Zondag 6 september, 10:00

8

Click here to load reader

Transcript of Zondag 6 september, 10:00

Page 1: Zondag 6 september, 10:00

Zondag 6 september, 10:00

Tekst: Psalm 23 vers 2a

Hij doet mij nederliggen in grazige weiden.

Thema: De weide

Punten:

1) Daarin gebracht

2) Daarin rusten

Liturgie:

Psalm 122: 1, 2

Psalm 119: 1

Lezen: Ezechiël 34: 1-14 en Markus 6: 30-34

Psalm 27: 3, 4, 5

Psalm 122: 3

Psalm 95: 4

Gespreksvragen bij de preek:

1. Herhalingsvraag n.a.v. vorige preek (d.d. 30 augustus): waarom is de Heere Jezus zowel een ‘goede herder’, als een ‘grote herder’ en een ‘overste herder’? Over welke herder gaat het in Psalm 22, 23 en 24?

2. De goede herder brengt Zijn schapen in de weide. Hoe wordt de weide in het formulier voor de bevestiging van een predikant genoemd? Wat moet een ‘onderherder’ (dominee) dus doen?

3. Schapen worden in de weide ‘gebracht’ . Ze worden dus hongerig gemaakt. Hoe kun je ‘geestelijk’ honger krijgen?

4. Soms moet de herder de schapen afhouden van verkeerd voedsel. Hoe kan een mens in het geestelijk leven verkeerd voedsel tot zich nemen?

5. De herder wil dat de schapen rustig gaan liggen in de weide. Er kunnen oorzaken zijn waardoor zij niet gaan rusten. Noem er eens een paar. Welke oorzaken in het geestelijk leven kunnen er zijn waardoor Gods kinderen niet rusten?

6. Ben jij al geweest in de weide van Psalm 23? Zo ja, wanneer heb je voor het laatst mogen eten van het gras uit deze weide?

Leestip (voor thuis):

Ezechiël 34 (vanaf vers 15) en Johannes 6: 22-59.

Page 2: Zondag 6 september, 10:00

Zondag 6 september, 18:30

Thema: HC Zondag 47. De bede over Gods Naam.

Punten:

1) om die te kennen

2) om die te belijden

3) om die te eren en te prijzen

Liturgie:

Psalm 135: 1, 2

Psalm 135: 3

Lezen: Exodus 3

Psalm 138: 1, 3

Psalm 71: 5, 10

Psalm 69: 14

Gespreksvragen bij de preek:

1. Zegt jouw (achter)naam iets over ‘wie je bent’? En een plaatsnaam, zoals Woerden, zegt dat iets over de plaats?

2. Zeggen Gods Namen iets over wie God is? Noem eens enkele van Zijn Namen en geef aan wat ze betekenen. Waarom staat ‘Naam’ in de HC in het enkelvoud (‘Uw Naam…’) als God meerdere Namen heeft?

3. Het woord ‘heiligen’ heeft meerdere betekenissen. Noem er drie. Welke van de drie wordt bedoeld in de eerste bede ‘Uw Naam worde geheiligd’ (HC 47)?

4. Waarom wordt/is in de kerk Exodus 3 gelezen? Wat is de relatie tussen dit hoofdstuk en HC 47? (Kijk ook eens naar de relatie met Johannes 17 en beantwoordt deze vraag nog eens).

5. Geef een concreet voorbeeld van hoe de Naam van God in ons dagelijks leven kan worden gelasterd (uit eigen ervaring….) en een voorbeeld van hoe deze Naam kan worden ‘geëerd en geprezen’ (ook uit eigen ervaring…).

6. Wordt Gods Naam in jouw leven (al) verheerlijkt?

Leestip:

Johannes 17

Page 3: Zondag 6 september, 10:00

Zondag 13 september, 10:00

Tekst: Jesaja 40: 11

Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder; Hij zal de lammekens in Zijn armen vergaderen en in

Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtkens leiden.

Bijzondere zorg van de Herder:

1) Voor de lammeren

2) Voor de zogenden

Liturgie:

Psalm 78: 1, 2

Psalm 119: 2

Lezen: Jesaja 40: 1-11

Lezen: Formulier Heilige Doop

Psalm 105: 5

Psalm 134: 3 (toezingen na doop)

Psalm 139: 1, 7, 8

Avondzang 1, 7

Gespreksvragen:

1. Naar aanleiding van de Heilige Doop: wat betekent in het formulier voor de Heilige Doop de

zinsnede “dat wij met onze kinderen in zonden en ontvangen en geboren en daarom

kinderen des toorns zijn”? Zijn de gedoopte kinderen dan geen kinderen van God (of:

lammeren van de Heere Jezus)? Wat is nodig om ‘in het Rijk Gods’ te komen?

