Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen...

22
Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen analyse & toekomstvisie

Transcript of Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen...

Page 1: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen

analyse & toekomstvisie

Page 2: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

1

VOORWOORDCrisistijden zijn perioden waar de opportuniteiten voor het grijpen liggen voor wie durft. En die op-portuniteiten vinden we vooral in die sectoren die het minst te lijden hebben onder de crisis. Eén van die sectoren is zeker en vast de medische sector. Ondanks de moeilijke sociaal-economische omstan-digheden, blijven de zorginstellingen mensen aanwerven, nieuwe investeringen doen, innovatieve producten ontwikkelen… Het is een echte groeisector.

Ook voor de regio Zuid-Oost-Vlaanderen is deze sector bijzonder belangrijk. Wanneer we naar de werk-gelegenheidscijfers van onze regio kijken, dan merken we dat de zorgsector één van de grootste werk-gevers is. En als we de toekomstverwachtingen mogen geloven, zal de tewerkstelling in deze sector de komende jaren enkel toenemen.

Maar ondanks deze mooie perspectieven, moeten we ook waakzaam zijn voor de grenzen van de groei, ook in de zorgsector. Immers, we mogen niet vergeten dat onze zorgsector voor een groot stuk een gesubsidieerde sector is en dus sterk afhankelijk van de middelen die de overheden ter beschik-king kunnen stellen. Wanneer de overheidsfinanciën onder druk komen te staan, zal dit vroeg of laat ook gevolgen hebben voor de zorgsector. Die instellingen die op deze financiële druk het best voorbe-reid zijn, door efficiënt en effectief met de ter beschikking gestelde middelen om te gaan, zullen het best bestand zijn tegen het bereiken van de financiële grenzen van de groei.

Verder zal het ook zaak zijn concurrentieel te zijn op een krimpende lokale arbeidsmarkt en in een globaliserende economische wereldmarkt. Om talenten aan te trekken, uit binnen- en buitenland, zal het zaak zijn in te zetten op employer branding, arbeidsorganisatie en opleidingen. En om onze ken-nis ook ter beschikking te stellen op een wereldmarkt en hierdoor schaalvoordelen te creëren, zal het noodzakelijk zijn om samen te werken aan een sterk product: de Vlaamse zorgsector.

Naast de kennis en kunde van onze zorginstellingen, dienen we ook het potentieel voor de secundaire en tertiaire economische sectoren te onderkennen. De medische sector heeft nood aan ondernemers die samen met de zorginstellingen op zoek gaan naar steeds betere processen, diensten, hulpmid-delen… om het welzijn van de patiënt te verbeteren. Het is bij uitstek een sector die steeds weer moet vernieuwen, ontwikkelen, innoveren. Voor vele ondernemers liggen er uitstekende kansen in de zorgsector, maar vaak ontbreekt het nog aan voldoende contactmomenten om elkaars vragen en oplossingen te leren kennen.

De zorgsector is in deze crisistijden een sector die het hoofd boven water houdt, en meer zelfs, een sector in volle groei. Maar willen we onze zorgsector aan de top houden, dan zal het noodzakelijk zijn door samenwerking en innovatieve ontwikkelingen efficiëntie en effectiviteit na te streven.

Met deze brochure wil het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen een aanzet geven door de uitdagingen te duiden, een visie aan te reiken en concrete acties uit te werken. Het is nu aan alle partners in de zorgeconomie: overheden, zorginstellingen, opleidingsverstrekkers en onderzoekscentra, het bedrijfs-leven en de intermediairen, om samen te werken aan de toekomst. Samen moeten we ervoor zorgen dat onze regio zich vormt tot een topzorgregio in Vlaanderen en in de wereld!

Wouter Danckaert Ilse Uyttersprot

Regiocoördinator Voorzitter

Streekoverleg ZOV Streekoverleg ZOV

2de ZORGSYMPOSIUM“Oplossingen voor de Zorgsector

in Vlaanderen”9 september 2010 | CC De Werf Aalst

Via

Inspiratiesessies, Workshops & Debatgeven een 20-tal eminente sprekers hun oplossingen op dé uitdagingen voor de zorgsector in Vlaanderen

• In de themagroep “People” worden oplossingen voor het nijpende personeelstekort aangereikt.

• In de themagroep “Policy & Strategy” leer je hoe je in een veranderende wereld een topzorginstelling blijft.

• In de themagroep “Business” ontmoet u inspirerende ondernemers die als pionier actief zijn in de zorgeconomie.

www.zorgsymposium.be

Page 3: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

2

1Een socio-economische en maatschappelijke analyse

INHOUDSTAFELDEEL 1 EEN SOCIO-ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIjkE ANALYSE

1.1 Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

1.1.1 Economische situering

1.1.2 Tewerkstelling

1.1.3 Bedrijvigheid

1.1.4 Innovatie

1.2 Zorgvoorzieningen en zorgopleidingen in Zuid-Oost-Vlaanderen

1.2.1 Zorgvoorzieningen

1.2.2 Zorgonderwijs

1.3 Socio-economische en maatschappelijke analyse

1.3.1 Vergrijzing

1.3.2 Krimpende arbeidsmarkt

1.3.3 Stijgend zelfbewustzijn in (en dankzij) de informatiemaatschappij

1.3.4 Mantelzorg en vrijwilligerswerk in de 21ste eeuw

1.3.5 Betaalbaarheid sociale zekerheid

1.3.6 Naar een duurzame samenleving

1.3.7 (Economische) globalisering

1.3.8 De zoektocht naar schaalvoordelen en efficiëntiewinsten

1.4 SWOT-analyse Zuid-Oost-Vlaanderen

DEEL 2 EEN ZUID-OOST-VLAAMS ANTWOORD … ZORGINNOVATIECLUSTER ZUID-OOST-VLAANDEREN2.1 Missie

2.2 Strategische doelstellingen

2.2.1 Concurrentievermogen Zuid-Oost-Vlaamse zorgsector vergroten

2.2.2 Tot hét Vlaams vormingscentrum voor zorgberoepen uitgroeien

2.2.3 Vlaams I3nnovatiecentrum voor de zorgsector creëren

DEEL 3 HOE GAAN WE DIT REALISEREN?3.1 Oprichting Zorginnovatiecluster vzw

3.2 Enkele concrete acties

3.2.1 Uitbouw zorgtoeristisch netwerk

3.2.2 Innovatiecentrum Zorg Vlaanderen (I3Z)

3.2.3 Arbeidsinnovatie in de zorgsector

3.2.4 Oprichten nieuwe ondernemingen

3.2.5 Zorgsymposium 2010

Page 4: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

4 5

1.1 Economie in Zuid-Oost-VlaanderenGlobaal gezien is vast te stellen dat Zuid-Oost-Vlaanderen op economisch vlak minder goed scoort dan het Vlaamse gemiddelde. Onderstaand worden op basis van tewerkstellings- en innovatiecijfers een aantal vaststellingen uit de doeken gedaan waarbij opgemerkt dient te worden dat een aantal verzachtende omstandigheden gelden. Zo beschikt Zuid-Oost-Vlaanderen bijv. over relatief weinig ken-nisinstellingen en is de mobiliteit in het Oudenaardse arrondissement slecht uitgebouwd. Dit mag echter geen uitvlucht zijn om geen innovatief, toekomstgericht economisch beleid te voeren. Naast de verzachtende omstandigheden heeft Zuid-Oost-Vlaanderen immers ook enorme troeven in handen.

1.1.1 Economische situering Zuid-Oost-VlaanderenZuid-Oost-Vlaanderen bestaat uit de arrondissementen Aalst en Oudenaarde en telt 21 – veelal kleine – gemeenten. Naast de enige centrumstad Aalst zijn Geraardsbergen, Ronse, Oudenaarde, Zottegem en Ninove ook Zuid-Oost-Vlaamse steden.

De regio is gelegen binnen de denkbeeldige driehoek Brussel-Gent-Kortrijk en wordt in het noorden doorkruist door de E40 (autosnelweg) en de spoorwegverbinding Gent-Brussel. In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt.

Naast de autosnelwegen wordt Zuid-Oost-Vlaanderen doorkruist door twee belangrijke autowegen. De N60 (Gent – Oudenaarde – Ronse) verbindt het westelijke deel van de regio met de Gentse agglome-ratie. Via de N42 (Wetteren – Zottegem – Geraardsbergen) wordt het oosten van de regio verbonden met de E40.

De twee waterwegen die een belangrijke rol spelen in Zuid-Oost-Vlaanderen zijn de Schelde en de Dender. Zij bieden opportuniteiten om respectievelijk Oudenaarde met de Gentse kanaalzone en Aalst/Ninove met de Antwerpse haven te verbinden.

De arrondissementen Aalst en Oudenaarde hebben ruimtelijk-economisch een verschillende aanslui-ting. Terwijl het oude arrondissement Aalst aansluit bij het centraal kerngebied van de “Vlaamse Ruit” (Brussel – Gent – Antwerpen – Leuven), kan gesteld worden dat het Oudenaardse arrondissement eer-der aanleunt bij het westelijk economisch kerngebied, de driehoek Kortrijk/Roeselare – Gent – Brugge/Zeebrugge.

De centrale ligging van Zuid-Oost-Vlaanderen zorgt er ook voor dat een aantal kenniscentra vlak-bij liggen. De universiteiten van Gent en Brussel liggen bijv. vlakbij maar ook de universiteiten van Antwerpen en Bergen liggen niet veraf. (Noord-)Henegouwen – waar Bergen is gelegen – maakt immers werk van een economische remonte. Een aantal spelers uit bovenstaande kenniscentra heb-ben reeds linken met Zuid-Oost-Vlaamse kenniscentra.

Het centrale kenniscentrum van Zuid-Oost-Vlaanderen is, mede door de aanwezigheid van campi van Kaho Sint-Lieven (Associatie KU Leuven) en HoGent (Associatie Universiteit Gent), gelegen in Aalst. Naast de aanwezigheid van hogescholen telt Aalst met het Onze-Lieve-Vrouw-ziekenhuis (gelieerd aan UZ Leuven) en het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst (gelieerd aan UZ Brussel en UZ Gent) twee prestigieuze ziekenhuizen.

Daar waar in Aalst veel medische kennis is gecentraliseerd, speelt Ronse een belangrijke rol als het over innovatieve textieltechnieken gaat. Via de uitbouw van het “Textielincubatiecentrum” zal die ken-nis in de toekomst verzameld en verspreid worden.

1.1.2 TewerkstellingQua tewerkstelling is het zo dat Zuid-Oost-Vlaanderen een jobratio van 52 jobs per 100 deelnemers heeft waarmee 14,5% minder dan Vlaanderen wordt gescoord en 10,6% dan Oost-Vlaanderen. En dit terwijl Zuid-Oost-Vlaanderen in 2008 een werkzaamheidsgraad had van 69% waarmee beter dan het Vlaamse gemiddelde werd gescoord. Meer dan de helft (56%) van de werkende Zuid-Oost-Vlamingen pendelt dan ook en gaat elders werken terwijl slechts 36% afkomstig is uit andere regio’s. Zuid-Oost-Vlaanderen heeft dan ook een negatief pendelsaldo.

Wanneer naar sectoren gekeken wordt, is vast te stellen dat er een aantal verschillen tussen de ar-rondissementen Aalst en Oudenaarde zijn. Zo biedt de agrarische sector in het Oudenaardse (3,6%) procentueel gezien meer werkgelegenheid dan in Aalst (1,9%) maar ook meer dan in Oost-Vlaanderen (2,8%) of Vlaanderen (2,5%).

Met 21,5% valt op dat het arrondissement Aalst t.o.v. het arrondissement Oudenaarde (33,7%), Oost-Vlaanderen (24,9%) en Vlaanderen (23,6%) weinig werkgelegenheid in de secundaire sector biedt.

In de tertiaire sector scoort het Oudenaardse (32,7%) arrondissement dan weer minder goed dan Oost-Vlaanderen (38,8%) en Vlaanderen (43,2%) waar Aalst met 41,1% het Vlaamse gemiddelde benadert.

In de quartaire sector (waar o.a. gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening onder res-sorteren) scoort Aalst met 35,5% relatief hoog. Oost-Vlaanderen en Vlaanderen bieden in die sector respectievelijk 33,5 en 30,7% van hun werkgelegenheid aan. In het Oudenaardse arrondissement is de quartaire sector goed voor 30% van de werkgelegenheid.

Tabel 1 : Procentuele verdeling arbeidsplaatsen (inclusief zelfstandigen en helpers actief op pensioenleeftijd, excl.bijberoepen)

Sector Arr. Aalst Arr. Oudenaarde Provincie Oost-Vlaanderen

Vlaams Gewest

Primaire sector 1,9% 3,6% 2,8% 2,5%Secundaire sector 21,5% 33,7% 24,9% 23,6%Tertiaire sector 41,1% 32,7% 38,8% 43,2%Quartaire sector 35,5% 30,0% 33,5% 30,7%Bron: Sociaal-economische situatieschets van Oost-Vlaanderen (2010)

T.o.v. het feit dat het in de toekomst nog moeilijker zal worden om arbeidskrachten aan te trekken, staat dat de werkgelegenheid in de zorgsector zal stijgen. Minstens één sector zal het komende decen-nium dus meer werkgelegenheid creëren. Net als in andere regio’s is de zorgsector ook in Zuid-Oost-Vlaanderen verantwoordelijk voor een groot deel van de werkgelegenheid. Specifiek voor Zuid-Oost-Vlaanderen echter is vast te stellen dat we als regio zeer weinig werkgelegenheid creëren.

1.1.2.1 Tewerkstelling in de zorgsectorVraag is nu wat de precieze werkgelegenheid in de zorgsector is en wat de te verwachten groei is. Wanneer gekeken wordt naar de werkgelegenheid in de sectoren gezondheidszorg en maatschappe-lijke dienst verlening is vast te stellen dat beide sectoren in Zuid-Oost-Vlaanderen meer jobs konden aanbieden. Op basis van gegevens van VDAB (Arvastat) wordt in onderstaande tabellen weergegeven hoeveel vacatures er voor de sectoren bijkwamen. Noteer echter wel dat VDAB niet alle openstaande vacatures ontvangt.

