9006632064_omslag.indd 2 14-08-2012 11:26:11
2 blok 42les 1 en 2
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Kleur de tangramstukken.
CD2 Teken de sprongen.
CD3 Teken de sprongen en maak de som.
Gebruik dezelfde kleuren als in het voorbeeld. Maak de figuren af.
Welke sprongen maak je?
a a 32 + 16 = 48
a b
1 geel2 groen3 rood4 grijs5 paars6 oranje7 blauw
a a Van 40 naar 57.
40
1
25
4
3
67
23
37
b Van 23 naar 54.
b c Van 37 naar 82.
b 46 + 32 =
b c 23 + 37 =
32
46
37
CD4 Vul in.
a a a b c15 +10 25 +2 35 +10 +2 38 +20 +2
d b e b f32 +40 +2 39 +40 +2 27 +50 +6
9006632064_02-05.indd 2 14-08-2012 09:53:03
3blok 4 3
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
les 3 en 4
C 1 Reken uit.
C 2 Reken uit.
CD 3 Reken met geld.
a a b
1 som op meer manieren. Teken op de getallenlijn.
Bedenk er steeds 2 sommen bij.
10 10 52
48 58
20 52
48
48 + 27 =
c b d
53 + 28 = 46 + 45 =
40 4 1
46
20 17
53
a a
b
24 + 59 =
b c38 + 37 =
24
38
15
59
27
37
a a
€ 53 + € 41 = € 94€ 53 − € 41 = € 12
a b
€ + € = €
€ − € = €
c
€ + € = €
€ − € = €
15 + 27 =
9006632064_02-05.indd 3 14-08-2012 09:53:06
4 blok 3blok 44
C 1 Teken de tangramstukken.
C 2 Teken de sprongen en maak de som.
Maak de figuren af.
a a 54 + 18 =
b 47 + 36 =
c 36 + 25 =
b d 29 + 48 =
les 5 herhalen
a a b c b d
1 geel2 groen
3 rood4 grijs
5 paars6 oranje
7 blauw
54
47
36
C 3 Maak de sommen.Kijk en vergelijk.
a a 20 + 50 =
12 + 50 =
20 + 52 =
52 + 25 =
b 37 + 50 =
37 + 53 =
38 + 37 =
38 + 57 =
c 65 + 15 =
67 + 15 =
65 + 17 =
67 + 27 =
b d 35 + 36 =
34 + 36 =
36 + 64 =
38 + 46 =
1 1
2
2
1
1
7
7
7
7
9006632064_02-05.indd 4 14-08-2012 09:53:08
5
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
CD5 Reken uit.
CD4 Teken de sprongen.
a a b c b d33
33
33 − 6 = 52 − 5 = 45 − 8 = 64 − 7 =
23
52
53
45
7
64
a a Van 30 naar 54.
30
13
32
28
b Van 13 naar 65.
c Van 32 naar 70.
b d Van 28 naar 57.
CD6 Teken en reken uit.Teken steeds 1 som. Dan weet je de andere snel.
a a 32 − 5 =
62 − 5 =
32
a a b
c b d
CD7 Maak de sommen.Kijk en vergelijk.
a a 5 − 3 =
15 − 3 =
35 − 3 =
65 − 3 =
b 9 − 6 =
19 − 6 =
49 − 6 =
79 − 6 =
c 15 − 8 =
25 − 8 =
35 − 8 =
45 − 8 =
b d 37 − 9 =
47 − 9 =
67 − 9 =
97 − 9 =
b 54 − 6 =
64 − 6 =
c 45 − 7 =
75 − 7 =
b d 63 − 8 =
93 − 8 =
les 5 oefenenblok 4
9006632064_02-05.indd 5 14-08-2012 09:53:09
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
half 2 2 uur 10 voor 10 kwart over 8
C 1 Maak de klokken vast.
C 2 Hoe laat was het 5 minuten geleden?
CD 3 Hoeveel moet ieder betalen?
Vul ook het lege kaartje in.
Vul de tijd in op de kaartjes.
