Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie....

22
Zo werkt u met het Kwaliteitskompas

Transcript of Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie....

Page 1: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas

Page 2: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

> Colofon

© 2019 Nederlands Jeugdinstituut Alle informatie uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden. Graag de bron vermelden.

Auteur M. Driedonks, N. Udo, I. Batyreva, H. Ooms.Met dank aan T. van Yperen en A. Donker.Fotografie Martine HovingVormgeving Punt Grafisch Ontwerp

Inhoud

Praktische tips voor gemeenten 3

Waarom sturen op kwaliteit? 4

Voordat u aan de slag gaat 6

Monitoring & ambities 7

Maatschappelijk resultaat 12

Activiteiten 13

Input kwaliteit 15

Outcome 17

Verbetercyclus 20

Page 3: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 3

Praktische tips voor gemeenten

6. Verbetercyclus

4. Input kwaliteit 3. Activiteiten

2. Maatschappelijk resultaat1. Monitoring & ambities

5. Outcome

Hoe gaat het met onze jeugd en wat zijn onze ambities?

Hoe zorgen voorzieningen voor kwaliteit?

Hoe maken we onze ambities meetbaar?

Welke voorzieningen, partners en burgers helpen onze

ambities waar te maken?

Hoe kunnen gemeenten en voorzieningen de outcome verbeteren?

Welke directe outcome leveren de voorzieningen?

Page 4: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 4

Waarom nu?Afgelopen jaren zijn gemeenten vooral bezig geweest met de transitie: het inregelen van de jeugdzorg. Nu is er ruimte en tijd om door te pakken met de inhoudelijke vernieuwing: de transformatie van de jeugdzorg. Kern van die transformatie is uitgaan van de eigen mogelijkheden van kind, ouder en hun netwerk, normaliseren en eerder de juiste hulp en integrale hulp bieden aan gezinnen. Het kind en de opvoeders staan centraal. Dat betekent voor u als gemeente: een omslag maken van sturen op output2 naar sturen op het beste resultaat voor kinderen en opvoeders.

KwaliteitskompasHet Kwaliteitskompas is een instrument voor gemeenten die samen met hun partners willen sturen op de resultaten voor jeugdigen. Het Kwaliteitskompas is ontwikkeld door het Nederlands Jeugdinstituut. Doel: de kwaliteitscyclus van u en uw partners op gang brengen.

Zes stappenHet instrument helpt om in zes stappen grip te krijgen op het jeugdbeleid. U begint met een analyse van hoe het gaat met de jeugd; wat gaat goed en welke problemenen spelen er? Wat vraagt aandacht? Op basis hiervan gaat u samen met partners3 ambities formuleren (stap 1), maatschappelijke resultaten benoemen (stap 2) en hierbij passende activiteiten selecteren (stap 3). Vervolgens gaat u samen in gesprek over hoe u zorgt dat er goede kwaliteit wordt geleverd (stap 4). U krijgt inzicht in de resultaten van de inspanningen (stap 5). Het kompas stimuleert zo de leercyclus van u als gemeente en van uw partners (stap 6).

Waarom sturen op kwaliteit?

> Stap voor stapU kunt het Kwaliteitskompas prima gebruiken om aan de slag te gaan met een specifiek onderdeel van het Kwaliteitskompas, bijvoorbeeld het bepalen van het maatschappelijk resultaat (stap 2). Zorg wel dat u aandacht houdt voor alle stappen van het kompas, dus voor de hele kwaliteitscyclus.

Als gemeente bent u verantwoordelijk voor de jeugdzorg1, inclusief opvoedondersteuning en preventie. Sturen op kwaliteit wil zeggen: doet u als gemeente de goede dingen en doet u de dingen goed? En: wat levert het op voor de jeugdigen en hun ouders in uw gemeente?

1 Jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering bij elkaar noemen we jeugdzorg.2 Voorbeelden van monitoring op output zijn: aantal clienten of aantal trajecten. 3 Met partners bedoelen we in dit document partners in het brede jeugdveld. Denk aan interne partners binnen

de gemeente, maatschappelijke partners zoals scholen, preventieve voorzieningen, basisvoorzieningen, eerstelijnsvoorzieningen en jeugdhulpaanbieders.

Page 5: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 5

Het kompas brengt beleid en praktijk samenWelke rol heeft de gemeente en welke rol heeft de uitvoeringspraktijk? De stappen 1, 2 en 3 gaan over het speelveld van de gemeente. Het gaat om het – in samenspraak met maatschappelijke partners - bepalen van beleidsambities, maatschappelijke resultaten en de passende beleidsaanpak. Het speelveld van de professionele organisaties (stappen 3, 4, 5 en 6) gaat over de inspanningen die zij leveren om hun outcome te verbeteren. Door beide speelvelden samen te brengen, ontstaat een leerproces om samen te sturen op kwaliteit, om ‘samen lerend te doen wat werkt’.

Met het Kwaliteitskompas heeft u in zes stappen grip op het jeugdbeleid.

Page 6: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 6

Stel uzelf deze vragenDenk aan onderstaande vijf vragen als u als gemeente aan de slag wilt met het Kwaliteitskompas:

1. Wilt u samen met uw partners een veranderproces aangaan? Bent u bereid om ook uw eigen organisatie hiervoor te veranderen?

2. Wiltueengezamenlijkleerprocesaangaan:volgenhoehetgaatenhieropreflecteren,leren en verbeteren? Bent u bereid om ruimte te geven aan partners in dit leerproces?

3. Wit u draagvlak voor de transformatiedoelen op langere termijn?4. Heeft u inzicht, begrip en waardering voor ieders rol en verantwoordelijkheid? 5. Wilt u sturen vanuit een integrale aanpak en samenhang (preventie, jeugd, werk en

inkomen, wonen, onderwijs, kinderopvang, veiligheid)? En zo ja, wilt u kritisch kijken naar wat er nodig is vanuit de gemeente?

Leiderschap gevraagdWerken met het Kwaliteitskompas vraagt om goed leiderschap. Het Kwaliteitskompas kan nog zoveel handvatten bieden: zonder goed leiderschap gaat het niet werken. Daarbij is het belangrijk om te enthousiasmeren op de inhoud en om de randvoorwaarden scherp te hebben. U moet de ruimte krijgen om samen te ontdekken en stappen te zetten. Lees meer over transformationeel leiderschap.

Tijd, ruimte en investeringenDe transformatie van de hele zorg voor jeugd vraagt tijd, ruimte en investeringen van alle partijen in het sociaal domein die een rol spelen in het leven van kinderen. Het feit dat deze verandering gepaard gaat met een bezuiniging zet gemeenten voor een moeilijke opgave. Voor alle partijen is het dan ook van belang om te bedenken dat het gaat om een proces van ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente aangaat ook nieuwe energie opleveren.

