ZUID November 2011

84
FLORIADE WIE REDT FLORIADE ALS DE LAATSTE BEZOEKER WEG IS? MUZIEKPALEIS ZO MOOI WONEN DE RIEUTJES DE VROUW ACHTER GEERT NOVEMBER 2011 | JAARGANG 2 | NUMMER 10 | WWW.ZUIDMAGAZINE.NL VOOR BESLISSEND LIMBURG HAI BERDEN “VOOR EEN GOED PLAN IS ALTIJD GELD” WAAROM LAURENCE STASSEN WILDERS AAN DE MACHT HIELP

description

ZUID November 2011

Transcript of ZUID November 2011

Page 1: ZUID November 2011

Floriade Wie redt FLOriAde ALs de

LAAtste bezOeker WeG is?

MUZieKPaleiS zO MOOi WONeN

de rieUtJes

de VroUW aCHTer

GeerT

N o V e M B e r 2 0 1 1 | J a a r G a N G 2 | N U M M e r 1 0 | W W W. Z U i d M a G a Z i N e . N lVOOR BESLISSEND LIMBURG

Hai BerdeN “vOOr eeN GOed

pLAN is ALtiJd GeLd”

WAAROM LAURENCE STASSEN WILDERS AAN DE MACHT HIELP

Page 2: ZUID November 2011

w w w . l i m b o u r g . e u

Daar moet je wel wat voor doen. Aan een reputatie moet je bouwen.

Vraag het maar aan de eigenaren van het wereldberoemde cham-

pagnemerk Moët & Chandon. Sinds 1743 bouwt dit merk aan zijn

nagenoeg smetteloze imago.

Respect voor traditie, lagering op de edelste houtsoorten en de beste

vinificatiemethodes zorgen ervoor dat dit champagnemerk zijn

eigen ‘persoonlijkheid’ heeft. De champagne van Moët & Chandon

is niet voor niets favoriet bij de echte connaisseurs.

Limbourg & Partners bestaat ‘sedert’ 1993. Nog niet lang genoeg

om net zo stevig in de samenleving verankerd te zijn als voornoemd

champagnemerk. Maar toch…

Reputatie moet je verdienen…Sinds haar oprichting investeert Limbourg & Partners in haar re-

putatie als dé specialist in executive search, interim management

en detachering in de Euregio. Wat dat betreft hebben ze inmiddels

een naam hoog te houden. Integriteit, passie voor het vak en een

grenzeloze interesse in mensen zijn de kernwaarden die ze hierbij

hanteren.

‘A match made by Limbourg’ staat garant voor succes! Kijk maar

naar de talrijke bedrijven en instellingen die inmiddels; topmana-

gers, aanstormend talent of interim specialisten via Limbourg &

Partners aangetrokken hebben.

L E A D I N G E X E C U T I V E S • Y O U N G E X E C U T I V E S • P R O J E C T P R O F E S S I O N A L S

Page 3: ZUID November 2011

Pagina 28: “Politiek is nu mijn leven, maar het was zeker geen jeugddroom”

36 | 9 vragen aan…Fotografe Andrea Stultiens over de Limburgse identiteit

44 | OndernemenMkb, grijp nu uw Life Sciences-kans!

52 | OuderenzorgZe hebben zorg nodig, maar moeten zelfredzaam zijn. Hoe?

60 | EssayToon me uw crematoria en begraafplaatsen, en ik zeg u hoe uw samenleving in het leven staat

64 | EconomieDe groei van de papieren kalender

75 | Social MediaLimburg Twittert, waarover?

07 | ColumnGeef creativiteit

de macht

08 | AnalyseFloriade: de propagandamachine

loopt, miljoenenverlies ligt op de loer

13 | Onder de pannenHet werkpaleis van ‘s werelds

beroemdste violist

15 | InterviewLeider Hai Berden:

“Mensen zijn altijd op zoek naar iets wat aantrekt”

24 | PortretWaarom Laurence Stassen

doet wat ze doet

30 | AchtergrondHoe agribusiness Limburg op

de wereldkaart zet

inhoud

15

36

inhoudsopgave | 03

08

Page 4: ZUID November 2011

De Gulpener Bierbrouwerij is met trots hofl everancier van Floriade 2012.

Een bewuste keuze voor smaak, kwaliteit en duurzaamheid.

MEESTER-BROUWER JAN WILLEM DEN HARTOG:

“Op de Floriade”

VERBONDEN DOOR DUURZAAMHEID

WWW.GULPENER.NL

affiche_op_de_floriade_A2.indd 1 06-09-2011 10:04:02

Page 5: ZUID November 2011

hoofdredactioneel commentaar | 05

Deel van het hart (Van Dale). Boezem. De Limburgse boezem is aantrekkelijk en heeft potentieel. Kent een weelde aan glooiend groene heuvels, bloost van innovatief ondernemerschap en herbergt bovendien een warm hart. Dat klopt voor de toekomst van ouderen, hard pompt om ook in tijden van laagconjunctuur initiatieven van de grond te krijgen en de economie te stimuleren. Waarbij de blik ook over de heuvels is gericht. Waarbij kernwoorden als lef en doorzettings­vermogen galmen. En vertrouwen.

Aangaande het laatste heeft Limburg de afgelopen tijd bewezen dat er nog wel het een en ander valt te leren. Gouverneur Theo Bovens haalde het in ander perspectief al voorzichtig aan in zijn installatiespeech. ‘In onze samenleving ontstaat er wellicht door de onderwaardering van het volgerschap, door zelf je eigen baas in alles te willen zijn, een gebrek aan ons vermogen open te staan voor inspiratie. Een gebrek aan vermogen de ander vertrouwen te schenken. Dit gebrek aan vertrouwen in de ander, niet in de laatste plaats het leiderschap in bestuur en organisaties, leidt tot onverschilligheid, afzondering of vijandschap.’

Het vertrouwen tussen politiek en journalistiek ­ en deels de wetenschap ­ bereikte onlangs een dieptepunt op microniveau. Tijdens de (wederom) opgelaaide discussie over belangenverstrengeling, ditmaal in Roermond. De inhoud, terecht of niet, werd op een bepaald moment ondergesneeuwd door de gevolgen.

Limburg heeft nogal eens de neiging zich defensief op te stellen. Dat blijkt alleen al uit het feit dat tijdens de Maand van de Geschiedenis in Maastricht een lezing werd gehouden waarin de vraag: is er een Limburgse identiteit aan te wijzen die geen verdedigingsstrategie is? centraal stond. Ook op kritiek is de defensieve houding vaak leidend in Limburg. Ongeacht of die kritiek rechtvaardig is. Dat verwijten journalisten bestuurders geregeld. Journalisten wordt het aanwakkeren van vijandschap verweten. Laat het vooral om de inhoud gaan, in plaats van om de reactie. Om vertrouwen in de overtuiging dat opbouwen het gezamenlijke doel is, niet afbreken. Maar ook in de realisatie dat een kritische houding in veel gevallen daaraan kan bijdragen.

En laat de aanvullende informatie in Van Dale eens bezinken. Het geweten on­derzoeken op eigen schuld. Oftewel: de hand in Limburgse boezem steken.

Gwen Teoadjunct-hoofdredacteurwww.zuidmagazine.nl

ZUIDOpgericht in 2010 door Peter Eberson en Maurice Ubags

UitgeverZuid Media Groep bvStationsplein 8K6221 BT MaastrichtPostbus 42116202 WB Maastricht Tel. 043 [email protected]

Hoofdredacteur/directeurPeter Eberson | 06 55 93 29 [email protected]

Adjunct-hoofdredacteurGwen Teo | 06 10 36 47 [email protected]

RedactiePeet Adams, Gerrie Coerts, Govert Derix, Peter Eberson, Mariëlle Heijltjes, Loek Kusiak, Ruud Linssen, Wim Ortjens, Guus Queisen, Pedro Rademacher, Paul Rinkens, Gwen Teo, Jean-Paul Toonen

FotografieErmindo Armino, Jean-Pierre Geusens, Franco Gori, Arnaud Nilwik, Koen den Os, Frits Widdershoven, Peter Wouters

SalesEsther Verhoeff, Sales & Office Support

VormgevingAmigo Creative Concepts, MaastrichtStefan Roex Grafisch Design

Art-directorClaudia Ritzen

DrukSchrijen-Lippertz Voerendaal/Stein

Oplage10.000 exemplaren. ZUID wordt vijf keer per jaar gratis aan alle decisionmakers in Limburg verstuurd. Het volgende nummer verschijnt op 17 februari

AuteursrechtenNiets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van Zuid Media Groep gepubliceerd, openbaar gemaakt of verveelvoudigd worden

Limburgse boezem

Page 6: ZUID November 2011

column

Het traditionele werken verdwijnt. De huidige

generaties zijn onbekend met het fenomeen

‘vaste baan voor het leven’. Het aantal zelf-

standigen zonder personeel, de zogeheten

zzp-er, neemt fors toe. In 60% van de gevallen

gaat het om hoog opgeleide zzp-ers. De ver-

wachting is dat over vijf jaar een kwart van de

beroepsbevolking zzp-er is.

Equipe Professionals Only, gespecialiseerd op

het gebied van Interim Management speelt

op die nieuwe ontwikkelingen in. Bas Thissen,

partner bij Equipe, legt uit hoe.

“We spelen met Equipe Interim Professionals

in op de verdere fl exibilisering van de arbeids-

markt,” vertelt Bas Thissen. “Het economisch

klimaat is nog steeds onzeker en daarom

zoeken bedrijven ook voor het midden en ho-

ger kader naar een fl exibele schil van interim

professionals. Uit onderzoek blijkt dat 90%

van de hr-directeuren dit hoog op de agenda

heeft staan. De behoefte naar hoog opgeleide

zelfstandigen neemt toe en het aanbod is

eveneens groeiende. Equipe Interim Profes-

sionals brengt die twee werelden bij elkaar,”

zegt Thissen.

“Niet voor niets noemen we ons de gespecia-

liseerde zzp-intermediair voor Zuid Nederland

op hbo en wo-niveau. Wij werken met name

met zelfstandige interim professionals. Dit

zijn vaak mensen met een ruime werkerva-

ring, specialist in een bepaald vakgebied of

thema en zo overtuigd van hun toegevoegde

waarde dat ze de stap naar ondernemerschap

aan hebben gedurfd. Omdat wij snel willen

schakelen hebben wij een vaste relatie met

een aantal zorgvuldig geselecteerde interim

professionals opgebouwd. Professionals waar

wij een intensieve samenwerkingsrelatie mee

hebben, die goede referenties kunnen over-

leggen, beschikken over een goed assesment-

rapport en over specialistische kennis en

vaardigheden beschikken,” aldus Bas Thissen

Voor de hoog opgeleide zzp-er biedt aan-

sluiting bij Equipe Interim Professionals veel

voordelen, omdat het bedrijf een groot en

verder groeiend netwerk van (potentiële)

opdrachtgevers heeft. Daarnaast biedt Equipe

nog een aantal andere faciliteiten voor deze

zelfstandigen waarmee ze hen, net als een

werkgever, boeit en bindt aan Equipe. Denk

hierbij oa. aan opleidingen, thema-bijeenkom-

sten en verzekeringsfaciteiten.

Door deze voordelen committeren deze

professionals zich ook aan Equipe waar

opdrachtgevers vervolgens hun voordeel mee

doen. Een bedrijf wil immers de beste profes-

sional en niet degene die “op de bank zit”,

zoals bij de bedrijven die de interimmers zelf

in dienst hebben.

Volgens Bas Thissen hebben social media en

netwerksites gezorgd voor veel transparantie

over de kosten van de tarieven van zzp-ers.

“Die transparantie in dienstverlening en kos-

ten bieden wij ook.

Ook zijn wij van mening dat als een bedrijf

gedurende langere tijd gebruik maakt van de

interim professional de kosten anders zijn dan

bij een opdracht met een kortere tijdsduur.

Equipe werkt voor een breed spectrum van

organisaties en functies. Zowel in de profi t als

non-profi t sector op het gebied van Finance

en Control, General Management/Beleid en

Bestuur, Human Resources Management,

Supply Chain Management en Productie en

Techniek.

Herkent u onze visie op de veranderende

arbeidsmarkt? Dan helpen we u graag bij de

invulling hiervan.

Indien u graag nadere informatie wenst over de interim management dienstverlening van Equipe, kunt u contact opnemen met:

Bas Thissen06-12286511 / [email protected]

of met één van onze kantoren.

EQUIPEinterimprofessionals

Bas Thissen

“Altijd de beste interim-professional”

– A D V E R T O R I A L –

Page 7: ZUID November 2011

Aan de Fremme 30/326269 BE MargratenT 043 - 321 53 31

www.vanlijfinterieurs.com

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND

ADVIES C O M P L E T E I N R I C H T I N G

VLOERBEDEKK ING RAAMDECORATIE

W O O N A C C E S S O I R E S VERLICHTING

RESTAURATIE EXCELLENTE SERVICE

vl_ad_zuid_sept2010.indd 1 12-08-10 10:30

pedro rademacher

Voor wie een klein beetje historisch ge­voel heeft: we leven in heel bijzondere tijden. In het licht van de eeuwigheid is 25 jaar niet meer dan één dag. En in die afgelopen 25 jaar werd op een wonder­lijke manier historie geschreven in de wereld.

De vorige eeuw werd grotendeels gedo­mineerd door de Koude Oorlog tussen het communisme en het kapitalisme. Een tijd van dreiging en van een ge­voelsmatig naderende nucleaire oorlog, die wel eens het einde van de wereld zou kunnen betekenen.

Maar zie: het communisme zakte door zijn eigen rotte fundamenten heen. Weg dreiging, weg Koude Oorlog. Zonder slag of stoot. Niet veel later ging het ka­pitalisme failliet: banken vielen om of werden met miljardensteun van over­heden kunstmatig overeind gehouden. Ook nu weer: zonder slag of stoot. En aldus kwam er een einde aan een situ­atie, waar bijna een halve eeuw maar geen einde aan leek te komen. Wonder­lijk. Alsof de historie ons iets heel we­zenlijks wil vertellen.

Sindsdien dolen oost en west in een schemertijd, onzeker over wat de toe­komst brengt. Net zo goed als er in het oosten nog enkele nostalgische commu­nisten snakken naar de tijden van wel­eer, zo beginnen in het westen de eerste beleggers alweer te beleggen. Want de één zijn dood is de ander zijn brood, et cetera. Maar hoe de overheden ook sti­muleren en sturen; de oude machine van

het kapitalisme hapert, stokt en stottert en komt maar niet meer op stoom. En wellicht is dat maar goed ook. De oude economie is niet voor niets ten onder ge­gaan, dus waarom die oude economie weer opkalefateren?

Moeten we niet veel meer aansturen op een nieuwe economie? Een economie die geleerd heeft van het verleden, en die minder gevoelig is voor de schommelin­gen van de markt? Probleem is dat veel bestuurders nog steeds besturen met de oogkleppen van de oude economie. Die bestuurders missen wat deze tijd vooral nodig heeft: durf, lef en de creativiteit om nieuwe wegen in te slaan.

Die bestuurders komen uit een tijd waarin alles alleen maar draaide om groei. Want wie niet groeide stond stil, dacht men. Geld was de heilige graal van de oude tijd: geld was de weg, de waarheid en het licht. Geld was het doel. In de nieuwe tijd zouden we moeten be­seffen dat economie niet iets vaststaands is wat ons overkomt, en waar we geen enkele invloed op hebben: economie is iets wat we samen maken, iets wat we kunnen sturen in de door ons gewenste richting. In die nieuwe economie is geld bijvoorbeeld niet langer een doel, maar slechts een middel. Een middel om iets te bereiken.

En daar komt die creativiteit om de hoek kijken: in welke richting moeten we die economie sturen, wat willen we, wat willen we niet meer en hoe kunnen we dat bereiken? Dat zijn dé vragen voor de creatieve bestuurder anno nu. De huidige crisis is wel degelijk een groot probleem, vooral als we halsstarrig blij­ven vasthouden aan de wetten van de oude economie. Maar die crisis is ook een enorme uitdaging voor wie nieuwe, nog onbetreden wegen op wil gaan. Nieuwe bestuurders voor wie geld niet langer het doel is, maar slechts een mid­del om te bereiken wat de samenleving op de lange termijn nodig heeft. Na de­cennia van krampachtig en kortzichtig kapitalistisch denken is het nu de hoog­ste tijd voor meer creativiteit. De ver­beelding aan de macht! Dan krijgen we in de toekomst hopelijk eindelijk weer eens overheden die meer geïnteresseerd zijn in burgers dan in banken.

– A D V E R T E N T I E –

verbeeldingDe

column

Page 8: ZUID November 2011

tuinbouw, maar ook natuur, innovatie, de confrontatie met wereldculturen en allerlei aspecten van gezondheid en bezinning. Met het rendement op de korte termijn lijkt het wel goed te komen met de Floriade. Of 2012 moet al een historisch slecht voorjaar en slechte zomer opleveren. Dat zou nog roet in het eten kunnen gooien.

Het financiële venijn doemt op na de offi­ciële afsluiting van de Floriade in oktober. Het Floriadeterrein moet dan veranderen in een groen, duurzaam kantorenpark:

De propagandamachine voor de Floriade maakt overuren. Zelfs in de aanloop naar de wereldtuinbouw­tentoonstelling lijkt het leven al een zinderend feest.

Zomaar een paar hoogtepunten van de afgelopen weken. De kabelbaan op het Floriadeterrein heeft al 51.000 be­zoekers getrokken, terwijl op niet meer dan 20.000 mensen was gerekend. Zo’n 150 stagiaires uit het mbo en hbo kunnen aan de slag voor hand­ en spandiensten tijdens de Floriade. De VVV’s in Limburg vergeten in 2012 de kerktorens en slaan de handen in­een om de Floriade te vermarkten. Voor de ondernemers komt er een speciaal ontmoetingspunt in de Inno­vatoren: Living Nature! Lounge. En in de voorverkoop is de grens van een half miljoen toegangskaartjes inmid­dels ge passeerd.

Ach, helemaal onterecht is dat pr­bombardement niet eens. De Floriade weekt langzaam maar zeker iets moois los in Noord­Limburg. Een mengeling van wat extra zelfvertrouwen, trots en geloof dat het mogelijk is een droom te realiseren. Om de regio niet alleen als logistiek speerpunt en centrum voor de agrobusiness te etaleren, maar ook als een gebied neer te zetten waar innovatie net zo vanzelfsprekend is als de jaarlijkse aspergeoogst.

Even wat cijfers. Een optelsom uit allerlei rapporten. Geschatte kosten van de organisatie van de Floriade: circa 80 miljoen euro. Met twee mil­joen bezoekers is daarvan 50 miljoen euro gedekt. Ruim 22 miljoen hebben Rijk, provincie en de EU aan subsi­dies toegezegd. En de sponsorbijdrage van het bedrijfsleven schommelt rond de tien miljoen. Alom heerst vertrou­wen dat die twee miljoen bezoekers haalbaar moeten zijn. Vooral omdat een dagje Floriade heel wat biedt. Niet alleen de producten van land­ en

Het financiële venijn ná de FloriadeNog een half jaar te gaan voor de start van de Floriade in Venlo. Scepsis heeft plaatsgemaakt voor enthousiasme. De Limburgse land- en tuinbouwsector is vol zelfvertrouwen over het rendement van de wereldtentoonstelling. Ook lokale en provinciale bestuur-ders wrijven zich in de handen. Ondernemers en investeerders uit zo’n 40 landen zijn present tijdens de Floriade. De publieke belangstelling is groot. Maar de financiële impact van de Floriade op de lange termijn levert nog grote vraagtekens op.

door Peet Adams

foto’s Floriade venlo 2012

Megakansen, maar ook miljoenenrisico

08 | analyse

de innovatoren

Page 9: ZUID November 2011

analyse | 09

een deel van het Floriadepark,

de aanleg is in volle gang

Page 10: ZUID November 2011

www.

schrijen-lippertz.nl

• Download op uw smartphone (gratis) • Scan onderstaande foto • Ervaar de uitgebreide mediamix

Download op uw smartphone (gratis) Download op uw smartphone (gratis)

Toekomst met

Multimediaén

interactief Drukwerk

Page 11: ZUID November 2011

aannemersbedrijven en accountants bijvoorbeeld. Uiteraard is er vertrou­welijk marktonderzoek gedaan naar het perspectief van Greenpark. De po­sitivo’s gaan ervan uit dat Greenpark in 2024 uitverkocht moet kunnen zijn. In het meest ongunstige scenario luidt de voorspelling dat de jaarlijkse grond­verkoop stokt bij 2000 vierkante meter.

Als dat laatste scenario werkelijkheid wordt, doemt een peperdure nasleep van de Floriade op voor de regio Noord­Limburg. Extra kosten die al­leen al door het renteverlies kunnen oplopen tot tientallen miljoenen eu­ro’s. In bestuurlijke kringen in Noord­Limburg wordt inmiddels hardop gefluisterd dat het tijd is voor een radi­cale ommezwaai. Niet langer inzetten op exclusiviteit die door de aanhou­dende crisis weinig realistisch meer lijkt, maar met de Noord­Limburgse nuchterheid zoeken naar nieuwe com­merciële kansen. Maak van Greenpark een retailpark met groene thema’s, een toeristisch evenemententerrein, of een soort Chemelot Campus, maar dan toegespitst op een bundeling van topkennis voor de agrarische sector. Inclusief onderwijs en gunstige vesti­gingsmogelijkheden voor innovatieve starters. Of zorg voor een combinatie van die bestemmingen, zo luiden de opties. Die mogelijkheden worden in ambtelijke en bestuurlijke rapporta­ges weliswaar voortdurend aangestipt, maar zijn nooit uitgediept.

Nog is het vrij stil rond Greenpark, maar het lijkt een kwestie van tijd voor­dat de eerste echte discussies over de lange termijnrisico’s van de Floriade losbarsten. Bestuurlijk Noord­ Limburg zou er daarom goed aan doen alle al­ternatieve en commercieel meer kans­rijke mogelijkheden die het park biedt, goed te onderzoeken.

Al is het maar om te voorkomen dat de Floriade volgend jaar en de jaren daarna overschaduwd wordt door discussies over miljoenenverliezen die wellicht voorkomen hadden kunnen worden door tijdig een andere koers te kiezen.

Greenpark. Slim bedacht. Het terrein is voor de wereldtuin bouwtentoonstelling toch al tijdelijk in gebruik. En het biedt twee blikvangers, waarvoor geen private investeerders te vinden waren: de Inno­vatoren en Villa Flora. De provincie en de regio Venlo staken er zelf meer dan 30 miljoen euro in.Vijf gemeenten stel­den zich garant voor de grondaanko­pen, de aanleg en het renteverlies van Greenpark. Venlo, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venray en Gennep staan daarmee samen aan de last voor zo’n 40 tot 50 miljoen euro, zo is contractueel vastgelegd. Inmiddels zijn er tientallen miljoenen euro’s voorgefinancierd voor de grondaankopen. Die overeenkomst dateert nog uit de gouden tijden. Enkele jaren voordat de ongekende economi­sche crisis zich in 2008 in alle hevigheid liet gelden en het bedrijfsleven nog finan­ciële ruimte had voor nieuwe kantoor­vestigingen. Inmiddels is er sprake van een nieuwe, onvoorziene werkelijkheid: de kantoren markt is volledig ingestort. Vele honderdduizenden vierkante me­ters kantoorvloer in Nederland ligt er on­benut bij. Alle deskundigen voorspellen dat het overschot aan kantoorruimte nog jarenlang voortduurt.

Bestuurlijk Noord­Limburg is natuur­lijk niet blind en doof. De bakens zijn inmiddels verzet. Oorspronkelijk werd er nog uitgegaan van 200.000 vierkan­te meter aan hoogwaardige en duurza­me kantoren met een mooie vierkante meter­prijs van 250 euro. Inmiddels is dat scenario al fors bijgesteld. De

grens is nu 120.000 vierkante meter met een gemiddelde grondprijs van 200 euro. De overige gronden (alles bij elkaar meer dan 200.000 vierkante meter) worden verkocht als regulier bedrijfsterrein.

In alle exploitatie­rapportages van Greenpark en ook in de verslagen van raden en commissies van de vijf gemeenten wordt inmiddels erkend dat de gronduitgifte, de grote kantoor­voorraad en het afzettempo een risico vormen.

Greenpark mag niet worden volge­bouwd met kantoortjes van dertien in een dozijn. Nee, Greenpark stelt hoge eisen aan kantoorvestigingen die vooral duurzaam en innovatief moeten zijn. In de aanloop naar de Floriade blijkt al dat er weinig terecht komt van het voornemen om van de Innovatoren, de mooie landmark van Greenpark, een kenniscentrum van in­novatie te maken met wereldspelers als Philips en Windows. Er is wel degelijk de nodige belangstelling voor huur in de Innovatoren. Maar daarbij gaat om

analyse | 11

In het meest ongunstige scenario

luidt de voorspelling dat de jaarlijkse grondverkoop stokt

bij 2000 vierkante meter

de kabelbaan

Page 12: ZUID November 2011

12 | lezersbrieven

Verwarring in logoland

In uw blad las ik op pagina 70 het artikel over verwarring in logoland. Leuk artikel, ik heb zelf dezelfde fascinatie voor onorginele logo’s. Ook het DSM­logo wordt getoond. Persoonlijk verbaast het mij dat nie­mand ziet hoe sterk het lijkt op het logo van British Telecom. Zeker als je weet dat het bureau Brits is....

Jammer van al die uren die er ge­spendeerd zijn om het logo juridisch af te tikken, want de originaliteit is ver te zoeken, maar schijnbaar is het veiliger om je te voegen in de massa dan er bovenuit te steken...

Carry TimmermansHoofd Design Management APG

onder de pannen

Het artikel met villafoto over de heer Van Rey in Zuid (september 2011) slaat alle normen van menselijk fat­soen, terwijl er naar mijn mening geen enkel journa­listiek belang mee is gediend. Het artikel suggereert dat uit kadastrale gegevens blijkt hoeveel hypotheek de heer Van Rey wel niet heeft genomen. In de volks­mond, lees de volksbuurt waar de heer Van Rey is opgegroeid, staat het recht waarvoor hypotheek is verleend gelijk aan het bedrag dat is geleend. Veelal is dat appels met peren vergelijken. Hoeveel 60­plus­sers met eigen woning hebben bijvoorbeeld nog een verleend hypotheekrecht op hun woning staan, terwijl de schuld inmiddels al geheel of vrijwel geheel is afgelost.

Artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bepaalt dat een­ieder recht heeft op respect voor zijn privéleven, zijn woning en zijn corres­pondentie. Daarop wordt geen inbreuk toegestaan tenzij een uitdrukkelijke wetsbepaling dat toelaat en voor zover dit in een democratische samenleving noodzakelijk is. Naar mijn mening is het artikel deels in strijd met deze ver­dragsbepaling. Maar ook de Wet Bescherming Persoonsgegevens verzet zich mijns inziens tegen de denigrerende weergave van feiten en suggereert dat de heer Van Rey op dubieuze wijze aan vermogen is gekomen. Hoe kan hij het immers betalen als eenvoudige slagerszoon.

Ik zou de heer Van Rey adviseren ­ als hij geen toestemming heeft gegeven ­ korte metten te maken met deze wijze van journalistiek. Wat mijns inziens niet openbaar gemaakt zou mogen worden, is de inmiddels verkregen informatie over de heren… en Peter Eberson. Hoe zouden zij het vinden indien hun ge­gevens morgen zonder aanleiding in de publiciteit zouden komen. Als de heer Van Rey wel toestemming heeft gegeven snijdt hij zich in zijn eigen vingers omdat het slot van het artikel de suggestie opdringt dat hij de gewone burger zijn optrekje heeft laten betalen.

Mr. A.J.T.J. Meuwissen, advocaat te Maasbracht

Ingekort door de redactie. Daar waar puntjes staan in de laatste alinea, noemt de briefschrijver namen van journalisten van andere media. Peter Eberson is hoofdredacteur­directeur van Zuid Media Groep.

Lezersbrieven

ook reageren op een artikel in zuid? stuur een e-mail naar [email protected]

brieven mogen niet langer zijn dan 200 woorden. Afzenders verlenen onherroepelijk toe-stemming voor redigeren en publicatie.

– A D V E R T E N T I E –

Jos van Rey

Page 13: ZUID November 2011

onder de pannen | 13beeld Air-vision

André Rieu is de beroemdste Maastrichtenaar. Met zijn or-kest reist hij over de hele wereld om miljoenen mensen te laten genieten van zijn muziek. Daarbij wordt hij ondersteund door zoon Pierre, die naast hem woont op de St. Pietersberg in Maastricht. André Rieu Productions Onroerend goed BV is eigenaar van het Kasteel ‘De Torentjes’ op de kleine foto. Rieu en zijn vrouw zijn volgens gegevens van het Kadaster ook eigenaar van het herenhuis met immense tuin en zwem-bad van olympische afmetingen. Hier woont zoon Pierre.

HIER wERkt EN wOONt EEN VIOLISt

‘PARk’ | Om zijn conditie op peil te houden hoeft zoon Pierre zijn tuin niet uit. Hij kan naar hartenlust joggen en zwemmen

wERkPALEIS | Het werkpaleis van de violist ligt naast zijn woonhuis.

Volgens het Kadaster werd op 3 januari van dit jaar nog een

hypotheek van vijf miljoen euro ingeschreven

André en Pierre Rieu

wOONHUIS ANDRE | Dit is de achterkant van het woonhuis van de Maastrichtse Stehgeiger.

Voor kijkt hij uit over de Maas

HOBBY | Het glazen gebouw op de binnenplaats is

Rieu’s beroemde vlindertuin

Page 14: ZUID November 2011

Hai berden

Page 15: ZUID November 2011

interview | 15

was twee jaar geleden dat hij in Venlo was geweest. Hij zag het als een teken. Dat is pure mazzel.” Achteraf is dat ene telefoontje tientallen miljoenen euro’s waard geweest.

De follow­up van het telefoontje was geen mazzel. Het tekent Berden als de ondernemer die hij is: om de duvel niet bang voor vernieuwing. ‘Binnen een jaar konden we voor Amway aan de slag. We gingen iets doen dat voor logis­tieke dienstverleners nog heel ongebrui­kelijk was, waarover nog weinig kennis bestond. Goederen wereldwijd afhalen, opslaan en distribueren op basis van business­to­business deden we al lan­ger. Voor deze opdrachtgever moesten wij tijdens het proces ‘in het doosje’, om nieuwe pakketten samen te stellen en door heel Europa rechtstreeks bij de consument thuis af te leveren. De klant heeft ons geleerd hoe we dat moeten doen. Vervolgens hebben we dat sys­teem geperfectioneerd. We hebben van elkaar geleerd. Nu doen we dat ook voor andere klanten.”

Een uitbestederZijn grootste talent is misschien wel om anderen op te jagen naar nieuwe hoog­ten, hij trekt aan een touwtje als het er­gens hapert. “Ik ben geen operationele man, nooit geweest. Ik heb altijd geïniti­eerd. Mijn eigenlijke taak is het creëren van netwerkomgevingen, daar ben ik sterk in. Ik zie vaak kansen die anderen niet zien, maar om het nou uit te voeren, daar heb ik anderen voor nodig. Dus moet je zorgen dat je goede mensen in je omgeving hebt die dat ook echt kunnen, die in jouw straatje meedenken.”

Zijn talent komt terug in de totale be­drijfsaanpak. Seacon is immers regisseur van logistiek, niet de pure uitvoerder.

“Als je voor jezelf begint, moet je ver­stand van zaken hebben, snappen waar het over gaat. Je moet een heel goed beeld van je visie hebben: wat ga ik nu doen? En je moet hard werken. Als je dat doet, kun je niet verliezen, met deze drie dingen. Je bent altijd succesvol. Ik weet waar ik het over heb.”

Visie is de crux van dit drietal, zo blijkt bij doorvragen. Volgens Hai Berden, ei­genaar van Seacon Logistics, hoort daar ook bij dat je kansen ziet. En kansen die­nen zich aan bij veranderingen. De tuin­derszoon zag op het cruciale moment, begin jaren tachtig, verschuivingen in de logistiek. Misschien dat hij daarom al in­tuïtief had gekozen om in deze sector te werken, omdat hij aanvoelde dat Venlo als transportstad nog maar in de kinder­schoenen stond.

De business De jonge Berden rook de kansen. “Wat me opviel, was dat de container steeds belangrijker werd in de hele logistieke keten. Een container kun je op een boot zetten, op het spoor, op een truck, maar de goederen blijven in dezelfde bak zit­ten. Dat kun je niet met een oplegger van een vrachtwagen. De grote bedrij­ven hadden toen allemaal vrachtwagens, degene met de meeste wielen was de grootste vervoerder. Ik heb vanaf het be­gin gezegd: ik wil geen wielen. Ik ga het transport niet zelf uitvoeren, alleen re­gelen.” Hij herkende het potentieel van Venlo. “Ik zag dat de haven van Rotter­dam in feite niet meer dan een deur is. De business is hier in Venlo, in ons ach­terland zitten de klanten, in Duitsland en verder Europa in. Ik dacht bij mezelf: ik ga tegen de klant aanzitten. Dan zit ik meer centraal; je kunt het beste zo kort mogelijk bij de markt zijn. De klanten van onze klanten zitten ook rond om ons

heen.” Natuurlijk voorzag hij heel veel ook niet, zoals de stormachtige mondi­alisering die hem later de wind vol in de zeilen zou geven. Maar hij noteerde wel dat steeds meer producten in het oosten werden gemaakt. “En die moesten toch hier naar toe komen, want hier zat de afzetmarkt.”

De mazzel Met kennis, inzet en visie mag je dan vol­gens Berden slagen als ondernemer, het is nog geen garantie voor het succes op wereldschaal dat hij heeft behaald. Daar is een vierde factor voor nodig: geluk. Hij had het meerdere malen. “Om te beginnen heb ik geluk gehad met mijn vrouw. Kijk, ik ben een commerciële man, die kijkt waar kansen liggen en die probeert te vertalen. Maar je hebt ook iemand nodig die zorgt dat dingen lo­pen. Een commerciële man pakt aan, maar het moet ook een keer uitgevoerd worden. Die rol heeft mijn vrouw heel sterk gehad, met personeelszaken, en fi­nancieel. Daardoor kon ik weg om het netwerk te ontwikkelen. Binnen een jaar na de start zat ik in het vliegtuig naar Tokyo en Amerika.”

“Je moet ook geluk hebben met timing. Een zwervende kraai vangt altijd wat, maar dan moet je wel bewegen. Een paar keer was ik op het goede moment op de juiste plek. Zo had iemand mij eens in de jaren negentig getipt dat de directie van het Amerikaanse bedrijf Amway een jaar eerder in Venlo was ge­weest. Mijn importmanager zei op een zeker moment: ik kan wel wat business gebruiken. Toen heb ik die Amerikaan gebeld. Na een gesprek van tien minuten zei hij iets heel raars: ‘Why do you call me at this very moment?’ Wat bleek: een half uur voor ik hem opbelde had hij het Venlo­dossier uit de kast gehaald; het

door ruud linssen

foto’s Franco gori

Hij is de bekendste ondernemer van Venlo; een van de meest succesvolle ook. En voorzitter van een voetbalclub. En mogelijk stadionbouwer. Wat maakt Hai Berden tot wie hij is?

