ZUID April 2012

84
JIM TAIHUTTU ‘KROONPRINS HEEFT VAST GEEN MOLUKSE VRIENDEN’ ARMOEDE DERTIGERS STEEDS VAKER IN HET NAUW APRIL 2012 | JAARGANG 3 | NUMMER 12 | WWW.ZUIDMAGAZINE.NL | e 4,95 ONAFHANKELIJK OPINIEBLAD SELÇUK ÖZTÜRK OVER BOSMAN, URINGA EN HET GOEDMAKEN LIMBURGSE ENERGIEMILJONAIR HARALD SWINKELS IK ZEG: POEN!

description

ZUID April 212

Transcript of ZUID April 2012

JIM TAIHUTTU‘KROONPRINS HEEFT VAST

GEEN MOLUKSE VRIENDEN’

ARMOEDEDERTIGERS STEEDS

VAKER IN HET NAUW

A P R I L 2 0 1 2 | J A A R G A N G 3 | N U M M E R 1 2 | W W W. Z U I D M A G A Z I N E . N L | e 4 , 9 5ONAFHANKELIJK OPINIEBLAD

SELÇUK ÖZTÜRK OVER BOSMAN, URINGA

EN HET GOEDMAKEN

LIMBURGSE ENERGIEMILJONAIRHARALD SWINKELS

IK ZEG: POEN!

– A D V E R T E N T I E –

Pagina 7: ‘Ondanks jaren vol zendtijd; het schiet maar niet op met die reine, heile wereld’

36 | PolitiekDen Haag heeft hem al opgemerkt, burgemeester Richard de Boer

42 | EssayHoe dertigers dit tijdperk kunnen omsmeden tot het meest heroïsche

46 | InterviewFilmmaker Jim Taihuttu: “Ik denk dat Willem-Alexander geen vriend heeft die Moluks of Marokkaans is”

50 | FacebookOMG! Karlijn van der Graaf is off-line

54 | OpinieMark Verheijen: kansen crossovers topsectoren in beeld brengen

61 | DubbelportretZe kozen voor de kunst, met wisselend succes

06 | Onder de pannenZo woont Culturele

Hoofdstad-man Huub Smeets

08 | CriminaliteitHoe snelheid drugskopers kan

ontmoedigen

16 | MaatschappijPloeterende dertigers

bij de voedselbank

22 | 9 vragen aan… Selçuk Öztürk: “De eerste ronde

in het leven is voorbij”

26 | PortretEnergie bracht hem op

Quote-lijst: Harald Swinkels

32 | EconomieWaarom Limburgse bedrijven

zo honkvast zijn

Inhoud

61

36

inhoudsopgave | 03

06

22

– A D V E R T E N T I E –

– A D V E R T E N T I E –

hoofdredactioneel commentaar | 05

De huidige dertiger is opgevoed in een tijd van kansen. Grootgebracht door ouders die zich veelal alle moeite hebben getroost om deuren te openen. Deuren naar uitgebreid onderwijs, naar -internationale- voorbeelden van succes. Met als optionele, additionele waarde in de rugzak de vechten-waarvoor-je-staat-zonder-geweld-mentaliteit van de voormalige hippie-opvoeder. Alles, of in elk geval aan-merkelijk meer dan voorgaande generaties mochten ervaren, behoorde tot de mogelijkheden. Luxe binnen handbereik. Sparen? Jazeker. Voor een huis. Een auto, een cruisevakantie. Het tij is inmiddels nadrukkelijk gekeerd.

Dertigers. De doelgroep die het moet doen: de Limburgse toekomst veiligstellen. Gechargeerd gezegd. Maar toch. De regiobranding is erop gericht. De kosten van de (toekomstige) pensioengerechtigden rusten zwaar op de schouders. Om over de eigen 67-plusvoorziening nog maar te zwijgen. De omgeving hamert bij vrij-gezellen op het belang van een partner. Liefst intelligent, vriendelijk, succesvol en als even kan, aantrekkelijk. Kinderen, als we daarvoor kiezen en ze zijn gegund, moeten worden opgevoed tot evenwichtige volwassenen. Mochten we er - in theorie - uit zijn hoe deze taak te volbrengen, offeren we daar dan kostbare car-rière-uren voor op? Bovendien: wat is eigenlijk de juiste springplank naar werk-succes? Over een enigszins geruststellend banksaldo heeft menigeen ongetwijfeld ooit een uur gepiekerd. Of dat, indien gerealiseerd, het hart voldoende vervult van blijdschap is vervolgens de vraag.

In tijden waarin laagconjunctuur hoogtij viert, dienen vraagstukken over loyali-teit aan gezin, bedrijf, werkgever, werknemer, woonplaats, identiteit en integriteit zich onverminderd aan. Bijna dwingend tot een moment van bezinning, dat niet altijd vanzelfsprekend wordt gevonden in de snelheid van het huidige leven. Des-alniettemin de moeite waard.

Al deze dertigersdilemma’s zijn in het verleden uitgebreid beschreven in een boek. De durf om te kiezen, ligt bij het individu. Dertigers die dat hebben gedaan, laten zich zien in deze ZUID. Ze zijn het debat met zichzelf aangegaan. Een debat dat invloed heeft op de toekomst van deze provincie, op ons. Dat daarom de moeite waard is om te voeren. De laatste tien, vijftien jaar is veel veranderd. Aanpas-singsvermogen en visie zijn nodig. En: de dertiger van nu moet durven. Hoe moet de Limburgse toekomst eruit zien? Mededertigers, ik daag u uit. Laat u horen.

Gwen TeoAdjunct-hoofdredacteurwww.zuidmagazine.nl

ZUIDVOOR BESLISSEND LIMBURG

Opgericht in 2010 door Peter Eberson en Maurice Ubags

UitgeverZuid Media Groep bvStationsplein 8K6221 BT MaastrichtPostbus 42116202 WB Maastricht Tel. 043 [email protected]

Hoofdredacteur/directeurPeter Eberson | 06 55 93 29 [email protected]

Adjunct-hoofdredacteurGwen Teo | 06 10 36 47 [email protected]

RedactieGovert Derix, Peter Eberson, Bart Ebisch, Mariëlle Heijltjes, Lean Hodselmans, Ruben L. Oppenheimer, Wim Ortjens, Pedro Rademacher, Paul Rinkens, Gwen Teo, Jean-Paul Toonen

FotografieJean-Pierre Geusens, Jan de Groen, Arnaud Nilwik, Jeanine Opreij, Koen den Os, Alice Primowees, Frits Widdershoven

CoverfotoJan de Groen

SalesEsther Verhoeff, Sales & Office Support

VormgevingAmigo Creative Concepts, MaastrichtStefan Roex Grafisch Design

Art-directorNanni Hamelers

DrukSchrijen-Lippertz Voerendaal/Stein

Oplage10.000 exemplaren. ZUID wordt vijf keer per jaar gratis aan alle decisionmakers in Limburg verstuurd. Het volgende nummer verschijnt op 15 juni

AuteursrechtenNiets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van Zuid Media Groep gepubliceerd, openbaar gemaakt of verveelvoudigd worden

GEZOCHT: DURF

06 | onder de pannen beeld Air-Vision

Toegegeven, de woning van mister Culturele Hoofd-stad, Huub Smeets, oogt aan de voorkant niet als een woning, maar schijn bedriegt, want achter de witte gevel aan de Kleine Looiersstraat in Maastricht gaat een ruim woonhuis schuil.

De voormalige topman van Vesteda, is tegenwoordig de baas van Stichting Maastricht Culturele Hoofdstad 2018. Smeets moet er voor zorgen dat Maastricht de titel in de wacht sleept.

Het woonhuis van Smeets ligt midden in het histori-sche Jekerkwartier. Het perceel is met 475 vierkante meter bijzonder ruim voor stadse begrippen. Wat op-valt is de breedte van het pand. Daardoor kan Huub Smeets genieten van een brede, ommuurde tuin, waar twee bomen zomers voor optimale privacy zorgen. En parkeren? Dat mag lastig zijn in de binnenstad, maar niet voor Smeets. Achter de ommuurde tuinen ligt een ruime privé-parking voor de bewoners. Een poort geeft toegang vanaf de parkeerplaats naar de tuin.

CULTUREEL HOOFDVERBLIJF

RUIMTE | Grote percelen zijn schaars in de Maastrichtse

binnenstad. Huub heeft een ruime kavel

column

Huub Smeets

LUXE | Vanaf de privéparkeer-plaats kan Huub zo de tuin in

Pedro Rademacher

Er zijn vele plichten in het leven, daar ontkomt niemand aan. De mooiste ja-ren van ons leven zitten we ons vooral te vervelen op één of andere school. Daarna gaan we werken voor één of andere werkgever, totdat we ineens oud, grijs, verrimpeld en versleten zijn. En als we geluk hebben krijgen we dan misschien nog een oude dag, zodat we noodgedwongen tot aan het einde van onze dagen op onze kleinkinderen mo-gen passen, want daar hebben papa en mama natuurlijk geen tijd meer voor. Tussendoor vullen we braaf en bur-gerlijk onze belastingpapieren in, en betalen we wat we moeten betalen. En ondanks onze idealistische spaarlam-pen wordt de energierekening elk jaar duurder, betalen we ons blauw aan ben-zine en is zoiets onnozels en alledaags als een pond jongbelegen kaas al bijna een luxeproduct aan het worden. En ondanks dat de waarde van onze wo-ning zienderogen daalt, verhoogt de ge-meente de woz-waarde ervan, want ook de gemeente zit krap bij kas. Daarbij te bedenken dat de afgelopen tien jaar Jan en Alleman de mond vol hadden over duurzaamheid, innovatie en schone energie. Die mooie belof-ten van een nieuwe, reine, heile wereld waarin het tot aan het eind der tijden goed toeven zou zijn. Waarin we alles tot op de laatste draad, tot op de laatste vezel zouden recyclen, waarin de zon ons gratis en voor niets van alle energie zou voorzien en schone auto’s zouden rijden op spotgoedkope waterstof. Maar ondanks al die monden vol, ondanks al die mooie verhalen en beloften, on-danks die bakken, weken, maanden, jaren vol zendtijd: het schiet maar niet op met die reine, heile wereld. En dus modderen we maar wat voort met die

oude economie die kraakt en knarst als een oude modderschuit. Maar daar waar plichten zijn, moeten ook rechten zijn. Hoeveel diploma’s iemand ook heeft, hoeveel iemand ook heeft verdiend, hoeveel kinderen ie-mand ook heeft: aan het einde van de rit ga je dood. Dat voorrecht hebben we allemaal. “Stof zijn wij, en tot stof zullen we wederkeren”, zegt de Bijbel, en daaraan is geen woord gelogen. En misschien, als we straks het tijdelijke voor het eeuwige verruilen en we naar onze laatste rustplaats zijn gedragen, misschien zet iemand er wel een kleine gedenksteen op, met de woorden: ‘Rust in vrede’, of ‘In pace’, of zoiets.Hoe zwaar ons leven ook was, hoe we ook geploeterd en geworsteld hebben, hoe rusteloos en verbitterd we ook wa-ren: er komt een tijd dat we mogen rus-ten in vrede, in de schoot van moeder aarde. Maar ook aan dat principiële mensenrecht heeft de goegemeente een prijskaartje gehangen: het grafrecht. Immers: de begraafplaats is formeel ei-gendom van de gemeente. En in plaats van doden in de grond te stoppen, zou je diezelfde grond ook kunnen gebrui-ken om er futuristische kantoren te bou-wen, met prestigieuze namen als ‘Wil-helmina Staete’ of ‘Coriovallum Cour’, die straks, bij gebrek aan behoefte, voor meer dan de helft leegstaan. Met andere woorden: wij, als aanstaande doden, lig-gen straks de commerciële vooruitgang van onze eigen goegemeente in de weg! Asociaal!Om straks 20 jaar grond te mogen hap-pen op een begraafplaats in Heerlen, vraagt de gemeente een grafrecht van 3.100 euro. Niet aan de dode, want die geeft na overlijden meestal geen krimp meer. Maar aan de nabestaanden. Lek-ker puh.En wacht eens: Heerlen, is dat niet die gemeente waar onze kameraden van de Socialistische Partij regeren? Die partij die zogenaamd zo begaan is met de Ge-wone Man? Die Partij die Zegt Dat Al-les Anders Kan? Die stad, die gemeente en die partij ontpoppen zich nu in hun ware aard: lijkenpikkers. In een stad, in een regio die vergrijst waar je bij staat, is één ding zeker: hier gaan er zeer bin-nenkort heel veel de Pietewei op. Tel uit je winst.

Pedro Rademacher

DE PIETEWEI

column – A D V E R T E N T I E –

buigen over het aangeleverde materiaal. Het duurt weken voordat drugsanalyse en forensisch rapport worden geleverd. Gezien de grensoverschrijdende drugs-problematiek waarmee Limburg heeft te maken, is die snelheid een cruciale factor.” TMFI is overigens niet de enige commerciële speler op de forensische on-derzoeksmarkt, er zijn nog twee andere bedrijven -gevestigd boven de rivieren.

08 | criminaliteit

door Gwen Teo

In de strijd tegen de drugscriminaliteit is snelheid een belangrijke factor. Verdachten moeten rap voor de rechter worden gebracht, want met name in een grensregio als Limburg zijn die anders vlug gevlogen. Drugsanalyse en rapportage verlopen meestal via het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag, dat budget krijgt van de overheid. Gemiddelde doorlooptijd: vier weken. The Maastricht Forensic Institute (TMFI) claimt dat binnen twee dagen te kunnen via het eigen lab in Geleen, maar TMFI is een commercieel bedrijf. Het Openbaar Ministerie ziet de mogelijke voor-delen van inschakeling van een andere partij, maar is gebonden door budget en heeft bovendien vragen. De visies op een rij.

Directeur Sebastiaan Huntjens van The Maastricht Forensic Institute: “We zijn er helemaal klaar voor om justitie heel snel ten dienste te zijn, maar door het financiële bestel in ons land kan het Openbaar Ministerie daar geen gebruik van maken. TMFI kan binnen één week een forensisch rapport afleveren met bijbehorende, complete drugsanalyse. Vermoedelijke verdovende middelen worden nu naar het Nederlands Foren-sisch Instituut (NFI) gestuurd. Aangezien dat een agentschap van het ministerie van Veiligheid en Justitie is, betaald met overheidsgeld, factureert het NFI niet. In tegenstelling tot TMFI. Wij zijn even-eens geaccrediteerd om dergelijke analy-ses te verrichten, maar een commerciële partij.”

Kwalitatief is er geen verschil tussen het werk dat NFI en TMFI leveren, stelt hij, de winst valt te behalen in de snelle afhandeling. “Tussen Limburg en het NFI in Den Haag rijdt beperkt een koeriersdienst van de politie met het materiaal voor onderzoek.Vervolgens is de vraag hoeveel wachtenden er nog voor je zijn, alvorens het NFI zich kan

Zodoende is TMFI de logische keus voor Limburg, aldus Huntjens.

Een verdachte verschijnt na drie da-gen voor de rechter-commissaris. Na tien dagen bepaalt de raadkamer of de verdachte langer mag worden vastge-houden. Heeft de verdachte slechts een beperkte hoeveelheid verdovende mid-delen bij zich gehad bij aanhouding, dan is de kans aanzienlijk dat hij of zij op vrije voeten wordt gesteld. Met de grenzen op een steenworp afstand zijn veel verdach-ten dan snel gevlogen - om niet meer te-rug te keren. Het scenario dat TMFI in de aanbieding heeft: vermoedelijke ver-dovende middelen worden nog dezelfde dag getest in het lab in Geleen, 48 uur later ligt het rapport bij de officier van justitie. Huntjens: “De schoen wringt bij de financiën. Het OM kan ons niet beta-len. Dus blijft het onderzoek via het NFI verlopen.”

MarktwerkingDe geschetste inzet van TMFI, ana-lyse plus forensisch rapport, kost ne-genhonderd euro. Niet niks. Maar, zo stelt de TMFI-baas, bij toename van de

Snel, sneller,

snelst, wie stopt de drugskoper ?

TMFI: laat OM zelf diensten inkopen

Sebastiaan Huntjens

Snel, sneller,

snelst,

kwantiteit daalt de prijs. “Bovendien is het geen een-op-een-rekensom van TMFI versus NFI. Andere financiële aspecten moeten worden meegewogen. Rechtsgang en politie-inzet kosten ook geld, om maar eens wat te noemen. Snellere aanpak zorgt voor kostenre-ductie in dat opzicht. Nu gaat jaarlijks zo’n 70 miljoen euro naar het NFI. Ik zeg: laat het OM zelf diensten inkopen. Dat creëert marktwerking en het Open-baar Ministerie krijgt zicht op de kosten. Het NFI zegt daarop: daar willen we wel in meegaan, maar dan moeten wij wel (deels) kunnen privatiseren. Begrijpelijk, anders mag het NFI niet meedoen aan de markt.”

Hoewel de voorgestelde aanpak geen oplossing biedt voor de algehele drugs-problematiek, zou het wel een stevig signaal geven richting gebruikers, meent hij. “Het vergoot de kans dat gebruikers met verdovende middelen in hun bezit achter de tralies belanden of anderszins worden gestraft. Het bevordert lik-op-stuk-beleid. De discussie die nu wordt gevoerd draait niet om de inhoud, maar om de middelen.” Wie moet de kar trek-

ken? “Het ministerie van Veiligheid en Justitie.” Huntjens is voorstander van een pilotvoorstel dat nu bij minister Opstelten ligt: “Dat is ingediend door de politie Limburg-Zuid. Hierin staat een dergelijke aanpak centraal, evenals het gebruik van een nieuw apparaat, de Cube, dat nog in ontwikkeling is bij DSM Resolve. Daarmee zou in de toe-komst sneller moeten kunnen worden vastgesteld of en welke verdovende mid-delen zijn aangetroffen. Het is een tra-ject dat nog veel tijd vergt. De analyses dienen waterdicht te zijn en jurispru-dentie is nodig, alvorens een dergelijk apparaat daadwerkelijk op de markt kan worden gebracht.” Volgens Huntjens biedt efficiëntere aanpak van onderaf, via de gebruiker, additionele voordelen. “Drugsrunners en dealers zijn moeilijk te vangen. De gebruiker is bereikbaar-der. Wijzen meerdere gebruikers dezelf-de persoon aan als contactpersoon, dan verschijnt deze eerder op de radar. Lim-burg worstelt met grensoverschrijdende drugsproblematiek die uniek is. De mi-nister wil hier met de wietpas beginnen, laten we dit dan ook hier doen. ”

Aan de Fremme 30/326269 BE MargratenT 043 - 321 53 31

www.vanlijfinterieurs.com

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND

ADVIES C O M P L E T E I N R I C H T I N G

VLOERBEDEKK ING RAAMDECORATIE

W O O N A C C E S S O I R E S VERLICHTING

RESTAURATIE EXCELLENTE SERVICE

vl_ad_zuid_sept2010.indd 1 12-08-10 10:30

– A D V E R T E N T I E –

10 | criminaliteit

Het Openbaar Ministerie heeft veel be-lang bij spoedige afhandeling van zaken. Verdachten die zo snel mogelijk te horen krijgen wat hen te wachten staat, even-tuele slachtoffers zijn erbij gebaat. Niet te onderschatten extra pluspunt: de bui-tenwereld is gewaarschuwd. De praktijk is aanmerkelijk weerbarstiger. De nabij gelegen grenzen brengen grote obstakels met zich mee. Neem dagvaardingen die moeten worden betekend. Verdachten die niet thuis zijn, het ontbreken van an-dere personen aan wie de dagvaarding kan worden overhandigd, een adres in de gemeentelijke basisadministratie dat niet blijkt te kloppen, het oponthoud is groot, zeggen senior officieren van jus-titie Resi Peters en Bas Janssen (forensi-sche opsporing). In drugszaken worden veel verdachten uit het buitenland dan ook bij verstek veroordeeld. Janssen: “Ik schat dat 99 van de 100 verdachten niet komen opdagen.”

Krijgen verdachten echter de kans niet het land te verlaten voordat de rechter een oordeel velt, dan is dat enorm in het voordeel van het recht. In de com-plexe strijd tegen de drugshandel is elke stap voorwaarts sowieso significant - en (internationaal) meersporenbeleid nood-zakelijk. Zo hebben justitie, politie, over-heden en instanties de pijlen al lange tijd nadrukkelijk gericht op drugsrun-ners in onze provincie. Uit het rapport ‘Snelle Jongens’ (waarin de resultaten van onderzoek naar drugsrunners en daaraan gerelateerde problematiek in Limburg-Zuid zijn beschreven, red.) blijkt hoe moeilijk die bij de kraag zijn te vatten. Veelal afkomstig uit wijken in Rotterdam, Utrecht en Gouda, deel uit-makend van een lastig te doordringen netwerk en snel vervangbaar. Peters: “Er zijn de afgelopen jaren veel runners aan-gehouden, desondanks blijft het runners-bestand redelijk constant”. Bewijs verga-ren is een uitdaging, omdat runners als

contactpersoon fungeren en geen drugs bij zich hebben. Betreft het kopers dan is dat laatste -relatief- eenvoudiger, die kunnen immers worden betrapt met verdovende middelen op zak. Aangezien gebruikers in groten getale uit andere landen komen, moeten politie en justitie opboksen tegen de grensoverschrijdende uitwijkmogelijkheden die Limburg ko-pers heeft te bieden. In dat licht bezien zijn de voordelen van snelle analyse van en rapportage over aangetroffen verdo-vende middelen evident. Janssen: “Het NFI heeft inderdaad een gemiddelde le-vertijd van vier weken. We kunnen zaken

met spoed laten afhandelen, maar daar zijn hogere kosten aan verbonden. Bo-vendien komt de capaciteit onder druk te staan als het aantal spoedzaken fors oploopt.”

Publieke middelenDe afgelopen jaren heeft het OM in Limburg in bepaalde zaken gebruik ge-maakt van de diensten van het commer-ciële TMFI. Vanuit een door het minis-terie van Veiligheid en Justitie uitgezette pilot zijn voor de inzet van commerci-ele spelers middelen beschikbaar gesteld, teneinde te verkennen of de forensische

Openbaar Ministerie: bal ligt bij de politiek

foto Jean-Pierre Geusens

Officieren van justitie Bas Janssen en Resi Peters in een rechtbankcel

interview | 11

onderzoeksmarkt anders moet worden ingericht. Deze periode loopt ten einde. Wil het OM straks een commerciële partij inschakelen, dan moeten de kos-ten daarvoor zelf worden opgehoest. Peters en Janssen benadrukken dat het publieke middelen betreft, waarover ver-antwoording dient te worden afgelegd in Den Haag. “Dus vooralsnog is het NFI dan de voor de hand liggende keus.”

Dat tijdelijk buiten beschouwing gela-ten, houden aanvullende vragen de of-ficieren van justitie bezig. “TMFI kan momenteel inderdaad binnen de aan-

gegeven 48 uur analyse verrichten en een forensisch rapport leveren, maar blijft die termijn haalbaar als de kwan-titeit fors toeneemt?” Indien de markt daadwerkelijk zou worden opengegooid, zoals TMFI-directeur Huntjens oppert, en het OM telkens moet beslissen naar welke partij het onderzoek (en dus het geld) gaat, ‘weegt expertise uiteindelijk zwaarder dan snelheid’. Janssen: “De beste partij moet het werk verrichten.” Anderzijds beamen hij en Peters dat er momenteel inderdaad ‘wel heel weinig valt te kiezen’. En dat het grootste strui-kelblok in mogelijk spoedigere afhande-

ling van drugszaken nu de forensische rapportage is. Mocht het door Huntjens genoemde pilotvoorstel door minister Opstelten worden omarmd, dan staat het OM daar beslist niet onwelwillend tegenover. “Meer keus, mits kwalitatief, komt ten goede aan de misdaadbestrij-ding. En een apparaat zoals de Cube is prachtig, maar het moet wel zijn ge-valideerd wil de politie het kunnen ge-bruiken. In een ideaal toekomstscenario hebben agenten een apparaat ter groot-te van een mobiele telefoon bij zich, dat direct uitsluitsel geeft over de aangetrof-fen middelen. Nu komen de kosten voor inzet van commerciële partijen zoals TMFI en het testen van bijvoorbeeld de Cube allemaal bovenop het totaal-budget. Belastinggeld is schaars, dus een gedegen kosten-batenanalyse is noodza-kelijk. De politiek is aan zet. Den Haag moet keuzes gaan maken.”

FRANSE DRUGSKOPERS BERECHT IN EIGEN LAND

Het Openbaar Ministerie is vorig jaar gestart met het landelijke ZSM-project (Zo spoedig / slim/ simpel / samen mogelijk), waarbij versnelde afdoening van rechtszaken centraal staat. Bijzonder aan ZSM is de inte-grale aanpak, waarin behalve justitie, politie en reclassering ook de Belas-tingdienst en bestuurlijke partijen (met name gemeenten) participeren. Dit jaar wordt ZSM verder uitgerold. Lik-op-stuk-beleid bevordert boven-dien de zichtbaarheid van het OM, iets wat ook in internationaal verband van belang is, onder andere in het kader van de softdrugsproblematiek. Immers, het Nederlandse gedoog-beleid is voor menig ander Europees land een doorn in het oog. Nederland is een echt doorvoerland, waar crimi-nelen gemakkelijk kunnen opgaan in de massa. Doe daar toch eens wat aan! klinkt meermaals het verwijt van-uit het buitenland. Officier van justitie Resi Peters: “Afgelopen zomer heb-ben we een Memorandum of Under-standing ondertekend met de Franse arrondissementen Verdun en Bar-le-Duc, zodat Franse drugskopers die hier worden aangehouden, kunnen worden overgedragen aan Frankrijk. Om in eigen land te worden berecht, waar de straffen hoger zijn.”