Tabel 2 : Openstaande vacatures sector gezondheidszorg 2000-2009Scholingsgraad 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009Laag of geen vereiste 65 63 53 65 77 102 43 93 93 125Middengeschoold 68 58 48 60 42 76 49 72 95 76Hooggeschoold 86 101 125 170 158 147 170 170 167 170TOTAAL 219 222 226 295 277 325 262 335 355 371Bron: VDAB

Tabel 3 : Openstaande vacatures sector maatschappelijke dienstverlening 2000-2009Scholingsgraad 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009Laag of geen vereiste 24 19 20 23 23 23 30 67 106 128Middengeschoold 27 21 9 21 15 15 11 15 31 21Hooggeschoold 18 20 33 21 19 21 17 37 36 51TOTAAL 69 60 62 65 57 59 58 119 173 200Bron: VDAB

Bovenstaande tabellen geven weer dat beide sectoren gemiddeld steeds meer vacatures konden aan-bieden. Ook in de crisisjaren 2008-2009 was er in deze minder conjunctuurgevoelige sectoren meer werk.

Page 5: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

6 7

Tabel 4 : Aantal loon- en weddetrekkenden in de medische sector (2000-2007)

Geog

rafisch

e afb

aken

ing

jaarta

l Subsectoren

Totaa

l Med

ische

Secto

r

Procen

tuele

groei

2000

-20

07

24.4 Vervaardiging van

farmaceutische pro-ducten en van che-

mische en botanische producten voor

medicinaal gebruik

33.1 Vervaardiging van

medische apparatuur en instrumenten

en van orthopedische

artikelen

52.3 (excl. 52.330)

Detailhandel in farmaceutische en medische artikelen

85.1 Gezondheidszorg

Arr. Aalst2000 0 23 193 4.817 5.033

9,9%2007 0 38 206 5.285 5.529

Arr. Oudenaarde2000 0 10 89 1.529 1.628

4,7%2007 0 13 98 1.594 1.705

Prov. Oost-Vlaanderen2000 575 369 1.369 24.664 26.977

19,8%2007 760 485 1.182 29.882 32.309

Bron: RSZ. Verwerking: Studiedienst van de economie, provincie Oost-Vlaanderen – eigen bewerking

Bovenstaande tabel geeft de evolutie van de tewerkstelling in de medische sector voor de arrondisse-menten Aalst en Oudenaarde én de provincie Oost-Vlaanderen weer. Voor de indeling van de medische sector werden de klassen gebruikt die de studiedienst van de Vlaamse regering gebruikt. Daaronder vallen de subsectoren met volgende NACE-codes:• 24.4 Vervaardiging van farmaceutische producten en chemische en botanische producten voo

medicinaal gebruik• 33.1 Vervaardiging van medische apparatuur en instrumenten en van

orthopedische artikelen• 52.3 (exclusief 52.330) Detailhandel in farmaceutische en medische artikelen• 85.1 GezondheidszorgBovenstaande indeling wordt ook gebruikt onder titel 1.1.3 (Bedrijvigheid).

Uit de tabel is vast te stellen dat de totale tewerkstelling in de medische sector zowel in de twee Zuid-Oost-Vlaamse arrondissementen (Aalst en Oudenaarde) als in de provincie Oost-Vlaanderen steeg tussen 2000 en 2007. De tewerkstelling in de provincie Oost-Vlaanderen steeg bijna 20% terwijl de stijging in de arrondissementen Aalst en Oudenaarde met respectievelijk 9,9% en 4,7% kleiner was.

Het spreekt voor zich dat vooral de subsector Gezondheidszorg de grootste stijging kent en dit zowel in relatieve als absolute cijfers. Wanneer het arrondissement Oudenaarde onder de loep wordt genomen, blijkt dat de stijging beperkt bleef tot 65 extra werknemers. Voor de aan de gezondheidszorg gelieer-de subsectoren is vast te stellen dat voor NACE-code 24.4 (Vervaardiging van farmaceutische produc-ten en chemische en botanische producten voor medicinaal gebruik) zowel in 2000 als in 2007 geen werkgelegenheid aanwezig was in Zuid-Oost-Vlaanderen. In Oost-Vlaanderen steeg de tewerkstelling in deze subsector van 575 naar 760 jobs. Voor de NACE-codes 33.1 en 52.3 steeg de tewerkstelling ech-ter wel. In het arrondissement Aalst steeg de werkgelegenheid voor de vervaardiging van medische apparatuur van 23 naar 38 banen. Voor het arrondissement Oudenaarde ging het om een stijging van 3 banen. De provincie Oost-Vlaanderen liet een stijging van 116 tewerkstellingsplaatsen optekenen.

Binnen de detailhandel van farmaceutische en medische artikelen daalde de tewerkstelling in Oost-Vlaanderen van 1369 arbeidsplaatsen in 2000 tot 1182 in 2007. Voor de arrondissementen Aalst en Oudenaarde was er een stijging van respectievelijk 13 en 9 jobs.

1.1.2.2 Verwachte tewerkstelling in de zorgsector

De bovenstaande tabellen werpen een blik op het verleden maar wat zijn de prognoses voor de toekomst? Hierna kan u een grafiek van professor Pacolet terugvinden die de verwachte vraag naar verpleegkundig personeel weergeeft. 1999 wordt hierbij gelijkgesteld aan 100.

Grafiek 1: Verwachte vraag naar verpleegkundigen

Bron: presentatie prof. dr. Pacolet 25 maart 2010 Hasselt

Vast te stellen is dat zowel ziekenhuizen, woon- en zorgcentra (WZC’s) als thuisverplegingsdiensten meer verplegend personeel zullen nodig hebben. Waar de stijging bij ziekenhuizen tussen 1999 en 2019 ‘beperkt’ blijft tot ongeveer 20% zien we dat de nood in de thuisverpleging stijgt met meer dan 40% en die voor WZC’s met bijna 60%. Gezien het feit dat WZC’s vandaag reeds grote moeilijkheden ondervinden om verplegend personeel aan te trekken, ziet de toekomst er niet rooskleurig uit als geen veranderingen teweeg gebracht worden.

1.1.3 BedrijvigheidNaast de tewerkstelling in de medische sector is het ook van belang om te kijken naar de actoren die die werkgelegenheid creëren. Hieronder worden achtereenvolgens de vestigingen, het aantal zelfstan-digen alsook de oprichtingen en falingen voor de medische sector van naderbij bekeken.

1.1.3.1 Aantal vestigingen in de medische sector

Tabel 5 : Aantal vestigingen in de medische sector (2000-2007)

Geog

rafisch

e afb

aken

ing

jaarta

l Subsectoren

Totaa

l Med

ische

Secto

r

Procen

tuele

groei

2000

-20

07

24.4 Vervaardiging van

farmaceutische pro-ducten en van che-

mische en botanische producten voor

medicinaal gebruik

33.1 Vervaardiging van medische appa-ratuur en instru-menten en van orthopedische

artikelen

52.3 (excl. 52.330)

Detailhandel in farmaceutische en medische artikelen

85.1 Gezondheidszorg

Arr. Aalst2000 0 4 97 183 284

-7,7%2007 0 4 95 163 262

Arr. Oudenaarde2000 0 3 50 85 138

-2,2%2007 0 5 51 79 135

Prov. Oost-Vlaanderen2000 8 57 507 1.054 1.626

-1,5%2007 12 52 489 1.049 1.602

Bron: RSZ. Verwerking: Studiedienst van de economie, provincie Oost-Vlaanderen – eigen bewerking

Uit bovenstaande tabel kan vastgesteld worden dat het aantal vestigingen in de medische sector zowel in Oost-Vlaanderen (- 1,5%) als in de arrondissementen Aalst (- 7,7%) en Oudenaarde (- 2,2%) daalde. Op het eerste zicht is dit een rare vaststelling daar er bij Tewerkstelling (1.2) een groei van het aantal arbeidsplaatsen werd weergegeven. Een mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat ook binnen de medische sector een aantal fusieoperaties plaatsvonden waardoor het aantal vestigingen daalde, maar er per vestiging meer werkgelegenheid werd gecreëerd.

Voor de arrondissementen Aalst en Oudenaarde vond de sterkste daling voor NACE-code 85.1 plaats met respectievelijk 20 en 6 minder vestigingen. Voor de provincie Oost-Vlaanderen bleef de daling voor NACE-code 85.1 beperkt tot 6 vestigingen terwijl er voor “Detailhandel in farmaceutische en me-dische artikelen” een daling van 18 vestigingen plaatsvond.

Page 6: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

8 9

1.1.3.2 Zelfstandigen in de medische sector

Tabel 6 : Evolutie zelfstandige tewerkstelling (en helpers) in gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverleningGeografische afbakening jaartal Absolute stijging Procentuele stijging (2002-2007)

Arrondissement Aalst2002 1.098

1,9%2007 1.119

Arrondissement Oudenaarde2002 515

7,6%2007 554

Provincie Oost-Vlaanderen2002 6.069

6,3%2007 6.453

Bron: RSVZ. Verwerking: Studiedienst van de economie, provincie Oost-Vlaanderen – eigen bewerking

In de bovenstaande tabel wordt de evolutie van de zelfstandige tewerkstelling voor NACE-code 85 (Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening) tussen 2002 en 2007 weergegeven. Waar de stijging voor het arrondissement Aalst beperkt bleef tot 1,9%, steeg de zelfstandige tewerkstelling in gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening in het arrondissement Oudenaarde met 7,6%. Voor de provincie Oost-Vlaanderen bedroeg de stijging 6,3%.

1.1.3.3 Oprichtingen en falingen in de medische sector

Onderstaande grafiek geeft de evolutie (2000-2008) van het aantal oprichtingen voor de medische sector in Oost-Vlaanderen weer. Wat onmiddellijk opvalt, is dat bijna alle ondernemingen onder NACE-code 33.1 (Vervaardiging van medische apparatuur en instrumenten en orthopedische artikelen) ressorteren. Ondanks de jaarlijkse schommelingen kent deze ook globaal gezien een stijging.

Grafiek 2 : Oprichtingen in de medische sector in Oost-Vlaanderen (2000-2008)

Bron: Graydon Belgium NV. Verwerking: Studiedienst Huis van de economie, provincie Oost-Vlaanderen – eigen bewerking

Binnen NACE-code 85.1 (Gezondheidszorg) werd in Oost-Vlaanderen tussen 2000 en 2008 geen enkele onderneming opgericht. Mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat gezondheidsvoorzieningen gesub-sidieerd worden en dat nieuwe voorzieningen vaak aangeboden worden door bestaande zorginstel-lingen waardoor geen nieuwe vestigingen worden opgericht.

Uit cijfers voor falingen blijkt dat zo goed als alle falingen toe te schrijven zijn aan ondernemingen met NACE-code 33. (Vervaardiging van medische apparatuur en instrumenten en orthopedische artikelen). Hoewel de cijfers van jaar tot jaar variëren, gingen de meeste ondernemingen in 2007 (9) en 2008 (10) over kop.

1.1.4 InnovatieZowel op Vlaams als op Europees vlak wordt gehamerd op het feit dat ingezet moet worden op eco-nomische innovatie om te evolueren naar een kenniseconomie. Cijfers leren dat Vlaanderen matig scoort. Wanneer Zuid-Oost-Vlaanderen vergeleken wordt met Vlaamse en Oost-Vlaamse cijfers is vast te stellen dat Zuid-Oost-Vlaanderen nog zwakker scoort en dat er grote verschillen zijn tussen Aalst en Oudenaarde.

Tabel 7 : Tewerkstelling in kennisintensieve sectoren 2000-2007Arrondissement Aalst Arrond. Oudenaarde Prov. Oost-Vlaanderen Vlaanderen

2000Kennisintensieve tewerkstelling 7.064 3.629 54.980 333.481% tot. Tewerkstelling 12,0 11,3 13,6 16,8

2007Kennisintensieve tewerkstelling 8.853 4.387 70.822 393.175% tot. Tewerkstelling 13,7 13,1 15,6 18,4

% wijziging t.o.v. 2000

Kennisintensieve tewerkstelling 1,7 1,8 2,0 1,6Minder-kennisintensieve tewerk-stelling 10,1 4,5 12,0 7,6

Bron: www.lokalestatistieken.be – eigen bewerking

In de hierboven afgebeelde tabel wordt voor kennisintensieve tewerkstelling een vergelijking tussen 2000 en 2007 gemaakt. De veranderde omstandigheden door de financiële en economische crisis wer-den dus niet meegenomen. Onder kennisintensieve tewerkstelling vallen volgende sectoren: hoog-technologische industrie, kennisintensieve hightech-diensten, kennisintensieve financiële diensten en kennisintensieve marktdiensten. Wanneer gekeken wordt naar het Vlaamse cijfer voor 2000 (16,8%) is vast te stellen dat zowel Oost-Vlaanderen als de arrondissementen Aalst en Oudenaarde met respectievelijk 13,6%; 12,0% en 11,3% minder goed scoorden. Ook 2007 toont hetzelfde beeld. Wanneer echter de stijging van de kennis-intensieve werkgelegenheid onder de loep wordt genomen, blijkt dat Oost-Vlaanderen, Aalst en Ou-denaarde met een groei van respectievelijk 2,0%; 1,7% en 1,8% iets beter scoorden dan Vlaanderen (1,6%). Daar tegenover staat dat de niet-kennisintensieve tewerkstelling tussen 2000 en 2007 voor zowel Vlaanderen (10,1%), Oost-Vlaanderen (4,5%), Aalst (12,0%) en Oudenaarde (7,6%) veel sterker steeg. Naast de tewerkstelling in kennisintensieve sectoren vormt de indiening van het aantal IWT1-dossiers ook een indicator voor innovatie. IWT-dossiers zijn Vlaamse subsidies die ondernemingen kunnen aan-vragen om onderzoek naar of ontwikkeling van innovatieve producten, diensten en of processen te financieren. Hieronder wordt per postcode weergegeven hoeveel IWT-dossiers in 2006, 2007 en 2008 in Oost-Vlaanderen werden goedgekeurd. Voor Zuid-Oost-Vlaanderen dient naar de postcodes van 9300-9700 gekeken te worden.

