ZELFHULPGIDS VOOR HET OPLOSSEN VAN …hond+de+baas.pdf · ontwikkeling van probleemgedrag en hoe je...

102
Mijn hond de baas ZELFHULPGIDS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEEMGEDRAG DOOR MONIQUE APPELS

Transcript of ZELFHULPGIDS VOOR HET OPLOSSEN VAN …hond+de+baas.pdf · ontwikkeling van probleemgedrag en hoe je...

Mijn hond de baas

ZELFHULPGIDS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEEMGEDRAG

DOOR MONIQUE APPELS

Pagina 2 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Colofon

Monique Appels | Hondenuniversiteit

1e druk: oktober 2011

Vrijwaring

Bij het samenstellen van dit e-boek is de grootste zorg besteed aan de juistheid van de

hierin opgenomen informatie.

Monique Appels kan echter niet verantwoordelijk worden gehouden voor enige onjuist

verstrekte informatie in dit e-boek. Monique Appels is niet aansprakelijk te stellen voor

eventuele schade als gevolg van onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledig-

heden in dit e-boek evenals schade ten gevolge van het uitvoeren van handelingen.

Het is belangrijk dat deskundige begeleiding wordt gezocht als er geen of onvoldoende

kennis is van probleemgedrag bij honden of ervaring in het hanteren van probleem-

honden.

Over Hondenuniversiteit

Hondenuniversiteit.nl is een omgeving op internet opgezet voor gelijkgestemde

mensen die de kwaliteit van hun leven met hun hond(en) willen verbeteren, meer uit

het leven met hun hond willen halen, succesvoller willen worden met hun hond en

natuurlijk gelukkig zijn.

Op Hondenuniversiteit.nl vind je enorm veel waardevolle tips, trucs en technieken op

al deze fronten en zijn de Hondenuniversiteit.nl leden bereid om elkaar verder te

helpen via het blog, tijdens onze webinars en seminars of via het forum.

Hondenuniversiteit.nl is een platform voor hondeneigenaren, door hondeneigenaren.

Pagina 3 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Inhoudsopgave

Inleiding ............................................................................................................................ 4

Deel 1: de hond ................................................................................................................ 5

Hondengedrag begrijpen .............................................................................................. 6

Les in lichaamstaal ........................................................................................................ 8

Wat is probleemgedrag .............................................................................................. 20

Probleemgedrag voorkomen ...................................................................................... 21

Oorzaak probleemgedrag ........................................................................................... 36

Oplossing probleemgedrag ........................................................................................ 45

Casus probleemgedrag ............................................................................................... 54

Deel 2: de mens .............................................................................................................. 62

Inleiding ...................................................................................................................... 63

Conditionering door de eigenaar ............................................................................... 66

De noodzaak van gedragsverandering ....................................................................... 66

De ultieme succesformule .......................................................................................... 80

Jouw eigen volhardingsinventaris .............................................................................. 86

Tot slot ............................................................................................................................ 88

Bijlage 1 – Operante conditionering ............................................................................... 89

Bekrachtiging .............................................................................................................. 89

Correctie ..................................................................................................................... 91

Bijlage 2 – Planningen ..................................................................................................... 94

Maandplanning ........................................................................................................... 94

Weekplanning ............................................................................................................. 95

Dagplanning ................................................................................................................ 96

Bijlage 3 – Wie is de slimste ........................................................................................... 97

Leervaardigheid .......................................................................................................... 98

Probleemoplossend vermogen .................................................................................. 99

Gehoorzaamheid ...................................................................................................... 100

Bibliografie .................................................................................................................... 101

Pagina 4 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Inleiding

Probleemgedrag bij honden groeit. Er komen ook steeds meer honden en honden zijn

een serieus onderdeel van ons gezin geworden. Dat heeft zo zijn voor- en nadelen.

Omdat wij honden beschouwen als een volwaardig lid van het gezin, nemen we hen

ook serieus. En dus worden problemen ook serieus behandeld. Waar een hond vroeger

een schop kreeg als hij beet of werd afgemaakt of aan zijn lot werd overgelaten als hij

zijn taak niet naar behoren vervulde, gaan we tegenwoordig naar de psycholoog die

gespecialiseerd is in probleemgedrag bij honden: de kynologisch gedragstherapeut. En

goede ontwikkeling zou je zeggen wat zeker het welzijn van de hond bevordert.

Maar er is ook een keerzijde. Honden worden gezien als mensen in een andere

verpakking. We kleden ze aan en doen ze halsbanden om bezaaid met juwelen. We

houden hele gesprekken met ze en verwachten dat ze ons dan begrijpen. Ze reageren

immers met een kwispelende staart, een scheefgehouden koppie of likken onze

handen. Op het eerste gezicht zou je denken dat de hond niet lijdt onder al deze aan-

dacht, toch is deze benadering de oorzaak van nogal wat probleemgedrag.

Het groeiend aantal kynologisch gedragstherapeuten en andere hondenpsychologen,

hondenfluisteraars, hondentolken of hoe ze zich ook noemen heeft nog niet gezorgd

voor een daling van het aantal probleemgevallen. Sterker nog, ondanks onze goede

bedoelingen en toegenomen kennis zijn gedragsproblemen bij honden anno 2011 nog

altijd ruimschoots aanwezig.

Dit e-boek is een zelfstudieboek en bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft een

overzicht van mogelijke oorzaken van probleemgedrag en voorbeelden van

oplossingen hiervoor. Het tweede deel gaat over de invloed van de mens op de

ontwikkeling van probleemgedrag en hoe je als baas op een harmonieuze manier met

je hond kunt omgaan.

Veel lees- en leerplezier!

Monique Appels

Pagina 5 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Deel 1: de hond

Pagina 6 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Hondengedrag begrijpen

Wanneer je hondengedrag goed wilt begrijpen, moet je weten wat de oorzaak van het

gedrag is, wat de functie is, hoe het gedrag zich ontwikkeld heeft en hoe het is

ontstaan. Hiervoor is het belangrijk dat je kruipt in de huid van jouw hond en dat is nou

juist het moeilijkste!

Oorzaak

GEDRAG = PRIKKEL + CONTEXT + MOTIVATIE

Stel, jouw hond blaft als er een onbekend persoon nadert/passeert (prikkel) op zijn

eigen terrein (context) om zijn territorium te beschermen (motivatie).

Het één kan niet zonder het ander. Deze zelfde hond zal niet blaffen als niemand het

nadert/passeert (prikkel ontbreekt) of wanneer hij op onbekend terrein is (andere

context en dus geen motivatie).

De oorzaak van gedrag ligt altijd in een combinatie van prikkel, context en motivatie.

Het is feitelijk een optelsom van factoren.

Prikkel

De prikkel is een verandering in de omgeving waarop een hond reageert.

Context

De context is de omstandigheid waarin de prikkel aangeboden wordt.

Motivatie

De motivatie is een interne gemoedstoestand die de reactie op de prikkel bepaalt.

Pagina 7 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Functie

Gedrag moet een functie hebben anders is het nutteloos en kost het energie. Een hond

die blaft op eigen territorium bij de benadering of het passeren van mensen heeft een

waarschuwingsfunctie.

Ontwikkeling

Door de consequentie van het gedrag leert de hond. In dit voorbeeld zullen passanten

of bezoekers weglopen/doorlopen vanwege de dreiging die van het blaffen uitgaat.

Ontstaan

Wanneer het gedrag ontstaan is, is een belangrijke onderzoeksvraag en zegt veel over

de motivatie en dus de te verwachten resultaten bij training/therapie.

Pagina 8 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Les in lichaamstaal

Lichaamstaal in onderdeel van gedrag en zegt veel over de motivatie van de hond.

Toch is er ook nog veel onduidelijkheid over de diverse lichaamshoudingen van een

hond.

Die onduidelijkheid zit hem vooral in het feit dat wij honden fokken met verschillende

staartstanden. Dat zorgt vaak voor spraakverwarring. Bij ons en dus ook bij onze

honden.

We kunnen het natuurlijk – onnodig – moeilijk maken maar eigenlijk is het redelijk

eenvoudig. Als we naar lichaamshouding kijken onderscheiden wij als eerste stand van

oren en staart. Er zijn drie verschillende standen. Als je daarvan uitgaat, wordt het een

stuk makkelijker.

Oren

Oren kunnen een neutrale stand hebben. Voor honden met rechtopstaande oren

betekent dit dat ze iets naar de zijkant zijn gedraaid. Voor honden met hangende oren

betekent dit dat ze plat langs de kop vallen. Eigenlijk zie je dat alleen bij honden die

slapen of die echt rustig ontspannen liggen.

rechtopstaand oor hangend oor

Pagina 9 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Er zijn natuurlijk vele soorten oren en dus zal de neutrale stand af kunnen wijken. Hoe

langer het oor, hoe lastiger het ook te zien is. Honden met tiporen hebben een

oorstand vergelijkbaar met die van honden met rechtopstaande oren.

Oren kunnen ook naar achteren gedraaid worden. Wanneer jij een hond contact

aanbiedt zal deze in de meeste gevallen naar jou toekomen met de oren naar

achteren. Dat kan er zo uitzien.

rechtopstaand oor hangend oor

Zoals je op de linkerfoto goed kunt zien, kunnen oren ook afzonderlijk van elkaar

bewegen. Het rechteroor is minder ver naar achteren geplaatst dan het linkeroor.

Verwar dit niet met angst. Bij angst heeft een hond zijn oren ook naar achteren gericht

maar zal niet naar je toekomen als je contact zoekt; hij vlucht of verstart (en zoekt dan

vaak steun bij de baas). Een angstige hond heeft de oren zo ver naar achteren dat zij

soms in de vacht verdwijnen.

Pagina 10 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

De laatste variant is de oren naar voren. Honden die hun oren naar voren richten doen

dat wanneer ze attent zijn op een prikkel. Een hond met rechtopstaande oren draait

zijn oorschelpen naar voren waardoor de oren dichterbij elkaar lijken te staan. Honden

met hangende oren doen hetzelfde waardoor de oren aan de achterkant van de kop

afgedraaid worden. Dat ziet er zo uit.

rechtopstaand oor hangend oor

lang hangend oor tipoor

Pagina 11 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Bij sommige honden is het heel lastig of helemaal niet te zien. Bijvoorbeeld met lange

oren in combinatie met een eenkleurige vacht en/of veel haar. Andere honden hebben

ook moeite deze honden te lezen.

Pagina 12 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Maar wat nou als je een rechtopstaand en een hangend oor hebt? Nou dan ziet het er

dus zo uit …

Staart

De staart is een belangrijk onderdeel in de communicatie van honden zowel onderling

als naar ons toe. En over de staartstand en zijn betekenis is wellicht nog meer

verwarring dan over die van de oren.

Pagina 13 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Net als bij de oren, heeft de staart drie standen: neutraal, lager dan neutraal en hoger

dan neutraal. Natuurlijk zitten daar vele varianten in maar de basis blijft hetzelfde.

Bij een neutrale staartstand hangt de staart ontspannen naar beneden.

Een hond heeft een staartstand lager dan neutraal als zijn staart zijn anus afdekt. De

variatie in lager, nog lager of laagst zit hem in de spanning waarmee hij zijn anus

afdekt.

Een staart is hoger dan neutraal als de staart vrijkomt van de anus. Enkele voor-

beelden van staartstanden:

neutraal In ieder geval niet hoog

hoger dan neutraal lager dan neutraal

Pagina 14 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Het misverstand zit vaak in het gegeven dat wij een neutrale staartstand verwarren

met een staartstand volgens de rasstandaard. Daarom wordt gezegd dat de neutrale

staartstand voor elke hond anders is. Dit is onjuist. Als de rasstandaard aangeeft dat de

hond zijn staart hoog moet dragen (Beagle, terriërs) betekent dit niet dat deze stand

dus neutraal is.

Een hond met een hoge staart communiceert iets anders dan een hond met een

neutrale staart! En aangezien honden geen idee hebben van rasstandaarden, lopen

een Beagle en Jack Russell dus vaak in een hoge houding over straat. Toch kan hij echt

zijn staart wel laag dragen. Jack Russell-eigenaren weten dat.

De linkerfoto op de vorige pagina is een Siberische husky. In de rasbeschrijving staat:

“Als de hond alert is, wordt de staart in een sikkelvorm over de rug gedragen. In rust

hangt hij neerwaarts”1.

Het is niet voor niets dat terriërs over het algemeen meer problemen ondervinden met

andere honden dan windhonden.

Lichaam

Aan de rest van het lichaam valt ook veel af te lezen.

Honden die een hoge houding aannemen, staan hoog op de poten waarbij de spanning

in het lichaam zichtbaar is en ze maken zich groot.

Honden die een lage houding aannemen maken zich klein, zakken wat door de poten.

1 De grote hondenencyclopedie van Esther Verhoef, uitgave 2002

Pagina 15 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Conflicten

Wanneer komen conflicten voor? Conflicten kunnen zich voordoen wanneer de

lichaamstaal van een hond niet goed te lezen is. Denk aan honden met veel haar, veel

rimpels, kleine of geen staart of andere uiterlijke kenmerken die de communicatie

bemoeilijken.

Wanneer uiterlijke kenmerken niet in de weg zitten, kan gesteld worden dat hoe

groter het relatieve houdingsverschil, hoe kleiner de kans op een conflict. Op onder-

staande foto’s zie je duidelijk het verschil in staartstand.

niets aan de hand – samen op de hei wij kunnen best aan één stak met z’n tweeën

De foto’s op de volgende pagina geven duidelijk wel spanning aan. Op de bovenste

foto is er nauwelijks houdingsverschil tussen beide honden. Ze dragen hun staat hoog

en hun oren iets naar achteren (ambivalent). Er wordt nog oogcontact vermeden maar

de spanning is zelfs vanaf de foto voelbaar. Deze blijft tot één van beide zijn staart laat

zakken. Hier is het dus wel oppassen geblazen.

Van de hond op de onderste foto gaat behoorlijk wat dreiging uit: hij fixeert in een

hoge houding. Die dreiging wordt nog versterkt door het donkere masker (kleurstelling

van de kop) in combinatie met de blauwe ogen. De staart is niet scherp en dat

impliceert dat hij kwispelt. Weliswaar langzaam maar laat je hierdoor niet in de maling

nemen; kwispelen is een vorm van spanning niet van blijdschap.

Pagina 16 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Pagina 17 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Ambivalent gedrag

Honden laten vrijwel nooit alleen maar een hoge of alleen maar een lage houding zien.

Bekijk maar eens een groep honden en je zult zien dat houdingen constant wisselen.

Staarten gaan van hoog naar laag en oren van achteren naar voren. Dat zijn

ambivalente houdingen.

Ambivalent wil zoveel zeggen als twijfel. “Ambivalentie is een staat van in conflict

zijnde emoties die gerelateerd zijn aan hetzelfde object, idee of persoon (bijvoorbeeld,

gevoelens van liefde en haat voor iets of iemand). De term wordt ook vaak gebruik om

situaties aan te duiden waar men gemengde gevoelens over heeft, of iets waar een

persoon onzeker of besluiteloos over is.”2

Zo vertoont een hond ambivalent gedrag als hij aan de ene kant bang is van een

andere hond maar toch ook nieuwsgierig is en toenadering wil zoeken. Hieronder twee

voorbeelden van een ambivalente lichaamshouding. Beide honden hebben de oren

naar achteren en de staart hoog.

Toch wel spannend zo’n show … Toch wel spannend zo’n demonstratie …

2 Wikipedia

Pagina 18 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Andere vormen van conflictgedrag

Een hond heeft verschillende vormen van gedrag die vertellen dat hij in conflict is. Een

aantal voorbeelden:

Tongelen – het snel in en uit de bek bewegen van het uiteinde van de tong

Hijgen – kort en snel

Bek-likken – de eigen bek aflikken

Uitschudden (droge vacht)

Niezen

Snuffelen (als er niets te ruiken valt)

Krabben (als er geen jeuk is)

Gapen

Uitrekken

Markeren

Pootheffen

Trillen

Piepen

Hoog blaffen

Het vereist enige training om dit gedrag te herkennen en op waarde te schatten. Je zult

merken dat als jij erop gaat letten, jouw hond regelmatig conflictgedrag vertoont. Op

zich geen punt en niets om je zorgen over te maken behalve als het veelvuldig voor-

komt of wanneer jouw hond meer dan drie van bovengenoemde signalen vertoont.

Dan is er sprake van echte stress en moet de hond snel uit die conflictsituatie gehaald

worden.

Pagina 19 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Iets aan de hand of niet?

Bij het maken van deze foto werd de eigenaar van de herder (de bruine hond op de

voorgrond) erg boos op mij. In plaats van het nemen van de foto had ik beter mijn

“agressieve” hond bij mij kunnen roepen (de poolhond met de hoge houding).

Veel mensen verwarren een hoge houding met agressie. Als een hond een hoge

houding aanneemt, toont hij zich zelfverzekerd. Een zelfverzekerde hond heeft geen

agressie nodig. De herder heeft dat heel goed begrepen en toont een lagere houding

ten opzichte van de poolhond. Hij wil immers geen conflict, hij wil contact.

