Zelfevaluatierapport KvK 2009

52
1 Zelf evaluatierapport Kamers van Koophandel

description

Het definitieve zelfevaluatierapport van de Kamer van Koophandel 11 december 2009

Transcript of Zelfevaluatierapport KvK 2009

1

Zelfevaluatierapport

Kamers van Koophandel

Colofon:Dit zelfevaluatierapport is een gezamenlijke uitgave van de Kamers van Koophandel

Uitgever:Kamer van Koophandel NederlandPostbus 171, 2501 CD Den Haag,Telefoon 070 314 3400

Ontwerp/realisatieKamer van Koophandel Nederland, Uitgeverij

Drukwerk:Digital4

December 2009

3

Inhoudsopgave

DEEL 1

Samenvatting 4

DEEL 2

Hoofdrapport: 14

1. Uitvoering wettelijke taken en bevoegdheden 15

2. Interne organisatie, governance en financieel stelsel 20

3. Samenwerking tussen EZ en de kamers 32

4. Samenwerking kamers met kvk Nederland en andere organisaties  35 

5. Tevredenheid ondernemers 44

6. Feiten en cijfers Kamer van Koophandel 47

DEEL 3

CD Bijlage 51

4

Samenvatting

Inleiding

Al na twee jaar na inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrie-

ken (2008) wordt het werk van de Kamer van Koophandel geëvalueerd. Dit is het gevolg van een

amendement op deze wet. Het Ministerie van Economische Zaken verzorgt deze evaluatie. Voor u

ligt de samenvatting van de interne KvK-evaluatie, die veel gegevens bevat die relevant zijn voor

deze tussentijdse evaluatie door het Ministerie. De Kamers beschikken over veel reguliere sta-

tistieken en onderzoeken om de bedrijfsvoering voortdurend te verbeteren en te optimaliseren.

Deze bronnen kunnen in deze evaluatie goed van pas komen en de `onderzoekslast` in het kader

van deze evaluatie wellicht ook beperken. In deze interne evaluatie staan de onderdelen in de

nieuwe wetgeving centraal, samen met het antwoord op de vraag of en hoe de hieruit voortvloei-

ende beleidsdoelen zijn bereikt. Verder behandelt de evaluatie de vraag of de Kamer van Koop-

handel doeltreffend functioneert.

4

55

Waardering:80 tot ruim 90% van de ondernemers oordelen positief over de website www.kvk.nl, seminars en maatwerkgesprekken van de Kamer van Koophandel

De Kamer van Koophandel-evaluatie volgt de terms of reference van het ministerie van EZ. Volgens deze werkwijze is de ondernemer – degene waar de Kamer van Koop-handel primair voor aan het werk is - de hekkensluiter. Daarom een woord vooraf: uit de kerncijfers blijkt dat ondernemers in toenemende mate de weg naar de Kamer van Koophandel vinden met vragen die raken aan de drie wettelijke taken van de Kamer: bedrijven registreren, ondernemers informeren en adviseren en het ondernemerschap stimuleren. Op nationaal en regionaal niveau. Uit de cijfers blijkt ook dat ondernemers de dienstverlening van de Kamer van Koophandel waarderen vanwege de relevantie en de kwaliteit. De uitkomsten tonen vooral aan dat de Kamers succes boeken in de overgang van aanbodgestuurde naar vraaggestuurde organisaties. Wij laten ons leiden door de wensen en behoeften van de ondernemer. Deze succesvolle koerswijziging is leidraad voor de toekomst van de Kamer van Koophandel.

Wettelijke taken regionale Kamers van Koophandel en Kamer van Koop-handel NederlandDe Kamer van Koophandel heeft drie wettelijke taken: zij beheren het Handelsregister, stellen de Nationale Agenda (NA) op en voeren die uit, en ondersteunen regionaal ondernemers en stimuleren het ondernemerschap en versterken daamee de regionale economie. Deze taken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, versterken elkaar wederzijds. Want een compleet en betrouwbaar Handelsregister kan niet zonder de ervaringen van Kamermedewerkers en bestuurders met de uitvoering van de nationale en regionale agenda’s en vice versa. Sinds 2008 is op alle fronten vooruitgang geboekt.

HandelsregisterHet Handelsregister is onder de nieuwe Handelsregisterwet onderdeel geworden van het stelsel van basisregistraties van de overheid en fungeert als een bevolkingsregister voor het Nederlandse bedrijfsleven. De twaalf Kamers zijn samen ‘eigenaar’ van en centraal aanspreekpunt voor het register. Zij hebben hun doelstellingen met betrekking tot de registertaak vastgelegd in een samenwerkingsprotocol dat op 11 maart 2009 is goedgekeurd door het ministerie van EZ. Het protocol waarborgt de uniformiteit van het Handelsregister. De gebruikersraad bestaat uit de afnemers van de registergegevens.Er is de afgelopen jaren een stevig bestuurlijk fundament gelegd onder het Handels-register-nieuwe-stijl. De Handelsregisterraad, verantwoordelijk voor beleid en sturing, komt regelmatig bijeen. De HRR wordt ondersteund door de Commissie Handelsre-gister. Zij bestaat uit regionale vertegenwoordigers die op basis van hun zeer ruime praktijkervaring en kennis van het Register deze raad adviseren.

Nationale AgendaDe Nationale Agenda is een fundament voor de voorlichting aan ondernemers ge-worden. De ondernemers bepalen, samen met de werknemers, de inhoud van deze agenda.

6

De staatssecretaris van Economische Zaken heeft het succes van de Nationale Agenda (NA) met diverse instemmingsbrieven onderstreept. De interne analyse van de Kamer van Koophandel bevestigt zijn oordeel: de vaststelling, uitvoering, monitoring en ver-slaglegging van het landelijk activiteitenplan verloopt doeltreffend.

De Kamers stellen sinds 2008 jaarlijks de Nationale Agenda op met het ministerie van EZ, VNO-NCW, MKB Nederland en de vakcentrales. Het overleg bevordert de samenwer-king en afstemming tussen de Kamers onderling en met de overlegpartners. Zij stem-men hun werkzaamheden en werkwijzen af, maken meetbare afspraken en evalueren de resultaten.

De missie en ambitie om de ondernemer te informeren en ondersteunen bepaalt de inhoud van de agenda. Ondernemers weten wat zij van de Kamers aan dienstverlening kunnen en mogen verwachten. Want door een eenduidige aanpak kunnen ondernemers in alle regionale Kamers vertrouwen op een breed assortiment producten en diensten en een hoogstaande service.

RegiostimuleringEen beleid dat in heel Nederland nauw is afgestemd op de behoeften van de onderne-mer kan niet effectief zijn zonder actuele feedback van de ondernemer. Aanbevelingen op dit vlak uit de Kamer van Koophandel-evaluatie van 20051 zijn inmiddels in daden omgezet:

De Kamers hebben een gemeenschappelijke visie geformuleerd op de regionale taken in de toekomst.De eerste jaarcyclus voor het bepalen van het activiteitenpakket regiostimulering is opgesteld en geïmplementeerd, gericht op een sterk verbeterde “vraagarticulatie” (zie EIM-rapport).Er is een methode van raadplegen van ondernemers ontwikkeld die een goede ver-gelijking van hun input mogelijk maakt. Hierdoor wordt regelmatig representatieve feedback verkregen over wat ondernemers in de kamerregio’s bezighoudt en wat zij verwachten van de Kamer van Koophandel.