– A D V E R T O R I A L –

Wim Ortjens

column | 13

bekijkt. Wat drijft ons nu echt om te werken, onze tijd te of-feren aan arbeid? De meesten werken voor het geld. Maar nu er veel vaker van baan geswitcht wordt dan vroeger, zoe-ken steeds meer mensen een baan die beter bij hun talenten aansluit. Waardoor ze veel gemotiveerder hun werk doen. En bij mensen die op hun ideale plek zijn beland, krijgt werk steeds meer passie. Ze twitteren of bloggen over de dagelijkse verwondering in hun vakgebied, zodat ook col-lega’s de belevenissen volgen. Ze laten elke dag voelen dat ze met hun vak begaan zijn. En dat is voor klanten een goed signaal. De energie die we vandaag nodig hebben, zit dus in onszelf.

Limburg kent inmiddels al heel wat gedreven mensen die online hun ervaringen delen. Wie regelmatig op Facebook komt, treft daar in uiteenlopende branches bloggers en fotografen aan. Mensen die hun enthousiasme actief uit-stralen. Jantje Korten bijvoorbeeld runt Kasteel Eyckholt in Roosteren en weet duizenden mensen met haar enthou-siasme te binden. Met haar foto’s van fraai gedekte tafels en nieuwe gerechten. Dat doen inmiddels meer trotse koks en gerants natuurlijk. Ook fotografen, kunstenaars, designers, architecten en entrepreneurs in de mode hebben de weg naar Facebook gevonden. Het eigenzinnige Fashionclash uit Maastricht betrekt duizenden volgers bij openingen en modeshows. Opvallend is ook het korps aan docenten dat de sociale media vlot heeft omarmd. Misschien omdat ze educatie een nieuwe prikkel willen geven, of omdat ze iets hebben geleerd van hun eigen pupillen.

De ziel van online-succes schuilt in de hartstocht waarmee deze aanpakkers hun vak etaleren. En dat zou natuurlijk ook in andere branches kunnen. Op een dag beginnen wel-licht een paar jonge honden een taxibedrijf met elektrische auto’s. En kun je via Twitter niet alleen een wagen bestellen, maar ook je aanbeveling achterlaten. Hoe gaat de branche daarop reageren? Behalve opticiens, kappers en greenshops verwacht je ook makelaars, wijnkopers, landbouwers en ho-teliers. Maar de meesten van hen voelen niet de behoefte om hun triviale zorgen en opwinding te delen. Hoe blij een franchisenemer ook is met de nieuwe collectie zomerjassen die zojuist binnen is, daarover enthousiast twitteren past niet bij elke ondernemer. Velen zijn opgegroeid met het idee dat het etaleren van emotie meer iets is voor kinderen. En misschien ontbreekt het soms ook wel een beetje aan de fantasie, waarmee je je bijdrage relevant maakt voor ande-ren. Zo accepteren zij het risico dat ze op een dag worden ingehaald door een generatie die is opgegroeid met het de-len van positieve energie. Want daar koerst deze verande-rende wereld razendsnel op af.

Jean-Paul Toonen

Je vraagt je soms af wat we nu eigenlijk opschieten met dat internet. Al die verbondenheid jaagt de samenleving vrese-lijk op en ondergraaft de oude verdienmodellen. En toch ligt er ook een kans. Hoe grijpen we die?

De grootste verwarring zie je in de reclamesector. Die staat doodsangsten uit. “Komt er nog licht aan het einde van de reclametunnel?” vroeg redacteur Rob Beemster van Adfor-matie aan zijn lezers. Er volgde een begrijpelijke stilte, want ‘reclame’ is voorbij. Je imago pimpen is voorbij. ‘Corporate bluffen’ is passé. We willen nu wel eens horen wie je écht bent. De aandacht gaat naar authentieke opwinding, zoals die van Jan Mulder die op tv in De Wereld Draait Door zijn tirade steevast be-gint met ‘hou toch op man!’ Zelfs in de politieke arena, waar spontane besluiten zelden goed zijn, krijgt impulsief roepen steeds meer voet aan de grond: “Doe ’s effe normaal man.”

Het internet versnelt dat proces. Daar leert iedereen om straffeloos te roepen wat er vóór het nadenken al gevoeld wordt. Op Facebook of Hyves zien we alle politieke voorkeu-ren, vakantiefavorieten, smaak, begeerte, drankgebruik… het komt allemaal online en weerspiegelt de drijfveren van elk individu. En zo makkelijk als individuen van alles delen over hun eigen motieven, zo makkelijk oordelen ze ook over anderen. Over producten, hun collega’s en werkgevers. Zo worden bedrijven steeds meer ‘personen met rugnummers’. En daardoor transparanter in hun intenties. Wie alleen maar op het geld uit is, wordt snel ontmaskerd en bekri-tiseerd. Wie kwaliteit en verbetering brengt, krijgt warme aandacht en vertrouwen.

Waarin de kans voor een nieuwe toekomst schuilt, kun je vooral zien als je deze ontwikkeling ook eens van binnenuit

WAAR GAAT DIT

NAARTOE?

Jean-Paul Toonen is communicatiespecialist

– A D V E R T O R I A L –

DERTIGER,

EN NU?

d o s s i e r

foto Koen den Os

model Esra Lemmens

uit het Armoedesignalement 2011 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat afgelopen december is ver-schenen. Gekeken naar álle leeftijden, lopen kinderen tot twaalf jaar verhou-dingsgewijs het grootste risico op armoe-de. Hun ouders: dertigers of veertigers. De kans dat alleenstaande moeders in armoede leven is ruim twee keer zo hoog als voor alleenstaande vaders geldt, res-pectievelijk 22 procent versus 10 procent (zie ook kader pagina 19). In 2010 ploeterden eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen

De woonkamer is van bescheiden for-maat. Een nog niet voltooide muur-schildering siert de wand boven de ka-chel, de glazen theepot staat op tafel. “Ik heb maar één theeglas, is een mok ook goed?” vraagt ze. ‘Ze’ is Judith, een 38-jarige alleenstaande moeder, die met haar drie kinderen ‘in de leeftijd tussen vier en negen jaar’ in Voerendaal woont. Donker, glanzend haar, grote, donkere ogen. Spijkerbroek, roze shirt. Ze zit op een van de vier houten stoelen die bij de eettafel staan. In het zitgedeelte is een muur groen geschilderd, er staan een hoekbank, een televisie. Gekleurde krijtjes wachten totdat ze weer aan het werk mogen om de afgebeelde vrouw op de muur te voltooien. De inrichting verraadt een creatieve inslag. Het etiket ‘hier-woont-een-voedselbankgezin’ lijkt misplaatst. Toch is het de werkelijkheid. Judith ontvangt wekelijks een voedsel-pakket. Doorverwezen via maatschap-pelijke hulp, na een scheiding waar ze met schuld is uitgekomen. Ze waren ge-trouwd in gemeenschap van goederen,

vertelt ze, maar tijdens het huwelijk had-den ze het ook al niet zo breed ‘met an-derhalf inkomen en een koopwoning’. Kinderalimentatie heeft ze nadien aan-gevraagd, maar tot op heden is die niet toegewezen. Ze wil niet uitwijden over de reden, omdat haar ex-partner niet bij het gesprek aanwezig is. “De schulden-verdeling moet nog worden bepaald.”

Armoede blijft toenemenJudith is beslist niet de enige dertiger die financieel worstelt. Het armoede-risico onder volwassenen loopt tot het veertigste levensjaar flink op, zo blijkt

16 | dossier dertigers

door Gwen Teo

Het armoederisico loopt bij volwassenen tot aan het veertigste levensjaar op in Nederland, zo heeft het CBS becijferd. Kinderen tot twaalf jaar lopen verhou-dingsgewijs het allergrootste risico. De gemene deler: dertigers. De voedselban-ken en de Kredietbank Limburg zien ze steeds vaker komen.

Over nieuwe armen en het taboe

illustratie Ruben L. Oppenheimer

armoede | 17

Over nieuwe armen en het taboestijging relatief beperkt blijft, aldus het CBS. Werkenden ondervinden de nade-len van de korting op de kinderopvang-toeslag en de lonen die minder sterk stij-gen dan de inflatie. Baan kwijtJudith en haar kinderen hebben het de afgelopen tijd maandelijks moeten doen met zo’n 1100 euro. De kinderen zijn het grootste deel van hun tijd bij haar, ze deelt de voogdij met haar ex-partner, die een omgangsregeling heeft. Tot voor kort was Judith werkzaam in de bevei-liging. “Toen we uit elkaar gingen, heb ik uren ingeleverd om voldoende stabi-liteit voor de kinderen te creëren. Om dat inkomensverlies op te vangen, ben ik gaan poetsen. Dat leverde gezamenlijk maandelijks zo’n 900 tot 950 euro op. Met loonheffingskorting en vrijstellingen erbij opgeteld kwam dat neer op onge-veer 1100 euro netto, uitgezonderd kin-derbijslag.” Die bedraagt in haar geval net geen 650 euro per kwartaal. Die baan in beveiliging is Judith onlangs kwijtgeraakt. Doordat ze niet meer kon voldoen aan de eisen van het vak, zegt ze. “Het is werk met wisselende dien-sten. Nu dit jaar de ouderbijdrage voor de kinderopvang omhoog is geschroefd, kon ik die kosten niet meer opbrengen. De overheid vergoedt nog maar zeven-tig procent van het aantal uren opvang, maximaal 5,93 euro per uur. Terwijl naschoolse opvang gemiddeld zo’n 6,30 per uur kost. Bovendien is het maximale aantal uren teruggebracht. Het kwam erop neer dat ik meer moest gaan be-talen voor minder uren opvang. Ik zou vaker thuis moeten zijn, aangezien meer opvanguren uit eigen zak betalen geen optie was. Maar daar was mijn werkge-ver niet bij gebaat. Inmiddels wacht ik al een aantal weken op de beoordeling van mijn WW-aanvraag. Het is nog maar de vraag hoeveel WW ik precies krijg. En of ik dan het hele traject van aanvullende bijstand ook nog eens door moet.” Ze heeft een half jaar op de wachtlijst gestaan bij de voedselbank. Hoewel ze ‘heel dankbaar’ is voor de voedselpak-ketten blijkt het desondanks geregeld een opgave om haar kinderen een gezonde maaltijd voor te schotelen. “Voedselban-

het vaakst: 26 procent had een inkomen ónder de lage-inkomensgrens. Deze grens weerspiegelt een vast koopkracht-bedrag in de tijd en is afgeleid van het bijstandsniveau voor een alleenstaande in 1979, toen deze in koopkracht het hoogst was. Ook liepen deze gezinnen het grootste risico op langdurige armoe-de, iets wat eveneens gold voor de jaren daarvoor. Prognoses laten zien dat de armoede in ons land dit jaar waarschijnlijk verder zal toenemen. In totaal zullen in 2012 zo’n 588.000 huishoudens moeten rond-

komen van een laag inkomen. In de ca-tegorie niet-veel-maar-toereikend-inko-men vallen naar alle waarschijnlijkheid circa 1,1 miljoen mensen. Dit criterium gaat uit van een basisbehoeftenniveau: de minimale uitgaven voor voedsel, kle-ding, wonen en andere moeilijk te ver-mijden kosten, plus bescheiden uitgaven voor sociale participatie en recreatie. Onder uitkeringsgerechtigden vallen de hardste klappen, dat geldt zowel voor alleenstaanden als voor uitkeringsont-vangers met een gezin. De koopkracht-daling treft echter ook werkenden (en gepensioneerden, red.), hoewel deze

deze flink onder de prijs weggaat, stape-len de problemen zich razendsnel op.” Dittrich, die een achtergrond in de hulpverlening heeft, stelt dat als gevolg van een alsmaar complexer wordende samenleving de uitval steeds groter wordt. Tel daarbij op de voortdurende verleidingen tot lenen en de financiële valkuilen zijn groot voor degenen die niet zo goed zijn opgewassen tegen zulke invloeden. “Om jezelf goed te kunnen handhaven, moet je tegenwoordig best slim zijn. Het motto van de overheid dat vrijwel alles eigen verantwoordelijk-heid is, leidt ertoe dat mensen de schuld krijgen als ze het niet meer redden.” Dit-trich zet daar vraagtekens bij: “Eenie-der dient eigen verantwoordelijkheid te dragen, maar het is geen schuldkwestie als iemand dat niet kan. Het is een eis waaraan nu eenmaal niet iedereen kan voldoen.” AppelmoesHannie Verweij, mede-oprichter en vi-cevoorzitter van voedselbank Limburg Zuid, ziet in een willekeurige week ruim de helft van de voedselpakketten (weke-lijks gemiddeld 500, red.) naar 30- tot 50-jarigen gaan. De economische crisis heeft gezorgd voor een run op de voed-

ken zijn immers afhankelijk van hetgeen ze ontvangen van sponsoren. Fijn is dat er altijd brood in het pakket zit, soms groente in blik of aardappelen. Vleeswa-ren en kaas zijn eerder uitzondering dan regel. Af en toe is er meer snoep dan voedzaam eten. Lekker, gezond is het daarentegen niet. Mijn moeder heeft me een tijdlang financieel gesteund, maar die heeft inmiddels ook niet veel meer te besteden.” Toeloop dertigers voedselbankZowel de voedselbank Limburg Zuid, die twaalf uitgiftepunten telt, als de voedselbank Venlo (vier uitdeelpunten, red.) constateert een toename van het aantal dertigers dat zich meldt. Vanuit het Noord-Limburgse ontvangen we-kelijks circa 250 huishoudens in Venlo, Blerick en Tegelen een voedselpakket. Het afgelopen jaar heeft de organisatie gedurende drie maanden alle nieuwe aanmelders gescreend. Van die 48 huis-houdens bleek 45,8 procent vijfendertig jaar of jonger te zijn. Het betrof dertien vrouwen en negen mannen. Afgezet te-gen de totale groep de laatste jaren is dat ‘een toeloop van relatief jonge mensen’, zegt bestuurslid Marie-José Dittrich. De zogenoemde ‘nieuwe armen’ kloppen steeds vaker aan voor hulp. “Mensen met een schuld van wel 25.000 of 30.000

euro, die een baan hebben. Zeker als er sprake is van een scheiding en het maar niet lukt om de woning te verkopen of

18 | dossier dertigers

selbank. De wachtlijst is fors gegroeid. Teneinde meer pakketten, meer geld en meer vrijwilligers bij elkaar te sprok-kelen, is in maart zelfs een benefietactie georganiseerd. Echter, zelfs gezinnen die een pakket ontvangen, zijn aangewezen op de eigen vindingrijkheid willen ze optimaal van de inhoud profiteren. En daaraan ontbreekt het nogal eens bij de dertigers, zegt Verweij.

Ze spreekt van mensen die ‘goed zijn opgeleid in theorie, maar die van alle-daagse handigheidjes vaak weinig kennis hebben’. “Als ze appels krijgen, weten ze niet hoe ze daarvan appelmoes kun-nen maken.” Dergelijke weetjes worden onmisbaar in tijden van zware econo-mische tegenwind. “Appelmoes kun je invriezen, zodat je je kinderen er langer van kunt voeden. Voor stamppot geldt hetzelfde.”

Hannie Verweij

Marie-José Dittrich

“Als ze appels krijgen, weten ze niet hoe ze

daarvan appelmoes kunnen maken”

armoede | 19

met een partner met een bovenmodaal inkomen. Na het uit elkaar gaan blijven de vrouwen meestal in het huis wonen met de kinderen. Zolang de scheiding niet is uitgesproken, kun je ons land geen uitkering aanvragen. De aanstaande ex-echtgenoot dient haar en de kinderen tot die tijd te onderhouden. Doet hij dat

Dit tekort aan improvisatievermogen vloeit wellicht voort uit de jeugd van veel huidige dertigers, oppert Verweij. Het zijn de nazaten van de babyboomers, opgegroeid in een tijd waarin lange peri-odes niets te gek was. “Sparen voor moeilijke jaren hebben ve-len nooit geleerd. Veel of weinig geld, ze blijven naar McDonalds gaan, totdat het écht niet meer kan. We zien hier huilen-de moeders, die geen geld hebben om luiers aan te schaffen voor hun kroost. Ik beweer niet dat ze op stoffen luiers moe-ten overgaan, maar vroeger hielden wij wel theedoeken achter de hand in zo’n situatie. Je moest tenslotte iets. En waar-om zou je geen borstvoeding geven? Zoiets bedenken de meeste dertigers van nu amper: creatieve oplossingen als ze in geldnood verkeren.” Veel vrouwelijke dertigers die ze tegen-komt bij de voedselbank zijn bovendien nauwelijks daadwerkelijk onafhankelijk. Bij lange na niet zelfredzaam genoeg om het hoofd in hun eentje boven wa-ter te houden. “In meerdere opzichten afhankelijk van hun man tijdens het huwelijk, die meestal fulltime werkt en verantwoordelijk is voor het leeuwen-deel van de inkomsten. Na de scheiding afhankelijk van alimentatie.” De zorg voor de kinderen na een breuk tussen echtelieden rust veelal overwegend op de schouders van de vrouw. “Ik schat dat tachtig procent van onze klanten in een schuldsaneringstraject zit. Dat betreft ook vrouwen die het voorheen prima voor elkaar hadden: ze leefden

Onder lage-inkomensgrens

Tot 101% sociaal minimum

Tot 105% sociaal minimum

Tot 110% sociaal minimum

Hoofdkostwinnertot 25 jaar

NederlaNd 25,2 % 14,5 % 16,1 % 18,3 %

limburg 28,5 % 16,2 % 18,2 % 20,6 %

Hoofdkostwinner25 tot 45 jaar

NederlaNd 8,8 % 7,0 % 8,3 % 9,8 %

limburg 10,2 % 8,0 % 9,7 % 11,7 %

Hoofdkostwinner45 tot 65 jaar

NederlaNd 8,0 % 6,1 % 7,6 % 9,0 %

limburg 8,3 % 6,1 % 7,8 % 9,5 %

Hoofdkostwinner65 jaar of ouder

NederlaNd 2,5 % 6,3 % 9,4 % 13,0 %

limburg 2,6 % 6,0 % 8,9 % 12,2 %

alleenstaand eén ouder gezin meerpersoons zonder kinderen

meerpersoons met kinderen

Totaal groei % t.o.v. 2010

Huishoudtype25 tot 35 jaar

242 153 22 66 483 152%

Huishoudtype35 tot 45 jaar

206 155 29 106 493 143%

Bron: CBS

Bron: Kredietbank Limburg

Schuldregelingen

niet, dan ontstaat een groot probleem. De rekeningen blijven binnenstromen, de kinderen moeten worden gevoed. Een kop-in-het-zand-steken-houding of depressiviteit liggen op de loer. Ik zie maar weinig moeders die het volledig zelf doen. Meestal worden ze bijgestaan door hun moeders, tantes, vrienden. Het

is deze dertigersgeneratie vrouwen nog te weinig bijgebracht, het belang van échte zelfstandigheid.” TaboeHet zijn ook doorgaans dertigers die in de groep mensen met ‘aanpassings-schulden’ bij de Kredietbank Limburg

vallen. Een groeiende groep. Mensen die het opeens met (aanzienlijk) min-der inkomen moeten doen. Zij heb-ben gemiddeld een hogere schuldenlast dan mensen in sociaal zwakke posities meetorsen, die al jarenlang bij de Kre-dietbank over de vloer komen. Het ge-volg van niet meer op te brengen hypo-

foto Frits Widdershoven Jantien Kuperus

kers. “Loonbeslag is een duidelijk signaal van problemen. Wij zeggen: zorg dat die mensen ons weten te vinden. Dat is niet alleen in het voordeel van de schulde-naar. Schuldenproblematiek heeft een negatief effect op ziekteverzuim en het verhoogt de fraudegevoeligheid binnen een bedrijf.”

‘Braaf’Werken is en blijft een goede route richting armoede-uitgang. Vacatures zoeken, uitzendbureaus afstruinen en sollicitatieprocedures doorlopen, het kan psychisch bijna niet op te brengen zijn in tijden van grote zorgen. Deson-danks is het de moeite waard als het

even gaat, benadrukt Kuperus. Judith is op zoek naar een nieuwe baan. Niet zo eenvoudig, verzucht ze, omdat ze al-leen beschikbaar is onder schooltijden. Ze heeft altijd gewerkt. Ook toen ze was getrouwd, parttime. Daarvoor zeven jaar bij de marechaussee. Later dus in de beveiliging. Judith heeft ‘braaf gedaan’ wat haar, evenals veel generatiegenoten, in haar jeugd is voorgespiegeld: ga naar school, volg een opleiding en dan keu-rig aan het werk. Dan komt alles goed. “Niet dus. Het is het verhaal van veel mensen van mijn generatie. We hebben vroeger alleen geleerd om te sparen voor luxe: vakantie, een auto en later wellicht een huis. Zit het tegen, dan blijkt de fi-

20 | dossier dertigers

theeklasten of restschuld na verkoop van de woning. Hoewel het aantal mensen met een schuldregeling via de Krediet-bank procentueel gezien over de gehele linie (in alle leeftijdsklassen, red.) toe-neemt, vergt deze groep een specifieke benadering. “We hoeven ze niet te leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven, noch ze te wijzen op het feit dat ze zich aan afspraken moeten hou-den”, stelt algemeen directeur Jantien Kuperus. “Hoe de uitgaven meer in de hand te houden en aan te passen aan de situatie, daar valt wel geregeld winst te behalen. Vergelijk de prijzen op de markt maar eens met die van de A-merken bij de duurdere supermarkt.”Snel bij de Kredietbank aankloppen voor hulp of advies, daartoe zijn derti-gers echter maar weinig geneigd. Kuperus: “Terwijl schuldhulpverlening echt loont.” Landelijk kosten-batenon-derzoek door Hogeschool Utrecht en Regioplan Beleidsonderzoek in vijf ge-meenten heeft vorig jaar uitgewezen dat het zich bovendien ruim terugbetaalt aan de maatschappij. Om precies zijn minimaal met een factor 1,7. “Maar hulp vragen is een taboe onder dertigers. Ze proberen hun problemen heel lang voor zich te houden.”

Dat kan aanzienlijke gevolgen hebben. Wie eerder aanklopt, heeft meestal een relatief lagere schuld. Middels een min-nelijke schikking -zonder tussenkomst van de rechter- uit de financiële proble-men komen, zal dan sneller lukken. Bij hogere schulden ziet een schuldeiser zo hoogstwaarschijnlijk slechts een gering deel terug van zijn geld en zal deze eer-der kiezen voor de gang naar de rechter. Anderzijds beveelt de Kredietbank werk-gevers aan alert(er) te zijn op mogelijk financieel geworstel van hun medewer-

Onder lage-inkomensgrens

Tot 101% sociaal minimum

Tot 105% sociaal minimum

Tot 110% sociaal minimum

Hoofdkostwinnertot 25 jaar

NederlaNd 25,2 % 14,5 % 16,1 % 18,3 %

limburg 28,5 % 16,2 % 18,2 % 20,6 %

Hoofdkostwinner25 tot 45 jaar

NederlaNd 8,8 % 7,0 % 8,3 % 9,8 %

limburg 10,2 % 8,0 % 9,7 % 11,7 %

Hoofdkostwinner45 tot 65 jaar

NederlaNd 8,0 % 6,1 % 7,6 % 9,0 %

limburg 8,3 % 6,1 % 7,8 % 9,5 %

Hoofdkostwinner65 jaar of ouder

NederlaNd 2,5 % 6,3 % 9,4 % 13,0 %

limburg 2,6 % 6,0 % 8,9 % 12,2 %

alleenstaand eén ouder gezin meerpersoons zonder kinderen

meerpersoons met kinderen

Totaal groei % t.o.v. 2010

Huishoudtype25 tot 35 jaar

242 153 22 66 483 152%

Huishoudtype35 tot 45 jaar

206 155 29 106 493 143%

Bron: CBS

Bron: Kredietbank Limburg

Schuldregelingen

“Hulp vragen is een taboe onder dertigers”

nanciële buffer te klein. Voor vrouwen geldt dat wellicht nog meer dan voor mannen. Gaat een koppel uit elkaar en ontvangt een vrouw geen alimentatie, maar draagt ze wel zorg voor de kin-deren, dan heeft ze snel een groot pro-bleem. Van de overheid valt weinig hulp te verwachten. Opvang voor 12-jarigen of oudere kinderen? Vergeet het maar. Mijn advies aan jongeren die straks voor zulke keuzes komen te staan: vraag jezelf af of je het ook in je eentje zult redden voordat je aan kinderen begint.Aan de verzorgingsstaat Nederland wordt steeds meer geknabbeld. De lasten van de (toekomstige) gepensioneerden komen op de schouders van deze ge-neratie. De kosten stijgen, de salarissen daarentegen amper evenredig of hele-maal niet. Onze maatschappij lijkt in toenemende mate een geldverslindende machine. Zuinig zijn op de mensen zou eens wat hoger op de agenda moeten komen te staan. Wat ik, terugkijkend, anders had gedaan?” Geëmotioneerd: “Hoewel ik zielsveel van ze houd en ze nooit kwijt zou willen, had ik dan geen kinderen gekregen en was ik evenmin getrouwd.” Toch is ze hoopvol over de toekomst. Ze blijft solliciteren. En inmid-dels gelooft ze daarnaast in zoveel mo-gelijk zelfvoorzienend leven. “Groente in de tuin en zo. Want ik ben het aan mijn kinderen verplicht om goed voor hen, en dus ook voor mezelf, te zorgen. Ik heb geleerd dat behulpzaamheid nog bestaat. Zo hebben mijn handbalmaatjes me enorm gesteund. En uiteindelijk ko-men er weer goede tijden op mijn pad, daarvan ben ik overtuigd.”

armoede | 21

De voedselbank Limburg Zuid hanteert een grens van 150 euro per maand voor een volwassene na aftrek van huur en vaste lasten. Wie minder overhoudt, komt in aanmerking voor een voedselpakket. Voor volwassenen daarna komt daar 50 euro bij, voor een minderjarig kind 25 euro. Voedselbank Venlo gaat uit van 200 euro voor de eerste volwassene, voor elk volgend gezinslid geldt een criterium van 50 euro per persoon. Mensen mogen drie jaar gebruik maken van een voedselbank.

