 1942. In de Hollandse Schouwburg: daar was toen een filiaal van de Burgerlijke Stand. Hun kind (ook Sobibor) was geboren op 8 januari 1943. Maar de foto wijst uit dat dit toch iets is o m over na te denken. O p de foto staat mijn man met zijn vrouw en zijn vader op de stoep van de Hollandsche Schouwburg in de Plantage Middenlaan. Later zijn ze vandaar op transport gegaan. Toen ik alles goed had bekeken, kon ik er niet van slapen, want trouwen op deze manier is niet de gewone weg, dacht ik. Zodoende moest ik dit even op papier zetten. Ik vraag mij af o f nog meer mensen die in Auschwitz zijn geweest cn terug zijn gekomen, iets dergelijks kunnen na­vertellen. N u kan ik gaan slapen.

Esther van Geens-Flora

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Succes door

energie

HANDELSOPLEIDING Dinkgreve Praktijkdiploma's Boekhouden Talen Typen, Steno Middenstandsdiploma Ondernemersdiploma's (Erkende I.M.O.-opleiding)

NIEUW: Secretaresse notuleren

KANT.: WILLEMSPARKWEG 31,1071 GP AMSTERDAM

Boekhouden M.O. S.P.D. M.B.A. Marketing Informatica

761176 Vraagt prospectus

LES-ADRESSEN IN » ZUID * WEST * NOORD * AMSTELVEEN * PURMEREND * HOORN * ZAANSTAD Lid van de V.P.O.

Wereld's grootste speciaalzaak voor

Nappa en suède kleding

Exclusieve modellen en kleuren

NIEUWENDIJK 133-143

HET DUMPPALEIS Nieuwendijk 153 - Nieuwendijk 71

AMSTERDAM

De grootste en best

gesorteerde speciaalzaak voor

vrijetijdskleding

H.H. Emigranten 10% korting

GEDIPLOMEERDE r r P T i c i E N l s

TELEFOON 020-166927

SIMON SPEYER

N.Y.

Alphen aan de Rijn IMPORT - EXPORT

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Auschwitz: misdaad tegen de mensheid

Tentoonstelling in VN-gebouw New York

O p 10 december 1985 werd o m 17.00 uur in de hal van het gebouw van de Ver­enigde Naties (General Assembly Public Lobby) te N e w York een Auschwitz-tentoonstell ing geopend. Het heeft heel lang geduurd en er is heel wat werk verzet voor dat het zover was dat deze tentoonstell ing 'Auschwitz' Cri­mes against Humanity er was. (Auschwitz, misdaad tegen de mensheid.) Volgens de officiële aankondiging op­gezet door het Internationale Auschwitz Comité in samenwerking met het Poolse Auschwitz staatsmuseum en gesponsord door het Centrum voor Mensenrechten van de V N ter gelegenheid van 4 0 jaar bevrijding van Auschwitz en 40 jaar ver­klaring van de Rechten van de Mens. Reeds in 1980 werd er over een mogelijke tentoonstell ing - die achtereenvolgens op een viertal plaatsen in Amerika zou wor­den gehouden - gecorrespondeerd tussen het Museum Auschwitz enerzijds en enkele in Amerika wonende Joden. D e grote moeilijkheid was toen het vinden van sponsors voor de te verwachten grote kosten. Eén van degenen die zich daar heel erg voor heeft ingespannen is Mei Mer-mclstcin - ook lid van het Indernationale Auschwitz Comité en sedert kort ook bekend als de man die het proces gewon­nen heeft, tegen de z.g.n. historici in Ame­rika die beweren dat er in Auschwitz geen Joden vergast zouden zijn. Deze Mei Mermelstein had n.1. op eigen houtje reeds een (kleinere) tentoonstel­ling in elkaar gezet en deze in verschil­lende steden in Amerika getoond. In goede samenwerking tussen Maurice Goldstein als voorzitter en Mei Mermel­stein als Amerikaans lid van het Inter­nationale Auschwitz Comité, zijn toen de contacten gelegd met het secretariaat van de Verenigde Naties, met als resultaat de zeer goede tentoonstelling die dus op 10 december geopend werd. He t Nederlands Auschwitz Comité deed mij het niet alleen prettige maar ook vere­rende verzoek o m dat Comité bij de opening te vertegenwoordigen. Wij reis­den via Brussel. Onze gastheer in Brussel, de heer Monczyk, een Joodse gevangene, hoewel niet uit Auschwitz, had wel gelijk met mij in Gross-Rosen gezeten.

I nw i u r ~ ~ HJLAND

WWTERS M . A . TERESA éWEBOCKA AND PH DR FBANOSZEK PKB

/mm CURATORS mm n* « S W K ^ ^

PHOXa MANAGER H A . MAR» tBMCKI

i Naar de tentoonstelling

Mevrouw kwam haar bed uit en warmde nog gauw een pizza op die samen met wat versgezette koffie ons humeur wat op peil bracht. N a een tocht met veel moeilijkheden, waarbij alles verkeerd ging wat er maar verkeerd kon gaan, kwam ik op zaterdag 9 december in N e w York aan, met een gezelschap leden van de Belgische 'Stichting Auschwitz V.Z.W.'. O p zondagmorgen en maandagmiddag waren enkele bustochten door Manhattan georganiseerd, waarbij mij vooral opviel het grote aantal zeer grote warenhuizen en winkels waar de Chanoeka-kandelaar brandde. Voor iemand die zoals ik voor het eerst in N e w York kwam, was het een grote belevenis o m in deze imponerende stad rond te wandelen, maar op dinsdagavond had eindelijk de gebeurtenis plaats, waar­voor we waren gekomen: de opening van de Auschwitz-tentoonstelling. Bij deze opening werd gesproken door de secretaris-generaal van de U N O , Percz de Quellas, de voorzitter van het Internatio­nale Auschwitz Comité, Maurice Gold­

stein en Professor Eli Wiesel, voorzitter van de 'U.S. Holocaust Memorial Coun-sil'. Deze sprekers werden aangekondigd door de Vice-secretaris-generaal van de U N O , de Japanse Yasushi Akasli en de hele ceremonie werd verslagen door een van de vele N e w Yorkse televisie-sta­tions. D e redevoeringen waren alle even indruk­wekkend maar toch in het algemeen wel zo als je ze zo vaak hoort en ook verwacht. Maar de rede van Eli Wiesel was zo harts­tochtelijk dar die bij alle aanwezigen dui­delijk emoties opriep. D e zin die mij persoonlijk het meeste trof, was toen hij sprekende over de verschil­lende groepen van gevangenen in Ausch­witz , zoals: politieke, groenen, Jehovagetuigen, zigeuners die naast de Joden onder het regime leden, zei: 'Not all the victims were Jews, but all the Jews were victims!' (Nie t alle slachtoffers waren Joden, maar alle Joden waren slachtoffers.) Hij bracht hiermee onder woorden wat ik zelf in Auschwitz gevoeld heb en daar-

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

OOIT EEN VISA-RIJDER VAN QNZEGARAGENQTA'S ZIEN SCHRIKKEN? In tegenstelling tot andere nieuwe auto's weet u bij een Citroen Visa bij voorbaat dat de onderhouds­kosten bijzonder laag zijn. Na elke 15.000 km hoeft de Visa slechts 2 uurtjes onze werkplaats in voor onderhoud. En wat andere kosten betreft komt de Visa in onderzoeken als voordeligste in z'n klasse naar voren. De anti-roest bescherming is bewezen uitstekend, z'n verbruik aantoonbaar laag: 1 op 20,8 bij 90 km/h constant. Maak bij ons een vrijblijvende proefrit in de Citroen Visa en ontdek het grandioze comfort, de stille maar krachtige motor en de perfecte wegligging Met een Visa koopt u zekerheid.

CITROEN VISA! 7 UITVOERINGEN VA F 13.400,-* excl aflevenngskosten en ML-behandehng

Citroen en Toyota-dealer MOLENAAR Bachman Wuytierslaan Amersfoort

Dé specialist ARCHIEFVERNIETIGING

JO BLIK OUD-PAPIERHANDEL

Vliegtuigstraat 8 Telefoon 155358-b.g.g. 822268

Pegasus voor boeken tegen fascisme en racisme

N i e u w

Hansje Galesloot/Susan Legêne

Partij in het verzet De CPN in de tweede wereldoorlog 384 pagina's, incl. met eerder gepubliceerde foto's en documenten.

ƒ 3 5 , -(verschijnt 8 februari 1986)

Speciale aanbieding, alleen: februari 1986 het beroemde epos in drie delen van

Theun de Vries: Februari van ƒ 105 , - voor ƒ 69 ,90 Overal in de boekhandel

Uitgeverij Pegasus, Leidsestraat 25,1017 NT Amsterdam

Page 9: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

door was dat voor mij ook het meest ont­roerende moment. D e tentoonstell ing zelf is heel goed in elkaar gezet en geeft naast de (ons allen bekende) foto's van Auschwitz/Birkenau ook tastbare getuigenissen te zien, zoals grote vitrines met afgeknipte haren, bril­len, schoenen en andere zaken die bij de bevrijding in 'Kanada' gevonden werden en een compleet Haftlingspak. Ik weet niet wat mij het meest aangreep, een paar mooi verzorgde lokken tussen al dat haar, een klein kinderjasje o f die paar in­gedeukte fiber koffers met de namen erop van families die niet meer bestaan. Ik had dat allemaal al een paar keer in het Museum Auschwitz zelf gezien, en toch greep 't me weer naar de keel, meer nog dan al die foto's die toch zo'n goed en vooral compleet beeld gaven van wat Auschwitz was geweest. Voor de aanwezigen waren er verder grote aantallen goede brochures die aan de bezoekers aan deze tentoonstell ing - die tot 31 januari 1986 voortduurt - wor­den meegegeven.

Bij de opening waren er naast de Europese groep, ook veel Amerikaanse Joden aan­wezig. Met vele - mij tot op dat moment geheel onbekende voormalige lotgenoten heb ik daar kennis gemaakt. Hierbij valt mij telkens weer op, hoe dat gemeen­schappelijke lijden toch een sterke band

Toespraak van Elie Wiesel, naast hem Perez de Quillas en (goed zichtbaar) Maurice Goldstein.

vormt met mensen die je tot op dat moment niet eens kende. Tot mijn grote genoegen zag ik toch ook nog een goede bekende; mijn vriend Mei Mermelstein, wat mij een uitnodiging naar Californië opleverde. Er waren echter ook veel mensen die ik niet zo goed kon thuisbrengen, maar waarvan ik vermoed dat het mensen waren die werkzaam zijn bij de U N O : de Poolse vertegenwoordiging bij de U N O , waar Mermelstein mij aan voorstelden. Rest er nog te vermelden dat er naast deze

Auschwitz-tentoonstell ing ook nog de ontwerpen te zien waren, die waren ingezonden voor een Poster 'Auschwitz waarschuwt'. Hiervoor waren 539 ontwerpers uit 23 landen ingezonden en de beste daaruit waren hier ook tentoongesteld. Gezien de prominente plaats en de goede opzet van deze tentoonstell ing(en) ben ik ervan overtuigd, dat zij geheel aan hun doel zullen beantwoorden en ik ben erg gelukkig in staat gesteld te zijn van deze opening mee te maken.

Hans Bcckmann Nr . 45218

Vervolg van pagina 3

Lauro nog maar pas achter ons liggen. En moord op Israëlische toeristen. Plus dreiging met geweld, ook in ons land. Roerend is de verzuchting van de kleine Israëlische Semadar over de verhouding Joden-Palestijnen: 'Iedereen heeft gelijk en tegelijkertijd ongelijk. Ik weet dat terrori­sten slecht zijn. maar anderzijds, zij willen een eigen staat. En ik wect niet of wij niet net zo zouden denken. Wij wilden ook een staat.'

(Oorlogskinderen door R Rosenblatt)

Sjoah: bijna 10 uur

D e Sjoah, de vernietigingsramp - en niet de holocaust: een brandoffer heeft niemand van ons willen brengen - de film Sjoah heeft Nederland bereikt op de breedste schaal die mogelijk is: in de huiskamer. Terecht zijn er uit en voor onze kring bezwaren geop­perd. Niet alleen voor wie zelf dc loodzware herin­nering meetorst zijn deze beelden ondra­gelijk. Wij weten beter dan wie ook dat vaak een magische kracht ons weerhoudt die ver­maledijde knop om te draaien. Sjoah op de tv, dat betekent herbeleving, snerpende pijn, kervend verdriet.

Tegen onze mensen zeggen wij: hoe moeilijk het valt, kijk niet. Maar dat dit lange filmdocument (een tiende van het op­genomen materiaal!) bestaat is uitstekend. D e jongeren, die het eigenlijk niet wisten, de ouderen, die het liever zouden willen ver­geten, kunnen dit onvervangbare ge­tuigenis zien en ondergaan. Uitstekend, erg genoeg.

De Auschwitz-Lüge, de ontkenning van de genocide, de volkerenmoord op Joden en zigeuners, wordt bij tussenpozen in Europa gehoord. De Britse zogeheten historicus Irving verkondigt dat de Führer niet van de uitroeiing van de Joden wist. In dc V.S. heeft hij Hitier de grootste vriend van dc Joden genoemd. En toch leven er nu nog getuigen van de waarheid. Genoeg o m onge­vraagde registratie als Jood o f iets ver­gelijkbaars af tc wijzen.

'Het lijkt een droom. Ik kan het niet geloven, ik kan het niet begrijpen', heeft een hunner, Jules Schelvis, in april 1945, direct na zijn bevrijding, geschreven. Hij hervond nu zijn verleden in de filmbeelden. Dertig, veertig jaar later hebben dc weinige overlevenden van Treblinka, Sobibor of Bir­kenau niet zomaar hun geheugen uitgeput, zij hebben herbeleefd wat zij voor altijd had­

den willen vergeten. En Claude Lanzmann laat het zijn toeschouwers meebeleven. Laten zoveel offers niet voor niets gebracht, zoveel hartzeer niet voor niets geleden zijn.

Leefbare aarde

Wonderen van het leven, van toch nog blijven leven, van ondanks alles opleven, wonderen van de techniek. Het speelt zich allemaal om ons, met ons, in ons af. Span­ning en strijd, papieren en andere oorlog. Crisis op velerlei gebied. Op dc ach­tergrond, zoals wij in een krant lazen, de tikkende tijdbom van de kernbewa­pening. Tot in de ruimte toe. Wie nu pas het leven begonnen zijn hebben het niet eenvoudig. Natuurlijk bestaan er alle mogelijke tegenstellingen van belangen, van inzichten, van positie en doeleinden. Maar voor niets daarvan biedt geweld een oplossing en al helemaal niet een Sjoah op wereldnivo. Er is hoop gewekt door de wederzijdse nieuwjaarsgroet van de lei­ders van de supermachten via hun tv's. Het werd begrepen als een symbool. Voor het behoud van een leefbare aarde. Een herleving die een wonder op zichzelf zou zijn.

E.T.

Page 10: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Kunst is een weldaad op zijn tijd*

Het Kleurkatern van Vrij Nederland is eens per maand gewijd aan kunst

Driemaal voor hetzelfde geld:

1. Vrij Nederland, journalistiek het best ge­maakte weekblad

2. De wekelijkse VN-Boeken- 3. Het VN-Kleurkatern, eens bijlage: met de nieuwe per maand gewijd aan boeken van de week, Kunst achtergronden en nieuws

* Aldus H L Mencken, nadenkend over A Thing of Beauty is a Joy Forever

Speciale koopjes in de oudste stoffenzaak van

AMSTERDAM Eigenaar — Leo Horn

FERD. BOLSTRAAT 69 1072 LC Amsterdam — Telefoon 735403

f j O G I S T E t J ,

Ook voor uw geschenken.

Maasstraat 77 - Tel. 72 70 76 1078 HE Amsterdam

Dames,

alleen bij ons koopt u het voordel igst. Voor al uw stoffen

Linnaeusstraat 34

Amsterdam

Tel. 653116

STOFFEN HUIS

MARCUS

Bewakingsvormen, portiersdiensten etc. (als maatwerk uitvoerbaar in de

plaatsen waarin wi j zijn gevestigd);

alarmeringen (ontvangst/verwerking van alarmsignalen; stil alarmcentra­

le voor geheel Nederland).