Goedgekeurde IWT-dossiers 2006,2007 en 2008

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

9000 9100 9200 9300 9400 9500 9600 9700 9800 9900

Aantal goedgekeurde projecten per postcode

2006

2007

2008

Bron: Innovatiecentrum Oost-Vlaanderen – eigen bewerking

Uiteraard dient opgemerkt te worden dat door de aanwezigheid van een universiteit en verschillende hogescholen, het vrij logisch is dat in en rond het Gentse (9000) het merendeel van de dossiers werd goedgekeurd. Dit neemt echter niet weg dat vanuit de regio Zuid-Oost-Vlaanderen zeer weinig dossiers werden ingediend. In bovenstaande grafiek kan vast gesteld worden dat Zuid-Oost-Vlaanderen (9300-9700) als het ware in een ‘dal’ ligt. Waar voor het Oudenaardse (postcode 9700) en Ronse (9600) nog jaarlijks een aantal dossiers werden goedgekeurd, is voor Aalst, Ninove en Geraardsbergen vast te stellen dat in bepaalde jaren geen enkel dossier werd goedgekeurd!

1 Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie

Page 7: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

10 11

Ook wanneer de optelsom van het aantal goedgekeurde dossiers voor de periode 2006-2008 gemaakt wordt, moet dezelfde conclusie gemaakt worden. Met net geen 20 goedgekeurde dossiers scoort Oudenaarde (9700) in vergelijking met de rest van Zuid-Oost-Vlaanderen relatief goed maar Aalst, Ninove, Geraardsbergen en Ronse kunnen in de toekomst alleen maar verbeteren.

Grafiek 4: Goedgekeurde IWT-dossiers Oost-Vlaanderen (2006-2008)

0

20

40

60

80

100

120

9000 9100 9200 9300 9400 9500 9600 9700 9800 9900

Aantal goedgekeurde projecten per postcode

Bron: Innovatiecentrum Oost-Vlaanderen – eigen bewerking

Ook wanneer gekeken wordt naar het aantal goedgekeurde patenten – en andere indicator voor in-novatie – blijkt dat Zuid-Oost-Vlaanderen minder goed scoort. Van de 305 Oost-Vlaamse patenten voor de periode 2006-2008 waren slechts 48 patenten voor Zuid-Oost-Vlaanderen. Voor de tweede stad van Oost-Vlaanderen – Aalst – en omgeving is bijv. vast te stellen dat slechts 16 patenten werden “binnen-gehaald” terwijl Sint-Niklaas (en omgeving) 50 patenten liet goedkeuren. In onderstaande tabel kan u de gegevens in detail bekijken.

Tabel 8: Patenten provincie Oost-VlaanderenPostcode 2006 2007 2008 Eindtotaal9000 43 34 44 1219100 17 16 17 509200 7 5 14 269300 6 5 5 169400 3 1 2 69500 1 19600 2 5 6 139700 3 7 2 129800 21 16 14 519900 4 2 3 9Eindtotaal 107 91 107 305Bron: Innovatiecentrum Oost-Vlaandren – eigen bewerking

CONCLUSIE“Ondanks de gunstige ligging van Zuid-Oost-Vlaanderen is weinig (innova-tieve) werkgelegenheid aanwezig waardoor inwoners moeten pendelen. Vanuit regionaal perspectief bekeken is de zorgsector één van de belangrijkste sectoren. ”

1.2 Zorgvoorzieningen en Zorgopleidingen in Zuid-Oost-Vlaanderen

Op de volgende pagina’s wordt de aanwezigheid van zorgvoorzieningen in Zuid-Oost-Vlaanderen in kaart gebracht. Achtereenvolgens worden woon- en zorgcentra, serviceflats, gezinszorg, aanvullende thuiszorg en bedden voor hospitalisatiediensten onder de loep genomen. Daar deze analyse ook twee andere luiken (economie en onderwijs) belicht, werden enkel de meest voorkomende zorgvoorzienin-gen opgenomen. Hiermee willen we uiteraard geen afbreuk doen aan het belang van voorzieningen als mantelzorg, dagverzorgingscentra, lokale dienstencentra…

1.2.1 Zorgvoorzieningen

1.2.1.1 Woon- en Zorgcentra

De planning en voorziening van een aantal ouderenvoorzieningen gebeurt op basis van programma-tiecijfers die door de Vlaamse Regering worden vastgelegd. Uitvoeringsbesluiten die gevolg geven aan het woon- en zorgdecreet geven aan dat “met ingang van 1 januari 2010 de programmacijfers voor de woonzorgcentra (voorheen rusthuizen), de centra voor kortverblijf en de dagverzorgingscentra bere-kend worden op de leeftijdscohorten vanaf 65 jaar. Vroeger was dat vanaf 60 jaar (voor de rusthuizen) en vanaf 18 jaar (voor de dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf). “2

“Het gevolg hiervan is dat de programmatie op 1 januari 2010 voor de woonzorgcentra daalde ten opzichte van de programmatie op 1 januari 2009. Met het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2010 werden de nodige wijzigingen aan de regelgeving aangebracht om de programmatie opnieuw op peil te brengen.”3

In onderstaande tabel kan u de programmatiecijfers voor de regio Zuid-Oost-Vlaanderen voor WZC’s4

terugvinden die vanaf 1 mei 2010 gelden.

Tabel 9: programmatiecijfers woon- en zorgcentra Zuid-Oost-Vlaanderen

Gemeente

progra

mma-c

ijfer

Gerea

lisee

rde

plaa

tsen

% ge

realis

eerde

pla

atsen

Gepla

nde p

laatse

n

% ge

realis

eerde

en

gepla

nde p

laatse

n

Saldo

Aalst 1.143 702 61,4 411 97,4 -30Brakel 246 292 118,6 0 118,6 46Denderleeuw 236 164 69,4 68 98,1 -4Erpe-Mere 300 344 114,7 0 114,7 44Geraardsbergen 482 370 76,8 102 98,0 -10Haaltert 249 153 61,3 85 95,4 -11Herzele 242 179 73,8 10 77,9 -53Horebeke 34 93 273,0 30 361,1 89Kluisbergen 104 100 95,8 0 95,8 -4Kruishoutem 123 90 73,4 29 97,0 -4Lede 236 90 38,2 140 97,5 -6Lierde 93 0 0,0 91 97,8 -2Maarkedal 118 295 250,6 0 250,6 177Ninove 498 121 24,3 157 55,8 -220Oudenaarde 419 307 73,3 0 73,3 -112Ronse 356 199 55,9 0 55,9 -157Sint-Lievens-Houtem 147 138 93,9 0 93,9 -9Wortegem-Petegem 82 65 79,7 0 79,7 -17Zingem 96 80 83,1 12 95,6 -4Zottegem 404 353 87,4 41 97,5 -10Zwalm 107 95 89,0 9 97,4 -3Totaal Zuid-Oost-Vlaanderen 6.466 4.230 65,4 1.185 83,7 -1.051Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. – www.zorg-en-gezondheid.be/ouderenzorg.aspx - eigen bewerking

2 http://www.zorg-en-gezondheid.be/ woonzorgcentra_programmacijfers.aspx#2010

3 http://www.zorg-en-gezondheid.be/ woonzorgcentra_programmacijfers.aspx#2010

4 Woon- en zorgcentrum (voorheen rust- en verzorgingshuis genoemd)

Page 8: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

12 13

Zoals reeds eerder vermeld, wordt per leeftijdscohorte vanaf 65 jaar een stijgend aantal woongelegen-heden voorzien. De programmatie van WZC-woongelegenheden ziet er dan als volgt uit:• 1 woongelegenheid per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar; • 4 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 75 tot 79 jaar; • 12 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 80 tot 84 jaar; • 23 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 85 tot 89 jaar; • 32 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 90 jaar en ouder. De gemeenten met een negatief saldo hebben in principe nog ruimte over om bijkomende WZC-woongelegenheden te voorzien terwijl diegenen met een positief saldo “te veel” WZC-woongele-genheden hebben gerealiseerd of gepland. Typisch voorbeeld uit Zuid-Oost-Vlaanderen is Maarkedal dat “een overschot” van 177 bedden creëerde. Deze cijfers kunnen verklaard worden doordat er bij de programmering niet alleen naar de gemeente maar ook naar de omliggende gemeenten (regio) wordt gekeken. Daar er ook een programmatiecijfer per regio wordt vastgelegd, kunnen in bepaalde gemeenten meer WZC-woongelegenheden worden gebouwd (regioprogrammatiecijfer is maximum) dan geprogrammeerd. Zo is voor Ronse bijv. individueel vast te stellen dat ze 199 van de 356 gepro-grammeerde bedden hebben gerealiseerd. Doordat Maarkedal 295 erkende woongelegen heeft en er slechts 118 werden geprogrammeerd kan Ronse geen bijkomende woongelegenheden meer bouwen. Desalniettemin is voor Zuid-Oost-Vlaanderen vast te stellen dat er nog ruimte is om 1051 WZC-woon-gelegenheden te bouwen. Meer dan 16% van de geprogrammeerde bedden is dus nog niet gepland of gerealiseerd. Wanneer de werkelijk gerealiseerde plaatsen onder de loep worden genomen, is vast te stellen dat iets minder dan 35% gepland of nog in te vullen is. Op het vlak van WZC-woongelegen-heden zou een inhaaloperatie dus op haar plaats zijn.

1.2.1.2 Serviceflats

Naast WZC’s -waar ouderen doorgaans naar toe gaan vanaf het moment dat ze zeer intensieve zor-gen nodig hebben- is er ook de mogelijkheid om te verblijven in een serviceflat. In onderstaande tabel worden de geprogrammeerde, gerealiseerde en geplande serviceflats voor Zuid-Oost-Vlaanderen weergegeven.

Tabel 10 : programmatiecijfers serviceflats Zuid-Oost-Vlaanderen

Gemeente Progra

mma

cijfer

s

Gerea

lisee

rde

Plaats

en

% Ge

realis

eerde

Pla

atsen

Gepla

nde

plaats

en

% Ge

realis

eerde

en

gepla

nde

plaats

en

Saldo

Aalst 422 300 71,1 122 100,00 0Brakel 80 56 70,0 0 70,00 -24Denderleeuw 91 42 46,2 18 65,93 -31Erpe-Mere 104 142 136,5 66 200,00 104Geraardsbergen 176 113 64,2 43 88,64 -20Haaltert 91 30 33,0 159 207,69 98Herzele 88 0 0,0 0 0,00 -88Horebeke 12 20 166,7 30 416,67 38Kluisbergen 32 0 0,0 24 75,00 -8Kruishoutem 41 19 46,3 50 168,29 28Lede 94 0 0,0 105 111,70 11Lierde 35 0 0,0 44 125,71 9Maarkedal 36 6 16,7 10 44,44 -20Ninove 196 56 28,6 47 52,55 -93Oudenaarde 149 20 13,4 107 85,23 -22Ronse 125 100 80,0 51 120,80 26Sint-Lievens-Houtem 50 31 62,0 12 86,00 -7Wortegem-Petegem 32 4 12,5 0 12,50 -28Zingem 35 0 0,0 50 142,86 15Zottegem 140 20 14,3 261 200,71 141Zwalm 42 0 0,0 39 92,86 -3Totaal Zuid-Oost-Vlaanderen 2.071 959 46,3 1238 106,08 126Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. – www.zorg-en-gezondheid.be/ouderenzorg.aspx - eigen bewerking

Ook bij de programmering van serviceflats dient vermeld te worden dat - net zoals bij de WZC’s – “het mechanisme van de regio (omliggende gemeenten)” meespeelt zodat bepaalde, individuele gemeen-ten ondanks een negatief saldo geen ruimte meer hebben om bijkomende serviceflats in te plannen.

Hoewel slechts een kleine 50% van de serviceflats is gerealiseerd is vast te stellen dat als ook de ge-plande plaatsen meegeteld worden, er in Zuid-Oost-Vlaanderen geen plaats meer is voor bijkomende gesubsidieerde serviceflats. Ook voor de provincie Oost-Vlaanderen zien we hetzelfde resultaat. Een opmerkelijke vaststelling daar er in de 4 andere Vlaamse provincies nog wel ruimte is om bijkomende serviceflats te voorzien.

Bij de programmatiecijfers voor serviceflats dient opgemerkt te worden dat niet-gesubsidieerde com-merciële initiatieven niet worden meegeteld in de programmatiecijfers. Daarnaast hebben een aantal OCMW’s ook aangepaste woningen zonder serviceflaterkenning met een dienstverleningsaanbod.

1.2.1.3 Gezinszorg en aanvullende thuiszorg

(Oudere) zorgbehoevenden die thuis verblijven, maken ook gebruik van gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Gezinszorg is hulp- en dienstverlening die bestaat uit persoonsverzorging, huishoudelijke hulp en schoonmaakhulp. Aanvullende thuiszorg (en logistieke hulp) is het hulp- en dienstverlenings-aanbod aan huis dat bestaat uit schoonmaakhulp, klusjeshulp en/of oppashulp.

Zowel voor gezinszorg als voor aanvullende thuiszorg bestaan private en openbare aanbieders. Onderstaande tabel geeft de gepresteerde uren gezinszorg door private diensten in 2007 voor de regio Zuid-Oost-Vlaanderen weer.