WIE KRIJGT EEN VOEDSELPAKKET?

PROBLEEMOPLOSSEND VERMOGEN

Zorg dat de administratie op orde is. Ontwijkgedrag (zoals post niet openen, hopen dat een rekening wordt vergeten) verergert problemen

Maak een maandbegroting

Bekijk of extra inkomsten kunnen worden gerealiseerd. Een paar uur meer wer-ken, informeer of je in aanmerking komt voor toeslagen of subsidies. Er zijn gemeentelijke regelingen zoals een tegemoetkoming om kinderen te laten sporten

Maak een bespaarplan en wees daarbij kritisch in het onder de loep nemen van je uitgaven

bron: Kredietbank Limburg

TIPS OM (NIEUWE) SCHULDEN TE VOORKOMEN:

Hans-Martin Don

foto Jos Lammers

Leger des Heils-directeur Hans-Mar-tin Don (Limburg en Noord-Brabant) ziet in zijn organisatie vooral der-tigers afkomstig uit een bepaalde sociale klasse, waar competenties en vaardigheden beperkter zijn ont-wikkeld. “Armoede is niet enkel een kwestie van geldgebrek. Het heeft ook te maken met de mogelijkheden om kansen voor jezelf te creëren. Als je weinig of geen kansen hebt, maakt dat het leven moeilijk. Voor bepaal-de dertigers geldt wellicht: voor wie nooit eerder in een probleemsituatie verkeerde, zal de eerste keer heel heftig zijn. Probleemoplossend vermogen is ontzettend belangrijk. Beschik je daar niet over, dan kunnen relatief kleine tegenslagen onoverkomelijk worden.” In de zuidelijke steden waar het Leger des Heils locaties heeft -Eindhoven, Heer-len, Maastricht, Roermond en Venlo- bespeurt hij verbetering op wijkniveau (“de huisvesting is verbeterd, de hulpverlening beter georganiseerd en komt verder dan de voordeur, gemeenten hebben meer zicht op hetgeen dat speelt”), maar grótere problemen op individueel niveau. “Willen we de kansen voor mensen vergroten, dan moet je daar op jonge leeftijd mee beginnen. We hebben ade-quaat onderwijs nodig en moeten af van die zeven-min-is-voldoende-mentaliteit. Bovendien is het noodzaak bepaalde dogma’s los te laten. Nu zijn er meer kin-deren met etiket dan zonder. In plaats van een onderwijssysteem dat is gericht op onderscheid maken, zouden we toe moeten naar een systeem dat zoekt naar overeenkomsten. Ook de hulpverlening zou zich in toenemende mate moeten fo-cussen op kansen, niet alleen op problemen. De dertigers van nu staan voor veel keuzes. En: ze hebben te maken met veel onzekerheden. De uitval en problema-tiek zal blijven toenemen, zeker als de huizenmarktcrisis voortduurt.”

22 | 9 vragen aan...

Hoewel hij inmiddels op 8 april de veertigersgrens is gepasseerd, gaan zijn laatste maanden als dertiger beslist de boeken in als roerig. PvdA-Statenlid en gemeenteraad-fractievoorzitter in Roermond Selçuk Öztürk (1972, Turkije) kreeg nogal wat over zich heen. Hij werd door PVV’er Cor Bosman in een e-mail uitgemaakt voor ‘een stuk uitgekotst halalvlees, gemaakt van Turks varken’. Tijd om de politicus, die pleit voor solidariteit en het verkleinen van de kloof tussen allochtonen en autochtonen, te vragen: hoe overbrug je de kloof ?

SELÇUK ÖZTÜRK

Beetje bijgekomen van alle consternatie?

Nog niet helemaal. De kwestie is nog niet afgerond, ik word er nog steeds door mensen op aangesproken. Na het Bosman-debat heeft de heer Bosman mij een hand willen geven, toen heb ik gezegd: geef eerst maar een hand aan Harm Uringa. Maar dat weigerde hij, terwijl de heer Uringa enkel de kwes-tie naar buiten heeft gebracht. Laat de heer Bosman het eerst maar goed-maken met Uringa, voordat hij mij de hand schudt. Daar draait het om in het leven, dat iederéén een hand krijgt.

U zet zich in voor het ver-kleinen van de kloof tussen

allochtonen en autochtonen. Een nogal ondankbare taak hedenten-dage...Helaas in deze tijden wel. Eerder, toen ik politiek actief werd, was dat anders. Toen werd gezocht naar overeenkom-sten, nu wordt gezocht naar verschil-len. Terwijl de overeenkomsten nog altijd heel groot zijn.

Allochtoon-autochtoon, Limburg-Nederland…wordt het

niet eens tijd om dat wij-zij-denken overboord te gooien?

1.

2.

“Daar draait het om in het leven, dat iederéén een hand

krijgt” 3.

Daar ben ik het grondig mee eens. Al-leen zijn er partijen die daarvan leven, dat is hun brood. Dus die laten dat niet toe. Zij willen juist polariseren.

Een reis van duizend mijl be-gint met de eerste stap. Welke

zou dat moeten zijn?We hebben in Nederland een fase van integratie gehad. Die is nu, met de tweede en derde generaties allochto-nen, voorbij. Nu is de fase van accep-tatie aangebroken. Dat is geen fase van afdwingen. Niet eisen dat iedereen het-zelfde is, maar accepteren dat verschil-lende mensen verschillend leven.

U heeft getwitterd dat het eerlijker moet, ‘met gelijke

kansen en werk voor iedereen’. Makkelijk gezegd…Brutalen hebben de halve wereld, dat is van alle tijden. Delen, daar moet je voor vechten. En dat gevecht is de moeite waard.

Eigen verantwoordelijkheid voorop, propageert de over-

heid. Waarover moet de hand op dat gebied in Limburgse boezem worden gestoken?

4.

5.

6.

door Gwen Teo

foto Koen den Os

9 vragen aan... | 23

Er is de afgelopen jaren zo veel op het bordje van de samenleving gelegd. Dat ik me afvraag: kan de burger dat nog wel allemaal verwerken? Tegenwoor-dig moet de burger alles zelf doen. Als je iets wilt, moet je zelf bij de gemeen-te en de Belastingdienst digitaal inlog-gen, om maar eens wat te noemen. Er zijn bovendien steeds minder sociale banen, steeds minder vrijwilligers die ondersteuning kunnen bieden bij Lim-burgse scholen, bij sportverenigingen. En die ondersteuning heeft de burger wel nodig.

Dertigers staan voor veel keuzes, op allerlei gebied.

Wat was uw moeilijkste keuze?Dat de eerste ronde achter de rug is in het leven, nu begint de tweede helft. Tot veertig bevindt het leven zich in een opbouwfase, je kunt carrière ma-ken, verschillende functies bekleden. Dat de tweede ronde is begonnen, daar moet je mee leren leven.

Goed voorbeeld doet volgen. Wie of wat volgt u?

Politiek heb ik altijd Joop den Uyl (voormalig politiek leider van de PvdA en minister-president, red.) gevolgd, die heeft zo veel achtergelaten. En ik volg mijn hart. Ook in de politiek. Ik heb gemerkt dat als ik dat niet doe, het achteraf niet goed voelt.

En het leven begint bij veer-tig?

Ik dacht dat dat dertig was, haha. Tot je veertigste gaat alles ontzettend snel, nu begin je alles pas echt te voelen.8.9.

7.

– A D V E R T E N T I E –

duurzaamheid | 25

Binnen acht jaar bezit 30% van de Lim-burgers een elektrisch voertuig, worden af-standen tot 50 kilometer met een elektrisch voertuig verreden en zijn laadpalen een nor-maal onderdeel van het straatbeeld. Dat is de verwachting van de Stichting Limburg Elektrisch. De vorig jaar opgerichte stich-ting biedt op dit moment zeventig bedrijven en overheden de mogelijkheid om kennis te maken met elektrisch rijden. Als het aan de stichting ligt, wordt het straks stil op de Limburgse wegen, want veel geluid maken de elektrische voertuigen niet.

Edward Bongers is de initiatiefnemer van de stichting. Zelf rijdt Bongers al jaren in een elektrisch voertuig omdat hij heilig gelooft in de toekomst van elek-trisch rijden. “We zullen hoe dan ook minder afhankelijk moeten worden van olie als brandstof voor onze auto’s,” zegt Bongers. “Het milieu vraagt erom en de mogelijkheden om elektrisch te rijden worden steeds groter.”Het zijn nu nog vooral overheden en ‘groene’ bedrijven die vanwege hun imago en hun maatschappelijk verant-woord ondernemen kiezen voor elek-trische voertuigen. Bijna alle autofabri-

kanten bieden elektrische auto’s aan, Renault zelfs vier verschillende model-len. Er zijn in Limburg al tientallen laad-punten gerealiseerd en dat aantal groeit verder. De stichting bezit enkele elektri-sche voertuigen variërend van auto tot e-bike. Bedrijven die hun medewerkers laten kennis maken met elektrisch rijden en die hun ervaringen delen, komen ook nog eens in aanmerking voor een kilo-meter-subsidie. In een periode van twee jaar wil Bongers met zijn stichting één miljoen kilometer realiseren en naast de laadpalen van Enexis/E-laad.nl een groot aantal laadplaatsen gerealiseerd krijgen bij bedrijven.Bongers: “Omdat wij geloven in dit con-cept willen we zoveel mogelijk bedrijven laten kennismaken. We koppelen leve-ranciers en klanten aan elkaar op een soort marktplaats. Daar kunnen behoef-ten en wensen bij elkaar komen.” In november vorig jaar hadden 25 me-dewerkers van UWV Werkbedrijf in Roermond de primeur. Zij mochten tien elektrische voertuigen een maand uitproberen. Een maand later was het de beurt aan dertig medewerkers van AgentschapNL in Sittard. Eind januari

startte de proefperiode voor ruim vijftig medewerkers van de gemeente Sittard-Geleen en vorige maand maakten de medewerkers van de gemeente Meers-sen kennis met elektrisch rijden. “Vooral voor gemeenten, die toch een voorbeeldfunctie hebben is elektrisch rijden ideaal,” zegt Edward Bongers. “De kilometers die gemaakt worden zijn te overzien omdat het ritten binnen één gemeente zijn. ‘s Nachts kunnen de voertuigen weer opgeladen worden. De beperkte actieradius van een elektrische auto wordt nu nog als een nadeel gezien. “Alleen de Opel Ampera heeft een grote actieradius. De Ampera rijdt zo’n 80 ki-lometer op de accu. Maar hij kan ook grotere afstanden aan. De elektromotor wordt namelijk gevoed door een range extender (generator op benzine), waar-door de actieradius wordt vergroot naar ruim 500 kilometer.” De stichting hoopt straks dat het groene hart van Limburg nog aantrekkelijker wordt voor niet alleen toeristen, maar ook voor bedrijven (en hun werknemers) die zich in de regio willen vestigen.

‘T wordt stil op de Limburgse wegen

Edward Bongers

door Peter Eberson

foto Jean-Pierre Geusens

26 | dossier dertigers

Het zakenavontuur van Harald Swinkels begint spelenderwijs, samen met zijn onafscheidelijke kompaan Pieter Schoen. Tijdens hun studie in Rotterdam – Swinkels doet economie, Schoen bedrijfskunde - brengen ze een beroepskeuzeboek uit voor scholieren. Bekende en succesvolle Nederlanders vertellen hun verhaal, inclusief top-pers als Joop van den Ende en Max Moskowicz. Zeventienduizend exem-plaren gaan over de toonbank. De in-vestering, een lening van vierduizend euro, hebben ze snel terugverdiend.

Swinkels en Schoen starten daarna CareerFever, een digitale vacature-bank. Het is de tijd van de internet-bubbel. Een overnamebod van 35 mil-joen gulden wimpelen beide studenten vrolijk af. Na een succesvolle introduc-

tie in Nederland, lonkt het buitenland. Op de dag van de lancering van het internationale avontuur vliegen twee vliegtuigen de Twin Towers binnen. De economie krijgt een forse dreun en zo ook CareerFever. Het bedrijf gaat failliet.

Pieter lanceert vervolgens het idee om zelf een energiebedrijf te starten. Agressieve wervingscampagnes van de prijsvechter leveren veel publiciteit op. En zevenduizend nieuwe klanten per maand. Befaamde reclamespotjes met de bekende Nederlanders volgen. De aanwas is vanaf dat moment niet meer te stoppen.De Nederlandse Energie Maatschap-pij behaalde vorig jaar een omzet van 380 miljoen euro. Dankzij meer dan 600.000 vaste klanten. Op het

Vanuit het dal naar de

De uit Panningen afkomstige ondernemer Harald Swinkels (36) is directeur-eigenaar van de Nederlandse Energie Maatschappij. Het energiebedrijf dat met de uitspraak ‘Ik zeg doen!’, uit de monden van Frans Bauer, Maurice de Hond en Johan Derksen terrein verovert. Swinkels’ naam prijkt op het Quote-lijstje van jonge miljonairs. Geschat vermogen: 44 miljoen euro.

door Bart Ebisch

foto Jan de Groen

Harald Swinkels

topHarald Swinkels, Nederlandse Energie Maatschappij:

portret | 27

hoofdkantoor in Rotterdam werken 170 mensen. Quote zette beide eige-naren voor het tweede jaar op rij in de juniorrijkenlijst. “We zijn van diep ge-komen. Dat maakt het succes des te mooier”, zegt Harald Swinkels. Waarom ging CareerFever failliet? “Kapot gegroeid, zo is het letterlijk gegaan. Door te saneren, hebben we de firma in verkleinde vorm tot 2003 overeind kunnen houden. Er was een laatste stukje herfinanciering nodig, maar de investeerder zat in zwaar weer. Toen was het voorbij. Ik zie me nog staan voor de rechtbank in Parijs om het faillissement af te handelen. Zoiets gaat je niet in de koude kleren zitten. Zoiets wil ik nooit meer mee-maken.”

Wat heeft u geleerd van het faillis-sement? “Op het moment dat je ziet dat het niet goed gaat, moet je hard ingrijpen. Het faillissement leverde veel juridi-sche kennis op. Daar heb ik profijt van gehad bij het opzetten van de Neder-landse Energie Maatschappij. En het belangrijkste; ondanks alle stress en spanning bleef de relatie tussen Pie-ter en mij goed. Dat blijft. Onderne-men met Pieter levert beslist geen saai leventje op.”

Jullie worden cowboys genoemd. Van dat stempel kom je niet meer af.“Als de insteek is dat we de energie-markt hebben opengebroken, dan mo-gen ze me een cowboy noemen. Graag zelfs. Wat zou er gebeuren als wij er niet waren? Dan zou de prijs van elek-triciteit voor iedereen omhoog gaan.”

De reclamecampagnes van de Ne-derlandse Energie Maatschappij zijn altijd spraakmakend. “Dat moet ook. Energie is een low interest product. Om de aandacht te trekken van het publiek moet je polari-seren. Mensen vinden onze commerci-als geweldig of helemaal niks.”

De campagnes worden verzonnen door een reclamebureau?“Nee, dat gebruiken we als sparring-

28 | dossier dertigers

partner. Pieter en ik bedenken de cam-pagnes. Die mogen niet standaard zijn, eerder anti-establishment. We vallen op, niet met mooie filmpjes, maar met een platte boodschap, verkondigd door bekende Nederlanders. Natasja Froger, Frans Bauer, Maurice de Hond en nu dan Johan Derksen. In de camera kij-ken en wijzen, dat roept reacties op. Ja, het filmpje met Derksen is goed aan-geslagen. Het was onze comeback op marketingvlak.”

Hoe bedoelt u?“We zijn vorig jaar overgestapt op een nieuw facturatiesysteem. Dat was een grote, ingewikkelde operatie, waar meer dan honderd ict’ers aan hebben gewerkt. De overgang moest vlekke-loos gebeuren. Dat was afgelopen zo-mer, een week voor mijn geplande va-kantie. Zou het goed gaan, dan kon ik op vakantie, anders niet. Gelukkig ging het goed. Als gevolg van die operatie hebben we onze reclameactiviteiten tijdelijk op een laag pitje gezet.”

Hoe kwamen jullie uit bij Johan Derksen?“We waren bezig een lijstje op te stel-len met bekende Nederlanders. Pieter speelt hockey en zijn club had Derksen op een avond uitgenodigd als gastspre-ker. Pieter kende hem niet. ‘Die Derk-sen schijnt populair te zijn’, zei hij. ‘Die moet je vanavond aanspreken’, adviseerde ik hem. Als we het hebben over anti-establishment; een betere dan Derksen kun je niet hebben. Een week later zaten we rond de tafel. Een uurtje koffie gedronken. ‘Dan gaan we het maar doen’, zei Johan. Daarna pas ging het over geld. We deden een voorstel en Johan zei: ‘Voor de tijd die ik erin moet steken, vind ik het goed verdiend.”.

Presentator Wilfred Genee van talkshow Voetbal International vertelde op televisie dat zijn col-lega veel te weinig betaald heeft gekregen.“Normaliter praat ik daar niet over. Maar Derksen heeft het bedrag zelf ge-noemd bij de uitreiking van de Loden Leeuw. Om en nabij de 50.000 euro, zei hij tegen Antoinette Hertsenberg van Radar. Dat klopt wel. Zoals Hert-

senberg hem neerzette, als een graaier, dat vond ik ergerlijk. Ze staat zelf voor 3,5 ton op de TROS-loonlijst.”

U kreeg gratis zendtijd bij Pauw & Witteman om de nieuwe commer-cial aan te kondigen.“De redactie was op zoek naar onder-nemers met een positieve boodschap in deze crisistijden. Vooraf werd me uitgelegd hoe het werkt. Zo van, ‘als je antwoordt, vooral geen reclame ma-ken’. Van de andere kant zat die scoop eraan te komen. Die wilden ze graag in de uitzending hebben. Het was het ideale moment. Een dag later is de commercial opgenomen. Dezelfde week nog was de reclame te zien op de televisie.”

Hoe is de rolverdeling tussen Pieter en u? “Pieter is de ideeënman, hij wil voor-uit. Operationele en juridische zaken zijn mijn terrein. Af en toe duw ik op de rem. Ja, dat kan behoorlijk pittige discussies opleveren, ook omdat we al-lebei vrij competitief zijn ingesteld. Na afloop van een vergadering lopen we altijd weer vrij ontspannen naar bui-ten. Anderen zie ik dan denken, ‘dat komt nooit meer goed tussen die twee’. Onze vriendschap gaat ver. Pieter is de peetoom van een van mijn dochters en andersom.”

Is dat wel verstandig; twee vrien-den die samen een bedrijf leiden?“Ik begrijp wat je bedoelt. Onze vriendschap is gegroeid tijdens het ondernemen. Als je als vrienden op-groeit, is het veel moeilijker om elkaar op zaken aan te spreken en kritiek te spuien. Die ballast van het verleden dragen wij niet met ons mee.”

Uw vader was een zakenman.

Uw twee broers zijn succesvol. De ene is directeur UK en Ierland bij Universal. De andere heeft een topfunctie bij Stork/Fokker. Zit er een bepaald gen in jullie familie?“Pap en mam pushten ons niet echt. Geen Krajicek-toestanden in huize Swinkels. Grappig trouwens dat je dat vraagt. Mijn scriptie ging daarover. Ik mocht samen met mijn professor de beste en de slechte verkopers van een bank interviewen. Doel was om erach-ter te komen of verkopen biologisch in plaats van psychologisch verklaard kan worden. Tegenover de verkoopge-richte verkoper staat de verkoper die eerst goed naar zijn klanten luistert. De vraag is of een genmutatie bepaalt welk type verkoper je bent. Ik help mijn professor bij nader wetenschappelijk onderzoek hierover. Fascinerend.”

Welke tip kunt u dertigers geven die een bedrijf willen beginnen?“Beperk je bij het opstellen van een ondernemingsplan tot het idee en een financieel hoofdstuk. Vaak zie je dat ondernemers een jaar lang schrijven en schaven aan hun plan. Mooi en aar-dig, maar de praktijk is compleet an-ders. Als studie zou ik economie of be-drijfseconomie aanraden. Hoewel, een opleiding hoeft niet veel uit te maken als je per se wilt ondernemen.”

In vaste dienst of een eigen bedrijf beginnen?“Studenten kiezen vaak voor een in-ternationale carrière. Dat was aanvan-kelijk ook mijn spoor. Een paar jaar werkervaring opdoen om daarna een eigen bedrijf te beginnen. Intussen ben je wel getrouwd, twee kinderen, een hypotheek en een economie die tegen-zit. Je moet ook reëel zijn. Gezien de economische malaise zou ik adviseren; blijf even zitten waar je zit. Zorg dat je klaar staat als de crisis wegebt.”

U bent een optimist?“Het zijn moeilijke tijden. Neem de vastgoedsector in Rotterdam. Die krijgt dit jaar klappen. Van de andere kant blijven we gevoed worden door negativisme. Economie is psychologie. Als je politici en bankdirecteuren hoort praten, dat leidt automatisch tot een self fullfiling prophecy. Consumenten

“Als de Plem was gebleven, dan waren de meeste mensen in

Limburg nu nog bij de Plem”

portret | 29

houden de hand op de beurs. Wat Eu-ropa nodig heeft, is een charismatisch leider. Van Rompuy is een aardige boekhouder, maar geen leider. Iemand als Tony Blair had dat beter gekund.”

Hoe kun je als bedrijf nog groei-en?“Het mkb wordt onze groeimarkt. Af-gelopen zomer hebben we een nieuwe afdeling opgericht en enkele mensen weggehaald bij de concurrentie. Ver-der hebben we een vergelijkend wa-renonderzoek gedaan, en daar wer-den we heel vrolijk van. Zonder enige vorm van reclame kwamen de aanvra-gen vanzelf binnen, zo’n veertig per dag. We gaan een andere reclamecam-pagne voeren dan de mensen van ons gewend zijn. Een regionale aanpak is wellicht beter om ondernemers en ondernemersverenigingen aan te spre-ken.”

Hoe zit het met de overname van NUON in België? “Die hebben we in de ijskast gezet. De Belgische regering stelt steeds meer randvoorwaarden. Energieprijzen moet je tijdig moeten doorgeven aan

de toezichthouder, met als gevolg dat je als bedrijf niet snel kunt reageren op wat de concurrent doet. België is sowieso een linke markt. Als nieuw-komer loop je het risico dat je klanten krijgt die wegens wanbetaling nergens anders meer energie krijgen. Het risico is groot dat je snel een debiteurenpro-bleem opbouwt.”

Er was sprake van dat jullie naar de beurs zou gaan.“Het had een optie kunnen zijn als we Oxxio hadden overgenomen. Dat is niet gelukt. Dat verhaal over de beurs is trouwens een eigen leven gaan lei-den. Als je geld nodig hebt, ga je op zoek naar een strategische partner, een investeerder óf naar de beurs. Het was een van die drie opties. Een verslag-gever van Reuters vroeg ernaar, zo is het beursverhaal in de kranten terecht gekomen.”

Is er nog een regio in Nederland waar iets te halen valt? “Zeeland, met Delta, het oude nuts-bedrijf. Alleen, daar kom je bijna niet tussen. Delta, dat is Zeeland, net zoals de Plem vroeger stond voor Limburg.

Als de Plem was gebleven, dan waren de meeste mensen in Limburg nu nog steeds bij de Plem, dat weet ik zeker. Door alle fusies is de verbondenheid tussen burger en het nutsbedrijf verlo-ren gegaan.”

