Download - Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

Transcript
Page 1: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

nederlands auschwitz c o m i t é

S P E C I A A L H E R D E N K I N G S N U M M E R

j a n u a r i 1 9 6 4

secr. r. cheval, volkerakstraat 26 amsterdam-z., postgiro 2 9 3 0 8 7

O N S H E R D E N K E N H E E F T T O E K O M S T

^ E G E N T I E N maal keerde de 27ste januari weer, sinds de beulen het

moorden in Auschwitz moesten sta­ken. Is het hun en hun kompanen voorgoed onmogelijk gemaakt9 Alleen al het Auschwitz-proces — na bijna twintig jaar vertraging — en de woor­den van de moordexpert Boger verhel­deren en bevestigen veel: ,,Hoe ik me verstopt heb 9 lk hoefde me niet te verstoppen." Wij moeten dus blijven waarschuwen

r nooit weeri jaren en nachten gingen voorbij; alles verandert, maar in ons hart, onuitwisbaar geëtst beelden van chaos, honger en moord.

springvloed van misdaad overspoelde europa.

ontelbare mensen, uit hun wereld verdreven naar een kamp, omsloten door dodend draad, waar de lach van hun leven bestierf.

auschwitz.

mens van heden, van morgen, waar gij leeft, weest met ons een stem, die roept in alle talen, in naam van hen, wier stemmen in de gaskamers werden gesmoord: nooit meer auschwitz.

greet van amstel

en oproepen, zoals wij al jarenlang en met steeds meer weerklank doen. In deze herdenkingsmaand brachten wij driemaal grote Nederlandse kunste­naars met onze gast, de Sowjet-viohst Bons Goetnikow op één podium bij­een. Theo Olof en Felix de Nobel, Willem Hielkema, Enny Mols-de Leeuwe, Henny Orri, Nel Oosthout, die de zieke Charlotte Kohier kwam vervangen. Naast hen sprekers van diverse pluimage.

U hebi dit alles kunnen horen of er­over gelezen. Wat U nergens zult vin­den zijn de alge­mene sympathie en warmte, waarmee al­len — niet in de laatste plaats zij, die voor ons blad schreven — ons te­gemoet traden en waarvoor, belange­loos een veel te knal woord is Wij weten, dat ieder dit uit innerlijke drang deed en onze dank niet vraagt, maar wij zijn er met minder erkentelijk om. Wij zien in die steeds wijder verbreide be­reidwilligheid om ons te helpen een stille waardering, instemming en aan­moediging voor ons werk en de beste vorm om dank te zeggen lijkt ons de verzekering onzer­zijds, dat wij door­gaan

De herdenkingsmaand is ook het be­gin van het nieuwe jaar. Het is zin­vol te bezien, wat dit jaar ons heeft gebracht en wat wij dit afgelopen jaar aan waardevols konden brengen. Laten wij dan beginnen voor het be­gin: de dag voor de vorige herden­king, de 26ste januari, de tocht naar Budel in de sneeuw, een zwijgend maar welsprekend protest tegen een hernieuwde Wehrmacht m Nederland. Ook in milder weer, in de hoofdstad herhaalden wij dit — wel niet alleen symbolisch achter de grijze prof. van Hamel, de man die eenmaal de dood eiste tegen de zwaarste oorlogsmisda­digers in Nederland. Een andere ju­rist, prof. Nagel, woonde als waarne­mer voor ons het proces-Globke bij, waar twee onzer getuigden tegen de misdadigers. Recht verlangden wij bij het regelen van de nasleep van de oorlog, maar ook tegen een nieuwe oorlog kwamen wij op. Wij ontvingen de Japanse vrc-despelgrims op hun Hirosjima-Ausch-witz-mars (zij hadden toen juist te Auschwitz zelf de bevrijding van het kamp mee herdacht). Wij brachten hen ook m contact met de pers, met jonge en werkende mensen. Onvergetelijk blijven de ereconcerten, die wij hebben gewijd aan de strijders van het getto van Warschau. Uit het gehele land, uit alle kringen en lagen der bevolking stroomden blijken van

Zie ve rder pag . 9 m

B L O E M L E G G I N G Op zondag 26 januari zullen, zoals gebruike­lijk, bloemen worden gelegd op de Nieuwe Oosterbegraafplaats, bij de urn met as , die door oud-kampbewoners uit Auschwitz is meegebracht. Verzamelen om 1 2 uur precies bij het hek van de N. OosVeibegiaalplaats, Kiuis laan , Amsterdam O.

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

N O O I T V E R G E T E N :

h e t m o n u m e n t J^AT er een internationaal monument in Auschwitz moet

komen beseffen zeer veel mensen in Nederland 4Dat blijkt al uit de meer dan ƒ 15.000, die door het Nederland­se publiek bijeengebracht en gestort zijn bij het Int. Monu­mentencomité. Wel schril steekt hierbij af de houding van opeenvolgende Nederlandse regeringen, die het totnogtoe niet nodig vonden één cent bij te dragen aan een gezamen­lijk graf- en 'gedenkteken voor meer dan honderdduizend burgers. Op deze pagina kan men lezen hoe nodig de pas met de

P.C Hooftpnjs bekroonde schrijver Theun de Vries zulk een teken acht. In een brief, die wij ontvingen van dr. A. Vondeling her­innerde deze fractieleider in de Tweede Kamer eraan, dat hij ons Comité goed gezind is en verwees daarbij naar zijn optreden in de Kamer en tegenover de vorige Minister-President ten gunste van het monument. Mr. G. J. P. Cammelbeeck, die als lid der Eerste Kamer schriftelijke vragen aan minister Luns heeft gesteld over een bijdrage aan het monument, zette zijn inzicht in deze kort en bon­dig voor onze lezers uiteen. Een ander Eerste Kamerlid, mevr. A. van Ommeren-Averink uit zich in dezelfde geest. Het Nederlandse Ausch­witz Comité, dat voortdurend in actie is voor het monu­ment — o.a. bij de herdenking en door de verkoop van het album — brengt de daden van het volk en de uitspraken der parlementsleden onder de aandacht ook van de huidige regering

^Monument voor Auschwitz - teken voor de wereld | ^EZENDE in de pers op het einde

van het voorgaande jaar, hoe de beulen, sadisten en , .proefnemers" van het vernietigingskamp Auschwitz in de Duitse Bundesrepublik met een teerhartige menselijkheid worden om­ringd zoals men ze een alledaagse eer­lijke moordenaar niet gunt, vroeg ik mij af wat er gebeurd zou zijn als des­tijds maar één van de miljoenen of­fers van de gaskamers zijn geuniform-de kwelduivels om kerstverlof had ver­zocht . . . Wat in Auschwitz voorviel stuit af op de grenzen van de verbeeldingskracht. Die grenzen zijn ons weliswaar ge­steld, of onze ziel stelt ze zichzelf, om niet waanzinnig te worden van droefe­nis, gramschap en de onuitsprekelijk­heid van de Misdaad. In Auschwitz heeft de Misdaad zichzelf voor het eerst i n de geschiedenis een hoofdletter bezorgd, de gruwelijkste en onterend-ste hoofdletter die ooit aan de georga­niseerde boosheid is toegekend, eeri hoofdletter die nooit weer kan worden uitgewist. Wanneer wij onder deze omstandighe­den spreken van een beeld voor Auschwitz, een monument, dat wil zeggen een gedachtenisteken —: dan schijnt het zo voor de hand liggend, zo onmisbaar en noodzakelijk, dat het tot op heden ontbreken van dit beeld al­leen een gevoel van de pijnlijkste ver wondering wekt. Zeker, de ongenadige tijd doet haar werk, en er groeit gras over de tijd van de ongenade. Ook dat ligt in de aard der dingen, passend bij de wijze waarop het mensdom zijn emotionele leven beveiligt. Blijven staan in die ongenade, zoals wij er in stonden voor en vlak na de eerste wereldoorlog, toen de verschrikkingen van de nazi-kam­pen in hun volle omvang begonnen door te dringen tot de wereld, ook tot

