ZENDING Lessenserie - China in de les€¦ · Inleiding Pag. 5 Achtergrondinformatie Pag. 6 Lessen...

28
STICHTING ZENDING Bonisa Lessenserie middenbouw

Transcript of ZENDING Lessenserie - China in de les€¦ · Inleiding Pag. 5 Achtergrondinformatie Pag. 6 Lessen...

S T I C H T I N G

Z E N D I N GBonisa

Lessenseriemiddenbouw

BONISA ZENDING2

© 2006 - Bonisa Zending

Grachtweg 20, 2161 HN Lisse

Telefoon 0252 - 41 82 69

www.bonisa.nl

S T I C H T I N G

Z E N D I N GBonisa

Inleiding Pag. 5

Achtergrondinformatie Pag. 6

Lessen middenbouw Pag. 13

Inleidende les over de Bonisa Zending Pag. 14

Godsdienst – Bijbelvertelling en verwerking Pag. 15

Handvaardigheid – Bamboebos met panda’s maken Pag. 17

Muziek – Zendingslied Pag. 18

Handvaardigheid – Chinees tapijt maken Pag. 19

Tekenen – Schilderij met Chinees woord Pag. 20

Tekenen – Stempelen van Chinese tekens Pag. 21

Taal – Verwerkingsles n.a.v. het prentenboek ‘China … toe’ Pag. 22

Taal/Geschiedenis – Brief + bezoek Pag. 22

Chinees recept maken – Kippensoep Pag. 24

Handvaardigheid – Maquette van Chinees dorp Pag. 25

Tekenen – Wat sprak je het meest aan? Pag. 26

Extra lessuggesties Pag. 27

Bijlagen op CD

1. Brood-en-viskaart Pag. 2

2. Embleem Bonisa Zending Pag. 3

3. Brief Pag. 4

4. Foto Thain Pag. 5

5. Voorbeeldposter Pag. 6

6. Brood Pag. 7

7. Vis Pag. 8

8. Lied: ‘Trouwe God, zo goed, zo groot Pag. 9

9. Tekst ‘Roept uit aan alle stranden’ Pag. 10

10. Tekst en muziek ‘Roept uit aan alle stranden’ Pag. 11

11. Voorbeelden van Chinese tapijten Pag. 12

12. Chinese woorden Pag. 13

13. Chinese tekens Pag. 14

14. Voorbeeldbrief Pag. 15

15. Plaatmateriaal van Chinese dorpen Pag. 16

BONISA ZENDING3

Inhoudsopgave

16. Plaatmateriaal van de Chinese natuur Pag. 19

17. Plaatmateriaal van Chinezen Pag. 21

18. Plaatmateriaal over de Chinese muur Pag. 22

19. Chinese getallen van 1 tot en met 10 Pag. 23

20. Chinese landkaart Pag. 24

Extra’s Pag. 25

Puzzel Pag. 26

Verbindpuzzel Pag. 27

Zoekpuzzel Pag. 28

Hoe schrijf je ‘Jezus’ in het Chinees? Pag. 29

Chinese Bijbeltekst Pag. 30

BONISA ZENDING4

U heeft vast wel eens van de Bonisa Zending gehoord. Bonisa Zending is een interkerkelijkestichting die bewogen is met de nood van christenen in China.

China, een land van 1,3 miljard inwoners. Volgens voorzichtige schattingen veertig miljoen christe-nen. Vele christengemeenten hebben een bewogen geschiedenis. Ontstaan vanuit het werk van zen-delingen, die vaak ploegend op rotsen het Woord zaaiden. Het gezaaide Woord dreigde in de vorigeeeuw (1948-1976) ten onder te gaan. Maar de Heere van de oogst gaf vruchten; dertig, zestig en zelfswel honderdvoudig. Nu zijn de velden wit om te oogsten, maar de arbeiders zijn weinig…

De Bonisa Zending mag in China dienend werkzaam zijn, met steun aan:

• Bouw en uitbreiding van Bijbelscholen• Opleiding van evangelisten• Bijbelverspreiding• Bouw van kerken• Opbouw en verbetering van scholen• Medische zorg in de bergdorpen

Om de Bonisa Zending meer bekendheid te geven bij de kinderen ligt hier een lessenserie voor demiddenbouw van de basisschool voor u. De volgorde waarin de lessen nu staan, kan ook veranderd worden. Het maakt niet uit welke les wan-neer gegeven wordt. Wel is het de bedoeling de lessenserie te starten met de inleidende les over deBonisa Zending.Inclusief bij deze lessenserie zit het prentenboek ‘China, daar moet ik naar toe’. Het is voor dehand liggend om dit prentenboek voor te lezen, in het begin van het doorlopen van deze lessen-serie, omdat hierdoor bij de lessen telkens kan worden teruggegrepen op het prentenboek. Tevens is er in de leskist ook een cd aanwezig met een Power Point Presentatie over Hudson Taylor.Deze Power Point kunt u aan de kinderen laten horen.

We wensen u – samen met de kinderen – veel plezier toe bij het uitvoeren van deze lessen in de mid-denbouw.

Hartelijke groeten van de makers van deze lessenserie,

Tirza BeekeEsther den BoerMirjam HoflandAlita VerhoekJantje Visscher

Pabo studenten, de DriestarGouda, juni 2006

BONISA ZENDING5

Geachteleerkracht

• Bruggenbouw• Mefiboseth gehandicaptenzorg• Kindertehuis weeskinderen• Verbetering leefomstandigheden van debergbevolking

• Waterreservoirs

BONISA ZENDING6

We willen u als leerkracht hierbij eerst zelf watachtergrondinformatie bieden over het landChina. Misschien dat u tijdens de lessengebruik kunt maken van deze achtergrondin-formatie, of in een leergesprek met de kinderenover (een gedeelte) in gesprek kunt gaan.

ChinaChina is een republiek in Oost-Azië. China is naRusland en Canada het grootste land terwereld. Nederland past 230 keer in China. Dehoofdstad van China is Beijing. Deze stadwordt bij ons Peking genoemd. China is ver-deeld in 23 provincies. De oppervlakte vanChina is ruim 230 keer zo groot als de opper-vlakte van Nederland.

NatuurHet land bestaat uit 80% hooggebergte enhoogvlakte.

