1. ABAB info Doe er uw voordeel mee ABAB info juli 2015
Eurostars: Subsidie voor internationale marktgerichte R&D
Belangrijke doorbraak geruisloze overgang vermogen naar winstsfeer
Voorkom extra heffing, zorg voor tijdige ingang pensioen of
lijfrente-uitkering
2. abab.nl2 Subsidie voor innovatieve R&D- samenwerkings-
projecten Op 19 mei 2015 is de regeling Mkb- innovatiestimulering
Regio en Topsectoren (MIT) opengesteld. Mkb-ondernemers die
aansluiten bij n van de themas uit de Topsectoren kunnen via de
MIT-regeling subsidie krijgen voor innovatie. Het gaat om de
Topsectoren Agri en Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, High-
Tech Systemen & Materialen (inclusief ICT), Chemie en Energie,
Water, Logistiek, Creatieve Industrie en Life Sciences &
Health. Binnen de MIT kunnen ondernemers een aanvraag indienen voor
R&D-samen- werkingsprojecten. Hieronder valt industrieel
onderzoek en/of experimentele ontwikkeling gericht op de
ontwikkeling of vernieuwing van producten, diensten of
productieprocessen. Vereist is dat het onderzoek voor gezamenlijke
rekening en risico wordt uitgevoerd door een samen- werkingsverband
van minimaal twee mkb- ondernemers. Aanvragen worden beoordeeld op
technologische vernieuwing, de economische waarde die wordt ge-
creerd, de kwaliteit van de samenwerking en de mate waarin
sectoroverstijgend gewerkt wordt. De looptijd van een R&D-
samenwerkingsproject bedraagt maximaal twee jaar. Aanvragen
Maximaal 35% van de kosten wordt vergoed met een minimum van 50.000
en een maximum van 200.000. Aanvragen kunnen tot en met 1 september
2015 regionaal worden ingediend en zullen vervolgens via een tender
worden beoordeeld. Indien de aanvraag niet past binnen de Regionale
Innovatiestrategie of als het instrument niet regionaal wordt
aangeboden, kan de aanvraag landelijk worden ingediend. Landelijke
aanvragen kunnen tot en met 15 september 2015 worden ingediend.
Eurostars: Subsidie voor internationale marktgerichte R&D Voor
onderzoekuitvoerende mkb- ondernemingen die samenwerken met
ondernemingen uit andere landen is het Europese innovatieprogramma
Eurostars mogelijk interessant. Doel van het pro- gramma is het
stimuleren van een snellere ontwikkeling en groei van kleine
bedrijven. Het onderzoekuitvoerende mkb wordt gestimuleerd om
marktgerichte technologi- sche ontwikkelingen uit te voeren.
Hierbij valt te denken aan ontwikkeling van technologie voor nieuwe
producten, processen of diensten. Alle technologie- en
toepassingsgebieden zijn welkom. Het onderzoekuitvoerende karakter
wordt getoetst aan de hand van het aandeel van Research en
Development (R&D) binnen de organisatie. Leidend hierin is een
minimum aantal ftes en een minimum omzetpercentage. In het schema
is dit overzichtelijk weergegeven. Er moet minstens aan n van
onderstaande minima worden voldaan: Mkb: aantal medewerkers Minimum
aantal ftes werkzaam in R&D Minimum % ftes werkzaam in R&D
Minimum % omzet besteed aan R&D 0 tot en met 100 5 10% 10% 101
tot 250 10 10% 10% Er moet altijd een samenwerking zijn tussen
ondernemingen uit minstens twee Eurostar-landen. Aanvragen De
subsidiepercentages voor bedrijven zijn 35% van de subsidiabele
kosten (kosten gebonden aan de uitvoering van het project) voor
onderzoeksactiviteiten en 25% van de subsidiabele kosten voor
ontwikkelingsactiviteiten. Mkbers krijgen hier bovenop een toeslag
van 10%. Voor kennisinstellingen zijn deze percentages
respectievelijk 50% en 25%. De deadline voor het indienen van een
projectvoorstel is 17 september 2015. Tweede oproep Interreg
V-programma Vlaanderen-Nederland Voor ondernemingen die gevestigd
zijn in de grensregio Nederland-Vlaanderen en een
samenwerkingsproject aangaan met een Vlaamse organisatie of
onderneming is het subsidieprogramma Interreg V
Vlaanderen-Nederland wellicht interessant. Interreg V
Vlaanderen-Nederland is een Europees programma, waarmee vanuit het
Europees Fonds voor Regionale Ontwik- keling (EFRO)
grensoverschrijdende samenwerking wordt gestimuleerd. Het programma
wordt uitgevoerd op het grond- gebied van de vijf Vlaamse
provincies en de drie zuidelijke Nederlandse provincies (Limburg,