B E V E I L I G I N G I ^ÊÊ0\ BEWAKING-ALARMERING B V A' 1902

Vestigingen: Amsterdam/Amstelveen, Rotterdam,

Alkmaar/Heerhugowaard, 's HertogenboschTi lburg,

Ni jmegen, Enschede/Hengelo

Hoofdkantoor: Vossiusstraat 8,1071 AB Amsterdam, Tel. 020-712711

E X C L U S I E V E H E R E N K L E D I N G E N - M O D E K a l v e r s t r a a t , 1 4 1 - 1 4 5 , A m s t e r d a m

Page 11: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Thuiskomst 1945 'Er zijn maar weinig ooggetuigenversla­gen die verder gaan dan bevrijding o f capitulatie. Over het thuiskomen sprak zelden iemand, behalve Joden in Polen en Rusland, want 'thuiskomst' was voor velen synoniem voor beledigingen en ver­drijving, voor moord en doodslag'. Aldus begint het Naschrift van het magi­strale boek van G.L. Durlacher, 'Strepen aan de Hemel'. Thuiskomst Wanneer dit blad verschijnt is het 41 jaar geleden dat velen van ons de eerste stap­pen op weg naar die thuiskomst aflegden. Anderen zetten die eerste stappen pas in april o f mei 1945. 'De haast o m in 1945 de bevrijde Joodse gevangenen terug te halen varieerde van land tot land, evenals het enthousiasme bij hun verwelkoming. Nederland nam een middenpositie in op de thermometer-schaal van menselijkheid'. D i t citaat staat in hetzelfde naschrift, een hoofdstuk dat overigens de moeite waard is los van het boek zelf bestudeerd te worden, want in enkele zinnen toont Durlacher de onver­schilligheid aan van de Nederlandse over­heid en van het overgrote deel van het Nederlandse volk. Vele van mijn kennissen en vrienden die het boek gelezen hebben antwoordden op mijn vraag wat hen in Durlachers boek het meest getroffen heeft met 'De Thuis­komst'. Ik ben dan ook van mening dat het de moeite waard zou zijn, nu het nog kan, een onderzoek aan dit onderwerp te wijden. N i e t o m nog eens aan te tonen dat we niet alleen tussen '40 en '45 door de regering in ballingschap verwaarloosd zijn, maar ook daarna. Wél o m overheid en bevolking van wat arrogantie af te hel­pen, en meer nog o m ook dat aspect van de Jodenvervolging eindelijk eens goed te documenteren. H o e slecht men in Londen geïnformeerd was blijkt uit het hoofdstuk 'Terugkeer' in Pressers Ondergang, deel II waar hij schrijft: 'Zij keerden terug in het Vaderland. D e bevrijden uit de kampen. D e overlevenden van de dodenmarsen. Langs allerlei wegen, soms rechte, soms omwegen, soms van heel ver, Zweden, Rusland, Noord-Afrika. Het waren niet veel, enkele duizenden, een vijf- a zesdui­zend; de cijfers hieromtrent geven niet veel houvast, maar het waren niet de 4 0 . 0 0 0 die m e n in januari 1 9 4 4 o p e e n Londens departement n o g m e e n d e te k u n n e n verwachten, (accentuering van mij, A.C.) Dat de Thuiskomst van de uit gevangenis en concentratiekamp terugkerende niet-Joodse gevangenen oneindig veel beter

verliep dan die van ons is vanzelf­sprekend, immers zij keerden terug naar hun eigen huis en hun eigen gezin. Ik ben van mening dat de thuiskomst van mijn vader en mij, en alles wat daar aan is voorafgegaan gerekend vanaf het mo­ment van onze bevrijding in Blechham-mer als typisch voor velen kan worden beschouwd.

Het begon al met onze bevrijding. O p een ochtend in eind januari 1945 liep als bij toeval een Russische patrouille door het kamp. Niemand sprak met ze, we keken er wat verdwaasd naar: onze bevrijding was een feit. Medische verzorging o f voedselvoorzie­ning bestond niet, we moesten voor ons zelf zorgen en zwierven enige maanden door het toenmalige Opper-Silezië. Eind februari begonnen de Russen enige orde in de chaos te scheppen, immers, er zwier­ven honderden mensen in dat gebied in die periode. We kregen een met de hand op kladpapier geschreven verklaring die ons vrijstelde van Russische arbeidsdienst. Het heeft niet altijd geholpen. A f en toe ging ik naar Kattowice en Sos-nowice o m bij één o f andere Joodse hulp­organisatie te trachten te vinden o f er al van repatriëring sprake was; medio april werd ons te verstaan gegeven dat we naar Kattowice moesten omdat onze terug­keer daar zou beginnen; de eerste oud­gevangenen bevonden zich al in Kattowice en in Odessa. En inderdaad, op 14 mei begon het eerste traject van onze terugtocht, per trein naar Odessa waar we in de ochtend van 20 mei aankwamen. Douchen, ontluizen, schoon ondergoed en de mededeling van een Russische officier dat we nog diezelfde dag naar het westen zouden vertrekken, 's Avonds werden we ingescheept op een Nieuw-Zeelands troepentransportschip, de Monoway. Het schip is nog steeds in de vaart.

Aan boord kragen we niet alleen een tan­denborstel maar ook ons eerste Rode Kruis-pakket. Enkele dagen later liepen we de Baai van Istanbul binnen, waar de Nederlandse consul ons via de boordradio enige algemeenheden toevoegde en vertelde dat diegenen die familie in Palestina hadden hun namen mochten opgeven. 27 mei kwam het hoogtepunt van de reis: Marseille. Toen het schip afmeerde aan een met vlaggen en bloemen versierde haven speelden muziekkorpsen het 'Wien Neerlands Bloed' en de Marseillaise. D e ontvangst was overweldigend; een welkomstwoord van de Nederlandse con­sul, een medisch onderzoek, fruit, wijn, bier en eten in overvloed. Waarschijnlijk is mijn liefde voor Frankrijk toen geboren.

Van het Nederlandse consulaat kreeg iedereen 100 francs, de joodse repatrian­ten bovendien nog eens 500 francs van een Joodse hulporganisatie. D e eerste registratie vond plaats. We kre­gen een Carte de Rapatrié van le Ministère des Prisonniers, Deportés et Refugiés. 'Wat is uw adres in Nederland?' 'Dat weten we niet'. 'Maar waar hebt u gewoond?' 'In Amsterdam, in de Majubastraat, maar dat huis zal wel bewoond zijn'. 'Als op uw woning andere mensen wonen moeten die er onherroepelijk uit'. Men gaf blijk uitstekend op de hoogte te zijn. (sic)

N a een diner in Marseille nog dezelfde avond per trein richting België, en wel naar Lustin in de Ardennen. Onderweg voorzagen enthousiaste Fransen en Bel­gen ons van brood, fruit en wijn. 29 Mei overnachtten we in een hotel in Lustin, waar we opnieuw geregistreerd werden, nu door een afdeling van de A.E.F. D.P. (Allied Expeditionnary Forces, Dis-placed Persons Registration Record). D e Nederlandse bijdrage bestond er uit er voor te zorgen dat voormalige officieren van het Nederlandse leger de juiste dis­tinctieven kregen en een aparte kamer. Opnieuw een registratie. 'Waar woont u?' 'Dat weten we niet.'

'Maar u komt beslist in uw oude woning terug.' D e volgende middag gingen we bij Eysden de Nederlandse grens over. Een enorme anti-climax. We hadden op een enorme ontvangst gerekend, tenminste gelijk aan die in Marseille. We dachten zelfs in de verte muziek te horen. Bij de grensover­gang niets. 'Misschien op het station van Eysden'. Nie ts .

D e trein reed door naar Maastricht. We mochten de trein niet uit, maar konden in de trein luisten naar een toespraak met veel cfTchés en veel Vaderland. Circa vijf maal werd het Wilhelmus op een kras­sende grammofoonplaat gespeeld, we werden getracteerd op een niet voor menselijke consumptie geschikte beker soep en wat blikken scheepsbeschuit. Het Vaderland verwelkomde zijn uit de dood teruggekeerde kinderen. D e afstand Maastricht-Vlodorp is ca. 45 km. D e trein, met ons er nog steeds in, deed de hele nacht over die afstand. In de ochtend van 31 mei kwamen we in Vlo­dorp aan, vanwaar we met legertrucks naar de Ernst Casimir kazerne in Roer­mond werden gebracht. Het Nederlandse leger wist niet goed wat het met ons aan moest, maar we mochten ons wel vrij bewegen. Vandaar dat mijn

Page 12: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Diamonds Direct Herman Schipper BM

Waar uw sieraad een belegging en uw belegging een sieraad is.

Official Omega-, Juvenia- and Ebel dealer. Heihgeweg3.Tel 020-236572 RokmII.Tel 020-237869 Amsterdam

E C H T W A A R

V O O R J E G E L D . H E M A

I C O D O Het ICODO (Informatie- en Coördi­natie Orgaan Dienstverlening Oor­logsgetroffenen) geeft ook in eigen beheer brochures uit. Het laatst verscheen 'De Joodse na­oorlogse generatie in Nederland' in verband met het congres op 1, 2 en 3 mei 1984 te Bergen gehouden. Verder verschijnt viermaal per jaar ICODO-info met verslagen en overi­ge ons interesserende gegevens.

Elke destijds vervolgde of anders door de oorlog getroffene kan voor inlichtingen bij het ICODO terecht. Het adres is:

Stichting ICODO Willem Barentszstraat 31c 3572 PB Utrecht, tel. 030-730811

Page 13: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Na Jan Rogier Wij hebben een vriend verloren - veel en veel te vroeg. Terwijl dit blad ter perse lag, kregen wij het ontstellende bericht van de dood van Jan Rogier. Het december-nummer van Heidens had­den wij juist ontvangen. Deze uitgave van het Lau Mazirelfonds over nomadisch levende mensen was dus zijn zwanezang. Jan Rogier was een strijdbaar, meelevend en bescheiden mens. D e leegte die hij ach­terlaat is niet te vullen. We kunnen alleen proberen in zijn geest voort te gaan. Dit dubbelnummer is een waardevol, zij het niet vrolijk stemmend document. Het geeft een historisch overzicht van leven en toestand van zigeuners en van de con­gressen die zij hielden o m internationale contacten te leggen sinds 1960 (Parijs,

Londen, Genève, Gött ingen) . D e bedoe­ling is in Nederland levende zigeuners ideeën over organisatie en actie elders aan de hand te doen. Laten zien wat mogelijk is. In letterlijk alle landen zijn de zigeuners verjaagd en erger: ook in de laat­middeleeuwse Nederlanden en in de 18e eeuw nog in de Nederlandse Republiek. Wat men zelforganisatie van zigeuners noemt stuit telkens op nauwelijks over­komelijke moeilijkheden. In Duitsland hebben dc Sinti en Roma een 'Zentralrat', een begin van organisatie geschapen. N i e t overbodig! In de Bonds­republiek worden registers en reglemen­ten van het naziregiem immers nog gebruikt en toegepast. 'Wiedergutma-chung', schadeloosstelling, wordt deze nazi-slachtoffers, soms oud-Auschwitzers, vaak onthouden omdat zij niet rassistisch vervolgd, maar crimineel zouden zijn. Twee organisaties moesten in 1979 nog

van de regering te Bonn eisen dat deze de volkenmoord door het Derde Rijk op zigeuners zou erkennen - en daarmee hun recht op schadeloosstelling. In 1979 werd ook voor het eerst een her­denking van en voor zigeuners gehouden in Bergen-Belsen. Willy Brandt en Si-mone Veil, toen voorzitster van het Euro­pese parlement en oud-gevangene van Auschwitz, waren erbij.

E.T.

vader en ik op zoek gingen naar een Joods gezin, dat we inderdaad vonden. Deze mensen waren in staat ons te vertellen waartoe de Nederlandse overheid tot dus­verre niet in staat was gebleken: zij had­den een lijst waaruit bleek dat mijn moeder nog in leven was; zij was in in Theresienstadt gebleven. 2 Juni 1945 o m 9 uur 's morgens werden we met nog enkele honderden met legertrucks naar een verwoest en verlaten Arnhem gebracht. Daar werd ons mee­gedeeld dat we nu maar verder zelf thuis moesten zien te komen.. Wat 'thuis' was en hoe we daar moesten komen werd met grote discretie aan onze eigen fantasie overgelaten. Liftend bereikten mijn vader en ik 's avonds tussen 7 en 8 uur Amster­dam waar we tijdelijk door buren werden opgenomen.

Direct na aankomst in Amsterdam heb­ben we ons op het politiebureau Lin-naeusstraat gemeld. Dat zou wel nodig zijn in verband met distributiekaarten en zo. Men wist evenwel niet wat men met ons aanmoest. 'Probeert u het morgen eens op het Cen­traal Station, ik ge loof dat daar iets is', aldus de dienstdoende wachtcomman­dant. D e volgende dag, op het Centraal Station, was ons welkom een N.S.-beambte die opmerkte dat 'die heren wel een sigaretje voor hem zouden hebben'. Op het C S . was inderdaad een repatrië-ringsdienst en een distributiekantoor. Ik was nog net geen 18 jaar en kreeg dus een snoepkaart i.p.v. een rookkaart. Ach­tergrond speelt geen rol, alleen regels. Z o werkte dat.

Er was ook een mogelijkheid op het C S . brieven en boodschappen af te geven voor familieleden die men terug verwachtte. Twee brieven hebben we afgegeven voor mijn moeder. Toen ze twee weken na ons op het zelfde adres aankwam waar wij logeerden waren haar eerste woorden: 'Ik ben alleen, Abram en Jopie zijn er niet meer'. Geen van onze boodschappen had haar bereikt en van enig systeem was ken­nelijk geen sprake. Kafka 1945. Durlacher heeft in zijn eerder genoemde boek een ontroerend verhaal over een paar schoenen.

Ik was in Amsterdam aangekomen met twee niet bij elkaar horende schoenen en een onderweg gestolen oud Engels legeruniform. Dank zij een opgedoken neef en wat kleren van een gedeporteerd familielid liep ik er na enige dagen weer enigszins fatsoenlijk bij. Mijn vader en ik zijn toen naar onze voor­malige werkgever gegaan, een grote machinefabriek in Amsterdam. Doe l van onze tocht: zien o f we weer aan het werk konden, en zo mogelijk een voorschot o f achterstallig salaris vragen. 'Jullie hebben weer alles, je zit goed in het pak' kreeg ik te horen. En op ons verzoek o m een voorschot: 'Waarom, jullie heb­ben toch al die tijd onderdak en voedsel gehad?'

Bij Volkshuisvesting o f hoe dat toen ook geheten heeft kregen we na lang in de rij staan een formulier. Van enige prioriteit was geen sprake. Bij Volksherstel kregen we ook een formulier. Het enkele jaren geleden in de Haagse Post verschenen artikel getiteld: 'Waarom

moest uitgerekend mijn Jood terug komen' had op ons kunnen slaan. Mijn moeder herkende haar linnengoed. 'Er is meer gelijk dan eigen', (een Amster­damse uitdrukking) D e bibliotheek van mijn o o m was geheel verdwenen. 'Hij heeft gezegd dat we mochten nemen wat we wilden'. Hij heeft nooit iets kunnen zeggen, hij is op 14 juli 1942 tijdens een razzia opgepakt en we hebben nooit meer iets van hem ge­hoord.

Thuiskomst. Het leven van mijn ouders was vernield, ze zijn nooit over het verlies van hun familieleden heengekomen. In een 'Brief aan een oud kampgenoot' (Vrij Nederland van 6 december 1947) zegt Ed Hoornik: 'Ze (de Nederlandse regering) hebben ons laten verrekken'. En iets verder in hetzelfde artikel: 'En al die instanties stapelden de ene nalatigheid op de andere, én de regering, én het Londen Comité en het Nederlandse Rode Kruis; ze hadden geen initiatief, geen fantasie, geen moed.' D c geschiedschrijver is verplicht zijn vooroordelen in bedwang te houden en zo objectief mogelijk te zijn. Maar het wordt hem soms wel erg moei­lijk gemaakt.

amsterdam, november 1985 Ab Caransa

Geraadpleegde literatuur G. L Durlacher, Strepen aan de hemel Meulenhoff Amsterdam. Ed Hoornik, Journalistiek proza en brieven Meu­lenhoff Amsterdam Primo Levi, If this is a man/The Truce. Penguin Modern Classics.

Page 14: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Romantiek in het hart van Amsterdam.

Marriotfs Candlelight Buffet, elke u arriott zaterdag-en zondagavond. H o r E L

Stadhouderskade 21. Voor reserveringen (020) 83 51 51.

A l s A m s t e r d a m j e r a a k g

m a g j e H e t P a r o o l n i e t m i s s e n .

Bel nu: 020-562.6266 voor gratis proefnummers!

Voor de prijs van een lunch, krijgt u er zondags nog een ontbijt bij ook. En dat noemen we dan brunch.

AMSTERDAM

Marriott W ^ H O T K L

Stadhouderskade 21. Voor reserveringen (020) 83 5151.