Een paar seconden later liepen ze rennend achter elkaar aan te spelen …

Pagina 20 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Wat is probleemgedrag

Gedrag is pas een probleem wanneer dat door jezelf, een ander of de hond als

probleem wordt beschouwd. Context is hier een belangrijke factor.

Zo zal het waakgedrag van een hond op een bedrijventerrein door niemand als

probleem worden beschouwd (behalve misschien door een potentiële inbreker) maar

als diezelfde hond dat gedrag in een woonwijk vertoont, is het wel een probleem.

Een hond die onzindelijk is wanneer hij alleen gelaten wordt, geeft een probleem voor

de eigenaar - omdat hij zijn huis moet schoonmaken bij thuiskomst - maar zeker ook

voor de hond!

Voor sommige mensen is baknijd een probleem. Baknijd of voernijd is het verdedigen

van voer door agressie (dreigen, uitvallen, bijten). Wanneer je een hond met rust laat

als hij eet, is er geen probleem.

Wanneer een hond constant op de bank springt terwijl jij dat niet wilt, is dat een

probleem. Voor iedereen die het gezellig vindt met de hond op de bank, is er dus geen

probleem.

Kortom, een probleem is individueel. Maar ook onze veranderende maatschappij zorgt

voor meer probleemgedrag. Van alle rashonden werd 90% vroeger gefokt voor (assis-

tentie bij) de jacht, het hoeden van vee of ter bewaking (van terrein of kudde). Deze

eigenschappen worden momenteel veelal als probleem gezien.

Of wat te denken van de gravende Jack Russell en de trekkende Husky. Voorbeelden

van eigenschappen die bij het ras horen maar nu als probleem ervaren worden. De

asiels zitten vol met deze honden.

Pagina 21 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Probleemgedrag voorkomen

Een belangrijke factor in de oorzaak van probleemgedrag is de erfelijkheid dus het

aangeboren gedrag. Wanneer je kiest voor een rashond dan is al min of meer duidelijk

welk gedrag tot een probleem zou kunnen gaan leiden. Je kunt hier dus rekening mee

houden door voor een ras niet of juist wel te kiezen.

De FCI (internationale overkoepelende organisatie voor rashonden) hanteert 10 ras-

groepen volgens een systeem wat nogal wat verwarring veroorzaakt: sommige ras-

groepen zijn ingedeeld naar oorspronkelijk werkdoel van de hond (herders en veedrij-

vers) en sommigen op uiterlijk (keeshonden en oertypen).

Groep 1: herdershonden en veedrijvers

Groep 2: pinschers en schnauzers, molossers, berg- en sennenhonden

Groep 3: terriërs

Groep 4: dashonden

Groep 5: keeshonden en oertypen

Groep 6: lopende honden en zweethonden

Groep 7: staande honden

Groep 8: retrievers en waterhonden

Groep 9: gezelschapshonden

Groep 10: windhonden

Deze indeling is niet altijd even logisch. Een paar voorbeelden:

De Saarlooswolfhond is ingedeeld in rasgroep 1. Deze hond heeft nog nooit een kudde

schapen in een hoek gezet. Het enige werk wat deze hond ooit matig succesvol heeft

verricht is als blindengeleidehond, begin jaren vijftig.

Pagina 22 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

De Newfoundlander is geen berghond en was nooit een kuddebewaker maar is wel

ingedeeld in rasgroep 2. Het was een trekhond voor zware lasten en werd (en wordt

nog altijd) gebruikt voor waterwerk o.a. het redden van mensen uit het water. Gezien

zijn oorspronkelijke gebruiksdoel en afstamming (die parallel loopt aan die van de

Labrador) zou een indeling in rasgroep 8 meer op zijn plaats zijn.

De Rottweiler is ingedeeld in rasgroep 2 omdat hij qua bouw onder de molossers valt.

Van oorsprong is de Rottweiler, net als zijn Belgische collega de Bouvier, een veedrijver

en zou beter in rasgroep 1 thuishoren.

De indeling van de Dalmatische hond in rasgroep 6 is ook twijfelachtig, terwijl de

Yorkshire terriër beter zou passen in rasgroep 9 en de Grote poedel in rasgroep 8.

Om over rasgroep 5 nog maar te zwijgen; dit is een samenraapsel van jachthonden,

herders, sledehonden (uit het hoge noorden) en haarloze honden (uit het warme

zuiden).

Kortom, de FCI-indeling zegt iets maar lang niet alles over genetische eigenschappen.

Beter is te kijken naar de diverse gebruiksdoelen en de FCI-indeling los te laten.

Newfoundlander Grote poedel

Pagina 23 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Kuddebewakers/berghonden

De enige eis die aan deze honden wordt

gesteld is een zwak ontwikkeld roofdier-

patroon. De kuddebewaker/berghond

hoort niet te jagen maar te verjagen. Hij

mag immers de kudde niet in de steek

laten maar hoort met veel tam-tam roof-

dieren af te schrikken. Berghonden

worden nog overal ter wereld gebruikt.

Karakter

Bedaard en rustig

Groot uithoudingsvermogen

Beperkt trainbaar

Grote zelfstandigheid

Gereserveerd naar mensen

Gedragsproblemen

Blaffen

Agressie naar honden (vooral de reuen)

Rassen

Sint Bernard (foto)

Leonberger

Pyreneese berghond

Kuvasz

Tibetaanse mastiff

Pagina 24 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Lopende honden

Lopende hond is een ander woord voor

brak. Brakken zijn honden die ingezet

worden voor het drijven van diverse

soorten wild. Ze hebben allen een uitste-

kend reukvermogen en werken vrijwel

allemaal in groepen (meutes). Brakken

bezitten een luide stem en hebben han-

gende oren.

Karakter

Actief, zeker buiten

Beperkt trainbaar m.u.v. de Basset Fauve de Bretagne

Grote zelfstandigheid

Sociaal met andere honden

Zeer veel jachtinstinct

Gedragsproblemen

Weglopen

Blaffen

Niet alleen kunnen zijn

Rassen

Beagle

Bassethound

Franse basset (foto)

Bloedhond

Griffon (diverse typen)

Pagina 25 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Veedrijvers

In het verleden werden veedrijvers

gebruikt om runderen en paarden te drij-

ven van het land naar de boerderij (en

terug) maar ook naar de stad voor de

marktdagen en terug naar huis moesten

ze de portemonnee van de boer bewa-

ken. In Australië wordt nog wel gewerkt

met cattledogs.

Karakter

Zelfverzekerd, zelfstandig en stabiel

Hoge prikkeldrempel

Terughoudend naar vreemden

Waaks en uitermate beschermend

Minder sociaal naar andere honden

Gedragsproblemen

Hakkenbijten

Vechten

Dominant gedrag

Rassen

Bouvier

Rottweiler

Zwitserse sennenhonden

Australian cattledog (foto)

Welsh corgi’s

Pagina 26 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Herdershonden

Herdershonden zijn schapendrijvers die,

in tegenstelling tot de veedrijvers, met

de herder samenwerken. Ze komen in

een enorme diversiteit aan uiterlijk voor.

In berggebieden werken ze samen met

kuddebewakers. De tegenwoordige her-

dershond is in te zetten voor bijna alle

vormen van werk of sport.

Karakter

Waaks

Zeer goed in staat tot samenwerking, goed gehoorzaam

Veel beweging nodig, groot uithoudingsvermogen

Binnen rustig, buiten actief

Zeer snel leervermogen

Gedragsproblemen

Jagen

Vechten

Blaffen

Rassen

Duitse, Hollandse en Belgische herder

Border collie

Shetland Sheepdog (foto)

Schapendoes

Schotse herdershond

Pagina 27 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Windhonden

Alle windhonden zijn jagers, ze jagen op

zicht en niet op geur. Zodra ze wild zien,

gaan ze er achteraan net zo lang tot ze de

prooi te pakken hebben. Deze zogenaam-

de lange jacht is in heel Europa verboden

en dus moeten ze hun energie kwijt op

de windhondenrenbaan.

Karakter

Tijdens de jacht: fel, doortastend en spijkerhard

Thuis: uiterst kalm en zachtmoedig, het liefst op schoot

Redelijk gehoorzaam

Tikkeltje afstandelijk naar vreemden

Zeer veel beweging nodig, groot uithoudingsvermogen

Gedragsproblemen

Jagen

Doden van (kleine) huisdieren

Weglopen

Rassen

Greyhound

Afghaanse windhond

Ierse wolfshond (foto)

Whippet

Deerhound

Pagina 28 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Molossers/dogachtigen

Het fysieke kenmerk van de dogachtigen

is hun zware skelet, brede schedel en

relatief korte snuit. Deze honden werden

vroeger als krijgshonden gebruikt en

ingezet bij oorlogen maar ook in de arena

tegen slaven, wilde dieren of soortgeno-

ten. De tegenwoordige dog is voorname-

lijk huishond.

Karakter

Vasthoudend

Waaks

Kalm en zelfverzekerd

Hoge prikkeldrempel

Traag leervermogen

Gedragsproblemen

Dominant gedrag

Agressie naar honden

Angstagressie

Rassen

Bordeaux dog

Engelse bulldog

Duitse dog

Bullmastiff (foto)

Cane corso

Pagina 29 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Terriërs

Terriërs zijn laag- of hoogbenige honden

die ingezet werden als verdelgers van alle

voor mensen schadelijk diersoorten

zowel boven als onder de grond. En ook

tegenwoordig doen ze dit werk nog

graag. Je hebt gegarandeerd geen last

van muizen met een goede terriër in de

buurt.

Karakter

Actief tot zeer actief

Groot uithoudingsvermogen

Redelijk trainbaar

Zelfstandig

Lage prikkeldrempel

Gedragsproblemen

Agressie naar honden en mensen

Blaffen

Graven

Jagen

Rassen

Parson (Jack) Russellterriër

West Highland white terriër

Yorkshireterriër

Staffordshire Bullterriër (foto)

Pagina 30 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Retrievers en spaniëls

Kort gezegd zijn de taken als volgt:

retrievers en spaniëls worden gebruikt

als hulp bij het jagen waarbij de spaniel

het wild opspoort en eventueel opstoot

en de retriever het aangeschoten wild

terugbrengt bij de jager. Deze honden

hebben dus een grote behoefte aan

samenwerking.

Karakter

Actief (de spaniëls zowel binnen als buiten, de retrievers voornamelijk buiten)

Groot uithoudingsvermogen

Redelijk tot zeer goed trainbaar

Mensgericht, vriendelijk en gehoorzaam

Vrijwel niet waaks

Gedragsproblemen

Bezitsagressie

Vechten

Te grote terughoudendheid

Rassen

Labrador retriever

Golden retriever

Engelse cocker spaniel

Cavalier King Charles spaniel

Flatcoated retriever (foto)

Pagina 31 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Staande honden

Staande honden zijn honden die wild

opsporen zonder geluid te maken met

neus en hoofd hoog en het vervolgens

aanwijzen door te blijven staan en met

naar voren gestrekt lichaam en opgetrok-

ken voorpoot het wild aan te wijzen. Van

sommige honden wordt verwacht dat zij

na het schot ook het wild apporteren.

Karakter

Binnen rustig, buiten zeer actief

Veel beweging nodig

Varieert van niet waken (Viszla) tot zeer goed waken (Weimaraner)

Redelijk tot goed trainbaar

Geschikt voor vele hondensporten

Gedragsproblemen

Verlatingsangst

Jagen

Nervositeit

Rassen

Viszla

Duitse staande hond

Friese Stabij

Weimaraner (foto)

Ierse setter

Pagina 32 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Sledehonden

Sledehonden hebben tot doel het trek-

ken van een slee hoewel sommigen ook

als jachthond gebruikt werden. De mees-

te van deze honden willen dan ook eigen-

lijk niets anders dan trekken. Bij gebrek

aan sneeuw kunnen de honden voor een

kar gespannen worden om aan hun

natuurlijke behoefte te voldoen.

Karakter

Binnen rustig, buiten (zeer) actief

Zelfstandig en hard

Niet waaks

Slecht tot redelijk trainbaar

Nogal vocaal ingesteld

Gedragsproblemen

Niet alleen kunnen zijn

Weglopen

Jagen

Rassen

Siberische husky

Alaska malamute (foto)

Samojeed

Groenlandse hond

Bijzonderheden: alle genoemde rassen mogen in Nederland voor een slee of kar

gespannen worden om te trekken, voor overige rassen is dit verboden.

Pagina 33 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Gezelschapshonden

De naam zegt het al: het zijn honden die

gefokt zijn om ons gezelschap te houden.

Er is een grote variatie gezelschapshon-

den met een diversiteit aan ontstaans-

geschiedenis. Ze hebben echter allen één

eigenschap gemeen en dat is dat ze vier

poten hebben en dus heel goed zelf kun-

nen lopen!

Karakter

Vriendelijk, meegaand en mensgericht

Weinig (Chihuahua) tot veel beweging (Grote Poedel) nodig

Slecht (Pekingees) tot zeer goed gehoorzaam (Markiesje)

Sociaal met soortgenoten

Redelijk tot goede wakers

Gedragsproblemen

Niet alleen kunnen zijn

Onzindelijkheid

Little Dog Syndrome

Rassen

Pekingees

Shih tzu

Maltezer

Chihuahua (foto)

Mopshond

Pagina 34 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Dashonden (teckels)

Teckels bestaan er in drie varianten

(standaard, dwerg en kaninchen) met alle

drie haartypen (ruwhaar, korthaar en

langhaar). Vroeger werd de teckel

gebruikt voor de jacht op vossen en

dassen. Dat zijn nu beschermde diersoor-

ten en dus is die functie vervallen. De

teckel is daarom huishond geworden.

Karakter

Moed, doorzettingsvermogen en hoge intelligentie

Slecht tot redelijk gehoorzaam

Zelfstandig

Waken zeer goed

Redelijk tot goed met andere honden

Gedragsproblemen

Agressie naar honden en mensen

Bijten

Jagen

Rassen

Negen variaties: drie typen met elk drie soorten vachten. In een nest kunnen

verschillende typen voorkomen, het definitieve type kan pas met 15 maanden

bepaald worden aan de hand van de borstomvang.

Pagina 35 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Kruisingen

Naast een enorme variatie aan rashonden staat een nog grotere variatie aan krui-

singen. Het merendeel van de huidige rashonden is ook ontstaan uit diverse kruisingen

veelal bedoeld om bepaalde eigenschappen te versterken. Het gaat hier dus om

bewuste kruisingen.

Een voorbeeld van zulke kruisingen is de Alaskan husky: de Siberische husky, de Alaska

malamute en nog andere snelle honden (meestal lopende honden, windhonden en

retrievers) met het doel de ultieme sledehond te krijgen. Of dat doel al bereikt is, weet

ik niet maar deze honden doen het in ieder geval een stuk beter dan de oorspronke-

lijke rassen en zijn zeer geliefd in de sledehondensport.

Inmiddels is de Labradoodle erg populair: kruising tussen Labrador en Poedel gefokt

voor mensen met een allergie tegen hondenhaar (die niet allergisch zijn voor het haar

van de Poedel). Beide gezeglijke rassen zorgen voor een prima huishond.

Toch wordt niet altijd het gewenste resultaat bereikt getuige de Saarlooswolfhond.

Leendert Saarloos had de ideale politiehond voor ogen en kruiste een Duitse herder

met een wolvin. Het resultaat was alles behalve de ideale politiehond namelijk een

hond die bij de minste geringste dreiging al ver weg vluchtte. Hij had wellicht meer

succes gehad met een Yorkshire terriër!

Er zitten dus risico’s aan kruisingen. Bij honden die verwant zijn of waar de karakters

dichtbij elkaar liggen, is de uitkomst nog wel enigszins voorspelbaar maar wat als je

meerdere pittige karakters kruist? In Amerika is de zogenaamde Canis Panther behoor-

lijk populair: een mix van Duitse dog, Labrador, Dobermann en Amerikaanse

Staffordshire terriër: echt een leuke gezinshond en lief voor kinderen….

Van alle geregistreerde bijtincidenten is aangetoond dat zij veelal komen van

kruisingen (waarvan meestal de herkomst niet meer te achterhalen is).

Pagina 36 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oorzaak probleemgedrag

Alvorens je een oplossing kunt vinden voor het probleemgedrag van jouw hond, zal

eerst de oorzaak helder moeten zijn. Je moet dus eerst een diagnose stellen. Net als

een (dieren)arts dit doet voordat een medicijn voorgeschreven wordt.

Om een diagnose te kunnen stellen moeten de prikkel, context en motivatie bekend

zijn. De prikkel, context en de reactie hierop (het gedrag) zijn meetbaar. De motivatie

niet. Deze kan echter wel boven tafel komen door jezelf de juiste vragen te stellen.