Tabel 11 : Gezinszorg en private diensten (2007)

Geog

rafisch

e afb

aken

ing

Familie

hulp

O-Vl

Familie

zorg

O-Vl

Familie

zorg

W-Vl

Land

elijke

Thuis

zorg

Thuis

zorg

Rege

n-bo

og

ODG5

Solid

aritei

t Gen

t

Thuis

hulp

Bond

Mo

yson

Totaa

l

Arr. Aalst 165.985 105.208 0 669 0 8.740 112.540 70.401 463.543Arr. Oudenaarde 180.360 71.010 559 0 0 396 77.471 56.836 386.631Prov. Oost-Vlaanderen 949.106 872.202 30.239 3.603 1.428 85.868 477.927 481.315 2.901.688Bron: Ouderen in beeld – Oost-Vlaams Ouderencahier

Wanneer de som gemaakt wordt van het aantal uren gezinszorg voor de arrondissementen Aalst en Oudenaarde bedraagt de uitkomst 850.174 uren. Uit de cijfers blijkt dat Familiehulp Oost-Vlaanderen, Familiezorg Oost-Vlaanderen, Solidariteit voor het Gezin en Bond Moyson grote spelers zijn hoewel er qua verdeling verschillen tussen de twee arrondissementen vast te stellen zijn.

Aalst, Erpe-Mere, Geraardsbergen, Haaltert, Ronse en Zwalm bieden vanuit het OCMW gezinszorg aan. De som van het toegekende contingent bedroeg in 2008 148.051 uren. Hoewel bij de openbare sector om toegekende uren (2008) gaat en bij de private diensten om werkelijk gepresteerde uren (2007) geeft het een grootteorde weer. In Zuid-Oost-Vlaanderen is de private sector goed voor ongeveer 85% van de gezinszorg en de publieke voor 15%.

Ook voor poetshulp (aanvullende thuiszorg) zijn er zowel publieke als private aanbieders. In onder-staande tabel wordt de verdeling in (gerealiseerde) uren en procenten voor 2005 weergegeven.

Tabel 12: Aanvullende thuiszorg (2005) Gemeente privé % openbaar % totaalArr. Aalst 197.579 45,0 241.510 55,0 439.090Arr. Oudenaarde 169.507 68,0 79.636 32,0 249.143Provincie Oost-Vlaanderen

1.214.486 56,7 925.728 43,3 2.140.214

Vlaams Gewest 4.488.405 53,5 3.895.825 46,5 8.384.230Bron: Ouderen in beeld – Oost-Vlaams Ouderencahier

5 Onafhankelijke Dienst voor Gezinszorg

Page 9: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

14 15

Voor poetshulp is vast te stellen dat de procentuele verhoudingen anders liggen dan bij gezinszorg. Zo wordt meer dan de helft van de poetshulp in het Aalsterse arrondissement (55%) geleverd door de openbare sector. In het arrondissement Oudenaarde gaat het om een kleiner aandeel hoewel het nog steeds om 32% gaat. Wanneer de cijfers voor Oost-Vlaanderen (56,7%) en Vlaanderen (53,5%) bekeken worden, kan vastgesteld worden dat de private sector een klein overwicht heeft.

1.2.1.4 Ziekenhuizen

Onderstaand wordt het aantal erkende bedden voor hospitalisatiediensten (algemeen) weergegeven. Hospitalisatiebedden zijn plaatsen voor bepaalde diensten of specialisaties die een kenletter dragen. Zo staat G bijv. voor “diensten voor geriatrie” en Sp-Cardio voor “dienst voor behandeling en revalidatie van cardio-pulmonaire aandoeningen”.

Tabel 13: Aantal hospitalisatiebeddenZiekenhuis aantal hospitalisatiebedden

ASZ Aalst*

• campus Aalst 351• campus Geraardsbergen 160OLV Aalst*

• campus Aalst 622• campus Ninove 30Algemeen Ziekenhuis Oudenaarde 235

Algemeen Ziekenhuis Sint-Elisabeth Zottegem 334

Algemeen Ziekenhuis Zusters van Barmhartigheid 348

Totaal Zuid-Oost-Vlaanderen 2080

Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. – www.zorg-en-gezondheid.be - eigen bewerking

* Zowel het ASZ als OLV Aalst baten nog een campus buiten Zuid-Oost-Vlaanderen uit. Voor het ASZ gaat het om een campus in Wetteren met erken-ning voor 72 bedden en voor het OLV om een campus in Asse met erkenning voor 192 bedden.

Naast de erkenning voor hospitalisatiediensten dienen ziekenhuizen ook erkenning aan te vragen voor functies, medisch-technische diensten en zorgprogramma’s.

1.2.1.5 Enkele Zuid-Oost-Vlaamse troeven

De in vorige punten beschreven voorzieningen tonen bij momenten verschillen in vergelijking met provinciale of regionale cijfers. De verschillen zijn echter niet van die aard dat ze zeer grote problemen of “unique selling points” aan het licht brengen.

Toch heeft Zuid-Oost-Vlaanderen een aantal troeven in handen die wel gebruikt (kunnen) worden om de regio te promoten. Zonder limitatief te willen zijn, worden onderstaand het Cardiologisch centrum van het OLV-ziekenhuis (Aalst), de dienst Orthopedie (ASZ Aalst), het Diabetesproject Aalst (DPA) en de dagopvang voor beginnende dementerenden in WZC Sint-Vincentius uit Erpe-Mere toegelicht.

Wie producten of diensten aan het koningshuis mag leveren, staat doorgaans garant voor topkwaliteit. Dat is niet anders voor het Cardiologisch Centrum van het OLV Ziekenhuis waar Koning Albert reeds werd behandeld. Het in 1980 opgerichte centrum startte toen met 2 cardiologen en kende de voor-bije 3 decennia een enorme groei. Sinds het ontstaan werden zo’n 200 wetenschappelijke artikels in de voornaamste cardiologische tijdschriften gepubliceerd. Vandaag de dag geniet het Cardiologisch Centrum een internationale reputatie op het vlak van aritmologie en interventionele cardiologie. Daar-naast geniet het een voorstaande credibiliteit op het vlak van secundaire en tertiaire doorverwijzingen, vergelijkbaar met universitaire diensten.

Het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (ASZ) Aalst specialiseerde zich de voorbije decennia op het vlak van orthopedie. Vandaag de dag zijn in de drie campi van het ASZ 13 orthopeden werkzaam. Specifiek werd door de jaren heen expertise opgebouwd in prothesechirurgie en traumatologie. Door het aan-trekken van specialisten en ontwikkelen van patiëntgerichte zorgprogramma’s wil de dienst orthope-die een hooggespecialiseerde service op mensenmaat verlenen.

Naast de dienst orthopedie wordt ook in andere domeinen geïnvesteerd. Zo werd het nieuwe hart-catheterisatie-labo bijv. uitgerust met de “Philips Flexvision”. D.m.v een nieuwe concept wordt de traditionele apparatuur voor hartcatheterisatie – die bestaat uit 3, 4 of 6 schermen – hierbij vervangen door een extra groot scherm.

De vergrijzing en de gezondheidszorg zorgden ervoor dat we meer en meer geconfronteerd (zullen) worden met chronische ziekten. Het opbouwen van expertise voor de behandeling van chronische ziekten is dan ook noodzakelijk. Eén van die ziekten is type 2 diabetes waarvoor het Diabetesproject Aalst als pionier in eerstelijnszorg volgens de principes van het “Chronic Care Model” een zorgprogram-ma uitwerkte en -testte. In de periode 2004-2007 werd dit pilootproject door het RIZIV gefinancierd. Bedoeling van het project was en is om de huisarts i.s.m. ander hulpverleners voor een diabetespatiënt te laten zorgen. Patiënten krijgen daarnaast ook informatie van diabeteseducatoren. Die werken com-plementair met andere zorgverleners van de eerste lijn die educatie geven. Nu nog staat het model voor aanbevelingen en aanpassingen van zorg voor mensen met diabetes in België.

Naast diabetes is dementie een ander ziektebeeld dat in de nabije toekomst meer en meer zal voor-komen. Hoewel het logisch lijkt dat ook specifieke dagopvanginitiatieven voor dementerenden zouden bestaan, staat de ontwikkeling ervan nog in zijn kinderschoenen. WZC Sint-Vincentius uit Erpe-Mere besloot om een pioniersrol op te nemen en opende dit voorjaar (2010) een dagopvanginitiatief voor beginnende dementerenden zodat ook deze mensen langer thuis kunnen blijven en partners en/of mantelzorgers ontlast worden. In de praktijk worden de bejaarden ’s morgens met een busje opge-haald, wordt overdag een aangepast verzorgings- en activiteitenaanbod voorzien waarna ze ’s avonds terug thuis gebracht worden.

Page 10: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

16 17

1.2.2.2 Secundair onderwijs

Tabel 14: Zorgopleidingen 3de en 4de graad secundair onderwijs

BUITE

NGEW

OON

SECUN

DAIR

ONDE

RWIjS

DEELT

IjDS B

EROE

PS

SECUN

DAIR

ONDE

RWIjS

BERO

EPS S

ECUND

AIR

ONDE

RWIjS

SPECI

ALISA

TIE-jA

AR

TECHN

ISCHS

ECUND

AIR

ONDE

RWIjS

SECUN

DAIR

NA

SECUN

DAIR

Logisti

ek as

sisten

t ziek

enhu

izen e

n zor

ginste

llinge

n

Logisti

ek as

sisten

t/help

er

Verzo

rgend

e/zor

gkun

dige

Logisti

ek as

sisten

t Ziek

enhu

izen e

n Zor

ginste

llinge

n

Organ

isatie

hulp

Verzo

rging

Kinde

rzorg

Organ

isatie

-assis

tentie

Thuis-

en be

jaarde

nzorg/

zorgk

undig

e

Gezon

dheid

s- en

welz

ijnsw

etensc

happ

en

Jeugd

- en g

ehan

decap

tenzor

g

Socia

al en

techn

ishce

weten

schap

pen

Apoth

eeka

ssiste

nt

Medic

o-soci

ale a

dmini

strati

e

Dames van Maria – Aalst X XDon Bosco Instituut – Aalst XIBSO De Horizon – Aalst XKTA De Ledebaan – Aalst X X X XKTA 1 (CDO) – Aalst X XSint-Augustinusinstituut - Aalst X X X X XInstituut Sint-Vincentius a Paulo XKoninklijk Atheneum – Ninove X X X XTechnisch Instituut der Heilige Harten – Ninove X X X XIKSO – Denderleeuw XKoninklijk Atheneum – Denderleeuw X XKoninklijk Atheneum – Geraardsbergen X X X XSint-Catharinacollege - Geraardsbergen X X X XAtheneum – Herzele X

Koninklijk Atheneum Instituut Paramedische beroepen – Ronse X X X X

BUSO School Sint-Franciscus – Zottegem XOnze-Lieve-Vrouwcollege – Zottegem X X X X XInstituut Stella Matutina – Michelbeke X XKoninklijk Atheneum (BSO) – Oudenaarde XKoninklijk Atheneum (CDO) – Oudenaarde XKoninklijk Atheneum (TSO) – Oudenaarde XTechnisch Instituut Onze-Lieve-Vrouw Oudenaarde X X X X

Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/ - Eigen bewerking

Op het vlak van secundair onderwijs is het opleidingsaanbod voor zorgberoepen relatief goed uitge-bouwd. Ook hier moet vermeld worden dat een aantal niet-zorgopleidingen kansen tot samenwerking bieden. Het kan hierbij gaan om een zorggerelateerde opleiding zoals schoonheidsverzorging maar ook om opleidingen zoals Bouw- en Houtkunde én Elektriciteit-Elektronica.

1.2.2.3 Centra voor Volwassenonderwijs (CVO’s)

Naast het secundaire en hoger onderwijs bieden ook de Centra voor Volwassenonderwijs tal van oplei-dingsmogelijkheden. Via de CVO’s kunnen volgende opleidingen aangeboden worden:

• Begeleider-animator• Kinderzorg/begeleider in de kinderopvang• Medisch secretariaat• Polyvalent verzorgende thuis- & bejaardenzorg

1.2.2 Zorgonderwijs in Zuid-Oost-VlaanderenDoorheen de voorbije decennia evolueerde de gezondheidszorg enorm wat o.a. resulteerde in tal van zorgopleidingen om op een degelijke manier zorg te verlenen. Naast secundaire scholen en hoge-scholen geven ook de Centra voor Volwassenonderwijs en Syntra zorgopleidingen. Hierna kan u een overzicht terugvinden van de in Zuid-Oost-Vlaanderen aangeboden zorgopleidingen.

1.2.2.1 Hoger onderwijs

• Hogescholen

Bacheloropleidingen

In Zuid-Oost-Vlaanderen is één hogeschool actief waar voor een professionele (zorg)bachelor kan gestudeerd worden. Het gaat om Kaho Sint-Lieven waar studenten binnen Verpleegkunde voor volgende afstudeerrichtingen kunnen kiezen:

• Geriatrische verpleegkunde• Sociale verpleegkunde• Ziekenhuisverpleegkunde• Psychiatrisch verpleegkunde

Bachelor na bacheloropleidingen

Studenten kunnen op Kaho Sint-Lieven ook de bijkomende opleiding Intensieve zorg en spoed-gevallenzorg volgen.

• Hoger Beroepsonderwijs

In de regio Zuid-Oost-Vlaanderen zijn er drie onderwijsinstellingen die verpleegkunde via Hoger Beroepsonderwijs aanbieden. Het gaat om volgende scholen:

• KTA Vesaliusinstituut – Ronse • Sint-Augustinusinstituut – Aalst• Instituut voor Verpleegkunde Sint-Vincentius – Oudenaarde

• Voortgezette opleidingen

Naast de basisopleiding verpleegkunde biedt Kaho Sint-Lieven nog een aantal voortgezette zorg-opleidingen aan. Volgende opties zijn mogelijk:

• Radioprotectie• Geriatrische zorg• Intensieve zorg bij kinderen• Levensreddend handelen bij kinderen • Verpleegtechnische vaardigheden• Nutritie• Pijnverpleegkundige

Naast de “typische” zorgopleidingen bieden zowel Kaho Sint-Lieven als Hogeschool Gent opleidingen aan die door samenwerking met de zorgsector mogelijkheden bieden tot nieuwe synergieën. Hierbij wordt bijv. gedacht aan de opleiding Toegepaste Informatica (HoGent) of Industrieel Ingenieur (Kaho Sint-Lieven).

