Download - 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Transcript
Page 1: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Plaa

tsin

g

33

451 • SGG VISION-LITE PLUS

3.1 Eigenschappen en functies van glas

3.2 Technische vragen

3.3 Plaatsing

453 u Plaatsing van glas in sponningen

466 u Aquariumbeglazing

467 u Vloerbeglazing

468 u VEC (verlijmde buitenbeglazing)

471 u Opslag

475 u Onderhoud

3.4 Regelgeving

Bureaus Mahler 4, Amsterdam, NederlandArchitecten: Rafael Viñoly - Oever/Zaaijer en Partners

Page 2: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

- enkele beglazing (SGG PLANILUX):1/300 van de overspanning;

- dubbele beglazing (SGG CLIMALIT, SGG CLIMAPLUS): 1/300 van de over-spanning met een maximum van8 mm;

- dubbele dakbeglazing (type SGG SKY-LITE of andere):- 1/300 van de overspanning‚ met

een maximum van 8 mm voor dynamische belasting

- 1/600 van de overspanning‚ met eenmaximum van 6 mm voor statischebelasting (sneeuw + eigen gewicht);

om als steun te kunnen worden be-schouwd. Dit zonder rekening te houdenmet de eigen stijfheid van de beglazing.Behoudens specifieke studies moetendubbele beglazingen altijd aan alle 4de kanten in een sponning geplaatstworden.Bij beglazingen met vrije glasranden isde doorbuiging van de glasranden on-der invloed van wind beperkt tot:- 1/100 van de afstand tussen de

steunzijden voor enkele, mono-lithische of gelaagde beglazing;

- 1/150 van de afstand tussen desteunzijden voor dubbele beglazing.

S p o n n i n g e nEr zijn verschillende soorten sponnin-gen op de markt.

Open sponningenDe ”open” sponningen (naar buitentoe) zijn uitsluitend voorbehoudenvoor het plaatsen van enkel glas op eenhoogte van minder dan 10 m, eenoppervlakte van minder dan 2 m2 eneen dikte van maximaal 4 mm.Het glasblad wordt geplaatst in een volkitbad, waarbij de kit een afschuining

heeft van ongeveer 45°. De hoogte vande kit is 2 mm minder dan de hoogtevan de sponning zodat de kit vollediggeschilderd kan worden zonder de nut-tige oppervlakte van de beglazing teverkleinen.De volgende afmetingen moeten inacht worden genomen:- de omtrekspeling is 2 tot 5 mm;- de hoogte van de sponning is min-

stens gelijk aan 13 mm; - de zijspeling die moet worden nage-

leefd, bedraagt minstens 3 mm;- de breedte van de sponning moet dus

gelijk zijn aan de dikte van de beglazingvermeerderd met de 3 mm speling.

De beglazing wordt mechanisch vast-gehouden met behulp van spijkers dieom de 40 cm en op 10 cm van de hoekzijn geplaatst. Het doel van de kit isenkel om de afdichting te waarborgenen te voorkomen dat de beglazing gaattrillen.

Plaatsing van glas in sponningen

33

Plaatsing van glas in sponningen • 454

Plaatsing

B e g l a z i n g e nDe dikte van een beglazing moet in deeerste plaats correct bepaald wordenom bestand te zijn tegen de winddrukbij verticale buitenbeglazingen of tegende combinaties van wind- en sneeuw-druk en het eigen gewicht in het gevalvan schuine buitenbeglazingen.De afmetingen van de beglazing moeten bepaald worden volgens dehoogte van de sponning in het kozijnen volgens de speling die moet wordenvoorzien, rekening houdend met detoleranties op het kozijn.De glasrand moet zuiver zijn en zondersplinters. De beglazing mag tijdens debouw of bij latere herstelwerkzaamhe-den niet bevuild worden met cement ofsilicaatverfspatten (bij eventuele spattendeze onmiddellijk verwijderen) of metlasspatten of vonken die het glas aan deoppervlakte raken en erin branden.Tijdens het schoonmaken en vooralaan het einde van de werkzaamhedenmoet men opletten voor het risico op

krassen door schurend stof (cement ofandere).Er moeten lekdorpels worden voorzienom de beglazing te beveiligen tegendoorsijpelend water afkomstig uit dehoger gelegen delen, voornamelijk hetbeton.

K o z i j n e nDe kozijnen moeten vlak zijn en be-stand tegen de gecombineerde inwer-king van belastingen van buitenaf(wind, temperatuur, enz.), de bewegin-gen van het gebouw en het eigengewicht van de beglazing. Ze moetenvoldoen aan de criteria voor mechani-sche weerstand uit de EengemaakteTechnische Specificatie (STS) 52”Buitenschrijnwerk”. De kozijnen moe-ten indien nodig worden beschermdtegen corrosie of rotting. De vervorming van elk bouwdeel, bere-kend volgens de TV 221 en volgens hetinformatieblad 97/6 van de BUtgb, magqua doorbuiging niet groter zijn dan:

Plaatsing van glas in sponningen

453 • Plaatsing van glas in sponningen

33

De plaatsing van beglazing moet conform zijnmet de norm TV 221 van het WTCB “Plaatsingvan beglazingen in sponningen” (september

2001). Dit document vervangt dus het deel over plaat-sing van de TV 176 “Dakbeglazingen”. We merken ookop dat de TV 214 en 221 de TV 110 en 113 vervangen.Om de duurzaamheid van de geplaatste beglazing te verzekeren en kwaliteitsvermindering te beperken,volstaat het de hierna volgende regels en aanbevelin-gen te volgen.

1 = spijker

2 = kit

3 = stoprand

BinnenBuiten

Page 3: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Plaatsing van glas in sponningen • 456

Afmetingen en spelingDe omtrekspeling wordt voorzien omelk contact “kozijn-beglazing” (zie

Nuttige hoogte van de sponningRekening houdend met de omtrekspe-ling, de toleranties op de afmetingenvan de beglazingen en de kozijnen ende minimale steunhoogtes die nodigzijn om een correcte plaatsing van debeglazing te verkrijgen, geeft de vol-gende tabel de minimale sponning-hoogtes voor de plaatsing in gesloten

beglazingsblokjes pagina 460) te ver-mijden. De volgende minimumspelin-gen moeten worden nageleefd:

sponning (NBN S 23-002 en TV 221).Deze hoogtes zijn nodig om de afdich-tingsvoeg te beschermen tegen de UV-stralen in het geval van dubbelebeglazingen en om de mechanischeweerstand van de beglazing te waar-borgen in geval van belasting. In allegevallen moet de sponninghoogte vol-doende groot zijn, zodat de voeg van dedubbele beglazingen niet zichtbaar is.

Plaatsing van glas in sponningen

33Plaatsing

Gesloten sponningenOm een betere duurzaamheid te waar-borgen, zowel van de beglazing als van het afdichtingsmateriaal, is degesloten sponning verplicht voor allebeglazingen die niet vermeld wordenin de vorige paragraaf.De sponningbodem moet een correcteplaatsing mogelijk maken van desteunblokjes en dus een stabiele plaat-sing van de beglazing. De verticale zijden van de sponningen en de glas-latten ten opzichte van de beglazingmoeten parallel lopen met de zijdenvan de beglazing.

