ZORG Magazine editie mei 2012

17
HET ONAFHANKELIJK PROFESSIONEEL TIJDSCHRIFT VOOR DE ZIEKENHUIZEN DOSSIER: Handhygiëne Memisa: Ziekenhuis voor Ziekenhuis Wachtlijsten in de zorg Servicemanagement in de zorgsector Lean Management mei 2012 QR-code zie pagina 19 Verschijnt 12x per jaar - nr.7 - 2 / 2012 (maand mei) - 18 mei 2012 - Antwerpen X - P 912873 20 24 26 28

description

Zorg Magazine is een vernieuwend maandelijks informatietijdschrift voor de zorgsector met oog voor evidence based werken. De themazender ZorgandersTv staat hierin centraal. Zorgmagazine wenst zich te onderscheiden van reclame en nieuwskranten door kwaliteitsvolle artikels te leveren die gelezen én herlezen worden. Hete hangijzers worden niet uit de weg gegaan. Zorg Magazine wordt gratis via de post bezorgd bij alle key decision makers in de Belgische zorgsector.… Daarnaast wordt het magazine bedeeld bij leveranciers én producenten die actief zijn in de sector alsook in onderwijsinstellingen.

Transcript of ZORG Magazine editie mei 2012

Page 1: ZORG Magazine editie mei 2012

HET ONAFHANKELIJK PROFESSIONEEL TIJDSCHRIFT VOOR DE ZIEKENHUIZEN

DOSSIER: Handhygiëne

� Memisa: Ziekenhuis voor Ziekenhuis � Wachtlijsten in de zorg � Servicemanagement in de zorgsector � Lean Management

mei

201

2

QR

-co

de

zie pagina 19

Vers

chijn

t 12

x p

er ja

ar -

nr.7

- 2

/ 2

012

(maa

nd m

ei) -

18

mei

201

2 -

Ant

wer

pen

X -

P 9

1287

3

20242628

Page 2: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 3ZORGMAGAZINE2

Michael Van BuggenhoutHoofdredacteur

VOORWOORD

What’s in a name?

Beste zorgprofessional,

Wanneer we een bank een nieuwe naam geven, doen we dat liefst met een duur reclamebureau en wordt er lang en grondig over nagedacht. Verschillende pistes worden bewandeld, het moet niet alleen goed klinken, maar ook makkelijk te onthouden zijn, catchy, trendy, hoogstaand,... Die nieuwe namen worden niet zomaar bedacht omdat de grote baas daar zin in heeft, neen, er zijn stevige beweegredenen voor nodig. Vaak is het bedrijf noodleidend en moet zo’n nieuwe naam het vertrouwen wekken. Ook de verpleegopleidingen in Vlaanderen waren de afgelopen jaren meer dan eens noodleidend... en jawel, om de haverklap kregen de opleidingen nieuwe namen.

Kan u zich nog de A2-verpleegkundige herinneren of de gebrevetteerde verpleegkundige? Of is het nu de HBO-5 verpleegkundige die nu een graduaatsdiploma krijgt, net zoals een A1-verpleegkundige vroeger? Hoe leg je dit in godsnaam uit aan een scholier met interesse in de zorgsector? Ook de A1-verpleegkundige werd niet gespaard, hij of zij ging van A1 naar ‘gegradueerde verpleegkundige’ om dan opnieuw te wijzigen naar ‘bachelor in de verpleegkunde’, recent krijgen de bachelors een diploma met de dramatische titel: verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger. Neen, geen verpleegkundige, geen verpleegster... Iedereen is opnieuw ziekenverpleger. Een reclamebureau is hier duidelijk niet aan te pas gekomen, geen idee welke 18-jarige we met deze titel kunnen overtuigen om in de meer dan boeiende wereld van de zorg te stappen.

Als we het internationaal bekijken, verliezen we elke zin voor redelijkheid. We gaven in Vlaanderen immers onze vroegere gebrevetteerde verpleegkundigen de titel HBO-5, Dit terwijl in Nederland het HBO-V niveau de bachelors zijn. Kortom bent u nog mee? Hoe plaatst u als HR-verantwoordelijke een advertentie? Hoe presenteert u zich als verpleegkundige? Het wordt inderdaad ingewikkeld. Ik wens u veel leesplezier, niet alleen als hoofdredacteur, maar ook als master met een licentiaatsdiploma en bachelor met een graduaatsdiploma... begrijpe wie begrijpen kan.

ZORG Magazine, het onafhankelijk

tijdschrift voor de Vlaamse

ziekenhuizen wordt per kwartaal

uitgegeven door:

� Ablecare BVBA

Consultancy, Research & Education

Bossaersstraat 87

2930 Brasschaat

[email protected] of www.ablecare.be

� Jaargang 2 - nummer 7

editie mei 2012

ISSN: 2033-7582

P 912873 PB 779

� Eindredactie: Michael Van Buggenhout

� Aan dit nummer werkten mee:

Michael Van Buggenhout, Mia Vande Putte,

Hans Hantson, Kirsten Devry, Prof. dr. Paul

Gemmel, Prof. dr. Brecht Cardoen, Rein

Robberecht, Dirk Baert, Bart Dirix, Hilde

Taillieu en Valérie Duquet.

� Oplage: 2000 exemplaren

� Abonnementen, adreswijzigingen en

annuleringen: ZORG Magazine wordt gratis

bedeeld, bij adreswijziging kunnen oud

én nieuw adres worden doorgegeven via

[email protected].

� Redactie: [email protected]

+32 3 633 18 11 +32 477 41 17 00

� Drukkerij: Dirix-Vanhoof, Ekeren

� Advertenties: Advertentieruimte kan

besproken worden met de redactie (zie

bovenstaande contactgegevens).

� © Schriftelijke toestemming van de

redactie is vereist voor eventuele overname

van tekst en beeldmateriaal uit de publicatie.

� Alle artikels kunnen afzonderlijk en

gratis gedownload worden via de website

van ZorgAndersTv (www.zorganderstv.be)

en deze van Ablecare (www.ablecare.be).

Reflex  Interim  nv,  Frankrijklei  128-­130,  2000  Antwerpen,  T.  03/213.91.91,  F.  03/213.91.99    [email protected]  

                                                                                                           

 

SNELHEID  

Met  spoed  een  oplossing  nodig?    

Reflex  is  er  altijd  voor  u,  7  dagen  per  week  van  7  tot  22  u.  Een  acuut  of  structureel  personeelstekort,  i achts  of  overdag?  Reflex  stelt  u  snel  de  juiste  mensen  voor.  

 

PROFESSIONALITEIT  

Onze  zorgmedewerkers  versterken  uw  afdelingen.    

Ze  maken  het  werk  lichter  voor  uw  vaste  equipe.  Ze  zijn  snel  inzetbaar  en  bieden  uw  patiënten  de  kwaliteit  waar  uw  instelling  voor  staat.  Ze  worden  hiervoor  speciaal  gescreend  en  geselecteerd  door  een  team  dat  de  sector  door  en  door  kent.  Heel  wat  van  onze  consulentes  werkten  zelf  als  verpleegster.  Zij  weten  hoe  belangrijk  teamwork,  zin  voor  detail,  enthousiasme,  inzet  en  vakkennis  zijn.  Zo  bent  u  altijd  zeker  van  de  juiste  m/v  op  de  juiste  plaats.  Regelmatige  evaluaties  helpen  u  en  onze  mensen  nóg  beter  samen  te  werken.  

 

DE  JUISTE  VERHOUDING  

Met  flexibel  zorgpersoneel  stemt  u  uw  interne  vraag  perfect  af  op  het  externe  talentaanbod.    

U  hoeft  zelf  geen  arbeidsintensieve  (en  dus  dure)  selectieprocedures  uit  te  voeren.  U  beslist  op  basis  van  duidelijke  offertes  en  correcte  voorstellen.  Reflex  beperkt  uw  administratieve  rompslomp  tot  een  minimum,  onder  meer  met  een  eenvoudig    maar  gedetailleerd    facturatiesysteem.  

 

 

 

 

 

 

 

ZORGTALENT  GEZOCHT?  

 

Wenst u nog sneller op de hoogte te zijn van nieuws en evoluties in de ZORG sector? U kan de redactie van ZORG Magazine ook volgen via Twitter (@ZORGMAgazine).

Page 3: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 5ZORGMAGAZINE4

INHOUD 3e Interactief congres: Facility management in de zorg

Ki’ Communications organiseert op 31 mei, in het Radisson Blu hotel te Antwerpen, haar 3e interactieve congres rond Facility Management in de zorg. Het interactieve zorgcongres onderscheidt zich sterk door zijn uitgesproken interactieve karakter én door het feit dat het een congres is dat door een onafhankelijke partij georganiseerd wordt, mét de steun van diverse betrokken organisaties.

Achtergronden en doelstellingDit jaar beperken de organisatoren zich tot drie hoofdthema’s die voor de hele zorgsector bijzonder relevant zijn. In de voorbereidende gesprekken noteerden ze immers een grote bezorgdheid in zowel ziekenhuizen als woonzorgcentra rond het groeiende HR probleem en een al even grote ongerustheid dat in de toekomst even goede of betere zorg zal moeten geboden worden met beduidend minder middelen. Niet iedereen heeft hier antwoorden op en het zijn thema’s die met aandacht gevolgd worden.Het derde thema is van een andere orde en wil ingaan op de efficientie van patientendossiers, het zorgproces zeg maar.. Er werd op gewezen dat de nieuwe technologieën hier duidelijk een meerwaarde kunnen bieden. Opvallend was de vaststelling dat sommigen hier actief mee aan de slag waren en andere partijen dan weer helemaal niet. Een interactieve discussie zal dus bijzonder relevant zijn. De uiteindelijke doelstelling is om op het einde van de dag tot een paper te komen met pertinente stellingen rond Facilities in de zorg, om een

beeld te krijgen van wat er op dit moment écht leeft en hoe men tegen de diverse problematieken aankijkt.

WerkwijzeDe thema’s worden telkens in drie parallelsessies behandeld zodat iedereen kan deelnemen en dit gespreid over de hele dag. Alle ingeschrevenen zullen dus aan de drie werkgroepen kunnen deelnemen. De organisatoren voorzien een ‘pool’ aan zeer ervaren vakgenoten die de sessies in goede banen zullen leiden. Het is niet de bedoeling dat zij presentaties geven maar wel dat zij goed voorbereide items aan de sessiedeelnemers aanreiken en deze ter discussie stellen. De zaal en het panel zijn gelijkwaardige gesprekspartners! Een redacteur noteert en bereidt de rapportering voor. Na het congres wordt een uitgebreid artikel geredigeerd dat binnen de zorgsector verspreid zal worden.

DoelgroepVerantwoordelijken facilitaire, tech-nische en ondersteunende diensten en alle directiefuncties (behalve strikt medische) binnen ziekenhuizen, woonzorgcentra, psychiatrische in-stellingen etc ...

Datum & locatie(30 en) 31 mei 2012, Radisson Blu Hotel. (Koningin Astridplein te Antwerpen)

Meer informatie en inschrijven?www.facilitynights.com/zorgcongres

3 Voorwoord

4 3e interactief congres: Facility management in de zorg

5Korte berichten

6 Dossier:Handhygiëne

9Clean care is safer care

12 Gedragsverandering in handhygiëne

15ZorgAndersTv: reportages & informatie

20Memisa: ziekenhuis voor ziekenhuis

24Wachtlijsten in woonzorgcentra: resultaten van een grootschalig onderzoek

26Servicemanagement in de zorg

28Lean in healthcare: Breaking the Trade-off between Service and Efficiency

AZ Turnhout centraliseert spoedgevallendienst op campus Sint-Elisabeth

Op dinsdag 2 mei 2012 zette het AZ Turnhout de definitieve stap naar de volledige centralisatie van de spoedgevallendienst op campus Sint-Elisabeth (Rubensstraat in Turnhout). Vanaf 2 mei moeten alle patiënten voor spoedopvang naar campus Sint-Elisabeth, met uitzondering van kinderen en patiënten voor gynaecologie -verloskunde. Ook alle ambulances rijden vanaf dat ogenblik naar de spoed op campus Sint-Elisabeth. Spoedpatiënten die zich na 2 mei toch aanmelden op campus Sint-Jozef, worden doorverwezen naar de spoed van campus Sint-Elisabeth .