Noord-Brabant en Zeeland). Het programma kent vier themas, waarvoor
u projecten kunt indienen: innovatie; duurzame energie; milieu;
arbeidsmarkt. Voorwaarden voor deelname aan de regeling: er moet
sprake zijn van een innovatieve aanpak; er moet sprake zijn van een
grens- overschrijdende samenwerking tussen bedrijven en/of
kennisinstellingen; het project heeft voor de grensregio grote
relevante meerwaarde (bijvoorbeeld schaalvoordelen); de looptijd
van een project is maximaal drie jaar. Belangrijk is dat de
continuteit na afloop van het project gewaarborgd is. Aanvragen De
tweede oproep voor de regeling is momenteel geopend. Een korte
omschrij- ving van het project, waaruit moet blijken dat het
project binnen het programma past, kan tot uiterlijk 2 oktober 2015
worden ingediend. Naar aanleiding van de ingezonden projectideen
wordt bekend- gemaakt of een complete aanvraag kan worden
ingediend. Naar verwachting wordt om de acht maanden een nieuwe
oproep uitgeschreven. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de
subsidiabele kosten (kosten gebonden aan de uitvoering van het
project). Er is geen minimum of maximum subsidiebedrag
vastgesteld.
3. abab.nl 3 Subsidie voor projecten gericht op de verbetering
van de gezondheid binnen kansarme gezinnen Bent u van plan een
project op te starten dat gericht is op duurzame en structurele
verbetering van de gezondheid van mensen met een laag
sociaaleconomische status (kansarme gezinnen)? Dan kunt u mogelijk
subsidie krijgen via het Fonds NutsOhra. Hierbinnen is het
programma Gezonde Toekomst Dichterbij weer opengesteld. Onder
kansarme gezinnen worden huis- houdens verstaan waar ten minste n
ouder en n kind samenleven, die meer- voudige problematiek ervaren
op het gebied van financin, onderwijs, arbeid of welzijn en die een
gezondheidsachterstand hebben door onder andere roken, zwaar
alcohol- gebruik of overgewicht in combinatie met een minder goed
ervaren gezondheid. De gezondheidsaanpak moet gericht zijn op de
verkleining van de gezondheids- achterstand, aansluiten bij
bestaande kennis over verschillende aanpakken en integraal zijn. De
aanpak moet een combinatie zijn van bijvoorbeeld scholing, arbeid,
zorg, omgeving en de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden om
ervoor te zorgen dat er structureel iets verbetert aan de
gezondheid. De doelgroep moet betrokken worden bij de opzet en
uitvoering van het project. Aanvragen Het maximale subsidiebedrag
bedraagt 375.000. Aanvragen kunnen tot en met 3 september 2015
worden ingediend en de projecten mogen maximaal 3,5 jaar duren. Er
wordt beoordeeld op de mate waarin aansluiting wordt gezocht bij de
behoeften, wensen en mogelijkheden van de gezinnen. Na afloop
moeten projecten op eigen kracht verder kunnen. Meer weten? Heeft u
vragen over n van de regelingen of over de mogelijkheden voor uw
organisatie? Neem dan contact op met Subsidiefocus via
telefoonnummer 073- 6465475 of stuur een e-mail naar [email protected]
subsidiefocus.nl. Tussenstand werkkostenregeling De
werkkostenregeling (WKR) is sinds 1 januari 2015 een feit. De
eerste helft van het jaar zit er op en de werkkostenregeling wordt
inmiddels in ieder bedrijf toegepast. Het is een goed moment om te
bepalen hoeveel vrije ruimte u dit jaar nog heeft. Wilt u
bijvoorbeeld later dit jaar nog een personeelsfeest buiten de deur
organiseren, terwijl achteraf blijkt dat de vrije ruimte daarvoor
niet toereikend is, dan kan dit tot onaangename verrassingen
leiden. Het is daarom belangrijk om periodiek inzicht te hebben in
de stand van uw beschikbare vrije ruimte. U kunt hiermee dan tijdig
rekening houden bij nieuwe vergoedingen en verstrekkingen aan uw
personeel. Kerstpakket en vrije ruimte De vrije ruimte is de ruimte
die u als werk- gever heeft om onbelast vergoedingen en
verstrekkingen aan uw personeel te kunnen doen. Hieronder vallen
bijvoorbeeld ook de kerstpakketten. Voorheen mocht u een
kerstpakket tot een bedrag van maximaal 70 fiscaal vriendelijk aan
uw medewerkers schenken. Daarover was u 20% eindheffing
verschuldigd. Vanaf 2015 gelden hiervoor de regels van de
werkkostenregeling en valt het kerstpakket onder de vrije ruimte.