Interne organisatie, financiële stelsel en governanceSinds 2008 is de organisatie van Kamer van Koophandel Nederland sterk vereenvou-digd waardoor veel kosten zijn bespaard: er zijn minder Kamers en bestuursleden en door een efficiencyslag in de dienstverlening krijgt de ondernemer meer waar voor zijn geld.

1 EIM-rapport Best Practice Regiostimulering. Een richtinggevend model voor vraagsturing, besluit-vorming, samenwerking en monitoring van regiostimulering via de Kamers van Koophandel.

6

“De staatssecretaris (van EZ) is onder de indruk van de proactieve manier waarop de kamers hun nieuwe taken oppakken, zelfs nog vóór de nieuwe wet van kracht is. De agenda omvat een consistent en uniform pakket van voorlichtingsproducten waarbij tegelijkertijd nadruk-kelijk aandacht wordt besteed aan monitoring van het bereik en de klant-tevredenheid.”

7

FusiesMet de nieuwe wet is het aantal Kamers gereduceerd van 21 naar 12. Deze schaalver-groting heeft vele voordelen opgeleverd. In zeer korte tijd hebben alle fusie-Kamers hun organisatie op de nieuwe schaal aangepast.

Steeds was de fusie ook dé gelegenheid om de effectiviteit van de organisatie te verbeteren en de interne organisatiestructuur en de bedrijfsvoering stevig onder de loep te nemen en waar nodig aan te passen. De ondernemer profiteert vooral door een beter herkenbaar servicemodel en een fijnmazig netwerk van frontoffices waarvan de huisvestingskosten minder dan 10% van de omzet vormen. Een flink deel van de besparingen is aan de ondernemer teruggegeven in vorm van lagere heffingen. Sinds de fusie betalen vrijwel alle inschrijvers een lagere heffing. De schaalvergroting heeft aldus aantoonbaar voordelen voor de ondernemer: meer en betere dienstverlening tegen lagere kosten.

Ontwikkelingen in opbrengsten en kostenDe tarieven voor producten en diensten zijn in de periode 2008-2009 gelijk gebleven. De heffingen zijn in de afgelopen tien jaar gemiddeld met 35% gedaald bij een aan-zienlijke uitbreiding van de activiteiten. Deze daling was o.m. mogelijk door aanzien-lijke investeringen in ICT-faciliteiten met een flink effect op de arbeidsproductiviteit. Ook de inkomsten van de Kamers uit tarieven voor producten en diensten zijn in de genoemde periode flink gegroeid. Het beleid van de Kamers om meer eigen inkomsten te genereren, zodat de heffing beperkt kan blijven, is daarmee succesvol gebleken. Ook blijkt er uit dat de Kamers er in slagen ondernemers bereid te vinden voor allerlei producten en diensten gewoon een kostendekkend tarief te betalen. Voor een gede-tailleerde toelichting op de heffingen, retributies, directe en indirecte kosten en in het eigen vermogen en de activiteiten tussen 2008-2010 verwijzen wij u naar de bijlagen van het hoofdrapport.

Voornemen financiën:Voor de gemeenschappelijke meerjarenraming 2008-2011 rekenen de Ka-mers van Koophandel op een kostenverlaging via efficiency- en bezettings-winst en fusies van in 2008 5,9 miljoen tot 22,4 miljoen euro in 2011.

Verloop van de K vK -heffingsbedragen (totaal) in de afgelopen jaren

0,00

10,00

20,00

30,00

40,00

50,00

60,00

70,00

Totaal

1997

Totaal

1998

Totaal

1999

Totaal

2000

Totaal

2001

Totaal

2002

Totaal

2003

Totaal

2004

Totaal

2005

Totaal

2006

Totaal

2007

Totaal

2008

Totaal

2009

8

Houdbaarheid begrotings- en financieringssystematiekMet ingang van de nieuwe wet is de samenwerking tussen de Kamers aanzienlijk geïn-tensiveerd, met name op het gebied van de registratietaak en de nationale agenda. De dienstverlening op deze terreinen is voor alle ondernemers identiek en ook de hef-fingen hiervoor zijn overal gelijk. De begrotingen van de Kamers zijn door deze ontwik-kelingen zeer nauw met elkaar verweven geraakt. Dit leidt in toenemende mate tot problemen.

Waar de Kamers voorheen op basis van hun eigen achterban en de daarmee samen-hangende kosten- en opbrengststructuur zelf de heffingen vaststelden, leidt één sy-steem tot overschotten bij de één en tot tekorten bij de ander. Deze scheefgroei brengt discussies op gang over verevening tussen Kamers, vragen over efficiency en kosten en de roep om sturing op deze problematiek. Een tweede knelpunt is het feit dat het begrotingstraject dat nu moet worden doorlopen om uniforme heffingen vast te stellen bijzonder tijdrovend en complex is.De Kamers hebben inmiddels het initiatief genomen om een alternatieve financiering te ontwikkelen.

Bestuur Kamer van KoophandelSinds 2008 zijn de besturen van de Kamers van Koophandel drastisch ingekrompen. Het huidige bestuur van Kamer van Koophandel Nederland bestaat uit de twaalf voor-zitters van de regionale kamers en de voorzitter van Kamer van Koophandel Nederland. De bestuursleden hebben allen hun sporen verdiend in het bedrijfsleven of in bestuur-lijke functies en zijn vaak ook nu nog als ondernemer actief.

De voorzitters van de regionale kamers worden benoemd door het Algemeen Bestuur (AB). Ook zij hebben ruime praktijkervaring in ondernemen of besturen en onderhou-den vrijwel zonder uitzondering nauwe banden met regionale en landelijke werkgevers-organisaties. Via de eigen onderneming of als bestuurder van deze organisaties.

De leden van de regionale AB’s worden benoemd door zogenoemde benoemende organisaties. De Sociaal Economische Raad wijst deze organisaties aan en bepaalt het aantal bestuurszetels dat zij mogen innemen. De Kamers hebben formeel geen zeggen-schap over deze benoemingen.

In hun contacten met landelijke en de regionale afdelingen van benoemende organi-saties bepleiten Kamer van Koophandel Nederland en de regionale Kamers regelmatig voor een representatief en divers algemeen bestuur. Naar aanleiding van de motie-Smeets is een benoemingscode geformuleerd die een evenwichtige samenstelling van de besturen bevordert zodat zij een afspiegeling zijn van werkgevers- en werknemersor-ganisaties én van niet-aangesloten organisaties. Overigens is de diverse samenstelling van het Algemeen Bestuur een verantwoordelijkheid van de benoemde organisaties.

Het Kamer van Koophandel-bestuur:Vóór 2008 Na 200821 Kamers 12 Kamers1008 bestuurszetels 288 bestuurszetels

9

Functioneren huidige stelsel van regionale kamers en Kamer van Koop-handel NederlandDe intensievere samenwerking tussen de Kamers beoogt vooral een betere dienstver-lening aan de ondernemer en een efficiëntere bedrijfsvoering. Daar worden duidelijke resultaten mee geboekt. De geïntensiveerde samenwerking heeft wel een keerzijde. De Besturen van de regionale Kamers voelen nu vaak aansturing van het Ministerie EZ en van het bestuur van KvK Nederland. Hier kan spanning ontstaan. De regionale AB’s zijn in de wet weliswaar aangewezen als “hoogste orgaan” van de Kamer, maar in tal van kwesties is de praktijk anders, zeker als het onderwerpen rond de nationale taken betreft.