Werken met het Kwaliteitskompas betekent een gezamenlijk leerproces met de uitvoerende partners binnen het brede jeugdveld.

Voordat u aan de slag gaat

Sta stil bij uw rol als gemeente voordat u aan de slag gaat met het Kwaliteitskompas. Heeft u uw eigen ambities scherp? Is er draagvlak dit veranderproces te starten? Welke ruimte is hiervoor nodig vanuit bestuur en politiek?

Page 7: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 7

Hoe verzamelt u cijfers?Er zijn verschillende monitors en onderzoeken die u kunt gebruiken. Stel eerst de vraag waar u als gemeente cijfers over wilt hebben. Ga vervolgens op zoek naar de cijfers uit diverse bronnen.

Bronnen om cijfers uit te halen• Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): biedt verschillen platformen:

- Statline: bevat alle landelijke statistieken over bevolking, economie en samenleving.- Jeugdmonitor (jeugdstatline): bevat jeugdgerelateerde statistieken zoals

tienermoeders, jeugdcriminaliteit en zorggebruik.- Benchmark jeugdhulpgebruik: dit toont het gebruik van jeugdhulp,

jeugdbescherming en jeugdreclassering voor elke gemeente in Nederland. Het maakt vergelijkingen mogelijk met uw eigen jeugdregio en met het hele land.

• Gemeentelijke monitor sociaal domein (Waarstaatjegemeente.nl): bevat gegevens voor u alsgemeente,zoalszorggebruik,financiënenduurzaamheid.Ukuntuweigengegevenseenvoudig vergelijken met andere gemeenten en het landelijk gemiddelde.

• Open data van DUO: bevat gegevens over het onderwijs in Nederland.• Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp van het Nederlands Jeugdinstituut: bevat

statistieken over onderwijs en jeugdhulp. Data zijn geaggregeerd op het niveau van de gemeente en van het samenwerkingsverband.

• Lokale bronnen: wijkanalyses, gemeentelijke/regionale statistiekbureaus en informatie van uw GGD, over bijvoorbeeld leefstijl en middelengebruik.

Voor meer mogelijke bronnen zie Dossier Monitoring.

Zeven tips1. Maak gebruik van de cijfers die al worden verzameld. Meestal is het niet nodig om een

nieuw monitoringssysteem op te zetten.

2. Verzamel de cijfers over het brede jeugddomein. Bedenk daarbij niet alleen wát u wilt weten, maar vooral ook waarom u dat wilt weten. Denk bijvoorbeeld aan deze cijfers:

• Participatie: eenoudergezinnen, uitkeringsgezinnen, werkzoekende jeugdigen, jeugdigenmetuitkeringenjeugdigenzonderstartkwalificatie.

• Onderwijs: vroegtijdige schoolverlaters, speciaal onderwijs en schoolverzuim.• Veiligheid: Halt-afdoeningen, minderjarige verdachten, onderzoeken naar kinder-

mishandeling, hermeldingen kindermishandeling bij Veilig Thuis en huiselijk geweld/huisverboden.

• Jeugdgezondheidszorg: leefstijl en middelengebruik.• Jeugdhulp: de ‘top elf’ van vragen en problemen van jeugdigen en opvoeders, het jeugdhulp-

gebruik inclusief trends en verwijsgedrag naar gespecialiseerde hulp. Door uw top 11 te vergelijken met het landelijk gemiddelde, kunnen bijzonderheden zichtbaar worden.

Monitoring & ambities

Stap 1: Hoe gaat het met onze jeugd en wat zijn onze ambities?In stap 1 verzamelt u cijfers. Hoe gaat het met de jeugd en opvoeders in uw gemeente? Wat gaat goed en wat vraagt om aandacht? De cijfers vormen de basis om met elkaar in gesprek te gaan om vervolgens te komen tot collectieve ambities.

Page 8: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 8

3. Verzamel zowel absolute aantallen als percentages. Kijk naar trends van de afgelopen jaren.

4. Kijk indien mogelijk ook naar cijfers op wijkniveau. Mogelijk zijn er bepaalde wijken in uwgemeentemetspecifiekeproblematiekofrisico’s.

5. Verzamel cijfers die zijn uitgesplitst per groep. Cijfers over schooluitval zijn bijvoorbeeld ook te verdelen in geslacht, schoolniveau en leeftijd. Deze informatie kan helpen bij het duiden van cijfers.

6. Bepaal de benchmark. Waar vergelijkt u de verzamelde cijfers mee? Cijfers op gemeente niveau kunt u vergelijken met voorgaande jaren, met het landelijk gemiddelde en met statistieken van soortgelijke gemeenten. Hierdoor krijgt het getal meer context. Dit helpt om te bekijken in hoeverre bepaalde problematiek meer of minder voorkomt dan gemiddeld. Deze verzamelde cijfers kunt u gebruiken bij het duiden van de cijfers, in gesprek met partners. Wat vinden we van de cijfers? Vinden we dit veel of niet?

7. Koppel de cijfers aan kwalitatieve gegevens. Vraag professionals, ouders en jongeren naar hun ervaringen en inschatting van de problematiek van de jeugdigen en opvoeders in uw gemeente. Deze kwalitatieve data combineert u met de kwantitatieve cijfers. Dit is belangrijk aangezien niet alles meetbaar is. Het is goed om te kijken of er misschien merkbare veranderingen zijn. Een mix van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens voedt de verbetercyclus in de praktijk. Wat valt op aan de kwalitatieve informatie? Ga ook hierover in gesprek met uw uitvoerend partners.

VoorbeeldHet zegt nog niet zoveel als u weet dat er in uw gemeente 345 jongeren in 2015 jeugdhulp hebben gekregen. Is dit veel of weinig? Percentages zijn makkelijker te vergelijken met voorgaande jaren of het landelijk gemiddelde. Het cijfer krijgt meer betekenis als u weet dat het om 8 procent van de jongeren in uw gemeente gaat, dat het in 2013 15 procent was en in 2014 10 procent.

VoorbeeldIn een gemeente is 1,5% van de jongeren vroegtijdig schoolverlaters. Met dit cijfer is in latere stappen van het Kwaliteitskompas moeilijk te bepalen welke inzet voor welke doelgroep nodig is om het maatschappelijke resultaat te behalen. Het levert meer inzicht wanneer je weet dat het merendeel van deze jongeren op het middelbaar beroeps­onderwijs zit, man is en de meeste vroegtijdig schoolverlaters 18 jaar oud zijn.

Uit de praktijkDe gemeente Rotterdam brengt de ‘staat van de jeugd’ per wijk in kaart en bepaalt op basis daar van de benodigde aanpak: de wijkprogrammering. De gesprekken tussen de gemeente en hun partners staan in het teken van de gezamenlijke opgave: hoe kunnen gemeente en partners ervoor zorgen dat onze kinderen kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien? De cijfers over hoe het in de diverse wijken met de jeugd gaat, zijn beschikbaar in de buurtmonitor.