de Duitsers zelf, dat kunnen wij al niet meer Maar te staan met het hoofd in de grijze sluiers van de onverschilligheid en niet-willen-weten — het odium van brute ontkenning laten we daar­bij uiteraard aan bepaalde Duitsers van toen en nu over — kunnen wij dat wel? Er is een monument voor Auschwitz nodig, omdat de Misdaad het verdient. Zij dient uitgekreten te worden in een zichtbare vorm, in een gestalte en een symbool, dat de betekenis heeft van een onverwrikbaar vermaan. Een ge­dachtenisteken waarbij toekomstige geslachten zullen vragen: Wat was dat, Auschwitz9 en waarop hun het antwoord niet mag worden onthou­den

m o n u m e n t a l s w a a r s c h u w i n g regering besliste opnieuw T X £ vorige regering weigerde een f i -* ^ nanciële bijdrage te verlenen vooi de totstandkoming van het monument te Auschwitz: zij motiveerde die weige­ring door zich erop te beroepen, dat in soortgelijke gevallen nimmer een dergelijke bijdrage werd verleend. De massamoord op de Joden door de nazi's , waaronder tienduizenden van onze Joodse landgenoten is in de ge­schiedenis der mensheid een onverge­lijkbare misdaad. Juist dit monument wil een teken en een waarschuwing voor de mensheid zijn alle krachten in te spannen om ons blijvend van de kwade te verlossen. Daarom moet de regering -Maxijnen op de beslissing van de regering-De Quay terugkomen.

Mr. G. J . P. Cammelbeeck lid Eerste Kamer der Staten-Generaal

Het antwoord luidt. Eenmaal, in een tijd die wij gevrijwaard achtten tegen barbarij, stonden er mensen op die in hun machtswaan een miljoenenvolk vergiftigden en meesleepten tot gru­welen jegens de medemens, ja, tegen weerloze kinderen, die zich niet laten bevatten. En opdat dit éénmaal tot één maal be­perkt blijven mag en moet, opdat een vergiftiging van deze aard en een bar­barij van deze omvang en met zulke iolterfantasieën zich nooit meer kun­nen herhalen, richtten wij op de plek van die gruwel een Waarschuwing op. Zij moet daar staan, en het is de plicht van de mensen op aarde, waar zij zich bevinden, om te zorgen dat het teken lange, lange tijden blijft spreken, — tot wij mogen hopen dat er een men­sensoort op aarde leeft wie deze nazi­misdaad even vreemd is als ons de voorwereldlijke monsters die wij alleen nog als versteende resten aantreffen. Wij hopen dat'het zo ver komen zal, maar er op wachten met het gedenk­teken voor Auschwitz kunnen en wil­len wij niet.

Het moet verrijzen, en binnen zeer af­zienbare tijd, en zijn werking begin­nen, nu nog zovelen van de folteraars leven en nog een aantal van de offers ontsnapt zijn en tegen de Misdaad ge­tuigen. Het moet ons geweten wakker houden en onze wil om herhalingen te verhin­deren versterken. Het te helpen oprichten is een eenvou­dige, onafwijsbare mensenplicht van de mensen uit onze X X e eeuw.

Theun de Vries

Voor het monument: postgiro 1 5 7 . 0 0 0 t.n.v. Nederlands Comité Monument te Auschwitz.

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

H E T V E R Z E T De Amsterdamse hoogleraar dr. J . Presser stond oni> toe de nevenstaan­de passages te ontlenen aan zijn gelijknamig artikel, verschenen in dc bundel «Schrijfsels en schrifturen\ bij N.V. Polak & van Gennep te Amsterdam.

van JODEN in nederland

J-^ET historische onderzoek wijst uit, dat de joden aan geen enkel soort

van Nederlands verzet ontbraken. Men vindt hen onder de Engelandvaarders en uitgewekenen naar andere landen; een aldus ontsnapte Nederlandse jood viel de eer te beurt, Hitiers opvolger als ,Führer\ de ,groot-admiraal* Dö-nitz, in Flensburg gevangen te nemen; een ander speelde een zeer eervolle rol in de organisatie van een Italiaanse verzetsgroep in de Apennijnen. Joden pleegden aanslagen op hooggeplaatste collaborateurs, joden namen deel aan overvallen op distributiebureau 's, jo­den stonden aan het hoofd van sabo-tage-organisaties, joden vervalsten do­cumenten, prepareerden en schreven illegale krantenartikelen, joodse meis­jes lieten het leven als koeriersters. Van enige honderden hunner zijn dc namen bekend, maar van hoevelen we­ten wij ze niet?

r Reeds vóór 1940 had een groep voor­uitstrevende joden, voor het overgrote deel uit Amsterdam, tegen het opko­mende fascisme een strijdorganisatie gevormd, welke jonge mensen zowel lichamelijk als geestelijk op de don-kerschijnendé toekomst voorbereiden moest en hun weerbaarheid poogde te bevorderen. Elementen daarvan vindt men al vroeg in de bezettingstijd in actie. Zo is weinig beseft, maar ver­dient toch aantekening, dat de eerste Nederlandse ^knokjploegen* tegen de Duitsers uit joden bestonden, die, ge­holpen door solidaire niet-joden uit de havenbuurten, de NSB-miliüe ïn de Amsterdamse jodenbuurt in februari 1941 deden afdeinzen. Nog altijd staat op het Jonas Daniël Meijerplein al­daar het prachtige monument van Ma-ri Andriessen; zij getuigt waarlijk niet van gebrek aan waardering, maar past geheel in ons betoog, de vaststelling, dat dit beeld dc herinnering bewaart niet aan de. jood, die zich hier te weer stelde, maar aan de niet-joodsc dok­werker, die hem kwam bi/staan. Het eert de medestrijder, niet de srrijder, en draagt daardoor, zij het volkomen onbedoeld, bij tot dc bestendiging van de voor deze laatste ongunstige mis­vatting. Vooral in de zomer van 1942, bij hel begin der deportaties, nam onder de joden het verzet, meer dan daarvoor nog gericht op het simpele lijfsbehoud, in sterke mate toe en concentreerde zich onder meer in de toen zo geheten joodse Schouwburg in de Plantage

Middenlaan te Amsterdam, de plaats, waar de uit hun huizen gesleepte jo­den tijdelijk werden samengebracht, al­vorens via het kamp Westerbork naar Polen te worden gevoerd; dichtbij deze schouwburg bevond zich een crèche Onder leiding van Walter Süskind, la-ter met zijn gezin in Auschwitz ver­gast, organiseerde een aantal joden in samenwerking met anderen de ont­snapping van velen uit de schouwburg,

waarbij het onder meer Süskinds taak was, de Duitse bewakers ,eenvoudig' dronken te voeren; men wist ook een duizendtal kinderen uit die crèche te laten verdwijnen, niet zelden verpak! in rugzakkon of in dozen; moeders, geregistreerd met zuigelingen, gingen soms met poppen door dc controle, om de verdwijning van hun kleinen te ver­bergen. De/e moeders moesten sterven, de kinderen konden liet overleven. Heel indrukwekkend verder is het werk van de z g. Chaloclzièm, de Pa-lestina-pioniers, die vóór 1940 op vele plaatsen hier te lande een opleiding genoten voor hun toekomstige vader­land Natuurlijk lieten de Duitsers de-£e jongelieden niet met rust en zo viel een aantal hunner als slachtoffers van de beruchte razzia van 11 juni 1941 de bezetter in handen; zij werden zonder één uitzondering op gruwelijke wijze vermoord in het Oositcnrijkisc kamp Mauthausen. Vooral toen de de-portal les aanvingen, begon ook onder hen een illegale organisatie te opere­ren met als eerste ,stunt' het geruis­loos u nd er h re n ge n op verschil! end e plaalsen in Nederland in drie dagen