Sponningen met glaslattenOver het algemeen wordt de beglazingbevestigd door glaslatten in een gesloten sponning. De glaslat is stevigen de hoogte moet die van de spon-ning benaderen. Voor gevelbeglazingenmoeten deze glaslatten over het alge-meen aan de binnenkant worden ge-plaatst. Voor zware volumes (van groteafmetingen) die niet aan de binnen-kant kunnen worden geplaatst, mogende glaslatten zich aan de buitenkantbevinden. Ze moeten demonteerbaarzijn om de eventuele vervanging vande beglazing mogelijk te maken. Zekunnen op verschillende manierenworden bevestigd (zie figuren):- voor houten kozijnen worden ze met

schroeven of spijkers aangebracht inde sponning of vastgeklikt;

- voor de metalen of kunststofkozijnenworden ze vastgeklikt in de hiertoevoorziene gleuven in de sponning-bodem (minstens twee gleuven). Bijmetalen kozijnen worden soms ookextra schroeven voorzien.

Plaatsing van glas in sponningen

455 • Plaatsing van glas in sponningen

33

Vastgeschroefde of gespijkerde glaslat in hout

Opgelegde vastgeschroefde of gespijkerde glaslat in hout

Op gleuf vastgeclipte glaslatin metaal

of kunststof

1 = aanslag2 = sponningbodem3 = glaslat4 = nuttige sponningbreedte5 = nuttige sponninghoogte

6 = inklemming in de sponning of steunhoogte

7 = randspeling (of speling van de sponningbodem)

8 = zijspeling

Buiten Binnen Buiten Binnen

Oppervlakte S van de beglazing (m2) < 0.25 0.25 ≤ S < 2 2 ≤ S < 6 S ≥ 6

Minimale Enkel glas 3 mm 3 mm 4 mm 5 mm

omtrekspeling Dubbele beglazing 4 mm 4 mm 4 mm 5 mm

Oppervlakte S van de beglazing (m2) < 0.25 0.25 ≤ S < 2 2 ≤ S < 6 S ≥ 6

Nuttige Enkel glas 10 mm 13 mm 18 mm 25 mm

sponninghoogte Dubbele beglazing 18 mm 18 mm 18 mm 25 mm

Houten kozijn Metalen of kunststof kozijn

Page 4: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Oppervlakte S van de beglazing (m2) < 0.25 0.25 ≤ S < 2 2 ≤ S < 6 S ≥ 6

Minimale inklemmings- Enkel glas 7 mm 10 mm 14 mm 20 mmhoogte van het glas Dubbele beglazing 14 mm 14 mm 14 mm 20 mm

Plaatsing van glas in sponningen • 458

B e g l a z i n g s b l o k j e sDe beglazingsblokjes waarborgen decorrecte plaatsing van de beglazing inde sponning en zorgen er ook voor datdeze behouden blijft. Zij worden ge-bruikt om het contact tussen het glasen het kozijn te vermijden en om hetgewicht van de beglazing over bepaal-de punten van het kozijn te verdelen.

Soorten beglazingsblokjesWe onderscheiden drie soorten beglazingsblokjes:- steunblokjes (C1): dragen het eigen

gewicht van de beglazing over op hetkozijn;

- stelblokjes (C2): maken het mogelijkde beglazing correct te plaatsen tenopzichte van de sponningsbodem ente vermijden dat ze verschuift, voor-namelijk tijdens het bewegen van devleugels, en dragen in de meeste ge-vallen bij tot het behoud van dehaaksheid van de opengaande ramen;

- spatieblokjes (C3): maken het moge-lijk de beglazing correct te plaatsenten opzichte van de aanslag van desponning aan de ene kant en van de

glaslat aan de andere kant en vermij-den dat de beglazing verschuift. Zewaarborgen ook de regelmatige diktevan de afdichtingsvoeg tussen debeglazing en het kozijn (in het vlakdat parallel loopt met de beglazing).Deze blokjes dragen de loodrechtebelasting op het vlak van de begla-zing over op het kozijn. Ze wordenmeestal vervangen door een continueafstandshouder (profielen in elasto-meer) die dan eveneens dienst doetals voegvulling.

Aard van de beglazingsblokjesDe steun- en stelblokjes zijn vervaar-digd uit kunststof (bv.: polypropyleenof polyamide) met een hardheid van 70 à 95 DIDC (Shore A, volgens ISO 48)en een verwekingspunt hoger dan 80 °C. Beglazingsblokjes in polystyreenmogen in geen geval worden gebruiktvoor de plaatsing van dubbele begla-zingen.De spatieblokjes moeten vervaardigdzijn uit elastomere materialen met eenhardheid van 50 à 70 DIDC (Shore A,volgens ISO 48 en NBN EN ISO 2039-1).

Plaatsing van glas in sponningen

33Plaatsing

Inklemmingshoogte van het glasOp basis van de nuttige sponninghoog-tes en de omtrekspelingen kunnen de

Breedte van de sponningDe nuttige breedte van de sponningwordt gemeten tussen de grootste uit-stekende delen tussen de aanslag van desponning en de glaslat. De minimumbreedte moet voldoende zijn zodat (alser rekeningen gehouden wordt met dediktetoleranties van de beglazingen) dedoor het afdichtingsmateriaal vereistezijspeling nageleefd wordt, d.i. minstens3 mm voor afdichtingsprofielen en 4 mm voor afdichtingskits.

DrainageDe drainage van de sponningbodemheeft als doel de druk tussen de buiten-lucht en de sponningsbodem in even-wicht te brengen, wat de mogelijke in-dringing van condensatiewater beperkten de afvoer van eventueel ingesijpeldwater bevordert. Dit betekent niet dateen slechte dichting toegelaten is. Het draineren van de sponning is ver-plicht voor dubbele beglazing. Zelfs inhet geval van monolithische beglazing

minimale steunhoogtes in de sponningworden gegeven.

is het draineren van de sponning aan-bevolen om de waterdichtheid te ver-beteren en de invloed van de vochtig-heid te vermijden. Het drainagekanaalop de sponningbodem (kanaal waarinhet water wordt opgevangen) moeteen sectie hebben van 30 à 36 mm2.De autodrainering wordt meestal ver-kregen door in de bodem van de onder-ste sponning gaten te boren met eendiameter van 8 mm of inkepingen temaken met minimale afmetingen van20 mm x 5 mm. Deze verbinden desponningbodem met een kamer voordrukevenwicht die onder de vleugelgeplaatst is (zie fig. 1) of bij gebrekdaaraan rechtstreeks met de buiten-lucht (zie fig. 2). Voor de kozijnen met een breedte vanminder dan 1 m moet een gat of gleufvoorzien worden nabij de hoeken vanhet kozijn (d.i. 2 openingen per kozijn).Voor kozijnen met een breedte vanmeer dan 1 m moet er om de 50 cmeen extra gat of gleuf worden voorzien(te verdelen over de breedte).

Plaatsing van glas in sponningen

457 • Plaatsing van glas in sponningen

33

C1 = steunblokje C2 = stelblokje C3 = spatieblokje

Steunvlak voor beglazingsblokjesSponningsbodem onder hellingBuitenSchroef ter bevestiging van de glaslatDrainageopening

Kamer voor drukevenwicht Drainageopening Ø 8

Buiten Buiten

Page 5: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Plaatsing van glas in sponningen • 460

vermindert; de contacthoogte methet glas moet minstens 5 mm bedra-gen;

- de dikte van de spatieblokjes moetiets minder zijn dan de speling tussende beglazing en de flank van de spon-ning of de glaslat.

