Download - Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

Transcript
Page 1: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMEDEen ontwerp voor vakantiewoningen op Texel

Hurkens, B s474999

27 april 2006

AfstudeeratelierBoundaries - tussen letterkunde en bouwkunde. AfstudeercommissieDr. Ir. J.G. Wallis de Vries (voorzitter)Dr. J.C.T. VoorthuisIr. J.A. Lörzing

Page 2: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED2 3VREEMD FRAMED

SAMENVATTING

Vrije tijd behoort tot één van de snelst groeiende onderdelen van onze economie. Omdat onze tijd steeds schaarser wordt, willen we deze optimaal benutten. Onze leefomgeving raakt in deze ontwikkeling steeds meer betrokken. Zo worden specifieke kenmerken van een bepaalde plek benadrukt om deze te promoten. We zien bijvoorbeeld dat zorgvuldig in stand gehouden landschappelijke gebieden op talloze manieren toeristisch worden uitgebuit. Het consumeren van het landschap lijkt de enige manier om deze nog te behouden. Architectuur kan daarbij een belangrijke rol spelen.Om de invloed van de architectuur op de relatie bezoeker-landschap te bestuderen heb ik een case-study uitgevoerd op Texel. In de hevige strijd binnen de vrijetijdssector proberen bedrijven Texel te profileren als een ‘unieke locatie’. Toch is het ook hier dat hotels, bungalowparken, appartementen en andere uitgaansgelegenheden smakeloze onderkomens zijn. Vooral uit angst voor aantasting van het landschap schiet de architectuur vaak tekort. Als Texel zich wil profileren als iets ‘unieks’, dan kan architectuur hiertoe een belangrijke bijdrage leveren.

De roman ‘To the lighthouse’ van de Engelse schrijfster Virginia Woolf behandelt menselijke relaties en de ongrijpbaarheid van tijd, tegenover de onvergankelijkheid van landschap en kunst. Vanuit een alwetende verteller worden de personages en relaties stukje voor stukje ontleed. Het gaat er volgens Woolf om het moment te vangen waarin de mens tot een diepere realiteit komt en zijn eigen ik overstijgt. De werkelijkheid wordt verteld als een continue stroom van indrukken en ervaringen. De perspectivische blik is de blik waar het om gaat. Ik zie een analogie met het ‘lezen’ van het landschap. Het landschap bestaat volgens mij puur bij wijze van haar interpretatie door de bezoeker, die bepaald wordt door de innerlijke beleving waarbij de blik cruciaal is.Een gebouw kan twee verschillende rollen in het landschap innemen: als object in de omgeving en als kijkinstrument van waaruit het landschap beleefd wordt. De relatie tussen beiden vind ik interessant. Bij dit project is heb ik daarom gekeken naar de verandering van vorm en betekenis van een gebouw in het landschap in relatie tot de bezoeker.In de duinen komt de problematiek duidelijk naar voren. Door hun grilligheid, uitgestrekheid en schaalloosheid doen zij aan een maanlandschap

denken. Ik wil de bezoeker de kans bieden op deze unieke plek te resideren. Het verblijf hoeft niet luxe of groot te zijn, maar is een beschutte plek die nieuwe inzichten in het landschap verschaft. Een pad dat het gebouw ontsluit en passeert, ook toegankelijk voor anderen, vormt het tweede deel van mijn programma.

Mijn gebouw gaat niet helemaal met het landschap mee, noch er tegenin, waardoor het enerzijds ingetogen kan zijn en anderzijds, op andere plekken, juist weer erg aanwezig is. Richting en herhaling vormen belangrijke componenten van mijn ontwerp. Herhaling brengt het probleem in beeld dat massatoerisme met zich meebrengt: veelheid leidt namelijk vaak tot saaiheid. Echter, door gebruik te maken van de duinen ontstaan interessante verschillen en unieke plekken. Enkele ontwerpstrategieën die ik gebruik zijn: inkadering, spelen met hoogteverschil, horizon en uitzicht. Het benadrukken van de schaalloosheid van het landschap en het concentreren op fragmenten in het landschap. Eenvoudige verblijven van verschillend formaat vormen de bouwstenen van het gebouw. Door ze te herhalen en met het hoogteverschil van het landschap te laten verspringen, ontstaat er een

Page 3: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED2 3VREEMD FRAMED

interessant spel. Er zijn plekken waar tussendoor, onderdoor of deels overheen gelopen kan worden. De vormgeving van het gebouw maakt dat er geen scherpe scheiding tussen binnen en buiten is. De ruimte buiten de verblijven is natuur. Geen rechthoekige doos en geen slagbomen, zoals we dat nu op veel leisurelocaties tegenkomen. Door de manier waarop de bezoekers van het park middels architectuur het landschap beleven, wordt de waardering daarvoor groter. Hiermee krijgt de bezoeker een groter verantwoordelijkheidsgevoel voor het landschap, wat de natuur weer ten goede komt.

Page 4: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED4 5VREEMD FRAMED

VOORWOORD

Eind 2004 ben ik begonnen met het proces dat afstuderen heet. Een proces waarin je jezelf leert kennen op ontwerpgebied, maar ook persoonlijk. Je begint aan een traject zonder enig idee te hebben waar uit te komen.

De opbouw van dit verslag is ongeveer gelijk aan de manier waarop ik tot dit stadium gekomen ben. Om tot een afstudeeronderwerp te komen, ben ik eerst gaan graven in mijn verleden en heb ik teruggekeken op mijn studietijd. Vanuit dat punt ben ik tot een thema gekomen. Vanuit het thema: leisure en de grens tussen consumeren en conserveren van het landschap, heb ik een locatie gekozen. Daarna kwam het afstudeeratelier boundaries op mijn pad, wat als thema ‘literatuur en architectuur’ had. De conclusies die ik heb getrokken, waarbij het erom ging de grenzen tussen architectuur en literatuur te verkennen, zijn ingezet bij het ontwerp. De opbouw van mijn verslag weerspiegelt dit traject dat ik heb doorlopen. Ik bespreek achtereenvolgens het thema, de locatie, de literatuur, de ontwerpstrategie en het ontwerp. Tenslotte volgt er nog een conclusie.

Page 5: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED4 5VREEMD FRAMED

INHOUD

SAMENVATTING VOORWOORDINHOUDLEISURE De thematiek in de context geplaatstTEXELVIRGINIA WOOLF – TO THE LIGHTHOUSE Bloomsbury-group Taalgebruik De blik Boundaries Vorm, perceptie, betekenisLOCATIE Topografie GeomorfologiePROGRAMMAONTWERPSTRATEGIEONTWERPCONCLUSIELITERATUURLIJST BIJLAGEN

24566

10121515161720252525283136424446

Page 6: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED6 7VREEMD FRAMED

LEISURE

Door eerdere projecten ben ik gefascineerd geraakt door het fenomeen leisure (vrijetijdsbesteding) en de gevolgen die zij heeft voor het landschap. In de architectuurgeschiedenis vind ik dit een interessant thema. Een van de redenen voor deze fascinatie is mijn ergenis over bepaalde ontwikkelingen waarin leisure een negatieve rol lijkt te spelen: zowel in binnen- als buitenland hebben toerisme en vrijetijdsindustrie namelijk een negatieve, soms fatale uitwerking op de gebouwde omgeving. Dit is een merkwaardige ontwikkeling in een sector waarin genieten voorop staat en er genoeg geld te besteden lijkt.

Vrije tijd behoort tot één van de snelst groeiende onderdelen van onze economie. Omdat onze tijd steeds schaarser wordt, willen we deze optimaal benutten. Meer dan ooit geven we geld uit aan vrijetijdsgerelateerde goederen of diensten. Onze leefomgeving raakt steeds meer betrokken in de dynamiek van belevenis- en attractievorming. De toegenomen mobiliteit, ontstaan door de opkomst van de auto in de jaren zestig en de groeiende communicatie (telefoon, televisie, internet), heeft de relatie tussen plaats en ruimte veranderd.

Door de grotere actieradius van de mens is er een enorme concurrentiestrijd gaande in de markt van de vrijetijdsindustrie. De consument, die vluchtiger is geworden, wil een maximale belevingsopbrengst. Zo zijn winkelketens naarstig op zoek naar nieuwe formules om klanten een nog aangenamer verblijf te bieden. Winkelen moet een vorm van funshopping worden. Restaurants en hotels worden gethematiseerd. De verbreding van het assortiment van leisure- en entertainmentervaringen lijkt eindeloos.

We willen onze schaarse vrije tijd optimaal benutten. We hebben hier veel geld voor over en zijn bereid er grote afstanden voor af te leggen. Daarbij eisen we echter wel een maximale belevenisopbrengst. Hoogst opmerkelijk vind ik dat in deze ‘quality time’ architectuur slechts sporadisch wordt ingezet als trigger. Wanneer men bij een vrijetijdsgebouw wel veel aandacht besteedt aan de vormgeving, is dit vaak ten behoeve van het culturele imago van de stad. Maar juist op grote leisure-locaties vind je smakeloze architectuur; zoals die van vrijetijdscomplexen net buiten de stad, hotels aan de kust en vakantieparken. Als sinds de opkomst van de vrijetijdsindustrie en het toerisme is de aandacht voor het fenomeen vanuit de architectuur

schaars.Wanneer we een (commercieel) vrijetijdsgebouw bezoeken zijn we ons buitengewoon bewust van hun omgeving omdat ze zich in een nieuwe omgeving bevinden en op zoek zijn naar beleving. Juist door deze beleving zijn bezoekers extra alert. Daarom vind ik het opmerkelijk dat juist bij dit soort gebouwen de architectuur vaak weinig aandacht krijgt.

Het is dus tegenstrijdig dat juist in de vrijetijdssector er vaak bespaard wordt op vormgeving. Gebouwen zijn vaak functioneel binnen het thema dat de bezoeker moet aanspreken. Men grijpt naar andere middelen dan architectuur om in te spelen op de gevoelens van de bezoeker. Ik zie dit als een contradictie; gebouwen voor vrije tijd zijn niet functioneel, maar zijn er puur ter verrijking van het welzijn. Architectuur zou volgens mij, dus als middel moeten worden ingezet in de concurrentiestrijd en daarmee een bijdrage kunnen leveren aan een positieve ontwikkeling van de toerismesector op de lange termijn.