En hoe kijkt u op een afstandje naar Limburg?“Als ik Limburgers spreek die in het westen zakendoen, proef ik af en toe nog wel een ‘underdog’-gevoel. Dat vind ik onterecht. In Limburg barst het van de succesvolle ondernemers en ook in de landelijke politiek bij-voorbeeld drukken Limburgers hun stempel. Dat was tien jaar geleden on-denkbaar. Limburgers mogen wat mij betreft best wat meer trots laten zien ten opzichte van de rest van Neder-land.”

Wat gaat 2012 brengen?“Het wordt een mooi jaar, denk ik. We gaan de zakelijke markt opschudden. Half december zijn we begonnen; we komen redelijk op stoom. Wellicht breiden we ons kantoor uit. Ons doel is om de komende drie jaar een aan-deel te halen van vijf procent in de za-kelijke markt.”

U staat in de Quote. Leuk?“Ik sta er niet om te springen. Inbre-kers en nog erger lezen het ook. Vroe-ger als ik de lijst zag dacht ik dat de mensen al dat geld ook echt op de bank hadden staan. Dat is dus niet zo. De waarde van ons bedrijf wordt er-mee uitgedrukt. Van de andere kant; drie jaar na het faillissement staan we aan de top. Mooi gedaan, denk ik dan.”

Rijkdom verandert je leven?“Mijn moeder, en anders wel mijn vrouw, die uit Groningen komt, hou-den me wel met beide benen op de grond. Ik ben niet iemand van de dure dingen. Ik ben geen autoliefheb-ber, golf niet. Een fijn huis, dat heb ik wel. Mijn vrije tijd besteed ik vooral aan mijn twee kinderen en aan mijn vrienden. Ik mag graag lekker eten en drinken, dat wel. Wat dat betreft heeft Rotterdam heel wat goeds te bieden. Toegegeven; ik ga niet meer bij een aanbieding naar Gall & Gall.”

Harald Swinkels: “We vallen op, niet met mooie filmpjes, maar met een platte boodschap, verkondigd door bekende Nederlanders. Natasja Froger, Frans Bauer, Maurice de Hond en nu dan Johan Derksen.”

– A D V E R T E N T I E –

column | 31

omgeving waar respect, eerlijkheid, empathie en plezier de relatie bepaalt? Hoewel iedereen binnen een organisatie, ongeacht rol en functie, hier natuurlijk een verantwoorde-lijkheid in heeft, zal ook niet als een verrassing komen dat leidinggevenden met hun gedrag in deze de toon zetten. Dus hoe kan het dat een leidinggevende die op individueel niveau rationele beslissingen denkt te nemen, een collectief disfunctionerend systeem creëert?

Ervan uitgaande dat zich onder de leidinggevenden geen bewuste kwade genius bevindt (een veronderstelling waar-aan door sommigen overigens wordt getwijfeld), kan het antwoord bijna nergens anders worden gezocht dan in het domein van het onbewuste. Het werk van Manfred Kets de Vries (**) geeft een aantal interessante verklaringen waarom leiders ontsporen in hun gedrag zonder dat ze zich daar zelf direct bewust van zijn. Hij beschrijft een aantal onbewuste gedragspatronen die onvermijdelijk leiden tot wantrouwen en daarmee disfunctioneren. Bijvoorbeeld leiders die door conflictmijdend gedrag geen grenzen meer aangeven over wat toelaatbaar is en wat niet, terwijl ze zelf in de veronder-stelling verkeren dat ze het toch echt iedereen naar de zin proberen te maken. Of leiders die hun medewerkers tiran-niseren door altijd hun visie door te drijven, omdat ze zelf vinden dat implementatie van hun ideeën het beste voor de organisatie oplevert. In beide gevallen leidt dit type gedrag tot een klimaat waar de medewerker monddood wordt gemaakt (en daarmee het creëren van die energieke, creatieve en ondernemende gemeenschap een illusie). In het eerste geval doordat alle gedrag is geoorloofd en respectloos gedrag wel door me-dewerkers wordt gevoeld maar er geen kader bestaat om dit aan de kaak te stellen en om te buigen. In het tweede geval omdat de ruimte voor eigen meningen en ideeën con-sequent wordt ingeperkt. Dit gedrag heeft dus consequen-ties die geen enkele organisatie zich tegenwoordig nog kan permitteren. Helaas is het doorbreken van deze patronen slechts mogelijk wanneer de leider bewust wordt gemaakt van de kosten die de instandhouding van dit klimaat van wantrouwen heeft en hulp krijgt bij het doorbreken ervan. Het vraagt dat de kwetsende leider zichzelf kwetsbaar durft op te stellen want, zoals Ferrucci (***) het verwoordt, het is uiteindelijk kwetsbaarheid die vertrouwen haar waarde geeft.

(*) Vermeulen, F. (2011), Business exposed: een no-non-sense analyse van de wereld van CEO’s, Academic Service, Den Haag.(**) Kets de Vries, M. (2006), The Leadership Mystique: leading behavior in the human enterprise, Prentice Hall, Harlow.(***) Ferrucci, P., (2007), The Power of Kindness: the un-expected benefits of leading a compassionate life, Tarcher.

Mariëlle Heijltjes

Hij vertelt het verhaal heel rustig over hoe hij met steeds minder plezier naar zijn werk gaat nu een nieuwe leidingge-vende het roer heeft overgenomen. Over hoe hij merkt dat collega’s bang worden om een afwijkende mening kenbaar te maken en over hoe sommigen zich systematisch ontkend beginnen te voelen omdat ze op een autoritaire manier worden overruled. Ik word geraakt door hoe hij mentaal afscheid lijkt te nemen van een werkomgeving waarbinnen hij ooit groeide en bloeide. In zijn perceptie is het een nood-gedwongen afscheid omdat hij niet bij machte is een con-structieve brug te slaan tussen de nieuwe leidinggevende en de groep. De waarden en normen die nu leidend lijken te worden zijn de zijne niet meer. Ik zie radeloze, machteloze boosheid en verdriet die een vernietigende impact hebben op zijn inspiratie, welbevinden en productiviteit.

Het doet me denken aan het verhaal dat Freek Vermeulen (*) vertelt over management denker Sumantra Goshal die onze organisaties vergelijkt met de binnenstad van Calcutta in de zomer. Goshal ging elk jaar met zijn gezin terug naar zijn geboortestad Calcutta maar kon daar door de klamme zomerse hitte meestal niets anders doen dan suf op een bed liggen. Pas wanneer hij in de lente weer terug was in het bosrijke Fontainebleau– waar hij werkte aan INSEAD Busi-ness School – en de natuur zag groeien en bloeien, kwam zijn creatieve energie en ondernemingszin weer terug. Gos-hal stelde daarmee dat mensen in principe op een energieke manier een bijdrage willen leveren aan het welzijn van hun organisatie maar daarin vaak worden belemmerd doordat wij organisaties creëren met hetzelfde effect als de binnen-stad van Calcutta in de zomer.

Het roept intrigerende vragen op want waarom creëren we collectief een verstikkend systeem dat suboptimaal functio-neert terwijl we ieder als individu uit eigen ervaring maar al te goed weten dat we beter tot ons recht komen in een

KWETSEND LEIDERSCHAP

Prof. dr. Mariëlle G. Heijltjes is hoogleraar Managerial Behavior en directeur Postgraduate Education bij Maastricht University School of Business and Economics

32 | ondernemen .nl

Ondernemers

economie | 33

Ondernemers honkvast

den geweest waarom bedrijven failliet zijn gegaan in Limburg. Dat blijkt uit meerdere onderzoeken die WijLimburg.nl heeft gedaan op basis van honderden faillissementsverslagen. Ook zijn er geen openbare voorbeelden bekend van be-drijven die zijn weggetrokken omdat de juiste mensen niet meer te vinden zijn. Als er al werk wordt verplaatst is dat van-wege kostenvoordelen elders zoals met een deel van de financiële administratie van DSM dat van Sittard naar India ver-trekt. Ook bij de voorgenomen sluiting van autofabriek Nedcar speelt de kwali-teit van het personeel geen rol. Aan de andere kant loopt de werkloos-heid weer op vanwege de economische crisis. Bedrijven schreeuwen om vak-

Er is een groot verschil hoe ondernemers en werknemers - veelal dertigers, maar ook andere leeftijdsgroepen - tegen Limburg als vestigings-plaats aankijken. Ondernemers zijn over het algemeen positief, werknemers zijn sterk verdeeld. De ene helft vindt nog voldoende werk op zijn of haar niveau, maar de andere helft niet.

Dat blijkt uit een enquête die de redactie van WijLimburg.nl in samenwerking met opinieblad ZUID heeft gehouden via de dagelijkse nieuwsbrief van WijLimburg.nl. De enquête is een momentopname. Wetenschappelijke ‘hardheid’ is er on-der meer niet omdat de groep reageer-ders daarvoor te klein is met ruim 100 ingevulde enquêtes.

Op de vraag ‘Blijft uw onderneming in Limburg’, zegt de overgrote meerder-heid ‘zeker’. Precies 1 antwoordt met ‘nee’. Vier weten het niet. Bijna geen en-kele ondernemer heeft verhuisplannen. De meesten zitten in Limburg omdat ‘de klanten hier zitten’. Daarnaast is ‘dicht-bij huis’ een belangrijke reden. Van de ondernemers die reageerden hebben de meesten een hogere opleiding (hbo of universiteit). De respondenten hebben in meerderheid ondernemingen die al langer dan 5 jaar bestaan.

Waar de ondernemers in grote meer-derheid honkvast zijn is het beeld bij de werknemers veel wisselender. De helft van een groep van ruim vijftig met name hoger opgeleiden vindt dat er op dit moment te weinig werk op het gewens-te niveau is. De andere helft vindt van niet. Dat grote meningsverschil komt ook naar voren bij de vraag ‘Zijn er in Limburg voldoende doorgroeimoge-lijkheden?’. Wel is het beeld daarbij iets positiever voor Limburg. Bijna dertig reageerders zien voldoende potentie om door te groeien in interessante functies bij Limburgse bedrijven. Daarentegen zeggen 21 respondenten onvoldoende doorgroeimogelijkeden te hebben. De enquête komt op het moment dat de arbeidsmarkt grilliger dan ooit is. Ener-zijds zijn er vele honderden moeilijk te vervullen vacatures. WijLimburg.nl pu-bliceert elke maandag tussen de 100 en 200 nieuwe vacatures per week. Overigens is het gebrek aan goed per-soneel voor zover bekend nooit een re-

door Gerrie Coerts

krachten op technisch gebied (zoals Va-pro-c medewerkers) maar ook hoger op-geleiden in de ict en tegelijkertijd komen er gemakkelijk 5000 kliks en honderden emails op minder veeleisende vacatures zoals voor administratief medewerker. Vanwege de tekorten komen er ondanks de hoge werkloosheid steeds meer ken-nismigranten naar Nederland. In 2011 waren dat er 5800. Limburg steekt via miljoenen van de provincie, gemeenten en bedrijven geld in een campagne om met name hoog opgeleide mensen vanuit andere regio’s naar de zuidelijkste provincie te halen. Die campagne wordt vanwege de tekor-ten ook na 2012 doorgezet.

Werknemers

– A D V E R T E N T I E –

‘Mentaliteit jeugd moet veranderen’

Vinden jullie zelf gemakkelijk personeel?Kortweg: nee. Wij werken in een vrij spe-cialistische markt waarbij onze mensen een behoorlijke dosis technische kennis en ervaring nodig hebben, die moeilijk aan te trekken is uit de markt. Wanneer je dan een verkoopfunctie moet invul-len en een commercieel technicus zoekt wordt het lastig. In België noemt men deze mensen tegenwoordig ‘De Witte Raven’ hoorde ik vorig jaar. Zouden overheid en bedrijfsleven nog bepaalde acties moeten onder-nemen op het gebied van de arbeids-markt?Van de overheid verwacht ik niet veel,

Ondernemer Sraar van Rens (31) uit Venlo heeft meerdere zaken waaronder Aandrijf Technisch Buro en Benro statieven. Alhoewel hij zelf ‘pas’ 31 is heeft hij er moeite mee dat leeftijdsgenoten vooral aan (veel) geld denken en minder aan prestaties wanneer het op werk(en) aan komt.

Van Rens: De uitslag van de onderne-mersenquête verrast mij niet direct en ziet er flink conservatief uit. De meeste bedrijven bestaan al geruime tijd en zijn trots om in Limburg gevestigd te zijn, ge-zien het percentage dat hier wil blijven. Ik vind het mooi te zien dat zo’n 50% hier gevestigd is vanwege hun klandi-zie, vooral omdat we met ons bedrijf in Venlo gevestigd zijn en voornamelijk klanten in Offshore en maritieme markt hebben, die zich redelijk concentreert rondom Rotterdam, ofwel, boven het riool. Waarom wij in Venlo zitten? Van-daag op transport, is morgen in huis - al-leen ik moet iets vroeger uit bed om op tijd bij jullie te zijn. Wat me enigszins verrast is dat slechts een beperkt aantal ondernemers universitair geschoold is, hieruit concludeer ik dat deze mensen voldoende intelligent zijn om ervoor te kiezen geen personele zaken op hun hals te halen.

En bij de werknemersenquête? De eerste conclusie die bij mij direct naar boven kwam is het grote aantal hoog geschoolden die deze enquête ingevuld hebben. Dus, of Limburg be-schikt over veel hoog opgeleide mensen of wijlimburg.nl is een informatiedo-mein op niveau. Wat me zeer verrast zijn de resultaten over werkgelegenheid in Limburg. Bijna de helft van de kandi-daten verklaart te weinig werk op niveau te kunnen vinden en er wordt gesproken over onvoldoende doorgroeimogelijkhe-den. Conclusie; of we moeten werkgele-genheid op niveau naar Limburg halen -indien hieraan werkelijk tekorten zijn- of er ligt een markt open voor werving- en selectiebureaus om werknemers... Hebben jullie verhuisplannen bui-ten de Limburgse grenzen?Absoluut niet! We hebben net een be-hoorlijke uitbreiding achter de rug in Venlo waar we hopelijk nog heel lang mee vooruit kunnen.

daar wordt bezuinigd. Het is een orgaan dat zichzelf in leven houdt Als er toch nog een euro uitgegeven kan worden zou het goed zijn als de overheid meer geld steekt in scholen en interne oplei-ding bij bedrijven.

Wat wil je nog kwijt?Hoewel ik vrij jong ben, hoop ik dat de mentaliteit van de jeugd gaat verande-ren en dat de jeugd bereid is om te wer-ken voor hun centen. Een overgrootdeel wil in mijn ogen teveel verdienen voor zaken die ze niet kunnen waarma-ken. Onlangs antwoordde iemand tij-dens een sollicitatiegesprek: “poehh dat vind ik wel een echte kut vraag”. Waar moet het heen?

.nl34 | ondernemen

Sraar van Rens

– A D V E R T E N T I E –

door Gerrie Coerts

‘Mentaliteit jeugd moet veranderen’

– A D V E R T E N T I E –

Richard de Boer

politiek | 37

Op stoom en ‘in control’: Richard de Boer

ben gevoed. En vader De Boer, manager bij DSM, die volgens zijn zoon altijd het onderste uit de kan wil halen en ‘een echte knokker’ is. In de Haagse VVD-echelons hebben ze Richard de Boer reeds opgemerkt. Voordat hij sollici-teerde op zijn huidige baan is hij gepolst voor de Tweede Kamer, geeft hij toe. “Ik ben toen op gesprek geweest, maar het was nog niet het juiste moment voor mij. Dat voelde ik, dat voelden zij.”

PrincipieelZelf zegt de ambitieuze VVD’er in zijn loopbaan graag toe te werken naar ‘een stip aan de horizon’. De koers zet hij uit, helder en gestructureerd, want daar houdt hij van. “Dan merk je ook sneller op wat afwijkt.” Zo was hij als twintiger al. Terwijl de meeste jonge mensen zich onderdompelen in het uitgaansleven en de drank, minstens tijdelijk, rijkelijk la-ten vloeien, heeft De Boer nog nooit een druppel alcohol gedronken. “Ik lust het niet, en dan wordt het vanzelf een prin-cipe. Ja, ik houd graag alles in de greep, ben graag in control. Waar de grootste zelftwijfel tot uiting komt? In mijn per-fectionisme. Twijfel is er altijd, natuur-lijk. Je vraagt je af wat mensen van je verwachten.”

Getwijfeld heeft hij niet over de stap van het wethouderschap naar het bur-gemeestersambt. Grijzend: “Ja, voor mij was die logisch. In dat laatste jaar in Brunssum voelde ik dat de cirkel bijna rond was. Je gaat van probleemgericht naar meer oplossingsgericht denken. Ik

De zoektocht naar nieuwe politieke kroonprinsen duurt immer voort. Terwijl CDA-talent Camiel Eurlings de aanspraak op de troon eerder niet claimde, komt in de Limburgse VVD-gelederen ’s lands jongste burgemeester op stoom in Simpelveld. Met een bestuurstermijn in gedachten van pakweg een jaar of tien vindt Richard de Boer (31) de landelijke politiek ‘verrekte interessant’. “Ik werk graag toe naar een stip aan de horizon.”

Wat Richard de Boer ambieert, krijgt hij meestal. Zodoende is hij, op 31-ja-rige leeftijd, op 2 december afgelopen jaar geïnstalleerd als burgemeester van Simpelveld: de jongste burgervader van ons land. Het is zijn nieuwste carrière-move, na een loopbaan in de hoogste versnelling als raadslid en wethouder in de Brunssumse politiek. Zes jaar eerder, op zijn tweede werkdag als wethouder (dat is meteen zijn eerste baan, red.) omschrijft de dan 25 jaar oude De Boer zichzelf tegenover vakblad Binnenlands Bestuur als ‘een politiek dier vol ambi-ties’. Dat hij dan al ontzettend gefocust is, blijkt wel uit het feit dat hij in hetzelfde gesprek zegt: “Het Haagse lonkt. Maar ik wil niets overhaasten. Ik wil me niet overeten.”

Dus kiest hij voor een ogenschijnlijk nauwgezet uitgestippelde loopbaan. Weinig lijkt hem tot dusver in de weg te staan. De man met de heldere, lichte ogen. Taxerend. Zelfverzekerd zit hij in de burgemeesterskamer, gestoken in een donkerblauw pak. VVD, dat straalt er vanaf. Slechts één keer vult de com-municatiemedewerker zijn woorden aan tijdens het anderhalf uur durende ge-sprek. Opvallend is het speldje van het Brunssumse gemeentehuis, dat op de revers van zijn colbert prijkt. De Boer heeft het gekregen bij zijn afscheid al-daar. Lachend: “Het gaat af als ik de ambtsketting omdoe.”Misschien zijn het de koempelgenen -beide grootvaders waren mijnwerkers- die de drive om vooruit te komen, heb-

door Peter Eberson en Gwen Teo

foto Alice Primowees

was gegroeid van oppositievoerder naar bestuurder. En wilde verder groeien. Heb mezelf afgevraagd wat goed voel-de. Dat was een bestuursfunctie in de lokale politiek.”In de in 2011 opgestelde profielschets van de Simpelveldse gemeenteraad, op zoek naar een nieuwe man of vrouw die het hoogste ambt kan bekleden, staat dat bij gelijke geschiktheid de voorkeur uit-gaat naar de jongere kandidaat. Woord wordt gehouden, negentien anderen laat de Brunssummer achter zich. De Boer wordt unaniem voorgedragen. Op de dag van zijn installatie laat hij desge-vraagd aan de media weten dat hij geen extra druk voelt. En dat jong zijn, ‘dat gaat vanzelf over’.

Tijdens de eerste paar maanden in zijn huidige functie heeft hij vooral de ‘ver-bindingsofficiersrol’ van een burgerva-der als nieuw ervaren. Boven de par-tijen staand, leider van het college van B en W, aanspreekpunt voor de raad, waarin de VVD overigens ontbreekt. Uit Simpelveld komt de beste worst (sla-gerij Meggie & Loek is uitgeroepen tot ‘Worstmaker-traiteur 2012’ door stich-ting Het Worstmakersgilde, red.) en het dorp van net geen 11.000 inwoners be-haalde in 2011 de derde plek in de strijd om de titel ‘Leukste dorp van Limburg’. Verder verschijnt de gemeente van de jongste burgemeester echter niet be-paald frequent in het nieuws. Geen pro-bleem, stelt De Boer: “Politiek is het hier redelijk rustig, dat heeft als voordeel dat we minder chocoladeletters scoren in de

krant. Maar er gebeurt genoeg, zoals je kunt zien.”Inderdaad, in de Poort van het Mergel-land (“als het aan ons ligt, wordt dat de Poort van het Heuvelland”) wordt ge-werkt. Voor het stadhuis aan de Markt krijgt de herinrichting van het centrum vorm, evenals de Eyserbeek. Het cen-trumplan behelst 4500 vierkante meter winkelruimte, 64 appartementen, 22 grondgebonden woningen en 275 par-keerplaatsen. Dat retailers zoals Plus-supermarkt voor zijn gemeente teke-nen, schenkt de VVD’er voldoening en bereidt de Zuid-Limburgse plaats voor op een toekomst waarin vergrijzing en krimp toenemen. “In de dorpskern Sim-pelveld is goed voorgesorteerd op de vergrijzing, met veel voorzieningen voor ouderen. Daardoor keren mensen terug. Desondanks zijn ook hier krimpvraag-stukken aan de orde. Van de woningen is bovendien 65 procent privaat bezit.”

StoomparkWelke rol (dorpskern) Bocholtz, dat sinds de herindeling in 1982 samen met Simpelveld een gemeente vormt, in die toekomst moet vervullen, is vooralsnog een groter vraagstuk. Zorghotel Wel-loord aldaar, afgelopen augustus failliet verklaard, is nooit geworden waarop was gehoopt. De Boer vindt dat Bocholtz behoefte heeft aan durf, er moet stevig worden geïnvesteerd, zodat de ‘pareltjes’ die er nu zijn, verder kunnen worden ge-valoriseerd. Hij ziet recreatiemogelijkhe-den voor klooster Huize Loreto, waar de zusters gaan vertrekken, ‘maar dat is aan hen’. In elk geval moet het, voor de hele gemeente en in breder perspectief voor Parkstad, in de verblijfsrecreatie worden

emontskeukens.nl

Onze partners:

vintage

Creative concept by Mackintosh the creative ©mpany | www.m-netwerk.nl 045shoppenNL

045 SHOPPEN.nl

– A D V E R T E N T I E –

gezocht. Daar zitten de werkgelegen-heidskansen, stelt hij, die zo onontbeer-lijk zijn voor de jongere generaties.

Arcus Zuid bouwt een nieuw bungalow-park met 135 woningen in Simpelveld. Oud is het spoor van de Miljoenenlijn, dat schreeuwt om een opknapbeurt waar de provincie zich momenteel over buigt. De doorontwikkeling van de trekpleis-ter Zuid-Limburgse Stoomtrein Maat-schappij is na het vakantiepark een van de drie projecten op het verlanglijstje van De Boer, gevraagd naar waarmee toeris-tisch Parkstad zich verder dient te pro-fileren. De burgemeester mijmert over een ‘stoompark’, een attractie die stoom-treinreizigers verleidt tot langer verblijf.

Last but not least Nature Wonder World, dat aan de oostkant van Brunssum moet verrijzen dankzij Toverland-ondernemer Jean Gelissen.

De grote infrastructurele projecten, waar De Boer eerder als DB-lid van de regio Parkstad Limburg hard aan heeft getrok-ken, denk aan de Buitenring Parkstad, beginnen duidelijker vorm te krijgen. Noodzakelijk om het woon-werkklimaat in Limburg zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Het beeld dat in de buitenwereld nogal eens leeft, namelijk dat de acht Parkstad-gemeenten vooral structuurdis-cussies voeren, ontkracht hij. “We doen

veel meer dan dat. Er gebeurt echt wat.”

Privé is dat eveneens het geval bij De Boer. Op 1 september treedt hij in het huwelijk met zijn Fion (Heiligers, red.). Zij, beleidsmedewerker bij de gemeente Brunssum, heeft net als haar aanstaande man rechten gestudeerd en drinkt ‘op jaarbasis hooguit één fles wijn’. Terwijl zij saxofoon speelt bij de fanfare is hij lid van de drumband. “Als ik mijn trommel omhang, ben ik gewoon Richard.” Ont-spannen doet hij door te wandelen, tijd door te brengen met familie en hij is nog altijd scoutinglid. Ten gevolge van de laatste stap omhoog op de carrièrelad-der staat het huis in Brunssum te koop. Een mogelijke toekomst als burgervader van Brunssum veegt De Boer van tafel: nooit. Opvallend is zijn uitspraak dat vier jaar geleden carrière beslist op de eerste plaats kwam, maar die inmiddels voorrang moet verlenen aan het familie-leven. In breder perspectief: hij wil zich eerst verder ontwikkelen en ‘echt iets toe-voegen als burgemeester in Simpelveld’ alvorens hij verder kijkt.