Page 9: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 9

Wat is het verwachte jeugdhulpgebruik in uw gemeente?Hoeveel jeugdhulpgebruik kan uw gemeente verwachten? En wat is het gerealiseerde gebruik? Het statistische schattingsmodel van het Nederlands Jeugdinstituut biedt inzicht in het verwachte jeugdhulpgebruik ten opzichte van het feitelijke gebruik in vergelijking met het landelijke gemiddelde. Ligt het feitelijke gebruik hoger of lager dan je op basis van de schatting zou verwachten?

Figuur 1: Feitelijk en verwacht jeugdhulpgebruik 2016 in gemeente X

In bovenstaande tabel kunt u zien dat het verwachte jeugdhulpgebruik hoger ligt dan het werkelijke gebruik. Ook hier is het interessant om samen met uw partners de volgende vragen te stellen: 1) Herkennen we dit beeld? 2) Hoe kunnen we het verklaren? 3) Wat vinden we van dit beeld? 4) Wat is er nodig?

Figuur 2: Hoe wijkt gemeente X af van de rest van Nederland qua problematiek?

Figuur 2 laat een schatting zien in hoeverre bepaalde problematiek van de jeugd meer of minder voorkomt in de gemeente X dan gemiddeld.• De middelste lijn (oranje) is de score van Nederland en dient als benchmark. • De lijn van de gemeente (blauw) geeft de afwijking aan ten opzichte van het landelijk

gemiddelde. Als de lijn meer naar buiten ligt, is de verwachting dat relatief meer jeugdigen in de gemeente last hebben van dit probleem. Ligt de lijn binnen de landelijke cirkel, dan is de verwachting dat jeugdigen in de gemeente hier minder last van hebben dan landelijk.

• Figuur 2 zegt niets over het daadwerkelijk voorkomen van problemen in de gemeente.

16%

14%

12%

10%

8%

6%

4%

2%

0%

feitelijk gebruik

7%

verwacht gebruik Nederland

14%

10,7%

gameverslaving

kindermishandeling

voortijdig schoolverlaten

gedragsstoornissen

ADHD

angststoornissen

depressie

pesten

middelenmisbruikobesitas

autisme

3

2

1

0

­1

­2

­3

gemeente xNederland

Page 10: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 10

Hoe duidt u de cijfers? Dit onderdeel is essentieel, want cijfers spreken niet voor zich. Cijfers zijn een platgeslagen weergave van een complexe praktijk. Ga daarom altijd in gesprek met uw partners, jeugdigen en opvoeders om de achterliggende verhalen, oorzaken en verbanden boven tafel te krijgen. Denk vooraf na over de juiste gesprekspartners (op verschillende niveaus) binnen de gemeente en uitvoeringspraktijk.

Tips voor het gesprek met inwoners en partners over cijfers1. Maak duidelijk waarom het belangrijk is om naar de cijfers te kijken. Cijfers zijn de

thermometer voor hoe het staat. Ze vormen een vertrekpunt voor een goed gesprek met partners, jeugdigen en opvoeders. Benadruk ook dat cijfers niet voor zich spreken.

2. Licht toe welke cijfers zijn gebruikt en hoe ze zijn gemeten. Vraag hiervoor eventueel een monitoringsexpert.

3. Stuur het gesprek met de vier kernvragen:• Herkennen we het beeld? Hoe verhouden de cijfers zich tot de dagelijkse praktijk? • Hoe kunnen we het verklaren? Welke verbanden worden zichtbaar? Ga samen na wat de

achterliggende oorzaken kunnen zijn. Hangen cijfers met elkaar samen? Gebruik hierbij ook de kwalitatieve gegevens zoals de ervaringskennis van ouders en jongeren en de praktijkkennis van professionals.

• Wat vinden we ervan? Wat vinden u als gemeente, partners en bewoners van deze cijfers?• Ziet u mogelijkheden tot verbetering?

Houd rekening met valkuilen bij monitoringHet interpreteren, verklaren en waarderen van cijfers kent een aantal valkuilen. Zo kan het zijn dat er een dalende trend te zien is in het voorkomen van bepaalde problemen, simpelweg omdat het aantal jonge kinderen in de gemeente is gedaald. Het kan helpen om een monitoringsexpert te betrekken. Voorkom dat het gesprek onnodig lang bij de cijfers blijft hangen ten koste van het proces van kwaliteitsverbetering.

De volgende vragen helpen om het goede gesprek te voeren: 1. Herkennen we het beeld? 2. Hoe kunnen we het verklaren? 3. Wat vinden we ervan? 4. Wat is nodig voor verbetering? Oftewel wat betekent dit in termen van te stellen doelen,

verbeteracties en te maken afspraken?

Blijf in gesprek tot u het met elkaar eens bent over het beeld dat de cijfers oproepen.Dat is de basis voor een gedragen ambitie.

Uit de praktijkHet Nederlands Jeugdinstituut heeft voor een jeugdzorgregio een analyse gemaakt van het feitelijke en het verwachte jeugdhulpgebruik. Wat blijkt? Het feitelijke zorggebruik van de meeste gemeenten ligt binnen de marge van wat je mag verwachten op basis van demografische gegevens. Eén gemeente springt er echter uit. Het zorggebruik ligt hier aanzienlijk lager dan bij de buurgemeenten en ook lager dan je op basis van de sociaal­demografische kenmerken mag verwachten. Deze uitkomst is vervolgens onderwerp van gesprek. De gemeente herkent zich in het beeld. Allerlei oorzaken passeren de revue: ligt het aan de cultuur of aan de afstand tot de voorzieningen? De gemeente besluit tot een aanvullend onderzoek om hier meer zicht op te krijgen.

Uit de praktijkUit de cijfers uit Rotterdam blijkt dat er in een bepaalde wijk 26% van de jeugdigen van 15­26 jaar meer dan 12 uur werkt. Dit is veel lager dan het gemiddelde in Rotterdam. Wanneer de gebiedsadviseurs dit cijfer apart zouden bekijken, is de kans groot dat zij concluderen dat dit zorgwekkend is en dat te weinig jeugdigen meedoen in de maatschappij. De gebiedsadviseurs combineren de cijfers echter met wat zij en partners al weten over de wijk. Dan blijkt dat het relatief goed gaat met de wijk, het merendeel van de jeugd zit op school of studeert. Dat kan de reden zijn dat er minder jeugdigen werken.

Page 11: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 11

Hoe formuleert u collectieve ambities?Bij het formuleren van ambities gaat het om de vraag waar u samen voor gaat. Welke problemen wilt u samen met partners de komende tijd aanpakken? Of welke dingen gaan juist goed en willen u en uw partners versterken? Hiervoor gebruikt u de opgehaalde inzichten uit de cijfers en de gesprekken die u hierover heeft gevoerd met inwoners, professionalsenpartners.Hetcreërenvandraagvlak,commitmenteneigenaarschapvoorde ambities kost tijd. Onderschat deze stap niet, want een gedragen ambitie is de basis voor toekomstige acties.