Voor de diensten gynaecologie-verloskunde en pediatrie geldt evenwel een uitzondering. Voor deze patiënten (zwangere vrouwen, dringende gynaecologische ingrepen en kinderen) blijft de acute opvang op campus Sint-Jozef ongewijzigd. Zij kunnen hier altijd terecht 7d/7d en 24u/24u.

Deze centralisatie is een belangrijke stap in de fusie van de twee ziekenhuizen. Het AZ Turnhout is immers het resultaat van de fusie tussen de twee Turnhoutse ziekenhuizen in 2009. Een jaar geleden werd voor het ziekenhuis de campusindeling goedgekeurd. Dit plan gaat uit van twee campusprofielen: campus Sint-Elisabeth wordt een campus voor intensieve en spoedgerelateerde opnames en ingrepen. Campus Sint-Jozef wordt een campus voor planbare opnames en ingrepen. Met de centralisatie van spoed op campus Sint-Elisabeth gaat vanaf 2 mei deze campusindeling effectief in voege.

Korte berichtenOncologisch Centrum van GZA Ziekenhuizen campus Sint-Augustinus behandelt patiënten bij mooi weer op tuinterras.

Oncologisch Centrum van GZA Ziekenhuizen campus Sint-Augustinus behandelt patiënten bij mooi weer op een nieuw tuinterras. Elke dag vinden meer dan 200 ambulante patiënten met kanker hun weg naar het Oosterveldcomplex, dat huisvesting biedt aan het Oncologisch Centrum van GZA Ziekenhuizen, voor een geïntegreerde zorg op maat.

Op vrijdag 27 april opende het oncologisch en hematologisch dagziekenhuis van GZA Ziekenhuizen campus Sint-Augustinus haar nieuwe tuinterras. Voortaan kunnen patiënten en hun begeleiders op dit mooie en moderne terras vertoeven tijdens het wachten. Wanneer de medische toestand van de patiënt en het weer het toelaten, kan bovendien ook de behandeling van ambulante patiënten in de open lucht plaats vinden.

Het tuinterras beschikt over 16 comfortabele stoelen, de nodige parasols en een moderne lounge. Ook patiënten in bed kunnen hier

wat frisse lucht opsnuiven. Het terras biedt immers plaats aan een twintigtal personen. Omringd door bamboe, een steeds wederkerend element in het Oncologisch Centrum, is het een oase van rust. Wachten wordt zo meteen een stuk aangenamer.

Ziekenhuispersoneel soms te lawaaierig

Uit Nederlands onderzoek blijkt dat er aan de balie van een gemiddeld ziekenhuis te weinig gelet wordt op overlast voor de patiënten.

Gert Olthuis, onderzoeker van de Universiteit van Tilburg, beluisterde samen met vier verpleegkundigen de gesprekken vanuit het perspectief van de patiënt. Hij constateerde dat de gesprekken aan de balie - die vaak midden tussen patiëntenkamers ligt - regelmatig storend werken. In sommige gevallen kwam de privacy van patiënten in het gedrang, maar het volstaat eigenlijk al dat mensen niet de rust krijgen die ze nodig hebben. Een ziekenhuis is sowieso al een vrij lawaaierige omgeving, maar verstaanbare gesprekken wegfilteren is een extra lastige klus. (meer info Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2012 nr. 1, pp.56-59)

Win 1 van de vijf gratis

exemplaren van het boek

‘servicemanagement in

de zorg’, kijk snel op

pagina 26.

Page 4: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 7ZORGMAGAZINE6

Handen als overdrachtswegHet is niet eenvoudig aan te tonen dat een infectie overgebracht werd via de handen. Het feit dat het pathogeen of ziekteverwekkend micro-organisme aantoonbaar is op de hand van de verpleegkundige, is geen oorzakelijk bewijs dat deze ook de infectie uitgelokt heeft. De waarschijnlijkheid hiervoor is nochtans groot wanneer het micro-organisme aanwezig op de handen dezelfde kenmerken heeft als dat aanwezig bij de patiënt en wanneer deze infectieverspreiding tot een goed einde gebracht kon worden na de gepaste handontsmettingsmaatregelen.

Men komt zelfs tot nog sterkere vaststellingen: men heeft ook een vermenigvuldiging van gramnegatieve micro-organismen op de handen kunnen vaststellen. Dit bleek uit het feit dat het aantal kiemen op de handen hoger was op het einde van een werkperiode en eveneens hoger na een korte vakantieperiode dan vooraf. Een heel

Dossier: handhygiëneDe meest voorkomende overdrachtsweg van infecties zijn de handen van het verzorgend en medisch personeel. De handen komen in contact met de huid, de slijmvliezen en zelfs eventueel besmette weefsels van de patiënt. Kiemen worden op dat ogenblik opgenomen op de huid van de handen. Bij contact met een volgende patiënt of met materiaal worden diezelfde kiemen gedeeltelijk afgegeven. Afhankelijk van de soort en het aantal kiemen evenals van de algemene of lokale weerstand van de patiënt kan deze besmetting aanleiding geven tot het ontstaan van een infectie.Om deze overdrachtsweg te onderbreken kunnen een aantal maatregelen getroffen worden, namelijk het ontsmetten van de handen, het chirurgisch ontsmetten van de handen en het dragen van handschoenen. Het onderscheid in werking tussen de verschillende vormen van handhygiëne berust op het verschillend effect van deze technieken op de huidflora. Afhankelijk van de aard van het handcontact met de patiënt kan de ene of de andere handhygiënemaatregel meer geschikt zijn. ZORG Magazine besteedt in dit nummer ruim aandacht aan handhygiëne, naar aanleiding van de Internationale dag van de handhygiëne op 5 mei 2012.

Dossier handhygiëne Dossier handhygiëne

“De bezorgdheid om de kwaliteit van uitvoering geldt niet alleen voor het wassen, maar ook bij het inwrijven van de handen met handalcohol.”

aantal wetenschappers beschreven reeds infectieverspreiding via de handen.

Semmelweis leverde in 1847, zonder het zelf te weten, als eerste het bewijs dat handen een overdrachtsweg van besmetting kunnen zijn en dat hand-hygiëne dit kan voorkomen.

Hij kon het sterftecijfer van kraam-vrouwenkoorts significant laten dalen door de verloskundigen, die ook autopsieën uitvoerden, te verplichten de handen met 4% calciumchloride te ontsmetten alvorens de zwangere vrouwen te onderzoeken.

“Vele handelingen worden als ‘zuiver’

beschouwd en zullen in de praktijk geen

aanleiding geven tot handhygiëne.”

Casewell en Philips toonden aan dat reeds na een gering contact met een patiënt, gekoloniseerd met Klebsiella, de handen van de zorgverstrekkers besmet werden. Zo werden honderd tot duizend kolonies van de kiem aangetroffen op de handen van de verpleegkundige na het aanraken van de hand van de patiënt, het meten van de orale temperatuur, bloeddruk of pols, het tillen van de patiënt... Veel van deze handelingen worden als ‘zuiver’ beschouwd en zullen in de praktijk geen aanleiding geven tot handhygiëne. Bovendien overleefden deze kiemen 20 tot 150 minuten op de handen, waaruit blijkt dat overdracht in die periode mogelijk is.

Het epidemisch verloop van rotavirusdiarree in kinderkribben en pediatrische verpleegeenheden in het ziekenhuis wekte interesse voor verder onderzoek. Binnen de vier uur na opname van een kind werden culturen genomen van de handen van personen die het kind begeleidden. Bij de begeleiders van de kinderen

met rotavirusdiarree werd in 78,6% van de gevallen rotavirus aangetoond op de handen. Deze relatie was het sterkst bij de jongste kinderen, vermoedelijk omdat het contact met deze laatsten nog intenser is.

Hendley en Gwaltney bestudeerden de overdrachtswijze van rhino-virusverkoudheden. Bij vier op tien geïnfecteerde personen vonden zij het rhinovirus terug op de handen. Omgekeerd stelde men vast dat ten gevolge van het aanbrengen van een druppel rhinovirus op de handen, vier personen op elf een rhinovirusinfec-tie ontwikkelden na het aanraken van het neus- of conjunctiva-slijmvlies. Later toonden zij aan dat deze over-dracht ook kan verlopen via voor-werpen zoals koffiekoppen (5 op 10 personen) of plastieken plaatjes (9 op 16 personen) die besmet waren met het rhinovirus en vervolgens met de handen aangeraakt werden.

Op een neonatologieafdeling werd het spreidingspatroon van stafylokokken en streptokokken nagegaan. Er waren dragers bij het personeel en bij de neonati. Er was weinig overdracht van de verpleegkundigen naar kinderen die in hun nabijheid verbleven, doch niet aangeraakt werden; de overdracht van bijvoorbeeld Staphylococcus aureus via de lucht bedroeg 6 tot 10%. Daartegenover bleek 54% van de kinderen gekoloniseerd door een Staphylococcus aureus-stam van verpleegkundigen, nadat zij eenmalig verzorgd werden door verpleegkundigen die drager waren van de kiemen en de handen niet wasten. Wanneer verpleegkundigen een baby verzorgden die ‘drager’ was van de kiem en vervolgens een andere baby verzorgden zonder de handen te wassen, bedroeg de overdracht 43%. Het wassen van de handen met een ontsmettend product herleidde de overdracht tot 14%. Bij de kinderen verzorgd met gewassen handen duurde het vier maal zo lang

alvorens kolonisatie optrad.

Campagnes of toch niet?Het inventariseren van de technieken of rituelen in verband met handhygiëne, en meer bepaald van de frequentie en voorwaarden van uitvoering hiervan, vormt het onderwerp van vele onderzoeken en publicaties over handhygiëne. Enkele resultaten zijn wel significant. De infection Control Nurses Association volgde het handen wassen op bij het verpleegkundig personeel. Een eerste studie toonde aan dat 89% van de onderzoeksgroep sommige delen van de handen niet waste (voornamelijk de duimen,

de bovenzijde van de vingers, de bovenzijde van de hand, of een deel van de handpalm). De bezorgdheid om de kwaliteit van uitvoering geldt evenzeer bij het inwrijven van de handen met handalcohol. Vingertoppen, interdigitale ruimten en duim worden vaak onzorgvuldig ontsmet. Vooral de vingertoppen vormen een probleem aangezien deze tijdens de zorg zeker intensief contact gehad hebben met de patiënt en bij aseptische handelingen, zoals venapunctie, zeer kort bij de punctieplaats komen zowel in afstand als in tijd. Het correct aanleren is vanzelfsprekend een uitdaging, net zoals het onderhouden van de

Page 5: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 9ZORGMAGAZINE8 Dossier handhygiëne Dossier handhygiëne

Clean care is Safer careDe FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het Federaal Platform

voor Ziekenhuishygiëne organiseren sinds 2005 de nationale campagnes die iedereen beter

kent onder de titel: ‘U bent in goede handen’. Met deze campagnes willen zij de toepassing

van een correcte handhygiëne bevorderen in zorginstellingen. Een correcte handhygiëne staat

immers garant voor een daling van het aantal ziekenhuisinfecties en redt mensenlevens! De

deelname van de ziekenhuizen is vrijwillig. Toch kan steeds van een succes gesproken worden,

zowel in termen van deelname als resultaten. De campagnes worden bedacht en uitgewerkt

door de Werkgroep Handhygiëne, een speciale werkgroep van het Federaal Platform voor

Ziekenhuishygiëne. De boodschappen zijn in overeenstemming met de aanbevelingen van de

Wereldgezondheidsorganisatie en de Hoge Gezondheidsraad.