Page 15: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Over mijzelf L. de Jong

Ik heb de afgelopen jaren in enkele inter­views over mijn persoonlijke gevoelens en problemen gesproken met een openhar­tigheid die ik bewust heb nagestreefd. Ik heb dat gedaan o m twee redenen. D e eer­ste is dat ik vind dat een historicus als ik, wiens taak, wiens vaak moeilijke taak het is, in openhartigheid over andere mensen te schrijven, die openhartigheid niet uit de weg mag gaan wanneer zij hem zelf be­treft. D e tweede reden is dat ik vind dat mensen (mannen meer dan vrouwen) vaak zichzelf schade toebrengen door te zwijgen over hun gevoelsproblemen - wie dat vindt, dient te tonen dat het ook anders kan. Daarom wil ik, ook hier, over mijzelf spreken, niet omdat ik mijzelf als mens belangrijk vind, maar omdat ik meen te mogen zeggen dat mijn werk belangrijk is en dat werk heeft een relatie met mijn persoon.

Ik heb, gelukkig, door de oorlog maar weinig vrienden en vriendinnen verloren. Voorzover zij van Joodse afkomst waren, hebben zij de onderduik doorstaan. Wel heb ik verloren mijn vader, mijn moeder, mijn tweelingbroer, mijn zestien jaar jon­gere zusje en bijna al mijn familieleden met inbegrip van mijn schoonzuster. Het is normaal voor de mens o m zijn ouders en zijn ooms en tantes te verliezen - mijn ver­liezen waren, als die van zovelen, in de hoogste mate abnormaal. Mijn broer, die als onderzoeker op medisch-wetenschap-pelijk gebied de grondslag had gelegd voor een briljante carrière, is eind maart '45 het laatste gesignaleerd in een van de Aussenkommandos van het concentra­tiekamp Dora in de Harz - waar, wanneer en hoe hij omgekomen is, weet ik niet en zal ik nooit weten. Zijn vrouw is be­zweken in Auschwitz. Mijn vader, moe­der, mijn zusje en bijna al mijn overige familieleden zijn, met meer dan dertigdui­zend andere uit Nederland gedeporteer­den vermoord in Sobibor - hoe vermoord, heb ik in deel 8 van mijn werk beschreven, moeten beschrijven. Het was mijn taak. Wat het gezin betrof waarin ik was opge­groeid, stond ik na de bevrijding alleen. Innerlijk niet geheel onvoorbereid, want ik wist sinds de lente van '43 min o f meer wat er in de Duitse vernietigingskampen gebeurde. Maar toch: alleen, geamputeerd als het ware, afgesneden van mijn jeugd. Er was geen afscheid geweest. Er was geen graf. Dit was, dit is, onaanvaardbaar. Hiermee bedoel ik: ik kan mij er niet mee verzoe­nen. Men zegt: de tijd heelt alle wonden.

N i e t deze. Ze zijn er te onnatuurlijk voor. Ben ik gevlucht in mijn werk? Ik meen van niet. Ik van van nature werk­zaam. Ik heb het immen­se voorrecht gehad dat ik niet persoonlijk, di­rect, aan eigen lijf, aan ei­gen ziel, de bezetting en de vervolging, de vrese­lijke problematiek van de Joodse Raad, de on­derduik dan wel de de­portatie heb moeten on­dergaan. Mijn eigen ge­zin was ongeschonden en ik vond in Nederland na de bevrijding de taak die ik in Londen al had be­geerd. Maar wanneer ik zeg dat ik van nature werkzaam ben, betekent dat nog niet dat ik zou willen ontkennen dat er een directe relatie is tus­sen de mij toegebracht verliezen en de mate waarin ik mij van meet af aan en nu al bijna veer­tig jaar lang, aan de mij toevertrouwde taak gegeven heb. Mijn energie telt vele componenten. Er is vreugde in het werk zelf, namelijk de spanning van het onder­zoek en de tegelijk wetenschappelijke en artistieke opgave van het uitbeelden; er is de voldoening over de weerklank die dat werk van meet af aan heeft gevonden. Maar er is ook de component van het ver­driet dat, ik weet het, op de meest onver­wachte momenten met onweerstaanbare kracht kan doorbreken, maar, zo voel ik het, toch eerder op de bodem van mijn ziel aanwezig als een bron van energie. Gesu­blimeerd verdriet heb ik mijn werk wel genoemd. Dat is beter, o f beter: dat is het óók, en ik beleef dit zelf als een vorm van verwerking die, daar ben ik zeker van, nooit volledig zal zijn. In die zin zullen wij, denk ik, ook als volk het verleden van de Tweede Wereldoor­log nooit volledig verwerken, d.w.z. als een normaal element integreren in ons bestaan - het is er, voor velen, te abnor­maal voor geweest en juist die abnormali­teit is sinds jaren in de media (dan denk ik in de eerste plaats aan het zo indringende medium van de televisie) voortdurend onderstreept. Men veronderstelt wel: nu is het afgelopen - met al die aandacht die de Tweede Wereldoorlog naar aanleiding van de veertigste herdenking van de bev­rijding, misschien zelfs overschreden. Ik ge loof daar niets van. Dat dacht ik zelf vijftien jaar geleden, in zeventig. Het is toen pas echt begonnen. Daarmee wil ik

niet beweren dat pers, radio en televisie zullen voortgaan met in gelijke mate the­ma's uit de periode van het nationaal-socialisme te behandelen, maar de verwachting dat zij uit de aandacht zullen verdwijnen, lijkt mij ongemotiveerd. Jon­geren die de Tweede Wereldoorlog niet hebben beleefd, ja zelfs jaren nadien pas werden geboren, hebben er de speciale betekenis van leren onderscheiden - ik kan mij niet voorstellen dat de gol f van toenemende belangstelling die zich in de jaren zestig begon te verheffen en die na zeventig nog hoger is geklommen, opeens zal doodlopen op een breed strand van onverschilligheid. Denkbaar is het dat de belangstelling ietwat zal verminderen, maar verdwijnen zal zij niet en als daar niet het element in steekt van een vlucht uit de gecompliceerde werkelijkheid van de wereld-van vandaag, dan juich ik dat alleen maar toe. Bezinning immers op wat de toenmalige Duitsers en de toenmalige

Japanners ons hebben aangedaan, is impliciet steeds een bezinning op de door hen toen aangetaste normen van mense­lijkheid en waarden van een democrati­sche samenleving en juist dat proces van bezinning is het dat ik, los van alle partij­politieke gebondenheid, zie als een bij uit­stek waardevol element in onze samenleving.

Met vriendelijke toestemming van de auteur ontleend aan 'Onverwerkt ver­leden' 1985

Page 16: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

K e e s i n g s His tor isch A r c h i e f b u n d e l t n i e u w s

d a t d e w e r e l d b e w e e g t .

W i e p l a a t s t k e r n r a k e t t e n in W e s t - E u r o p a . . . .en w i e n i e t ?

Elke dag: de kranten, de radio, het TV-journaal. Aan het eind van de week gevolgd door magazines en opiniebladen. Een continue stroom van meningen, feiten en achtergron­den. Doorspekt met advertenties en het nieuws van alle dag.

U selecteert. U leest. Maar, als u het over een paar maanden nog even wilt nalezen, kunt u het dan nog vinden?

Al meer dan 53 jaar vormt Keesings Historisch Archief een betrouwbaar en objec­tief oriëntatiepunt in de maalstroom van infor­matie. Het Historisch Archief verschijnt in wekelijkse afleveringen die in een praktische opbergband kunnen worden opgeborgen.

Tezamen vormen ze een waardevolle informatiebron, waarin u moeiteloos het gewenste nieuwsbericht kunt opzoeken.

Politiek, economisch en sociaal. Puur objectief en ter zake. Waar mogelijk met de let­terlijke teksten van verklaringen, redevoerin­gen, rapporten en verdragen. Aangevuld met relevante achtergrondinformatie.

Zo beschikt u over een voortreffelijk naslagwerk met alle feiten waarop een gefun­deerde opinie berust.

De regelmatig verschijnende index, en het jaarlijks uitgebrachte namenregister, maken u het raadplegen gemakkelijk.

K e e s i n g s H i s t o r i s c h A r c h i e f R e p r o s p e c t i e f v a n h e t w e r e l d n i e u w s . KEESING

SPECIAAL AANBOD Als u zich nu abonneert op de jaargang 1986, kunt u gebruikmaken van onze speciale aanbieding: alle verschenen en nog te ver­schenen wekeli/kse afle­veringen van 1985, incl. fraaie opbergband, voor slechts

BON voor he t nieuws d a t d e were ld b e w e e g t .

Onderstaande bon in enveloppe, zonder postzegel opsturen naar: Keesing B.V., Antwoordnummer 10001, 1000 PA Amsterdam. Telefoon 020 - 5641222. (s.v.p. invullen in blokletters).

N a a m

Adres

m/v

Pos tcode /p laa ts I

Beroep I 1 I I

Onderw i j s i ns te l l i ng

D a t u m I I [ I

Hand teken ing

W e n s t to t wede ropzegg ing , me t i ngang van heden. • Een j a a r a b o n n e m e n t op Kees ings H i s t o r i s c h Arch ie f ad . / 227,50 per jaar met i ngang van 1986, inc lus ie f opbe rgband en BTW r of een s t u d e n t e n a b o n n e m e n t ad . / 192,50 per jaar inc lus ie f opbe rgband en BTW 11 desgewens t ha l f jaar l i j kse b e t a l i n g 2 x f 118,50 inc l . n en maak t bovend ien gebru ik van het a a n b o d o m de gehe le j aa rgang 1985 aan te s c h a f f e n voor de spec ia le pr i js van / 79,- inc lus ie f o p b e r g b a n d . NAC

Page 17: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

De tijd heelt niet alle wonden E.A. Cohen

Voor een aantal oudere mensen, laten we zeggen ouder dan 50 jaar, valt het leven uiteen in een periode vóór en een periode na de oorlog. Daar tussenin ligt dus de Tweede Wereldoorlog, een tijd die voor velen met spanningen is gepaard gegaan. Uit de aard der zaak is deze stress niet uniform. Ik weet niet of voldoende aan­dacht wordt geschonken aan het feit dat er kwalitatief en kwantitatief verschil be­staat in de stress die deze mensen hebben ondergaan. Z o kan men op geen enkele manier de stress vergelijken van iemand die illegale kranten bezorgde met die van een overvaller op het bevolkingsregister te Amsterdam. O m de stress te kunnen beoordelen - want vergist u niet: deze is blijven bestaan - moet ze invoelbaar, voorstelbaar zijn, en dit is nu juist niet het geval met de stress die het gevolg is van het leven in de concentratiekampen. Wij, ex-concentrationnaires, kunnen onze wonden de 'leek' niet uitleggen, niet be­grijpelijk maken omdat hetgeen zich daar heeft afgespeeld buiten het menselijk voorstell ingsvermogen valt. Hoe kan ik iemand de ellende voelbaar maken die je ondergaat als je van 's avonds tot de vol­gende ochtend h o o g in Oostenrijk in de 'Nachtschicht' lorries met grint vol moet scheppen, zonder voldoende eten, ge­kleed in een pyama, bij een temperatuur van 15° onder nul. Ieder verhaal en iedere film die een concentratiekamp willen weergeven, zijn vantevoren tot misluk­king gedoemd doordat deze wer­kelijkheid niet weer te geven is. Voor mij kwam als ongevraagd bewijs de TV-reportage over Ethiopië. Het waren geen figuranten die over het scherm gingen, maar echte mensen, skeletten met huid bekleed; toen realiseerde ik mij dat ik er net zo heb uitgezien in het voorjaar 1945, als 'Muselman', zo noemden wij de sterk vermagerde gevangenen. Maar ik had het nog slechter dan deze zielige Ethiopiërs, want ik moest ook nog hard werken en ik leed onder de hevige kou. Wat was dan wel het erge in de concentra­tiekampen? 1 ^ e t begon ermee dat alles wat je bezat, tot en met je haar, je werd afgenomen. En als je naakt was, werd je na een douche weer opgebouwd. Je kreeg 'Haftling' - kleren toegegooid, je kreeg een nummer en was een nummer: je naam als identiteit was je afgenomen. Je moest alle bevelen gehoorzamen van de SS cn van leidinggevende gevangenen zoals de Blockalteste en de Kapo - de machtige basis van het werkcommando. Hoewel ik arts ben, moest ik zwaar lichamelijk werk

doen. Wat was het moeilijk een volgela­den kruiwagen op de straal te houden, hij gleed er vaak af. En dan die soms urenlang durende appèls. En het eten; de spanning, krijg ik de schep van boven, dun, o f van onder, dik met voedingswaarde. Met tril­lende handen hield ik de etenskom bij de soepuitdeler: 'Oh God, laat het een goede schep zijn,' smeekte ik, want het kon een dag leven betekenen. Al mijn medische kennis bracht ik in, trachtte de calorieën te berekenen die ik moest uitgeven en die ik naar binnen kreeg. Elk moment van rust benutte ik o m calorieën te besparen. Volgens mijn berekening zou ik het tot eind mei 1945 kunnen uithouden. D e SS, de machtige op aarde voor mij, ontweek ik zoveel mogelijk, maar bij een ontmoeting deed ik Duits, ik klapte hoor­baar met de hakken, stond stram en riep luid: 'Jawohl, Herr Sturmmann.' Een wenk van hem was een bevel voor mij want hij was heer en meester over mijn leven. En vergeet dit niet: ik wilde over­leven! Je moest steeds op je hoede zijn, de aandacht geen moment laten verslappen, voortdurend op zoek naar eten, je normen verlagen, helemaal op je eigen belang gericht zijn, dit was het leven van velen m het kamp, het Haftling-lot. Maar, alsof dit niet voldoende ellende was, ik ben ook een Jood, die volgens de nazitheorie tot een minderwaardig soort mensen be­hoorde met wie men slechts een ding kon doen: uitroeien. Als Jood was ik met een gele driehoek extra getekend en als zoda­nig behoorde ik tot het vuil der aarde. 2

Op grond van 'Die Endlösung der Judenfrage' - de nationaal-socialistische camouflage voor de Jodenmoord - heeft Nazi-Duitsland miljoenen Joden gemi­trailleerd, vergast, uitgehongerd. Van de 140.000Joden die mei 1940 in Nederland woonden zijn 104.000 vermoord, met als enige verklaring: het waren Joden. Hoe haalt een mens het in zijn hoofd, hoe krijgt één man, Hitler, een heel volk en dan nog wel het hoog beschaafde, h o o g culturele Duitse volk in deze waanzin mee?

Van schuldgevoel is zelfs nu nog meestal geen sprake. Zoals een SS-er, die in de dodenfabriek Sobibor van begin tot eind had meegedaan tegen mij zei: 'Maar wat had ik dan moeten doen, het was bevolen en ik had toch een gezin.' Het krankzin­nige was dat hij ontkende een antisemiet te zijn. Toen ik nogal verontwaardigd rea­geerde: 'Maar waarom hebt u dan mee­gedaan?', antwoordde hij: 'Het bevel kwam van boven, het was niet mijn idee.' 3

Dat hij een eigen verantwoordelijkheid

voor zijn daden had, kwam niet in hem op. In schrille tegenstelling hiermee staat het schuldgevoel dat sommige verzetsstrij­ders hebben omdat ze niet méér voor de Joden hebben gedaan. O f mijn eigen schuldgevoel over daden die ik in de kam­pen gepleegd heb. O f dat van Joden die zich nog afvragen waarom zij het wel heb­ben overleefd en zovele anderen niet. D e kans dat men met ex-concentra­tionnaires in de praktijk te maken krijgt, is niet erg groot, want op het totaal van de Nederlandse bevolking vormen ze een klein percentage. Van de 29.000 gedepor­teerde politieke gevangenen zijn 7.000 gerepatrieerd, van de 110.000 gedepor­teerde Joden 6.000. Tussen deze twee groepen bestaan grote verschillen. De politieke gevangenen hadden zich tegen dc Duitse bezetter verzet, zij wisten waarom zij in de concentratiekampen zaten, zij hadden min o f meer bewust dit risico genomen. D e 'misdaad' van de Joden was dat zij Joden waren en ze wer­den daarom gepest, getreiterd, bechica-neerd, en van alle inkomsten, bezittingen en rechten beroofd. We waren vogelvrij, werden op straat opgepakt, uit onze huizen gehaald en tenslotte naar de dodenfabrieken in Auschwitz en Sobibor gezonden. Bij aankomst in Auschwitz werd ongeveer 20% voor werk uit­gekozen, in Sobibor slechts enkele pro­centen. De rest ging direct de gaskamers in. Naar deze beide oorden des doods werden ruim 94.000 Joden gebracht, van wie 1.070 (u leest het goed) zijn te­ruggekeerd.