Formuleer ambities positief:We willen dat méér kinderen meedoen in de samenlevingWe willen dat méér kinderen succesvol school doorlopenWe willen dat méér kinderen gezond opgroeien

Gesprek over ambities: vier voorbereidingstips 1. Lees nogmaals de vragen bij ‘Voordat u aan de slag gaat’. Kunt u deze met ‘ja’

beantwoorden? 2. Wie nodigt u uit? Denk vooraf na over de juiste interne en externe gesprekpartners.

Op welk niveau binnen de gemeente (ambtenaar, manager, wethouder, gemeenteraad) en op welk niveau binnen de uitvoeringspraktijk (professional, manager, bestuurder)

is het belangrijk om personen te betrekken? Hebben de gesprekspartners het juiste mandaat om afspraken te maken en commitment aan te gaan? Bepaal ook hoe breed het draagvlak binnen het sociaal domein moet zijn.

3. Denk na over verschillende visies en belangen. Het kan helpen om een stakeholdersanalyse of krachtenveldanalyse uit te voeren. Op welke punten zult u het snel eens zijn? Welke ambitie kan verbindend werken? Waar ligt straks de focus in het gesprek?

4. Denk na over de relatie tussen u en partners en partners onderling. Is er voldoende vertrouwen tussen de gemeente en de zorgaanbieders, professionals en inwoners? Is er een actie vooraf of aan het begin van het gesprek nodig om eventuele spanning weg te nemen?

Voorbereiden gesprek met jongeren en opvoeders Betrek jongeren actief bij het beleid. Vraag niet alleen om een mening, maar laat jongeren actief meedenken, meepraten en meebeslissen.

Verder lezen?Lees hier meer over participatie van ouders en jeugdigen in beleid. Kijk voor inspirerende voorbeelden van jongerenparticipatie hier.

Uit de praktijk: Het factorenmodel van RotterdamHoe kunnen gemeenten een gerichte wijkaanpak ontwikkelen? Met wijkprogrammeringkomen gemeenten op basis van cijfers en informatie uit de praktijk tot een onderbouwde inzet in een wijk. De gemeente Rotterdam werkt voor haar wijkprogrammering met een factorenmodel. In dit model is de samenhang zichtbaar van factoren om gezond, veilig en kansrijk op te groeien. In het factorenmodel zie je welke beschermende factoren en welke risicofactoren spelen binnen de domeinen wijk, school en kind­gezin in verschillende leeftijdsfases. Zo blijkt voor een wijk dat sociaal­emotionele ontwikkeling een belangrijke beschermende factor is. Het model is een instrument voor de gemeente Rotterdam om samen met hun wijkpartners te prioriteren, concrete doelen te bepalen en te focussen op beschermende factoren. Meer lezen? Lees Beleidskader Jeugd: Rotterdam Groeit.

Page 12: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 12

Welke vormen van maatschappelijke resultaten? Er zijn drie vormen van maatschappelijke resultaten die we bij gemeenten zien: 1. (Inhoudelijke) Maatschappelijke resultaten zoals ‘x procent van de jongeren behaalt een

kwalificatievoorwerkofvervolgopleiding’.2. Procesresultaten zoals ‘betere samenwerking tussen partners in de geboortezorg’ of ‘werken

volgens ‘één gezin, één plan, één regisseur’ of het ‘familiegroepsplan’. Deze resultaten zijn doelen die niet direct betrekking hebben op de resultaten voor jeugd en opvoeders.

3. Randvoorwaardelijke doelen zoals ‘een goed functionerend facturatie- en declaratiesysteem’.

Voor u als gemeente is het belangrijk om de focus te houden op de eerste categorie, dus de maatschappelijke resultaten. De andere twee doelen zijn belangrijke randvoorwaarden om te komen tot een passend aanbod.

Maak het resultaat concreet en meetbaar Noem een percentage en jaar als u een resultaat formuleert. Bijvoorbeeld: ‘Over 4 jaar hebben we bereikt dat het aantal jeugdigen dat sport met 15% is gestegen’. Maak tussentijds de balans op. En kijk samen wat nodig is om bij te sturen.

Benoem indicatoren Hoe kunt u zien, merken of weten dat u op de goede weg bent met het realiseren van de beoogde resultaten? Hiervoor is het nodig om indicatoren te benoemen, zoals een toename vanhetaantaljongerendathetonderwijsverlaatmeteenstartkwalificatie.Doorhetbepalen van juiste indicatoren kunt u beter volgen of de inzet bijdraagt aan het behalen van het maatschappelijk resultaat.

Maatschappelijk resultaat

Stap 2: Hoe maken we onze ambities meetbaar?Stap 2 gaat over het vertalen van ambities naar concrete maatschappelijke resultaten. Zo kunt u meten of er vooruitgang wordt geboekt.

AmbitieWe willen dat meer kinderen...

Maatschappelijk resultaatOver 4 jaar willen we dat...

IndicatorenWaaraan zien we dat het goed gaat?

meedoen in de samenleving.

School succesvol doorlopen.

gezond opgroeien.

...% jongeren zijn actief betrokken bij ontwikkelingen in de gemeenten

...% jongeren behalen kwalificatie voor werk of vervolgonderwijs.

...% jongeren hebben een gezonde leefstijl.

Deelnamegraad vrijwilligerswerk voor vereningen, instellingen of maatschappelijke oganisaties.

Aantal jeugdigen dat onderwijs verlaat met startkwalificatie.

Aantal jeugdigen dat sport, niet rookt en matig alcohol gebruikt.

Page 13: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 13

Wie voeren deze activiteiten uit? Bewoners, (preventieve) voorzieningen en maatschappelijke partners bieden allemaal activiteiten die een bijdrage leveren aan het resultaat. Burgerinitiatieven, preventieve voorzieningen, basisvoorzieningen, eerstelijnsvoorzieningen en jeugdhulpvoorzieningen voor intensieve hulp, leveren samen een bijdrage aan het realiseren van de maatschappelijke resultaten. Door samen met verschillende spelers stil te staan bij hun concrete inzet en bijdrage, ontstaat er overzicht en inzicht in wat nodig is en wat er mogelijk is.

Welke activiteiten dragen bij aan het maatschappelijk resultaat? Begin met het maken van een analyse van het huidige aanbod. Gebruik de maatschappelijke resultaten als kapstok bij het maken van de inventarisatie. Dit zorgt voor een gerichte inventarisatie. In een gezamenlijke sessie van de gemeenten, professionals en inwoners worden praktijk- en ervaringskennis bij elkaar gebracht over wat werkt bij de aanpak van een maatschappelijk resultaat. Maak gebruik van concrete formuleringen zoals: • We doen….., zodat…..’ • ‘Om ……. te bereiken, is deze activiteit nodig.’

