Download - Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

Transcript
Page 1: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

nederlands auschwitz c o in i t é

23e jaargang, nr. 2, februari 1979

Secr.: E. Furth, Diemerkade 43, 1111 AC Diemen, tel. 020-905310 Bankrek.: AMRO Bank, bijk. Van Baerlestr. Amsterdam-Z. Gemeente Giro N 5500 N.A.C. - Postgiro nr. 293087 Redaktie: E. Tas, Amsteldijk 23, 1074 HS Amster­dam-Z, tel. 795716 Administratie: telefoon 020-184159

GEEN RUST Nog zijn niet alle 25.000 herden­kingsnummers in handen van nieuwe en jonge lezers en daar komt al deze krant met oproep. U gaat weer over koude, gladde wegen, ditmaal naar de Dokwerker. Waarom? Niet alleen omdat u de stakers van toen bewondert en hun daad in ere wilt houden. U bent ook niet naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats en de al even ijzig witte RAI gekomen alleen om uw nabestaanden en vrienden te gedenken. Wij allen lopen en zwijgen, schrijven en spreken immers ook om wat er nu gebeurt — of niet gebeurt. Er verschijnen toch zeker opnieuw hakenkruisen en 'ariër­verklaringen'; er zitten op dit moment massamoordenaars verscho­len, maar soms ook in voorzitters­zetels. Er bestaat racistische vervolging en anti-semitisme en dan laten wij feiten die zich verder van huis afspelen nog maar rusten. Als wijzelf zouden willen rusten — wij zouden het niet kunnen. Rust heeft onze kleine groep, die voor verouderen noch voor ziekte wordt gespaard, zeker verdiend. Maar wij werden en worden betrokken in de Menten-zaak, die niet alleen justiti­eel, maar ook politiek wijd vertakt blijkt. Men raadpleegt ons geregeld, zowel in zaken van uitkering, de WUV als over onze mening over series als Holocaust. Over deze komende uit­zending kunnen wij alleen zeggen: gezien de indruk die deze Holocaust vooral op jonge Duitsers heeft gemaakt, is de uitzending toe te juichen, geheel ongeacht de artistieke waarde van deze speelfilm. Het is ook de moeite waard deze hier te vertonen. Dit gebeurt niet voor de

getroffenen, maar voor degenen die niet of slecht op de hoogte zijn. De getroffenen hebben geen film nodig: zij voelen nog iedere dag aan den lijve hoe het werkelijk was. Bepaalt u zelf of u dit in deze vorm zien wilt: u hoeft uw tv tenslotte niet aan te zetten. Deze serie is bestemd voor wie het niet of half weten en kan daarom nuttig zijn. Wij werden in het Anne Frankhuis genodigd om onze mening te geven over een documentaire van de Belgische cineaste Lydia Chagoll, 'In naam van de Führer'. Deze veel-bekroonde film gaat over de moord op de kinderen van ons, 'Unter-menschen', en over de geestmis­vorming van de kinderen van an­deren. Voorts zijn wij druk bezig met de voorbereiding van de grote Europese manifestatie die in Straatsburg zal getuigen dat oorlogsmisdaden nooit mogen verjaren. Evenzeer verlangen wij dat ernst wordt gemaakt met het verbod van SS-organisaties en nazi-propaganda in de Bondsrepubliek, waar botte SS-reclame de openbare bibliotheken bereikt en rectoren en leraren op school de ' Auschwitz-Lüge' uitdelen zonder ontslag te hoeven vrezen. Intussen — het geschiedt met de regelmaat van klok of kalender — is in Hamburg weer een Nederlandse tot levenslang veroordeelde Hitlerknecht ontdekt, een zekere Soetebier. Hij is schuldig aan moord op zg. deserteurs uit Duitse slavenarbeid en aan­verwante zaken. De man had zijn misdaden in de provincie Groningen bedreven en het waren voor de zoveelste maal gewone Groningse burgers die hem op het spoor kwamen.

FEBRUARI -HERDENKING Op zondag 25 februari, 's middags om 1 uur (N.B.) herdenken wij de Februaristaking 1941. Wij defi­leren dan langs de Dokwerker en leggen na het gemeentebestuur van Amsterdam en het Februari-comité bloemen bij dit monu­ment. Wij doen dat om de stakers te eren en opdat recht geschiede! Komt allen! Brengt uw kinderen en klein­kinderen, uw vrienden en uw buren mee.

Tot ziens op het J. D. Meijerplein.

Nederlands Auschwitz Comité

Ook op een ander punt bleek de geringe waakzaamheid van de Neder­landse autoriteiten. Natuurlijk be­doelen wij de inmiddels in de schijn­werpers geraakte voorwaarden voor zakendoen met Arabische landen. Dezen verlangen van hun Nederland­se leveranciers niet alleen dat zij Israël boycotten, maar bovendien dat geen Joden namens deze firma's een Arabisch land mogen bezoeken, ja soms zelfs dat bij deze firma's geen Joden werken! Tot dit doel dienen dan doopbriefjes e.d. overgelegd te worden. Een herleefde ariërverklaring dus. Een flink aantal Nederlandse bedrijven blijkt dat spel te hebben meegespeeld. Nog erger: officiële Nederlandse instanties deden dat ook, zoals de Nederlandse Credietverzeke-ringsmaatschappij. Het spreekt vanzelf dat geen enkel belang, politiek, commercieel of wat dan ook, discriminatie van Neder­landse burgers kan of mag recht­vaardigen. Op deze plaats behoeven wij dat niet toe te lichten. Wij

Vervolg op pag. 5

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

FEBRUARI-OPROEP

Medeburgers,

Op 25 en 26 februari 1941 gingen meer dan 300.000 mannen en vrouwen, arbeiders, ambtenaren, winkeliers, studenten en scholieren in