Page 11: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

18 19

1.3 Maatschappelijke, socio-economische evolutiesIn dit hoofdstuk worden een 8-tal algemene socio-economische en maatschappelijke trends weer-gegeven. Hoewel ze niet allemaal rechtstreekse gevolgen zullen hebben voor de zorgsector of de economische ontwikkeling moeten ze zeker in het achterhoofd gehouden worden bij het maken en uitvoeren van toekomstige plannen.

1.3.1 VergrijzingDat de vergrijzing er aankomt, hoeven we u niet meer te vertellen. Vraag is met welke methodes, concepten en tools we deze uitdaging zullen aangaan.

In onderstaande tabel wordt op basis van prognoses (2007-2025) een beeld van de (verwachte) vergrijzing geschetst.

Tabel 16 : Aantal verwachte 60-plusser (2007, 2015 en 2025)

Geografische afbakening

60+ 2007 60+ 2015 60+ 2025 Index 2007-2025

Aantal % * Aantal % * Aantal % *

Arr. Aalst 64.027 23,96 72.612 27,25 86.946 32,92 135,80

Arr. Oudenaarde 28.234 24,11 30.962 26,77 36.181 31,43 128,15

Prov. Oost-Vlaanderen 52.435 22,67 60.833 26,28 72.317 31,15 137,92

Vlaams Gewest 1.427.101 23,33 1.630.494 26,39 1.957.479 31,45 137,16

Bron: Ouderen in beeld – Oost-Vlaams ouderencahier* t.o.v. totale bevolking

Voor 2007 kan vastgesteld worden dat het aandeel 60-plussers t.o.v. de totale bevolking gemiddeld onder de 25% lag. Zowel het arrondissement Aalst (23,96%) als Oudenaarde (24,11%) telden procen-tueel iets meer ouderen dan Oost-Vlaanderen (22,67%) en Vlaanderen (23,33%).

Voor 2015 wordt voorspeld dat meer dan 1 op 4 van de bevolking ouder dan 60 jaar zal zijn. Aalst (27,25%) scoort in vergelijking met Oudenaarde (26,77%), Oost-Vlaanderen (26,28%) en Vlaanderen (26,39%) het hoogst.

Volgens de prognose zal die lijn in 2025 ook verder getrokken worden. Net geen 33% van de bevolking in het Aalsterse arrondissement (32,92%) zal in 2025 ouder dan 60 jaar zijn. Voor Oudenaarde, Oost-Vlaanderen en Vlaanderen gaat het om een goede 31%. Globaal gezien kunnen we concluderen dat bijna 1 op 3 in 2025 meer dan 60 jaar oud zal zijn.

1.3.2 krimpende arbeidsmarktVerder bouwend op de hiervoor beschreven evolutie kunnen we vaststellen dat de arbeidsmarkt de komende jaren kleiner zal worden of anders gesteld: de actieve beroepsbevolking zal relatief gezien een kleinere groep worden. Daarbij dient vermeld te worden dat een niet te verwaarlozen deel van de beroepsactieve bevolking niet aan het werk is of niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. In 2008 bedroeg de werkzaamheidsgraad6 voor Vlaanderen 66,7% en 69%7 voor Zuid-Oost-Vlaanderen. Onze regio scoort dus beter dan het Vlaamse gemiddelde. Desalniettemin zal ook onze regio er moeten over waken dat meer mensen (langer) aan het werk blijven. Meer mensen (langer) aan het werk houden is een deel van de oplossing om de ‘war for talent’ tussen sectoren, organisaties en ondernemingen zo vredig mogelijk te laten verlopen net als het aantrekken van buitenlandse (zorg) werkkrachten.

Feit blijft echter dat de zorgsector in de toekomst nog meer onderling en met andere sectoren zal moe-ten concurreren. Om kwalitatieve zorg te verlenen, werknemers tevreden te stellen en te houden zal de zorgsector dan ook (meer) moeten nadenken over samenwerking, innovatieve arbeidsorganisatie en “employer branding”.

• Vlaamse gebarentaal• Agogische bijscholing orthopedagogie• Maatschappelijk werk• Orthopedagogie• Sociaal-cultureel werk

Voor Zuid-Oost-Vlaanderen is vast te stellen dat geen van bovenstaande opleidingen in een regionaal CVO gevolgd kan worden. Mensen die een zorgopleiding willen volgen, worden dus verplicht om die buiten de grenzen van de regio te volgen. Gezien de precaire mobiliteitsproblematiek van (een deel) van onze regio vormt dit een belemmerende factor voor Zuid-Oost-Vlamingen.

1.2.3.4 VDAB-opleidingen en andere opleidingsverstrekkers

Werkzoekenden kunnen indien gewenst zorgopleidingen volgen die tot doel hebben om op termijn tot tewerkstelling in de zorgsector te leiden. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de opleidin-gen die in Zuid-Oost-Vlaanderen gevolgd kunnen worden.

Tabel 15 : Zorgopleidingen voor werkzoekendenOpleiding OrganisatorAlgemene infosessie over social profitberoepen VDABBachelor in de verpleegkunde VDAB i.s.m. Kaho Sint-LievenGediplomeerd verpleegkundige VDAB i.s.m. derdeIngroei social profit KopaOriëntatie social profit VDAB i.s.m. VokansPolyvalent verzorgende VDAB i.s.m. derde

Bron: Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc-Serr) opleidingen in Zuid-Oost-Vlaanderen 1ste semester 2010

CONCLUSIE“De sterke zorgsector in Zuid-Oost-Vlaanderen is niet uniek. Toch hebben we een aantal troeven. Op onderwijsvlak scoren we relatief goed hoewel de mogelijkheden voor heroriënteerders beperkt zijn.”

6 De werkzaamheidsgraad meet het aandeel werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar). Onder ‘werkenden’ verstaan we iedereen die in een bepaalde referentieweek minstens één uur betaalde arbeid heeft verricht (definitie van de Internationale Arbeidsorgani-satie).  

7 h t t p : // 1 8 8 . 4 0 . 5 5 . 2 1 0 : 9 7 0 4 / a n a l y t i c s / s aw.dll?Dashboard&_scid=fnxsR-ddF3g

Page 12: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

20 21

Naast bovenvermelde zaken zal in het debat het (inter- en intragenerationele) solidariteitsvraagstuk meegenomen moeten worden. Daaraan verbonden zal ook het rechtvaardigheidsvraagstuk aan bod moeten komen. De mening van “Jan met de Pet” over het al dan niet recht hebben op sociale bescher-ming en de hoogte van de sociale bijdragen evolueert immers.Uiteraard vormt de sociale zekerheid niet de enige uitgavenpost voor de regering. Ook andere beleids-domeinen zoals o.a. justitie, asiel en migratie, armoede … zullen de nodige aandacht (en middelen) moeten krijgen om een hoogwaardige democratische actieve welvaartsstaat te blijven/worden. Wat ook de uitkomst van dit debat zal zijn, zaak is dat -de verwachte evoluties in beschouwing geno-men- ernstig nagedacht moet worden over de inkomsten- en uitgavenzijde van de sociale zekerheid om op een goed doordachte manier de uitdagingen aan te gaan.

1.3.6 Naar een duurzame samenlevingIn 1972 bracht de club van Rome het rapport “Grenzen aan de Groei” uit waarin gesteld werd dat ongebreidelde economische groei zorgt voor onherstelbare ecologische schade. Ondertussen zijn we bijna veertig jaar verder en vonden o.a. klimaattoppen in Rio de Janeiro, Kyoto en Kopenhagen plaats. Hoewel er maatregelen werden genomen, blijft het een grote uitdaging om in een wereld met een stijgende wereldbevolking en BRIC11-landen de klimaatopwarming minstens te stabiliseren. Sinds het uitbreken van de financiële en economische crisis blijkt de aandacht (met uitzondering van de klimaat-top in Kopenhagen) naar de achtergrond verdwenen te zijn maar de volgende decennia zullen fun-damentele beleidskeuzes gemaakt moeten worden om gedragsveranderingen te laten plaatsvinden.

Vraag is welke invloed een eventuele verdere klimaatopwarming en beleidskeuzes zullen hebben op ons dagelijks leven en de manier waarop organisaties (dus ook zorginstellingen- en organisaties) functioneren. Verder is ook af te wachten hoe ziektebeelden (eventueel) zullen veranderen en welke verschuivingen aan de inkomsten- en uitgavenzijde van de sociale zekerheid daaraan gekoppeld zul-len moeten worden.

1.3.7 (Economische) GlobaliseringDe voorbije twee decennia wijzigden de economische machtsposities fundamenteel. Waar de Verenigde Staten, Europa en Japan na WOII economisch floreerden en een grote voorsprong uitbouw-den, spelen nu ook andere landen als China, Brazilië, Rusland en India mee. Vraag is hoe Vlaande-ren en bij uitbreiding België en Europa zich in de toekomst zullen positioneren binnen de gewij-zigde economische machtsverhoudingen. Economische groei is immers onontbeerlijk als we ons systeem van sociale bescherming in stand willen houden. Naast de invloed van de demografische en medisch-technologische evolutie zal de economische groei ook medebepalend zijn voor beleidskeuzes, verdeling tussen openbare en private bescherming én investeringen.

1.3.3 Stijgend zelfbewustzijn in (en dankzij) de informatiemaatschappijDe burger-(consument) gedraagt zich anno 2010 heel anders dan 20 à 30 jaar geleden. Het zou ons te ver leiden hier te verklaren welke factoren die evolutie bewerkstelligden. En of het nu een goede of slecht evolutie is, feit is dat ze zich nog voort zal zetten. Hoewel sommigen misschien nostalgisch keken naar de Canvas-reeks “Meneer Doktoor” zullen de beelden van de reeks in de toekomst eerder deel uitmaken van het collectieve geheugen dan dat ze realiteit zijn. Patiënten hebben vandaag im-mers de kans om hypergeïnformeerd te zijn en proberen o.a. via het internet (pré)diagnoses te stellen.

Daarnaast gaan patiënten zich ook meer als consumenten gedragen. Daar waar ze vroeger algemeen gezien dankbaar waren voor goede gezondheidszorg zien ze het nu meer als een recht waarvoor ze via de sociale zekerheid en de hospitalisatieverzekering betalen. Meer en meer patiënten vinden het dan ook niet meer dan normaal dat ze beroep kunnen doen op zorg op de momenten dat het hen uitkomt.

1.3.4 Mantelzorg en vrijwilligerswerk in de 21ste eeuw Mantelzorg neemt een belangrijke plaats in bij de verzorging van een hulpbehoevende personen. Het Ouderencahier van de provincie Oost-Vlaanderen verwijst naar een CBGS8-enquête (2004)9 die een profiel van de mantelzorg schetste. Daaruit bleek dat de gemiddelde leeftijd van de mantelzorger 52 jaar is en dat 1 op 3 beroepsactief is. Verder bleek dat in 61% van de gevallen gaat om verzorging van dichte familie en in 23% van de partner. Hoewel de afwijkingen groot zijn, blijkt dat een mantelzorger gemiddeld 9 jaar voor een zorgbehoevende zorgt.

Wanneer we een aantal (te verwachten) tendensen in beschouwing nemen, is de kans niet gering dat mantelzorg in de toekomst op een andere manier georganiseerd zal worden. Hoewel het uit de CBGS-enquête blijkt dat steeds meer mensen mantelzorg met een actieve loopbaan combineren, is de vraag wat het effect zal zijn indien de activiteitsgraad zal stijgen en dus meer mensen aan het werk zullen zijn. Daarnaast wordt het verlenen van mantelzorg vaak mogelijk gemaakt doordat mantelzorger en zorgbehoevende in elkaars nabijheid wonen. Vandaag de dag zien we echter dat kinderen bijv. vaker op grotere afstand van hun ouders gaan wonen, hetgeen het verlenen van mantelzorg vaak praktisch onhaalbaar maakt.

Naast mantelzorg levert vrijwilligerswerk ook een belangrijke bijdrage bij het verlenen van niet- medische zorgen. Waar vrijwilligers traditioneel duurzame relaties aangingen met verenigingen, zien we vandaag de dag dat jongere generaties hun vrijwillige inzet vaker anders willen invullen. I.p.v. zich voor lange duur te binden aan een bepaalde organisatie zetten ze zich vaker op ad-hocbasis in.

Indien deze trend zich doorzet, zal de zorgsector daar rekening mee moeten houden en haar vrijwil-ligerswerking op een andere manier moeten organiseren.

1.3.5 Betaalbaarheid Sociale ZekerheidDe uitbouw van een sociale zekerheid in België gedurende de voorbije decennia mag een succes-verhaal genoemd worden. Naar analogie met het voetbal stellen we vast dat we stilaan niet meer kunnen meespelen met de topclubs. Belgen betalen hoge sociale bijdragen, de belastingsdruk is hoog en overheden besteden veel middelen aan gezondheidszorg. Ondanks de hiervoor vermelde feiten ontvangen Belgen (uitzonderingen buiten beschouwing gelaten) niet meer dan een basispensioen, dragen ze steeds meer zelf bij voor gezondheidsuitgaven (30%10) en blijkt uit (beperkt beschikbare internationale vergelijkingen waar België in werd opgenomen) dat de kwaliteit van onze gezondheids-zorg minder goed is dan wordt gepercipieerd.

Verder dient vermeld te worden dat de betaalbaarheid van de sociale zekerheid al voor de crisis een “hot issue” was. Gezien het feit dat de staatsschuld weer in stijgende lijn gaat, een begroting in even-wicht de eerstkomende jaren weinig realistisch is en het economisch herstel traag verloopt, is het voeren van een ernstig debat op korte termijn een noodzaak.