‘Ik ben een uitbesteder’

Page 16: ZUID November 2011

16 | interview

Laten we het positief bekijken. Het mul­tifunctionele stadion levert juist heel veel op: werkgelegenheid, uitstraling voor de hele regio en de mogelijkheid om activi­teiten te organiseren. Activiteiten waar­voor je nu naar andere steden moet. Dat is straks verleden tijd: dan kan iedereen in Venlo terecht.”

Omwenteling Gloedvol houdt Berden een pleidooi: “Venlo is de centrumstad van Noord­Limburg, maar heeft alleen de facilitei­ten niet. Dat kan niet. Daarom zeg ik: er moet een multifunctioneel gebouw komen. Niet alleen voor sport, er moe­ten ook nieuwe mogelijkheden ontstaan voor cultuur en bedrijfsleven. Grote eve­nementen moeten we niet meer in ten­ten en hallen onderbrengen. Dat hoort niet bij een grote stad, dat heb ik al eer­der gezegd. Niet zeuren maar aanpak­ken. Ja, dat wordt opgepikt. Niet alleen doordat ik er wat van zeg trouwens. Er gebeurt nu gelukkig veel, je merkt het aan allerlei ontwikkelingen. De Maas­boulevard, de Floriade, de ontwikkeling van het kazernekwartier.”

Het stadion zou een enorme impuls zijn voor de club waar hij in zijn jeugd zelf heeft gevoetbald. Het komt dan boven­op de ontwikkeling die hij sinds 2001 te­weeg heeft gebracht bij VVV­Venlo. En dat allereerst in de cultuur, die zijn voor­ganger Jeu Sprengers ooit kenschetste als: “Hier breekt alleen paniek uit als het bier op is.”

“Toen ik als voorzitter aantrad bij VVV waren we letterlijk en figuurlijk bijna bankroet. We stonden laatste in het be­taalde voetbal in Nederland. Er speelden drie dingen op dat moment. De jeugd­opleiding bracht nauwelijks talenten voort, de opleiding was beneden peil. Het stadion was gedateerd, de club trok steeds minder sponsors en ook minder supporters. En er moest iets aan de in­terne organisatie gebeuren; die was veel te kleinschalig opgezet, allerlei dingen die we moesten doen waren bijna niet uit te voeren door de organisatie.”

Stapsgewijs heeft hij de club vernieuwd. Geheel volgens eigen filosofie heeft hij een nieuwe omgeving gecreëerd. Van

“Ik ben gewend om het vervoer uit te besteden aan anderen. Ik geef vanaf het eerste moment al mijn werk af, laat anderen de dingen doen. Dat zit in me; ik ben een uitbesteder.” Bij Seacon heeft hij een stap terug gedaan. “Mensen die mij in de directie zijn opgevolgd, zijn al jaren gewend om bij ons zelfstandig te werken. Seacon is eigenlijk een bedrijf van allemaal kleine ondernemers, die hun eigen broek moeten ophouden en zorgen dat zij tot een succes maken waar zij voor staan. In feite acteerde ik dus al veel langer op de achtergrond.” De kritiekSinds tijden is zijn kantoor gevestigd in de toren aan de Blerickse kant bij de Maasbrug. Letterlijk op het knooppunt van water, spoor en weg, de drie modali­teiten die hem zo veel hebben gebracht. Maar waarom huurde hij de verdieping helemaal bovenin? Met een schalkse glimlach legt hij uit dat hij daarom het logo van Seacon groot aan de buitenkant kon bevestigen. Meer naamsbekend­heid via een van de beste zichtlocaties in de stad. Zijn uitzicht vanaf de toren ver­andert al een decennium lang continu. “Ik kan de hele ontwikkeling van Venlo volgen. Je ziet het groeien en verande­ren. De Maasboulevard is nu klaar. Over twee jaar is de skyline weer totaal an­ders.” Wijzend naar buiten: “Dan staat daar het stadskantoor en daar de nieuwe

Maaspoort… en hier krijg je straks na­tuurlijk het nieuwe voetbalstadion.” Het voetbalstadion... Voor wie het niet weet: Hai Berden is voorzitter van voetbalclub VVV­Venlo. Hij heeft zich vast voorge­nomen VVV­Venlo te laten uitgroeien tot op z’n minst een stevige middenmo­tor in de eredivisie. Daarom ­ en om nog een hele trits redenen – moet Venlo een nieuw voetbalstadion krijgen, op het voormalige kazerneterrein. Praktisch te­genover zijn kantoor, aan de andere kant van de weg.

Of het gaat lukken, is nog steeds de vraag. Hoewel de gemeenteraad een forse investering heeft toegezegd, is de begroting niet sluitend. En er is kritiek, wat nieuw is voor de man die nogal wat nieuwe bedrijven naar Venlo heeft ge­haald. Kritiek omdat het stadion nogal een kostenpost is voor de gemeenschap. “Mensen roepen: wie betaalt dat? Ik zeg dan: hou eens op met dat steeds te vra­gen. Voor een goed plan is altijd geld!

“Geen leider redt het alleen, je moet mensen meekrijgen, ze moeten

het uitvoeren”

Page 17: ZUID November 2011

interview | 17

verkeerde mentaliteit. Een profvoetbal­ler moet altijd hogerop willen.” Met zijn directieteam van Seacon wil hij ­ crisis of niet ­ de komende jaren een omzetver­dubbeling realiseren. Als hij op reis gaat, wat hij graag doet, dan niet als toerist: hij heeft een doel nodig, een punt om naar­toe te gaan.

Zoals hij is, komt voor een belangrijk deel voort uit zijn achtergrond. Zijn jeugd speelde zich af in het tuindersdorp Hout­Blerick, tussen de ondernemers. “Als je opgroeit in een omgeving met veel zelfstandige mensen ontwikkel je zelf ook veel vrijheid, de mogelijkheid om zelf te groeien. Je krijgt het allemaal mee. Je ontwikkelt je eigen richting. Voor mij was dat handel en expeditie, want Venlo is een expeditiestad. Maar als hier alleen maar industrie had gezeten, had ik waarschijnlijk daarin toekomst gezien.”

1450 business seats. Anno 2011 is dit gedeelte van het stadion een van de za­kelijke hotspots in de regio. Van Venray tot Roermond gebruiken kleine en grote ondernemers VVV­Venlo als een net­werkplatform. Berden weet waarom het werkt. “Voetbal is geen stijve business­omgeving. Het is heel contactrijk. Als bedrijven onderling met elkaar de emo­tie beleven, hebben ze heel snel met el­kaar contact. Dat is belangrijk als je wilt netwerken. Wij steken heel veel energie in de kansen om te netwerken.” Alle business seats in het stadion zijn tijdens elke thuiswedstrijd uitverkocht. “Op dat punt behoren we al jaren tot de subtop in Nederland.” De ondernemer De opmerking van Sprengers indertijd had een actieradius groter dan alleen een voetbalclub. Het lijflied van Venlo is niet voor niets al decennia ‘stedje van lol en plezeer’. Met de opkomst van Berden

en enkele andere Venlonaren in bedrijfs­leven en politiek ontstaat naast de klein­steedse gemoedelijkheid langzaam maar zeker een nieuwe dynamiek. Berden: “Venlo is in elk geval wakker geschud. Waarom zou een stad als Venlo geen universitaire opleiding hebben? Dat hoor je pas de laatste jaren. Hier wordt al snel gezegd: doe nou maar gewoon. Dat zit in de mensen, niet alleen bij de VVV. Maar gewoon is niet genoeg. Wat heel belangrijk is dat je positief bent. Mensen zijn altijd op zoek naar iets wat aantrekt. Dus als je over het stadion be­gint, moet je altijd zorgen dat je met vol­doende ambitie spreekt. Ik vraag altijd wat anderen willen, maak ze enthousi­ast en denk mee. Geen leider redt het alleen, je moet mensen meekrijgen, ze moeten het uitvoeren.”

Hier spreekt een man die geen voet­ballers aanneemt als ze vijf jaar bij de club willen blijven: “Dan hebben ze de

– A D V E R T E N T I E –

Stokstraat 22 • 6211 GD Maastricht • T 043-3500089 • www.siefersopticum.nl

Page 18: ZUID November 2011

Dinercheque De Leufvoor nieuwe bewoners

Bourgondisch genieten van de aangename dingen des levens. Dit hoort ook bij Parc Imstenrade. Nieuwe huurders die voor 31 december 2011 de stap zetten naar Imstenrade, worden getrakteerd op een dinerarrangement voor 2 personen inclusief aperitief, wijnen, waters, koffi e en friandises bij twee sterren restaurant De Leuf in Ubachsberg.

Een strenge winter op komst? Op Parc Imstenrade hoeft u de deur niet meer uit.

AdresgegevensParc Imstenrade 666418 PP Heerlen

www.parcimstenrade.nlTel: 045 4004600

Open dagenWij ontvangen u graag opZondag 20 november 2011 en Zondag 15 januari 2012van 11.00-16.00 uur

Of maak vrijblijvend een afspraak.

• grote variëteit aan huurappartementen

• 24 uurs zorgverlening

• service en dienstverlening

• kunst & cultuurprogramma

• diverse ondernemers op locatie

Leon Savelkoul, directeur

extramurale zorg

– A D V E R T O R I A L –

Page 19: ZUID November 2011

column | 19

een financiële afweging in plaats van een afweging of en hoe de organisatie bijdraagt aan een wereld die we samen hebben afgesproken te creëren. Soortgelijke mechanismen spelen ook in de gezondheidszorg. Ondanks aangetoonde causale verbanden tussen leefstijl en gezondheidszorg, hoeft het individu zich niet aan een gezonde leefstijl te commit­teren omdat de (maatschappelijke) kosten van een onge­zonde leefstijl voor het individu buiten beeld blijven. Idem voor de milieuproblematiek, waar het individu ook niet de maatschappelijke mondiale kosten van milieuonvriende­lijke voedselproductie, energieopwekking, vervoer etc. kan overzien.

Een fundamentelere verandering in het bewustzijn en het gedrag van alle individuen die samen het systeem vormen lijkt nodig. Kijken voorbij de grenzen van het eigen huis­houden, de eigen organisatie, de eigen regio. Begrijpen wat de consequenties zijn van het eigen handelen op het gro­ter geheel en zich realiseren dat de daardoor gecreëerde kosten op termijn niet anoniem afwentelbaar zijn. Een belangrijke sleutel hiertoe is het nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid voor keuzes die u maakt. Dat klinkt wellicht verassend eenvoudig, maar het vereist visie, lef en doorzettingsvermogen om dit echt een leidend principe in daden te laten zijn. Het hebben van een visie vraagt dat u weet welke wereld u zelf mede wilt creëren. In het voor­beeld van de sociale werkvoorziening doemt dan de vraag op: is dit een wereld waarin mensen met een arbeidsbeper­king aan de kant staan of meedoen? Een wereld waarin financiële criteria en doelstellingen de doorslag geven of ook andere criteria leidend kunnen zijn? Een wereld waarin we blijven streven naar meer en beter, of ook weten wan­neer genoeg, genoeg is? Lef is vervolgens nodig om per­soonlijke verantwoordelijkheid te durven nemen voor de consequenties van gemaakte keuzes, om impliciete veron­derstellingen in bestaande structuren te toetsen en, indien nodig, ter discussie te stellen. Doorzettingsvermogen, ten slotte, is noodzakelijk om dit consequent te blijven doen en naar nieuwe manieren te blijven zoeken om dit te organise­ren in de context van het systeem.

Aan u de keus of u het pad van de persoonlijke verantwoor­delijkheid aandurft of blijft dolen in het labyrint van goede intenties. Ter inspiratie voor uw keuze wil ik u het volgende citaat uit Alice in Wonderland niet onthouden: “Cheshire Kat”, vroeg Alice. “Wil je me alsjeblieft vertellen welke kant ik op moet vanaf hier?” “Dat ligt er voornamelijk aan waar jij naartoe wilt”, zei de Kat. “Dat kan mij niets schelen”, zei Alice. “Dan doet het er niet toe welke kant je opgaat”, zei de Kat.

Mariëlle Heijltjes

De discussie verloopt zo geanimeerd dat het me zelfs met stemverheffing niet lukt om de deelnemers tot een snelle af­ronding te bewegen. De eindtijd van de bijeenkomst van de Studiekring Verbindend Leiderschap nadert, maar de aan­wezige groep Limburgse leiders uit het openbaar bestuur, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven lijkt het nog lang niet eens. Ze zijn in kleinere groepen aan de slag gegaan met twee casussen die door collega­deelnemers zijn aangeleverd. Twee groepen buigen zich over de vraag of het principe van netwerksamenwerking (in plaats van het marktmechanisme) een mogelijke manier is om aan de WMO uitvoering te geven. Twee andere groepen verken­nen de toekomst van de sociale werkvoorziening nu een deel van de overheidssubsidie wegvalt die het voor werk­gevers financieel aantrekkelijk maakt om mensen met een arbeidsbeperking een werkplek te bieden.

Luisterend naar de discussies blijkt dat echt duurzame antwoorden op beide vragen niet meer gevonden kunnen worden in de traditionele oplossingen: het bieden van in­centives (‘maak het aantrekkelijk voor de organisatie’) of het appelleren aan maatschappelijk belang (‘iedereen heeft toch een morele verplichting aan het collectief ’). Voor het bieden van incentives ontbreken steeds vaker de middelen en het appelleren aan het maatschappelijk belang levert veel begrip en goede intenties op, maar weinig concrete actie. Eigenlijk mag dat niet eens verbazing wekken: de kos­ten van het niet bijdragen aan een maatschappelijk belang blijven voor de individuele bestuurder of directeur immers buiten beeld.

Wanneer we het voorbeeld nemen van de loonkostensubsi­dies die worden toegekend bij het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking, zien we dat hierdoor de organisatie de impact van de werkelijke kosten in prin­cipe niet voelt. Sterker nog: het al dan niet in dienst ne­men van deze groep medewerkers verwordt primair tot

PeRsoonlIJke veRAntwooRDelIJkHeID

Prof. dr. Mariëlle G. Heijltjes is hoogleraar Managerial Behavior en directeur Postgraduate Education bij Maastricht University School of Business and Economics

Page 20: ZUID November 2011

Stichting zet zich in voor sterke regio

‘Financials voor onze provincie behouden’

Vier partijen hebben zich inmiddels gecommitteerd aan de nieuwe stichting: Hogeschool Zuyd, Universiteit Maastricht, Rabo-bank en Fagro Professionals in Finance & Control.

Rabo-directeur Bart van Iersel legt uit wat de achterlig-gende gedachte van de stichting is. “Het gaat om het behoud van de werkgelegenheid en de werkenden in de financiële sector in Limburg. Daarover ben ik onder meer in gesprek geraakt met Luc Brouwers, Directeur Business Development van Fagro. We kwamen tot dezelfde conclusie, namelijk dat het goed zou zijn om Limburgse financials met elkaar in contact te brengen. Die gedachte lag aan de basis van de Dag van de Limburgse Financial. Een zeer gemêleerd gezelschap van financieel directeuren, con-trollers, accountants die elkaar treffen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op hun vakgebied,” zegt Van Iersel.

Luc Brouwers: “Het was niet alleen een themacongres met in-teressante sprekers, maar de top van bedrijven als APG, Sabic en

Rabobank gaven inzicht in het economische klimaat van Limburg. Voor de deelnemers was het ook nog een manier om punten te ontvangen in het kader van Permanente Educatie. Het idee om een dergelijke dag in Limburg te houden sloeg aan,” zegt Luc Brou-wers. “Waarom zou een financial altijd naar de Randstad moeten om zijn kennis op peil te houden?

Onze stichting probeert te verbinden en te versterken vanuit de visie dat we als regio sterk zijn door samen te werken. Om die reden is ook besloten om er een stichting van te maken. De be-drijven die nu bij de stichting zijn betrokken, hoeven er niets aan te verdienen. Het feit dat de Universiteit en de Hogeschool Zuyd deelnemen geeft het belang aan om samen te werken. Juist om te voorkomen dat het blijft bij een eenmalig iets, is besloten met de stichting verder te gaan met als doel een bijdrage te leveren aan het versterken van de regio.

“De Dag van de Limburgse Financial was de eerste stap,” zegt Bart van Iersel. “Nu is het zaak door te gaan. Dat was ook de conclusie van de 250 deelnemers. Het was voor hen een waarde-volle bijeenkomst omdat ze nu in één keer veel mensen uit het vak ontmoetten die ze normaal gesproken niet zo snel tegenkomen. Het is dan ook de bedoeling de dag een vervolg te geven. Los van dit initiatief bestaat ook het idee om iets voor studenten te organi-seren en Euregio breed een activiteit neer te zetten.”

Volgens de twee bestuursleden is de rol van het onderwijs belangrijk binnen de stichting. Luc Brouwers: “Het toekomstig ka-pitaal voor de regio, zijn de studenten van nu. Het is belangrijk om dat kapitaal in Limburg te houden. We moeten voorkomen dat de jongeren na hun studie vertrekken naar de Randstad. Daar moeten we op inzetten en dat proberen we als stichting te bereiken. Om dat doel te bereiken is samenwerking met onderwijs, overheid en bedrijfsleven nodig. De eerste aanzet is met deze stichting gegeven.”

In Roermond werd onlangs de eerste Dag van de Limburgse Financial gehouden. Meer dan 250 hoog opgeleide financials verzamelden zich in de Oranjerie om kennis met elkaar te de-len en uit te wisselen. Inmiddels is de Stichting Limburgse Financials opgericht met als doel een bijdrage te leveren aan het behouden en aantrekken van finance professionals voor de provincie Limburg. “En dat is hard nodig,” betogen de bestuursleden Luc Brouwers en Bart van Iersel.

Bart van Iersel en Luc Brouwers

Dag van de Limburgse Financial in Roermond– A D V E R T O R I A L –

Page 21: ZUID November 2011

Stichting zet zich in voor sterke regio

‘Financials voor onze provincie behouden’

Vier partijen hebben zich inmiddels gecommitteerd aan de nieuwe stichting: Hogeschool Zuyd, Universiteit Maastricht, Rabo-bank en Fagro Professionals in Finance & Control.

Rabo-directeur Bart van Iersel legt uit wat de achterlig-gende gedachte van de stichting is. “Het gaat om het behoud van de werkgelegenheid en de werkenden in de financiële sector in Limburg. Daarover ben ik onder meer in gesprek geraakt met Luc Brouwers, Directeur Business Development van Fagro. We kwamen tot dezelfde conclusie, namelijk dat het goed zou zijn om Limburgse financials met elkaar in contact te brengen. Die gedachte lag aan de basis van de Dag van de Limburgse Financial. Een zeer gemêleerd gezelschap van financieel directeuren, con-trollers, accountants die elkaar treffen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op hun vakgebied,” zegt Van Iersel.

Luc Brouwers: “Het was niet alleen een themacongres met in-teressante sprekers, maar de top van bedrijven als APG, Sabic en

Rabobank gaven inzicht in het economische klimaat van Limburg. Voor de deelnemers was het ook nog een manier om punten te ontvangen in het kader van Permanente Educatie. Het idee om een dergelijke dag in Limburg te houden sloeg aan,” zegt Luc Brou-wers. “Waarom zou een financial altijd naar de Randstad moeten om zijn kennis op peil te houden?

Onze stichting probeert te verbinden en te versterken vanuit de visie dat we als regio sterk zijn door samen te werken. Om die reden is ook besloten om er een stichting van te maken. De be-drijven die nu bij de stichting zijn betrokken, hoeven er niets aan te verdienen. Het feit dat de Universiteit en de Hogeschool Zuyd deelnemen geeft het belang aan om samen te werken. Juist om te voorkomen dat het blijft bij een eenmalig iets, is besloten met de stichting verder te gaan met als doel een bijdrage te leveren aan het versterken van de regio.

“De Dag van de Limburgse Financial was de eerste stap,” zegt Bart van Iersel. “Nu is het zaak door te gaan. Dat was ook de conclusie van de 250 deelnemers. Het was voor hen een waarde-volle bijeenkomst omdat ze nu in één keer veel mensen uit het vak ontmoetten die ze normaal gesproken niet zo snel tegenkomen. Het is dan ook de bedoeling de dag een vervolg te geven. Los van dit initiatief bestaat ook het idee om iets voor studenten te organi-seren en Euregio breed een activiteit neer te zetten.”

Volgens de twee bestuursleden is de rol van het onderwijs belangrijk binnen de stichting. Luc Brouwers: “Het toekomstig ka-pitaal voor de regio, zijn de studenten van nu. Het is belangrijk om dat kapitaal in Limburg te houden. We moeten voorkomen dat de jongeren na hun studie vertrekken naar de Randstad. Daar moeten we op inzetten en dat proberen we als stichting te bereiken. Om dat doel te bereiken is samenwerking met onderwijs, overheid en bedrijfsleven nodig. De eerste aanzet is met deze stichting gegeven.”

In Roermond werd onlangs de eerste Dag van de Limburgse Financial gehouden. Meer dan 250 hoog opgeleide financials verzamelden zich in de Oranjerie om kennis met elkaar te de-len en uit te wisselen. Inmiddels is de Stichting Limburgse Financials opgericht met als doel een bijdrage te leveren aan het behouden en aantrekken van finance professionals voor de provincie Limburg. “En dat is hard nodig,” betogen de bestuursleden Luc Brouwers en Bart van Iersel.

Bart van Iersel en Luc Brouwers

Dag van de Limburgse Financial in Roermond– A D V E R T O R I A L –

Page 22: ZUID November 2011

Méér dan voetbal!

Roda JC Kerkrade wil voetbalbeleving bieden aan een breed publiek. Op basis van een gezonde bedrijfsvoering en met

veel gevoel voor de maatschappij. Bovenal willen we een positieve betrokkenheid creëren van bevolking, bedrijfsleven

en overheid bij Roda JC Kerkrade. Op deze manier willen we een centrale rol spelen in de samenleving in Limburg.

Graag geven we u een beeld van ons beleid en de organisatie, onze historie en roots, onze ambitie en doelstelling én de

zakelijke mogelijkheden bij de sportief meest succesvolle club van Limburg.

Wilt u meer informatie over de mogelijkheden bij Roda JC Kerkrade?

Stuur een e-mail naar [email protected] of neem telefonisch contact op via 045-6317000.

We staan u graag te woord!

Roda J.C. Ring 1 6466 NH Kerkrade www.rodajc.nl

Roda_schetsvoorstel ADV. a4.indd 1 26-08-2011 15:07:39

– A D V E R T E N T I E –

Page 23: ZUID November 2011

column | 23Wim Ortjens

De PvDA HeeFt gelijk

Wim Ortjens is directeur Stichting Regiobranding Zuid-Limburg

Klink­Verhagen natuurlijk. De SP en de PVV daarentegen zijn kraakhelder naar hun kiezers, en kunnen vanwege in­terne eensgezindheid een maatschappijvisie formuleren die veel mensen aanspreekt. Neutraal beschouwd een con­servatieve agenda die zich richt op behoud van waarden. Jammer voor de kwaliteit van de politieke discussie is dat in onze taal ‘conservatief ’ een negatieve lading heeft. SP’er Harry van Bommel wist daar wel raad mee in een column: “Is behoud van de basisbeurs conservatief ? Dan ben ik graag conservatief.”

Natuurlijk blijven er grote verschillen tussen SP en PVV – en zo valt er gelukkig wat te kiezen:de SP vecht voor het behoud van de sociale zekerheid en werknemersrechten, de PVV voor het behoud van een nationale identiteit. Maar de waardering voor deze volkspartijen ligt in het feit dat ze zich niets aantrekken van links of rechts. Is het pleidooi van Marijnissen voor een nationaal historisch museum (“geen postmoderne hutspot, hipdoenerij van museumbobo’s”) links? En hoe rechts was de intentie van Wilders (“handen af van de AOW”) om de erfenis van Drees te redden?

De grote middenpartijen kunnen hier van leren. Er zal echt gekozen moeten worden tussen de conservatieve of de pro­gressieve route. Kiezen zal pijn doen en het kost op de korte termijn kiezers. Niet kiezen kost ­ zoals we nu zien ­ hoe dan ook kiezers. Het krampachtig vasthouden aan de links­rechts ordening doet denken aan het kijken naar een oude aflevering van ‘Daar komen de schutters’.

Winst wacht voor de herbronde partijen op de langere ter­mijn. Zo ligt nog een groot terrein braak in de conservatieve markt, die nu slechts 40­50 zetels telt in de Tweede Kamer. Dat kan meer. Het wachten is bijvoorbeeld op een bewe­ging die als intrinsiek motief ‘rentmeesterschap’ hanteert, en van daaruit een agenda formuleert van behoud: behoud van natuur, van landschap, van traditionele gezinswaar­den. Iets voor het CDA? De VVD kan dan de economische agenda aanvoeren, met als Leitmotiv ‘ondernemersschap’ en ‘individuele ontplooiing’. Dat verhaal zal, in het belang van de BV Nederland en bepleit door grote ondernemers, pro­Europees en internationaal klinken. Meer een rati­oneel­progressieve agenda ‘uit de aard der zaak’, dan de meer ideologisch­progressieve agenda van bijvoorbeeld een PvdA, met als basismotief solidariteit tussen bevolkings­groepen, nationaal en internationaal.

Naast de SP en PVV zijn ook D66, GroenLinks, SGP en de Christenunie inmiddels veel minder links of rechts dan progressief of conservatief. Dat mocht Femke Halsema met lichte tegenzin ervaren toen ze werd uitgeroepen tot ‘Libe­raal van het Jaar’. Zij zullen de grotere partijen tegenkomen in hun kiezerskwadrant. Misschien leidt dit proces van her­positionering dan ook wel tot fusies. Niet erg. Volksverte­genwoordigers zijn er niet om instituten in stand te houden maar om zoveel mogelijk volk te vertegenwoordigen.

En dat is nu precies haar probleem. Als iedereen het harts­tochtelijk met je eens is, wordt het lastig profileren. De anek­dote wil dat iemand het VVD­program vertaalde in het Engels, logo’s en partijnaam weglakte, en uitdeelde onder Amerikaanse Congresleden. Unaniem was de geschrokken reactie dat het wel het programma van een socialistische partij moest zijn, vanwege termen als “hulp aan ouders” en “investeren in onderwijs”.

Ik heb het verhaal nooit kunnen verifiëren, maar het ver­baast me niets. Er heerst in ons deel van Europa grote consensus over het Rijnlandse model, waarin rijkeren zo ongeveer de helft van hun inkomen afstaan aan een over­heid die armeren steunt en goed onderwijs, wegen, sporen en andere nutsvoorzieningen regelt. De discussies gaan over de procenten, niet over de principes die aan dit model ten grondslag liggen.

Arbeider geëmancipeerd, verzorgingsstaat aanvaard, waar zullen we nu eens over gaan strijden, jongens? Onenigheid is de brandstof voor politieke partijen, niet eensgezindheid. De partijen die de nieuwe gevechtslinies hebben ontdekt, doen het goed: PVV en SP. De partijen die blijven gelo­ven in de oude links­rechts­tegenstelling hebben het zwaar: PvdA, CDA en tot voor kort de VVD die dankzij de aan­trekkingskracht van haar – door vriend en vijand geprezen – nieuwe leider is opgeveerd.

Deze partijen hebben het niet alleen zwaar omdat de oude links­rechts­orde waarin ze zijn groot geworden niet meer aanspreekt, maar ook omdat de nieuwe orde hun partijen intern splijt. Waardoor er naar buiten een onherkenbaar verhaal klinkt. De échte politieke strijd gaat inmiddels tussen conservatieven en progressieven, en laat die fracties nu juist bínnen de traditionele middenpartijen lijnrecht tegenover elkaar staan. Rutte­Verdonk was zo’n strijd, en bezorgde de VVD een dieptepunt in haar kiezersgunst. En

Page 24: ZUID November 2011

24 | portret

liegeschiedenis. Maar mijn vader besefte dat de bouwwereld aan verandering on­derhevig was. De meeste steenfabrieken waren al overgenomen. Bovendien wees de bank op de aflopende economie, waarin weinig geld meer was voor der­gelijke zaken.”

Laurence is dan al parttime werkzaam als freelance tv­presentatrice bij de Lim­burgse regionale omroepen. De vrouw die zichzelf typeert als een verlegen kind in haar jeugdjaren, staat voor de ca­mera. Gedreven door nieuwsgierigheid naar wat mensen beweegt, verklaart ze. Vlak na de moord op Pim Fortuyn is ze te gast in een radioprogramma, waar ze voor het eerst haar politieke overtuigingen tentoonspreidt. Op weg naar huis in Limburg vreest ze voor de reacties, tot haar grote verbazing ‘waren die juist overweldigend positief ’. Gezien haar achtergrond is het niet vreemd dat Stassen jarenlang op de VVD heeft gestemd. “Totdat die partij me te links werd, vooral na het vertrek van Frits Bol­kestein.” Daarna mag Fortuyn op haar stem rekenen. Problemen met ervoor uitkomen dat ze voor rechts kiest, heeft ze nooit gehad. “Hoewel het in ons land meestal not done is, heb ik daar nooit een geheim van gemaakt. Waarom ook? Het is ieders democratisch recht om te stemmen waarop je wilt.” Tegenwoordig woont de politica in Echt, waar ze ook is opgegroeid. Samen met haar man, die zestien jaar ouder is en zelfstandig ondernemer in de projectinrichting. Ze hebben twee zoons, een van zestien, de ander is acht.

Het eerste gesprek dat ze met haar (dan nog toekomstige) eega voert, gaat over politiek. Het onderwerp was hun bin­

De gang is zoals gangen in het Europees Parlement waarschijnlijk horen te zijn. Neutrale kleuren, vloerbedekking die het geluid van voetstappen dempt. De wanden tussen de kantoren zijn kaal, behalve die naast de deur van de partij die voor zo veel opschudding zorgt tot ver over de Nederlandse landsgrenzen heen. Geert Wilders kijkt bezoekers aan het Brusselse hoofdkwartier van Europa vanaf een grote poster aan. De vrouw die de PVV vertegenwoordigt in die po­litieke arena, zetelt in een kantoor van bescheiden formaat. Marineblauw man­telpakje, blonde haren onberispelijk ge­kapt, kostbaar horloge om de pols. Dat Laurence Stassen (40) de mooie dingen in het leven waardeert, is breed uitgeme­ten in de pers. Veelal met honende on­dertoon. Ze wordt in de media ook wel neergezet als een kenau, een ‘alfavrouw’, als de chique dame die met ijzeren hand de Limburgse fractie bestuurt, onderwijl slechts af en toe acte de présence ge­vend. Zo zou voormalig PVV­Statenlid Harm Uringa uit de fractie zijn gestapt omdat hij zich niet kon verenigen met haar manier van leidinggeven. Te mid­den van alle tumult blijft de vraag slui­meren waarom Laurence Stassen de keuzes maakt die ze maakt? Waarom kiest een maedje oet Ech, dat het zich gemakkelijk kon permitteren een geheel ander levenspad te bewandelen, er van de een op de andere dag voor om de politiek in te gaan – en dan nog wel na­mens de partij die voor de meeste ophef zorgt sinds de LPF van Pim Fortuyn van het toneel is verdwenen?

Een mens wordt mede gevormd door zijn opvoeding. Laurence Stassen komt uit een politiek georiënteerd onderne­mersgezin, de wortels diep verankerd

in het Midden­Limburgse Echt. Een stadje dat ze als ‘al 150 jaar politiek roe­rig’ omschrijft. Ze heeft één broer: ‘meer een artistiek type’. Gemeentepolitiek is er met de paplepel ingegoten. Opa van vaders kant was loco­burgemeester van Echt. KVP­gezind. Zijn zoon was even­eens politiek actief met Lijst Stassen. Hij wilde het werk voortzetten en iets bete­kenen voor de mensen, zegt zijn dochter. Haar moeder komt uit een VVD­nest. De politica schetst een beeld van een

gezin waarin het maatschappelijk debat belangrijk was, waarin dat open werd gevoerd aan tafel. Een gezin waarin inzet voor de samenleving (“er werd geregeld eten uitgedeeld als mijn oma kookte”) telde. “Ik ben opgegroeid met de overtuiging dat als je het goed hebt, je iets moet doen voor anderen.”

Financieel heeft het gezin Stassen niets te klagen. De naam is in Echtse contrei­en en omstreken bepaald niet onbekend. Steenfabriek Nuth is sinds de jaren tach­tig van de vorige eeuw zo’n twee decen­nia de familiezaak. Zowel Laurence als haar broer werkt er een tijd. “De bouw­wereld is een echte mannenwereld. We konden er beiden ons ei niet kwijt.” Als het bedrijf in 2006 wordt verkocht, vindt ze dat desondanks heel moeilijk. “Het betekende het einde van een stukje fami­

door Peter eberson en gwen teo

foto’s koen den Os

Haar naam was in de politieke arena drie jaar geleden amper bekend, nu zijn de ogen voortdurend op haar gericht.Vanwege de monsterzege in Provinciale Staten, vanwege het gerommel in ‘haar’ partij, vanwege haar uitspraken. Een portret van het vrouwelijke gezicht van de Partij Voor de Vrijheid: Laurence Stassen. De vrouw die besloot Geert Wilders te helpen, eigenlijk in de Tweede Kamer had moeten zitten, die nu haar best doet om het Europees Parlement af te breken. “Er is voor mij geen gemakkelijke weg.”

‘Ik ben slechts een pion’

“Mijn man was aanvankelijk een nog groter PVV-fan dan ik”

Page 25: ZUID November 2011

laurence Stassen

Page 26: ZUID November 2011

26 | portret

Twee weken na de bijeenkomst met Wilders wordt ze gebeld. Door de PVV. “Geert heeft je gezien en gehoord en vindt je een politiek talent, kreeg ik te horen.” En zo staat de dan nog on­bekende Laurence Stassen bij de eer­ste vijf op de kieslijst voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 en is ze, gelet op de peilingen, verzekerd van een zetel. Zo ver komt het niet. Ze trekt zich terug vanwege gezondheidsproblemen van haar jongste zoon. De PVV verovert negen zetels. In 2009 is Stassen wel aan de beurt en treedt ze aan als Europarle­mentariër namens de partij. De fractie heeft dan vier zetels. In documentatie uit die tijd is te lezen dat ze als lid van de commissie Interne markt en consumen­tenbescherming ‘ervoor waakt dat regels niet ontaarden in onnodige bemoeienis met Nederlandse bedrijven en burgers’.