Deze ruimte is 1,2% van uw totale fiscale loonsom. Blijft u binnen
deze vrije ruimte, dan kunt u het kerstpakket geheel belasting-
vrij verstrekken. Komt u boven dit bedrag uit? Dan betaalt u over
het meerdere 80% belasting in de vorm van een eindheffing. Ook voor
de kerstpakketten is het dus goed om te bepalen hoeveel vrije
ruimte u dit jaar nog heeft en welk bedrag u kunt reserveren om dit
najaar uit te geven. Personeelsfeest Voorheen kon u maximaal 454
per mede- werker per kalenderjaar onbelast aan een
personeelsvoorziening uitgeven. Vanaf 2015 valt de uitgave van een
personeels- feest onder de vrije ruimte van de werk- kostenregeling
of wordt het tot het loon van de medewerker geregeld. Er geldt
hierop een uitzondering: als u het personeelsfeest op de werkplek
organiseert, dan geldt daarvoor een nihilwaardering. In dat geval
vallen de totale kosten van het feest niet onder de vrije ruimte
van de werkkosten- regeling. Wel komt een bedrag van 3,20 ten laste
van de vrije ruimte als de mede- werker tijdens het feest een
maaltijd nuttigt. Vaste kostenvergoeding Veel werkgevers
verstrekken aan hun medewerkers een vaste kostenvergoeding. U kunt
hierbij denken aan een vergoeding voor een mobiele telefoon, kosten
onderweg of representatiekosten. Sinds de invoering van de
werkkostenregeling is het nog steeds mogelijk om uw medewerkers een
onbelaste vaste kostenvergoeding te geven. Er gelden hiervoor wel
een aantal voorwaarden. De belangrijkste voorwaarde is, dat u een
kostenonderzoek moet uitvoeren naar de werkelijk gemaakte kosten.
Wanneer u een vaste kostenvergoeding verstrekt en u heeft geen
kostenonderzoek laten uitvoeren, dan valt de volledige vergoeding
onder de forfaitaire ruimte van 1,2%. Op basis van het
kostenonderzoek kunnen bepaalde vergoedingen mogelijk (deels)
buiten de vrije ruimte blijven en kunt u deze onbelast aan uw
medewerkers verstrekken. De uitzonderingen op en de voorwaarden van
de werkkostenregeling maken het op de juiste manier toepassen van
de regels soms complex. Heeft u ondersteuning nodig of vragen over
de WKR? Neemt u dan contact op met Ronald van Leeuwen, senior
belastingadviseur, via telefoonnummer 013 464 7268 of stuur een
e-mail naar [email protected] nl.