Figuur 1: Deelnemende landen aan de WHO campagne CleanHandsNet

technieken. Digitale toepassingen doen steeds meer hun intrede om zorgverleners te triggeren aandacht te schenken aan deze problematiek. Cleanic bijvoorbeeld lanceert de Sure-Wash (zie pagina 12), een toestel dat zowel professionele zorgverleners als studenten bewust maakt dat de handelingen die vanzelfsprekend lijken, toch niet zo vanzelfsprekend zijn.

BesluitMia Vande Putte besluit dat de redenen waarom handhygiëne al dan niet ernstig genomen wordt, veelal niet erg rationeel zijn. De kennis over de verschillende maatregelen die genomen dienen te worden,

is nochtans meestal aanwezig. Waarom bestaat er dan niet meer beroepsernst met betrekking tot dit onderwerp?

De redenen hiertoe heeft men op velerlei wijzen trachten te achterhalen. Men onderscheidt hierbij persoonlijke redenen (de

Campagne 2005

Campagne 2007

Campagne 2009

Campagne 2011

België neemt deel

Boven: Affiche van de global Hand Hygiene Day op 5 mei.

producten en het veelvuldig handen wassen beschadigen de huid en normale huidflora), patiëntgebonden redenen (ik ben niet vatbaar voor infectieoverdracht vanwege patiënten; bacteriële flora van de handen is niet schadelijk, er zijn andere, prioritaire noden,...), omstandigheden (men is te druk bezig, men meent geen contact te hebben met infectiebronnen, de materiële voorzieningen voldoen niet,...) en een aantal gewoonten en normen (de techniek behoort niet tot mijn gewoonten, patiënten zijn zich niet bewust van het belang hiervan,...).

Het meest frequent wordt huidirritatie als reden aangehaald om afspraken in verband met handhygiëne te omzeilen. Dankzij de huidige alcoholische ontsmettingsmiddelen voor hygiënische en chirurgische handontsmetting is deze reden echter achterhaald omdat de producten zeer huidvriendelijk zijn.

Dit artikel werd gebaseerd op het

boek “Hygiëne in het ziekenhuis.

Handboek infectiepreventie voor

verpleegkundigen” wordt uitgegeven

bij:

uitgeverij Acco

ISBN: 9789033470806

312 pagina’s

www.acco.be

“Het meest frequent wordt huidirritatie als

reden aangehaald om afspraken

in verband met handhygiëne te

omzeilen.”

Page 6: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 11ZORGMAGAZINE10

het ganse ziekenhuis kennistoetsen gedaan, compliancemetingen en natuurlijk volgen we het verbruik van handalcohol op. We weten dat je om je handen te ontsmetten 2 à 3 ml handalcohol nodig hebt. Ieder trimester delen we aan de verschillende afdelingen hun verbruik van handalcohol mee.

Daarnaast hebben we ook op iedere afdeling een contactpersoon voor ziekenhuishygiëne, veelal een referentieverpleegkundige, soms ook een referentie-arts. Zij voeren de compliancemetingen mee uit. We leggen ook elke keer andere accenten in de handhygiëne zoals bijvoorbeeld de handontsmetting bij aseptische technieken, het dragen van handschoenen tijdens een venapunctie, het ontsmetten van de handen na het verwijderen van de handschoenen…

Samen als team kunnen we zeker het verschil maken, voor de patiënt en het ziekenhuis. Actief participeren aan de campagne als ziekenhuis en individuele zorgverlener is zeker een must.

Compliance by profession g11

020

4060

80

Mea

n H

H C

ompl

ianc

e (%

)

Nurse Nurse's Aid Physio Medical Doctor Other

Before campaign After campaign

Compliance before vs. after campaign g2

49.6

68.6

53.2

69.5

58.0

69.1

62.3

72.9

020

4060

80

Com

plia

nce

HH

(%)

1st camp. (2005) 2nd camp. (2006) 3rd camp. (2008) 4th camp. (2010)

Before campaign After campaign

ZORG Magazine sprak met Mia Vande Putte, stafmedewerker ziekenhuishygiëne bij de UZ Leuven. Zij verzorgt opleidingen betreffende de Preventie van Ziekenhuisinfecties aan het Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen en Vroedvrouwen (NVKVV) en de K.U. Leuven. Als expert van de Hoge Gezondheidsraad van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu werkt zij mee aan het opstellen van nationale aanbevelingen met betrekking tot infectiepreventie in de gezondheidszorg.

Mia Vande Putte: “Op dit ogenblik zijn er 147 landen die nationaal campagne voeren rond handhygiëne. De wereldgezondheidsorganisatie (WGO) vraagt om het materiaal dat ontwikkeld werd per land ter beschikking te stellen aan elkaar. Het startsein om zo intensief te gaan werken rond handhygiëne is gegeven in Zwitserland door Professor Didier Pittet. Hij is ook de man die de link heeft gelegd naar de WGO. In België groeien de initiatieven sterk sinds 2006, dit via het Platform van de FOD Volksgezondheid.

ZORG Magazine: Gaat het dan

“Er wordt naast verpleegkundigen en

zorgkundigen ook aandacht geschonken aan andere groepen,

zo zit er in de campagne een

online-kennistoets voor medici.”

Figuur 2: Compliance handhygiëne voor en na de campagne. (Bron: FOD Volksgezondheid en het Federaal platform voor ziekenhuishygiëne)

Figuur 3: Compliance handhygiëne per beroepsgroep (Bron: FOD Volksgezondheid en het Federaal platform voor ziekenhuishygiëne)

om kortdurende campagnes die jaarlijks herhaald worden?

Mia Vande Putte: “Eén campagne neemt meestal een aantal maanden in beslag, omdat het over een voormeting gaat, een sensibilisatie waar campagnemiddelen voor ingezet worden en een nameting. In een ziekenhuis ben je op deze manier al snel zes maanden bezig.

Die metingen gaan heus niet alleen over kennis, het hoofdaccent ligt eigenlijk op compliancemetingen. Compliance gaat over het nakomen richtlijnen en dat is wat we natuurlijk willen weten. Als er protocollen worden uitgeschreven om de kwaliteit van zorg te optimaliseren, moeten deze immers gevolgd

worden. Dat campagnes hun effect hebben bewijzen ook de cijfers (zie figuur 2: Compliance handhygiëne voor en na de campagne). Een terugval van de compliance is er altijd na een intensieve campagne, maar we kunnen toch een stijgende tendens vaststellen. De nationale campagne heeft ook een aantal leuke kennistoetsen op de website staan, deze vormen een vast onderdeel van de jaarlijkse campagnes en trachten zoveel mogelijk zorgverleners te bereiken.”

ZORG Magazine: Hebt u zicht op hoe de nieuwe generatie zorgverleners zich houden aan de richtlijnen rond handhygiëne?

Mia Vande Putte: “Ik heb de indruk dat het onderwijs terecht erg veel aandacht besteedt aan handhygiëne. Het is natuurlijk zo dat onderwijs-activiteiten over handhygiëne zich niet enkel beperken tot een hoorcol-lege of een oefening. Nadien moet elke docent, of het nu wondzorg of urinaire katheterisatie betreft, terug-grijpen naar die handhygiëne. Daar ligt de ware opdracht van docenten, niet enkel het lesgeven over dit on-derwerp, maar het verwerken van dit gedrag in elke handeling die daarna volgt. Handhygiëne kan je immers nooit meer loslaten.”

ZORG Magazine: Ziet u soms een zekere nonchalance opduiken bij verpleegkundigen aangaande handhygiëne?

Mia Vande Putte: “In de grafieken (zie figuur 2) over compliance voor en na de campagnes wordt geen onder-scheid gemaakt tussen de verschil-lende groepen zorgverleners, maar in verschillende onderzoeken wordt steevast vastgesteld dat bijvoor-beeld verpleegkundigen aanzienlijk beter scoren dan artsen op het vlak van compliance bij handhygiëne. (zie figuur 3: Compliance handhygiëne per beroepsgroep) Terugkomend op

de vorige vraag geef ik dan ook graag mee dat het verpleegkunde onderwijs in België heel hard haar best doet, de opleidingen geneeskunde hebben op dit vlak nog een zekere weg te gaan. In de wetenschappelijke literatuur werd reeds meermaals aandacht geschonken aan dit fenomeen. Je leest dan ook vaak dat vooral artsen moeilijk kunnen geloven dat zo’n eenvoudige richtlijn als handhygiëne, een wereld van verschil kan maken, voor de patiënt, de zorgverleners en het ziekenhuis.”

ZORG Magazine: Welke zijn de grootste hindernissen inzake het optimaliseren van de compliance?

Mia Vande Putte: “In theorie zijn er enkele grote hindernissen: een eerste is een gebrek aan materiële uitrusting zoals handalcohol en handschoenen. Een tweede is een gebrek aan kennis, een derde is een gebrek aan tijd en tot slot een gebrek aan motivatie. Natuurlijk zijn tijd en overtuiging sterk verwant aan elkaar. Je maakt als zorgverlener immers tijd voor datgene wat je zelf belangrijk vindt. Ik denk, gezien de sterke vooruitgang de afgelopen vijf jaar, dat een gebrek aan kennis niet meer aan de orde is. Gebrek aan materiaal is dat ook niet meer, de echte hindernissen bevinden zich inderdaad in de buurt van overtuiging en motivatie.

Uit cijfers blijkt dat hoe kwetsbaarder

de patiënt is, hoe beter de handhygiëne nageleefd wordt. Dat heeft te maken met het aantal indicaties dat zich voordoet, maar ook met de perceptie van zorgverleners: patiënten met een extreem verminderde weerstand zoals prematuren, oncologie -of transplantatiepatiënten, dienen extra beschermd te worden tegen besmetting. Als we de frequentie van handhygiëne van bijvoorbeeld een afdeling dialyse, een raadpleging, een afdeling neonatologie en ouderenzorg vergelijken, dan merk je meteen een verschil.

ZORG Magazine: Richten jullie je als dienst ziekenhuishygiëne dan ook op diensten waar er minder indicaties zijn?

Mia Vande Putte: “Eigenlijk richten we ons tot alle eenheden, er worden over

“Tijd en overtuiging zijn sterk verwant aan elkaar. Je maakt als zorgverlener immers

tijd voor datgene wat je zelf belangrijk

vindt.”

1e camp. (2005) 2e camp. (2006) 3e camp. (2008) 4e camp. (2010)

Voor campagne Na campagne

Na campagneVoor campagne

Verpleegkundige Zorgkundige Kinesitherapeut Arts Andere

Dossier handhygiëne Dossier handhygiëne

Meer informatie via:www.handhygienedesmains.be

Page 7: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 13ZORGMAGAZINE12

om tools te ontwikkelen die gebruikt kunnen worden om de naleving van handhygiëneregels te optimaliseren.

“De technologie die gebruikt werd in games werd door ons onderzoeks-team vertaald naar het handhy-giëneprotocol van de WHO”, geeft Professor Lacey aan. “Het systeem gebruikt een videocamera die kijkt wat iemand doet met zijn handen tijdens het uitvoeren van één van de technieken in het kader van hand-hygiëne.” Wanneer een zorgverlener alle posities afwerkt conform het hygiëneprotocol van de wereldge-zondheidsorganisatie (WGO), doet het systeem metingen. De zorgverle-ner ziet zijn eigen handen verschijnen op het scherm. Een ‘scorebar’ geeft aan hoe goed de zorgverlener de techniek doet. De verschillende posities worden eveneens op het scherm weergegeven.

De psychologische stimulansen die gamedesigners in hun programma’s gebruiken, werden eveneens geïmplementeerd in Surewash. Intussen werd SureWash verder op punt gesteld en is het klaar om ingezet te worden. Zowel in de gezondheidszorg (ziekenhuizen, woonzorgcentra,..) als in onderwijsinstellingen waar zorgverleners (verpleegkundigen, artsen, ergotherapeuten,... worden opgeleid..