tijds van alle acht en veertig kinderen van het bedreigde jeugdhuis te Loos-drecht. een werkelijk prachtige presta­tie! De schrijver vermeldt verder , Joachim (^chuschu 1) Simon, „een Duits-jood­se jongeman van ongemene intelligen­tie en voortreffelijk karakter" . . . Hij had nauw samengewerkt en was in hechte vriendschap verbonden met de nict-jóodse onderwijzer Joop Wes-

terwccl. Ook deze bracht pioniers over de grens. Ons zijn dc afscheidswoor­den overgeleverd, die hij moet hebben gesproken tot drie en twintig joodse jongens, door hem tot aan de voet van de Pyreneeën gebracht: ,Nog enkele dagen en Uw bevrijding is er; spoedig gaat gij een vrij land betreden en zal het uw taak zijn, Palestina op te bou­wen tot een vaderland voor alle joden ter wereld. Vergeet echter de arbeid van hen niet door wie gij in staat waart, de vrijheid te verkrijgen; hen, die hun leven gaven, opdat gij uw doel zoudt kunnen bereiken. Vergeet dit alles met.' . . . De aandachtige lezer zal het overigens niet ontgaan zijn dat in alle voorbeel­den, in dit artikel gebruikt, niet-joden naast joden genoemd zijn, een solida­riteit, die . . met nadruk aan de ver­getelheid worde ontrukt. Zij moge:» ook nog even geplaatst worden onder de redenen, die ons van hel bezigen van de uitdrukking ,joods verzet' de­den afzien; dit verzet was imers niet alléén joods, hetgeen zij zou kunnen K u g g e r e i i . . .

J. Presser

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

iets over de PSYCHISCHE G E V O L G E N v a n k a m p e n o n d e r d u i k b i j k i n d e r e n

'ET is bijna vanzelfsprekend, dat het kind, dal gedurende dc oor­

logsjaren ondergedoken was of in een kamp verbleef, daardoor geestelijk let­sel heeft gekregen. In grole lijnen zou men de volgende indeling kunnen maken: „Echte kampkinderen, die een lijd in ét*\n dor kampen vertoefd hebben; hoe zwaar deze geleden hebben, kunnen wij ons allen voorstellen, liet zijn er dan ook maar enkelingen geweest, die deze tijd overleefd hebben, en als vol­wassenen zullen zij de psychische ge­volgen met zich mee bjijven dragen, die zich op velerlei wijze kunnen uiten. De mate van psychisch letsel, die de kamptijd veroorzaakt heeft, hangt af van een aantal factoren, die individucel wisselend kunnen zijn, zoals bijv. de leeftijd, waarop het kind in het kamp kwam, of het al of met van de ouders gescheiden werd en zo ja, of er dan een goede substituut-ouderfiguur aanwezig was, de consti­tutie van het kind. etc. etc. Het spreekt echter welhaast vanzelf, dat deze kinderen zeer sceptisch zijn ko­men Ie slaan ten opzichte van de goe­de bedoelingen hunner medemensen en wij zien dan ook heel vaak een sterke mate van wantrouwen die het leggen van bandon ten zeerst e be­moeilijkt en in een aantal gevallen zeiis onmogelijk maakt. Wat de tweede groep, die der onder-dmkkhidcren betreft, is het heel be­langrijk, of de kinderen met of zonder de ouders ondergedoken waren, cn, indien zij van de ouders gescheiden waren, of er dan nog enig contact was. Voorts speelt de leeftijd, waarop het kind van zijn ouders gescheiden werd, een uitermate belangrijke rol. Im­mers, reeds vanaf de zesde maand heeft het kind een duidelijke band met zijn moeder, en, wanneer het van dc moeder gescheiden wordt, beleeft het dit als een smartelijk gebeuren, da! hem tegelijkertijd woedend en angstig maakt, zoals uit het volgende voor­beeld moge blijken. Een baby van elf maanden moet worden opgenomen in een ziekenhuis, om geopereerd te wor­den aan een liesbreukje. De moeder brengt het kind en als zij dc volgende dag op bezoek komt, wil het kindje niets van haar weten en draait zijn

hoofdje om. Zodra zij echter aanstal­ten maakt om weg te gaan, begint hij te schreeuwen. Dit gaat zo door, tot de dag dat hij ontslagen wordt en met moeder mee naar huis terug mag gaan Hij laat zich lief aankleden, maar. Thuisgekomen, geeft hij moeder een

Het hierbij gaande artikel is het resultaat

van een aantal gesprekken, die onze mede­

werkster, mevr. A. Fels heeft mogen hebben

met mevr. R . Swelheim-de Boer, renuwarts

te Amsterdam.

liet is duidelijk, dat dit grote vraagstuk niet

in één artikel volledig behandeld kan worden.

W e hopen dan ook in een volgend nummer

van ons blad hiermee verder te kunnen gaan

flinke klap in haar gezicht. Daarna is zijn boosheid verdwenen. D i t voor­beeld illustreert heel duidelijk dat het kind de scheiding van zijn moeder als een groot verdriet heeft ondervonden en er tevens heel boos over is. Hij kan deze gevoelens • pas verwerken wanneer hij uiting heeft kunnen ge­ven aan zijn boosheid De kinderen echter, die tijdens de oor­log als baby of kleuter bij vreemden gchrach t werden, bleven veel langer van hun moeder gescheiden, dan dit bijv met een ziekenhuisopname het geval is. Deze scheiding duurde im­mers dikwijls jaren en in dc tussen­liggende periode maakte het kind een ontwikkeling door, waarin de moeder door haar gedwongen afwezigheid geen rol kon spelen. Juist voor deze kinderen was hèt van het allergrootste belang of zij in een goed onderduik-gezin werden opgenomen, waar men hun voldoende emotionele zekerheid, warmte en bestendigheid kon bieden

Helaas was dit met vele onderduik-kinderen niet het geval en zwierven zij van het ene adres naar het andere

- waarbij dus steeds weer de banden met de plaatsvervangende moeder­figuur verbroken moesten worden. Deze kinderen werden dus bij herha­ling ontworteld, hetgeen veelal tenge­volge heeft gehad, dat zij naderhand met meer tot het maken van een be­paalde gevoelsbinding in staat waren,

omdat zij te dikwijls hadden ervaren hoe, juist wanneer zij zich gingen hechten aan een bepaalde persoon, zij weer van deze figuur gescheiden wer­den, met alle angst, verdriet en mach­teloze woede, die aan een dergelijke scheiding gepaaid gaan. Voor een harmonische ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind is een constant milieu nodig, met vas­te bindingen aan de opvoeders en wanneer het jonge kind in enkele ja­ren tijds in steeds andere gezinnen te­rechtkomt, treed 1 er een scheefgroei van de persoonlijkheid op, omdat deze herhaalde milicuwissclingen te ver­warrend en te chaotisch voor hem zijn, een ervaring die men in hel kin-derbcsehermmgswerk in normale tij­den herhaaldelijk bevestigd kan zien. Maar ook de kinderen, die het geluk hadden in een goed onderduikgezin terecht te komen, hadden het moeilijk en leden onder de scheiding van de eigen ouders. Geleidelijk aan hechtten zij zich aan de pleegouders en, wan­neer zij zo gelukkig waren na de oor­log weer met de eigen ouders herenigd ie kunnen worden, kwamen zij in een Joyaliteitsconflict te verkeren. Een gunstige oplossing hiervan vereiste bijzonder veel tact, begrip en omzich­tigheid van ouders en pleegouders. Vooral de heel jonge kinderen, die men niets had kunnen uitleggen van de redenen voor dc onderduik, geraak-

• ten zeer in verwarring, wanneer zij met dc eigen ouders geconfronteerd werden.

rassisme en de moo rd op kennedy

D e Bond van joodse Oudstri jders in de V e r ­

enigde Staten heeft zich lot de minister van

justit ie, Rober t Kennedy, gewend, om te w i j ­

zen op het optreden dei" rassisten. Ook wend­

de de voorzitter van deze bond, Morton L o n -

don, zich tot president Johnson met het ver­

zoek een wet tegen de Amerikaanse n a z i -

paruj tot stand te brengen

„ D e moord op Kennedy bewijst, hoe gevaar ­

lijk r a c i s t i s c h e en antisemitische elementen

en de door hen toegepaste methoden van t e r ­

reur en moord zi jn '\ aldus London namens

zijn boud.