Plaats van de beglazingsblokjesDe plaats van de beglazingsblokjes inde kozijnen is afhankelijk van:- het type kozijn dat wordt gebruikt;- het vergrendelingssysteem;- het ophangsysteem.De plaatsen van de steunblokjes (C1)en stelblokjes (C2) zijn aangegeven opde volgende figuur:

Plaatsing van glas in sponningen

33Plaatsing

De dikte van het beglazingsblokjemoet dusdanig zijn dat de minimaleomtrekspelingen opgegeven in deonderstaande tabel nageleefd worden.

Afmetingen van de beglazings-blokjes

Steunblokjes (C1)De breedte van de steunblokjes moetminstens gelijk zijn aan de dikte van debeglazing, zodat deze over de heledikte ondersteund wordt. In de praktijkgebruikt men steunblokjes met eenbreedte die minstens gelijk is aan dedikte van de beglazing vermeerderdmet een zijspeling.De lengte L van een steunblokje hangtaf van het gewicht van de beglazing,haar overdracht op de sponningbodem,de drukweerstand van het steunblokjeen het aantal steunblokjes onder deonderste rand van de beglazing, d.w.z.van het type opening van het kozijn. De minimumlengte van een beglazings-blokje wordt zodanig berekend dat dereactiespanning ter hoogte van het blok-je niet meer bedraagt dan 1,5 N/mm2

met een minimum van 50 mm.Volgens de prEN12488:

waarin: - L de berekende lengte is van het

beglazingsblokje (mm) - 25 het gewicht van de beglazing is

uitgedrukt in N/m2 en mm dikte- S de oppervlakte van de ruit is in m2

- n het aantal steunblokjes is onder deonderste rand van de beglazing (n = 1

of 2 afhankelijk van het type kozijn)

- · de helling van de beglazing is tenopzichte van de waterpaslijn

- Û de toelaatbare spanning van hetbeglazingsblokje is (N/mm2) • beglazingsblokje in hard hout: Û = 1,5 N/mm2

• beglazingsblokje in elastomeer:

- 75 DIDC*: Û = 0,7 N/mm2

- 80 DIDC: Û = 0,9 N/mm2

* DIDC = Internationale Hardheidsgraad van Rubber

De dikte van het beglazingsblokjemoet minstens gelijk zijn aan de mini-male speling tussen de beglazing en desponningbodem.

Stelblokjes (C2)Breedte: zie beglazingsblokjes C1De lengte van deze blokjes mag nooitminder zijn dan 50 mm.De dikte van de stelblokjes is minstensgelijk aan de minimale speling tussende beglazing en de sponningbodem.

Spatieblokjes (C3)Als er spatieblokjes worden gebruikt inplaats van doorlopende profielen, danmoeten deze blokjes beantwoordenaan de volgende vereisten:- de minimumlengte van de spatieblok-

jes is 30 mm;- de spatieblokjes moeten een hoogte

hebben die de hoogte van het afdich-tingsmateriaal van de beglazing niet

De omtrekspelingen kunnen tevensworden uitgedrukt volgens de minima-le nuttige hoogte van de sponning(mm).

Plaatsing van glas in sponningen

459 • Plaatsing van glas in sponningen

33

L = 25 x S x sin ·n x Û

Minimale nuttige hoogte van de sponning (mm) 10 13 18 25

Minimale omtrekspeling Jp (mm) 3 3 4 5

vast raam opendraaiend raam tuimelraam

valraam draai-kipraam buitenduwend raam

verticaal schuifraam horizontaal schuifraam

asymmetrisch wentelraam symmetrisch wentelraam

Bron Pr EN ISO 14439

Page 6: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Plaatsing van glas in sponningen • 462

A f d i c h t i n g b e g l a -z i n g - k o z i j n

De afdichtingsmaterialen moeten zor-gen voor de water- en luchtdichtheidvan de sponningen. Ze moeten zo ont-worpen zijn dat ze uitzettingen, vervor-mingen en trillingen kunnen compen-

We onderscheiden:- de kitsoorten;- de voorgevormde vulprofielen;- droogbeglazingsprofielen.

Soorten afdichtingsmaterialen

Keuze van de kitsoortenVoor glaswerken wordt meestal een kitop basis van siliconen gebruikt.De kitsoorten bestemd voor de glasfa-bricage zijn onderverdeeld in vier cate-gorieën, afhankelijk van hun amplitu-defactor en hun modulus. Zie STS 56.1voor de definitie van deze begrippen.De keuze van de kit is afhankelijk vande functie van de kit, de aard van de

ondergrond en de amplitude van debeweging van de voeg.Speciale aandacht moet besteed wor-den aan zelfreinigende beglazingen(zie onze plaatsingsfiche).

seren of absorberen. In de loop van dejaren moeten ze ook hun goede eigen-schappen behouden.

Plaatsing van glas in sponningen

33Plaatsing

Behalve voor kozijnen met een vertica-le rotatie-as worden de steunblokjessteeds per 2 geplaatst in de bodem vande onderste sponning (loodrecht op de rolpunten voor horizontale schuif-ramen).Voor kozijnen met een verticale rota-tie-as wordt slechts één steunblokjevoorzien in onderste sponningbodem:- aan de kant van de scharnieren voor

opendraaiende ramen,- loodrecht op de draai-as voor taats-

ramen.Een bijkomend steunblokje is dan ver-eist op de verticale sponningsbodems.De spatieblokjes worden geplaatst:- tegenover elkaar;- in de nabijheid van de steunblokjes

C1 en stelblokjes C2 maar op eenafstand van minstens 50 mm omgeen onderbreking te veroorzaken inde afdichtingsvoeg;

- om de 400 à 500 mm (300 à 400 mmvoor horizontale taatsramen).

Plaats van de steun- en stelblokjesDeze beglazingsblokjes moeten wor-den geplaatst zoals is aangeduid op deschetsen op pagina 460, zonder toe-voeging van andere beglazingsblokjesop andere plaatsen.De afstand tussen de as van de steun-blokjes en de rand van de beglazingmoet tussen 1/4 en 1/10 van de lengtevan de beglazing bedragen.De afstand tussen de buitenste randvan het steunblokje en de rand van debeglazing is ongeveer gelijk aan 1/20van de lengte van de beglazing meteen minimum van 50 mm of van delengte L van het beglazingsblokje. Menmoet ervoor zorgen dat het kozijn, opde plaats van de steunblokjes, debelastingen kan opvangen die door debeglazing worden doorgegeven.

Plaatsing van glas in sponningen

461 • Plaatsing van glas in sponningen

33

L/20 (minstens 50 mm)Tussen L/4 en L/10

1 = 1ste randafdichting2 = 2de randafdichting

3 = wateropvangkanaal4 = draineerbuis

Buiten Binnen

Kit- Functie van de kit Soort glasklasse

25 LM Te waarborgen afdichtingGekleurd

25 HM Te waarborgen afdichting glas ofen over te dragen spanningen opaak

20 LM Te waarborgen afdichting

20 HM Te waarborgen afdichting Helder glas

en over te dragen spanningen

Page 7: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Plaatsing van glas in sponningen • 464

Afdichtingssystemen

Bepaling van het afdichtingssysteemBij het kiezen van een afdichtingssys-teem moet met verschillende criteriarekening worden gehouden, zijnde:• De blootstelling aan regen.

De klassen van blootstelling aanregen zijn bepaald en hangen af van:- de ligging van het bouwwerk;- de plaatsing van de beglazing ten

opzichte van het vlakke deel van degevel;

- de afstand boven de grond.• De aard van het kozijn.• De aard en de afmetingen van de

beglazing.