Prikkels

Prikkels worden via de zintuigen waargenomen waarbij de neus (de geurprikkel) de

belangrijkste is, gevolgd door de visuele prikkel (ogen), geluidsprikkel (oren), tast en als

laatste smaak.

Veelal bestaat een gebeurtenis uit meerdere prikkels. Jij loopt naar jouw hond om hem

te straffen en geeft daarmee drie prikkels namelijk de visuele (jij loopt naar de hond

vermoedelijk met een dominante houding), de geluidsprikkel (jij moppert of

schreeuwt) en de tastprikkel (jij pakt de hond bij zijn nekvel).

Bedenk dat honden prikkels op een andere manier ervaren dan wij mensen. Zo kunnen

honden vele malen beter ruiken en horen en daarom soms reageren op prikkels die

voor ons niet waarneembaar zijn.

Bij het zoeken naar de oorzaak van probleemgedrag is de afstand tot de prikkel van

belang omdat dit iets zegt over de vorm van therapie die toegepast kan worden.

Wanneer jouw hond gromt bij zijn voerbak als jij in de buurt bent, is het dus belangrijk

te weten op welke afstand jij staat voordat de hond gaat grommen. Wellicht gaat hij

pas grommen als jij je hand uitsteekt of zelfs pas als jouw hand al in de voerbak zit.

Pagina 37 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Context

Gedrag is plaats-, situatie- en persoonsgebonden. Voorbeelden van contextgebonden

gedrag zijn:

Jouw hond trekt bij jou maar loopt netjes aan de lijn bij jouw partner.

Jouw hond valt uit aan de lijn maar doet dat niet als hij los loopt.

Jouw hond blaft thuis bij de deurbel maar niet als hij ergens anders is.

Jouw hond luistert binnen perfect maar buiten niet.

Motivatie

Motivatie – innerlijke drijfveer – is een hele sterke gedragsbepaler. Motivatie is niet

altijd makkelijker vast te stellen en in sommige gevallen zelfs helemaal niet. Wat het

natuurlijk extra lastig maakt is het feit dat een hond niet kan zeggen wat zijn innerlijke

drijfveer is.

Welke factoren reden tot een gedragshandeling kunnen zijn worden hierna genoemd.

Fysiek of hormonaal

De fysieke gesteldheid van jouw hond bepaalt mede zijn gedrag. Het is daarom van

belang eerst te weten of jouw hond helemaal gezond is. Wanneer deze motivatie de

reden is voor het vertonen van het probleemgedrag is het verhelpen van dit probleem

ook vaak direct de oplossing. Een bezoek aan de dierenarts is daarom altijd nood-

zakelijk voordat verder gekeken wordt naar mogelijk oorzaken.

Lichamelijk

Lichamelijke klachten kunnen soms een directe relatie hebben tot het probleem-

gedrag. Als jouw hond gromt als zijn halsband wordt omgedaan heeft hij wellicht een

oorontsteking.

Pagina 38 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Hormonaal

De hormoonhuishouding kan van invloed zijn op bepaald gedrag maar alleen wanneer

dit gedrag direct te maken heeft met de hormonale gesteldheid. Denk aan agressie

tussen ongecastreerde reuen of markeren in huis.

Erfelijke aanleg

In de oorzaak van probleemgedrag speelt erfelijke aanleg een grote rol. De zogenaam-

de rasgebonden eigenschappen kunnen voor problemen zorgen. Denk daarbij aan de

lage agressiedrempel van herders en terriërs.

Wanneer genetische factoren de oorzaak van probleemgedrag zijn, gaat therapie hier

niets aan veranderen en moet de oplossing dus gezocht worden in de aanpassing van

de omgeving.

Slechte socialisatie

Bij een hond heeft het opdoen van ervaringen (of het uitblijven hiervan) tussen de 4e

en 10e week een sterke en blijvende invloed op later gedrag. Die periode is het sterkst

tussen de 5e en 7e week. Uit onderzoek blijkt dat honden die langer dan 9 weken geen

contact met mensen hebben gehad, slecht trainbaar en moeilijker hanteerbaar zijn.

Een ernstig gekort aan menselijk contact in de eerste weken leidt tot het kennel-

syndroom: extreme angst voor mensen wat zich uit in een sterk vermijdings- en vlucht-

gedrag maar ook in angst en angst-agressie.

Ook het te vroeg scheiden van moeder en pups is nadelig gebleken voor de verdere

ontwikkeling van de pup. Naast de achterblijvende lichamelijke ontwikkeling kunnen

deze pups ongeremd reageren naar soortgenoten en minder gevoelig zijn voor

correctie. De moeder heeft namelijk een belangrijke opvoedkundige taak in de periode

waarin de pup van melk naar vast voedsel gaat (afspenen) en kan soms hard corrigeren

wanneer pups toch nog bij haar willen drinken.

Pagina 39 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Honden moeten ook gesocialiseerd worden met andere honden om ze te herkennen

als soortgenoten. Om die reden worden nog altijd kuddebewakers (berghonden)

tussen schapen geboren waardoor ze schapen gaan zien als soortgenoten en daarom

later gaan bewaken en zelfs beschermen tegen andere honden.

Er bestaan sterke aanwijzingen dat honden die in eerst instantie goed gesocialiseerd

zijn met soortgenoten en mensen later alsnog angstig worden wanneer de socialisatie

niet bekrachtigd wordt in de periode tussen de 6e en 8e maand. Ziekte in die periode

kan ook leiden tot een terugval in socialisatie. Socialiseren is dus niet alleen een taak

van de fokker!

Ziekte tussen 0 en 16 weken kan ook een nadelig effect hebben op de gedrags-

ontwikkeling van pups wat weer kan leiden tot probleemgedrag later zoals angst voor

vreemden, niet alleen kunnen zijn en abnormaal seksueel gedrag.

Als slechte socialisatie een factor is bij de oorzaak van probleemgedrag zegt dat iets

over het te verwachten resultaat na de therapie. Een slecht gesocialiseerde hond kan

een redelijk aangepast bestaan leiden. Een zeer slecht gesocialiseerde hond heeft een

slechte prognose voor wat betreft elke vorm van therapie.

Traumatische ervaring

Een trauma is een prikkel of gebeurtenis die een ernstige schrikreactie of felle pijn

veroorzaakt heeft bij de hond en elke keer wanneer hij opnieuw met deze prikkel of

gebeurtenis geconfronteerd wordt, reageert hij met angst of angst-agressie.

Een trauma is niet leeftijdsgebonden maar de impact is wel het grootste wanneer dit

binnen de gevoelige periode valt (zie ‘slechte socialisatie’).

Voorbeelden van traumatische ervaringen: verkeersongeluk, vechtpartij met andere

hond, inbraak, insectenbeet, pijnlijke behandeling bij de dierenarts, herplaatsing,

afdwingen van bepaald gedrag (zwemmen).

Pagina 40 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

De ervaring van zulke gebeurtenissen is zeer individueel en dus per hond verschillend

en afhankelijk van de gevoeligheid van de hond. Ook hangt de ontwikkeling van een

trauma erg nauw samen met de reactie van de eigenaar nadat de gebeurtenis heeft

plaatsgevonden. Wanneer een hond sterk getroost of gerustgesteld wordt (wat hij

ervaart als een beloning) zal een trauma eerder optreden. In dat geval is dus ook

sprake van conditionering.

Conditionering

Conditionering (leren) speelt bij nagenoeg elk probleemgedrag een rol. Een hond leert

namelijk van zijn ervaringen en zal bepaald gedrag herhalen wanneer dat beloond

wordt of niet meer herhalen wanneer dit bestraft wordt. Hij leert hierdoor zijn

omgeving te beïnvloeden.

Er bestaan meerdere vormen van leren maar voor honden is de klassieke en de

operante conditionering verreweg de belangrijkste.

Klassieke conditionering

Bij klassieke conditionering leert de hond de betekenis van een prikkel waardoor de

voorspelbaarheid van de omgeving toeneemt.

De klassieke conditionering is bij toeval ontdekt door Pavlov. Hij onderzocht speeksel-

vorming bij honden en ontdekte na meerdere herhalingen bij het aanbieden van

voedsel dat de hond al ging speekselen bij het zien van de assistentie die het voedsel

bracht.

De reactie (in dit geval het speekselen) verschoof van de oorspronkelijke prikkel (het

voer) naar de aankondiging voor deze prikkel (de assistente). Vervolgens liet hij een bel

horen die voorafging aan de komst van de assistente waarna de hond ging speekselen

bij het horen van de bel.

Pagina 41 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Schematisch gezien werkt het als volgt:

voedsel -> speekselvorming

assistent + voedsel -> speekselvorming

bel + assistent + voedsel -> speekselvorming

bel -> speekselvorming

Een goed voorbeeld in de praktijk is blaffen bij de bel: de bel (aanvankelijk neutrale

prikkel) krijgt een betekenis (komst van mensen). Uiteindelijk gaan sommige honden al

blaffen bij het horen van het tuinhek of het geluid van voetstappen op het grind.

Een populaire toepassing is de clicker. Een clicker is een rechthoekig, plastic doosje

met een metalen plaatje erin. Wanneer je het metalenplaatje indrukt, hoor je een klik-

geluid. Door middel van de klassieke conditionering wordt de hond geleerd dat het

geluid van de clicker de aankondiging voor een beloning betekent.

De klassieke conditionering kan goed gebruikt worden wanneer je bepaald gedrag wilt

doorbreken. Denk aan honden die niet goed alleen kunnen zijn en geleerd hebben dat

de reeks van handelingen door de baas voorspellen wat er gaat gebeuren.

alleen thuis blijven -> stress

pakken sleutels + alleen thuis blijven -> stress

jas aandoen + pakken sleutels + alleen thuis blijven -> stress

jas aandoen -> stress

Pagina 42 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Operante conditionering

Bij operante conditionering leert de hond het gevolg van bepaald gedrag: de

beïnvloedbaarheid van de omgeving neemt toe.

Bij de ontwikkeling van probleemgedrag door middel van bekrachtiging neemt de kans

op herhaling toe doordat er een aangename prikkel wordt toegediend. Denk aan het

aandacht geven bij opspringen of geruststellen bij angst maar het kan ook een

aangename prikkel zijn die de hond zichzelf toedient (zelfbelonend gedrag) zoals stelen

van tafel. We noemen dit een positieve bekrachtiging.

De kans op toename van ongewenst gedrag kan ook doordat wij een onaangename

prikkel wegnemen (hand wegtrekken als de hond gromt) of dat de hond zelf kan

ontsnappen aan een onaangename prikkel (vluchten naar huis bij onweer). Dit zijn

voorbeelden van een negatieve bekrachtiging.

De kans op afname van gewenst gedrag kan ook door correctie. Wanneer een

onaangename prikkel wordt toegediend (hond krijgt straf als hij na 10 keer roepen bij

je komt) noemen we dat een positieve correctie en wanneer een aangename prikkel

wordt weggenomen (hond wordt direct aangelijnd nadat hij bij de baas komt) noemen

wij dat een negatieve correctie.

De verschillende onderdelen van de operante conditionering leiden nogal eens tot

spraakverwarring en discussie. Zo zijn er mensen die beweren nooit gebruik te maken

van een correctie. Toch blijkt dat in de praktijk niet te kloppen maar hiervoor is uitleg

nodig van de verschillende termen. In bijlage 1 wordt uitgebreider ingegaan op de

operante conditionering.

Wanneer conditionering een rol speelt bij de ontwikkeling van probleemgedrag kan

dat dus zelfbelonend gedrag zijn, het gedrag kan door de eigenaar bekrachtigd worden

of het gewenste gedrag wordt door de eigenaar gecorrigeerd.

Pagina 43 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Bij deze motivatie is de stelling “gedragsverandering van de hond begint bij

gedragsverandering van de baas” het meeste van toepassing. In de praktijk blijkt dat

echter niet zo makkelijk. In deel 2 van dit boek worden tips en aanbevelingen gedaan

voor jou als baas.

Binding

Een te sterke binding tussen baas en hond kan probleemgedrag veroorzaken zoals niet

alleen kunnen zijn.

De meeste mensen vinden het fijn als hun hond altijd in de buurt is. Waar jij bent, is de

hond. Het is niet voor niets dat de populairste rassen honden zijn die graag in

aanwezigheid van de baas verblijven zoals de Labrador, Golden retriever en Duitse

herder maar ook de toenemende populariteit van de verschillende gezelschapshonden

zoals Chihuahua, Cavalier en Franse bulldog bewijst dit. De minst geliefde honden zijn

vaak de meest zelfstandige.

Op zich helemaal niets mis mee maar het kan wel mis gaan. Honden die je de hele dag

achterna lopen (en daar dus de kans voor krijgen) en nooit geleerd hebben dat de

wereld doordraait ook als de baas er niet is, kunnen verlatingsangst gaan ontwikkelen.

Vooral wanneer je een hond hebt die hier van nature gevoelig voor is omdat hij gefokt

is om ons gezelschap te houden (denk aan de erfelijke aanleg) moet je daar extra alert

op zijn. Een hond hoeft niet mee naar het toilet!

Territorium

Het verdedigen van het territorium is een sterke motivator voor het ontstaan van

probleemgedrag.

Territorium is dat gebied wat de hond beschouwt als het zijne. Hier schuilt weleens het

misverstand. Territorium is dus niet alleen het erf of de tuin. De mand is een ultiem

territorium maar ook de auto of zelfs het park of bos waar de hond dagelijks wandelt.

Wanneer territorium een factor is in de oorzaak van probleemgedrag is de oplossing

niet zo voor de hand liggend. Territorium is echter zelden de enige factor.

Pagina 44 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Verveling

Verveling komt steeds vaker voor als motivatie voor het ontwikkelen van probleem-

gedrag en dat komt omdat wij het steeds drukker krijgen en steeds minder tijd

overhouden voor onze hond.

Verveling komt voort uit onderstimulatie en uit zich in blaffen, slopen of excessief

graven maar kan later zelfs ontaarden in abnormaal, stereotiepe gedrag zoals

staartjagen, onzichtbare vliegen vangen, pluisjes fixeren of dwangmatig pootlikken.

Overig

In een aantal gevallen is de motivatie van de hond niet vast te stellen. Wanneer de

geschiedenis van de hond onbekend is bijvoorbeeld maar zelfs bij honden die als pup

bij de eigenaar zijn komt het voor. In dat geval zijn prikkel, context en het uiteindelijke

gedrag de aanknopingspunten.

Pagina 45 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oplossing probleemgedrag

Wanneer de oorzaak van het probleemgedrag bekend is kan een training/therapie

ingezet worden om het probleemgedrag op te lossen. Hiervoor zijn verschillende tech-

nieken beschikbaar.

Voorkomen prikkel/gedrag

De makkelijkste en meest voor de hand liggende manier om probleemgedrag op te los-

sen is het voorkomen van het gedrag. Veelal betekent dit het vermijden van de prikkel

die het gedrag veroorzaakt of het wijzigen van de context waarin het gedrag zich

toont.

Wanneer een hond gromt als hij geborsteld wordt, valt het te overwegen om

hem naar een trimmer te brengen.

Als een hond blaft naar iedereen die voorbij loopt vanaf de rugleuning van de

bank, zorgt het verzetten van de bank voor de oplossing.

Een hond die niet alleen kan zijn kan wellicht meegenomen worden naar het

werk of er kan een oppas geregeld worden.

In genoemde gevallen is er dus niet echt sprake van het oplossen maar meer het

regelen, het anders inrichten van het leven van de hond waardoor de oplossing haast

als vanzelf komt.

In sommige gevallen is deze methode natuurlijk niet inzetbaar en moet naar andere

mogelijkheden gezocht worden. Een hond die uitvalt naar andere honden bijvoor-

beeld, jaagt achter auto’s/fietsers/joggers of vlucht voor onweer. De prikkels die dit

gedrag veroorzaken kunnen nagenoeg nooit vermeden worden.

Pagina 46 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Positieve correctie

Het gebruik van een positieve correctie is wellicht het meest voorkomende middel om

probleemgedrag op te lossen. Een positieve correctie klinkt prettig (het is immers

positief) maar is dat niet! Positief in dit geval betekent toedienen. Een positieve

correctie is het toedienen van een onaangename prikkel.

Jouw hond steelt eten van tafel en jij laat hem schrikken waarna hij naar zijn

mand gaat.

Jouw hond wil achter schapen aan maar loopt tegen prikkeldraad/stroomdraad

op en stopt zijn poging.

Jouw hond trekt aan de lijn en jij geeft een flinke ruk waarna de hond niet meer

trekt.

Een goede positieve correctie zorgt voor afname van bepaald gedrag en maakt de kans

op herhaling in de toekomst kleiner. Toch is een positieve correctie niet zonder gevaar:

een te zware correctie kan zich tegen je keren en uiten in (angst)agressie bij de hond.

Het gebruik van een positieve correctie is zeker niet in alle gevallen een goede manier

om probleemgedrag op te lossen. Het kan gedrag acuut doen stoppen maar daarbij

moet wel altijd gewenst gedrag geconditioneerd (en beloond) worden.

