Download - © Heidi Van Rentergem en © [email protected] WELKOM.

© Heidi Van Rentergem en © [email protected]

WELKOM


Je vindt mij aan de rand van het water. Ik sta daar te wachten om mijn prooi te vangen met mijn scherpe snavel. WIE BEN IK???

• Een meeuw

• Een zwaluw

• Een reiger


FOUT !!


Prima ! Ik ben een reiger. Door de vervuiling van beken en rivieren vind je mij nu vooral terug aan de vijvers in tuinen.

Wil je meer over me weten klik dan op anderstaande pijl.


WOONPLAATS

Ik woon en nestel het liefst in bomen of bossen langs rivieren, beken, plassen of vijvers. Hoog in de bomen maak ik een flink nest; het mannetje brengt de takken aan en het vrouwtje schikt ze. Wij wonen met velen bij elkaar. Wij vinden dat gezellig. Ieder jaar komen we terug naar hetzelfde nest.

We moeten ons nest verdedigen tegen kraaien en kauwen want die lusten onze eieren.

VOEDSEL

In de omgeving van ons nest vinden we eten voor onszelf en voor onze jongen.

We houden vooral van vis, kikkers, slangen, hagedissen, muisjes en zelfs jonge vogels.

JONGEN

Onze jongen zijn in het begin met dons bedekt en worden door de beide ouders gevoed.

WEETJES

Wij besteden heel veel tijd aan onze opsmuk. We hebben altijd een kammetje op zak. De angel van onze middelste teen is gekarteld. Hiermee kammen we al onze viezigheden uit onze veren.


Heb je alles goed gelezen?

Los volgende vragen op!


Waar wonen we het liefst?

A. In bomen of bossen langs straten en lanen.

B. In bomen of bossen langs rivieren, beken, plassen of vijvers.

C. In struiken langs rivieren, beken, plassen of vijvers.


Wij eten heel wat dieren. Maar wat vinden we niet lekker?


WOONPLAATS



FOUT !!


FOUT !!

VOEDSEL

In de omgeving van ons nest vinden we eten voor onszelf en voor onze jongen.

We houden vooral van vis, kikkers, slangen, hagedissen, muisjes en zelfs jonge vogels.


Welke vogel lust reigereieren?

KAUW MEES ROODBORSTJEZWALUW


PRIMA !!!


FOUT !!WOONPLAATS




Hallo, wil je meer over ons weten, klik op onderstaande pijl.


Wij behoren tot de familie van de amfibieën. We brengen een deel van ons leven door op het land en in het water.

In de maand maart komt de natuur weer tot leven. Ook kikkers en padden worden dan wakker, de mannetjes eerst. Met tientallen , soms met honderden trekken ze naar de vijver of de poel. Een poosje later komen de wijfjes aan. Vanaf dan leggen ze hun eitjes in het water.

In die periode zie je vaak een grote pad met een kleinere op de rug. Zou dat een jonge pad zijn? Neen, het is gewoonweg een mannetje; die is een stuk kleiner dan het wijfje. Hij blijft soms dagenlang op haar zitten en omklemt haar stevig. Daardoor helpt hij haar bij het aftzetten van de eieren: de dril.

Van kikkervisje tot kikker

Het wijfje draagt honderden of zelfs duizenden eitjes. Vele eitjes of latere kikkervisjes worden opgegeten door dieren zoals wantsen, vissen, kevers en sommige vogels.


In augustus komen de jonge kikkertjes aan land om slakjes en kleine insekten te eten.

Op de huid van de kikkers zit een vocht dat bitter smaakt en een beetje giftig is. Daardoor zijn er dieren die hen niet durven opeten. Reigers en ooievaars storen zich daar niet aan. Ook egels en ratten lusten wel een kikkerbilletje.

In oktober, als het kouder wordt, kan hun winterslaap beginnen. De meesten kruipen in een hol waar veel herfstbladeren liggen. Die doen dienst als deken. Ofwel kruipen ze weg in de modder van een sloot of een vijver.