Amsterdam, Utrecht, de Zaanstreek, het Gooi en Kennemerland in staking. De staking was het protest tegen de vervolging en vernietiging wegens hun joodse afkomst van zeer vele landgenoten, mannen, vrouwen en kinderen. De Februaristaking 1941 was een machtige daad van solidariteit en verzet tegen de fascistische terreur; zij gaf de stoot tot een massaal verzet en droeg bij tot het verhinderen van de vorming van een Mussert-regering. Het initiatief tot de staking werd genomen door de illegale Communis­tische Partij; oproep en organisa­torische voorbereidingen werden be­antwoord met een zo eensgezinde en massale actie, dat vrijwel de gehele bevolking van Amsterdam en om­liggende gebieden haar ondersteunde. Deze staking maakte in één slag duidelijk, dat ook in zulke moeilijke omstandigheden als tijdens de onder­drukking door een fascistisch terreur-regime, strijd en verzet mogelijk waren. Het jaarlijkse défilé langs de Dok­werker op 25 februari, waarmee de Februaristaking 1941 wordt her­dacht, is in de afgelopen jaren nooit beperkt gebleven tot herdenken alleen. Het défilé staat ieder jaar opnieuw weer in het teken van de actualiteit van de strijd voor de verdediging van de nationale zelfstandigheid, de verdediging van de democratische en sociale verworven rechten, tegen terreur en onderdrukking en maant steeds weer tot waakzaamheid tegen Duits revanchisme en neofascisme. Het is een verheugend teken dat in toenemende mate jonge mensen, die de fascistische terreur niet zelf hebben beleefd, aan deze wekroep tot waakzaamheid gehoor geven. De kranslegging in Den Haag door een viertal jonge mensen van het comité Recht en Openheid in de zaak-Menten namens alle organisaties van het voormalig verzet en van ex-politieke gevangenen en kampbewoners, was daarvan een prachtig voorbeeld.

Zoals trouwens die manifestatie in Den Haag tegen de vrijlating van Menten een voorbeeld was van een nieuw gegroeide eenheid van demo­cratische en anti-fascistische krachten van zeer uiteenlopende politieke en religieuze opvattingen. Zij allen vonden elkaar in een eensgezind protest tegen de vrijlating van de wegens oorlogsmisdaden veroordeelde Menten. Die vrijlating is een belediging voor alle anti-fascistische Nederlanders en voor de nagedachtenis van hen die in de strijd tegen de nazi's zijn gevallen. Een belediging ook voor overlevenden in Polen, de Sowjet-Unie en Israël. Ook in die landen eist men dat Menten zijn verdiende straf zal krijgen en zal ondergaan. Dat is nodig in het belang van het recht en van de democratie. Niet alleen de vrijlating van Menten heeft een krachtige protestbeweging op gang gebracht. Ook tegen het rassistisch optreden van de zogenaam­de Nederlandse Volksunie wordt voort­durend geprotesteerd, terwijl poginen om fascistische propaganda- en nazi­symbolen te verkopen in verschillende plaatsen door actief optreden van jongeren en ouderen gezamenlijk werd verhinderd. Ook in andere landen wordt in toenemende mate opgetreden tegen rassenwaan en anti-semitisme. In de Westduitse Bondsrepubliek — waar neo-nazi's en oud-nazi's vrijuit de­monstreren en hun propaganda voe­ren, terwijl beroepsverboden tegen progressieve, democratische mensen worden toegepast — groeit het verzet daartegen. In de strijd tegen de beroepsverboden zijn al belangrijke successen bereikt. In Spanje zijn aan het Franco-fascisme flinke slagen toegebracht, maar de massale bijeenkomsten van Franco­aanhangers enkele maanden geleden toonden aan dat het gevaar nog steeds bestaat. Daarom is het verheugend dat het Spaanse volk in overweldigen­de meerderheid voor de nieuwe, democratische grondwet heeft ge­stemd. In Zuid-Afrika manifesteert zich een steeds breder volksverzet tegen de mensonterende Apartheidspolitiek. Een verzet dat overal in de wereld, ook in ons eigen land, steunt op een massale solidariteit.

Meer dan ooit is het nodig te herdenken op de de vierde mei en er voor op te komen dat de vijfde mei — de bevrijdingsdag van de nazi­overheersing — tot een erkende jaarlijkse nationale feestdag wordt. In Amsterdam is dat laatste als een verworven recht vastgelegd in een jaarlijkse vrije dag voor het gehele gemeentepersoneel. Dat is een goed uitgangspunt om dat recht ook landelijk te doen vastleggen. Herdenken van de Februaristaking 1941 is ook nu weer een aansporing om te handelen in de geest van toen en eensgezind op te komen voor vrede en veiligheid. Daarom richten wij ons tegen de miljardenverslindende be­wapeningswedloop, tegen de in­voering van een nieuw vernietigings­wapen — de neutronenbom — die tot een verdere opvoering van de kernbewapeningswedloop zou leiden en het oorlogsgevaar in Europa zou vergroten.

VOOR VREDE EN VEILIGHEID LN DE WERELD

VOOR EEN VREEDZAAM SAMEN­LEVEN VAN DE STATEN EN VOOR DE BESCHERMING VAN DE NA­TIONALE ONAFHANKELIJKHEID

VERBOD VAN DE AANMAAK VAN DE NEUTRONENBOM

DE AAN OORLOGSMISDADEN SCHULDIG BEVONDEN MENTEN MOET ZIJN VERDIENDE STRAF ONDERGAAN

TEGEN ELKE VORM VAN TOE­GEVEN AAN DUITSE EISEN TOT VRIJLATING VAN DE 'DRIE VAN BREDA' EN TEGEN AANWAKKE­REN VAN HET REVANCHISME IN DE BONDSREPUBLIEK