Zes vragen bij de analyse van het huidige aanbod1. Sluit het aanbod aan bij wat nodig is? Welk aanbod voor de jeugd ontbreekt er nog? Waar

zitten de dubbelingen en wat lijkt weinig bij te dragen aan het beoogde resultaat? Waar moeten we mee stoppen of welk aanbod moet worden (door)ontwikkeld?

2. Is het huidige aanbod voor de jeugd divers genoeg? Is het bijvoorbeeld gericht op verschillende leeftijdsgroepen? Is er individueel aanbod en groepsaanbod? Is er aanbod voor verschillende doelen, problematieken, risicofactoren en beschermende factoren?

3. Is het huidige aanbod samenhangend genoeg? Hoe werken de verschillende partners met elkaar samen (van preventief naar intensieve zorg)?

4. Is het aanbod preventief genoeg? Draagt het bij aan de veranderopgave van het jeugdveld om in te zetten op versterking van het ‘het voorveld’? Denk aan meer lichte hulp en ondersteuning door de lokale teams. Is een verschuiving van residentiele zorg naar ambulante trajecten mogelijk?

5. Zijn de randvoorwaarden op orde? 6. Wat draagt iedere speler bij aan de realisatie van het maatschappelijke resultaat?

Activiteiten

Stap 3: Welke inzet is nodig? Als uw maatschappelijk resultaat helder is geformuleerd, volgt stap 3. U bepaalt met elkaar welke activiteiten nodig zijn om dit resultaat te behalen.

Burgers Voorzieningen Maatschappelijke partners

Voorbeeld

Vrijwilligers die school­verlaters begeleiden. Participatieraad/jongerenraad

Wijkteams, preventieve programma’s, CJG, JGZ, specialistische jeugdhulp, ambulante jeugdhulp, pleeg­zorg, jeugdbescherming

Huisartsen, kinderopvang, onderwijs, politie, bedrijfsleven.

Rol gemeente

Als gemeente faciliteert u de keuzes van uw burgers. U creërt de randvoorwaarden om burgers te kunnen laten participeren.

U bent opdrachtgever en heeft een meer sturende rol. U maakt inkoop­en subsidieafspraken en kunt eisen stellen aan kwaliteit.

U bent geen financier. Uw rol is wisselend. Ga in gesprek met maatschappelijke partners om duidelijk te krijgen wat ieders verwachtingen en rollen zijn.

Page 14: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 14

Het belang van preventie en beschermende factorenBeschermende factoren dragen bij aan een positieve ontwikkeling van jeugdigen en bieden tegenwicht aan risico’s waaraan jeugdigen worden blootgesteld. Van belang is dat er binnen het gezin, op school en de wijk/gemeenschap aandacht is voor deze factoren. Jeugdbeleid is vaak vooral gericht op het aanpakken van risicofactoren en problemen. Hetbesefgroeitdateensterkereoriëntatieophetstimulerenvandeontwikkelingvanjeugdigen juist bijdraagt aan een positief jeugdbeleid. Lees hier meer over in Top tien beschermende factoren Voor een positieve ontwikkeling van jeugdigen.

Gebruik de Preventiematrix De Preventiematrix Jeugd4 is een handig hulpmiddel om inzicht, overzicht en samenhang te krijgen in uw preventieve aanbod. Ook kunt u hiermee analyseren of het aanbod aansluit bij de ambities die de gemeente heeft.Uit de analyse van het preventie aanbod van een gemeente werd duidelijk dat er voor MPG gezinnen vooral werd ingezet op geindiceerde preventie en nauwelijks op universele preventie. Ter plekke ontstaat discussie: Is het wenselijk om dit te veranderen en hoe kun je dit op een andere manier organiseren?

Uit de praktijk: Gesprek over welk aanbod nodig isIn de analyse van de ‘staat van de jeugd’ van een gemeente bleek dat relatief weinig jeugdigen overgewicht hebben. Dit leidde tot de discussievraag: Is het huidige preventieve aanbod hierop dan nog wel nodig? In gesprek met elkaar komen de gemeente en maatschappelijke partners tot het inzicht dat het huidige preventieve aanbod bijdraagt aan de hele transformatieopdracht, niet alleen aan het verminderen van overgewicht. Ook draagt het bij aan de ambitie om kinderen in de gemeente gezond op te laten groeien. Stoppen met dit preventieve aanbod zou kunnen betekenen dat weer meer kinderen en jongeren te maken krijgen met overgewicht.

Uit de praktijk: Wijkprogrammering in RotterdamDoor beschermende factoren in de wijk te versterken en risicofactoren te verminderen probeert de gemeente Rotterdam samen met partners zoveel mogelijk impact te hebben op de maatschappelijke resultaten. Deze factoren zijn ‘de knoppen’ waaraan uitvoerende partners in de wijk gaan draaien. Gebiedsadviseurs van de gemeente Rotterdam gaan in gesprek met partners over het aanbod in de wijk. Welk aanbod is nodig om bepaalde beschermende factoren in de wijk te versterken en risicofactoren te verminderen? En draagt het aanbod bij aan een meer preventief jeugdbeleid?

Breng eerst het huidige aanbod op één maatschappelijk resultaat in kaart. Dit zorgt voor overzicht, inzicht en samenhang.

4 De Preventiematrix Jeugd komt voort uit een samenwerking van een brede groep partijen: Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, Vilans, Movisie, Pharos, Trimbos, RIVM, Hogeschool Inholland, Hogeschool Leiden, VOBC, Kenniscentrum KPJ en een aantal gemeenten.

Page 15: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 15

Wie is verantwoordelijk?Goede kwaliteit van het aanbod draagt bij aan het behalen van het beste resultaat. De primaire verantwoordelijkheid voor goede kwaliteit ligt bij de professionele instellingen, zoals de welzijnsorganisatie of de jeugdhulpaanbieder.

Sinds de decentralisatie is de gemeente eindverantwoordelijk voor de beschikbaarheid en de kwaliteit van de jeugdhulp. Als gemeente kunt u sturen op kwaliteit in uw rol van werkgever en van opdrachtgever. Welke rol dit ook is, u doet dit in partnerschap met de verschillende voorzieningen. Het helpt als u allebei vragen stelt over de kwaliteit. Aan uzelf én aan elkaar.

De (welzijns)organisatie of jeugdhulpaanbieder is primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van het aanbod voor jeugdigen en hun opvoeders.

Gemeente als werkgever van het lokale teamAls werkgever bent u verantwoordelijk voor de toepassing van de wettelijke kwaliteitseisen voor professionals die bij uw gemeente werken. Bijvoorbeeld de professionals die werken in het wijkteam of jeugdteam. Denk aan de norm van de verantwoorde werktoedeling en de toepassing van de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. U dient de

kwaliteitseisen te kennen, toe te passen en toe te zien op de naleving ervan. Bovendien moeten de professionals toegerust zijn om hun taken goed uit te voeren. Ze moeten ruimte hebben om te leren en zich te ontwikkelen en kennis hebben van wat werkt.