Vandaag de dag spreekt ze fel over het afbreken van dat Europees Parlement. Een standpunt waarmee de PVV de afgelopen jaren beslist geen vrienden heeft gemaakt in de hoogste politieke EU­echelons. Stassen vindt dat Brus­sel bemoeiziek is, veel te veel invloed heeft op nationale aangelegenheden. “Ruim zestig procent van alle regelge­ving die wij in Nederland braaf moeten doorvoeren, komt uit Brussel. En als het aan Europees Parlement ligt, wordt dat percentage alleen maar hoger.” Ze fulmineert tegen de alles­is­geoorloofd­zolang­de­Europese­droom­maar­ in­stand­wordt­gehouden­houding, die vol­gens haar de boventoon voert. Wijst op de kloof tussen de politieke elite en de burger. Hoe die laatste onvolledig wordt geïnformeerd, onder meer inzake de eu­rocrisis. “Ik voorspel dat we binnenkort Europese belastingen krijgen. Want hoe dan ook, de burger moet toch voor dit alles gaan betalen.”

Stassen hekelt ‘de vriendjespolitiek, het baantjes voor elkaar creëren’, waarvan ze beweert dat dat de meeste Europar­lementariërs meer bezighoudt dat het vertegenwoordigen van hun volk. “Een PvdA’er hier heeft tegen me gezegd dat ik nooit meer een goede baan zal krijgen als ik hier wegga. Het tekent de menta­liteit, mensen hier zijn vooral bezig een fijne baan ná Brussel voor zichzelf veilig

In het diepste geheim – Wilders wordt na doodsbedreigingen permanent be­veiligd – ontmoet een selectief gezel­schap ondernemers Wilders in Echt. Ze bezoeken de ‘fundraisingavond’, die Stassen samen met haar man thuis voor hem heeft georganiseerd. Het zijn on­der meer bevriende ondernemers van Laurence en haar man. In het chaoti­sche tijdsgewricht waarin Nederland zich op dat moment bevindt, deelt de groep de mening dat een nieuwe koers wenselijk is. Ze luisteren aandachtig naar het verhaal van Geert, die zijn plannen voor zijn nieuwe partij op tafel legt. Om zijn ideeën voor het voetlicht te kunnen brengen, is geld nodig. In huize Stassen komt een deel van dat geld op tafel. De ondernemers doneren eenma­lig een bedrag, waarmee Wilders zijn Partij Voor de Vrijheid kan opbouwen. Over de identiteit van de aanwezigen blijft Stassen vaag. “Ik ga niet zeggen wie dat waren.” Volgens haar is het idee voor de avond geboren na het bezoek aan Den Haag. “We wilden hem (Geert Wilders, red.) een gezellige avond bieden in zijn Limburg. Het idee om geld in te zamelen is spontaan ontstaan.” Het was ‘eerder een bescheiden bedrag’, zegt de politica daarover nu.

dende factor, zegt ze. “We hebben altijd volkomen op één lijn gezeten. Ergerden ons aan de problemen in dit land en het gebrek aan politieke daadkracht op dat gebied. Toen Geert Wilders zich afsplits­te van de VVD was ik blij dat er eindelijk een politicus opstond die zijn rug recht durfde te houden. Mijn man was aan­vankelijk een nog groter PVV­fan dan ik. Hij staat honderd procent achter me. Heeft me ook nooit gevraagd om ermee op te houden.”

Geert Wilders mag in die begindagen van zijn Partij Voor de Vrijheid op meer steun rekenen in Midden­Limburg. In september 2004 stapt hij uit de VVD. Twee maanden later wordt Theo van Gogh vermoord. Stassen heeft Wilders zelf gebeld: “Gevraagd of ik hem er­gens mee kon helpen. Ik ben met mijn man naar Den Haag gegaan om kennis te maken. Daar zat Geert, eenzaam op een zolderkamertje op het Binnenhof. We hebben gesproken over ideeën en idealen. Vlak voor mij kwam Bart Jan Spruyt uit het kamertje (Spruyt van de conservatieve Edmund Burke Stichting werd later adviseur van Wilders, red.). Het gesprek in januari 2005 krijgt in april een vervolg in Echt.

Page 27: ZUID November 2011

portret | 27

het gevoel dat ze ergens thuishoren. Als ik subsidiëring kan regelen waarmee dit wordt behouden, dan doe ik dat.”

Wie weet volgt Laurence Stassen haar vader nog eens op als beschermvrouwe. Dat zijn dochter de PVV vertegenwoor­digt, is voor hem geen enkel probleem, zegt ze. Haar ouders staan achter haar keuze. “Omdat ook zij heel goed zagen dat er iets moet veranderen in dit land.” Ze weet dat niet iedereen in de fami­liekring die mening deelt. Maar reden tot twijfel is dat allerminst. Ook de in de media aangekaarte mogelijk warme banden tussen Wilders en extreem­rechts zijn dat niet. Daar klopt niks van, stelt Stassen. “Toen ik Geert voor het eerst ontmoette, heb ik gezegd: ‘Als ik denk dat je extreem­rechts bent, ben ik weg’. Zo denk ik er nog altijd over.” Het door Wilders zo vaak geuite we­moe­ten­ons­niet­laten­tegenhouden­door­angst­adagium formuleert zijn vrou­welijke partijgenoot eveneens geregeld. Ze besteedt zodoende bewust weinig aandacht aan sociale media, heeft geen Hyves­ of Twitter­account. Beveiliging is haar tot nu toe bespaard gebleven. Maar ze rijdt wel in ‘een veilige auto’, en is behoedzaam. “Onze fractievoorzitter in Friesland is in zijn eigen huis in elkaar geslagen. Het is triest dat we in een land wonen waar je kunt worden vermoord om je mening. Maar ik wil me niet la­ten opsluiten.” Toch zijn er mogelijk wel grenzen aan haar bereidheid om haar idealen in de schijnwerpers te verdedi­gen. Als de veiligheid van haar kinderen in het geding komt. “Ik weet niet wat ik dan zou doen.”

Omdat ze jaarlijks zo’n zestig­ tot ze­ventigduizend kilometers maakt tussen Echt, Maastricht, Den Haag, Brussel en Straatsburg, heeft ze thuis een huis­houdelijke hulp in dienst genomen. Een tweede uitvalsbasis heeft de politica niet. Ja, haar werk is zowel mentaal als fysiek zwaar en ze komt steeds minder aan zichzelf toe, maar: ze houdt van werken. Zeven dagen per week thuis voor de kinderen zorgen, is nooit aan haar be­steed geweest, geeft ze toe. “Ik heb res­pect voor vrouwen die dat wel doen. Ik geloof echter dat ik op een andere ma­nier mijn steentje moet bijdragen. Dit is

spreken in Hingen. Gevraagd naar een Limburgse locatie die betekenis voor haar heeft, heeft ze het verenigingsge­bouw van schutterij Wilhelmina aldaar gekozen. Laurences vader heeft in 1983 zijn vader (na diens overlijden, red.) op­gevolgd als beschermheer daarvan. Zijn dochter drinkt er achttien jaar later kof­fie en eet een stuk Limburgse vlaai. In bijzijn van drie leden van de schutterij. Die niet bang zijn om toe te geven dat ze op haar hebben gestemd. Omdat, zo verduidelijkt een van hen, ook in andere politieke arena’s dan de gemeentelijke een luisterend oor nodig is. Hij legt uit dat hij al dertig jaar werkt als adviseur in de agrarische sector en dat de door de politiek bedachte regelgeving daar­omtrent geregeld ‘nergens op slaat’. Bedacht achter een bureau, in plaats van in de praktijk, bovendien bepaald

niet zelden tegenstrijdig. Aangaande de schutterij benadrukt hij het sociaal­maatschappelijk belang: “Als je bij ons trommelkorps zit, hoor je er hier bij. Iedereen kent elkaar, en we zorgen voor elkaar. Laurence begrijpt dat.”

De politica vindt dat die gemeenschaps­zin, ‘zoals Limburg die nog kent in te­genstelling tot de Randstad’, hoog op de politieke agenda moet staan. Ze is wars van regeltjes ‘die het voortbestaan van verenigingen onnodig moeilijk ma­ken’. “Veel discussies gaan nergens over. Neem een kogelvanger, zo’n ding kost al gauw 20.000 euro. Maar een kogel vliegt heus geen vijftig kilometer. Dingen die voorheen nooit een probleem waren, zijn dat tegenwoordig opeens wel. Dat is belachelijk. Willen we deze Limburgse tradities in ere houden, dan moet er iets gebeuren vanuit de overheid. Het zijn tradities die een belangrijke maat­schappelijke rol vervullen. Ze houden jongeren van de straat, geven mensen

te stellen. Maar daarvoor ben ik niet hier. Ik wil de kiezer recht doen.”

Wie de parlementaire vragen bestu­deert die ze stelt, kan het niet ontgaan dat economische aangelegenheden haar aandacht hebben. Haar standpunt luidt dat het bedrijfsleven al te lang op een zij­spoor is gezet. Dat het is, en nog altijd wordt uitgekleed. De manier waarop de door haar gestelde vragen worden beantwoord, noemt ze ‘een lachertje’. “Meestal is het antwoord nietszeggend. Of er komt helemaal geen antwoord.” Hoe effectief is hetgeen ze doet dan? Onbeantwoorde vragen en de gemid­delde burger op straat weet hoogst­waarschijnlijk amper, op enkele spraak­makende na, welke onderwerpen zij en haar fractiegenoten in Europa aansnij­den. “Ja, dat is frustrerend. We voeren daarover intern discussie, waarom er zo weinig inhoudelijke zaken worden op­gepikt. Op persberichten van het CDA gaan de media in, op de onze zelden, behalve in negatieve zin.” Ze refereert ook aan de kritiek op de besteding van haar Statenvergoeding. In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen heeft ze gezegd die te schenken aan het goede doel. “Dat heb ik gedaan, vanaf dag één. Aan doelen die zich inzetten voor zieke kinderen, stichting Roel en Stichting Lob’star. Zonder er veel rucht­baarheid aan te geven, omdat ik geen aandacht wilde genereren over de rug­gen van zieke kinderen. Vervolgens vie­len zowel linkse als rechtse partijen over me heen, suggererend dat die donaties niet waren geregeld. In plaats van de feiten te controleren, spuiden ze onte­recht kritiek. Maar denk maar niet dat ze, zelfs niet GroenLinks, hebben geop­perd om zelf ook iets dergelijks te doen, nadat was aangetoond dat ze het bij het verkeerde eind hadden. De PVV is bijna een marketingconcept. Zeg iets en ieder­een zit er bovenop, mits er iets negatiefs van te maken valt.”

Desondanks vindt Stassen niet dat ze be­ter af zou zijn bij een andere partij. De VVD bijvoorbeeld? Hoewel ze zichzelf ‘misschien een PVV’er met linkse in­slag’ noemt, zegt ze zich thuis te voelen bij de PVV. De overtuiging is evident, ook als we haar een kleine maand later

“Als de veiligheid van mijn kinderen in het geding

komt, weet ik niet wat ik zou doen”

Page 28: ZUID November 2011

28 | portret

en hup, alles is geregeld.” Lachend: “Ri­cardo Offermanns (burgemeester van Meerssen, red.) maakte ooit de opmer­king dat een mantelpakje leuk is, maar bij mij tevens als een soort gevechtstenue dient.”

Een tenue dat voormalig PVV­Statenlid Harm Uringa mogelijk niet heeft ge­waardeerd. Na zijn vertrek is meermaals hardop gefluisterd dat hij Stassens ma­nier van leidinggeven ­ en dan met name haar afwezigheid ­ in de Limburgse fractie afkeurde, en daarom ervoor zou hebben gekozen verder te gaan als een­mansfractie. De fractieleider zelf stelt dat zijn vertrek voor haar als donderslag bij heldere hemel kwam. “Mensen moe­ten zich uitspreken als ze ergens mee zit­ten. Ik kan tenslotte niet ruiken wat ze denken. Ik was op vakantie toen ik een e­mail over Uringa’s vertrek kreeg. Zijn ontslag was opmerkelijk, zowel de toen­malig gouverneur (Léon Frissen, red.) als de media wisten er al van voordat wij het

mijn levenspad.” Haar oudste zoon gaat naar school in België. Daar is over haar carrière gesproken. “De PVV is ook in België heel bekend. ‘Mijn zoon zit niet op deze school om politiek te bedrijven’, heb ik gezegd. Dat niet iedereen het met mijn opvattingen en die van de PVV eens is, is prima. Dat is democratie. Het zou niet goed zijn als er maar één par­tij was. Maar mijn zoons mogen niet de dupe worden van mijn werk. Ik hoop dat ze het later de moeite waard vinden wat ik heb gedaan.”

Hoewel haar agenda overvol is, heeft Stassen ook een filosofische kant, zegt ze zelf. Gebeurtenissen hebben geleid tot levenslessen. Ze denkt veel na over het hoe en waarom. Weliswaar is het gezin waarin ze is opgegroeid in veel opzich­ten fortuinlijk, ook dat huisje kent zijn kruisje. Een gezondheidskruisje. Een opa die onverwacht aan een aneurysma is overleden, een vader met ‘geen al te beste gezondheid’, een moeder die al vie­rentwintig jaar kampt met zware reuma. “Ze heeft twee nieuwe knieën gekregen. Een tijd in een rolstoel gezeten. Twee hartinfarcten gehad, reuma slaat vaak over naar het hart. Er is een periode ge­weest waarin ze vrijwel niets meer zelf kon, we moesten haar douchen, naar de wc brengen. Mijn ouders hadden het geluk dat ze hulp konden inhuren. Mijn moeder is een echte vechter. Inmiddels gaat wel weer redelijk met haar. Mijn jongste zoon is astmapatiënt, heeft twee zware astma­aanvallen gehad. Momen­teel heeft hij er gelukkig geen last van en ook geen medicatie meer nodig. Politiek is interessant, geld leuk, maar zonder gezondheid zijn we niets. Te vaak ma­ken we ons druk over zaken die eigenlijk nergens over gaan.”

Wellicht verklaart het hoe het Laurence Stassen lukt om ­ in elk geval ogenschijn­lijk ­ redelijk rustig te blijven doorzwem­men in de woelige wateren van de poli­tiek. “In de Brusselse wandelgangen zei iemand: ‘God, je zou maar met dat wijf getrouwd zijn’. Daar lach ik om. Ik ben wie ik ben. Als ik iets goed of slecht vind, zeg ik dat. Ik steek mijn mening niet onder stoelen of banken. Bij mannen is het vaker ouwe­jongens­krentenbrood. Die gaan samen even bij de tap staan

wisten. De PVV heeft een aantal libe­rale standpunten, zoals ten aanzien van abortus en euthanasie. Harm Uringa is overtuigd christen. In voorgesprekken met hem heb ik die onderwerpen ter tafel gebracht en duidelijk gevraagd of hij zich daaraan kon conformeren. Het is een man met uitgesproken ideeën. Te­gen mij heeft hij eens gezegd dat ik als vrouw achter het aanrecht hoor. Wat veel mensen niet weten, is dat hij nu een fractiebudget van 30.000 euro krijgt, wat neerkomt op 120.000 euro voor vier jaar. Daar zal hij vast niet rouwig om zijn.”

Het gerommel binnen en rondom de PVV is deels te verklaren als het gevolg van de groeistuipen waarmee vrijwel iedere jonge, snel rijzende partij te ma­ken krijgt. Stassen zegt dat ze ‘van alles’ voorbij heeft zien komen tijdens eerdere selecties van PVV­vertegenwoordigers. “Het is een lastig proces, mensen zijn bang of krijgen problemen op het werk als ze voor de PVV kiezen. Daarnaast proberen we te voorkomen dat we in zee gaan met gelukszoekers, of met een journalist die undercover werkt. Of het vertrek van Uringa voorkomen had kun­nen worden? Waarschijnlijk niet. Je kunt iemand immers wel voor de kop kijken, maar niet erin.”

Terugblikkend beaamt ze dat haar leven veel rustiger zou zijn geweest als ze het pad was blijven bewandelen zoals inge­slagen voor de politiek. “Er is voor mij geen gemakkelijke weg. Ik heb ervoor ge­kozen om iets te dóén. Houd me vast aan een persoonlijk ideaal. Het gaat niet om Laurence Stassen, ik ben slechts een pion. Het is mijn taak om fundamenten te leg­gen. De afgelopen tweeënhalf jaar ben ik in het diepe gegooid, zowel politiek als wat het bijbehorende gekonkel aangaat. Als je er op een dag niet meer van slaapt, dan moet je je conclusies trekken. Als je er niet in slaagt te bereiken wat je voor ogen had, geldt hetzelfde. Het probleem van de meeste politici is dat ze over hun graf heen willen regeren. Ik maak mijn termijn af en dan zie ik wel weer verder. Het is nu mijn leven, maar het was zeker geen jeugddroom. Dan was ik nu kin­derarts. Het is maar goed dat ik dat niet ben geworden, waarschijnlijk had ik dat mentaal niet aangekund.”

Page 29: ZUID November 2011

Boek over tien jaar stichting Residentiële en Ambulante Zorg

Zorgeloos genietenin Domaine CaubergIn Valkenburg, op één van de mooiste plekjes op de Cauberg, ligt ECR Domaine Cauberg. Een fraai gerestaureerd klooster met 31 exclusieve huurappartementen en luxe zorghotelstudio’s. Bedoeld voor mensen die zorgeloos willen wonen en genieten.

De bedenkers van dit concept zijn Paul Bijleveld en zijn echtgenote Maria Scholts. Tien jaar geleden startten zij het familie-bedrijf Residentiële en Ambulante Zorg (RAZ) en in dat decennium groeide RAZ uit tot een groot bedrijf met meer dan 900 me-dewerkers en vrijwilligers. De organisatie heeft in Nederland zeven woonzorgvoor-zieningen vergelijkbaar met Domaine Cau-berg in Valkenburg, exploiteert vakantie-parken en een eigen reisbureau. Daarnaast verzorgt RAZ de zorg en service bij mensen thuis en in de ECR’s.

De geschiedenis van het familiebedrijf staat nu in een boek dat verschijnt. Een boek over tien jaar “gaat niet bestaat niet”, de gevleugelde uitspraak van directeur Paul Bijleveld. In de tien jaar ondervond hij vaak medewerking, maar ook wel eens tegenwerking van de overheid vanwege de commerciële zorgvoorzieningen die Bijle-

veld opzette. Soms is er ook kritiek dat de voorzieningen alleen voor de ‘happy few’ zijn. Er hangt weliswaar een prijskaartje aan het wonen in een ECR, maar dat heeft te maken met het hoge kwaliteitsniveau van wonen in luxe appartementen en de 24 uurs zorg die geboden wordt. “Aan de andere kant,” zegt Bijleveld. “Kijk naar de maatschappelijke winst die bijvoorbeeld Domaine Cauberg oplevert; mensen die daar wonen zijn voor de overheid geen zorg meer. Zij doen geen beroep op allerlei voorzieningen.”

Het boek dat nu verschijnt over het familiebedrijf geeft een mooi beeld van de organisatie. Een boek met veel foto’s en persoonlijke verhalen van mensen die be-trokken zijn bij Residentiële en Ambulante Zorg. Het boek is van de hand van Mariette Woudenberg. De schrijfster is medewerker communicatie bij de RAZ.

Domaine cauberg

Sinds 2008 exploiteert zorg-organisatie RAZ Domaine Cauberg in Valkenburg. De voorziening heeft een sterke groei doorgemaakt. De bewoners van ECR Domaine Cauberg leiden hun leven op de manier zoals zij graag zelf willen, maar in de weten-schap dat er 24 uur per dag professionele zorg in huis is. Zo kunnen mensen op ho-gere leeftijd bij elkaar blijven wonen in een appartement. Deze appartementen zijn van alle luxe voorzien met eigen keuken, badkamer en apart toilet. De bewoners kunnen ook gebruik maken van het restaurant. Daar wordt door de koks elke avond vers gekookt.

De zorgorganisatie RAZ exploiteert zeven woonzorg-voorzieningen in Nederland en volgend jaar komt er weer één bij. RAZ biedt ook het Geniet- Gemaks- en Ge-bruikerslidmaatschap (GGG). Leden krijgen korting op de diensten en service van de RAZ en op vakantiereizen.Lezers van ZUID kunnen een gratis proeflidmaatschap 2012 aanvragen en direct profiteren van alle voordelen. Meer informatie via het Centraal Bureau: T 088 3280328 of op de website www.raz.nl

– A D V E R T O R I A L –

Page 30: ZUID November 2011

30 | economie

door guus Queisen

De agribusiness zet Limburg mondiaal op de kaart. Met name vanuit het Noord- en Midden-Limburgse worden volop technische kennis en hoogwaardige producten bestemd voor akkers, stallen en kassen wereldwijd geëxporteerd. Een direct gevolg van de concentratie aan innovatieve intensieve veebedrijven en tuinderijen.

De provincie Limburg moet het beste vee­houderijgebied van Nederland worden. Om dat te bereiken gaven de provincie en de LLTB (Limburgse Land­ en Tuin­bouwbond) onlangs het startschot voor een omvangrijk vernieuwingsproject: de ‘Innovatieagenda duurzame veehoude­rij Limburg’. Beide organisaties stellen samen één miljoen euro beschikbaar ter ondersteuning van kansrijke vernieu­wingen in de veehouderij.

Ondanks dat de intensieve veehouderij al langere tijd onder schot ligt, onder­streept verantwoordelijk gedeputeerde Patrick van der Broeck dat de pro­vincie vierkant achter de sector staat. “Het is een sector die voor veel werk­gelegenheid zorgt. En dan heb ik het niet alleen over de producenten, maar ook over de schil daaromheen, zoals voederfabrikanten, slachterijen, eier­pakstations en transportbedrijven. Tal van bedrijven waar veel Limburgers hun brood verdienen. Bovendien doen de Limburgse bedrijven van zich spre­ken als het gaat om innovatie, juist op gebied van duurzaamheid. We staan daarmee zelfs aan de top in de wereld. Ik vind dat we dat gerust wat vaker mogen uitspreken.” LLTB­voorzitter Noud Janssen is het daar (uiteraard) helemaal mee eens: “Mogelijk zijn we nu al de beste veehouderijregio, maar

dat ontslaat ons niet van de verplich­ting verdere stappen te zetten.”

Vijf miljardIn Limburgse burger­, natuur­ en dier­kringen krijgt de intensieve veehoude­rij regelmatig veel kritiek te verwerken. Geen wonder. Denkend aan agra­risch Limburg, verschijnen bij velen als eerste op het netvlies grote stallen met kippen en varkens en kassencom­plexen. In 2010 telde Limburg volgens het CBS bijna 1,8 miljoen varkens en ruim 15 miljoen kippen en honder­den hectares glazen kassen. De LLTB onderstreept de keerzijde van deze cijfers: agrarisch Limburg is jaarlijks goed voor de export van vijf miljard euro aan agrarische producten. Dat de land­ en tuinbouw belangrijk zijn voor de economie blijkt ook uit de werkge­legenheid. Bijna twee op de tien men­sen vindt er een baan. De agrosector is Nederlands grootste maakindustrie en zo één van de krachtigste motoren van onze economie. Dat geldt zeker ook voor Limburg. Nergens ter wereld is de variëteit aan agrarische producten en activiteiten zo groot als in Limburg. Wat velen niet zien, is het toenemen­de belang van de wereldwijde export van Limburgse knowhow en techniek op agrarisch vlak. Tot in de verste uithoeken van de wereld zijn steeds

meer stallen en tuinderskassen uitge­rust met hightech apparatuur, allemaal ‘made in Limburg’.

BoostIn de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw kreeg de Limburgse in­tensieve veehouderij en glastuinbouw een geweldige boost. Regionale leve­ranciers/fabrikanten van stalinrichting en kasinstallaties speelden in op deze investeringsgolf. Ze ontwikkelden tal van noodzakelijke producten. De boe­ren van weleer zijn nu ondernemers pur sang. Hun streven is om kwalitatief de beste producten zo efficiënt moge­lijk te produceren. Daarbij moeten ze voortdurend rekening houden met de overheid, die steeds zwaardere eisen stelt op het vlak van milieu, gezond­heid en dierenwelzijn. De innovatieve ondernemers spelen hier op in door samen met de leveranciers te zoeken naar oplossingen. Zijn deze er niet, dan worden ze ontwikkeld. Vooral in Noord­ en Midden­Limburg zijn tal van bedrijven actief die hier ontwik­kelde producten mondiaal afzetten. “Eigenlijk hoeven we de markt niet actief te bewerken. Ondernemers van waar ook ter wereld komen bijna au­tomatisch bij bedrijven in deze regio terecht”, zegt Erwin Stienen, directeur van Stienen Bedrijfselectronica BV in

agribusinessLimburg wereldwijd op kop

BIG

Page 31: ZUID November 2011

economie | 31

Nederweert. Hij onderstreept dat de intensieve veehouderij in Limburg, in­clusief het aanpalende Oost­Brabant en delen van West­Duitsland, we­reldwijd een vooraanstaande positie inneemt. “Zeker op het vlak van die­renwelzijn, milieu en efficiency lopen we voorop. Wereldwijd zijn alle ogen op deze regio gericht”, aldus Stienen. In 1977 startte vader Michel als een­manszaak met installatiewerkzaam­heden in Limburgse kippenstallen. Hij had het geluk dat de toenmalige minister van LNV Gerrit Braks de ontwikkeling van intensieve veehou­derij stimuleerde. Bovendien maak­ten veehouders tussen 1978 en 1988 volop gebruik van de Wet Investering Regeling (WIR). Via de WIR konden veehouders stallen voor een schijntje van de werkelijke kosten bouwen. Dit zorgde voor een gigantische groei van de Limburgse intensieve veehouderij. Op dit moment staan bij Stienen 57 medewerkers op de loonlijst. Hier­van werken er tien dagelijks aan de ontwikkeling van nieuwe producten en software voor gebruik in de stal­len. Stienen ontwikkelt een compleet assortiment stalcomputers, luchtrege­lunits, ventilatoren, alarmsystemen en managementsoftware, die wereldwijd in stallen worden geïnstalleerd. “Het stalklimaat bepaalt voor een belang­

rijk deel de gezondheid en de groei van de dieren. Het geheim van een gezond stalklimaat is het om de juiste hoeveelheid lucht, met de juiste snel­heid, op de juiste plaats bij de dieren te krijgen. Ongeacht staltype, buiten­klimaat of huisvestingssysteem”, legt Erwin Stienen uit. De in Nederweert ontwikkelde apparatuur wordt geïn­stalleerd in stallen van Rusland tot in Zuid­Afrika. Export is heel belangrijk. Hoeveel procent van de omzet bui­ten de thuismarkt (Nederland, België en Duitsland) wordt gerealiseerd, kan Stienen moeilijk inschatten. “Veel van onze producten worden afgenomen door bijvoorbeeld Duitse dealers, die het vervolgens doorverkopen of instal­leren in onder meer Russische stallen.” Omdat in andere landen het niveau van mensen werkzaam bij veebedrij­ven veelal (aanzienlijk) lager is dan in Nederland moeten de systemen mak­kelijk te bedienen en te begrijpen zijn. “Dat daarachter een complexe tech­niek schuilgaat, is onze zorg. Daarom investeren wij in onze eigen R&D­af­deling, vol technische kennis, ervaring en contacten in de agrarische wereld.”

GroeiIn Panningen is ook een bedrijf ac­tief dat 35 jaar geleden is gestart als eenmansbedrijf door Piet Wijnen en

nu wereldspeler is op het vlak van stalautomatisering: Fancom. Met 130 mensen ontwikkelt en produceert Fan­com voor kippen­ en varkensboeren managementsystemen op het vlak van klimaatbeheersing, voerautomatise­ring, biometrie en datamanagement. Fancom speelt vooral in op de toene­mende omvang van de veebedrijven. Om veehouders de mogelijkheid te bieden een bedrijf te kunnen mana­gen is ‘precision livestock farming’ in opmars. De computer controleert en analyseert alle aspecten in de stal en de dieren. Bij afwijkingen stuurt de computer automatisch bij of geeft di­rect een signaal. Dit resulteert in op­timale omstandigheden voor groei en gezondheid van kippen en varkens.

In Panningen worden vooral produc­ten en programma’s ontwikkeld. De productie besteedt Fancom voor een groot deel uit. De onderneming zegt vooral te willen groeien met kennis. Het zoekt daartoe regelmatig men­sen in de research, softwareontwikke­ling en projectmanagement. Voor de wereldwijde afnemers en gebruikers van hun producten en programma’s vinden regelmatig trainingen plaats in Panningen. Fancom is in handen van het Amerikaanse concern Berkshire Hathaway. Afgelopen jaar werd een omzet gerealiseerd van circa 30 mil­joen euro, waarvan tachtig procent in het buitenland. Fancom denkt de ko­mende drie jaar al te profiteren van de toenemende wereldbevolking en welvaart. Het bedrijf verwacht binnen drie jaar een omzet te realiseren van circa 50 miljoen euro. Op basis van ontwikkelingen op nieuwe markten zoals Zuidoost­Azië, China en Zuid­Amerika wordt op een termijn van tien jaar zelfs gedacht aan een omzet van 100 miljoen euro.

MechanisatieOok op het vlak van mechanisatie groeit onze provincie steeds meer uit tot een speler van formaat. Zo heb­ben John Deere en AGCO, twee we­reldconcerns op het vlak van tractoren en andere landbouwmachines, een ontwikkelings­ en productievestiging

de veldspuiten van john deere uit Horst

worden wereldwijd op de akkers ingezet

foto john deere

Page 32: ZUID November 2011

32 | economie

rijdende machines met vermogens van ettelijke honderden pk’s. Ook dit bedrijf is voortgekomen uit een Lim­burgs familiebedrijf. Sinds midden ja­ren zestig van de vorige eeuw bouwde het loonbedrijf Kurstjens zelfrijdende machines voor verschillende toepas­singen en was voor Nederland, Duits­land en België dealer voor de Ameri­kaanse mega­tractoren Terra Gator. De kennis en verkoopresultaten bleven niet onopgemerkt in de Verenigde Sta­ten. In 1994 werd Kurstjens honderd procent dochter van Ag­Chem.

Sindsdien maakt het bedrijf in Grub­benvorst een stormachtige ontwik­keling door. In 1996 voert het de be­drijfsnaam Ag­Chem Europe en is het de officiële importeur van Ag­Chem Equipement Company Inc. voor grote delen van West­Europa. Aan het eind van de vorige eeuw is gestart met de volledige productie van de Terra Ga­tor in Grubbenvorst. In 2000 begon Ag­Chem met de productie en ver­koop van de ook in Grubbenvorst ontworpen zelfrijdende spuitmachi­nes. Na de overname in 2001 van Ag­Chem door AGCO kreeg de vestiging in Grubbenvorst toegang tot de ken­nis en de afzetgebieden van de andere AGCO­familieleden. Machines uit Grubbenvorst rijden nu ook in Afrika en Midden­Oosten. Door de uitste­kende faciliteiten en centrale ligging werd Grubbenvorst zelfs aangewezen als distributiecentrum voor Challen­ger­rupstractoren voor de EAME­landen (Europa, Afrika en Midden­Oosten). In Grubbenvorst zijn 170 medewerkers actief, van wie 25 op de engineeringafdeling en zestig technici met de productie. De gemiddelde jaar­lijkse productie bedraagt 60 Terra­Gators en 25 Ro­Gators. Momenteel wordt de productielijn uitgebreid voor de nieuwe Ro­Gator 600 serie, waar­van het bedrijf jaarlijks tweehonderd stuks denkt te maken. Net als de stal­automatiseringsproducten, zullen ook deze machines met het etiket ‘made in Limburg­Netherlands’ tot in de verste uithoeken zorgen voor de broodno­dige voedselproductie.

in Noord­Limburg. De Amerikaanse multinational John Deere nam in 1997 de veldspuitenfabriek Douven in Horst over. Bij John Deere werken we­reldwijd ruim 50.000 mensen. In 2010 realiseerde het bijna 175 jaar oude bedrijf een omzet van $ 26 biljoen en een nettowinst van $ 1,9 biljoen. Sinds de overname van Douven door John Deere is het personeelsbestand gegroeid van circa 60 naar 165. Aan de Energiestraat 16 in Horst worden gewasbeschermingspuiten ontwikkeld en geproduceerd. De machines uit Horst rijden via het wereldwijde John Deere­dealernetwerk zelfs op velden in Australië en Zuid­Afrika. De nieu­wigheden die door de ontwikkelaars in Horst worden bedacht, baren vaak opzien in de internationale landbouw­wereld. Zo kreeg de fabriek in novem­ber 2009 tijdens ’s werelds grootste landbouwbeurs de Agritechnica in Hannover, een onderscheiding voor drie opvallende innovaties op de veld­spuiten. De innovaties waren gericht op bescherming van het milieu, be­perking van kosten en tijd. Aangezien John Deere een Amerikaans beursge­noteerd bedrijf is, mag Eric Teuwsen van de marketingafdeling in Horst geen uitspraken doen over de actu­ele productie van het aantal spuiten en verkoopresultaten van de Horster vestiging. Dat John Deere echter ver­trouwen heeft in het Limburgse vesti­gingsklimaat blijkt uit het feit dat het moederconcern dit voorjaar in Horst een eigen Nederlands verkoopkantoor opende. Een team van vijftien perso­nen verzorgt nu de hele klant­, pro­duct­ en onderdelenservice aan dealers en gebruikers van hun landbouw­ en professionele tuin­ en parkmachines.

Grote zelfrijdersIn Grubbenvorst, nabij de A73 is Ag­Chem Equipment Company geves­tigd. Dit bedrijf behoort tot AGCO groep, een wereldspeler die vooral bekend is door zijn tractoren en com­bines van de toonaangevende merken Fendt, Massey­Ferguson, Valtra en Challenger. In Grubbenvorst worden de grootschalige zelfrijdende Terra­Gator en Rogator ontworpen en gefabriceerd. Dit zijn zeer grote zelf­

koreanen in opleiding bij

Fancom in Panningen

foto Fancom

bij AgCO in grubbenvorst worden megatractoren

ontwikkeld en gebouwd voor de wereldmarkt

foto AgCO

Fancom ontwikkelt tal van agrarische

toepassingen voor de iPad

foto Fancom

Page 33: ZUID November 2011

Een internationale naam in een internationale stad: The Housing Company in Maastricht. Opgericht in 2001 door Emile Slijpen en inmiddels uitgegroeid tot een naam op het gebied van verhuurbemiddeling. Naast Emile Slijpen zorgt zijn broer Didier samen met vakbekwaam team ervoor dat verhuurders en huur-ders in een groot deel van Limburg tevreden zijn.

Expats heten ze. Mensen die voor hun werk langere tijd in het buitenland

verblijven. Grote internationale bedrijven, met medewerkers over de hele

wereld, zoals SABIC, DSM, Vodafone zijn vaak op zoek naar tijdelijke

woonruimte voor hun mensen.

The Housing Company is gespecialiseerd in de verhuur van woonruimte

in alle segmenten. Van eengezinswoning, tot luxe villa en van studio tot

ruim appartement.