Wetenschappelijk bewijsIn ZORG Magazine wordt steeds gezocht naar evidence,

Gedragsverandering in handhygiëne

Een goede handhygiëne is één van de belangrijkste maatregelen in het kader van

infectiebeheersing. Ondanks grootschalige campagnes, merken we dat het wel goed zit met de

kennis van vele zorgverleners, maar dat het opvolgen van dergelijke richtlijnen, de zogenaamde

compliance nog steeds voor problemen zorgt. SureWash is een mobiele training- en audit systeem

gericht op het verbeteren van de compliance voor handhygiëne. Geen loze woorden, maar een

wetenschappelijk onderzocht instrument die de kwaliteit van zorg in elke zorgvoorziening kan

optimaliseren.

Naar aanleiding van deze problematiek stelt de firma Cleanic het SureWash handhygiëne systeem voor. Cleanic is toeleverancier gespecialiseerd in ergonomie en hygiëne. In het productgamma zitten bijvoorbeeld ook steriliseerbare klompen, mobiele isolatieschermen, Touch-free kranen, mobiele carts, etc.

Wat is SureWash?SureWash is een mobiele training- en audit systeem gericht op het

“Surewash is een interactief

en mobiel audit-training systeem. Daarom kan het ingezet worden op verschillende

afdelingen.”

SureWash eigenschappen

• Adequate individuele training en audit

• Permanente evaluatie door het aanleveren van rapporten (USB)

• Onmiddellijke feedback en interactie

• Individuele toegankelijkheid met een zekere discretie

• Motivatie van de totale bestaffing door beschikbaarheid op

dienst (geen externe verplaatsing méér)

• Inzicht geven betreffende gedragsverandering en motivatie om

patiënt en zichzelf beter te beschermen

• Meetbaarheid van de compliance inzake handhygiëne

• Kan ook dienen als efficiënte onderwijswerkvorm

is voornamelijk ontwikkeld voor zorgverleners die in contact komen met patiënten. (Met uitzondering van chirurgie) Het project startte in 2006 onder leiding van professor Gerard Lacey van het Trinity College in Dublin. De onderzoeksgroep onderzocht hoe technieken die reeds lange tijd gebruikt werden in computergames, konden ingezet worden in andere sectoren om gedrag te kunnen beïnvloeden. De SARS-epidemie die in die periode uitbrak, was de aanleiding voor de onderzoekers

verbeteren van de compliance voor handhygiëne.

Surewash handhygiëne systeem

Dossier handhygiëne Dossier handhygiëne

Foto boven & onder: Verpleegkundigen vervolledigen hun individueel en inter-actief trainingsprogramma inzake handhygiëne en krijgen meteen feedback.

Page 8: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 15ZORGMAGAZINE14

zestal handelingen in verband met: een correcte handhygiëne en het geven van feedback. De resultaten werden gebruikt om het systeem verder te optimaliseren.

Professor Lacey stelde tijdens de ontwikkeling van SureWash vast dat het aantal uitgevoerde handelingen door zorgverleners aangaande de toepassing van handhygiëne steeg op de afdelingen waar hij een testmodel van SureWash neerzette met 156%. De compliance, wat we kunnen vertalen als het begrip waarmee wordt aangeduid of een zorgverlener werkt in overeenstemming met de geldende richtlijnen, steeg zelfs met 703%. Professor Lacey was dan ook erg verbaasd dat interactieve technologie zo’n grote invloed

De ontwikkelaars van SureWash gingen niet over één nacht ijs. Het systeem werd grondig getest en herhaaldelijk aangepast op basis van de verkregen testresultaten. Een eerste reeks tests gingen door in Ierland (Letterkenny, Altnagelvin & Cork Dental Hospital).

De afgelopen jaren werden resultaten gepubliceerd over dit instrument, zowel in verschillende wetenschappelijke journals als op internationale congressen en symposia. Zo presenteerde Professor Hilary Humphreys van het Royal College of Surgeons in Ireland op het Fifth Decennial International conference on Healthcare-associated infections haar resultaten onder de titel: An Evaluation of the use of a Video System to Improve the Quality of Hand Hygiene Practice.

De doelstelling van de onderzoeker was erg duidelijk: men wenste het gebruik van video-apparatuur (Surewash, Kinometrics, US) te evalueren als opvoedkundig hulpmiddel bij het opvolgen van een

Cleanic, een Vlaams bedrijf, dat

gespecialiseerd is in ergonomie en hygiëne is de exclusieve invoerder van SureWash in België en Nederland.

Cleanic bvba

Remparden 1b 104

9700 Oudenaarde

+32 (0)55 605.544

+ 32 (0)495 513.989

[email protected] www.cleanic.be

“Op de testafdeling steeg het aantal

handelingen rond handhygiëne met

156%, de compliance met 703%.”

Foto boven: Zorgverleners zien de eigen handen verschijnen op het scherm, een ‘scorelijn’ geeft aan in welke mate technieken in het algemeen en posities van de handen in het bijzonder, nageleefd worden.

Investeer in de juiste techniek

Cleanic BVBA | Remparden 1 b 104 | 9700 Oudenaarde | BelgiëTel. +32 (0)55 605.544 | GSM. +32 (0)495 [email protected] | www.cleanic.be

Het innovatieve handhygiëneTraining- en Audit systeem

kan uitoefenen op het gedrag van zorgverleners.

Oog voor het WHO hygiëneprotocol en strategieWe kunnen besluiten dat SureWash een professionele ondersteuning kan zijn bij het implementeren van de WHO richtlijnen en protocollen inzake handhygiëne. De WHO indicaties betreffende het nastreven van een gunstige strategie staan bij SureWash steeds centraal. Het sluit dan ook naadloos aan bij bestaande campagnes en kan er voor zorgen dat de aandacht voor handhygiëne bij zorgverleners aanwezig blijft, ook buiten campagneperiodes.

Daarnaast kan het SureWash audit-training systeem bijdragen in het reduceren van kosten inzake infec-tiepreventie. Het systeem is immers mobiel, wat maakt dat alle afdelingen en bestaffing bereikt kunnen worden. Het systeem reduceert de uitgaven nodig voor permanente opvolging en opleidingen inzake handhygiëne. De SureWash was dan ook de trotse en terechte winnaar van de ICPIC Innovation Academy Award 2011.

Referenties• 1. Humpphreys et al. (2010) An

Evaluation of the use of a Video System

to Improve the Quality of Hand Hygiene.

Fifth Decennial International conference.

Dossier handhygiëne

Anders vzw brengt zorg in beeld via ZorgAndersTv

De kracht van beelden

Anders vzw gelooft heel sterk in de kracht van beelden. Dat één beeld soms meer zegt dan duizend woorden is voor ons geen cliché. Wij willen vooral zaken uit de zorgsector in beeld brengen die anders onopgemerkt voorbijgaan. Initiatieven en nieuwe werkmethodes die het verdienen om in een positief daglicht gesteld te worden. Met ZorgAndersTv hebben we de ideale tools in handen om beelden naar de mensen toe te brengen.

Communicatie en imago van de sector verbeteren

De ideale zorgorganisatie van tegenwoordig sloopt de muren rond zich en daar wil ZorgAndersTv een steentje toe bijdragen.

Participatie vanuit de zorgsector in de programmatie van ZorgAndersTV

ZorgAndersTv zorgt voor meer zichtbaarheid. Iedere zorgorganisatie kan eigen initiatieven in de kijker stellen. Manieren van werken, innovaties, zorg voor medewerkers, zorg voor vrijwilligers en mantelzorgers, feestelijkheden,…. ZorgAndersTv zorgt dat het algemeen bekend wordt. Op die manier draagt ook de zorgvoorziening een steentje bij tot positieve beeldvorming. ZorgAndersTv maakt zelf reportages maar kan ook aangeleverd beeldmateriaal uitzenden op vraag van organisaties.

Op de website kunnen activiteiten opgenomen worden in onze zorgagenda en ons zorgnieuws. Zorgorganisaties kunnen via ons ook vacatures bekend maken. De vacatures zijn zowel zichtbaar via de website als via televisie op de digitext pagina’s. U kan bij ons ook terecht voor een jobreportage. Zo krijgt de organisatie de kans om op een andere manier in beeld te komen Hierdoor wordt het verhaal, de sfeer en de zorgzaamheid nog meer in de verf gezet bij geïnteresseerde kandidaten.

Een greep uit het aanbod

Vroegtijdige zorgplanning in AZ Maria Middelares, Jobspot in wzc Brembloem te Evergem, Hoe word ik zorgkundige, Mantelluisteren, we volgen studenten, reportage in wzc Hortensia in Menen, Mobiele tandartsenpraktijk, Geriatrisch dagziekenhuis, Werkgelegenheid in de zorgsector, een interview met Minister Jo Vandeurzen, Dag van de Verpleegkunde,…

Page 9: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 17ZORGMAGAZINE16

Wachtliijsten in woonzorgcentra

Onderzoeksbureau Ablecare werkte samen met de vakgroep verpleegkunde en vroedkunde van de Universiteit Antwerpen een grootschalig onderzoek uit betref-fende de hoedanigheid en het beheer van wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra. Maar liefst 243 Vlaamse woonzorgcentra werkten aan dit onderzoek mee. De resul-taten en het boek over dit onderzoek worden voorgesteld op een studiedag op 29 juni in het Belfius Auditorium te Antwerpen. Naast het onderzoek, wordt er tijdens deze studiedag ook stilgestaan bij mogelijkheden om het wachtlijstbeheer te optima-liseren. Hilde Taillieu zal op deze studiedag een korte reportage van ZorgAndersTV inleiden. ZorgAndersTv draaide immers speciaal voor deze studiedag een reportage waarin een aantal woonzorgcentra tonen hoe zij op een andere, ietwat originelere manier met hun wachtlijsten omgaan, dit zowel naar opvang, begeleiding en beheer van de wachtlijst. Meer informatie op pagina 24 & 25.

ZorgAndersTv on tour

Wenst u meer informatie over één van de events in deze agenda? surf dan naar www.zorganderstv.be.

10-11 mei Beurs: Hoe later wonen 2012

23 mei Proefsessie Adviescirkel voor woonzorgcentra te Houthalen-Helchteren (SD Worx)

30 mei Symposium Communicatie en zorg in moeilijke situaties

31 mei 3e interactief congres: Facility Management in de zorg (zie pagina 4)

31 mei Social Profit congres SD Worx

12 juni Kwaliteitskringen

29 juni Studienamiddag wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra (zie pagina 24-25)

Reportages Toekomst

Acerta Dag van de Social profit

Ruim 150 verantwoordelijken uit de social profitsector namen dinsdag 6 maart deel aan de tweede Acerta Dag van de Social Profit over een duurzaam en alert HRM-beleid in de sector.

Deze tweede dag van de social profit kreeg de titel “Naar een duurzaam en alert HRM-beleid in de social profit!” mee. Wat betekent duurzaamheid in uw organisatie? Maak eens voor u zelf de oefening hoe u met uw verschillende medewerkers omgaat…” Prof. dr. Peggy De Prins van de Antwerp Management School trok een goed gevulde namiddag op gang. Bruno Aerts, directeur van Verso was moderator van een ‘stellingendebat’ waaraan Astrid De Lathauwer, algemeen directeur Acerta Consult en An-Rose Vandewinckele, directeur van Levanto, aan deelnamen.

Na de pauze kon elke deelnemer terecht in één van de vijf workshops. Mede dankzij een

Week van de verpleegkunde en vroedkundeMeer dan 4000 zorgprofessionals verzamelden in het Casino Cursaal van Oostende voor de jaarlijkse afspraak tijdens de week van de verpleegkundigen en vroedvrouwen georganiseerd door het NVKVV. De week van de verpleegkundigen en vroedvrouwen is dan ook een begrip geworden. De verschillende werkgroepen die actief zijn bij het NVKVV, zorgden ook voor deze 38e editie voor een divers programma.