TEGEN VERJARING VAN OOR­LOGSMISDADEN EN MISDADEN TEGEN DE MENSELIJKHEID

TEGEN IEDERE VORM VAN RA­CISME EN ANTISEMITISME

VOOR DEMOCRATIE EN TEGEN ELKE AANTASTING VAN DE DEMOCRATISCHE GRONDRECH­TEN VAN ONS VOLK

het Februari Herdenkingscomité

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

DE LEUGEN VAN DE AUSCHWITZ-LUGE 'Es is nicht wahr'. Een woord dat de ouders van de ouderen onder ons al heel goed kenden. Het was een woord uit het Duitsland van Wilhelm. Over het Duitsland van Adolf hoeven wij het niet te hebben. 'Die Auschwitz-Lüge doet nu weer enige jaren de ronde: het is allemaal verzonnen door de Joden. Auschwitz was een vakan­tieoord volgens de neo-nazi Christop-hersen, gesteund door de heer Roeder, die geen advocaat meer is en — voorlopig? — uitgeweken naar Zuid-Amerika. In Düsseldorf verklaren advocaten dat de gaskamers van Majdanek wel na de oorlog gebouwd zullen zijn en dat Anne Franks dagboek een vervalsing is. In Lyon moest Faurisson, een hoog­leraar in de literatuurgeschiedenis, geschorst worden, nadat hij had aan­bevolen 'de enorme historische leugen van de gaskamers te ontmaskeren'. De nog bestaande gaskamer van het beruchte kamp Struthof in de Elzas zou 'een gaskamer voor toeristen' zijn. Wij zijn al van de pamfletten in de collegezaal beland, van West-Duits-land de Rijn overgewipt. Ook hierbij blijft het niet. De beroemde Propylaen-Verlag, die zich toelegt op rijk geïllustreerde histo­rische standaardwerken, heeft een 'Geschichte der Deutschen' laten ver­schijnen van de hand van de heer Hellmut Diwald. De historicus Golo Mann, een zoon van de Nobelprijs­winnaar Thomas Mann, meestal minder strijdbaar dan de schrijver, heeft over dit geschrift in Der Spiegel van 4 december j.l . een boekje open­gedaan. 'Wie van de moord op de Joden niet van elders heeft gehoord, zal bij het lezen nooit op het idee komen dat zoiets ooit zou zijn voorgekomen', aldus prof. Mann. 'Wat lezen wij. . . in deze prachtband? De Joden, zij ook, werden zoals andere Duitsers of burgers van de bezette landen gedwongen in de bewapeningsindu­strie te werken: nood breekt wetten. Met dit doel werden zij naar Ausch­witz gebracht — 'een oude industrie­stad'. Wat een wonder dat de oude industriestad nu ook een centrum van dc wapenindustrie werd en de bij Auschwitz behorende arbeidskampen

'wegens hun bewapeningstechnische betekenis in korte tijd tot negenen­dertig' aangroeiden? Ja, en dan was er ook een kamp, Birkenau genaamd, daar werden de geheel arbeidsongeschikte gevangenen heengebracht. (Geen woord erover, waarom zij eigenlijk wel gevangenen waren?) Wie echter arbeidsongeschikt is, die is ook zwaak en wie zwak is biedt de dood slechts weinig verzet. Zo kwam het dat in de zomer en herfst 1942 in Birkenau tegen de 20.000 mensen aan tyfus stierven. 'Dat was de reden waarom zich in Birkenau ongewoon grote inrichtin­gen voor het verbranden van doden bevonden. De meldingen van dit massale sterven brachten Himmler tot het bevel 'het aantal sterfgevallen tot elke prijs te laten dalen.' Tot elke

P r i J s -Bijgevolg is Auschwitz 'een symbool van de verschrikking, maar het is ook symbolisch voor de. . . tegen beter weten in opzettelijk erbij gehaalde gelijkstelling van het Derde Rijk met Duitsland.' Die laatste zin, schrijft prof. Mann, vat ik zo op dat 'Auschwitz door Duitslands vijanden is uitgevonden om het 'andere Duitsland' gelijk te stellen met het Derde rijk. . . als de moord op de Joden en soortgelijke dingen op leugens berusten, dan was een 'ander Duitsland' helemaal niet nodig of zelfs maar denkbaar. . . . Hij doet het handig. Dit en dat was de oorsprong van die ver­brandingsovens ; dat hoeft niet beslist te betekenen dat ze later niet ook voor andere doeleinden dienden, voor andere doeleinden niet ook nog een klein beetje vergroot werden. (Vol­gens de aantekeningen van de commandant van Auschwitz, Rudolf Hösse: tussen 4000 en 6000 ver­brande lijken per dag.) Het woord 'Endlösung' betekende 'eerst' niets anders dan het evacueren van alle Joden naar het Oosten. Wat weer niet beslist moet betekenen dat 'Endlösung' een paar maanden later iets heel anders kan hebben bete­kend. Dat wordt ook niet tegenge­sproken. Maar het wordt ook niet gezegd, met geen woord. Er wordt ook niet gezegd, waarom er dan eigenlijk 'ondanks alle litera­tuur', ondanks, om slechts twee voorbeelden te noemen, de aanteke­

ningen van de kampcommandanten van Auschwitz en de documenten van het Eichmann-proces, over datgene wat 'zich werkelijk heeft afgespeeld' in het geheel niets kan worden verklaard. Deze beide bladzijden in de 'Ge­schichte der Deutschen' zijn het afschuwelijkste wat ik sinds 1945 in een Duits boek heb moeten lezen. Aldus besluit Golo Mann zijn aanklacht. Na deze en ander publi-katies en ondanks en zwakke verdedi­ging het Propylaen-Verlag erover denken het prachtwerk toch maar uit de handel te nemen. . .