Allen, Joden en niet-Joden, die de hel van de concentratiekampen hebben overleefd, dragen de gevolgen hiervan blijvend met zich mee. Het zou tot 1968 duren voordat men dit in Nederland als het post-concentratiekampsyndroom zou herken-n e n . 4 - 7 maar niermee houdt de overeenkomst tussen deze groepen op. D e politieke gevangenen kwamen terug in hun huis, gezin, familie en milieu; ze werden als helden (en dit waren ze ook) ontvangen. D e Joden, en dan niet alleen de ex-concentrationnaires maar ook zij uit Bergen-Belsen en Theresienstadt en de ondergedokenen, kwamen als regel in een leegte terug. Er was praktisch geen Jood in Nederland die niet het verlies van fami­lieleden te betreuren had; zijn vertrouwde omgeving was verdwenen, gehele buurten waren ontvolkt. Hij voelde zich eenzaam en niet begrepen; wat hij heeft moeten doormaken was eenmalig in de geschiede­nis der mensheid. Op grond van een waanzinnige theorie werd de Joden het recht op leven ontzegd. Thans, van buiten af, lijkt het alsof er niets aan de hand is; ook de Joden gaan met

Page 18: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

TREIN Auschwitz-Bhopal J U N I 1 9 4 5 :

Anna Markus is dertien jaar. Ze is ruim twee jaar ondergedoken geweest zonder haar ouders en ze heeft moeite aan het gewone leven te wennen. Hoe weet je, wie je kunt vertrouwen en wie niet? Met haar ouders kan Anna niet praten over alles wat zij hebben meegemaakt. 'Ze denken, dat ik een klein kind ben', zegt Anna tegen een vriendin. 'Mij vertellen ze niks.' Met die vriendin kan Anna wel praten. Ze vertellen elkaar over hun belevenissen. Anna's vriendin heeft een dochtertje, Fan­nie. Fannie is zeven jaar. N o g steeds weet niemand, waar Fannie is. Zelfs het Rode Kruis heeft nog geen spoor van haar gevonden. Anna gaat op zoek...

Anna heeft er lang over nagedacht. Eigen­lijk durft ze niet, maar ze wil Fannie's moeder zo graag gelukkig maken. Wie weet, zal ze Fannie vinden, tussen de kin­deren van de trein, die vanmiddag zal aankomen. Gisteren stond het in de krant:'MOR-G E N M I D D A G ZAL O P H E T H O O F D ­STATION E E N T R E I N A A N K O M E N MET K I N D E R E N DIE I N E E N C O N ­C E N T R A T I E K A M P ZIJN G E W E E S T E N A L D A A R H U N O U D E R S HEB­B E N VERLOREN. ZIJ Z U L L E N W O R ­D E N O N T V A N G E N D O O R W E E S H U I S B E S T U R E N . DE G E P L A N D E A A N K O M S T T I J D IS 15.48 UUR.' Anna heeft uitgerekend, dat 15.48u ongeveer kwart voor vier is. Ze heeft er lang over gedaan, maar nu klopt het. Kwart voor vier. Z e kan gaan. Als ze durft.

Anna durft. Ze is op weg naar het station. Ze heeft niemand verteld, dat ze er heen zou gaan. Mamma denkt, dat ze bij de moeder van Fannie is. Fannie's moeder denkt, dat ze thuis is. Als ze elkaar nou maar niet gaan opbellen. Maar ze bellen elkaar nooit op. Waarom vandaag dan wel? Z o praat Anna met zichzelf. Het helpt wel, o m rustiger te worden, maar het helpt niet tegen de buikpijn, die ze voelt. Zal ze teruggaan? Misschien zien die kin­deren er wel erg zielig uit. Misschien zijn ze wel uitgehongerd en ze zullen kale hoofden hebben, omdat ze luizen hebben gehad. Anna weet precies, hoe het alle­maal was, van Roosje. Roosje is terug gekomen uit het kamp, samen met haar

vader. Eén keer heeft Roosje alles verteld en daarna hebben ze gewoon gespeeld. N o o i t meer hebben ze gesproken over het kamp, na die ene keer. Op het station is het erg druk. Er lopen grote mensen heen en weer. Geen kinde­ren. D e klok staat op half vier. Anna voelt zich ziek. D e buikpijn is erger geworden en achter in haar nek begint ook pijn op te komen. Naast haar staan twee grote mannen. 'Waarde collega, wat weet u van de condi­tie van deze kinderen?' 'Slecht...bar slecht, collega. Totaal ondervoed waren ze, toen ze werden gevonden. Alhoewel... .enkele van de kinderen zijn al in iets betere toe­stand, omdat ze in januari al zijn bevrijd.' 'Jammer, waarde collega, jammer dat het er zo weinig zijn. Het mag wel een wonder worden genoemd, dat deze kinderen hier straks zullen aankomen. Hoe hebben ze het gered in die barre omstandigheden. Zelfs wij, als artsen, zullen niet veel voor ze kunnen doen. Laten we hopen, dat ze verder goed begeleid zullen worden. Er zullen nog veel problemen te over­winnen zijn.' Anna loopt een stukje verder het perron op. Ze wil niet meer naar de mannen lui­steren. Ze kan nog terug. Ze blijft.

In de verte ziet ze de trein. Ze hoort hem ook. Rookpluimen hangen boven de loco­motief, die steeds dichter bij komt. Er stapt een vrouw uit. Een vrouw in een witte jas. Anna ziet dat ze haar hand uit­steekt naar een kind, dat in de deur­opening van de trein staat. D c zuster tilt het kind uit de trein. Het is een meisje. Fannie? Anna wil naar de trein rennen, maar ze wordt tegengehouden. 'Een kind,' zegt iemand. 'Wat doe jij hier? Dit is geen plaats voor kinderen.' 'Ik....ik wacht op mijn zusje. Ze is in dc trein.' Anna weet niet wat ze anders moet verzinnen. 'Dat verandert de zaak,' zegt de man. 'Loop dan maar door. Loop maar naar de trein.' Anna rent weg. Ze is nu vlak bij de verpleegster, die voor een rijtje kin­deren loopt. Een korte rij is het en er is geen stem te horen. Anna hoort alleen maar het geluid van klikkende klompjes. Alle kinderen hebben klompen aan. Er klinkt een stem uit de luidspreker: 'De kinderen, die op perron negen zijn aan­gekomen, worden met hun begeleiders verwacht in de stationsrestauratie. Ik her-

Wij willen leven

Er loopt een spoorlijn van Auschwitz naar Bhopal. Di t zegt Ruth Waterman uit D e n Haag, die bij een bezoek aan Bhopal in India eraan moest denken hoe haar fami­lieleden in de gaskamer stierven. Een onoverzienbare ramp trof Bhopal op 3 december 1984 door een ontsnapte gas­wolk uit de Union Carbide-fabriek. Ruth Waterman maakte een beeld van cement dat een jaar na de ramp voor het verlaten fabrieksgebouw werd geplaatst. Het stelt een boerenvrouw voor die, naar de stad gekomen, door het gas wordt overvallen. Haar baby is dood, een wat groter kind klampt zich aan haar vast. Het beeld is een gedenkteken voor de slachtoffers en tegelijk een eresaluut voor hen die voor de slachtoffers opkomen. 'Om het mensdom spoorlijnen naar de dood te besparen', zegt Ruth Water­man.

Dat staat ook in het beeld: Wij willen leven.

Page 19: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

De buren van Westerbork

doe de gordijnen dicht buren van Westerbork Benny komt voorbij Benny...Benny Abrahams

doe de gordijnen dicht buren van Westerbork Branca komt voorbij Branca...Branca Polak

gisteren won Benny met knikkeren

gisteren kreeg Branca nieuwe sokjes

doe de gordijnen dicht buren van Westerbork in een raamloze trein komen kinderen voorbij

Ida Vos Dit gedicht is een reactie op een gelijknamig artikel in de Haagse Post van 4 mei 1985. Daarin zegt een vrouw die dicht bij het kamp Westerbork woonde: 'Als de trein voorbij kwam, deden we de gordijnen dicht.'

Vervolg van pagina 18

haal: D e kinderen, die op perron negen zijn aangekomen, worden met hun begeleiders verwacht in de stationsre­stauratie. Einde van deze mededeling.'

Anna loopt naar het restaurant. Ze gaat tegen een muur staan. N u kan ze iedereen zien. Heel rustig komen de kinderen bin­nen. Mager zijn ze en ze dragen kleren die niet goed passen. Ze blijven staan. Z e bewegen haast niet. 'Ga maar zitten,' zegt een verpleegster. Anna hoort bijna niet dat er stoelen ver­schoven worden. Ze hoort zachtjes pra­ten. Anna kijkt naar de kinderen. Daar, een klein eindje bij haar vandaan, is Fan­nie! Z e gaat naar het meisje toe. 'Ben jij Fannie?' vraagt ze. Het meisje kijkt Anna aan. Z e zegt niets. 'Hij heet geen Fannie. Hij heet Thomas.' zegt een jongen. Anna wordt er verdrietig van. Z e kan niet eens zien, wat een jongen o f een meisje is. D e kinderen zien cr allemaal hetzelfde uit. Daar...dat is wèl een meisje. Ze heeft bruine ogen en ze heeft een vlekje op haar

heeft ze vast voorhoofd. Vroeger krullen gehad. 'Ben jij Fannie?' 'Nee,' fluistert het kindje. 'Ik ge loof het niet, dat ik Fannie ben.' Anna wil weg. 'Heb je je zusje gevonden?' vraagt de man, die Anna wilde tegenhouden. 'Nee'

Een klein meisje wil niet op haar stoel blij­ven zitten. Z e danst door het restaurant, een klompendans is het. 'Kijk die kleine nou eens,' zegt een van de dokters. 'Niet te geloven. Onverwoest­baar, zo'n ukkie.' 'Waarom dans je zo?' vraagt hij. Het kindje blijft stil staan. 'We zijn met een mooie trein gekomen,' zegt ze. 'Een echte mensentrein. Toen we gin­gen, hadden we een dierentrein en daarom dans ik.' 'Verdomme.' zegt de dokter. 'Hoe oud ben je?' 'Tien.' 'Veel te klein, verdomme!' Anna kan het niet meer uithouden op het station. Fannie is hier niet. Ze kan net zo goed weg gaan. 'Misschien komt je zusje toch nog terecht,' zegt een verpleegster. 'Wil je ook een broodje? N e t als de andere kinderen.' 'Nee, dank u,' zegt Anna. Ze rent wegt. Z e moet terug naar huis. Anders gaat ze overgeven. Waar is Fannie?

I D A V O S .

uit: A N N A IS ER N O G . verschijnt maart 1 9 8 6

Leopold D e n Haag.

Prinsengracht 263

In Holland staat een huis met steile trappen die leiden naar een kamer met gedempte stappen

Vanuit het venster is een torenklok te zien waarnaar een schim van een klein meisje staart als ieder uur het carillon naar het verleden slaat

D e vraag: zou het ooit weer hangt dwars voor het gesloten raam vervlochten met een vage schaam en het twijfelantwoord van:

nooit meer

Beneden - schooluitstapsgewichtig wachten de kinderen uit

vernieuwde wijken die met de klas gekomen zijn o m de vergrijsde tijden te bekijken

Ach Anne met je grote ideaal ik zie de schaduw van een kind dat vreest

Als ik voorzichtig van de steile trap af daal weet ik je hier te zijn zoals je bent geweest

Uit Literama, februari 1985

Margot H. de Hartog

Page 20: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Thilène

Beethovenstraat 30 — Amsterdam Winkelcentrum, Binnenhof 35 — Amstelveen

Bekouw Mendes makelaars in assurantiën

Wij willen u helpen

nu en later, bij uw financiering en het treffen van de juiste voorzieningen voor de toekomst.

wettelijke aansprakelijkheid

hypotheek, brand, inboedel, diefstal, ongeval, auto.

onze service houdt niet op na het sluiten van de polis.

Bekouw Mendes Stadhouderskade 2

Amsterdam 020 - 555 69 11

Huiskapsters opgelet!

Voor al uw professionele haarprodukten

• Permanent produkten • Haarverfprodukten • Haarherstel lende produkten • Coup de Soleil produkten

DORITA'S BOETIEK Kinkerstraat 178 Tramhalte 7 - 17 Tel.: 020 - 164058 Amsterdam

topöljop

w NIEUWENDIJK

1 1 5 AMSTERDAM *& 2 3 8 1 2 8

AÜOllailSI i:.v. HANDSCHOENENGROOTHANDEL

SCHIPHOLWEG 1011 BOESINGHELIEDE

TEL. 02505 - 1673

Page 21: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Hoe staat het met de WUV Het vorig jaar durfde ik voor de eerste maal op deze vraag te antwoorden: rede­lijk goed. Ook dit jaar kan ik dat gelukkig zeggen. Want de grote achterstanden zijn nu wer­kelijk verdwenen en voor de administra­tieve reorganisatie, die daarop moet volgen zijn de eerste plannen en werk­tekeningen gereed. Over een jaar hopen wij ook daarvan de vruchten te plukken. D e bedoeling is de afwikkeling van aan­vragen, brieven .betalingen etc. vlotter en begrijpelijker te doen verlopen. Voor­zover mogelijk, want de W U V is vooral door haar aanvullend karakter een in­gewikkelde zaak en dat zal zij helaas blijven. Van belang is verder dat Staatsecretaris van der Reijden in 1985 opnieuw enige malen heeft verklaard, dat het rege­ringsbeleid is de uitkeringen aan oor­logsslachtoffers, dus ook de W U V -uitkeringen, op gelijke voet te behandelen als de militaire invaliditeitspensioenen. Indirect betekent dat koppeling van onze uitkeringen aan de ambtenarensalarissen. Er is dus geen sprake meer van verdere kortingen. Een dergelijk geluid hoort men ook uit het eerste rapport van de Commissie-van

Vervolg van pagina 17

vakantie, vieren feest, doen hun werk. Bij de geringste aanleiding breekt echter het verleden weer door, hetgeen onbegrepen reacties ten gevolge kan hebben. Het is een feit dat, voor zover het West-Europa betreft, in Nederland het nazi-ideaal van de vernietiging van de Joden het dichtst is benaderd. Het aantal Joden in Nederland ligt thans tussen de 25.000 en 30.000. D e kans dat een arts met Joodse patiënten te maken krijgt is dus klein, en als dit gebeurt weet hij zo maar niet wat zij in de oorlog hebben meegemaakt: hij zal er naar moeten vragen! Bij één categorie hoeft een arts niet te twijfelen, nl. bij de ex-Auschwitzers; zij hebben een nummer op hun linker onderarm getatoeërd. Maar laat hij dan niet de vraag stellen: 'Is dit uw telefoonnummer?' Het is voor deze patiënten kwetsend als een dokter zo van zijn onwetendheid blijk geeft. Het aantal van deze mensen is in Nederland heel klein. Des te meer reden voor de arts, die enkelen tot zijn patië-tenkring mag rekenen, hun extra aan­dacht, begrip en medeleven te schenken.

Tot de overlevenden behoort nóg een

Dijke, die in opdracht van de Staatssecre­taris tracht voorstellen uit te werken voor vereenvoudiging en coördinatie van de wetten voor oorlogsgetroffenen. Als eerste uitgangspunt heeft deze Com­missie gesteld dat verkregen rechten gehandhaafd dienen te blijven. Het is nog te vroeg o m iets te zeggen over andere gedachten, waar deze Commissie wellicht mee zal komen. Tot nu toe heeft zij zich voornamelijk bepaald tot het ter­rein van de Wet Buitengewoon Pensioen. Over de W U V moet nog overleg plaats­vinden. In een uitvoerige brief aan de Commissie heeft de Uitkeringsraad voor­opgesteld, dat er naar zijn mening in de eerste plaats behoefte is aan rust op ons

groep kampmensen nl. zij die in Bergen-Belsen en Theresienstadt hebbhen geze­ten. D e Joden uit Bergen-Belsen hebben niet in de directe bedreiging van de gas­kamers geleefd, maar zij hebben wel de vernedering, ontrechting, honger en abominabele levensomstandigheden mee­gemaakt. Zij hebben ook een zware tol moeten betalen. Van de 3.722 Joden die naar Bergen-Belsen werden vervoerd, overleefden 2.184 (bijna 60%) de oorlog. Het get to Theresienstadt was voor meer dan de helft van de Nederlandse Joden niet, zoals zijn verwachtten, het einddoel, maar slechts een tussenstation op weg naar Auschwitz. Naar Theresienstadt gin­gen 4.872 Joden van wie 1.971 (40%) na de bevrijding in leven waren. Tenslotte rest er nog de groep onder­gedoken en gemengd-gehuwde Joden. Voor hen geldt wat ik in het begin van dit artikel heb gezegd, nl. het kwalitatieve en kwantitatieve verschil in stress. Zeker, zij hebben ook de de anti-joodse maatregelen moeten ondergaan, maar zijn zijn niet door de hel van de kampen gegaan. Dank zij hun eigen dapperheid en activiteit heb­ben zij zichzelf met behulp van even dap­pere niet-Joden veel ellende bespaard. Over de spanningen die het onderduiken

terrein in het belang van de nu groten­deels bejaarde uitkeringsgerechtigden. Er waren ook minder aangename ervarin­gen in 1985. D e in 1979 (!) in uitzicht ges­telde verruimingen en verbeteringen van de W U V hebben nog steeds geen kracht van wet verkregen. Wij hopen nu, dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel tenmin­ste nog voor de verkiezingen zal afdoen. Een deel van de verruimingen kunnen wij overigens met machtiging van de Staats­secretaris reeds uitvoeren. Dan was er een geval van vermoedelijke fraude bij onze vestiging in de USA. D e schade bij deze onaangename zaak leek mee te vallen: in slechts twee gevallen be­sloot de Uitkeringsraad de betalingen voorlopig stop te zetten, terwijl in enkele andere gevallen nog onderzoek gaande is. D e strafrechtelijke kant van de zaak is in handen van justitie en politie, die hun onderzoek ook nog niet hebben afge­sloten.