4. abab.nl4 Nut van afstemming testament, huwelijkse
voorwaarden en samen- werkingsovereenkomst In diverse
samenwerkingsovereenkomsten zijn bepalingen opgenomen op grond
waar- van bij een bedrijfsovername bij leven of bij overlijden het
bedrijf tegen een lagere waarde dan de vrije verkoopwaarde, zoals
bijvoorbeeld de boekwaarde, kan worden overgenomen. In een recente
uitspraak was in geschil of in het geval man en vrouw met elkaar
samenwerken zowel het aandeel van de overledene als het aandeel van
de langstlevende tegen de lagere overname- waarde, zoals opgenomen
in de samen- werkingsovereenkomst voor de heffing van erfbelasting,
mocht worden meegenomen. Het financile en fiscale belang zit hem in
de hoogte van de vorderingen van de kinderen. Voor de overname van
het bedrijf tegen een lagere waarde geldt er onder voorwaarden een
(gedeeltelijke) vrijstelling van erfbelasting. Vorderingen van de
kinderen op de langstlevende, ook al ziet hun vordering vrijwel
geheel op onder- nemingsvermogen, vallen echter niet onder die
vrijstelling. Daarvoor geldt enkel rente- dragend uitstel van
betaling gedurende tien jaar. Indien zowel het aandeel van de over-
leden als de langstlevende ouder tegen de overnamewaarde mag worden
meegenomen, betekent dit bij in gemeenschap van goederen gehuwde
ouders of ouders die in hun huwelijkse voorwaarden een beding
hebben opgenomen waarbij er bij einde van het huwelijk wordt
afgerekend alsof men in gemeenschap van goederen is gehuwd, dat de
vorderingen van de kinderen op een lager bedrag worden vastgesteld
en er minder erfbelasting is verschuldigd. Uit de uitspraak blijkt
dat het gerechtshof van mening is dat het standpunt van de
Belastingdienst dat indien ouders slechts met elkaar samenwerken,
alleen het aandeel van de overledene tegen de lagere waarde mag
worden meegenomen juist is. Dit is alleen anders als er sprake is
van een samenwerking met meer dan twee personen, waarbij ook de
derde overname- rechten heeft. Laat uw samenwerkingsovereenkomst,
huwelijkse voorwaarden en testament screenen op dit aspect. In
voorkomende gevallen is door aanpassing van de overeenkomst, het in
de huwelijkse voorwaarden opgenomen verrekenbeding of uw testament
een besparing van erfbelasting mogelijk. Schadevergoeding schending
voorkeursrecht op koop aandelen (on)belast? In de statuten van bvs
of in aandeelhouders- overeenkomsten is in de regel een voor-
keursrecht op koop van de aandelen voor de andere aandeelhouder(s)
opgenomen. Wat zijn de gevolgen als uw holding-bv, die eigenaar is
van meer dan 5% van de aandelen, de verplichting tot het aanbieden
van de aandelen schendt? Als holding-bv, die eigenaar is van meer
dan 5% van de aandelen, heeft u het liefst dat u de
schadevergoeding van uw winst kunt aftrekken en daarmee 20-25%
vennootschapsbelasting bespaart. Als holding-bv, die deze aandelen
had willen kopen en die op grond van de schending van het
voorkeursrecht een schadevergoeding ontvangt, wilt u het liefst dat
u geen vennootschapsbelasting over de vergoeding moet betalen.
Fiscaal komt de vraag erop neer of een te betalen vergoeding onder
de zogenoemde deelnemingsvrijstelling valt. De deel-
nemingsvrijstelling is een regeling op grond waarvan bij een belang
van 5% of meer in een dochtermaatschappij de ontvangen dividenden
van de dochter- maatschappij of het verkoopresultaat behaald met
verkoop van de dochter- maatschappij zijn vrijgesteld van vennoot-
schapsbelasting. Onlangs besliste de rechter dat een te betalen
schadevergoeding voor schending van het voorkeursrecht niet onder
de deel- nemingsvrijstelling valt. Daarmee kon de verkoper de
schadevergoeding aftrekken en moest de ontvanger 20-25%
vennootschaps- belasting over de vergoeding betalen. Laat u bij
geschillen over het betalen van schadevergoedingen met betrekking
tot de verkoop van aandelen goed adviseren over de fiscale
gevolgen. Btw bij verhuur gecombineerd met voorzieningen Verhuurt u
een bedrijfsgebouw vrijgesteld van btw en zorgt u daarbij ook voor
de levering van bijvoorbeeld gas, water en elektriciteit? Dan is
het voor de heffing van omzetbelasting van belang om te weten of de
levering van de voorzieningen als een aparte prestatie kan worden
aangemerkt. Als dat het geval is, moet u voor die levering btw in
rekening brengen en kunt u de aan u door uw leverancier in rekening
gebrachte btw terugkrijgen. In de praktijk stelt de Belastingdienst
vaak, dat de aanvullende diensten opgaan in de (btw-vrijgestelde)
verhuur, zodat u de voorbelasting niet kunt terugkrijgen. Onlangs
heeft het Europese Hof van Justitie de volgende situatie
beoordeeld: een verhuurder van een onroerende zaak berekende de
kosten van de door hem van derden afgenomen voorzieningen (gas,
water, elektriciteit) door aan de huurder. Aan de huurder werden
voorschotten in rekening gebracht. Aan het einde van ieder jaar
werd een eindafrekening opgemaakt voor het werkelijke gebruik van
de huurder. Op de vraag of de verhuurder de afnemer was van de
ingekochte prestaties, die door hem werden doorgeleverd, antwoordde
het Hof positief. Het Hof gaf
5. abab.nl 5 aan dat er in beginsel sprake was van zelf-
standige prestaties, die niet opgingen in de verhuurdienst. Voor de
heffing van btw moeten die prestaties dan ook afzonderlijk worden
beoordeeld. Een belangrijk aspect hierbij is, dat de prestatie
afzonderlijk moet worden gezien als de huurder zelf de keuze heeft
bij wie hij de dienst afneemt en hoe- veel hij hiervan afneemt. Uit
deze zaak is af te leiden dat onduidelijk- heid kan worden
voorkomen als u in de huurovereenkomst opneemt dat u als verhuurder
de betreffende voorzieningen levert, het werkelijk gebruik wordt
afgerekend met de huurder en dat de kosten afzonderlijk op de
factuur worden vermeld. Bij sommige aanvullende prestaties zal
onduidelijkheid blijven bestaan of ze deel uitmaken van de
hoofddienst. Raadpleeg in dat geval uw belastingadviseur.