De thematiek in een context geplaatstDe vrijetijdsindustrie heeft de laatste jaren een enorme groei doorgemaakt. De invloed hiervan

Page 7: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED6 7VREEMD FRAMED

op het landschap is bijzonder groot. Hoewel onze vrije tijd schaarser wordt, neemt intensiteit ervan toe. Toegenomen welvaart en mobiliteit zorgen ervoor dat mensen bereid zijn om in hun vrije tijd een steeds grotere afstand af te leggen voor een specifieke beleving. ‘Hierdoor wordt de vrije tijd meer doelgericht besteed; de belevenis opbrengst dient bij voorbaat zijn gegarandeerd’.1 In een korter tijdsbestek wordt meer geld besteed aan beleving. ‘In algemene zin is er sprake van een verschuiving van traditionele min of meer informele bezigheden met een tijdsintensief en geldextensief karakter naar bezigheden die behoren tot de nieuwe doelbewust georganiseerde, snelle belevenissencultuur van vrije tijd’.2

Het aanbod wordt hierdoor steeds groter en diverser. De vluchtige, plaatsongebonden consument is steeds gevoeliger voor trends en hypes. Door de toenemende ontwikkelingen in de media en communicatie zijn we in staat om ons landelijk en internationaal te laten informeren over dat wat er gaande is. ‘De verruimde actieradius van consumenten heeft, in combinatie met een afnemende hoeveelheid vrije tijd, geleid tot een verscherpte concurrentie binnen het aanbod. Bedrijven in de vrijetijdssector bevinden zich in een ongelooflijke concurrentiestrijd’.3 Meer verfijnd

vormgeven van plaats- en productkenmerken worden in toenemende mate van belang.

Het platteland verstedelijkt. Groene enclaves blijven over. Specifieke eigenschappen van stad en land worden benadrukt door de toenemende internationalisering en globalisering. ‘Ruimtelijke verschillen zijn allerminst opgeheven. Eerder lijkt het tegendeel het geval. (…) Vermaak, lokale folklore en cultuur worden steeds vaker ingezet voor de vormgeving van een eigensoortige stedelijke of regionale identiteit. (…) Er is kortom, naast processen van ontgeografisering en delokalisering, ook sprake van herlevend regionalisme en lokalisme’.4

Karakteristieke aspecten van een bepaalde plek worden ingezet om deze te promoten. Stadscentra proberen er alles aan te doen bezoekers te blijven trekken. Door City Branding, diverse evenementen en wilde architectuur, proberen de steden zich onderling te onderscheiden. De binnenstad wordt zo een decor voor de meest uiteenlopende activiteiten. Niet alleen steden onderling, maar ook het platteland probeert zich van het stedelijke te onderscheiden. Groene gebieden worden zorgvuldig in stand gehouden. ‘Er heeft een merkwaardige

omkering plaatsgevonden. De vroegere stad was een duidelijke herkenbare eenheid. (…) Nu zijn de Europese steden verwilderd tot urban sprawl en lijkt de natuur het enige dat nog te beheersen is’.5 Door de oprukkende agglomeratie worden deze plekken ‘groene eilanden’.De zorgvuldig in stand gehouden landelijke gebieden worden op talloze manieren toeristisch uitgebuit. Het consumeren van het landschap lijkt de enige manier om deze nog te kunnen behouden. Hier zien we de opkomst van ecotoerisme en agrotoerisme. Rustiek wordt ‘in’. Landschapsconsumptie is echter een bedreiging voor landelijke gebieden: geluidsoverlast, milieuvervuiling en afval. Maar tegelijkertijd kan het ook een positieve uitwerking hebben op het gebied en zelfs daarbuiten. Door de bezoeker met het landschap in contact te brengen wordt deze zich bewust van haar kwaliteiten. Hierdoor zullen de bezoekers zich verantwoordelijk voelen. Architectuur kan aan de creatie van dit verantwoordelijkheidsgevoel een belangrijke bijdrage leveren.

1 Mommaas, Hans, ‘De vrijetijdsindustrie in stad en land’ p.10.2 Ibidem, p.52.3 Ibidem, p.10.4 Mommaas, Hans, ‘Moderniteit, Vrije tijd en de Stad pp.184-185’.5 Boer, Florian en Christine Dijkstra, ‘Euroscapes’ p.208.

Page 8: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED8 9VREEMD FRAMED

Afbeelding: Boer, Florian en Christine, Dijkstra ‘Euroscapes’. p. 171

Page 9: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED8 9VREEMD FRAMED

TEXEL

Om de invloed van de architectuur op de relatie bezoeker-landschap nader te bestuderen heb ik een case-study gedaan op een gebied waar de problematiek, die ik hierboven schetste, speelt. De locatie waar mijn oog op is gevallen is Texel. Mijn ouders wonen op Texel, daarom kom ik daar geregeld. Het is, met bijna een miljoen toeristen die Texel jaarlijks aandoen, een echt toeristeneiland. Het waddengebied is (nog) niet aan het succes ten onder gegaan, waar dat wel op vele plekken aan de Nederlandse Noordzeekust het geval is. De waddeneilanden profileren zich als natuurgebieden: Texel presenteert zich als hét vogeleiland bij uitstek. In de hevige strijd binnen de vrijetijdssector proberen bedrijven Texel te profileren als een ‘unieke locatie’. Het ‘eigen Texelse’ wordt ingezet als trigger. Toch is het ook hier dat hotels, bungalowparken, appartementen, restaurants en andere uitgaansgelegenheden smakeloze onderkomens zijn. Vooral uit angst voor aantasting van het landschap schiet de architectuur vaak tekort. Als Texel zich wil profileren als iets ‘unieks’ dan kan architectuur hiertoe een belangrijke bijdrage leveren.Het eiland Texel, door Texelaren zelf het vaak

‘het gouden boltje’ genoemd, is 160 km² groot, waarvan ongeveer een kwart natuurgebied is. Voor een groot deel bestaat de natuur uit duinen. Het eiland telt ongeveer 13.750 inwoners. Het is niet alleen een geografische, maar ook een bestuurlijke eenheid.6 Texel wordt, in tegenstelling tot de andere waddeneilanden, al sinds de jaartelling bewoond. De eerste nederzettingen stammen uit de ijstijd (8000-4500 v.C.). Tot aan in de zeventiende eeuw bestond Texel nog uit twee eilanden, te weten Texel en Eyerlandt. De eilanden werden in 1630 met elkaar verbonden door middel van een stuifdijk. Vanaf de zeventiende eeuw begon de mens actief met het bevorderen en ontwikkelen van duinvorming. In het begin van de negentiende eeuw kreeg Texel zijn huidige vorm.Grootschalige industrie is er op het eiland nooit geweest. Van oudsher zijn landbouw, schapenteelt en visserij de belangrijkste takken van de economische bedrijvigheid. Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft het toerisme echter een sterke vlucht genomen wat tegenwoordig een dominante plaats inneemt in de eilandeconomie.

‘Door toenemende mobiliteit in de negentiende eeuw maakte de lokaal georiënteerde bezigheden geleidelijk plaats voor een nationale cultuur. Dit

proces heeft ook op Texel een grote invloed gehad.’7 Sinds het eind van de negentiende eeuw, met name door een geregelde stoombootverbinding, is Texel dichter bij Nederland komen liggen. Allerlei invloeden van het vaste land konden het eiland hierdoor makkelijker bereiken. De eilanders konden in toenemende mate kennis nemen van mode en ideeën van de overkant. Niet alleen werd het voor henzelf makkelijker het vaste land te bereiken, ook kwamen er veel mensen van het vaste land naar het eiland, met als gevolg dat de culture verschillen vervaagden.Ook het toerisme leverde een grote bijdrage aan deze cultuurvereffening. Door de oprichting van Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO) onstond er in 1908 een verbeterde verbinding met het vaste land, waardoor het toerisme langzaam op gang kwam. Maar pas na de Tweede Wereldoorlog zette het toerisme op Texel echt door. Ook het landelijk bestuur en de komst van landelijke dagbladen, telefoon en later radio en televisie, hebben veel invloed gehad in de verdwijning van het ‘typische Texelse’. De aantasting van de Texelse autonome cultuur door invloeden van buitenaf, vormde telkens een thema op het eiland. Met name door de snelle modernisering van het eiland, werden de bewoners

6 Texel beschikt sinds 1415 over stadsrechten.7 Ginkel, Rob van ‘Groen-Zwart Texels in het hart’ p.32.

Page 10: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED10 11VREEMD FRAMED

Vakantiehuisjes en appartamenten op Texel

Page 11: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED10 11VREEMD FRAMED

zich hierop toeleggen zijn de stichting ‘Folklore Texel’ (vanaf 1972) en de ‘Historische Vereniging Texel’ (vanaf 1985). Andere ontwikkelingen die de toegenomen aandacht bij de bevolking voor het authentieke Texel bevestigen, zijn de interesse voor het Texelse dialect en de oprichting van de ‘Texelse Courant’ en de ‘Texelse Radio’.De laatste jaren vindt er op Texel in het hoogseizoen een ware invasie van toeristen plaats: op elke eilander zijn er bijna vier vakantiegangers. Met ongeveer 2000 van de 7250 arbeidsplaatsen is de sector recreatie en toerisme de grootste werkverschaffer op het eiland. Het blijkt dat 75% van de bevolking voor haar inkomen direct of indirect afhankelijk is van het toerisme en recreatie. De sector is nog bloeiende, maar er is een tendens gaande die erop wijst dat het zich zal gaan stabiliseren. Het aantal overnachtingen ligt rond de 4,5 miljoen per jaar. Inclusief dagbezoek, komen jaarlijks ongeveer een miljoen mensen naar Texel. Het aantal slaapplaatsen schommelt tussen de 40.000 en 45.000. De meeste overnachtingen vinden plaats in de kampeersector, gevolgd door zomerhuizen en appartementen.9 Het toerisme is vooral geconcentreerd rond De Koog. De houding van Texelaren ten opzichte van toerisme is ambivalent. Vooral ‘s zomers hebben

zij het gevoel dat hun eiland wordt overgenomen door toeristen. Milieuvervuiling, geluidsoverlast en verandering van het landschap zijn enkele negatieve aspecten die zij noemen.10

Echter zijn Texelaars, zoals gezegd, afhankelijk van het toerisme. Het lijkt mij daarom geen optie het toerisme in te perken, zoals door velen geopperd wordt. Paradoxaler wijze zal Texel het toerisme in de toekomst nog meer nodig hebben om zijn identiteit te kunnen behouden. Wil Texel niet ten onder gaan aan het eigen succes dan zal zij zorgvuldig het toerisme moeten aanpakken. Bezoekers van een bepaald gebied worden zich bewust van de kwaliteiten, gaan het waarderen. En het heeft dus een positieve uitwerking. Architectuur kan op Texel een zeer belangrijke bijdrage leveren op dit punt.