PENNJJNG-JMEESTER KRABBEL Ook ik wil nog iets kwijt over onze reünie. Er wordt door buitenstaanders wel eens beweerd dat het geen kunst is om bezoekers te krijgen op onze reünie, want de toegang (en dit keer zelfs de lunch) is gratis. Deze mensen begrijpen er niets van, want diezelfde bezoekers ondersteunen ons door financiële bijdragen en duizenden anderen doen dat ook. Wij zijn een comité en hebben geen verplicht contribuerende leden, zoals een vereniging. Nog steeds zijn er mensen die onze accept-girokaart nog niet ingevuld retourneerden. Ik ver­zoek die mensen vriendelijk dit alsnog te doen. Voor de velen die de kaart al invulden: hartelijk dank! Zij die geen accept-girokaart ontvin­gen kunnen hun bijdragen overmaken op onze postgiro 293087 of gem. giro Amsterdam N 5500, beide t.n.v. NAC, penning. F. Degen, Mr. Treublaan 22", 1097 DB Amster­dam. Ik wil ook hen hartelijk danken die met steunlijsten collecteren. Zij die dit nog willen doen kunnen tele­fonisch of schriftelijk lijsten bij mij aanvragen. Verschillenden hebben deze lijsten al bij mij ingeleverd en afgerekend. Hartelijk dank ook aan deze in­tekenaars.

Met hartelijke groeten, F. Degen, tel. 020-941848

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

NABESCHOUWING OVER HERDENKING EN REÜNIE

Op de eerste, aankondiging in het december-bulletin stroomden de aan­vragen voor toegangskaarten binnen. De 18de januari waren al 640 op het secretariaat aangevraagd. Uw secre­taresse werd er zenuwachtig van; hoe kunnen wij alle belangstellenden tevreden stellen? Er waren maar 600 plaatsen in de RAI beschikbaar. Toen werd het slecht weer, zelfs bar slecht. Vele bezorgde vrienden uit het land vroegen zich af of ze wel de reis naar Amsterdam konden volbrengen. Ook de ouderen en gehandicapten in de stad hadden het er moeilijk mee, vroegen om vervoer, wat ik naar mijn vermogen probeerde te regelen. Woensdag 24 en vrijdag 26 januari waren de weersomstandigheden bij­zonder slecht. Met grote interesse werd geluisterd naar de weersvoor­spellingen. Wij vreesden een geringe opkomst en bestelden in overleg met het gemeentebestuur 'maar' 500 broodmaaltijden.

Zondag 28 januari. Ro Corper en ik aan de ingang van de Nieuwe Oosterbegraafplaats zagen met verwondering honderden mensen met kransen en bloemen het bevroren terrein opkomen. Op de witte begraafplaats, onder de prachtig berijpte bomen, liepen naar schatting 400 a 500 man mee in de stille tocht. De sneeuw kraakte onder de voeten. Velen hielden elkaar goed vast om vooral niet te vallen. Vele kransen, bloemstukken, maar ook eenvoudige tuiltjes narcissen of tulpen werden als een stille hulde aan de nagedachtenis van de nazi-slacht­offers neergelegd. Leo Groen, oud­gevangene van Auschwitz, sprak eenvoudig en ontroerend. Staats­secretaris mevrouw J. Kraaijeveld en vele andere autoriteiten waren aan­wezig, ook informeel onze burge­meester Polak met zijn echtgenote. Iemand kwam naar mij toe en zei: Tk heb per ongeluk mijn bloemen bij het verkeerde monument neergelegd. Het

was dat ter ere van de gefusilleerde Februaristakers. Dat is toch goed, mevrouw, ook zij verdienen onze hulde, alsmede de gevallenen van Buchenwald, waar namens ons comité bloemen werden gelegd. Per auto en per extra door ons bestelde bus gingen wij naar de RAI. Door een misverstand was deze GVB-bus te ver geplaatst, waardoor velen gedupeerd werden. Jammer, een volgende keer beter. Het restaurant van de RAI was tot de laatste plaats bezet. Meer dan 500 personen waren ook daar aanwezig. Het is vooral de informele, vriend­schappelijke sfeer, die de mensen graag bij ons doet komen; naar ons verteld werd geldt dat ook voor de officiële genodigden. De middag werd geopend met een hartelijk welkomstwoord door voor­zitster Annie Fels. Misschien waren er een paar schoonheidsfoutjes maar én de lunch, de gezellige muziek van het voortreffelijke orkest 'Het Salon', het dameskoor 'Vivace' o.l.v. onze 'Lien' droegen mede bij aan het welslagen van deze middagbijeenkomst. De reacties op het secretariaat waren

Vervolg op pag. 5

N. Oosterbegraafplaats, 28-1-79

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

LEO GROEN SPRAK

Vandaag zijn wij weer bijeen bij ons monument van het grote verleden, dat een weerspiegeling weergeeft in figuurlijke en letterlijke zin. Het is nu 34 jaar geleden dat het concentratiekamp Auschwitz en an­dere kampen werden bevrijd, maar niet voor mij en duizenden anderen, want 9 dagen daarvoor werden wij geëvacueerd en begonnen de doden­mars naar andere kampen, waar de meesten het leven lieten door uitputting, honger en kou. Ik wil u onthouden wat ik nog moest doormaken tot mijn bevrijding in Buchenwald op 1 1 april 1945. En men mag gerust zeggen dat het een wonder is als ik nu voor u sta. Want nog steeds worden wij dagelijks eraan herinnerd met de gedachte uit de periode 1940-1945 wat er is gebeurd en wat wij aan den lijve persoonlijk hebben ondervonden. Wij hebben gedacht dat het fascisme voor goed verslagen zou zijn, maar helaas moeten wij constateren dat het nog steeds bestaat. En zolang het gevaar aanwezig is, blijft waakzaam­heid geboden voor de gehele mens­heid, waar ook ter wereld. Het is niet nodig in details te treden het is u allen wel bekend. Wij hebben gedacht dat wij in een wereld zouden leven waarin vrede en gerechtigheid verwezenlijkt zouden zijn. Maar beste vrienden, als wij om ons heen kijken, dan zijn wij en de gehele mensheid nog ver verwijderd van dat­gene wat wij gedacht hebben, en dit is de reden waarom wij hier bijeen zijn om allen te gedenken die er niet meer zijn.