Belangrijke doorbraak geruisloze overgang vermogen naar winstsfeer
Op 1 januari 2001 is de Wet inkomsten- belasting 2001 ingevoerd.
Onderdeel van deze wet is de zogenoemde terbeschikking-
stellingsregeling. Deze regeling vormt voor fiscale partners, die
samen willen onder- nemen en waarvan een van de partners
privvermogen aan de onderneming ter beschikking heeft gesteld, al
jaren een grote fiscale barrire. ABAB is van mening, dat als een
partner toetreedt tot de onderneming van de partner zijn/haar ter
beschikking gestelde priv- vermogen geruisloos in de onderneming
ondergebracht kan worden en dat een belastingheffing bij de
overgang van dit vermogen onterecht is. De rechter heeft ABAB op 28
april 2015 in het gelijk gesteld. De Belastingdienst is nu aan zet.
De staatssecretaris van Financin heeft ingestemd met een
sprongcassatie. Dit betekent dat de uitspraak van de rechter
rechtstreeks voor een oordeel aan de Hoge Raad kan worden
voorgelegd. Wij zijn nu in afwachting van deze uitspraak. Als een
partner privvermogen (onroerende zaken en/of geld) aan zijn/haar
partner voor zijn/haar onderneming ter beschikking stelt, dan valt
sinds 2001 het inkomen uit dit vermogen onder het box 1-inkomen
(tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning).Wanneer de
partners vervolgens besluiten om samen te gaan ondernemen, dan mag
het ter beschikking gestelde privvermogen volgens de uitleg van de
wet door de staatssecretaris niet geruisloos in de onderneming
worden ondergebracht en valt het resultaat onder de categorie
resultaat uit overige werkzaamheden. Dit kan een forse
belastingheffing tot gevolg hebben die kan oplopen tot maar liefst
52%. Daarnaast geldt bij een bedrijfsoverdracht, dat ten aanzien
van het ter beschikking gestelde privvermogen dat buiten de
winstsfeer valt, er geen beroep kan worden gedaan op de
bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Dit kan eveneens tot een forse
belasting- heffing leiden voor schenk- c.q. erfbelasting. Een
positieve uitspraak van de Hoge Raad geeft fiscale partners, die
samen (willen) ondernemen, meer fiscale en financile ruimte voor
hun onderneming. Voorkom extra heffing, zorg voor tijdige ingang
pensioen of lijfrente- uitkering Uit recente rechtspraak blijkt dat
indien u uw pensioen dat u bij uw eigen bv hebt bedongen niet op de
overeengekomen datum laat ingaan, uw bv 52% loonbelasting plus 20%
niet-aftrekbare revisierente is verschuldigd over de commercile
waarde van uw pensioenverplichting. Revisierente is een soort
boete. De commercile waarde van uw pensioenverplichting is in de
regel fors hoger dan de waarde van de pensioenverplichting
gebaseerd op fiscale uitgangspunten en komt neer op het bedrag dat
uw bv bij een pensioenverzekeraar zou moeten afstorten om uw
pensioen levens- lang te kunnen uitkeren. Dit kan worden voorkomen
door uw pensioen tijdig te laten ingaan. Mocht u nog geen behoefte
hebben aan uw pensioen, dan is het, zolang uw pensioen-datum nog
niet is bereikt en u nog door-werkt, onder voorwaarden mogelijk uw
pensioen te laten uitstellen. Een vergelijkbare regeling geldt
overigens ook voor lijfrenten die u bij uw bv heeft gekocht. In dat
geval vindt de heffing niet via de loonbelasting bij uw bv plaats,
maar bij u in priv via een aanslag inkomsten- belasting met 20%
niet-aftrekbare revisie- rente over de commercile waarde van de
verplichting. Dergelijke lijfrenten kunt u afhankelijk van het
soort lijfrente alleen uitstellen indien u vooraf aan de expiratie-
datum uitstel overeenkomt. Ook als u bij een verzekeraar een
gerichte lijfrente heeft gekocht, moet u op de ingangsdatum letten.
