Zot jagen (Vijfde vastenzondag C 2013)

46

Transcript of Zot jagen (Vijfde vastenzondag C 2013)

Opgejaagd en voortgedrevengaan wij aan zoveel voorbijzoveel liefde, zoveel leven

onze ziel leidt averij.Niet als mens nog gewaardeerd,maar als koopkracht getaxeerd,

tot wij oud, terzijde levenen de krachten ons begeven.

Moe gedraafd en zin vergetengaan wij langs de bulderbaan

van het jagen om te wetenof wij morgen nog bestaan.

En zovelen zien ons aan,wenken ons om stil te staan,dat wij onze aandacht wijdenaan wie door ons jagen lijden.

Zoekend naar de aanvliegroutevan de geest die ons bevrijdtuit het jagen en het moeten,uit de angst voor eindigheid,-bidden wij: doe ons dan aan,maak ons rustig bij het gaan,doe ons vrolijk, vastberaden

leven tot elkaars genade.(van Opbergen Jan /

‘evenals een moede hinde’ Ps 42.)

Heer God, wij willen vragen,leer ons je Woord te dragen,leer ons het slechte laten. Heer God vergeef het ons.

(onbekend)

Geen uitzicht om naar toe te gaan,geen plek, geen been om op te staan,

nergens een nieuw beginnen.Nergens een toegestoken hand,alom het grauwe niemandsland,

geen mens om te beminnen.Geen houvast meer in het bestaan,geen ander om naar toe te gaan,

niets om aan te verbinden,een mens die zoekgeraakt en kleintoch met de mensen mens wil zijn

en zich wil laten vinden.

Jij die mij zoekt, Jij die mij vindt,Jij die iets nieuws met mij begint,

en die mij om doet kerennaar waar het leven wordt geleefden ieder die om toekomst geeft,

het leven nieuw kan leren.Jij die mij ziet en noemt bij naam,

die mij ontdoet van hoon en blaam,mij ziet met nieuwe ogen,

bij Jou zal ik een iemand zijn,gezien, gekend, bevestigd zijn

en voluit leven mogen. (onb

eken

d / p

salm

68

mel

odie

Pet

er B

iesb

rouc

k ‘V

ader

die

in d

e he

mel

)

[Voorganger]

Wij geloven in God, van wie de mensheid is uitgegaan

en tot wie zij, in Jezus, terug zal keren.

[Allen]Voor alle mensen

heeft Hij deze wereld geschapen. Daarom neem ik geen genoegen

met verdeling van mensen in rijken en armen,

in machthebbers en verdrukten, in goeie gelovigen en overspelige

zondaressen.

[Vg]

Ik geloof in God, die niemand toestaat

zijn kinderen te behandelen als knechten.

[Al]Ik geloof in Jezus Messias.

Alle mensen zijn Zijn broers en zusters. Daarom neem ik geen genoegen

met de verdeling van mensen in eersterangs en tweederangs burgers.

Zijn dood heeft alle mensen dezelfde vrijheid gebracht.

Zijn opdracht is: je vrijheid met anderen te delen.

Ik geloof in Jezus Messias, die ons is voorgegaan in het bevrijden van elkaar

en zo te bouwen aan Gods komend rijk.

[Vg]

Ik geloof in de heilige Geest. Hij vuurt ons aan tot durf en fantasie.

[Al]Daarom leg, ik mij niet neer

bij wat in kerk en maatschappij bestaande orde of de heilige wet heet.

Die Geest brengt vijanden ertoe elkaar te vergeven en vrede te sluiten.

Zij geeft ons oog voor alwie zwak, verstoten en gebroken zijn..

Ik geloof in de heilige Geest, die ons bijeen waait tot mensen voor mensen,

tot op vandaag.

Blijf niet staren op wat vroeger was.Sta niet stil in het verleden.Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen.Het is al begonnen, merk je niet niet?

(Tai

zé)

(Oosterhuis / Huijbers)

Wij wijzen met de vinger aanwie onder ons heeft kwaad gedaan.En onze woorden, hard als steen,verwonden mensen om ons heen

Maar Jezus wees een and're weg:Zondig niet meer, heeft hij gezegd!Hij nam geen stenen in zijn hand

maar knielde neer en schreef in 't zand

Bij Jezus is een nieuw begin!Hij zet zich voor ons allen in.

Hij brengt het kwaad niet aan het licht,maart Hij vergeeft wat achter ligt.

(Lam Hanna/ Peter Biesbrouck.)

[Voorganger]

gezegend Jij, die genoemd wordt:

vader moederbron van levenbron van horenbron van zien

Rond de tafel

[al]gezegend Jij die genoemd wordt:

niet-te-noemennooit geziene

diep vermoedegod in mensen

gezegend Jij die genoemd wordtliefde, vriendschap

troostende armdragende handkussende mond

[Vg]

gezegend jij die gekend bentonze namen, gegrift in jou

zegt te heten: “ik-zal-er-zijn”

[al]

gezegend Jij die gekend benten gezien wordt in die mens, lang geleden

Jezus Messias

(rechtstaa

n)

[Vg]hij die weet van eenzaamheid, kleingeslagen en ontworteld, van gezichten zonder naam, hij die

geslagen als zovelen en de dood ingingmaar werd als geen ander, mens der mensengod nabij. Hij toonde ons liefde op zijn grootst

toen hij op de avond voor zijn lijden…

hij die wil zijn gebroken brooduitgedeeld om één te zijn

breek ons open; maak ons heel

[al]

kneed ons samennu nog zoekendetastende mensenals graankorrels

verzameld tot brood

[Vg]

wees kracht in ons adem ons

wees licht in ons doe ons gaan

op de weg van gebroken brood

[al]

schrijf vrijheid in mensen die gaan hand in een hand

arm om elkaar een naam gezegd

vrede dichtbij

[Vg]

schrijf jouw naam op ons middenrif,

als het dragende mysterie van ons bestaan,fluister bij elke ademstoot

Jouw allerliefste naam:Vader van alle mensen

Vader van alle mensenonzichtbaar, toch dichtbij.Jouw naam is heel bijzonder:"Je bent er steeds voor mij"

Doe Jouw dromen komen,Jouw hemels mooie plan.Die vrede wil ik brengenen helpen waar ik kan.

Leer ons wat er nodig is,brood voor elke dagLeer ons te vergevenzodat Je weer lacht.

Maak ons sterk en zekeren toon de juiste weg.Ik wil er echt voor gaan. Ikgeloof wat ik nu zeg.

(Pet

er B

iesb

rouc

k)

(Tom Löwenthal)

Nu doet men anderen pijn, nu gooit men nog met stenen,

dan zal er niemand meer wenen, dan zal er vrede zijn.

Nu lopen mensen gevaar, nu worden zij gestenigd,

dan zijn de volken verenigd, dan hoeden zij elkaar.

Nu worden mensen gedood, nu worden zij gestenigd,

dan zijn de noden gelenigd, delen zij 't daaglijks brood.