Dat De Boer dit ambt decennialang blijft vervullen, lijkt echter weinig realis-tisch. De bijna 32-jarige politicus rekent zelf op zes tot twaalf jaar: “Tien jaar Brunssum, tien jaar Simpelveld. Daar ligt nu de stip. Het politieke spel vind ik geweldig. Openbaar bestuur idem dito. Nu kent mijn werk veel variatie. In de Tweede Kamer ben je veel specialisti-scher bezig. Je hebt bestuurders en volks-vertegenwoordigers. Ik voel me nu meer bestuurder. Bovendien, Den Haag moet je niet alleen echt willen, het moet je ook zijn gegund.”

38 | dossier dertigers

“Als ik mijn trommel omhang, ben ik gewoon

Richard”

politiek | 39

Bedrijvige stad in het hart van de Euregio

HeerlenWie een plek zoekt voor zijn onderneming, zoekt een thuis voor zijn bedrijf. Wie succes nastreeft, zoekt een prettige leefomgeving voor zijn personeel. Wie een toplocatie zoekt voor zijn bedrijf komt terecht in Heerlen!

Heerlen is een bruisende stad midden in het groen. Een stad die nieuwkomers hartelijk in haar samenleving opneemt.

Wij nodigen u uit om kennis te maken met deze stad, een jonge levendige stad waar veel mogelijk is. Neem daarom een kijkje op www.zakelijk.heerlen.nl om zelf te ontdekken wat Heerlen u te bieden heeft!.

telefoon: 045-560 48 88email: [email protected]

Gemeente Heerlen

– A D V E R T E N T I E –

DE BLIKSEMCARRIÈRE VAN RICHARD DE BOER

Wie de bliksemcarrière van Richard de Boer voorafgaand aan zijn burgemeesterschap is ontgaan, bij dezen. In 1999 wordt de dan 19-jarige Brunssummer via internet lid van de VVD. Opgegroeid in een VVD-gezin, waarin politiek ‘niet echt speelde’, is De Boer al jong geïnteresseerd. “De scherpte van Bolkestein vond ik geweldig. En ik zei tegen mijn ouders op wie ze moesten stemmen.” In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2002 woont hij voor het eerst een vergadering bij. “Het was een warm bad.” Op dat moment bezet de VVD twee raadszetels in Brunssum. De Boer wil ‘niet al te ambitieus zijn’ en besluit voor een zevende plek te gaan. “Dat leek me een realistisch streven en ik ben op 7 mei geboren.” Omdat de calculerende Brunssummer ervan uitgaat dat de partij waarschijnlijk geen vijf extra raadszetels zal binnenslepen tijdens de verkiezingen, be-sluit hij nadrukkelijk in te zetten op voldoende voorkeursstemmen. Die krijgt hij: 171. De VVD groeit van twee naar vier zetels in de oppositie en De Boer heeft zijn plek verworven. Terugblikkend op die tijd, zegt hij: “Ik heb veel geleerd van Erik Koppe (nu VVD-Statenlid, red.) en Jack van Oppen. Bovendien studeerde ik indertijd rechten aan de Universiteit Maastricht, de ervaring die ik als raadslid opdeed, sloot daar perfect bij aan. Het was een periode waarin ik heb leren zwemmen.”

Eerste baan: wethouderVier jaar later maakt de jonge VVD’er zijn volgende move. Inmiddels afgestudeerd, wordt de 25-jarige De Boer wethouder in zijn thuisstad. Een bewust keus: de ‘vooral juridisch of overheidsgerelateerde functies’ waarop hij solliciteert, blijken het niet te doen voor hem. Zijn portefeuille is tussen 2006 en 2011 (De Boer begint in 2010 aan een tweede periode als wethouder, red.) gevuld met typische VVD-stokpaardjes, zoals financiën en economische zaken. Maar ook onderwijs, cultuur, sport en welzijn komen voor zijn rekening, tevens is hij DB-lid van de regio Parkstad Limburg. Daar gaat hij voor grote infrastructurele projecten, zoals de Buitenring Parkstad. “Omdat je niet altijd moet kiezen voor de veilige weg en jezelf moet dwingen tot verbreden.”

– A D V E R T E N T I E –

– A D V E R T E N T I E – – A D V E R T O R I A L –

42 | essay

Terugblik op mijn heroïsche periode

Is er een vergelijking te maken tussen de ‘dertiger jaren’ van iemand die ze in de jaren negentig beleefde, en het perspectief van een dertiger van nu? Govert Derix (binnenkort 50) keek naar zichzelf, en maakte een balans op.

Eén van de grote lessen van de Ro-meinse keizer en filosoof Marcus Au-relius (121-180) is dat ongeluk strikt genomen niet bestaat. Alles wat je overkomt, hoe erg ook, is juist als een geluk te aanvaarden. Dat geldt dus ook voor leeftijden. Velen zien op te-gen ouder worden. Zelf kom ik tot de voorlopige conclusie dat het leven met het vorderen der jaren hooguit fasci-nerender wordt. Afkloppen natuurlijk. Maar dan: hoe heftig ook de tegensla-gen die de toekomst nog in petto heeft, ik hoop dat ik toch steeds de wijze raad van Aurelius in mijn achterhoofd zal houden om álles, no matter what, te beleven als je reinste geluk.Maar toch. Als ik vanuit deze visie te-

rugkijk naar mijn ‘dertiger jaren’ en de kans zou hebben ze opnieuw te leven, zou ik ongetwijfeld veel anders hebben gedaan. Minder jachtig, minder ambi-tieus, meer aandacht voor mijn kinde-ren en ouders, meer reizen, gezonder leven... Ik zal nooit vergeten hoe ik als ingehuurd tekstschrijver en commu-nicatieadviseur werkte voor een lan-delijke bank. Met regelmaat was ik in het statige hoofdkantoor in overleg met de directeur, die tevens een informele commissaris was van mijn bureau. ‘Jíj bent nog jong!’ riep de man zo nu en dan, en bedoelde daarmee ook dat ik het mij nog kon veroorloven om zo nu en dan een fout te maken. Pas toen ik de veertig al lang gepasseerd was, be-

sefte ik dat er schijnbaar een magische grens ligt bij 40. Aldus bezien is je de-cennium van dertig er een waarin je nog vleugels hebt, waarin je nog alle kanten uit kunt, waarin je brein nog de flexibiliteit heeft om nieuwe talen te leren, en waarin je nog niet naar je partner hoeft te kijken met een blik van ‘dit is dus de man of vrouw met wie ik oud ga worden.’

Het publieke leven van Jezus – een van mijn ideologische helden – speel-de zich af tussen zijn dertigste tot drieëndertigste. Misschien kent u het verschijnsel dat je lang opkijkt tegen iemand van een bepaalde leeftijd. En dan prompt zelf die leeftijd bereikt en

door Govert Derix

Terugblik op mijn heroïsche periode

essay | 43

verwonderd terugkijkt naar die be-wondering van jaren terug. Toen ik op mijn twintigste verliefd was op een meisje van vijfentwintig leek dat een onoverbrugbare afstand. Een dame van een kwarteeuw! Toen ik als prille puber mijn eerste gedichten schreef wilde ik per se vóór mijn zeventiende iets publiceren. En nog altijd check ik bij het luisteren naar Beethoven (een andere held) hoe oud hij was toen hij het betreffende werk componeerde. Op de leeftijd waarop ik dit schrijf was hij al bezig met wat te boek staat als zijn ‘late werk’. Het decennium van zíjn dertiger jaren werd bekend als de ‘heroïsche periode’ met meesterwer-ken die stuk voor stuk de muziek voor altijd veranderden.

Waren de tien jaren tussen mijn ne-genentwintigste en veertigste een he-roïsche periode? Jazeker! Ik beklom de ladder van het ondernemerschap, was jaarlijks een langere periode in Brazilië om er te schrijven aan boeken die zelden verschenen, en maakte met collega’s en klanten kennis met zo’n beetje alle culinaire hotspots van onze provincie. Bij een van die gelegenhe-den legde een collega een soort klein uitgevallen koelkast op tafel, waar-mee we even later mijn vader belden die pas na lange minuten besefte dat we spraken via een draadloos mobiel-tje. Lange tijd verzette ik mij daarna echter tegen het toujours bereikbaar zijn, vooral omdat ik rust een voor-waarde vind voor creativiteit. Totdat ik op een vrijdagavond terugkwam uit de Randstad en op het antwoordap-paraat hoorde dat drie projecten in de soep waren gelopen omdat ik in-communicado was geweest. Jarenlang genoot ik vervolgens in elk geval nog aan het strand Brazilië van mijn zalige onbereikbaarheid. Ik geloof dat ik al veertig was toen ik bij aankomst aldaar opschrok omdat mijn mobieltje ineens een sms’je uit Nederland ontving. En nu ik toch bezig ben met voor dertigers

van deze tijd onvoorstelbare details: in diezelfde tijd kapte ik mij een weg door een oerwoud op de grens met Bolivia. Prompt gierde de adrenaline door mijn lijf vanwege de ringtone van mijn mobieltje dat ik echter niet bij me had. Een exotische vogel confronteerde me aldus hoezeer ook ikzelf intussen was vergroeid met dat stuk elektronica.

Typisch natuurlijk dat deze terugblik al snel gaat over de enorme spurt die de technologie sindsdien heeft gemaakt. Maar er is nog iets anders. Ik bereikte mijn intellectuele volwassenheid in een tijd dat we nog geloofden dat het rapport van de Club van Rome effect zou hebben. De grenzen van de groei waren in zicht, als we maar de juiste maatregelen zouden nemen, zou alles, net als in een film, nog net goed ko-men. Intussen is duidelijk dat we niet genoeg deden om zo’n happy end bin-nen handbereik te brengen. Een ‘win-dow of opportunities’, dat tot in de jaren negentig ook in de samenleving en politiek bestond, bleef onvoldoende benut. Intussen staat dat raam op een kier, of is al stevig op slot. In mijn ja-ren dertig droomden wereldverbete-raars nog van het Ruimteschip Aarde dat op koers moest blijven. Nu weten dertigers amper dat de planeet van nu radicaal verschilt van de planeet van toen. Een ecoloog als Bill McKibben stelt zelfs dat de blauwe planeet zoals we die in mijn tijd nog kenden, niet meer bestaat en nooit meer terug zal komen. Dat is triest nieuws voor de dertigers van nu en straks.Mijn dertiger jaren hadden kortom niet alleen voor mijzelf een heldhaf-tige periode kunnen zijn, maar voor de hele planeet. Het hadden de jaren kun-nen zijn waarin we tot inkeer kwamen en vóórkwamen dat we de toekomst van toekomstige dertigers (en twinti-gers, tieners, veertigers en tachtigers) op het spel zetten. Het grote verschil tussen mijzelf en jullie is dat mijn ge-neratie zág dat ze op een Titanic zat

en de ijsberg nog had kunnen ontwij-ken. Terwijl jullie generatie als eerste geconfronteerd wordt met een frontale botsing. Of om met de radicale filo-soof Slavoj Zizek te spreken: ‘Als het licht aan het einde van de tunnel al iets is, dan is het eerder dat van een andere trein die ons in volle vaart nadert.’

Juist in het licht van dit sombere beeld zou het mij niets verbazen als de stoï-cijnse Marcus Aurelius zich nog lang in een bijzondere populariteit mag verheugen. Aurelius als denker der huidige dertigers! Want als de catas-trofe dan toch voor de deur staat, dan kun je haar maar beter omhelzen. ‘Ik wens u spannende tijden’, aldus Zi-zek. Aan de dertigers van onze tijd het voorrecht te leven in wat wellicht de spannendste tijd aller tijden gaan zijn. Juist daarom geloof ik dat er voor jongere generaties de fenomenale uit-daging ligt om ons tijdperk om te sme-den tot het meest heroïsche. Dertigers aller landen verenigt u en zegt ‘nee’ tegen de ongemakkelijke waarheid van een Inconvenient Truth die nog altijd als een Zwaard van Damocles boven onze hoofden hangt! Als iedere tijd de mooiste is, dan geldt dat zeker voor diegenen die nu hun bloei beleven. Verander de wereld, begin bij jezelf. En laat je niet kisten door welk onge-luk uit welke hoek dan ook. En mócht het tegen zitten, sla gewoon Marcus Aurelius open: ‘Kijk achter je, in de gapende afgrond van de tijd, en vóór je, in een andere oneindigheid. Wat is, tegen die achtergrond, het verschil tussen een kind van drie dagen en een Nestor, die drie generaties heeft zien komen en gaan?’

Govert Derix is filosoof, schrijver en adviseur

– A D V E R T O R I A L –

column | 45

duikt, dan gaat de vlag niet uit. Integendeel: we haasten ons te verklaren dat ‘het komt door de vergrijzing’. Dat is volgens het UWV maar ten dele juist en bovendien: so what. Dezelfde behandeling ondergaat het fenomeen ‘krimp’. Dat de drie Limburgse regio’s niet (meer) krimpen, wordt snel en vakkundig gedemonteerd: ‘komt door de buitenlan-ders’. Ook hier weer: slechts gedeeltelijk waar – ook het binnenlands migratiesaldo verbetert – en so what.

Natuurlijk moeten we oog hebben voor de specifieke pro-blemen van Limburg. Dat het CBS ons op basis van een regiogemiddelde uit de categorie ‘krimpregio’s’ heeft ver-wijderd; daar heeft de bewoner van Vrieheide of andere wijken waar het fenomeen wél blijft toeslaan, weinig aan. Het is dan ook de verdienste van realistische bestuurders dat het onderwerp hoog op de agenda staat – en blijft staan. Hetzelfde geldt voor de vergrijzing. Die gaat hier harder dan elders in Nederland. Hoe prachtig en hoopvol het ook is dat we tegelijkertijd vergroenen; de jonkies zijn nog niet klaar voor de arbeidsmarkt en het is dan ook volkomen terecht dat gedeputeerde Verheijen waarschuwt voor een krimpende beroepsbevolking. Want daardoor staat een be-langrijke vestigingsfactor voor ondernemers onder druk. Een vitale economie vereist dat we bewoners en bedrijven vasthouden en aantrekken. Het helpt dan niet door onszelf voortdurend een imago aan te meten van een leeglopende, werkloze krimpregio. Integendeel: het werkt averechts. Er is geen ondernemer te vinden die investeert in een hopeloze propositie, geen bewoner die kiest voor een leeglopende zaak. Zelfs de nationale overheid steekt geen geld meer in kansloze sectoren en regio’s - die kunnen hoogstens nog re-kenen op een afbouwsubsidie.

Meer zelfvertrouwen verhoogt de aantrekkingskracht. Neem Berlijn: ‘Arm doch Sexy’, is zijn lijfspreuk en dat sexy laat ik graag aan de verbeelding over, maar ‘arm’, daar zit wat in. Twintig procent is werkloos: vier keer zoveel als in Limburg. Toch staat dat een ongebreidelde trots en opti-misme niet in de weg, waardoor investeerders en jonge on-dernemers in grote getalen worden verleid hun heil in de stad te zoeken. De energie en het enthousiasme dat Berlijn uitstraalt trekt massa’s jongeren aan. Prenzlauer Berg is de vruchtbaarste wijk van de EU. Nog even en de stad is alleen nog maar sexy. Optimisme loont. Imago is een keuze. Wij kunnen dat ook. De manifestatie waarmee het bidbook Culturele Hoofdstad werd gepresenteerd liet zien dat Limburgers zelfverzekerde optimisten kunnen zijn. Een krachtige boodschap, een ster-ke trots op de eigen identiteit die gebikkeld is in Europa én blije gezichten bij de achthonderd aanwezigen uit alle delen van de Euregio. Als we die ingrediënten kunnen verzilveren richting, tijdens en na 2018, kump alles good.

Wim Ortjens

Wie in Limburg leeft, werkt en onderneemt, doet dat in een van de vijftig meest aantrekkelijke en succesvolle regio’s ter wereld. De nieuwste reclamestunt van Regiobranding? Nou, reken maar eens mee:

Nederland is volgens de Verenigde Naties het derde beste land ter wereld om in te leven. Na Noorwegen en Australië. De economische kansen, leefkwaliteit en individuele ont-plooiingsmogelijkheden zijn bijna nergens anders op aarde zo hoog als hier. Binnen Nederland stijgt Zuid-Limburg vol-gens de Rabobank Regiomonitor van een laatste (veertigste) plek, naar nummer zes. Andere lijstjes zetten ons nog hoger, andere weer lager, en volgens CBS zitten we daar ergens tussenin. Laten we het afmaken op een stabiele midden-moter. Verdeel de wereld in gelijke porties van een miljoen inwoners (maatje Limburg) en je hebt zesduizend regio’s, waar wij dus in de top-vijftig van zitten. Toch doen de verhalen over het gebied vermoeden dat zich hier een humanitaire ramp voltrekt. Jongeren trekken weg, bedrijven vallen om, er heerst massawerkloosheid en in de lege dorpen en steden schuifelen alleen nog maar hoog-bejaarden rond. Feiten die het tegendeel bewijzen, beklij-ven nauwelijks. De reportages uit het rampgebied blijven zwanger van begrippen als ‘krimpregio’ (terwijl het CBS voor Limburg de komende 15 jaar geen noemenswaardige krimp meer voorspelt), ‘braindrain’ (hoewel NICIS vast-stelt dat er sprake is van braingain), ‘ontgroening’ (terwijl de groep 20-25 jarigen in Zuid-Limburg gestaag stijgt) en ‘massawerkloosheid’ (5,1%, een recordlaagte).

Het is te gemakkelijk om de media aan te wijzen als de bron van deze “grauwsluier van pessimisme”, zoals Mark Verhe-ijen het noemt. We doen het zelf. Als de werkloosheid voor het eerst sinds 1994 jaar onder het Nederlands gemiddelde

OPTIMISME

Wim Ortjens is directeur Stichting Regiobranding Zuid-Limburg

LOONT

46 | dossier dertigers

Filmmaker Jim Taihuttu:

‘Je moet durven falen’

Venlonaar Jim Taihuttu heeft afgelopen jaar naam gemaakt in de filmwereld. Zijn speelfilmdebuut Rabat werd beloond met vier Gouden Kalf-nominaties waarvan er één werd verzilverd. Gelauwerd op zijn dertigste, maar nog lang niet op zijn lauweren rustend. “De ‘entrance’ is gemaakt, maar ik denk nu niet meteen dat ik de nieuwe Spielberg ben.”

Na een autorit van twee uur vanuit ‘zijn’ stad Venlo naar zijn woonplaats Amsterdam, arriveer ik op Canvas op de 7e aan de Wibautstraat. Jonge, veel-al artistieke types bevolken de voor-malige kantine van de redactie van De Volkskrant. Jim Taihuttu, 30 jaar en nu al succesvol ondernemer en film-maker, past in dat plaatje.

Hij is de oudste zoon uit een gezin van drie kinderen. Geen doorsnee familie. Vader Gino Taihuttu is fulltime muzi-kant. En jongere broer Jiri is net als pa een getalenteerd gitarist. “Bij ons thuis kwamen altijd muzikanten over de vloer. Enkele ooms speelden betaald voetbal. Ik kende niemand met een

baan van negen tot vijf. Ik ben opge-groeid met het idee dat je zelf iets kunt worden, dat je daarvoor niet per se een baan nodig hebt.” Omdat zijn moeder wel graag wilde dat Jim ging stude-ren, maakte hij zijn havo af en deed een vooropleiding voor piano op het conservatorium in Maastricht. “Maar door alle muziek om me heen was dat op de een of andere manier toch niet zo spannend meer. Ik ben uiteindelijk gaan studeren aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, waar ik de stu-die audiovisuele media heb afgerond.” RechtsVenlo is de stad waar Jim Taihuttu op-groeide. “Ik heb er een te gekke jeugd

gehad, al is Venlo best een ruwe stad. In vergelijking met Amsterdam is het kleinschalige van Venlo voor een kind en tiener wel prettig. Als ik zelf kinde-ren krijg, zie ik ze ook liever opgroei-en in een overzichtelijke stad. Zoals Haarlem bijvoorbeeld. Amsterdam is te groot en te wild.” Terugkeren naar Limburg ziet hij niet zitten. “Voor mijn werk is dat niet handig, bijna onmoge-lijk als je buiten de Randstad woont. Bovendien mis ik in Venlo een bio-scoop. In deze fase van mijn leven kan ik er dus niet wonen en het moet raar lopen wil ik ooit terug gaan. Dat zou alleen het geval zijn als er iets zou zijn met mijn ouders. We hebben een hele sterke familieband. Al kom ik niet heel

door Lean Hodselmans

foto Dennis Duijnhouwer

Jim Taihuttu

Filmmaker Jim Taihuttu:

‘Je moet durven falen’

interview | 47

vaak meer in Venlo, ik zie mijn ouders bijna elke week omdat ze dan naar Amsterdam komen met Jiri, die hier een conservatoriumopleiding volgt. En mijn zus Jazzy woont inmiddels ook in Amsterdam.”

Er zijn momenten waarop Jim Tai-huttu niet trots is op Venlo, waar de onverdraagzaamheid in de loop der jaren volgens hem enorm is toegeno-men. “Het is voor veel Nederlanders de bakermat van de rechtse gedachte-gang. De zogenoemde stad van Geert Wilders telt de meeste PVV-stemmers. Zelfs onze Venlose buren stemmen tegenwoordig op Wilders, die in mijn ogen angstpolitiek bedrijft. Mensen beseffen niet hoe het werkt als je op een bepaalde partij stemt. Van alles wat Wilders belooft, wordt 80% terug-gedraaid omdat hij op die manier de macht kan behouden. Met oneliners als ‘De Polen jatten onze banen’ trekt hij stemmers die denken door Wilders hun baan terug te krijgen. Maar als je voor 4 euro 50 per uur asperges wilt steken, is je baan er gewoon.”

Tweede generatieproblematiek Zijn werk als filmmaker en onderne-mer van eigen reclamebedrijf Hab-bekrats ziet Jim Taihuttu niet als een baan maar als een ‘state of mind’. “Habbekrats is een conceptbureau waarbij het gaat om ideeën die je in je kop hebt. Er zijn dagen dat ik niet op kantoor kom. We zijn van oor-sprong een bureau dat met weinig geld mooie dingen wil maken. Vandaar ook de naam: Habbekrats.” ‘We’ dat zijn Jim Taihuttu en de gebroeders Julius en Victor Ponten. De start van Hab-bekrats in 2004 was volgens Taihuttu tot nu toe de grootste verandering in zijn leven. “Ik was toen een jaar of 23 en had alleen nog wat aangekloot. Met Habbekrats werd het serieus. We heb-ben reclamecampagnes gemaakt voor Het Parool en videoclips voor onder andere dj Tiësto en The Opposites.”

Met die vrienden, de acteurs Achmed Akkabi, Nasrdin Dchar en Marwan Kenzari maakte Habbekrats eind 2009 de korte film Wolken #2. Het was de proloog voor de uiteindelijke missie: het maken van een speelfilm. Dat is altijd het doel geweest. Het scenario werd speciaal voor deze acteurs ge-schreven en in 2011 werd de ultieme droom werkelijkheid: Rabat, een road-movie over drie vrienden die samen in een oude taxi van Amsterdam naar Rabat reizen. Onderweg wordt de ja-renlange vriendschap op de proef ge-steld en komt de ware toedracht van de reis naar boven. “Het werd tijd voor een echte film over jongeren van al-lochtone afkomst zonder belachelijk

makend of belerend te zijn”, vertelt Taihuttu, die samen met Victor Pon-ten het scenario schreef en regisseer-de. Met een grootvader van Molukse komaf, kent hij het immigrantenver-leden. “Er is altijd die droom om ooit terug te gaan, met je kinderen. Als dat niet zo is, kan dat een grote teleurstel-ling zijn”, aldus Jim. Rabat is volgens hem een realistische film die laat zien wat er nu aan de hand is. “Het gaat over twee Marokkaanse en een Tune-sische jongen, maar het hadden ook Antillianen of Molukkers kunnen zijn. Het gaat over opgroeien en de tweede generatieproblematiek, die is voor alle immigranten hetzelfde. Voor de première in Tuschinski hadden we daarom ook de koninklijke familie uit-genodigd. Het gaat tenslotte over hun land en de toekomst waarin er meer en meer Nederlanders zullen wonen van Antilliaanse, Molukse, Chinese en Ma-rokkaanse komaf. Ik denk bijvoorbeeld

dat Willem-Alexander geen vriend heeft die Moluks of Marokkaans is, ja misschien de koning van Marokko. Jammer dat ze niet zijn gekomen, ter-wijl ze wel naar films over de Neder-landse historie als Nova Zembla en Zwartboek gaan. Ook Rabat gaat over Nederland.”