“We helpen vooral bedrijven die woonruimte zoeken voor hun medewerkers.

Vaak een huurperiode van een half jaar tot een jaar,” zegt Didier Slijpen.

We zijn bekend op het gebied van huur, verhuur en beheer van onroerend

goed. Sinds 2006 bieden we ook de aan- en verkoop van vastgoed aan als

service naar onze klanten. Bedrijven kiezen voor ons vanwege onze kennis

van de markt, jarenlange ervaring en het ruime aanbod aan woonruimte.

We nemen verder alle zorgen uit handen. Regelen het hele traject van a tot

z en zorgen zowel voor de verhuurder als voor de internationale huurder.

Het zal niet verbazen dat een Amerikaan bepaalde verwachtingen heeft van

een woonruimte. In de Verenigde Staten is een grote koelkast en minimaal

twee badkamers heel normaal. Daar houden wij rekening mee.”

Yvette Smeets is verhuurmakelaar bij The Housing Company. Ze merkt dat

de markt van expats nog steeds groeiende is. “Misschien dat de budgetten

bij grote bedrijven wat minder zijn vanwege de crisis, maar er is veel vraag

naar tijdelijke woonruimte vooral in Maastricht. De stad is erg in trek omdat

er o.a. een internationale school is. Werknemers die met hun gezin naar

ons land komen letten bij de keuze van hun woonplek op de aanwezigheid

van onderwijs in de directe omgeving. “

Door de grote vraag naar woonruimte is The Housing Company altijd geïn-

teresseerd om in contact te komen met verhuurders van onroerend goed.

Het grote voordeel is dat The Housing Company het werk doet. “Wij gaan op

zoek naar goede huurders, regelen het huurcontract, doen de bezichtigingen

en de oplevering,” zegt Didier. “En aan het einde van het huurcontract zijn

we er ook bij. Dan doen we de eindcontrole samen met de huurder, zodat

de verhuurder zeker weet dat zijn eigendom in goede staat is.

Yvette Smeets: “Het grote voordeel is ook dat wij weten wanneer huurcon-

tracten aflopen en nog voor het einde contract op zoek kunnen gaan naar

een nieuwe huurder. Een prettige gedachte voor de verhuurder, want hij

weet dat zijn onroerend goed weer snel verhuurd is,” aldus Yvette.

In alle gevallen wil The Housing Company maatwerk leveren. “Een ver-

huurder die de objecten wekelijks wil laten schoonmaken? Kunnen wij voor

zorgen,” legt Didier uit. “Er zijn verhuurders die geen rechtstreeks contact

met de bewoner wil onderhouden. In dat geval kan The Housing Company

dat overnemen en het onroerend goed beheren en onderhouden.”

The Housing Company: Kwaliteit in onroerend goed

Wilhelminasingel 118 Maastricht • T: 043 3900399 • www.thehousingcompany.nl

– A D V E R T O R I A L –

Page 34: ZUID November 2011

Pim Steerneman en Marion Schmitz

Paul en Delia Leurs

Veiling door Ramona Batta Jacintah Povel samen met John Jongen

Tibor Nagy, Arnold Vanderlyde en Vanessa JurkiewiczRoxanne van der Linden en Maurice Laumen

Page 35: ZUID November 2011

Zorgorganisatie Sevagram in Heerlen, met 2400 medewerkers één van de grotere in Limburg wil een organisatie zijn waar de mensgerichte zorg centraal staat. Een organisatie die ver-nieuwing en innovatie in de zorg toepast. En dan lukt het ook om de top van zakelijk Limburg bij elkaar te krijgen voor een Bene� etgala-diner, waarvan de opbrengst ten goede komt aan de cliënten van Sevagram.

Het idee van bestuursvoorzitter Pim Steer-neman, om in crisistijd 225 relaties uit te no-digen voor een exclusieve gala-avond is met argusogen bekeken. Vooral ook omdat het initiatief vanuit een zorgorganisatie kwam. Binnen een paar weken waren de toegangs-kaarten echter uitverkocht en daarmee had Steerneman het gelijk aan zijn kant. “Mis-schien is het wel typisch Sevagram,” zegt hij. “Wij willen ons onderscheiden en vernieu-wend bezig zijn, maar altijd ten dienste van onze cliënten.”

En de cliënten van Sevagram veranderen, omdat de ouderenzorg in Limburg verandert.Steerneman: “Mensen worden steeds ouder, blijven langer gezond, maar als ze eenmaal zorg nodig hebben, is dat vaak zwaardere, complexere zorg. We hebben vaker te maken met ziekten als dementie. Dat betekent ook

dat hogere eisen worden gesteld aan ons personeel. Er zijn volop vacatures. Veelal verpleegkundigen met hbo-opleiding zoe-ken wij om deze complexe zorg te kunnen bieden,” zegt Steerneman

Volgens de bestuursvoorzitter is de huidige generatie ouderen niet meer te vergelijken met eerdere generaties omdat cliënten en hun familie steeds mondiger zijn en be-paalde wensen en ideeën hebben over de zorg. “Er vindt een kentering plaats waarbij we meer en meer uitgaan van vraaggerichte zorg en niet zoals in het verleden aanbod-gerichte zorg. Cliënten willen genieten van kunst en cultuur, zoals ze dat hun hele leven gewend zijn. Bij Sevagram is er speciaal iemand in dienst die het cultuurprogramma verzorgt. Zo is er een cultuur-carroussel in

ontwikkeling waarbij kunstenaars bewo-ners leren kennis maken met schilderen, beeldhouwkunst en muziek. Dat kan op alle locaties aangeboden worden.”

Het zijn activiteiten die niet gesubsidieerd worden en om die reden zoekt Sevagram naar creatieve wegen om cliënten iets extra’s te bieden. De opbrengst van het Bene� etgala in Caverne de Geulhem wordt bijvoorbeeld gebruikt om met bewoners een meerdaagse busreis naar Berlijn te maken volgend voor-jaar. Pim Steerneman: “Berlijn is de cultuur-hoofdstad bij uitstek. De stad ademt cultuur en geschiedenis. Om die reden is gekozen voor een reis naar de Duitse hoofdstad. Dit past in wat wij noemen ‘verwenzorg’. Net iets meer doen voor cliënten dan anderen: meer bieden dan de basiszorg.”

Sevagram biedt diensten voor zorg, wonen en welzijn, voornamelijk aan ou-deren in de regio’s Parkstad en Heu-velland. Op 19 locaties wordt wonen gecombineerd met zorg, begeleiding en eventuele behandeling. Ook biedt Sevagram zorg en diensten aan huis via haar thuiszorgorganisatie. Daarnaast verhuurt Sevagram seniorenwonin-gen in de directe omgeving van haar zorgcentra. Dagelijks spannen 2400 medewerkers en 1000 vrijwilligers zich in om de kwaliteit van leven van cliën-

ten in al z’n dimensies te waarborgen en te verbeteren. Sevagram omarmt het Planetree-concept dat staat voor mensgerichte zorg in een helende omgeving vanuit een gezonde organisatie voor cliënten, familie, medewerkers en vrijwilligers. Planetree biedt een overkoepelende structuur om onze kwaliteitszorg gestalte te geven. Met als doel het continu verbeteren van de zorg en het welzijn vanuit het perspectief van onze cliënten.

Bene� etgala-dinerlevert 39.500 euro opSevagram verwent haar cliënten

“Wij willen ons onderscheiden en vernieu-“Wij willen ons onderscheiden en vernieu-wend bezig zijn, maar altijd ten dienste van

Zorgorganisatie Sevagram in Zorgorganisatie Sevagram in Zorgorganisatie Sevagram in Zorgorganisatie Sevagram in Zorgorganisatie Sevagram in Heerlen, met 2400 medewerkers één van de grotere in Limburg één van de grotere in Limburg één van de grotere in Limburg één van de grotere in Limburg één van de grotere in Limburg wil een organisatie zijn waar wil een organisatie zijn waar wil een organisatie zijn waar wil een organisatie zijn waar wil een organisatie zijn waar de mensgerichte zorg centraal staat. Een organisatie die ver-staat. Een organisatie die ver-staat. Een organisatie die ver-staat. Een organisatie die ver-staat. Een organisatie die ver-staat. Een organisatie die ver-nieuwing en innovatie in de zorg toepast. En dan lukt het ook om de top van zakelijk Limburg om de top van zakelijk Limburg om de top van zakelijk Limburg om de top van zakelijk Limburg om de top van zakelijk Limburg bij elkaar te krijgen voor een Bene� etgala-diner, waarvan de Bene� etgala-diner, waarvan de opbrengst ten goede komt aan opbrengst ten goede komt aan opbrengst ten goede komt aan opbrengst ten goede komt aan opbrengst ten goede komt aan de cliënten van Sevagram.

Het idee van bestuursvoorzitter Pim Steer-Het idee van bestuursvoorzitter Pim Steer-Het idee van bestuursvoorzitter Pim Steer-Het idee van bestuursvoorzitter Pim Steer-Het idee van bestuursvoorzitter Pim Steer-neman, om in crisistijd 225 relaties uit te no-digen voor een exclusieve gala-avond is met digen voor een exclusieve gala-avond is met digen voor een exclusieve gala-avond is met digen voor een exclusieve gala-avond is met digen voor een exclusieve gala-avond is met digen voor een exclusieve gala-avond is met argusogen bekeken. Vooral ook omdat het argusogen bekeken. Vooral ook omdat het initiatief vanuit een zorgorganisatie kwam. Binnen een paar weken waren de toegangs-kaarten echter uitverkocht en daarmee had Steerneman het gelijk aan zijn kant. “Mis-schien is het wel typisch Sevagram,” zegt hij. “Wij willen ons onderscheiden en vernieu-“Wij willen ons onderscheiden en vernieu-wend bezig zijn, maar altijd ten dienste van onze cliënten.”

En de cliënten van Sevagram veranderen, omdat de ouderenzorg in Limburg verandert.Steerneman: “Mensen worden steeds ouder, blijven langer gezond, maar als ze eenmaal zorg nodig hebben, is dat vaak zwaardere, complexere zorg. We hebben vaker te maken complexere zorg. We hebben vaker te maken complexere zorg. We hebben vaker te maken met ziekten als dementie. Dat betekent ook met ziekten als dementie. Dat betekent ook met ziekten als dementie. Dat betekent ook met ziekten als dementie. Dat betekent ook met ziekten als dementie. Dat betekent ook met ziekten als dementie. Dat betekent ook

Bene� etgala-diner

ontwikkeling waarbij kunstenaars bewo-ontwikkeling waarbij kunstenaars bewo-ners leren kennis maken met schilderen, ners leren kennis maken met schilderen, ners leren kennis maken met schilderen, ners leren kennis maken met schilderen, ners leren kennis maken met schilderen, ners leren kennis maken met schilderen, beeldhouwkunst en muziek. Dat kan op alle beeldhouwkunst en muziek. Dat kan op alle beeldhouwkunst en muziek. Dat kan op alle beeldhouwkunst en muziek. Dat kan op alle beeldhouwkunst en muziek. Dat kan op alle beeldhouwkunst en muziek. Dat kan op alle

levert 39.500 euro op

kaarten echter uitverkocht en daarmee had kaarten echter uitverkocht en daarmee had kaarten echter uitverkocht en daarmee had kaarten echter uitverkocht en daarmee had kaarten echter uitverkocht en daarmee had Steerneman het gelijk aan zijn kant. “Mis-schien is het wel typisch Sevagram,” zegt hij. schien is het wel typisch Sevagram,” zegt hij. schien is het wel typisch Sevagram,” zegt hij. schien is het wel typisch Sevagram,” zegt hij. schien is het wel typisch Sevagram,” zegt hij. “Wij willen ons onderscheiden en vernieu-“Wij willen ons onderscheiden en vernieu-“Wij willen ons onderscheiden en vernieu-“Wij willen ons onderscheiden en vernieu-“Wij willen ons onderscheiden en vernieu-

Page 36: ZUID November 2011

36 | 9 vragen aan...

Fotografe Andrea Stultiens (37), geboren en getogen in Roermond, gaat visueel onderzoek doen naar de mogelijke ontwikkelingen in Zuid-Limburg voor het pro-ject Stad.preparaat, dat is opgezet door architecten Tim Prins en Nora Müller. Stultiens, winnares van de Bouw in Beeld Prijs 2009, (met werk in musea in Roermond, Venlo, Rotterdam en Simon Fraser University Burnaby in Canada) is gefascineerd door hoe de mens zich laat beïnvloeden door zijn omgeving en die vervolgens naar zijn hand zet. Dus vragen wij de globetrotter met visie: wat kan Limburg daarvan leren?

ANDREA STULTIENS

Opgegroeid in Limburg, woon achtig in Rotterdam en

u heeft heel wat gereisd. Hoe ziet u uw geboorteprovincie tegen-woordig?Als de plek waar mijn ouders en een groot deel van mijn familie wonen. En ik zie Limburg als een provincie die veel belang lijkt te hechten aan en een poging doet tot het tonen van een eigen identiteit binnen Nederland. De noordelijke provincies Groningen en Friesland doen hetzelfde aan de andere kant van het land. Misschien heeft het iets met grenzen te maken.

U heeft onder meer een fo-tostudie gemaakt over iden-

titeit en hoe dit zich verhoudt tot de manier waarop we denken en oordelen over anderen. Hoe is het gesteld met de Limburgse identiteit?Ik heb me in verschillende projecten beziggehouden met vragen rondom identiteit en dan vooral rondom de re­presentatie van die identiteit. Met die representatie zit het binnen Limburg wel goed. Veel ervan wordt zichtbaar gemaakt in het verenigingsleven, in tradities die vaak (nog) samenhangen met het katholieke geloof. Het is de vraag of die zichtbaarheid leesbaar is voor niet­Limburgers. Over het boek dat ik maakte over St. Odiliënberg

1.

2.

“Praat niet alleen over mensen, maar met ze”

3.

werd door velen van hen gezegd dat het ze aan Frankrijk deed denken. Een gevaar is dat het ‘eigene’ als alleen maar nostalgie wordt gezien, terwijl het volgens mij meer is dan dat.

Dit gebied worstelt met veel uitdagingen, waarvan krimp

niet de minste is. Het is een kans, wordt gezegd. Maar welke precies?Iedere overgangssituatie biedt kansen. Ik weet niet welke dat in dit geval zijn, daarvoor ben ik (nog) niet genoeg thuis in de materie. Maar ik weet wel, door het reizen, door op plekken te zijn waar heel veel mensen met enorme uitdagingen worstelen, dat we enorm veerkrachtig zijn. Het is een kwestie van de zintuigen openzetten en ingaan op wat zich voordoet.

U gaat zich beroepsmatig hierin verder verdiepen. Van-

uit ander perspectief - nu u in de Randstad bent ingeburgerd?Vanuit ander perspectief omdat ik me sinds ik weg ben gegaan uit Limburg heb ontwikkeld, en meer van de wereld heb gezien. Ik woon pas een half jaar in de Randstad (daarvoor Nijmegen) en dat bevalt zeer goed, maar ingebur­gerd… ik weet ook eigenlijk niet wat dat is. Ik voel me er thuis. Ben ik dan ingeburgerd?

4.

foto koen den Os

Page 37: ZUID November 2011

5.

9 vragen aan... | 37

6.

7.

9.

8.

De mens probeert altijd vat te krijgen op zijn omgeving.

Hoe slaagt Limburg daarin?Het is al ingewikkeld genoeg om grip te krijgen op hoe één mens daarin slaagt. Geen idee dus hoe een provincie dat doet. Vasthouden aan het bekende is een manier, tradities en rituelen ge­bruiken dan wel opnieuw uitvinden een andere. Dat is wat overal wordt gedaan, dus ook in Limburg. Mij inte­resseert het microniveau meer dan het macroniveau. Ik denk dat bestuurders daar (ook) veel van zouden kunnen leren.

Moet deze provincie het te-genovergestelde wellicht le-

ren: loslaten? Tja. Ik denk het niet. Maar misschien wel openstaan, dat is eraan verwant, maar toch iets anders.

Een toekomstbeeld waar (vrijwel) niemand aan wil

in Limburg: minder mensen, meer natuur. Kunt u zich er wel iets bij voorstellen?Het lijkt realiteit te worden, en ook niet gek toch, vanuit een breder perspectief. Dat geldt niet alleen voor Limburg. Een eindeloze groei kan nu eenmaal niet. En echt stilzetten lijkt ook lastig, dus ergens zal krimp gaan plaatsvin­den. Misschien kan Limburg hierin een voortrekkersrol spelen, in plaats van het zien als een achterhoedegevecht.

Momenteel sidderen ook de cultuurbezuinigingen door

het zuidelijke landschap. Protest alom. Maar juist de worsteling van de kunstenaar leidt toch vaak tot grootse dingen?Een romantisch cliché dat hardnekkig de kop op blijft steken. Ik kan alleen voor mezelf spreken, en kan je, heel

verrassend, zeggen dat kunstenaars ook maar mensen zijn. Dat ze het dus fijn vinden als ze betaald worden voor hun werk, als ze weten dat er volgende maand ook werk voor ze is waar iets tegenover staat.

Als fotograaf word je al-leen succesvol als je out of

the box kunt denken. Heeft u tips voor bestuurlijk Limburg?Praten met mensen, niet alleen op kan­toor en de buren, maar mensen die een ander leven leiden dan jij in dezelfde regio. Praat niet alleen over ze, maar met ze. En sta open voor wat er voorbij komt.

ROB EMONTS ONTWERPT UW NIEUWE KEUKEN BIJ U THUIS! ALS JE TOE BENT AAN EEN NIEUWE KEUKEN LIGT EEN BEZOEK AAN DE KEUKENSHOWROOM VOOR DE HAND. EEN TIJDROVENDE BEZIGHEID DIE NIET AUTOMATISCH TOT HET GEWENSTE RESULTAAT LEIDT.

Vrijblijvend persoonlijk advies inclusief digitaal 3D kleurenontwerp bij u thuisMeer dan 20 jaar vakkennis en technische kennisRechtstreekse import vanaf fabriekKwaliteitsmerken met gedegen garantievoorwaarden(van low budget tot luxe designkeuken)Advies en uitvoering blijven in één hand

VOOR PARTICULIEREN, BEDRIJVEN, BOUWBEDRIJVEN & AANNEMERSWWW.EMONTSKEUKENS.NL | [email protected] | 06- 22 03 63 76 | LANDGRAAF

– A D V E R T E N T I E –

Page 38: ZUID November 2011

Herfst in Nederland, de winter op komst. Dat betekent dat veel mensen nog even willen genieten van de zon en een last-minute reis boeken. Een weekje Gambia

in Afrika, Egypte of een all-inclusive naar Turkije zijn daarbij favoriete bestemmingen, maar ook risicogebieden. “Mensen lopen een verhoogd risico om ziek te worden, als ze zich niet goed voorbereiden,” zegt Astrid Oude Lashof. Zij is in-ternist-infectioloog in het Academisch Ziekenhuis Maastricht en verbonden aan Ease Travel Clinic.

Met drie vestigingen in Limburg geven de Ease Travel Clinics een advies op maat voor reizigers en verzorgen zij alle vaccinaties die nodig zijn voor een verre reis.

Volgens Astrid Oude Lashof worden de risico’s door veel reizigers nog onderschat en zijn veel mensen niet op de hoogte van de risico’s. “Dat heeft te maken met de opkomst van internet. Vooral de last minute-reizen worden via internet geboekt. Snel en gemakkelijk, maar op internet wordt geen advies gegeven. Er wordt niet gewaar-schuwd voor de risico’s op ziektes als malaria en hepatitis A (geelzucht) in sommige landen. Zo’n advies krijg je wel als je naar een reisbureau gaat. Daar wordt meer informatie gegeven over de reisbestemming en wordt geadviseerd een ‘travel clinic’ te raadplegen,” zegt Oude Lashof.

Egypte is een goed voorbeeld. “Veel mensen worden daar ziek en hebben dan vooral last van reizigersdiarree. Dat is nog vrij onschuldig als je gezond bent, maar wel erg vervelend als je van je zeven dagen, daar drie dagen last van hebt. Bij mensen die medicatie gebruiken, kan door de diarree de medicatie minder goed worden opge-nomen en daardoor voor problemen zorgen. Ons

advies is onder meer: zorg goed voor algemene hygiëne als handen wassen, eet geen rauwe vis of vlees, en laat de saladebar staan. Al ziet het er nog zo lekker uit, je weet niet hoe het is bereid. Het kan een hoop ongemak voorkomen.”

Malaria is een stuk gevaarlijker, in sommige gevallen zelfs dodelijk. De ziekte komt in grote delen van Afrika, Azië en Zuid- en Midden-Ame-rika voor en dat zijn ook populaire bestemmin-gen voor verre reizen. Iemand die geen malaria profylaxegebruikt, loopt een groot risico. “Dat risico is aanzienlijk en vaak wordt de ziekte bij thuiskomst niet herkend,” legt Astrid Oude Lashof uit. Soms duurt het enkele weken voordat iemand koorts krijgt en velen vergeten de verre reis aan de huisarts door te geven. Daardoor wordt er niet aan malaria gedacht.

De vestigingen van Ease Travel Clinic in Maas-tricht, Geleen en Heerlen bieden maatwerk voor de reiziger. “Welke risico’s je op vakantie loopt en hoe je dat kunt voorkomen, hangt van veel factoren af. De leeftijd speelt een rol, de conditie van iemand, maar ook of iemand bijvoorbeeld een chronische ziekte heeft, waardoor risico’s toenemen. Bij Ease Travel Clinic kunnen verpleeg-kundigen en artsen het juiste advies geven.”

Ease Travel Clinic

MaastrichtazM - P. Debyelaan 25

HeerlenGGD - Het Overloon 2

GeleenGGD - Geleenbeeklaan 2

Centrale telefoonnummer:0900 - 850 44 66(22 ct per gesprek)

www.ease-travelclinic.nl

Last-minute naar de zon?eerst langs Ease Travel Clinic!

— A D V E R T O R I A L —

Astrid Oude Lashof: “Laat de saladebar op vakantie naar verre oorden staan”

Page 39: ZUID November 2011

column | 39

De kernwoorden zijn focus, gezamenlijk, gedrag, behoeften en keuzes. Chapeau voor Eindhoven, maar dat kunnen wij ook! Als we kijken naar de kernwaarden van Limburg, dan zijn wij mensen die het prettig vinden om het de ander naar de zin te maken. Zorgen voor een ander en elkaar verrassen in een gezellige omgeving. We hebben winkels, restaurants, cafés, waar heel Nederland naartoe komt. Wij zijn gedien­stig, wij zijn pleasers! Laten we daar dan ook Hartstikke Goed in worden. Ziet u het al voor u: ‘Limburg Service Port of Europe, we serve you the best service in the world’. De beste service in winkels en horeca. Vernieuwing op het gebied van voeding en gezondheid, niks te obesitassen, kom naar Limburg en we leren het u. Hoezo vergrijzing? Hier leer je hoe je tot aan je 80ste zelfstandig kunt leven door actief te zijn voor anderen. En we kunnen dat niet alleen, we hebben het ook in huis!

We hebben een Health Campus met de UM en het AZM, een Chemelot Campus rondom DSM, de beste opleiding Facility Management van Nederland, een Hoge Hotelschool die tot de beste van Europa behoort, een transport­ en logistiekcenter in Venlo, Shopping Villages in Roermond en Maasmechelen. We hebben zo veel kennis en kunde in huis, maar op de een of andere manier zien we het niet. De kernwoorden voor ons zijn ‘vernieuwend verbinden’. Want ook als culturele regio zullen we Europa laten zien dat in de verbinding tussen de verschillende re­gio’s de echte waarde zit.

Een jaar geleden verscheen het boek ‘Geluk. The World­book of Happiness’ van Leo Bormans. Daarin beantwoord­de hij de vraag: hoe wordt een mens gelukkig? met: ‘door optimist te worden’. Optimisme is het magische woord voor onze regio. Winston Churchill omschreef optimisme als volgt: a pessimist sees the difficulty in every opportunist; an optimist sees the opportunity in every difficulty.

Wie positief denkt, leeft langer, presteert beter en is ge­lukkiger. Positieve emoties geven ons niet alleen een kick, maar veranderen ook onze manier van denken en doen. Ze verbreden onze horizon en verruimen onze handelingsmo­gelijkheden. Toch ontstaan die emoties niet vanzelf. Evo­lutionair zijn we zo gebouwd dat we meer aandacht aan negatieve dan aan positieve dingen besteden. Negatieve emoties waarschuwen ons en kunnen ons behoeden voor levensbedreigende situaties. Daarom gaat onze aandacht automatisch daarnaar uit. Positieve emoties werken daar­entegen op de lange termijn. Daardoor is hun waarde lange tijd niet onderkend. Maar daar begint nu verandering in te komen. Begrijpelijk, want positiviteit geeft energie en leidt tot betere resultaten. Positiviteit maakt het mogelijk om een eigen stempel op de wereld te drukken en zaken te realise­ren die ertoe doen. Limburg, Service Port of Europe!

Paul Rinkens

In de week waarin de Europese regeringsleiders daadkracht moeten laten zien, geforceerd door de dramatische situ­atie van de wereldeconomie enerzijds en de verschillende Occupyclubs anderzijds, viert de regio Eindhoven het 10­jarig bestaan van de Dutch Design Week. Begin jaren ‘90 verkeerden Eindhoven en de regio Zuidoost­Brabant economisch in zwaar weer. Met name door de reorganisa­tie bij Philips en DAF werd duidelijk dat de regio in econo­misch opzicht kwetsbaar was.

Daardoor werd de noodzaak om tot een versterking van de bestaande economische structuur te komen zichtbaar. Inmiddels heeft de economische structuurversterking vorm gekregen in het programma Brainport, dat uitgaat van de kernkwaliteiten technologie en kennisindustrie. Door in te zetten op technologische ontwikkeling en innovatie wil men zich profileren als de slimste regio van Nederland. Een belangrijke pilaar onder deze visie is de Design Academy, die internationaal bijdraagt aan het laden van het merk Eindhoven.

Nu, 21 jaar later, schrijft Paola Antonelli (senior curator Archi tectuur en Design van het Museum of Modern Art, New York) over Eindhoven: “Nothing is what it used to be, chief among all the practice of technology and design. Just by leafing through the region of Eindhoven, we can count the ways in which a designer can today flex her muscles: her work can de focused on visualisation, information, in­teraction, interface, the web, the bottom of the pyramid, the consequences of technological choices, textiles, human needs and behaviours, rituals or cognitive science, it can be defined as computational, collective, humanitarian, critical, slow, democratic, environmental or social to name only a few of the possible areas of practice”.

lImBURG, ServiCe POrt OF eurOPe

Paul Rinkens is ondernemer

Page 40: ZUID November 2011

group events

perfecte bedrijfsuitjes en meerdaagse arrangementen:• talent voor organisatie • full service faciliteiten • professionele begeleiding inspirerend - betrouwbaar - persoonlijk

Maastricht group eventsFull service in advies en maatwerkT + 31 43 350 62 [email protected]

Bedrijvige stad in het hart van de Euregio

HeerlenWie een plek zoekt voor zijn onderneming, zoekt een thuis voor zijn bedrijf. Wie succes nastreeft, zoekt een prettige leefomgeving voor zijn personeel. Wie een toplocatie zoekt voor zijn bedrijf komt terecht in Heerlen!

Heerlen is een bruisende stad midden in het groen. Een stad die nieuwkomers hartelijk in haar samenleving opneemt.

Wij nodigen u uit om kennis te maken met deze stad, een jonge levendige stad waar veel mogelijk is. Neem daarom een kijkje op www.zakelijk.heerlen.nl om zelf te ontdekken wat Heerlen u te bieden heeft!.

telefoon: 045-560 48 88email: [email protected]

Gemeente Heerlen

– A D V E R T E N T I E S –

Page 41: ZUID November 2011

iPad 2 Een nieuwe manier van werken

iPad 2 biedt met zijn volledig nieuwe dunne en lichte ontwerp, krachtige dual-core Apple A5-chip en grote Multi-Touch-display een nieuwe manier van werken. Met iPad 2 kun je heel eenvoudig met anderen samenwerken, presentaties geven, documenten bewerken en toegang krijgen tot bedrijfsgegevens. En doordat de batterij tot tien uur meegaat en je beschikt over Wi-Fi- en 3G-netwerkvoorzieningen, kun je altijd en overal met iPad 2 aan het werk. Ga naar ivizi voor meer informatie over het zakelijk gebruik van iPad 2.

Maastricht: Wycker Brugstraat 30, Kemenadeplein 33

Heerlen: Saroleastraat 45b • Venlo: Vleesstraat 75

www.ivizi.nl • [email protected] • 043 352 0 352

– A D V E R T E N T I E S –

Page 42: ZUID November 2011

Waarom wereldbedrijven voor hun back-up kiezen voor Open Line

Als medewerkers van het Egyptische Orascom Construc-

tion Industries (OCI) in Shanghai of Jakarta computerge-

gevens opslaan, dan worden die gegevens veilig bewaard

op Maastricht Aachen Airport. Science Fiction? Niet echt.

OCI koos voor de back-up van al haar computergegevens

voor het Beekse bedrijf Open Line, om er zeker van te zijn

dat gegevens veilig worden bewaard. OCI is de nieuwe

eigenaar van de kunstmestdivisie van DSM. Door die

overname moest er bij het bedrijf een volledige nieuwe ict-

infrastructuur komen, los van DSM. Daarbij viel de keuze

op de Smart Back-up oplossingen van Open Line. Dat

bedrijf maakt gebruik van een state-of-the-art datacenter

dat is gevestigd op de Limburgse luchthaven.

Het is bijna niet voor te stellen, maar er zijn nog heel veel

bedrijven die zelf investeren in eigen back-up-systemen.

We hebben het dan over de bekende tapes die elke avond

een back-up maken en die dan mee naar huis worden

genomen of zoals veel vaker gebeurt; worden vergeten.

Meestal gaat het goed, maar als het fout gaat zijn de

gevolgen niet te overzien. Alle gegevens weg! Probeer dan

je bedrijf maar eens voort te zetten. Open Line is koploper

op ict-gebied. Het bedrijf, met ruim tachtig medewerkers,

bestaat bijna tien jaar en geldt als innovatieve partner.

Een van die innovaties is Smart Back-up. Een systeem dat

betrouwbaarder, goedkoper en veiliger is dan een eigen

back-up-systeem, zo legt directeur Jo Verstappen uit.

“De hoeveelheid dataverkeer groeit enorm, maar dat

betekent ook een groei van back-upvolume. Ieder bedrijf

wil graag dat zijn gegevens veilig zijn en ergens veilig zijn

opgeslagen mocht het computersysteem het begeven.

Voor de overheid geldt zelfs dat ze gegevens vijf of zeven

jaar verplicht zijn te bewaren. Een eigen back-up-systeem

kan die groei van dataverkeer moeilijk aan of het kost

ontzettend veel geld om up-to-date te blijven.

Bij Open Line hebben wij samen met producent EMC

de oplossing voor dat probleem: Smart-Back-up. Deze

service maakt het mogelijk om de back-up van servers

via een lijnverbinding op te slaan in het datacenter van

Open Line. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de EMC

Avamar-oplossing. Het grote voordeel voor bedrijven is dat

ze zelf niet meer hoeven te investeren in back-up servers.

Ons systeem is een cloud-toepassing. Bovendien is het

goedkoper om een maandelijks abonnementsbedrag te

betalen dan zelf te investeren in aanschaf, onderhoud, en

uitbreiding van back-up servers,” zo verklaart Jo Verstap-

pen.

Een ander voordeel van Smart Back up is volgens Jo

Verstappen dat de behoefte aan opslagcapaciteit exact

worden afgestemd op de levering ervan. “Bedrijven nemen

alleen de capaciteit af die nodig is en betalen per gigabyte

of terabyte. Hierdoor zijn de budgetten nauwkeurig af te

stemmen op de eisen en wensen van de organsatie.”

Smart Back-up is voor veel bedrijven een uitkomst. Volgens

Jo Verstappen gaat het om bedrijven met een gemiddeld

personeelsbestand van minimaal honderd mensen die het

meest gebruik maken van de service. “Het heeft te maken

met de hoeveelheid gegevens die beveiligd opgeslagen

moeten worden. Maar er zijn ook wel kleinere bedrijven

die met ontzettend veel gegevens werken en gebruik

maken van ons systeem.”

Roadshow Smart Back-up

Open Line heeft met haar Smart Back-up dienst een

totaaloplossing die volledig ontzorgt. Bedrijven die willen

kennismaken met deze service van het Limburgse bedrijf

zijn welkom tijdens demonstraties bij Open Line op 14 en

21 december. Tijdens een vier uur durende interactieve

presentatie zal Marcel Huijten van Open Line de totaal-

oplossing presenteren waarbij technische, financiele en

beheersmatige aspecten besproken en toegelicht worden.

Aan het einde van deze interactieve presentatie bent u in

staat om voor uw eigen organisatie te bepalen of en hoe

de Open Line Smart Back-up dienst toegevoegde waarde

heeft.

Bel voor meer informatie: 043 8507500

Back-up systeem als een cloud service of zelf investeren.

De Open Line Smart Back-up oplossing als een cloud service,

gebaseerd op een contractduur van 3 jaar (3 TB oplossing),

inclusief inrichting kost u 3000,- euro per maand en biedt de

volgende voordelen:

• Meer tijd voor core business en projecten

• Hogere beschikbaarheid van de productie omgeving

• Geen investeringen en/of afschrijvingen bij groei/krimp

• Eenvoudig en managed beheer

• Geen opleidingen benodigd

• Dagelijkse, controle en maandelijkse restore test

• Geen testomgeving tbv back-up benodigd

• Geen licenties per database, cli�nt en server

• Minder belasting van de systemen

• Data deduplicatie

• Kleiner back-up window in 7x24 uurs economie

• 24 x 7 monitoring

• Geen upgrade en update activiteiten

• Geen haperende of defecte tapes

Bij het zelf investeren en beheren ( +/- 115.000,- euro) van een

“vergelijkbare” back-up infrastructuur moet u rekening houden

met de volgende hardware/ software en beheer investerings-

componenten:

• Back-up Server

• Back-up Server onderhoud

• Back-up Software (30 servers)

• Back-up Software onderhoud (30 servers)

• Tape Unit

• Tape unit onderhoud

• Tapes (3x jaar, 36x maand, 12x week, 15x dag) x6

(=3TB)

• Ontwerp & installatie back-up inrichting

• Updates & upgrade back-up inrichting (1 x per jaar)

• Back-up controle (uitgaande van 30 min. Per dag)

• Stroom & koeling

• Tape Handeling (uitgaande van 30 min. per dag)

• Tape opslag (off site)

• Spoelen tapes(1x per jaar)

• Defecte tapes

• Onbruikbare tapes met als oorzaak technologie updates

• Rente verlies op de investering

Open Line

Het bedrijf Open Line, gevestigd op Maastricht-Aachen

Airport startte op 1 juli 2002 en heeft vanaf de oprichting

de focus op ict-infrastructuren. De visie van Open Line

sluit nauw aan bij de ontwikkelingen in de maatschappij.