Monitoring en kwaliteitszorgDe Kamers werken voortdurend en systematisch aan de verbetering van hun dienst-verlening. Uit eerdere INK-audits is gebleken dat zij vooral een sterke procesoriëntatie hadden. Sinds 2005 wordt de ontwikkeling gemaakt naar klantgericht. De Kamers Rotterdam, Amsterdam, Brabant, Oost Nederland, Midden Nederland en Centraal Gelderland hebben hierin al flink succes geboekt2 en alle kamers hebben inmiddels een verbeterplan opgesteld. In 2010 wordt een nieuwe INK-audit uitgevoerd om zicht te krijgen op de vorderingen hiermee.

Samenwerking tussen ministerie van EZ en de Kamer van KoophandelDe contacten met het ministerie van Economische Zaken zijn de afgelopen jaren sterk geïntensiveerd op de relevante niveau’s: bestuurlijk-strategisch, beleidsmatig en ope-rationeel. Het ministerie van Economische Zaken is hierdoor meer betrokken en beter ingevoerd in de activiteiten van de Kamers en heeft een beter zicht gekregen op het functioneren en de meerwaarde van het Kamer van Koophandel-netwerk.

Dit heeft er ondermeer toe geleid dat EZ nauw met de Kamers optrekt in het realiseren van het nieuwe Handelsregister en de Kamers daarin, ook financieel, substantieel steunt. Complicatie in de relatie met het Ministerie is dat EZ daarbij in meerdere rollen acteert: als toezichthouder, als opdrachtgever en als samenwerkingspartner. Die rollen lopen in de contacten over de diverse dossiers soms door elkaar.

Ander aandachtspunt is de onderbenutting van het netwerk van Kamers in diverse aangelegenheden. Zo neemt het ministerie regelmatig initiatieven die overlappen met het werk van de Kamer. Voorbeelden zijn projecten als Antwoord voor Bedrijven en Pre-pare to Start. Antwoord voor Bedrijven is voor een belangrijk deel een voorziening voor ondernemers die ook besloten ligt in de wettelijke taken van de Kamer van Koophan-del, namelijk voorlichting geven over en antwoord op ondernemersvragen. De Kamers kunnen dit niet altijd goed volgen en tasten soms in het duister over de motieven om

Feit: Het aantal vrouwelijke bestuurders van de Kamer van Koophandel is tussen 2008-2009 verdubbeld ten opzichte van de vier voorgaande jaren. Nog steeds is dit percentage echter te laag: 15%. Bij een strikte representativiteit zou dit 25% moeten zijn.

2 INK-audit 2008

10

dit zo te doen. Nog afgezien van de maatschappelijke verspilling die hier aan de orde lijkt te zijn.

Kamer van Koophandel Nederland aanspreekpunt voor EZ?De nieuwe Wet op de Kamer van Koophandel heeft Kamer van Koophandel Nederland gepositioneerd als “samenwerkingsverband” van de Kamers en daarmee, sinds 2008, als centraal aanspreekpunt van EZ. Regionale contacten zijn er daarnaast natuurlijk ook nog, maar die beperken zich vooral tot regionale projecten en vraagstukken.

De directeuren van Kamer van Koophandel NL en EZ voeren periodiek overleg over lopende projecten en de algemene gang van zaken. Bij dit overleg zijn regelmatig ook algemeen directeuren van de regionale kamers en inhoudelijke deskundigen betrokken om in specifieke dossiers te adviseren. Daarnaast is er enkele malen per jaar bestuurlijk overleg met het Ministerie. Een bestuurlijke afvaardiging van de Kamer van Koophandel-voorzitters heeft dan een gesprek met de staatssecretaris van EZ. Op operationeel niveau is er vrijwel dagelijks contact met EZ. Dit garandeert een nauwgezette afstemming over lopende projecten die met of in opdracht van het ministerie worden uitgevoerd (zoals het Handelsregister of het algemene stelsel van basisregistraties). Uiteraard is EZ ook gesprekspartner bij de ontwikkeling en uitvoering van de Nationale Agenda.

EZ als toezichthouderDe meerdere rollen van het ministerie van EZ kwamen al eerder aan bod. Contacten met het ministerie raken soms belast door het gebrek aan heldere kaders. Kritischer is het feit dat een belangrijk principe van de regionale Kamers – namelijk de bevoegdheid van Algemeen Besturen om de omvang van de regionale activiteiten en de bijbeho-rende heffing te bepalen - steeds meer en vaker in de knel komt. De talrijke en gedetail-leerde richtlijnen, en ingrepen, vanuit EZ en het parlement, reduceren deze principiële bevoegdheid van de regionale besturen.

Onverwachte effecten van de Wet op de Kamer van Koophandel 2008De met de nieuwe wet beoogde intensivering van de onderlinge samenwerking heeft een aantal keerzijden. Het systeem van uniforme heffing brengt een gecompliceerd en tijdrovend begrotingssysteem met zich mee. De regionale besturen worden beperkt in hun bevoegdheden om keuzes te maken en prioriteiten te stellen en over nationale taken hebben zij geen substantiële zeggenschap. Tenslotte beperkt de Wet op enkele onderdelen om als Kamers meer eigen inkomsten te genereren. Oogmerk daarvan is de heffingen zo veel mogelijk te beperken en maximaal klantgericht te kunnen werken. Het duidelijkste voorbeeld van deze beperking is artikel 30 van de Wet op de Kamer van Koophandel. Door dit artikel werd de voorlichtingsactiviteit van de Kamers in het hart geraakt toen de rechter verbood om via www.kvk.nl gratis een ondernemingsplan aan te bieden aan bedrijven. Hiermee zou de Kamer van Koophandel zich schuldig maken aan oneerlijke concurrentie.

Samenwerking onderling en met andere organisatiesDe regionale Kamers en Kamer van Koophandel Nederland maken een interessante ontwikkeling door sinds de invoering van de Wet op de Kamer van Koophandel in 2008. Nog nooit was de onderlinge samenwerking zo hecht. Een analyse hiervan is dan ook op zijn plaats. Ook is het nuttig de verhouding met de buitenwereld tegen het licht te houden.

Functioneert het huidige stelsel van Kamers van Koophandel?Kamer van Koophandel Nederland initieert, regisseert, ondersteunt en faciliteert het

11

netwerk van Kamers. Zij doet dit in de uitvoering van de governance, de coördinatie van de registertaak en Nationale Agenda en het Shared Service Center. De regionale Kamers op hun beurt brengen zoveel mogelijk expertise in bij de ontwikkeling van gemeen-schappelijk beleid door Kamer van Koophandel Nederland. Hun input en daarmee vooral die van de ondernemer wordt op deze manier gewaarborgd in de plannen.

Kamer van Koophandel Nederland streeft naar nul fouten en een volledige realisering van planning en budgetten. Toch worden plannen regelmatig herzien door aanvullende eisen van de Kamers en van derden. Zo kunnen vertragingen in wetgeving of extra wen-sen van de partners in het stelsel van basisregistraties de doelstellingen van de Kamers behoorlijk dwarsbomen.

De samenwerking met externe partners is de afgelopen jaren sterk verbeterd. De Ka-mers delen met MKB-Nederland en VNO-NCW een agenda van werkafspraken gericht op een structurele samenwerking en de wens om in bepaalde dossiers vaker samen op te trekken. Een in 2008 afgesloten convenant levert hiervoor de basis. Voorts voert Kamer van Koophandel NL frequent overleg met hen en met vakcentrales en het ministerie van EZ over de Nationale Agenda.