VriendenprojectDe film is uiteindelijk gemaakt zonder subsidies, met een bescheiden budget van 200.000 euro. “Als filmmaker ben je verantwoordelijk voor je eigen bud-get. Ook zonder geld van filmfondsen kun je een mooie film maken. In ons project zit geld van sponsors die we kenden via ons reclamewerk en eigen geld. Het is een vriendenproject. De harde kern die aan de film heeft mee-gewerkt, de acteurs, cameraman, edi-tor, dat zijn allemaal mensen die we kennen. Niemand is betaald. Mijn va-der heeft muziek voor de film gemaakt en de titelsong De Leven is gemaakt door een vriend, rapper Sef. Toen het scenario af was, hebben we met z’n allen een maand vrij genomen en zijn gaan filmen. Dat was te gek. Wat is er toffer dan een maand met vrienden voor de camera en vrienden achter de camera op pad te gaan. En dan…. ho-pen dat de film in de bioscoop komt.” Een understatement achteraf. Rabat werd een groot succes met een Zilve-ren Krulstaart voor beste scenario en vier Gouden Kalf-nominaties op het Nederlands Filmfestival waarvan er eentje werd verzilverd. Hoofdrolspe-ler Nasrdin Dchar won in de categorie beste acteur. Zijn onvergetelijke speech bij de gala-uitreiking gaf de film nog meer bekendheid. Hij zei in zijn emo-tionele dankwoord: “Een paar maan-den geleden las ik een artikel waarin onze minister Verhagen aangaf dat de angst voor buitenlanders heel be-grijpelijk is. Nou, meneer Verhagen - en met u ook Geert Wilders en met u alle mensen die achter u staan - ik ben een Nederlander. Ik ben heel trots met

“Venlo is voor veel Nederlanders de

bakermat van de rechtse gedachtegang”

Marokkaans bloed, ik ben een moslim, en ik heb een fucking Gouden Kalf in mijn hand.” Naast een staande ovatie uit de zaal, haalde dit fragment ook de journaals in de Arabische wereld. Met als gevolg dat de makers in mei en juni een tournee maken door Jordanië, Libanon en Marokko om onder meer workshops te geven aan jong lokaal filmtalent. “Opnieuw een looping in de achtbaan waarin we zitten”, aldus Taihuttu. “ We hebben een ‘entrance’ gemaakt in het wereldje waardoor er makkelijker deuren opengaan, maar ik denk nu niet meteen dat ik de nieuwe Spielberg ben. Met Rabat hebben we het maximale eruit gehaald. Het ma-ken van een vervolg is financieel wel-iswaar makkelijker - het budget is al rond - maar de druk is groter.”

ComfortabelHet succes van Rabat kwam in het jaar dat Jim Taihuttu dertig werd. Dertig. Voor velen een moment van bezinning met twijfels over werk, relatie en kinde-ren. In het geval van de nu 30-jarige Jim Taihuttu is van een dertigersdip, laat staan -crisis, geen sprake. “Ik kan wel zeggen dat ik comfortabel dertig ben. Ik ben een maand na mijn der-tigste verjaardag, in augustus 2011, getrouwd met mijn lieve vriendin. Zij wordt de moeder van mijn kinderen. Ik heb mijn grootste jeugddroom, het maken van een speelfilm verwezen-lijkt op mijn dertigste. Mijn familie is gezond en ik werk samen met mijn vrienden. Kortom, mijn leven ligt op schema.”

Voor Jim Taihuttu geen vraagtekens, hij vervolgt ambitieus de ingeslagen weg en zijn levensmotto ‘Beter spijt van iets dat hebt gedaan, dan dat je ’t niet hebt gedaan’. “Voor mijn 35e wil ik graag twee films hebben gemaakt en nog één of twee films van anderen hebben geproduceerd. Mijn doel is een serieuze speler te worden in het film-landschap. Op mijn verlanglijstje staat een film maken die in heel Europa uit-komt, Engelstalig, een Europese pro-ductie. Ook wil ik heel graag kinderen. En een boek schrijven, want schrijven is het allerleukste. Dan is er nog mijn uit de hand gelopen hobby als dj, ik draai twee tot drie keer per week als dj Jim Aasgier. Dat blijf ik ook doen. De eerstvolgende uitdaging is een nog

betere film maken.” Daarvoor ligt een 130 pagina’s tellend script klaar met de werktitel Wolf. “Een harde straatfilm, een afslag van Rabat. Hoofdrolspeler is Marwan Kenzari, die ook meespeel-de in Rabat en Nasrdin Dchar speelt een bijrol. Het is een sociaal drama in de misdaadscene, meer kan ik er nog niet over zeggen. We gaan werken met dezelfde ploeg waarmee Rabat is ge-maakt. De opnamen starten in oktober en de film komt uit in augustus of sep-tember 2013. Door het succes van de eerste film, zijn er nu verwachtingen. De druk is groter. Maar we maken wat wij denken dat goed is. Je moet durven falen, anders maak je niet snel iets bij-zonders.”

INSPIRATIEBRONNEN

Jim Taihuttu: “Televisie heeft me altijd gefascineerd, dat was een soort magie. Als kind keek ik hele dagen televisie, en dat ben ik blijven doen. Ik was verslaafd. Nu heb ik al vijf jaar geen tv meer in huis. Ik heb geen nieuwe aangeschaft toen de oude het vijf jaar geleden begaf. En dat bevalt goed, ik hou nu heel veel tijd over.”

“Mijn keuze voor film/televisie is grotendeels te danken aan de Belfeldse cameraman en filmmaker Rob Hodselmans. Ik werd geïnspireerd door verhalen die hij bij ons thuis (hij maakte een film over mijn vader) vertelde, over zijn filmwerk in New York. Ik weet nog dat ik dacht ‘dat wil ik ook’ en ben hem blijven volgen. Via Rob kon ik tijdens mijn studie stage lopen bij de live televisieprogramma’s De Jong in Uitvoering, Pakhuis De Jong en Holland Sport. En de korte film Talmen, die een Gouden Kalf won in 2002. Die ervaringen zijn onmisbaar en voor mij reden om nu, als het enigszins kan, mensen die vanuit Venlo naar Am-sterdam komen in het zadel te helpen.”

“The Opposites, dat zijn mensen die me enorm inspireren. Ze gaan er helemaal voor en werken hard. Ik ben omringd door ambitieuze vrienden, zij zijn mijn grootste inspiratiebron.”

48 | dossier dertigers

– A D V E R T E N T I E –

– A D V E R T E N T I E –

50 | dossier dertigers

Kan een dertiger zonder

De steamer piepte dattie klaar was met het steriliseren van de flesjes. Ik schrok op en vond mezelf terug aan de keu-kentafel achter de laptop, terwijl ik op Facebook de trouwfoto’s bekeek van de nicht van een vriendin die ik drie keer in mijn leven had gezien. Het was herfst, de regen klaterde op de ramen en er was ongemerkt een half uur voorbij gegaan sinds ik had ingelogd. Een verslaving kan ik het niet noe-men, maar ik checkte zeer regelma-tig het ‘nieuwsoverzicht’. Niet dat ik veel vermeldenswaard hoorde, het functioneerde als een soort een soort pauzemoment, zoals een roker een si-garet opsteekt met de woorden: ‘Effe een momentje voor mezelf ’. Of zoiets. Natuurlijk zag ik de oppervlakkigheid van het medium, de manier waarop

mensen aan ‘personal branding’ doen door alleen de positieve zaken in hun leven te ‘delen’, maar als je je daarvan bewust bent en het niet als het echte leven ziet, is er niets op tegen. Waar ik wel iets op tegen had, was de tijd die ik er stiekem mee kwijt was. Ik had wel wat anders te doen! Terwijl ik richting keuken liep om de steamer uit te zetten, kwam ik boeken tegen, echte boeken: met een kaft en papieren pagina’s met letters- u kent ze vast nog. Onaangeroerd lagen ze daar: hoog opgestapeld op het nachtkastje. Ik besloot dat het tijd was om het ene book voor het andere boek in te ruilen.In maart 2012 waren er 6.263.420 ac-tieve Facebook-accounts in Nederland. Dit betekent dat 37,32 % van de to-tale bevolking van ons land deelneemt.

De groep tussen 25 en 40 jaar is het grootst. De verhouding man/vrouw is nagenoeg gelijk. Facebook is het grootste sociale netwerk in ons land (bron: Fidene.nl). Er zit nog steeds een enorme groei in het aantal leden, in Nederland en wereldwijd. Toch voor-spelde trendwatcher Adjiedj Bakas in zijn boek Het einde van de Privacy, verschenen in januari van dit jaar, een krimp van sociale media: ‘Het onder-houden kost veel tijd, mensen zijn een-zaam (1 op 4 Nederlanders voelt zich eenzaam) en zien die eenzaamheid niet opgelost worden door facebooken, hyven, chatten, skypen, msn-en, cam-men en whatsappen met andere men-sen. Amerikaans onderzoek laat zien dat Amerikanen eenzamer zijn gewor-den sinds de komst van mobiele tele-

Facebook?Karlijn van der Graaf

Kan een dertiger zonder

opinie | 51

foons, email en internet: 20% van de Amerikanen zegt nu minder intieme vrienden te hebben dan 20 jaar gele-den en 30% zegt het zonder intieme vrienden te moeten doen. Ik denk dat het in Nederland ook die richting op gaat. Mensen zullen de voortgaande digitalisering wel blijven benutten, maar steeds selectiever. We krijgen een zekere ontdigitalisering. Papier komt terug.’ Bakas zou wel eens gelijk kun-nen krijgen. Het gebruik van sociale media zal teruglopen in de toekomst. Zijn idee dat papier terugkomt geloof ik ook want het ontvangen van een verjaardagskaart in de brievenbus is nog steeds leuker dan een e-card in je inbox. En wat mijzelf betreft was Bakas’ gelijk al uitgekomen: ik was off-line.

De WTF’s en OMG’s waren niet van de lucht: mijn vrienden- veelal derti-gers- reageerden in oktober ontzet op de statusupdate op mijn prikbord op Facebook dat ik mij ging afmelden. ‘Hoe moesten wij voortaan op de hoogte blijven van elkaars leven?’ Op dezelfde wijze als vroeger, d.w.z. voor de komst van sociale netwerken op in-ternet, leek niet in hen op te komen. En stel je voor dat we elkaar ‘in het echt’ zouden ontmoeten! Is er wel een leven zonder Facebook mogelijk voor een dertiger? En of ! Het beviel me prima de eerste weken. Wel zo rustig. Geen prikkels via updates van vrienden over de dakkapellen op het nieuwe huis, over de laatste rolprent van de Coen-brothers in het Filmhuis of over het behalen van het zwemdi-ploma van dochterlief. Ik hoefde geen spitsvondige updates meer te posten en niemand te volgen, en warempel: ik las eindelijk Buwalda’s Bonita Avenue en De Nederlandse Maagd van Ma-rente de Moor.

Trendwatcher Bakas staat niet alleen met zijn opvatting. Ook Sherry Tur-kle, hoogleraar aan Massachusetts In-

stitute of Technology, schrijft in haar boek Alone together, why we expect more from technology and less from each other (zomer 2011) over de na-delen van internet en sociale media netwerken. Zij beschrijft een nieuwe houding: ik deel dus ik besta; pas als je vrienden jouw woorden ‘liken’ is je leven waardevol. Mensen hebben voortdurend bevestiging nodig. Turkle stelt dat gebruikers van sociale media andere mensen nodig hebben om zich compleet te voelen. Zij is van mening dat mensen, ondanks hun eenzaam-heid, bang zijn voor intimiteit. Door intieme banden aan te gaan maak je jezelf kwetsbaar, maar dankzij de mo-derne communicatiemiddelen lijkt dat

risico minder groot. Ze geven de illu-sie van gezelschap, zonder de eisen die vriendschap stelt.

In mijn Facebookloze periode was intussen de tijd van marsepein en pe-pernoten aangebroken en hoewel ik al een week of zes verstoken was van digitale, opgestoken duimen, was ik mij niet incompleet gaan voelen. Wel merkte ik dat ik steeds vaker niet op de hoogte was van zaken die speelden in het leven van mensen in mijn directe omgeving: op de school van mijn zoon kon ik bijvoorbeeld niet mee lachen om het grapje van de ene vader over een andere: ik had geen idee waarover het ging, de aanleiding bleek zijn sta-tusupdate op Facebook te zijn. Een interessante opening van een expositie miste ik omdat die enkel aangekondigd werd via datzelfde netwerk, en ik ver-gat een vriendin te feliciteren omdat ik niet herinnerd werd aan haar ver-

jaardag door het digitale Feestboek. En zo waren er nog vele gebeurtenis-sen en situaties waarvan ik niet op de hoogte was, omdat ik geen deel meer uitmaakte van een sociaal netwerk waarin mijn meeste vrienden en ken-nissen actief zijn. Zijn dat onoverkomelijke zaken? Ze-ker niet, maar je wordt er als dertiger wel enigszins een buitenstaander van. Wat ik echt lastig vond, ja zelfs miste, was het spelen met woorden. Ik had er plezier in om dingen die op mijn pad kwamen te vatten in enkele zinnen om ze op mijn prikbord te plaatsen. Vooral aangelegenheden die iedereen herkent, vind ik leuk. Toen ik langs Limburgs meest uitbundig versierde huis in Kerstsfeer kwam- inderdaad: dat huis op de Kaalheidersteenweg in Kirchrao, bekend van tv! - was mijn eerste gedachte: even een foto met mijn IPhone voor Facebook met als onderschrift de vraag: “Een kerstkrans op de deur is toch ook best aardig?”, of iets in die geest. Maar er viel niets meer te posten. En dus stroomden er ook geen reacties en likes binnen, hoe-wel ik ijdel genoeg ben om dat leuk te vinden. Bevestiging van mijn zijn, mijn ganse wezen, nee: daar heb ik Facebook nooit voor nodig gehad. Geen cold turkey, maar ik moest toch enigszins afkicken. Intussen zijn we aanbeland in het voorjaar en ben ik weer lid. Waarom? Ik wil niets missen. Maar in een per-soonlijk 2.0 gebruik: verjaardagen lees ik weer gewoon af van een kalender op de wc. Als ik écht wil weten hoe het met iemand gaat dan bel ik hem ouderwets. Geen eindeloze door-click-sessies, continue updates en chats meer. Ik lees liever een boek.

Karlijn van der Graaf, 32, politiek dier en freelance (cultureel) projectleider

En stel je voor dat we elkaar ‘in het echt’

zouden ontmoeten!

Samen bereik je meer. Dat is de gedachte

achter het bedrijf Schakel BV van Franklin

Schmetz en Swen Kwakkernaat. Het

ona� ankelijke bedrijf richt zich volledig op

samenwerking en brengt partijen bij elkaar.

Verbinden door behoe� en en aanbod van

organisaties (Schakelaars) op elkaar af te

stemmen. Begonnen in Maastricht, is het

bedrijf nu aktief in heel Limburg en is onlangs

een kantoor geopend in Eindhoven en worden

de eerste stappen gezet richting Duitsland en

België. Ruim 320 organisaties maken gebruik

van Schakel BV en met succes!

“Het is eigenlijk heel eenvoudig,” legt Franklin

Schmetz uit. “Samenwerking levert voordelen

op. Dat kan bij de inkoop van energie zijn,

maar ook bij het inzetten van personeel.

Schakel BV hanteert het Schakelprincipe;

het onderwerp is het vertrekpunt van

samenwerking. Het onderwerp is een behoe� e

of een aanbod vanuit een van de disciplines

Mens, Kennis, Middel. Met nu al 320

organisaties die wij Schakelaars noemen kan

vrijwel elke vraag ingevuld worden.”

Drie keer per week ontvangen de deelnemende

organisaties een onderwerp. Met daarin

behoe� e en aanbod van Schakelaars,

maar worden de partijen ook uitgenodigd

voor Schakel Kennis Sessies. Op deze

bijeenkomsten krijgen professionals de

mogelijkheid om fysiek samen te komen om

ervaringen (behoe� e en aanbod) te delen op

een ingebracht onderwerp.

www.schakelbv.com

René Loo, Directeur Business Development &

Marketing bij Licom:

“Deze manier van schakelen werkt. Het is een

manier om makkelijker zakelijke contacten te

leggen. Wij hebben de kosten voor de inkoop van

brandstof fors omlaag weten te brengen dankzij een

Schakelsessie.”

Dominique Nijssen, Manager P&O bij Mondriaan:

“We zijn pas sinds kort bij Schakel BV. Het is

laagdrempelig. Je kunt kennis delen met mensen die

dezelfde interesses hebben. We zijn met Schakel BV

in zee gegaan omdat we denken dat organisaties als

de onze veel meer zouden moeten samenwerken.”

Jean Pierre, Giessen, Divisiemanager Services/

Concerncontroller bij Radar.

“Het grote voordeel van Schakel BV is het op thema

zoeken. Het brede terrein dat Schakel BV bestrijkt is

heel positief. Wij ervaren de Schakel Kennis Sessies

als zeer waardevol. Je gaat op zoek naar mensen of

partijen die je van dienst kunnen zijn.”

John Hoofs, Manager Services bij Daelzicht:

“Daelzicht is vooral geïnteresseeerd in het

deelnemen aan sessies. Daar ontmoet je

deskundigheid. Het is heel laagdrempelig. We

zoeken naar samenwerking op het gebied van

inkoop. Het concept is halen en brengen van kennis,

waarbij je veel kunt leren van andere organisaties.”

Marc Heuschen, Senior Employability Adviseur bij

belastingdienst:

“De Belastingdienst is van oudsher een gesloten

club. Wij proberen de luiken te openen. Mij spreekt

aan dat de lijnen kort zijn en dat je veel contacten

opdoet. Ook binnen onze organisatie zijn er veel

experts op allerlei gebieden.”

Harry Vrijhoeven, Concerncontroller bij gemeente

Stein:

“We zijn lid van Schakel BV geworden op een

moment dat we een behoe� e vanuit de disipline

Mens hadden. Er was een vacaturestop bij de

gemeente, maar het werk moest wel gedaan worden.

We zijn er via Schakel BV in geslaagd mensen

in te kunnen zetten tegen kostprijs, dus zonder

inschakeling van externe, dure bureaus.”

Bart Lickfeld, General manager TV Limburg:

“Bij TV Limburg zijn we gewend om met andere

partijen samen te werken aan projecten en televisie

formats. Via Schakel BV hebben wij recentelijk

gepro� teerd van de gezamenlijke inkoop van

onze energiecontracten en hebben daarmee een

aanzienlijke besparing weten te realiseren.”

Harold Lardinois, Directeur Strategie &

Ontwikkeling bij Wonen Zuid:

“Voor ons is het vooral belangrijk om met collega

corporaties om tafel te kunnen zitten. We zijn

geïnteresseerd in het doorlenen van personeel.

Het is een zegen dat Schakel BV als derde partij de

zaken tot een goed einde brengt, door behoe� e en

aanbod te koppelen.”

Marcel Janssen, Manager HRM bij Pergamijn:

“Wij zijn vanaf het begin lid van Schakel BV. Bij ons

doen meerdere managers mee en worden thema’s

verdeeld. Pergamijn is met name geïnteresseerd in

samenwerking vanuit de discipline Mens.”

Karel van Montfort, Directeur Wonen bij

Woongoed 2000:

“Gezien de omvang van onze corporatie is het

aantrekken van fulltime functionarissen voor

bepaalde functies niet altijd haalbaar. Het is ideaal

dat dergelijke functies door middel van “Schakelen”

gedeeld kunnen worden.

Hans van Rooij, Bestuurssecretaris bij Woonwenz:

“Hoewel we pas kort zijn aangesloten zijn onze

ervaringen positief. We zoeken vooral praktische

informatie. In contact komen met andere

organisaties om in de praktijk te horen hoe zij

bijvoorbeeld personeelsvraagstukken oplossen.”

Schakel BV: Sterk in samenwerking

Op de foto van links naar rechts: Swen Kwakkernaat, , Jean Pierre Giesen, Harry Vrijhoeven, Franklin Schmetz, René Loo, Marc Heuschen, Marcel Janssen, Dominique Nijssen en John Hoofs. Bart Lickfeld, Harold Lardinois en Hans van Rooij ontbreken op de foto

– A D V E R T O R I A L –

– A D V E R T O R I A L –

54 | bestuur

Europees geld voor de regio?

Limburg moet aan de bak!

Eén ding is duidelijk. Limburg, Noord-Brabant en Zeeland moeten aan de bak. Als ze tenminste ook na 2013 aanspraak willen proberen te maken op geld uit de Europese struc-tuurfondsen, dat wordt gebruikt om de welvaartsverschillen tussen de re-gio’s in de Europese Unie en tussen de lidstaten te verkleinen. Sinds 2007 hebben de drie provincies en de ste-den Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven, Helmond, Venlo, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht een gezamenlijk subsidieprogramma voor activiteiten die worden medegefinan-cierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling: Operatio-neel Programma Zuid-Nederland (OP Zuid). De kerndoelstelling is het ver-sterken van Zuid-Nederland als top-

technologische regio. Het steviger po-sitioneren als kenniseconomie middels innovatie en ondernemerschap heeft prioriteit. 186 miljoen euro is hiervoor tot en met 2013 beschikbaar gesteld vanuit EFRO. In 2014 begint een nieuwe, Europese programmaperiode. De vraag is of Nederland vanaf dat moment über-haupt nog geld mag verwachten uit Brussel. Nora van der Wenden van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie benadrukte het tijdens de OP Zuid-stakeholders-bijeenkomst in het gouvernement in februari nog maar eens. “Ik verwacht boze blikken, maar het Nederlandse standpunt blijft dat structuurfondsen idealiter bestemd zijn voor de armste regio’s in de armste landen.” Mocht

er desondanks toch geld komen, dan moet het tijdens de volgende periode, 2014-2020, ‘nog meer gaan over de aansluiting op de maatschappelijke uitdagingen’, aldus Van der Wenden. Die uitdagingen behelzen onder ande-re klimaatverandering, milieu, schoon transport, gezondheid en landgebruik. Grensoverschrijdende aanpak is een must. Alle stakeholders, ‘met name ook het mkb’, moeten er vroegtijdig bij worden betrokken. In september die-nen de conceptplannen vorm te heb-ben gekregen.

Voortbordurend op een aantal kritische noten tijdens de bijeen-komst, legt ZUID drie stellingen voor aan vier OP Zuid-stakehol-ders:

door Gwen Teo

opinie | 55

56 | bestuur

– A D V E R T O R I A L –

column | 59

van de mens zijn veranderingen zo snel gegaan, we leven in een Turbo Charge Innovation tijdperk, waarbij bedrei-gingen van terrorisme, ziektes en vergrijzing de globalisatie behoorlijk tegenhouden.

De ‘Levels of Uncertainty’ worden groter en dat zien we ook, vormen van nationalisme en korter bij huis denken komen weer bovendrijven. Connectivity en innovatie zijn onontkoombaar en voor Europa een geweldige kans. Eu-ropa, het museum van de wereld, gaat het ‘hendig’ druk krijgen, tenminste wanneer we ‘play our cards right’. Mo-menteel maken Travel & Tourisme 9 procent uit van het Global Bruto Nationaal Product, met 1 op de 12 banen werkzaam in deze sector. Ter vergelijking: de automotive-industrie behelst acht procent. In 2022 zullen dit 1 op de 10 banen zijn wereldwijd, waarbij China en India eenderde deel representeren van het Travel & Tourisme Global Bruto Nationaal Product. Naast reizen zullen farmacie, luxe goe-deren en IT de industrieën zijn met potentie. Trend: in de welvaartlanden worden de rijken rijker en in landen als Brazilië, China en India ontstaat voor het eerst een mid-denklasse, die qua omvang zijn weerga niet kent en deze mensen gaan spenderen, ‘disgusting amounts of money’ om maar eens te citeren uit de film Pretty Woman. Indi-vidueel misschien niet zo veel, maar collectief gaat het om enorme bedragen. Het lijkt voor de hand liggend dat we Portugees gaan leren in het voortgezet onderwijs.

Elke vijftig jaar verandert de economie vanwege technische innovatie. Zo zien we ook in de retail enorme wijzigingen. Door de groei van de steden en spoorlijnen kwamen er wa-renhuizen en met de auto’s de winkelcentra. Nu is mobiele technologie de katalysator. Bij het nieuwe winkelen in 2022 wordt minstens de helft van alle producten via internet ge-kocht, onze iPads en laptops kopen we niet meer in een win-kel, maar ook kleding kopen gaan we anders doen. Momen-teel zijn we uit op luxe of juist op het koopje van de week, kijk maar naar hoe trots we zijn als we een koopje hebben gescoord van Prada of een hit bij Primark. Men verwacht dat we over tien jaar dertig procent van onze kleding online gaan kopen, net als levensmiddelen. We gaan alleen nog de deur uit voor iets wat we vergeten zijn of bij ongepland bezoek. Maar om de voorraad pasta, wc-rollen en zuivel op orde te houden, zullen onze ijskasten en voorraadplanken online communiceren met Appie Heijn, die dan via Bol-mannen zorgt dat het thuis bezorgd wordt. Men denkt dat we ons hierdoor nog meer gaan laten leiden door emotie als het gaat over de aankoop van luxe-artikelen.

Je kunt je goed voorstellen, dat we ‘s avonds na het eten, sporten en tv kijken met de laptop op de schoot, ons laten verleiden door virtuele winkels en omgevingen waarin wij de rol spelen van hoofdrolspeler. De virtuele Brat Pitt of Angelina Jolie, met dien verschil dat zij betaald worden en wij online zullen zien dat onze bankrekening lichter is ge-worden.

Paul Rinkens

“Decennialang dachten we dat onze welvaart ons kwam aanwaaien. Dit strookt niet met de werkelijkheid. Krediet-contractie, hoe onaangenaam ook, is onvermijdelijk als eb na de vloed.” Dit betoogt NRC-medewerker Johan Scha-berg in het NRC Handelsblad van 12 november. Tot enkele maanden geleden werd contractie geassocieerd met waar-schijnlijk het samentrekken van de maag of andere delen van ons lichaam.