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

a n t i d u i t s ? met de gezonden hebben de heelmeester van node, maar die ziek zijn.

ik ben tegen antiduits

z i j 7 i we vergeten wat lerd inand cortez met de indianen ge­daan hee l t 7

jan pietcrszoon coen, toen hij djakarta verwoestte? de „christelijke" inquisitie

een ooggetuige heeft me eens een russisch pogrom uit 1905

beschreven!

het franse optreden tegenover de algerijnen hebben wc a l ­

lemaal beleefd!

over de amerikaanse en afrikaansc blanken legen de zwar­ten lezen we elke dag in de krant . . . zeker; hitlen de duitsers, hebben het systematischer, g ron ­diger georganiseerd — ook al heeft mijnheer globke. jaren­lang adenauers rechterhand, het „nicht gewusst"! — maar heiaas, onmenselijke wreedheid is geen specifiek dui t ­se eigenschap; het is veel erger: het is een menselijke hoe­danigheid, die ten allen tijde en overal telkens weer ctvoor-schijn komt. en steeds weer staan lieden klaar o m te rechtvaardigen: rosenberg, de schrijvers van de vaderlandse geschiedenis, en de anderen.

ik ben ant i -nazi . tegen het duitse. Oostenrijkse, ilaliaanse, franse, Japanse en

nederlandse fascisme, in al z i jn uit ingen.

de mens is het enige verscheurende dier dat in kudden

leeft dat verscheuren is bij ons tol een gereglementeerde sport ontwikkeld: jagen, vissen, stierenlarten, en oorlogvoeren — alleen het mensenmartelen is nog niet i n reglementen vastgelegd — . (andere kuddedieren- sprinkhanen, bisons en olifanten ken­nen deze genoegens niet) .

de regelen, die het gedrag ten opzichte van dc andere le­den van onze kudde bepalen, noemen we bij voorkeur: democratie, deze regelen zi jn niet van toepassing tegen­over die levende wezens, die naar onze men ing geen lid zi jn van de kudde.

om andere schepselen te k u n n e n attakeren zoekt m e n eerst naar een theorie volgens welke men de gegadigden buiten de kudde kan sluiten; men zegt: ze hebben een andere huidskleur, geloof, nationaliteit, of kortweg ,,ze zi jn com­mun is t " . . . en d a n is alles geoorloofd.

kijk naar hitier, de nederlandse bisschoppen bij het opstel­len van het mandement (1953) , premier verwoerd, goever-neur wallace van alabama, en overweeg het volgende i n ­dien ge antiduits bent!

.vrijheid, gelijkheid en broederschap' — voor iedereen — is nog steeds de grondslag v a n de democratie, de truc van dc ondemocratcn is n u het nuanceren van het begrip ,ieder­een 1.

het ,antiduits zi jn ' , het plaatsen van de duitsers buiten de kudde, is een vergri jp tegen de ,gelijkheid en broederschap' — wanneer de individuele duitser zich vergrijpt aan de

democratie en optreedt als verscheurend dier, dan moeten we maatregelen treffen daartegen — maar we hebben niet het recht dit tc wreken op de duitsers als groep, ja. wanneer we geloven aan de mogelijkheid, dat ene mens dc ander kan beïnvloeden, moeten we omgang zoeken met de duitsers: niet de gezonden hebben de heelmeester Van node, maar die ziek zijn.

S and berg

Auschwitz vergeet ik nooit P^LS zestienjarige heb

ik Auschwitz leren kennen: ik was no. 74906, wat ik mij he­den nog steeds moei herinn eren, want het staat op mijn arm ge-tatoueerd. Wat had ik misdaan, dat ik daar naartoe ge­sleept moest worden ? O ja, ik was Jodin en dat was voldoende om mij in een concentratie ka mp op te sl uiten. Laat ik de gruwelen en angst, die ik meege­maakt heb, U besparen Al dc oud-kajnp genot en hebben hetzelfde mee­gemaakt en voor wie

geluk heeft gehad de dans te ontspringen, die hebben er al zo vaak over gehoord of gelezen, dat hel onno­dig is, dal ik er nog over schrijf. Maar laten wij er ge­zamenlijk wel voor zorg dragen, dat zoiets als paskamers en concen -tratiekampen nooit meer een kans krijgen. Daarom ben ik in het Nederlands Auschwitz Comité gaan meewer­ken, om dit te kunnen verwezenlijken. Als de grote leus geldt bij ons. Nooit meer Ausch-witzr

Als tweede hebben wij ons de wens gesteld een monument ih Ausch­witz te laten verrijzen ter nagedachtenis van de miljoenen slachtof­fers van het fascisme, En het derde punt, waar wij naar streven, is een eerlijke schade­loosstelling voor een ieder, die daar recht op heeft. Als U het daar mee eens kunt zijn, helpt ons dan bij dat werk, ondersteun dat werk o) kam met ons meewer­ken,

R Cnrper Blik

Een nog groter bedrag

wil het Nederlands Auschwitz Co­mité kunnen overmaken aan het Internationale Comité Monument te Auschwitz uit de verkoop van het alleen bij het N.A.C. te verkrijgen albus KL AUSCHWITZ, waarvan de opbrengst bestemd is voor de oprichting van het internationale monument op het terrein van het voormalige vernietigingskamp. Bestelt U ook één of meer exem­plaren van dit fraai uitgevoerde werk bij de voorzitter van het N.A.C. J . Slagter, Valeriusstraat 240 2 , Amsterdam-Z. en maakt U ƒ 10.— of een veelvoud daarvan over op de postgiro-rekening van het N.A.C. 29 30 87.

De nieuwe penningmeester van het Comité is D. v. Geeve, OrtéVius-straat 176 1 ,

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

Nu het grote Auschtuitz-proces te Frankfort aan de gang is en anderzijds het verdrag met de Duit-se Bondsrepubliek wordt uitgevoerd, zijn naast

straf en smartegeld ook recht en ,,vergeven' aan de orde. Men vindt een Christelijke zienswijze hierop in deze beschouwing van ds. K. H. Kroon.

o n z e

r o e EN zal het, hoop ik, een theoloog

niet kwalijk nomen, als zijn bij­drage aan dit nummer bestaat in een korte overweging van een vrij bekende, maar vaak minder goed gelezen pas­sage uil het Nieuwe Testament. Het betreft het 18e hoofdstuk van Mat-theus en wel speciaal het gedeelte, dat voorafgaat ,aan de vaak geciteerde vraag van Petrus in Matth, 18 : 21,

hoeveel maal zijn boeder tegen hem zal zondigen en hij hem vergeven". Jezus1 antwoord daarop luidt* niet ze­ven maal, maar zeventig maal zeven maal Zolang er gefaald wordt, zolang behoort er vergeven te worden en dit betekent practisch: altijd, daaraan is immers geen eind te zien' Het is on­werkelijk "en oppervlakkig er van uit te gaan. dat ook maar iemand van on­ze menselijke broeders het kwade ,.nooit meer weer zal doen." Dat geldt in ieder geval ook voor on­ze Duitse broeders. Tc denken dat zij sinds dc nederlaag in 1945 in iets an­ders dan Duitsers zouden veranderen was toen al ccn illusie en is hel mis­schien al duidelijker gebleken. Men zou misschien hebben willen hopen dat ze zeer snel minder hardnekkig ---of, zo men wil. minder hardleers zou­den zijn geworden. Maar reeds het ge­ringste percentage Nederlandse zelf­kennis had ons voor die gevaarlijke il­lusie kunnen waarschuwen. Mensen, mensengeneraties veranderen ook niet zo gauw in ons dierbaar vaderland.