Bij het bouwen voor de bezoekers komt de thematiek van het toerisme en de verandering van het landschap goed naar voren. Enerzijds is de toerist te gast en verblijft deze op een bijzondere locatie die zij waardeert, anderzijds zal het toerime het landschap ook aantasten. Het project speelt zich af op deze rand, tussen consumptie en aantasting.

zich bewust van de culturele aspecten die Texel eigen zijn. Dit, in tegenstelling tot de tijd dat de wereld buiten het eiland nog ver weg leek te zijn. Toen dacht men daar niet namelijk niet zo over na: men ervoer toen het leven dat zij leefden als ‘normaal’, als het enig mogelijke. Juist hierdoor leidde het Texels cultuurgoed nog lange tijd een taai bestaan.Texelaars begonnen tijdens de modernisering te beseffen dat er iets unieks teloor dreigde te gaan. Zij wilden zoveel mogelijk Texelse cultuur voor het nageslacht bewaren. Om dat doel te bereiken, werden er op initiatief van autochtone Texelaars vier musea opgericht: het natuur historisch museum (1930), nu Ecomare8, de oudheidskamer (1954), het agrarisch museum (1965) en het zee- en scheepvaartmuseum (1976, nu maritiem en juttersmuseum). Uiteraard speelde de opkomst van het toerisme een rol bij de oprichting van deze musea. Maar tegelijkertijd vormde het een stimulans om de natuur en cultuur in stand te houden. Het eiland verkoopt zijn ‘eigenheid’: naast de oprichting van musea ziet men tegenwoordig dat er volop wordt geïnvesteerd in het authentieke landschappen en dorpsgezichten om deze in stand te houden. Ook het niet tastbare erfgoed wordt geconserveerd. De belangrijkste instanties die

8 Ecomare dient als informatie en bezoekerscentrum voor de Wadden en Noordzee, met als doestelling: ‘het vergroten van het draagvlak voor het behoud en waar mogelijk het herstel van natuur- en cultuurwaarden in het waddengebied en de Noordzee, met een accent op Texel’. Bron: Stichting texels Museum, Ecomare 20079 Cijfers uit: Lengkeek, Jaap en Koen van der Velden, ‘Eiland in evenwicht’ p.9. 10 Lengkeek, Jaap en Koen van der Velden, ‘Eiland in evenwicht’.

Page 12: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED12 13VREEMD FRAMED

VIRGINIA WOOLF – TO THE LIGHTHOUSE

In het kader van het atelier Boundaries; grenzen tussen literatuur en architectuur, ben ik mij middels de literatuur gaan verdiepen in de invloed van het landschap op de mens. Hoe vinden we de relatie mens, landschap (de kust) terug in de literatuur?Ik heb hiervoor eerst sociologisch en filosofisch georiënteerde boeken gelezen, met thema’s als ‘de beleving van het landschap’, ‘de relatie mens-landschap’ en ‘de kust’.11 Deze boeken waren veelal geschiedschrijvend, op feiten gebaseerd en goed onderbouwd. Ik ben uiteindelijk meer gaan zoeken naar een roman die aansluit bij mijn thema. In fictie kunnen spannende dingen ontstaan die niet naar voren komen in wetenschappelijke boeken. Bovendien lijkt het me een interessante, onortodoxe manier om via literatuur tot een ontwerpstrategie te komen.Tijdens mijn zoektocht naar een roman waarin de omgeving een prominente rol speelt, stuitte ik op de roman ‘To the lighthouse’ van de Engelse schrijfster Virginia Woolf (1882-1941). (‘Naar de vuurtoren’ is de Nederlandse vertaling die ik heb gelezen.12 Ik zal ook de Nederlandse versie gebruiken voor citaten.) Ik besloot dit boek verder te bestuderen en te bepalen in hoeverre deze roman mij van

dienst zou kunnen zijn bij het ontwikkelen van een ontwerpstrategie.

‘Naar de vuurtoren’ gaat over menselijke relaties en de ongrijpbaarheid van de tijd, tegenover de onvergankelijkheid van het landschap en de kunst. De handeling zelf is niet belangrijk in het boek. Toch zal ik even een heel beknopte samenvatting geven, om daarna een en ander toe te lichten. Ik begin met de algemene kenmerken van de roman. Vervolgens ga ik voor een verdere analyse inzoomen op een fragment.

Mr. en Mrs. Ramsay brengen met hun acht kinderen de zomer door in een huisje op het eiland Skye in Schotland. Naast de familie zijn er nog een aantal gasten aanwezig, waaronder de dichter Carmichael en de schilderes Lily Briscoe. Mrs. Ramsay komt met het plan om bij mooi weer de volgende dag een bezoek te brengen aan de vuurtoren op een eilandje verderop. James, de jongste zoon, verheugt zich erg op het uitstapje, maar zijn vader voorspelt dat het slecht weer wordt. Lily Briscoe werkt aan een schilderij dat niet wil vlotten. Het bezoek aan de vuurtoren wordt afgelast en het

Cover van de roman ‘To The Lighthouse’ van Virgina Woolf

11 Lemaire, Ton, ‘Filosofie van het landschap’ en Corbin, Alain, ‘Het verlangen naar de kust’.12 Woolf, Virginia, ‘Naar de vuurtoren’. Vertaald door Jo Fiedelij Dop. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1981 Oorspronkelijke titel: To the lighthouse. London: Hogarth Press, 1927

Page 13: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED12 13VREEMD FRAMED

gezelschap vertrekt. Tien jaar later komt de familie terug naar het eiland, met als gasten de heer Carmichael en Lily Bricoe. Mrs. Ramsay is inmiddels overleden, evenals de oudste zoon en de oudste dochter. Ter nagedachtenis besluit Mr. Ramsay met zijn zoon James en Zijn dochter Camilla het bezoek aan de vuurtoren te brengen dat destijds was afgelast. Lily Briscoe maakt intussen haar schilderij af.

Het verhaal is verdeeld in drieën: “Het raam”, “De tijd gaat voorbij” en “De vuurtoren”. Wat in het eerste deel wordt gestaakt; het bezoek aan de vuurtoren en de voltooiing van het schilderij, wordt in het derde deel afgemaakt. Daartussen wordt in een zeer korte verteltijd het verstrijken van tien jaar beschreven met daarin het overlijden van Mrs. Ramsay, haar zoon Andrew en haar dochter Prue. Inzichten die er in het eerste deel niet waren worden in het derde deel verkregen. De verhandeling op zichzelf is vrij beperkt. Belangrijker zijn de beschrijvingen van indrukken, de gedachtestromen en onderlinge verhoudingen tussen personages. Vanuit een alwetende verteller worden de karakters van de personages en hun onderlinge relaties stukje bij beetje ontleed. Daarnaast heeft Woolf de begrippen ‘tijd’ en

‘plaats’ uitgewerkt: het verstrijken van de tijd wordt gecontrasteerd met het onveranderlijke van het landschap. Het ongrijpbare en vluchtige van gevoelens en verhoudingen, wordt geplaatst tegenover de rust en oneveranderlijkheid van het landschap. De werkelijkheid vanuit het menselijk perspectief, wordt gepresenteerd als een ‘stream of conciousness’: een continue stroom van indrukken en ervaringen. Vanuit Woolf’s optiek is het van belang om het moment te vangen waarin de mens tot een diepere realiteit komt, wanneer hij als het ware zijn eigen ‘ik’ overstijgt. In het eerste deel van het boek lukt dit niet. Het bezoek aan de vuurtoren wordt afgelast, het schilderij wil niet vlotten, discussies zijn weinig vruchtbaar. In het derde deel, dat fungeert als spiegelbeeld van het eerste, komen de personages tot andere inzichten. Door het verwerken Mrs. Ramsay’s dood ontstaat er een nieuwe harmonie in het leven van de nabestaanden. Ze komen tot handelingen die tot dan toe onvoltooid waren gebleven: de vuurtoren wordt bereikt en het schilderij afgemaakt. Zo bereiken zij een volgende fase in hun leven; ze doen dingen die ze eerder niet deden en overstijgen daarmee hun eigen ‘ik’. Dit overstijgen van de eigen ‘ik’ wordt metaforisch uitgewerkt in de episodes waarin Lily Briscoe

bezig is met haar schilderij. In het eerste deel wil het schilderij niet vlotten. De verhoudingen kloppen niet en ze kan het evenwicht niet vinden. Ze weet zich bovendien geen houding te geven. In het tweede deel komt ze tot inzicht dat het schilderij niet meer dan een momentopname is. Door middel van kunst immers, wordt het tijdelijke geconserveerd: vluchtige momentopnames die in het leven voorbijflitsen, worden tastbaar gemaakt. Op het moment dat Lily dit inziet kan ze verder komen en durft ze dingen vast te leggen.

Mrs. Ramsay, de belangrijkste personage, heeft de bijzondere gave mensen bij elkaar te brengen. Ze kan goed met mensen omgaan en is in staat om, vanuit haar intuïtie de problemen van mensen om haar heen op te lossen. De herinnering aan haar vormt in het derde deel een drijfveer voor de tocht naar de vuurtoren en het voltooien van het schilderij.Het karakter van Mr. Ramsay daarentegen, staat lijnrecht tegenover die van zijn echtgenote. In tegenstelling tot haar, benadert hij alles vanuit het intellect. Zijn compromisloze benadering van mensen en zaken, is uiteindelijk alleen maar gericht op het bevestigen van zijn eigen gelijk. Maar zelfs hij komt tot een veranderd inzicht bij de vuurtoren.

Page 14: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED14 15VREEMD FRAMED

Daar overstijgt hij zijn eigen ‘ik’ en komt hij voor het eerst écht in contact met Camilla en James. Pas dan haat James zijn vader niet langer.

Zoals Woolf, met de personages Mrs. en Mr. Ramsay, het vrouwelijke tegen het mannelijke afzet, zijn er nog talloze andere elementen in de roman die deze twee tegenstellingen vertegenwoordigen. De vuurtoren en de zee zijn daar belangrijke voorbeelden van. De vuurtoren is geplaatst op een eilandje in de zee, waardoor het symbool komt te staan voor het ‘andere’, voor nieuwe inzichten en voor het overstijgen van de eigen ik. Tegelijkertijd vormt het een metafoor voor het mannelijke, het onveranderlijke, net als de rotsen en het landschap De zee daarentegen, met haar voortdurende stroming van eb en vloed, van rust en beweging, staan symbool voor het vrouwelijke oftewel het veranderlijke, het onpeilbare. Deze tegenstelling van het mannelijke en het vrouwelijke loopt als een rode draad door het hele boek. Steeds weer verschijnt hij in een andere hoedanigheid vertegenwoordigd door de contrasterende paren zoals tijd en kunst, flux en permanentie, en realiteit en verbeelding.

Duncan Grant, The mantlepiece (1914)

Vanessa Bell, Still life of a mantlepiece (1914)

Page 15: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED14 15VREEMD FRAMED

Bloomsbury-groupAls Virginia met haar broers en zussen naar Bloomsbury verhuist,b wordt dit een ontmoetingsplek voor kunstenaars en intellectuelen. Van deze ‘Bloomsbury-group’ maken bekende namen deel uit zoals de schilders Vanessa Bell, Roger Fry en Duncan Grant, de kunstcriticus Clive Bell, de schrijver en essayist Leonard Woolf. Het is een interessant uitgangspunt om de roman van Virginia Woolf in relatie te brengen met de schilderkunst die de Bloomsbury-group heeft voortgebracht.De Bloomsbury-schilders waren niet op zoek naar een exacte imitatie van de werkelijkheid maar naar equivalenten daarvan. Zij trachtten momenten van intense perceptie bloot te leggen. Dit kon een respons op een bepaalde stemming zijn, een lichtval, een patroon dat zich plotseling openbaart, de sfeer in een kamer, maar ook de houding van iemand die leest, schrijft of schaakt. De concentratie waarmee naar de wereld werd gekeken, blijkt uit de variaties die men maakte op één thema, van figuratief tot abstract. Het waren allemaal pogingen in verf om het onmogelijke te bereiken: vluchtige momenten vereeuwigen. Steeds opnieuw en steeds weer vanuit een andere invalshoek.