Nu, maanden later, weten we dat we minder leningen krij-gen, ergo soms zelfs leningen moeten terugbetalen. Zoals eb na vloed hebben we een geweldige kredietexplosie ach-ter de rug en krijgen we daar nu het spiegelbeeld van terug. Het is geen lopende band met eenrichtingsverkeer, maar een getijbeweging. Onze welvaartstoename is maar voor een deel ons eigen werk. Soms gaan we snel vooruit, soms langzamer, en nu zelfs achteruit. Er is geen reden om boos te zijn, althans geen goede. Toch vinden we wel iemand die de dief moet zijn. Meestal is dat iedereen die we toch al niet aardig vonden, bankiers, de overheid en nu zelfs Grie-ken en Italianen, want die hebben er toch een rotzooi van gemaakt.

Terwijl wij zitten te mokken en met de vinger wijzen naar iedereen behalve onszelf, moeten we de harde werkelijkheid onder ogen zien. Volgens Ian Goldin, professor Globalisa-tion and Development aan de Universiteit van Oxford zal de groei in Europa de komende tien jaar bescheiden zijn. Mensen zijn rijker geworden door te ‘connecten’. Het af-breken van de Berlijnse muur heeft grote impact gehad op de verdeling van de welvaart in Europa. Zo zal de Arabi-sche Lente de oorsprong van eenzelfde ontwikkeling zijn in het Midden-Oosten. 50% van de wereld wordt ‘urbanised’ met tweederde deel van de mensen wonend op anderhalf uur reizen van een grote stad. Nog nooit in de geschiedenis

‘DISGUSTING AMOUNTS OF MONEY’

Paul Rinkens is ondernemer

60 | dossier dertigers

‘Niets blijft wat het is’

Dertigers staan midden in het volle leven. De jeugd begint te tanen, het besef dat het leven eindig is begint te dagen. Veel dertigers worstelen met een dilem-ma: kies je voor die maatschappelijke carrière, en alle gebondenheid die daar-bij hoort. Of kies je voor die droom van een vrij en onafhankelijk leven, waarin je zelf de regie in handen hebt? Twee portretten van dertigers: Hadassah Emmerich (37), kunstenares uit Heer-len en Sue van Rens (37), voormalig singer-songwriter uit Baarlo, die nieuwe uitdagingen zoekt. Beiden staan nog volop in het volle leven, met alle keuzes van dien.

Hadassah Emmerich: “Ik was een dro-merig kind. Het type dat dagboeken schrijft. Een escapist: dromend van el-ders, van verre steden, de geur van be-lofte in de lucht. Al op de basisschool in Nuth tekende ik veel.

Op de kunstacademie in Maastricht wist ik al vrij snel dat ik niet voor de toegepaste kunsten ging kiezen. Geen gerommel met stofjes, geen mode, geen stylist, geen architect. Ik koos voor het autonome kunstenaarschap. De avontuurlijke weg, soms eng, altijd spannend. Eenmaal aan het werk kon ik genieten van de stilte, de concentra-tie. Toen ik eenmaal gekozen had voor de autonome schilderkunst wist ik: dit is het, hier hoor ik thuis.In Maastricht was ik vooral bezig met doen. Ik zocht meer verdieping, wilde

mezelf stimuleren om een context voor mijn werk te bepalen. Zo kwam ik in Antwerpen terecht, op het Hoger Instituut voor Schone Kunsten, een postgraduaat waar je zelfstandig kunt werken en atelierbezoeken krijgt. Het eerste jaar was best pittig. Ik was nog een beetje het provinciale meisje uit Limburg. In Antwerpen besefte ik pas hoe groot en indrukwekkend de kunst-wereld is. Er ging letterlijk een nieuwe wereld voor me open. In 2000 kwam ik terug naar Limburg. Drie jaar lang hard gewerkt. Ineens kwam de erkenning: ik kreeg de Park-stadprijs en een startstipendium. Zo-doende hoefde ik geen fulltime baan te nemen en kon ik me verder op mijn werk concentreren. Ik begon mee te draaien. Ik was erg ambitieus, op zoek

naar mijn drijfveren, het hoogste punt in jezelf bereiken, vanuit dat diepe, mysterieuze moeras van je ziel. Lim-burg werd me een beetje te gemoede-lijk.In 2003 kreeg ik de kans om een mas-teropleiding te volgen in Londen, aan het Goldsmiths College. Je had geen privacy tijdens die opleiding: alle ruimtes waren open. Ieders werk werd openlijk bediscussieerd en bekritiseerd. Best confronterend: regelmatig werd iemand genadeloos aangepakt, soms met een zenuwinzinking tot gevolg. Het was soms zwaar, maar ik bleef overeind. Londen deed iets met me. De stad daagde mij uit, hield mij alert en voort-durend scherp. Na een expositie liep ik een keer veel te luchtig gekleed door een regenachtig, nachtelijk Londen.

Hadassah Emmerich (Heerlen, 27-9-1974)

foto Jean-Pierre Geusens

door Pedro Rademacher

dubbelportret | 61

‘Niets blijft wat het is’

Desondanks besefte ik: je bent er, je bent daar waar je wilt zijn. Ik bezocht alle grote galerieën en dacht: hier wil ik hangen. Mijn werk ontwikkelde zich goed, zat lekker in mijn vel. Ik zat voor mijn gevoel midden in een stroom. Het gevoel alsof ik zweefde door het leven. In 2005 kwam mijn landelijke door-braak in Nederland. Ik kreeg een grote expositie in het GEM in Den Haag, die veel aandacht kreeg. Musea kochten mijn werk. Ik was ineens geen onbekende meer. 2006, 2007 en 2008 waren topjaren. Enorm druk met in-ternationale exposities, grote opdrach-ten voor schilderijen en muurschilde-ringen. Ik werkte maar door en door.In april 2007 kon ik naar Berlijn, dank-zij een eenjarige werkbeurs. Dat jaar heb ik heel geconcentreerd kunnen

werken, en kreeg veel aanbiedingen voor exposities. In 2008 exposeerde ik in Parijs, Miami, Los Angeles, New York, Amsterdam en ter afsluiting op de Kunstbeurs in Berlijn. Bij thuis-komst was ik totaal uitgeput. ‘Burn out’ vind ik zo’n beladen term; ik had gewoon te hard gewerkt. Ik besloot dat ik eerst eens ging investeren in een fijn ‘thuis’. Eindelijk eens die dozen uit-pakken, die ik jarenlang van stad naar stad had meegesleept.

Toen kwam ik op de eerste zonnige dag van 2009 een bijzondere man tegen. Kunstenaar en architect. We wilden samen een echt thuis gaan ma-ken. Een stevige basis voor ons allebei voor de toekomst. In juli 2010 kregen we samen een kind: Ileana. Daarna ging het snel mis: mijn vriend bleek aan een psychische stoornis te lijden. Daar kwam ik door schade en schande pas later achter. Hij zette zich af tegen mijn kunstvrienden en probeerde mij te isoleren. Hij was eigenlijk alleen maar met zichzelf bezig. Ik hield het niet meer uit. Samen met mijn doch-ter ben ik toen naar mijn moeder ge-vlucht, in Heerlen. Confronterend, ja. Nu woon en werk ik sinds een jaar weer in Heerlen. Eigenlijk weer van vooraf aan beginnen. Nooit gedacht dat ik hier weer terug zou komen. Ik ben aardser geworden: sta stevig met beide benen op de grond. Ik besloot

dat ik me door deze ervaring in geen geval in een hoek zou laten drukken. ook als voorbeeld naar mijn doch-ter toe. In de tussentijd heb ik ook in Heerlen kunstprojecten kunnen reali-seren, zoals muurschilderopdrachten voor de gemeente Heerlen en het Atri-um-ziekenhuis. Uiteindelijk kruipt het bloed toch waar

het niet kan gaan: door middel van een kunstenaarsresidentie kan ik vanaf 1 augustus weer vier maanden in Ber-lijn gaan wonen en werken. Dan hoop ik daar de draad weer op te pakken. In de kunst kan het soms heel snel gaan, maar soms kan het ook tegenzitten en heel lang duren.Je stelt jezelf doelen, je wil dingen be-reiken. Maar als je daar eenmaal bent zie je alles weer veranderen en gaan er weer nieuwe wegen open. Je bent ei-genlijk nooit waar je zijn moet. Niets blijft wat het is. Ik hoop dat ik straks als oude dame gerespecteerd wordt als een professor in de kunst. Niet van-wege de autoriteit, maar vanwege de kennis en ideeën die ik wil delen. Ik maak vooral schilderijen, installa-ties en muurschilderingen. Organisch, ornamenteel, figuratief en abstract te-gelijk. Mensen zien er vaak lianen en oerwoudtaferelen in. Die voorliefde voor het exotische zit in mijn Indische achtergrond. Ik hou van grote, epische doeken. Speel graag dingen tegen el-kaar uit. Eclectische werken, waarin verschillende cultuurelementen op el-kaar inwerken en versmelten tot één totaalkunstwerk. Mijn werk herinnert me vaak aan barokke kathedralen, met al die ornamenten en versieringen waar je niet op uitgekeken raakt.

Ik ben wel gelovig, in de zin dat goede energie je stuurt en kracht geeft. Dat je ergens een onderdeel van bent. Ik zit nu in een fase dat de jonge honden-energie van weleer langzaam transfor-meert in geraffineerder, volwassener, aardser. Ik ben niet bang voor de toe-komst. Ik hoop nieuwe wegen te blij-ven vinden. En dat ik straks helemaal op eigen kracht weer kom waar ik wil zijn.”

“Ik ben aardser geworden: sta stevig met beide benen

op de grond”

62 | dossier dertigers

‘Ik wil zijn wie ik ben’

Sue van Rens: “Mijn jeugd was een zorgeloze tijd. Vader was metselaar en later onderhoudsmonteur voor een woningstichting. Moeder werkte in de thuiszorg. Mijn broer en ik kwamen niets te kort. Ik was een stil, wat verle-gen meisje.

Na de middelbare school ging ik stu-deren in Eindhoven: grafische vorm-geving. Dat was nog net voor komst van de computer. Daarna gaan werken voor een bedrijf in Mierlo-Hout, ge-specialiseerd in het maken van druk-vormen voor het bedrukken van tex-tiel. Leuk werk, maar het ging helaas niet zo goed met het bedrijf. En omdat ik als laatste in dienst was gekomen, ging ik er als eerste weer uit.Omdat ik veel van muziek hield ben ik fulltime in een cd-zaak gaan werken in Venray. Klanten adviseren en op idee-en brengen: leuk werk. Ook mocht ik de zaak etaleren. Ik ging eigenlijk altijd met plezier naar mijn werk.

Ik heb altijd graag gezongen. Maar ik was een beetje verlegen. Ben wat zang-lessen gaan nemen en leerde een gita-rist kennen die mij ging begeleiden. Hij wist mij over die drempel te halen, en zo gaven we samen her en der wat con-certen. Ik zing het liefst ballades. Dan komt mijn stem beter tot zijn recht dan bij blues of rock. De gitarist was niet altijd even betrouw-baar. Kwam niet of te laat opdagen bij repetities of concerten. Om niet meer

van hem afhankelijk te hoeven zijn ben ik toen zelf gaan leren gitaarspelen. Gewoon de basis, wat simpele akkoor-den. Net genoeg om mezelf te kun-nen begeleiden. Ik ging in een bandje spelen, en begon mijn eerste liedjes te schrijven. En ergens stelde ik me zelf een doel: ik wilde voor mijn 35ste een eigen cd maken, met eigen liedjes. Dat is gelukt. In 2009 verscheen de cd Clo-sure, met daarop zes liedjes, waarvan ik er vijf zelf had geschreven. En dat allemaal op eigen kracht, met behulp van wat sponsors.

De cd werd redelijk goed ontvangen. Ik kwam op de regionale radio en tv, ging wat vaker optreden. Ik werkte in-middels voor een cd-zaak in Venlo, die niet lang daarna werd overgenomen door de Free Record Shop. Ik ben toen

parttime gaan werken, 24 uur in de week, zodat ik wat meer tijd kreeg voor mijn muziek.Toen leerde ik een pianist kennen. Met hem wilde ik nieuwe liedjes gaan schrijven. Maar hij zat veel dieper in de muziek dan ik. Bijna alles wat hij speelde was te moeilijk voor mij. We schreven samen nog een paar liedjes. Het kostte mij enorm veel moeite om die liedjes live goed te spelen. Moest echt op mijn tenen lopen. Optreden was ineens niet zo leuk meer. Ineens was er weer die onzekerheid: kan ik dit wel? Ben ik wel goed genoeg? Gaandeweg kregen de pianist en ik een relatie, al blijven we voorlopig ieder op onszelf wonen. Dat vinden we allebei prettig: dat we ons af en toe kunnen terugtrekken. Ik sprak met hem over mijn muzikale worsteling. Hij begrijpt

Sue van Rens (Baarlo, 20-01-1975)

foto Brendan van den Beuken

dubbelportret | 63

‘Ik wil zijn wie ik ben’

wat ik bedoel, maar hij beseft ook dat hij mij niet echt kan helpen. Ik moet zelf bepalen waar het heen moet met mij en mijn muziek. De liedjes die we samen schreven zijn best goed. Muzikaal veel rijper dan alles wat ik daarvoor deed. We heb-ben samen ook wel een aantal keren opgetreden, en de reacties van het publiek waren erg wisselend. Sommi-gen vinden de oude Sue van Rens, de songwriter, beter dan de nieuwe. Maar omgekeerd ook.

Op een dag kwam de pianist naar me toe met de basismelodie voor een lied-je. Ik ben er toen echt voor gaan zitten om een mooie tekst te schrijven. Maar er kwam helemaal niets. En toen werd ik heel onzeker. Begon zwaar te pieke-ren. Dat piekeren heb ik van os mam.

Ik vroeg me af: wie ben ik eigenlijk, wat wil ik eigenlijk, wat kan ik eigen-lijk? Wat is mijn passie? Ooit was dat de muziek en had ik mij zelf een doel gesteld om een cd te maken. Maar nu ik dat doel eenmaal had bereikt was de drive helemaal weg. Ik stopte met spelen, trad niet meer op, schreef geen liedjes meer en raakte dagenlang geen instrument meer aan. Zo heb ik een tijd lang een beetje in de luwte geleefd. Mensen vroegen re-gelmatig aan me: hoe gaat het met je, en wanneer verschijnt je nieuwe cd? Wanneer ga je weer spelen? Dan wist ik niet altijd goed wat ik moest zeggen. Het was zo moeilijk uit te leggen. Plotseling kreeg ik lichamelijke klach-ten: pijn in de nek en de rug. Ging re-gelmatig naar specialisten die de pijn tijdelijk konden verlichten, maar dat nam de oorzaak van de klachten niet weg. Via-via kwam ik bij een natuur-geneeskundige terecht, die zich over mijn voedingspatroon boog. Zij zette mij op een dieet, geen var-kensvlees, geen zuivel en geen suiker meer. Ik wilde weer gezond worden en heb me daar streng aan gehouden. In die tijd was ik heel erg zoekende. Ik las veel boeken, Eckhart Tolle, boeken over gezondheid en voeding. Inmid-dels voel ik mij weer een stuk beter en gezonder. Het werkt echt. Financieel kwam ik krap te zitten. Ik werk nog steeds maar parttime in de cd-zaak, inmiddels weer terug in Ven-

ray. Veel cd’s worden daar niet meer verkocht. De mensen kopen vooral dvd’s en games. Jarenlang had ik mijn boekhouding een beetje verwaarloosd, maar nu moest ik noodgedwongen even schoon schip maken. Ik schrapte wat overbodige en dubbele verzeke-

ringen, hield de belasting goed bij en hield ineens wat geld over. Plus: mijn boekhouding is helemaal in orde. Vol-daan gevoel is dat. Een goede vriendin van mij is natuur-voedingsadviseur. Zij geeft mensen advies hoe ze gezonder kunnen leven. Ik spreek haar regelmatig en lees veel boeken over natuurvoeding. Hoe min-der er met voeding gerotzooid wordt, hoe beter. Op een dag besefte ik: dat wil ik. Mensen advies geven hoe ze ge-zonder kunnen leven. Want er zijn zo veel dingen die we niet weten.Van het geld dat ik overhield aan mijn boekhouding, wil ik dit voorjaar een cursus voor natuurvoedingsadviseur gaan doen in Eindhoven. Het is even afwachten of er genoeg aanmeldingen zijn voor de cursus, zodat die door kan gaan. Maar ik ben zeer gemotiveerd. Dit is echt iets voor mij, denk ik.

Ik weet niet of dat aan de leeftijd ligt, maar ik wil nu echt vooruit met mijn leven. Voor mijn gevoel heb ik te lang stilgestaan, gebeurde er te weinig. Een kinderwens heb ik nooit gehad. Maar omdat ik nu 37 ben ga je er toch weer even aan denken. Puur vanwege die leeftijd: nu of nooit! Maar ik wil nog steeds geen kinderen. En als ik daar la-ter spijt van krijg, dan zij het zo. Met een team van een paar mensen organiseren wij wekelijks concerten in café Cambrinus in Horst. Daar ben ik vaak te vinden. Maar hoeveel concer-ten ik ook zie: het begint bij mij voor-lopig niet meer te kriebelen. Ik kan nu andere artiesten bewonderen om hun professionaliteit. Maar voor mij hoeft het muziek maken nu niet meer zo. Wie weet, misschien over een aantal jaren weer. Misschien ook niet. Soms denk ik wel eens dat ik vroeger de muziek gebruikt heb om mijn verle-genheid te overwinnen. Om ‘iemand’ te zijn. Ik was zo onzeker. Altijd veel te veel bezig met wat anderen ervan vinden. Daar wil ik vanaf. Ik wil zijn wie ik ben, en doen waar ik me goed bij voel.”

“Voor mijn gevoel heb ik te lang stilgestaan”

SchrijenLippertzADVERTENTIE

Peter van Loon, wethouder Gerdo

van Grootheest en Mikos Pieters

society | 65

Oud MECC-directeur René Hanssen en echtgenote

foto’s Jean-Pierre Geusens

Maastricht vierde 25 jaar TEFAF. De jubileum-editie was er eentje om van te genieten. Veel bezoekers en kopers uit opkomende landen als China en Rusland. Tevreden kunsthandelaren, een verrassingsbezoek van Koningin Beatrix en een stad die weer even het middelpunt van de kunstwereld was.

TEFAF 25 JAAR

Jacquemain Sondeijker met zijn

moeder en partner Simon Pugh

Couturier Christian Lagerwaard en zoon Cane

Burgemeester Sjraar Cox, Jan

Mans en Ton Wanders

Larisa Katz

Francois van Vloten, Frans van Heteren, Hans Bours en Cindy Deuss

Beelden zeggen vaak meer dan woorden. Voor fotografe Indra Moonen was dat één van de redenen om in het vak te stappen en om diezelfde reden startte ze begin dit jaar het Disposable Crisis Project. Doel is om de economische crisis een gezicht te geven. En dan niet vanuit haar eigen optiek, maar gezien vanuit het blikveld van degene die door de lens kijkt van één van de driehonderd wegwerpcamera’s die ze wereldwijd verspreidt.

Het moet een kleurrijke en leerzame verzameling van beelden opleveren die in een boek gebundeld wordt. Het Dis-posable Crisis Project vereeuwigt zo de economische crisis op een unieke ma-nier. Niet vertaald in woorden, maar gevangen in persoonlijke en sprekende beelden. Die ons nu eens niet letterlijk vertellen wat die economische crisis in-houdt, maar concreet laten zien wat de gevolgen hiervan zijn.

Het was vooral nieuwsgierigheid die In-dra Moonen ertoe dreef om dit project van de grond te tillen. Nieuwsgierigheid naar de concrete impact van die econo-

mische crisis op de levens van miljarden mensen wereldwijd. Volgens haar web-site is de term ‘economische crisis’ door de breed uitgemeten aandacht in de me-dia verreweg het meest gebruikte woord van het afgelopen jaar. En toch ontbrak er nog iets, vond de 28-jarige fotografe. “Concrete beelden, veelzeggende plaat-jes, de crisis mist een gezicht,” legt ze be-wogen uit. “Want zeg nou zelf, natuurlijk zijn er ook in Nederland mensen die het erg zwaar hebben door de economische malaise, maar door het sociaal vangnet zijn de gevolgen meestal nog te over-zien. Voor velen hier is de crisis nog een ver-van-mijn-bed-show. Maar dit geluk

– A D V E R T E N T I E –

De gulden snede van de economische

crisisdoor Kim Maes

foto Jean-Pierre Geusens

66 | kunst en cultuur

Indra Moonen

interview | 67

is niet voor iedereen weggelegd en dat roept vragen op zoals: wat voor impact kan dit hebben op iemands leven en hoe vertaal je dit naar de gevoelige plaat?”

Sponsoren gezochtDie praktische vertaling laat nog even op zich wachten, maar de voorbereidingen zijn in volle gang. Inmiddels zijn er 110 camera’s de wereld in gestuurd, met de nodige respons als gevolg. “Vooral hele positieve, maar ook enkele minder leuke reacties,” bekent de initiatiefneemster. “Dat was wel even slikken, daar was ik niet op voorbereid. Mijn beweegrede-nen zijn volstrekt oprecht. Er is geen winstoogmerk. Elke euro die hiermee verdiend wordt, gaat naar Fair Trade.” Ook op de hoeveelheid tijd en de ver-eiste investering die dit project opslokt, bleek ze niet voorbereid. Hoewel Indra de kosten voor het project tot nu voorna-melijk uit eigen zak betaalde, is ze voor de realisatie van het gehele traject afhan-kelijk van sponsoren. “Uiteindelijk zal de complete uitvoering, inclusief het druk-werk, ongeveer 15.000 euro gaan bedra-gen,” zo raamt ze. “Het project heeft in-middels vorm gekregen in een stichting zodat het voor bedrijven aantrekkelijker is om te participeren. Sponsoren krijgen een prominente naamsvermelding in het boek en op de website.”

Crisiskwaliteiten Naast de zoektocht naar participanten, wordt er ook nog druk gezocht naar deelnemers. Inmiddels circuleren In-dra’s camera’s onder andere in Chili, Mexico, India, Indonesië, Australië, Slo-venië en Japan. Het merendeel van de contacten kwam tot stand via social me-

dia en internationale fotowebsites. Elke verstuurde fotocamera gaat vergezeld van een korte instructie. De bedoeling is dat de ontvanger zelf vijf foto’s maakt

en de camera vervolgens doorgeeft aan anderen totdat hij vol is en terug gestuurd wordt. Het moet uiteindelijk leiden tot het gezicht van de crisis, dat medio volgend jaar in boekvorm zal ver-

ROB EMONTS ONTWERPT UW NIEUWE KEUKEN BIJ U THUIS! ALS JE TOE BENT AAN EEN NIEUWE KEUKEN LIGT EEN BEZOEK AAN DE KEUKENSHOWROOM VOOR DE HAND. EEN TIJDROVENDE BEZIGHEID DIE NIET AUTOMATISCH TOT HET GEWENSTE RESULTAAT LEIDT.

Vrijblijvend persoonlijk advies inclusief digitaal 3D kleurenontwerp bij u thuisMeer dan 20 jaar vakkennis en technische kennisRechtstreekse import vanaf fabriekKwaliteitsmerken met gedegen garantievoorwaarden(van low budget tot luxe designkeuken)Advies en uitvoering blijven in één hand

VOOR PARTICULIEREN, BEDRIJVEN, BOUWBEDRIJVEN & AANNEMERSWWW.EMONTSKEUKENS.NL | [email protected] | 06- 22 03 63 76 | LANDGRAAF

– A D V E R T E N T I E –

schijnen. Rest natuurlijk nog de vraag hoe Indra de crisis zelf zou weergeven. “Met een foto van mijn vader,” besluit ze. “Hij is door de crisis zijn baan kwijt geraakt, maar heeft daardoor wel zijn passie gevonden. Zo kan de crisis ook tot mooie dingen leiden. Zonder crisis zou ook dit project niet ontstaan zijn. Of ik het ook kan voltooien is, hoe ironisch ook, afhankelijk van sponsoring. Laten we dus hopen dat het Disposable Crisis Project crisisproof is.” Meer hierover op www.disposablecrisisproject.org.

“De crisis mist een gezicht”

Bassinkade 36211 AL MaastrichtT +31 (0) 43 351 07 05

heb je ... identiteit

imago bouw je, reputatie krijg je! Amigo Creative Concepts helpt opdrachtgevers bij hun

po sitioneringsvraagstukken, bouwt samen met hen aan de

ba sisvoorwaarden van hun communicatie en versterkt hun

imago! Business development. Zoals het hoort.

www.amigocreativeconcepts.nl

– A D V E R T E N T I E –

– A D V E R T E N T I E –

– A D V E R T E N T I E –

column | 71

bedingen. Tevens overlegt u alle facturen van de materiaal-kosten.Tot uw verbazing is de inspecteur voornemens om af te wij-ken van de aangifte. Hij legt u uit dat er sprake is van werk-zaamheden die normaal vermogensbeheer overstijgen. Zowel de huurinkomsten als de verkoopwinst worden afge-rekend in Box I (tarieven tot 52%). Gezien uw overige (loon)inkomsten bent u in één klap 52% van uw winst kwijt.... Tot zover deze anekdote.