Relaties met benoemende organisaties en andere nationale stakeholdersTientallen nationale stakeholders onderhouden via Kamer van Koophandel Nederland betrekkingen met het netwerk van Kamers van Koophandel. In 2007 hebben zij voor het eerst meegewerkt aan een reputatieonderzoek. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek is de dialoog met stakeholders aanzienlijk geïntensiveerd, deze levert vooral veel informatie en verbeterideeën op waarmee de Kamers hun toegevoegde waarde kunnen vergroten en vernieuwen. In 2009 is opnieuw de reputatie onder stakeholders gemeten en daaruit blijkt dat de kamers goed scoren op de kwaliteiten betrouwbaar en klantvriendelijk. Vooral de klantgerichtheid kan nog verder worden versterkt. Ook transparantie, wat doet de Kamer allemaal, en openstaan voor feedback kan beter.

Stakeholders Kamers van Koophandel, een selectie:Ministerie van EZOverige departementenLeden Eerste en Tweede KamerWerkgevers- en werknemersorganisatiesBrancheverenigingenMVO Nederland (duurzaam ondernemen)OnderwijsinstellingenStichting Jong OndernemenHBO- en MBO-Raad (onderwijs en ondernemerschap)VNGMinisterie van Justitie en de politie (veilig ondernemen)Senter Novem

12

Verhouding met de provinciale SERDe individuele Kamers werken intensief samen met provincies, gemeenten en bedrij-venkringen in hun regio. Bijvoorbeeld in de Regionale Platforms Criminaliteitsbeheer-sing (RPC) en Syntens. Daarnaast zijn veel Kamers actief in hun provinciale SER, als adviseur van het SER-bestuur of als bestuurslid. Zo werken de Kamers Zuidwest-Neder-land en Brabant in de SER Brabant en werkt Kamer van Koophandel Oost-Nederland samen met de SER Overijssel.

Tevredenheid ondernemers over de Kamer van Koophandel- dienstverlening De Kamer van Koophandel is er voor de ondernemer en bestaat bij de gratie van de ondernemer. Hoewel de laatste jaren ook overheden klant zijn geworden van het Han-delsregister, blijft de waardering van de ondernemer voor onze producten en diensten bepalend voor de keuzes die de Kamers maken.

Het is daarom belangrijk veranderingen in klantvoorkeuren tijdig aan te voelen en het aanbod hier op aan te passen. Dit gebeurt de laatste jaren structureel en systematisch via klanttevredenheidsonderzoeken (KTO). Recente KTO’s tonen aan dat het meren-deel van de ondernemers gebruik maakt van het aanbod van de Kamers, dat zij de dienstverlening in meerderheid positief tot zeer positief beoordelen en bereid zijn om de Kamer van Koophandel bij collega-ondernemers aan te bevelen. Uit het onderzoek blijkt ook een sterke samenhang tussen het daadwerkelijk benutten van de Kamer van Koophandel-diensten en de waardering. En tussen de bekendheid met het werk van de Kamer van Koophandel en de reële afname van producten en diensten. De inspannin-gen van de Kamers richten zich daarom vooral op het vergroten van de bekendheid van het aanbod. Gebruik en waardering volgen dan ‘vanzelf’, hetgeen uit de cijfers nadruk-kelijk ook blijkt.

Ieder jaar:wordt www.kvk.nl 21 miljoen keer bezochtvoeren de Kamers 12.000 maatwerkgesprekkenhelpen zij 450.000 bezoekers aan de baliehandelen zij 1.200.000 telefoontjes en 250.000 e-mails af en bezoeken meer dan 27.000 ondernemers de KvK-seminars

Adviezen, rapportages, visies:Vanwege de expertise op het gebied van reductie regeldruk, onderwijs, detailhandel, wijkeconomie en uiteraard ondernemerschap wordt de Kamer van Koophandel regelmatig geraadpleegd door bestuurders op gemeentelijk, provinciaal en nationaal niveau.

13

HandelsregisterIn de jaarlijkse enquête over de ervaringen van ondernemers met het Handelsregister tonen zij zich positief. Zij vinden dat het register relevante informatie bevat en noemen de handelsgegevens betrouwbaar. Ondernemers waarderen de snelheid en het gemak waarmee zij informatie krijgen. De mogelijkheid van (telefonische) ondersteuning door een Kamer van Koophandel-medewerker geeft hen de zekerheid van een deskundige achtervang.

RegiostimuleringOok met betrekking tot regiostimulering laten de Kamers regelmatig KTO’s uitvoeren. De uitkomsten van de KTO uit 2007 onder met name deelnemers aan regiostimule-ringsprojecten waren overwegend positief: de Kamer van Koophandel voldoet aan de gestelde tevredenheidsnorm van 80% en hoger. De werkzaamheden worden gewaar-deerd met 7,2 tegen een 7,3 in 2005.3

Millward Brown heeft namens Kamer van Koophandel Amsterdam in 2009 opnieuw een KTO gedaan naar het regiostimuleringsprogramma. Steekproefsgewijs beantwoordden zeshonderd ondernemers vragen over hun waardering en kennis van de regionale taak van Kamer van Koophandel Amsterdam. Ondernemers blijken de activiteiten zeer te waarderen. Zo prijst 85% van de respondenten de inspanningen ter verbetering van het ondernemingsklimaat in het kamergebied Amsterdam. Daarnaast blijkt 78% een goede algemene indruk te hebben van de Kamer van Koophandel. Hoewel geen gegevens bekend zijn over het werk van de andere Kamers, is de omvang en aanpak van het onderzoek van Kamer van Koophandel Amsterdam dusdanig dat het ook representatief kan zijn voor de andere regio’s. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de uitkom-sten elders fundamenteel anders zouden zijn.

Kamer van Koophandel een concurrent?De Kamer van Koophandel mag wettelijk niet concurreren met marktpartijen. Bij de introductie van nieuwe producten en diensten doet zij daarom altijd een concurrentie-toets. Uit de klachtenregistratie blijkt dat de door de markt ervaren concurrentiekracht laag is en dat de periode 2008-2009 hierin niet anders is dan voorgaande jaren. Wél heeft de rechtbank in Den Haag onlangs het traditionele KvK-ondernemingsplan juri-disch getoetst op verzoek van een private partij. De rechter stelde dat de Kamers met hun voorlichtingsproduct oneerlijke concurrentie uitoefenen. Sindsdien heeft de Kamer van Koophandel alle producten en diensten nog eens onder de loep genomen en be-sloten om enkele daarvan de komende tijd extra aandachtig te volgen.

In 2010: De Kamerkrant, het meest gelezen zakenblad van Nederland, krijgt een compleet nieuwe vormgevingEen sterke uitbreiding van de voorlichting aan zzp’ersOndernemerscommunity Hallo! - met nu al meer dan 10.000 geregistreerde leden - groeit gestaag door

3 Het klanttevredenheidsonderzoek uit 2007 is door TNS NIPO gedaan.

14

Hoofdrapport

Op 1 januari 2008 is de nieuwe Wet op de kamers van koophandel en fabrieken (hierna: Wet op

de Kamers) in werking getreden. Krachtens art. 62 van deze wet moet de Minister van EZ twee

jaar na de inwerkingtreding een evaluatieverslag aan de Eerste en Tweede Kamer sturen over het

functioneren van de Kamers van Koophandel. De evaluatie van de wet op de Kamers richt zich

in beginsel op de veranderingen die door de wetswijziging in de Wet op de Kamers zijn aange-

bracht. Kernvraag daarbij is in hoeverre de beleidsdoelen die met deze wetswijziging werden

beoogd zijn gerealiseerd en of de Kamers van Koophandel – gegeven deze wijzigingen – doelma-

tig en doeltreffend hebben gefunctioneerd.

