alle(n)beide(n)
sommige(n) Wanneer schrijf je een ‘n’ achter woorden als ‘alle’, ‘beide’ en
‘sommige’?
Staat er een zelfstandig naamwoord achter? • Is het antwoord op deze vraag ‘ja’, dan schrijf je geen –n • Voorbeelden: • In alle kamers van het studentenhuis is het een bende. • Beide meisjes brengen morgen een bezoek aan het museum in
Sneek. • Sommige jongens en meisjes gaan niet mee op excursie. • De meeste leerlingen gaan wel mee naar Amsterdam.
Staat er een zelfstandig naamwoord achter? • Is het antwoord op deze vraag ‘nee’, stel dan de volgende vraag:
‘Heeft het woord betrekking op meerdere personen?’
• Is het antwoord op deze vraag ‘ja’, dan schrijf je wel –n • Voorbeelden: • In de pauze dronken sommigen een kopje koffie, anderen dronken liever thee. • Wij waren allen onder de indruk van de prestatie van die leerlingen van het
technasium. • Iedereen weet dat de fiets in de stalling gezet moet worden, maar slechts
enkelen doen dat ook werkelijk.
‘Heeft het woord betrekking op meerdere personen?’
• Als het antwoord op de volgende vraag ‘nee’ is, schrijf dan geen –n • Voorbeelden:• De boeken in de kast zijn alle op kleur gerangschikt. • De twee honden liggen beide te slapen. • De vazen waren alle beschilderd. • De kippen waren alle ontsnapt.
Let op! • Soms staat er geen zelfstandig naamwoord achter het woord, maar kun je dat wel
denkbeeldig invullen, omdat her ergens anders in de zin of in de zin ervoor is gebruikt. • Je schrijft het dan alsof er wel een zelfstandig naamwoord achter staat: zonder –n. • Alleen bij ‘alle’ en ‘beide’ voeg je in dat geval wel –n toe als het betrekking op
personen heeft. • Voorbeelden: • De meeste leerlingen gingen mee naar Amsterdam, slechts enkele (leerlingen) bleven
thuis. • Enkele toeschouwers maakten zich druk om de versprekingen van de toneelspelers,
andere (toeschouwers) vonden dat geen probleem. • Ik heb twee beste vrienden. Beiden betekenen veel voor me.
Top Related