60% van het land is onbewoonbaar. Dat gebiedbestaat uit woestijn, woeste gebergten ofwater. In China zijn grote verschillen. In hetnoordoosten van China ligt de Noord-ChineseLaagvlakte. Die wordt aan drie kanten doorbergen omgeven. In dit gebied zijn de wintersheel koud. Het vriest er dan soms wel 40 gra-den. De zomers zijn er juist erg warm. In dit

gebied wordt veel tarwe verbouwd. In hetnoorden en noordwesten liggen uitgestrektewoestijnen en steppen. In de steppen valt watmeer neerslag. Er kan nog gras groeien. Tochwonen er maar weinig mensen. De mensen dieer wonen zijn nomaden. Ze wonen in tenten enze trekken rond met geiten, schapen of kame-len. Door de stofstormen waait veel vruchtbaregrond weg. Tussen Beijing (Peking) enShanghai ligt de Centrale Laagvlakte. Dezevlakte is bedekt met löss. De löss is erg vrucht-baar. Landbouw is in dit gebied dus erg belang-rijk. Een groot deel van China bestaat uit bergen. Inhet zuidwesten ligt de Himalaya, het grootstegebergte van de wereld. Tussen de bergen lig-gen hoogvlakten. Bijvoorbeeld de hoogvlaktevan Tibet. Het is er koud en er zijn veel hellin-gen. Daarom wonen er maar weinig mensen. InZuid-China zijn ook veel bergen. Maar daar

wonen heel veel mensen. Het klimaat iser tropisch. Het is er altijd warm en hetregent er vaak. Er wordt veel rijst ver-bouwd.

InwonersChina heeft ongeveer 1,3 miljard inwo-ners en heeft zo de meeste inwoners terwereld. Eén op de vier mensen die opaarde leven, is een Chinees. De regeringvan China wil dat de mensen minder

Achtergrondinformatie

kinderen krijgen (één kind per gezin), om hetaantal inwoners te laten dalen. Van de bevol-king in China is 92% van de bevolking nog eenechte Chinees. De levensduur van mannen isongeveer 68 jaar en van de vrouwen 71 jaar.

Godsdienst

Christenen in ChinaDe christenen in China maken veel verdrukkingmee. Van de regering mogen ze niet bij elkaarkomen. Overal zijn informanten om dat te con-troleren. Jeugdwerk en evangelisatiewerk isverboden. Voorgangers worden gevangengenomen. Er mag geen contact zijn met buiten-landse kerken. Er mogen geen samenkomstenworden gehouden zonder toestemming van deregering. De kerk mag nog wel bestaan, maar dan alleenonder toezicht van de regering. Alle kerkenmoeten zich laten registreren. De geregistreer-de protestantse kerk wordt de Drie-Zelf-Kerkgenoemd. Voor veel christenen in China is ditniet aanvaardbaar. Er zijn dan ook een grootaantal huisgemeenten ontstaan. In kleinegroepjes komen de mensen dan in het geheimbij elkaar. Soms op een zoldertje, in een schuur-tje of in het bos. Meestal wordt er niet of heelzacht gezongen. Er is altijd de angst voor spi-onnen of geheime afluisterapparatuur. Tochblijven veel mensen op God vertrouwen. Tegende verdrukking in groeit de kerk.

Andere godsdiensten

ConfucianismeDit is geen godsdienst, maar het volgen vanleefregels van Confucius (551-479 voor Chr.)over gehoorzaamheid en eerbied aan de oudersen aan de regering van het land; de voorouder-verering is erg belangrijk. Ook nu vinden veelChinezen gehoorzaamheid en eerbied voor deoverheid nog erg belangrijk.

TaoïsmeOok dit is geen godsdienst, maar het zijnideeën over een goed leven, waarin je niets

mag begeren en waarbij men één probeert tezijn met de natuur. Deze ideeën zijn opgestelddoor Lao Tse. (ongeveer 600 v. Chr.)

BoeddhismeDit is de belangrijkste godsdienst in China.Deze godsdienst kwam in de 1e eeuw uit Indiaen sloot goed aan bij het Taoïsme. Voor 1949waren er wel 40.000 boeddhistische tempels enkloosters in China.

GeldChinees geld heet Renminbe (RMB) of Yuan. Ditbetekent ‘geld van het volk’. Tien yuan is 1euro. Een yuan is verdeeld in 10 jiao. DeChinezen noemen de jiao meestal ‘Mao’. Eenjiao wordt weer verdeeld in 10 fen.

De Verboden StadOngeveer 500 jaar geleden had Beijing (Peking)vijf verschillende stadsmuren. De ene muur lagbinnen de andere. In het midden van de stad lagde Verboden Stad. Het bouwen van de VerbodenStad duurde vijftien jaar. Hier woonde de keizermet zijn hofhouding. Er stonden veel paleizen.In Beijing mochten geen gebouwen staan, diehoger waren dan de muur rond die paleizen.Want niemand mocht naar binnen kijken.Alleen hovelingen mochten in de Verboden Stadkomen, gewone mensen niet. Tegenwoordigkan iedereen de Verboden Stad bezoeken. Het isnu het paleismuseum geworden.

De Chinese MuurTen noorden van Beijing (Peking) ligt de

BONISA ZENDING7

beroemde Chinese Muur. Meer dan 2500 jaargeleden is er begonnen met de bouw van deChinese Muur. Deze muur moest het landbeschermen tegen invallen van de vijanden.

Eten en drinkenChinees eten is over de hele wereld bekend. Erzijn heel veel Chinese restaurants. Bij Chineeseten hoort rijst. In Zuid-China is dat ook zo.Maar in het noorden is het te koud om rijst teverbouwen. Daar groeit wel tarwe. DeChinezen die daar wonen eten veel bami, spa-getti en mihoen bij de maaltijd. In China zijnweinig koeien. Daarom eten Chinezen weinigrundvlees en zuivelproducten. De boeren hou-den wel varkens en kippen of ander pluimvee.Daar hebben ze niet zo veel plaats voor nodig.En het vetmesten van deze dieren is goedkoop.De Chinezen maken het vlees op verschillendemanieren klaar. Ze roosteren, wokken, bradenof stoven hun eten. De Peking eend is bekend.Hij komt uit het noorden van het land. DeChinezen eten deze eend graag. In het zuidenwordt veel vis gegeten.

Er wordt veel aandacht aan het eten geschon-ken. Meestal is een familielid er de hele dagmee bezig. Deze persoon maakt niet alleen demaaltijd klaar, hij moet ook voor het bewarenvan het voedsel zorgen. In China zijn maar wei-nig koelkasten. Daarom moeten de levensmid-delen gedroogd, gezouten of gerookt worden.De Chinezen bereiden hun eten op een specialemanier. Groente en vlees wordt eerst fijngesne-den. Dan wordt het gekookt of gebakken inwater of olie. ‘s Morgens eten Chinezen meest-

al rijstepap met groente en een opgewarmdbroodje. Het middagmaal bestaat uit rijst engebakken groente. Daarna eten ze bijvoorbeeldeen kop groentesoep. Soep is in China geenvoorgerecht, maar een nagerecht. ‘s Avonds iser weer een broodje en wat rijstepap. Bij demaaltijd drinken Chinezen thee of gewoon heetwater. Chinezen houden niet van koude gerech-ten of dranken.

Vervoer

AutoIn een groot land als China zijn wegen heelbelangrijk. De regering heeft daarom veelwegen aangelegd. Die wegen zijn soms vanslechte kwaliteit. Vaak zijn ze niet geasfalteerd.Bij slecht weer zijn ze moeilijk te berijden. Erzijn bovendien nog veel te weinig goedewegen. In China zie je steeds meer auto’s.Personenauto’s kun je er kopen, maar alleenmensen van de regering of van het leger heb-ben een auto. Er rijden veel vrachtwagens enbussen.