Stel uzelf de volgende vragen:1. Hebben onze professionals de juiste beroepsregistratie?2. In hoeverre zijn en voelen de professionals zich vakbekwaam om hun taken uit te oefenen? 3. In hoeverre investeert onze gemeente in de vakbekwaamheid van professionals?4. Stelt onze gemeente professionals voldoende in staat om te werken volgens hun

beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen?5. Hoe zorgt u als gemeente dat professionals de ruimte krijgen om te kunnen

experimenteren,tedelen,telerenentereflecteren?6. Hebben professionals in het lokale team zicht op de meest voorkomende vragen en

problemen van jeugdigen en opvoeders? Hebben zij daarbij zicht op wat werkt en zijn ze daarvoor toegerust?

7. Wordendeeffectenvandeinzetstructureelinbeeldgebracht?Enwordendeuitkomstenvandeeffectmetingenstructureelgemonitordengebruiktomhetaanbodteverbeteren?

Gemeente als opdrachtgever In het brede jeugdveld heeft u als gemeente verschillende rollen. U bent opdrachtgever van, of heeft een subsidierelatie met, preventieve of voorliggende voorzieningen. Als opdrachtgever of inkoper van jeugdhulp bent u wettelijk verplicht om u ervan te verzekeren dat een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder aan de wettelijke eisen voldoet.

Input kwaliteit

Stap 4: Hoe zorgen we voor kwaliteit in de praktijk? Voorzieningen in het brede jeudgveld zijn primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun aanbod. Of het nu gaat om preven-tief aanbod of meer gespecialiseerde jeugdzorg. Maar als gemeente bent u ook bezig met het verbeteren van de kwaliteit. Stap 4 gaat over hoe u dit aanpakt.

Page 16: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 16

U zorgt er als facilitator voor dat preventieve voorzieningen en jeugdhulpaanbieders kunnen investeren in de kwaliteit van hun aanbod. Zo heeft u als gemeente ook een rol in de professionalisering van het jeugdveld. Samen met uw partners kunt u beschikbare kennis over wat werkt met elkaar delen.

Denk bijvoorbeeld aan de volgende vragen in het gesprek:1. Heeft de voorziening/aanbieder de beroepsregistratie van zijn professionals op orde? 2. Wat heeft de voorziening/aanbieder van de gemeente nodig om kwaliteit te waarborgen?3. Krijgt de aanbieder voldoende ruimte van u als gemeente om te professionaliseren en te

innoveren?4. In hoeverre stelt de voorziening/aanbieder professionals in staat om te werken volgens

hun beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen? Hoe zorgt de voorziening/aanbieder ervoor dat de professionals ruimte krijgen om te experimenteren, te delen, te leren en te reflecteren?

5. Kan de voorziening/aanbieder onderbouwen hoe zijn aanbod bijdraagt aan het maatschappelijk resultaat?

6. Heeft de voorziening/aanbieder zicht op wat werkt bij een aanpak? En zorgt hij ervoor datinterventieswordeningezetwaarvandeaanbiederweetdatzeeffectiefzijn?

7. Hoezorgtdevoorziening/aanbiederdathijzichtheeftopdeeffectiviteitvanzijndiensten?Wordendeuitkomstenvandeeffectmetingenstructureelgemonitord?Gebruiktde voorziening/aanbieder zijn monitoring om het aanbod continu te verbeteren?

8. Is de jeugdhulpaanbieder deelnemer aan een breder samenwerkingsverband voor kwaliteitenonderzoek?ZoalsSEJN(SamenwerkingsverbandEffectieveJeugdhulpNederland) of een Academische Werkplaats?

Ga niet op de stoel van de voorziening of jeugdhulp-aanbieder zitten als u praat over de kwaliteit van het aanbod. Uw rol als gemeente is om de voorziening of jeugdhulpaanbieder te stimuleren blijvend te werken aan verbeteren van de kwaliteit van het aanbod.

Verzamel veelvoorkomende vragen Zet eens op een rij wat de meest voorkomende vragen van opvoeders en jongeren zijn in uw gemeente. Ga met uw partners in gesprek: Zijn de professionals van het onderwijs, de lokale teams en de gespecialiseerde zorg voldoende toegerust om daar een antwoord op te geven?

Stel eisenU kunt in de contractvoorwaarden eisen opnemen over de kwaliteit. Voorkom wel dat dit leidt tot extra bureaucratie en bedenk samen met uw jeugdhulpaanbieders wat het moet opleveren.

Meer weten over kwaliteit en professionalisering? Kijk in de kennisdossiers: • Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming• Dossiereffectievejeugdhulp• Databankeffectievejeugdinterventies• Professionalisering jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering

Uit de praktijkIn de provincie Groningen is in de 23 gemeenten, samen met het Regionaal Inkooporgaan Groninger Gemeenten, in 2016 een gezamenlijk referentiekader ontwikkeld over de toegang tot jeugdzorg. Er waren zorgen over de zorgtoewijzing, de casusregie en veilig­heid. Het referentiekader geeft nu houvast aan lokale teams. Er ontstaat meer zicht op de kwaliteit van de toegang. Hierdoor kunnen de gemeenten in Groningen van en met elkaar leren.

Page 17: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 17

Vijf typen indicatoren voor monitoringEr zijn vijf typen indicatoren die gebruikt kunnen worden voor monitoren: • Input indicatoren (bereikbaarheid loketten, registratiegraad professionals)• Throughput (doorlooptijden, samenwerking)• Output(aantalcliënten,aantaltrajecten)• Maatschappelijk resultaat (minder schooluitval) • Outcome(doelrealisatie,uitvalencliënttevredenheid).

Directe impact = outcomeHoe maken preventieve voorzieningen en jeugdhulpaanbieders hun impact van hun inzet voor jeugdigen en hun opvoeders zichtbaar? De directe impact (outcome) van de geleverde dienstofhulpbiedtinzichtindeeffectenendaarmeeookindekwaliteit.

Monitoring op twee niveausIn het Kwaliteitskompas vindt de monitoring op twee niveaus plaats: op het niveau van de maatschappelijke resultaten (stap 2) en de outcome (stap 5). De reden om naast de maatschappelijkeeffectenookdedirecteoutcometemonitoren,isdaterbijhetbereikenvan het maatschappelijk resultaat veel factoren een rol spelen. Een aanbieder kan niet individueel verantwoordelijk worden gehouden voor het bereiken van een maatschappelijk resultaat.