2. De Heilige Doop wijst ons de onreinheid van onze zielen aan. Waarom en waartoe? (drie

zaken worden genoemd in de eerste paragraaf van het formulier).

3. Een aardse herder heeft bijzondere zorg voor de lammeren en de zogende schapen. Waaruit

bestaat deze zorg?

4. Wie zijn de ‘lammekens’ in Jesaja 40 vers 11? Uit welke geschiedenis blijkt dat de Heere

Jezus daarmee (ook) jonge kinderen bedoelt? Kun je ook nog een Psalm noemen die hierop

wijst?

5. Mensen die nog maar kort geleden tot bekering zijn gekomen, kunnen (ook) als ‘lammekens’

worden beschouwd. Wat kenmerkt deze mensen? Petrus schrijft: En als nieuwgeboren

kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt

opwassen (1 Petr. 2:2). Waaruit bestaat de ‘onvervalste melk’ die deze lammeren krijgen?

6. Geoefende kinderen van God worden wel vergeleken met de zogende schapen. Deze

schapen krijgen ander voedsel (vaste spijs) dan de lammeren (melk). Wat leren de lammeren

in het bijzonder en wat leren de schapen in het bijzonder op de leerschool van Christus? Zie

je het voorgaande ook terug in het leven van de discipelen tijdens de omwandeling van de

Heere Jezus op aarde?

7. Paulus schrijft: Ik heb u met melk gevoed, en niet met vaste spijze, want gij vermocht toen

nog niet; ja, gij vermoogt ook nu nog niet (1 Kor. 3:2). Wat bedoelt hij hiermee?

8. Bent u/jij een lam of een zogend schaap? Zo nee, hoe nu verder?

Voor de jongste kinderen:

1. Waarom worden er vandaag baby’s gedoopt?

2. Waarom moet een schaapherder goed zorgen voor de lammetjes van de kudde?

3. Kunnen kleine kinderen de Heere Jezus lief hebben? Wat is daarvoor nodig?

Leestip: Johannes 21

Page 4: Zondag 6 september, 10:00

13 september 2015, 18:30

Thema: HC Zondag 48. De bede om Gods Koninkrijk

Punten:

1 De aanvang van dat Koninkrijk

2 De voortgang van dat Koninkrijk

3 De volmaaktheid van dat Koninkrijk

Liturgie:

Gebed des Heeren: 1, 2

Gebed des Heeren: 3

Lezen: Mattheus 6: 19-43

Psalm 147: 1, 2, 3

Psalm 34: 9, 10

Psalm 73: 12

Gespreksvragen:

1. Wat wordt bedoeld met ‘Gods Koninkrijk’? Waarin verschilt het geestelijke Koninkrijk met een

aards koninkrijk? En waarin zijn zij wel vergelijkbaar? (Dus wat is hetzelfde?)

2. Wie zijn de onderdanen van Gods Koninkrijk? Zijn dat Gods kinderen in de hemel of op aarde of

beiden? Jezus zei tegen de Farizeeën: Het Koninkrijk Gods is binnen ulieden. Wat bedoelde Hij

daarmee? Waar begint dus het koninkrijk van God?

3. Met welke twee wapenen gaat Koning Jezus Zijn volk voor Zich inwinnen?

4. In de bijbel wordt veel gezegd over ‘het Koninkrijk van God’. Wat wordt bedoeld met de

woorden: Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u

toegeworpen worden (Mattheüs 6: 33). En wat bedoelt de Zaligmaker te zeggen met de

woorden: En indien uw oog u ergert, werp het uit; het is u beter maar één oog hebbende, in het

Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden

(Mark. 9:47).

5. Wat wordt bedoeld met ‘vermeerder Uw Kerk’? Meer ledenaantallen? Meer kerkgebouwen?

6. Op welke wijze moeten de ‘werken des duivels’ worden verstoord?

7. Wanneer komt de ‘volkomenheid’ van het Koninkrijk van God? Waarom zal de Heere Jezus dan

het Koninkrijk teruggeven aan Zijn Vader? Lees in dit verband 1 Kor. 15:24. Wat is het verband

tussen het slot van HC 48 en Daniël 2 (zie leestip)?

Voor de jongste kinderen:

1. Wie is de Koning in Gods Koninkrijk?

2. Wie is de grootste vijand van Gods Koninkrijk?

3. Wil jij ook wonen in het Koninkrijk van God?

Leestip: Daniël 2: 25-49

Page 5: Zondag 6 september, 10:00

Zondag 20 september, 10:00

Tekst: Psalm 23 vers 2b: Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren.