Dit zelfevaluatierapport geeft de begeleidingscommissie evaluatie Wet Kamers inzicht in de

belangrijkste feiten en cijfers van de Kamers van Koophandel over 2008 en 2009 als antwoord op

de in de Terms of Reference geformuleerde onderzoeksvragen.

14

15

Hebben de individuele Kamers en KvK Nederland hun wettelijke taken goed en rechtmatig vervuld en op een juiste manier gebruik gemaakt van hun bevoegdheden?

Registertaak

Hoe gaan de Kamers van Koophandel om met de handelsregistertaak?

De ter zake geldende wettelijke kaders bepalen hoe de Kamers van Koophandel om-gaan met de handelsregistertaak. De belangrijkste wettelijke kaders daarbij zijn:

Handelsregisterwet 2007Handelsregisterbesluit 2008Nadere uitvoeringsregelingenBoek 2 Burgerlijk wetboekAlgemene wet bestuursrecht

Het wettelijk uitgangspunt is dat 12 ZBO´s gezamenlijk “eigenaar” zijn van het Han-delsregister en dat zij, met het oog op m.n. gewenste uniformiteit in uitvoering en het voorzien in één centraal aanspreekpunt voor het register, een samenwerkingsprotocol opstellen. Dit op uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer in de wet (art. 41a Han-delsregisterwet) opgenomen protocol, is vervolgens door de Kamers vastgesteld en bij besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 11 maart 2009 goedge-keurd. Dit samenwerkingsprotocol is als bijlage bij dit zelfevaluatierapport gevoegd. De ontwikkeling van het Handelsregister naar één van de basisregistraties in het zoge-heten stelsel, als onderdeel van een keten, vergt één centraal aanspreekpunt voor de overheid, voorziet in uitvoeringsorganisaties als afnemers, voorziet in een Gebruikers-raad, enz. De vereniging Kamer van Koophandel Nederland is dit centrale aanspreek-punt en vervult deze rol op basis van art. 22a Wet op de Kamers van Koophandel.

Ter uitvoering van genoemd samenwerkingsprotocol komen de Kamers en KvK Neder-land maandelijks bijeen in de vergadering van de Commissie Handelsregister. Doel van dit overleg is:

Bewerkstelligen uniforme uitvoering van de HandelsregisterwetBespreking van de onder het protocol vallende onderwerpenTerugkoppeling/verantwoording van door KvK Nederland gemaakte afspraken met externen ter zake het HandelsregisterOpstellen beleidsadviezen ten behoeve van de Handelsregisterraad

Hoe functioneert de Handelsregisterraad?

De taken en bevoegdheden van de Handelsregisterraad (HRR) zijn voor de KvK-organi-satie beschreven in artikel 15 van de statuten van Kamer van Koophandel Nederland. Extern zijn de taken en bevoegdheden ook vastgelegd in het door de Staatssecretaris van EZ vastgestelde “Programma van Eisen Handelsregister” (punt 5 van het samen-werkingsprotocol).Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Handelsregisterwet op 1 juli 2008 is de HRR in 2008 en 2009 in totaal zeven maal bijeen geweest. Gemiddeld komt de Handelsre-gisterraad iedere twee maanden bijeen. De HRR zal steeds zelf zijn functioneren aan de hand van de in statuten en Programma van eisen Handelsregister opgesomde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden beoordelen.

1

t

t

16

Achterliggende documenten ter bewijsvoering m.b.t. de Registertaak:Het samenwerkingsprotocol als bedoeld in art. 41a Handelsregisterwet 2007, bijlage 1Brief van Staatssecretaris Heemskerk (EZ) inzake goedkeuring van het samenwer-kingsprotocol, bijlage 2Beschrijving van de rol, taken en bevoegdheden van de Handelsregisterraad met betrekking tot het register, bijlage 3

Nationale Agenda (2e taak)

Evaluatie van het proces van de nationale agenda (totstandkoming, monitoring, prijs/prestatie-effecten, efficiencyvoordelen)

De Kamers van Koophandel werken sinds 2008 met een Nationale Agenda. De ambitie van de Kamers van Koophandel om ondernemers te informeren en te ondersteunen is leidend voor de invulling van de Nationale Agenda. De Nationale Agenda komt ieder jaar in nauw overleg met de landelijke overlegorganisaties: het ministerie van Economische Zaken, VNO-NCW, MKB Nederland en de Vakcentrales tot stand. In de Nationale Agenda worden activiteiten afgesproken die door alle Kamers van Koophan-del in Nederland worden aangeboden en uitgevoerd. Bovendien stemmen de Kamers van Koophandel onderling de diverse werkwijzen af om te streven naar een optimale invulling van de geplande resultaten. De potentie en de kracht van het netwerk van 12 Kamers van Koophandel komt in de Nationale Agenda goed tot zijn recht.

Jaarlijks wordt – conform de wet op de Kamers van Koophandel – over de resultaten van de Nationale Agenda gerapporteerd aan de Staatssecretaris van EZ. Gezien de korte tijd sinds de invoering van de Nationale Agenda is vooralsnog alleen de rappor-tage over de Nationale Agenda 2008 beschikbaar (en in de bijlagen van dit rapport toe-gevoegd). De rapportage over de Nationale Agenda 2009 is in april 2010 beschikbaar.

De mate waarin het proces van de Nationale Agenda en de uitvoering ervan een succes is, kan het beste worden afgelezen uit de citaten van de Staatssecretaris van Economi-sche Zaken (die uiteindelijk ieder jaar de Nationale Agenda goedkeurt) en de citaten van verslagen van het Nationale Agenda Overleg dat gevoerd wordt met de genoemde overlegorganisaties. Enkele citaten die tevens terug te vinden zijn in de bij dit rapport gevoegde bewijsstukken:

Uit de instemmingsbrief van de Staatssecretaris EZ m.b.t. de Nationale Agenda 2008 (d.d. 26 november 2007):

De Staatssecretaris is onder de indruk van de proactieve manier waarop de Kamers hun nieuwe taken oppakken, zelfs nog voor de wet van kracht is,De Kamers hebben het in de wet beschreven proces van de totstandkoming ge-volgd en hebben hierbij overleg gepleegd met de overlegorganisaties,De wetswijziging leidt tot een verbeterde samenwerking,Deze Nationale Agenda biedt voldoende inzicht en helderheid over wat de onder-nemer, waar ook in Nederland, als algemene dienstverlening van de Kamer van Koophandel kan verwachten.

Uit de instemmingsbrief van de Staatssecretaris EZ m.b.t. de Nationale Agenda 2009 (d.d. 13 oktober 2008):

De Staatssecretaris is onder de indruk van de proactieve manier waarop de Kamers ook dit jaar hun taken oppakken,

t

17

Het proces is ten opzichte van vorig jaar verbeterd,De partijen zijn vroegtijdig betrokken en gehoord. Daarmee is het draagvlak voor de Nationale Agenda verder versterkt.

Uit de instemmingsbrief van de Staatssecretaris EZ m.b.t. de Nationale Agenda 2010 (d.d. 22 oktober 2009):

De Staatssecretaris stelt met genoegen vast dat er in het afgelopen jaar een ver-dere kwaliteitsslag is gemaakt,De agenda omvat een consistent en uniform pakket van voorlichtingsproducten waarbij tegelijkertijd nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan monitoring van het bereik en de klanttevredenheid,Qua thematiek sluit de Nationale Agenda nauw aan op de ondernemerschapsa-genda van EZ,Het is een goede zaak dat de Kamers met ondermeer het seminar ‘Ondernemen in zwaar weer’ volgend jaar veel aandacht blijven besteden aan de economische crisis.