Kikkerlied


Van kikkervisje tot kikker

Plaats in juiste volgorde

Klik op foto 1


GOED ZO !

Van kikkervisje tot kikker1. Kikkerdril: een hoop zwarte eitjes. Rond elk eitje zit een

doorzichtige bol gelei. Daardoor is kikkerdril heel glibberig.

Klik op foto 2

1


GOED ZO !

Van kikkervisje tot kikker2. Een kikkervisje of een dikkopje: na 10 dagen komen de dikkopjes

uit de kikkerdril. Met hun kleine staartje zwemmen ze rond in het water. Aan hun kop hebben de kikkervisjes twee kieuwen. Daarmee kunnen ze onder water ademen. Net zoals echte vissen!!

Klik op foto 3

1 2


GOED ZO !

Van kikkervisje tot kikker3. De achterpootjes zijn er al. Het dikkopje voedt zich met heel

kleine waterplantjes. Zijn staart wordt snel groter. Je kunt nu al goed zijn oogjes zien. Na vijf weken krijgt het dikkopje achterpootjes.

Klik op foto 4

1 2 3


GOED ZO !

Van kikkervisje tot kikker4. …en wat later de voorpootjes. Het kikkervisje lijkt al een beetje op

een kikker, vind je niet?

Klik op foto 5

1 2 3

4


GOED ZO !

Van kikkervisje tot kikker5. Na 10 weken wordt de staart korter. Het kikkertje vangt nu

diertjes in het water. Het ademt niet meer door de kieuwen, maar door longen. Af en toe moet het kikkertje lucht happen.

Klik op foto 6

1 2 3

4 5


GOED ZO !

Van kikkervisje tot kikker6. Eindelijk boven water! Als de staart helemaal weg is kruipt de

kikker uit het water. Op het land zal het nu insekten en wormen gaan vangen.

1 2 3

4 5 6


FOUT!

Probeer een andere foto !


Speel je mee??

Een kikker kwaakt

De verliefden

Dikkopje in de penarie


Waarom kwaakt een kikker?

1. Omdat het zonnetje op hem schijnt.

2. Omdat hij blij is.

3. Om wijfjes aan te trekken.

4. Om andere dieren te verjagen.


FOUT !!


DE VERLIEFDEN

Met wie zal Juffrouw Sala Mandrina zich verloven? Slechts één van de drie kandidaten is de gelukkige. Wie?


Marcus Pfister

De mooiste vis van de zeeVertaald door Nannie Kuiper

De vier winstreken


Ergens diep in de zee leefde een heel bijzondere vis. Hij was de mooiste van allemaal. Dat vond hij niet alleen zelf, dat zagen anderen ook. Zijn glanzende schubben hadden alle kleuren van de regenboog en waren bezaaid met zilveren schitters.


De andere vissen noemden hem Regenboog. Ze wilden allemaal graag met hem spelen.

“Zullen we verstoppertje doen?” vroegen ze. “Of wie het hardst kan zwemmen?”

Maar Regenboog gaf geen antwoord. Hij zwom trots voorbij en liet zijn schubben schitteren.


Een jonge vis zwom achter hem aan. “Regenboog, Regenboog, mag ik je wat vragen? Ik wil zo graag één van je schubben. Eentje maar. Ik vind ze zo mooi en jij hebt er zoveel.”


“Geen denken aan,” zei Regenboog. “Ik hou ze allemaal zelf. Maak dat je wegkomt, brutaal beest.”

De jonge vis schrok ervan en zwom gauw naar zijn vrienden. Vanaf dat moment wou niemand meer iets met Regenboog te maken hebben. Ze draaiden hun staart naar hem toe, als hij voorbijkwam.


Opscheppen over zijn prachtige schubben was er voor Regenboog niet meer bij. Hij voelde zich verschrikkelijk alleen. “Ik ben de zieligste vis van de hele zee,” klaagde hij tegen een zeester. “Ik word door niemand meer bewonderd.” “Achter het koraalrif woont Octopus, de inktvis,” zei de zeester. “Misschien weet hij wel raad.”