Thema: De wateren

Punten:

1) Daarheen geleid

2) Daarvan gedronken

Liturgie:

Psalm 63: 1, 2

Psalm 119: 3

Lezen: Johannes 4: 1-30

Psalm 32: 1, 3, 4

Psalm 63: 4, 5

Psalm 32: 5, 6

Gespreksvragen bij de preek:

1. Op welke wijze worden de schapen door een aardse herder van water voorzien? Waarom leidt deze herder de schapen ‘zachtkens’? (Lees in dit verband nog eens Jesaja 40 vers 11).

2. Hoe krijgt een zondaar op geestelijke wijze dorst naar het levende water en gaat hij zingen met de dichter van Psalm 42 vers 3 a: “Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God”? Betrek hierbij de geschiedenis van de Samaritaanse vrouw. Op welke wijze werd in haar leven de dorst naar Christus opgewekt (twee zaken noemen)?

3. Geestelijk dorst hebben betekent dat er niet meteen wordt gedronken (anders heb je geen dorst). Hoe geeft de overste Herder in het leven van Zijn kinderen te drinken? En: is één keer drinken in het leven op aarde genoeg? Mogen Gods kinderen aan het Heilig Avondmaal ook ‘drinken’?

4. Wat is het verband tussen de tekst van de preek (Psalm 23 vers 2b) en Jesaja 55? Lees ook eens Ezechiël 34: 17-20. Wat doen deze schapen met het drinkwater? Wat werd hiermee door de profeet bedoeld? (Zie voor het antwoord bijvoorbeeld de kanttekeningen.)

6. Verschillende psalmen die wij gaan zingen (of hebben gezongen) hebben betrekking op ‘dorst’. Waaruit bestond de dorst van de dichter? Zou de dichter als hij in de kerk zou zijn (geweest) hardop hebben meegezongen? En jij?

7. Om aan het Heilig Avondmaal deel te kunnen nemen is nodig dat je weet wat ‘dorst naar het levend water is’ en hoe je van het levende water hebt gedronken. Welke in het Formulier voor het houden van het Heilig Avondmaal genoemde ‘stukken’ hebben hierop betrekking?

8. Heb jij al gedronken van ‘de stille wateren’? Zo ja, hoe ben je daar gekomen? Zo nee, wat is er dan nodig om daar te komen en te drinken?

.

Voor de jongste kinderen:

1. Schapen (en mensen)hebben water nodig. Waarom?

2. Hoe drinken schapen in Israël van ‘water’? Komt dat uit de kraan?

3. Jezus zegt: ‘Ik ben het levende water’. Wat bedoelt Hij dan?

.

Leestip (voor thuis): Jesaja 55 en Openbaring 7.

Page 6: Zondag 6 september, 10:00

Zondag 20 september, 18:30 .

Thema: HC Zondag 49. De derde bede

Punten:

1 Om onderwerping

2 Om gehoorzaamheid

3 Om getrouwheid

Liturgie:

Psalm 103: 1, 3

Psalm 27 : 5

Lezen: Handelingen 21: 1-19

Psalm 131: 1 t/m 4

Psalm 119: 17, 18

Psalm 86: 6

Gespreksvragen:

1. Wat is het verschil tussen Gods geopenbaarde wil (de wil van Gods bevel) en Gods verborgen wil (de wil van Gods besluit)? Illustreer dit onderscheid eens aan de hand van de opdracht die Abraham krijgt om zijn zoon Izak te offeren (zie de leestip).

2. Kunnen de wil van Gods besluit en de wil van Gods bevel met elkaar tegenstrijdig zijn? Denk hierbij eens aan de zondeval. Heeft God dat nu gewild of niet? God kan toch nooit de zonde hebben ‘gewild’?

3. Pas de bede ‘geef dat wij en alle mensen onze eigen wil verzaken’ eens toe op het gelezen Schriftgedeelte (Handelingen 21). En doe dat ook eens met Psalm 73.

4. In de verwijsteksten komt Lukas 22 vers 42 voor. Waarom?

5. Van nature is onze wil tegengesteld aan de wil van God. Daarom de bede om gehoorzaamheid. Geef eens twee concrete voorbeelden uit je eigen leven waaruit blijkt dat deze bede zo noodzakelijk is.

6. Waarom wordt gesproken over ‘wij en alle mensen’? Het kan toch niet zo zijn dat mensen die niet naar de kerk gaan ook onderworpen zijn aan Gods wil?

7. Leg eens uit wat er bedoeld wordt met de bede om getrouwheid in ons ambt en beroep ‘als de engelen in de hemel doen’. Waarom wordt in de verwijsteksten verwezen naar Psalm 103? Moet er bij jou of u nog concreet iets veranderen?