BONISA ZENDING8

FietsEen belangrijk vervoersmiddel in China is defiets. Die rijden in grote aantallen rond. Alleenin Beijing zijn er al vijf miljoen fietsen. Vooraltijdens het spitsuur krioelt het van de fietsers.Voor auto’s is er dan geen doorkomen aan.Door de slechte wegen is het ook moeilijk omgoederen te vervoeren. Gelukkig heeft Chinagoede waterwegen. Er wordt veel per schipvervoerd. De rivier de Jangtsekiang is debelangrijkste waterweg. Chinezen noemendeze rivier vaak gewoon ‘kiang’, dat betekentrivier.

TreinIn China is de trein ook een belangrijk ver-voersmiddel. De spoorwegen liggen door hethele land. Er worden nog steeds nieuwe spoor-verbindingen aangelegd. 60% van alle goede-ren wordt in China met de trein vervoerd.De treinen voor de passagiers hebben tweeklassen. Die heten in China de ‘harde’ en de‘zachte’ klasse. In de ‘zachte’ klasse zijn destoelen zacht en lekker om in te zitten. Maar dekaartjes zijn duur. Alleen hoge militairen,belangrijke mensen van de regering en van deCommunistische Partij en toeristen reizen in de‘zachte’ klasse. De Chinese bevolking neemt de‘harde’ klasse. De mensen moeten op eenvoudi-ge, harde banken zitten. Maar zij reizen veelgoedkoper.

VliegtuigVliegtuigen zijn in China ook erg belangrijk. DeChinese luchtvaartmaatschappij heet CAAC.Ongeveer 100 vliegvelden liggen over het heleland verspreid. De Chinezen bouwen zelf mili-taire vliegtuigen. Maar passagiersvliegtuigenkopen ze meestal in Rusland, Groot-Brittanniëof de Verenigde Staten.

OnderwijsChinese kinderen gaan voor het eerst naarschool als ze zes jaar oud zijn. Ze gaan naar debasisschool. De basisschool duurt er zes jaar.Daarna gaan de kinderen naar de middelbareschool. De middelbare school bestaat uit twee

gedeelten. De lagere middelbare school duurtdrie jaar. Daarna kan je nog drie jaar naar dehogere middelbare school. Weinig leerlingengaan daarna nog verder studeren op de univer-siteit.In China is geen leerplicht, zoals in Nederland.In sommige delen van China mogen de ouderszelf beslissen of ze hun kind(eren) naar schoolsturen. Vooral in de oogsttijd blijven veel kin-deren weg. Ze moeten hun ouders helpen ophet land. Daarom geven sommige scholen indie tijd vakantie.In het westen van China leven veel nomaden.Die trekken rond met hun kudden. Soms trek-ken de scholen mee. Ongeveer 95% van de leer-lingen maakt de basisschool af. Van de leerlin-gen op de lagere middelbare school haalt maar40% het einde. Veel kinderen gaan van schoolaf als ze 13 of 14 jaar oud zijn. Die kinderengaan dan werken.De belangrijkste vakken op de basisschool zijn:lezen, schrijven en rekenen. In de hogere klas-sen krijgen de leerlingen ook geschiedenis en

BONISA ZENDING9

kennis van politiek. Op Chinese scholen moe-ten de kinderen ook �lichamelijke arbeid� doen.Dat betekent dat ze een paar uur per weekmoeten werken. Jonge leerlingen moetenbomen planten, straten vegen en het school-plein opruimen. Sommige middelbare scholenhebben zelf een eigen fabriekje. De mensenvinden dat erg belangrijk. De kinderen leren zohet werk van de arbeiders waarderen. OpChinese scholen moeten kinderen zich altijdgoed gedragen. Ze moeten altijd beleefd zijntegen hun leraren en andere volwassenen. Zemoeten zich wassen, eerlijk zijn, zich ordelijkgedragen en ze moeten van hun land houden.Kinderen die zich goed gedragen komen bij dejonge pioniers. Deze kinderen dragen een rodehalsdoek.

LandbouwLang geleden leefden de meeste Chinezen alvan de landbouw. De beste grond lag aan degrote rivieren in Midden- en Oost-China, waarna overstromingen vruchtbaar slib achterbleef.In het noorden werden, net als nu, tarwe engerst verbouwd. Hier leefden vooral boerenmet kleine stukjes land. In het warme, vochti-ge zuiden, waar rijke stadsbewoners grotelandgoederen bezaten, werd rijst geteeld. Inboomgaarden kweekten de mensen peren ensinaasappels. De meeste boeren gebruikteneenvoudige werktuigen, zoals stenen, schoffelsen houten harken.

Kleding/sieradenChinese boeren hadden eenvoudige kledingaan. Meestal droegen ze een katoenen tuniekover een wijde broek, met daaronder sandalen

van bijvoorbeeld stro. In het zuiden droegen zijeen kegelvormige hoed met een brede randtegen de zon en de regen. In het koude noordenvan China droegen de boeren onder anderebontmutsen en schapenvachten.Rijke mensen gingen met ‘zorg’ gekleed. Destijl van de kleding en zelfs de kleuren stondenin de wet en hadden te maken met de positievan iemand. Zo mochten kooplieden geen zijdedragen. Alleen keizers konden geel dragen, enzijden gewaden met drakenmotieven.

TaalDe Chinese taal wordt geschreven met karak-ters, dat zijn tekens die klanken en woordenvoorstellen. In de loop van de tijd zijn ze steedsveranderd. In een woordenboek uit 1716 wer-den er zo’n 40000 beschreven. Alle karakterswerden met een penseel met de hand geschre-ven. Het schilderen van deze karakters heetkalligrafie en is een aparte kunstvorm. De Chinezen gingen rond 1600 voor Christusdrukken met houtblokken. Daarvoor werdenboeken met de hand op stroken bamboegeschreven. Oude Chinese schrijvers schrevenvaak encyclopedieën en handboeken. De dicht-kunst ontstond ongeveer 3000 jaar geleden.Bijna 2000 jaar geleden vonden de Chinezenhet papier uit, dat ze maakten van bijvoorbeeldboombast. Rond 1040 vonden ze het drukkenmet losse letters uit.

Feesten/gebruikenHet bekendste Chinese feest is het nieuwjaars-of lentefeest. De eerste maand van de Chinesekalender begint bij de eerste volle maan tussen21 januari en 19 februari. Tijdens het feest dra-gen dansers een lange draak door de straten,tijdens een lawaai van vuurwerk dat de bozegeesten moet verjagen. Het feest wordt al meerdan 2000 jaar gevierd en is een echt familie- endorpsfeest. De deuropeningen worden versierdmet stroken rood papier waarop gedichtenstaan. Deze zouden voor geluk en voorspoedzorgen in het nieuwe jaar.