Regenboog zwom er haastig naar toe. Het was er donker. Hij zag bijna niets, alleen twee grote ogen. Drie lange armen raakten hem aan.


“Ik wist wel dat je zou komen,” zei een bromstem. “De golven hebben me alles verteld. Luister vriend: als je iedere vis één van je schitterende schubben geeft, is je narigheid voorbij. Dan ben je misschien niet meer de allermooiste, maar wel de allergelukkigste vis.”


“Oh nee…” wou Regenboog nog zeggen. Maar Octopus was al verdwenen in de donkere diepte. Mijn schubben weggeven, mijn schitterende schubben? Dacht Regenboog. Nee, dat nooit! Zonder die schubben zou ik zo verschrikkelijk verdrietig zijn.


Hij voelde opeens iemand naast zich. Het was de jonge vis weer. “Regenboog, Regenboog,” fluisterde die. “Mag ik alsjebieft één heel klein schubje? Dan zal ik er nooit meer om zeuren.” En dan zal hij wel weer naar me kijken, dacht Regenboog slim. Eén schubje minder – daar zou niemand iets van merken.


Regenboog zocht en zocht – eindelijk had hij het kleinste schubje gevonden. “Hier,” zei hij tegen de jonge vis. “Meer krijg je niet, als je dat maar goed onthoudt.”

“Be…be…bedankt,” bubbelde de jonge vis blij. “Wat lief van je Regenboog.” Daar werd Regenboog een beetje verlegen van. Hij keek de jonge vis lang na. Zo blij met één piepklein schubje, dacht hij.


De jonge vis flitste heen en weer door het water. Hij liet zijn schitterende schat aan iedereen zien. “Wij willen er ook één,” riepen de anderen. Ze zwommen allemaal om Regenboog heen.

“Geef ons er ook één!”

Regenboog deelde links en rechts zijn mooiste schubben uit. En hij werd steeds vrolijker.


Hoe meer hij weggaf, hoe mooier hij werd. Hij straalde! Hij was nog nooit zo gelukkig geweest. Ze wilden allemaal graag met hem spelen. “Zullen we verstoppertje doen?” vroegen ze. “Of wie het hardst kan zwemmen?”

“Ja,” juichte Regenboog. En de zee schitterde van al die vrolijkheid!.


Welkom in de wereld van de vissen.


De VissenHet eerste wat bij vissen opvalt is dat ze geen poten hebben, maar vinnen. Dat zijn heel doeltreffende roeren waarmee zij heel gemakkelijk kunnen draaien en keren. De staartvin dient meestal om zich voort te bewegen.

Vissen zijn koudbloedige dieren net zoals kikkers en padden. Ze hebben gewoon dezelfde temperatuur als het water waarin ze zwemmen.

De vis heeft een gladde huid bedekt met schubben. Zo kan hij moeiteloos door het water schuiven.

Vissen moeten ook ademen. In plaats van longen waar de lucht in en uit stroomt, hebben ze kieuwen. Dat zijn dunne plaatjes waar het bloed door stroomt


DE JUISTE WEGOns dikkopje zit in de penarie. Hij moet naar het laatste hokje zonder opgegeten te worden. Daarvoor moet hij dus alle dieren vermijden die graag dikkopjes eten.

Daarbij komt nog dat hij niet over de rotsen kan. Er is maar 1 weg mogelijk. Vind je hem?

Je kan enkel naar rechts, links, onder en boven, NIET DIAGONAAL. Klik de juiste dieren aan!

Einde!

Start


FOUT !

Probeer een andere weg!


PROFICIAT, JE HEBT HET EINDE GEHAALD!


Klik op het juiste deel: - De staartvin

De delen van de vis.


Klik op het juiste deel: - de kieuwen



Klik op het juiste deel: - De buikvinnen



Klik op het juiste deel: - De rugvin



FOUT !


Als je wil stoppen, klik op de schildpad.


EINDE

TOT DE VOLGENDE KEER!


Vervolledig de puzzel door op de juiste puzzelstukjes te klikken


Proficiat je hebt de puzzel goed opgelost!


Fout !!!!Kijk nog eens goed