Teken wat het samen kost. Teken het op de getallenlijn.
a b c d
a a b c b d
5 voor half 10
Zet een kruisje bij het goede antwoord.
a a Lars heeft:
€ 20
€ 50
€ 20
b Peter heeft:
€ 50
b c Julia heeft:
€ 20
€ 20
€ 10
€ 10
€ 5
� 55
� 16� 55
� 29 � 16
Wie heeft genoeg geld?
Wie heeft geld tekort?
� 20
5 minuten geleden: ×▫ dat is vroeger dat is later▫
Lars Peter Julia
6 blok 4les 6 en 7
9006632064_06-09.indd 6 14-08-2012 09:53:41
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Vul in.
C 2 Vul in.
C 3 Maak keersommen.
Bedenk er sommen bij.Doe het zo:2 + 2 + 2 = 63 × 2 = 6
Bedenk er sommen bij.
Teken steeds eerst de vaste groepjes.
2 2 2
5
5
+ =
× =
+ + + =
× =
+ + + + + + =
× =
2 4
+ + + + + + + =
× =
5
+ + + + =
× =
a a b
a a b
b dc
5
+ + + =
× =
a 2
b
c
x = x = x =
x = x = x =
x = x = x =
7blok 4les 8 en 9
9006632064_06-09.indd 7 14-08-2012 09:53:43
10 over 4 kwart over 9 10 voor half 2 10 voor 1
C 1 Maak de klokken vast.
C 2 Zet elke klok 10 minuten terug.
C 3 Teken de vaste groepjes.
Vul ook het lege kaartje in.
Vul de tijd in op de kaartjes.
Bedenk sommen van de tafel van 5 en de tafel van 10.
a b c d
6 uur
is het later.▫ ×▫ is het vroeger.
× = × = × = × =
b Hoe groot is het vaste groepje?
× = × = × = × =
a Hoe groot is het vaste groepje?
Maak er 4 keersommen bij:
Maak er 4 keersommen bij:
Zet een kruisje bij het goede antwoord.Als je de klok terug zet,
a a b c b d
8 blok 4les 10 herhalen
9006632064_06-09.indd 8 14-08-2012 09:53:46
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 4 Vul in.
C 5 Hoeveel cent?
C 6 Hoeveel munten?
Bedenk er sommen bij.
a 3 × 2 cent =
cent
b × 2 cent =
cent
c × 5 cent =
cent
d × 10 cent =
cent
a a 10 cent:
munt van 10 cent
munten van 5 cent
munten van 2 cent
munten van 1 cent
b 20 cent:
munten van 10 cent
munten van 5 cent
munten van 2 cent
munten van 1 cent
c 30 cent:
munten van 10 cent
munten van 5 cent
munten van 2 cent
munten van 1 cent
c 5 5 5 5 5 5 5
CD 7 Reken uit.
45 + 20 = 65
25 + 25
45 + 45
35 + 15
30 + 16
60 + 30
30 + 35
23 + 23
Vul in:Dezelfde uitkomst betekent hetzelfde als:×▫ hetzelfde antwoord dezelfde manier▫
a a 5 5 5
+ + =
× =
b 5 5 5 5
+ + + =
× =
+ + + + + + =
× =
Geef sommen met dezelfde uitkomst dezelfde kleur.
les 10 oefenenblok 4 9
9006632064_06-09.indd 9 14-08-2012 09:53:49
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Reken uit op je eigen manier.
C 2 Hoeveel is het verschil?
Teken de sprongen.
Teken op de getallenlijn.
a a 78 − 25 =
a a43 23
2551
62 17
C 3 Vooruit naar het tiental. a a 29 + = 30
46 + = 50
63 + = 70
82 + = 90
a b 34 + = 40
57 + = 60
45 + = 50
78 + = 80
c 35 + = 50
48 + = 60
57 + = 70
62 + = 80
b d 26 + = 100
43 + = 100
54 + = 100
61 + = 100
b 83 − 35 =
c 62 − 26 =
b d 75 − 28 =
b
b c
C 4 Terug naar het tiental. a a 38 − = 30
52 − = 50
46 − = 40
67 − = 60
a b 25 − = 20
74 − = 70
89 − = 80
91 − = 90
c 43 − = 30
72 − = 60
37 − = 20
54 − = 40
b d 48 − = 20
65 − = 30
83 − = 50
97 − = 40
10 blok 4
les 11 en 12
9006632064_10-13.indd 10 14-08-2012 09:54:14
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Vul in.