Een gerichte lijfrente is een kapitaal dat op een bepaalde datum
tot uitkering komt en waarvoor u een of meer toegelaten lijfrenten
moet kopen. U heeft daarvoor op grond van de wet bij leven de tijd
tot 31 december van het kalenderjaar nadat de polis expireerde. Bij
uw overlijden hebben de nabestaanden de tijd tot 31 december van
het tweede jaar na overlijden alvorens de verzekeraar de uitkering
onder inhouding van 52% loon- belasting en 20% niet-aftrekbare
revisie- rente overmaakt. Slechts in bijzondere omstandigheden is
de inspecteur bereid deze fatale termijnen te verlengen. Woning op
de balans; slimme zet of juist niet? Ondernemers hebben hun woning
soms op de balans staan. Dat is toegestaan als de woning een rele
functie binnen de onder- neming heeft, want dan kan worden afge-
schreven op de woning en is het onderhoud aftrekbaar. De
renteaftrek verloopt via de winst- en verliesrekening. Wel geldt
voor de ondernemerswoning een hoger eigen- woningforfait en valt de
gerealiseerde waardestijging van de woning in de winst. Maar pas op
als uw woning ten onrechte op de balans staat! Staat uw woning op
de balans terwijl u de woning niet gebruikt binnen uw onder-
neming? Herstel dan die fout om te voor- komen dat de
waardestijging tot de winst wordt gerekend. U kunt dit doen in het
jaar waarvan de aangifte nog niet definitief is vastgesteld.
6. abab.nl6 Voorbeeld Een apothekersechtpaar koopt in 1990 een
woon-/winkelpand. Beneden hebben ze de apotheek, boven wonen ze.
Ook het woon- gedeelte staat op de balans. Bij bedrijfs- beindiging
in 2008 rekent de inspecteur per persoon een meerwaarde van 137.000
toe aan het woongedeelte. Zelf stellen ze dat hun boekhouder de
woning ten onrechte op de balans had gezet en dat de inspecteur
alleen de afschrijvingen kan corrigeren van maximaal 37.000 per
persoon. Foutenleer De vraag is of de woning op de balans mocht
staan of dat de balansvermelding echt fout is. Als de woning nooit
is gebruikt binnen de onderneming, dan is sprake van verplicht
privvermogen en had de woning nooit op de balans mogen staan. In
het voorbeeld hiervoor kan de inspecteur dan slechts de
afschrijvingen tot de winst rekenen. Werd de woning zowel priv als
zakelijk gebruikt, dan was de woning bij aanschaf keuzevermogen. De
keuze voor ondernemingsvermogen is dan definitief, tenzij
bijzondere omstandigheden hebben geleid tot een ander gebruik van
de woning. Let op! De Belastingdienst bekijkt dit soort foutherstel
met argusogen. Niet verwonderlijk: tegen het fiscale voordeel van
de kostenaftrek heeft de ondernemer geen bezwaar, maar plotseling
wel tegen wat daarbij hoort: afrekenen over de stille reserve in
het pand aan het eind van de rit. Overleg met de Belasting- dienst
voordat u de aangifte indient, om discussies achteraf te voorkomen.
Zorg voor zoveel mogelijk documentatie waarmee u het gebruik van uw
woning kunt onder- bouwen. Denk aan bouwtekeningen, fotos,
verklaringen. Tip Bent u de woning op enig moment niet meer
zakelijk gaan gebruiken? Er is dan sprake van een bijzondere
omstandigheid. U kunt dan de woning overbrengen naar uw
privvermogen, met afrekening over de stille reserve op dat moment.