ZorgAndersTv was natuurlijk ook van de partij en bracht: sessies, sprekers, bedrijven en bezoekers in beeld. Daarbij had ZorgAndersTv specifiek aandacht voor de Dag van het bacheloronderzoek. Het NVKVV geeft met deze dag sinds vorig jaar tijdens de week ook actief invulling aan de trend tot evidence based denken en handelen in de zorg. Onderzoekers, docenten en het werkveld komen tijdens de onderzoeksdag samen om resultaten te delen. Naast voordrachten, presenteren de onderzoekers hun resultaten tijdens een begeleide posterwalk.

Met ZorgAndersTv kan je elke maand mooie prijzen winnen. Zo trakteert ZorgAndersTv je in de maand mei op een mooie Apple Ipod. Ook jij kan als trouwe lezer van ZORG Magazine en bezoeker van ZorgAndersTv deze Ipod in de wacht slepen. Het enige dat je moet doen is snel naar de website (www.zorganderstv.be) surfen en een eenvoudige vraag beantwoorden over ZORG Magazine. Ook de volgende maanden zal je nog kunnen meedoen met tal van wedstrijden.

ZorgAndersTv wedstrijd

bereidwillige praktijkgetuige kon telkens één specifieke bouwsteen van een duurzaam HRM nader toegelicht worden. Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van VDAB, sloot de boeiende namiddag af. ZorgAndersTv was natuurlijk ook van de partij en ging er op zoek naar antwoorden op heel wat vragen over een duurzaam HRM-beleid.

ZorgAndersTv agenda

De weg naar meer transparantie,

Wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra

Michael VAN BUGGENHOUTProf. Dr. Bart VAN ROMPAEY

Sofie DIERCKXSENS

De weg naar meer transparantie,

De wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra zorgen reeds decennia voor verhitte discussies. Hoe lang zijn ze, hoe worden ze beheerd en wie staat er op deze lijsten. Elke voorziening beheert de wachtlijsten op zijn eigen, vaak historisch gegroeide wijze. Over het totaal aantal ouderen in Vlaanderen die wachten op een plaats in het woonzorgcentrum naar hun keuze, kunnen we alleen maar schattingen maken. Regelmatig duiken er cijfers op in de media en tegelijkertijd start de discussie over het aantal ouderen die zich op verschillende lijsten tegelijkertijd inschrijven of er volgens anderen zelfs helemaal niet thuishoren. We kunnen de problematiek van wachtlijsten in de residentiële setting cijfermatig bekijken. Maar we kunnen dit ook bekijken vanuit het standpunt van de oudere die wachtende is op dat wat komen moet. Een oudere die definitief een groot hoofdstuk van zijn leven achter zich laat. Een oudere die voorgoed de deur sluit van het huis of liever de ‘thuis’ waar hij vaak een leven lang heeft geleefd en gewoond. Waar hij een gezin heeft gesticht en ’s avonds na het werk thuiskwam, waar hij verdriet heeft gekend alsook intens geluk.Een wetenschappelijke kijk op het ‘wachten’ dringt zich dan ook op. Dit rapport bevat de resultaten van een groot Vlaams onderzoek naar wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra. 246 woonzorgcentra die dagelijks zorg dragen voor 28497 ouderen, gaven een unieke kijk op het beheer en de inhoud van hun wachtlijsten. Dit cijfermateriaal werd aangevuld met de opinies van diverse specialisten zoals Kurt Stabel (Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg), Tarsy Windey (Zorgnet Vlaanderen), Elke Vastiau (VVSG), prof. Dr. Jan De Lepeleire,… Dit boek wenst dan ook de aanzet te geven tot een heldere kijk op het beheer van wachtlijsten. Kortom de nodige transparantie voor beleidsmakers, zorgprofessionals, de ouderen en hun omgeving.

Michael VAN BUGGENHOUT is verpleegkundige en licentiaat in de gerontologie. Hij combineert de functie van Managing partner bij ZorgAndersTv met die van zaakvoerder van Ablecare (www.ablecare.be), dat vanuit wetenschappelijke hoek diensten verschaft in de domeinen research, consultancy en scholing. Daarnaast is hij hoofdredacteur en uitgever van ZORG Magazine, een vakblad voor de zorgsector dat zich focust op evidence based beslissen en handelen.

Professor Bart VAN ROMPAEY is doctor in de medische wetenschappen, licentiaat in de biomedische wetenschappen en bachelor verpleegkundige. Hij werkt aan de Universiteit Antwerpen, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en is docent aan de Artesis Hogeschool Antwerpen. Hij stimuleert en organiseert onderzoek en onderwijs binnen verschillende aspecten van de verpleegkundige zorg.

Sofie DIERCKXSENS, studeerde verpleegkunde aan de Karel de Grote Hogeschool van Antwerpen. Aansluitend startte ze een opleiding master in de verpleegkunde en vroedkunde aan de Universiteit Antwerpen om zich verder te bekwamen in management en onderzoek in de gezondheidszorg. Ze behaalde intussen haar diploma Master of Science in de verpleeg- en vroedkunde en werkte succesvol aan een masterproef over wachtlijsten in de ouderenzorg.

Micha

el V

AN B

UGG

ENHO

UT

Profes

sor Ba

rt VA

N RO

MPA

EYSo

fie D

IERC

KXSE

NS

De

we

g n

aa

r m

ee

r t

ra

ns

pa

ra

nt

ie, W

ach

tlijsten in

Vla

am

se woon

zorgcentra

Mich

ael VAN

BUG

GEN

HO

UT

9 789081 802116

ISBN 978-90-8180-211-6

Bent u ZorgAndersTv & ZORG Magazine al eens in levende lijve tegengekomen? Misschien hebben we elkaar recent nog ontmoet op de week van de verpleegkundigen en vroedkundigen in Oostende. ZorgAndersTv is ook aanwezig op de beurs Hoe Later Wonen (op 10 & 11 mei), het Colloquium ICT en gezondheidzorg van het NVKVV in Affligem op 8 mei en het 3e interactief congres: Facility Management in de zorg te Antwerpen op 31 mei. Misschien tot dan of tot op ZorgAndersTv...

ZorgAnders-midden april 2012 definitief.indd 2-3 2/05/12 17:57

Page 10: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 19ZORGMAGAZINE18

ZorgAndersTv is een initiatief van

Bekijk ZorgAndersTv

op de website of via Telenet!

Z

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en

maak kans op een welkomstgeschenk

opsurf naar

www.zorganderstv.be

[email protected]

of kijk via telenet digitale televisie

! Druk op “extra”

! Ga naar “diensten”

! Klik op ZorgAndersTv

B

Contact ZorgAndersTvHilde Taillieu

Mail: [email protected]: 0479 625 004

ZorgAndersTv:

▪ Bouwt mee aan het positief imago van de zorgsector. ▪ Informeert iedereen over wat er leeft binnen de zorgwereld. ▪ Bewijst via getuigenissen dat er een alternatief bestaat voor gestandaardiseerde zorg; zorg op maat ▪ Laat zowel zorgprofessionals, als mantelzorgers en vrijwilligers aan het woord. ▪ sensibiliseert zowel jongeren als volwassenen om te kiezen voor de zorgsector. ▪ Functioneert als “brug” tussen enerzijds de verschillende zorginstanties onderling, maar anderzijds ook tussen onderwijs, instellingen en overheid. ▪ Kaart pijnpunten binnen de sector aan en zoekt mee naar een oplossing. ▪ zet innovatieve ideeën of activiteiten extra in de kijker. ▪ Is een aanspreekpunt voor iedereen die met “welzijn, gezondheid en zorg” te maken heeft.

Wij kunnen voor u:

▪ Uw organisatie, activiteiten, producten of diensten in de kijker zetten door middel van een reportage. ▪ Vacatures plaatsen of een jobvideo laten maken. ▪ Nieuws van uw zorgorganisatie in onze zorgagenda opnemen. ▪ Een reportage op dvd aanleveren zodat u ze kan gebruiken als didactisch materiaal. ▪ Uw team ondersteuning bieden door onze vorming en begeleiding.

Volg ZorgAndersTv ook op Twitter:

via @ZorgAndersTv

Schrijf u nu in op onze nieuwsbriefen blijf op de hoogte van de activiteiten van

ZorgAndersTv en nieuws uit de zorgsector.

Andersvzw is een vereniging zonder winstoogmerk. Wij zijn steeds op zoek naar partners om ons communicatieplatform verder uit te bouwen.

Contact: I N KO N AU TB E N E L U X

Reduceer uw incontinentieafval met 50%

Hygiënische handling, opslag en transport.

Kiem- en geurvrije isolatie van incontinentieafval.

Tot 50% kostenbesparing op afvalverwerking.

VOOR MEER INFO, DEMO OF TESTMODEL:

voor

na

De Quick reponse barcode is een tweedimensionele datamatrix, die

de “oude” streepjescode overtroeft. De QR-code linkt uw gsm of

smartphone rechtstreeks met een internetlocatie. Hiervoor heeft u uw

gsm camera en internet nodig.

Enkel op gsm’s met Apple software, Android en Windows mobile is

deze applicatie te gebruiken.

Hoe gaat u te werk? Download

eerst de gratis applicatiesoftware

(zoekterm: QR-scan), na activering

hiervan richt u uw camera op de

QR-code (rechts) en uw gsm

opent meteen de gekozen website,

namelijk de online versie van ZORG

Magazine.

Met de QR-code kan je meteen online ZORG Magazine lezen

Page 11: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 21ZORGMAGAZINE20

De strijd tegen moedersterfte is een

prioriteit bij Memisa. Het is een goede

indicator voor de kwaliteit van de

gezondheidszorg en van de werking van

het hele gezondheidssysteem. Families

en hele gemeenschappen zijn direct

bij deze problematiek betrokken en de

vermindering van de moedersterfte is de

Millenniumdoelstelling die het moeilijkst

te halen is. Concrete acties van Memisa

zijn: uitrusten van de kraamafdelingen,

leveren van medicijnen, opleiden van

vroedvrouwen, tussenkomen in de kosten

zodat medische zorgen betaalbaar zijn,..

Lieve Blancquaert, bekende fotografe

meter van de ngo Memisa, bezocht

in 2009 een Congolees ziekenhuis en

maakte de documentaire “Kraambed

Congo”.

Memisa voert strijd tegen armoede en

ongelijkheid en richt zich naar de kans-

armsten. Toegang tot basisgezondheids-

zorg is een fundamenteel mensenrecht

ook voor de mensen in het Zuiden.

Partnerschap

Elk Belgisch ziekenhuis kan het verschil

maken en het project van Memisa

versterken door in te stappen in een

transparante formule. Het Belgische

ziekenhuis engageert zich voor minstens

5 jaar. De partnerschappen zijn gebaseerd

op een open dialoog, gelijkwaardigheid

en gedeelde verantwoordelijkheid. Het

personeel van het Belgisch ziekenhuis

kan heel concreet kennismaken met de

noden van een ziekenhuis ginds, maar

ook met de mensen achter die noden.

Momenteel zijn er 15 partnerschappen

lopende, waarvan 14 in de DR Congo en

1 in Niger.

De partnerschappen met een Congolees ziekenhuis maken deel uit van Memisa’s structu-reel meerjarenprogramma. Deze projecten worden voor 80% ge-subsidieerd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. De gemiddelde steun aan een gezond-heidszone bedraagt per jaar ongeveer 75.000 euro. Hiervan is 60.000 euro gesubsidieerd. Het ziekenhuis draagt

“Om de minuut sterft ergens ter wereld een vrouw ten gevolge van

zwangerschap of bevalling.”

gedurende 5 jaar geheel of gedeelte-lijk de overige 15.000 euro bij.