Kort na nieuwjaar worden er voor het lantaarn-

BONISA ZENDING10

feest zoete balletjes van rijstemeel klaarge-maakt. Er worden bij alle huizen papieren lan-taarns buiten opgehangen, die de eerste vollemaan van het jaar voorstellen. Dit feest ont-stond tijdens de Tang-dynastie (618 – 906). In de achtste maand van het jaar eet men tij-dens de volle ‘najaarsmaan’ speciale maankoe-ken. De Chinese feesten hebben vooral temaken met de jaargetijden en de landbouw. Erzijn zaai- en oogstfeesten, dansfeesten en paar-denrennen, en er wordt vaak iets speciaalsgegeten.

PandaDe panda leeft alleen nog in China. In anderegebieden van de wereld waar de panda ooitgeleefd heeft, komt het dier niet meer voor.Ook in China komen nog maar weinig panda’svoor. Het WNF beschermt de panda’s.

Een panda is groot en sterk. Hij is zo lang alseen mens. Hij wordt de grote panda of de reu-zenpanda genoemd. Zijn zwart-witte vacht isdik en wollig. Het staartje zie je niet. Dat zit inde vacht verstopt.Er bestaat ook een kleine panda. Hij is familievan de reuzenpanda. Maar hij ziet er andersuit. Zijn vacht is roodbruin. Hij heeft een spitsesnuit en een lange, dikke staart. Als je op eenplaatje in een boek een panda ziet afgebeeld, isdat meestal de reuzenpanda.

De panda leeft hoog in de bergen. Het is erkoud en nat en er wonen nauwelijks mensen. ’sWinters valt er veel sneeuw. Maar de pandahoudt van de kou. Hij heeft een dikke vacht,dus daarom voelt hij zich het beste thuis in eenkoude omgeving. Meestal zwerft hij door debossen. Hij is dan op zoek naar voedsel. Eengroot beest moet veel eten. Eigenlijk heeft eenpanda maar een eentonig leven. Want als hijniet op zoek is naar eten, slaapt hij. In eenboom of op de grond. Eten, slapen, eten, sla-pen. Dat is het leven van de panda. Toch vindtde panda dit niet saai. Hij is tevreden met zijnleven en hoopt dat de mensen hem lekker zijngang laten gaan.

De panda’s eten hoofdzakelijk bamboe.Bamboe is een soort gras. Het heeft harde, taaiestengels en smalle blaadjes. Jonge bamboe islekker sappig. Dat eet de panda het liefst. Hijzit dan op zijn achterste en eet met zijn voor-poten. Die poten hebben klauwen. Aan de zij-kant van deze klauwen zit een dikke bobbel.Het lijkt wel een beetje op een duim. Daarmeegrijpt hij het bamboe vast en stopt het in zijnbek. Af en toe eet hij andere planten. Soms ookeen rat of een muis.

Panda’s leven alleen. Behalve in de lente: danzijn het mannetje en het vrouwtje samen. Danis het de paartijd. Het jong van de panda wordtna de zomer geboren. Een pasgeboren panda-jong is erg klein. Zo klein als een hamster.Haren heeft hij bijna niet. Hij kan niet zien enniet lopen. Zijn moeder houdt hem steeds in

BONISA ZENDING11

haar armen. Daar is het veilig en warm. Je kuntbijna niet voorstellen dat zo’n beestje later netzo’n grote panda als zijn vader en moeder zalworden. De jonge panda drinkt veel melk bij zijn moe-der. Zo wordt hij snel groter. Zijn ogen gaanopen. Zijn vacht wordt dik. En na een maand ofvijf kan hij goed lopen. Kijk hem spelen. Hetleukste spel vindt hij toch wel het roetsjen. Hijklimt dan op moeders rug en glijdt vervol-gens…. roetjs….. weer omlaag. Net een glij-baan. Daarna knabbelt hij even aan wat bam-boe en maakt een koprol. Als de panda een jaaroud is, kan hij voor zichzelf zorgen. Dan gaathij bij zijn moeder weg. De panda heeft veel vijanden. Komt er bijvoor-

beeld een panter aan? Of een troep wilde hon-den? Snel vlucht de panda in een boom enhoudt zich muisstil. Maar het grootste gevaarzijn de mensen. Mensen schieten de pandadood. Ze willen zijn mooie vacht hebben. Ookhakken ze bamboebossen om. Dan heeft depanda geen eten meer. Zo komen er steedsminder panda’s. Daarom is de panda nubeschermd. Niemand mag meer op panda’sjagen. Toch worden er nog vaak panda’s doorde hongerdood bedreigd. De leefruimte van depanda wordt steeds kleiner, panda’s wordengedood door stropers en er zijn er veel wegge-haald uit de vrije natuur en opgesloten in durekooien.

BONISA ZENDING12

BONISA ZENDING13

Lessenmiddenbouw

Lesdoel:Aan het einde van de les weten de kinderenwat de Bonisa Zending doet en wat hetinhoudt. Ze worden gemotiveerd om geld teverzamelen.

Materialen:Brief, brood-en-viskaart, embleem Bonisa, fol-der, stickers, spaardoosje van Bonisa, etc.

Bijlage:Nr. 1: Brood-en-viskaartNr. 2: Embleem Bonisa ZendingNr. 3: BriefNr. 4: Foto ThainNr. 5: Voorbeeldposter

Inleiding:Brief voorlezen van de Bonisa Zending Uitleg geven over de materialen:Brood-en-viskaartenSpaardoosjeFolder

Kern:Met elkaar worden de spullen bekeken en nage-dacht over een oplossing. Ook kunnen er zelfnog oplossingen bedacht worden, bv. auto’swassen, lege flessen verzamelen, boodschap-pen doen voor oude mensen, spulletjes verko-pen (zelfgemaakte kaarten), sponsoractie(bepaald aantal km lopen), etc. Deze plannenkunnen breder uitgewerkt worden.

De kinderen kunnen eventueel op de site vande Bonisa Zending kijken www.bonisa.nl.

Er kan een ‘poster’ gemaakt worden om op eenleuke manier bij te houden hoeveel geld er isverzameld. Zie in de bijlage voor een voor-beeldposter. De kinderen kunnen dit eventueel in het grootmaken met leuke kleuren en verschillende soor-ten plaatjes.

Afsluiting:De spullen die nodig zijn om geld te verzame-len worden uitgedeeld. De brood-en-vis-kaarten worden weer opschool ingeleverd (controle leerkracht).

BONISA ZENDING14

Inleidende lessenover de Bonisa Zending

Lesdoel: De kinderen weten wie de Gever van ons dage-lijks brood is, de noodzaak van het bidden endanken voor ons eten, van de opdracht die deHeere ons door middel van dit bijbelgedeeltegeeft: “Geeft gij hen te eten”.De kinderen weten hoe de Bonisa Zending aanhet embleem is gekomen en wat het betekent.

Materialen: Bijbel, embleem Bonisa Zending, bijlage brooden vis, closetrollen, draad, brood-en-viskaarten.