Aan het slot van deze korte beschouwing wil ik graag nog zeggen, dat de Uit­keringsraad grote waardering heeft voor de toewijding waarmee zijn ruim 300 medewerkers in het afgelopen jaar hebben gewerkt aan de uitvoering van de Wet, die ook hen vaak voor haast onoplosbare vra­gen stelt. Slechts door hun inspanning was het mogelijk de achterstanden in te halen. ^ j ^ Leeuw

Voorzitter van de Uitkeringsraad

met zich meebracht, heb ik geen ervaring en matig ik mij geen oordeel aan. D e arts die zijn belangstelling doet blijken voor het oorlogsverleden van zijn patiënt, riskeert een afwijzing want er zijn nu een­

maal mensen die de verdringing onder alle omstandingheden willen handhaven. Dit zij zo, maar het wordt vergoed door hen die deze aandacht juist op hoge prijs stel­len, en de arts weet dan dat hij zijn werk o p t i m a a l v e r r i c h t . E n m e e r k a n hij d a n

toch niet verlangen. Literatuur

1. Cohen EA. He t Dui tse concentra t iekamp. Een medische en psychologiesche studie. Amsterdam: HJ Paris, 1952 2. Cohen EA. D e afgrond. Amsterdam/Brusse l . Pans /Manteau , 1971. 3. Cohen EA. D e negent ien treinen naar Sobibor. Amsterdam/Brusse l : Elsevier, 1979 4. Cohen EA. D e weg terug. Algemeen Handels­blad 1968, 6 jan. 5. Cohen EA. Waaraan wij lijden na he t Dui t se concentrat iekamp. A lg Dagblad 1968, 17 feb. 6. Cohen EA. Het post-concentratiekampsyn-droom. Ned. Tijdschr. Geneeskd. '69, 113: 2049-54 7. Cohen EA. Het post-concentratiekampsyn-droom: een 'disaster'-syndroom. Ned. Tijdschr. Geneeskd 1972; 116: 1680-5

dr. E.A. Cohen M e t vriendelijke toes temming overgenomen uit

he t tijdschrift voor Geneeskunde

Page 22: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

%ohn ^Rettich b.v Suède- en Nappakleding

Privé: Zacharias Jansestraat 17 hs Amsterdam-Watergraafsmeer Telefoon 020 - 351035

Showroom: Confectie Centrum, 3e toren, Beg. grond Kon. Wilhelminaplein 29, Amsterdam-W.

Telefoon 0 2 0 - 174364

KELTUM PLEET

GOUD & ZILVER

UURWERKEN

OPTIEK

Vaal &~ 7)nikk er MAASSTRAAT 33 - AMSTERDAM - TELEFOON 793388

^ J L ^ DRUKKERIJ DE NOORDSTER B.V.

Dir. H. Van Heuvelen

Voor al uw drukwerk Handels Kantoor Reklame Familie

*Sinds 1905

Amsterdam-O. Schollenbrugstraat 22 Telefoon 020-65 52 01

"afgesproken..." ELKE ZONDAG CHAMPAGNE BRUNCH van 1 1 . 3 0 - 14 .30

Een riant buffet met een rijke keuze uit warme en koude gerechten Smul zoveel u w hartje begeert f 4 1 , 5 0 p.p.

: Amsterdam

TteklantUijft

"Kalief bij Con&'Verdonck Con & Verdonck heeft een uitstekende naam hoog te houden in de Perzische tapijtenwereld. Daarom, wat er ook gebeurt, de klant blijft kalief. En natuurlijk doen wij er alle moeite voor om u goed te adviseren. Hoeveel perzen wilt u z i e n 7

Tien, twintig, vijft ig?^ Con & Verdonck ziet u graag komen.

ecn.Yodonck Amsterdam-Den Haag-

Rotterdam- Arnhem-Eindhoven

Page 23: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Oud koper, nieuwe levenskracht Herinneringen aan het diamantvak

O p 11 september werd de eerste paal geslagen. Ik mag wel zeggen in gewijde grond, o m het Joods Historisch Museum grootser en praktischer te doen herrijzen. O p het Jonas Daniël Meijerplein waar nu al weer enige maanden geleden, tussen de eeuwenoude synagogen het er op leek o f de stoere struise waker D e Dokwerker zijn machtige armen uitgestoken hield, o m van de kinderen uit de hoogste klas van Rosj Pina, die hem geadopteerd heb­ben, bij het feestelijke mooie weer hun van hand tot hand aangedragen bloe­menkrans liefderijk in ontvangst te nemen. Over een paar jaar zal het J.H.M., een gebouwencomplex van N i e u w e Synagoge o f N e i e Sjoel uit 1752, de Grote Sjoel, de Obbene en de Drittsjoel en de ernaast gelegen voormalige vleeshal, zijn deuren voor het publiek open zetten. Ik hoop voor de inrichting ervan een steentje tc kunnen aanslepen. Wij verzamelen bij voorkeur oude gereedschappen en docu­mentatie betreffende de uitoefening van het aloude 'VAK', het bewerken van de ruwe diamanten. Diverse, vooral zware stukken liggen in het J.H.M., de Waag reeds opgeslagen. Lichtere voorwerpen heb ik tot nader order bij mij thuis. Heel veel is verloren gegaan. Hitler en zijn rakkers (beulsknechten) hebben het grootste - het Joodse - deel van de mensen in de diamantindustrie vernietigd, sinds men niet meer in staat was het vak hier in Amsterdam 'Nieuwe levenskracht' te injecteren werd het materiaal op de schroothoop en in containers gegooid en g ing het bij archiefvernictigers verloren. Gelukkig zijn er door veel goodwil l en grote belangstelling nog vele interessante voorwerpen en papieren in mijn bezit gekomen. Ter verduidelijking: Wij zoeken gereedschappen die voor het kloven, het zagen, het snijden en het slij­pen van diamant werden gebruikt. Enige voorbeelden van wat er is. Behalve handgereedschappen, de eenvou­dige boekhouding van het voormalige Diamantbewerkers Weduwen- cn Wezen­fonds, foto's van fabrieken en werkplaat­sen, etsen en boeken. Vermeerdering, die wellicht verbetering e n / o f differentiatie zou kunnen betekenen, wordt in dank aanvaard.

Het ruitje. Naar dia van Jacques I. Furth

De Algemene Nederlandse Dia­mantbewerkers Bond.

Van de organisatie, dc A.N.D.B. , is het gebouw in de tot Hcnri Polaklaan her­doopte Franselaan, en zijn roemruchte geschiedenis, slechts over. Het A N D B -gebouw in 1900 in gebruik genomen, schepping van de bouwmeester Berlage, werd als een bolwerk gezien en kreeg de vertrouwen schenkende naam Burcht, ook vanwege dc kantelen en de'slotgracht die je je er rondom zou kunnen denken. Eén idee is mij altoos bijgebleven: als zou het hoge hardstenen bordes met zijn vele treden diplomatiek bedoeld zijn geweest. Een middel tot kalmering voor aanstor­mende, heethoofdige, zich verongelijkt voelende leden. Als zij dan in ademnood boven bij een der bestuurders waren beland, waren zij voor rustig overleg han­delbaarder geworden.

Henri Polak

In zijn eigen kamer werkte de internatio­naal beroemde voorzitter Henri Polak. Hij heeft het aanvankelijk deels ver­pauperde proletariaat van de laatste helft van de 19e eeuw met zijn organisatieta­lenten met zijn leerzame artikelen in het 'Weekblad', beschaafd en opgevoed. Ik heb er zeer weinig, hoewel heel be­langrijke exemplaren van. Met Polak en zijn medebestuurders werd 'De Bond' het

lichtend voorbeeld voor de andere op te richten vakorganisaties. Zij haalden door hun strijd hun leden uit het slop van de bitterste armoede en leidden hen naar een menswaardiger bestaan, en op den duur naar de achturen-dag. Voor de leerlingen en jonge vaklieden was er het maandblad: 'Het Jonge Leven.' Met een staf van wetenschappers en kunste­naars heeft Henri Polak ('ons aller N e e f ) de jonge arbeiders belangstelling voor cn gaandeweg liefhebberij in kunst, cultuur, algemene kennis en ook klassebewustzijn bijgebracht. Ik heb drie jaargangen van het jeugdblad, 1912, 1913 en '14 (het laat­ste tot 31 juli, Wereldoorlog I) In deze bladen treft men verder aan: Natuurlijk de hoofdartikelen van Henri, de redacteur, natuurleven van Jac. P. Thijsse, boekbe­spreking, spel en sport, toneel en muziek, (muziekinstrumenten) staathuishoud­kunde en drankbestrijding. Ik zoek nog naar leerlingdiploma's, werk­kaarten en de klassieke zwarte bonds-boekjes. Wij willen nog meer! Verzamelaars zijn ongehoord hebberig, maar streven naar vervolmaking, een utopie.

Koperen stelen

Bijvoorbeeld, de koperen steel; Het sanatorium Zonnestraal in Hilversum werd gesticht van de opbrengst van de verwerkte stukjes steel, (bevestiging van

Page 24: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

dop, waarin een te slijpen diamant zit, aan de tang) D e geestelijke vader, oprichter en strijder tegen volksziekte no 1 destijds T B C van het Koperenstelenfonds wasjan van Zutffen, die populair als hij werd met dit werk, de naam Ome Jan verwierf. Bij de oprichting van de A .N .D .B . werd hij voorzitter en toen Henri Polak deze functie overnam werd J. v. Zutffen secre­taris. Een exemplaar van de busjes die bij collectes voor het K.S.F. werden gebruikt en andere desbetreffende attributen ont­breken nog in onze verzameling. Geen diamantslijper die de koperen stukjes liet slingeren, die kwamen allemaal in de daar­voor dienende bussen op de werkplaat­sen terecht. In 1919 bestond de A N D B vijfentwintig jaar. Er werd een optocht gehouden met praalwagens en ik weet niet meer o f er ook fakkels aan te pas zi]n gekomen. Er werd ook een groot hemelbed meegedra­gen, een symbool, 'Het Opgemaakte Bed'. Het was bij de feestelijkheid een beschei­den protest der jongere werklieden wie vaak onder de neus gewreven werd dat zij in een opgemaakt bed waren gelegd. In de crisisjaren moest het bed terdege worden opgeschud, want het onderstel bood een harde ligging en in de oorlog van '40-'45 is de luxe legerstede voor bemazzels (geluk­kigen) een strozak geworden en zijn voor de rest de Joodse diamantbewerkers door vergassing en ontbering de eeuwige slaap ingegaan in Auschwitz. Maar laten wij liever naar het feestgewoel terugkeren. In de zalen der fabrieken werd het feest onder elkaar met zang en dans gevierd en werd er o.a. een tom­bola gehouden.

Mijn moeder was vooral bij feestelijkhe­den gezocht gezelschap. Zij w o n een klein wit stenen piespotje. Dat was haar ken­nelijk toegespeeld. Wel verre ervan dat zij zich zo in de maling genomen voelde, hield zij er op de zaal een collecte mee en verzamelde negentig gulden in het potje voor het KSF. In het kasboek werd het bedrag ingeschreven en op een van de wekelijkse lijsten van het Weekblad verantwoord.

Al len A N D B - l eden

Toen ik bij het 'Vak' kwam waren er acht­duizend allen zonder uitzondering bij de A N D B aangesloten werkende leden met inbegrip van de leerlingen. D e Joodse buurten, met overdag een welig tierende populatie, waren voor achten 's morgens en na zes uur 's avonds overbevolkt. D e meeste diamantbewerkers stroomden als bloed door aders en slagaders af en aan

door de hoofdstraten van Amsterdams Jodenhoek. Dat waren de Joden- cn St. Anthoniesbrcestraat, Weesperstraat en Weesperplein; de fabriek Boas stond op Uilenburg, van Asscher in de Tolstraat, van van Dam in de Ruysdaelstraat, de Maatschappij op de N w . Achtergracht en tientallen kleinere fabrieken waren er op grachten, straten en in stegen. Kleine werkplaatsen vond men in Oud-West en

Op het dagelijks elkaar passeren kon je de klok gelijk zetten. Als je goed wakker was, kon je constateren dat er uit dat elkaar dagelijks passeren menig engagement voortgekomen is.

Zoekende naar iets van mijn gading kwam ik op een dag in de meer dan honderd jaar oude stoomdiamantslijperij Boas op Ui­lenburg terecht. Ik was er maart 1925 als

Vakmanschap meesterschap...

de Jordaan, werkers woonden daar meest in de buurt.

H e t Ruitje.

Een facet van de collectie, mijn tijdelijke bezit, wil ik voor u in het bijzonder onder de loupe nemen. Onze verzameling heeft er met al haar schakeringen nog veel meer. Links en rechts van de trambaan liepen de slijpers meest, rijen dik met meer dan vier naast elkaar, naar alle richtingen in Amsterdam, druk gesticulerend en met de mond nog meer presterend dan dat zij die afgelopen dag hadden 'gemaakt'. Vele ate­liervrouwen en tneisjes bewandelden dezelfde wegen, op dezelfde tijden. Bijna zou ik de modieus geklede diamantsnijd-sters niet genoemd hebben. Zij konden veel zorg aan hun verschijning besteden als zij niet in crisistijd als gezinshoofd moesten fungeren, want vrouwen en mannen verdienden in ons vak gelijk loon.

leerling van 14 begonnen en heb er met lange en kortere tussenposen en ook het laatste jaar cot de oorlog samen wel zeven jaar gewerkt. N a een beetje ver- en her­kennen en er niemand aan treffend stapte ik het trappenhuis binnen. Alles was er oud, verveloos, beschadigd en verwaar­loosd. Van boven, op de tweede verdie­ping, boog een man zich over de trapleuning. 'Zoekt u iets?' riep hij mij toe. 'Jazeker!' galmde ik met recht terug. 'Ik kom even bij u!' Hij liet mij binnen in een zaal waar eens raderen zoefden, lange drijfriemen lubberend naar en van de schijven liepen en deze 1400 toeren per minuut lieten maken. D e slijpschijven gaven rondtollend een sissend, krassend geluid, dat uniek en overal op de wereld herkenbaar blijft, zelfs nu die met diaman­ten bezette draaiende disc tegenwoordig 3000 tot 3500 wentelingen per minuut maakt. D e man maakte zich aan mij bekend als textielhandelaar. D e aanwezigheid van rollen stof, opges touwd in stellingen en

Page 25: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

op de vloer, bevestigde zijn woord. Nadat ik de man had uitgelegd waarvoor ik gekomen was en de zolderverdieping had mogen afzoeken, (de andere zalen dien­den voor rommelopslag o f waren leeg o f afgesloten) kwam ik onverrichter zake bij hem terug. Toen nam hij mij mee naar de achterzijde van de zaal. 'Moet je eens kij­ken' zei hij en toonde mij een ruitje, een van de vakken waarin de grote ramen van oude gebouwen, in het bijzonder dia­mantslijperijen, verdeeld zijn. Ik dacht dat hij de naoorlogse grote betonnen huizen­rij van de Jodenbreestraat bedoelde, maar met een nadere aanduiding kon ik met moeite ontcijferen wat er in het glas ge­krast stond.

Mozes Peekei. Brillandversteller. Vroo-lijkstr. N o 281.

Ook met diamant ingekrast stonden tus­sen deze regels nog een paar onleesbare woordjes. Apropos, die D moet hier niet als taalfout worden gezien, maar als vak­term. Vele Joodse vakgenoten spraken van brillanderen (een slijpbehandeling). Ouderwetse zelfs van blieanderen. Sterk aangedaan nam ik afscheid van de sympathieke man, die naar ik latet be­greep verbaasd achter bleef. Een week later stapte ik weer naar Boas. D e gedachten aan het vijf bij drie decime-

maakte de tas, die ik natuurlijk niet toe­vallig bij mij had, open en toonde hem een hamer, een beitel en een glassnijder. 'O, ga dan je gang maar', zei hij en met zijn hand op mijn schouder leidde hij mij naar het bewuste raam. Van emotie en spanning begon ik met tril­lende handen aan de klus, met handen die net zo beefden, als wanneer ik mijn schaaltje watersoep vanaf de gamel buiten de dringende, wachtende groep in veilig­heid trachtte te laveren, in Auschwitz, Dachau en andere concentratiekampen. Toen ik de steenharde stopverf langs boven en zijkanten van de ijzeren, ver­roeste sponningen los- en weggewerkt had, bleek het dat de onderkant nog muurvast in cement gemetseld zat. Een oude man wilde mij met alle geweld adviseren en helpen. Hij was een Italiaan en misschien was terrazzowerker geweest. Prompt kwam er een wrede barst, die een flinke hoek van het glas weghapte. Ik kon wel janken, nee, ik jankte, maar gelukkig bleef het deel met de tekst ongeschon­den.