Vol kitbadDeze techniek wordt afgeraden omdathet heel moeilijk is om een perfect volbad te verkrijgen. Het systeem mag inalle geval niet worden gebruikt voorgelaagde en dubbele beglazingen aan-gezien hierbij drainering onmogelijk is.

Gedraineerde sponningDeze plaatsingsmethode wordt tegen-woordig het meest gebruikt. Bij zwem-baden wordt bijzondere aandachtbesteed aan een goed geventileerdesponning. Ook wordt aangeraden dehoogte van de 2de dichtingsvoeg cq

sponning te verhogen.

B i j z o n d e r ep l a a t s i n g e n

Dakbeglazing

SteunenDe steunen worden zo bepaald dat zebestand zijn tegen de belastingen dieze normaal moeten ondergaan (eigen

gewicht van de beglazingen en klima-tologische belasting). De beglazings-blokjes moeten beantwoorden aan devoorschriften van de pagina 460. Despatieblokjes moeten steeds wordenuitgevoerd met doorlopende profielenof voegbodems met een voldoendegrote weerstand om het gewicht vande beglazing op te vangen.

SponningenEnkel de gesloten sponning is toegela-ten. De onderste sponning moet zoopgebouwd worden dat er geen waterwordt vastgehouden. De glaslat of voeg-lat moet aan de buitenzijde liggen.De nuttige hoogte van de sponningenmoet van dien aard zijn dat, rekeninghoudend met de toleranties van hetkozijn, de beglazing en de minimaleomtrekspeling, de afdichtingsvoeg volle-dig in de sponning gevat is. Drainage is verplicht. De drainage-ope-ningen moeten een oppervlakte hebbenvan minstens 50 mm2, waarbij de klein-ste afmeting minstens 5 mm moetbedragen.Om een doeltreffende drainage te waar-borgen, moeten 3 drainage-openingenworden voorzien (één extra opening per50 cm als de overspanning groter is dan1 m).

HellingenOm de dichtheid te waarborgen envuilophoping te vermijden, mogen dehellingen niet kleiner zijn dan 10°. Alsde helling minstens groter is dan 75°ten opzichte van de waterpaslijn, danzijn de beglazingen te beschouwen alsgevelbeglazingen (d.w.z. dat het nietverplicht is om ter bescherming vanpersonen tegen vallende voorwerpeneen gelaagd veiligheidsglas te plaatsenaan de binnenkant van de dubbele

Plaatsing van glas in sponningen

33Plaatsing

De keuze van de amplitudefactor isafhankelijk van het soort glas. Het ver-dient aanbeveling om minstens klasse20 te gebruiken voor blank glas en klasse 25 voor gekleurd SGG PARSOL-glas,ondoorzichtig SGG EMALIT-glas of SGG CLIMAPLUS SOLAR CONTROL-glasmet zonwerende coating. Een kit kanaltijd worden vervangen door een ande-re kit met een hogere amplitudefactor.De keuze van de modulus hangt ervanaf of de spanningen al dan niet moe-ten worden overgedragen door de kit.Een kit met een lage modulus (LM)wordt gebruikt wanneer hij vooral devoeg moet afdichten. Een kit met eenhoge modulus (HM) is aanbevolen alsde kit bovendien de spanningen moetoverdragen (bijvoorbeeld: voegen tussennaast elkaar geplaatste vitrinebeglazing).

Afmetingen en plaatsingDe breedte van de voegkit moet 4 mmbedragen, met een minimum van 3 mmop elk punt. De diepte van de voegkitmoet minstens 4 mm bedragen.De voegvulling moet aangepast zijnaan de gebruikte kit en zodanig wor-

den geplaatst dat de minimaal vereistediepte van de kit bereikt wordt. Dezevoegvulling vervangt in de meestegevallen de spatieblokjes C3 bij deplaatsingen met kit.De kit moet worden aangebracht opeen oppervlakte die schoon, droog,vlak en vooral stof- en vetvrij is. Detemperatuur van de ondergrond moettussen 5 en 50°C bedragen, behalveindien anders aangegeven door defabrikant.De afdichtingskit moet te combinerenzijn met de aangrenzende materialen.

Voorgevormde vulprofielenOnder voorgevormde vulprofielen ver-staan we producten in de vorm vanplatte stroken, snoeren of U-vormigeprofielen die bestemd zijn om de spon-ning op te vullen onder een afwerkkit.Gecombineerd met een afdichtingskitbegrenzen ze de doorsnede ervan enkunnen ze onder druk geplaatst worden.

DichtingsprofielenZij bestaan in de vorm van stroken ofprofielen. De dichting wordt verzorgddoor de contactdruk die bestaat tussenhet profiel en het/de oppervlak(ken)van de beglazing enerzijds en de verti-cale zijde van de sponning anderzijds.Voor de dubbele SGG CLIMALIT- en SGG CLIMAPLUS-beglazingen moet dezedruk beperkt worden tot 20 N/lineairecm onder tijdelijke belasting en tot10 N/cm onder permanente belasting.De droogbeglazingsprofielen wordengebruikt in combinatie met gedraineer-de sponningen.De droogbeglazingsprofielen moetente combineren zijn met de materialenwaarmee ze in contact komen.

Plaatsing van glas in sponningen

463 • Plaatsing van glas in sponningen

33

Buiten Binnen

1 = kit2 = voegvullingb = breedte van de kitbandp = diepte van de kitband

1

22

p

b

Page 8: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Aquariumbeglazing • 466

A q u a r i u mb e g l a z i n gb e v e s t i g d i nd e s p o n n i n g

Aangezien de beglazing voor grote aqua-riums enkele honderden kilo’s kan wegen,moet ze binnenin het aquarium wordengeplaatst zodat de druk van het waterde beglazing in de sponning klemt.De steunstructuur moet stijf zijn opdatde vervormingen kleiner blijven dan1/500 van de lengte van de beschouwdezijde onder hydrostatische werkdruk.De afmeting van de steunen in de spon-ning is minstens gelijk aan 2 maal dedikte van de beglazing en hun oppervlakmag geen oneffenheden van meer dan 2 mm vertonen.Vóór de plaatsing van de beglazing moe-ten de oppervlakken van de sponningworden bedekt met producten die be-scherming bieden tegen corrosie en deafdichting tussen deze sponning en deruwbouw.Omdat de beglazing op beglazingsblokjeswordt geplaatst, wordt de dichtheidgewaarborgd door een elastomeervoegvan eerste categorie die ongevoelig isvoor zoet- of zeewater en met de pompis geëxtrudeerd. Het aquarium mag pasmet water worden gevuld na de volledigepolymerisatie van dit afdichtingsproduct,

een proces dat enkele weken kan duren. Vóór het aanbrengen van het afdich-tingsproduct, moeten de combineer-baarheid en de hechting ervan met hetbeschermende product van de sponningworden gecontroleerd.Om eventuele degradatie van de veilig-heidsfolie van gelaagd glas te voorko-men, wordt aanbevolen om onderaan desponning luchtgaten aan te brengen dieuitkomen aan de kant van het publiek(twee buisjes in vormvast materiaal meteen diameter van 8 mm bijvoorbeeld).De aquariumbeglazing hoeft niet vast-gezet te worden, aangezien de waterdrukmeestal voldoende groot is om de tegelperfect tegen de sponning te drukken.