Soms is het, alsof er bij ons geen wolkje aan de lucht is geweest, laat staan ccn catastrofe als 1940*45 . En als wij Nederlanders zo hardleers zijn, dan zeker ook onze Oosterburen, die om de woorden van Petrus te gebrui­ken ,,tegen ons gezondigd hebben". Zij zijn onze broeders in de hardleers­heid . Daarmee kom ik op het voornaamste punt in deze passage. Het gesprek tus­sen Petrus en Jezus in vers 21-35 hangt niet in de lucht. Het wordt

voorafgegaan door een stuk milde èn sterke (Joodse) levenswijsheid van Je­zus, waaruit bhjkt, dat voor Hem ver­geving der zonden11 geen ha lfzachte aangelegenheid, maar een eerlijke en harde zaak was! Hij neemt het daar inderdaad op voor dc verlorenen en verdwaalden, en zelfs voor hen het al­lereerst, Zij vooral dreigen immers naar de bliksem te gaan en moeten daarom des te „broedcrlijker" behan­deld te worden. Zij hebben geen vijan­den ma ar vr ienden, gcen vreemd en maar broeders nodig. En die vriend­schap, dat broederlijke gedrag, bestaat in eerlijk bestraffen' Eerst onder vier ogen, dan met anderen er bij, in een zo lang mogelijk volgehouden appèl

Daarin bestaat de kans, dat onze broe­der, dat verdwaalde schaap, niet ,,ver­loren gaat" (vs. 14) : dat wij hem be­straffen en hij dat accepteert. „Als hij naar U luistert, hebt ge Uw broeder gewonnen." (vs." 15) Deze eerlijke, harde strijd om recht dit pleiten om erkenning van onrecht is helaas uit veel .,christelijke" ver-gevingstheurieen en -practijben ver­dwenen Er zijn tegenstellingen ge­maakt lussen vergeving en recht, tus­sen straf en genade, die volslagen on­bijbels zijn en opium voor dc samen­leving Dat geldt in het bijzonder voor onze verhouding tot de Duitsers! Wat zij tegen ons en met name tegen onze Joodse broeders misdreven hebben, schreit zo luid ten hemel, dat er geen woorden voor zijn. Wie dit dus ]egens hen verzwijgen cn vergeten wil onder het motto: je moet het hun vergeven", weet niet wat vergeven is en wat ver­geven kost. Er moet hun integendeel duidelijk, hard en zakelijk gezegd wor­den, wat voor onvergefelijks jegens ons vergeven moei worden. Anders blijven dc verhoudingen ziek en troebel en gaat het weer eenzelfde kant uil ais het onder Bismarck, onder Wilhelm en onder Hitier gegaan is. Mijn beide zoons (broeders!) zeiden het al vroeg tegen mij, als het over hun onderlinge verhouding ging: Vader, tegen vreem­den ben jc beleefd, tegen eigen ben je eerlijk.n"

K. H. Kroon

mensen zonder naam BESTAAN NIET

„Ik zou zo graag willen dat men weet, dat er geen helden zonder naam bestonden. Dat het mensen waren, die een naam hadden, een gezicht, verlangens en hoop en dat daarom het leed van de laatste van hen niet geringer was dan van de eerste, wiens n a a m bewaard is gebleven; Ik zou zo ^ r a a g willen dat zij allen dicht bij jullie bleven, als mensen die je kent, als men­sen als jezelf*" Dit schreef de Tsjechische schrijver, Julius Fucik, vóórdat hij in 1 9 4 3 door het nazi-gespuis gefusilleerd werd.

Zo toedenken wij nu. negentien j aar later de bevrijding van het vernietigingskamp Auschwitz W i j gedenken familieleden, vr ien­den, mensen die wij .kenden en persoonlijk

m e t kenden Om hen allen willen w i j , ter blijvende herinnering, een monument te ~ Ausehwitz, met medewerking ook van N e ­land Ons verenigt bij deze herdenking, vóór al les, do wil om :c voorkomen dat dit afgrijseli jke zich >nog eens zou kunnen herhalen Daarom is hel noodzakelijk te beseffen dat ook de heulen die verantwoordelijk zijn \oor de dood van mil joenen mensen, een eigen gezicht, ver ­langens en hoop hebben Een deel van deze specialisten des doods werd i n afwachting van verdere berechting in W e s t - D u i t s l a n d , vri jgelaten om rond de kerstboom „Frohl iche W c i h n a c h t e n " t c vieren Tekenend voor de stand van zaken in de

Duitse Bondsrepubliek van vandaag, waar verdiensteli jke 'nazi's weer hoge ambten be­kleden en weer dromen van militaire "macht en agiressJe, om de „gebicdseisen' J die zij stellen (e verwezenlijken

i to t fa scis11sche gevaar bestaa t nog a I t i jd Dezelfde heren die medeverantwoordelijk zijn voor het ontketenen van de Tweede wereld­oorlog en rassen vervolging, willen over a t o o m -wapens Inschikken Volgens officiële m e d e ­delingen hopen zij in 1 9 7 0 te beschikken over een Wehrmacht van 5 0 0 ÜÜO man

O f i c h o o a het afgelopen j aar vooruitgang w e r d

geboekt op de weg n a a r ontspanning en vre­de Daarom bli j f t waakzaamheid geboden!

A van Ommeren-Aver ink l id der Eerste K a m e r der S t a t c n - G e n c r a a l

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

„ m i j n h e e r d u i t s e r ,

s l a m i j n i e t d o o d " JK was daar niet meer op die gedenk­

waardige januaridag in 1945, toen soldaten, die Russisch en Pools spra­ken, door de poort kwamen, die ik tweemaal was gepasseerd. Maar ik heb daar vele andere januaridagen be­leefd en elke dag en elke nacht van het jaar en alle ogenblikken, die de mens, die daar kwam en nooit meer wegging, doorleefde. Wie zal begrij­pen wat één zo een nacht, één dag, één uur was voor een gevangene uit Auschwitz! Ik spreek in dit verband over 't be­grip recht en onrecht en dat lijkt be­lachelijk Al wat daar gebeurde ging elk begrip te buiten, dit gold evengoed voor twintig-, vijftig- of vijfjarigen. Wij, die daar waren, hebben iets on­begrijpelijks gezien De grond was on­begrijpelijk, de gebruiken waren het en dat alles is toch gebeurd in het we­relddeel, waar reeds van 1939 af lou­ter onbegrijpelijke dingen gebeurden. Maar daar kwam nog iets bij Tot wie spreken wij, als men onze woorden nauwelijks kan geloven? Ik heb immers al gezegd, wie daar niet

was zal noch wat ons overkwam, noch onze hoop begrijpen. Moet ik dan maar voortaan niet meer spreken over hen, van wie ik weet, dat zij daar zijn gebleven en van wie geen spoor meer over is? Neen, men moet juist die sporen, die er niet zijn, vastleggen, bewaren, ver­eeuwigen Alleen uit gevoelsoverwe- over U, die ongedeerd zijt gebleven, gingen? Moeten wij alleen hierover 0 i opgegroeid na 1945, ver van oor-spreken, omdat twintig jaar geleden logsrumoer en brandgloed en van de onze moeders en vaders, zijn omgeko- dodelijke stilte van gaskamers en cre-