Misschien heb ik in mijn leertijd van ach­ter de molen vandaan, door dat zelfde ruitje getuurd en deze inscripties niet opgemerkt. Er waren meerdere ven­sterglaasjes ingekrast. Gekken en dwazen. Ik heb in die tijd van achter de molen door die ruiten de wijzers van de klokken van

een beetje opgedroogde witte inktsmur-rie, vrij aardig schoon. Het tussen de regels gekraste zinnetje was nu duidelijk leesbaar geworden. 'Neem uit je winst!' een duidelijk ingekraste gravure van een afgunstige slijper. Een versteller ver­diende over het algemeen meer dan een slijper. Een versteller observeerde en gaf met tekens in het soldeer van de doppen (houders) aan, wat de slijper van het kleine 'bloot' gelaten deel van de te bewerken diamant moest afslijpen. Ik herkende uit dit stiekum toegevoegde dollerrijtje een beetje afgunst en de sfeer die op de slijperij heerste. O p de winkel (Belgische benaming) zat je langer dan thuis als een grote familie dagelijks bijeen. Meestentijds saamhorig, en medelevend met eikaars familiegebeuren. Vaak boer­tige lol o f spanning, een gedeprimeerde stemming, vanwege dreigend ontslag. Immers ons vak was gevoel ig als een baro­meter voor de economische toestanden in de wereld en lag dan ook het eerste op zijn kont.

Mozes Peekei bleek aanvankelijk bij na­vraag bij mijn kennissen en collega's de onbekende X. Maar bij navorsing kon een onzer vrienden die werkzaam is op het Amsterdams archief, de volgende gege­vens achterhalen. 'Mozes Peekei trouwde met Heintje Emmerik. Zij woonden van juni 1905 tot april 1915 op het op het ruitje vermelde adres (Vrolikstraat). D e eenentwintigste september 1942 werden Heintje, Mozes en hun jongste kind in Auschwitz vergast! (het verslag meldt omgebracht) Zij had­den het laatst op de Tugelaweg 68 gewoond. Dat was temidden van dia­mantbewerkers, die daar huis aan huis woonden. N a dit doodgraverswerk valt het mij moeilijk o m over te schakelen. Wij hebben al veel materiaal maar varian­ten kunnen heel verrassend zijn als een misdruk o f ander pronkstuk in een post­zegelverzameling. D o e t u mee, als u kunt, brengt spullen uit het vak, opdat t.z.t. de museumbezoekers zich een idee kunnen vormen van het verleden, de tijd toen Amsterdam zich terecht Diamantstad mocht noemen. O m de herinnering levend te houden aan vergane glorie. Aan een lonend vak door noeste, toegewijde vlijt, kundige arbeidsters en arbeiders en ondernemers is uitgeoefend. Naar dia van Jacques I. Furth

Jacques I. Furth. ter grote glas hadden mij niet losgelaten, de Zuidertoren in de Zandstraat gevolgd Ik trof weer de vriendelijke man. 'Wat mij o m aan die onzichtbaar draaiende treiters verwondert' zei hij, 'u zoekt naar dingen, te zien o f ik spoedig weer vrij zou zijn. Bij zegt u, die met diamantbewerking te mij thuis kreeg ik het glas behalve de ver- Voor meer informatie en reacties; kunt u maken hebben maar dat glaasje heeft weerde hoeken in de kleuren van de contact opnemen met het secretariaat van zeker geen indruk op u gemaakt.' Ik regenboog, een bewijs van oudheid, met het N A C .

Page 26: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

(1) REGI3TRATTON NCt

dcL>uCLVl J e t GUrlJdA.

A.E.F. D.P. REGISTRATION RECORD Orïsïnaf ^ Duplïcafe [ |

For co ding purpoeea A . B . C . D . E . F . G . H . 1 . J .

M . KJ S ingle M a r r i e d • A / / / F . § W i d o w e d • D i v o r c e d Q t<VU&L^l^C^ * * * * .

(2) F a m i l y N a m e O t h e r G i v e n N a m e s (3) Sex (4) M a r i t a l S t a t u s (5) C l a i m e d N a t i o n a l i t y

(65 fsfrthfta P r o v i n c e C o u n t r v B i r t h p l a c e t t l c

(7) R e l i g i o n (Optional)

(8) N u m b e r of A c c o m - . p a n y i n g F a m i l y / M e m b e r s :

(9) N u m b e r of D e p e n d e n t s :

(10) F u l f N a n i / o f F a t h e r (11) F u l l M a i d e n N a m e of M o t h e r

(12) D e s I R E D L . E S T I N A T I O N \\'S) L a s t 1 ' e k m a s e n t R e s i d e n c e o k R e s i d e n c e J a n t j a e y 1, 1938.

(2 C i t y o r V i H a g e C o u n t r y C i t y o r V i l l a p e C o u n t r y

(14) U s u a l T r a d e , Q c c u p a t i o n o r P r e f e s s ï u n [ ( 1 5 ) P e r f o r m e d in W h a l K i n d of E s t a b l i s h m e n t | (16) O t h e r T r a d e s o r O c c u p a t i o n s

a. b . / c. (17) L a n g u a g e s S p o k e n in O r d e r of F l u e n c y

(18) P o Y o u Cla im t o be a P n s o n e r of W a r

Y e s N o (19) A m o u n t a n d K i n d of C u r r e n c y i n y o u r P o s s e s s i o n

(20) S i g n a t u r e of R e g i s t r a n t :

(21) S i g n a t u r e of Regis t r j J g g f e j ^ - D a t e : ^ - r. ^ % | f f f l > SclMium (22) De&t ina t ion o r

R e c e p t i o n C e n t e r : N a m o o r N ' u m K n r C i t y o r V ü l a g e C o u n t r y

(23) C o d e 1 2 3 4 5 ü 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 2 1 22 2 3 24 2 5 26 27 2 8 for I s s u e

(24) R E M A R K S 2i typ /t/A Glom. (ft^jJ^

D P - a 1 6 — 3 9 7 8 1 - 1

J0 ooo

RÊPUBUQUE FRANQAISE ÏTÉS ET RÈFV7TÉS

(4) No:

_<yOQ O MOM ö - OrO f

CARÏE DE RAPATRIE ( 7 ) Fseudoeyme

( 1 0 ) D a t e de n a i s s a n c

( 1 2 ) N o m d u P è r e

(M) N a t i o n a l i t é d ' o r i g i n e \

( 1 7 ) D e r n i è r e r e s i d e n c e e n F r a n c e

( 1 8 ) J V o m e t a d r e s s e d e I a p e r s o n m

( 1 9 ) P i è c e s d ' i d e n t i t é p r o d u t t e s

0) Prénoms'

Page 27: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

1985 Herdenkingsjaar Vlucht naar gewetensvrijheid

Immigratiegolven naar Nederland

Drie belangrijke feiten zijn in 1985 in Nederland herdacht: 1. D e val van Antwerpen op 17 augustus 1585. Parma heroverde deze belangrijkste stad van de Nederlanden voor Philips II en decreteerde: ketters moesten zich bekeren o f binnen 4 jaar vertrekken. Hij had er de koning van weten te overtuigen dat uitroeien door brandstapels niet meer in de tijd paste. Van de toenmalige 82.000 inwoners emigreerde ongeveer de helft, hoofdzakelijk naar Noord-Neder land en speciaal naar Amsterdam, dat hierdoor een ongekende opbloei beleefde. Sinds de Waalse provinciën in 1578/1579 de op­stand tegen Spanje hadden opgegeven en het Spaanse leger steeds meer gebied heroverde, waren reeds vele duizenden gevlucht. Het aantal Zuid-Nederlanders, dat zich tussen 1572 en 1590 in de groot ste steden van Holland en Zeeland ves­tigde, wordt op 150.000 geschat. In 1622 maakten zij daar ongeveer 42% van de bevolking uit. 1'

Tot de vluchtelingen uit Antwerpen behoorden ook Marranen, afstammelin­gen van Joden, die zich in 1492 voor de schijn bekeerd hadden toen alle Joden uit Spanje werden verjaagd, maar door de Inquisitie niet met rust werden gelaten en daarom de wijk naar Antwerpen hadden genomen. Portugese Joden, die o f reeds in Antwerpen woonden, of Portugal ont­vluchtten, toen Alva dit land in 1580 voor Philips II veroverde, kwamen eveneens naar Nederland. Onder hen en hun nakomelingen waren vele geleerden, bv. Spinoza en de door Rembrandt vereeu­wigde medicus Ephraïm Bueno. 2. D e oprichting van de Hoogduitse Synagoge in 1635 in Amsterdam. Er waren daarvoor toen reeds voldoende uit Duitsland en Oost-Europa uitgeweken Joden in Amsterdam aanwezig. 3- D e herroeping van het Edict van Nan-tes op 18 oktober 1685. Dit was het sluitstuk van de afbrokkeling van de beperkte rechten, die de Hu­genoten (de Franse protestanten) bij het Edict van 13 april 1598 gekregen hadden. Sinds Lodewijk X I V in 1661 persoonlijk het heft in handen had genomen wilde hij dc eenheid van de Staat bevorderen door eenheid van geloof: un roi, une loi, une foi. (één koning, één wet, één geloof) Steeds meer rechten werden de Hu­genoten ontnomen, o.a. het recht o m ambten te bekleden. D e vreselijke vervol­

gingen, zoals de dragonnade in 1681, begonnen pas toen de koning geheel onder invloed stond van madame de Maintenon, de fanatieke bekeerlinge, met wie hij na in 1683 trouwde. Zij was ook de stuwende kracht achter de herroeping van het Edict, daarmee kon de koning vroe­gere zonden boeten.

Verloren vrijheid en rechten D o o r de herroeping verloren de Hu­genoten niet alleen hun laatste restje godsdienstvrijheid, maar ook hun rechten vals burger. D e predikanten moesten bin-

Mijnwerkersvrouw in Bolivia, plastiek van Truus Menger

nen 14 dagen Frankrijk verlaten, anders wachtte hun de doodstraf. Meer dan de helft vluchtte naar Nederland. Voor andere Hugenoten was vertrekken ver­boden. Werden zij betrapt bij een vlucht­poging, dan gingen de mannen naar de galeien, de vrouwen naar de gevangenis en de kinderen naar een klooster. Nie t temin wordt het waarschijnlijk geacht, dat van de 2 miljoen Hugenoten ongeveer 200.000 kans hebben gezien naar een ander land te komen, langs sluipwegen o f per schip, van wie 50 a 75 duizend naar Nederland. D e Hugenoten, die in Frankrijk bleven, waren volkomen rechteloos. Krachtens het Edict van Nantes hadden de predikan­ten de functie van ambtenaren van de bur­gerlijke stand voor de Hugenoten, zoals de pastoors die hadden voor de R.K. bur­gers. Maar de predikanten waren weg, de kerken, 'temples' afgebroken en de regi­sters verdwenen. R.K. doop en opvoeding van de kinderen was verplicht gesteld. D e

pastoors moedigden de Hugenoten aan in de R.K. Kerk te trouwen, teneinde een wett ig bestaan als burger en wett ige kin­deren te hebben. Er werden geen eisen gesteld, hetgeen de Hugenoten in de mening bracht dat het o m formaliteiten ging. Later merkten zij dan wel, dat het kerkelijk huwelijk als een afzwering van hun ge loo f werd beschouwd, dat zij naar de galeien o f naar de gevangenis gingen als zij niet stipt R.K. leefden en dat hun kin­deren naar kloosters ontvoerd werden als zij geen R.K. opvoeding kregen.

Schijnbekeringen In 1724 verboden de bisschoppen de pas­toors echter, nog langer genoegen te nemen met schijnbekeringen bij doop en huwelijk; er werden zware eisen gesteld, waaraan vele Hugenoten niet wensten te voldoen. In de loop van de achttiende eeuw dreigde de chaos. Circa twee miljoen mensen in Frankrijk stonden nergens ingeschreven; zij konden niet geldig trou­wen, hun kinderen waren onwett ig en hadden geen erfrecht, tegen ontvoering van hun kinderen konden zij niets doen, want zij konden niet bewijzen dat het hun kinderen waren. D e bisschoppen wezen ieder verzoek o m soepelheid af: inzake sacramenten had niemand hun iets te commanderen. Toen bepleitten Huge­noten bij ministers het voorbeeld van Holland te volgen, waar degenen die geen gebruik wensten te maken van de heer­sende Kerk, voor de magistraat, de bur-gelijke overheid, konden trouwen. Lamoignon de Malesherbes, die tijdens Lodewijk X V I herhaaldelijk minister is geweest, voelde wel voor dat denkbeeld. Hij schreef in 1785 een 'Mémoire' over het huwelijk van de Protestanten en in

1786 een 'Second Mémoire', beide a-noniem uitgegeven in Londen, maar in 1787 wel aan de koning in zijn Raad overlegd.

Hollandse methode In de eerste publicatie toont hij aan hoe onjuist het is, dat de clerus, de kerkelijke overheid, zeggenschap heeft over de rechtspositie van de burger in de Staat; dat is het terrein van de wereldlijke wet­gever. In de tweede bepleit hij, naar analo­gie van het Hollandse stelsel, alle niet-R.K. burgers de keuze te geven o m ten overstaan van de pastoor o f van de rechter te trouwen. D e pastoor moest dan uitslui­tend als ambtenaar van de burgerlijke stand optreden, niet in de kerk, maar in dc pastorie. Bij huwen voor het gerecht zou men niet de Hollandse methode moeten volgen; daar hield de magistraat op bepaalde openbare dagen zitting o m een stoet van trouwparen te ontvangen, opge-

Page 28: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Nieuwe kollektie veriongd en vernieuwd

ForniaMatura Speciaalschoenen Daar loopt u mee weg

met onze geklede Bandschoenen en Pumps in modieuze uitvoering zacht leer m moderne kleuren

De schoen die past als maatwerk Die uw levensvreugde verhoogt.

Ook in Sportieve schoenen zijn WIJ ruim gesorteerd BIJ uitstek geschil'

beroepen waarbij u zonder • voetklachten veel moet lopen

of staan Voorkomen is beter genezen Forma Naturaheeft voor

iedere voet de juiste leest Dat geldt voorde moeilijk

voet maar ook voor goede voeten

die gemakkelijk wil len lopen en

goedeconditn willen bliiver

ïormaBatura Amsterdam, Weteringschans209, tel 23 30 12 DenHaag, Noordeinde 18, tel.4641 81 Groningen, St Walburgstraat8, tel 12 18 97 Rotterdam, W.deWithstraat9, tel 13 57 37 Hilversum, 's-Gravelandseweg33B, tel 4 90 09 Utrecht, Nobelstraat 1A, tel.31 10 51

VEERTIG JAAR NA '45 VISIES OP HET HEDENDAAGSE ANTISEMITISME

Prof dr D van Arkel, prof. dr Yehuda Bauer, prof mr J.E. Doek, dr G. Hendriks, dr Hans Jansen, G. Philip Mok, R).G. Molthoff, Awraham Soetendorp, Simon Speijer, Richard A Stein, mr M.J.M. Tripels, Adriaan van der Veen en ing Simon Wiesenthal. Ingeleid door prof. dr L de Jong.

Deze bundel besteedt aandacht aan de talloze facetten van discriminatie, racisme en antisemitisme die zich ook nu, veertig jaar na de Tweede Wereld­oorlog, nog steeds in onze samenleving manifesteren Twaalf gerenommeerde schrijvers en wetenschappers - allen verbonden aan de Stichting Bestrijding Antisemitisme (STIBA) - geven elk in een essay hun visie op het probleem van de schijnbare onuitroeibaarheid van de collectieve haat en de toekomst daarvan. In zijn nabeschouwing licht snBAvoorz i t ter Richard A Stein de betekenis en achtergronden toe van het werk van de S T I B A en zijn adviseurs. 'Alleen al op grond van dr H. jansens diepgravende analyse van het Evangelie van Johannes verdient deze bundel in veler handen te komen' - prof dr L de Jong in zijn inleiding.

344 bladzijdea f 45,-/bfr 900. In de boekhandel verkrijgbaar.