Ons comité tracht er toe bij te dragen, ook in internationaal verband, dat de komende generaties gespaard mogen blijven voor een herhaling van wat eens is geschied. En zolang onze kracht het toelaat zullen wij blijven strijden om dat doel te bereiken, een democratische wereld waarin een ieder zal kunnen leven in vreden en geluk.

BRIEF UIT ZONNESTRAAL Zonnestraal, 28 januari 1979

Zaal 2 afdeling C.

De dag van herdenking te beleven in een ziekenhuis is niet de beste plaats van herdenken. Maar waar je ook bent deze datum vergeet je niet gauw en zeker niet voor mij die het comité heeft helpen groot worden, al ben ik zelf zo klein. Tien minuten geleden hebben zij mij nog gemeten want de dokter dacht dat hij zich vergist had. Om half twaalf onder het eten werd mij een telegram overhandigd, waar ik natuurlijk erg blij mee was. Het verbaasde mij erg, dat er nog tijd was met zo'n organisatie om dan nog te denken dat er een medewerkster in het ziekenhuis ligt. Ik zette op de zaal om 1 uur de radio op tafel aan en tot mijn vreugde hoorde ik dat trots het bar slechte weer er meer dan duizend mensen aanwezig waren. Dat deed mij groot genoegen. Van hieruit bedank ik alle aanwezigen die het weer getrotseerd hebben voor hun komst. Ik zelf was eenmaal alleen op de begraafplaats. Maar dat was heel in het begin na de oprichting van ons comité. De herdenkingsdag zal nooit meer vergeten worden. Als de dag van gisteren... Nooit meer Auschwitz.

Esther v. Geens - Flora

Vervolg van pag. 1

hebben er duur genoeg voor betaald. Een en ander laat zien dat ook na een zo geslaagde herdenking en reünie als achter ons liggen, de tijd voor onze welverdiende rust nog lang niet gekomen is. Teveel onrust heerst er om ons heen. Rusten? Wij zouden geen rust hebben.

Vervolg van pag. 4 legio. Complimenten over de organi­satie, over ons werk. De meningen over de inhoud van ons herdenkings­nummer waren eensgezind lovend. Uit een brief van een 15-jarige jongen: 'Mijn overleden oma was ook in Auschwitz; ik vond het geweldig dat ik erbij mocht zijn, dat ik aan tafel zat met mensen uit de kampen. Ik wil graag meehelpen met uw werk'. Al onze medewerkers hebben ont­zaglijk hard gewerkt, het heeft ons hoofdbrekens en zorgen gegeven, maar het resultaat was geweldig. Dat is voor ons de beloning voor al onze inspanningen. Tenslotte; het is on­mogelijk om alle brieven persoonlijk te beantwoorden. Dank voor uw telefoontjes, uw brieven en zelfs voor anoniem geschonken bloemen. Tot de volgende keer!

Eva Furth

DE WUV EN ZIJN ONWEZENLIJKE COMPUTER Januari is weer voorbij, en ja hoor, daar komen de brieven van de WUV weer in de brievenbus. Onze mensen die een WUV-uitkering ontvangen kennen zo langzamerhand die enve­lop wel, maar de inhoud is iedere keer weer een puzzel. De computer heeft zijn werk gedaan. Getallen, cijfers, letters, procenten. Voor de meesten van ons een doolhof, waar je niet uit kan komen. Die onpersoonlijke com­puter becijfert het wel voor je. En maakt zo'n apparaat dan een fout in de berekening, geen nood hoor! Na een jaar weet hij het wel op te lossen. Op uw formulier staat dan dat u bv. ƒ 3000,- te veel heeft ontvangen, en dat van u nu ƒ300,- per maand wordt ingehouden. Zo gaat dat dan met een computer. Maar de gevolgen daarvan gaan toevallig wel zwaar gedupeerde mensen aan, die allemaal recht hebben op een persoonlijke begeleiding en dat kan die computer toevallig niet. Daarom mijn vraag aan de WUV: is het niet mogelijk de betrokkenen een persoonlijke brief te sturen en samen met de gedupeerden een regeling te treffen? Het zal voor de slachtoffers beter zijn dan die onpersoonlijke computerbrief.

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

DE ONVERJ AARRAARHEID VAN DE OORLOGSMISDADEN

Rede van dr. Maurice Goldstein, voorzitter Int. Auschwitz Comité. Amsterdam, 28-1-1979

Allereerst wil ik het NEDERLANDS AUSCHWITZ COMITÉ bedanken dat het mij heeft uitgenodigd deel te nemen aan de herdenking van de bevrijding van het kamp Auschwitz-Birkenau. Op 27 januari 1945 heeft het Sowjet-leger ons inderdaad bevrijd en ons zo een tweede geboortedatum gegeven. Wij moeten al onze lotgenoten gedenken die niet het geluk hebben gekend deze bevrijding mee te maken. Helaas horen wij om ons heen opnieuw antisemitische en nazi­geluiden en de nagedachtenis van de miljoenen doden, slachtoffers van het beestachtige nazisme wordt bezoedeld door nieuwe fascisten, die zelfs de systematische uitroeiing ontkenden, de uitroeiing door de Duitse nazi's, geholpen door fascistische collaborateurs, in onze bezette lan­den. Het jaar 1979 wekt eveneens bezorgd­heid, want het zou kunnen eindigen met een ware amnestie voor de oorlogsmisdadigers in de Bondsre­publiek; de verjaring van die mis­daden zou best kunnen worden ingevoerd en op 1 januari 1980 zouden de oorlogsmisdadigers zich nog vrijer in het volle daglicht kunnen vertonen. Kunnen wij ons voorstellen dat sinistere beulen vrij in hun land zouden terugkomen en net als andere nazi's verklaren: 'Er heeft nooit uit­roeiing van Joden, Zigeuners en Slaven bestaan', en erbij zouden zeg­gen... 'ik was in Auschwitz en ik heb er nooit gaskamers gezien'! Juist omdat wij de verjaring van de oorlogsmisdaden niet kunnen accep­teren hebben vele internationale organisaties zich weer aaneen gesloten om een gemeenschappelijke actie tegen deze schandelijke verjaring te organiseren. Het Internationale Auschwitz Comité is de gangmaker geweest van een persconferentie in Bonn tegen elke verjaring van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Ik denk dat inzake de definitie van oorlogsmisdaden een korte histo­rische terugblik de moeite waard is.