Einde voordeel personeelslening eigen woning Er komt een einde aan
de nihilwaardering van het rentevoordeel van een personeels- lening
voor de eigen woning. Deze wordt naar alle waarschijnlijkheid per 1
januari 2016 afgeschaft. Vanaf volgend jaar is het rentevoordeel
gewoon belast. Personeelslening Als werkgever kunt u een lening
verstrek- ken aan uw medewerker. Betaalt deze medewerker vervolgens
minder rente over de personeelslening dan bij een krediet- verlener
of geen rente, dan is er sprake van een rentevoordeel. Dit
rentevoordeel is belast, maar niet als de medewerker de lening
gebruikt voor het kopen, onder- houden of verbeteren van zijn eigen
woning. Dan geldt voor het rentevoordeel in de werkkostenregeling
een nihilwaardering. Deze nihilwaardering vervalt naar alle
waarschijnlijkheid per 1 januari 2016. Dan is het rentevoordeel van
de personeels- lening voor de eigen woning belast bij uw
medewerker. Het eigenwoningrente- voordeel mag u ook niet als
eindheffings- bestanddeel aanwijzen. En dit laatste geldt ook voor
de kosten van een personeels- lening voor de eigen woning. Let op!
Het afschaffen van de nihil- waardering voor het rentevoordeel op
een personeelslening voor de eigen woning is nog niet definitief.
De Tweede en Eerste Kamer moeten nog instemmen met deze maatregel.
De huidige nihilwaardering voor het rente- voordeel van een
personeelslening voor de aanschaf van een fiets, elektrische fiets
of elektrische scooter blijft wel bestaan. Betere bescherming voor
erfgenamen Wat te doen met een onverwachte schuld uit een erfenis?
Die valt toch vaak rauw op het dak van de nabestaanden, die
hierdoor in de financile problemen kunnen komen. Daarom is er een
nieuw wetsvoorstel ingediend om erfgenamen beter te bescher- men
tegen schulden uit de nalatenschap. Ook de regels rondom zuivere
aanvaarding worden verduidelijkt. Het wetsvoorstel Bescherming
erfgenamen tegen schulden pakt twee problemen aan: 1. Het onbewust
zuiver aanvaarden van een nalatenschap zonder weloverwogen
beslissing. 2. Het opdoemen van een onverwachte schuld uit de
nalatenschap. Zuiver aanvaarden Als erfgenaam kunt u kiezen tussen
aanvaarden of verwerpen van de erfenis. Aanvaarding kan zuiver of
beneficiair. Het nadeel van een zuivere aanvaarding is dat u
ingeval van een negatieve nalatenschap priv aansprakelijk bent voor
de schulden uit de erfenis. Zuiver aanvaarden kan dus financieel
nadelig uitpakken. Daarom is er de mogelijkheid van beneficiair
aanvaarden. Zuiver aanvaarden kan met een bewuste acceptatie van de
nalatenschap door het afleggen van een verklaring. In de praktijk
gebeurt het echter regelmatig dat erfgenamen onbewust een
nalatenschap zuiver aanvaarden. De woning van de Let op! Bij
beneficiaire aanvaarding verkrijgt een erfgenaam alleen de goederen
(bezittingen) van de nalatenschap die zijn overgebleven na aftrek
van de schulden. Zijn de schulden groter dan de bezittingen, dan
hoeft u deze in principe niet uit uw privvermogen te voldoen.
7. Lagere transitie- vergoeding voor kleine werkgever Het is u
vast niet ontgaan: per 1 juli 2015 vervangt de transitievergoeding
de huidige ontslagvergoeding. Op die datum is het nieuwe
ontslagrecht uit de Wet werk en zekerheid in werking getreden. Bent
u een kleine werkgever, is uw financile situatie niet rooskleurig
en moet u daarom nood- gedwongen uw medewerker ontslaan, dan bent u
mogelijk een lagere en wellicht zelfs geen transitievergoeding
verschuldigd. U moet dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen.