G e l i j m d e a q u a -r i u m b e g l a z i n g

De aquariumbeglazing die ”glas opglas” worden gekleefd, horen voldoen-de steun te vinden ter hoogte van deverlijming. Deze techniek is evenwelvoorbehouden voor kleine aquariumsen de constructeur moet bij de lijmfa-brikant informatie opvragen over demechanische prestaties van de lijm(verschuiving, trekkracht, enz.) onderpermanente belasting in een vochtigen agressief milieu (bijvoorbeeld warmzeewater).

Aquariumbeglazing33

Plaatsing

beglazing), behalve wanneer de hori-zontale projectie van de hellendebeglazing meer dan 50 cm lang is.

Beperking van de spanningen• Thermische spanningen: de thermi-

sche belasting is aanzienlijk hoger opdaken (zie thermische spanning).

• Mechanische spanningen: het dakmoet zo ontworpen zijn dat men debeglazing kan schoonmaken zondererop te lopen. In het andere geval iseen specifieke dimensionering nood-zakelijk.

Bescherming tegen UV-stralenAls de afdichtingsvoeg (glasranden) vande beglazing is blootgesteld aan zon-licht, mogen geen producten op basisvan polysulfide of polyurethaan wordengebruikt. Het verdient aanbeveling omsiliconenkits te gebruiken of de randenvan de dubbele beglazing te bescher-men met aangepaste randprofielen.

CondensatierisicoDoor hun helling zijn dakbeglazingenmeer blootgesteld aan de zonnestralingdan de traditionele gevelbeglazingen.Het condensatierisico aan de buiten-kant is dus groter, des te meer indien dethermische isolatie van de beglazingbeter is (zie pagina 442).

Akoestische beglazingenHet akoestische isolatieniveau dat ineen gebouw wordt verkregen is nietalleen afhankelijk van het prestatie-niveau van de beglazingen, maar ookvan de kwaliteit van de plaatsing envan de akoestische prestaties van deandere elementen van het gebouw.Men moet in het bijzonder zorgen voor:- de afdichting van de voegen tussen

de beglazing en het kozijn;

- de afdichting tussen het opendraai-ende en het vaste deel van het kozijndankzij een voldoende grote com-pressie van de afdichtingsvoegen;

- de duurzaamheid van de prestatiesvan de voegen;

- de afdichting tussen het kozijn en hetmetselwerk.

VeiligheidsbeglazingenNet als voor de akoestische isolatiemoeten de veiligheidsbeglazingen wor-den geplaatst in kozijnen die minstenseven goede veiligheidsprestaties bieden.Ter herinnering: in het geval van in-braakvertragend veiligheidsglas in dub-bele beglazing (SGG CLIMAPLUS PROTECT)wordt aanbevolen om het gelaagde glasaan de binnenkant te plaatsen.Voor brandbestendige beglazingenmoet een geheel kozijn-beglazing-afdichtingsmateriaal worden gebruiktwaarvoor een positief proefattest werdafgeleverd.

Beglazingen in een vochtige omgevingBijzondere aandacht moet worden be-steed aan dubbele beglazingen bestemdvoor de gevels van een ruimte waarinzich bijvoorbeeld een zwembad bevindt,zowel bij de vervaardiging van de begla-zing als bij de plaatsing ervan (in kozij-nen met geventileerde sponning) omeen betere bescherming van de beglazingtegen vocht en chloor te waarborgen.U dient ons dus vooraf te laten wetenwanneer deze toepassingen wordengevraagd.

Plaatsing van glas in sponningen

465 • Plaatsing van glas in sponningen

33

Kant van het water Kant van het publiek

Afdichtingsvoeg

Sponning

Ruwbouw

Dichte bekleding

LuchtgatAfdichtingsvoeg

Page 9: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

VEC • 468

A l g e m e e nDe VEC-techniek (verlijmde buitenbe-glazing of structural glazing) maakt hetmogelijk om zeer vlakke gevels te reali-seren en zodoende de beglazing tebenadrukken. De glazen componentenworden verlijmd met een kit die er ineerste instantie voor zorgt dat de span-ningen van deze componenten wordenovergedragen naar de draagstructuur.Omdat de kit de rol van structurelevoeg speelt, moet hij de spanningenveroorzaakt door de wind en eventueelhet eigen gewicht en de differentiëleuitzettingen tussen glas en steunkozijnopvangen. In geen enkel geval mag hijde voorzienbare vervormingen van hetgebouw opvangen. Deze moetenworden opgevangen ter hoogte van deverbinding ”kozijn/structuur” die deVEC-beglazingen ondersteunt.VEC is een verlijmingssysteem en geenpuur mechanisch systeem. De pro-blemen van veroudering, verenigbaar-heid van materialen, zuiverheid van hetoppervlak en bepaling van de afdich-tingsvoeg zijn dus fundamenteel.Er kunnen twee VEC-systemen wordengebruikt:- het semi-structurele systeem waarbij

het glas met 2 randen in een klassiekesponning geplaatst wordt en deandere randen verlijmd worden opeen ondersteunende structuur;

- het integrale systeem waarbij hetglas aan 4 randen verlijmd wordt opvan buitenaf onzichtbare kozijnen,wat leidt tot een uniform buitenaan-zicht zonder oneffenheden.

In varianten kan er slechts 1, 2 of 3randen worden verlijmd.

Elke toepassing van VEC moet specifiekbekeken worden in termen van voor-schriften en verzekering. Het overlegtussen de opdrachtgever, de architect,de gevelbouwer, de kitfabrikant, defabrikant van de panelen, het controle-bureau en de glasfabrikant is uiterstbelangrijk voor het onderzoek en degoedkeuring van de detailplannen.Daarom moet er een team wordengevormd van bij het ontwerp. De verde-ling van de taken wordt beschreven inhet document ”Technische Informatie-fiche 03 – Verlijmingsprocedures” van“l’Institut scientifique du verre” (april1993, België).Dit team moet met name de volgendebelangrijke punten onderzoeken:- afmetingen van de structurele voeg;- hechting en duurzaamheid van de kit-

soorten op glazen en metalen onder-delen;

- verenigbaarheid van de structurelevoeg met de verschillende soortenvoegen, kitsoorten, voegbodems;

- verenigbaarheid van de structurele endichtingsvoeg met de randafdichtingvan de dubbele beglazing;

- hoogte van de randafdichting van dedubbele beglazing;

- stijfheid van de structuur;- geheel van de plaatsingsprocedures;- controles van de kwaliteit van de uit-

voering;- toezicht en onderhoud;- onderhoud en herstelmogelijkheden.

Verlijmde buitenbeglazing

VEC33

Plaatsing

Van de bestaande uitvoeringsmogelijk-heden zullen wij hierna enkel het sys-teem met vierzijdige continu onder-steuning bespreken.

De steunstructuur moet stijf zijn, zodatvervormingen niet groter kunnen wor-den dan maximaal 1/500 van de lengtevan de betreffende kant bij belastingvan de vloer.De doorbuiging in het midden van debeglazing mag onder de gebruiksbelas-ting niet groter zijn dan 1/200 van dekleinste afmeting en moet altijd klei-ner zijn dan 10 mm.

De steunbreedte is groter of gelijk aan1,5 maal de dikte van de beglazing.Voor beglazingen met een dikte bovende 30 mm wordt aanvaard dat dezesteunbreedte minstens gelijk is aan dedikte van de beglazing.De beglazingen steunen op een soepe-le voeg die in de tijd niet verhardt enwaarvan de hardheid ongeveer 70 à 80DIDC (Shore A) bedraagt. Licht hellendebeglazingen kunnen aan de zijkantworden vastgezet.Het oppervlak van de steunen magbovendien geen oneffenheden vanmeer dan 2 mm vertonen en de boven-zijde van de beglazingen moet onbe-last gelijk liggen met de vloerpas.