HISTORISCH OVERZICHT

Men vindt vaak de term nazi­misdaden gebruikt; ik vind deze benadering gevaarlijk, want dit lijkt te betekenen Duitse misdaden en hoogstens misdaden die op het Duitse recht slaan. Het gaat echter om misdaden tegen de mensheid en het gaat ons allemaal aan; het is geen binnenlands Duits probleem. Voor de Tweede Wereldoorlog be­stond er in het internationale recht geen juridische grondslag om de misdaden die door de nazi-moorde­naars zijn begaan te omschrijven.

1. Haagse Conventie De enige basis die voor de Tweede Wereldoorlog bestond was de Inter­nationale Haagse Conventie van 1907; deze had de door het Duitse fascisme georganiseerde oorlogsmisdaden niet kunnen voorzien. Bij deze Haagse Conventie moeten drie internationale organisaties wor­den opgeteld waardoor wij oorlogs­misdaden kunnen definiëren.

2. In Cambridge is in 1940 een Internationale Commissie van Juristen bijeengekomen die het strafrecht van de verschillende landen opnieuw heeft bekeken uit het oogpunt van het tegengaan van oorlogsmisdaden.

3. In Londen werd in 1941 een tweede internationale groep opge­richt. Deze deed onderzoek naar oorlogsmisdaden.

4. De Commissie voor Oorlogsmis­daden, opgericht in 1942, werd belast met het verzamelen van alle docu­menten over de oorlogsmisdaden en met het opstellen van de lijsten van de verantwoordelijke personen. Al deze studies mondden uit in een reeks juridische verklaringen, die het vraagstuk van de verantwoordelijkheid voor de oorlogsmisdaden regelen. A — Op 13 januari 1942 werd te Londen een conferentie gehouden van de geallieerden en vertegenwoordigers van negen door de nazi's bezette landen. De gemeenschappelijke verklaring liet uitkomen dat 'gewelddaden tegen de burgerbevolking niets gemeen

hadden met het begrip vijandelijk­heden'. B — De Verklaring over het leeg­roven van de bezette gebieden werd gelijktijdig te Londen, Moskou en Washington gepubliceerd op 5 janua­ri 1943. C — De verklaring over de gruwelen werd door de USSR, Groot-Brittanië en de Verenigde Staten gezamenlijk in oktober 1943 uitgevaardigd. In dit juridische stuk wordt gesproken over uitlevering van hen die verantwoor­delijk zijn voor gruwelen en massa­moorden. Deze verklaring is weer opgenomen in de overeenkomst van Potsdam in het hoofdstuk 'Oorlogs­misdaden'. D — De overeenkomst van Jalta van 11 februari 1945 ging nader in op het juridische akkoord tussen de geallieer­de regeringen over de omstandig­heden van de onvoorwaardelijke capitulatie van het Derde Rijk. Deze overeenkomst stelde vervolging en snelle bestraffing van de oorlogs­misdaden in het vooruitzicht. E — De overeenkomst van Potsdam van 2 augustus 1945 bevatte beschik­kingen om de rassenwetten van de nazi's buiten werking te stellen. Hoofdstuk VI van de overeenkomst van Potsdam had betrekking op de berechting van de oorlogsmisdadigers. Bij al deze documenten van juridische aard is gekomen wat met het Neurenberger recht kan noemen, dat uit drie delen bestaat: 1 — De juridische stukken over de vervolging en besttaffing van de zware oorlogsmisdadigers, evenals het Handvest van het Internationale Militaire Tribunaal (beschrijving van de oorlogsmisdaden en van de misdaden tegen de menselijkheid). 2 — Het vonnis van Neurenberg werd op 1 september 1946 gepubli­ceerd en vormt een keerpunt in het internationale recht; het is gebaseerd op in totaal 80.000 documenten. 3 — De Commissie voor Internatio­naal Recht bij de Verenigde Naties heeft als basis voor haar werk een VN-resolutie, waarin het Neurenberger recht als deel van het Internationale recht wordt erkend. Wij moeten bedenken dat het proces van Neurenberg de volgende organi-

Vervolg op pag. 7

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

Vervolg van pag. 6 saties heeft aangewezen als verant­woordelijk voor oorlogsmisdaden: I De nationaal-socialistische partij wegens deelneming aan het uitwerken van de misdadige plannen, maar ook de leden van die partij, die actief aan de uitvoering van het naziprogram hadden deelgenomen, persoonlijk. II De Gestapo en de SD zijn verant­woordelijk gesteld voor het organi­seren van oorlogsmisdaden en mis­daden tegen de menselijkheid. De leden van deze instellingen in het bijzonder wegens hun actieve deel­name aan de misdaden begaan in de concentratiekampen, aan de massale uitroeiing van de Joden en de Zigeuners en aan de andere misdaden in de bezette landen. Hl De SS is misdadig verklaard wegens deelname aan alle door de Gestapo en de SD georganiseerde misdaden in alle bezette landen. Er is geen enkele SS-eenheid die geen martelingen en executies van verzets­mensen op zijn naam heeft staan. IV De SA is met enkele beperkingen tot misdadige organisatie verklaard.