UitwisselingNaast de financiële steun is ook uitwisseling een belangrijk aspect. Memisa organiseert terreinbezoeken. Alle ziekenhuizen zijn reeds één of meerdere keren op missie geweest bij hun partnerziekenhuis.

Samen met de verantwoordelijken van de Congolese ziekenhuizen en de Belgische bezoekers maakt Memisa een evaluatie van de toestand en stellen we in overleg realistische en haalbare verbeteringen voor.

Ziekenhuis voor Ziekenhuis

Het project “Ziekenhuis voor Ziekenhuis” zet partnerschappen op tussen Belgische ziekenhuizen en ziekenhuizen in het Zuiden. De ngo Memisa zorgt voor een warme en professionele omkadering zodat de aangeboden hulp efficiënt besteed wordt. De partnerschappen die Memisa aanbiedt zijn ingebed in structurele meerjarenprogramma’s. Memisa streeft daarbij naar een duurzame ontwikkeling. Het einddoel is dat ontwikkelingsprojecten zichzelf uiteindelijk opheffen.

De ngo Memisa is meer dan 20 jaar actief

in het Zuiden. De organisatie ijvert voor

kwalitatieve basisgezondheidszorg op

lange termijn. Dit gebeurt door duurzame

opbouw programma’s, kleinschalige

initiatieven en noodhulp in Afrika, Azië en

Latijns-Amerika.

Memisa streeft daarbij naar een

duurzame ontwikkeling. Het einddoel

is dat ontwikkelingsprojecten zichzelf

uiteindelijk opheffen. De geleidelijke

overdracht van verantwoordelijkheden

om de lokale autonomie te stimuleren,

staat centraal. Daarvoor werkt Memisa

samen met betrouwbare, lokale partners.

Memisa wenst haar steun aan de medische

sector in het Zuiden te versterken door

er professionele gezondheidswerkers in

België bij te betrekken. “Ziekenhuis voor

Ziekenhuis” dat in 2004 gelanceerd werd,

draagt hiertoe bij.

Toegang tot basisgezondheidszorg is een fundamenteel

mensenrecht, ook voor de mensen in het Zuiden.

Een ervaringEen dergelijk partnership is duidelijk meer is dan financiële steun, Sabine Van De Vyver, hoofdvroedvrouw Sint-Vincentiusziekenhuis Deinze, getuigt over het partnerschap van dit ziekenhuis met Kasongo Lunda (DR Congo) sinds 2004. Ze verduidelijkt wat we mogen verstaan onder steun en uitwisseling: “In 2007, 2009 en in 2011 werd door Memisa een inleefreis georganiseerd. Ik kon er zien dat het geld, dat we elk jaar met ons ziekenhuis ophalen, zinvol werd besteed. Dat verpleegkundigen en artsen er een broodnodige premie van krijgen. Broodnodig , want met

Page 12: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 23ZORGMAGAZINE22

het karige loon dat ze van de staat ontvangen, kunnen ze zelfs hun eigen gezin niet één keer per dag te eten geven. Zonder verpleegkundigen en zonder artsen, geen ziekenhuis, vandaar de noodzaak van het financieel ondersteunen van deze zorgverleners.

Doordat ik er de tweede en derde keer kwam, kreeg ook ons ziekenhuis een gezicht. Mensen in Kasongo-Lunda herkenden mij, het vertrouwen groeide. Ik zag er een ziekenhuis dat qua beddenaantal gelijkt op het onze, maar waar er geen elektriciteit noch stromend water is, waar elke dag baby’s sterven, waar moeders hun bevalling niet overleven, waar men op de ‘spoedopname’ een verscheurende keuze moet maken tussen het redden van het leven van een jong kind of dat van een zwaar zieke moeder die nog 6 kinderen thuis heeft rondlopen … Maar ik zag er ook een ziekenhuis waar verpleegkundigen werken met een hart voor hun job, die vaak met soms heel beperkte middelen de best mogelijke zorg proberen te verlenen. Ik zag er hoe toekomstige moeders geslagen werden door verpleegkundigen, hard werden toegeroepen, hoe ze

bovenop de moeder kropen om de baby eruit te duwen … Maar ik zag er ook verpleegkundigen die zingend en dansend prenatale lessen gaven, die moeders leerden hoe belangrijk gevarieerde voeding is.

Door mijn aanwezigheid leerde ik hen dat ook bij ons niet alles ‘uit de lucht komt vallen’, dat ook wij binnen het ziekenhuis hard moeten werken om het geld te verzamelen waarmee wij hen een heel klein beetje kunnen helpen. Dat solidariteit moet groeien en dat zij niet alleen van ons maar wij evengoed van hen kunnen leren. De verpleegkundigen uit het Congolese partnerziekenhuis voelen zich gesteund door verpleegkundigen en artsen uit een Belgisch ziekenhuis. De verpleegkundigen en artsen uit ons ziekenhuis worden via allerlei kanalen voortdurend op de hoogte gehouden van de toestand in het

“Solidariteit moet groeien, zij kunnen niet alleen van ons iets leren, maar wij evengoed ook van

hen.”

partnerziekenhuis.

Het is voor ons van bij het begin duidelijk geweest dat dit partnerschap niet in stand zou worden gehouden als het niet gedragen werd door alle lagen binnen het personeel. Al onze medewerkers moeten minstens weten dat er een partnerziekenhuis bestaat… Het blijft belangrijk te ‘zaaien’, soms valt het zaad in ‘vruchtbare grond’ en ontkiemt er iets moois. We lieten grote foto’s maken en hingen die gedurende de campagneweek op de verschillende diensten. Toen we ze na een maand terug wilden weghalen, hielden verpleegkundigen ons tegen. ‘Waarom mochten die foto’s niet blijven hangen?’ Ik kreeg het er helemaal warm van, een heel brede basis voelde zich duidelijk ‘geraakt’…

Natuurlijk is het niet altijd rozengeur en maneschijn . Er zal altijd kritiek zijn op de vele acties, het voortdurende appel op solidariteit, het vele werk dat er toch in zo’n partnerschap en het organiseren van ‘fondswerving’ kruipt … Maar dat je er als mens zoveel rijker van wordt, dat zorgverleners zowel in Congo als in Deinze met een onzichtbare band met elkaar worden verbonden, is hartverwarmend.”: besluit Sabine Van De Vyver,

Is uw ziekenhuis geïnteresseerd of bent u bereid mee uw schouders te zetten onder dit unieke project? Memisa kan uw steun goed gebruiken.

Voor meer informatie kan u vrijblijvend Kristel Moerman contacteren:

[email protected] of 02/454 15 55www.memisa.be

Foto boven: Sabine Van de Vyver, hoofdvroedvrouw van het Sint-Vincentiusziekenhuis te Deinze op bezoek in het partnerziekenhuis in Congo.

Recente Mesah besparingen

-26% (Verbandmateriaal)

-45% (Enveloppen)

-30% (Papier)

Ontvang offertes en laat leveranciers

hun prijszetting verbeteren tijdens een omgekeerde

veiling

Plaats uw offerte-aanvraag

Mesah is een innovatieve, beveiligde internetmarkt voor de gezondheidszorg gebaseerd op het principe van een open

omgekeerde veiling.

Bespaar!

Gemaran nv - Kortrijksesteenweg 214 b3 - 9830 Sint-Martens-Latemwww.mesah.com - [email protected] - tel: 09 210 78 90

-35% (Toners-Cartridges)

20120210_Ablecare_297x210.indd 1 14/02/12 08:24

Page 13: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 25ZORGMAGAZINE24

Wachtlijsten in Vlaamse Woonzorgcentra

Studienamiddag naar aanleiding van de publicatie van een grootschalig onderzoek naar de organisatie van wachtlijsten in de ouderenzorg.

In samenwerking met

Inhoud: Onderzoeksbureau Ablecare werkte samen met de vakgroep verpleegkunde en vroedkunde van de Universiteit Antwerpen een grootschalig onderzoek uit betreffende de hoedanigheid en het beheer van wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra. Tijdens deze studiedag wordt een rapport/boek voorgesteld omtrent deze studie. Naast het onderzoek, wordt er ook stilgestaan bij mogelijkheden om het wachtlijstbeheer te optimaliseren.

Doelgroep: Medewerkers sociale dienst / dienst opname van woonzorgcentra en ziekenhuizen, directeurs en stafme-dewerkers van woonzorgcentra, hoofdverpleegkundigen, zorgprofessionals uit de thuiszorg, beleidsmakers, docenten hoger onderwijs,...

Programma:

De presentatie is in handen van Ann De Bie (VRT journaliste)

12.30-13u: Ontvangst met koffie

13u-13.10u: Welkomstwoord door de verantwoordelijke social profit van de Belfius Bank

13.10u-13.25u: Voorstelling boek, studie-opzet & achtergrond door Michael Van Buggenhout (onderzoeker, Ablecare / ZORG Magazine)

13.25u-14.00u: Het gerontologisch perspectief: wachten op een plaats vanuit het standpunt van een zorgvrager en zijn omgeving door Michael Van Buggenhout (onderzoeker, Ablecare / ZORG Magazine)

14.00u-14.30u: Voorstelling van de onderzoeksresultaten door Prof. Dr. Bart Van Rompaey (Universiteit Antwerpen, Vakgroep verpleegkunde en vroedkunde)

14.30u-15u: Pauze met koffie

15u-15.15u: Wachtlijstbeheer in beeld door Hilde Taillieu. Hilde Taillieu leidt een korte reportage van ZorgAndersTV in. ZorgAndersTv draaide speciaal voor deze studiedag een reportage waarin een aantal woonzorgcentra tonen hoe zij op een andere manier met hun wachtlijsten omgaan, dit zowel naar opvang, begeleiding en beheer van de wachtlijst.

15.15u-15.30u: Online wachtlijstbeheer als potentiële oplossing door Louis Schilders (Attentum)

15.30-16.15u: Panelgesprek onder leiding van moderator Ann De Bie met afgevaardigden van de verschillende koepels (Zorgnet Vlaanderen, Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg, VVSG,…)

16.15-16.30u: Slotwoord door Michael Van Buggenhout

16.30u-…: Receptie & netwerkdrink

Inschrijven en meer informatie via www.zorganderstv.be

Wanneer: vrijdag 29 juni 2012 van 12.30 tot 17u

Waar: Belfius auditorium, Grote Steenweg 454 te 2600 Berchem, Antwerpen

Inschrijven: neem deel aan de studiedag en schrijf in via www.zorganderstv.be en ontvang gratis het boek rond wachtlijsten in de ouderenzorg van Michael Van Buggenhout, prof.dr. Bart Van Rompaey & Sofie Dierckxsens (twv. 25 euro).

Prijs: 69€ (incl. boek)

bij inschrijving tot en met 12 mei 2012

79€ (incl. boek) bij inschrijving na 12 mei

De weg naar meer transparantie,

Wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra

Michael VAN BUGGENHOUTProf. Dr. Bart VAN ROMPAEY

Sofie DIERCKXSENS

De weg naar meer transparantie,

De wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra zorgen reeds decennia voor verhitte discussies. Hoe lang zijn ze, hoe worden ze beheerd en wie staat er op deze lijsten. Elke voorziening beheert de wachtlijsten op zijn eigen, vaak historisch gegroeide wijze. Over het totaal aantal ouderen in Vlaanderen die wachten op een plaats in het woonzorgcentrum naar hun keuze, kunnen we alleen maar schattingen maken. Regelmatig duiken er cijfers op in de media en tegelijkertijd start de discussie over het aantal ouderen die zich op verschillende lijsten tegelijkertijd inschrijven of er volgens anderen zelfs helemaal niet thuishoren. We kunnen de problematiek van wachtlijsten in de residentiële setting cijfermatig bekijken. Maar we kunnen dit ook bekijken vanuit het standpunt van de oudere die wachtende is op dat wat komen moet. Een oudere die definitief een groot hoofdstuk van zijn leven achter zich laat. Een oudere die voorgoed de deur sluit van het huis of liever de ‘thuis’ waar hij vaak een leven lang heeft geleefd en gewoond. Waar hij een gezin heeft gesticht en ’s avonds na het werk thuiskwam, waar hij verdriet heeft gekend alsook intens geluk.Een wetenschappelijke kijk op het ‘wachten’ dringt zich dan ook op. Dit rapport bevat de resultaten van een groot Vlaams onderzoek naar wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra. 246 woonzorgcentra die dagelijks zorg dragen voor 28497 ouderen, gaven een unieke kijk op het beheer en de inhoud van hun wachtlijsten. Dit cijfermateriaal werd aangevuld met de opinies van diverse specialisten zoals Kurt Stabel (Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg), Tarsy Windey (Zorgnet Vlaanderen), Elke Vastiau (VVSG), prof. Dr. Jan De Lepeleire,… Dit boek wenst dan ook de aanzet te geven tot een heldere kijk op het beheer van wachtlijsten. Kortom de nodige transparantie voor beleidsmakers, zorgprofessionals, de ouderen en hun omgeving.