Negatieve correctie

Bij een negatieve correctie haal je een aangename prikkel uit de omgeving van de

hond weg direct nadat hij het ongewenste gedrag vertoont.

Jouw hond blaft wanneer jij zijn eten klaarmaakt. Gevolg: hij krijgt geen eten.

Jouw hond vraagt aandacht van je. Jij staat op en loopt de kamer uit.

Je lijnt jouw hond direct aan nadat je hem geroepen hebt.

Pagina 47 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Een time-out is een goed voorbeeld van een negatieve correctie. De time-out werkt

uitstekend voor puppy’s die te hard spelen (bijten in handen en voeten). Het verdient

de voorkeur een time-out te geven in de vorm van zelf weglopen en niet de hond

ergens neerzetten. Hierdoor krijgt hij namelijk toch aandacht en dat werkt weer

belonend. Maak de time-out niet te lang (20-30 sec. voor een pup is lang genoeg)

omdat hij anders wellicht ander ongewenst gedrag gaat vertonen zoals blaffen of

slopen.

Negatieve bekrachtiging van gewenst gedrag

Negatieve bekrachtiging gaat uit van het ontsnappen aan of vermijden van een

onaangename prikkel.

Een hond die niet graag nat wordt zal willen ontsnappen aan regen door ergens

te schuilen. Als die regen voorafgegaan wordt door een donderslag zal hij

uiteindelijk de regen volledig kunnen vermijden door bij de eerste donderslag al

te schuilen. Vermijden van is dus het leerproces wat volgt op ontsnappen aan.

Een hond die een ruk krijgt aan de lijn omdat hij trekt, zal proberen te ontsnap-

pen aan die ruk door minder snel te gaan lopen. Wanneer die correctie vooraf

gegaan wordt door een waarschuwing zal hij de volgende keer de correctie

gaan vermijden door bij de waarschuwing al in te houden.

Op deze manier werkt ook het principe van een elektronische omheining rond

een tuin. Zodra de hond de grenzen van de tuin nadert, krijgt hij een signaal –

meestal een pieptoon. Als hij doorloopt, krijgt hij een stroomstoot. De hond

leert dat de pieptoon de aankondiging voor de correctie is en vermijdt dus de

correctie door na het horen van de pieptoon rechtsomkeert te maken.

Pagina 48 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Honden leren extreem snel door negatieve bekrachtiging en het gedrag is ook blijvend.

Dat heeft ook een keerzijde. Zo kan een hond die eenmaal gevlucht is uit het bos

omdat hij ergens van geschrokken is, dat blijven doen zelfs als er niets is of lijkt te zijn

waarvan hij kan schrikken. Hij heeft dan de associatie gemaakt met de context waarin

de oorspronkelijk prikkel werd aangeboden.

Uitdoving

Uitdoving is het principe dat wanneer gedrag wat niet meer bekrachtigd wordt,

uiteindelijk niet meer getoond wordt. Dit is dus iets anders dan corrigeren.

Een hond die blaft bij de bel zal uiteindelijk daarmee stoppen als er nooit

iemand binnenkomt.

Een hond die genegeerd wordt voor het ‘hier komen’ zal het commando steeds

slechter gaan opvolgen en uiteindelijk niet meer uitvoeren.

Een hond die nooit iets krijgt als er gegeten wordt, zal stoppen met bedelen.

Dit klinkt heel simpel maar blijkt dat in de praktijk niet zo te zijn. Iemand die ooit

getracht heeft een hond te negeren weet hoe moeilijk dat is. Dat komt omdat er een

aantal addertjes onder het gras zitten:

1. De hond wordt af en toe toch beloond (één op de tien keer komt er toch

iemand binnen als de bel gaat of er valt per ongeluk toch iets te eten op de

grond) en deze variabele beloning is de beste manier om gedrag in stand te

houden. Denk daarbij aan het fenomeen gokautomaat; we zijn er dol op.

2. Uit frustratie gaat de hond beter zijn best doen een beloning te krijgen, het

gedrag wordt dus eerst erger en zelfs als het lijkt verdwenen (uitgedoofd) kan

er af en toe toch nog een uitbarsting komen.

Pagina 49 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Gesteld kan worden dat hoe groter de beloning die te halen valt, hoe lastiger het is om

gedrag uit te laten doven. Het is dus een kwestie van volhouden en nooit toegeven! Dit

is voornamelijk lastig voor gezinsleden die wellicht weinig op hebben met de hond of

geen voordeel zien in een heropvoeding. En één moment van zwakte is natuurlijk

funest.

Deze manier van training werkt het beste in combinatie met herconditionering

waarbij alternatief gedrag wordt aangeboden en wordt beloond.

In gevallen waarbij gedrag zelfbelonend is (denk aan slopen, eten van tafel, graven in

de tuin) is deze manier van training natuurlijk niet toe te passen.

Gewenning

Habituatie (gewenning) is het proces dat een hond met een bepaalde prikkel in

aanraking komt zonder hierop te reageren met angst of agressie. Het is niet gericht op

het krijgen van nieuwe reacties maar op het verliezen van oude.

De meest bekende vorm van habituatie is wat wij socialisatie noemen: de periode

waarin wij een pup kennis laten maken met verschillende prikkels. We leren hem niet

bang te zijn voor auto’s, vuilnisbakken, paraplu’s en hard geluid. Dat doen wij door

hem er veelvuldig mee te confronteren.

Voor het oplossen van probleemgedrag kan deze methode vooral gebruikt worden bij

het reduceren van angst of angstagressie.

Flooding

Flooding is een bijzondere manier van gewenning en nogal omstreden. Het is erop

gericht dat een prikkel die angst veroorzaakt in hoge frequentie en vaak (voortdurend)

wordt aangeboden – zonder dat eraan ontsnappen mogelijk is – net zo lang tot de

hond niet meer reageert. Dit is echter zeker geen standaard toepassing en in veel

gevallen is het middel erger dan de kwaal en kan zelfs schade aan de hond toebrengen.

Pas deze training alleen toe samen met een ervaren gedragsdeskundige.

Pagina 50 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stapsgewijs ongevoelig maken

Dit is een andere vorm van habituatie die erop gericht is dat de prikkel

a. in de meest milde vorm wordt aangeboden en/of

b. op een grote afstand wordt aangeboden

waarna intensiteit wordt verhoogd en/of afstand wordt verkleind.

De eerste techniek wordt aangeduid met systematische desensitisatie. Een voorbeeld

daarvan is het afleren bang te zijn voor vuurwerk of andere geluiden door het afspelen

van een cd waar deze geluiden op staan. Eerst zachtjes en daarna steeds harder.

Daarbij wordt elke afwezigheid van het angstgedrag beloond.

De tweede techniek wordt aangeduid met successieve approximatie. Dit heeft te

maken met fysieke afstand en kan gebruikt worden bij het uitvallen naar andere

honden. Honden passeren elkaar op grote afstand waarbij elke afwezigheid van

ongewenst gedrag (uitvallen) beloond wordt. De afstand tot de passerende hond

wordt steeds kleiner waarbij elke keer beloond wordt voor het uitblijven van de

agressie.

Kenmerkend voor deze vorm van training is dat het uiten van het probleemgedrag niet

gecorrigeerd wordt; er wordt simpelweg één stap teruggedaan in de training. Een

tweede kenmerk is het belonen van de afwezigheid van ongewenst gedrag in

tegenstelling tot het belonen van gewenst gedrag.

Deze techniek dient met grote zorgvuldigheid uitgevoerd te worden omdat zowel te

langzame als te snelle stappen de training onnodig langer maken.

Pagina 51 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Herconditioneren

Herconditioneren is wellicht de meest gebruikte trainingstechniek en gebaseerd op het

aanleren van ander (gewenst) gedrag.

Een hond die tegen mensen opspringt, kun je leren zitten bij het begroeten van

mensen.

Een hond die angstig is voor mensen, kan geleerd worden mensen te associë-

ren met een sterke bekrachtiging zoals voer.

Een hond die blaffend naar de voordeur rent als de bel gaat, kan geleerd

worden bij het horen van de bel rustig naar zijn mand te gaan.

Deze methode is goed in te zetten in combinatie met het stapsgewijs ongevoelig

maken. Denk hierbij aan de angst voor geluiden waarbij je tijdens het afspelen van de

cd met de hond speelt.

De hond dient het alternatieve gedrag wel eerst te leren zonder dat de afleidende

prikkel daar is. Een hond die niet rustig in zijn mand kan (blijven) liggen, gaat dat zeker

niet doen als de bel gaat. Ook moet de hond hoog gemotiveerd zijn het alternatieve

gedrag te vertonen en de beloning moet groter zijn dan die verkregen wordt met het

originele, ongewenste, gedrag. De kans op succes is het grootst wanneer het alterna-

tieve gedrag dicht bij het oorspronkelijke gedrag ligt bijvoorbeeld het najagen van een

bal in plaats van fietsers.

Deze manier van training kost tijd, zeker in combinatie met het stapsgewijs ongevoelig

maken maar de beloning is er dan ook naar!

Ongewenst gedrag onder commando zetten

In enkele gevallen is deze training toepasbaar maar alleen in gevallen waarbij de hond

goed onder appèl staat. Hij moet immers op commando en ongewenst gedrag gaan

vertonen en ook weer stoppen. Hierbij valt te denken aan honden die overmatig en

excessief drinkgedrag vertonen. Je kunt ze laten drinken op commando en ook weer

laten stoppen daarmee.

Pagina 52 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Afwezigheid ongewenst gedrag belonen

Deze vorm van training is vergelijkbaar met de habituatie, namelijk het verliezen van

oud gedrag en niet het aanleren van nieuw gedrag, met dat verschil dat hierbij de

afwezigheid van ongewenst gedrag beloond wordt. Bij habituatie is er geen sprake van

beloning.

Deze vorm van training is zeker in veel situaties toepasbaar vooral in combinatie met

uitdoving: de hond wordt genegeerd bij het opspringen tegen mensen maar direct

daarna beloond voor het met vier poten op de grond staan.

Maar ook in situaties waarbij de hond in een sterke mate van opwinding verkeerd

waardoor het aanleren van nieuw gedrag in die fase nog niet mogelijk is: een hond die

angstig reageert op een prikkel kan beloond worden zodra hij ontspant.

Medicatie

In sommige situaties kunnen medicijnen ondersteunend werken aan gedragstherapie.

Alleen een dierenarts kan medicatie voorschrijven en zou dit alleen mogen doen op

advies van een gediplomeerde gedragstherapeut.

Fysiologische ingreep

De castratie is een bekend verschijnsel om probleemgedrag op te lossen. Helaas

worden veel honden op deze manier behandeld terwijl dit geen enkel verband houdt

met het probleemgedrag.

In de regel kan worden gesteld dat castratie goed werkt tegen zwerven (weglopen),

agressie tussen reuen en markeren in huis.

Bij alle andere vormen van probleemgedrag is nooit verband aangetoond tussen de

castratie en het verminderen of verdwijnen van gedrag. Castratie helpt dus niet tegen

agressie naar mensen! Wel is het zo dat gecastreerde reuen toegankelijker worden

waardoor ze beter bereikbaar zijn voor elke vorm van training wat dan abusievelijk

gezien wordt als oplossing van het probleemgedrag.

Pagina 53 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Een goede dierenarts zou dan ook eerst een gedragstherapeut moeten raadplegen

alvorens hij om gedragsredenen een hond gaat castreren.

Stimulatie

Wanneer de oorzaak van het probleemgedrag ligt in verveling dan is het van belang de

hond meer prikkels te geven. De oplossing ligt meestal niet in meer en langer

wandelen maar vooral in het mentaal stimuleren. Voorbeelden hiervan zijn speuren in

de tuin of in huis (alle honden kunnen speuren), de hond het speelgoed van de kinde-

ren op laten ruimen (apporterende honden doen dit graag) of een zandbak maken

zodat hij kan graven (nagenoeg alle honden graven graag). Neem de hond eens mee

als je ergens op visite gaat of nodig vaker mensen thuis uit. Hoe meer prikkels een

hond krijgt, hoe minder snel hij zich verveelt.

Herplaatsing / euthanasie

In voorkomende gevallen kan het zijn dat de ernst van het probleemgedrag zo groot is

dat herplaatsing noodzakelijk is.

Dit is vaak het geval wanneer de relatie met de hond dusdanig beschadigd is dat er

geen enkel vertrouwen meer is of dat de eigenaar geen mogelijkheid ziet het

probleemgedrag te verhelpen. Wanneer je de keuze moet maken jouw hond te her-

plaatsen of zelfs in te laten slapen doe dit dan samen met een gedragstherapeut. Deze

kan bemiddelen in de herplaatsing en mentale en emotionele ondersteuning bieden bij

een eventuele euthanasie.

Eigenaren die deze beslissing moeten nemen worden door hun omgeving niet altijd

begrepen of zelfs bekritiseerd. Voor elke serieuze en liefhebbende hondeneigenaar is

deze keuze een drama wat gepaard gaat met heel veel verdriet. Houd daar rekening

mee en wees een ondersteuning voor hen. Kritiek is immers zo veel makkelijker dan

medeleven.

Pagina 54 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Casus probleemgedrag

Op de volgende pagina wordt een probleem geschetst met drie mogelijke oorzaken.

De vragen die altijd gesteld worden zijn:

1. Wat is de prikkel die het gedrag veroorzaakt?

2. In welke context wordt het gedrag vertoond?

3. Wat is de motivatie van de hond om dit gedrag te vertonen?

4. Wat is de functie van het gedrag?

5. Hoe heeft het gedrag zich ontwikkeld?

6. Wanneer en hoe is het gedrag ontstaan?

Het gaat hier nog niet om de oplossing maar wel om het vinden van de oorzaak. Stel

jezelf de bovenste vragen en geef hierop zo duidelijk en uitgebreid mogelijk antwoord.

Doe geen veronderstellingen maar observeer nauwkeurig het gedrag van jouw hond.

Als je het antwoord niet weet, laat het dan leeg en ga niet iets verzinnen.

Het kan lastig zijn objectief de vragen te beantwoorden; het gaat immers om jouw

hond waar je van houdt. Beantwoord deze vragenlijst met het gezin. Je zult dan ook

direct merken dat niet iedereen dezelfde definitie heeft van probleemgedrag en hoe

belangrijk het is het samen eens te zijn voordat je gaat beginnen aan een oplossing te

denken.

Doe daarom eerst deze oefening en ga dan pas op dezelfde manier het probleem-

gedrag van jouw hond bekijken.

Succes!

Pagina 55 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Hond valt uit aan de lijn naar andere honden

1. De prikkel is het zien van een andere hond of misschien wel alleen het ruiken

ervan. Vanaf welke afstand tot de andere hond valt de hond uit? Valt hij uit

naar teven en/of reuen en/of pups.

2. Context is dus aan de lijn (dat was immers al bij het probleem vastgesteld)

maar hier is nog meer over te zeggen. Denk aan een bepaalde plek.

3. Blader nu terug naar alle motivaties die je hiervoor kunt bedenken. Begin bij de

eerste en loop ze stuk voor stuk langs. Denk hierbij aan de mogelijke invloed

van het ras van de hond en de eventuele erfelijke factor maar ook hormonale

gesteldheid, slechte socialisatie, trauma, conditionering en territorium kunnen

allemaal een rol spelen.

4. De functie van uitvallen is het op afstand houden van een andere hond, honden

die uitvallen voelen zich dus min of meer bedreigd.

5. De ontwikkeling van dit gedrag is het bestuderen waard. In hoeverre hebben de

eigenaar en anderen hierin een rol gespeeld.

6. Het ontstaan van het gedrag zegt veel over de motivatie. Als het gedrag ineens

ontstaan is bijvoorbeeld nadat de hond gegrepen is door een andere hond, is

trauma een belangrijke motivatie. Als het gedrag gegroeid is en pas ontstaan is

in of na de puberteit, kan hormonale gesteldheid een motivatie zijn. Als het

gedrag al aanwezig was bij de hond als pup dan is de erfelijke aanleg een moge-

lijke motivatie.

Pagina 56 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oorzaak A

1. Het zien en/of ruiken van een ongecastreerde reu

2. Het gebeurt overal, geen specifieke plek

3. Het betreft een ongecastreerde reu van 5 jaar dus hormonen zijn een belang-

rijke motivatie. Conditionering speelt een rol van betekenis (door de opwinding

komt adrenaline vrij wat zorgt voor een lekker gevoel wat belonend werkt.

4. In verschillende studies is aangetoond dat agressie gerelateerd is aan het

mannelijk hormoon testosteron. Het is geen oorzaak maar er is een relatie.

Daarbij kunnen rivaliteit en dominantie een rol spelen.

5. Het gedrag heeft zich negatief ontwikkeld en is door zelfconditionering (de

hond heeft meerdere keren gevochten) en conditionering van de eigenaar

(deze is gespannen en alert tijdens de wandeling) alleen maar erger geworden.