Bijlage:Nr. 1: Brood-en-viskaartNr. 2: Embleem Bonisa ZendingNr. 6: BroodNr. 7: Vis

Inleiding: Vertellen bijbelverhaal. Bijbelgedeelte: Johannes 6 : 1 t/m 13Beschrijving: Als de Heere Jezus Zijn discipelende opdracht geeft: “Geeft gij hen te eten”, zeg-gen ze eerst dat er niet voldoende voedsel isvoor zoveel mensen.Dan zegt Andreas: “Hier is een kleine jongenmet vijf gerstebroden en twee vissen”. En Jezus nam die vijf broden en twee vissen enHij zegende het. Opvallend is, dat deze jongen vrijwillig zijnbezit, dat voedsel, aan de Heere Jezus geeft,afstaat.Wat een les voor ons. De Zaligmaker Die debezitter van alles op deze aarde is, wil Zichlaten helpen door een kind. Door de broden envissen van de jongen. Zo mogen en moeten wij, in duidelijkeopdracht van de Meester, ons inspannen ommet innerlijke ontferming bewogen, Zijn wiluit te voeren, namelijk:

GEEFT GIJ HEN TE ETEN

Kern: Na het verhaal kunt u de kinderen de volgendeverwerking laten maken:In de bijlage zit een voorbeeld van een vis eneen brood. Elk kind krijgt 2 vissen en 5 broden. De kinderen kunnen de vissen kleuren, uitknip-pen en tegen elkaar aan plakken. Bijvoorbeeldmet papier, dun karton of closetrol er tussenin. De vissen kunnen aan draadjes, touwtjes ofmet een knijper aan een lijntje opgehangenworden of in een werkschrift geplakt worden. De kinderen kunnen de broden kleuren, uit-knippen en tegen elkaar plakken en ophangen.Ze kunnen ook 2 papieren vissen en 5 broodjesop een papieren bordje leggen of in een mand-je. Zichtbaar onderwijs werkt stimulerend.

Afsluiting:De geldinzameling voor dit doel doen we inNederland op de scholen vaak met bijgeslotenbrood-en-vis kaarten. De kinderen krijgen zo’nkaart mee naar huis. Ouders, ooms, tantes,vrienden enz. betalen graag een paar broodjesen visjes voor deze actie. Zo’n cirkeltje van hetgekozen bedrag (of meerdere cirkeltjes) krijgeneen kruisje en de kinderen brengen later hettotaalbedrag en de kaart op school.

BONISA ZENDING15

GodsdienstBijbelvertelling en verwerking

Jo Lampoi wordt wakker van z'n vader en moederdie opstaan uit bed. Het begint al licht te wordenbuiten en het is nog maar 5 uur. Hij rekt zich uit endenkt terug aan een jaar geleden. Toen zijn z'nouders christen geworden nadat zendelingen hunverteld hadden over God. Er is veel verandert na dietijd. Jo Lampoi herinnert zich hoe de andere men-sen van de bergstam waar hij bij hoort boos waren,omdat z'n ouders in de Heere Jezus waren gaangeloven. Op school was het er ook niet makkelijkerop geworden. Nee... het was eerder moeilijkergeworden. Als ze ‘s morgens moesten bidden voorde leider van het land, deed hij niet mee. Dat had alvoor heel wat problemen gezorgd, want hij moesthet doen van de meester. De politie was ook alregelmatig aan de deur geweest. Ze haddengesprekken gehad met z'n vader en moeder en diewaren ook geslagen. Ze gingen zelfs zover dat zezeiden dat ze hem en zijn broertje andere ouderszouden geven, omdat hun eigen ouders hen niet opkonden voeden. Hij rilt als hij daaraan denkt... endat was nog niet alles. De dorpsbewoners haddenhet rijstveld van z'n vader helemaal vernield,omdat ze wilden dat ze weer in de geesten gingengeloven. En geen rijst betekent... geen eten. Maarwat een wonder... de Heere had er voor gezorgd datze niets tekort gekomen waren. Mensen vonden datzo bijzonder dat sommigen nu ook tot geloof warengekomen. Dat maakt gelukkig het leven nu een stukmakkelijker.

Als Jo Lampoi zich nog een keer uitrekt komt hijovereind van z'n matje. Aankleden hoeft niet meer,want hij slaapt altijd in de kleren die hij 's middagsna het wassen aantrekt. “Eten”, roept z'n moeder...de rijst is klaar. Even wachten hoor, ik moet nogbidden. Hij vouwt zijn handen en sluit z'n ogen enzo bidt hij of de Heere hem ook die dag wil helpenmet alles. Na het bidden gaat hij snel eten. Om 7uur begint de school al en hij wil graag nog even

met z'n vriendje spelen. “Dag mam” roept hij als hijhet trapje van de veranda afspringt. En weg is hij....

VRAGEN:

1. Je hebt net gelezen dat Jo Lampoi geplaagd werddoor zijn vriendjes op school. Dat was niet leuk.In de bijbel heeft de Heere Jezus al gezegd datwe als christenen vervolgd zullen worden. InJohannes 15 vers 20 staat: “Indien zij Mij ver-volgd hebben, zij zullen ook u vervolgen”. Wordjij ook weleens geplaagd omdat je naar de kerkgaat? Wat vind je daarvan?

2. In het land waar Jo Lampoi vandaan komt moetje als kind op school bidden tot de leider van hetland. Jo Lampoi wil dat niet meer doen en dat isbest moeilijk voor hem. In de bijbel staatimmers dat we geen andere goden mogen heb-ben dan God. Toch is het zo dat ook mensen inNederland afgoden hebben. Kun je een paarvoorbeelden noemen? Wie moet de eerste plaatsinnemen in ons leven?

3. Zendelingen hadden het evangelie aan JoLampois ouders verteld. Dat is heel mooi, wantanders hadden ze misschien nooit van de HeereJezus gehoord. Het was de opdracht van deHeere Jezus aan alle mensen die in Hem gelovenom ervoor te zorgen dat iedereen van Hemhoort. Heb je er weleens over nagedacht?

BONISA ZENDING16

Van een tentenmaker/zendingswerker in China

Lesdoel: Aan het einde van de les weten de kinderen datde panda in China leeft en weten ze dat hijbamboe eet. Ze maken in groepen een bamboe-bos met panda’s.

Materialen: Hout, lege doosjes, wattenstaafjes, kurken,papier, karton, chenilledraad, verf, scharen,lijm, grond.

Inleiding:Panda’s leven in China. De kinderen krijgen deopdracht om in groepjes een bamboebos metpanda’s te maken. Deze kleine bossen zullenaan het eind samengevoegd worden tot eengroot bos. Om dit goed te doen, moeten de kin-deren weten hoe panda’s leven en hoe bamboeeruit ziet. Deze dingen laat u de kinderen ophet Internet of in boeken opzoeken. Met dezeinformatie kunnen de kinderen straks aan deslag.