C 2 Teken de vaste groepjes van 4 en 5.
CC 3 Kleur de antwoordkaartjes.
Bedenk er sommen bij.
Maak daarna de keersommen.
Neem kleurpotloden.
a
4
+ + + =
× 4 =
b
4
c
4
b d
4
a Kleur de kaartjes uit de tafel van 4 geel. b Welke horen ook in de tafel van 2? Kleur die blauw. c Welke horen ook in de tafel van 5? Zet daar een kring om. d Welke horen ook in de tafel van 10? Zet daar een streep onder.
Doe het zo:
4 4 4
4 + 4 + 4 = 123 × 4 = 12
3 × = 5 × = 8 × = 9 × =
2 × = 4 × = 6 × = 8 × =
a 4
b 5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
11blok 4les 13 en 14
9006632064_10-13.indd 11 14-08-2012 09:54:16
C 1 Reken uit op je eigen manier.
C 2 Hoeveel is het verschil?
Teken de sprongen.
Teken op de getallenlijn.
les 15 herhalen
a a 56 − 16 =
� 13
� 21
a a b
c b d
b 87 − 23 =
c 73 − 47 =
b d 91 − 22 =
a a verschil € b verschil € c verschil € b d verschil €
� 21
� 5
� 27
� 5
� 27
� 21
12 blok 4
9006632064_10-13.indd 12 14-08-2012 09:54:18
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 4 Maak de keersommen.
CD5 Welke planken zijn samen 1 m lang?
C 3 Hoe hoog is de stapel?
Hoeveel sommen ken jij?
Geef die planken dezelfde kleur.
Maak de keersommen.
a 1 boek is 10 cm hoog.
× cm = cm
b 1 boek is 4 cm hoog.
× cm = cm
c 1 boek is 2 cm hoog.
× cm = cm
a a b c b d
12 2420 30
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
van Dale
CD6 Welk getal ligt dichter bij het gekleurde vakje?Zet er een kring om.
�� cm
�� cm
�� cm
�� cm
�� cm
�� cm �� cm
�� cm
�� cm�� cm
�� cm
les 15 oefenenblok 4
a a b c30 34 40
50 54 60
80 86 90
36 41 43
69 73 75
48 52 55
29 45 60
59 72 87
63 81 96
Doe het zo.
20 22 30
13
9006632064_10-13.indd 13 14-08-2012 09:54:19
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Hoeveel geld terug?
C 2 Vul het bedrag aan.
c Ma× geeft: € 50
Hij krijgt terug: €
Tel net als de verkoopster.
Leg de som met geld.Tel net als de verkoopster. Teken de som op de lijn.
a a b c b d
€ 20 + € € 17 + € € 48 + € € 57 + €
140 �.�� m
�.�� min
��:��
��:��
140 �.�� m
�.�� min
��:��
��:��
5032
2 1 5 10
a a Ma× geeft: € 50
Hij krijgt terug: €
b Ma× geeft: € 40
Hij krijgt terug: €
d Ma× geeft: € 100
Hij krijgt terug: €
b e Ma× geeft: € 100
Hij krijgt terug: €
� 68
� 65
� 32
� 28
� 18
� 15
Ma× geeft: € 50
Hij krijgt terug: € 18
blok 414les 16 en 17
9006632064_14-17.indd 14 14-08-2012 09:54:46
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Vul in.
C 2 Vul in.
CD 3 Betaal met 4 briefjes of munten.
Maak de sommen erbij.
Maak sommen uit de tafel van 2 en 3.
Vul de waarde in.
Doe het zo.