Dit is eigenlijk niets anders dan wat Virginia Woolf in ‘Naar de vuurtoren’ doet. Momenten worden belicht vanuit verschillende invalshoeken, personages beschrijven via een alwetende verteller. Op die manier worden vluchtige momenten gegrepen.Het werk van de Bloomsburyschilders was kortstondig; een voorstelling was vaak geen lang leven beschoren. Soms werden de doeken opgerold als de verf droog was of werd de achterkant van het doek werd opnieuw gebruikt. Het gebeurde dat ze verdwenen op zolders en onder bedden, vooral dat van Roger Fry en Vanessa Bell, omdat zij het minst succesvol waren. “Het zou worden opgerold onder een sofa weggestopt”, denkt Lily Briscoe over haar schilderij, vervolgens: “het zou worden vernietigd”.13 Maar wat deed dat ertoe? Het was tenminste een ‘poging tot iets’, een gebaar dat stond voor een wezenlijk moment.

TaalgebruikIn het volgende zal ik gaan inzoomen op een fragment uit het boek van Viginia Woolf. Het betreft een passage dat afkomstig is uit hoofdstuk drie en vier uit het derde deel ‘De vuurtoren’ (p. 164-178).

Lily Briscoe, die opnieuw de familie vergezelt naar

het eiland, werkt aan haar schilderij. Dit wil niet erg vlotten. Afwisselend kijkt ze naar de verte, waar zich de zee en de vuurtoren bevinden, en naar dichtbij, waar een tuin en een heg zijn. Het doek staat als een wit vlak voor haar. In de verte bevindt zich de boot met Mr. Ramsay, die met zijn zoon James en zijn dochter Camilla op weg is naar

Uit: Woolf, Virginia, ‘Naar de vuurtoren’ pp. 164-165

13 Woolf, Virginia, ‘Naar de vuurtoren’ p.167.

Page 16: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED16 17VREEMD FRAMED

de vuurtoren. Tijdens dit fragment zijn ze net vertrokken. Lily probeert het moment te vangen op haar doek. Ze kijkt van het landschap naar het doek en weer terug. Door het ritme van het focussen verliest ze het contact met de dingen om zich heen. Ze probeert vervolgens de zin van het leven te bevatten. Het hoofdstuk erna wordt er weer gekeken naar de boot met James, Camilla en Mr. Ramsay. Ook zij proberen vat te krijgen op de situatie. Het punt vanwaar ze vertrokken waren lijkt voor hen al een andere wereld geworden.

Hoewel Woolf vanuit een alwetende vertelinstantie beschrijft, ‘ziet’ deze niet alles tegelijk. De omgeving wordt dan ook nooit als geheel beschreven maar altijd gefragmenteerd, via verschillende personages. De beleving en interpretatie van het landschap op een bepaald moment hangen nauw samen met de gevoelens van de personages.Woolf probeert dus in haar boeken momenten van intense beleving te ‘vangen’. In haar schrijfstijl komt dit duidelijk naar voren. Naast de alwetende verteller die steeds van blik wisselt en onderlinge relaties van de personages bloot legt, komt die intense beleving ook naar voren door de woordkeuze en de opbouw van de zinnen en hoofdstukken. Er

worden zinnen gebruikt die uitdrukking geven aan die intensiteit, wat bijvoorbeeld blijkt uit de volgende zin:“Want het vlak grijnsde haar aan, het puilde uit, ze voelde het tegen haar oogballen drukken”.14 Tevens probeert Woolf door middel van woorden als onverbiddelijk en onherroepelijk de gevoelens van haar personages op te roepen. Soms lukt het niet in een keer en zijn er meerdere pogingen nodig om tot een beschrijving te komen. Delen van zinnen en woorden worden herhaald. “Ze zag haar doek alsof het naar boven was gezweefd en zich onverbiddelijk recht voor zich had opgesteld (…) Ze keek wezenloos naar het doek met zijn onverbiddelijke, wit starende blik en van het doek naar de tuin”.15

De Blik“Het was rustig, nevelig weer, de vuurtoren leek vanochtend oneindig ver weg”.16 In haar boek schept Virginia Woolf een omgeving en tegelijkertijd een interpretatie van die omgeving. Het gaat in ‘Naar de vuurtoren’ niet in de eerste plaats om de intrige, maar om de interpretatie van de werkelijkheid op verschillende tijdstippen. Via een continue stroom aan indrukken ‘bevriest’ Woolf relaties op een specifiek moment. Het landschap vormt een interactief decor, die niet alleen dient als

achtergrond voor de verhaallijn, maar tevens als symbolische ondersteuning daarvan.De zee staat voor het veranderlijke en het vluchtige van het moment. Deze wordt tegenover andere elementen geplaatst, zoals de rotsen en de vuurtoren, die het permanante en het onveranderlijke vertegenwoordigen. Het gaat dus niet zozeer om de uiterlijke kenmerken van het landschap, maar veeleer om de metaforische zeggingskracht die daaruit spreekt. De ‘perspectivische blik’, oftewel de unieke beleving van een personage vanuit een bepaald standpunt of situatie, is hetgeen waar het om gaat in de roman. De schrijfster creëert een omgeving die door alle figuren steeds anders, vanuit hun eigen persoonlijke belevingswereld, wordt geïnterpreteerd. Tegelijkertijd is het van belang dat zij de situatie proberen te bevatten. De twee betekenissen van ‘blik’ zoals die staan beschreven in de Van Dale, komen hier duidelijk terug. Ten eerste gaat het om ‘beschouwen’. De personages nemen de omgeving waar; vaak maar in een oogopslag; er wordt dan een beschrijving gegeven van hetgeen waarop zij hun ogen hebben gericht. Ten tweede gaat het om het vermogen te interpreteren. De personages proberen te begrijpen wat ze zien. Het verruimen van de blik wordt van belang.

14 Ibidem, p.167.15 Ibidem, p.165.16 Ibidem, pp.164-165.

Page 17: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED16 17VREEMD FRAMED

Om inzichtelijk te maken wat ik interessant vind aan de roman, heb ik een diagram gemaakt van mijn interpretatie. Het eerste diagram toont de situatie zoals deze is in het gekozen hoofdstuk van de roman. Dát is wat er op het specifieke moment gebeurt. Echter is de roman niet zo geschreven. De volgende twee diagrammen geven dezelfde situatie weer, maar van verschillende invalshoeken. Niet alleen de perspectieven zijn belangrijk, maar ook de dieptewerking. Op die manier heeft Woolf het verhaal opgebouwd, dát is waar het om gaat. De personages zijn vooral met zichzelf en met hun eigen interpretatie bezig. Het doek van de schilderes Lily Briscoe en de boot omringd door water geven een beperkte invalshoek weer. De personages trachten hun positie in de ruimte te

bepalen.Woolf gebruikte een dergelijke manier van schrijven om manier de realiteit te benaderen. Fictie en realiteit waren voor haar verweven. De realiteit is nooit volledig onder ogen te zien. Momenten, indrukken geven een subjectieve indruk van werkelijkheid. Met verschillende perspectieven is de werkelijkheid te benaderen.

BoundariesWat is nu de relatie tussen de roman en de beleving van het landschap? Ik zie een analogie met het ‘lezen’ van het landschap. Bij architectuur in het landschap is deze ook een decor. Deze heeft ook niet één werkelijkheid, maar wordt steeds weer anders beleefd. Door de grote schaal is de beleving ervan, net als in de roman, voor iedereen anders. Net als in het boek, kunnen we hier spreken van een perspectivische blik die bepalend is voor de interpretatie van het landschap.

De rol van een gebouw in de relatie tussen mens en landschap lijkt tweeledig.Ten eerste gaat om de blik op het gebouw vanuit het landschap. Het gebouw is een object in het landschap. Het gaat er in op, of steekt er bij af. In ieder geval wordt het er een onderdeel van. In

het landschap zelf is de blik van de toeschouwer belangrijk: we hebben hier dus weer met diezelfde ‘perspectivische blik’ te maken. De schaal van het landschap is zo groot, overspoeld door zoveel verschillende individuen met hun eigen interpretaties, dat ook hier de alwetende verteller niet bestaat. Bovendien kunnen deze altijd maar een deel van het landschap tegelijkertijd zien. Door het ontbreken van een bevatbare schaal in het landschap, wordt de interpretatie bepaald door je blikveld (dat natuurlijk snel kan wisselen). Je hebt dus altijd te maken met bepaalde kijkrichtingen, -hoogten en -diepten. Je ‘leest’ dus als het ware je omgeving.Fietsen en wandelen vormen de belangrijkste activiteiten van bezoekers aan Texel.17 Door zich door het landschap te bewegen verzamelt de beschouwer indrukken die steeds vanuit verschillende perspectieven ontstaan. Behalve als lichamelijke activiteiten an sich, bieden lopen en fietsen daarom nog een extra dimensie: ze laten je de omgeving lezen. Op het moment dat men een nieuwe plek bezoekt, vooral wanneer het om het landschap te doen is, is men heel bewust bezig om in relatief korte tijd het landschap in zich op te nemen. Wandelen en fietsen worden daarom veel vaker op een nieuwe plek beoefend dan in de

‘blik’ in het Van Dale Woordenboek

17 Gemeente Texel, Monitor 2003 onzerzoek. 49% van de toeristen noemen wandelen en fietsen als activiteit die men van plan is te gaan doen op Texel en deze staan daarmee ruim bovenaan.

Page 18: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED18 19VREEMD FRAMED

Diagram 1

Page 19: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED18 19VREEMD FRAMED

Diagram 2 en 3, met citaten uit:Woolf, Virginia ‘Naar de Vuurtoren’ p. 164 en p. 174

Page 20: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED20 21VREEMD FRAMED

bekende omgeving. Het lezen van de omgeving is voor een toerist een bewustere onderneming dan voor iemand in zijn eigen omgeving. Ten tweede kadert een gebouw het landschap in. Dan gaat het om de vraag hoe het landschap beleefd wordt vanuit het gebouw. Het gebouw is voor de gebruiker te vergelijken met een kijkinstrument. Vanuit dit instrument worden de andere gebouwen weer deel van het landschap. Vooral als men het landschap vanuit een gebouw aanschouwt, beïnvloedt het gebouw de kijk op het landschap. Omdat de architectuur als kijkmachine fungeert, zal de waardering ervan, deels afhangen van de architecturale vorm. De Franse filosoof Foucault stelt dat kijkmachines een nieuwe vorm van waarnemen creëren, omdat ze de ruimte opdelen in rasters.18 Het gebouw kan dus een belangrijke bijdrage leveren aan de wijze waarop de omgeving wordt beleefd.