8 Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies

9 Zicht op zorg: studie van de mantelzorg in Vlaanderen in 2003, CBGS-werkdocument, 11, 2004

10 Knack Column Marc De Vos 24 februari 2010

11 De term BRIC is een afkorting van de landen Brazilië, Rusland, India en China

Page 13: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

22 23

1.4 SWOT-analyse Zuid-Oost-Vlaanderen

Strenghts • Faam OLV Aalst/ASZ Aalst/Diabetes

Project Aalst

• Aanwezigheid van zorginstellingen

• Aanwezigheid secundair onderwijs en hogescholen

• Hoge activiteitsgraad (69%)

• Strategische ligging Zuid-Oost-Vlaanderen (driehoek Brussel-Gent-Kortrijk)

• Landelijke Vlaamse Ardennen

Weaknesses• Afwezigheid van universiteiten

• Afwezigheid van CVO-zorgopleidingen

• Beperkte zorgopleidingsmogelijkheden via VDAB

• Beperkte innovatiekracht

• Beperkte mobiliteit

• Lage werkgelegenheid in Zuid-Oost-Vlaanderen

Opportunities • Stijgende tewerkstelling zorgsector

• Hervormingen binnen hogescholen

• Ontwikkeling van Hoger Beroepson-derwijs

• Ruimte voor WZC’s (programmatiecij-fers niet gehaald)

• Stijgende zorgvraag (o.a. door vergrij-zing)

• De evolutie naar “zorg op maat”

• De evolutie op ICT-vlak

• De financiële draagkracht van de baby-boomgeneratie

• De internationalisering van zorgverle-ning (zowel import als export)

• Ontwikkeling Siesegemkouter (Aalsters bedrijventerrein)

Threats • Concurrentie nabije (zorg)regio’s

• “War for Talent” (zowel binnen als buiten zorgsector)

• Financiering gezondheidszorg

• Gewijzigde economische machtsver-houdingen in de wereld

• Veranderde vrijwillige en famiale inzet

SLOTCONCLUSIE“Willen we Zuid-Oost-Vlaanderen ontwikkelen tot een topzorgregio dan zal het noodzakelijk zijn om een stimulerend, faciliterend kader voor welzijn en welvaart te creëren. De feiten verplichten ons tot innoveren en samenwer-ken.”

1.3.8 De zoektocht naar schaalvoordelen en efficiëntiewinstenIn diverse sectoren – zowel binnen de profit- als binnen de social profitsector – werden het voorbije decennium samenwerkingsverbanden gesmeed die soms leidden tot fusies. Doelen van deze samen-werkingsverbanden of fusies waren steeds het grijpen van efficiëntiewinsten en het delen van kennis. Een recent voorbeeld is de overeenkomst tussen de autofabrikanten Daimler en Renault-Nissan waar-binnen bijv. gewerkt zal worden aan de ontwikkeling van dieselmotoren.Ook op meer regionale schaal wordt o.a. binnen de zorgsector naar efficiëntiewinsten gezocht. Zo werden de Antwerpse OCMW-ziekenhuizen bijv. ondergebracht in de ZNA-groep. De Woon- en Zorg-centra zullen dan weer gegroepeerd worden in een “Zorgbedrijf”. In Limburg zal op korte termijn een platform over tewerkstelling in de zorgsector opgericht worden. En in de Brugse regio zal een regionaal platform opgericht worden dat rond verschillende zorgthema’s zal werken.De hierboven beschreven evoluties – zoals de betaalbaarheid van de sociale zekerheid – in acht geno-men, zal de zorgsector in de toekomst genoodzaakt zijn om samen te werken.

zullen dan weer gegroepeerd worden in een “Zorgbedrijf”. In Limburg zal op korte termijn een platform over tewerkstelling in de zorgsector opgericht worden. En in de Brugse regio zal een regionaal platform opgericht worden dat rond verschillende zorgthema’s zal werken. De hierboven beschreven evoluties – zoals de betaalbaarheid van de sociale zekerheid – in acht geno-men, zal de zorgsector in de toekomst genoodzaakt zijn om samen te werken.

CONCLUSIE“Zowel in de zorgsector als in een bredere maatschappelijke, nationale en internationale context moeten een aantal uitdagingen aangegaan worden. Bepaalde initiatieven streven d.m.v. samenwerking synergie en succes na.”

Page 14: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

24

Een Zuid-Oost-Vlaams antwoord…

Zorginnovatiecluster Zuid-Oost-Vlaanderen

2

Page 15: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

26 27

2.2.1 Concurrentievermogen Zuid-Oost-Vlaamse zorgsector vergroten

2.2.1.1 Groei zorgaanbod

Op termijn moet Zuid-Oost-Vlaanderen er in slagen om aan meer mensen zorg te verlenen en dus ook meer werkgelegenheid in die sector te creëren. Het aanbod zal daarom vergroot, verdiept en verbreed moeten worden.

Met het vergroten van het zorgaanbod willen we reeds bestaande zorgvoorzieningen meer aanbie-den. Een voorbeeld hiervan is de invulling van het volledige programmatiecijfer voor WZC-woongele-genheden. In de analyse werd aangehaald dat 16% van deze woongelegenheden nog niet gereali-seerd of gepland is.

Het zorgaanbod verbreden willen we realiseren door op zoek te gaan naar nieuwe niches. Het ontwik-kelen van een zorgtoeristisch netwerk is hier een voorbeeld van. Bedoeling is dat mensen met een zorgnood komen herstellen of uitrusten in Zuid-Oost-Vlaanderen. Om de zorgtoeristen zorg op maat te verlenen, kunnen nieuwe opleidingen en werkvormen ontwikkeld worden.

Door binnen bestaande disciplines verder te specialiseren, willen we binnen de zorgsector verdie-pen. Rekeninghoudende met bijv. de vergrijzing en de tendens naar zorg op maat zullen WZC’s i.s.m. kenniscentra (praktische) expertise opbouwen rond de verzorging van patiënten met bepaalde pa-thalogieën11. Een mogelijk voorbeeld hiervan is de verzorging van patiënten met een bepaald type dementie.

De groei van het zorgaanbod kan echter niet gerealiseerd worden zonder een toekomstgericht HR-beleid te voeren. Kleine spelers ondervinden vandaag reeds moeilijkheden om voldoende personeel aan te trekken. O.a. in de regio’s Brugge, Limburg en Antwerpen zien we dat samenwerkingsinitiatie-ven ontstaan die specifiek gericht zijn op HR-uitdagingen of daarin opgenomen worden. De algemene teneur van dergelijke initiatieven is dat samenwerking de sleutel is om uitdagingen aan te gaan. Als Zuid-Oost-Vlaanderen moeten we dan ook op zoek gaan naar mogelijke schaalvoordelen waarbij de individuele karakteristieken van de betrokken instellingen gerespecteerd moeten worden.

2.2.1.2 kwaliteit en efficiëntie verhogen

Waar de Belgische gezondheidszorg doorgaans als kwalitatief gepercipieerd wordt, blijkt uit het wei-nig beschikbare (internationaal vergelijkende) onderzoek dat we slechts in de Europese middenmoot meespelen. De toegankelijkheid van ons systeem wordt dan ook vaak verward met de kwaliteit. Door samen te werken rond kwaliteit, methodes en processen te monitoren en ervaringen uit te wisselen, kan Zuid-Oost-Vlaanderen een concurrentieel voordeel uitbouwen. Schaalvergroting heeft immers niet enkel kostenbesparing als doel. Het is ook een middel om aan kwaliteitsverbetering te werken.

Om kwaliteitsverbetering te bewerkstelligen moet een 3-sporenbeleid uitgetekend worden dat be-staat uit de kwaliteitsverhoging van de door zorgwerkers verleende diensten, de zorgprocessen en de zorginfrastructuur.

De kwaliteit van de door zorgwerkers verleende diensten moet verbeteren en dit zowel voor de patiënt als voor de zorgwerker. Hiermee willen we geen afbreuk doen aan de dagelijkse, zware inspanningen die vandaag reeds geleverd worden. Door zaken echter anders te bekijken en te organiseren kan de kwaliteit verbeterd worden. Dit moet de patiënt en de zorgwerker ten goede komen en is onlosmake-lijk verbonden met de kwaliteitsverbetering van de jobinhoud van zorgwerkers.

Naast de kwaliteitsverbetering van de door zorgwerkers verleende diensten moeten ook de processen onder de loep genomen worden. Het verlenen van zorg is immers een aaneenschakeling van proces-sen. Vaak zijn ze in het verleden ontstaan, is gewoontegedrag opgetreden en worden ze niet meer in vraag gesteld. De kans is dan ook niet gering dat veel processen efficiënter aangepakt kunnen worden en meer kwaliteit kunnen leveren.

Wanneer over processen wordt gesproken moet er ook gedacht worden aan welke processen en taken als prioritair gezien moeten worden. Naast zorgverlening dienen instellingen immers nog tal

Om de uitdagingen uit de hiervoor beschreven analyse aan te gaan, is het noodzakelijk een “Zorginnovatiecluster” uit te bouwen. Dat is een geografische concentratie van onderling verbonden ondernemingen, gespecialiseerde toeleveranciers, dienstverleners en verwante instellingen actief op een specifiek terrein, in een land of regio. Bedoeling van de cluster is dat zorg een hefboom wordt om de regio Zuid-Oost-Vlaanderen naar een hoger niveau te tillen.

Hierna wordt eerst de missie toegelicht en vervolgens de drie strategische doelstellingen.

2.1 MissieGlobaal gezien kan de missie van de “Zorginnovatiecluster” samengevat worden in 3 punten. Ten eerste moet gezorgd worden dat de bestaande zorgsector op termijn verder op een kwalitatieve en professionele manier groeit. Enerzijds gaat het hierbij om de creatie van werkgelegenheid maar anderzijds moet zeer veel belang gehecht worden aan het anders inzetten van mensen en middelen.

Ten tweede moet de “Zorginnovatiecluster” economische bedrijvigheid stimuleren en realiseren. Zoals aangehaald in de economische analyse heeft Zuid-Oost-Vlaanderen een lage jobratio en hebben we op het vlak van innovatie een achterstand goed te maken. De Zorgsector biedt als minder conjunctuur-gevoelige en toekomstgerichte sector kansen om innovatieve producten en diensten en dus werkge-legenheid te ontwikkelen. Die kans mag Zuid-Oost-Vlaanderen niet laten liggen!

Als derde punt van de missie heeft de “Zorginnovatiecluster” de opdracht om Zuid-Oost-Vlaanderen op de kaart te zetten en dus aan “regional branding” te doen. Op termijn moet bij zorgverstrekking en zorginnovatie immers onmiddellijk de associatie met Zuid-Oost-Vlaanderen gemaakt worden.

Missie: De Zorginnovatiecluster wil zorg als hefboom gebruiken

om tewerkstelling en economische bedrijvigheid te creëren en zo Zuid-Oost-Vlaanderen op de kaart zetten.

2.2 Strategische doelstellingenOm de missie in de nabije toekomst te concretiseren werden 3 strategische doelstellingen weer-houden die op organische wijze gerealiseerd zullen moeten worden. Onderstaand schema geeft een schematische voorstelling van de doelstellingen weer.

Afbeelding 1 : Grafische voorstelling Zorginnovatiecluster Zuid-Oost-Vlaanderen

11 ziektebeelden

Page 16: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

28 29

samengewerkt worden. De hogescholen vormen de 1ste groep waarvan er twee – Kaho-Sint-Lieven en Hogeschool Gent – een vestiging in onze regio hebben. De secundaire scholen vormen de 2de groep, de VDAB-opleidingen de 3de en CVO-opleidingen de 4de.

De 3 grote aandachtspunten voor het ontwikkelen van het opleidingscentrum zijn dezelfde als die voor het vergroten van het concurrentievermogen. Ook bij deze doelstelling moet het aanbod vergroot worden, aan kwaliteitsverbetering gewerkt worden en aan marketing gedaan worden.

2.2.2.1 Opleidingsaanbod vergroten

Om het aanbod te laten groeien, moeten eerst en vooral meer leerlingen en studenten aangetrokken worden en dit zowel van binnen als buiten de regio. Daarom is het van groot belang dat opleidingsver-strekkers i.s.m. ander partners (bijv. lokale besturen) naast een opleidings- ook een belevingsaanbod creëren.

Naast de uitbreiding van het bestaande aanbod moeten nieuwe opleidingen aangetrokken en ontwik-keld worden om zo te verbreden. In de socio-economische en maatschappelijke analyse werd reeds aangehaald dat werklozen en heroriënteerders slechts beperkte opleidingsmogelijkheden in Zuid-Oost-Vlaanderen hebben. Deze leemte vormt dan ook een opportuniteit om binnen het opleidingsaan-bod te verbreden door bijv. i.s.m. VDAB een “Centre of Excellence” rond social profit op te richten. Twee extra argumenten om deze opleidingen aan te bieden zijn het feit dat de Vlaamse jobmobiliteit moet vergroten en dat levenslang leren de norm moet worden. Minstens even belangrijk is het creëren van een context die het vergemakkelijkt om opleidingen te volgen. Het Streekoverleg maakt hier vanuit het luik arbeidsmarkt reeds werk van. Getuige daarvan zijn de website www.kinderopvangzov.be of de semestriële papieren Opleidingsbrochure (toegankelijk maken van informatie) die onder impuls van het Streekoverleg begin dit jaar een eerste keer werd verspreid.

Het aanbod kan verdiept worden door bijv. gespecialiseerde opleidingen voor bepaalde types ver-pleegkunde aan te bieden. Het uitbouwen van deze opleidingen moet in afstemming met de be-staande en toekomstige Zuid-Oost-Vlaamse zorgtroeven gebeuren.