Vervolging van de misdadigers en de rol van de Geallieerde Controleraad Wet nr. 10 van 20 december 1945, uitgevaardigd door de Geallieerde Controleraad, heeft vervolging van de oorlogsmisdadigers mogelijk gemaakt. De meeste berechte misdadigers zijn op grond van deze wet nr. 10 veroordeeld. In maart 1948 houdt de Geallieerde Controleraad met zijn werk op en de Duitse Bondsrepubliek heft onmid-delijk wet nr. 10 op. Dit betekent dat de Bondsrepubliek weigert het inter­nationale recht te erkennen als basis voor de vervolging van degenen die verantwoordelijk zijn voor de oorlogs­misdaden en dat zij besluit om de misdaden tegen de mensheid als gewone misdaden te behandelen. Gedurende de 27 maanden activiteit van de Geallieerde Controleraad hebben de militaire rechtbanken 5000 vonnissen geveld, waaronder 794 doodvonnissen (de drie westelijke zones). Voor de Sowjet-bezettingszone wordt het getal van 12.000 veroordelingen genoemd. Daarentegen maakt de Duitse Bonds­republiek in een rapport aan de Verenigde Naties melding van 6.227 vonnissen. tussen 1948 en eind 1965 (dat is in zeventien jaar).

12 doodvonnissen 98 veroordelingen tor levenslange

gevangenisstraf

6002 veroordelingen tot gevangenis­straffen

115 boeten Het geringe aantal zware vonnissen stemt tot nadenken en moet ons verbazen. Men heeft immers schattingen kun­nen maken van het aantal SS-functionarissen die in bepaalde kam­pen hun misdadige activiteiten heb­ben verricht:

Het eerste cijfer betreft functionaris­sen, het tweede vonnissen.

Auschwitz-Birkenau 1580 44 Majdanek 1300 116 Gross-Rosen 1000 32 Treblinka 60 7 Struthof 680 80 Sobibor 30 7

Uit de andere concentratie-kampen: Bergen-Belsen, Buchenwald, Dachau, Dora, Flossenburg, Mauthausen, Natzweiler, Neuengamme, Ravens-brück, Sachsenhausen, zijn van 2680 verdachten van oorlogsmisdaden er 180 veroordeeld ofwel zeven procent. Ik vind dat men wel mag zeggen dat het gaat om echte rechtsweigering tegenover onvergeeflijke, afschuwe­lijke misdaden. Het valt ons moeilijk dit te begrijpen of te accepteren. Bij het proces van Neurenberg zijn niet alleen de leden van de organisa­ties, die de uitroeiings-programs van de nazi's hebben voorbereid en uitgevoerd tot oorlogsmisdadigers ver­klaard, maar ook alle functionarissen die de terreur in de bezette gebieden hebben georganiseerd en uitgeoefend.

Men schat dat er in het Derde Reich waren: 110.000 Gestapo en SD-lieden 950.000 Waffen-SS

80.000 SS-functionarissen 45.000 SS-ers voor de concentratie­

kampen 280.000 leden van de ordedienst.

Dit maakt, zonder bepaalde leden van het nazi-bestuur, van de Wehr-macht enz. mee te tellen, bijna 1.5 (anderhalf) miljoen oorlogsmisdadi­gers. Maar het aantal vonnissen tussen 1945 en 1965 bedraagt 12.000, mili­taire rechtbanken en Duitse justitie bij elkaar. Velen van deze misdadigers wachten, nog steeds in vrijheid en ongestraft, op de verjaring van hun misdaden. Hier komt nog bij dat het voor­bereidend onderzoek, voorafgaand

aan al deze processen, zeer lang heeft geduurd: gemiddeld zes jaar. De justitie heeft in de Duitse Bondsrepubliek dus zeer langzaam gewerkt en men zou daar nu een zekere amnestie aan willen toevoegen door verjaring van de nazi-misdaden te laten ingaan. Wij, verzetsmensen, gemartelde ge­vangenen, mensen die uit de kampen zijn gekomen, die deze oorlogs­misdaders aan het werk hebben gezien, wij kunnen verjaring voor zulke misdaden niet accepteren. Er bestaat trouwens een internationale juridische basis voor zo een houding, dat is de Conventie van de Verenigde Naties van 26 november 1968 die gaat over de onverjaarbaarheid van de oorlogsmisdaden en van de misdaden tegen de menselijkheid.

V.N.-CONVENTIE

Op 26 november 1968 heeft de Algemene Vergadering van de UNO met 58 stemmen tegen tegen 7 en 37 onthoudingen een 'Conventie over de onverjaarbaarheid van oorlogsmisda­den en misdaden tegen de menselijk­heid' aangenomen. Dit Handvest is slechts door een twintigtal landen ondertekend en de Duitse Bondsrepubliek is nooit toe­getreden. Daarentegen moet ik ver­melden dat in de DDR de Staatsraad in 1964 een wet op de onverjaar­baarheid van de oorlogs- en nazi­misdaden heeft aangenomen. In feite had de Bondsrepubliek in 1965 geprobeerd om de verjaring van misdaden volgens het Wetboek van Strafrecht uit 1871 in te stellen! Na bezwaren van vele kanten is een tijdvak van dertig jaar aangehouden, te beginnen met 1949 en de limiet werd gelegd op 31.12.1979-De Bondsrepubliek heeft dus nooit het onderdeel van het internationale recht dat ik heb genoemd willen erkennen. Zij wil de oorlogsmisdaden als misdaden voor het algemeen geldende recht beschouwen en dit is in vele landen aan verjaring onder­hevig. Het toelaten van verjaring van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de Bonds­republiek staat gelijk met amnestie voor een groot aantal ongestrafte misdadigers die zich zullen voegen bij het neo-nazikoor en met hen schreeu­wen: 'ik heb nooit een gaskamer in

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1979, nr. 02 Februari

MENSENRECHTEN OF MENTENS RECHTEN?