Open Line springt in op de globalisering van de economie

met ict-infrastructuren waarmee klanten altijd en overal

onafhankelijk van tijd of plaats kunnen werken. Het bedrijf

is partner van leveranciers als EMC, Microsoft, Cisco, Citrix,

Vmware, Google en Appsense. Open Line beschikt over

eigen datacenters voor de back-up van documenten, data-

bases en email. De Open Line datacenters zijn wat betreft

stroomvoorziening, koeling en infrastructuur voorzien van

de modernste technieken.

Australielaan 70

6199 AA Maastricht Aachen Airport

043 850 7500

www.openline.nl

– A D V E R T O R I A L –

Page 43: ZUID November 2011

Waarom wereldbedrijven voor hun back-up kiezen voor Open Line

Als medewerkers van het Egyptische Orascom Construc-

tion Industries (OCI) in Shanghai of Jakarta computerge-

gevens opslaan, dan worden die gegevens veilig bewaard

op Maastricht Aachen Airport. Science Fiction? Niet echt.

OCI koos voor de back-up van al haar computergegevens

voor het Beekse bedrijf Open Line, om er zeker van te zijn

dat gegevens veilig worden bewaard. OCI is de nieuwe

eigenaar van de kunstmestdivisie van DSM. Door die

overname moest er bij het bedrijf een volledige nieuwe ict-

infrastructuur komen, los van DSM. Daarbij viel de keuze

op de Smart Back-up oplossingen van Open Line. Dat

bedrijf maakt gebruik van een state-of-the-art datacenter

dat is gevestigd op de Limburgse luchthaven.

Het is bijna niet voor te stellen, maar er zijn nog heel veel

bedrijven die zelf investeren in eigen back-up-systemen.

We hebben het dan over de bekende tapes die elke avond

een back-up maken en die dan mee naar huis worden

genomen of zoals veel vaker gebeurt; worden vergeten.

Meestal gaat het goed, maar als het fout gaat zijn de

gevolgen niet te overzien. Alle gegevens weg! Probeer dan

je bedrijf maar eens voort te zetten. Open Line is koploper

op ict-gebied. Het bedrijf, met ruim tachtig medewerkers,

bestaat bijna tien jaar en geldt als innovatieve partner.

Een van die innovaties is Smart Back-up. Een systeem dat

betrouwbaarder, goedkoper en veiliger is dan een eigen

back-up-systeem, zo legt directeur Jo Verstappen uit.

“De hoeveelheid dataverkeer groeit enorm, maar dat

betekent ook een groei van back-upvolume. Ieder bedrijf

wil graag dat zijn gegevens veilig zijn en ergens veilig zijn

opgeslagen mocht het computersysteem het begeven.

Voor de overheid geldt zelfs dat ze gegevens vijf of zeven

jaar verplicht zijn te bewaren. Een eigen back-up-systeem

kan die groei van dataverkeer moeilijk aan of het kost

ontzettend veel geld om up-to-date te blijven.

Bij Open Line hebben wij samen met producent EMC

de oplossing voor dat probleem: Smart-Back-up. Deze

service maakt het mogelijk om de back-up van servers

via een lijnverbinding op te slaan in het datacenter van

Open Line. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de EMC

Avamar-oplossing. Het grote voordeel voor bedrijven is dat

ze zelf niet meer hoeven te investeren in back-up servers.

Ons systeem is een cloud-toepassing. Bovendien is het

goedkoper om een maandelijks abonnementsbedrag te

betalen dan zelf te investeren in aanschaf, onderhoud, en

uitbreiding van back-up servers,” zo verklaart Jo Verstap-

pen.

Een ander voordeel van Smart Back up is volgens Jo

Verstappen dat de behoefte aan opslagcapaciteit exact

worden afgestemd op de levering ervan. “Bedrijven nemen

alleen de capaciteit af die nodig is en betalen per gigabyte

of terabyte. Hierdoor zijn de budgetten nauwkeurig af te

stemmen op de eisen en wensen van de organsatie.”

Smart Back-up is voor veel bedrijven een uitkomst. Volgens

Jo Verstappen gaat het om bedrijven met een gemiddeld

personeelsbestand van minimaal honderd mensen die het

meest gebruik maken van de service. “Het heeft te maken

met de hoeveelheid gegevens die beveiligd opgeslagen

moeten worden. Maar er zijn ook wel kleinere bedrijven

die met ontzettend veel gegevens werken en gebruik

maken van ons systeem.”

Roadshow Smart Back-up

Open Line heeft met haar Smart Back-up dienst een

totaaloplossing die volledig ontzorgt. Bedrijven die willen

kennismaken met deze service van het Limburgse bedrijf

zijn welkom tijdens demonstraties bij Open Line op 14 en

21 december. Tijdens een vier uur durende interactieve

presentatie zal Marcel Huijten van Open Line de totaal-

oplossing presenteren waarbij technische, financiele en

beheersmatige aspecten besproken en toegelicht worden.

Aan het einde van deze interactieve presentatie bent u in

staat om voor uw eigen organisatie te bepalen of en hoe

de Open Line Smart Back-up dienst toegevoegde waarde

heeft.

Bel voor meer informatie: 043 8507500

Back-up systeem als een cloud service of zelf investeren.

De Open Line Smart Back-up oplossing als een cloud service,

gebaseerd op een contractduur van 3 jaar (3 TB oplossing),

inclusief inrichting kost u 3000,- euro per maand en biedt de

volgende voordelen:

• Meer tijd voor core business en projecten

• Hogere beschikbaarheid van de productie omgeving

• Geen investeringen en/of afschrijvingen bij groei/krimp

• Eenvoudig en managed beheer

• Geen opleidingen benodigd

• Dagelijkse, controle en maandelijkse restore test

• Geen testomgeving tbv back-up benodigd

• Geen licenties per database, cli�nt en server

• Minder belasting van de systemen

• Data deduplicatie

• Kleiner back-up window in 7x24 uurs economie

• 24 x 7 monitoring

• Geen upgrade en update activiteiten

• Geen haperende of defecte tapes

Bij het zelf investeren en beheren ( +/- 115.000,- euro) van een

“vergelijkbare” back-up infrastructuur moet u rekening houden

met de volgende hardware/ software en beheer investerings-

componenten:

• Back-up Server

• Back-up Server onderhoud

• Back-up Software (30 servers)

• Back-up Software onderhoud (30 servers)

• Tape Unit

• Tape unit onderhoud

• Tapes (3x jaar, 36x maand, 12x week, 15x dag) x6

(=3TB)

• Ontwerp & installatie back-up inrichting

• Updates & upgrade back-up inrichting (1 x per jaar)

• Back-up controle (uitgaande van 30 min. Per dag)

• Stroom & koeling

• Tape Handeling (uitgaande van 30 min. per dag)

• Tape opslag (off site)

• Spoelen tapes(1x per jaar)

• Defecte tapes

• Onbruikbare tapes met als oorzaak technologie updates

• Rente verlies op de investering

Open Line

Het bedrijf Open Line, gevestigd op Maastricht-Aachen

Airport startte op 1 juli 2002 en heeft vanaf de oprichting

de focus op ict-infrastructuren. De visie van Open Line

sluit nauw aan bij de ontwikkelingen in de maatschappij.

Open Line springt in op de globalisering van de economie

met ict-infrastructuren waarmee klanten altijd en overal

onafhankelijk van tijd of plaats kunnen werken. Het bedrijf

is partner van leveranciers als EMC, Microsoft, Cisco, Citrix,

Vmware, Google en Appsense. Open Line beschikt over

eigen datacenters voor de back-up van documenten, data-

bases en email. De Open Line datacenters zijn wat betreft

stroomvoorziening, koeling en infrastructuur voorzien van

de modernste technieken.

Australielaan 70

6199 AA Maastricht Aachen Airport

043 850 7500

www.openline.nl

– A D V E R T O R I A L –

Page 44: ZUID November 2011

44 | ondernemen

door gwen teo

Life Sciences, limburgs grensoverschrijdende meerwaardeDe nieuwe gouverneur benadrukte het onlangs in zijn installatiespeech. “We hebben de beide Euregio’s, Nederland en Europa iets te bieden, meerwaarde die ons kansen biedt. Maar Limburg heeft toekomst, ook alleen áls we toegevoegde waarde bie-den. Verliezen we die meerwaarde, dan is er een probleem.” Een grensoverschrijdende visie is niet slechts wenselijk, maar noodzakelijk in deze tijd. Life Sciences is het veld waar de kansen liggen, luidt het vaak. Zeker ook voor het mkb.

Schrijvend ondernemer Armand Vlie­gen stelt in zijn pas verschenen boek ‘GO, Grenzeloos ondernemen, een must’: bezint goed eer ge begint. Wie met dat in het achterhoofd over de o zo nabije Limburgse landsgrenzen heen kijkt, moet vooral inspringen op de talrijke ondernemerskansen die daar voor het oprapen liggen, aldus de op­richter van GrenslandMedia en Eu(ro)regio Media en Marketing.

TurnaroundEnorme economische potentie, sa­menwerkingsmogelijkheden te over naast de deur. Zuidoost­Nederland moet het hebben van medische tech­nologie. Dus moet er een turnaround worden gemaakt van mechanische industrie naar medisch­technologi­

sche industrie. Snel. Het Nederlandse zonne­energiescenario staat immers nog vers in het geheugen gegrift: Ne­derland liep aanvankelijk op kop, maar is inmiddels ruimschoots ingehaald door andere landen. Voor Limburg betekent die omslag: keuzes maken en daar vervolgens lang, heel lang, aan vasthouden. Aldus Fred Bollen, directeur­eigenaar van LifetecVision. Bollen voorziet overheid en bedrijfsle­ven van advies. Hij bekleedde bij DSM negentien jaar verschillende manage­mentfuncties, was onder meer marke­tingdirecteur Europa, werkte als pro­jectmanager Life Sciences bij LIOF en richtte de vereniging Life Sciences Limburg (tegenwoordig LifetecZONe, red.) op, alvorens hij het zelfstandig ondernemerschap omarmde.

Om een volledige en dominerende Life Sciences­keten te realiseren, moe­ten allereerst onze modellen van be­oordeling en afrekening op de schop. Bollen: “Die zijn regionaal, of op zijn hoogst nationaal georiënteerd, in

plaats van internationaal. Een simpel voorbeeld: wedstrijden voor jonge, in­novatieve ondernemers worden zowel in Limburg als in Duitsland gehouden. Doe het samen. Kom van die eiland­jes af. We moeten bovendien af van die Limburgse dupliceermentaliteit.” Niet alleen (de alom bekende) grote spelers, maar zeker ook het mkb heeft sterke ontwikkelingskracht op Life Sciences­gebied. De mogelijkheden voor wetenschap en bedrijfsleven om Euregionaal de handen ineen te slaan, zijn talrijk. Universiteiten moeten ac­tiviteiten en services presenteren aan het bedrijfsleven. Een uitdaging, want in het algemeen staat onderzoek ver af van het mkb, meent Bollen. Hij pleit voor een model waarbij universiteiten, hogescholen (“die kunnen academi­sche kennis vertalen naar het bedrijfs­leven”) en het mkb structureel samen­werken. Avantis, het European Science and Business Park op de Nederlands­Duitse grens, lijkt daarvoor alvast een logische locatie. Maar: “Avantis is het bewijs dat oude acquisitie niet werkt.

kANSEN VOOR MkB IN MEDIScHE tEcHNOLOGIE

Mkb-ondernemers die willen inspringen op de Life Sciences-ontwikkelingen, moe-ten zich vooral richten op toepassingen in de medische sector, zegt Fred Bollen van LifetecVision. “Het voordeel daarvan is dat productontwikkeling en toelating van producten aanzienlijk minder tijd vergt dan het geval is in de farmaceutische hoek. Gemiddeld duurt het toelatingstraject in de medische technologie zo’n vijf jaar, dat is voor een mkb-ondernemer nog te verhapstukken.” Fred bollen

Page 45: ZUID November 2011

ondernemen | 45

overschrijdend partnerschap evident. Hij staat aan het roer van het door vijf universiteiten in Nederland (UM), België (Universiteit Hasselt en Univer­siteit van Luik) en Duitsland (RWTH Aachen) en Fachhochschule Aachen/Jülich gedragen project BioMiMedics. Het doel? Het wetenschappelijk be­lang van de opleidingsinstituten verho­gen door samenwerking. Een hotspot in de wereld creëren op het gebied van biomaterialenontwikkeling. BioMiMe­dics moet nieuwe, innovatieactiviteiten van de grond krijgen in de grensregio’s ­ met langdurige economische spin­off. Op termijn ‘honderden’ hoog­waardige banen gaan opleveren. Die niet meteen als sneeuw voor de zon verdwijnen ten gevolge van succesvol kopiërend en door­ontwikkelend Chi­na. Hoewel Azië nooit mag worden onderschat, ziet Koole een belangrijke troefkaart: mensen hebben vertrou­wen in de kwaliteit van producten die op Europese bodem worden gemaakt.

In totaal is voor het driejarige project 6,9 miljoen euro beschikbaar. Het Nederlands­Limburgse deel van de kennistaart wordt betaald door Inter­reg, de UM, het ministerie van Econo­mische Zaken, de provincie Limburg, LIOF én twee bedrijven. Forte BV in Malden en Interface Biomaterials in Geleen, dat is gevestigd op de Cheme­lot Campus. Die bedrijven participe­ren niet met harde euro’s, maar door middel van inzet voor het project. Dat

durven te nemen.” Niettemin is er be­slist animo, om die kennis in huis om te zetten in medisch­technologische producten. “Het heikele punt is het gebrek aan regie en doorzettingsver­mogen. De politiek moet haar strategi­sche focus verleggen: less is more. Voor het mkb is het moeilijk om zaken zelf grootschalig te initiëren, dat verdwaalt bovendien snel in het Euregionale woud van complexe regelgeving en procedures. Er moeten harde afspra­ken worden gemaakt. A houdt zich bezig met innovatie, B met marketing en acquisitie, C met bedrijfsvoering en financiering. Met daarboven één regie voerend orgaan. Limburg heeft een pleitbezorger nodig, met een groot grensoverschrijdend netwerk.”

HotspotVoor professor Leo Koole (hoogleraar Biomaterialen) van de Universiteit Maastricht is het belang van grens­

Oude patronen moeten daar nog wor­den doorbroken, maar niemand durft dat aan.”

Bollen refereert aan een uitspraak van professor Onno van Schayck (wetenschappelijk directeur School of Public Health and Primary Care, red.): ‘In 2025 heeft de techniek in de extramurale zorg het dreigend perso­neelstekort opgelost’. “We moeten nu inspelen op de demografische ontwik­kelingen. We hebben de trend mee, de zoektocht en vraag naar medisch­tech­nologische toepassingen en diagnos­tiek is gaande. De zorgmarkt bevindt zich in een transitiefase. Als die over pakweg tien, vijftien jaar is afgerond, is veel minder mogelijk.” Dat Limburg een aanzienlijk aantal mkb’ers telt, wil nog niet zeggen dat die ook allemaal geschikt zijn om snel die slag te ma­ken. “Slechts weinigen zijn onderne­mers pur sang. Die pionieren, risico’s

GELEEN

CHEMELOT

MAASTRICHT

UNIVERSITEIT MAASTRICHTBETERVEE

HASSELT

UNIVERSITEIT HASSELT

LUIK

UNIVERSITÉ DE LIÈGE

AKEN

RWTH AACHENCAMPUS JÜLICH

infographic Stefan roex

foto’s jonathan vos (uM), rWtH Aachen, FH Aachen / lichtographie (jülich), universiteit

Hasselt, ulg M. Houet (universiteit luik), jean-Pierre geusens

leo koole

Page 46: ZUID November 2011

46 | ondernemen

nog te vaak naar binnen. Je ziet gere­geld dat wij hier nog aan het praten en touwtrekken zijn (waar moet die cam­pus komen, op Chemelot of in Maas­tricht?), terwijl elders, zoals in Aken, waar een campus van twee miljard euro komt, al wordt gebouwd.”

NichemarktAanmerkelijk kleinschaliger, maar met duidelijke grensoverschrijdende potentie, is BeterVee. Terwijl formeel de bv zelfs nog in oprichting is, zijn directeur­eigenaar Wim Schielen en samenwerkingspartner Jos Herbergs het met elkaar eens: de afzetmarkt is groot. Anderhalf miljoen melkkoeien alleen al in Nederland. En dan hebben ze het nog niet eens over de delen van Duitsland, België, Frankrijk en Dene­marken, die eveneens tot de zogeheten Europese ‘runderbelt’ behoren.

Schielen heeft een achtergrond in de biotechnologie (hij werkte onder meer voor Organon en Prionics) en is reeds directeur­eigenaar van het European Livestock Diagnostic Center. Hij is net teruggekeerd uit Saudi­Arabië, waar hij ‘een training laboratorium­diagnostiek voor mond­en­klauwzeer­uitbraakbestrijding’ heeft gegeven voor het ministerie van Landbouw. Herbergs is wetenschappelijk directeur van DNanalysis Maastricht, het DNA­lab dat het forensisch DNA­onderzoek verricht voor The Maastricht Forensic Institute. In een markt die wordt ‘ge­domineerd door het door de overheid gesubsidieerde Nederlands Forensisch Instituut’ (dat overigens al een tijdje onder vuur ligt sinds berichtgeving in De Telegraaf over vermeende honder­den fouten, red.) houdt commerciële speler DNanalysis zich staande. Na een periode van groei, onder meer dankzij overheidsgeld voor een pilot waarmee de eerste schreden tot hervorming van de forensische onderzoeksmarkt wor­den gezet, zoekt Herbergs naar moge­lijkheden om de positie van het Eure­gionaal opererende lab te versterken.

Tijdens een wedstrijd van Roda JC in 2009 belanden Schielen en Herbergs toevallig naast elkaar op de tribune. De ontmoeting resulteert uiteindelijk

gineering’. Koole: “Veel patiënten zouden zijn gebaat bij een functio­neel prothesebloedvat, gemaakt van eigen celmateriaal. Teneinde zoiets te kunnen realiseren, moeten we af­breekbaar materiaal in een specifieke vorm ontwikkelen, dat in het lichaam kan worden geïmplementeerd. Waarin vervolgens de lichaamscellen kunnen groeien, die uiteindelijk de plek van dat materiaal innemen.” De natuur dient bij dit alles als voorbeeld.

Wederom Life Sciences dus. Waar­mee DSM zich nadrukkelijk profileert. Waar veel bedrijven in de Euregio(’s) later profijt van kunnen hebben. In een grotere cirkel biedt het perspec­tief voor nadere samenwerking met Eindhoven, Leuven. “Een beetje de Brainport­gedachte, hoewel die eigen­lijk veel te Nederlands, te nationaal in plaats van internationaal gericht, is. Maar waar wel goede dingen wor­den geïnitieerd”, zegt Koole. Weten­schap houdt nu eenmaal niet op bij de grens. “Helaas richt Limburg zich

was ook een voorwaarde in Neder­lands­Limburg: aansluiting zoeken bij het mkb. Iets wat Koole sowieso al heel lang stimuleert. Alleen dan kan de ver­taalslag van wetenschap naar het be­drijfsleven succesvol worden gemaakt. Bovendien wordt ‘eenrichtingsverkeer’ zoals vroeger (“geld dat van de over­heid naar universiteiten ging, waarmee het verder ophield”) niet langer gezien als de beste manier om de nationale kenniseconomie verder te stimuleren.

BioMiMedics richt zich op degrade­rende biomaterialen voor de medi­sche wereld. Onderzoek waarmee de betrokken onderwijsinstellingen zich vanuit verschillende invalshoeken al langer bezighielden. Kennis die nu constructief wordt samengebundeld en in combinatie met knowhow uit het rijke textielverleden van de Euregio (met name in de omgeving Aken, Ver­viers, Luik) nieuwe producten moet voortbrengen. Op de korte termijn onder meer matjes, die na bepaalde operaties worden gebruikt om een snee in de buik als het ware overbrug­gen. En vezelmateriaal voor wondbe­dekking, waarvoor het brandwonden­centrum in Aken reeds belangstelling heeft getoond. Materialen die nu voor deze doeleinden worden gebruikt, kennen nadelen: infectieproblemen, verkleving van de onderliggende dar­men, moeilijk verwijderbaar zonder wondbeschadiging. Op decennialange termijn wordt gedacht aan ‘tissue en­

VLASVEzEL

Nieuwe degraderende materialen zijn in de maak, daar houden vooral de onder-wijsinstellingen in Aken en Luik zich mee bezig. Geen reden voor de andere par-tijen om af te wachten en stil te zitten, zegt BioMiMedics-coördinator professor Leo Koole. Dus die verkennen nu onder andere de mogelijkheden om vlasvezel te gebruiken voor wondbedekking. Vlasvezel wordt al lang gebruikt in de kleding-industrie, het is de basis voor linnen. “Het heeft unieke eigenschappen, lijkt een beetje op katoen, maar de vezels zijn langer. Het is een natuurlijk product, dat ook afbreekt.” En niet onbelangrijk: het wordt op grote schaal gekweekt.

In het project BioMiMedics worden de kosten voor Nederlands-Limburgse partici-patie (in totaal 2,7 miljoen euro) als volgt gedragen: 1,35 miljoen komt van Inter-reg, 5 ton van de Universiteit Maastricht, het ministerie van Economische Zaken is goed voor 250.000 euro, 150.000 komt van de provincie Limburg, 90.000 wordt opgehoest door LIOF en 180.000 (door middel van inzet) door zowel Forte BV als door Interface Biomaterials.

Wetenschap houdt nu eenmaal niet op bij

de grens

Page 47: ZUID November 2011

ondernemen | 47

Vee is het enige bedrijf in de Benelux, en veel andere Europese landen, dat de methode gebruikt voor oorweefsel­testen”, aldus Schielen en Herbergs. “Hoewel het altijd een nichemarkt zal blijven, neemt het belang van BVD­screening snel toe, nu landen zoals Duitsland en Zwitserland de ziekte willen uitbannen.”

Sciences­gebaseerd. Duurder dan de standaard door andere bedrijven ge­hanteerde zogeheten Elisa­methode, maar die is minder gevoelig, stellen Schielen en Herbergs. Middels RT­PCR kunnen minieme hoeveelheden DNA worden vermenigvuldigd, totdat er voldoende is voor analyse. Bij on­derzoek naar ernstige misdrijven, zoals moord en zedendelicten, wordt RT­PCR reeds veelvuldig ingezet. “Beter­

in de oprichting van BeterVee. Een marketingorganisatie die in de toe­komst een scala aan producten voor veterinaire diagnostiek moet gaan aanbieden. En om te beginnen boe­ren ervan moet overtuigen oorweef­sel van hun melkkoeien te laten tes­ten op BVD, Bovine Viral Diarhea. Dat gebeurt in het lab van Herbergs. Hiervoor hoeft weefsel niet speciaal te worden verwijderd, BeterVee heeft genoeg aan de hoeveelheid die uit het oor wordt gedrukt tijdens het aanbren­gen van een oormerk. De Nederlandse wet verplicht dat kalveren binnen drie dagen na de geboorte zo’n oormerk krijgen. Bij de zuiderburen geldt een termijn van veertien dagen. BVD tast het afweersysteem van de dieren aan en kan onder meer leiden tot koorts, minder melkproductie, ernstige diar­ree, vruchtbaarheidsproblemen en uiteindelijk de dood. Als het virus lang onopgemerkt rondwaart, kan de eco­nomische schade voor het boerenbe­drijf enorm zijn.

De markt is dus veterinair, de tech­niek (RT­PCR om precies te zijn) Life

LOEIENDE AfzEtMARkt

Nederland telde in 2010 bijna 20.000 bedrijven met gezamenlijk 1,5 miljoen melk-koeien. De gespecialiseerde melkveebedrijven (17.500) hadden vorig jaar gemid-deld 79 koeien in hun stallen en weides staan, bij de overige liepen gemiddeld 43 melkkoeien rond.Bron: CBS

BeterVee is een joint venture van het European Livestock Diagnostic Center (ELDC) en DNanalysis Maastricht. ELDC heeft straks vijftig procent van de aande-len, UniVenture (subholding die participeert in kennisintensieve UM start-ups, red.) de andere helft. Behalve de ‘BVD-earcheck’ kunnen boeren (mits alles volgens plan verloopt) in de toekomst ook afweeranalyses laten verrichten via bloed van gecoupeerde varkensstaarten. Alle aanvragen, afhandelingen en betalingen verlo-pen via internet, want de boer is volgens Schielen tegenwoordig ‘tevens econoom en manager’, dus ook voor hem (of haar) geldt: tijd is geld.

Wim Schielen en jos Herbergs

foto jean-Pierre geusens

Page 48: ZUID November 2011

48 | ondernemen

looft, herbergt de Euregio nog meer beloften voor ondernemend Limburg. Want terwijl China en andere verre oorden steeds hoger op veel onderne­mersverlanglijstjes staan, kent de Eu­regio duidelijk zijn voordelen. Goede service verlenen is relatief eenvoudig, iets regelen eveneens door de prima te overbruggen afstanden. De taal­barrières zijn bovendien lager, hoewel ‘even makkelijk over de grens zaken­doen’ toch echt te simpel is gedacht. Culturele verschillen zijn er namelijk wel degelijk. Het is een pleidooi dat reeds eerder is gehouden. “Maar het is opmerkelijk hoeveel Limburgse on­dernemers nog altijd liever zakendoen in Noord­Holland dan pakweg tien ki­lometer over de grens in Duitsland of België.”

in krappe tijden meestal voor zeker­heid, vertrouwde merken en diensten. Soms spelen ook andere factoren nog een rol, zoals de terughoudendheid om een andere economie te stimuleren.

Samenwerking zoeken in het gewenste land van zakendoen, is sowieso altijd aan te bevelen. Kasper: “Met E,til wilden we de Duitse en Belgische markt op. We kwamen er al snel ach­ter dat ondernemers uit eigen land beter lagen.” De handen ineenslaan vergemakkelijkt het nemen van aller­lei hobbels. Oftewel, de gemiddelde oosterbuur is eerder genegen een bui­tenlands product aan te schaffen als een Duits wetenschappelijk instituut de betrouwbaarheid daarvan heeft aangetoond. Behalve Life Sciences, waarin Kasper overigens heilig ge­

Goede timing is cruciaal, ook als het op zakendoen over de nabijgelegen grens aankomt. Helaas kiezen veel Limburgse ondernemers net het ver­keerde moment om aan hun buiten­landse avontuur te beginnen, zegt Hans Kasper, wetenschappelijk direc­teur van economisch onderzoeksbu­reau E,til. “In tijden van economische tegenwind proberen ze extra omzet te genereren in het buitenland, terwijl velen in goede jaren de grens amper oversteken.” Kaspers advies: doe het precies andersom. Immers, als Neder­land zich in een fase van laagconjunc­tuur bevindt, geldt dat voor buurlan­den veelal eveneens. Bovendien vergt het veroveren van een nieuwe markt vaak een lange(re) adem. Wie snel geld moet verdienen, komt dan de benodig­de lucht tekort. En: de consument kiest

Pionieren over de grens, wanneer?

door gwen teo

Hans kasper

emontskeukens.nl

Onze partners:

vintage

Creative concept by Mackintosh the creative ©mpany | www.m-netwerk.nl 045shoppenNL

045 SHOPPEN.nl

– A D V E R T E N T I E –

Page 49: ZUID November 2011

society | 49

Uiteraard was er champagne om te proosten

op de Tungelroysebeek. Vlnr: gedeputeerde

Van der Broek, dijkgraaf Gresel en wethouder

minses van leudal

foto’s jeroen kuit

Waterschap Peel en Maasvallei in Blerick heeft Midden-Limburg een heus kroon-juweel bezorgd. Vorige maand werd het project Tungelroysebeek feestelijk afge-sloten. Niet zomaar een klusje. Twaalf jaar lang werkte het waterschap aan de facelift van de beek die over een lengte van 35 kilometer een metamorfose on-derging. Zo werden uit de beek 100.000 vrachtwagens met vervuilde grond ge-schept. De beek meandert weer en door goed overleg met landbouwers ont-stond er ruimte voor zo’n honderd hec-tare nieuwe natuur. De kosten van het project? Ruim 30 miljoen euro.

Tungelroysebeek

Veel belangstelling voor de bestuurders op het vlot. Het vlot wiebelde wel, maar kapseisde niet. Waterschap Peel en Maasvallei concentreert zich de komende jaren vooral op de afronding van hoog waterbeveiliging langs de Maas

Dijkgraaf toine Gresel van Peel en Maasvallei, gede-puteerde Patrick van der Broeck, voorzitter Peter Glas van de Unie van Waterschappen en portefeuillehouder beekherstel sjraar Roelofs van Peel en Maasvallei gezamenlijk op een vlot op de Tungelroysebeek

Ger Frenken, directeur van limburgs landschap (met hoed) houdt de moed erin: ,,Met de Tungelroysebeek heeft Limburg er weer nieuwe natuurhectares bij gekre-gen. En we gaan gewoon verder om met de steun van de bevolking die natuur nog mooier te maken”

Pionieren over de grens, wanneer?

wethouder wernink van gemeente Nederweert luistert aandachtig

Page 50: ZUID November 2011

100 jaar werken metlicht bij Hees in EchtHonderd jaar werken met licht. Familiebedrijf Hees in het Midden-Limburgse Echt hoeft zich niet bescheiden op te stellen. Als je al een eeuw verlichting verkoopt en inmiddels de vierde generatie het bedrijf voorbereidt op de komende honderd jaar dan mag je gerust spreken van een bijzonder bedrijf.

Op een steenworp afstand van de A2, in het hart van de provincie Limburg, staat het in het oog springende pand van Hees Lights en Living zoals het bedrijf tegenwoordig heet. De visie van Chantal Hees, de vierde generatie in het familiebedrijf, is merkbaar. Haar overgrootvader startte aan de Peyerstraat en tot zeven jaar was het bedrijf daar gevestigd en verder uitgebouwd door de opa en vader van Chantal. Met de komst van dochter Chantal was het ook tijd om te verhuizen naar een groter pand. “100 jaar bestaan, kan alleen als je voortdurend blijft innoveren,” legt Chantal uit. “We wilden groeien, maar dat kon op de oude plek niet meer. Toen is besloten dit pand te bouwen, vlakbij de invalswegen van Echt en met ruime gratis parkeerruimte voor het pand.”

Hees Living & Lights verkoopt niet alleen verlichting, maar vooral ook advies. “De functie van verlichting wordt onderschat. Het is niet een kwestie van bij een stopcontact een lamp en bij een draad in het plafond een lamp ophangen,” legt Chantal uit. Zij volgde spe-ciale opleidingen op lichtgebied en interieurontwerp. Zo kan Chan-tal een advies geven, waarbij alle aspecten worden meegenomen. “Licht heeft veel invloed op de sfeer van een interieur en daarom is een goed lichtadvies van doorslaggevend belang,” legt ze uit.

Dat advies is niet alleen voor de particuliere markt. Hees heeft in honderd jaar tijd ook de zakelijke markt als klant. Onder de leiding van Chantal Hees telt het bedrijf nu drie divisies. Lights & Living, Lights @ Work en Hees Luuxx Living, de meest recente uitbreiding, want innoveren is noodzaak. “We hebben het bedrijf met 700 vier-kante meter uitgebreid voor Hees Luuxx Living,’ vertelt Chantal. “Een uitgebreide collectie stijlvolle meubelen, omdat verlichting en meubelen bij elkaar horen. In de showroom kunnen we laten zien wat een lamp kan doen met een interieur. We kunnen laten zien hoe een kroonluchter het verschil kan maken. Op de eerste etage is een

grote collectie schilderijen te koop. Ook dat hoort naar mijn mening bij een compleet advies. Verlichting, meubelen en decoratie.”Honderd jaar een succesvol bedrijf zijn, kan alleen als klanten tevreden blijven en terugkomen. Chantal Hees vindt het belangrijk om een langdurige relatie op te bouwen met klanten. “Een goed advies is veel belangrijker dan snel iets te verkopen. Klanten willen met een goed gevoel de zaak verlaten. Wij hebben verstand van zaken en kunnen de klant, particulier of zakelijk, op de juiste manier adviseren. Dat doen we al honderd jaar.”

Zuiderpoort 66, EchtDirect aan de A2 - Afslag 45 Echt - Gratis parkeren voor de deur

T 0475 48 57 57www.lightsandliving.nl

adviseren. Dat doen we al honderd jaar.”

Zuiderpoort 66, EchtDirect aan de A2 - Afslag 45 Echt - Gratis parkeren voor de deur

– A D V E R T O R I A L –

Page 51: ZUID November 2011

– A D V E R T O R I A L –

Dertig medewerkers van kinderopvang-organisatie De Tovertuin worden dit schooljaar , bij Leeuwenborgh opleidin-gen, opgeleid om peuters nog beter te kunnen begeleiden bij hun voorschoolse ontwikkeling. De medewerkers worden geschoold in het werken met de methodiek Speelplezier. De Speelplezierwerkwijze is ontwikkeld door Margot Wouterse Schmitz van de Speelleergroep Intersym. De Tovertuin is de eerste grote organisatie in de regio die hun medewerkers bij een ROC laat scholen in een voorschoolse methodiek.

Het ROC Leeuwenborgh heeft samen met de Speelplezier-trainers van Intersym het eenjarig opleidingstraject opgezet. De lessen worden gegeven bij Leeuwenborgh in Sittard. Het opleiden van de eerste dertig mensen past in het voor- en vroegschoolse educatie-beleid van de gemeenten (VVE). Sinds 2000 wordt in Nederland veel belang gehecht aan deze vorm van educatie. Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan edu-catieve programma’s. Aanvankelijk werden deze program-ma’s ontwikkeld ter voorkoming van onderwijsachterstanden bij kinderen uit kansarme milieus. Momenteel wordt voor en vroegschoolse educatie voor een veel bredere doelgroep ingezet. Kinderen worden zodanig gestimuleerd dat de kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot.

Guus Gerards is directeur van De Tovertuin. Met bijna veertig locaties in Limburg en ruim 150 medewerkers een van de grotere kinderopvang-organisatie van Limburg. “We willen met De Tovertuin graag innoveren en investeren in haar medewerkers om de kwaliteit van kinderopvang hoog te houden. Daarmee onderscheiden we ons van andere organisaties. Ik zie duidelijk het belang van deze opleiding. Als kinderen op jonge leeftijd meedoen, ontstaat er minder taalachterstand,” aldus Gerards.