6. Het gedrag is ontstaan in de puberteit.

Pagina 57 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oplossing A

Hier zal castratie zeer waarschijnlijk een directe verbetering van het gedrag

laten zien omdat dit probleem duidelijk verband houdt met de hormonale toe-

stand van de hond. Wanneer het hormoon testosteron niet meer aangemaakt

wordt, is er een motivatieverandering te verwachten. Door het inbrengen van

het GnRH-implantaat 3– wat dezelfde werking heeft als castratie maar niet per-

manent is – kan de uiteindelijke uitwerking van de castratie getest worden.

Gezien de leeftijd van de hond en zijn vechtervaring (die belonend werkt),

speelt zelfconditionering hier ook een grote rol. Castratie alleen is niet voldoen-

de en moet gezien worden als ondersteund aan de verdere training. Een trai-

ning gebaseerd op afwezigheid van het ongewenste gedrag belonen en

herconditionering is hier zeker aan de orde. In dit geval betreft het een

Labrador waarbij in de training goed gebruik kan worden gemaakt van zijn

baasgerichtheid.

3 Meer informatie vind je hier: http://hondenuniversiteit.nl/aanschaf-verzorging/castratie/

Pagina 58 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oorzaak B

1. Het zien van elke andere hond.

2. Het gebeurt overal, geen speci-

fieke plek.

3. Het betreft een Lhasa Apso teefje

die al aan haar vierde eigenaar

toe is en het is onduidelijk wat

haar geschiedenis is. De moge-

lijke motivatie kan dus zijn:

slechte socialisatie en/of trauma. Maar zeker weten doe je dat niet. Conditio-

nering kan hier ook een rol spelen (Little dog Syndrome) aangezien elke andere

hond groter is.

4. Het op afstand houden van andere honden.

5. Het gedrag werkt zelfbelonend en is wellicht ook door de eigenaar versterkt.

6. Het is niet duidelijk wanneer het gedrag ontstaan is.

Oplossing B

Habituatie in combinatie met stapsgewijs ongevoelig maken zijn hier goed in

te zetten. Situaties dienen in scene gezet te worden en daarvoor is medewer-

king van anderen nodig. Het is belangrijk dat de meewerkende honden stabiel

en sociaalvaardig zijn, zich niet laten wegjagen en niet reageren met agressie.

Het uiteindelijke doel moet zijn dat de hond leert dat andere honden geen

bedreiging zijn. Indien het een slecht gesocialiseerde hond betreft, zal negeren

een mooi doel zijn. Wanneer dit geen motivationele factor is kan zelfs gewerkt

worden aan de sociale omgang met andere honden.

Pagina 59 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oorzaak C

1. Het zien van die ene grote zwarte hond van de buren.

2. Altijd bij het verlaten van het huis, daarna in de wijk.

3. Het betreft een Rottweiler teef die al vanaf pup in huis is. Je bent wellicht snel

geneigd om erfelijke aanleg te zien als motivatie maar punt 5 spreekt dat weer

tegen. Territorium is hier een sterke motivator omdat het gedrag zich op

bepaalde plekken voordoet die de hond ervaart als territorium. Zodra zij op

onbekend terrein is (andere motivatie) en los van de lijn (andere context) toont

zij dit gedrag niet.

4. Verdedigen van territorium.

5. Het gedrag is in eerste instantie toegenomen toen de eigenaar de hond corri-

geerde en later zelfs de buurhond ging vermijden. Ook is het gedrag uitgebreid

van eerst alleen bij het verlaten van het huis tot later de hele wijk. Het gedrag is

echter afgenomen nadat beide eigenaren samen zijn gaan wandelen waarbij de

honden ook los van de lijn met elkaar omgaan en dat gaat altijd zonder

problemen.

6. Het gedrag is ontstaan toen deze buren hier kwamen wonen; de hond was toen

3 jaar oud.

Pagina 60 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oplossing C

Aangezien territorium een altijd aanwezige factor is bij een hond, hij is er

onlosmakelijk mee verbonden, zal de therapie zich moeten richten op het

voorkomen van het gedrag. De hond zal in zijn territorium dus afgeleid moeten

worden waarbij een concurrerende prikkel wordt aangeboden. Wellicht wil

deze hond graag en stok vasthouden waardoor hij minder snel geneigd is tot

uitvallen. Op de één of andere manier zijn beide gedragsuitingen onverenigbaar

met elkaar.

Doordat de eigenaren samen wandelen in een losloopgebied treedt er

gewenning op. De honden leren elkaar kennen en zien elkaar steeds minder als

bedreiging. Dit kan uiteindelijk bijdragen tot het niet meer uitvallen aan de lijn

in het eigen territorium. Deze training is goed toepasbaar indien het één

bepaalde hond betreft.

Kortom, er zijn vele mogelijkheden en legio combinaties van mogelijkheden. Boven-

staand voorbeeld geeft aan dat alle 6 vragen belangrijk zijn om tot een oorzaak te

komen.

NB: de voorbeelden zijn verzonnen en de honden op de foto’s zijn willekeurig.

Pagina 61 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Conclusie

Bekijk jouw eigen hond en wat jij voor problemen ondervindt. Neem het grootste (of

enige) probleem en ga dat analyseren aan de hand van genoemde vragen.

Denk niet het antwoord al te weten maar ga alle vragen in deze volgorde langs en

wees eerlijk (ook als het gaat om jouw invloed op de ontwikkeling van het gedrag of

dat nou positief of negatief effect heeft gehad).

Pas dan heb je een helder en objectief beeld en kun je gaan werken aan een oplossing.

Conditionering door de eigenaar is nog wel de grootste uitdaging. Je bent wellicht net

zo gespannen als jouw hond en om de gevolgen van een uitval te voorkomen neem je

de lijn alvast wat korter, houdt hem met beide handen vast en gaat steviger in je

schoenen staan.

Jouw adrenalinegehalte stijgt mogelijk net zo hard bij het meemaken van een confron-

tatie. Allemaal signalen die het probleemgedrag van jouw hond onderhouden dan wel

versterkt hebben.

In deel 2 leer je jouw eigen gedrag te herkennen en daar invloed op uit te oefenen.

Pagina 62 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Deel 2: de mens

Pagina 63 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Inleiding

Wij zijn geconditioneerd ten aanzien van honden. Allemaal. Het maakt dus niet uit hoe

slim je bent, hoeveel je van honden weet of hoeveel honden je al gehad en getraind

hebt. Als jij geprogrammeerd bent voor succes, zul je succesvol zijn.

Laat ik als voorbeeld Martin Gaus nemen. Ongeacht of je het inhoudelijk eens bent

met zijn manier van hondentraining, hij is succesvol. Waarom? Omdat hij geprogram-

meerd is voor veel succes (met honden).

Aan de andere kant zijn er talloze hondeneigenaren die ook na een cursus bij een van

zijn hondenscholen nog altijd worstelen met de omgang en training van hun hond of

zelfs de moed al op hebben gegeven. Waarom? Omdat zij geprogrammeerd zijn voor

weinig succes (met honden). Ik zet het ‘met honden’ tussen haakjes omdat het niet

alleen geldt voor de omgang met honden maar voor alles in je leven.

Zoals je één ding doet, doe je alles in je leven

(how you do anything, is how you do everything)

Hoe weet ik dit? Met mijn eerste hond ging het eigenlijk best goed. Wij rolden zo door

alle trainingen. Met mijn tweede hond ging het een stukje minder. Ik raakte geïrriteerd

door zijn wegloopgedrag en agressie naar andere reuen. Tot ik een bijzondere honden-

trainer ontmoette die mij nieuwe inzichten verschafte en ik er weer met frisse moed

tegenaan ging.

Echter, die inzichten hadden niets met mijn conditionering te maken maar met

trainingstechnieken. Ze werkten dus wel maar slechts gedeeltelijk en niet blijvend. Met

de komst van mijn derde hond werd de uitdaging nog groter. Hoe kon het toch dat ik,

ondanks alle kennis en ervaring die ik had, niet meer succes boekte?

Pagina 64 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Tot ik het inzicht kreeg dat ik voorgeprogrammeerd was voor weinig succes. Nu ik een-

maal doorheb hoe dit werkt, kan ik bergen verzetten. Meer dan ooit tevoren. Ik had te

maken met nogal wat agressie tussen mijn honden, dat komt nu niet meer voor!

Hoe zit het met jouw programmering? Ik werkt als volgt.

GED -> GEV -> ACT -> RES

Gedachtes leiden tot Gevoelens

Gevoelens leiden tot Actie

Actie leidt tot Resultaat

Dus wat zijn jouw gedachtes, overtuigingen en gewoontes? Hoe denk jij werkelijk over

honden? Hoeveel vertrouwen heb je in hen en in jezelf? Wat is jouw bereidheid om

actie te nemen ongeacht onzekerheid of angst? Ben je bereid actie te nemen ook als je

je daarin niet zo comfortabel voelt? De waarheid is dat jouw gedachtes, karakter en

overtuigingen behoorlijk van invloed zijn op jouw acties.

Laat ik nog een praktijkvoorbeeld geven: ik had een paar jaar een hondenschool en

daar werd in de lessen niet gecorrigeerd. Tenminste, dat was mijn overtuiging dat dit

niet past bij het aanleren van gedrag. Toch gebeurde het wel. Of misschien niet direct

maar zodra een hond niet snel deed wat van hem verwacht werd, werd er toch snel

even – meestal wat halfbakken – gecorrigeerd. Macht der gewoonte of beter gezegd:

onmacht der gewoonte.

Waar komen deze overtuigingen en gedachtes vandaan? Deze komen voornamelijk

door de informatie en programmering die jij als jong kind ontvangen hebt. Ouders,

broers/zussen, leraren, media, cultuur etc.

Pagina 65 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Neem cultuur bijvoorbeeld. Is het niet zo dat in sommige culturen op een bepaalde

manier gedacht en omgegaan wordt met honden en in andere culturen volslagen

anders? Natuurlijk. Dus nog een vraag: wordt een kind geboren met een bepaald idee

over honden of wordt dat aangeleerd? Feit is dat wij allemaal geleerd hebben hoe over

honden te denken of ermee om te gaan.

Een voorbeeld uit mijn jeugd: wij hadden vroeger altijd honden. Die aan kwamen lopen

of uit het asiel geplukt werden. Er werd niet veel aandacht aan besteed en als een hond

ongewenst gedrag vertoonde moest hij of weg of hij werd gecorrigeerd wat meestal

niet werkte. Is het dan vreemd te veronderstellen dat de manier waarop mijn ouders

met honden omgingen mijn manier beïnvloed heeft of dat ik juist exact het tegenover-

gestelde doe? Dat is automatisch ingeprent en wordt tot een natuurlijke manier van

denken en doen.

Wij weten vaak niet eens waarom we de dingen doen die wij doen. Als ik honden-

eigenaren vraag waarom ze corrigeren kunnen ze daar vaak geen goed antwoord op

geven anders dan ‘omdat hij niet doet wat ik zeg’. Wij corrigeren ongewenst gedrag.

Dat is onze cultuur. Je krijgt een boete voor te hard rijden maar nooit een beloning

voor het aanhouden van de maximum snelheid. En het probleem is dat deze manier

van denken ons belemmerd om de successen te behalen die we graag willen.

Het trainen van en omgaan met jouw eigen gedachtes is de meest belangrijke

vaardigheid die je ooit zult bezitten in het kader van zowel geluk als succes.

De enige manier om jouw niveau van succes te veranderen is door jouw ingeprente

manier van denken en handelen te veranderen.

Nu komt het probleem. Helaas is het zo dat jouw ingeprente niveau van succes voor de

rest van jouw leven bij jou blijft tenzij je bereid bent deze te identificeren, te begrijpen

en te willen veranderen. Met andere woorden: je moet ACTIE ondernemen.

Pagina 66 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Conditionering door de eigenaar

In de oorzaak van probleemgedrag en dan voornamelijk de ontwikkeling ervan, speel jij

als eigenaar een heel belangrijke rol. Veel probleemgedrag wordt (onbewust) in stand

gehouden of zelfs versterkt door het gedrag van de baas.

Het is goed te weten dat jij hierin niet alleen staat, dat werkt bij iedereen zo.

Toch is het noodzakelijk bij het oplossen van probleemgedrag van de hond dat het

gedrag van de baas als eerste verandert. De hond reageert immers op ons gedrag.

De noodzaak van gedragsverandering

Probleemgedrag gaat niet vanzelf over. Je kunt vertrouwen hebben dat het goed komt

maar het komt alleen goed als jij als baas actie gaat ondernemen. Als je niet van plan

bent jouw gedrag te veranderen zal het gedrag van jouw hond ook niet veranderen.

Natuurlijk is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Als jouw hond uitvalt naar andere

honden ben je daarop voorbereid zodra jij de deur uitloopt met jouw hond. Je lichaam

gaat al spanning opbouwen en jouw hond voelt dit feilloos aan. Je kunt niet van de ene

op de andere dag ontspannen op straat lopen. Dat moet je oefenen.

Veel van ons gedrag is routinematig, het is een gewoonte. Een gewoonte heeft een

belangrijk voordeel en dat is dat deze weinig energie kost. Daar schuilt ook direct het

gevaar: wanneer je veel dingen doet die weinig energie kosten, krijg je op den duur

ook minder energie. Dat uit zich vaak in onverschilligheid, je wordt prikkelbaar en hebt

weinig doorzettingsvermogen. Allemaal eigenschappen die je juist NIET nodig hebt om

te werken aan het probleemgedrag van jouw hond.

Wanneer je de volgende zaken gaat implementeren in jouw leven is jouw succes

onvermijdelijk. Ongeacht het gedrag en ongeacht het ras en/of karakter van jouw

hond.

Succes is weten wat je wilt, waarom je het wilt en hoe je dat voor elkaar gaat krijgen.

Pagina 67 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Verandering van lichaamshouding / aandachtsoefeningen

Door jouw lichaamshouding te veranderen zul je direct verandering bij jouw hond

ervaren. Misschien heb je weleens gehoord dat honden letten op lichaamstaal maar ze

zijn nog veel gevoeliger dan dat: honden signaleren zelfs een verschil in millimeters en

reageren daar direct op.

Oefening 1

Ga rechtop in een stoel zitten, benen naast elkaar, voeten plat op de grond en handen

op je bovenbenen. Je beweegt nu jouw borst een klein beetje naar voren. Maak geen

holle rug en trek ook niet jouw schouders ver naar achteren. Een klein beetje is al

genoeg. Het moet nog steeds comfortabel voelen.

Herhaal deze oefening desnoods meerdere keren per dag en doe het ook tijdens het

lopen. Eerst nog zonder hond.

Wanneer dit goed voelt en het je gemakkelijk af gaat of zelfs al een automatisme

wordt, ga je lopen met alleen de riem in je hond dus zonder jouw hond eraan vast. Dit

oefen je zo vaak je het nodig vindt. Neem hiervoor een korte tot middellange lijn, geen

flexlijn.

Vervolgens ga je zo wandelen met jouw hond. Doe dit bij voorkeur ergens waar je

zeker bent van weinig prikkels. Kijk recht vooruit en maak geen contact met jouw

hond, let nu vooral op jouw eigen houding.

Oefening 2

Zodra je je zeker(der) voelt, ga je door met de volgende oefening en dat is jouw

gezichtsuitdrukking. Zorg voor een ‘open’ en ontspannen gezicht. Je glimlacht en houdt

je hoofd hoog. Zodra je gaat glimlachen voel je direct een positieve emotie in je opko-

men. Dat is onvermijdelijk.

Pagina 68 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Oefen dit ook meerdere keren en wees je ervan bewust. Dit werkt ook uitstekend als je

een negatieve emotie op voelt komen. Zodra je gaat (glim)lachen ben je direct uit dat

negatieve gevoel.

Combineer nu beide oefeningen met elkaar: je loopt met een zelfverzekerde houding

en een open blik. Op het moment dat je verschil voelt tussen de oude en nieuwe

manier van lichaamshouding, ben je goed bezig.

Neem nu jouw hond mee en ga met dit gevoel en deze lichaamshouding lopen. Je zult

versteld staan van de directe impact die dit heeft op jouw hond. Zodra jouw hond oog-

contact met je maakt, geef je hem die glimlach. Verder niets.

Als je het goede gevoel hebt zul je merken dat jouw hond vaker contact met je maakt.

Zodra je even niet oplet of het laat versloffen, heeft dat direct gevolgen wat resulteert

in minder contact met jouw hond.

Oefening 3

Deze stap kun je pas zetten wanneer oefening 1 en 2 goed gaan.

Je bent nu zo ver dat je andere prikkels op gaat zoeken. Je stapt dus uit je veilige

omgeving en gaat deze houding toepassen tijdens de dagelijkse wandeling. Houd je

hond in eerste instantie aangelijnd. Zodra hij de intentie heeft te reageren op een

prikkel, loop jij gewoon door.

Bedenk dat elke poging die jij doet om hem ervan af te houden (ruk aan de lijn, stem

gebruiken, etc.) aandacht is en aandacht is de grootste beloning voor een hond. Nege-

ren is de grootste straf voor een hond.