Kern:De kinderen overleggen eerst in de groepjeswelke kleuren gebruikt worden tijdens het ver-ven en/of maken van de panda’s en het bos.Daarna worden klassikaal de kleuren diegebruikt zullen worden, gekozen en besproken,zodat iedereen de kleuren weet. Hierna kunnen kinderen in groepjes aan deslag met de opdracht. Ze kunnen hiervoor deklaargelegde materialen gebruiken. Het boskan het beste gemaakt worden op een vierkan-te houten plank, of stevig stuk karton. De kin-deren mogen zelf weten hoe ze het aanpakken,maar aan het eind van de les moet er een kleinbamboebos met panda’s erin, gemaakt zijn.Het is handig als de kinderen zelf binnen degroepjes een taakverdeling maken, wie watdoet.

Afsluiting:Elk groepje heeft een bamboebos gemaakt.Deze bamboebossen worden bij elkaar gevoegdtot een groot bos met panda’s. Dit bos kan ineen hoek van het lokaal neergezet worden,zodat de Chinese sfeer een poosje blijft hangen.

BONISA ZENDING17

HandvaardigheidBamboebos met panda’s maken

Lesdoel: Aan het einde van de les kennen de kindereneen lied dat past bij het thema van de project-week, namelijk het thema ‘zending’.

Materialen:- Blokfluit, voor het aangeven van de melodie- Eventueel begeleiding van een orgel

Bijlage:Nr. 8: ‘Trouwe God, zo goed, zo groot’ Nr. 9: Tekst ‘Roept uit aan alle stranden’Nr. 10: Tekst en muziek ‘Roept uit aan allestranden’

Inleiding:De kinderen erop wijzen dat de Bonisa Zendingeen stichting is die zendingswerk ondersteuntin China. Vertel de kinderen dat dit lied ookpast bij dit thema.

Kern:Het aanleren van een zendingslied. De liederendie van toepassing zijn op het thema zendingzijn in de bijlage opgenomen.Overigens zijn dit enkele suggesties. Natuurlijkkunt u als leerkracht ook een ander lied dat vantoepassing is, de kinderen aanleren.

Verwerking:Zing met de kinderen andere (zendings)liede-ren.Eventueel meerdere coupletten van het geleer-de lied aanleren.

Afsluiting: De verwerking is tevens de afsluiting.

Andere tips voor muzieklessen:- ‘Samen delen’ (uit: ‘Alles wordt nieuw’ deel1, blz. 42)- ‘Twee vissen en vijf broden’ (uit: ‘Ook uitde mond der kinderen deel 1’, blz. 74)Dit lied is geschikt vanaf groep 5. - ‘Dank, trouwe Heer’ (uit: ‘Ook uit de mondder kinderen deel 2’, blz. 180)Dit lied is geschikt vanaf groep 3.- ‘Samen mogen wij nu geven’ (uit: ‘Ook uitde mond der kinderen deel 2’, blz. 184)Dit lied is geschikt vanaf groep 3. - Psalm 86:5- Psalm 87:3- ‘In andere landen, hier heel ver vandaan - ‘Wij leggen onze gaven’ - ‘Hoort gij die stemme’ - ‘Heer stuur een bijbel’ (uit de bundel:‘China een wereld voor God’, blz. 21)- yuk’ (uit: ‘Eigenwijs’, blz. 134) Dit lied is geschikt voor groep 3 en 4 .- ‘Er zijn kinderen op aarde’

BONISA ZENDING18

MuziekZendingslied

Lesdoel:Aan het eind van de les weten de kinderen wat kenmerkend is voor Chinese tapijten, hebben ze zelf een Chinees tapijt ontworpen en gemaakt met textielstiften op een oudlaken.

Materialen:Papier (voor een eerste ontwerp)Oude lakensTextielstiften

Bijlage:Nr. 11: Voorbeelden van Chinese tapijten

Inleiding:Vertel iets over de textielindustrie in China: InChina wordt veel stof gemaakt. Ze maken erzijde, met prachtige figuren erin geweven oferop geborduurd. Ze maken ook tapijten, voor-al in Tibet. Ze hebben het ‘tapijtweven’ vroegergeleerd van de Perzen. De Chinezen maken ookzulke mooie tapijten, alleen zitten er anderemotieven op. Van de Chinese tapijten zijn voor-al de randen erg apart. Deze zijn meestal opge-vuld met Chinese symbolen.Op de Chinese tapijten worden ook vaak din-gen afgebeeld uit de natuur, zoals takken metvogels e.d. Laat voorbeelden van Chinese tapijten zien, dieals bijlage bij deze les zitten.

Kern:De kinderen hebben nu gehoord en gezien hoeChinese tapijten eruit zien en wat de Chinesetapijten bijzonder maakt. De kinderen gaan nu zelf een Chinees tapijtontwerpen. Laat de kinderen eerst een paarminuten individueel nadenken over een ont-werp voor een tapijt. Van dat ontwerp makenze een kleine schets. Als ze de schets klaar heb-

ben, krijgen ze een grootstuk van een oud laken enmogen het tapijt met tex-tielstiften gaan maken. Hettapijt moet er Chinees uit-zien.

Verwerking:De kinderen maken hun eigen tapijt.

Afsluiting:Hang de tapijten op in de klas, zodat iedereende tapijten kan bekijken. Laat de kinderen ver-woorden waarom hun tapijt er Chinees uitziet.

Opmerking:Zoals de les hierboven is beschreven, maken dekinderen individueel een tapijt, maar dit kannatuurlijk ook in groepjes worden uitgevoerd.

BONISA ZENDING19

HandvaardigheidChinees tapijt maken

Vooraf: Het is de bedoeling dat de kinderen een zelfge-maakt schilderijtje maken met daarop Chinesetekens.

Lesdoel:Aan het einde van de les hebben de kindereneen zelfgemaakt schilderij gemaakt met daaropeen Chinees karakter.

Materialen:Stevig wit papierStevig gekleurd papierStanleymessenLinialen en potlodenOost-Indische inkt

Maar het kan ook met:Stevig wit papierGekleurd papier wat te knippen isZwart potlood / viltstift

Bijlage:Nr. 12: Chinese woorden (die gebruikt kunnenworden voor het geven van deze les)Nr. 13: Chinese tekens (die gebruikt kunnenworden voor het geven van deze les)

Inleiding:Laat het witte papier zien waar het Chinesekarakter op komt.Eerst het karakter of de karakters met potlooderop laten tekenen. Zorg ervoor dat de kinde-ren er rekening mee houden dat er een passe-partout om het geheel moet komen.Daarna het karakter met inkt in laten kleuren. Vervolgens maken de kinderen een passe-par-tout. Als u voor het dikke papier kiest, dan ishet verstandig om de kinderen met mesjes hetgeheel uit te laten snijden. Als u voor het dun-nere papier kiest, kunnen de kinderen het uit-knippen.Als laatste plakken de kinderen de passe-par-tout om hun schilderij.

Kern:De kinderen zijn bezig met het maken van hunschilderij.

Verwerking / afsluiting: Als de werkstukken helemaal klaar zijn, is hetleuk om met de kinderen naar de resultaten tekijken en vervolgens de schilderijen in de klasophangen.