Margot Wouterse bedacht en ontwikkelde de Speelplezier-methode. “Onze methode is een door de overheid erkend programma. Speelplezier is vanuit dertig jaar ervaring in de onderwijspraktijk ontwikkeld. Het spelen is de leidraad van het programma,” zegt Margot. “Schools leren is niet geschikt voor jonge kinderen. Peuters en kleuters leren taal, sociale en emotionele vaardigheden door met andere kinderen en volwassenen te spelen. Via exploratiespel, rol-lenspel, constructiespel en bewegingsspel en zingen wordt onder andere de taalontwikkeling gestimuleerd. Daarbij is een actieve rol van de leidsters nodig. Wij leren de volwas-senen om kindvolgend mee te spelen. Veel opvoeders sluiten te weinig aan bij wat een jong kind doet en kan. Ons programma bevordert dat kinderen zelf initiatief nemen en beter gaan spelen. Medewerkers gaan spel meer waarderen. Ze leren dat bijvoorbeeld rommel maken bij spelen hoort en dus niet erg is’ aldus Margot Wouterse.

Steeds meer gemeenten maken werk van Voor- en Vroegschoolse educatie en hebben speciale subsidiere-gelingen. Opdrachtgevers kunnen daarnaast aanspraak maken op de Wet vermindering afdracht loonbelasting als een BBL opleidingstraject wordt aangeboden. Bij deze pilot in Zuid-Limburg vonden drie partijen elkaar. De Tovertuin, Intersym en Leeuwenborgh. Josine Warnier, accountmanager van Leeuwenborgh legt uit dat de onderwijsinstelling samen met Intersym de cursusop-zet heeft voorbereid. “Het normale opleidingstraject van twee jaar hebben wij teruggebracht naar één jaar. Samen met Intersym hebben we een innovatief opleidingstraject ontwikkeld waarbij de VVE-methode Speelplezier is inge-bed in het kwalificatiedossier pedagogisch medewerker niveau 4. In de praktijk betekent dat, dat na de opleiding de medewerker gecertificeerd VVE-medewerker is en een deel van deze MBO-opleiding heeft gevolgd.”

Nieuw in dit traject is het werken met een digitaal portfolio in combinatie met Social Media. De deelnemers stellen leervragen op een afgescheiden blok van Face-book. Volgens Margot Wouterse wordt daar ontzettend veel gebruik van gemaakt. “Facebook maakte eerst geen onderdeel uit, maar we zien nu dat het digitaal portfolio een belangrijke rol speelt. Er is ontzettend veel interactie tussen de deelnemers.” Guus Gerards van De Tover-tuin zegt dat gekozen is voor de methode Speelplezier vanwege de hoge kwaliteit, regionale inbedding en de zeer goede ervaringen elders: “We willen de kwaliteit van onze kinderdagverblijven steeds verder verbeteren. Door implementatie van een VVE- programma binnen de kinderopvang is er bovendien geen onderscheid meer met een peuterspeelzaal. De Tovertuin vult de opleiding nog aan met een module communicatieve vaardigheden, welke wordt uitgevoerd door Leeuwenborgh. Uiteindelijk is het doel dat kinderen zonder taalachterstand aan de basisschool kunnen beginnen.”

‘Speelplezier’ zorgt voor beteretaalontwikkeling van jonge kinderen

Onderwijs, bedrijfsleven en kinderopvang werken samen bij opleiding

meer informatie: www.speelpleziermethodiek.nl | www.leeuwenborgh.nl | www.intersym.nl | www.de-tovertuin.nl

v.l.n.r.: guus gerards, rené Stallinga, Mariëlle van rijn, josine Warnier,

lisette Offermans, Margot Wouterse

Page 52: ZUID November 2011

52 | zorg

het winstresultaat, maar op de lange termijn bijten we onszelf met deze fi­nanciële targets in de staart. In plaats van zoveel mogelijk zorg verlenen, moeten we zo weinig mogelijk zorg verlenen. Dure voorzieningen moe­ten we vervangen door goedkopere oplossingen. Die kunnen vaak eerder met welzijn dan met zorg te maken hebben. We moeten ontzorgen.” Als ‘maatschappelijk ondernemer’, zoals hij de MeanderGroep omschrijft, wil Roger Ruijters zoveel mogelijk maat­schappelijk rendement zien van de geïnvesteerde zorgbudgetten. De ho­rizon is daarbij gericht op het in sa­menwerking met Parkstad­gemeenten, welzijnsorganisaties en woningcorpo­raties creëren van zogeheten levens­loopbestendige buurten.

De vergrijzing in Limburg maakt steeds meer ouderen vroeg of laat afhanke-lijk van zorg. Tegelijkertijd willen we dat ouderen langer zelfstandig blij-ven wonen. Dat ze zelfredzaam zijn. MeanderGroep en De Zorggroep streven in hun regio’s naar buurtgerichte zorg, naar samenwerking in wijkteams.

In een vergrijzende regio als Parkstad moet ouderenzorg vooral zelfred­zaamheid bevorderen. Dat vergt wel veel afstemming in het wijkteam. MeanderGroep geeft gemeenten een voorzet. Hij heeft een broertje dood aan de versnipperde financiering in de ouderenzorg. Want daardoor wordt het schaarse geld voor zorg niet effectief besteed en belanden we, vertelt Roger Ruijters, lid van de raad van bestuur

van zorgaanbieder MeanderGroep, in een vergrijzende regio als Parkstad ­ de voormalige Oostelijke Mijnstreek ­ op een ‘doodlopend spoor’. Wordt de zorg onbetaalbaar? Wat kunnen we ons veroorloven in een regio die op gezondheidsgebied het slechtst scoort van heel Nederland en waar de ver­grijzing het snelst stijgt?

“Het klopt natuurlijk van geen kant,” zegt Ruijters, “dat we in een systeem zitten waarin je als zorgverlener niet beloond wordt voor het zuinig om­gaan met geld door slim samen te wer­ken, door maximaal gebruik te maken van de kracht van mensen in de wij­ken. Nee, ons systeem beloont je voor het maximaal verzilveren van zorgin­dicaties. Dat is goed voor de omzet en

ouderenzorg in limburg: Wonen, welzijn en zorg verbinden

door loek kusiak

foto’s Frits Widdershhoven en de Zorggroep

roger ruijters, Meandergroep:

‘slimme ouderenzorg is goedkopere zorg’

Page 53: ZUID November 2011

zorg | 53

wijkservicepunten moet nu worden gericht op een betere afstemming en vervlechting tussen de verschillende vormen van zorg en ondersteuning, benadrukt Ruijters. Wie daarover de regie moet voeren? “Ik kan me voor­stellen dat de gemeente als markt­meester de spelregels bepaalt, wie mee mag doen. Het is natuurlijk nog pionierswerk. Wij kunnen helpen door bijvoorbeeld als een soort opzichter na te gaan of de regels worden nage­leefd.”

Kerkrade is al een eind op streek met sociale wijkteams en in Brunssum en Heerlerheide­Passart lopen sinds kort soortgelijke initiatieven. Ruijters: “In de Heerlense ‘krachtwijk’ Meezen­broek is een proef gestart waarvan een huisarts zegt: ‘Ik praat tegenwoordig ook met een wijkagent, met een wijk­consulent en met een ouderenadviseur. Allemaal mensen die ik eerst niet ken­de, maar wel waardevol zijn in mijn beeldvorming over mijn patiënten. Die kan ik nu ook beter adviseren.’ Andere mogelijkheid: als gemeente kun je de gelden voor de WMO slim inzetten door van buurtwinkels en buurtcafés op bepaalde uren van de dag ook plekken van ontmoeting voor ouderen te maken.”

In het project ‘Zichtbare Schakel’ in de wijken Meezenbroek, Schaesberger­veld en Paleming richten wijkverpleeg­kundigen in het netwerk van hulp­ en zorgverleners zich op het opsporen van mensen in een kwetsbare positie. Met succes, want in vijftig andere buurt­teams worden binnenkort ook wijk­verpleegkundigen aangesteld en is met het Zorgkantoor een akkoord bereikt over structurele financiering van de in­zet van deze verpleegkundigen tijdens keukentafelgesprekken. “In de ideale situatie”, schetst Ruijters de toekomst, “zit er straks één maatwerker bij me­vrouw Janssen aan de keukentafel. Die gaat na wat mevrouw Janssen zelf nog kan, wat haar kinderen kunnen doen. Misschien voelt ze er wel voor om in het buurthuis twee keer per week naar een sociale eettafel te gaan. Daar kan ze met buurtgenoten de maaltijd gebruiken. Daar plak ik dan het etiket

gerswerk. Maar het zijn bouwstenen waar geen cement tussen zit, waar de een niks met de ander doet.”

BoodschappenDe meeste ouderen, stelt Roger Ruij­ters vast, willen niet voor zorg naar het verzorgingshuis, maar omdat ze zich thuis niet meer veilig voelen. Eenzaam zijn. Of niemand hebben die bood­schappen voor ze kan doen. “Ook zij willen kwaliteit van leven, maar missen net even de hulp om het in hun eentje te kunnen redden. Hulp waarvoor je vaak niet eens dure, geïndiceerde zorg hoeft in te zetten, maar die je ook leve­ren kunt door op een slimme en klein­schalige manier basisvoorzieningen met elkaar te combineren. Zo bevor­der je dat ouderen ook verantwoorde­lijk blijven voor hun gedrag, dat ze vi­

taal blijven. Dat moeten we faciliteren, en niet van mensen overnemen. Dat vraagt om verbindingen tussen wel­zijns­ en buurtwinkels, buurthuizen, zorgcentra, huisartsen, zodat ze samen één schil vormen. En waar door vroeg­signalering behoeften van kwetsbare ouderen op tijd in beeld komen.”

“De wijkbewoner met een zorgvraag moet aan de voorkant niks meer mer­ken van al die versnippering. Die moet gewoon op één plek maar één keer zijn vraag hoeven neerleggen. Aan de ach­terkant krijg je wel complexere arran­gementen voor financiering, maar dat complexe zijn we wel gewend. Maar een goed netwerk voor maatschappe­lijke ondersteuning zal de vraag naar dure verstrekkingen zeker doen ver­minderen of vertragen.”

Buurtgerichte zorg levert Meander­Groep al langer. De focus in bestaande en/of nog op te richten wijkteams of

Dat zijn wijken waarin kwetsbare ou­deren, met name 75­plussers, veilig en langer zelfstandig kunnen wonen, zelfredzaam zijn. En waar het inkopen van voorzieningen en hulpmiddelen als huishoudhulp en scootmobiel niet langer hinder heeft van bureaucrati­sche schotten.

Loketten“We hebben,” vertelt Ruijters, “het systeem met regels als de Wet Maat­schappelijke Ondersteuning (WMO), de Zorgverzekeringswet en de AWBZ voor de bijzondere ziektekosten zo in­gewikkeld gemaakt dat we het onze ouders niet meer uitgelegd krijgen. Voor een speciaal bed moet je bij Me­ander zijn, voor de scootmobiel bij de gemeente, voor een douchebeurt bij het Zorgkantoor, voor een middagje kaarten bij de welzijnsorganisatie, et cetera. Achter die loketten zitten weer instanties die niet of weinig samen­werken. Als iedereen alleen maar zijn eigen dingetje blijft doen waarvoor een indicatie is verstrekt, dreigen ouderen die de weg niet weten tussen wal en schip te vallen. Het risico is isolement, verwaarlozing.”

Het dit najaar gestarte project Voor Elkaar in Parkstad (afgekort: VEiP), ondersteund met subsidie van ZonMw, de landelijke organisatie voor onder­zoek naar preventie en zorginnovatie, moet als katalysator fungeren voor het realiseren van een sluitende zorg­ en dienstverlening in de wijken in Park­stad. Ruijters heeft een wezenlijk deel voor het denkwerk van het project ge­leverd en daarmee zeven gemeenten, GGD Zuid Limburg, verschillende zorgaanbieders en andere partijen uit het maatschappelijke middenveld aan één tafel gebracht in een zoektocht naar nieuwe manieren van ouderen­zorg in Parkstad. “Ik zie mezelf niet als idealist, maar heb wel belang bij de continuïteit van Meander. Gemeente­lijke adviseurs vroegen ons al langer naar onze opvatting over vormen van partnership om de leefbaarheid in wij­ken te vergroten, om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. We hebben in deze regio een geweldige infrastruc­tuur voor zorg­, welzijns­ en vrijwilli­

“Ons systeem beloont je voor het maximaal

verzilveren van zorgindicaties”

Page 54: ZUID November 2011

54 | zorg

ders een marktconsultatie, of betrekt hen bij opstellen van een bestek met als doel om bijvoorbeeld mensen met een uitkering te scholen en aan een baan te helpen. Dat soort arrangementen zijn voor zorgaanbieders interessant, omdat je dan een investering voor vijf jaar kunt uitrollen. Voor partijen geeft dat ook rust. Marktordening kan vaak verstandiger zijn dan marktwerking.”

bundelen in een toolkit, een databank bijvoorbeeld, waar iedere gemeente van kan profiteren.”

Met de invoering van de Wet Maat­schappelijke ondersteuning in 2007 ontstond veel trammelant rond de aanbesteding van thuiszorg. Gemeen­ten kozen veelal voor goedkopere aan­bieders, om pas later te ontdekken dat de geboden hulp in veel gevallen on­der de maat en onpersoonlijk bleef. In 2012 is er een nieuwe aanbestedings­ronde. Ruijters vindt dat het dan om méér moet gaan dan alleen het aan­bieden van ramen lappen en stofzui­gen. “Je kunt ook kiezen voor een aan­bestedingsregime dat uitgaat van een brede hulp in het huishouden en zelf­redzaamheid bevordert. Een gemeen­te houdt dan onder potentiële aanbie­

‘welzijn’ op. Voor andere ouderen die eenzaam zijn, is het een betere oplos­sing als ze thuis met een busje worden opgehaald voor dagactiviteiten. Dat kost dan 45 euro per dagdeel en daar plakken we ‘zorg’ op. En als opname in een verzorgingshuis nodig is, dan liefst zo laat mogelijk.”

AanbestedingHoe en onder welke naam het buurt­gericht werken in relatie tot oude­renzorg in praktijk wordt gebracht, moet iedere Parkstad­gemeente voor zichzelf uitmaken, vindt Ruijters. “In Ransdaal­Voerendaal, waar traditi­oneel al veel sociale cohesie is, pak je dit anders aan dan in Meezenbroek. Ik zou graag zien dat we alle ervarin­gen en gebruikte methodieken rond buurtgerichte ouderenzorg kunnen

“De wijkbewoner met een zorgvraag moet aan de voorkant niks meer merken van al die versnippering”

Page 55: ZUID November 2011

zorg | 55

ren. Overbodige regels en procedures moeten worden teruggedrongen. De Zorggroep biedt huishoudelijke hulp, maar ook intensieve zorg in de thuis­situatie. Vanuit de verschillende disci­plines in de wijkkernteams kijken we naar behoeftes van cliënten en hoe je de vraag naar zorg kunt voorkomen of verminderen. Een boodschappen­dienst in de wijk draagt bij aan soci­ale cohesie en zelfredzaamheid zonder dat je maximaal professionele inzet pleegt. In een wijk waar de leefbaar­heid aandacht krijgt, voelen mensen zich prettig en veilig en is de kwaliteit van leven vaak groter. Dat vermindert het beroep op zorg. Hierdoor blijft de zorg voor de toekomst ook houdbaar en betaalbaar.”

BurgerinitiatiefPeel en Maas is een voorbeeld van een plattelandsgemeente waar het buurtgericht werken in relatie tot ou­derenzorg veel weg heeft van een bur­gerinitiatief. “De lokale gemeenschap voert de regie, zet vrijwilligers in, zoals mensen met een arbeidshandicap, en naaste familieleden van de mensen die zorg nodig hebben. Daarnaast wordt professionele hulp ingeschakeld, bij­voorbeeld voor mensen met demen­tie.”Voor ouderen met een beperking die thuis willen blijven wonen en vaak gebruikmaken van thuiszorg en dag­besteding wordt in 2013 een deel van deze zorg, die onder de AWBZ valt, overgeheveld naar de WMO. Gemeen­ten krijgen dan de taak om mensen te ondersteunen bij het runnen van hun huishouding (‘gespecialiseerde thuis­begeleiding’) en andere begeleiding uit te voeren. De Chronisch Zieken– en Gehandicaptenraad (CG­Raad) heeft al gepleit voor een zorgvuldige over­gang, zodat het leven van mensen met een beperking niet ontwricht raakt. Wouter Van Soest heeft vooralsnog geen redenen om er aan twijfelen dat gemeenten die taak niet aankunnen. “Het is goed om te zien dat gemeenten zich bewust zijn van hun toenemende verantwoordelijkheid. De brede rol van gemeenten schept veel nieuwe kansen. Integratie van diverse dien­sten voor kwetsbare burgers die nu

dat Noord­ en Midden­Limburg, van Mook tot Echt, als werkgebied heeft.

VenloDroom in Venlo­Oost is een voorbeeld van een initiatief waar het buurtgericht werken door De Zorg­groep, Protein Thuis, het Zorgkan­toor, woningcorporaties, buurtor­ganisaties en de gemeente Venlo op samenhangende wijze gestalte krijgt. De gemeente heeft de regierol. Van Soest: “In VenloDroom gaat het om

het verbinden van wonen, zorg en welzijn, om het zoeken naar aanslui­ting bij de dynamiek van de buurt. Een van de pijlers is dat organisaties meer met elkaar samenwerken en hun werk dichter bij de bewoners organise­

In Noord­ en Midden­Limburg inte­greert De Zorggroep woonzorgcom­plexen voor ouderen zoveel mogelijk in de wijk of de buurt. Hoe beter daar de leefbaarheid is, des te minder be­roep op zorg.

“Hoe meer je werkt vanuit de wijk, in samenwerking met huisartsen, GGZ, gemeenten, welzijnsinstellingen en an­dere zorgaanbieders, hoe geringer de kans dat ouderen die zorg of andere aandacht nodig hebben over het hoofd gezien worden. We hebben wijkver­pleegkundige zorg achter de voordeur van de cliënt en allerlei vormen van thuiszorg beschikbaar. Dat stelt ons in staat om urgente informatie over cliën­ten te kunnen afstemmen met andere zorgprofessionals in een wijk­ of buurt­team en met vrijwilligers. Nieuw of bijzonder is dat allemaal niet. We doen dit omdat we het vanzelfsprekend vin­den dat je de samenwerking zo inricht dat ouderen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen,” zegt Wouter van Soest, be­stuursvoorzitter van De Zorggroep,

Wouter van Soest, de Zorggroep:

‘voor zelfredzaamheid is ook het buurtgevoel nodig’

“Méér rendement uit de gemeenschap halen

ten behoeve van ouderen”

Page 56: ZUID November 2011

56 | zorg

en meer zorg moeten leveren. Nieuwe medewerkers haal je niet binnen met flashy reclamecampagnes en adverten­ties, maar met goed werkgeverschap, een prettige werksfeer en interessante taken en arbeidsvoorwaarden.”

BaanbrekendOuderen ondersteunen in het langer zelfstandig laten wonen, betekent niet dat de klassieke rol van verzorgings­huizen en verpleeghuizen is uitge­speeld. Maar die rol wordt wel steeds kleiner, constateert Van Soest. “Als we al aan nieuwbouw beginnen, dan toch vooral met woonzorgconcepten waarbij zorg achter de voordeur wordt gegeven, waarbij cliënten privacy heb­ben. Maar denk ook aan kleinschalige woonvormen voor dementerende ou­deren, geïntegreerd in een normale woonomgeving waar nog het buurt­gevoel heerst. Dit type concepten heb­ben we onder meer gerealiseerd in Te­gelen, in Well, in Reuver.”

Het woonzorgcomplex Bösdael in Reuver is in zijn opzet baanbrekend voor Nederland. “In Bösdael geven we somatische verpleeghuiszorg aan mensen met forse beperkingen. Dat gebeurt niet in de setting van een ver­pleeghuis, maar in de appartementen van de cliënten. De samenstelling van de bewoners is bewust zeer gemengd. Er wonen gezonde ouderen naast ie­mand met een verstandelijke beper­king, die weer een buurman heeft die slechts een beetje hulp nodig heeft. Het complex is uitgerust met alarmering en domotica: technologische snufjes en hulpmiddelen die wonen met een handicap eenvoudiger maken. Ook bij onze woonzorgcomplexen in St. Odili­enberg en Herkenbosch willen we die relatie met de lokale gemeenschap tot stand brengen. We halen vrijwilligers binnen en proberen familieleden zo­veel mogelijk een rol te geven in het leven van alledag van de cliënt. Méér rendement uit een euro voor de zorg halen, maar ook meer rendement uit de gemeenschap ten behoeve van ou­deren. Dat is de benadering die we met gemeenten en andere partners verder gaan ontwikkelen.”

nog langs elkaar heen werken, komt hierdoor veel dichterbij.”

Door de productiecultuur in de zorg, een gevolg van het massale beroep op indicatiestellingen (‘recht op zorg’), zijn we volgens Van Soest het zicht op de directe hulp, op mantelzorg door familie en buren uit het oog verloren. “Dat is versterkt door de invoering van de PGB’s, de persoonsgebonden bud­getten. De informele zorg, die in de toekomst juist belangrijker zal worden, is daardoor voor een deel in een for­meel en bureaucratisch jasje gegoten. En dat heeft de zorgkosten wel om­hoog gedreven.” Van Soest ziet echter ook dat de grenzen van de eigen ver­antwoordelijkheid en de zelfredzaam­heid aanmerkelijk verlegd worden als gemeenten meer verantwoordelijk worden voor ondersteuning, voor de­len van de zorg. “De uitdaging zal zijn om meer maatwerk te blijven leveren. Waar een professionele zorgcompo­nent, de verpleegkundige deskundig­heid rond een cliënt nodig is, zal die er ook blijven. Denk daarbij aan een deel van de palliatieve zorg, de begeleiding bij het sterven, waar in hoge mate veel vrijwilligers bij betrokken zijn. Ons hospice De Ark in Roermond heeft

een belangrijke prijs gekregen voor palliatieve zorg. Een mooie waarde­ring voor de inzet van de vrijwilligers en medewerkers.”

ZorggidsenHet woud aan zorgregelgeving is door de vele loketten voor veel burgers, en vooral ouderen, ondoordringbaar ge­worden. Van Soest: “We hebben in de regio Roermond drie zogenoemde zorggidsen, die mensen wegwijs ma­ken bij het kiezen en organiseren van de zorg. Deze gidsen signaleren veel eenzaamheid onder ouderen, maar ook een verlangen naar de terugkeer van wijkverpleegkundigen die je over alles kon aanspreken. De wijkver­pleegkundigen zijn in 2007 door over­heidsbesluiten vervangen door verzor­genden. Daarmee verdween veertig procent van de zorg in een wijk die door wijkverpleegkundigen werd ver­richt. De Zorggroep is bezig de functie van wijkverpleegkundigen opnieuw in te voeren en eigentijds in te vullen. De concurrentie op de zorgmarkt gaat niet over het werven van klanten, maar over het vinden van voldoende perso­neel met een goede opleiding. We we­ten gewoon dat we in de toekomst met minder mensen en met krappe financi­

Page 57: ZUID November 2011

Beek046 - 437 53 53

Kerkrade045 - 542 30 30

Maastricht043 - 361 66 66

Heerlen045 - 523 20 30

Automobielbedrijven Jos Bogman B.V.Nu ook de Ford dealer voor Sittard, Geleen en omstreken. www.ford-josbogman.nl

Nieuw: Ford ECOnetic Lease.

Als lease-rijder wilt u een zo rijk mogelijk uitgeruste auto met een zo laag mogelijke bijtelling. Ford hee� hiervoor de perfecte oplossing: de vijf ECOnetic Lease modellen. Zoals de Mondeo ECOnetic Lease Trend 1.6 TDCi 85 kW(115 pk). Ga naar de Ford dealer voor een verrassende o� erte en ontdek tijdens een proefrit dat ook bij deze Mondeo echte schoonheid van binnenuit komt. Kijk voor meer informatie op ford.nl.

Alle bedragen in euro’s. Prijzen zijn incl. BTW/BPM, excl. kosten rijklaar maken en verwijderingsbijdrage, tenzij anders aangegeven. Wijzigingen voorbehouden. Afgebeelde auto kan afwijken van standaardspecificaties. Genoemde technologieën zijn niet altijd standaard. Ford Business Partner leaseprijzen gebaseerd op 20.000 km/48mnd. en op full operational lease, excl. BTW, brandstof en vervangend vervoer. Netto bijtelling o.b.v. belastingschijf van 42%. Gemiddeld brandstofverbruik en CO2-uitstoot: km/liter: 15,6-23,3; liter/100 km: 4,3-6,4; CO2 gr/km: 114-149.

Meer technologie. Minder bijtelling.

20% bijtelling

299,- p.mnd. 415,- p.mnd. 479,- p.mnd. 509,- p.mnd.

MONDEO ECOnetic Lease v.a. 649,- p.mnd.

via Ford BusinessPartner

Netto bijtelling 196,- p.mnd.

40258968_Ford_Mondeo_Econetic_Lease_216x303+.indd 1 24-10-11 12:19

Page 58: ZUID November 2011

Vertel mij wat uw kookplannen zijn en u krijgt

van mij het juiste advies. Of u nu professioneel

kookt of een getalenteerd hobbykok bent.

Koken is en blijft heerlijk om te doen. Het laat

mij altijd denken aan een uitspraak van de

bekende Franse filmacteur, wijnmaker en

begenadigd chef: Gérard Depardieu.

‘Niets is mooier dan te koken voor de mensen

die je liefhebt’…

Uw recepten komen het beste tot uitdrukking

als u uw gerechten met de juiste wijn serveert.

Die keuze is niet altijd gemakkelijk. In alle

bescheidenheid, met mijn jarenlange ervaring als

restaurateur, wil ik u hier graag bij adviseren.

Ongeacht uw budget. In de kelders van Thiessen

hebben wij altijd wel een mooie fles om de

resultaten van uw kookkunsten op de juiste

manier te begeleiden.

Een fles met een ziel, net zoals uw gerechten…

Wijn heeft een zie

l…

Grote Gracht 18 | 6211 SW Maastricht | T +31 (0)43 325 13 55 | www.thiessen.nl

Peter Ritzen

– A D V E R T E N T I E –

Page 59: ZUID November 2011

column | 59

wil krijgen, doet er verstandig aan eerst zelf een paar wel­gemeende complimenten uit te delen. Na een poos revan­cheert zich een van de gelukkigen vanzelf.

Als een collega vraagt: ken jij niet iemand in het Gouverne­ment die ons deze subsidieregeling kan uitleggen?, dan heb je onvoorstelbaar snel een overzicht indien je het woordje ‘provincie’ invult in de zoekbalk. Op het scherm verschij­nen dan jouw relevante contacten in het Gouvernement (de 1e lijn) en vervolgens de contacten van jouw contacten die het woord ‘provincie’ in hun profiel hebben staan (2e lijn). En het kost natuurlijk geen moeite om jouw relatie te vra­gen om een kennismaking met iemand uit diens netwerk.Dat het openlijk delen van cv’s grote invloed heeft gehad op de wervings­ en selectiebureaus, ligt voor de hand. Ook de Limburgse recruiters en HR­managers werken met Linke­din, al biedt dit nog lang niet de oplossing bij alle vacatures. Daartoe nemen er nog te weinig mensen aan het platform deel. Slechts 1 op de 4 werkenden heeft er een profiel. De anderen beschermen hun privacy of hebben er geen aan­dacht voor. Volgens Linkedin is de gemiddelde gebruiker een man van 41 met vijftien jaar werkervaring. Maar dat is natuurlijk een statistische abstractie. Je vindt er ook veel vrouwen, senioren en starters, allemaal met uiteenlopende werkervaring.

De echte kracht van Linkedin ervaar je pas als je deelneemt aan groepen. Er is voor vrijwel elk beroep wel een discus­siegroep te vinden. Maar ook de ‘Limburg Professionals’ of ‘Hogeschool Zuyd Alumni’. Allemaal trefcentra waar infor­matie wordt gedeeld, opinie wordt verwoord en het netwerk sneller groeit. Zo zijn er groepen waarin je leert Twitteren, alles hoort over online marketing of kunt discussiëren over de huizenmarkt. In de praktijk discussieert overigens maar 1% van de groepsleden echt mee, de rest leest de commen­taren ­ hetgeen uiteraard ook leerzaam is. Actieve Linkedi­nners organiseren een online enquête of starten een eigen groep. Zo bracht bijvoorbeeld de groep ‘We are Maastricht Region’ van regiopromotor Nicoline Wisse Smit al 2.500 mensen (en opvattingen) bij elkaar. Of Linkedin op langere termijn de ultieme pleisterplaats voor netwerkers blijft, valt te bezien. Concurrenten als Facebook, Plaxo en Google+ trachten voortdurend netwerktaken af te snoepen. Voor wie aansluiting zoekt in Duitse kringen is Xing.com de op­lossing, want in Duitsland is Linkedin nauwelijks in gebruik.

Echter, met wie je ook contact zoekt in de wereld, er gaat niets boven het schudden van een echte hand en het trakte­ren op een smakelijke lunch. Naar goed Limburgs gebruik.

Jean-Paul Toonen

Dat Limburgers graag netwerken wordt toegeschreven aan hun zin voor genieten. Want in elke zakelijke ontmoeting schuilt de legitimatie om er iets bij te eten en te drinken. Toch blijkt dat Limburgers elkaar ook zonder culinaire be­loning makkelijk opzoeken. Op het internet.

Linkedin is het meest populaire online platform onder zake­lijke Limburgers. Tussen de 16 miljoen gebruikers wereld­wijd zitten vandaag zo’n 125.000 Limburgers. Dat klinkt als een massa, maar velen hiervan zijn niet heel actief. Zij ont­vangen van tijd tot tijd uitnodigingen van vage bekenden. En wie in dat geval alleen echte vrienden wil aansluiten, doet zichzelf tekort. Want in Linkedin draait het ook om vage bekenden. Mensen die je ontmoette op een receptie, de hand hebt geschud bij een sollicitatie of ook lid zijn van jouw vereniging hebben allemaal betekenis. Elke Limbur­ger beweegt in een kring die meerdere honderden mensen met elkaar verbindt. En bij zulke aantallen wordt Linkedin werkzaam en interessant.

Beginnende Linkedinners staren verwachtingsvol naar de updates: een oud­collega heeft een nieuwe pasfoto en de advocaat is nu ook gelinkt aan de plaatselijke wethouder. Zulke nieuwtjes brengen je niet verder, maar na een poos heb je wel een cirkel van contacten en beschik je over hun gedetailleerde en actuele cv’s. Want de deelnemers hebben hun profiel nauwkeurig opgesteld en bijgewerkt. In die cv’s zie je soms aanbevelingen van anderen staan, die de be­treffende persoon van nabij kennen. Zo’n recommendation geeft een aannemelijk signalement van iemands professio­nele kwaliteiten.

Maar hoe slim ook bedacht door de Amerikaanse ontwer­pers, Limburgers vragen elkaar niet graag om een compli­ment. Degene die toch een aanbeveling in het eigen profiel

Je netweRk verbreden en verdiePen

Jean-Paul Toonen, communicatiespecialist

Page 60: ZUID November 2011

60 | essay

knuppel in het krimphokWie de kwestie van de demografische krimp met open vizier tegemoet treedt, mag niet bang zijn voor heilige huisjes. Eén van die huisjes is de noodzaak van een goede mix van leeftijden in de samenleving. Zuids huisfilosoof Govert Derix krabde zich achter het oor. En schoot in een krimpschrijfkramp.

Als er één ding is waarmee Limburg de laatste jaren wordt doodgegooid, dan is het dat de levendigheid door de demografische krimp steeds meer in het geding zou komen. Vergrijzing en ontgroening zijn daarbij twee kan­ten van dezelfde medaille: we worden steeds ouder en krijgen steeds minder kinderen – kinderen, bovendien, die hun bright side of life vaak buiten onze provinciegrenzen zoeken. Als we politici en bestuurders moeten gelo­ven is dit erg. Heel erg. Geen wonder dus dat het thema van de krimp in no time door beleidsstukken en toekomst­visies spookte. Wie een ei wil leggen over Parkstad of Midden­Limburg kán dat met goed fatsoen niet meer doen zonder zich te buigen over de krimp. Wie als Limburgs visionair serieus genomen wil worden móét met regel­maat in een krimpkramp schieten. En wie een subsidie in de wacht wil sle­pen, doet er goed aan ‘krimp’ over de aanvraagpagina’s te strooien. Krimp is overal en heeft zich ontwikkeld tot een buzzword dat op subsidieverstrek­kers een geruststellende werking heeft – net als duurzaamheid, diversiteit, sociale cohesie en inburgering. Maar zoals veel van die woorden kan het ook verstoppen wat er echt speelt. Zoals: ís krimp wel een probleem? Of: waaruit bestaan de wezenlijke kansen van de krimp eigenlijk? Of: stel dat we hele­maal níets doen en de krimp gewoon laten gebéúren?

Precies dit laatste kwam ter tafel tij­dens een workshop die ik een tijdje terug deed met studenten van de De­sign Academy (Eindhoven). Een paar weken eerder bracht NRC een re­portage over spooksteden in Noord­Spanje. Iedereen die wel eens een stuk

richting Santiago de Compostela heeft gelopen, kent ze: samenscholingen van ingestorte huizen die aanschurken te­gen de ruïne van wat ooit een kerkje was. De natuur staat er op het punt het voor altijd over te nemen: visioen van wat de bewoonde wereld te wachten staat nadat ze niet langer bewoond is. De aanblik van zulke fantoomdorpen is tegelijk troosteloos en troostrijk door één en dezelfde reden, namelijk de af­wezigheid van de mens. Het feit dat de menselijke activiteit er geen stand heeft kunnen houden, lijkt een recept voor troosteloosheid. Het feit echter dat de natuur daar geen boodschap aan heeft en vrolijk doorgaat met groeien, overwoekeren, bemossen en bebos­sen, dwingt tot een nederigheid die je in contact kan brengen met een veel diepere laag van menselijkheid, name­lijk die van een besef van de eindig­heid der dingen. Hoe hoog ook onze torens in Dubai, hoe stevig ook de am­bities van onze Deltaplannen en hoe far fetched ook de plannen om bases te bouwen op de maan en op Mars... ergens in een toekomst valt het doek. Parkstad, maar ook de rest van de pro­vincie, zou zomaar een gebied kunnen worden dat ons hier aan herinnert en dat we met opzet laten gebeuren om ons hier aan te herinneren. Ik kwam, ik zag en ik deed niets: misschien moet de vraag wel zijn waarom dit een visie is die niet serieus wordt genomen – niet door de politiek, niet door de culturele instellingen, en wellicht ook niet door de Katholieke Bond van Ouderen en andere geledingen die zich ontfermen over het wel en wee van onze senioren.

De designstudenten namen het echter wel serieus. Waarom zou niets­doen geen optie zijn? Waarom tienduizen­

den huizen slopen? Waarom ze niet overlaten aan de natuur of ze vrijgeven voor paintballgevechten of als avontu­rengebied voor jongere generaties die hier komen beleven hoe het anders kan? Een tijdlang mediteerden we op zulke mogelijkheden. Pas later besefte ik dat juist zo’n passieve houding de opmaat kan vormen van een nieuw activisme.