Van Stanislaw Wygodski, een bekend Pools romanschrijver en dichter, ont­vingen wij deze bespiegeling over zijn verblijf in Auschwitz en onze taak.

dommen, onze scholen en bibliotheken en half zien wij de razzia's opnieuw. Alle muren, alle binnenplaatsen zijn wit van de veren uit de verscheurde bovenbedden, er liggen vermoorde mensen, er klinkt gebrul. In dit aan heel Europa bekende decor stappen zij door onze dromen en herhalen al, wjt zij met ons hebben gedaan. Zij doen dat in onze droom, maar zij alleen zouden tevreden en gelukkig zijn, als wij met meer spraken, als wij vergaten. Zij verlangen, dat wij geen bewijs, getuigenis en aanklagers meer zullen zijn van deze door mensen vol­trokken moord Hoewel sommigen be­twijfelen- dit waren wel degelijk men­sen en alleen als wij blijven onthou­den, waartoe mensen in staat zijn, dan alleen zullen andere mensen ge­rechtigheid kunnen laten gelden en de bron van toekomstige tragedies ver­stoppen Daarom spreken, wij, ook

men en onze zusters en broeders, onze kleine kinderen van drie, vier, vijf jaar, die even voor hun dood hadden gezegd- „Mijnheer Duitser, sla' me niet dood, ik ben altijd zoet geweest." Ook deze Duitsers verschijnen ons 's nachts; steeds weer komen zij en dan zien wij voor de tweede, derde of tien­de maal vol doodsschrik ons verleden: zij komen en jagen ons weer uit de huizen, uit onze steden, onze heilig-

aan alle

van

. oudgevangenen

auschwitz Op 2 0 december is te Frankfort a /M het proces begonnen tegen 22- beulen van het kamp Auschwitz; waarschijnlijk zal dit meer dan een half jaar voortduren. E r zijn enige honderden getuigen opgeroepen; wij ont vin -gen echter bericht, dat zij, die nauwkeurige verklaringen kunnen afleggen tegen een of meer der 22 beklaagden, deze alsnog schrifte­lijk kunnen richten aan. Landesgericht, Dritte Strafkammer, Frankfurt a /M, Bundesrepublik. Alleen getuigenverklaringen betrekking heb­bende op met name bekende en genoemde be­klaagden en voorzover het gaat om moord en voorbereiding daartoe en waarvan datum en plaats nauwkeurig kunnen worden opgegeven, komen in aanmerking.

Hieronder volgen de namen der beklaagden. Het zijn Ludwig Mulka, Friedrich Karl Hoe­ker, adjudant van Baer, Wilhelm Boger, die Gestapo-Kriminalkommissar was, Hans Stark, KJans Dylewski, destijds behorend tot de „ P o -litische Abteilung", evenals Perry Broad, ver­dacht van selecties en moord; hij was tolk op

het proces van Neurenberg, Johann Schoberth, Oswald Kaduk, de dronken wurger, de vroe­gere Blockfuhrcr Stefan Baretzki, Heinrich Bischoff, Franz Johann Hofmann, Schutz-haftlagerfuhrer te Auschwitz en reeds wegens misdaden elders tot levenslang veroordeeld, Arthur Breitwiesern, verdacht van het losla­ten van het gifgas op de gevangenen, de tandarts dr. Wil ly Frank, die selecties hield en de chef - apother dr. Victor Capesius, die zich op experimenten toelegde. Verder Bruno jSchlage, dr. Will i Schatz, Josef Klehr, Herbert Scherpe, Emil Hantl, Gerhard Neubert, Emil Bednarek. Prof. dr. W . H. Nagel, uit Leiden, die waar­nemer van het N.A.C. bij het proces-Globke was, deelde ons mee, dat hij enige zittingen te Frankfort denkt bij te wonen.

Wij verzoeken ieder, die zich met volledige, nauwkeurige gegevens tot het Landesgericht wendt, ons daarvan op de hoogte te stellen. Correspondentie over het proces te richten aan de voorzitter van het N A C , J . Slagter, Vale-riusstraat 2 4 0 2 , Amsterdam Z.

matoria Het waren mensen, die als moorde­naars en beulen fungeerden van alle volkeren van Europa en die we nu door dc straten van hun steden zien paraderen, m vol ornaat, om een af­rekening voor te bereiden Zij hebben immers „eerherstel" en hun oude po­sities terug en zij zijn niet vernietigd. Na twintig jaar zien wij de horden hun internationaal „Treffen" organi­seren, wachten en niet vergeten Maar tegenover hun geheugen moet het ge­heugen staan van hen, die alles heb­ben gezien, vernietiging en strijd.

Dit alles maakt ons tot woordvoerders van een grote en algemene zaak, tegen de bedrijvers van het kwaad. Wij zijn getuigen bij de zwaarste aan­klacht, maar dit proces moet altijd en overal doorgaan. Onder de miljoenen mensen, die daar waren, zullen slechts enkelen deze januaridag van 1945, voor hen de eerste dag van de vrijheid, in gedachte kunnen roepen. Ik was in Dachau, toen de geest van de over­winning over de velden met de barak­ken en crematoria woei. Maar dit kwam te laat, zes jaar te laat.

Bedenk, dat elke, zelfs deze overwin­ning miljoenen mensenlevens te laat kan komen. Daarvan spreekt Ausch­witz. Wat nog levend in ons geheugen is achtergebleven, moeten wij op alle mensen overdragen. Omdat wij ver­langen, dat nooit meer enig mens enig Auschwitz zal kennen.

STANISLAW WYGODSKI

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

1 i k h e r i n n e r m i j . . .

E r zijn i n de oorlog 5 tot 6 mil joen Joden gedood Voor bi jna ieder van ons zijn er o n ­der een groter of kleiner aantal nabestaanden De dood van cén mens die ons dierbaar is, maakt een diepe indruk op ons. Ik heb dit alles zo duidelijk gevoeld toen ik in 1942 en 1 9 4 3 in de gelegenheid was in de Verenigde Staten e n Canada , ook i n E n g e ­land, ook in Sur iname iets te vertellen van hetgeen ik had meegemaakt m de 13 m a a n ­den van de bezetting die ik voor mijn over­tocht naar Engeland i n juni 1 9 4 1 , in Neder­land doorbracht De Nederlandse en later de Canadese regering, vond de mededeling van m*n belevenissen belangrijk genoeg om een lecturing tour voor mij te organiseren Ik kon spreken in tal van bijeenkomsten van d i ­verse clubs van Hollanders, van Joden, en vaak m Highschools D e grootste indruk maakte vaak het volgende simpele verhaalt je

O p een mooie dag gingen m'n vrouw en ik met ons vierjarig dochtertje naar de speel ­tuin van een café Verboden voor J o d e n " stond voor het café aangeplakt Loesje, ze i ­den we, er staat hier te lezen dat je hier niet met een parapluutje binnen mag gaan. Ze had n 1 haar mooie, pas cadeau gekregen nieuwe parapluutje bij zich. Laten we dan gauw n a a r huis gaan, zei ze, en dan weer terug komen Dat kan niet . zeiden we, dat wordt te laat Loesje was erg teleurgesteld Ik hoorde van een school in Paramaribo, waar ik dit verhaalt je verteld had, dat k i n ­deren thuis aan hun ouders vroegen maar had Loesje toch niet naar binnen kunnen komen 7