BONISA ZENDING20

TekenlesSchilderij met Chinees woord

Lesdoel: Aan het eind van de les hebben de kinderengeleerd dat er heel veel verschillende Chinesetekens bestaan en hebben ze zelf in een halveaardappel een zelf ontworpen teken gemaakt,met een bijpassende betekenis, hiermee heb-ben ze op een decoratieve manier een bladgevuld.

Materialen: Voor ieder kind minimaal een aardappel, mesjeen papier, verf en verfdoosjes, kwasten, schor-ten en oude kranten

Bijlage:Nr. 12: Chinese woorden

Inleiding: Pak het papier met allerlei Chinese woorden(zie bijlage). Laat de kinderen deze tekens zienen lees de betekenis voor. Vertel erbij dat er weleen paar duizend verschillende tekens bestaanen dat die allemaal wat anders betekenen.

Kern:Aan de kinderen wordt met een voorbeeld uit-gelegd wat ze deze les gaan doen. Je verzint eerst een teken en tekent dat op eenpapier. Het moet niet te ingewikkeld zijn, wantje moet het wel kunnen uitsnijden.Je snijdt nu de aardappel doormidden.Je snijdt in een helft het teken uit (in spiegel-beeld(!), maar wanneer dit te moeilijk is, kan jehet ook laten zitten. Dan is het gewoon eenzelfbedacht teken van de kinderen). Verf deaardappel en stempel hem op het papier.

Verwerking:Wanneer ze één of meerdere tekens op papierhebben gezet, is het mooi om het geheel te ver-fraaien met een zelfgemaakte passe-partout.

Afsluiting:Aan het eind van de les laat je alle tekeningenbij elkaar op de grond leggen en evalueer je hetgeheel. Eventueel kun je ook een paar kinderenhun teken laten presenteren.

BONISA ZENDING21

TekenlesStempelen van Chinese tekens

BONISA ZENDING22

Lesdoel:Aan het einde van de les kennen de kinderenhet verhaal uit het prentenboek en zijn ze door de inhoud van dit boek meer te weten geko-men van zending in China.

Materialen:Het prentenboek, dat speciaal voor dit projectis gemaakt.

Kern:Het voorlezen van het prentenboek.

Verwerking:Stel vragen over het boek (zo controleer je ookof de kinderen het begrepen hebben).

Afsluiting: Kort op laten schrijven wat de kinderen aan-sprak (groep 4/5).Laat een tekening maken van wat de kinderenheeft aangesproken (groep 3).De resultaten op een groot vel papier verzame-len.

TaalVerwerking n.a.v. het prentenboek‘China, daar moet ik naar toe’

Een briefje schrijven/informatie over de BonisaZending

Vooraf:Deze les is als één les beschreven, maar is op tesplitsen in twee lessen, namelijk:Een les om de briefje te schrijven (taal).

Een les waarin een medewerker van Bonisavertelt over de stichting (geschiedenis).Misschien is deze les nog wat te moeilijk voorgroep 3. Je kunt dan wel als klas een brief op depost doen en iemand van de Bonisa Zendinguitnodigen, in plaats van de kinderen zelf eenbrief te laten schrijven.

Taal/GeschiedenisBriefje schrijven + bezoek

Lesdoel:Aan het einde van deze lessen zijn de kinderengemotiveerd en geïnteresseerd om actie te voe-ren (met als doel geld in te zamelen) voor deStichting Bonisa Zending. Door deze lessen zijnde kinderen heel veel te weten gekomen overde Bonisa Zending. Het is de bedoeling vandeze lessen dat de kinderen aan het eindeervan gemotiveerd zijn om voor het doel, eenspecifiek project van de Bonisa Zending, aanhet werk te gaan.

Materialen:PapierPenEnveloppenPostzegels

Bijlage:Nr. 14: Voorbeeldbrief

Inleiding:Leg de kinderen de bedoeling uit van datgenewat er nu komt. Je wilt namelijk als leerkrachtdat er een medewerker van de Bonisa Zendingtoelichting komt geven op het zendingswerkvan Bonisa. Je vertelt de kinderen dat je het leuk vindt, alsalle kinderen persoonlijk een briefje maken diebestemd is voor de Bonisa Zending. Met de kinderen bespreken wat de opzet vaneen formele brief is. (denk aan naam, adres,postcode, plaats van de school, de afzender, dedatum, de aanhef, enz..)Bespreek met de kinderen wat er zoal in debrief moet komen te staan. (in ieder geval moeter een uitnodiging voor een Bonisa-medewer-

ker in de brief komen). De kinderen moetennadenken over vragen die ze aan de Bonisa-medewerker willen gaan stellen.

Kern:De kinderen schrijven allemaal een eigen briefen deze worden allemaal op de post gedaan(desnoods in 1 enveloppe). In deze brief wordteen medewerker van de Bonisa Zending uitge-nodigd op school om meer te vertellen over deStichting, haar werk, haar ontstaansgeschiede-nis enz.De leerkracht voegt er een brief bij, die nog watextra toelichting geeft. Een voorbeeldbrief isbijgevoegd.

Als er een reactie van de Bonisa Zending isgekomen, laat je dit als leerkracht aan de kin-deren lezen en zien. Je vertelt de leerlingen ookhoe je het nu verder gaat regelen, zodat demedewerker van de Bonisa Zending daadwer-kelijk kan komen.

Verwerking:De verwerking van deze lessen zal bestaan uithet bezoek van de medewerker van de BonisaZending. Hij/zij zal vertellen over het ontstaan van dezestichting, maar vooral ook over het huidigfunctioneren van de Bonisa Zending.Door deze lessen wordt het doel waarvoor zijactie zullen gaan voeren veel duidelijker. Dekinderen zijn door deze lessen ook op de hoog-te van de noodzaak die er is om geld in tezamelen voor de Bonisa Zending.

Afsluiting: Dit kan zijn: een introductie van de te houdenacties.

BONISA ZENDING23

BONISA ZENDING24

Chinees recept makenKippensoep

Vooraf:

Omdat het niet zo praktisch is om met de heleklas een pan soep te maken, kunt u deze les bij-voorbeeld combineren met de les aardrijkskun-de. U kiest dan één groepje uit voor deze les,terwijl de andere kinderen dan de collages enPowerPoint presentaties maken.

Lesdoel:Om kennis te maken met de Chinese eetge-woonten, maken we met de hele klas kippen-soep.

Materialen:250 gram kipfilet1 eetlepel boter1 eetlepel droge sherry1 fijngesnipperde uiFijngemaakte selderijEetlepel sojaPeper / zout1 dunne prei1 ui2 kippenbouillontabletten1 ei1 eetlepel melk of water1 eetlepel olie50 gram mihoen1 eetlepel fijngehakte peterselie

Verder:KookplatenPlastic lepelsPlastic soepkommetjes

Inleiding:Geef de kinderen op papier wat precies dewerkwijze is om het recept te maken. Zo kuntu ook nog eens weglopen, om de andere groep-jes in de gaten te houden.

Zorg ervoor dat alle groepsleden een taak heb-ben, zodat ze met elkaar deze opdracht uitvoe-ren.