De relatie van de twee verschillende rollen die een gebouw in het landschap kan aannemen, het territorium waarbinnen een gebouw een bepaalde betekenis heeft of deze weer loslaat, is interessant. Het gebouw als nutteloos object (obstakel) in het landschap en het gebouw als kijkinstrument bedoeld voor een gebruiker, liggen ver uit elkaar.

De grens tussen de twee gevallen is niet altijd scherp. Wanneer het gebouw de ene, dan wel de andere betekenis aanneemt, hangt af van de gene die het gebouw bekijkt. De vorm en de betekenis van het object (gebouw) verandert met de positie, de afstand en het perspectief; kortom met de blik van de waarnemer.In hoeverre zijn de verschillende rollen van het gebouw, het territoriale en de betekenis te manipuleren met architectuur? De positie van de bezoeker in het landschap en zijn positie ten opzichte van het gebouw zijn belangrijk. Een gebouw kan je helpen het landschap te bekijken, maar je ook helpen bij het oriënteren in het landschap. En ook aspecten als het weer, dag en nacht en de seizoenen hebben een belangrijke invloed op de perceptie en betekenis van een gebouw in het landschap. Er is dus sprake van verandering van waarneming en verandering van betekenis in de relatie tussen mens en landschap.

Een verblijfsaccommodatie (het landhuis dat Woolf beschrijft), is normaliter alleen voor de gebruiker van nut. Hier zien we een polarisatie van het gebouw als object in het landschap en als kijkmachine. De vuurtoren, het andere belangrijke gebouw uit het boek, kent een interessante omgekeerde analogie.

Van veraf is dient deze voor navigatie terwijl deze van dichtbij is nutteloos is geworden. Maar op het moment dat men de vuurtoren kan beklimmen, krijgt deze een derde betekenis: de toren kan een fantastisch nieuw panoramisch perspectief verschaffen. Misschien is het wel daarom dat Virginia Woolf juist de vuurtoren als bestemming heeft gekozen als tegenhanger van het landhuis.

Vorm, perceptie, betekenisBij de werken van de kunstenaar Ger Dekkers is het landschap op een creatieve manier bekeken. Door kleine veranderingen van positie van de waarnemer, ontstaat er een totaal andere compositie. Soms zijn het kleine objecten die in het landschap staan die interessante zichtlijnen of perspectieven oproepen zoals bomen, een weg of voelbal-goals. ‘Hij neemt zijn publiek als het ware bij de hand en dwingt het nauwkeurig te kijken (…) Op dat moment, op die plaats en onder die omstandigheden bepaalt Dekkers uiteindelijk of en hoe hij zijn publiek meeneemt in zijn waarneming, zijn kijkervaring. Om het deelgenoot te maken van zijn ‘ontdekking’ van het nieuwe landschap’.19

Bij het kunstwerk van Arie Berkulin, ‘Swing’ aan de Karel de Grotelaan in Eindhoven wordt het landschap letterlijk ingekaderd. Door het verwrongen vierkant

Rechts: Ger Dekkers, Sky and tulip-fields, Flevoland 1983

Ger Dekkers, Covered, Noordoospolder 1977

18 Cauter, Lieven de, ‘Archeologie van de kick’ p.107.19 Dekkers, Ger ‘landschapswaarnemingen: een retroperspectief’ p.16.

Page 21: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED20 21VREEMD FRAMED

Page 22: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED22 23VREEMD FRAMED

Links:Marijke de Goey, Dansent vierkant, Arnhem

Rechts:Arie Burkelin, Swing, Eindhoven

lijkt het kader te vervormen wanneer de positie van de toeschouwer verandert. Zowel de plaats als de afstand tussen het object en beschouwer zorgen voor verandering van perceptie. De titel van het kunstwerk van Berkulin heeft al beweging in zich. ‘Dansend vierkant’ in Arnhem van Marijke de Goey draagt eveneens een bewegende titel. Het enorme gevouwen vierkant lijkt te dansen wanneer je het met de auto passeert.

Het gaat net als in de roman niet om de vorm van de werken, maar om de perceptie ervan. De vorm van het object en de betekenis ervan voor de bezoeker verandert voortdurend. Een kunstwerk en ook een gebouw kan een interessante relatie hebben met de mens en het landschap vanuit verschillende posities en afstanden. Een moment kan worden gevangen en een stilstaand object lijkt te dansen.In het project De Nollen laat de schilder en beeldhower Rudi van de Wint het publiek op een verrassende wijze het landschap zien. Een project in een binnenduingebied bij Den Helder groeide uit tot een ‘totaalkunstwerk’. Schilderijen, sculpturen en bouwsels zijn samengevoegd met het landschap als drager. Van de Wint geeft de toeschouwer tijdens zijn wandeling door De Nollen telkens een nieuwe interessante blik op het duinlandschap. “Tijdens de wandeling volgen de ervaringen van de kunstwerken in het landschap elkaar op. In de context van de Nollen als een totaalkunstwerk springen confrontaties en contradicties, al of niet ogenschijnlijk, direct in het oog. Het pad, dat soms breed is, soms onopvallend smal, slingerend langs de duintjes, de sculpturen, de bouwselen, de bunkertjes. De bossages en de bomen verlenen het landschap de afwisseling van gesloten en

openplekken. De wandelpaden zijn op natuurlijke wijze ontstaan door de sporen die worden achtergelaten door het lopen. Er zijn geen verharde paden, alleen zandpaden. Ze zijn onopvallend als een slingeren sculpturaal element opgenomen in het landschap. (…) Door de wandeling ontstaan niet alleen verbindingen maar ook confrontaties, waarbij de verschillende projecten elkaar relativeren en versterken. De wandeling is tevens een handeling waarbij het gaat om de oriëntatie in de ruimte, om afstand, maat en schaal.”20 Van de Wint laat ons dus niet alleen zijn kunstwerken zien, maar ook laat hij ons het landschap op een nieuwe manier lezen, op een soortgelijke manier waarop Ger Dekkers dat doet met zijn fotografie.

Het is interessant om te kijken hoe vorm en de betekenis van een gebouw zich kan gedragen in het landschap wanneer de toerist intensief het landschap aan het lezen is. Door de vorm en de plaats van een gebouw in het landschap goed te regisseren kan het gebouw een ‘tool’ zijn bij het observeren en het waarderen van het landschap. Het gebouw wordt een toevoeging in de beleving van het landschap, zowel voor de gebruiker als voor de passant.

20 Koningsbruggen, Jacqueline van, ‘R.W. van de Wint: Schilder, beeldhouwer, bouwer’ p.213.

Page 23: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED22 23VREEMD FRAMED

Page 24: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED24 25VREEMD FRAMED

Page 25: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED24 25VREEMD FRAMED

LOCATIE

Het meest indrukwekkende landschap van Texel is het duinlandschap. Met zijn grilligheid, uitgestrekheid, boomloosheid en schaalloosheid doet het aan een maanlandschap denken. Bovendien heeft het een grote variëteit aan flora en fauna. En het beeld verandert enorm gedurende de dag en de seizoenen. De schaalloosheid van de duinen zit in twee aspecten. Door het ontbreken van een maatstaf in de vorm van bomen, mensen of bebouwing, zijn hoogten en afstanden moeilijk leesbaar. Bovendien hebben duinen de eigenschap dat ze altijd op min of meer gelijkvormig zijn, ongeacht hun formaat. Een duinpolletje van enkele centimeters doet al denken aan een grote duin.De problematiek van het massatoerisme komt in de duinen duidelijk naar voren. Iedereen zou graag in de duinen verblijven, maar niemand wil bebouwing in het landschap zien.

Om het duinlandschap in kaart te brengen ben ik gaan inzoomen op een stuk duingebied waar de duinen een relatief groot hoogteverschil hebben. Bij de keuze ben ik bewust buiten de bijzondere natuurgebieden de Muy en de Slufter gebleven. Het is een locatie net boven De Koog. Het gebied is een goede representatie van de duinen van Texel en daardoor een geschikte locatie voor een case-study. Dit zal ik hieronder toelichten.

TopografieHet gebied heeft het principe van wat je een standaard opbouw van de Texelse Noordzeekust zou kunnen noemen. Een verharde weg leidt vanaf het binnenland richting het strand. De weg eindigt bij een grote parkeerplaats, met ongeveer driehonderd plaatsen en een fietsenstalling. Daarna wordt de weg aanzienlijk smaller en alleen toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Verderop ligt links het einde van de duinkampeerterrein Kogerstrand.Het pad komt uit bij een strandpaviljoen, dat er jaarlijks tussen maart en oktober staat. Bij het strandpaviljoen begint het strand. In de zomermaanden staan op het strand aan beide kanten van het paviljoen kleine strandhutjes die gehuurd kunnen worden. Op bijna elke kilometer

is zo’n weg van het binnenland naar het strand met een paviljoen. Onderling zijn ze verbonden met smalle wandelpaden door de duinen. Een dergelijk pad is ook hier te vinden. Een situatie op de gekozen lokatie is topografisch dus min of meer als standaard te beschouwen.

GeomorfologieOok geomorfologisch is het gebied een doorsnede van de Noordzee kuststrook. Door de hoogteverschillen in kaart te brengen wordt dit duidelijk. Aan het strand treffen we een tamelijk rechte en steile duinstrook van tien tot vijftien meter hoog aan. Bovenop deze strook staan de strandpaviljoens. Daar achter volgt een lager gedeelte van ongeveer vijf meter boven zeeniveau. In dit dal lopen wandelpaden evenwijdig aan het strand. Dan ligt nog een duinrij. Deze duinen zijn hoger en duidelijk grilliger van vorm. Deze twee duinrijen treffen we op heel Texel en een groot deel van de Noordzee kuststrook. Ze zijn geologisch te verklaren: Texel is ontstaan vanuit een stuwwal uit de voorlaatste ijstijd: De Hoge Berg. Tijdens de laatste ijstijd (80.000 -10.000 jaar geleden) stond de zee nog vrijwel droog. In die tijd is het zand waaruit later de duinen zijn ontstaan op

De gelijkvormigheid van de duinen, ongeacht hun schaal

Page 26: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED26 27VREEMD FRAMED

A

B

C

D

E

F

G

H

Page 27: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED26 27VREEMD FRAMED

Texel terechtgekomen. Door de zeespiegelstijging ontstaan duinen (a). Er zijn vier voorwaarden voor duinvorming:1) zand in de zeebodem2) een langzaam oplopende kuststrook3) een overwegend aanlandige wind 4) begroeiingNa de laatste ijstijd zo’n 10.000 geleden stijgt de zeespiegel en nadert deze de huidige kustlijn. De eerste duinrij ontwikkelt zich. Deze duinen, die tegenwoordig het meest landinwaards liggen noemt men de oude duinen (b).Tijdens de middeleeuwen (ongeveer 12e -16e eeuw) is het weer erg ruw. Delen van de kustlijn komen door de harde wind en hoge golven in het water terecht. Door deze kustafslag komt veel zand in zee terecht en wordt later door hoge golven teruggeworpen. De jonge duinen ontstaan (c). Dus ook morfologisch is de gekozen locatie representatief voor een duingebied op Texel.