Vloerbeglazing

467 • Vloerbeglazing

33

t Schema van het plaatsingsprincipe

Siliconenkit

Ongeveer 6 mm

OmtreksteunSteun

Voegvulling

Afmeting tussen steunen

Page 10: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

VEC • 470

bomen, gebouwen met sterk gemar-keerde verticale of horizontale lijnen ...)want de beelden die door het glas gere-flecteerd worden, kunnen vervormd zijn,met name in geval van harding, isole-rende beglazing, ...Naargelang de afstand, de observatie-hoek en de verhoudingen van het ver-lichtingsniveau buiten en binnen het

gebouw kan het aanzicht van de be-glazing bepaalde variaties vertonen.De ontwerpers wordt aanbevolen omhun definitieve kleurkeuze pas vast teleggen nadat met behulp van een pro-totype-beglazing die in de uiteindelijkeomgeving geplaatst wordt, het gezochteesthetische effect bereikt is.

VEC33

Plaatsing

G l a s p r o d u c t e n g e p l a a t s t m e tV E C

Met name de volgende productenkunnen worden gebruikt:- enkel glas: SGG ANTELIO, SGG COOL-LITE

CLASSIC, SGG COOL-LITE ST, SGG PARSOL,SGG PLANILUX, gelaagd SGG STADIP,gehard SGG SECURIT, geëmailleerd SGG EMALIT;

- dubbele beglazing: zonwerend SGG CLIMAPLUS SOLAR CONTROL,hoogrendementsglas SGG CLIMAPLUS,akoestisch SGG CLIMAPLUS SILENCE,beschermend SGG CLIMAPLUS PROTECT, enz.

De dubbele beglazingen voor VEC-toe-passing worden speciaal ontworpen. Bijde dimensionering van de randafdich-ting houdt men rekening met verschil-lende parameters; de randafdichtinggebeurt steeds met silicone. Om hetesthetische aanzicht van de gevel teverbeteren, worden er afhankelijk vanhet type beglazing dat voor het projectgekozen is, soms gekleurde afstands-houders gebruikt (bijvoorbeeld zwarte).

A a n b e v e l i n g e nBij elk VEC-project waarbij glasproduc-ten van SAINT-GOBAIN GLASS wordengebruikt, moet een studie worden uit-gevoerd in samenwerking met onzetechnische diensten. De keuze van hetglasproduct gebeurt in samenspraakmet de opdrachtgever en de dienstCONSULTING van SAINT-GOBAIN GLASSof de commerciële diensten van SAINT-GOBAIN GLASS SOLUTIONS (kleur,reflectie, fotometrische eigenschappen).Bij de keuze van het glasproduct moetrekening worden gehouden met ondermeer:

- de effecten van de wind;- de werking van de temperatuur;- het effect van de wind in over- en

onderdruk op de randafdichting vande dubbele beglazing;

- de werking van het eigen gewicht ophet glasproduct zelf en op de struc-turele en afdichtingsvoegen;

- de effecten van de bewegingen vande structuur op de afdichtingsvoeg;

- de effecten van eventuele schokken;- het effect van een brand.Behalve in uitzonderlijke gevallen moetde verlijming van de beglazing op haarkozijn normaal worden uitgevoerd inde fabriek.

De referentiedocumenten zijn:- PrEN 13022, deel 1, 2 en 3;- ETAG nr. 002 (Technische Gids EOTA) –

Verlijmde buitenbeglazingen (VEC);- STS 56: structureel gelijmd glaswerk.

OpmerkingDe architecturale eigenheid van VEC alsschil van een gebouw houdt in dat hetesthetische aspect een belangrijke rolspeelt bij de beoordeling.Zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant moet de VEC-toepassingeen regelmatig uitzicht hebben zonderabnormale heterogeniteit.In ieder geval moeten afstelmogelijk-heden voor de kozijnen worden voorzien om de optimale vlakheid,loodrechtheid, haaksheid en rechtheidvan de lijnen voor het hele gevelvlak terealiseren.Men moet rekening houden met deaard van de elementen die men doorreflectie kan waarnemen (wolken,

VEC

469 • VEC

33

t Deze schema’s worden louter als informatie gegeven en gelden niet als technische oplos-sing.

Kleeflijst

Steunblokje

Rugvulling

AfstandshouderHechtingsvlakken

Kleeflijst

Structurele voeg

RugvullingAfstands-

houder

BeglazingAfdichtingsvoeg

Hechtingsvlakken

Horizontale doorsnede

Structurele voeg

Beglazing

Afdichtingsvoeg

Verticale doorsnede

Page 11: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Opslag • 472

O p s l a g v a n d eg e c o a t e b a s i s -p r o d u c t e n

AlgemeenGlas dat wordt opgeslagen in eenvochtige omgeving is altijd onderhevigaan vlekken; de irisatie ziet eruit alseen ‘regenboog’ of een witte melkach-tige laag op het glasoppervlak en is bij-zonder goed zichtbaar op gecoat glas.Net als floatglas moet gecoat glas ver-ticaal worden opgeslagen (met eenhoek van 3 à 7 graden) onder de vol-gende omstandigheden:- op een droge en goed geventileerde

plaats om condensatie op het glasop-pervlak te vermijden;

- beschermd tegen regen en lekwater(geen lekken in het dak);

- nooit buiten of in de vrije lucht, zelfsniet onder een afdak;

- beschermd tegen sterke temperatuur-schommelingen en een hoge vochtig-heidsgraad: gecoat glas mag nooitworden opgeslagen dichtbij de uitgangspoorten van het magazijn.

Om condensatie op het buitenste glas-oppervlak en binnenin de stapel te ver-mijden, moet u ervoor zorgen dat hetmidden van de verzegelde stapels opomgevingstemperatuur is voordat u destapels opent.Ook moet u ervoor zorgen dat de be-glazingen nooit in hun verpakking wor-den blootgesteld aan de zon; dit kanimmers thermische breuken veroorza-ken.

SGG PLANITHERM en SGG PLANISTAR• De maximale opslagduur wordt

bepaald op basis van de ontvangst-datum van het gecoate glas in hetmagazijn van de klant:- verzegelde stapels: anti-corrosiega-

rantie tot 6 maanden na ontvangst;- niet-verzegelde stapels: anti-corro-

siegarantie tot maximaal 2 maan-den na ontvangst.

• Voor de verzegelde stapels bedraagtde maximale bewaarduur na opening2 maanden, op voorwaarde dat deverpakking onmiddellijk weer wordtgesloten.

Let opAls het glas bijvoorbeeld 5 maandeneerder wordt ontvangen, dan kan hetnog maar 1 maand worden bewaard.Daarom is het belangrijk om de volgende gegevens te noteren:- de exacte datum van ontvangst van

de stapels;- de datum van opening van de verpak-

king.Er moet een ‘first-in-first-out’-systeemworden gebruikt.- de geopende stapels moeten worden

bedekt met blank floatglas. Ditbeschermt de coating als deze naar debuitenkant van de stapel is gericht.

Meer informatie vindt u in het docu-ment ”Gamma SGG PLANITHERM en SGG PLANISTAR, Gebruiksgids”.