Uit de reactie van het ministerie van Economische Zaken op het verslag Nationale Agenda 2008 (d.d. 12 mei 2009):

Juist in het samen optrekken van de Kamers rondom de Nationale Agenda kwam hun kracht naar boven,Het verslag laat duidelijk zien wat er is gebeurd, met meetbare aantallen en stuur-bare resultaten.

Uit de verslagen van het Nationale Agenda Overleg dat gevoerd wordt met de overleg-organisaties:

De vakcentrales zijn blij dat de partijen in een vroegtijdig stadium van het proces worden betrokken. (14-01-08)Er bestaat consensus over de beschreven processtappen alsmede de timing daar-van. (14-01-08)De Kamer van Koophandel heeft zich nadrukkelijk gericht op de verbetering van het proces en de procedure rondom totstandkoming NA 2009, waar bij de NA 2008 verklaarbare verbeterwensen lagen. (19-06-08)De vakcentrales geven aan dat zij positief zijn dat dit Nationale Agenda Overleg prima kan fungeren om een aantal ondernemerschapsthema’s met elkaar te bedis-cussiëren. (24-03-09)EZ is blij verrast met de gedegen wijze van monitoring, zoals zij die nog niet heel vaak heeft gezien. Dat is iets waar Kamers trots op kunnen zijn. (19-06-09)Kamer van Koophandel wordt door VNO-NCW gecomplimenteerd met het heldere stramien en de concreetheid van deze Nationale Agenda 2010. EZ deelt deze mening. (19-06-09)

ConclusieIn het kader van de Nationale Agenda hebben de individuele Kamers van Koophandel en KvK Nederland hun wettelijke taken goed en rechtmatig vervuld. De reacties van de toezichthouder (Ministerie van Economische Zaken) en de betrokken overlegorganisa-ties laten dat duidelijk zien. De Kamers pakken hun taken proactief op en gebleken is dat de Nationale Agenda heeft geleid tot een verbeterde samenwerking tussen Ka-mers onderling, maar ook tussen Kamers en andere organisaties. Daarnaast biedt de Nationale Agenda helderheid over de dienstverlening van de Kamers van Koophandel richting ondernemers. In de Nationale Agenda worden meetbare resultaatafspraken gemaakt waarover jaarlijks gerapporteerd wordt. De Nationale Agenda biedt daarmee

18

inzicht in meetbare aantallen en stuurbare resultaten op de verschillende thema’s. De processen totstandkoming, uitvoering, monitoring en verslaglegging zijn adequaat en rechtmatig vervuld. Wat op dit moment echter nog het minst helder is, zijn de effec-ten op prijs/prestatie en daarmee de efficiencyvoordelen, maar de vraag kan worden gesteld of dat gezien de korte evaluatietermijn van 2 jaar – waarin de Nationale Agenda nu operationeel is – al verwacht mag worden.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering m.b.t. de Nationale Agenda:De Nationale Agenda’s 2008 (bijlage 4), 2009 (bijlage 5) en 2010 (bijlage 6)Het verslag over de Nationale Agenda 2008, bijlage 7De reactie van het Ministerie van Economische Zaken op het NA verslag 2008, bijlage 8De verslagen van het Nationale Agenda Overleg met de overlegorganisaties waar-aan gerefereerd wordt, bijlage n 9a, b en cBrieven waarin EZ haar goedkeuring geeft m.b.t. de Nationale Agenda’s 2008, 2009 en 2010, bijlage 10

Regionale Agenda (3e taak)

Regionale taak: (transparantie, bereik, meetbare resultaten) Hoe is de uitwerking van het EIM onderzoek ‘Best Practice Regiostimulering. Een richtinggevend model voor vraagsturing, besluitvorming, samenwerking en monitoring van regiostimulering via de Kamers van Koophandel’ in de praktijk.

Het EIM onderzoek ‘Best Practice Regiostimulering. Een richtinggevend model voor vraagsturing, besluitvorming, samenwerking en monitoring van regiostimulering via de Kamers van Koophandel’ bevat een aantal aanbevelingen voor de taak regiostimule-ring. Alle aanbevelingen uit het rapport zijn door de Kamers van Koophandel gezamen-lijk opgepakt.

Ten eerste hebben de Kamers gezamenlijk een positioneringsvisie voor de regionale taak opgesteld. Deze positioneringsvisie is in de bijlagen van dit rapport opgenomen.

Ten tweede hebben de Kamers van Koophandel samen een jaarcyclus voor regiosti-mulering opgesteld, met een gezamenlijke aanpak voor de raadpleging van onderne-mers. Bij het opstellen van deze jaarcyclus hebben de Kamers zich gebaseerd op het ‘richtinggevend model’ van het EIM. In het EIM rapport zijn suggesties gedaan hoe de diverse fases in het proces zouden kunnen worden ingevuld. Op basis hiervan hebben de Kamers de jaarcyclus opgesteld die kort samengevat bestaat uit de volgende fasen:

Fase 1, Nieuwe Ideeën genererenFase 2: Bottom up prioriteringFase 3: Feitelijke besluitvormingFase 4: VoortgangscontroleFase 5: Output en outcome

Deze fases zijn gekoppeld aan een gezamenlijke jaarplanning. Met deze jaarcyclus zijn de Kamers gekomen tot transparantie en vergelijkbaarheid in het proces van vraag-articulatie en prioritering. Op een uniforme wijze wordt input verkregen over ‘wat de ondernemer bezig houdt en wat hij van de kamer verwacht’, teneinde, tezamen met andere input, te komen tot een afgewogen programma voor Regiostimulering in het activiteitenplan van de Kamers van Koophandel. De opstelling van het activiteitenplan

t

19

zelf is nog steeds een verantwoordelijkheid van elke kamer van koophandel afzonder-lijk vanwege het regionale maatwerk en regionaal-economische verschillen en behoef-ten die in de activiteitenplannen tot uitdrukking komen. Een volledige beschrijving van de jaarcyclus regiostimulering is toegevoegd aan de bijlagen van dit rapport.

In 2008 is voor het eerst deze jaarcyclus en uniforme aanpak van raadpleging toege-past. Vervolgens hebben de Kamers de raadpleging die is gedaan in 2008 geëvalueerd, waarbij ervaringen met elkaar zijn gedeeld en gezamenlijk leer- en verbeterpunten zijn geformuleerd. Het proces in 2009 is op basis daarvan op onderdelen aangepast, maar de hoofdlijn van het proces is gelijk gebleven. De evaluatie van de raadpleging 2009 is in oktober 2009 opgestart. De resultaten hiervan zijn ten tijde van het schrijven van dit rapport nog niet bekend.

In de evaluatienotitie m.b.t. de raadpleging 2008 – welke als bijlage bij dit rapport is gevoegd – staan de praktijkervaringen per fase beschreven. Overall kan hieruit gecon-cludeerd worden dat alle Kamers de fasen van de EIM cyclus volgen als het gaat om de raadpleging van ondernemers en het opstellen en monitoren van het activiteitenplan. Kamers doen in de eerste fase (raadpleging) erg veel moeite om input te krijgen die zij kunnen gebruiken bij het opstellen van hun activiteitenplan. Zo wordt input gevraagd door het voeren van gesprekken met de koepelorganisaties, de regionale commissies, het eigen Dagelijks en Algemeen Bestuur, maar wordt ook een schriftelijke enquête gestuurd naar de ondernemers- en winkeliersverenigingen en in het Handelsregister ingeschreven ondernemers. Ook kunnen ondernemers via de website www.kvk.nl hun input geven en worden zij via de Kamerkrant opgeroepen om te reageren. De respons-percentages variëren daarbij sterk per regio.