Wacht tot hij weer rustig naast je loopt en oogcontact maakt. Dit beloon je altijd met

een glimlach en waar nodig met voer of een speeltje.

Pagina 69 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Wanneer deze lichaamshouding als een tweede natuur voor je is geworden, kun je

daadwerkelijk gaan werken aan het oplossen van het probleemgedrag.

Als je deze stap overslaat zul je merken dat je vroeg of laat toch vast gaat lopen omdat

jouw nieuwe lichaamshouding niet alleen een gunstige uitwerking heeft op het gedrag

van jouw hond maar er ook voor zorgt dat je meer zelfvertrouwen krijgt.

Nu ga je beginnen met het stappenplan wat gaat zorgen dat het probleemgedrag bij

jouw hond opgelost wordt. Het plan bestaat uit tien stappen die noodzakelijk zijn om

het gedrag blijvend te veranderen.

Pagina 70 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Het stappenplan

Stap 1 – probleemstelling / diagnose

Stel duidelijk wat het probleem is. Geef een zo volledig mogelijke omschrijving en

vooral wie van het gezin het meeste met dit probleem te maken heeft.

Het kan zijn dat jouw hond trekt aan de lijn maar dat alleen bij jou doet of gromt naar

jouw kind op een afstand van 1 meter vanaf de voerbak.

Wanneer jouw hond agressief reageert naar mensen ga dan goed analyseren in hoe-

verre jouw hond discrimineert. Honden doen dat. En hoe vervelend het ook is maar er

zijn zeker honden die discrimineren op huidskleur of religie. Denk aan Aziatische

mensen die een andere lucht bij zich dragen omdat ze koken met andere specerijen en

kruiden. Of moslims die vaak angstig reageren op honden en wellicht (gillend)

wegrennen wat dan weer het jachtinstinct van jouw hond kan opwekken.

Honden die uitvallen naar andere honden discrimineren ook vaak. Bijvoorbeeld naar

kleine witte hondjes of alleen naar een ongecastreerde reu.

Na verloop van tijd kunnen honden ook gaan generaliseren. Een hond die bang is voor

knallen kan steeds gevoeliger worden voor geluid en wellicht uiteindelijk schrikken van

het neerzetten van een kopje koffie op tafel. Zo kunnen honden agressief zijn naar

kleine witte hondjes, vervolgens naar alle witte honden en vervolgens naar alle

honden.

De discriminatie en generalisatie zijn dus belangrijke vragen in het stellen van de

diagnose. Hiervoor moet je weten wanneer het gedrag ontstaan is en hoe het zich

ontwikkeld heeft.

De diagnose maak je dus aan de hand van deel 1. Je stelt de zes onderzoeksvragen en

geeft hier eerlijk antwoord op.

Pagina 71 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 2 – doelstelling

Wanneer het probleem duidelijk is kun je jouw einddoel bepalen. Wat wil je bereiken?

Als jouw hond bang is voor vreemde mensen, kan het einddoel zijn dat hij mensen

negeert. Je kunt ook gaan werken aan het daadwerkelijk contact maken met mensen

of dat hij mensen zelfs enthousiast begroet.

Jouw doel staat natuurlijk niet los van de diagnose. Van een zeer slecht gesocialiseerde

hond vragen of hij enthousiast mensen begroet is een zeer hoog gesteld doel. Daar is

op zich niets mis mee. Sterker nog, beter is jouw doel hoog te stellen en het dan niet

halen dan een te laag doel voor ogen houden en het (makkelijk) halen.

Bedenk dat niets onrealistisch is. Uitvinders zijn altijd een goed voorbeeld van mensen

voor wie ‘onrealistisch’ niet bestaat. Zij hebben als geen ander duizenden keren te

horen gekregen dat wat zij voor ogen hebben, onrealistisch is. Alleen zij geloofden er

niet in en bewezen dat. Als de gebroeders Wright ooit geluisterd hadden naar deze

argumenten, hadden wij ons nu niet kunnen verplaatsen in een vliegtuig.

En om even bij de honden te blijven: ik had ooit eens les op een Kynologenclub van

een instructeur die met haar Bullterriër G&G34 heeft gehaald. Dat was – naar eigen

zeggen – nog nooit eerder gebeurd. De Bullterriër is een hond die in aanleg totaal

ongeschikt is om tot dit niveau te komen. Toch was het haar doel dit te bereiken en

het is haar gelukt.

Alles wat je met je geest kunt bedenken en geloven, kan je bereiken. Het is niet de

vraag of het realistisch, haalbaar of mogelijk is het is de vraag hoe graag je het wilt. Als

je iets graag wilt, vind je altijd een manier daar te komen.

4 G&G staat voor Gedrag & Gehoorzaamheid: een gehoorzaamheidsprogramma wat uit drie niveaus

bestaat waarvan 3 het hoogste is.

Pagina 72 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 3 – een tijdslimiet instellen

De volgende stap is het instellen van een tijdslimiet (deadline): een exacte datum

waarop jij het door jou gestelde einddoel wilt bereiken.

Zet die datum niet te ver weg anders ga je er nooit aan beginnen. Zo heb ik voor

mijzelf ook een deadline gesteld aan dit boek. Als ik mijzelf een jaar had gegeven, was

ik er nog niet eens aan begonnen. Misschien een maand van te voren. Op het moment

dat ik mijn doel gesteld had – het schrijven van dit boek – heb ik direct de deadline op

vier weken gezet.

Wij zijn namelijk geneigd zoveel tijd te nemen als dat we krijgen. Geef je jezelf een

jaar, dan ben je er dus ook een jaar mee bezig.

Wanneer jouw hond trekt aan de lijn, kun je dit binnen een week afleren. Waarschijn-

lijk sneller maar een week is een mooie deadline. Een maand is echt te lang.

Denk ook hier niet in beperkingen als onrealistisch, onhaalbaar of onmogelijk. Vooral het excuus ‘geen tijd’ is er eentje die wij graag gebruiken. Geen tijd staat synoniem voor geen zin.

Pagina 73 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 4 – noteer alle stappen die nodig zijn jouw doel te bereiken

Om tot jouw einddoel te komen zul je verschillende tussenstappen moeten zetten.

Zo zal een hond die trekt aan de lijn moeten leren het tempo van zijn baas aan te

houden. De stappen om hier te komen kunnen dus zijn dat hij eerst 2 meter niet mag

trekken aan de lijn, vervolgens 5 meter, dan 10 meter etc.

Een hond die blaft bij de bel moet leren te stoppen met blaffen op commando.

Hiervoor zal hij eerst het commando moeten leren. Afhankelijk van de snelheid het

leervermogen en gehoorzaamheid van de hond (zie bijlage 3) duurt dit vijf of wellicht

vijftien trainingssessies.

Een hond die gromt wanneer jouw kind zijn voerbak nadert moet leren dat jouw kind

geen bedreiging voor zijn voer vormt. Andersom moet het kind leren dat hij het voer

van de hond niet af mag pakken. Je gaat dus samen met jouw kind de hond voeren

meerdere keren per dag (verdeel de dagportie dus over drie of vier maaltijden).

Dit zijn slechts enkele voorbeelden. De manier van trainen is afhankelijk van jouw

eigen voorkeur en wat het beste past bij de hond. In dit boek worden de verschillende

trainingsmethodes niet behandeld om de eenvoudige reden dat dit boek dan veel te

dik wordt. Er is namelijk niet één methode de beste.

Wanneer je traint op een hondenschool en tevreden bent over de resultaten, gebruik

deze methode dan ook voor het oplossen van probleemgedrag. Twijfel je hieraan, ga

dan op zoek naar een hondenschool of instructeur die een methode hanteert die beter

bij jou en jouw hond past.

Om een volgende stap te kunnen zetten, het maken een planning, is het noodzakelijk

dat je de tussenliggende stappen kent, begrijpt en toepast. Als je hierbij hulp nodig

hebt, vraag die hulp dan. Meer hierover bij stap 6.

Pagina 74 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 5 - maak een planning

Nu is het moment aangebroken om ook een daadwerkelijke planning te maken. Dit

doe je als volgt.

Start met jouw einddatum, de deadline die jij zelf gesteld hebt en dus het moment dat

jouw doel bereikt moet zijn. Van daaruit ga je terugwerken naar vandaag.

Stel je hebt jezelf vier weken gegeven, dan ga je nu bepalen wat het einddoel per week

moet zijn. Daarna ga je bepalen wat dan het doel per dag moet zijn en op basis

daarvan plan je de trainingssessies per dag in. Maak de afzonderlijke training niet te

lang. Liever 2x 10 minuten dan 1x 20 minuten.

Een weekplanning zou er uit kunnen zien als in het schema hieronder. Dit is slechts een

voorbeeld, de tussenstappen kunnen er natuurlijk anders uitzien afhankelijk van de

omstandigheden waarin de hond het ongewenste gedrag vertoont. Hier is uitgegaan

van een hond die op straat tegen mensen opspringt die passeren.

Excel is hier heel geschikt voor maar je kunt natuurlijk ook jouw eigen agenda gebrui-

ken. In bijlage 2 zijn diverse vormen van planningen opgenomen die je kunt gebruiken

en zelf kunt invullen.

einddoel Niet meer opspringen tegen mensen

datum 30 okt 29 okt 28 okt 27 okt 26 okt 25 okt

tussenstap

personen passeren zonder opspringen

kort praatje maken; hond zit

hond blijft zitten als mensen doorlopen

hond krijgt kort aandacht als hij zit

hond leren zitten bij ontmoeting mensen

mensen moeten hond negeren

tijd

2x 10 min 2x 10 min 3x 10 min 3x 15 min 4x 15 min 4x 20 min

9-9.10u

18-8.10u

9-9.10u

18-18.10u

9-9.10u

13-13.10u

18-18.10u

9-9.15u

13-14.15u

18-18.15u

9-9.15u

12-12.15u

15-15.15u

18-18.15u

9-9.20u

12-12.20u

15-15.20u

18-18.20u

Pagina 75 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 6 - vraag hulp

Laat je assisteren door de beste mensen in hun vakgebied. Bestudeer ze en leer van ze.

Het is niet nodig om opnieuw het wiel uit te vinden. Dat kost tijd en onnodig veel

energie. Gebruik je energie voor de acties die je moet gaan ondernemen.

Vraag naar de beste trainingsmethodes voor jouw specifieke probleem of ga samen

met deskundigen aan de slag. Hulp vragen is niet dom maar geeft juist aan dat je erg

gemotiveerd bent het probleemgedrag op te lossen. Bijvoorbeeld:

Kan ik hulpmiddelen gebruiken in de training om het trekken aan de lijn af te

leren, zo ja welke en hoe gebruik ik ze?

Wat is de beste correctie in het afleren van het blaffen bij de bel of moet ik

misschien een andere vorm van conditionering toepassen?

Mijn hond gromt naar mijn kind als deze in de buurt van zijn voerbak komt. Hoe

kan ik mijn hond leren dat mijn kind geen bedreiging voor zijn voer is en hoe

kan ik mijn kind meer vertrouwen geven in de hond?

Om optimaal te kunnen trainen moet je situaties in scene zetten. Hiervoor heb je dus

ook de hulp van anderen nodig. Denk aan vrienden, familie, buren, etc.

Als jouw hond blaft bij de bel vraag dan een buurjongen of –meisje om aan te

bellen en wacht niet tot het moment dat er visite komt.

Wanneer jouw hond uitvalt naar andere honden heb je andere honden nodig

om mee te trainen. Bij voorkeur honden die sociaal zijn en niet ook uitvallen.

Om het opspringen tegen mensen af te leren heb je mensen nodig die jij kunt

instrueren wat ze moeten doen als de hond opspringt.

Het vragen om hulp is dus essentieel in het oplossen van probleemgedrag.

Pagina 76 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 7 - ga over tot actie!

De belangrijkste reden waarom mensen problemen niet oplossen is omdat ze geen

actie nemen. Je kunt enorm veel kennis opdoen en een prachtige planning maken

maar zonder daadwerkelijk actie te ondernemen, kun je nooit je doel bereiken. Je gaat

dus ook doen wat in je planning staat.

Faalangst is vaak de reden dat mensen geen actie ondernemen. Als je namelijk niets

doet dan kan er ook niets fout gaat. Toch zul je actie moeten ondernemen om jouw

doel te kunnen bereiken. Je zult merken dat als je eenmaal die stap hebt gezet en ook

echt gaat beginnen, je al direct jouw eerste succes te pakken hebt. Dat voelt goed.

Vind je het moeilijk om deze stap te zetten en merk je dat je voor jezelf excuses gaat

maken om maar niet te hoeven beginnen, zoek dan een coach. Dat kan iemand zijn

met kennis van hondengedrag maar dat hoeft niet. Het kan ook jouw partner zijn of

een ouder of een vriend. In ieder geval iemand die jou kan motiveren.

Iedereen die werkt aan een verbetering van zichzelf of zijn prestaties heeft een coach.

De bekendste coaches zijn die in de sportwereld. Een coach zorgt dat jij jouw discipline

opbouwt en behoudt en is er op het moment dat jij het moeilijk hebt.

Een goede coach praat niet met jou mee maar pept je op. Je hebt niets aan een coach

die zegt dat je het maar op moet geven. Hij haalt het beste uit jou naar boven. Ook

artiesten en succesvolle zakenmensen hebben coaches dus waarom jij niet?

Pagina 77 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 8 - Erken je successen en vier ze (hoe klein ze ook zijn)!

Natuurlijk beloon je jouw hond wanneer hij gewenst gedrag laat zien. Maar vergeet

ook niet jezelf te belonen. Het vieren van je successen zorgt voor een positieve

associatie met het leerproces.

Zodra je besloten hebt een einde te maken aan het probleemgedrag van jouw hond, is

dat jouw eerste succes. Je bent dit boek aan het lezen en inmiddels al over de helft dus

dat is ook een succes. Als je na het lezen van dit boek met het stappenplan aan de slag

gaat, is dat het volgende succes. Dus voordat je daadwerkelijk het probleemgedrag van

jouw hond op gaat lossen heb je al verschillende acties ondernomen en successen

geboekt. Je zult dus eerst moeten leren jouw successen te erkennen voordat je ze kunt

vieren.

Elke stap die jij neemt waarbij jij dichterbij jouw einddoel komt is een succes en dat ga

je vieren. Neem een stuk chocola bij de thee, een wijntje ’s avonds, trakteer jezelf op

een bos bloemen of een bioscoopbezoek. Hoe harder je ervoor gewerkt hebt, hoe

groter de beloning voor jezelf moet zijn.

Je zult merken dat je hierdoor nog meer gemotiveerd raakt om verder te gaan. Een

volgende stap nemen betekent namelijk automatisch een volgend succes, ongeacht of

jouw aanpak ook een verbetering in het gedrag van jouw hond laat zien. Wanneer

jouw aanpak namelijk niet het gewenste resultaat heeft, is dat een leermoment. En elk

leermoment is ook een succes wat gevierd moet worden.

Het zit niet in onze cultuur om onszelf te belonen. “Doe maar normaal dan doe je al

gek genoeg”. Dat is ook tevens de reden dat wij eigenlijk nooit ergens trots op zijn.

Behalve als het gaat om sporten waarin wij uitblinken zoals voetbal en schaatsen. Dan

ineens staat het hele land op zijn kop en vieren wij massaal ons succes. En hoe goed

voelt dat! Iedereen die ooit in die roes heeft gezeten wil daar eigenlijk nooit meer uit.

Creëer je eigen roes, je eigen resultaat en je eigen succes waarna jij jouw eigen feestje

kunt vieren.

Pagina 78 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 9 - Laat je niet afleiden

Is het je weleens opgevallen dat wanneer je iemand belt en vraagt hoe het met hem

gaat, het antwoord bijna altijd hetzelfde is? “Druk.” Sterker nog, soms word je het

gewoon in de mond gelegd. “Hoe gaat het? Druk?”

Veel mensen verwarren “druk” zijn met “productief” zijn. Heb jij weleens dat je aan

het einde van dag doodmoe bent en jezelf dan afvraagt “maar wat heb ik nou eigenlijk

gedaan?” Soms is het antwoord dat er nagenoeg niets uit je handen is gekomen maar

je was wel erg druk.

Als mensen mij vragen of ik het druk heb kan ik in alle eerlijkheid zeggen dat dat niet

zo is. Maar dat was vroeger wel anders! Ik heb dit echt moeten leren. En omdat ik het

nooit druk heb voel ik mij stukken beter en heb veel meer energie waardoor ik veel

productiever kan zijn. En zo is de cirkel weer rond.

Wanneer je optimaal succes wilt hebben, moet je focus houden. Als je met jouw hond

aan het trainen bent kun je dus niets anders doen. Ook geen sms versturen of even je

email checken. En als de telefoon gaat neem je hem gewoon niet op. Zo simpel is het.

Bedenk dat energie gaat naar datgene waar jouw focus ligt. Zo rijden mensen tegen

een boom als ze met hun auto in de slip raken omdat ze gefocust zijn op die boom

waar ze eigenlijk helemaal niet heen willen.