Opslag33

Plaatsing

O p s l a g v a n d eg e w o n e b a s i s -p r o d u c t e n

De goede bewaring van de beglazingenin het magazijn hangt voornamelijk afvan de opslagomstandigheden.In afwachting van hun toepassing,gebruik of plaatsing moeten de begla-zingen worden opgeslagen onder dejuiste omstandigheden om beschadi-gingen te vermijden die kunnen voort-vloeien uit:- chemische risico’s: irisatie te wijten

aan vochtigheid als gevolg van:- regen (het vallen van water recht-

streeks op de opgestapelde begla-zingen),

- condensatie (door de schommelin-gen in de luchtvochtigheid als gevolgvan temperatuurveranderingen);

- mechanische risico’s: beschadigingvan het glasoppervlak, breuk.

Daarom:• Moeten de beglazingen meteen na de

levering uit hun verpakkingen wordengehaald, met uitzondering van degecoate beglazingen waarvan debladen beschermd worden door ver-pakkingen die deshydraterende mid-delen bevatten.

• Moeten de beglazingen die sporenvan vochtigheid vertonen als gevolgvan temperatuurveranderingen tij-dens het transport, vóór de opslagworden schoongemaakt en gedroogd.

• Moeten de magazijnen overdekt,afgesloten en droog zijn. Tijdens hetkoudeseizoen moeten ze worden ver-warmd tot een temperatuur van min-stens ca.10°C, bij mooi weer kunnende magazijnen overdag geventileerdworden. Deze ruimtes moeten

worden beschermd tegen stof vanbuitenaf of ander schurend stof.

• Moeten de staanders waarop debeglazingen geplaatst worden en dieeen helling hebben van 6 % tenopzichte van de verticale as bedektworden met een soepel materiaal(zoals vilt of neopreen) in goede staat,vrij van vreemde stoffen. De staan-ders voor de dubbele beglazingenhebben een basisoppervlak waaropde beglazing loodrecht komt te staanten opzichte van het steunvlak omhet afschuiven van de glasplaten tenopzichte van elkaar te vermijden. Deruimte tussen de staanders moet vol-doende groot zijn om er vrij tussen-door te kunnen lopen zonder hetrisico beschadigingen aan het opper-vlak te veroorzaken.

• Zijn kisten en dergelijke transport-middelen niet geschikt voor opslag,zelfs niet in droge ruimten.

• Worden de beglazingen opgeslagenop staanders met tussenlagen (pa-pier, kurk, enz., maar zeker geen golf-karton) in zo homogeen mogelijkestapels met een dikte van maximaal30 cm. In het geval van heterogeneafmetingen moet de grootste plaatachteraan de stapel worden geplaatst.

• Moet ervoor gezorgd worden dat devolumes op hun ondersteuning goedtegen elkaar en tegen de tussenlagenstaan zodat ze allemaal dezelfde helling hebben.

• Mogen geen producten van verschil-lende aard worden opgestapeld.

• Mogen alleen perfect droge begla-zingen worden gestapeld.

• Moet u over het algemeen steedszorgen voor de best mogelijke rotatievan de opgeslagen beglazingen.

Opslag

471 • Opslag

33

Page 12: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Opslag • 474

SGG ANTELIO, SGG REFLECTASOLDe opslagvoorwaarden zijn dezelfde alsvoor een ongecoate beglazing.

SGG VISION-LITE PLUSDit product is zeer specifiek aangeziener op elke glaskant een coating zit. Zie het document ”SGG VISION-LITEPLUS, Gebruiksinstructies”.

SGG BIOCLEANDe opslagvoorwaarden zijn dezelfde als voor een ongecoate beglazing. DeSGG BIOCLEAN-beglazingen moetenevenwel worden opgeslagen op eenplaats zonder siliconendamp.

O p s l a g va n d eve r we r k t e p ro -d u c t e n o p d e we r f

Ondanks alles moeten de beglazingenworden bewaard op een plaats diebeschermd is tegen vocht, zonlicht, stofen cementspatten, slijp- en lasvonken.Ze moeten worden bewaard op eenvlakke en stevige ondergrond, buiten dedoorgangszones.Glas dat buiten wordt opgeslagen moetworden afgedekt met een zeil met lucht-circulatie.De beglazingen moeten verdeeld wor-den over de plaatsen waar ze zullen wor-den geplaatst:- in stapels met een dikte van maxi-

maal 25 cm en een helling van 6 %ten opzichte van de verticale as;voortdurend beveiligd door veilig-heidsbalken die voorkomen dat hetglas valt;

- op twee horizontale dwarsbalken diebekleed zijn met een soepel mate-riaal;

- en stofvrij gehouden door plastic ofkarton.

De stapels mogen in geen geval wordenopgeslagen in de zon aangezien dit ther-mische breuken en beschadigingen kanveroorzaken, vooral voor gewapend glas,gekleurd glas (bijvoorbeeld SGG PARSOL)en dubbele beglazingen.Bovendien kan de opstapeling in de bui-tenlucht aantastingen van het glasop-pervlak veroorzaken (irisatie, enz.).

H a n d l i n gBij het manipuleren van de beglazingenen hun verpakkingen moeten de veilig-heidsvoorschriften worden nageleefd.

Toebehoren- Zwengels of lengen, conform en aan-

gepast aan de soorten glas dieworden gebruikt om hun vervormingte vermijden.

- Opslag van de lege glasbokken onderde juiste omstandigheden voor herge-bruik.

Bijzondere aandacht moet wordenbesteed aan de in kisten geleverdeglasproducten zodat de door de produ-cent opgegeven specifieke richtlijnenvoor de producten in acht genomenkunnen worden.

Glasproducten• Touwen of zuignappen in goede staat,

conform en aangepast aan het type,de vorm en het gewicht van het glas-product.

• Zuivere en droge producten zonderbeschadigingen aan het oppervlak ofde omtrek.

Het bevoegde personeel volgt zowelindividueel als collectief de geldendeprofessionele aanbevelingen en deregels voor hygiëne en veiligheid.

Opslag33

Plaatsing

SGG COOL-LITE K en SK

Standaardmaten• De SGG COOL-LITE K- en SK-beglazingen

worden vervoerd op glasbokken of inkisten. Ze worden gescheiden doorLucite-poeder en zodanig verpakt datze gedurende 6 maanden na ont-vangstdatum kunnen worden opge-slagen, op voorwaarde dat deverpakking niet werd geopend en debeglazingen zijn opgeslagen zoalshiervoor is beschreven (Algemeen).

• Na opening van de verpakking kunnende SGG COOL-LITE K- en SK-beglazingengedurende 2 maanden worden opge-slagen, op voorwaarde dat het pak telkens na het uitnemen van een glas-plaat opnieuw wordt gesloten (dezeduur hangt af van de tijd die is ver-streken na ontvangst van het glas; bijvoorbeeld: als het glas 5 maandeneerder is ontvangen, dan kan het nogmaar 1 maand worden bewaard). Alsde SGG COOL-LITE K- of SK-beglazingnaar de buitenkant van de stapel is ge-richt, moet het beschermglas telkens,wanneer er een glasplaat uit het pak isgenomen, worden teruggeplaatstvoordat u de verpakking hersluit.

• Als er een SGG COOL-LITE K- of SK-glas-plaat uit het pak is genomen, danmoet het binnen 24 uur wordengemonteerd in dubbele beglazing.