In m*n studententijd ging ik evenals de a n 7

dere studenten met een vroedvrouw mee om bevallingen te leiden D e buurt die mij was aangewezen was Uilenburg E r is nu een mooie brede straat, waar goede woningen staan In die tijd bestond Uilenburg uit twee, uiteraard smalle straten, met huizen waarvan iedere kamer een woning was D a a r leefden de Joodse paupers in Amsterdam De nieuw geborene, een enkele maal waren het twee n j e u wgebo re ne n, kwam in de re ge 1 in een gc/.in dat reeds een groot aantal kinderen h T cl Acht, tien, t wa a 1 f k ï nde ren wa s gee n uitzondering Hoe in de 'kamer moest wor­den geslapen was een probleem dat iedere avond opnieuw moest worden opgelost Er lagen b v in een bed zes kindert jes, drie met de kopjes aan de ene, en drie met de kopjes aan dc andere kant O p de grond werden dan nog bedden gespreid E r heerste hier de uiepste armoede Enige jaren later kwam ik in de zelfde 'gezinnen, in verband met een o n ­derzoek dat ingesteld werd in Amsterdam naar het voorkomen van irachoom Deze b e ­smettelijke oogziekte was in deze buurt zo endemisch, dat een zeer groot percentage van «iïle mensen aan deze ziekte leed Bi j velen had zij ernstige gevolgen gehad voor het g e ­zichtsvermogen, niet zelden leidde ze tot blindheid

De krotten van Uilenburg van toen zijn ver ­dwenen, dankzi j de sociale politiek van A m ­sterdam, die vooral aan enkele namen is ver­

bonden — ik noem hier de wethouders W i -baut en De Miranda, werden m nieuwe b u u r ­ten goede woningen gebouwd, die door de bewoners van Uilenburg konden worden b e ­trokken Dankzi j de krachtdadige bestrijding van het trachoom en dankzij de verbetering van de sociale verhoudingen is deze ziekte uitgeioeid Dankzij ( ' ) de bezetter echter, zijn ook v e r r e -wei', de meeste van de mensen verdwenen Met hen is de man aan wie zij en aan wie

Amsterdam zoveel te danken heeft, De M i -ranua. verdwenen M e n weet het voor hij met de anderen kon worden gedeporteerd, is hij in het kamp bij Amersfoort op laaghartige wijze vermoord

„The Bridge of Saint Luis R e y " is een ver ­haal van Thorton Wi lder Een brug stort i n ­een, er lopen vijf mensen op, wier levensge­schiedenis wordt verteld _ tot op het moment van het ongeval Zij stonden allen aan het keerpunt van hun leven, dat door de ins tor ­ting van de brug werd afgebroken.

Al op de dag van de bezetting begrepen vele Joden dat zij zich op een brug bevonden die kon, of met hen, moest instorten Velen wen­sten het moment van de instorting niet af te wachten en maakten zelf een einde aan hun leven Ik denk aan mijn vriend Boekman, t y ­pograaf, die zich wist op te werken, hij werd wethouder van Amsterdam, studeerde en p r o ­moveerde Z ' n proefschrift over „ K u n s t en Overheid* bracht bij velen de overtuiging dat bevordering van de kunst een overheidstaak is Kort geleden is de D r E Boekmanst ich­ting tot stand gekomen, die zich ten doel stelt de bestudering van problemen betreffen­de het verband van kunst en overheid Tot hen behoorde ook B o b van Gelderen z o ­als hij voor zijn vrienden heette Dat is Prof J van Gelderen — statisticus, oud-hoogle ­raar m de economie in Batavia , bijzonder hoogleraar in Utrecht, lid van de Tweede K a m e r In onze jeugd hadden wij samen twee boekjes geschreven, medisch-stat ist ische p u ­blicaties over mazelen en kinkhoest W i j kon­den aantonen dat aan deze ziekten veel kan­deren stierven, dat waren dan vooral de k i n ­deren van paupers en de heel jonge kinderen

Mede dankzij het werk van vele mensen, die nazi-s lachtoffers werden, komen sterfgevallen bij deze ziekten thans nauwelijks meer voor Van Gelderen was een goed mens en hij was buitengewoon knap Hij heeft nog geprobeerd met de zijnen naar Engeland te komen, maar dat mislukte helaas Z'n vrouw kende ik als dertienjarig naaistert je , die in een krot in de Dijkstraat woonde Dankzi j hem ontwikkelde zij zich tot een bekwaam declamatrice, als

een grote steun voor haar man Met hen kwamen twee veelbelovende kinderen om. O p vele wijzen zijn Joden het slachtoffer g e ­worden van de bezetting Ik denk aan de vriend van een van mijn zoons, Epie Broches Hij zal 2 5 j aar zijn geweest toen hij met a n ­deren trachtte op dezelfde wijze, waarop mijn groep naar Engeland was ontkomen, te o n t ­vluchten Zij werden gegrepen en hij werd later gefusilleerd Hij was een wat stille j o n ­geman Hij was een zeer begaafd pianist en

had zeker een mooie toekomst voor zich lk moest vaak aan hem denken omdat ik, h u i s ­arts, had meegemaakt hoe hij van jongs af aan door de goede zorgen van zijn voortref­feli jke ouders was omringd, hoe niets was n a ­gelaten om de voorwaarden te scheppen voor een gelukkig leven, en omdat dit leven zo bruusk werd afgesneden

Ik heb in het voorafgaande enkele namen genoemd, en ik zou zeer vele kunnen n o e ­men Daaronder zijn mensen van betekenis, jonge mensen van wie m e n grote verwachtin­gen kon koesteren, en zeer veel eenvoudige mensen Velen van hen streefden doeleinden na voor zichzelf, voor hun gezin, voor de samenleving

Ik heb grote bewondering voor de wijze w a a r ­op Lou dc Jong voor de televisie over de J o ­denvervolging heeft gesproken Ik bewonder de voornaamheid, waarmee hij die zelf door zulke zware slagen werd getroffen, maar die daar nooit n a a r buiten over heeft gesproken, dit heeft gedaan Ik wil, terugdenkend aan al wat in die jaren is gebeurd, zijn voorbeeld volgen

B I I Sajet

D r i e m a a l d a n k De Auschwitz-herdenkingen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zijn alle drie ten zeerste geslaagd. Driemaal woonde een tal­rijk publiek een voortreffelijke avond bij Dit i s te danken aan de kunstenaars, die door hun prestaties een onvergetelijke indruk ach­terlieten. Van hen willen wij slechts Boris Goetnikow, onve verwachte en de zanger A. Dutkiewicz, onze onverwachte buitenlandse gast noemen.

Nederlands Auschwitz Comité

U leest onze krant: steunt ons werk! Stort op postgiro 29 30 87 t.n.v. N.A.C, Amsterdam.

De bekende Amsterdamse arts en jarenlang gemeenteraadslid der hoofdstad, dr. B. H. Sajet, schreef voor ons blad iets uit zijn herinneringen neer.

exclusieve bedrijf scouture j an ever tsenstraat 3 3 ,

t e l . ( 0 2 0 ) 18 74 07 A m s t e r d a m

Page 9: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

ons herinneren vervo lg v a n pag . 1

sympathie, financiële cn andere hulp binnen. Grafici en bedrijfsleiders, mu­sici en transportarbeiders, allen ston­den ons terzijde. Dichters cn beelden­de kunstenaars, politici, geleerden en andere algemeen bekende figuren na­men zitting in een comité van aanbe­veling. Van de grote bedrijven tot de kunstkringen en de grote cn kleine pers hielp alles mee aan het welsla­gen. Hot werd een appèl, de onsterfe­lijke helden van het getto waardig. Maar niet alleen met wat groot en on­vergankelijk is, hield ons comité zich bezig: ook met kleine dagelijkse din­gen. Het gehele jaar door hebben wij op de bres gestaan voor een fatsoen­lijke schadeloosstelling voor dc nazi­slachtoffers, waar en hoe wij maar k o i id e n \Vi j s ton den ook k 1 a a r met praktische hulp bij het invullen der formulieren en vele honderden maak­ten daarvan sebruik. Van harte hebben wij het (nog be­perkte) kernstopverdrag deze zomer toegejuicht, als een stap naar ontspan­ning en vrede en dus één • van onze directe doeleinden. Dc moord op Ken­nedy toonde aan, dat onze vijanden van vroeger cn altijd, nog niet hebben en /im ontwapend. Als het nog nodig was, betekent ook du een vingerwijzing: wij moeten voort. Wij gaven U een terugblik en tegelijk een blik vooruit Herdenken, zei Jan Kassies in april te Amster­dam, is opnieuw denken. Denken over het verleden als richtlijn voor de toekomst. Dat wil ook dit bijzondere nummer van ons blad.