Voor de jongste kinderen:

1. Wat wil de Heere graag in jouw leven zien gebeuren?

2. De Heere Jezus deed de wil van Zijn Vader. Wanneer en hoe?

3. Op wie moet jij lijken op school en thuis in het doen van je werkjes?

Leestip: Genesis 22

Page 7: Zondag 6 september, 10:00

Zondag 27 september 10:00, bediening Heilig Avondmaal Tekst: Psalm 23 vers 3: “Hij verkwikt mijn ziel.” Thema: Verkwikking Punten: 1) door de aardse herder 2) door de overste Herder Liturgie: Psalm 23: 1 Psalm 119: 4 Lezen: Jesaja 49: 1-13 Psalm 66: 5, 6 Psalm 139: 1, 8 t/m 11 Psalm 66: 8 Gespreksvragen bij de preek: 1. Wat is de betekenis van het woord ‘verkwikken’ in Psalm 23? Op welke wijze ‘verkwikt’

een aardse herder zijn schapen? 2. Zoek eens drie Bijbelteksten waarin ook wordt gesproken over ‘verkwikking’ (zie ook

de leestip). Wat wordt er hier bedoeld met ‘verkwikken’? Is het vergelijkbaar met Psalm 23? Lees eens Genesis 2 vers 7.En doe dat ook eens met Jesaja 40 vers 1 en 2. In welk opzicht voegen deze gedeeltes wat toe aan het ‘verkwikken’ in Psalm 23?

3. Gebruikt God ook mensen om andere mensen te ‘verkwikken’? Zo ja, geef eens een voorbeeld uit de bijbel. Bent u/ben jij al een middel in Gods hand geweest om anderen te ‘verkwikken’?

4. Leg eens uit wat met het volgende wordt bedoeld: “In Jezus, de Verkwikker der schapen, wordt God zelf verkwikt en Hij deelt Zijn vreugde mede aan de schapen”.

5. Op welke wijze mogen Gods kinderen bij de bediening van het Heilig Avondmaal worden ‘verkwikt’? Welke betekenis heeft het brood en de wijn dan voor hen (als het goed is)?

6. Bent u/ben al eens door de Heere ‘verkwikt’? Voor na de dienst: en hoe was dat vanmorgen?

Voor de jongste kinderen:

1. Wanneer wordt een schaap of lammetje ‘verkwikt’? Wat moet de herder daarvoor doen?

2. Als jij dorst heb en je drinkt water zeg je ‘heerlijk’. Eigenlijk zeg je: ‘ík ben verkwikt’? Wat voel je dan?

3. Hoe kun je als je verdrietig bent, worden ‘verkwikt’? De Heere Jezus troost ook (kleine) kinderen die verdriet hebben? Weet jij hoe Hij dat doet?

4. Bij het Heilig Avondmaal worden mensen die de Heere liefhebben getroost door het eten van het stukje brood en het drinken uit de beker met wijn. Hoe komt dat?

Leestip (voor thuis):

• Richteren 15

• Psalm 94

• 2 Timotheüs 1

Page 8: Zondag 6 september, 10:00

Zondag 27 september 18:30, Nabetrachting bediening Heilig Avondmaal Tekst: Psalm 23 vers 3b “Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil.” Thema: Geleid door de Herder Punten: 1) in Zijn spoor 2) om Zijn Naam Liturgie: Psalm 141: 1, 2, 3 Psalm 21: 13 Lezen:Johannes 17 Psalm 133: 1, 2, 3 Psalm 119: 67, 88 Psalm 150: 1 Gespreksvragen bij de preek:

1. Wat is het ‘spoor der gerechtigheid’ voor aardse schapen die hun herder volgen? Wat is voor hen het spoor van ‘ongerechtigheid’?

2. Wat betekent het om geestelijk geleid te worden ‘in het spoor der gerechtigheid’? Maak dat eens concreet met enkele voorbeelden.

3. God gebruikt bij het ‘leiden in het spoor der gerechtigheid’ middelen. Welke zijn dat? Gebruik jij deze middelen?

4. Wat is het ‘spoor van ongerechtigheid’? Waarom zingen we in dit verband uit Psalm 119?

5. Mag u/jij al wandelen ‘in het spoor der gerechtigheid’? Zo nee, waar eindigt dit spoor (voor u/jou)?

6. Geleid in het spoor der gerechtigheid “om Zijns Naams wil” . Waarom staat dat erbij “om Zijns Naams wil”? Welke Zondag van de Heidelberger Catechismus gaat hierover? Wat is het verband met Johannes 17 (Hogepriesterlijke gebed)?

7. Lees eens Jozua 7 (leestip). Jozua pleit op de Naam van God. Waarom was dat zo’n krachtige pleitgrond?

8. Waarom is de Naam Jezus (bidden in Zijn Naam, ‘om Jezus wil’) zo’n machtige pleitgrond in het gebed?

Leestip: Jozua 7, Johannes 17.