2.2.2.2 kwaliteit van opleidingen verbeteren

Ook het kwaliteitsaspect speelt een belangrijke rol bij het aanbieden van opleidingen. Ook hier willen we niet beweren dat de huidige opleidingen niet kwalitatief zijn. Maar wanneer opleidingsverstrekkers midden in het opleidingsveld staan, bestaat de kans dat ze het grotere plaatje niet meer zien. Daarom moeten opleidingsinstellingen de zaken vanuit een ander perspectief bekijken om zo waar nodig bij te sturen en antwoorden te bieden op de vragen van hedendaagse zorginstellingen en patiënten. Door het opleidingsaanbod te moderniseren zullen studenten afgeleverd worden die meer kwalitatieve zorg kunnen verlenen. Ook docenten moeten zichzelf in vraag durven stellen en gestimuleerd worden om de banden met de praktijk sterk te onderhouden. Naast de typische zorgopleidingen moeten ook ge-lieerde opleidingen uitgebouwd worden. Zowel Kaho Sint-Lieven als Hogeschool Gent kunnen bijv. op-leidingen aanbieden die de economische kansen die de zorgsector biedt, institutionaliseren. Concreet wordt bijv. gedacht aan een opleiding productontwikkeling voor de zorgsector. Het moet de ambitie zijn om in de toekomst opleidingen aan te bieden die uniek zijn om mee te spelen op Europees niveau.

Naast de kwaliteitsverbetering van opleidingen, studenten en docenten moet ook werk gemaakt wor-den van de infrastructuur. De hogeschoolcampussen moeten uitgebreid worden met infrastrucuur die de koppeling tussen praktijk en educatie maakt. Concreet denken we hier bijv. aan de oprichting van simulatiecentra. Secundaire scholen en opleidingsverstrekkers voor volwassenen moeten gestimuleerd worden om samen te werken en samen te investeren in hedendaagse infrastructuur. De uitwisseling tussen leerlingen, studenten, docenten en werkveld moet trouwens een ruimere doelstelling zijn bin-nen het opleidingsluik. Door op die manier te werken zullen nieuwe kwalitatieve synergieën ontstaan en kan Zuid-Oost-Vlaanderen uitgroeien tot hét vormingscentrum voor zorgberoepen.

van ondersteunende taken uit te voeren. Vraag is in welke mate rond deze taken kan samengewerkt worden en/of in welke mate taken door gespecialiseerde ondernemingen uitgevoerd kunnen worden. Naast samenwerking rond HR-beleid liggen er ook mogelijkheden op het vlak van gezamenlijke admi-nistratie, boekhouding en facturatie, aankopen van producten en diensten…Uiteraard spreekt het voor zicht dat het outsourcen van taken niet mag leiden tot sociale uitbuiting en kwaliteitsvermindering. Slechte voorbeelden uit het verleden vormen echter geen excuus om er niet over na te denken. Het voortdurend in vraag stellen van processen en het verbeteren ervan moet dan ook een doelstelling van de Zuid-Oost-Vlaamse zorgsector worden.

Om kwalitatieve zorg te verlenen is het zowel voor patiënten als zorgwerkers van belang om (aan de tijdsgeest) aangepaste infrastructuur te voorzien. Veel WZC-woongelegenheden zijn bijv. niet aange-past aan de gewoonten en de gebruiken van de huidige en toekomstige senior. Zuid-Oost-Vlaanderen moet door samenwerking en ervaringsuitwisseling infrastructuur ontwikkelen die aangepast is aan de noden van zorgwerkers en patiënten. Ook hier moet gewezen worden op het hefboomeffect. Door de “Zorginnovatiecluster” als katalysator te laten fungeren, zullen een aantal ontwikkelingen sneller plaats kunnen vinden. Door bijv. sneller en meer te bouwen, zal meer werkgelegenheid gecreëerd worden.

In Deel I werd reeds gewag gemaakt van de precaire budgettaire situatie van België en de gewijzigde economische machtsverhoudingen. Vanuit deze vaststellingen kan vastgesteld worden dat de kans niet gering is dat we zullen moeten leren om met minder middelen meer te doen en dus efficiënter te werken. Het is immers een vraag welke middelen beschikbaar zullen zijn om te investeren in welzijn en gezondheidszorg. Gezien het feit dat (bepaalde types) zorginstellingen nu vaak reeds zeer beperkte financiële ruimte hebben, moet gekeken worden welke schaalvoordelen bewerkstelligd kunnen wor-den.

2.2.1.3 Marketing en sensibilisering

Om de zorgsector bewust te maken van het voeren van een duurzaam personeelsbeleid, het grijpen van schaalvoordelen en het werken aan kwaliteit zal echter nog heel wat sensibilisering nodig zijn. Daarom moet de “sensibiliseringsmachine” via goede praktijkvoorbeelden, onderzoeksresultaten en eerste kleine succesjes op gang gebracht worden. Zuid-Oost-Vlaamse zorginstellingen moeten er attent op gemaakt worden dat samenwerking dé sleutel is om een aantal uitdagingen aan te gaan.

Eens het geloof in samenwerking begint te groeien en de eerste succesjes worden geboekt, moet dat ook naar de buitenwereld gecommuniceerd worden. Zorg moet immers een hefboom worden om Zuid-Oost-Vlaanderen op de kaart te zetten. De “Zorginnovatiecluster” moet op termijn een merk wor-den dat zonder schaamte tussen merken als UZ Gent, ZNA, UZA, … geplaatst kan worden.

Naast het ruimere verhaal van “image building” moet aan toekomstige werknemers duidelijk gemaakt worden dat aan het verlenen van zorg in Zuid-Oost-Vlaanderen een extra dimensie verbonden is. Wie kiest voor een zorgjob in Zuid-Oost-Vlaanderen zal dat immers vanuit een positief perspectief doen.

2.2.2 Tot hét Vlaams vormingscentrum voor zorgberoepen uitgroeienOm kwalitatieve zorg te verlenen is het onontbeerlijk om voldoende aangepaste opleidingen aan te bieden. In een maatschappij en sector die voortdurend evolueert, is het bovendien noodzakelijk om le-venslang te leren. Daar de zorgsector een grote werkgever is in Zuid-Oost-Vlaanderen en er quasi geen andere sectoren veel werkgelegenheid aanbieden, moet ingezet worden op zorgopleidingen. Daarom moet Zuid-Oost-Vlaanderen hét Vlaams vormingscentrum voor zorgberoepen worden.

Door de afwezigheid van een universiteit spreekt het voor zich dat Zuid-Oost-Vlaanderen geen basis-opleidingen kan aanbieden die leiden tot een universitaire graad. De focus zal dan ook liggen op oplei-dingen waarmee maximum een bachelordiploma gehaald kan worden. En het dient gezegd te worden dat het over een heel spectrum aan opleidingen gaat. Getuige daarvan is het zorgopleidingsoverzicht dat in de socio-economische analyse werd weergegeven.

Globaal gezien kan gesteld worden dat met vier grote groepen opleidingsverstrekkers zal moeten

Page 17: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

30 31

2.2.3.2 Zorgsector als inspiratiebron voor ondernemingen, organisaties en onderzoekscentra positioneren

Niet alleen de zorgsector moet geïnspireerd worden maar ook ondernemingen, organisaties en onder-zoekscentra. Zij moeten er op attent gemaakt worden dat binnen de zorgsector een aantal uitdagingen en kansen liggen die aangegaan of gegrepen kunnen worden door synergieke samenwerkingsver-banden. De ontwikkeling van nieuwe producten en diensten zal op die manier gestimuleerd worden alsook het voeren van zeer praktijkgericht onderzoek. Op dit moment zien we binnen deze doelstelling 3 deeltaken.

Het organiseren van inspiratiesessies en brainstormmomenten is een eerste deeltaak. Via derge-lijke sessies moet de zorgsector in contact gebracht worden met ondernemingen, organisaties en on-derzoekscentra. Bedoeling is om tijdens deze ontmoetingen zeer concrete uitdagingen en vragen voor te stellen waar antwoorden op gevonden moeten worden. De inspiratiemomenten kunnen handelen rond een algemeen of specifiek thema en zullen bijgewoond worden door een 10 à 25-tal deelnemers.

Naast de inspiratiesessies in grotere groep moet de Zorginnovatiecluster ook een “matchfunctie” uit-baten. Als matchmaker moet hij proactief onderzoeksvragen en praktische uitdagingen koppelen aan ondernemingen, organisaties of onderzoekscentra met een voor dat specifiek geval groot oplossend vermogen.

Het zou uiteraard een verspilling van tijd en middelen zijn indien de opgedane kennis niet verzameld en gedissemineerd wordt. Daarom moet de kennis en informatie die verzameld wordt, opgeslagen worden in een interactief documentatiecentrum.

2.2.3.3 Incubatiecentrum en proeftuin voor zorginnovaties uitbouwen

Veel van de in de 4 voorgaande beschreven zaken zijn eerder van conceptuele aard. Daarom moet fysieke ruimte voorzien worden waar getest en geoptimaliseerd kan worden om zo het proces van inspiratie tot incubatie te vervolledigen.

Daarom moet op termijn een zorgincubatiecentrum opgericht worden. Dat is een bedrijvencentrum waar jonge ondernemers infrastructureel, administratief, juridisch, financieel en relationeel onder-steund worden. Het incubatiecentrum moet de uitdagingen die voortkomen uit de dagdagelijkse prak-tijk of onderzoek concreet aangaan en in eerste instanties prototypes van nieuwe producten en dien-sten ontwikkelen om in een latere fase te optimaliseren. De nieuw ontwikkelde producten en diensten moeten dan ook weer gepromoot worden bij de zorgsector wat ons dan weer bij de doelstelling brengt om een Vlaams centrum voor zorginnovaties te creëren.

De proeftuin is een tweede manier om ideeën te testen. Bedoeling is om een Zuid-Oost-Vlaams netwerk van zorgorganisaties uit te bouwen die mee willen werken aan de ontwikkeling van en het testen van nieuwe producten, diensten en processen. In eerste instantie zou het gaan om een breed netwerk maar in een latere fase moeten zorginstellingen kunnen kiezen om bijv. rond (specifieke) HR-thema’s of hygiëneproblemen mee te werken.

Een concrete proeftuin die het Streekoverleg momenteel i.s.m. Toerisme Vlaamse Ardennen, Toe-risme Scheldeland, Provincie Oost-Vlaanderen en Toerisme Vlaanderen aan het creëren is, is het “Zorgtoeristisch Netwerk Zuid-Oost-Vlaanderen”. Dat is een netwerk waar logiesuitbaters, de zorg-sector, de recreatiesector en overheden in zullen samenwerken om zorgtoeristen aan te trekken. Be-doeling is om op een organische manier werk te maken van de groei van aangepaste accommodatie, mobiliteit en belevingsmogelijkheden. Door gebruik te maken van deze netwerkbenadering zal een uniek concept gerealiseerd worden dat het zorgtoerisme in Zuid-Oost-Vlaanderen zal laten groeien.

Meer info hierover kan u terugvinden in deel 3 onder titel 3.2.1 Uitbouw zorgtoeristisch netwerk.

2.2.2.3 Promotie Zuid-Oost-Vlaanderen

Ook bij de uitbouw van het vormingscentrum is het noodzakelijk om promotie te voeren. De ontwik-keling van een goed product moet immers kenbaar gemaakt worden om het te verkopen. In het kader van de “image building” moet het opleidingsaspect gekoppeld worden aan de verhoging van het concurrentievermogen. Het “finetunen” van opleidingen genereert meer competente zorgwerkers.

Ook bij werkgevers uit de zorgsector moet op termijn de reflex gecreëerd worden dat in Zuid-Oost-Vlaanderen opgeleid zorgpersoneel garant staat voor “topzorg”.

En zoals bij het aantrekken van meer verpleegkundigen reeds aangehaald, moeten opleidingscentra actief meewerken om naast het leeraspect ook het belevingsaspect uit te bouwen. Studenten moeten weten dat Zuid-Oost-Vlaanderen de “place to be” is om een (niet-universitaire) zorgopleiding te volgen waar je kan leren en beleven.

2.2.3 Hét Vlaams I³nnovatiecentrum12 voor de zorgsector creëren

2.2.3.1 Vlaams innovatiecentrum voor de zorgsector

Door ondernemingen, organisaties en onderzoekscentra worden – al dan niet specifiek voor de zorg-sector- tal van nieuwe producten en diensten onderzocht en ontwikkeld. Vaak zijn ze te weinig bekend. Daarom moeten producten en diensten gepromoot en zichtbaar gemaakt worden. De zorgsector moet op een actieve manier in contact gebracht worden met ondernemingen, organisaties en onderzoeks-centra

Om de zorgsector in contact te brengen met ondernemingen, organisaties en onderzoekscentra kun-nen symposia (rond specifieke thema’s) georganiseerd worden. Via lezingen, workshops en debat kunnen bredere product- en dienstenontwikkelingen voorgesteld worden. Maar daarnaast kunnen on-dernemingen en onderzoekscentra hun producten en diensten ook voorstellen tijdens marktgerichte uiteenzettingen. Het Zorgsymposium dat het Streekoverleg op 9 september 2010 organiseert, wil een eerste stap in die richting zetten door de zorgsector op een speciaal ingerichte “business floor” enerzijds uiteenzettingen te laten bijwonen en anderzijds in het “businesscafé” een context te creëren waar eerste (commerciële) contacten kunnen gelegd worden. Om innovatieve symposia te organise-ren moet ook geschikte infrastructuur voorhanden zijn. Als Streekoverleg hebben we door de orga-nisatie van het symposium geleerd dat dat geen evidentie is. In de toekomst moet ook een modern symposiumcomplex gebouwd worden dat uiteraard niet alleen ten dienste van de uitbouw van de zorginnovatiecluster moet staan. Maar zoals reeds eerder aangehaald is het het doel om de zorgsector als hefboom voor de regio te gebruiken.

Een volgende manier om de zorgsector in contact te brengen met organisaties, ondernemingen en onderzoekscentra is het organiseren van beurzen. Hoewel er in Vlaanderen reeds een aantal beurzen plaatsvinden waar Expo 60+, Healthcare en Reva voorbeelden van zijn, worden nog geen beurzen rond specifieke thema’s georganiseerd. In Utrecht (NL) vindt bijv. jaarlijks een 3-daagse beurs rond zorg en ICT plaats. Aangezien Zuid-Oost-Vlaanderen de ambitie heeft om een Vlaams zorginnovatiecentrum te creëren, moeten in de toekomst thematische zorgbeurzen plaatsvinden in Zuid-Oost-Vlaanderen. Ook hier moeten we momenteel jammer genoeg vaststellen dat nodige infrastructuur zo goed als afwezig is. Eventueel in combinatie met de bouw van een congrescentrum moet ook een moderne beursinfrastructuur opgetrokken worden.