MEULENHOFF INFORMATIEF

AB

Atheneum Boekhandel een tuin in de wildernis

NIEUWSCENTRUM Atheneum Boekhandel

Spui 14 -16 , Amsterdam telefoon 0 2 0 - 2 3 3 9 3 3 / 2 2 6 2 4 8

G . L . D U R L A C H E R STREPEN AAN DE HEMEL

Herinnenngen aan de oorlog en de bevrijding aan de deportatie en de kampen - met overtuigend historisch materiaal Het nationale autisme der geallieerden, de onbewogenheid van velen en de bewogenheid van weinigen tijdens de ondergang van Europa's joden vormen de coulissen achter het persoonlijke drama van de auteur en zijn voormalige medegevangenen. De bitterheid van het thema wordt verzacht door de momenten van waardigheid die zelfs nog op het ogenschijnlijke nulpunt van civilisatie behouden blijven.

• Strepen aan de hemel is een afrekening met tal van illusies Het is een combinatie van ervaring met wetenschap en het beschaamt je haast door zijn moed De moed om een geheugen te hebben en de doden en daarmee je verdriet weer op te roepen En om daarna nog een stap verder te gaan en nu echt (e willen welen hoe het werkelijk in elkaar zat ( ) kopen en lezen. 1 let zet je aan het denken - Tamar in Vnj Nederland • (..) een gecondenseerd en indrukwekkend verslag. - Hans Vervoort in NRC Handelsblad • Knap mengt hij zijn persoonlijke kampervaringen met de feiten (..) -Frank Ligtvoet in de Volkskrant • Duriachers boekje heeft dat wal voor vele jongeren heden ten dage misschien op fictie is gaan lijken, tot bizarre werkelijkheid teruggebracht. Tegen Strepen aan de hemel kunnen alle oorlogsarchieven van de wereld met op ( ) Het schnjnendste oorlogsmonument dal ik ooit las - Boudewijn Buch in het Parool

Tweede druk 96 blz, f 22,50/bfr 450 In de boekhandel verknjgbaar

MEULENHOFF AMSTERDAM M

Page 29: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

steld naar de rangorde, die men voor de verschillende religies had vastgesteld: de Lutheranen voorop, de Joden achteraan. Dat kon omdat er zoveel kleine religieuze organisaties waren. In Frankrijk zou het een Calvinistische manifestatie worden, een soort van Algemene Vergadering, en herinneringen aan de burgeroorlogen wekken.

Tolerantie voor de leugen? Inderdaad kwam op 17 november 1787 het Tolerantie-Edict tot stand, door Lamoignon als minister mede-onderte­kend. Aan alle niet-R.Kathoüeken in Frankrijk werd de keuze gelaten o m de acten van de burgelijke stand te laten regi­streren door de pastoor o f door de rechter. D e vergadering van de clerus in 1788 rea­geerde fel, vroeg officieel aan de koning op het Edict terug te komen. Hij had bij zijn zalving moeten zweren de ketterij uit te roeien, hij was gewaarschuwd tegen een schuldige tolerantie, het was voor hem weggelegd de laatste slag toe te brengen aan het Calvinisme in zijn staten. En nu had die secte de vermetelheid een civiel en religieus bestaansrecht op te eisen! Die secte wilde voor de leugen de rechten usurperen, die alleen aan de waarheid toekomen! Zeer juist hadden de bisschoppen gezien dat het Hollandse huwelijksrecht aller­minst gebaseeerd was op: de dwaling heeft geen recht. Het gaat ervan uit dat de mogelijkheid o m een huwelijk te sluiten voor ieder mens moet openstaan omdat het huwelijk in de orde van de Schepper ligt. Verder onkent dit recht dat alleen de Kerk zeggenschap over het huwelijk heeft. Want daardoor wordt verwaar­loosd dat het huwelijk, behalve een heilige band, ook de grondslag is van samen­leving en Staat en dus van openbare orde. O o k het algemeen belang is er bij betrok­ken. D e Staat dient te weten wie met wie getrouwd is. Toestemming van de ouders acht het Hollandse recht noodzakelijk, omdat de verantwoordelijkheid van ou­ders zich ook uitstrekt over het huwelijk van hun minderjarige kinderen. In 1579 was de Unie van Utrecht gesloten. D e belangrijkste bepaling, die het doel van de Unie aangeeft, staat in artikel 13: '...mits dat een yder particulier in sijn Reli­gie vrij sal mogen blijven, ende dat men nyemant ter cause van de Religie sal moe­gen achterhaelen ofte ondersoucken...' Gewetensvrijheid, afschaffing van dc In­quisitie als reden tot vorming van een Staat is uniek in de geschiedenis. Het huwelijk werd zaak van de burgelijke overheid. Te zijner tijd werd het een uit­komst voor R. Katholieken, dissenters en Joden.

SN *•<HEA

les Jacobs: Arabieren te Jeruzalem. Tekening

Het laat zich denken wat het voor de uit Frankrijk gevluchte Hugenoten, die Hol­land wisten te bereiken, een verademing was, in het land van de gewetensvrijheid tc komen. Juist door het R.K. huwe­lijksrecht waren zij immers in Frankrijk zo in de knel geraakt. D e filosoof Pierre Bayle, die in 1681 naar Rotterdam ui­tweek, noemde Holland 'de grote arke der vluchtelingen'. Met open armen werden zij ontvangen, kregen dezelfde rechten als alle burgers en bovendien enige jaren be­lastingvrijdom. Zij ontmoetten de sym­pathie van de bevolking. Ook van de Joden. In een Amsterdams Jiddische krant werd in 1686 vriendelijk over hen ge­schreven en de genegenheid was weder­zijds. D e bijbelvaste Hugenoten, die de in het Frans vertaalde psalmen zongen, voel­den zich, vergelijkbaar met de Joden, als een uitverkoren volk, dat vervolgd wordt. In een spotgedicht op Lodewijk XIV, door Fransen geschreven, wordt hij ge­noemd: 'van het ras van Nebucadnezar' en 'volle neef van farao'.2' D e verwantschap was goed gezien, want alle geloofsvervolgingen hebben dezelf­de oorzaak.

Oorzaak van geloofsvervolging Deze is door alle eeuwen en voor alle vol­keren dezelfde: een machthebber, een mens o f een instelling, pretendeert een godheid te zijn o f althans met goddelijke macht bekleed. Hieraan wordt de aan­spraak ontleend het recht, ja de plicht te hebben over de gewetens van de mensen

te heersen, het enige middel o m van hun volkomen gehoorzaamheid verzekerd te zijn. W i e zicht daaraan niet onderwerpt moet verjaagd o f gedood worden. Alle Oosterse despoten waren goden in hun land. Voor de heidenen met hun veel­godendom was dat niet bezwaarlijk. Maar de Joden, de enige monotheïsten, waren er onder geen voorwaarde toe te bewehen een mens als godheid te erkennen. Want dat is in strijd met het eerste en be­langrijkste der Tien Geboden: 'Ik ben de Here, uw G o d Gij zult geen ander goden voor mijn angezicht hebben.' (Deuteronomium 5:6 en 7). 'Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één!'. (Deut. 6:4). Het wantrouwen, dat de

Joden hierdoor wekten bij despoten was zo groot, dat het overal tot vernieti­gingsplannen leidde; vandaar Mozes in het biezen kistje, de drie jongelingen in de brandende vuuroven, Daniël in de leeu­wenkuil en de volmacht van Ahasverus aan Haman om op één dag alle Joden in zijn rijk te verdelgen, omdat zij volgens hun eigen wet ten leefden en niet de koning aanbaden. Dezelfde mentaliteit bij de Germaanse despoot Hitler, die de Tien Geboden, de bron van het persoonlijke geweten, wilde afschaffen, wat niet zou lukken zolang er Joden waren.

J.C. de Meyere

I)Zic Wandelen door Vlaams Amsterdam (Vlaams Cultureel Cenrrum, De Brakke Grond, Amsterdam, 1985) 2) Vlucht naar de Vrijheid, de Hugenoten en de Nederlanden' door H Bots, G H M Posthumus Meyjes en F Wieringa, p 70 (De Baraafsche Leeuw, Amsterdam, 1985)

Page 30: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Op 19 november jl. is in de Lek­straat 63 in Amsterdam-Zuid het Verzetsmuseum Amster­dam geopend. In dit museum wordt een over­zicht gegeven van het verzet te­gen de nazi's in al zijn verschij­ningsvormen. Hiertoe is ge­bruik gemaakt van vele authen­tieke voorwerpen en foto's, aangevuld met geluids-, video-, en diapresentaties. De vraag waarom mensen in verzet kwa­men en welke gevaren zij daar­bij liepen komt eveneens uitge­breid aan de orde. Gebeurtenis­sen van vóór de oorlog zijn door middel van 'terugblikken' in de tentoonstelling verwerkt. Op de bovenverdieping staan computers waarmee bezoekers gegevens over de illegale pers kunnen opvragen. Er is opk een tijdelijke tentoonstelling waar één bepaald aspect van het ver­zet nader wordt belicht, of waar aandacht wordt besteed aan ac­tuele vormen van verzet, zoals de strijd tegen discriminatie en racisme.

in het Jaar van de 40e herdenking geopend

Het museum is geopend op: Dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 - 17.00 uur Zaterdag en zondag van 13.00 -17.00 uur 's Maandags gesloten

toegangsprijzen: individuele bezoekers f3,50

kinderen van 6 tot 16jaar / Pas 65-houders fl,75 kinderen onder 6jaar / museumjaarkaarthouders / CJP-ers gratis

gezinstarief f8,75

V e r z e t s m u s e u m A m s t e r d a m L e k s t r a a t 6 3 , 1 0 7 9 E M A m s t e r d a m t f n . 0 2 0 - 4 4 9 7 9 7

Page 31: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Joke Kniesmeyer in

Wij hadden een kort gesprek met de druk bezette Joke Kniesmeyer na haar bezoek aan Frankfurt a/M. Zij deed daar mee aan de demonstratie voor het theater waar het stuk van Rainer Werner Fassbinder 'Der Müll, die Stadt und der Tod' zou wor­den opgevoerd. Joke: 'Ja, ik vond het bij lezing al een antisemi­tisch stuk. D o o r de uitbeelding van de persoon van een rijke Jood als grond- en bouwspeculant. Dat doet men beter niet in Duitsland, in ieder geval doe je dat niet in het belang van de positie van de Joodse gemeenschap. Die is daar al gemarginali­seerd. D e mensen hebben het gevoel dat ze zo worden aangevallen, er heerst angst. Het is opvallend dat bij deze gelegenheid voor het eerst die Joodse gemeenschap zich duidelijk heeft gemanifesteerd. Lange tijd heerste in die kring de ge­dachte: hou je maar stil, trek niet de aan­dacht. Vooral bij de ouderen. Jongeren zijn daar vaak mee geconfronteerd. Maar nu kwamen er protesten uit alle ge­neraties.

Bij de ingang van de schouwburg stonden ook ouderen en maar enkele niet-Joden.

Frankfurt

Dat is het nu: als er meer solidariteit van niet-Joodse zijde zou komen, dan zou men in Joodse kring niet zo bang zijn voor de opvoering van een dergelijk stuk. En waarom is men bang? Omdat men de reac­tie van het publiek niet vertrouwt. Er was bij het theater ook een demonstra­tie van de Groenen. Zij richten zich tegen de speculatie in Frankfurt en vinden dat die door de antisemieten beschermd wordt en willen dat het stuk doorgaat. Ik heb met ze gesproken. D e meeste kranten daar schrijven: dit moet nu kunnen. O f ze vinden het nodig voor de opvoeding. Z e doen alsof de Duitse geschiedenis tien o f twintig jaar beslaat. D e vraag o f een stuk van de strekking van Der Müll kan wor­den gespeeld hangt af van de gesteldheid van de omgeving en hoe de mensen die het betreft die ondergaan. Dan blijkt Fassbinders stuk antisemitisch, hoe hij het ook heeft bedoeld.

Hetzelfde geldt voor boeken. Mein Kampf hoort in de bibliotheek, daar moet iedereen het kunnen raadplegen, die zich op de hoogte wil stellen. Het hoort niet in de handel o m er propaganda mee te maken. O o k hier.

Als ze Der Müll enz. ergens anders zouden willen opvoeren, dan vind ik dat men de reden zou moeten weten. Voorlopig sta ik daar wel wantrouwig tegenover.' Tot zover Joke Kniesmeyer. Dat zij de plank niet misslaat inzake de gezindheid ook van de woordvoerders van het Bondspubliek is overduidelijk in de kwes­tie van het Flick-concern. Dit huidige mil­jardenbedrijf liet destijds een 20.000 Joden als dwangarbeiders voor zijn Dy-namit N o b e l werken. Er is nooit een pfen-nig Wiedergutmachung uitgekeerd. Voor de 1300 overlevenden heeft een bureau te N e w York 5000 D M per persoon ge­claimd. Dit bracht een Bondsdaglid voor de Beierse CSU, Hermann Fellner, tot de uitspraak: 'De indruk wordt gewekt dat de Joden zich snel melden wanneer ergens in Duitse kassa's geld rinkelt.' Voor commentaar zie boven. Intussen heeft Flick (nu bezit van de Deutsche Bank) 5 miljoen D M toegezegd. 'Een aalmoes', oordeelt Heinz Galinski, voorzitter van de Joodse gemeente van Berlijn. I.G. Farben en nog enkele con­cerns hebben een benepen 'vergoeding' aan overlevende dwangarbeiders uit­gekeerd. Zij hebben alle van de 'Ver-nichtung durch Arbeit' geprofiteerd.

E.T.

VOORLOPIG GERED

Ik lag in bad, toen mijn gastvrouw doods­bleek binnenrende en riep: 'Vlug Dé , vlug. Er is een razzia! D e Groenen roepen Juden heraus. Juden heraus. Ze staan al voor ons huis. Ik zal mijn fiets buiten zet­ten. Probeer daarop te ontkomen.' D E VERSCHRIKKELIJKE R A Z Z I A V A N Z O N D A G 20 J U N I 1943 WAS B E G O N N E N Die zondag zijn 5500 Joden opgepakt. D e moffen doorzochten talloze huizen in oost en zuid. D e ongelukkigen, die gepakt waren, werden door Joden van de Joodse Ordedienst naar verschillende verza­melplaatsen gebracht en vandaar naar het Muiderpoortstation. Alles onder begelei­dingvan Duitsers (Grünen en ander schorriemorrie). D E Z E AFSCHUWELIJKE O N M E N S E ­LIJKE ' G R O S Z A K T I O N ' HEEFT D E HELE D A G G E D U U R D ! Me razendsnel aangekleed; doek o m mijn hoofd o m mijn donkere krullen te verber­gen. Fiets gepakt en weg, Z O T U S S E N

DE G R O E N E N D O O R ! GELUKT! D e van Baerlestraat in. Halverwege de van Baerle: LUCHTA­LARM!! Ik kan niet op straat blijven: bij een razzia moeten de straten leeg zijn. Wat moet ik doen! Mijn gedachten gaan razendsnel: doorfietsen en me laten neer­schieten? Ergens op goed geluk aanbel­len? Opeens zie ik een ijzeren scherm voor een winkeldeur. N i e t helemaal tot op de grond. Tussen de onderkant van het scherm en de trottoirtegels is een ruimte van ongeveer 60 centimeter. Ik kwak de fiets tegen de grond en kijk richting Roe lof Hartplein en dan richting Con­certgebouw. Geen m o f te bekennen. Ik wring me onder het scherm en ga rechtop staan met mijn rug tegen de winkeldeur. Een paar minuten later rennen de eerste moffenlaarzen voorbij! H o e het me gelukt is achter dat scherm te verdwijnen is me altijd een raadsel ge­bleven, want ik ben nooit lenig geweest en had altijd een laag cijfer voor gymnastiek.

In doodsangst kun je blijkbaar prestaties volbrengen, waartoe je in normale omstandigheden niet in staat zou zijn geweest. H o e lang ik daar heb gestaan, in radeloze angst dat de moffen mijn voeten zouden zien, weet ik niet, maar zeker vele uren, want ik kwam pas in de namiddag bij een vroeger onderduikadres aan. Ik ben ongelovig opgevoed; mijn ouders waren overtuigde atheïsten, maar in die bange uren heb ik af en toe mijn handen gevou­wen en prevelde: Laten ze mijn voeten niet zien; laten ze mijn voeten niet zien... Eindelijk, eindelijk weer luchtalarm: de jacht in de buurt van het Roelof Hartplein was blijkbaar beëindigd. Ik ben nog een poos blijven staan nadat er geen laarzen meer langskwamen. Ik wilde niet het risico lopen, dat er nog moffen op straat liepen. Ik dacht na: ik besloot naar Rie J. te gaan, een oud-collega van de Rijkstelefoon, waar ik bij een vorige razzia in west ook al was weggevlucht. 'Ik rijd door het Von­delpark; op de fiets en n o g door het park ook, dus twee overtredingen tegelijk; zo'n overtreding verwachten de moffen mis­schien niet.'