Vervolg van pag. 7 Auschwitz gezien en er is geen uitroeiing geweest'. De leugens die over Auschwitz en de andere concentratiekampen worden rondverteld maken deel uit van een campagne ter rehabilitatie van het nazisme met het doel de verjaring erdoor te krijgen van misdaden die men ten overstaan van alle bewijzen niet durft te ontkennen. Wij mogen dat niet toelaten. Wij moeten de Duitse publieke opinie en de politieke machthebbers van de Bondsrepubliek er opnieuw van overtuigen dat deze verjaring een slag in het gezicht is voor het recht, voor de nagedachtenis van onze miljoenen doden en een aansporing, een aanmoediging voor de nieuwe nazi's, die als onkruid uit de grond schieten.

VEROORDEELD

'De slachtoffers van de jaren '40-'45 veroordelen scherp allerlei niet-jood-verklaringen evenals elke discrimi­natie, ook in het handelsverkeer met Axabische landen.' Aldus luidt het telegram dat het Nederlands Auschwitz Comité op 16 februari aan de minister-president zond.

NAAR STRAATSBURG

Wie wil op 21 april mee naar Straats­burg om te demonstreren tegen verjaring van oorlogsmisdaden en tegen SS-bonden en nazi-propagan-da? Men moet rekenen op twee over­nachtingen en vervoer per bus of trein. (Eigen vervoer laten wij even buiten beschouwing.) De kosten kunnen wij voorlopig niet begroten, die hangen van het aantal deelnemers af, maar zij komen zeker boven de honderd gulden. Als u mee wilt, zoudt u dat dan — vrijblijvend — willen berichten aan mevr. E. Furth, Diemerkade 43, Diemen, tel. 020-905310. Nader bericht volgt.

NAC

De Werkgroep Recht en Openheid in de zaak Menten zit niet stil. Gelukkig maar, helaas is het nodig. Dezer dagen verschijnt van de Werkgroep Bulletin nr. 6, een rijk geïllustreerd boekje. Voor een groot deel is dit gewijd aan de grootse manifestatie tegen de vrijlating van Menten op 16 december '78 in Den Haag. Behalve de rede van onze secretaresse Eva Furth, die u al in ons januarinummer hebt kunnen lezen, staan ook de andere toespraken erin. Nieuwe, belangrijke gezichtspunten worden toegelicht. Mr. T. Boekman geeft aan dat hier gelegenheidsrecht is toegepast. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht dreigt hierbij in de knel te

In september/oktober hebt u kunnen lezen over de aanvang van de werk­zaamheden van het Informatiecen­trum voor door de oorlog getroffenen. Ons bericht is toen niet voor niets geplaatst: velen hebben ons geschre­ven of hebben de telefoon gepakt en zijn — hopenlijk tot tevredenheid — geholpen door één van de mede­werksters, naar gelang het probleem, door de maatschappelijk werkster of de juriste. Het is ons reeds gebleken, dat velen, na eenmaal de weg naar ons bureau gevonden te hebben, vaker bellen, met een nieuwe vraag of om te vertellen hoe een en ander verder verloopt. We zijn daar erg blij om, omdat ook wij graag willen weten of onze adviezen, informatie en be­middelingen resultaat hebben. Tot nu toe kon echter nog maar op beperkte schaal worden gewerkt. Degenen, die bij ons waren voor een persoonlijk gesprek, weten dat de huisvesting nog etg primitief was. Dat wordt nu beter: op 1 februari is het centrum naar zijn definitieve be­huizing gegaan:

J. M. Kemperstraat 1, 3581 KG UTRECHT, tel. 030 - 515341.

komen en ook de controle van het parlement op de regering, als die strafvervolging terzijde stek. Mensenrechten en Mentens rechten worden tegenover elkaar geplaatst door mr. dr. J. C. de Meyere (tussen haakjes een trouwe vriendin van ons comité). Zij zet uiteen dat die mensenrechten niet voor onmensen zijn bedoeld en dat hun toepassing op de nazi-misdadigers ontoelaatbaar is. Kristalhelder noemt de redactie haar betoog en met recht. Wilt u een (gratis) exemplaar van het bulletin van de Werkgroep Recht en Openheid, dan kunt u dit aanvragen bij het secretariaat, mr. H. Geleijnse, Haagweg 297, 4813 XB Breda, tel. 076—149010.

Ook dan zijn we natuurlijk schrifte­lijke en, tijdens kantooruren, tele­fonisch bereikbaar. Daarnaast is er op maandag, dinsdag en donderdag van 10.30 - 12.00 uur spreekuur; op die tijden kunt u zonder afspraak terecht. De publiciteit, die tot nu toe is beperkt tot de bladen van belangen­groeperingen, zal nu op grotere schaal worden aangepakt: de dagbladpers, bladen van bejaardenbonden en van hulpverlenings-organisaties (medisch, juridisch, sociaal) zullen worden ingeschakeld. Wanneer de gegevens over het werk in het eerste half jaar van het Informatiecentrum bekend zijn, zul­len we die, voor zover mogelijk, publiceren, zodat een ieder op de hoogte blijft van de werkzaamheden. Dus: wanneer u vragen heeft over uw uitkering of pensioen, of er zijn onduidelijkheden bij de aanvraag, of u wilt eens praten over de problemen met de verwerking van uw oorlogs­verleden, dan bent u welkom op de Kemperstraat, bereikbaar met buslijn 3, richting Pr. Hendriklaan, vanaf het Centraal Station.

Mevr. I.W. van Oldenborgh, directeur

INFORMATIECENTRUM