3 3 3
3 + 3 + 3 = 93 × 3 = 9
c
3
× 3 =
d
3
× 3 =
a
3
+ + + + + =
× 3 =
b
3
× = × = × = × =
× = × = × = × =
a Hoe groot is het vaste groepje? Maak 4 keersommen:
b Hoe groot is het vaste groepje? Maak 4 keersommen:
Vul de waarde in.
a a € 53 € 50 +
b € 46
c € 67
b d € 82
15blok 4les 18 en 19
9006632064_14-17.indd 15 14-08-2012 09:54:47
C 1 Hoeveel geld terug?
CC 2 Maak de keersommen erbij.
Leg de som met geld. Tel net als de verkoopster. Teken de som op de lijn.
De kok doet aardbeien op de kwark.
a a Voor 1 bakje heeft de kok aardbeien nodig.
b Voor 2 bakjes heeft de kok aardbeien nodig.
c Voor 3 bakjes heeft de kok aardbeien nodig.
d Voor 6 bakjes heeft de kok aardbeien nodig.
b e Voor 15 bakjes heeft de kok aardbeien nodig.
c Ma× geeft: € 100
Hij krijgt terug: €
Ma× geeft: € 50
Hij krijgt terug: € 18
50
140
140 �.�� m
�.�� min
��:��
��:��
5032
2 1 5 10
a a Ma× geeft: € 50
Hij krijgt terug: €
b Ma× geeft: € 50
Hij krijgt terug: €
b d Ma× geeft: € 100
Hij krijgt terug: €
� 32� 26
� 35 � 29 � 12
blok 416les 20 herhalen
9006632064_14-17.indd 16 14-08-2012 09:54:52
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 3 Kleur en teken.
CD 4 Tegels leggen.
1
Welke kaartjes horen bij de tafel van 3? Kleur die kaartjes rood.Welke kaartjes horen bij de tafel van 4? Teken een kring om die kaartjes.
Rode kaartjes met een kring zijn:
Hoeveel kost deze vloer?
2 4 5 7 8 10
11 13 14 16 17 19 20
22 23 25 26 28 29
31 32 34 35 37 38 40
CD 5 Vul in. a a b b c
− 10 20 40
50 4041
73
65
87
− 9 19 41
70
53
75
96
88
− 19 21 39
87
46
75
96
88
= € 2 = € 5 = € 3 = € 4
Totaal + = € Totaal € Totaal €
les 20 oefenenblok 4
a b b c
3
12
21
33
24
15
27
36
18
30
39
6 9
17
9006632064_14-17.indd 17 14-08-2012 09:54:54
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Ga zo verder.
C 2 Ga zo verder.
Maak de rand af.
Maak de rand af.
CD3 Op welke getallen kom je uit?Welke sommen horen erbij?
a Hoe groot is het vaste groepje?
b Hoeveel groepjes in 1 patroon?
c Het aantal tegels in een patroon is × = tegels.
d Hoeveel patronen passen er op de wand?
a Hoe groot is het vaste groepje?
b Hoeveel groepjes in 1 patroon?
c Het aantal tegels in een patroon is × = tegels.
d Hoeveel patronen passen er op de wand?
10 10 23
37
10 10 23
17
10
28
30 5a a b b c
37 + = 17 + = 28 + =
CD4 Vul in.a a b b c36 +10 46 +2 41 +20 +4 35 +40 +6
blok 418les 21 en 22
9006632064_18-21.indd 18 14-08-2012 09:55:23
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 1 Hoe lang is de lijn?
C 2 Teken met de liniaal.
CD4 Vul in.
a Teken de figuur precies na. b b Maak de figuur 2 × zo klein.
A
B C
DE
F G
HI
K
van A naar B? cm
van D naar E? cm
van F naar G? cm
van B naar C? cm
van E naar F? cm
van G naar H? cm
+ 2 4 10
30
42
53
66
78
a a b b c+ 7 9 10 11
30
42
53
66
78
− 7 9 10 11
30
42
53
66
78
a a b
c b dvan C naar E? cm
van E naar G? cm
van G naar I? cm
van A naar D? cm
van D naar G? cm
van A naar K? cm
CD3 Wat betekent het woord ‘ongeveer’?Een potlood is ongeveer 14 cm lang: Het potlood is iets korter dan 14 cm.▫ Het potlood is precies 14 cm lang.▫ Het potlood is iets langer dan 14 cm.▫x▫ Het potlood is iets langer of iets korter dan 14 cm.