Page 32: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

ISRAËL AIRLINES In samenwerking met _

gaan wij zeker iedere week naari$ftAa Als u plannen hebt in die richting,kies dan ook voor één van onze vrije groeps reizen. U kunt ons bellen of de bon invullen

Wij kunnen voor gesloten groepen reizen naa ruwwensen samenstel len. Vri jbl i jvende offertes.

# Transferkosten per privé auto ot sherut op aanvraag.

• Vele mogelijkheden voor één- of meer­daagse tours door Israël.

STUDENTEN- EN SCHOLIERENRETOURS (vraag onze speciale tarieven)

( K A N ONGEFRANKEERD IN OPEN ENVELOPPE W O R D E N T O E G E Z O N D E N )

Folders en inlichtingen bij:

NET WORLD TOURIST ORGANIZATION Rokin 9-15, 1012 KK Amsterdam Tel. 020 - 243350*

Wij verzorgen al uw reizen over de gehele wereld.

Page 33: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Onverwerkt verleden? Met vriendelijke toestemming van de auteur ontleend aan 'Onverwerkt ver­leden?' 1985

Onverwerkt verleden?, de teksten van het RIOD-symposium van 7 en 8 mei 1985 zijn in druk verschenen. Gelukkig, het tij is gekeerd, zal menigeen verzuchten die kennis heeft genomen van reeksen referaten van Nederlandse histo­rici uit de laatste tien jaar over de Tweede Wereldoorlog. Geen van de symposium­sprekers en -schrijvers geeft voor dat de oorlog geen rimpeling in de Nederlandse samenleving zou hebben teweeggebracht, zoals op menig vorig congres van histori­sche zijde werd beweerd. Psychiaters denken daar allang anders over. Die waarschuwen dat b.v. de 'derde generatie' wel gevolgen kan, maar niet per se hoeft te ondergaan van opa's en oma's leed, al zijn hun ouders daar maar al te vaak diep door geraakt. Dr. Eddy de Wind schetst in '...Tot in het derde en vierde geslacht...' de soms wel heel late gevolgen van de jaren '40-'45 in het bijzonder voor onze groep, de vervol­gingsslachtoffers, speciaal de overleven­den van Auschwitz. Hij roert een vaak vrijwel onoplosbare problematiek aan. Deze wordt juist van de andere kant benaderd door prof. Herman Mussaph in zijn bijdrage 'het wonder der herrijzenis'. Wonderlijk is niet het snel o f later optre­dende KZ-syndroom, maar juist het rijk geschakeerde prestatiepeil van zovele vervolgden.

Binnen- en buitenlandse verhoudingen

Vervolg van pagina 31

Zonder moeilijkheden bereikte ik haar adres. Zij woonde twee h o o g en in het benedenhuis woonde een N.S.B.er, die me al jaren kende, maar gelukkig heeft die vent me niet gezien. Rie en haar man had­den nóg een Jodinnetje in huis en ook een bekende verzetsman, Jan Postma, die kort daarna helaas is gearresteerd en later is gefusilleerd... Ik wilde deze lieve mensen niet langer tot last zijn en mijn tussenpersoon vond gelukkig spoedig een ander adres. V O O R L O P I G WAS MIJN L E V E N W E E R GERED! / ,

D e de Haag

Gerda Roodenburg: Keramiek.

komen aan de orde. D e dekolonisatie van Indonesië omvat beide en nog veel meer, indringend behandeld door prof. C. Fasseur. Mr. P.M. Brilman, de officier van justitie, belast met opsporing van oorlogsmisdadi­gers en andere politieke deliquenten uit W O II gaf een niet steeds bemoedigend overzicht van de bereikte resultaten. Toch meent hij: 'de zin van de bestraffing en dus ook van de daaraan voorafgaande opsporing en vervolging van Oorlogsmis­dadigers, ligt vooral in de bevestiging van de internationale rechtsnorm: het begaan o f laten begaan vn oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid is beneden de waardigheid van de volkeren­gemeenschap. D e bewustwording o f lie­ver: het bewust houden van die gedachte is blijvend het nastreven waard. 'Mr. Ineke Haas-Berger, Tweede Kamerlid (P.v.d.A.) onderschrijft dit 'ter wille van het verleden, met het o o g op de toekomst'.

D e oorlog in de literatuur door de beter als Ton Anbeek bekend staande literator laten wij liever terzijde tot een andere gelegenheid, samen met Oorlog en litera­tuur, een essay van Wil lem Frederik Hermans. Uit de epiloog door dr. Lou de Jong kunt u in dit blad belangrijke delen vinden. Het boek waarnaar velen van ons hebben uit­gezien, stelt niet teleur, integendeel.

E.T.

1940-1945: Onverwerkt verleden? Lezin­gen van het symposium georganiseerd door het Rijksinstituut voor Oor­logsdocumentatie, 7 en 8 mei 1985. Onder redactie van David Barnouw, Madeion de Keizer, Gcrrsold van der Stroom. Het Uitgevers, Utrecht, 1985. Prijs ƒ 29.90

Herkenning

Ik zat op een avond naar de tv te kijken. Sonja Barend was erop en haar pro­gramma interesseert mij zeer en nu zij in Rotterdam zit ben ik nog meer geïnteres­seerd. Omdat mijn hart van geboren Rot­terdamse er n o g steeds naar uitgaat, kijk ik nu uit o f ik bekende gezichten kan ontdekken. Ik dacht dat ik mij verbeeldde dat ik een bekend gezicht had ontdekt. Mijn man zei dat ik weer hallucinaties had, maar natuurlijk bleef ik vol verwachting naar de beelden kijken. En ja hoor, daar was mijn vrind terug in beeld en even daarna zijn zuster. Het was voor mij een onver­getelijke avond geworden, want deze twee mensen die ik in meer dan veertig jaar niet had gezien riepen bij mij weer herinnerin­gen uit de oorlog op. Rie van Os liep in de oorlog in de Beet-hovenstraat en ik stapte af van mijn fiets met massieve banden en vroeg haar wat zij daar in de Beethovenstraat deed. Zij liet mij niet uitspreken en verwees mij naar de overkant: daar moest ik even bellen. Tot mijn verbazing werd er door haar broer Leo opengedaan. Hij vertelde mij dat zij zogenaamd een verloofd stel waren en in Amsterdam werkten. Leo stond op een klein kacheltje met een beetje hout zijn potje eten te koken. Ik had nooit ver­wacht dat ik mijn Rotterdamse vrienden zo zou aantreffen. Ik beloofde hun dat ik, als ik van de boeren terug zou komen, hun wat verse groente zou komen brengen. Ik heb ook woord gehouden: op de terug­w e g heb ik wat gebracht. Wat weet ik niet meer, maar de herinnering is gebleven. Toen de oorlog was afgelopen en ik ze met mijn man ging opzoeken, ben ik bij ze langs geweest. Ik was toen op weg naar Eindhoven, waar wij dachten een broer van mijn man aan te treffen. Mijn vrind Leo had een boot om mee naar ons doel te gaan. Maar met de boot onderweg, moch­ten wij niet verder dan Dordrecht, want de quarantaine mocht niet worden be­zocht door buitenstaanders. We hebben later gehoord dat mijn zwager niet was bij degenen die uit de kampen terugkwa­men.

D e familie van Os ben ik nog dankbaar dat ze ons naar de boot hebben gebracht. D e dag nadat ik ze bij Sonja had gezien heb ik opgebeld en wij hebben weer contact met elkaar. Z o zie je maar hoe een tv-uitzending je gedachten op gang kan brengen.

Esther van Geens-Flora

Page 34: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

IIIIIIHIIIHHIIIIIII ZDlMPEL-FIX

van 't holflaan 53 - tel. 92 48 73 amsterdam-oost

advies & installatie bureau zelfbouw centrale verwarming

M I G N dagelijks

dicht-bij-de-ha Nieuwendijk 175, tel. 244078 Leidsestraat 76,tel. 271900 Reguliersbreestraat I9,tel.242994

ook voor het vervangen van uw oude gas- of olieketel. Met en zonder warmwater voorziening.

SEDERT 1967

D. DRUKKER & Zn. N. V Sarphatikade 12,1017 WV Amsterdam

Ruwe- en geslepen diamant

VISHANDEL

MAASSTRAAT 27 AMSTERDAM - TELEFOON 641072

c v . d rukken] uitgeverij

heiermann&co SCHNABEL

offic.'al C6m^) service vvra^

i ^ v MORRIS c v . d rukken] uitgeverij

heiermann&co Een goed 1986!

i ^ v MORRIS

v. Hallstraat 685 Postbus 61175, 1005 HD Amsterdam

Telefoon 020 - 840505

O F F S E T - O F F S E T ROTATIE

Alle illustratie, boek- en handels­drukwerk

Al onze adverteerders en uiteraard alle lezers wensen wij een gelukkig en voorspoedig 1986.

Nederlands Auschwitz Comité

Uitdeuken - spuiten - moffelen Autoreparaties - revisie - doorsmeren

Tevens' f inancieringen, alle verzekeringen

LAAT ONS UWY AUTO VERZORGEN

Prima kwaliteiten en service snelle levering

Schnabel - 2e Boerhaavestr 17 - A'dam-Tel. 020-653126

B O B JSSLC :C3X T

Met de complimenten van

J. MEERSCHWAM B.V. AMSTEL DIAMONDS

L E E R /j$|fP B O N T |pï*(' ' •II L A M S V A C H T

AMSTERDAM-ROTTERDAM-BRUSSEL Amstel 208 1017 AH Amsterdam

Confectiecentrum 3.01.35 Koningin Wilhelminaplein 29,

1062 HJ AMSTERDAM (Holland) Telefoon 020 - 1 5 60 14*

Page 35: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

Geen achterhaalde kreet Het is nooit verkeerd als de penningmees­ter erop blijft wijzen dat er geld nodig is. Hij heeft immer te zorgen dat inkomsten en uitgaven zoveel mogelijk met elkaar in evenwicht zijn en blijven o f zoals de Nederlandse wet het kernachtig noemt: 'als een goed huisvader te zorgen....' al wordt hem dit niet altijd in dank af­genomen, omdat een penningmeester per definitie nu en dan een 'nee-zegger' is. Waarom moet het Nederlands Auschwitz Comité - zo kan men zich afvragen -eigenlijk steeds opnieuw financiële steun aan vrienden en belangstellenden vragen? Is het zovele jaren na dato dan nog nodig als Comité te blijven bestaan en zich in de samenleving te blijven manifesteren, waar dit noodzakelijk blijkt te zijn? Deze vra­gen stellen is tegelijk ze positief be­antwoorden.

Keer op keer wordt op uiteenlopende manieren naar voren gebracht - o.m. in deze krant - dat blijvende herinnering aan wat gebeurd is en niet-aflatende solidari­teit met de overlevenden niet voldoende is. N O O I T MEER A U S C H W I T Z houdt een waarschuwing en een opwekking in, speciaal voor de jongere generatie(s) die het allemaal uit verhalen van ons ouderen weten, maar vooral voor hen die het (nog) niet weten - hoe ongeloofwaardig dit moge klinken. Tegen hen zeggen we: vergeet niet dat de grote vernietiging, waarvan Auschwitz / Birkenau als 'symbool' staat, het einde van de w e g is geweest die begon met 'kleine discriminatie' als het aanwijzen van twee­derangs burgers, broodroof en maat­schappelijke vernedering. Haat tegen alles wat 'anders' is dan wijzelf kent geen grens. • Integendeel: het is een sluipend gif dat zijn werking verricht soms zonder dat we het goed onderkennen. Maar het is nog steeds onder ons, op straat, in de super­markt en in de officiële vergaderzalen van de naties.

Reis naar Auschwitz Wij ontvingen al een aantal opgaven van mensen die t.z.t. een bezoek aan Ausch-witz/Birkenau willen brengen. Er wordt van verschillende kanten, ook door jong­ere mensen, gewerkt aan de voorberei­ding van een dergelijke reis. Zij die ook zouden willen meegaan kunnen dit - vrij­blijvend - melden bij ons secretariaat. Nadere mededelingen zal men in dit blad kunnen vinden in volgende nummers.

Wat te zeggen van uitlatingen in de Bondsdag dezer dagen toen de gerecht­vaardigde eisen tot schadevergoeding van de overlevende 'slaven' van de Duitse oorlogsindustrie ter diskussie stonden? O f de reakties die werden opgetekend tij­dens en na de eerste uitzending van de Franse film 'SHOAH'. Hier zijn twee voorbeelden uit de aktuali-teit van de dag die gemakkelijk aan te vul­len zijn met zovele kleine en grotere blijken van racisme, antisemitisme o f andere 'ismen' die we maar kunnen bedenken.

Vrienden - en vooral jonge vrienden -hier is de waarschuwing die onze leus ' N O O I T MEER A U S C H W I T Z ' bevat. Tegelijk echter de opwekking naar jullie toe o m uiterst waakzaam te blijven en vooral strijdbaar. Denk niet: 'wat moet ik in m'n eentje daar tegen doen?' Als je je persoonlijk schrap zet tegen het bederf dat je tegen komt draag je bij tot het een beetje bewoonbaarder maken van deze wereld. Je merkt dan bovendien dat je niet alleen staat in die strijd en dat geeft een sterkend gevoel.

Ons Comité - in alle bescheidenheid - wil zijn bijdrage blijven leveren die waak­zaamheid en strijdvaardigheid te akti-veren. Het vindt daarin dan ook zijn reden van voortbestaan en het vraagt o m steun. Als penningmeester ben ik dankbaar voor de morele kant van die steun. Maar even erkentelijk zal ik zijn - dit mag ik als 'goede huisvader' toch wel stellen - als de morele ondersteuning van het werk van ons Comité mede tot uitdrukking komt in het sturen van geldelijke bijdragen waar­zonder we niet eens door zouden kunnen gaan.

Ik wens u allen een gezond en strijdbaar 1986 toe.

N i c o Boeken

Geen telling

D e plannen o m een telling te houden van Joden teneinde een inzicht in 'Joodse bin­dingen' te krijgen voor sociale en on-derwijs-voorzieningen zijn van de baan. D e protesten tegen deze plannen waren (en zijn) vrijwel algemeen.

de broers en zusters bewaren wil ik hen in m'n denken we speelden samen achter elkaar de stoelen als een tram

of schooltje met boekjes van blaadjes uit een schrift tezamen gebonden met naald en draad

soms werd het een winkeltje kranten werden zakjes gevuld met wat Moeders vinden op vergeten plek dat we kregen met het gevoel dat alles kon en was bij Moeder

B. v. W.

Internationaal Auschwitz Comité in Israël

D e eerstvolgende bijeenkomst van het presidum van het Internationale Ausch­witz Comité zal worden gehouden te Tel Aviv op 31 maart en 1 april 1986. Het presidium zal worden ontvangen door president Herzog en Yad Washem, insti­tuut en gedenkplaats, te Jeruzalem be­zoeken. D e presidium-leden zullen oud­gevangenen van Auschwitz ontmoeten en een persconferentie geven. Annie Fels-Kupferschmidt, de voorzitster van het Nederlands Auschwitz Comité zal als lid van het presidium van het Int. Auschwitz Comité aan de vergadering te Tel-Aviv deelnemen.

Boeken over Auschwitz Verkrijgbaar zijn enige boeken over Ausch­witz in het Engels. Scènes of martyrdom and fighting of Jews on the Polish lan 1939-1945

prijs f 10,- + 2,30 verzendkosten KL Auschwitz, f 22,50 + 5,25 verzendkosten Auschwitz door de ogen der SS, f 18,50 + 4,25 verzendkosten. De prijs plus verzendkosten dienen bij voor­uitbetaling te worden voldaan op postreke­ning 4875500 of 293087 t.n.v NAC, Amster­dam met vermelding van de titel van het boek De boeken zijn te bestellen bij de 2de pen­ningmeester, J. M. Waterman, Ommerenhof 79 1106XM Amsterdam Tel.: 020-964334

Page 36: Auschwitz Bulletin, 1986, nr. 01 Januari

' t B e s t e h o e f t i n d e B i j e n k o r f n i e t

a l t i j d ' t m e e s t e t e k o s t e n . A l s j e

m a a r i e t s u i t d e B i j e n k o r f H u i s

C o l l e c t i e k o o p t . Bijenkorf Huis Collectie: een zich

snel uitbreidend assortiment van artikelen door alle afdelingen van de Bijenkorf heen. Die minder kosten dan vergelijkbare produkten. Maar die, dank zij de strenge Bijenkorf-normen,

wel even perfect van kwaliteit zijn. En veelal exclusief voorde Bijenkorf vervaardigd.

Denk nu niet dat u binnenkort niets anders dan de Bijenkorf Huis Collectie in de Bijenkorf kunt krijgen. Integendeel. Met de Bijenkorf Huis rfs^ Collectie is de keus in de Bijenkorf met nog LT 1 een merk toegenomen. ^5U^

Bij de Bijenkorf ben je beter af.

BIJENKORF ^ H U I S ^ ;