Basisset outcome indicatoren voor jeugdhulp Als gemeente bent u verplicht om aan te geven welke outcome-indicatoren voor jeugdhulp u gebruikt. Gelukkig hoeft u het wiel niet opnieuw uit te vinden. Brancheorganisaties, de VNG en het Nederlands Jeugdinstituut hebben een geharmoniseerde basisset op gesteld. De drieoutcome-indicatorenzijn:uitval,cliënttevredenheidendoelrealisatie.

Het voordeel van deze basisset is dat prestaties van jeugdhulpaanbieders op een vergelijkbare manier kunnen worden gemeten. Hierdoor kunt u sneller het gesprek voeren over het verhaal achter de cijfers in plaats van het gesprek over de totstandkoming van de cijfers.

Drie outcome-indicatoren voor de jeugdhulp5: 1. Uitval (bereik bij preventie)

• Hoeveelcliëntenhakentijdenseentrajectaf?Watisdematevande‘no-shows’enwat is het bereik van vrij toegankelijk aanbod?

• Mate van bereik van de doelgroep (preventie)2. Cliënttevredenheid

• Hoetevredenzijncliëntenoverhetnutendeeffectenvandeondersteuning/hulp?3. Doelrealisatie van de hulp, uitgesplitst naar:

• Matewaarincliëntenzonderdienstofhulpverderkunnen• Matewaarinernabeëindiginggeennieuwestartondersteuningofhulpplaatsvindt

In geval van individuele, niet vrij toegankelijke jeugdzorg ook:• Mate waarin problemen verminderd zijn en/of zelfredzaamheid/participatie is verhoogd • Mate waarin overeengekomen doelen gerealiseerd zijn.

Outcome

Stap 5: Wat is de outcome van de geleverde inzet? Wordt er goed werk geleverd? Daarover gaat stap 5. In deze stap wordt informatie verzameld over de impact van activiteiten en inzet. Dit wordt gemeten met outcome-indicatoren. Monitoren van outcome is waardevol voor voorliggende/ preventieve voorzieningen én voor jeugdhulpaanbieders.

4 Klik hier voor meer informatie over de outcome­indicatoren.

Page 18: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 18

Outcome van vrij toegankelijke/ preventieve voorzieningenOok bij activiteiten in het voorliggend/ preventieve jeugdveld is het nuttig om de impact van de inzet in beeld te brengen. De basisset van outcome-indicatoren voor jeugdhulp zijn (deels) te gebruiken voor preventieve activiteiten. Neem samen met de uitvoerende partners (kleine) stappen in het monitoren van hun activiteiten. Houd rekening met de beginsituatie van de voorziening. Het is niet realistisch op alle outcome-indicatoren te monitoren wanneer de voorziening hier nog weinig ervaring mee heeft. Zorg juist dat de partner leert werken met monitoring door in het klein te beginnen. Begin bijvoorbeeld met het monitoren van één activiteit of interventie, zoals het opvoedspreekuur of kort ambulante ondersteuning. Wordt de doelgroep bereikt? Hoeveel ouders of jongeren vallen uit tijdens de preventieve activiteit? Dit levert informatie op om met elkaar het gesprek aan te gaan over wat beter kan. Dit is input om de kwaliteit te verbeteren.

Tips over monitoren voor voorzieningen, (welzijns)organisaties en jeugdhulpaanbiedersHet is aan uw partners om de outcome te meten. Als gemeente kunt u met hen in gesprek over de wijze waarop zij (gaan) monitoren. Een paar tips en voorbeelden voor monitoren in de praktijk: • Bijhetmetenvancliënttevredenheidoverhetnut:

- Kijk niet alleen naar een gemiddeld rapportcijfer. Het levert juist nieuwe inzichten op als je ook kijkt naar de hoogste en laagste score. Ga ook eens met een aantal van deze jeugdigen en opvoeders in gesprek hierover.

- Vraag bijvoorbeeld ook hoe de ondersteuning of hulp volgens jeugdigen en opvoeders heeft bijgedragen aan de ‘oplossing’? En hoe blij is de jeugdige of opvoeder met de professional die hem of haar heeft geholpen?

• Bij het meten van uitval: - Kijk niet alleen naar hoeveel jeugdigen of opvoeders het niet afmaken. Kijk ook naar

welke mensen het wel afmaken. Een aantal interviews met jeugdigen en opvoeders die de hulp of ondersteuning afmaken en die eerder stoppen biedt inzicht in waarom zij eerder stoppen met de hulp of ondersteuning. Hierop kunnen verbeteracties worden uitgezet om die doelgroep beter te kunnen vasthouden.

• Bij het meten van doelrealisatie:- Vraag bijvoorbeeld aan jeugdigen en opvoeders aan het eind van de ondersteuning of

hulp in hoeverre hun doelen gehaald zijn. En kijk met elkaar of bepaalde doelen vaker gehaald worden dan andere doelen. Bespreek hoe dat zou kunnen komen en of er verbeteringen wenselijk en mogelijk zijn.

Meet gericht en begin klein Monitoring roept de associatie op dat voortdurend van alles gemeten wordt. Dat klopt niet. Periodiek of steekproefsgewijs meten kan ook. Ook bij preventief aanbod. Wat te meten, hoe vaak en onder hoeveel jeugdigen en opvoeders moet in verhouding staan tot de activiteit. Geef dit mee aan uw partners/ jeugdhulpaanbieders. Bij een (opvoed)spreekuur is het logischer om een ‘maand van het meten’ te houden en opvoeders na hun gesprek te vragen of ze tevreden zijn. Dat werkt beter dan dit altijd na elk gesprek van 10 minuten te doen. Begin klein, bijvoorbeeld op één locatie. Sluit aan bij de informatie die al wordt verzameld.

Vraag naar de spiegelrapportage van uw jeugdhulpaanbiederIn de beleidsinformatie Jeugd die jeugdhulpaanbieders twee keer per jaar bij het CBS aanleveren,staandevolgendeindicatoren:uitvalennieuwestart,cliënttevredenheideninhoeverredecliëntzonderhulpverderkan.JeugdhulpaanbiederskunnenviadeCBS-route in één keer de gegevens leveren en vervolgens de spiegelrapportages delen met hun financiers.Alsgemeentekuntubijuwaanbiedersvragennaarhunspiegelrapportage.

Combinatie van tellen en vertellenVoor het interpreteren en begrijpen van outcome-indicatoren heb je vaak een combinatie nodig van cijfers en verhalen, van tellen en vertellen.

Implementatie kost tijd Het opzetten en uitvoeren van monitoren van outcome kost tijd. Zo ook het benutten hiervan voor de verbetercylclus. Voor meer preventieve voorzieningen én voor jeugdhulpaanbieders.

Preventieve voorzieningenDe startsituatie zal voor elke voorziening anders zijn. Houd hier rekening mee. Stimuleer de partner om kleine stappen te nemen in het monitoren op outcome. Begin bijvoorbeeld bij het monitoren van één interventie, op één indicator. Ook dit geeft al input voor het gesprek en de lerende beweging.