Zowel geomorfologisch als topografisch is deze plek net boven De Koog dus representatief voor de Texelse kustlijn. Daarom acht ik de situatie geschikt als mijn projectlocatie.

Links:De projectlocatie met:A) strandhutjesB) strandpaviljoenC) camping D) parkeerplaatsE) duinpadF) grillige duinenG) ontsluiting H) naburige bebouwing

Rechts:Duinvorming op texel

a

b

c

Page 28: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED28 29VREEMD FRAMED

PROGRAMMA

Om te komen tot een programma op de locatie ben ik gaan inzoomen op het huidige aanbod en de problematiek op Texel. Ik stuitte op een groot vakantiepark, liggend in De Koog: “Beachpark Texel”. Op een plek in De Koog staan op ongeveer twaalf hectare 160 bungalows, varierend in grootte van 90 tot 130 m2. “Vrijstaande villa’s: gelegen aan waterpartijen, met c.v. Voorzien van woon/eetkamer met tv, open haard en open keuken met o.a. afwasmachine, magnetron en wasmachine. Aparte wc. Ligbad/whirlpool, douchecabine en dubbele wastafel. Terras met tuinmeubilair, parasol of zonnescherm” Luidt de advertentie.21

Hier is een accomodatie voor het toerisme geschapen die op geen enkele wijze met Texel te maken heeft. De opbouw doet denken aan dat van een Amerikaanse sub-urb. Het totaal vlakke terrein van het park staat lijnrecht tegenover het maanlandschap van de duinen. En ook het idillisch aangelegde watertje heeft niets met de zee te maken. Er zijn universele vrijstaande bungalows gebouwd met slechts twee verschillende typen: de rode en de blauwe. Het uitzicht vanuit een vrijstaande bungalow is die van de buren. Kortom dit smakeloze bungalowpark heeft op geen enkele

manier een relatie met Texel en had overal kunnen staan.

Het programma van mijn afstudeerontwerp wil ik hieraan relateren. Ik zal onderkomens voor (massa)toerisme gaan creëren, na studie naar de specifieke aspecten van het Texelse duinlandschap. Ik bied de bezoeker de kans op deze unieke plek te verblijven. De woning hoeft niet zeer luxe of groot te zijn, maar zal een beschutte plek zijn die een nieuwe blik op het landschap verschaft. De luxe zit hem niet in de grootte van de bungalow, maar in het feit dat men de mogelijkheid heeft om op die plek te mogen verblijven. Hiermee zal de doelgroep anders zijn dan bij “ Beachpark Texel”.Een ‘hut’ geeft de bezoeker bescherming. De gasten zullen de woning voornamelijk gebruiken om te overnachten en om ‘s ochtends en ‘s avond te verblijven. Eten, lezen, douchen, of voor nog heel andere activiteiten zoals schrijven schilderen, beelhouwen, studeren,… Activiteiten die we terugzien in “Naar de vuurtoren”. De plek maakt het mogelijk om op een ‘nieuwe’ manier kennis te maken met het landschap. Het hele landschap hoeft dus niet telkens te zien te zijn.Een tweede deel van het programma is een duinpad. Een pad dat het gebouw ontsluit en

passeert, is ook toegankelijk voor anderen. Het gebouw moet de passant niet in de weg staan. Integendeel. De passant zal eveneens ‘nieuwe inzichten’ krijgen. Het landschap wordt ingekaderd, er wordt net iets meer zicht geboden, of het zicht wordt je even ontnomen. Op die manier kan het gebouw ook aan degene die er niet verblijven iets toevoegen. Er ontstaat een geheel dat een ander publiek aanspreek, maar misschien ook mensen die normaliter een park als “Beachpark Texel” bezoeken.

Bij een dergelijk programma is de relatie tussen individu en massa interessant. Een selecte groep van gebruikers mogen verblijven op hun favoriete plek. Voor hen heeft het gebouw een functie. Het landschap wordt bekeken vanuit het gebouw. Voor de massa is het gebouw meer een object in het landschap. Omdat het gebouw vervormt en telkens een andere blik op het landschap biedt is het gebouw ook voor degene die het niet gebruiken interessant. Het geheel wordt geen fort voor een selecte groep mensen, maar zal een groter publiek aanspreken.

21 www.beachparktexel.nl

Page 29: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED28 29VREEMD FRAMED

“Beachpark Texel” tegenover typisch Texel

Page 30: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED30 31VREEMD FRAMED

Page 31: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED30 31VREEMD FRAMED

ONTWERPSTRATEGIE

Een gebouw kan zich in principe op twee manieren gedragen in het landschap. Het kan met het landschap mee gaan of het kan er tegenin gaan. Maar er is ook een tussenweg mogelijk waarbij het gebouw ingetogen kan zijn en op andere plekken juist weer erg aanwezig is. Zoekende naar een manier waarop het opvallend en onopvallend aanwezig zijn van een gebouw kan worden gecombineerd kom ik tot een structuur. Door een autonome structuur over die van het landschap te leggen, ontstaat er vanzelf een spel van opvallen en wegvallen. Inspiraties uit de omgeving zijn voor mij belangrijk. Structuren van de duinen en structuren van het strand met zijn lijnen, schelpen en de wind. Maar ook de ‘bebouwing uit de omgeving’, de ritmiek, herhaling en de eenvoud van de strandhutjes en het de paviljoens.

Door middel van schetsen en het maken van maquettes heb ik onderzocht wat ik wilde bereiken met die structuur. Richting en herhaling zijn hierbij belangrijk. De modellen hebben net als het landschap, een richting met herhaling en een richting met verandering. De verandering onstaat door het landschap. Op die plekken kunnen de verblijven een unieke kwaliteit krijgen.Met herhaling komt het probleem dat massatoerisme met zich meebrengt in beeld. Veelheid leidt vaak tot saaiheid. Maar herhaling kan ook een middel zijn. In ‘Naar de vuurtoren’ komt herhaling op twee manieren naarvoren. Woolf gebruikt herhaling als een poging. Ze herhaalt zinnen gedeeltelijk, of bijna helemaal, om tot de ultieme beschijving te komen van het moment. Ook het ‘onverbiddelijke’ dat Woolf meermaals gebruikt heeft met herhaling te maken. Bij het herhalen komt onverbiddelijk telkens eenzelfde aspect naarvoren. Oftewel de verschillende verblijven zijn niet allemaal hetzelfde, maar ze hebben wel terugkerende ontwerpregels.

Een drietal andere interessante aspecten die in mijn modellen duidelijk werden neem ik in mijn ontwerp mee. Ten eerste is dat de schaalloosheid van de maquettes. In zijn geheel

Structuren in de natuur en bebouwing in de omgeving als inspiratiebron

Een aantal van de studiemodellen die ik maakte

Page 32: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED32 33VREEMD FRAMED

zou het gebouw een schaalloos object moeten zijn. De vakantiewoningen zullen de schaal van het landschap niet meteen moet verraden, want de schaalloosheid is een belangrijk intrigerend aspect van de duinen. Ten tweede hebben de maquettes vormen die binnen en buiten verweven. Door binnen en buiten een spel met elkaar te laten spelen worden de vakantiewoningen geen fort. De grens tussen hetgeen alleen te gebruiken is voor bezoekers die in de vakantiehuisjes verblijven en de voorbijganger wordt minder scherp.Tenslotte is bij de modellen het pad tekens een onderdeel van het gebouw. En andersom het gebouw een deel van het pad. Als wandelaar zal men het gebouw passeren. De vorm dient daarom aantrekkelijk te zijn om een tijd in het visier te hebben. Maar de voorbijganger gaat het gebouw ook betreden door er op te klimmen en er onderdoor te lopen.

Door gebruik te maken van het hoogteverschil in de duinen ontstaan interessante verschillen. Bijvoorbeeld tussen wat er gebeurt op een duintop, in een duinpan en op een helling. Een uitzicht vanuit een duinpan kan minstens zo spectaculair zijn als het panoramische uitzicht vanaf een top. Met de plaatsing van het verblijf kunnen effecten

versterkt of gerelativeerd worden. Bijvoorbeeld door een huisje net boven de duinpan te laten zweven of in de duintop te laten verzinken. Ook met andere middellen kan een vakantiewoning

een meerwaarde krijgen. Bijvoorbeeld door middel van inkadering en het focussen op fragmenten en spelen de schaalloosheid van het landschap. Er zijn verschillende strategieën mogelijk:

• Door afstand en specifieke inkadering krijgen de duinen duidelijk een decorfunctie. Het landschap wordt een schilderij. Afhankelijk van het gewenste effect kan de vorm van de inkadering het effect nog versterken.

• Het verplaatsen van de horizon, oftewel het creatief omgaan met de hoogte van het maaiveld levert een andere kijk op het landschap op. Door bijvoorbeeld het maaiveld op ooghoogte te brengen, wordt het effect bereikt van het door de knieën gaan tijdens een wandeling om de flora en fauna eens goed te bestuderen. En dat tijdens het koken!

• Het uitzicht naar de Texelse lucht kan een nieuwe ervaring zijn, die ook bij het landschap hoort. Wanneer je het landschap niet ziet, maar alleen de lucht gaat men zich daarop concentreren. Het duinlandschap brengt een typische Texelse lucht voort. Door het temperatuurverschil tussen land en zee is de lucht boven de duinen anders

Duintop Helling Duinpan

Verschillende posities die het gebouw aan kan nemen in het grillige duinlandschap

Page 33: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED32 33VREEMD FRAMED

dan in het binnenland. En ‘s nachts is er een zeer heldere sterrenhemel waar te nemen omdat er nauwelijks omgevingslicht aanwezig is. Iets dat in Nederland nog maar sporadisch voorkomt.

• Door middel van inkadering kan het zicht worden gefocust op een fragment van het landschap. Op eenvoudige wijze maakt de bezoeker op een andere manier kennis met het landschap. De kijker wordt geprikkeld het landschap goed te bestuderen.

En voor de passant• Door net even het zicht (gedeeltelijk) weg te nemen, kan dat voor de wandelaar relativerend werken. Hij loopt de hele tijd over een uitgestrekt landschap en wordt zich daar juist weer van bewust door even een intiem gevoel te geven.

• Omgekeerd, door de passant nog net dat uitzicht te bieden over de dichtstbijzijnde bebouwing of over zee, kan dat ook relativerend werken.