Naast beurzen en symposia die periodiek plaatsvinden, moet ook een forum gecreëerd worden waar voortdurend informatie aangebracht en verspreid kan worden. In eerste instantie wordt gedacht aan het creëren van een interactief kenniscentrum waar ondernemingen, organisaties en onderzoeks-centra hun nieuwe producten en diensten kunnen etaleren. Ook wordt gedacht aan het uitgeven van een tijdschrift rond zorginnovatie op maat van de zorgsector.

12 I3 : Innovatie, Inspiratie, Incubatie

Page 18: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

32

Hoe gaan we dit realiseren?

3

Page 19: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

34 35

• Trekkers project

Naast Toerisme Vlaamse Ardennen en Scheldeland zal ook de op te richten Zorginnovatiecluster vzw een trekkersrol opnemen.

• Andere partners

Partners waar nu reeds mee wordt overlegd, zijn Toerisme Vlaanderen en Provincie Oost-Vlaanderen. Op korte termijn zal ook contact opgenomen worden met de horecasector, logiesuitbaters en zorgver-leners.

• Financiering

Dit project zal ingediend worden met de bedoeling om LEADER- en PDPO-middelen te verkrijgen. In beide gevallen gaat het om Europese middelen voor plattelandsontwikkeling.

3.2.2 Innovatiecentrum Zorg Vlaanderen (I³Z)

• Wat?

Het I³Z Vlaanderen is een centrum waarbinnen het traject “van inspiratie tot incubatie” centraal zal moeten staan. Het centrum omvat 4 deelcentra die in een ideale situatie op één fysieke locatie on-dergebracht worden.

Het eerste deelcentrum is een incubatiecentrum. Dat is een bedrijvencentrum waar jonge zorgon-dernemers extra ondersteuning krijgen op juridisch, financieel, administratief, infrastructureel en re-lationeel vlak.

Het innovatiecentrum is een tweede deelcentrum. Hierbij gaat het om een fysieke en digitale ont-moetingsplaats voor zorginstellingen, ondernemingen, onderzoekscentra en organisaties. Bedoeling van deze doelgerichte ontmoeting is om ideeën rond nieuwe modellen, producten en diensten te vormen. Volgens het “modeltraject” worden deze ideeën verder uitgewerkt in het incubatiecentrum.

Het derde deelcentrum is het congrescentrum. De uitbouw van een dergelijke infrastructuur is nodig om de in het innovatie- of incubatiecentrum ontwikkelde ideeën en concepten kenbaar te maken. Het uitwisselen en verspreiden van ideeën, producten en diensten staat hier centraal. Gezien de hefboom-functie van dit project spreekt het voor zich ook andere organisaties gebruik moeten kunnen maken van het congrescentrum.

De Zorginnovatiecluster vzw is het laatste deelcentrum. Zoals onder 3.1 beschreven, zal deze organi-satie een coördinatiefunctie moeten opnemen.

Afbeelding 2 : Grafische voorstelling Innovatiecentrum Zorg Vlaanderen

3.1 Oprichting Zorginnovatiecluster vzwOm de in Deel II beschreven missie en doelstellingen te realiseren en coördineren, is het noodzakelijk dat een onafhankelijke organisatie met structurele financiering wordt uitgebouwd. De ervaring met tijdelijke subsidies leerde ons dat het zeer moeilijk is om zonder financiële middelen een dynamiek rond een bepaald domein in leven te houden.

Maar waarom dan niet kiezen voor een structurele financiering voor een zorgproject binnen het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc-Serr)? Hoewel het Streekoverleg zeer graag motor is van een regionaal zorgsamenwerkingsverband, stelde het ook vast dat andere prioriteiten uit het “Streekpact”13dreigen verdrongen te worden. Bovendien zijn de structuur en procedures van de Resoc/Serr-werking niet ideaal om snel concrete projecten uit te werken.

Om bovenvermelde reden wil het Streekoverleg op korte termijn op zoek gaan naar middelen om een zelfstandige organisatie uit te bouwen. Eerste doel van die middelen is de financiering van een coördinatiefunctie en werkingsmiddelen. Die coördinatiefunctie zal moeten fungeren als katalysator om de doelstellingen te realiseren. Verder moet er vanuit de coördinatiefunctie over gewaakt worden dat gestreefd wordt naar de realisatie van een totaalvisie en dat bepaalde (sub)doelstellingen geen “onrechtmatige” prioriteit krijgen.

Vraag is hoe bovenstaand beschreven werking gefinancierd zal worden. Het eerste financieringsmodel dat voorligt is er één waarbij zorginstellingen, OCMW’s, thuiszorgdiensten, … per bed, per inwoner of per uur verleende dienstverlening een bepaald bedrag inbrengen. Overleg en discussie met regionale partners zal moeten uitwijzen of zo’n model wenselijk is. Uiteraard is het niet de bedoeling dat alleen de zorgsector zal financieren. De Zorginnovatiecluster wil net barrières tussen de zorgsector, de over-heid alsook de onderwijs- en bedrijfswereld doorbreken. Het is dan ook aangewezen dat ook de laatste drie vermelde groepen investeren.

Naast de coördinatiefunctie en het bewaken van de totaalvisie moeten vanuit de nieuwe organisatie ook nieuwe projecten geïnitieerd worden. Het spreekt voor zich dat hier telkens naar projectsubsi-dies gezocht zal moeten worden. Hierna worden een aantal voorbeelden van concrete acties kort bes n.

3.2 Concrete actiesOnderstaand worden een 5-tal concrete acties kort voorgesteld. Sommige – zoals het “symposium” – worden reeds nu geconcretiseerd, andere – zoals het “Innovatiecentrum Zorg” – bevinden zich nog in een conceptuele fase.

3.2.1 Uitbouw zorgtoeristisch netwerk

• Wat?

Het zorgtoeristisch netwerk is een samenwerkingsverband tussen logiesuitbaters, de horeca, de zorg-sector en lokale besturen om zorgtoeristen een aangepast verblijf in Zuid-Oost-Vlaanderen aan te bieden. Zorgtoeristen zijn mensen die omwille van een chronische of tijdelijke (bijv. na operatie) aandoening nood hebben aan een aangepast verblijfs-, belevings- en mobiliteitsaanbod. De samen-werking tussen de bovenstaande partners moet er voor zorgen dat de hiervoor vernoemde 3 aspecten organisch worden uitgebouwd.

• Beoogde doelstelling

De beoogde doelstelling van deze actie is het “het concurrentievermogen van de Zuid-Oost-Vlaamse zorgsector vergroten”.

Via de uitbouw van het zorgtoeristisch netwerk zal o.a. nieuwe (zorg)werkgelegenheid gecreëerd worden. Concreet gaat het om het verbreden van het aanbod.

13 Het Streekpact is de in overleg met regionale partners opgemaakte streekvisie voor Zuid-Oost-Vlaanderen. Naast Zorg zijn mobiliteit én energie en waterbeheer twee andere focuspunten.

Page 20: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

36 37

3.2.4 Oprichten nieuwe ondernemingen

• Wat?

Opportuniteiten uit de zorgsector rond o.a. schaalvoordelen voorstellen aan ondernemers en hen be-geleiden bij het uitbouwen van een nieuwe onderneming of activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn archiefbeheer en de uitbouw van een aankoopcentrale.

• Beoogde doelstelling

Deze actie zal een concrete vertaling zijn van de doelstelling: het “concurrentievermogen van de Zuid-Oost-Vlaamse zorgsector vergroten”.

Via het centraliseren van een aantal taken kunnen schaalvoordelen worden gegrepen en kan de zorg-sector zich toeleggen op haar kerntaken.

• Trekkers project

De Zorginnovatiecluster vzw zal de trekkersrol moeten opnemen.

• Andere partners

Zorginstellingen en ondernemers

• Financiering

Privé-partners

3.2.5 Zorgsymposium 2010

• Wat?

Het Zorgsymposium is een interactief en innovatief symposium waar oplossingen voor de Vlaamse zorgsector centraal staan. Het is opgebouwd rond de themagroepen “People”, “Policy & Strategy” en “Business”.

• Beoogde doelstelling

Deze actie heeft een promotiefunctie. Ze sluit aan bij de marketingverhalen van doelstelling 1: “het concurrentievermogen van de Zuid-Oost-Vlaamse zorgsector vergroten en doelstelling 2: “hét Vlaams vormingscentrum voor zorgberoepen worden”.

Het Zorgsymposium heeft vooral tot doel om Zuid-Oost-Vlaanderen op de “zorgkaart” te zetten. Het mag dan ook worden gezien als een marketinginstrument.

• Trekkers project

Momenteel wordt het symposium georganiseerd door het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen. In de toekomst zal de “Zorginnovatiecluster vzw” die rol overnemen.

• Andere partners

Bureau Cosyn en stad Aalst

• Financiering

Naast de financiering van “Vlaanderen in Actie” zal sponsoring en exhibitie er voor moeten zorgen dat het symposium “break even” draait.

• Beoogde doelstelling

Deze actie sluit aan bij doelstelling 3: “het Vlaams I³nnovatiecentrum voor de zorgsector creëren”

Via de uitbouw van het I³Z Vlaanderen zal o.a. de innovatiedoelstelling een fysieke veruitwendiging krijgen. Centraal uitgangspunt van deze actie is het stimuleren en uitwerken van resultaten van doel-gerichte ontmoeting tussen de zorgsector, ondernemers en onderzoekscentra.

• Trekkers project

De Zorginnovatiecluster vzw zal samen met lokale (semi-)overheden een vooraanstaande rol moeten spelen.

• Andere partners

De partners voor dit project kunnen zeer divers zijn. We denken hier o.a. aan andere bestuursniveaus maar ook aan privé-investeerders.

• Financiering

Voor de uitwerking van deze actie zal gezocht moeten worden naar subsidies die conceptueel denk-werk of infrastructuur financieren.

3.2.3 Arbeidsinnovatie in de zorgsector

• Wat?

Zoals eerder in dit dossier aangehaald, zal het in de toekomst niet vanzelfsprekend zijn om voldoende zorgpersoneel te voorzien. Daarom wil de “Zorginnovatiecluster” via een concreet project kijken hoe arbeid anders georganiseerd kan worden en hoe mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt ingeschakeld kunnen worden.

• Beoogde doelstelling

Deze actie sluit nauw aan bij twee doelstellingen. De eerste is het “het concurrentievermogen van de Zuid-Oost-Vlaamse zorgsector vergroten” en de tweede “hét Vlaams vormingscentrum voor zorgbe-roepen worden”.

Via het inschakelen van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (doelgroepwerknemers) zal meer van dezelfde dienstverlening aangeboden kunnen worden.

Het inschakelen van doelgroepwerknemers biedt ook opportuniteiten om nieuwe opleidingen uit te bouwen zodat de uitbouw van het vormingscentrum ook in deze actie wordt meegenomen.

• Trekkers project

Rond dit project vonden in samenwerking met stad Aalst reeds twee inspiratiesessies plaats. Stad Aalst en de op te richten Zorginnovatiecluster vzw zullen de trekkersrol opnemen.

• Andere partners

Zorginstellingen, opleidingsverstrekkers en sociale-economie-organisaties.

• Financiering

Voor dit project wordt gedacht aan ESF-subsidies. Dat zijn middelen die o.a. gebruikt kunnen worden voor innovatieve arbeidsorganisatie.

Page 21: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

38 39

Bronnen • Mobiliteitsrapport van de Regio Zuid-Oost-Vlaanderen (stand van zaken mei 2010) | Streekoverleg

Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc-Serr)• Opleidingen in Zuid-Oost-Vlaanderen (1ste semester 2010) | Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen

(Resoc-Serr)• Ouderen in beeld. Oost-Vlaams ouderencahier (2009) | Directie Welzijn en Gezondheid Provincie

Oost-Vlaanderen• Sociaal-economische situatieschets van Oost-Vlaanderen (2009) | Studiedienst van het Huis van

de Economie Provincie Oost-Vlaanderen• Sociaal-economische situatieschets van Oost-Vlaanderen (2010) | Studiedienst van het Huis van

de Economie Provincie Oost-Vlaanderen• Streekpact 2007 – 2013 | Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc-Serr)• Demografie, Zorgberoepen en Vacatures – Nood aan Statistieken | Prof. Dr. Pacolet | Studiedag

“Werkgoesting in de Zorg” (25 maart 2010 – Hasselt)• www.lokalestatistieken.be• www.vdab.be (Arvastat)• www.zorg-en-gezondheid.be

Met dank aan• Dhr. Claes – Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid • Dhr. Coene – Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst• Dhr. Dumez – Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis Aalst • Mevr. Gillis – Studiedienst van het Huis van de Economie Provincie Oost-Vlaanderen• Dhr. Goeman – Innovatiecentrum Oost-Vlaanderen• Mevr. Plevoets – Studiedienst Vlaamse Regering• Mevr. Van Opstal – Dienst Welzijn Provincie Oost-Vlaanderen• Mevr. Van Rampelberg – Katholieke Hogeschool Sint-Lieven campus Dirk Martens

Vragen?Chris TaelmanProjectcoördinator Zorg T: 053 60 77 09M: [email protected]

Page 22: Zorgeconomie in Zuid-Oost-Vlaanderen · 2016-04-20 · In het Westen grenst Zuid-Oost-Vlaanderen aan de E17 die Noord-Frankrijk via Kortrijk met Gent en Antwerpen verbindt. Naast

Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen RESOC-SERR

Keizersplein 429300 Aalst

T: 053/60.77.00F: 053/60.77.01

M: [email protected] www.streekoverlegzov.be

Met de steun vande Administraties Economie en Werkgelegenheid,

Provincie Oost-Vlaanderen, de 21 steden en gemeenten van Zuid-Oost-Vlaanderen

en alle leden van Resoc en Serr.