Een eerste draft van het activiteitenplan wordt door de Kamers met de regionale benoe-mende organisaties besproken hetgeen door de organisaties zeer op prijs wordt ge-steld. Vervolgens vindt besluitvorming binnen de regionale Kamer plaats. De voortgang van de uitvoering en de resultaten van de activiteiten worden ieder kwartaal gemoni-tord en door de Kamers enkele malen per jaar aan hun Algemeen Bestuur gerappor-teerd. In deze (kwartaal)rapportages wordt zowel kwantitatief als kwalitatief inzichtelijk gemaakt wat de kamer op het gebied van regiostimulering heeft gepresteerd. Tevens stelt elke kamer aan het einde van het jaar een jaarverslag op waarin uitgebreid over de regiostimuleringsactiviteiten en de behaalde resultaten wordt gerapporteerd.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering m.b.t. de Regionale taak:Positioneringsvisie regiostimulering, bijlage 11Jaarcyclus regiostimulering, bijlage 12Evaluatie raadpleging 2008, bijlage 13Kwartaalrapportages over regiostimulering zijn desgewenst opvraagbaarJaarverslag 2008 van de individuele Kamers zijn desgewenst opvraagbaar

20

Kenden de individuele Kamers en KvK Nederland in de te evalueren periode een adequate (interne) organisatie en governance en een houdbaar financieel stelsel opdat haar taken op een doeltreffende en doelmatige wijze werden vervuld?

De ingezette fusie- en reorganisatietrajecten tussen Kamers (frictiekosten, schaalvoordelen)

Per 1 januari 2008 is het aantal van 21 Kamers met fusies in aantal terug gebracht naar 12 Kamers. Daarbij zijn de Kamers Friesland, Groningen en Drenthe gefuseerd tot de KvK Noord-Nederland, zijn de Kamers Flevoland en Gooi- en Eemland gefuseerd tot KvK Gooi-, Eem- en Flevoland, zijn de Kamers Rijnland en Haaglanden samengegaan in KvK Den Haag, de oorspronkelijke Kamers Zeeland en West-Brabant vormen nu samen KvK Zuidwest-Nederland, de Kamers Tilburg en Oost-Brabant zijn gefuseerd tot KvK Brabant, de twee Limburgse Kamers vormen nu KvK Limburg, de oude Kamers Utrecht en Rivie-renland zijn samen nu KvK Midden-Nederland en de Kamers Zwolle en Veluwe & Twente zijn samen gegaan tot KvK Oost-Nederland. Met de start van de nieuwe Kamers stonden er 12 nieuwe en effectieve organisaties. Niet alleen de organisatiestructuur binnen deze nieuwe Kamers is helder en opnieuw ingericht, maar ook de besluitvorming binnen het netwerk is kritisch tegen het licht ge-houden en opnieuw vorm gegeven in een nieuwe governancestructuur. Beide elemen-ten hebben de samenwerking binnen het netwerk verbeterd en slagvaardiger gemaakt. Daarbij heeft ook bijgedragen dat de nieuwe 12 Kamers qua omvang aanzienlijk dichter bij elkaar zijn komen te liggen. Was de verhouding grootste - kleinste Kamer voor de fusies 1:10, na de fusies is dit teruggebracht naar 1:3. Hoewel de fusies van Kamers mede om politieke redenen zijn gerealiseerd hebben de fusiekamers de gelegenheid aangegrepen om ook efficiencyslagen te maken. De bedrijfsvoering is opnieuw ingericht door in de nieuwe organisatie activiteiten samen te voegen of op een bepaalde vestiging te concentreren. Het fijnmazige netwerk van frontoffice-kantoren is ondanks de fusies wel in stand gehouden, zodat de Kamer nog steeds zowel fysiek als digitaal dichtbij de ondernemer kan blijven opereren. Voorts hebben de fusies geleid tot een aanzienlijke reductie van het aantal bestuur-ders. Telden de Algemeen Besturen van de Kamers voor de fusies nog meer dan 800 bestuurders, na de fusie zijn dat er nog 288 (maximaal 24 per Kamer). Ook de directies zijn bij de fusies gereorganiseerd en daarmee per saldo verkleind.

De fusies hebben de fusies geen negatieve effecten gehad voor de heffingen, deze blijven ook in 2010 op het niveau van 2009. Dit ondanks tegenvallers als gevolg van de economische crisis en nieuw doorgevoerde regelgeving met een kostenverhogend effect, zoals de verstrekking van gratis uittreksels, de invoering van het ARAR en de nieuwe handelsregisterwet. Een deel van de bij de fusies gerealiseerde efficiencywinst is door een aantal Kamers teruggegeven aan het bedrijfsleven. En door efficiëntere bedrijfsvoering kon de dienstverlening van Kamers verder worden uitgebreid.

Voorts is de continuïteit van ICT-dienstverlening in de afgelopen 2 jaar sterk verbeterd. In de periode 2009-2010 krijgt in landelijk verband het smartwerkplekconcept steeds meer vorm waarbij de huidige regionale kantoorautomatisering van Kamers wordt gestandaardiseerd en geconcentreerd bij KvK Nederland, met aanzienlijke kosten- en beheervoordelen. Eind 2010 is bij alle Kamers het smartwerkplekconcept geïmplemen-teerd. Deze verdergaande samenwerking en de implementatie van de landelijke grote ICT-projecten (o.a. op het gebied van de handelsregistertaak, één gezamenlijk financi-

2t

21

eel pakket, een nieuw gezamenlijk CRM-pakket en een landelijk personeelsinformatie-systeem) zal de komende jaren leiden tot verdere efficiency- en kostenvoordelen.

Op landelijk niveau is geen gedetailleerd overzicht gemaakt van de gerealiseerde effec-ten door de fusies en reorganisaties. Wel is bij het opstellen van de Financiële meer-jarenraming 2008 – 2011 rekening gehouden met een kostenverlaging als gevolg van efficiency- en bezettingswinst en het financieel effect van kamerfusies. De kostenver-laging liep daarbij op van 5,9 miljoen in 2008 naar 22,4 miljoen in 2011. De financiële meerjarenraming is het onderling afgesproken financieel kader voor Kamers en KvK Nederland in de evaluatieperiode.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Pagina 4 en 5 van de Financiële meerjarenraming 2008-2011, bijlage 14 Efficiency- en bezettingswinst en het financieel effect van kamerfusies, bijlage 15

De besturen (omvang, functioneren, representativiteit, diversiteit, inclusief wijze waarop benoemende organisaties worden aangewezen, bestuurskosten).

Sinds 1 januari 2008, de datum van inwerkingtreding van de herziening van de Wet op de Kamers, is het aantal Kamers van Koophandel gedaald van 21 naar 12. De bestuur-somvang is daarmee ook gedaald: van 1008 zetels (21 maal 48 zetels) naar 288 zetels (12 maal 24 zetels). Elke kamer heeft momenteel de maximale bestuursomvang van 24, behoudens tussentijdse vacatures.