Geachte vastgoedbelegger, geen paniek! Met deze anekdote heb ik getracht de nogal dunne grens tussen een vastgoedbe-legging in Box III en een zogenaamde Box I werkzaamheid te schetsen. Indien een aannemer uw pand renoveert, een werkster het pand onderhoudt, uw bemoeienis beperkt is tot het zoeken van huurders en het bijhouden van de admi-nistratie, en u het pand aanhoudt als langjarige belegging is er sprake van een box III belegging. U pleegt dan normaal vermogensbeheer, vergelijkbaar met het kopen van aande-len aan de beurs of het uitzetten van spaargelden.

Ofschoon de Inkomstenbelasting geen definitie kent van ‘meer dan normaal vermogensbeheer’ zijn er in de juris-prudentie diverse voorbeelden te vinden:• het splitsen in aparte wooneenheden met het oog op directe doorverkoop tegen een zo hoog mogelijk bedrag (ook wel uitponden genaamd);• het in belangrijke mate zelf verrichten van groot on-derhoud of andere aanpassingen aan een onroerende zaak;• het aanwenden van (voor) kennis of daarmee vergelijk-bare bijzondere vormen van kennis waardoor u in korte tijd zeer hoge rendementen behaalt; dit kan met name spelen indien u beroepsmatig op enige wijze met vastgoed in aan-raking komt (makelaar, aannemer, etc.);.

Kortom, het moet gaan om verrichte arbeid met het oog-merk om (in een kort tijdsbestek) een aanzienlijk voordeel te behalen, welk voordeel redelijkerwijze te verwachten is. In elk afzonderlijk geval zal dus aan de hand van de feiten bepaald moeten worden of sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer.

De moraal van dit verhaal: indien u als privépersoon in vastgoed wilt beleggen of daar al actief in bent, wees dan extra voorzichtig indien de bovengenoemde omstandighe-den een rol spelen. Uiteraard is het raadzaam om uw belas-tingadviseur tijdig om advies te vragen!

MARCEL BOLLEN

De huidige rendementen op spaartegoeden en effecten zijn momenteel niet bijster hoog. U vraagt zich af of er geen andere manieren zijn om meer rendement op uw vermo-gen te behalen? Na enige overpeinzing besluit u te gaan beleggen in onroerend goed.

U heeft een leuk pandje gevonden dat u zelf geschikt kunt maken voor verhuur, en de bank werkt mee aan een finan-ciering. U en uw partner zijn gezegend met enig klusta-lent, en na maanden van zwoegen in uw vrije tijd is het pandje gereed. U plaatst advertenties om huurders te wer-ven, maakt een website, en u vindt zo al snel huurders. Het onderhoud en de administratie doet u zelf, en uw partner poetst wekelijks de gang en het trappenhuis. Mede door uw eigen arbeidsinspanningen zijn de renovatiekosten laag en bedraagt uw aanvangsrendement zo’n 6%! Na een half jaar meldt zich een vermogende kennis aan wie u na enig aandringen het pand verkoopt met een aanzienlijke winst: wel 35% ten opzichte van uw investering!. Veel beter dan die spaarrente van 1,5%!

In uw aangifte inkomstenbelasting verantwoordt u het pand in Box III. Over de waarde minus de financiering wordt u afgerekend op een fictief rendement van 4%, dat wordt be-last tegen een vast tarief van 30%. U kijkt tevreden terug op uw geslaagde investering en oriënteert u inmiddels op een nieuw project.De Belastingdienst meldt zich echter met enige vragen. U meldt met trots dat u het pand helemaal eigenhandig heeft gerenoveerd en juist daarom een mooie prijs heeft kunnen

BELEGGEN IN VASTGOED: EEN ‘BOX’ WEDSTRIJD?

Mr. Marcel M.S. Bollen

Baat Accountants & AdviseursBaat Maastricht

[email protected]

72 | opinie

Nieuwe gevoelens van onbehagen? De arbeidsmigrant verdient beter…

De gehele Nederlandse samenleving voelde zich linksom dan wel rechtsom weer eens flink onbehaaglijk. Cen-trale thema dit keer: de toestroom van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa, de zogenaamde MOE-landers. Ontstond het gevoel van on-behagen niet rechtsom via de gedachte van een steeds groter wordende groep banenwegkapende en woon- en ver-keersoverlastveroorzakende Oost-Europese migranten, dan kwam het gevoel van onbehagen wel via de gedachte dat een grote groep mede-Europeanen via een stigmatiserend meldpunt werd weggezet als notoire overlastgevers. Zie daar: in ‘no time’ nam een nieuw gevoel van onbehagen ons allen in bezit.

Een ontwikkeling op de Nederlandse arbeidsmarkt die voor ingewijden al enige jaren zichtbaar en voorspelbaar is, kwam daarmee afgelopen weken rechtstreeks en in vaak ongenuan-ceerde zwart-wit stellingname de Ne-derlandse woonkamer binnen. Wat een Tweede Kamercommissie, die het vraagstuk vorig jaar al heel zorgvuldig in al zijn dimensies afpelde, niet lukte, lukt de PVV met een simpele site nu wel. En dus vinden we er nu ook alle-maal wat van. Ook al geldt voor velen dat onze eigen persoonlijke ervaring met het vraagstuk nul komma nul is. Toch is het van belang de kern van het vraagstuk te beschouwen en ik neem Limburg daarbij als maat. Macro-economisch is het volstrekt helder dat, willen we de bv Limburg laten draaien,

de instroom van arbeidskrachten van elders een must is.

Zelfs als iedereen die nu buiten het arbeidsproces staat en, voor zover daartoe in staat, op korte termijn weer meedoet, is deze ontwikkeling nog on-afwendbaar. Zie nu al de vele Belgische medewerkers in de zorg en de komst van grotere groepen buitenlandse ken-niswerkers rond o.a. Sabic en DSM. In dat perspectief passen ook de inmid-dels meer dan 25.000 Oost-Europese arbeidsmigranten, vooral actief in Noord- en Midden-Limburg, maar die naar de inzichten van recent on-derzoek ook in het zuiden van onze provincie een snel groeiende groep vormt. Met een verder vergrijzende en krimpende bevolking zal die vraag al-

leen maar toenemen. Daarom zal juist Limburg zich moeten durven profile-ren als aantrekkelijk woon- en werkkli-maat voor de arbeidsmigrant van bui-tenaf. Sterker nog, als we niet in staat zijn dat klimaat te bieden zullen we de strijd om arbeid met andere Europese regio’s verliezen, komt de leefbaarheid en het voorzieningenniveau in steeds grotere delen van onze provincie onder druk en komen we dan dus pas echt in de knel. Arbeidsmigrant verdient beterCruciaal daarbij is wel dat we een ge-lijk speelveld organiseren tussen ieder-een die, los van achtergrond en her-komst, in de Nederlandse samenleving werkt. Een speelveld waarbij actief wordt opgetreden tegen malafide uit-zendbureaus en werkgevers die onder de wettelijke Nederlandse arbeidsnor-

Wim Hazeu

lezersbrief

opinie | 73

men en inkomensgrenzen duiken en over de rug van de MOE-lander voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Juist in de strijd tegen onaccep-tabele arbeidsverdringing en daarmee in het belang van een volwaardige in-tegratie en acceptatie, verdient de ar-beidsmigrant beter.

Maar ook een speelveld waarbij hard wordt opgetreden tegen huisjesmel-kers, overbevolking, brandonveilige si-tuaties en strijdigheden met het bouw-besluit. Want juist onverantwoorde, langdurige huisvesting van vaak te grote groepen MOE-landers op daar-voor niet geschikte locaties leidt in veel gevallen tot overlast, hinder en gevaar

voor zowel de omgeving als de migrant zelf. Ook op dat terrein verdient de ar-beidsmigrant beter. Als huisvester kiest Wonen Limburg voor lokaal maatwerk in het huisvesten van langdurig in Ne-derland verblijvende arbeidsmigran-ten. Enerzijds via de toewijzing van reguliere woningen volgens de voor iedereen algemeen geldende toewij-zingsregels. Anderzijds waar het mo-gelijk is ook met het geschikt maken van leegstaand vastgoed, passend bij de couleur locale en de schaal van de lokale samenleving.Laten we in ieder geval het vraagstuk rond de instroom van Polen niet verder polariseren, maar gezamenlijk de han-den ineen slaan om zo’n gelijkwaardig

speelveld te creëren. Daarvoor is op regionale schaal de inzet van velen nodig. In dat licht verdient de recent opgestarte regionale samenwerking in Noord- en Midden-Limburg, waar-bij onder meer werkgevers, overhe-den, handhavers, corporaties, Poolse belangenorganisaties, vakbonden en welzijnsinstellingen gezamenlijk oplos-singen zoeken, passend bij de schaal en de vraagstukken van de regio, steun en navolging. Alleen zo bieden we het juiste antwoord op het meest recente opgeklopte gevoel van onbehagen.

Wim Hazeubestuurder Wonen Limburg

– A D V E R T E N T I E –

– A D V E R T O R I A L –

Het Parkstad Limburg Stadion is niet alleen de thuisha-ven van Roda JC, maar fungeert ook als gerenommeerd platform voor ondernemend Limburg. Met het initiëren van een vernieuwd zakelijk programma ‘Netwerken nieuwe stijl’, wordt dit nogmaals benadrukt. Onder de noemers vermaken, verbinden en verbreden, or-ganiseert Roda JC netwerkevenementen om de relatie met de businessclubleden te intensiveren. Op 20 maart werd met de eerste MATCHday alvast een voorproefje gegeven. “Vroeger kocht men in het kader van relatie-beheer een stoel en verwachtte in ruil daarvoor zeven-tien leuke wedstrijden, bier, bitterballen en een feestje,” vertelt algemeen directeur Marcel van den Bunder. “Die optie is er nog steeds, maar de insteek is wel substan-tieel veranderd.”

Tijdens de MATCHday, die georganiseerd werd in sa-menwerking met Good Work Personnel Development, trakteerde Roda JC de leden op bedrijfspresentaties, workshops, zakelijke speeddate sessies én gegaran-deerde leads. Want de scoringsdrift zit in alle gelede-ren van de organisatie ingebakken. En terecht, vindt Marcel van den Bunder. “Onze partners moeten ervan verzekerd zijn dat ze elke geïnvesteerde euro er ook weer uithalen.” Dat gebeurt op verschillende manie-ren want de mogelijkheden zijn legio. Duidelijk is dat Roda JC niet alleen op de grasmat, maar zeker ook op maatschappelijk en commercieel gebied aan de bal wil blijven. “Voetbal beschikt over een unieke content, wij bieden een uniek product, dat schept mogelijkheden,” vervolgt van den Bunder. “Kijk alleen al naar het be-reik. Studio Sport trekt wekelijks op zondagavond dik twee miljoen kijkers. Tel daarbij op de exposure in print- en onlinemedia. Om het rendement te garanderen, kij-ken we samen met onze partners naar de meest effec-tieve invulling. Wij zijn niet van het ‘grote halen, gauw thuis’. Hoe kunnen we samen het maximale bereiken, dat is waar het om gaat. Daarvoor moet je je in elkaar verdiepen, dat is efficiënt en effectief partnership.”

Roda onderneemt

De misvatting dat voetballiefde een noodzakelijke grondslag vormt voor een zakelijke insteek wordt kor-daat uit de weg geruimd. “Je hoeft niet van voetbal te houden om door middel van voetbal geld te verdie-nen,” benadrukt van den Bunder. ”Je hoeft ook niet elke wedstrijd bij te wonen. Belangrijk is dat je hier je doelgroep kunt bereiken. We zijn daarbij ook erg actief in het verbreden van onze eigen doelgroep. Zo nodigen we bijvoorbeeld heel gericht vrouwen uit. Dat heeft geleid tot een vrouwelijk bezoekersaantal van meer dan dertig procent. Daarmee telt ons stadion meer vrouwelijke bezoekers dan elk ander Nederlands stadion. Niet onbelangrijk, wetende dat zij vaak de aanjager vormen voor een volgend bezoek.”

“De unieke content van dit product biedt onze part-ners de mogelijkheid om zich op een unieke manier bij hun relaties te presenteren,” vult Rob Goossens van pers & communicatie aan. “Daarbij kunnen ze naar wens gebruik maken van onze accommodaties. Samen met onze partners willen we ook uitdagingen aangaan om Roda JC op maatschappelijk gebied te verankeren in de Limburgse maatschappij. Met de stichting ‘Roda JC Kerkrade, midden in de maatschap-pij’ geven we hier concreet invulling aan. Zo organi-seren wij bijvoorbeeld wekelijks de schooltoer, maar is er ook een project voor kinderen met leerproblemen en het project ‘scoren voor gezondheid’ waarbij we jaarlijks zo’n vierhonderd kinderen via een intensief programma aanzetten tot het ontwikkelen van een ge-zondere levensstijl.” “Met succes,” constateert van den Bunder. “Want als Mads Junker een ‘contract’ met ze afsluit, verdwijnen de overtollige kilo’s als sneeuw voor de zon. Een verdienste van ons unieke product en de daaraan gekoppelde emotie. De liefde voor voetbal zit verankerd in de maatschappij. Wij vinden het logisch dat je die maatschappij daar vervolgens ook iets voor teruggeeft.”

column | 75

Hier komen we die goddelijke taak van Lodewijk XIV weer tegen en dat in een heel absolute vorm, zoals veiligheid des-tijds inderdaad het grootste goed was dat een koning aan zijn volk kon schenken. Inmiddels leven we echter in een maatschappij waarin risico bewust wordt genomen, omdat dat nu eenmaal nodig is voor onze levensstijl en welvaart. Dagelijks nemen we allemaal bewust en onbewust bepaalde risico’s, omdat anders ons hele leven stil komt te liggen. De rigoureuze sloop van een deel van ’t Loon en de ontruiming van de rest en van de woonflat, past daar helemaal niet in: wij willen helemaal geen 100% veiligheid meer.

Veiligheid is ook helemaal niet meer het allesoverheersend belang en we willen zelf afwegingen kunnen maken, ook tussen veiligheid en andere belangen. Als ondernemer wil je niet horen dat je hele winkelvoorraad en inventaris ver-nietigd wordt, zonder dat je daar ook maar iets over te zeg-gen hebt. Een ondernemer nu wil horen van de overheid: er is al jarenlang iets aan de hand, maar we weten het niet precies en dus ook niet wat voor gevolgen het kan hebben, maar in het allerergste geval zou het er toe kunnen leiden dat dit gebouw gaat instorten.

Vervolgens kan die ondernemer zelf dan een afweging ma-ken of hij zijn zaak ontruimt en alle goederen veiligstelt. Ondernemers die verder van die ene (!) zakkende pilaar af zijn gevestigd, kunnen ook heel goed zelf beslissen of ze hun zaak openhouden. Hoe dichter bij het gevaar en hoe groter gevaar ter plekke is, des te meer is er inderdaad alge-meen de taak van de overheid om het (winkelende) publiek te waarschuwen of zelfs te verbieden om ergens te komen. Hoe verder er vanaf, hoe terughoudender die overheid moet zijn. De burgemeester heeft echter geen enkele belangenafwe-ging gemaakt of vrijheid aan burgers en bedrijven gelaten.

In feite kwam de redenering van de burgemeester er op neer, dat hij niet wist of er sprake was van (on)-veiligheid en “dus” besloot tot een sloop en ontruiming die hoog in de miljoenen euro’s schade loopt, alle ellende voor de be-woners van de flat en de hele omgeving daarbij nog op te tellen. Ik zou zeggen: dat absolutisme is niet meer van deze tijd en de overheid mag zichzelf best wat rekenschap geven van haar functie in de huidige tijd en het achtergebleven niveau van kennis en kunde ten opzichte van de rest van de maatschappij.

Charles Lückers

De kreet “De staat: dat ben ik!” wordt toegeschreven aan absolutistisch regerende heersers en dan met name aan de Zonnekoning: Lodewijk XIV. De koning had een goddelijke taak en beschouwde zich als enige in staat om welke beslissing dan ook te nemen en zonder enige ruggespraak. Het volk was immers dom en onmondig. Over een goddelijke taak hoeft men voorts na-tuurlijk ook niet met het gewone volk te overleggen.

Die twee elementen: absolutisme en een goddelijke taak, komen mij iets te sterk terug in de opvattingen van burge-meester Depla van Heerlen met betrekking tot de sloop van een gedeelte van winkelcentrum ’t Loon. Als advocaat zal ik mij niet bemoeien met de technische oorzaak en het lijkt mij ook nog wat vroeg om de aansprakelijkheidsvraag te be-antwoorden. Los daarvan blijft het echter de vraag of een burgemeester nog wel in de huidige tijd op een dergelijke wijze mag beslissen en zo om mag gaan met de belangen van burgers en bedrijven.

Het grote verschil met 300-500 jaar geleden is immers, dat het volk niet meer dom is en op menig terrein is de kennis binnen het bedrijfsleven heel wat groter dan bij de over-heid, of op zijn minst gelijkwaardig. Bedrijven zijn op heel veel terreinen best in staat om eigen afwegingen te maken.

Er valt een drietrapsraket te bespeuren in de gedachtegang van de burgemeester:

• Ik ben als burgemeester de hoogste in het college van B&W;• Veiligheid is mijn taak en die gaat dus boven de andere overheidstaken en -belangen;• Bij veiligheid gaat het om een absolute 100%.

L’ÉTAT, C’EST MOI,MAIS PAS DEPLA

Mr. Charles LückersLückers BedrijfsAdvocaten / Advocasso

– A D V E R T O R I A L –

– A D V E R T O R I A L –

– A D V E R T E N T I E –

the globally networked management school

For more information, check out our website www.msm.nl, call us on + 31 43 38 70 808

or send an e-mail to [email protected]

Advertorial

Met de internationale Executive MBA van Maastricht School of Management (MsM) en Cologne Business School (CBS) bouwt u aan een succesvolle management carrière. Het programma is zo opgezet dat u optimaal kunt pro� teren van zowel de deelnemers als de docenten. De context van het Executive MBA bereidt u voor op het op hoog niveau functioneren in een internationale omgeving.

Waarom de MsM/CBS Executive MBA?• Goede balans werk en studie:

de 2-jarige parttime Executive MBA is opgebouwd in 7 modules van 9 dagen, iedere module gevolgd door 3 maanden zelfstudie

• Diversiteit deelnemers: de Executive MBA deelnemers hebben verschillende nationaliteiten en komen uit zeer diverse organisaties, branches en functies

• Studeren in 3 landen op 2 continenten: de modules vinden afwisselend plaats in Maastricht en Keulen, één module vindt plaats in Shanghai

Internationale Executive MBA

“Bij MsM staat vooral het internationale aspect van zakendoen, het begrijpen van verschillen en manieren

vinden om met elkaar te verbinden sterk op de voorgrond. Dat sprak me erg aan. De Executive MBA class

’99 van MsM heeft mijn basis verbreed en een meer business oriëntatie gecreëerd. Mede daardoor ben ik

in 2007 benoemd als algemeen directeur van Mayfran in Europa. Samengevat heeft mij de opleiding bij

MsM de handvatten gegeven om meer bedrijfsmatig te kunnen denken en vooral om in de omgang met

verschillende nationaliteiten allereerst te proberen zelf te begrijpen, voordat jij begrepen kan worden. Dus

een echte aanrader!!”

Wiel Kroonen, Managing Director

MAYFRAN International BV

Voor meer informatie, kijk op onze website www.msm.nl, of neem contact op via +31 43 3870808 / [email protected]

Wereldwijd gaan 60 miljoen kinderen niet naar school; honderden miljoen kinderen lijden honger, terwijl een voedzame schoolmaaltijd slechts 20 cent kost, een fractie van de prijs die wij in een restaurant betalen voor onze maaltijd. Wat nu als elke maaltijd die wordt geserveerd gelijk zou staan aan één maaltijd voor een kind in een arm land? Die ingeving van oud-cateraar Leon Aarts lag aan de basis van Ex-traordinary Ones. Het initiatief is in-middels omgedoopt tot Fill the Cup en maakt deel uit van het World Food Programme (WFP) van de Verenigde Naties. Fill the Cup wil die honger in hoop transformeren door, letterlijk, de ‘cup’ van schoolkinderen te vullen en zo hun kansen op een goede gezond-heid en opleiding flink te vergroten.

De honger uit de wereld helpen door zelf te eten: dat lijkt een tegenstelling, maar juist in dat ogenschijnlijke con-trast schuilt de kracht van Fill the Cup. Aarts’ idee berust op het principe van ‘transactional giving’; van elke trans-actie gaat een klein deel naar een goed doel. Neem in ogenschouw dat er in Nederlandse restaurants elke dag circa drie miljoen maaltijden worden geser-veerd, en het potentieel van Fill the Cup wordt duidelijk. Aarts: “Van alle maaltijden die buitenshuis worden ge-serveerd, willen wij 3% ‘omzetten’ in schoolmaaltijden voor kinderen. Dat betekent dat we dagelijks maar liefst honderdduizend kinderen van een

voedzame maaltijd kunnen voorzien.” Wil iemand die buiten de deur gaat eten wel geconfronteerd worden met wereldhonger? Aarts: “Tot nu toe zijn de reacties van gasten louter positief. Mensen zijn zogezegd ‘hongerig’ om te helpen. Immers, niemand misgunt een kind in een arm land een warme schoolmaaltijd. Restaurantbezoekers zijn dan ook altijd bereid ietsje meer te betalen. Het gaat natuurlijk om meer dan enkel die 20 cent; het draait om bewustwording. Het kan niet zo zijn dat een vijfde van de wereldbevolking in armoede leeft, en de rest lijdzaam toekijkt. Dát is de boodschap van het initiatief. Ook willen we de mensen bijbrengen dat een kleine bijdrage wel degelijk een groot verschil kan maken.”

Hoe kan een restaurant meedoen met het project? Aarts: “Aanmelden kan heel simpel op www.jointhecup.org. Deelname is overigens helemaal gratis.” En particulieren, kunnen die ook nog iets betekenen? Aarts: “Eten in een Fill the Cup-restaurant om te beginnen. Verder kunnen mensen natuurlijk ook hun favoriete eetgele-genheid aansporen om mee te doen.” Blijft het project beperkt tot Neder-land? “Straks moet Fill the Cup zich over heel Europa ontvouwen. Eerst is Nederland aan de beurt. We zijn nu ruim één jaar bezig en kunnen spreken van een geslaagde pilot. Komende tijd zullen de ontwikkelingen zich in een sneltreinvaart opvolgen.”

Fill the Cup zet honger om in‘Wij een maaltijd. Zij een maaltijd.’ Wie eet in een restaurant dat het project Fill the Cup steunt, weet dat hij daarmee tevens een kind in een arm land aan een warme schoolmaaltijd helpt. En dat voor de geringe meerprijs van 20 cent. Deelnemende restaurants kunnen zo op jaarbasis duizenden kinderen dagelijks van een voedzame schoolmaaltijd voorzien.

door Marco Soeters

foto Jean-Pierre Geusens

Oud-ondernemer en filantroop Leon Aarts zet duurzaam initiatief op

maatschappij | 79

hoop

Leon Aarts

Paul Hinskens, Emile van Wieringen,

Raoul van Dort en Camille van Straten

Benita Koetse, Roel Beugels en Bernd Koetse

80 | society

foto’s Jean-Pierre Geusens en Jeanine Opreij

ZUID BORREL

Het was druk op de eerste

ZUID-borrel in Maastricht

Advocaat mr. Gerard Spong was de spreker

tijdens de borrel bij Thiessen Wijnkoopers

Na het succes van de ZUID-borrel in de Westelijke Mijnstreek is het Zuid-Lim-burgse netwerkevenement nu eveneens uitgerold naar de regio Maastricht. Bij Thiessen Wijnkoopers in het centrum van de hoofdstad kwamen meer dan honderd ondernemers bij elkaar om te luisteren naar strafpleiter mr. Gerard Spong. Een week eerder was zijn col-lega mr. Theo Hiddema de gastspreker van de ZUID-borrel in het Els-museum in Beek. Ook daar waren meer dan honderd ondernemers aanwezig.

Ralph Hendriks en Raymond Hennekens

ZUID BORREL

Stephan Dirix, Gaston Soons, Joey Nijsten enNicole Nijsten

Jos Kern, Leo Pelzer en Laszlo Graven

Marcel Horsten en Astrid Dabekaussen

Peter Verheij en Ruth Postel

society | 81

Bouwspecialiteiten B.V.

Ingrid Hendrick, Lysbeth den Dulk en Guy Loyson

Advocaat Theo Hiddema gaf eeninmiddels spraakmakende lezing tijdens de ZUID-borrel in Beek

COMMERCIËLE ADVOCATEN VOOR SUCCESVOLLE ONDERNEMERS

T 046 4363388 | www .cvradvocaten.nl

– A D V E R T E N T I E –