Kern:Was de kipfilets. Doe de boter in een pan envoeg sherry, ui, selderij, 1 eetlepel soja, peper,zout en 8 eetlepels water toe. Breng het wateraan de kook, leg de kipfilets in een pan en laatde kip in 15 a 20 minuten gaar worden. Maakintussen de prei en de ui schoon, was ze ensnijd ze in stukken. Maak deze zo fijn mogelijk. Doe de bouillontabletten in een soeppan, gietdaar 1 liter kokend water op en voeg de fijnge-maakte prei en ui toe. Snijd het vlees in stukken en doe het met hetkookvocht in de soeppan.Breng 1 liter water aan de kook en doe hier demihoen in. Schakel de warmtebron direct uit.Klop het ei los met melk of water en wat zout.Verhit de olie en bak hierin van het ei een ome-let. Giet de mihoen in een vergiet, overspoeldeze met koud water en doe ze in de soeppan. Snijd de omelet in hele smalle repen en doe zemet de peterselie in de pan. Laat de soep nogeen keer opkoken, proef de soep en voeg ernaar smaak wat zout en peper toe!

Eet smakelijk!

Verwerking / Afsluiting:Als afsluiting van de les eten de kinderen metelkaar de soep.

Opmerking:Dit is zomaar één van de vele recept suggesties.Als u op zoek wilt gaan naar andere recepten,kijk dan op www.gratisrecept.nl

BONISA ZENDING25

Lesdoel:Aan het einde van de les heeft de hele klas, ver-deeld in groepen, één grote maquette gemaakt.

Materialen:

Groep 1:Oude krantenBehangplakselGrote plank hout (triplex) om het landschap opte maken (2 m bij 1 m)

Groep 2:KleiLapjes stofSatéprikkers

Groep 3:Allerlei waardeloos materiaal (takjes, ijsstokjes,wattenstaafjes, karton, enz.)

Groep 4:KleiTakjesStrodraadVerf

Bijlage:Nr. 15: Plaatmateriaal van Chinese dorpenNr. 16: Plaatmateriaal van de natuur in ChinaNr. 17: Plaatmateriaal van ChinezenNr. 18: Plaatmateriaal over de Chinese muur

Inleiding:Leg eerst de opdracht uit: met elkaar een grotemaquette maken van een Chinees dorp.Daarvoor moet de klas in groepjes worden ver-deeld.

Groep 1:Een heuvelachtig landschap maken met papier-

maché. Door het landschap heen loopt kronke-lend de Chinese muur.

Groep 2:Chinese personen (klein!) maken met behulpvan klei. Is de klei goed droog, dan kunnen demensen geschilderd worden. Er kunnen ookdieren (panda’s) gekleid en worden. Eventueelkunnen de mensen en/of dieren ook met ande-re materialen gemaakt worden, zoals piep-schuimbolletjes en dergelijke.

Groep 3:Deze leerlingen maken een chinees dorp, voor-namelijk hutjes.

Groep 4:Deze leerlingen zorgen voor de opvulling vande maquette met natuur (bomen, e.d.). Denatuur in China is ruig!! Voordat je de kinderen aan het werk laat gaan,deel je bij elk groepje plaatmateriaal uit, wat inde bijlagen te vinden is. Zo kunnen de kinderenzich vast oriënteren op de opdracht.

Kern:Elk groepje werkt geheel zelfstandig zijnopdracht uit. De leerkracht begeleid, compli-menteert en/of helpt.

Verwerking: Eerst moet alles goed drogen. Dit kan op ver-schillende plaatsen in het lokaal. Pas enkeledagen later kunnen de Chinezen bijvoorbeeldecht bij de maquette gezet worden, net zoalshet groepje die de natuur heeft verzorgd en hetgroepje die het dorp heeft gemaakt.

HandvaardigheidMaquette van Chinees dorp

BONISA ZENDING26

Lesdoel:Door deze opdracht aan de kinderen te geven, kunnen ze datgene wat hen het meeste aan-sprak verwerken, laten zien en/of verwoorden.

Materialen:- Papier- Potloden / viltstiften- Pennen- Gekleurd papier- Scharen - Lijm- A3 papier (voor elk groepje 1)

Inleiding:Vertel de kinderen dat het project bijna is afge-lopen en dat ze als afsluitende les een collagegaan maken.Er is allerlei materiaal beschikbaar, zodat de

kinderen kunnen knippen, plakken, schrijvenen tekenen. Het gaat erom dat de kinderen methun collage laten zien wat zij geleerd hebbenvan het project, wat ze leuk vinden om te ont-houden enz.Verdeel de klas in groepjes van 2/3/4 (dat kuntu zelf kiezen).

Kern:De kinderen zijn in de groepjes bezig met hetmaken van hun collage.

Verwerking:Evalueer de resultaten door de kinderen degelegenheid te geven om hun collage aan deklas te presenteren.

Afsluiting:Geef de collages een plaats in de klas.

TekenenWat sprak je het meest aan?

Hieronder zijn in het kort nog wat extra lessug-gesties voor u op een rijtje gezet, met daarbijtevens nog verschillende bijlagen (puzzels endergelijke).Deze lessen kunt u – naast de bovenstaandelessen – ook uitvoeren wanneer u werkt overde Bonisa Zending. De lessen zijn misschienniet allemaal geschikt voor groep 3.

RekenenDe kinderen laten rekenen met de Chinesegetallen. Je kunt ze bijvoorbeeld zelf somme-tjes laten maken in het Chinees.

Bijlage:Nr. 19 Chinese getallen van 1 tot en met 10

TaalAan het eind van de week de kinderen eenopstel laten schrijven over wat ze geleerd heb-ben, wat hun geraakt heeft, hoe ze over hetwerk van de stichting denken.

TaalDe kinderen een opstel laten schrijven over eenChinees jongetje of meisje van hun leeftijd, diein China woont.

GeschiedenisSamen nadenken over het ontstaan van deChinese muur. Informatie hiervoor is te vindenop http://nl.wikipedia.org/wiki/Chinese_cultuur.

AardrijkskundeGeef de kinderen een Chinese landkaart. Op delandkaart moeten de kinderen (met behulp vande atlas) belangrijke plaatsen zetten, zoals: deChinese Muur, zendingsprojecten, de verbodenstad, enzovoorts. De kinderen kunnen ookgebruik maken van http://www.despeelwei-de.nl/chinamap/china2.htm; Een ander idee isom in groepjes de kinderen posters te latenmaken over belangrijke onderwerpen in China,zoals de natuur, de cultuur, belangrijke steden,de panda, enzovoorts.

(De volgende site is speciaal gemaakt voor kin-deren van groep 7 en 8 van de basisschool. Erstaat van alles op over China:http://ontwikkel.thinkquest.nl/~kla058/)

Bijlage:Nr. 20 Chinese landkaart

Sociale vaardigheidEen gesprek met de kinderen over je maniervan doen, over je gedrag. Hoe gedragenChinezen zich in de Chinese cultuur? Hoe doenwij? Waarom doen wij zo? Waarom doen zij hetanders?

BONISA ZENDING27

Extra lessuggesties