Michael VAN BUGGENHOUT is verpleegkundige en licentiaat in de gerontologie. Hij combineert de functie van Managing partner bij ZorgAndersTv met die van zaakvoerder van Ablecare (www.ablecare.be), dat vanuit wetenschappelijke hoek diensten verschaft in de domeinen research, consultancy en scholing. Daarnaast is hij hoofdredacteur en uitgever van ZORG Magazine, een vakblad voor de zorgsector dat zich focust op evidence based beslissen en handelen.

Professor Bart VAN ROMPAEY is doctor in de medische wetenschappen, licentiaat in de biomedische wetenschappen en bachelor verpleegkundige. Hij werkt aan de Universiteit Antwerpen, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en is docent aan de Artesis Hogeschool Antwerpen. Hij stimuleert en organiseert onderzoek en onderwijs binnen verschillende aspecten van de verpleegkundige zorg.

Sofie DIERCKXSENS, studeerde verpleegkunde aan de Karel de Grote Hogeschool van Antwerpen. Aansluitend startte ze een opleiding master in de verpleegkunde en vroedkunde aan de Universiteit Antwerpen om zich verder te bekwamen in management en onderzoek in de gezondheidszorg. Ze behaalde intussen haar diploma Master of Science in de verpleeg- en vroedkunde en werkte succesvol aan een masterproef over wachtlijsten in de ouderenzorg.

Micha

el V

AN B

UGG

ENHO

UT

Profes

sor Ba

rt VA

N RO

MPA

EYSo

fie D

IERC

KXSE

NS

De

we

g n

aa

r m

ee

r t

ra

ns

pa

ra

nt

ie, W

ach

tlijsten in

Vla

am

se woon

zorgcentra

Mich

ael VAN

BUG

GEN

HO

UT

9 789081 802116

ISBN 978-90-8180-211-6

Page 14: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 27ZORGMAGAZINE26

zorgorganisaties is het creëren van

een serviceconcept, dat door alle

belanghebbenden op dezelfde wijze

wordt gepercipieerd, geen gemakkelijke

opdracht. Heel wat medewerkers in de

organisatie hebben immers allemaal

hun eigen interpretatie van wat ‘service’

precies betekent. Glouberman en

Mintzberg (2001) onderscheiden

bijvoorbeeld vier werelden binnen een

ziekenhuis, die vrij ver uit elkaar liggen. Ten

eerste is er de wereld van de behandeling

(‘cure’), die bestaat uit artsen. Ten tweede

is er de wereld van de verzorging (‘care’),

die bestaat uit verpleegkundigen en

andere paramedisch personeel. Ten

derde is er de wereld van management

en administratie.

En een vierde wereld, is die van

de gemeenschap met onder meer

vertegenwoordigers die zetelen

in de raad van bestuur. Het is dan

ook erg onwaarschijnlijk dat de

vertegenwoordigers van deze uit elkaar

liggende werelden eenzelfde beeld

hebben over het serviceconcept van hun

organisatie. Naast een duidelijk concept,

is het ook belangrijk dat de klant het

serviceconcept deelt. Meer nog, service

start bij de klanten en het begrijpen van

de wensen, behoeften en verwachtingen

van deze klanten. Onze patiënten en

bewoners moeten aan de basis liggen van

het serviceconcept. De auteurs geven in

het boek een duidelijk beeld naar hoe je

een serviceconcept kan ontwikkelen.

Link tussen de academische wereld en

de praktijk

Naast het ontwikkelen van

een serviceconcept, staan de

auteurs ook stil bij: processen in

zorgorganisaties, de optimalisatie van

de performantie van medewerkers,

rolstress bij frontlijnmedewerkers,

de serviceomgeving, innovatie….

Uiteindelijk wordt er afgesloten met

zorgorganisaties van de toekomst.

Hierbij leggen de auteurs een duidelijke

link naar bijvoorbeeld de alom gekende

Mayo Clinic, één van de grootste spelers

op het vlak van gezondheidszorg in de

Verenigde Staten.

De Mayo Clinic wordt dan ook beschouwd

als een excellent voorbeeld van een

servicebedrijf. Zoals reeds gesteld staat

positionering of het zich aanmeten van

een duidelijk serviceconcept centraal in

het 5 P & I model.

De Mayo Clinic positioneert zich sinds 100

jaar als een organisatie waar de noden

van de patiënten centraal staan. En dit

zijn zeker geen holle woorden, niet enkel

de frontlijnmedewerkers, maar iedereen

binnen de organisatie dient deze waarden

in zich te dragen. Het vooropstellen van

de patiënt is de fundamentele reden van

bestaan van de organisatie, hoewel de

invulling ervan geëvolueerd is doorheen

de jaren. In de beginfase kwamen vooral

de klinische noden aan bod, maar

vandaag speelt de Mayo Clinic ook in op

noden omtrent wachttijden bij afspraken,

duidelijke bewegwijzering en dergelijke

meer (Berry & Seltman, 2008).

Kortom, het 5 P & I-model biedt

een leidraad voor zorgorganisaties

die willen groeien naar excellente

serviceorganisaties. Natuurlijk staan

zorgorganisaties voor een aantal

uitdagingen, de auteurs van dit boek

bieden pasklare oplossingen en tools aan

om voor elke zorgorganisatie de juiste

richting aan te geven.

Servicemanagement voor zorgorganisaties

Service management is een groeiend onderzoeks- en studiedomein. Het aantal boeken, artikels en research papers over dit onderwerp neemt exponentieel toe. Prof dr. Paul Gemmel en Lic. Katrien Verleye brachten hun inzichten samen in een boek ‘service management voor zorgorganisaties’. U mag het boek beschouwen als een handboek of een handleiding die zorgorganisaties moet helpen om een (nog) betere service te verlenen. Met dit boek wordt een brug gelegd tussen de meer academische kennis en de uitdagingen van de dagdagelijkse praktijk. ZORG Magazine las dit boek reeds voor u.

Zorgorganisaties zijn net zoals

luchtvaartmaatschappijen, service-

bedrijven. Dit betekent dat ze diensten

verlenen aan patiënten en bewoners.

Deze dienstverlening wordt echter nog

te vaak eng omschreven in termen van

medische behandeling of zorgverlening.

Dit staat echter in schril contrast met

het feit dat patiënten vaak klagen met

aspecten die helemaal niets te maken

hebben met de zorg of de behandeling.

Het gaat bijvoorbeeld over de wijze

waarop de arts met hen communiceert

of het feit dat ze lang hebben moeten

wachten. De patiënt of de bewoner wil

in toenemende mate gezien worden

als een ‘klant’ en wil een kwaliteitsvolle

dienstverlening in de ruime zin van het

woord. Dit betekent dat zorgorganisaties

principes van service management

moeten toepassen in het dagelijkse

functioneren.

Over diensten en service

Het begrip ‘dienstverlening’ wordt in het

Van Dale-woordenboek omschreven als

‘het al dan niet tegen betaling verlenen

van diensten’, waarbij diensten worden

gedefinieerd als ‘een handeling waarmee

men iemand van nut is’.

De Engelse vertaling van het woord

‘dienst’ is ‘service’, een term die sterk

ingeburgerd is in vele bedrijven en

Het 5 P & I-model als leidraad voor zorgorganisaties die willen groeien naar excellente serviceorganisaties.”

organisaties. Service heeft lange tijd een

eerder negatieve weerklank gehad in de

bedrijfswereld. Service was bijvoorbeeld

een noodzakelijk kwaad wanneer een

product defect ging na de verkoop,

de zogenaamde ‘after-sales services’.

Ondertussen weten productiebedrijven

wel beter. Voor vele onder hen dragen

after-sales services in belangrijke mate bij

tot de winstmarge. Service staat dus meer

dan ooit centraal, in dit boek worden de

verschillende thema’s opgehangen aan

een gestructureerd kader van het ’5 P & I

model’: waarbij Positionering, Processen,

Plaats, Personeel en Performatie staan

voor de 5 P’s en Innovatie voor de I.

Een duidelijk serviceconcept als

noodzaak

Prof. Dr. Gemmel geeft in het

boek het belang weer van een

duidelijk serviceconcept. Voor vele

“Het vooropstellen

van de patiënt is de

fundamentele reden

van het bestaan van

de organisatie.”

Win 1 van de vijf gratis

exemplaren van dit boek!

Mail ‘servicemanagement’

met uw contactgegevens

naar [email protected].

Over het boek:

Het boek Service Management voor

zorgorganisaties van Paul Gemmel

en Katrien Verleye werd uitgegeven bij:

Uitgeverij die Keure

ISBN: 978 90 4860 760 0

108 pagina’s

www.business-economics.be

“De dienstverlening wordt echter

nog te vaak eng omschreven in

termen van medische behandeling of zorgverlening.”

Page 15: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 29ZORGMAGAZINE28

om variabiliteit vanuit de eigen

organisatorische werking te bekijken.

Heel wat variabiliteit wordt immers

ook door de wensen en het gedrag

van de klant of patiënt in het systeem

geïntroduceerd (Frei, 2006). Daarom is

het essentieel om processen ook vanuit

het standpunt van de patiënten in kaart

te brengen. Daarnaast moeten we ons

realiseren dat interne efficiëntie niet altijd

onze patiënt ten goede komt. Denk hierbij

aan de overvolle wachtzaal die volgt uit

een planning die de hoge bezetting van

de consulterende arts nastreeft.

Service Blueprinting kan hierbij als

techniek meerwaarde brengen aangezien

het proces dat de klant doorloopt wordt

gekoppeld aan het proces dat de

dienstverlener uittekent. Hierbij wordt

er gepoogd om tijdsverlies (waste) voor

de klant te minimaliseren. Essentiële

bouwstenen hierbij zijn de customer

activity chain waarbij alle stappen of

acties van het klantenproces worden

gevisualiseerd en gekoppeld aan de

processen in de front- en backoffice van

de dienstverlener (Bitner et al., 2008).

Womack, één van de eerste auteurs

over lean management, wijst zelf op

het belang van het includeren van het

proces van de klant. Hij noemt het lean

consumption (Womack et al., 2005).

Belang van data

Zowel voor Lean als Six Sigma is een

data-gerelateerde onderbouw vaak

essentieel. Dit kan vrij eenvoudig starten

van een visualisatie van belangrijke

Tabel 1: Lean Healthcare Toolbox Design: Illustratie van enkele Lean technieken en hun mogelijke toepassingsvelden voor ziekenhuizen, gebaseerd op Landry (2012).

Probleemomschrijving Tool & Technique

Afstemming en koppelen van processen, tijdsverlies, communicatiefouten, etc.

Process mapping

Tijdsbesteding voor het zoeken naar materiaal, problemen inzake hygiëne, frequente arbeidsongevallen, onduidelijke processen, etc.

5S / Visual management

Administratieve overload, overvolle wachtzalen, bereidingen en afleveren op voorschrift, batching van testen in laboratorium, etc.