De plaats een raam is hierbij belangrijk. De positie van het raam vanuit het interieur en plaats van het raam ten opzichte van het landschap. Wat binnen

Verschillende mogelijke strategieën

R.W. van der Wint, Verggilius, De Nollen in Den Helder

Page 34: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED34 35VREEMD FRAMED

A B C D E F

F G H I J

Page 35: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED34 35VREEMD FRAMED

stahoogte is kan buiten het maaiveld zijn. Zo kan de blik gericht worden op een fragment met alleen aarde, op de horizon, of alleen de lucht. Niet alleen de plaats van een raam in de ruimte bepaalt de beleving, maar ook de vorm van het raam en de activiteit de uitgevoerd wordt. Een breed laag raam zal je weidsheid van het landschap benadrukken, terwijl een hoog, smal raam meer de opbouw van het landschap in coulissen weergeeft. Een vierkant

raam refereert aan een schilderij waardoor een bepaalde afstand ontstaat. Een laag geplaatst raam brengt je dichterbij het landschap en hoger geplaatste creëert afstand. Natuurlijk is het altijd van de vraag of je staat of zit en hoe groot je bent. Gevelopeningen die zicht bevinden bij activiteiten die statisch zijn, dat wil zeggen zich langere tijd op een plaats bevinden hebben een andere impact dan ramen op plaatsen waar men zich kort langs

verplaatst. Zo zal de aandacht voor een raam bij een eettafel anders zijn dan een langs een trap.

Met het programma en de ontwerpstrategie zijn de uitgangspunten voor mijn ontwerp. Ik heb vooropgesteld dat het geheel eenvoudige ontwerprichtlijnen kent. Daarbij neem ik een aantal spelregels in acht waardoor het ontwerp interessant en zuiver wordt.

Links Referentie beeldenA t/m E) Akari Sakamoto, Hakuei, TokioF, G) Alberto Campo Baeza, Turegano, MadridH) James Turrell, House of light, KawanishiI) Harry Gugger,Duplexwoning, BaselJ) Restaurant van Ecomare, Texel

RechtsStudie naar formaat en plaats van gevelopeningen

Enkele composities

Page 36: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED36 37VREEMD FRAMED

ONTWERP

Elk verblijf heb ik vorm gegeven in de meest simpele configuratie. Het uitgangpunt is een hut met een minimale oppervlakte om voor één persoon korte tijd te verblijven. Met een breedte van 3,60m en een lengte van 5,00m is er net ruimte voor een douche, toilet en een aanrecht. De breedte van 3,60m is als standaard aangehouden voor alle verblijven. Het is een breedte waarin goed een zithoek of een slaapkamer past. De lengte, bij het kleinste verblijf vijf meter, kan variëren. De tweede variant heeft een lengte van 8,60m. Groot genoeg om met z’n tweeën een tijd te blijven. Ook kan een hut nog langer worden. Door de lengte te variëren kan het aantal personen dat erin kan verblijven verschillen, maar ook het duur van het verblijf en de activiteiten. Vakantiegangers kunnen slechts een paar nachten verblijven, maar het is ook goed mogelijk dat er huisjes voor enkele weken tot zelfs enkele maanden verhuurd worden. Als iemand bijvoorbeeld in alle rust drie maanden aan een boek wil schrijven kan dat ook. Bij het langer worden van de vorm kan een deel van het verblijf op of onder de verdieping worden geplaatst. Zo ontstaan verschillende configuraties voor verblijven, vanuit een zeer eenvoudige basis.

Deze verschillende ‘blokjes’ vormen de bouwstenen van het gebouw. De bouwstenen zijn naast elkaar geplaatst in lijn met een configuratie waar ik later op terugkom. Bijna lettelijk vormen ze een rijtjeshuis. Vervolgens laat ik ze verspringen naar het hoogteverschil van de duinen. De eenvoudige vakantiewoningen krijgen ieder een uniek karakter door hun plaats in de lijn van het gebouw en in het landschap. Sommige liggen diep verzonken in de duinen, andere liggen precies op het maaiveld. De vorm gaat niet totaal met het landschap mee. Er verschijnt een interessant spel van herhaling en verschil. Het is geen robuuste stedelijke massa, maar het is ook geen vorm die zich krampachtig naar de natuur vormt. Als een gestold duin ligt

het complex in de duinen. Er zijn plekken waar men er tussendoor kan lopen, er onderdoor of er deels overheen. De vormgeving van het gebouw zorgt ervoor dar er geen scherpe scheiding tussen binnen en buiten is. De ruimte buiten de verblijven is natuur. Geen rechthoekige doos en geen slagbomen, zoals we dat nu op veel leisurelocaties tegenkomen. Scenario’s verblijfDe verblijven hebben een zeer eenvoudige plattegrond. Een rechte ruimte met een douche en toilet en een aanrecht. Het gebruik van de ruimte is aan de tijdelijke bewoners. De op één na kleinste vakantiewoning bijvoorbeeld, heeft een lengte van 8,60m en een breedte van 3,60m. Het is een rechthoekige ruimte met een douche en toilet en een keukenblok. De 31m² zijn op een eigen manier in te vullen door de tijdelijke bewoners. Deze invulling kan op veel manieren gebeuren. Enkele scenario’s voor deze woning kunnen zijn:1. Een persoon kan deze hut als tijdelijk verblijf huren. Voor enkele weken of maanden. Hierin kan diegene tot rust komen, lezen, schrijven, of bijvoorbeeld aan een scriptie, studeren, schilderen of fotograferen. Er is ruimte voor een bed, bureau

De opbouw van de vakantiewoningen, bestaande uit eenvoudige eenheden.

Page 37: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED36 37VREEMD FRAMED

en een zit- en eethoek2. Twee personen kunnen hier een week of twee vakantie vieren. Overdag zullen af en toe weg zijn. Het huisje biedt genoeg ruimte voor een zit- en eethoek en een slaapplek.3. Met zijn vieren wordt het al wat krapper. Deze woning is dan geschikt voor misschien een weekend of een midweek. Overdag zijn de tijdelijke bewoners voornamelijk op pad. Maar het verblijf kan goed gebruikt worden om te koken, slapen, douchen en te ontbijten. En met bijvoorbeeld een

slaapbank is er ook ruimte voor een zithoek4. Zelfs voor zes personen is dit kleine verblijf nog geschikt, hetzij voor heel korte tijd. Bijvoorbeeld mensen uit Amsterdam die een volle dag aan het Texelse strand willen verblijven. Of mensen die alle waddeneilanden willen aandoen met een wandeling. De hut wordt dan gebruikt om te slapen, te ontbijten en vervolgens weer te vertrekken. Voor meer activiteiten is er dan geen plaats. Alle vakantiehuisjes zijn dus op op uiteenlopende manieren te gebruiken. De in totaal veertig

verblijven bieden plaats aan ongeveer 100-150 mensen bij een volle bezetting. Maar uiteraard fluctueert dit aantal erg. Het geheel bestaat alleen uit vakantiewoningen. Op het terrein is geen beheerderswoning aanwezig. Het beheer zou geregeld kunnen worden via de strandtent in de buurt. Het ophalen van de sleutel kan eveneens via het standpaviljoen kunnen gebeuren. Of er zou een systeem kunnen worden toegepast dat men via internet een code kan krijgen die men toegang verschaft tot het vakantiehuisje.

Verblijfscenario’s voor de op een na kleinste vakantiewoning.

Page 38: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED38 39VREEMD FRAMED

De ontsluiting De manier waarop de veertig woningen zijn gerangschikt op de lijn heeft te maken met de ontsluiting. De entree van de woningen vindt op een bijzondere manier plaats. Om het duingebied rondom vrij te houden van een veelheid aan ontstuitingspaden is het hoofdonsluitingspad in het midden van de bouwstrook gelegd. Er zijn een aantal verschillende manieren waarop men een hut kan betreden. Soms gewoon op maaiveldniveau om vervolgens soms nog een verdieping omhoog, of omlaag te gaan. Maar ook via het dak van de eigen benedenverdieping. Bij het ordenen van de vakantiewoningen op de lijn worden de ingangen allemaal naar het centrum gesitueerd. Op die manier is het mogelijk om een pad dwars door de lijn van het complex te leggen. Men gaat langs de hutten, er overheel en er zelfs onderdoor. De duinkant is vrij van paden.

Het complex wordt wel via paden verbonden met het bestaande padenstelsel. Op twee plaatsen snijden paden het gebouw. De ontsluiting van de woningen naar het strand en naar de reeds bestaande parkeerplaats wordt hierdoor makkelijker. Eén van de paden komt rechtstreeks vanaf de parkeerplaats, waar men men auto’s dient te

Over het gebouw heen Er onderdoor Vrije ruimte Voor het gebouw langs

Verschillende manieren van binnenkomen

Schematische plattegrond Schematische doorsnede

ReferentiebeeldenA) Taos Pueblo MexicoB) MarokkoC) Casbah van Ait ben Haddou, Marokko

A B C

Page 39: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED38 39VREEMD FRAMED

parkeren. Deze ligt op ongeveer 300 meter lopen van de huisjes en biedt plaats voor driehonderd auto’s. Vanaf de parkeerplaats zie je het gebouw net niet liggen. Maar bij het nemen van het pad richting zee, komt het topje van het gebouw in beeld. Dan loopt het pad om een duintop heen, waardoor het gebouw ineens opduikt achter een duin. Op sommige plekken is de lijn die het gebouw is duidelijk voelbaar. Op andere plaatsen is het een

complexe ordening van vlakken.Het andere pad verbindt de woningen met het strand en met een bestaand pad dat door de kogerstrandcamping loopt. Het strand ligt op ongeveer 250 meter lopen. Deze twee niewe paden lopen aan de andere kant van de lijn door, evenwijdig aan het strand naar de volgende strandopgang. Zo wordt de huidige padenstructuur zoals die ten westen van De Koog ligt doorgezet. De keuzemogelijkheid voor wandelingen wordt aanzienlijk vergroot. Bij sommige routes zal de wandelaar de lijn met vakantiehuisjes snijden, maar hij kan deze ook links laten liggen. RamenDe aspecten die een rol spelen bij gevelopeningen heb ik bij de ontwerpstrategie besproken. De vorm van de ramen, de plaatsing en de activiteit bij het raam in de buurt. Er zijn vele composities mogelijk. Over de plaatsing van gevelopeningen is goed nagedacht. Ik ben uitgegaan van standaard maten. Dertig centimeter heb ik genomen als minimale maat voor een raam. Telkens kan een vierkant worden toegepast en voor een liggend of staand raam. Heb ik een set van vaste maten opgesteld

voor de gevelopeningen (vierkant: 30x30, 60x60, 180x180, liggend 60x30, 180x30, 180x60 en staand 30x60, 30x180, 60x180). De kleinste ramen zijn als spiekgaten die werken vanuit een specifieke plek. Sommige openingen zijn vooral geschikt voor daglichttoetreding. De plaatsen van de ramen in de gevel zijn puur van binnenuit ontworpen. Wat er binnen gebeurt en wat het uitzicht zal zijn, is bepalend voor de plaats en afmeting van de gevelopening. Van buiten lijkt hierdoor alsof de ramen random in de gevel zijn geplaatst. Als een verf zijn de ramen over de gevel zijn gesmeerd. Dit geeft een speels effect en de schaalloosheid van het object wordt hiermee versterkt. Door plaats van ramen op deze specifieke manier te regiseren is het aandeel gevelopeningen vrij beperkt. Hierdoor blijven de woningen spannend en ontstaat er ’s nachts niet teveel omgevingslicht.