Dankzij een overgangsregeling die geldt tot 1 januari 2020 is het
mogelijk dat u als kleine werkgever (minder dan 25 mede- werkers)
niet de gehele transitievergoeding verschuldigd bent. Onder
voorwaarden telt namelijk de arbeidsperiode van uw mede- werker vr
1 mei 2013 niet mee voor de hoogte van de transitievergoeding. Uw
slechte financile situatie moet dan wel de bedrijfseconomische
reden zijn om uw medewerker te ontslaan. abab.nl 7 Hoewel bij de
samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd,
wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of
onjuistheden.Vanwege het brede en algemene kader van deze
nieuwsbrief, is deze niet bedoeld als enige vorm van professioneel
advies en derhalve niet zonder meer geschikt voor het nemen van
financile beslissingen. Voor toepassing in individuele gevallen
raden wij u aan contact met ons op te nemen. overledene moet
bijvoorbeeld snel worden ontruimd, u neemt wat spulletjes mee uit
die woning of u betaalt nog openstaande rekeningen van de
overledene. Dit zijn allemaal gedragingen waarmee u een
nalatenschap zuiver heeft aanvaard, zonder een weloverwogen keuze.
Het wetsvoorstel regelt dat straks alleen nog sprake is van zuivere
aanvaarding door gedraging als u goederen uit de nalatenschap
verkoopt of op andere wijze onttrekt aan eventuele schuldeisers.
Onverwachte schuld Om erfgenamen te beschermen tegen een
onverwachte schuld die bekend wordt na zuivere aanvaarding van de
nalatenschap, krijgen zij de mogelijkheid om binnen drie maanden na
ontdekking van deze schuld de kantonrechter te verzoeken om
bescherming van privvermogen. Slechts in uitzonderingssituaties zal
sprake zijn van een onverwachte schuld. Een voorbeeld van een
dergelijke schuld is een onverwachte verplichting tot het betalen
van een schadevergoeding door de overledene. AOW-leeftijd
definitief versneld omhoog Na de Tweede Kamer heeft nu ook de
Eerste Kamer ingestemd met de staps- gewijs versnelde verhoging van
de AOW- leeftijd. U zult dus kortgezegd langer moeten doorwerken
voordat u van uw pensioen kunt gaan genieten. Vanaf 2016 gaat de
AOW-leeftijd staps- gewijs omhoog naar 66 jaar in 2018. Vanaf 2018
gaat de AOW-leeftijd nog eens versneld omhoog om in 2021 uit te
komen op 67 jaar. Vanaf 2022 wordt de AOW- leeftijd gekoppeld aan
de levensverwach- ting. Let op! Bent u geboren op of na 1 januari
1955? Dan is uw AOW-leeftijd minimaal 67 jaar. Waarschijnlijk valt
dit echter hoger uit, omdat vanaf 2022 de AOW-leeftijd afhangt van
de gemiddelde levens- verwachting. U weet vijf jaar van te voren
wanneer u AOW krijgt. U bent geboren: U krijgt AOW in: Uw leeftijd
als uw AOW start is: na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015
65 + 3 maanden na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2016 65 + 6
maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 2017 65 + 9 maanden na
31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2018 66 na 31 december 1952 en
voor 1 september 1953 2019 66 + 4 maanden na 31 augustus 1953 en
voor 1 mei 1954 2020 66 + 8 maanden na 30 april 1954 en voor 1
januari 1955 2021 67 Bovenstaande tabel van het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft de verhoging van de
AOW-leeftijd weer. Let op! Een onverwachte schuld is een schuld die
de erfgenaam niet kende en ook niet behoorde te kennen op het
moment dat hij de nalatenschap zuiver aanvaardde. Het gaat in ieder
geval niet om schulden die uit de administratie van de overledene
blijken, zoals hypotheekschulden, onbetaalde facturen en
belastingschulden. Toetsingscriteria Voor deze overgangsregeling
gelden drie zware toetsingscriteria: 1. Het nettoresultaat van uw
onderneming is in de drie boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin
de arbeidsovereenkomst eindigt of door u niet wordt voortgezet,
kleiner geweest dan nul. 2. Er is sprake van een negatief eigen
vermogen. 3. De waarde van de vlottende activa is aan het einde van
het boekjaar voor- afgaand aan het jaar van beindiging of niet
voortzetting van de arbeids- overeenkomst, kleiner dan de kort-
lopende schulden. Dit zijn schulden met een resterende looptijd van
maximaal n jaar. Let op! Wilt u gebruikmaken van de mogelijkheid om
een lagere transitievergoeding te betalen, dan moet u aantonen dat
u aan boven- staande drie toetsingscriteria voldoet. Zowel u als uw
medewerker kunnen het UWV vragen te beoordelen of hieraan is
voldaan.
8. ABAB Accountants en Adviseurs - Postbus 10085, 5000 JB
Tilburg - abab.nl Kijk voor het laatste nieuws op onze
website!