U-shaped cell

Unit flow

Te hoge voorraden, out-of-stock, vervallen geneesmiddelen, onnodige verplaatsing personeel, etc.

Kanban / Two bin

Fouten die systematisch terugkomen (verkeerde medicatie, ontbrekende materialen en instrumenten, verkeerde dossiers), ontbreken van communicatie, etc.

Poka-Yoke

Jidoka

Te hoge wisseltijden in het operatiekwartier, te hoge tijd tussen scans, etc.

SMED

Frequente onderbreking van activiteiten, wachten door ontbrekende materialen, etc.

Pre-trip inspection (PTI), checklists

Procesoptimalisatie en efficiëntie zijn begrippen die meer en meer ingang vinden in de zorgsector. Maar hoe kan efficiëntie rijmen met een kwalitatieve service aan de patiënt of zorgbehoevende? En hoe kunnen de ideeën uit Lean en Six Sigma hiertoe bijdragen en ook in een dienstencontext meerwaarde bieden?

AUTEURSProf. Dr. Brecht Cardoen 1,2, Prof. Dr. Paul Gemmel 1,3, Rein Robberecht 1

1 Vlerick Leuven Gent Management School, Operations & Technology

Management Center, Reep 1, B-9000 Gent [email protected],

[email protected], [email protected]

2 Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfskunde,

Naamsestraat 69, B-3000 Leuven, [email protected]

3 Universiteit Gent, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Tweekerkenstraat 2,

B-9000 Gent, [email protected]

Toegevoegde waarde

De Lean filosofie vindt haar oorsprong

in het Toyota Production System waarbij

de focus werd gelegd op flow en waste

(Ohno, 1988). Flow verwijst naar de

aaneenschakeling van activiteiten

en processen die uiteindelijk tot het

vooropgestelde product of dienst moet

leiden. Met waste wordt veeleer verwezen

naar inefficiënties die zich realiseren in de

processen en activiteiten. Wanneer we

dit vertalen naar het perspectief van de

klant, betekent dit meteen een essentiële

tweedeling tussen taken en handelingen

Lean in HealthcareBreaking the Trade-off between Service and Efficiency

Figuur 1: Lean management richt zich hoofdzakelijk op reductie van non-value-added activiteiten en resulteert hierdoor vaak in doorlooptijdreductie (a), terwijl Six Sigma hoofdzakelijk een variabiliteitsreductie nastreeft (b). Beide filosofieën vinden hun synergie in Lean Six Sigma.

die volgens die klant waarde toevoegen

(value-added) en deze die geen

waarde toevoegen (non-value-added).

Activiteiten zonder toegevoegde waarde

consumeren bijgevolg enkel tijd, materiaal

of ruimte die uiteindelijk niet bijdragen tot

een beter functioneren of gebruik van het

product of dienst en kosten verhogen. Het

toepassen van Lean management laat

organisaties toe om activiteiten zonder

toegevoegde waarde te elimineren en

om ruimte voor fouten te reduceren.

Tabel 1 illustreert hoe Lean technieken

kunnen worden gekoppeld aan bepaalde

probleemsituaties die herkenbaar zijn in

ziekenhuizen, zonder hierbij exhaustief

te zijn. Merk op dat Lean organisaties

veel meer zijn dan organisaties die

Lean technieken toepassen. Lean is

immers een filosofie waarbij cultuur en

management even belangrijk zijn dan

de uiteindelijke technieken (Bicheno en

Holweg, 2009).

Variabiliteit

Wie Lean denkt, denkt vaak ook aan

Six Sigma (zie Figuur 1). Six Sigma

is een filosofie die haar oorsprong

vindt bij Motorola, eveneens een

productieomgeving, en is ontstaan

als antwoord op kwaliteitsproblemen

en de hoge herstelkosten die hieruit

volgden. Centraal bij Six Sigma is een

reductie van variabiliteit in het uitvoeren

van processen en activiteiten (sigma

is het standaardsymbool voor de

standaarddeviatie, een spreidingsmaat)

door het volgen van het Define-Measure-

Analyze-Improve-Control-stappenplan

(DMAIC). Variabiliteit en onzekerheid

in processen bemoeilijkt het realiseren

van vooropgestelde doelen. Denk

hierbij aan de duurtijden van operaties:

hoe kleiner de schommelingen tussen

realisatieduurtijd en geplande duurtijd,

hoe vlotter en efficiënter de operatiedag

zal verlopen. Het is echter niet voldoende

Page 16: ZORG Magazine editie mei 2012

ZORGMAGAZINE 31ZORGMAGAZINE30

Referenties• 1. T. Ohno (1988) Toyota Production

System: Beyond Large-Scale Production,

Productivity Press, New York, pp 143.

• 2. S. Landry (2012) Implementing Lean

in healthcare: Lessons from leading North

American hospitals and care institutions.

Presentatie voorgesteld tijdens Healthcare

Management Day 2012, Vlerick Leuven Gent

Management School, Gent.

• 3. J. Bicheno en M. Holweg (2009) The

Lean toolbox: The essential guide to Lean

transformation. PICSIE Books, Fourth edition,

pp 290.

• 4. F. X. Frei (2006) Breaking the trade-off

between efficiency and service. Harvard

Business Review, Vol 84 (11), 93-101.

• 5. M.J. Bitner, A.L. Ostrom, F.N. Morgen

(2008) Service Blueprinting: a Practical

Technique for Service Innovation, California

Management Review, vol 50(3), pp.66-93.

• 6. J.P. Womack en Daniel T. Jones (2005)

Lean Consumption. Harvard Business

Review, vol 83(3) pp.58-68, 729.

performantie-indicatoren tot complexe

statistische analyses die mogelijke

problemen kunnen aanduiden of oorzaken

identificeren. Toch merken we dat

zorgorganisaties nog veel moeilijkheden

ondervinden om data te incorporeren in

de verbeterinitiatieven. We maken hierbij

een onderscheid tussen datacollectie

enerzijds en de verwerking/interpretatie

ervan anderzijds.

Datacollectie: De kwaliteit van de

verzamelde data is doorslaggevend

voor de uiteindelijke return van vele

verbeterprojecten en moet in het

ontwerp van het project worden

opgenomen. Nochtans wordt er vaak

onvoldoende over deze stap nagedacht,

wat tot onnauwkeurige of zelfs foutieve

interpretatie van analyses kan leiden.

Vooreerst moet de data gericht verzameld

worden. Mogelijks zijn er veel gegevens

beschikbaar, maar zijn deze onvoldoende

gedetailleerd voor het betreffende

verbeterproject (too much of something,

not enough of others) en is de granulariteit

ontoereikend. Ook accuraatheid van

de data kan een probleem vormen

indien de vaak intensieve registraties

onvoldoende nauwkeurig uitgevoerd en

opgevolgd worden. Daarnaast moet ook

stilgestaan worden bij de wijze en timing

van steekproefafnames. Is het zinvol om

wisseltijden van operaties te vergelijken

indien de eerste steekproef (voorafgaand

aan een Lean verbeterproject)

gebaseerd is op wisseltijden van

gestandaardiseerde, kleine ingrepen

terwijl de tweede steekproef (na uitvoering

van het Lean verbeterproject) bestaat uit

wisseltijden van complexe, langdurige en

materiaalintensieve ingrepen?

Analyse en interpretatie: Het gemiddelde

lijkt een aangewezen en populaire

maatstaf om performantie op basis

van een kwantitatieve steekproef te

meten. Het gemiddelde kan echter een

vertekend beeld geven indien de data niet

symmetrisch is opgebouwd, bijvoorbeeld

door de aanwezigheid van uitschieters.

Daarenboven is het gemiddelde een

point estimate, het is slechts één getal

dat bovendien een benadering is omdat

het gebaseerd is op een steekproef.

Een nieuwe steekproef van eenzelfde

systeem zal ongetwijfeld leiden tot een

andere waarde voor het gemiddelde.

Daarom is het aangewezen om systemen

niet te vergelijken op basis van het

gemiddelde, maar bijvoorbeeld op basis

van een betrouwbaarheidsinterval rond

het gemiddelde, en zo te beslissen

of een verbeterproject al dan niet een

verandering heeft gerealiseerd.

Conclusie

Lean en Six Sigma zijn

managementfilosofieën met een hoge

toepasbaarheid in dienstenomgevingen

zoals de gezondheidszorg. De focus

verschuift hierbij enigszins van het

product naar de patiënt of de klant

zodat verbeterprojecten niet enkel op

de organisatie van eigen processen

en activiteiten moet gericht zijn, maar

ook het klanten-/patiëntenperspectief

moeten meenemen om zowel interne

efficiëntie te bereiken als een kwalitatieve

dienstverlening aan te bieden.

Minoz

MINOZ is een kenniscentrum binnen Vlerick Leuven Gent Management School dat zich richt op operationeel management in en voor ziekenhuizen. MINOZ biedt een unieke kans om onderzoek en opleiding te integreren en ervaringsuitwisseling te stimuleren. Centraal in het programma van MINOZ staat een jaarthema dat in drie workshops telkens verder wordt uitgediept, samen met de ledengroep en de Prime Foundation Partner. In 2011 werd de onthaalomgeving van ziekenhuizen bestu-deerd, terwijl de focus in 2012 wordt gelegd op de ziekenhuisapotheek. Dit artikel beschrijft een aantal inzichten die werden besproken op de Healthcare Management Day van Maart 2012, een eendaagse conferentie waarbij een 100-tal deelnemers, actief in het uitvoeren of faciliteren van gezondheidszorg, werden verwelkomd. Deze dag werd georganiseerd rond de keynote bijdrage van Prof. Dr. Sylvain Landry (HEC Montréal, Canada) die tijdens zijn onderzoek logistieke en Lean practices heeft bestudeerd en geobserveerd in een gediversifieerde internationale setting.

Prime Foundation Partner van MINOZ:

Leden van MINOZ:

“De kwaliteit van de

verzamelde data is

doorslaggevend voor de

uiteindelijke return van

vele verbeterprojecten.”

Samen zorgen we ervoor dat uw plannen de beste kansen krijgen.

U zet zich elke dag in voor anderen. Omdat u weet dat uw zorg het verschil kan maken. Terecht verlangt u dan ook dezelfde toewijding van uw bank-verzekeraar. Daarom engageren we ons meer dan ooit om ziekenhuizen, woon- en zorgcentra en andere verzorgingsinstellingen met alle middelen te ondersteunen. Groeit uw instelling? Dan denken wij graag met u mee. Want we beschikken over een ruim aanbod aan gespecialiseerde bank- en verzekeringsdiensten, specifiek afgestemd op wie met de zorg voor anderen begaan is. Onze relatiebeheerders social profit maken er een erezaak van om uw plannen te doen slagen, samen met de adviseur in uw KBC-bankkantoor. Kom eens praten. In uw taal.

Wij spreken uw taal.

kbc.be

ADV_zorg_2011.indd 1 3/05/11 15:56

Page 17: ZORG Magazine editie mei 2012

Investeer in de juiste techniek

Cleanic BVBA | Remparden 1 b 104 | 9700 Oudenaarde | BelgiëTel. +32 (0)55 605.544 | GSM. +32 (0)495 [email protected] | www.cleanic.be

Het innovatieve handhygiëneTraining- en Audit systeem

Investeer in de juiste techniek

Cleanic BVBA | Remparden 1 b 104 | 9700 Oudenaarde | BelgiëTel. +32 (0)55 605.544 | GSM. +32 (0)495 [email protected] | www.cleanic.be

Het innovatieve handhygiëneTraining- en Audit systeem

Investeer in de juiste techniek

Cleanic BVBA | Remparden 1 b 104 | 9700 Oudenaarde | BelgiëTel. +32 (0)55 605.544 | GSM. +32 (0)495 [email protected] | www.cleanic.be

Het innovatieve handhygiëneTraining- en Audit systeem