Dat komt omdat ons menselijk brein niet is ingesteld op het doen van meerdere

complexe handelingen gelijktijdig.

Daarom moet je focus 100% zijn op het door jou gestelde doel. Multi-tasking is

dodelijk.

Pagina 79 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Stap 10 – Toon doorzettingsvermogen

Doorzettingsvermogen is een van de beste eigenschappen die je kunt hebben. Als je

namelijk een doel hebt en je hebt doorzettingsvermogen, gaat het je altijd lukken. Bij

doorzettingsvermogen horen tegenslagen. En die ga je krijgen. Gegarandeerd.

Maar die heb je ook nodig. Nodig om te leren wat er fout ging zodat je die fout niet

nog een keer maakt. Hoe sneller je fouten maakt, hoe eerder je leert van je fouten en

hoe eerder je jouw doel bereikt hebt.

Veel mensen stoppen bij de moeilijke periodes. Als je het maximale wilt bereiken,

moet je gas geven op momenten dat het tegenzit. Wanneer je dan gas loslaat, ben je

weer terug bij af.

Triple F: fail fast forward. Mensen zijn bang om te falen. Des te sneller je fouten

maakt, des te eerder je erdoor bent en vervolgens gaat het een stuk makkelijker.

Neem de drempels die je tegenkomt. Geef je fout toe, ga vervolgens door en leer

ervan. Zie een fout als een leermoment.

Zo was er eens een verkoper die door een fout een klant verloor. Dit kostte zijn werk-

gever een ton! De volgende dag werd hij ontboden op het kantoor van zijn baas. Hij

vreesde zijn ontslag. “Ben jij gek”, zei de directeur, “Ik heb net een ton in je geinves-

teerd”. Een slimme zet van de werkgever en een hele goede les voor de medewerker.

Pagina 80 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

De ultieme succesformule

Als je wilt leren en dus wilt groeien moet je meer open staan voor andere invals-

hoeken. Problemen worden nooit opgelost binnen het kader waarin ze zijn ontstaan.

Wanneer je bereid bent in elk nadeel een voordeel te zien, geen belemmeringen maar

uitdagingen ziet en je constant omringt met personen die net iets verder zijn dan jij en

waar jij je dus aan op kunt trekken, dan bescherm jij jezelf tegen negatieve invloeden.

Implementeer de volgende factoren in jouw leven en dan wordt succes onvermijdelijk.

Schrap ‘ja maar’ uit je woordenboek

Vanaf nu zeg je alleen nog maar ‘ja’ of ‘nee’. Je zegt ‘ja’ tegen alles wat jou dichterbij

jouw einddoel brengt en ‘nee’ tegen alles en iedereen die jou daarvan weerhoudt,

tegenhoudt of zelfs jouw doel ondermijnt.

Zodra je ‘ja maar’ zegt, geef je een excuus waarom je een bepaalde actie niet hebt

ondernomen. Als je maar lang genoeg nadenkt is voor alles een excuus te vinden.

De eerste keer dat ik voor een groep mensen moest staan om ze toe te spreken, wist ik

zeker dat ik een griepje op voelde komen. De perfecte reden om af te zeggen! Ik deed

het niet en die griep is er natuurlijk nooit gekomen.

Zo waren er ook altijd mensen op de hondenschool die al 40 jaar honden hadden en

alles beter wisten. Deze mensen hebben niets geleerd en doe nu nog steeds wat ze al

die jaren gedaan hebben.

Op het moment dat jij ‘ja maar’ zegt, stoppen jouw hersenen met denken en gaan over

op de automatische piloot en dat is namelijk de actie doen (of laten) die je altijd al

deed. Dat kost namelijk minder energie, is makkelijker. Onnodig te zeggen dat dit jou

nooit naar jouw einddoel gaat brengen.

Pagina 81 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Controle over je eigen gedachtes

Het enige waar je absolute controle over hebt, zijn jouw eigen gedachtes. Als je er niet

in slaagt jouw gedachtes onder controle te krijgen, kun je er zeker van zijn dat je

helemaal niets onder controle krijgt.

Stel je de volgende gebeurtenis voor. Een vreemde hond gaat rijden op jouw hond. Je

hebt meerdere mogelijkheden om hierop te reageren namelijk

A. Je vraagt vriendelijk de eigenaar zijn hond mee te nemen of

B. Je wordt boos, schopt die hond en schreeuwt naar de eigenaar

Wanneer je kiest voor A, zul je jouw wandeling vervolgen en bent het voorval bij thuis-

komst waarschijnlijk vergeten of B, je belandt in een ordinaire scheldpartij misschien

wel met fysiek geweld en het duurt wellicht dagen voordat je dat kwijt bent en je

beklaagt je erover tegen iedereen die je tegenkomt.

De gebeurtenis daar kun jij niets aan veranderen. Waar jij wel invloed op hebt in jouw

reactie hierop en deze zorgt voor het uiteindelijke resultaat.

Wanneer je kiest voor reactie A voel jij je een stuk beter, zonder twijfel. Er is nog nooit

iemand beter geworden door het halen van zijn gelijk.

Vermijd negatieve energie

Je kent ze vast wel, mensen in jouw omgeving die altijd klagen. Die energie slurpen,

beren op de weg zien, anderen de schuld geven en alleen over zichzelf praten. Kortom,

mensen met een negatieve geest en een negatieve energie.

Verban deze mensen uit jouw leven. Zij kosten energie en leveren stress op en voordat

je het weet ben je aan het mee-klagen, mee-roddelen en komt er van jouw prachtige

voornemens niets terecht.

Pagina 82 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Soms ontkom je er even niet aan. Denk aan die verjaardag waarop die ene tante altijd

weer jou uitzoekt om tegen aan de klagen over hoe slecht haar leven is. Zet dan beide

oren op zodat het verhaal het ene oor in gaat en het andere weer uit. Hoor het even

aan en excuseer je daarna.

Wanneer je niets aardigs te zeggen hebt, zeg dan niets

Wanneer jij iemand bent die altijd voor zijn (ongevraagde) mening uitkomt en graag

discussies voert, tel dan voortaan eerst even tot tien. Zeg dan daarna iets aardigs, iets

positiefs om het gesprek af te sluiten.

Als je klaagt over andere mensen zegt dat meer over jezelf. Straal niets negatiefs uit en

praat niet negatief over anderen. Meestal is dat omdat je je beter wil voelen door

andere mensen omlaag te halen.

Onlangs had ik een gesprek van ruim een half uur waarin mijn gesprekspartner niets

aardigs gezegd heeft over een ander behalve over zichzelf. Geen enkele keer heeft hij

mij een vraag gesteld; alleen hij was aan het woord.

Je bent pas een interessant persoon als je interesse in een ander hebt.

Het leven is als een computerspel met verschillende niveaus

Wanneer je begint met het oplossen van het probleemgedrag ga je dingen doen die je

lastig vindt of misschien zelfs wel eng. Maar je moet hier doorheen anders kom je

nooit bij een volgend niveau.

Vergelijk dit met een computerspel. Je kunt pas naar het volgende niveau (level) als je

eerst een aantal uitdagingen bent tegengekomen en die hebt weten te trotseren.

Uiteindelijk bepaal jij zelf hoe hoog je wilt komen. Je kunt altijd een niveau hoger. Er zit

geen limiet op.

Pagina 83 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Wees niet bang voor kritiek

Sommige mensen vinden het vreselijk belangrijk wat anderen van ze denken. Dat is

slechts een mening. Het zegt niets over jou maar alles over een ander. Jij bent wie jij

zegt die je bent. Mensen die kritiek geven hebben hiervoor twee redenen: of ze zijn

bang dat je gaat falen of ze zijn bang dat je succesvoller wordt dan zij. Beide redenen

zijn drogredenen. Jij hebt jouw doel(en) en jij gaat deze halen.

In het verleden zijn mensen op de brandstapel terechtgekomen omdat ze er openlijk

voor uitkwamen dat ze niet in spoken geloofden. En er zijn nog altijd landen waarin je

geen kritiek mag hebben op politieke of geestelijke leiders zonder kans te maken op

zware straffen. Het is dus niet vreemd dat wij nog steeds bang zijn voor kritiek.

De angst voor kritiek berooft je van jouw initiatief, verwoest jouw verbeeldingskracht,

beperkt jouw individualiteit en vernietigt jouw onafhankelijkheid. Angst voor kritiek is

de snelste weg naar totale zelfvernietiging!

Laat jouw positieve emoties voor je werken

Ons onderbewustzijn is ontvankelijker voor gedachtes die vermengd zijn met gevoel of

emotie dan voor gedachtes die wij rationeel beredeneren.

Slimme marketeers en reclamemakers weten dat allang. Wij denken dat wij onze

keuzes maken op rationele gronden maar de waarheid is dat wij keuzes maken op

basis van emotie. Wij kiezen Calvé-pindakaas niet omdat dit het beste product is maar

omdat dit nostalgie oproept, “Wie is er niet groot mee geworden”.

Het is een feit dat de meeste mensen zich laten leiden door emotie of gevoel. En

aangezien wij deze emotie en ons gevoel zelf kunnen sturen, kunnen wij dus met

dezelfde energie positieve emoties opwekken en negatieve emoties vermijden.

Pagina 84 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

De zeven belangrijkste positieve emoties:

Verlangen

Geloof

Liefde

Sex

Enthousiasme

Romantiek

Hoop

Positieve en negatieve emoties kunnen niet tegelijkertijd aanwezig zijn. Eén van de

twee is dominant. Maak er dus een gewoonte van om positieve emoties in te schake-

len en te gebruiken. Na verloop van tijd is er voor negatieve emoties gewoonweg geen

plaats meer.

Het voert te ver om er in dit boek verder op in te gaan maar één van de oefeningen om

positieve emoties op te wekken is uitgelegd in het hoofdstuk Verandering van

lichaamshouding / aandachtsoefeningen.

Draag altijd jouw geweldig-bril

Je bent geweldig. Het ligt niet in onze aard, onze cultuur om dat over onszelf te

zeggen. Toch raad ik je aan regelmatig tegen jezelf te zeggen “ik ben geweldig”. Je

wordt er echt een beter mens van!

Waarom ben je geweldig?

Nou allereerst omdat je leeft en ademt. Er zijn mensen die die mogelijkheid niet

hebben. Wij zijn het product van de sterksten van de vorige generatie en die

daarvoor en die daarvoor. Survival of the fittest en wij horen daarbij.

Ten tweede omdat je nu dit boek leest. Jouw keuze. Je had ook voor de tv

kunnen hangen of een spelletje op de computer kunnen doen. Maar jij kiest

ervoor om te leren hoe je een betere relatie met jouw hond kunt krijgen.

Pagina 85 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Op de derde plaats omdat je veel hebt om dankbaar voor te zijn. Je bent

geboren in een rijk land met uitstekende mogelijkheden. Anderhalf miljard

mensen leven onder de armoedegrens, dat is 25% van de wereldbevolking. Jij

hoort bij die overige 75%.

Maar ten vierde omdat je het zelf zegt. Jij hebt het besloten. Je bent niet

geweldig omdat je het geworden bent, je bent geweldig omdat je het zelf zegt.

Je voelt je goed niet omdat je je goed voelt maar omdat je besluit je goed te

voelen.

Waarom zou je vanaf nu niet kiezen om alles in het leven ‘geweldig’ te vinden. Je kunt

zeggen dat het allemaal onzin is maar je kunt ook zeggen: “Nee, ik kies ervoor het

leven op deze manier te bekijken”. De vraag is: Wat is goed en wat is fout? Er is geen

goed of fout. Het goede antwoord is: de manier waarop jij ernaar kijkt is de waarheid.

Niets heeft een waarde behalve de waarde die wij het geven!

Dus wij kiezen om het leven geweldig te vinden. Wij kiezen om onszelf geweldig te

vinden en wij kiezen om andere mensen geweldig te vinden. Dus hoe wordt jouw

leven? GEWELDIG!

Is het aannemelijk te veronderstellen dat als jij het leven ziet als geweldig, dat er ook

meer geweldige dingen gebeuren? Meer dan wanneer je alles zou bekijken met een

andere bril op?

Als je niet zeker weet of het werkt, zet dan je ‘het-leven-is-shit’ bril op. En die draag je

een hele dag. Nu mag jij kiezen – jij hebt namelijk de mogelijkheid om te kiezen –

welke bril je draagt; je moet er eentje dragen.

Precies.

Pagina 86 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Wat gebeurt er als je komende 12 maanden niets gaat doen

Als je doet wat je altijd al deed, hoe sta je er dan over 12 maanden voor? Niet veel

anders dan nu, in veel gevallen zelfs slechter. En hoe heeft het probleemgedrag van

jouw hond zich ontwikkeld? Je weet waarschijnlijk zelf het antwoord al.

Sommige mensen wachten tot er iets beters voorbij komt, kijken het nog even aan,

zoeken excuses om nu niet aan de slag te gaan.

Grote kans dat deze mensen over 12 maanden nog steeds niet aan de slag zijn en nog

altijd met een hond lopen die probleemgedrag vertoont.

Grote kans ook dat deze mensen anderen hiervan de schuld geven of in het ergste

geval de hond!

Jouw eigen volhardingsinventaris

Wees eerlijk tegenover jezelf en stel vast welke van onderstaande factoren invloed

hebben op jouw zelfcontrole of het ontbreken daarvan. Je zult nu de echte vijanden

ontmoeten die je weerhouden van succes.

Bestudeer de lijst zorgvuldig en kijk jezelf recht in de ogen als je echt wilt weten wie je

bent en waartoe je in staat bent.

Dit zijn de zwakheden die iedereen, op zoek naar succes, moet overwinnen:

Het onvermogen om te erkennen en precies te bepalen wat je wilt.

Besluiteloosheid, met op zonder oorzaak. Gaat gewoonlijk gepaard met een

enorme lijst van uitvluchten en excuses.

Gebrek aan belangstelling voor het verwerven van specialistische kennis of het

raadplegen van mensen met deze kennis.

Aarzeling, de gewoonte om de schuld af te schuiven op de omstandigheden in

plaats van kwesties afzonderlijk te beoordelen.

Pagina 87 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

De gewoonte om op excuses te bouwen in plaats van vastomlijnde plannen te

creëren voor de oplossing van problemen.

Zelfingenomenheid/arrogantie. Er is helaas weinig te doen aan deze zwakheid

en er is geen hoop voor hen die eraan lijden.

Onverschilligheid, die gewoonlijk tot uiting komt in iemands bereidheid om in

elke situatie tot een compromis bereid te zijn in plaats van tegenstand te

bieden en te vechten.

De gewoonte om de schuld voor eigen fouten op anderen af te schuiven en

ongunstige omstandigheden als onvermijdelijk te accepteren.

Een zwak verlangen, dat te wijten is aan een slechte keuze van motieven die tot

daden moeten aansporen.

De bereidwilligheid om bij het eerste teken van tegenslag op te geven.

Gebrek aan gestructureerde planning.

De gewoonte om jezelf niet door ideeën te laten stimuleren of om kansen niet

te grijpen als ze zich voordoen.

Wensen in plaats van willen.

De gewoonte om je neer te leggen bij het lot in plaats van dit in eigen hand te

nemen. Algehele afwezigheid van de ambitie te zijn, te doen en te bezitten.

Zoeken naar de gemakkelijkste weg, proberen iets te krijgen zonder er wat voor

terug te doen wat heel vaak tot uiting komt in de gewoonte om voor een

dubbeltje op de eerste rang te willen zitten.

Angst voor kritiek, onvermogen om plannen op te stellen en uit te voeren

omdat anderen er wat van kunnen denken of zeggen. Deze vijand staat boven

aan de lijst want hij bevindt zich meestal in iemands onderbewustzijn waar hij

ongezien zijn gang kan gaan.

Pagina 88 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Tot slot

Als jij een betere relatie wilt met jouw hond, begin je nu. Meteen na het lezen van dit

boek. Soms moet je een sprong in het diepe nemen. Doordat je dat doet, gebeurt er

veel meer.

Problemen worden kleiner als je ze aanvalt in plaats van dat je ertegen aanhikt. Stel

jezelf de vraag: “Wat is het ergste dat kan gaan gebeuren”. Kun je daar mee leven? Ga

je er wat van leren? Als je er van te voren over nadenkt is een probleem al geen

probleem meer.

Leef om te winnen, niet om niet te verliezen!

Pagina 89 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Bijlage 1 – Operante conditionering

Bekrachtiging

Bekrachtiging (beloning) heeft als resultaat dat de kans op herhaling van gedrag in de

toekomst toeneemt.

Om een bekrachtiging goed toe te kunnen passen, is het noodzakelijk te weten wat de

hond ervaart als beloning. Beloningen voor een hond zijn:

1. Voer – varieer zoveel mogelijk zodat het altijd een verrassing blijft wat hij krijgt

(kaas, kip en gedroogde pens vinden veel honden lekker).