BouwtechniekDe gevel wordt gemaakt van beton met een witte toeslag. Het sculpturale effect kan door het lichte beton versterkt worden. Het verschil in de atmosfeer gedurende de dag en gedurende het jaar komt in het witte beton mooi naar voren. Ook het spel van vlakken en schaduwen wordt versterkt. Bovendien is beton relatief goedkoop en bestand

Het gebouw (rood) met de nieuwe paden, in de bestaande padenstructuur.(zie ook bijlagen)

Page 40: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED40 41VREEMD FRAMED

tegen de extreme weersinvloeden, zoals de harde wind en het vele zout en zand. De eenvoudige, zich herhalende vorm, leent zich er goed voor het gebouw in beton te storten. De bekisting die dan nodig is zet ik in als architectonisch middel om het effect van het gebouw te versterken. De afdruk van houten planken geeft een richting aan het beton. Met de richting van de bekisting kan op die manier in het materiaal de richting van het complex op detailniveau versterken.De gevelopeningen komen als gaten in de massa. Er wordt gebruikt gemaakt van aluminium kozijnen van een minimale dikte. Sommige ramen kunnen worden geopend. De kozijnen zitten aan de binnenzijde van de gevel, zodat het lijkt alsof het om beton met gaten gaat. Van binnen ontstaat er nog net even een lijst om de gevelopening. Het dak beschouw ik als vijfde gevel en wordt eveneens van beton gemaakt. Enerzijds omdat door het hoogteverschil er vanuit veel punten op het dak van het gebouw gekeken wordt, anderzijds omdat het dak op sommige plaatsen beloopbaar is. Op de plekken waar het ontsluitingspad over de daken loopt is dit even in een detail aangegeven. Het pad wordt net geaccentueerd door het beton een paar centimeter dieper te leggen. Voor de bezoekers wordt het duidelijk dat men daar over

het gebouw kan lopen. De rest van het pad wordt niet ontworpen, dat blijft de bestaande duingrond.De wandelpaden worden schelpenpaden, zoals die op Texel veel voorkomen. Door het pad vanaf de parkeerplaats een stuk te verharden, worden twee woningen toegankelijk voor mindervaliden.De sfeer van het interieur is sober, rustiek en toch warm. Eenvoudige witte ruimtes met een houten vloer en een houten trap geven toch een warm gevoel.

A

B

C

LinksA) Afdruk van de bekisting in wit betonB) Patrick Gartmann, House in ChurC) Ramen diep in de gevel, foto genomen in Cadiz, Spanje

RechtsD, E) Harry Gugger, Duplexwoning, BaselF) Victor Trahan, Church complex, Lousiana

Page 41: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED40 41VREEMD FRAMED

D

EFE

Page 42: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED42 43VREEMD FRAMED

CONCLUSIE

Na ruim een jaar met vallen en opstaan te hebben gewerkt aan dit project kijk ik met een goed gevoel naar het resultaat. De studie op de grens van de literatuur en de architectuur, heeft tot een bijzonder ontwerpproces geleid. In het onderzoek heb ik de thematiek van het consumeren en conserveren van het landschap in kaart gebracht. Met de verkregen inzichten heb ik een ontwerp gemaakt dat op een nieuwe manier met de problematiek wat het massatoerisme met zich meebrengt omgaat.

Door de manier waarop de bezoekers van de vakantiehuisjes door middel van de architectuur het landschap beleven, wordt de waardering van het landschap groter. Hiermee krijgt de bezoeker een groter verantwoordelijkheidsgevoel voor het landschap en dat komt de natuur weer ten goede. Het zou, bijvoorbeeld voor Texel, heel goed zijn om eens te kijken naar dergelijke projecten zonder meteen bang te zijn dat het landschap in de vernieling wordt geholpen. Integendeel: de architectuur zal bijdragen aan een goede ontwikkeling van het toerisme en aan het behoud van de kwaleiten van de specifieke locatie.

Natuurlijk zijn er ook aspecten in het project die nader uitgewerkt zouden kunnen worden, of kunnen worden verbeterd. Het project is op enkele punten niet helemaal realistisch te noemen. Het is ondenkbaar dat men nu op Texel in de duinen een vakantiepark zouden bouwen. Ik heb bovendien geen diepgaand onderzoek verricht op bouwtechnisch of constuctief gebied. Of het bijvoorbeeld mogelijk is om op die plek in de duinen te bouwen. Ook verdient het nog een onderzoek, of er überhaubt vraag is naar dergelijke verblijven en of het project financieel haalbaar zou kunnen zijn.

Wat me in dit afstudeerproces vooral heeft verbaasd en verrast is de manier waarop ik literatuur heb kunnen inzetten voor een architectonisch ontwerp. Het afstudeeratelier boundaries heeft een bijzonder interessante inslag gegeven door het gebruik van een roman als verkenning van de architectuur. De analyse van Woolf’s ‘To The Lighthouse’ heeft het me veel geholpen in de verkenning van de problematiek en in mijn ontwerpproces.Het inzetten van literatuur is een mogelijkheid, maar ook het gebruik maken van kunst, een bijzondere situatie en politieke of maatschappelijke problemen, kunnen leiden tot uitgangspunten voor een architectonisch ontwerp.

Page 43: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED42 43VREEMD FRAMED

Page 44: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED44 45VREEMD FRAMED

LITERATUURLIJST

• Woolf, Virgina, Naar de vuurtoren. 2e druk. Sittart: Druk: Albers 1981. Nederlandse vertaling. Amsterdam: Jo Fiedeldij Dop. ISBN 90 6019 733 X Oorspronkelijke titel: To the lighthouse. London: Hogarth Press, 1927

Bronnen• Boer, Florian en Christine Dijkstra, Euroscapes – Forum. Amsterdam: Must pubishers AetA, 2003 (pp.167-214)• Cauter, Lieven de, Archeologie van de kick. Amsterdam: Uitegeverij De Balie, 1995• Dekkers, Ger, Landschapswaarnemingen – een retroperspectief.Zwolle: Waanders Uitgevers, 2004• Ecomare 2007 – Beleidsplan voor Ecomare. Stichting Texels Museum, 2003• Ginkel, Rob van, Groen-Zwart Texels in het hart – Beschouwingen over een eilandcultuur. Amsterdam: Uitgeverij het Spinhuis, 1995 (pp.29-54)• Koningsbruggen, Jacqueline van, R.W. van de Wint: schilder, beeldhouwer, bouwer. Amsterdam: SUN 2002, (pp.197-292)• Lengkeek, Jaap en Koen van der Velden, Eiland in evenwicht – een verkenning van leefbaarheidaspecten in verband met toeristische ontwikkelingen op Texel. Wageningen: Wetenschapswinkel, 2000• Mommaas, Hans, Moderniteit, vrijetijd en de Stad - Sporen van maatschappelijke transformatie en continuiteit. Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel, 1993 (pp.111-200)• Mommaas, Hans, De vrijetijdsindustrie in stad en land - Een studie naar de mark van belevenissen. Den Haag: Sdu Uitgevers, 2002 • Toerisme, Monitor onderzoek. Gemeente Texel, 2003

Literatuur voor de geïntereseerde lezer• Cache, Bernard, Earth moves: The furnishing of territories. MIT press, 1995• Corbin, Alain, Het verlangen naar de kust Nijmegen: SUN, 1989 Oorspronkelijke titel: Le territoire du vide. L’Occident désir du rivage Parijs: Aubier Montaigne, 1988• Graaf, Jan de, ‘Toerisme, mobiliteit en architectuur’. Archis, 6 (1998/1999), pp.70-78.• Huizen - Van over de hele wereld. Keulen: Könemann Verslaggesellschaft mbH, 2000• Kuyper, Eric de, Met zicht op zee – Aan zee veertig jaar later. 4e druk. Nijmegen: Uitgeverij SUN, 1992

Page 45: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED44 45VREEMD FRAMED

• Lemaire, Ton, Filosofie van het landschap. Bilthoven: Uitgeverij Ambo n.v, 1970• Maas, Winy en Jacob van Rijs (MVRDV), Costa Iberica – Upbeat to the leisure city, Spanje: Actar, 2000• Meer, Vonne van der, Eilandgasten. Amsterdam: Uitgeverij contact, 2001• Meer, Vonne van der, De Avondboot. Amsterdam: Uitgeverij contact, 2002 • Metz, Tracy, Pret! - Leisure en landschap. Hoofddorp: Nai uitgevers, 2002• Oase, 64, landschap en massatoerisme. Rotterdam: Nai uitgevers, 2004

Internet (o.a.)• http://www.beachparktexel.nl/• http://www.groene.nl/1999/46/hg_bloomsbury.html• http://www.malcolmingram.com/famhist.htm• http://www.rosadoc.be/site/nieuw/kantklaar/spotop/woolf.htm• http://www.rsttexel.nl/nederlands/kogerstrand/• http://www.waddenkiosk.nl/info/texel_historie.htm

Page 46: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED46 47VREEMD FRAMED

BIJLAGEN

In de bijlagen de plattegronden, doorsneden, aanzichten en ruimtelijke weergaven van het ontwerp. Voor dit verslag zijn ze allemaal verschaald tot paginagrootte, voorzien van een maatbalk.

• Situatie• Plattegrond • Verdieping• Dakplan• Doorsnedes• Gevels• Exterieurbeelden • Interieurbeelden• Schetsen• Foto’s van maquettes

48505051515354575860

Page 47: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED46 47VREEMD FRAMED

Page 48: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED48 49VREEMD FRAMED

N0 100 500m

Page 49: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED48 49VREEMD FRAMED

N0 20 100m

Page 50: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED50 51VREEMD FRAMED

A B C D E

A B C D E

F F

G G

H H

Verdiepingen beganegrond

N

0 5 25m

Page 51: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED50 51VREEMD FRAMED

Dakplan

DoorsnedesAA t/m EE

Page 52: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED52 53VREEMD FRAMED

DoorsnedesFF t/m GG

Page 53: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED52 53VREEMD FRAMED

Zuid- en Noordgevel

Page 54: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED54 55VREEMD FRAMED

Page 55: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED54 55VREEMD FRAMED

Page 56: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED56 57VREEMD FRAMED

Page 57: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED56 57VREEMD FRAMED

Page 58: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED58 59VREEMD FRAMED

Page 59: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED58 59VREEMD FRAMED

Page 60: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED60 61VREEMD FRAMED

Page 61: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED60 61VREEMD FRAMED

Page 62: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED62 63VREEMD FRAMED

Page 63: Afstudeerproject Bram Hurkens TU/e 2006

VREEMD FRAMED62 63VREEMD FRAMED