De vraag is namelijk wat we met alle maatregelen tégen de krimp in stand proberen te houden. Inderdaad: een gezonde economie en een gezonde mix van leeftijden – met dien verstan­de dat beide met elkaar samenhangen omdat een vergrijzende populatie in een vrijemarkteconomie met een pen­sioenleeftijd van om en nabij de vijf­enzestig op den duur niet meer voor zichzelf kan zorgen. Geen paniek: dit stuk mondt niet uit in protest tegen de kapitalistische productieverhoudingen.

Het is echter wel de moeite waard eens stil te staan bij de vraag of een goede mix van leeftijden per definitie samenvalt met een goede samenleving. Zou het niet kunnen zijn dat juist een samenleving met veel wijze senioren en minder vredevijandige hormonen per saldo gelukkiger is? Zouden we het niet moeten toejuichen dat we een bevolkingsafname in combinatie met een groter percentage wijze mensen beleven? En is het op de keper be­schouwd niet pervers om zo’n ontwik­keling in de kiem te smoren door een antikrimpbeleid? Roepen we hiermee niet een zogenaamde perverse prik­kel in het leven, om maar eens andere term te hanteren die het in het uni­versum van de beleidsnewspeak goed doet?

door govert derix

Page 61: ZUID November 2011

knuppel in het krimphok

essay | 61

Mijn moeder riep het al lang voordat ik het zelf kon ervaren: “Met veertig begint het leven!” Onlangs hoorde ik een intellectueel opmerken dat het tot de troostrijke ervaringen van het leven behoort dat het met het vorderen der jaren steeds mooier en rijker wordt. Uiteraard geldt dit helaas niet voor ie­dereen; bovendien beschikt niet ieder­een over de psychologische bagage en fysieke gezondheid om dit zo te kunnen ondergaan. Veelmeer geldt voor velen de ervaring die Philip Roth keihard verwoordde in zijn roman Everyman: “Old age is a massacre”, “Ouderdom is een slachtveld”. Wie betrapt zich er vanaf zijn vijftigste niet op dat zijn oog in de krant steeds vaker over de over­lijdensberichten dwaalt? Wie mijmert vanaf die leeftijd niet over het diepe geheim van de zogenaamde kunst van het sterven die in menig klassieke scho­ling de sleutel vormde van een geluk­kig leven? Onlangs wees iemand mij er nog op dat wij in het Westen onze begraafplaatsen naar de periferie van onze samenlevingen hebben verban­nen (net als onze ziekenhuizen, onze bejaardenasielen en onze sterfhuizen). Vergelijk dat eens met landen als Bra­zilië waar deze faciliteiten nog met de

rest van de samenleving zijn verweven – hoewel ook daar door de economi­sche boom een verandering van de sociale layout plaatsvindt die de dood steeds meer op afstand plaatst. Toon me uw crematoria en begraafplaatsen, en ik zeg u hoe uw samenleving in het leven staat. Toon me hoe u omgaat met demografische krimp, en ik zeg u of u zich laat leiden door het gebod van de economische groei of door een hou­ding die wijsheid in het centrum pro­beert te plaatsen – met dien verstande dat misschien ook hier een derde weg denkbaar is.

Want laten we eerlijk zijn: de motor achter de krimpbemoeienissen is een economische bezorgdheid die er niet in slaagt om geluk lós te zien van geld. Het heetste hangijzer is dat níémand in onze tijd de moed heeft om deze financiële navelstreng door te knip­pen en koers te zetten op een verfris­send denken dat de poorten opent voor een levendigheid waarvoor we met een ‘bekrimpte’ blik blind blijven. Bestrijden van de krimp met bekrom­pen maatregelen ís macro bezien een perversiteit van de eerste orde – ook in het licht van de overbevolkingen

elders in de wereld. Terwijl de wereld binnenkort de zeven miljardste inwo­ner (waarschijnlijk een kind van een ondervoed nomadengezin in de Sahel) ontvangt en er dagelijks op aarde net zoveel mensen geboren worden als er in heel Parkstad Limburg wonen, verzuimen wij om de kwestie in een passende context te beoordelen. Bij­voorbeeld die van de Euregio, Europa of de planeet (wie zei ook alweer dat krimp Euregionaal gezien geen pro­bleem is?). Natuurlijk: juist ook hier sluimeren praktische bezwaren die niemand kan verklaren. Dit mag ons echter niet van de plicht ontslaan om ook hier de onderste wijze steen bo­ven te krijgen. Hoe meer oude zielen, des te meer wijsheid. De grote dichter Rainer Maria Rilke suggereerde het in zijn Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge: we moeten de dood weer terug­geven aan de mensen. Het teruggeven van krimpregio’s aan de natuur zou daar, hoe cru en naïef misschien ook, aan kunnen bijdragen.

Govert Derix is filosoof, schrijver en adviseur

Page 62: ZUID November 2011

In juli ging de eerste club open: Anytime Fitness in Susteren, een maand later volgde Gulpen, daarna Landgraaf, binnenkort waarschijnlijk Maasbracht. Nederland is klaar voor Anytime Fitness, is de overtuiging van Petro Hameleers uit Sittard. Binnen nu en tien jaar moeten er 150 nieuwe Anytime Fitness-vestigingen in Nederland zijn en Hameleers wil er tussen de 50 en 75 in België openen. Hameleers heeft de exclusieve rechten voor de Benelux om de franchiseformule in de markt te zetten. Wereldwijd zijn er al bijna 1700 vestigingen van het Amerikaanse concept. Elke werkdag komt er een nieuw zaak bij.

Een verklaring voor het succes? “Gemak en betaalbaarheid,” zegt Petro Hameleers, die in Limburg de man is achter vier Lifestyle-fi tnesscentra. “De naam zegt het al, want Anytime Fitness is fi tnessen op elk gewenst moment van de dag. 24 uur per dag, zeven dagen per week, 365 dagen per jaar. Dat was eerder nog niet mogelijk in Nederland,” zegt Hameleers. Hameleers kwam ruim een jaar geleden tijdens een congres in San Francisco in contact met de oprichters van Anytime Fitness, Chuck Runyon en Dave Mortensen. “Binnen tien minuten was ik overtuigd van het concept en het succes ervan,” legt Hameleers uit.

De Amerikaanse oprichters begrepen dat fi tnessconsumenten op zoek waren naar gemak en betaalbaarheid, maar wel kwali-teit en een persoonlijke benadering wilden. Dat resulteerde in de ontwikkeling van de franchiseformule Anytime Fitness. Leden kunnen bij Anytime altijd sporten, zelfs als er geen personeel is. Dat is mogelijk door een uniek gepatenteerd toegangssysteem met beveiligings- en bewakingstechnologie. Leden kunnen met een speciale sleutel de sportschool binnen, het licht gaat aan en er kan gesport worden. Door middel van camera’s wordt gewaakt over de veiligheid van de sporters en apparatuur.

Petro Hameleers haalde het fi tnesscon-cept naar Nederland. “Het succes is convenience, gemak. Anytme Fitness-vestigingen liggen in de dorpen en kleine steden. Letterlijk om de hoek dus. Dat is een belangrijke voorwaarde voor ons. De centra zijn kleinschalig en betaalbaar. We willen de drempel zo laag mogelijk houden. Ons eerste fi liaal, waar dochter Joyce, de manager is, ligt in Susteren. De tweede vestiging ging in Gulpen open. Voor deze opening kwam de Amerikaanse oprichter Dave Mortensen graag naar Limburg om de offi ciële openingshandeling te verrichten,” vertelt Hameleers.

Betaalbaar sporten betekent niet dat Hameleers bezuinigt op de kwaliteit van de toestellen. “Bij reguliere fi tnesscentra zijn personeelskosten hoog, vooral als een fi tnesscentra veel uren per dag is geopend. Anytime Fitness heeft beperkt personele bezetting en is toch 24 uur open. De toe-stellen in onze vestigingen zijn de allermo-dernste die op dit moment op de markt zijn. Dat betekent dat alle bikes, crosstrainers en de loopbanden een geïntegreerd tv-scherm hebben, dat er aansluitingen zijn voor i-Pod en koptelefoon en dat je virtueel kunt spin-nen. Gewoon via een touchscreen aan de muur. De trainer op tv begeleidt je door de les heen. Ook de zonnebank en de dran-

kendispenser kunnen middels de digitale sleutel geactiveerd worden.”Als je het succes van Anytime Fitness be-schouwt is het eigenlijk vreemd dat dit nog niet eerder in Nederland bestond, 24 uur per dag fi tnessen.Volgens Hameleers heeft dat vooral te maken met de technische innovaties die het mogelijk maken 24 uur toegang te bieden zonder altijd personeel aanwezig te hebben. “Anytime Fitness heeft sinds de start in 2002 veel geïnvesteerd in de techniek. Daardoor zijn ze marktleider geworden. Het bedrijf loopt voortdurend voorop met innovaties.”

Petro Hameleers’ achtergrond is sportfy-siotherapeut. Hij werkte 12,5 jaar tijd in het ziekenhuis in Sittard om uiteindelijk vier Lifestyle-vestigingen op te richten. “Mijn droom is om mensen te helpen, anders word je ook geen fysiotherapeut. Ik ben ervan overtuigd dat ik om die reden ook op aarde ben gezet, om te helpen. Sporten wordt in onze maatschappij steeds be-langrijker. Mensen worden ouder en willen langer fi t blijven. Tegelijkertijd zie je dat er steeds meer mensen met overgewicht zijn. Bedrijven en verzekeraars zijn nu al bezig om sporten te stimuleren. Het lidmaatschap van een fi tnesscentrum voor werknemers kan fi scaal gunstig worden ingeregeld. Ook wij zorgen dat we bij deze ontwikkelingen

Wereldwijd succesvol Anytime Fitness Franchiseconcept nu ook in Limburg en 24 uur per dag, 7 dagen per week en 365 dagen per jaar open!

Petro Hameleers

– A D V E R T O R I A L –

Page 63: ZUID November 2011

voorop lopen. Onder de naam Anytime Health ontwikkelde Anytime Fitness de digitale leefstijlcoach. Deze helpt werk-nemers van bedrijven om vitaal te blijven door te bewegen, te sporten en tegelijker-tijd op eetgewoonten te letten. Ook helpt de digitale coach mensen die willen stop-pen met roken. Anytime Health is vooral geschikt voor bedrijven. Zo houden zij fi tte werknemers en dat scheelt in verzuim-kosten. Juist die werknemers die verder van gezonder gedrag af staan kunnen hier echt beter mee geholpen worden!

Inmiddels is er bij Anytime Fitness sprake van een heus familiebedrijf. Niet alleen dochter Joyce is in het bedrijf gestapt, ook zoon Bjorn ondersteunt middels con-currentieanalyses en locatieselectie bij de uitbouw van de succesvolle formule.

“Bij Anytime Fitness gaat alles om ef-fi ciency en symplicity,” zegt Hameleers. “Wij bieden een bewezen en succesvol businessmodel aan gepassioneerde on-dernemers die dromen van het succesvol runnen van een eigen fi tnessclub. In de toekomst zullen meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl, vaak ook gesti-muleerd door werkgever of verzekeraar. Dat betekent dat we kunnen rekenen op een enorme groei. 200 nieuwe Anytime Fitness-vestigingen binnen tien jaar in de BeneLux is heel realistisch,” aldus Hameleers.

.

www.anytimefi tness.nl

– A D V E R T O R I A L –

Tempsplein 29 | 6411 ET Heerlen | T: (045) 571 30 00 | F: (045) 571 66 66 | E: [email protected]

De Geusseltweg 33C | 6225 XS Maastricht | T: (043) 362 52 52 | F: (043) 363 72 73 | E: [email protected]

Snelle incasso’sop advocaatnivo

Specialisten in ondernemingsrecht, financieel-economische problemen en bouw

0032507.pdf 1 23-11-2009 13:56:06

– A D V E R T E N T I E –

Page 64: ZUID November 2011

64 | economie .nl

Ook in het tijdperk waarin de dood van Mister Apple - Steve Jobs - wekenlang voorpaginanieuws is, blijft er behoefte aan papieren kalenders. Wel verschuift de markt heel geleidelijk: minder standaardkalenders, meer maatwerk. De vorm en het design spelen een steeds belangrijkere rol.

Dat er een gevecht is tussen online en papier, daar maakt commercieel direc­teur/mede­eigenaar Mariëlle Hame­lers (1966, Maastricht) geen geheim van. Bijna iedereen heeft de papieren agenda al (lang) ingeruild voor een digitale op de telefoon en computer. Maar papieren kalenders zijn volgens haar lang nog niet uitgestorven. Het beste bewijs is misschien wel dat ze nog met miljoenen per jaar geproduceerd worden bij het Beekse bedrijf, dat af­hankelijk van het seizoen veertig en

meer mensen aan het werk heeft om kleine, grote, witte en bonte kalenders te maken en te verkopen. De opdrach­ten variëren van enkele honderddui­zenden voor een grote drogisterijketen tot enkele tientallen stuks voor een klein bedrijfje.

OogwenkDe kalender kan de strijd nog aan vol­gens Hamelers en ze wijst naar de gro­te plankalender achter haar bureau. “Omdat er in één oogopslag en voor iedereen zichtbaar te zien is wat er moet gebeuren of wat er gaat plaats­vinden. Als ik aan de telefoon zit en een opdracht afspreek voor levering op een bepaalde datum, dan draai ik me om en zie direct wanneer we bijvoor­beeld dat speciale papier moeten inko­pen en wanneer het digitale materiaal van de klant binnen moet zijn.”

Goede keuzeKlanten kijken kritisch naar hun eigen klantportefeuille en zien die vaak te­ruglopen in omvang en waarde. “Dat vertaalt zich één op één in het aantal, maar ook de keuze voor een relatiege­schenk. Uiteindelijk blijkt een kalender dan een goede beslissing. Anders dan bijvoorbeeld een flesje wijn blijft de kalender met daarop de bedrijfsnaam van de gever een heel jaar lang onder de aandacht. Vooral het assortiment kalenders dat gericht is op de business to business­markt groeit nog steeds. Wel zijn klanten steeds later met het nemen van die beslissing, waardoor het eind van het jaar een topdrukte veroorzaakt in de productie.”

Jan SmeetsHamelers groeide op in Maastricht en studeerde aan Hogeschool Zuyd, dif­ferentiatie facility­management. Via een succesvolle stage bleef ze hangen bij het beursbedrijf MECC in Maas­tricht. Zes jaar zat ze daar, op het laatst als projectmanager. Op een dag belde een vriendin (die bij een uitzendbureau werkte). En vertelde over een vacature bij de Kalenderfabriek in Beek. Eerst zag ze er niks in. “Een kalenderfabriek in Beek?” Wat moest ze daar nou? Het klonk haar ietwat stoffig in de oren. Bij het MECC had ze met glitter en gla­mour te maken, zoals met de popar­tiesten die door Jan (Pinkpop) Smeets werden geboekt. En met tal van sjieke en minder exotische beurzen. Toch haalde haar vriendin haar over om een afspraak met de eigenaar, Jan Reijn­ders te maken. Die had net een groot nieuw bedrijfspand op het bedrijven­terrein Beekerhoek neergezet, tegen­over winkelcentrum Makado.

Ze herinnert zich dat gesprek, nu bijna vijftien jaar geleden, nog als de dag van gisteren. Een hele avond hebben ze ge­praat, over van alles en nog wat, be­halve over kalenders. Er bleek een klik met de ondernemer. Ze zei ‘ja’. Hame­lers bouwde samen met Reijnders de klantenportefeuille uit en zorgde voor een forse groei. Het personeelsbestand groeide mee naar de huidige veertig mensen.

OvernameZe had nooit serieus gedacht om ooit zelf aan het roer van het bedrijf te

Iedereen een digitaal apparaat, toch groeit kalenderfabriek

Mariëlle Hamelers

door gerrie Coerts

Page 65: ZUID November 2011

economie | 65

gaan staan. Ondanks het feit dat ze vanaf het begin wist dat Reijnders niet zijn leven lang aan het roer wilde staan, was Hamelers toch verrast toen hij haar vroeg om de zaak over te ne­men. Samen met technisch directeur Pascal Peters. “Ik stond in eerste in­stantie niet te springen om mijn dyna­mische baan van salesmanager in te ruilen tegen het ondernemerschap.” Toch deed ze het. Omdat ze besefte dat zo’n kans maar ééns in je leven langskomt. En ook omdat ze vond en vindt dat er veel te weinig vrouwelijke ondernemers zijn. Het ‘ja’ kwam na­dat ze ‘een goed gesprek met zichzelf had gehouden’. Waarbij de liefde voor de zaak, het ambacht en het product de doorslag hebben gegeven. Daarbij speelde haar ‘buikgevoel’ een belang­rijke rol, ze wil vooral ‘aan zichzelf trouw zijn’.

DelegerenEenmaal baas kreeg ze de meeste moeite met het delegeren. “Dat is niet gemakkelijk voor mij. Zeker in het be­gin deed ik liever zelf wat extra werk dan een opdracht aan iemand anders geven. Ook omdat ik de ins en outs van heel veel klanten wist….’. Maar ze kwam er al snel achter dat je met zo’n houding geen bedrijf met veer­tig mensen kunt leiden. En ook nog de inspirator moet zijn. Ze delegeert

tegenwoordig gemakkelijker. Maar is tegelijk ook harder geworden. “Zacht op de persoon en hard op de inhoud.”

Nieuwe lijnOmdat de digitalisering in 2007 ten tijde van de overname ook al in een ver stadium was wisten zij en com­pagnon Peters dat het hard werken was en blijft om het bedrijf voort te stuwen in de vaart der volkeren. Dat gebeurt onder andere door de lichte koerswijziging waarbij meer aandacht is gekomen voor de vormgeving. Maar ook door te werken aan wat Hamelers ‘een tweede poot’ onder het bedrijf noemt; een nieuwe, fraai vormgegeven lijn, aanverwante relatiegeschenken en kantoorartikelen. Ook is de afdeling verkoop versterkt en de interne kwali­teitsbewaking omhoog geschroefd.

EEN EcHtE DRUkkERIj

De Kalenderfabriek is qua bedrijfsopzet eigenlijk een ‘gewone’ drukkerij. Met een afdeling verkoop die de opdrachten binnenhaalt en begeleidt, een prepress-af-deling waar met programma’s zoals Indesign het uiterlijk van een kalender wordt bepaald. Daarna komt de drukkerij. Er staat nog een kleine Heidelberger-pers voor speciaal werk. Ook zijn er grote moderne (offset en digitale) drukpersen. En slimme apparaten vol elektronica die verschillende vellen papier bijna zon-der ingrijpen van de mens vergaren. Een groot deel van het jaar wordt er in een 2-ploegendienst gewerkt en soms in drie ploegen. De meeste kalenders die nu worden gedrukt zijn nog voor 2012, maar vanaf december gaat de productie al richting 2013.

Page 66: ZUID November 2011

66 | economie

– A D V E R T E N T I E –

.nl

De redactie nam een steekproef en vroeg aan een aantal organisaties of ze nog een papieren kalender gebruiken en zo ja, waarom? Een greep uit de reacties:

Directeur/eigenaar Harry Kuipers (ac­countantskantoor Konstons Kuijpers in Maastricht) laat ze nog maken en bedrukken met reclame. “Met name oudere klanten willen onze kalender nog graag. Wij gebruiken hem thuis ook nog, is een gewoonte geworden!”

Willie Martens van Inovamedia (Weert, Meijel en Eindhoven): “De papieren kalender is bij ons op kantoor uit de gratie. Digitaal afspraken, onze eigen en andermans, inplannen werkt toch praktischer. Alleen in de keuken be­merk ik nog een kalender. Slechts en­kele verjaardagen erop en wat leuke plaatjes van een van onze klanten. Waarom daar wel? Gewoon... voor de gezelligheid. Het oog wil ook wat.”

“Wij merken dat er nog voldoende vraag bestaat vanuit de markt voor pa­pieren kalenders. Naast de digitale ka­lender is ook de papieren kalender nog steeds een sterk communicatiemiddel dat geschikt kan zijn voor bepaalde re­levante doelgroepen.” Rob Smeets, com­munication advisor, Advance Commu­nications, Sittard­Geleen

Gerrie Kepser (directeur Tenderguide.nl, Venlo): “De papieren kalender is mijn inziens achterhaald. Zeker voor business to business gebruik, maar op consumentengebied kom ik hem al­leen tegen bij mensen thuis op het toi­let. Even kijken wie er op de ‘shortlist’ staat. Wij gebruiken zakelijk onze digi­tale agenda’s die we overal ter wereld kunnen openen. Op het kantoor wordt een wijziging doorgevoerd en hetzelf­de moment staat het nieuwe contact dan wel de afspraak in mijn mobiel. Volgens mij is dat de meest efficiënte manier en heel betaalbaar.”

“Heel simpel antwoord: nee, zakelijk gebruik ik geen papieren kalenders (meer). Privé nog net wel, maar dat zal veel te maken hebben met een kleintje van 2,5 jaar en voorkeur voor plaatjes (en dus ook kalenders) van dieren.” Marc Croijmans, account­manager be­drijven gemeente Maastricht

“Nunhems Netherlands gebruikt al jaren geen traditionele wandkalenders meer. Wij zijn zeker al 10,12 jaar terug of langer overgestapt op bureauleg­gers met 18 maanden kalender. De ge­bruikswaarde van bureauleggers schat­ten wij hoger in, omdat onze klanten ze ook gebruiken om er (telefoon)aan­tekeningen op te schrijven en ze daar­mee bijna dagelijks actief gebruiken. Dus in het digitale tijdperk behoudt een papieren bureaulegger toch zijn eigen functie. (Onze bureauleggers ko­men overigens niet van de Nederland­se Kalenderfabriek.)” Uwe Dijkshoorn, Brand manager Nunhems.

“Bij Vebego wordt al minimaal 4 jaar geen gebruik (meer) gemaakt van een papieren kalender.” Esmeralda Sangen, Management Assistant van

Ronald Goedmakers, CEO Vebego in Voerendaal.

Frans Ridderbeekx (communicatiemana­ger Industriebank LIOF). “Bij LIOF worden nog volop papieren kalenders gebruikt. In de laatste weken van het jaar worden tal van kalenders bezorgd, veelal relatiegeschenken. Van kleine bureaukalenders tot grote kunst­ of andere thema’s­kalenders. Begin van het jaar wordt er intern nog wat ge­ruild en eind januari liggen alle niet­gekozen kalenders op een hoop en kan men hieruit nog een keuze maken. Wat dan nog overblijft, gaat weg.”

“Papier is een natuurproduct, schrij­ven doen we vanuit onze honder­den neuronen (zenuwen in onze vingertoppen) en is goed voor onze breinvriendelijkheid (geheugen). Visu­eel ie dere dag ZIEN dat je alles mag en moet plannen, draagt bij aan de struc­tuur die we willen in ons leven omdat we langzamerhand uit die structuur gerukt worden door 24­uurs econo­mie. Houwe dat ding.” Charly van Goch (directeur/eigenaar van Mise en Place, Maastricht).

waarom gebruikt iemand nog een papieren kalender? door gerrie Coerts

Page 67: ZUID November 2011

column | 67

Helaas deze regeling gaat ook vervallen. Alleen bestaande gevallen mogen in 2012 nog blijven doteren. Bestaande gevallen moeten op 31 december 2011 minimaal € 3.000 in de levenslooppot hebben opgebouwd. De levensloop­ en spaarloonregeling gaan op in de vitaliteitsregeling. Maxi­maal € 5.000 per jaar mag ten laste van het inkomen be­lastingvrij worden gespaard en het totale gespaarde bedrag mag maximaal € 20.000 bedragen. Heel veel minder dan nu het geval is. Het opgebouwde tegoed van de levens­loopregeling mag worden doorgestort naar de nieuwe re­geling, ook als daardoor een bedrag van € 20.000 wordt overschreden.

Werknemers kunnen nu dus anticiperen op deze afschaf­fing. Met name dit jaar nog deelnemen aan de spaarloon­regeling levert een heel aantrekkelijk rendement op. Als in dit jaar nog het maximum bedrag wordt gestort, € 613, komt dit in januari a.s. al weer vrij. Het bedrag wordt van het bruto loon ingehouden waardoor het netto veel minder kost en in januari is dit bruto bedrag belastingvrij op te ne­men. Nadeel is dat de werkgever wel 25% eindheffing moet inhouden over dit bedrag. Maar voor de werknemer een leuke bonus. Werknemers die willen deelnemen moeten op 1 januari 2011 al in dienst zijn bij hun werkgever.

Deze tijd van het jaar is een prima tijd om nog eens goed naar alle fiscaliteit te kijken. Als nog moet worden geopti­maliseerd, dan moet dat uiterlijk 31 december aanstaande geregeld zijn. Let dus op met die zaken die u makkelijk kunt beïnvloeden. Optimaliseren van de investeringsaftrek. Is het fiscaal beter om dit jaar of volgend jaar te investeren? Ga voor u zelf ook na of bij de loonadministratie wel op de juiste wijze rekening is gehouden met de bijtelling van de auto. Is er een nieuwe auto aangeschaft en is de cata­logusprijs voor de berekening wel aangepast? Heeft ieder­een die de auto niet bijtelt wel een deugdelijke kilomete­radministratie? Zijn werknemers mogelijk gestopt met het bijhouden van de kilometers en is dit ook doorgegeven aan de salarisadministrateur? In praktijk lopen wij nog wel eens tegen dit soort zaken aan. Het wordt makkelijk vergeten om dat even te melden. In een eerdere bijdragen schreef ik over de werkkostenregeling. U mag gedurende 2012 en 2013 nog gebruikmaken van de oude regeling waarbij u be­paalde kosten mag vergoeden aan uw werknemers. Wellicht dat het voor u voordelig is om toch over te stappen op de nieuwe werkkostenregeling.

In ieder geval genoeg stof tot nadenken voor de laatste we­ken van het jaar. Eens te meer zien we dat van het in eerste aanleg bedoelde uitstel van belastingheffing nu afstel komt om budgettaire redenen.

PETER PAUL VERREUSSEL

De derde dinsdag van september is weer geweest. Traditi­oneel worden wij op deze dag niet alleen op onze koningin getrakteerd maar ook op de belastingwijzigingen voor het komende jaar. Heel veel wijzigingen zijn er niet. Spijtig ge­noeg moeten wij constateren dat een aantal aantrekkelijke regelingen komt te vervallen.

Lang geleden, medio jaren negentig van de vorige eeuw, werden de spaarloon­ en premiespaarregeling geïntrodu­ceerd. Bij de spaarloonregeling kunnen werknemers een bedrag ten laste van hun brutosalaris netto wegzetten op een spaarrekening. Als dit bedrag vier jaar op deze rekening heeft gestaan, is het vrij te besteden. De premiespaarrege­ling is een regeling waarbij de werknemer uit het nettosala­ris een bedrag wegzet. De werkgever mag ditzelfde bedrag er nog eens belastingvrij bij storten. Heel aantrekkelijke re­gelingen die een aardig rendement opleverden. Helaas was het van korte duur, want redelijk snel na de invoering werd de premiespaarregeling eerst versoberd en daarna afge­schaft en de spaarloonregeling sterk ingeperkt. Ook moest de werkgever een eindheffing aan de belastingdienst gaan voldoen. De reden? De politiek had zich vreselijk vergist. Nooit had men gedacht dat zo veel werknemers zouden deelnemen aan deze regelingen. Om deze reden moest worden versoberd en moesten de werkgevers toch loonhef­fing gaan afdragen. Op die manier werd het budgettaire tekort deels gedekt.

De jaren kabbelen voort, de spaarloonregeling wordt ver­der versoberd en de werkgever moet een nog hogere eind­heffing voldoen. Maar er gloort weer hoop als een aantal jaren geleden (2006) de levensloopregeling wordt geïntro­duceerd. Een bedrag van maximaal 12% van het brutosala­ris mag worden gespaard. De levenslooppot mag niet hoger zijn dan 210% van het jaarsalaris. De levensloop is bedoeld om bijvoorbeeld minder werken te bekostigen of een ‘sab­batical year’ op te kunnen nemen.

vAn UItstel kOMt AFStel

Peter Paul VerreusselBaat accountants & [email protected]

Page 68: ZUID November 2011

Gulpen, Landsraderweg 7-9

Dit bijzonder object is bestemd voor bedrijfsmatige doeleinden en bestaat uit een piramidevormig uit staal, glas en beton opgetrokken gebouw, totaal circa 1.500 m² vvo, verdeeld over vier verdiepingen en een separaat kantoor, totaal circa 200 m². Het object is gelegen nabij de N287, halverwege Maastricht en Vaals. De aansluiting op de A76, de verbinding Heerlen – Aken, is binnen tien minuten bereikbaar. Het gebouw is zeer compleet en hoogwaardig afgewerkt en beschikt onder meer over een liftinstallatie en een zeer ruime parkeervoorziening.

Nadere informatie en/of bezichtigingen op afspraak.

Jonkheer Ruysstraat 95 • 6221 VS MaastrichtTel: 043 - 361 62 63 • [email protected] • www.bonnema.nl

– A D V E R T E N T I E –

Page 69: ZUID November 2011

Roger’s iPad:iPad 2 (Wit), 32GB, 3G + WiFi

App top 5:

Zite

GarageBand

Expenditure

Angry Birds

FaceTime

Van iPod naar iPad, het scheelt maar een letter. Voor de Maastrichtse zanger Roger Villevoye is de iPad de deur naar nog effi ciënter werken en leven.

Wat voelde ik me groen afgelopen donderdag. Hoewel ik opgegroeid ben met Apple, werd mij pijnlijk duidelijk hoe basaal mijn “Apple kennis” is. Een paar vriendelijk kijkende blauwe ogen verraden dat “iech bin verleef ” niet meer alleen voor vrouw Suzan en zijn dochter gezongen wordt maar ook voor de iPad. “De muziek van al mijn liedjes staat op de iPad, bij een optreden neem ik alleen een versterker en mengpaneel mee”. Even inpluggen en klaar is Roger...

Het is net zo simpel als het klinkt, Roger heeft eigenlijk geen personeel meer nodig. Met de App “GarageBand” componeert hij de muziek en stuurt dat vervolgens door naar de studio. GarageBand biedt de mogelijkheid om instrumenten toe te voegen waardoor je een heel repertoire kunt presenteren zonder dat er ook maar een gitarist of keybordspeler te zien is. Zeer geoefend geeft Roger me een kleine rondleiding in een voor mij nieuwe wereld. Met rustige aanrakingen op het scherm doet de iPad precies wat ik wil. Ik heb andere ervaringen met touchscreen, weliswaar niet met een Apple natuurlijk.

In huize Villevoye delen vrouw en dochter ook een iPad. Moet haast wel; pa zal die van hem niet afstaan. Dochterlief is er razend handig mee. Zo zie je maar de Apple valt niet ver van de boom... De iPad is duidelijk deel van het gezin. Boodschappenlijstje wordt gemaakt op de iPad en vervolgens overgezet naar de iPhone. Deze is weer makkelijker achter een karretje. Mocht er nog iets vergeten zijn mailt Suzan dat via de iPad nog even door.

Ik begin me nu toch wel zorgen te maken. Wordt er bij Roger ook nog met elkaar gesproken? De blauwe ogen waar ik nu al bijna een uur in mag kijken veranderen even van vorm. Hij lacht: “Ja zeker, en als ik voor een optreden veel avonden weg ben maak ik gebruik van de app FaceTime, kunnen we elkaar toch even zien en met elkaar praten”. Ik ben even gerustgesteld.

Heb je met de iPad overal internet verbinding? Roger heeft een kaartje met draadloos internet in zijn iPad maar je zou ook de simkaart uit de iPhone kunnen gebruiken. Het doet me denken aan de Duplo blokken, alles past en werkt met en in elkaar.

De iPad van...door Katrien van Rooy Roger is niet alleen actief in de muziek, zijn liefde voor

de Citroen DS deelt hij met zijn vrienden bij de autoclub. Ook hier komt de iPad weer van pas. Een sjieke presentatie met fi lmpjes en moeilijke vragen is aan Roger wel besteed. Is hij dan eindelijk een avondje thuis en heeft Suzan zich op de bank tegen hem aangevlijd is er niets op de TV. Met de iPad op de bank kan hij de kranten lezen, hiervoor heeft hij zelf snelkoppelingen/Apps gemaakt, werkt hij zijn fi nanciële administratie bij via Expenditure App en speelt het zeer leuk maar verslavend spelletje Angry Birds. Zo is een avondje thuis voor iedereen geslaagd!

Phoe, dat was een middagje zelfrefl ectie. Dacht ik toch echt werelds te zijn. Van Roger heb ik vanmiddag mogen leren dat de iPad steeds meer in de buurt komt van zijn liedje “Geit neet besteit neet!”.

– A D V E R T O R I A L –

Page 70: ZUID November 2011

Ben jij aldichtbij?

maastricht.dichtbij.nl

Page 71: ZUID November 2011

column | 71

meer permitteren om eerlijk naar de bank toe te zijn. Dat is natuurlijk een heel ongewenst fenomeen. De ondernemer doet daar weinig aan, de verandering zal van de banken moeten komen. Wellicht zou het een goed idee zijn om per bank tien miljoen of meer euro op marketing en reclame­budget te besparen en dit aan te wenden voor bedrijven in nood?!

Anderzijds mag niet te eenzijdig naar de banken verwe­zen worden, want als zij te risicovol geld uitlenen, zal dat negatieve invloed hebben op rentepercentages en komt het spaargeld dat we er inleggen in gevaar.

Had dan die oh­zo­hard­werkende ondernemer eerder de tijd moeten nemen om zijn situatie te overzien? Wellicht: hij had de pech van het slechte weer, maar ook zonder dat waren zijn reserves blijkbaar al uitgeput. Had hij dus eerder het bedrijf moeten afslanken, of zelfs al een doorstart moe­ten voorbereiden en de rest van het bedrijf laten failleren? Ook al gaat dat tegen de natuur van de ondernemer in en ook al klinkt het wellicht gek, maar het antwoord zou best eens bevestigend kunnen luiden. Door te laat in te grijpen is er veel meer kapotgegaan dan nodig was. Elk faillissement is een enorme kapitaalvernietiger: contracten en lopende opdrachten worden ontbonden, leveranciers halen materi­alen terug, personeel is gedemotiveerd en meestal wordt het werk volledig onmogelijk gemaakt. Daarbij zijn leveranciers altijd de klos en gaat het geld dat er is naar de bank en de Belastingdienst / UWV. Elk faillissement heeft zo weerslag op talloze andere kleine bedrijven.