19blok 4les 23 en 24
9006632064_18-21.indd 19 14-08-2012 09:55:23
C 1 Ga zo verder.
C 3 Meet en teken.
C 2 Ga zo verder.
Maak de tegelrand af.
Gebruik je liniaal.
Maak de tegelrand af.
a Hoe groot zijn de vaste groepjes? en
b Hoeveel patronen kun je maken?
c Hoeveel grijze tegels zijn nodig voor de rand? × = tegels
d Hoeveel zwarte tegels zijn nodig voor de rand? × = tegels
a Hoe groot zijn de vaste groepjes? en
b Hoeveel patronen kun je maken?
c Hoeveel grijze tegels zijn nodig voor de rand? × = tegels
d Hoeveel zwarte tegels zijn nodig voor de rand? × = tegels
a a Meet alle lijnen en vul de lengte in.
b Teken de figuur na. Maak alle lijnen 2 keer zo lang.
b c Schrijf bij elke lijn die je tekent hoe lang die is.
cm
cm cm
cm
cm
cm
cm
cm
cm
cm cm
cm
cm
cm
cm
cm
cm cm
cm
cm cm
cm
cm
blok 420les 25 herhalen
9006632064_18-21.indd 20 14-08-2012 09:55:24
even snel blz. 22 - 25 verder blz. 26 - 29 plus blz. 30 - 33 computer
C 4 Meet en teken.Maak de figuur 2 keer zo groot.
CD5 Maak de sommen. a a 1 × 10 =
10 × 3 =
1 × 4 =
10 × 2 =
b 1 × 5 =
10 × 2 =
1 × 10 =
10 × 5 =
c 2 × 3 =
4 × 5 =
6 × 4 =
8 × 2 =
b d 8 × = 24
7 × = 35
4 × = 16
9 × = 18
CD6 Maak de sommen. a a 2 × 2 =
4 × 2 =
3 × 2 =
5 × 2 =
b 8 × 2 =
6 × 2 =
7 × 2 =
9 × 2 =
c 2 × 5 =
4 × 5 =
3 × 5 =
5 × 5 =
b d 8 × = 40
6 × = 30
7 × = 35
9 × = 45
a b
les 25 oefenenblok 4
CD7 Tel met sprongen.
a a
b
c
Let op: tafels.
d
a b b
2 4 8 10 16 20
4 8 12 20 28 36
5 10 20 30 40 50
3 6 9 15 24 30
21
9006632064_18-21.indd 21 14-08-2012 09:55:25
Alles teltReken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Auteurs:Els van den Bosch-PloeghBrugt KrolJeannette Nijs-van NoortAd PlompWim SweersAnne Coos Vuurmans
Inhoudelijke redactie:Broodtekst redactie, Utrecht / Marieke van Osch
Redactie:Fundamentaal, Culemborg
Ontwerp: Criterium, Arnhem
Opmaak:GrafiData, Deventer
Vormgeving en beeldverwerving:LaVerbe, Nijmegen
Illustraties:Anka Kresse - omslagillustratieLaVerbe – pagina 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61.Madeleine van der Raad – 14, 16, 38, 48, 50, 60.
Fotografie:Ron Steemers – omslagfotografieLaVerbe- pagina 6, 12, 16, 26, 28, 35, 38, 42, 45, 46, 48, 52, 55, 56.I-stock – pagina 6, 12, 26, 52.
ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.
Samen leren vernieuwen.
www.thiememeulenhoff.nl
ISBN 978 90 06 63206 4Tweede druk, twaalfde oplage, 2018
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2009
De 2e editie van Alles telt is een volledige herziening van de 1e editie © ThiemeMeulenhoff, AmersfoortDe 1e editie van Alles telt is gebaseerd op Das Zahlenbuch © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart, Federal Republic of Germany
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.
Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
9006632064_62-63.indd 63 15/11/18 10:21
9 7 8 9 0 0 6 6 3 2 0 6 4
www.thiememeulenhoff .nl/allestelt
9006632064_omslag.indd 1 20/01/16 10:17
Top Related