2. Spel – mits goed gesocialiseerd vinden honden het spelen met andere honden

een grote beloning. Pas ver daarna komt het spelen met de baas.

3. Speeltje – het in bezit krijgen en houden van een speeltje is voor veel honden

een grote beloning, de zogenaamde buitdrift.

4. Aandacht.

5. Steun – wanneer een hond steun zoekt als reactie op een prikkel (bijvoorbeeld

achter de baas gaan staan).

Overschatte beloningen: in tegenstelling tot wat wij vaak denken ervaren honden

aaien en een stembeloning niet als een sterke bekrachtiger. Het is weliswaar aandacht

maar afhankelijk van de concurrerende prikkel vaak niet genoeg. Zo zal een hond met

buitdrift niet genoeg hebben aan een stemcommando (los) en is een aai over de bol

niet voldoende bij de eerste keer dat een hond een commando juist uitvoert.

Er zijn twee vormen van bekrachtiging: een positieve waarbij een prikkel wordt

toegediend en een negatieve waarbij een prikkel wordt weggenomen.

Pagina 90 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Een positieve bekrachtiging is het toedienen van een aangename prikkel nadat

bepaald gedrag getoond is. Denk aan het geven van voer of een favoriet speeltje na

een goed uitgevoerd commando. Maar ook het wegduwen bij opspringen (aandacht)

of het bemoedigend toespreken van een angstige hond (steun verlenen) werken

belonend.

Een slecht uitgevoerde correctie werkt averechts en zal ervaren worden als een

positieve bekrachtiging. Denk aan het blijven trekken aan de lijn ondanks de ´correctie´

van de slipketting of het schreeuwen naar een hond in een poging hem te laten

stoppen met blaffen. Dit laatste geval is een goed voorbeeld van steun verlenen: de

baas blaft mee.

Een negatieve bekrachtiging is het weghalen, verminderen of voorkomen van een

onaangename prikkel wat zorgt voor herhaling van gedrag. Zo kan een hond

ontsnappen aan een onaangename prikkel (bijvoorbeeld een knal) door naar huis te

vluchten (gewenste, veilige plek).

In de hondentraining wordt nogal eens gebruikgemaakt van de negatieve bekrachti-

ging. Denk aan de oefening “af” waarbij de lijn strak naar beneden wordt getrokken

totdat de hond gaat liggen. De hond kan de onaangename prikkel vermijden door het

gewenste gedrag (het liggen) te laten zien. Ook zal een hond ‘wijd’ gaan volgen (dus

meer afstand nemen) als de baas tijdens het volgen een keer op zijn poot is gaan

staan.

Voorbeelden van een negatieve bekrachtiger in ons dagelijks leven zijn o.a het

piepsignaal in de auto voor het niet omdoen van de gordels of als de lichten nog

branden nadat het contact uit is. Aan beide signalen kun je ontsnappen/vermijden

door de gordel vast te maken of de lichten uit te doen (het gewenste gedrag).

Positief betekent toedienen en negatieve weglaten (of vermijden, ontsnappen,

verminderen). In beide gevallen zal gedrag leiden tot een toename in de toekomst.

Pagina 91 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Correctie

Correctie (straf) heeft als resultaat dat de kans op herhaling van gedrag in de toekomst

afneemt of zelfs helemaal stopt.

Om een correctie goed toe te kunnen passen, is het noodzakelijk te weten wat de

hond ervaart als straf. Straf voor een hond zijn:

1. Pijn.

2. Schrik.

3. Het onthouden of wegnemen van een beloning.

4. Negeren.

Natuurlijk speelt de individuele mate van gevoeligheid een belangrijke rol. Zo zal de

gemiddelde Labrador of Rottweiler weinig onder de indruk zijn van een slipketting-

correctie maar geldt – zeker voor de Labrador – het niet krijgen van voer als een veel

grotere straf.

Er zijn twee vormen van correctie: een positieve waarbij een prikkel wordt toegediend

en een negatieve waarbij een prikkel wordt weggenomen.

Een positieve correctie is het toedienen van een onaangename prikkel nadat

bepaald gedrag getoond is zoals pijn of schrik. Zo snuffelt een hond maar één keer aan

een brandende kaars en wanneer je een hond een tik op de neus geeft als hij van tafel

eet, stopt hij dat gedrag.

Het toepassen van een positieve correctie heeft vele haken en ogen. Zo moet de

correctie in verhouding staan tot het gedrag. Een hond die al meerdere stukken taart

van tafel heeft gegeten en pas bij stuk vier gecorrigeerd wordt met een NEE, is hoog

gemotiveerd het nogmaals te proberen; de beloning is immers groter dan de straf.

Pagina 92 van 102

© Hondenuniversiteit 2011 [email protected] Monique Appels

Timing en associatie

De juiste timing bij een correctie is enorm belangrijk om deze ook te koppelen aan het

ongewenste gedrag (de associatie). Een hond die onzindelijk is geweest of de nieuwe

bank heeft gesloopt omdat hij niet goed alleen kan zijn, begrijpt niets van een correctie

door de baas wanneer deze na een bepaalde periode weer thuis komt. Zijn

onderdanige houding wordt uitgelegd als ‘schuld bekennen’ terwijl de hond in feite

agressie van de baas af wil wenden.

Een hond die van de bank gestuurd wordt, zal vermoedelijk gewoon op de bank

springen als de eigenaar de kamer uitloopt. Hij heeft namelijk de correctie niet

geassocieerd met de plek (de bank) maar met de aanwezigheid van de baas. Zo is het

gooien van een bos met sleutels naar een hond ook geen handige correctie. De hond

kan het geluid van de sleutels gaan associëren met straf en elke keer met angst

reageren als hij de sleutels hoort.

Een negatieve correctie is het weghalen van een aangename prikkel nadat het

gedrag vertoond is waardoor de kans op herhaling vermindert.

Wanneer een hond blaft bij het bereiden van zijn eten, kan gekozen worden te

stoppen hiermee en iets anders te gaan doen. Deze handeling kan net zo lang herhaald

worden tot de hond stopt met blaffen. Daarna volgt zijn eten. Dit voorbeeld is een

combinatie van een negatieve correctie (de aangename prikkel wordt weggenomen)

met een positieve bekrachtiging (de aangename prikkel wordt toegediend).

Gevangenisstraf is ook een voorbeeld van een negatieve correctie (het afnemen van

iemand zijn vrijheid) ofschoon inmiddels wel is gebleken dat de kans op herhaling in

lang niet alle gevallen verminderd.

Negeren is een bijzondere vorm van corrigeren. Hierbij wordt namelijk geen prikkel

toegediend noch een prikkel weggehaald, negeren is gebaseerd op het verliezen van

oude gewoontes en niet het aanleren van nieuwe (zie habituatie en uitdoving).

bekrachtiging correctie

positief negatief positief negatief

P + hond P - hond P - hond P + hond

aangename

prikkel (P+)

toegediend of

toegevoegd

onaangename

prikkel (P-)

verwijderd of

weggenomen

onaangename

prikkel (P-)

toegediend of

toegevoegd

aangename

prikkel (P+)

verwijderd of

weggenomen

gedrag neemt toe gedrag neemt af

Bijlage 2 – Planningen

Maandplanning

[ Einddoel ]

Week 1

[ subdoel ]

Week 2

[ subdoel ]

Week 3

[ subdoel ]

Week 4

[ subdoel ]

Ma Di Wo Do Vr Za Zo Ma Di Wo Do Vr Za Zo Ma Di Wo Do Vr Za Zo Ma Di Wo Do Vr Za Zo

[ dagdoel ] [ dagdoel ] [ dagdoel ] [ dagdoel ]

5x 10 minuten

1e sessie: [ vul hier de tijd in ]

2e sessie: [ vul hier de tijd in ]

3e sessie: [ vul hier de tijd in ]

4e sessie: [ vul hier de tijd in ]

5e sessie: [ vul hier de tijd in ]

4x 15 minuten

1e sessie: [ vul hier de tijd in ]

2e sessie: [ vul hier de tijd in ]

3e sessie: [ vul hier de tijd in ]

4e sessie: [ vul hier de tijd in ]

3x 20 minuten

1e sessie: [ vul hier de tijd in ]

2e sessie: [ vul hier de tijd in ]

3e sessie: [ vul hier de tijd in ]

2x 30 minuten

1e sessie: [ vul hier de tijd in ]

2e sessie: [ vul hier de tijd in ]

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

Weekplanning

[ Einddoel ]

dag 1

[ subdoel ]

dag 2

[ subdoel ]

dag 3

[ subdoel ]

dag 4

[ subdoel ]

dag 5

[ subdoel ]

Dag 6

[ subdoel ]

dag 7

[ subdoel ]

5x 10 minuten

1e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

3e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

4e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

5e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

4x 15 minuten

1e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

3e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

4e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

4x 15 minuten

1e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

3e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

4e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

3x 20 minuten

1e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

3e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

3x 20 minuten

1e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

3e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2x 30 minuten

1e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2x 30 minuten

1e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie:

[ vul hier de tijd in ]

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

Dagplanning

[ Einddoel ] dag 1

1e sessie

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie

[ vul hier de tijd in ]

3e sessie

[ vul hier de tijd in ]

4e sessie

[ vul hier de tijd in ]

5e sessie

[ vul hier de tijd in ]

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

[ Einddoel ] dag 2

1e sessie

[ vul hier de tijd in ]

2e sessie

[ vul hier de tijd in ]

3e sessie

[ vul hier de tijd in ]

4e sessie

[ vul hier de tijd in ]

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

successen

1.

2.

3.

4.

5.

Bijlage 3 – Wie is de slimste

Sla een gemiddelde hondenencyclopedie open en in veel rasstandaarden komt het

woord ‘intelligentie’ voor. Een Martin Gaus-onderzoek onder 200 hondeneigenaren

heeft uitgewezen dat 99% van de eigenaren zijn ras als intelligent beschouwde. Slechts

2% noemde zijn ras ‘niet zo slim’ en niemand vond zijn ras ‘dom’.

Maar wat is intelligentie? De definitie van intelligentie bij mensen is al moeilijk vast te

stellen, laat staan bij honden. Als het gaat om honden wordt met ‘intelligent’ meestal

de mate van trainbaarheid genoemd. In dat opzicht is de Border collie dus erg intelli-

gent en de Bloedhond ronduit dom te noemen.

Maar wie is nou echt slimmer? De Border collie die precies doet wat er gezegd wordt

of de Bloedhond die precies doet waar hij zin in heeft? Wij zien een intelligente hond

als een hond die snel leert, het geleerde lang onthoudt en ook nog eens gehoorzaam

is.

Wanneer wij Stanley Coren5 mogen geloven, zijn zelfstandige honden dommer dan

honden die meer geneigd zijn met mensen samen te werken. Naar mijn smaak iets te

kort door de bocht. Intelligentie is meer dan leervaardigheid (snelheid van leren) en

gehoorzaamheid. Wellicht is intelligentie juist wel de mate van probleemoplossend

vermogen (in staat zijn praktische oplossingen voor concrete problemen te ontwikke-

len). In ieder geval een combinatie van deze factoren.

Leervaardigheid en probleemoplossend vermogen zijn nodig voor een hond om zich

aan te passen aan zijn omgeving en dus om te overleven. De slimste hond is dus de

hond die op die terreinen goed scoort. Dit is niet per definitie de meest gehoorzame

hond of juist meestal helemaal niet.

5 Auteur van het boek “De intelligentie van honden”, 1995

Leervaardigheid

Leervaardigheid is de snelheid waarmee een hond leert, de hoeveelheid van associa-

ties die hij nodig heeft (herhalingen) en hoeveel tijd er verstrijkt voor hij het begrijpt.

Snelle leerlingen kunnen vaak minder goed onthouden en hebben dus meer herhaling

nodig hebben (Mechelse herder en Maltezer) terwijl trage leerlingen een uitstekend

langetermijngeheugen hebben (Basset en Alaska malamute).

Daarbij komt dat sommige rassen een verwerkingstijd nodig hebben; het duurt

gewoon even voordat het kwartje valt (Bullterriër en Pyreneese berghond). Die laatste

categorie wordt dan abusievelijk voor dom versleten.

Enkele voorbeelden:

Hoge leervaardigheid Lage leervaardigheid

Border terriër

Belgische herders

Border collie

Cavalier

Dobermann

Duitse herder

Jack Russell terriër

Poedel

Teckel

Yorkshire terriër

Afghaanse windhond

Alaska malamute

Barzoi

Basset

Beagle

Bloedhond

Bullterriër

Chow Chow

Duitse dog

Pyreneese berghond

Probleemoplossend vermogen

Het probleemoplossend vermogen is de capaciteit om geleerd gedrag toe te passen in

situaties waarin een probleem opgelost dient te worden. Het vermogen om problemen

op te lossen staat los van de gehoorzaamheid en is ook niet direct gerelateerd aan de

leervaardigheid.

Een hond met een goed probleemoplossend vermogen kan zijn geleerde vaardigheden

inzetten in verschillende situaties terwijl een slechte probleemoplosser blijft volharden

in gedrag wat in het verleden resultaat opleverde en heeft dus niet het vermogen tot

het geleerde te koppelen aan een andere situatie.

Voorbeeld: mijn Labrador vond ooit een plek om de tuin uit te komen. Toen ik het ‘lek’

ontdekt had en dicht gemaakt had, ging hij de tuin niet meer uit. Hij bleef naar

diezelfde plek gaan en het daar proberen. Zonder resultaat; hij gaf het op. Mijn Alaska

malamute daarentegen ging op zoek naar een andere plek en vond die ook. Hij struin-

de net zo lang de tuin door tot hij een opening gevonden had.

Een paar voorbeelden:

Goed probleemoplossend vermogen Slecht probleemoplossend vermogen

Alaska malamute

Afghaanse windhond

Beagle

Border terriër

Dobermann

Friese Stabij

Leonberger

Poedel

Basset

Belgische herders

Bloedhond

Border collie

Cavalier

Chow Chow

Duitse herder

Labrador

Gehoorzaamheid

Gehoorzaamheid is de bereidwilligheid om commando’s op te volgen. Dit heeft weinig

tot niets met leervaardigheid en probleemoplossend vermogen te maken.

Gehoorzaamheid heeft meer te maken met de juiste manier van aanleren van bepaal-

de vaardigheden.

De oorzaak ligt natuurlijk in de aangeboren eigenschappen in combinatie met het oor-

spronkelijke gebruiksdoel. Zo werd de Chow Chow gefokt als voedselbron en bontleve-

rancier. Waarvoor zou deze hond een goede gehoorzaamheid moeten hebben? Wij

fokken onze huidige voedselbronnen (schapen, runderen) ook niet op hun intelligentie.

Dit in tegenstelling tot de Labrador en Golden retriever die met de baas samenwerken.

Voorbeelden:

Goede gehoorzaamheid Slechte gehoorzaamheid

Belgische herders

Border collie

Border terriër

Cavalier

Duitse herder

Labrador / Golden retriever

Poedel

Afghaanse windhond

Alaska malamute

Bloedhond

Bullterriër

Chow chow

Jack Russell terriër

Teckel

Bibliografie

Bruinsma, J. Gedragstesten bij honden.

Coppinger, R. (2001). Dogs, a startling new understanding of canine origin, behavior &

evolution. Scribner.

Eker, T. H. (2005). Secrets of the Millionaire Mind. HarperCollins Publishers.

Fischer, J. (1990). Denken als een hond. Unieboek van Reemst.

Fogle, B. (1990). The dog's mind. Penguin Group.

Hill, N. (1937). Think and Grow Rich. Uitgeverij Verba.

Kleve, H., & Borg vd, J. (2002). Probleemgedrag bij honden. Van Hall instituut.

Reid, P. (1996). Excellerated learning. James en Kenneth Publishers.

Schat, J. (2004). Ras en gedrag. Martin Gaus.

Wijnberg, K. (2004). De Puppyfluisteraar. Strengholt.

Alle foto’s © Yalla met uitzondering van de foto op het titelblad (fotograaf onbekend) en de

foto van Monique met haar honden (Arjen Bobeldijk).

Over Monique Appels

Monique Appels is sinds 2004 gediplo-

meerd gedragstherapeut voor honden.

Zij heeft in de afgelopen jaren honder-

den hondeneigenaren begeleid in het

voorkomen en oplossen van probleem-

gedrag. Ook had zij jarenlang een

hondenschool en hondenuitlaatdienst.

Momenteel houdt zij zich, naast haar coaching van hondeneigenaren op individuele

basis, voornamelijk bezig met het geven van lezingen, workshops/seminars en meer-

daagse trainingen over relatieverbetering tussen hond en mens. Zij schreef meerdere

e-boeken en werkt daarnaast als vakfotograaf gespecialiseerd in hondenportretten.

Op dit moment is zij in bezit van een Labrador retriever-reu met een agressieverleden

naar honden en een Pyreneese berghond-teef die doof geboren is. Ook had zij een

Alaska malamute-reu met een agressieverleden naar mensen.