Vaste maten• De vaste maten SGG COOL-LITE K- en

SK-maten worden verpakt in kisten ofendcaps met als tussenlaag schuim-bladen die compatibel zijn met de be-glazingen. Het geheel wordt verpaktin een plastic folie met in de verpak-king een vochtabsorberend product.De beglazing kan na ontvangstdatumgedurende 3 weken worden opge-

slagen, op voorwaarde dat het pakniet wordt geopend en het onderhierboven genoemde omstandig-heden wordt opgeslagen (Algemeen).

• Na opening van de verpakking moethet glas binnen 24 uur in dubbelebeglazing worden gemonteerd.

• Alvorens de stapels of kisten teopenen, moet u ervoor zorgen dat zeomgevingstemperatuur hebben vande opslagplaats, dit om condensatiete vermijden. Als het transport plaats-vindt bij een temperatuur die lager isdan die van de opslagplaats, danmoet een wachttijd worden ingelast.

SGG COOL-LITE CLASSIC• De beglazing moet worden opge-

slagen onder de hierboven genoemdeomstandigheden (Algemeen).

• Verpakte beglazing die wordt geo-pend, moet nadien opnieuw wordengesloten met de plastic verpakking.

• In geval van condensatie tussen debeglazingen moeten de glasplatenworden uitgepakt en afgedroogd meteen schone en zachte doek.Vervolgens moeten ze opnieuw onderde oorspronkelijke omstandighedenworden opgeslagen.

SGG COOL-LITE ST• De beglazing moet worden opge-

slagen onder de hierboven genoemdeomstandigheden (Algemeen).

• De opslagvoorwaarden en –duur vanSGG COOL-LITE ST zijn dezelfde als dievan de pyrolytische SGG ANTELIO-beglazingen.

Meer informatie over gecoat SGG COOL-LITE-glas vindt u in het document”SGG COOL-LITE CLASSIC, K en SK, ST,Gebruiksinstructies”.

Opslag

473 • Opslag

33

Page 13: 3-3 PLAATSING volledig hoofdstuk

Onderhoud • 476

het schoonmaakbedrijf moet nagaanof het gebruikte schoonmaakmiddel tecombineren is met de andere structu-rele materialen van de gevel.

Gewoon onderhoud van debeglazingenHet correct geplaatste glas vereist geenbijzondere voorzorgen. Het schoonma-ken moet met schoon water gebeurenof met algemeen in de handel verkrijg-bare, niet-alkalische producten.De eigenaar van het gebouw moeterop toezien dat de beglazingen regel-matig en correct worden onderhouden.Dit betreft het schoonmaken van debeglazingen, het nakijken en eventueelherstellen van de voegen en kozijnen,het nakijken en eventueel ontstoppenvan de drainage-en ventilatieopenin-gen en het opsporen van elke afwij-king/oneffenheid.Hoe vaak de beglazingen moeten wor-den schoongemaakt, hangt voorname-lijk af van de buitenomgeving, d.w.z.van de mate van vervuiling. In demeeste gevallen worden er minstens 2 schoonmaakbeurten per jaar aanbe-volen. U moet schoon, niet-kalkhoudendwater gebruiken of neutrale schoon-maakmiddelen zonder schurende offluorhoudende deeltjes. Onmiddellijkna het wassen moet het volledige glas-oppervlak worden gedroogd.SGG BIOCLEAN moet worden schoonge-maakt met lauw zeepwater of met eenvan de aanbevolen producten voor hetschoonmaken van ruiten (vraag de lijstop bij uw SAINT-GOBAIN GLASS-dealer).

Voor SGG BIOCLEAN mogen geenschoonmaakproducten of behandelin-gen worden gebruikt die:- schurende deeltjes bevatten of- verbindingen die het oppervlak

hydrofoob maken (siliconen, regen-werende behandelingen, enz.).

De oleoplastische kitsoorten moetenregelmatig overgeschilderd worden.De afdichtingsvoegen (profielen inelastomeer) moeten regelmatig wor-den gecontroleerd en indien nodigworden vervangen.Voor autodrainerende sponningenmoet u af en toe controleren of de drainageopeningen niet verstopt zijn. De metalen draai-assen en verbindings-stukken van de SGG SECURIT-glasinstallaties moeten regelmatigonderhouden en om de twee jaargecontroleerd worden.

Onderhoud33

Plaatsing

Het schoonmaken en onderhoud vangecoat glas in dubbele beglazing, metde coating op positie 2 of 3 aan de binnenkant, zijn gelijk aan die voor eengewone beglazing.Aan de gecoate zijde moeten de begla-zingen (coating op positie 1 of 4 voorde dubbele of op positie 1 of 2 voor demonolithische beglazingen) heel voor-zichtig worden schoongemaakt om decoating niet te beschadigen. De volgen-de aanbevelingen moeten bijzondergoed worden nageleefd.

BouwfaseIn eerste instantie moeten de beglazin-gen tijdens de bouwwerkzaamhedenbeschermd worden. Na plaatsing vande beglazing, tijdens de hele duur vande werkzaamheden of wanneer hetrisico van bevuiling bestaat tijdenslatere werkzaamheden, dan moet debeglazing worden beschermd tegenchemische en mechanische aantasting.Krassen en spatten van vloeistoffen ofvaste stoffen op de beglazing en op decoating bij monolithische beglazingenmoeten worden vermeden. Dezebescherming, bijvoorbeeld met eenpolyethyleenfolie, moet de ventilatievan de beglazing mogelijk maken omthermische breuken te vermijden uit-gezonderd wanneer het glas met eendoor ons opgekleefde folie geleverdwordt.Tijdens de werkzaamheden wordt debeglazing blootgesteld aan alkalischeproducten van het beton, de pleister-kalk of -mortel, enz. Dergelijke produc-ten, evenals fluor- of zuurhoudendeproducten, kunnen irisatie veroorzakenof het glasoppervlak mat maken. Omdit te voorkomen moeten alle spattenonmiddellijk van de beglazing verwij-derd worden. Het verdient aanbeveling

om de beglazingen direct na plaatsingschoon te maken.Onder schoonmaken verstaan we hetafwassen, afspoelen en drogen van hetglas. Een zachte zeep of neutraalschoonmaakmiddel mag wordengebruikt, waarna de beglazing onmid-dellijk moet worden schoongespoeldmet schoon water. Het overtolligewater moet snel worden verwijderd.De schoonmaakspullen en -doekenmoeten vrij zijn van schurende deel-tjes. U mag voor het schoonmakennooit schurende producten gebruiken,noch producten die fluorzouten offluorwaterstofzuur bevatten of kunnenproduceren.Op de bereikbare coatings moeten vet-en olievlekken en vlekken van plaat-singsproducten worden verwijderd metbehulp van isopropylalcohol of aceton,zonder daarbij de vlek uit te smeren.Als er oplosmiddelen worden gebruikt,dan moet de beglazing onmiddellijkworden gewassen en schoongespoeldmet water.Bij SGG BIOCLEAN moet u vermijden datproducten op basis van siliconen metde coating in contact komen.Het wordt aangeraden om etikettendie eventueel op de beglazing zijn aan-gebracht onmiddellijk na het plaatsente verwijderen.

Reiniging aan het einde van dewerkzaamhedenAan het einde van de werkzaamhedenmoeten de beglazingen zeer zorgvuldigworden schoongemaakt: eerst afspoe-len met schoon water om schurendstof van de gevel te verwijderen,gevolgd door een gewoon onderhoud.Het gebruikte gereedschap mag hetglas of de coating niet bekrassen en

Onderhoud

475 • Onderhoud

33