Men mag dus best stellen dat een ondernemer zelfs de plicht heeft om tijdig in te grijpen en daarmee de schade zoveel mogelijk voor de schuldeisers en andere betrokkenen te be­perken. Als men er tijdig bij is, is ook de kans het grootst dat er een doorstart gerealiseerd kan worden. Dat betekent meestal een forse afslanking en ook de leveranciers moeten meestal een deel van de vordering inslikken, maar vervol­gens krijgen ze wel een gedeelte direct betaald en kunnen ze in de toekomst het verlies weer terugverdienen.

Te laat failliet gaan kan dus wel degelijk slecht bestuur zijn! Om het direct nog wat moeilijker te maken: ook te vroeg failliet gaan kan onnodig schulden verhogend werken en dus wanbestuur opleveren en daarmee aansprakelijkheid van de bestuurder. Deze zal zich altijd moeten realiseren wat de gevolgen zijn van niet alleen te lang doorgaan, maar ook van te vroeg stoppen: timing is uitermate essentieel, ze­ker als de bestuurder of aandeelhouder ook nog privé borg staat of geld te vorderen heeft van zijn bedrijf (of er aan betalen moet)!

Charles Lückers

In het Financieele Dagblad stond enige tijd geleden het (inmiddels welhaast klassiek te noemen) verhaal van een bouwbedrijf in Drenthe. Al tientallen jaren bestaand en met een goede positie in de markt. Door de strenge winter van begin 2010, gevolgd door een lange periode van regen, werden de eerste verliezen geleden. Toen half november vorig jaar erg vroeg een strenge vorst in viel, gevolgd door sneeuw, stapelden de verliezen zich op. Pas tussen Kerst en oud en nieuw vond de ondernemer de tijd om eens te bere­kenen hoeveel geld hij nog had en hoeveel hij nog nodig had tot het einde van de winter. Hij bleek nog een half miljoen euro nodig te hebben. Verder was het bedrijf gezond en de orderportefeuille ook.

Vol goede moed ging de man naar zijn huisbankier en vroeg om een extra krediet. Letterlijk nog voor hij de koffie op had was zijn hele krediet ingetrokken. Aan een goede toekom­stige winstgevendheid en aan een tientallen jaren bestaande relatie ­waaraan ook de bank goed verdiend had­ had deze geen boodschap. Iets genuanceerder: waarschijnlijk hadden de accountmanager en plaatselijke directeur daar best wel een boodschap aan, maar inmiddels zijn zij strikt gebon­den aan van bovenaf opgeleide kredietregels, die welhaast machinaal moeten worden toegepast: een computer had dit antwoord ook kunnen geven! Een week later was het bedrijf failliet.

Had dit voorkomen kunnen of zelfs moeten worden?

Zoals de bank gehandeld heeft, is nu eenmaal bij veel ban­ken tegenwoordig de norm en dat kunnen ondernemers zich nu maar eens beter voor eens en voor altijd (vooruit!) realiseren. Helaas maakt de bank door deze systematische opstelling zich van steunpilaar voor bedrijven in moeilijk­heden tot de grootste vijand: men kan het zich niet eens

FAIllIet ZonDeR kReDIet

Mr. Charles LückersLückers BedrijfsAdvocaten / AdvocassoHeerlen en Maastricht

Page 72: ZUID November 2011

72 | sport

door Pedro rademacher

Ontgroening en ‘uitvallers’ bij de junioren baren de KNVB zorgen:

Het duurde maar heel even, maar toch. Het piepkleine Nederland voerde afgelopen september heel even de Fifa World Ranking aan: de lijst van beste voetballanden van de wereld. Opmerkelijk voor zo’n klein land om voetbalreuzen als Duitsland, Bra-zilië, Argentinië en Spanje voor te blijven. Goed nieuws voor een klein, maar bezeten voetballand. Minder goed nieuws is dat het aantal jeugdvoetballers in ons land tegelijkertijd structureel aan het dalen is, ook in Limburg.

Voor het eerst in jaren daalt het aantal jeugdige voetballers in de provincie, als gevolg van de vergrijzing en de ont­groening. Vooral de plattelandsclubs in Zuid­Limburg hebben grote moeite om genoeg spelers bij elkaar te krijgen om volwaardige teams te kunnen vor­men. Limburg valt onder het district Zuid 2 van de Koninklijke Neder­landse Voetbalbond (KNVB). Zuid 2 beslaat de hele provincie Limburg plus het oostelijke deel van Noord­Brabant, wat grenst aan Limburg. In heel Zuid 2 begonnen in september 1400 junio­renteams (vanaf 13 tot en met 18 jaar) en 3350 pupillenteams (5 tot en met 12 jaar) aan de competitie, een daling ten opzichte van voorgaande jaren. “In de afgelopen 10 jaar hebben we in de eerste zes jaren nog een groei gekend van het totale aantal jeugdspelers”, zegt Theo Gorissen (Stein, 1952),

districtsmanager van Zuid 2 vanuit het KNVB­kantoor in Nieuwstadt. Die groei werd onder meer veroorzaakt doordat de KNVB de leeftijdsgrens voor deelname aan wedstrijden ver­laagde naar 5 jaar, waardoor meer kin­deren deel konden nemen. Maar drie jaar geleden stagneerde die groei, sinds twee jaar daalt het aantal voetballende kinderen in Zuid 2. De KNVB kiest niet voor een verdere verlaging van de leeftijdsgrens.“Voetbal voor 4­jari­gen is om diverse redenen niet aan de orde”, aldus Theo Gorissen. Groei aan de onderkant van de pupillenmarkt zit er daarom voorlopig niet meer in.

De terugloop komt voornamelijk op het conto van de ontgroening: er ko­men domweg steeds minder kinde­ren bij. Een probleem dat vooral in Zuid­Limburg volop speelt. In Noord­Limburg en in het oostelijke deel van Noord­Brabant zijn er momenteel meer kinderen dan in Zuid­Limburg, maar ook daar gaat de natuurlijke aan­was in de komende jaren teruglopen. “Die terugloop zal zich in de toekomst wel weer een keer gaan stabiliseren, maar tot die tijd zullen clubs moeten improviseren om dat dalende leden­tal het hoofd te kunnen bieden”, zegt Gorissen. Bovenop die ontgroening kampt de KNVB al jarenlang met een hardnekkig ander fenomeen: veel junioren vanaf pakweg 15 jaar stop­pen om diverse redenen met voetbal. Bij de overgang van C­junioren (13 tot en met 14 jaar) naar de B­junioren (15 tot en met 16 jaar) stopt momenteel

25 procent met voetballen. Bij de vol­gende overgang van B­junioren naar de A­junioren (17 tot en met 18 jaar) stopt zelfs 30 procent met voetballen.

“Junioren komen op die leeftijd in de puberteit en ontwikkelen meer inte­resse in het andere geslacht. Bovendien kunnen ze op die leeftijd kiezen uit een groot aanbod aan andere hobby’s en gaan veel jongeren werken om wat bij te verdienen. Dat werken doen ze vooral in hun vrije tijd. Dezelfde tijd waarin ze voorheen gingen voetbal­len.” En daar wringt de voetbalschoen. Om dat hardnekkige probleem van de uitval bij de junioren aan te pak­ken, heeft de KNVB overwogen om de competitie aan te passen, zodat meer junioren aan de bal blijven. “Omdat veel junioren op hun vrije zaterdag gaan werken hebben we bekeken of we de vaste zaterdag als competitie­dag niet moesten verschuiven naar een andere dag. Maar dan stuit je al snel op hetzelfde euvel. Op vrijdagavond voetballen is ook niet ideaal, omdat veel jongeren dan eveneens werken of stappen. En voetballen op zondagmor­gen is evenmin een optie, omdat veel jongeren op zaterdagavond tot in de late uurtjes gaan stappen en zodoen­de zondagmorgen niet fit genoeg zijn voor een wedstrijd.” De ontgroening bij de pupillen en de uitval bij de juni­oren baart de KNVB zorgen voor de toekomst. Vooral de leeftijdsfase van de junioren is bedoeld om jeugd soe­pel te laten doorstromen richting het seniorenvoetbal. Maar die doorstro­

Aantal jeugdvoetballers in limburg daalt

theo gorissen: “de daling van het aantal jeugdleden

zal in de toekomst wel weer een keer gaan stabilise-

ren, maar tot die tijd zullen clubs moeten improviseren

en samenwerken om dat dalende ledental het hoofd te

kunnen bieden.” foto ermindo Armino

Page 73: ZUID November 2011

sport | 73

Ontgroening en ‘uitvallers’ bij de junioren baren de KNVB zorgen:

ming stokt op veel plaatsen, omdat er te weinig leden zijn om een volwaardig team te kunnen bouwen. “Vooral in Zuid­Limburg zie je dat veel kleinere verenigingen geen A­team, of zelfs geen B­team meer op de been kunnen brengen”, zegt Gorissen. Er vallen ga­ten in die cruciale overgangsfase tussen de junioren en de senioren.

Sommige clubs hebben daarom geen andere keuze dan junioren voortijdig in te delen bij de senioren. “A­junioren kunnen die voortijdige overstap in de regel nog wel aan, maar voor B­juni­oren is dat eigenlijk veel te vroeg: het niveauverschil is veel te groot.” De KNVB adviseert clubs die te weinig junioren tellen om te gaan samenwer­ken met clubs in de directe omgeving. “Samen sta je sterker en help je elkaar uit de brand. De deelnemende vereni­gingen moeten dan wel goede afspra­ken maken: waar gaan we spelen, waar gaan we trainen en hoe kunnen we de kosten en de baten zo goed en zo eerlijk mogelijk delen.” Gorissen verwacht in de nabije toekomst meer noodgedwon­gen samenwerkingen tussen verenigin­gen en fusies. In Zuid­Limburg zijn de voetbalverenigingen van Banholt, Mheer en Reijmerstok onlangs gefu­seerd tot de nieuwe club BMR. In It­teren en Borgharen zijn de plaatselijke voetbalverenigingen in 2003 gefuseerd

tot Itteren Borgharen Combinatie. Ty­pische tekens van deze tijd.

Frappant is, dat deze problemen spe­len in een tijd waarin het Nederlandse voetbalelftal is gestegen naar de eer­ste plaats van de Fifa World Ranking van beste voetballanden. Op zich een fenomenale prestatie voor zo’n piep­klein voetballand, wat Nederland toch is. Tot aan 1970 was Nederland een onbetekenende voetbaldwerg in het internationale voetbal. En nu, ruim veertig jaar later, staan we bovenaan de ladder. Ook beleefde het Neder­lands elftal in 2010 in Zuid­Afrika een zeer succesvol WK­voetbal. Dus je zou verwachten dat het voetbal juist nu populairder is dan ooit. Gorissen: “Goede prestaties van het Nederlands elftal tijdens een EK of WK leiden nauwelijks nog tot extra leden voor de KNVB. Dat is al heel lang zo. Het Nederlands elftal is sowieso al enorm populair, ook bij de jeugd. Een goede, of minder goede prestatie bij een EK of WK doet daar niets aan af.” Voor de toekomst en de status van het Ne­derlandse voetbal op de lange termijn maakt de KNVB zich vooralsnog geen zorgen, ondanks de problemen bij de jeugd. Gorissen: “Onze scouts signa­leren tijdig alle talenten in de jeugd. Daarmee blijft de hoge kwaliteit van het Nederlandse voetbal ook voor de

toekomst gewaarborgd.” Meer zorgen in het algemeen maakt de KNVB zich over het feit dat de Nederlandse jeugd minder en minder aan sport lijkt te doen. “Onze jeugd is ons sociale kapi­taal voor de toekomst. Daarom is het belangrijk dat die jeugd vaak en veel aan sport doet. Dat is gezond, scherpt de teamgeest en de sociale omgang.” Maar de KNVB constateert dat scho­len steeds minder tijd inplannen voor sport en dat de jeugd steeds meer neigt naar steeds minder bewegen.

Gorissen: “Als KNVB kunnen wij actief scholen bezoeken en voetbal­trainingen geven. Kinderen aan den lijve laten ervaren hoe leuk en span­nend voetbal kan zijn. Daarbij willen wij bruggen slaan naar de plaatselijke voetbalverenigingen, zodat kinderen moeiteloos de drempelloze weg naar de plaatselijke voetbalclub kunnen vin­den.” Voor junioren die door tijdge­brek niet meer aan voetbal toekomen heeft de KNVB ook een alternatief: zaalvoetbal. “Zaalvoetbal is in onze ogen een volwaardige vervanger voor veldvoetbal. Het heeft als voordeel dat het wat flexibeler is dan veldvoetbal: je kunt op elke gewenste avond van de week zaalvoetballen.” Dat alles vol­gens het KNVB­motto: ”Je kunt be­ter zaalvoetballen, dan helemaal niet voetballen.”

een jonge speler van roda jC kerkrade in actie

foto roda jC kerkrade – Henk korzelius

vvv-venlo aan de bal

foto vvv-venlo

Page 74: ZUID November 2011

Volgens de general manager zorgt een combinatie van factoren voor een succesvolle meeting in Crowne Plaza. “Voor elk bedrijf dat bij ons een meeting organiseert, staat een Maître ter beschikking. Deze persoon is het aanspreekpunt voor het bedrijf en verzorgt de meeting van a tot z. Kernwoorden daarbij zijn pro-aktief, zorgzaam en gastvrij. Wie bij ons een meeting houdt, moet verrast worden dat zijn verwachtingen worden overtroffen. Het voordeel van deze manier van werken is dat één contactpersoon van alles op de hoogte is en alles regelt. Onderdeel van het concept is ook Crowne Plaza Culinair. Gezonde e-nummerarme, ambachtelijke en licht verteerbare verse producten verdeeld over de dag.

Een hoofdrol daarin speelt de nieuwe chef kok Robin Rutgers van restaurant ‘de Mangerie’.

Rutgers kookte over de hele wereld in toprestaurants en is nu weer terug in Maastricht waar hij zijn carrière ooit begon. Hij omschrijft zijn stijl als zijnde ‘Vers – Gezond – Toegankelijk’ met regionale seizoensproducten en verrassende combinaties. Duurzame en biologische producten zijn de basis van zijn vernieuwde keuken.

Volgens Lex Nijenhuis komt Crowne Plaza Maastricht ook met het restaurant tegemoet aan de wensen van de gast. “Een gezonde leefstijl is steeds belangrijker. Bedrijven willen dat ook voor hun werknemers. Zo hebben wij Crowne Plaza Fit ontwikkeld. Daarbij bieden wij de mogelijkheid om een uurtje samen te sporten tussen de vergaderingen door of na afl oop. Eigenlijk is geen vraag te gek voor ons.”

Crowne Plaza Maastricht maaktvan een meeting een event

Crowne Plaza Maastricht – Ruiterij 1 – 6221 EW Maastricht – 043 350 9191 – www.crowneplazamaastricht.com

Hotel Crowne Plaza Maastricht mag dan wel een internationale naam hebben, het luxe hotel heeft oog voor de regio waarin het hotel opereert. Gelegen in het hartje van Maastricht in Wyck, aan de zonnige kant van de Maas is het hotel al decennialang een perfecte plek voor zakelijke bijeenkomsten. Crowne Plaza Maastricht voegt daar nu een nieuw concept aan toe, zo legt de kersverse general manager Lex Nijenhuis uit. “We hebben gekozen voor een nieuw meetingconcept onder de naam Crowne Plaza Maître. Het beste wat wij te bieden hebben, opgebouwd vanuit onze jarenlange expertise, waarbij aandacht is voor duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.”

“Kernwoorden daarbij zijn pro-aktief, zorgzaam en gastvrij”

Lex Nijenhuis en Robin Rutgers

Crowne Plaza Maastricht, onderdeel van Bilderberg, heeft 144 luxe kamers en 30 ruimere clubkamers. In totaal zijn er 9 zalen voor meetings voor maximaal 1200 gasten. De fraaie ligging van het hotel direct aan de Maas en de ruime parkeergelegenheid onder het hotel, maken Crowne Plaza tot een geliefde zakelijk trefpunt. Ook culinair, staat het hotel aan de top.

– A D V E R T O R I A L –

Page 75: ZUID November 2011

@GerdoVanG Gerdo van Grootheest

Groot gevoel van gedeeld gevoel van urgentie en optimisme bij gezamenlijke bijeenkomst Zuid-Limburg over #brainport2020. Nu over tot actie!

@MauriceEssers Maurice Essers

@Rolf_Oldejans Er valt altijd iets te leren van Limburg, nu ook in positieve zin ;-) #fl oriade2012

@IkeBusser Ike Busser

Opnieuw zorg bij raad over ontwikkeling lokale plannen #fl oriade. Komt het allemaal nog op tijd en is het dan dat wat het zijn moet?

@coppus Thijs Coppus

In 2012 heeft Limburg een vermogen van 1.711.000.000 euro. En toch is er geen geld voor de #jeugdzorg.

@Leon_Frissen Leon Frissen

SCP: ‘Ouders bepalende factor bij #jeugdzorg’. Wat is garantie dat het dadelijk beter gaat als gemeenten deze zorg overnemen? @TweedeKamer.

@HansGilissen Hans Gilissen

#DanaLixenberg maakte mooi portretboek van #burgemeesters. Opvallend: geen der collega’s lacht, terwijl het vaak best een leuk vak is..

@HansGilissen Hans Gilissen

@BenPetersCDA #BurgemeestersLachenNiet? Ze zijn toch edellachbaar? Serieus: er mag meer worden gelachen bij openbaar bestuur en politiek.

@BramLoeff en Bram Loeff en

ΔLS ШΣ MΩΣTΣΠ βΣTΔLΣΠ ∇ΩΩR DΣ GRIΣKΣΠ, KRIJGΣΠ ШΣ DΔΠ ΣΣΠ ΔCCΣPTGΨRΩS?

@coppus Thijs Coppus

Beste mensen van @vvdroermond Graag had ik rond lunchtijd een verse moot vis in de brievenbus. Geen tonijn aub.

@Saskia_Hermens Saskia Hermens

Vanavond staat gestoomde venkel, krieltjes met knofl ook-saus op het menu. Jummy..wordt weer smullen. #sor-rycollega’svoorknofl ookbekkie

@NoelLebens Noël Lebens

‘Bezuiniging huisvesting gedeputeerden’

@L1leohauben leo hauben

#brainport2020 Tien mensen op podium in MECC. 8x publieke sector, 2x DSM-manager, 0x ondernemer. Ging toch over ondernemen?

@NellekeBarning Nelleke Barning

@L1leohauben heb je de on-dernemers inmiddels gezien? #isobionics #Chemelot #maas-trichtinstruments: slechts 2 vd bijna 200! #brainport2020

@L1leohauben leo hauben

@NellekeBarning Gezien, 2x 45 sec ondernemers. In forum weer spoorloos. #brainport2020

@rvlecken Raymond Vlecken

Brainport 2020 samenwerking aangaan om bedreigingen tegen te gaan.. initiatieven hoorbaar in het mecc.aan de slag met goede communicatie

Limburg in Twitter-landHoort u er ook bij: die alsmaar groeiende groep Twitter-aanbidders? Speciaal voor u, maar ook voor alle niet-gebruikers, hebben we de afgelopen maanden Limburgse topics gevolgd. Een greep uit de tweets over #brainport2020 #jeugdzorg #fl oriade2012 ‘edellachbaren’ en… #eten.

@MauriceEssers Maurice Essers

@IkeBusser Ike Busser

Thijs Coppus

@coppus Thijs Coppus

@Saskia_Hermens Saskia Hermens

Noël Lebens

Leon Frissen

Hans Gilissen

@NellekeBarning Nelleke Barning

@rvlecken Raymond Vlecken

Hans Gilissen

Bram Loeff en

Page 76: ZUID November 2011

BeAUty HeeFt een nAAm:de Range Rover Evoque

Page 77: ZUID November 2011

auto | 77

Het was de verrassing van de Detroit mo-torshow in januari 2008. Daar gunde land Rover een blik in de toekomst met de ont-hulling van de concept car lRX. een blauw-druk voor een nieuwe kleine land Rover. Bijna vier jaar later is de concept car op de markt onder naam Range Rover evoque. en gelukkig voor iedereen die in Detroit viel voor het ontwerp: dat is nagenoeg het-zelfde gebleven. In nederland kochten 350 mensen de auto zonder hem in het echt ge-zien te hebben. en dat is niet verwonderlijk als je de stoere auto bekijkt. trendsetter pur sang.

Land rover Maasland in het belgische Maas-mechelen stelde de evoque beschikbaar voor een uitgebreide testrit in de dieselversie van de driedeurs range rover evoque Coupé. de goedkoopste evoque heeft tweewielaandrij-ving en een 2,2 liter dieselmotor. de andere motoren zijn gecombineerd met vierwielaan-drijving. voor deze test viel de keus op de Coupé met 2,2 liter dieselmotor met 190 pk en automaat.

de Coupé is een compacte premium-cross-over met een adembenemend eigentijds de-sign. de driedeurs is met zijn lage daklijn een opvallende verschijning op de weg. bewon-derende blikken vallen de bestuurder ten deel bij de rit door belgisch-Limburg. Met zijn lage daklijn die aan de achterkant de zijruiten lijkt samen te knijpen is dit iets heel anders dan de sUv’s die de afgelopen tientallen jaren op de weg verschenen. Niet alleen uiterlijk is de evoque een beauty, binnenin is de aankleding uiterst stijlvol en elegant. de hand van de vrouwelijke interieur-ontwerpster is duidelijk merkbaar en dat brengt ons meteen bij het koperspubliek voor de evoque. vanwege zijn compacte maten, zijn stijlvolle verschijning en naar persoonlijke wensen te kiezen interieur zal de evoque vooral de weg vinden naar het vrouwelijk publiek. dimitri Chaniotakis is de eigenaar van Land rover Maasland en hij is bijzonder blij met de komst van de evoque, die een enorme boost betekent voor de ver-koopaantallen. “de belangstelling voor de auto is enorm,” zegt Chaniotakis. “Het design spreekt veel mensen aan, jong, oud, man en vrouw. de driedeurs heeft een zeer sportieve uitstraling en zal veel mensen om die reden aanspreken, maar de verwachting is dat de praktische vijfdeurs het meest verkocht zal

BeAUty HeeFt een nAAm:de Range Rover Evoque

Page 78: ZUID November 2011

78 | auto

worden,” aldus de zaakvoerder. Ook bij de evoque staat de kleur wit bovenaan het verlanglijstje van veel kopers. een kleur die de evoque bijzonder goed staat.

de range rover evoque wordt in twee versies gele-verd, de vijfdeurs evoque of de drie-deurs evoque Coupé en in drie verschillende uitrustingsvarianten. de pure, prestige en dynamic. de dynamic is de meest ge-vraagde versie van de evoque. de dynamic biedt de laatste trend in sportieve interieurs. Alle interieurs zijn uitgerust met unieke sfeerverlichting met ledtechno-logie, die afgestemd kan worden op de persoonlijke smaak of stemming van de bestuurder.

Wie plaatsneemt voorin de evoque wordt overweldigd door het interieur dat stijlvol, met oog voor heel veel detail is ontworpen. ruim is ook het goede woord voor de binnenruimte, zelfs achterin. Wie de brochures van de evoque bekijkt zal overigens tevergeefs zoeken naar een foto van de zitposities achterin. Alle aandacht gaat uit naar de ‘cockpit’ voor. en dat is waarschijn-lijk terecht. zeker de Coupé koop je niet meteen als gezinsauto. Met de Coupé maak je als eigenaar een statement. Geen panorama-ruiten bij de evoque, maar kleine zijruitjes en een kleine achterruit. dat is even wennen, maar echt hinderlijk is het niet. schoonheid en design leiden ook tot compromissen. de bagageruimte is groot en handig van vorm.

Met een lengte van 4,35 meter is hij maar liefst 42 cm korter dan een range rover sport. de evoque is dan ook veruit de kleinste auto die het merk ook heeft ge-bouwd. Het is ook het meest op het asfalt afgestemde model aangezien Land rover ook een versie heeft die alleen de voorwielen aandrijft.

Op de weg levert de Magneride-ophanging met va-riabele schokdemping voortreffelijk werk. Je kunt met dat type ophanging ook een dynamic-stand selecteren in het terrain response-systeem om de doeltreffend-heid op de weg te verbeteren. Het instrumentenbord licht dan rood op. Het wegcontact is uitstekend, de be-wegingen van de koets worden goed onder controle gehouden en de voortrein is scherp. de evoque geeft geen zware indruk, ondanks een gewicht van 1.670 kg. de 2.2 dieselmotor (beschikbaar met 150 en 190 pk) doet zijn werk naar behoren en stelt zich dankzij de start-stopfunctie tevreden met een gemiddeld verbruik van 5,7 l/100 km. Het moet gezegd worden: de concur-rentie is gewaarschuwd. Opeens lijkt een Audi Q3 of bMW X1 wel erg saai en braaf. deze range rover blinkt uit in afwerking en materiaalkeuze; de kwaliteit straalt er van af. zelf spreken de britten over de meest opwin-dende wagen van een hele generatie en daar lijkt geen woord teveel mee gezegd. een echte range rover er-varing op compacte schaal, deze baby-range. beauty heeft een naam: evoque.

deze baby-range is in Nederland te koop voor een prijs vanaf 42.900 euro. (belgië: 33.800 euro) daarvoor wordt de ed4 geleverd. dat is de tweewielaangedre-ven versie met een 150 pk sterke 2,2-liter diesel en vijf portieren. de simpelste uitvoering heet pure. dan volgt de prestige, waarbij de nadruk op luxe ligt, voor een bedrag van 52.900 euro en de meest sportieve heet dynamic en kost als ed4 51.900 euro. de versie met automaat kost op alle uitvoeringen zevenduizend euro extra.

Voor deze test is gebruik gemaakt van een Range Rover Evoque, beschikbaar gesteld door Land Rover Maasland, Maasmechelen. www.landrovermaasland.be

Page 79: ZUID November 2011

Deze gala sponsoravond is een van de

jaarlijks terugkerende hoogtepunten voor het

zakenleven in Maastricht en verre omstreken.

Bij aankomst zorgen fantasierijke figuren

voor een magische sfeer. Gasten worden

persoonlijk verwelkomd door de stadsprins

van Maastricht. Na dit warme onthaal treden

de gasten het chateau binnen en begeven

zij zich naar de grotten. Hier worden zij in

verschillende zalen getrakteerd op heerlijke

muziek en optredens van diverse artiesten.

Natuurlijk wordt de innerlijke mens niet

vergeten: er is gezorgd voor een scala aan

buffetten met culinaire hapjes en drankjes

in een ontspannen en Bourgondische sfeer.

Tijdens deze avond is er volop gelegenheid

om zich te amuseren in een bijzonder

aangename ambiance, te dansen en

natuurlijk bestaande en nieuwe relaties te

ontmoeten.

Sinds vorig jaar houden De Tempeleers een

nieuw evenement, geënt op de doelgroep

Midden- en Kleinbedrijf en Horeca: het

Promenade Diner. Dit unieke samenzijn

wordt gehouden op woensdag 25 januari

2012 bij de trendy brasserie Sofa in

Maastricht. De gasten kunnen genieten van

een heerlijk hapje, dat met veel passie wordt

bereid. Natuurlijk wordt dit begeleid door

de juiste wijnen en diverse lekkernijen op

het prachtige kasteeldomein van kasteel de

Hoogenweerth.

Deze avond is er ook volop mogelijkheid tot

dansen en natuurlijk lekker bijkletsen; zeker

hoort hier het netwerken bij. De gehele

avond wordt u in de watten gelegd door

uw attente gastheer en -vrouw en dat alles

voor een bedrag van € 111 per persoon alles

inclusief.

Bij beide activiteiten bent u verzekerd van

een geweldige en sfeervolle avond en steunt

u ook de Mestreechter Vastelaovend.

Voor meer informatie verwijzen wij

u graag naar onze website

www.tempeleers.nl

Maar wij willen u natuurlijk ook

persoonlijk informeren.

Voor het promenade diner

kunt u terecht bij:

Tempeleer John Zeguers

[email protected]

06-27048366

Voor de gala sponsoravond

kunt u terecht bij:

Tempeleer Théon Kennis

[email protected]

06-21836680

De Tempeleers en Business 2 Business

De Maastrichtse Stadscarnavalsvereniging De Tempeleers organiseert al 100 en 6x11 jaar de carnaval in Maastricht. Om dit te bekostigen houden De Tempeleers jaarlijks de gala sponsoravond op het sfeervolle Chateau Neercanne. Het gala wordt in het komende carnavalsseizoen gehouden op vrijdag 10 februari 2012.

– A D V E R T O R I A L –

Page 80: ZUID November 2011

80 | commercieel nieuws

Het casino in Valkenburg was vorige maand het decor voor een bene-fietconcert van Marjon Lambriks. Onder begeleiding van kinderkoor ‘de Plenkert’, dirigent Mariëtte Spronck en pianist Max Smeets zong Lambriks Marialiederen. Eén van de componisten van de Marialiederen uit Valkenburg, de heer Stevens, hoorde hoe zijn compositie werd uitgevoerd. Lambriks en de kinderen van de Plenkert-school zongen voor de kinderen van het project Care4Kids. Lambriks hoopt op deze manier aandacht te vragen voor gezinnen met een zorgvraag. Het Care4Kids Event Heino is een gratis verwenweekend dat jaarlijks georganiseerd wordt voor gezinnen met een zorgvraag op bun-galowpark Landgoed Old Heino. Dit goede doel is een initiatief van de stich-ting Residentiële en Ambulante Zorg (RAZ). In Valkenburg aan de Geul is RAZ verantwoordelijk voor de service en zorg voor de tijdelijke en permanente bewoners in het 4 sterren zorghotel ECR Domaine Cauberg.

Benefietconcert Marjon LaMBriks

Bij Siefers Opticum in Maastricht zijn de afgelopen twee jaar de brilmonturen van hout, buffel en goud een succes geweest. Aan-leiding voor het bedrijf om deze natuurproducten een nieuwe plek te geven. Tussen de kunst in de gewelvenkelder is de nieu-we collectie gouden brillen van Vue d’Or, Cartier en Chopard nu te bekijken. Tevens hangt er een uitgebreide hout en buffel-hoorn collectie. Om dit vieren geeft Siefers bij aankoop van een bril of zonnebril tot en met oud en nieuw een fles Champagne cadeau.

siefers opticuM opent GaLerie Vip-rooM

Venray heeft als enige Limburgse plaats een titel veroverd in de verkiezing van beste Nederlandse binnensteden. In het juryrapport wordt de winnaar van de categorie ‘dorpskernen’ geprezen vanwege de vernieuwing van het stadscentrum, waarbij het historische karakter van Venray behouden is ge-bleven. De jury (die onder anderen bestond uit vertegenwoordigers van De-tailhandel Nederland, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Harvard University) concludeerde dat de investeringen hebben geleid tot nieuwe pu-bliek-private samenwerkingsprocessen. Uit het rapport: “Inspirerend werkt de introductie van een innovatiefonds door gemeente en ondernemers. Daaruit worden vernieuwende ideeën ten aanzien van de uitstraling van het centrum bekostigd.” De Beste Binnenstad-verkiezing is een initiatief van De-tailhandel Nederland en wordt uitgevoerd in samenwerking met Platform Binnenstadsmanagement.

Venray Beste Binnenstad

De Deutsche Bank heeft een nieuw kantoor ge-opend op Maastricht Aachen Airport. Directeur Ron Massot verrichtte de opening samen met de Duitse honorair consul in Nederland de heer Gert Beijer. Vanuit het kantoor op de luchthaven worden de zakelijke klanten van Deutsche Bank in Limburg bediend. Er gaan bijna dertig mensen werken bij het kantoor.

nieuw kantoor deutsche Bank

Page 81: ZUID November 2011

Juwelier lex martens proostte gezellig mee

Eenmaal, andermaal, verkocht!

De opkomst in la Bonbonnière was hoog

De naamgever van het Oktobergala 2011

Ben vos (vos Investment Groep nv)

samen met partner silvie schmeitz

society | 81

foto’s jean-Pierre geusens

Josje schoenmaeckers

(Limburg Travel) met Harm

Hansen (Hansen Dranken)

In de loungebar was het prima vertoeven

Jeroen trienes (Goal043/Serious Games), marc Dassen (Stork), Rob Haupst (Rabobank Maastricht) en wijnand van Damme (ABN AMRO MeesPierson) vermaakten zich prima

En natuurlijk werd er ook

volop gedanstDe leden van de Ronde tafel 174 overhandigen de cheque aan Stichting Michelle. Links Ryan van den Akker, die de veiling leidde

De vijftiende editie van het Oktobergala in Maastricht leverde dit jaar een record-bedrag op, maar liefst 34.174 euro werd middels de veiling bij elkaar gebracht. Het geld is voor Stichting Michelle, die wetenschappelijk onderzoek naar de genetische aandoening TSC (Tubereuze Sclerosis Complex) steunt en bevordert.

okTobergala 2011

Page 82: ZUID November 2011

82 | society

foto’s jean-Pierre geusens

De Junior Chamber International Maastricht hield een golfdag voor het goede doel. Het charity-evenement werd gehouden op de golfbaan Rijk van Margraten. De opbrengst ging dit jaar naar het Kanker onderzoekfonds Limburg. Ruim honderd golfliefhebbers sloegen een balletje voor het goede doel.

golfen voor

heT GOEDE DOEL

eric Craft, Peter müllenberg en oscar vandeberg

Jochem Hesemans, stefan Gorissen, Patricia Beekers en koert Adriaans

Fabienne en Roger Perot, esmé lemmers

en edgar Janssen

marco Closset, Fer engels, Ralph Boesten,

toussaint Croonen en Ivo van der Zee

Roel van der ven, Guillaume meens, martijn

van Duivendijk en Rob den Rooijen

Frits en Anneke van Duivendijk

samen met Celinde Delnoy en

André Jeursen

Gwenn Reemers, sjuul kellenaers, Robin Barnby en kim thomas

Page 83: ZUID November 2011

www.teckle.nl

Teckle, de innovatieve neus van de Rabobank

Een innovatie succesvol in de markt zetten vraagt

om een goed plan en een lange adem. Teckle,

de INNOVATIESERVICE van de Rabobank, HELPT

STARTERS én ERVAREN ONDERNEMERS persoon-

lijk om dat te realiseren. Met GELD, maar ook met

GOEDE RAAD, een KRITISCHE BLIK, KENNIS van

zaken en een OMVANGRIJK NETWERK. Als bancaire

dienstverlening is Teckle net zo innoverend als de

vernieuwers waar wij ons op richten. Niet bang om

de nek uit te steken en gedreven om samen met u

nieuwe uitdagingen aan te gaan. MEER WETEN?

Kijk op: www.teckle.nl

Adv_Zuid_Rabobank_WM_Teckle_A4.indd 1 05-10-2011 13:40:06

Page 84: ZUID November 2011

Isab

elle

Sch

otan

us, c

oach

“Fam

iliew

aard

en s

taan

in

Lim

burg

nog

ech

t ce

ntra

al.”

SRZL_adv_Zuid Mag_wk39.indd 1 26-09-2011 10:43:17