JeugdhulpaanbiedersNog niet alle jeugdhulpaanbieders hebben de basisset in beeld. Het kost een jeugdhulp-aanbieder tijd om dit in te voeren, en om dit een goede plek te geven in de interne kwaliteits cyclus. Als gemeente mag u eisen dat dit soort informatie verzameld wordt.

Page 19: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 19

Ga het gesprek aan met de jeugdhulpaanbieder. De jeugdhulpaanbieder geeft aan hoe en op welke termijn zij dat kunnen realiseren. Ook kunt u als gemeente de verbeterbeweging stimuleren en op gang houden door het gesprek met jeugdhulpaanbieders te voeren over cijfers die al wél beschikbaar zijn. Leg de gemaakte afspraken vast.

In gesprek over outcomeBepaal wanneer en op basis waarvan het gesprek over de cijfers gevoerd wordt. Wie nodigt u hiervoor uit? Herkennen de deelnemers de uitkomsten? Wat vinden ze ervan? Hoe zijn de cijfers te verklaren? Zijn er verbeterstappen mogelijk of nodig? Hou daarbij altijd de maatschappelijke resultaten in het vizier. Dat is waar jullie het allemaal samen voor doen. Bedenk dat het gesprek over cijfers vooral bedoeld is voor het verbeteren van het primaire proces.

Outcome als verbeter- en relatietool Presenteer het werken met outcome en het gesprek hierover als manier om het jeugdbeleid effectievertemaken.Monitorenalsgereedschapomsteedsbeterteworden.Benuthetlerenwerken met monitoring om de relatie met uw partners te onderhouden en te verbeteren.

Wacht niet tot alle gegevens compleet zijn. Ga het gesprek aan over de cijfers die al wel verzameld zijn.

Page 20: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 20

Wat is uw rol?Realiseert u zich als gemeente dat het kwaliteitsgesprek in eerste instantie een gesprek is tussen een inwoner en de professional die hulp of ondersteuning biedt. Zij spreken samen over het doel van die ondersteuning en sturen bij als de verwachtingen niet gehaald worden.

Pas in tweede instantie vindt er een verbetercyclus plaats in de organisatie waar de professional werkt. De organisatie kijkt of bepaalde doelgroepen beter of minder goed geholpen worden en verbetert continu het aanbod.

Vervolgens bespreekt de organisatie de uitkomsten met u als gemeente. Hierbij komt de ‘platgeslagen werkelijkheid’ op tafel met daarbij het verhaal achter die cijfers en de verbeteracties die de voorziening zelf al treft.

Uw rol is om dit proces te stimuleren. Heb oog voor de opbrengst van de ondersteuning en benut die voor de verbetering en aanscherping van het beleid. Vraag hoe het gemeentelijke beleid kan bijdragen aan een betere outcome.

Van bespreken naar verbeteren?1. Ga in gesprek met elkaar over cijfers over de directe outcome en de maatschappelijke

resultaten. Welk verhaal zit er achter de cijfers? 2. Bepaal samen welke verbeteracties nodig zijn. 3. Benut de gegevens ook voor uw eigen kwaliteitscyclus en beleidsaanscherping. Hoe

kan de gemeente het systeem zo inrichten dat de outcome wordt verbeterd en er betere maatschappelijke resultaten worden gehaald?

Bijvoorbeeld:• Goed samenspel tussen preventie, basisvoorziening, eerste lijn en intensieve hulp:

optimale informatiefunctie. • Het stimuleren van innovatie door bij de inkoop met aanbieders verbetertrajecten af

te spreken. • Het minimaliseren van administratieve processen.

4. Welke nieuwe ambities komen op grond van het gesprek boven?

Pas op voor perverse prikkelsBenutcijfersvoorhetkwaliteitsgesprekomvanteleren,dusnietvoorfinanciëleafrekening.Alsualsgemeenteaanbiedersfinancieelafrekentopcijfers,creëertuperverseprikkels.Eenlagescoreoptevredenheidvaneenhulpverlenerbetekentnietperdefinitiedathet een slechte hulpverlener is. Misschien krijgt deze persoon de moeilijkste gezinnen toegeschoven.

Alseenorganisatiealleenzouwordengefinancierdalsdetevredenheidvandecliëntenhoog genoeg is, dan zal deze organisatie in de verleiding kunnen komen een moeilijke doelgroep links te laten liggen. Terwijl deze groep de hulp wellicht het hardste nodig heeft.

Verbetercyclus

Stap 6: Hoe kunnen we samen leren en verbeteren? In deze laatste stap komen alle stappen van het Kwaliteitskompas samen. Aan de hand van de cijfers gaat u als gemeente het gesprek aan over verbeteracties.

Page 21: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

Zo werkt u met het Kwaliteitskompas 21

Het gesprek over de kwaliteit van de activiteit, hulp of ondersteuning is in eerste instantie een gesprek tussen een inwoner en de professional. Als gemeente stimuleert u de verbeterbeweging.

Uit de praktijkEen instelling voor ambulante hulp aan jongeren presteert maar matig wat betreft doelrealisatie en uitval. De wethouder is ontevreden. De medewerkers wijzen op hun moeilijke doelgroep. De onderzoekers vinden dat ze meer bewezen effectieve methodes kunnen inzetten. Er ontstaat een gesprek over verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen. De instelling werkt in een problematische wijk: veel drugsgebruik, weinig sociale controle, gebrek aan stageplaatsen. Als er aan deze problemen niets gedaan wordt, is het in deze instelling voor ambulante hulp dweilen met de kraan open, vinden de medewerkers. Zo wordt in het verbetergesprek duidelijk dat er ook andere activiteiten nodig zijn om de jongeren in die wijk meer perspectief te bieden. Afgesproken wordt dat er – samen met de gemeente – overleg komt met de verslavingszorg, de welzijnsinstellingen, het onderwijs en het bedrijfsleven om bij deze groep jongeren tot een meer gezamenlijke aanpak te komen.

Uit de praktijkDe groep jeugdhulpaanbieders die zijn verenigd in het SEJN (Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdhulp Nederland) bespreken onderling hun resultaten en vergelijken die om hiermee verbeteringen te kunnen doorvoeren. Niet om af te rekenen dus, maar om te professionaliseren, zich te positioneren en de jeugdigen en hun ouders ervan te laten profiteren. Kortweg: de 3 P’s. Het SEJN gebruikt vier eenvoudige vragen om de cijfers betekenis te geven: 1. Herkennen we het?2. Hoe kunnen we het verklaren?3. Wat vinden we ervan?4. Wat is nodig?

Page 22: Zo werkt u met het Kwaliteitskompas · ‘samen lerend doen wat werkt’. Dat kost tijd en energie. Tegelijkertijd kan het leerproces dat u samen met professionals, bewoners en gemeente

T 030 230 6344E [email protected]

Nederlands JeugdinstituutPostbus 192213501 DE Utrecht