D r s e n s a t i e v a n r o t r e r d u i n

N I E U W

snackbar - restaurant *n overvloed van verrukkel i jke belegde broodjes snacks en exquise salades. • w i n k e l v e r k o o p

f i jne v leeswaren , delicates­sen, binnen- cn buitenlandse kaassoorten

K O R T E L l l N f l A A N 9 R O T T E R D A M T e l e f o o n 1 1 7 7 1 0 - 1 1 6 8 1 0

N R C NIEUWE r o t t e r d a m s e C o u r a n t

gezaghebbend landelijk dagblad

kunstrunöet Roelofs

O U D E E N M O D E R N E S C H I L D E R I J E N

A m s t e r d a m , K a l v e r s t r a a t 4 9 ,

T e l . 3 4 5 7 6 , R o k i n 1 0 6 T e l . 6 2 9 6 5

grote sortering ARROW SHIRTS NIEUWE COLLECTIE ZOJUIST ONTVANGEN

KUPPERS L e i d s c s t r a a t 4 4 , A m s t e r d a m - T e l e f o o n 2 3 2 3 01

Banketbakkerij „OLDENBURG"

De zaak voor mensen

met ten verfijnde smaak

Firma Oldenburg Beethovcnscraat 17, Telefoon 7 2 5 ? 2 0

voor al uw bontwerken

Haute Couture eigen ateliers

Ferd. Bolstr. 21

Amsterdam-Z.

Tel. 72 65 22

WESTERBORK PAKJESZEGEL VOOR

2 KG VOEDSEL Ik wil deze gaarne kopen, onge­bruikt, gebruikt en voorkant van pakket. K o o p ook enveloppen, kaarten en gevouwen brieven met of zonder postzegel, van K Z , gijzelaars en dergelijke kampen.

Peter, C. Rickcnbach, 14, Rosslyn Hill, Hampstead, Londen, N.W.3., Engeland

NED. DASSENFABRIEK MIC-R0 H. H. MICHAELIS N.V.

PROVENIERSSINGEL 62-66 TELEFOON 82595

Specialiteit in Exclusieve Zeffbinefers en Sjaals

Page 10: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

Orginele Amerikaanse en Engelse

dumpgoederen verkoopt alléén

S P E I J E R Houtkopersburgwal 2

b/d Oude Schans - Telefoon 241717 Zaterdags tot 6 uur open

Ook uw adres voor alle soorten werkkleding, zoals: Overalls, Broeken,

Overhemden, Sport-, Regen-en Motorkleding

Gereed schappenhandel

Gebr. Tertaas Oude Schans 73 Amsterdam tel. 37123

Geniet van Uw reis naar

I S R A Ë L Shalom op de boot! Shalom in Haifa! ^IC-K^ De luxe 10.000-Js fcSL> t o n n e r s van de ^ = = s - : ^ - Z Ï M " ï s r a c l " Na-vigation C o m p a n y bezorgen U de m o o i s t e vakantiereis van Uw leven. Z o n d o o r -drenkte dagen op de azuren Middel landse Zee . Voort­k a b b e l e n d e vakantie-uren op d e volgende r o u t e s : Mar-s e i l l e - N a p e l s - C y p r u s - H a i f a of V e n e t i e - P i r a e u s - C y p r u s -Haifa.

Isrnel, h e t j o n g h e r b o r e n fand met het gro te b i jbe l se en h i s t o r i s c h e verleden, heet U hartelijk welkom. Bekijk dit land intensief , leef er t u s s e n de S a b r a ' s , zie zelf d e dorre w o e s t i j n e n en vruchtbare vlakten. Israël strekt zich voor _ U uit van S inai n ö t o t S i n a a s a p p e l , van Kanaan tot K i b b o e t s .

ZIM'S UNIEKE „INCLUSIVE-TOURS" LATEN U HET HELE LAND ZIEN

Z I M Generaal A g e n t e n :

D e Vries & C o . N.V., Dam 6 f A m s t e r d a m . T e l . 248174. D a m m e r s & v.d. Heide en C o . ( A g e n t u r e n ) N.V., V a s t e l a n d

10, Rot terdam. T e l . 119300,

DE ZAAK VOOR AL UW

VERWARMINGSPROBLEMEN

HEM0NYSTRAAT 52-54 Amsterdam - Tel . 0 2 0 - 7 2 2 3 3 1 71 7 9 0 4

De auto voor iedereen

T R A B A N T vanaf f3575.-

Hoofddeahr voor Amsterdam en omstreken

Garage LEEH lste Jac v. Campenstr. 31 tel.. 726426 en 726545

M. VERDONER van Baerlestraat 84 Tel. 72 26 08

Handschoenen - najaarscollectie in alle modetinten

Schapeleder - damestassen in alle kleuren

> Alle luxe lederwaren

BEESEMER

voor al Uw stoffen

KALVERSTRAAT 40 AMSTERDAM-C. TELEF. 237363

MORRIS Modehuizen in suède en

nappa

AMSTERDAM Leidsestraat 9

(bij Koningsplein) Telefoon (.020) 2 2 3 5 9 6

HAARLEM Barteljorisstratit 2 0

Telefoon (U2"J00) 13169

Page 11: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

H E M A DOE MÉÉR MET MINDER GELD

ff 1 7

aruóo U W P L A T E N - L E V E R A N C I E R

Groots uitgebreide collectie; opera-,

opere t te - , dans en klassieke platen

Altijd voorradig g r o t e sortering

Joodse platen

dealer van GARRARD motoren

en wisselaars

J a n E v e r t s e n s t r a a t 1 2 6

A m s t e r d a m T e l . 8 7 2 7 1 S . S w a r t

De Vries &

Lampie

Bonneterie en confectie

Kalverstraat 3-5

Amsterdam (bij de Dam)

Telefoon 23 7 6 3 4

porcelein en glaswerken

WEBA

J. Evertsenstraat 4 3 hoek Admiralengracht

Telefoon 8 3 5 1 5

Alles op het gebied van Televisie, Radio en

electrische apparaten

R A F Algemeen Technisch Bureau

I . R A F A L O W I T C H , R i j n s t r a a t 1 5 8

T e l e f o o n 7 1 3 5 9 7 - 7 9 2 0 6 7

M. Cohn's W i j n - e n Spintualienhandel N.V.

Willemskade 1

Schiedam

Telefoon 0 1 0 - 6 4 7 1 0

Grootimportrice van

Wijnen en Gedistilleerd

Tob. Lavino

LADIES A N D 'GENT T AI LOR

Moderne Coupe en prima afiverking

Keuze utt de beste binnen en buitenlandse

stoffen

Kribbestcaat 31 ' , Amsterdam-Z.

Tel . 7 1 6 0 4 8 B . G . G . 1 2 3 1 2 3

ALGEMEEN HANDELSBLAD \ üw krarif n0üMlijk!

Leest naast Uw krant

Vrij Nederland

Page 12: Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 01 Januari

wam m poot PaeózZ 'etc C<X>K

• ROTTERDAM

• ROTTERDAM

o ROTTERDAM

• ROTTERDAM

. HOOGVLIET

• VLAARDINGEN

• LEIDEN

. ZEIST

West-Kruiskade

Korte Hoogstraat

Meent

Katendr. Lagedijk

Winkelcentrum

Liesveld

Haarlemmerstraat

Slotlaan

collectie zonder weerga