Over het functioneren van de Algemeen Besturen (hierna te noemen AB’s) kan het volgende gezegd worden. Het bestuur van KvK Nederland bestaat uit de 12 voorzitters van de 12 regionale Kamers en wordt voorgezeten door de (13e) voorzitter van KvK Nederland. Alle voorzitters zijn (voormalig) ondernemers of bestuurders die hun sporen ruimschoots in het bedrijfsleven of (regionaal) bestuur verdiend hebben en in een aan-tal gevallen ook nog als zodanig actief zijn. Ook de voorzitter van KvK Nederland is een nog zeer actieve ondernemer. De voorzitter van een regionale Kamer wordt benoemd door het AB (van de regionale Kamer). Alle voorzitters hebben wel goede en veelal rechtstreekse banden met de regionale en ook landelijke werkgeversorganisaties, bij-voorbeeld een lidmaatschap van het Bestuur van de regionale of landelijke organisatie.

De leden van het Algemeen Bestuur van een Kamer van Koophandel worden benoemd door zogeheten benoemende organisaties. De aanwijzing van deze organisaties, alsmede het aantal bestuurszetels dat de betreffende organisatie mag benoemen, ge-schiedt door de SER, op grond van artikel 10 Wet op de Kamers. De Kamers zélf hebben daar geen formele invloed op, maar zouden dat wel willen. De Kamers hebben daarom de SER opgeroepen om het reglement aan te passen, maar daar heeft de SER negatief op gereageerd.

Per kamer wordt er (op grond van art. 10 Wet op de Kamers) een derde van het aantal bestuursleden benoemd uit kringen van het grootbedrijf, een derde uit kringen van het midden- en klein bedrijf en een derde uit kringen van werknemers. Representativiteit betekent dat de besturen van de ‘Kamers een goede afspiegeling vormen van de landelijke én regionale ondernemers- en werknemersorganisaties, als-mede de niet aangesloten organisaties’. Een strikte representativiteit zou inhouden dat de genoemde groepen verhoudings-gewijs even sterk aanwezig zijn in de Kamerbesturen als in de segmenten door wie de bestuurders worden benoemd: grootbedrijf, MKB en vakbonden.

t

22

Naast het aspect van de representativiteit van de AB’s is ook het aspect van diversiteit zeer actueel. Belangrijke leidraad in beide aspecten is de motie Smeets (30857, nr 8) die vraagt om de opstelling en ingebruikname van een benoemingscode. Deze benoe-mingscode moet de status van Ministeriële Regeling krijgen en heeft het oogmerk om te bevorderen dat de Algemeen Besturen qua samenstelling een goede afspiegeling vormen van landelijke regionale werkgevers- en werknemersorganisaties, alsmede de niet-aangesloten organisaties. De benoemingscode moet voorzien in een mecha-nisme dat bewerkstelligt dat moeilijk organiseerbare groepen voortaan in de AB’s vertegenwoordigd zullen zijn. Onder die groepen vallen in ieder geval: ZZP-ers, alloch-tonen, vrouwen en innovatieve ondernemingen. Een strikte representativiteit van deze genoemde groepen houdt in, dat de groepen verhoudingsgewijs even sterk aanwezig zijn in de AB´s als in de segmenten door wie de bestuurders worden benoemd: groot-bedrijf, MKB en vakbonden.

De benoemingscode is inmiddels opgesteld en overeengekomen en bevat onder meer de volgende bepaling: ‘Bij benoemingen moet rekening worden gehouden met een representatieve afspiegeling van het bedrijfsleven. Een actief diversiteitsbeleid moet worden gevoerd; de samenstelling van het bestuur moet gemengd zijn, in ieder geval voor wat betreft mannen en vrouwen, leeftijd en culturele achtergrond’. Die benoe-mingscode blijkt effect te sorteren: zoals hieronder vermeld is het percentage vrouwen in Kamerbesturen verdubbeld ten opzichte van de zittingsperiode 2004 tot 2008.

ZZP-’ersKamers hebben geregistreerd hoeveel van hun bestuursleden kunnen worden aan-gemerkt als zelfstandige zonder personeel. Van 5 Kamers zijn die gegevens bekend; zij tellen tezamen 18 zzp’ers onder hun bestuursleden. Naar alle 12 Kamers geëxtra-poleerd mag worden verondersteld dat op landelijke schaal rond 40 bestuurszetels worden bezet door zzp’ers. Dat is ca. 14% van het totaal.

AllochtonenHet feitelijk aantal allochtonen onder de Kamerbestuurders bedraagt 9 (3%). Bij een strikt representatieve vertegenwoordiging, voortvloeiend uit onderstaande tabel, zouden dat er 24 (8%) zijn. Allochtonen blijken dus ondervertegenwoordigd te zijn in Kamerbesturen. Een aantal factoren speelt hier zeker een rol. Te noemen valt de lage organisatiegraad van allochtone ondernemers: zij maken vaak gebruik van (informele) eigen netwerken en zijn nauwelijks aangesloten bij brancheorganisaties. Die organisa-ties zullen dus hun meerwaarde voor allochtone vakgenoten nog beter over het voet-licht moeten brengen. Verder is allochtoon ondernemerschap ongelijk verdeeld over de verschillende bedrijfstakken; daarbij ligt het accent vooral op de bedrijfstakken handel, horeca en dienstverlening. Over de vertegenwoordiging van etnische groepen in Kamer-besturen vóór 2008 zijn geen cijfers bekend.

23

Vanuit het AB van KvK Rotterdam kwam eind december 2008 het initiatief voor Cham-brelle, een netwerk voor vrouwen in besturen van Kamers van Koophandel. De huidige vrouwelijke AB-leden functioneren als ambassadeur naar hun achterban en hun benoe-mende organisaties. De benoemende organisaties zijn formeel verantwoordelijk voor de representativiteit en diversiteit van de KvK-besturen. Binnen die organisaties vinden de voordrachten voor nieuwe bestuursleden plaats. Chambrelle benadrukt dat het oog voor kwaliteit de boventoon moet voeren in de benoeming van meer vrouwen in de be-sturen. Inmiddels heeft het netwerk haar eerste successen gehaald door samenwerking aan te gaan met relevante organisaties. Ook zijn vrouwen bij de AB´s betrokken door hen als commissielid toe te voegen. Dit commissielidmaatschap kan een opstap zijn naar een volwaardig lidmaatschap van het AB.

Nadrukkelijk brengen de Kamers nogmaals naar voren, dat zij slechts de samenstelling van de Algemeen Besturen registreren, maar daar geen invloed op hebben, noch een formele bevoegdheid of verantwoordelijkheid hebben. In het reguliere contact dat KvK Nederland met de benoemende organisaties heeft op landelijk niveau en de regionale Kamers met de regionale vertakkingen van de benoemende organisaties, wordt de urgentie van hún verantwoordelijkheid voor een representatief en divers Algemeen Bestuur keer op keer naar voren gebracht.

Aanwezigheid allochto-nen binnen het segment (landelijk)

Aantal allochtone bestuurders dat op grond daarvan zou kunnen worden verwacht

Percentage allochtonen in het management van beursgenoteerde ondernemingen

< 1 % 4 (geen)

Percentage allochtonen onder de ondernemers in het MKB

5,4% 5 5,4% van de 96 zetels voor het MKB = 5 zetels

Percentage westerse en niet-wester-se allochtonen op de werkzame be-roepsbevolking (als benadering van het percentage allochtonen onder de personen in loondienst)

18,4% 6

18,4 % van de 96 zetels voor de werknemers = 18 zetels

Gesommeerd 23 zetels

Vrouwen

Aanwezigheid vrouwen binnen het segment (landelijk)

Aantal vrouwelijke KvK-bestuurders dat op grond daarvan zou kunnen worden verwacht

Percentage vrouwen in het management van beursgenoteerde ondernemingen

2% 7 2% van de 96 zetels voor het grootbedrijf = 2 zetels

Percentage vrouwen onder de ondernemers in het MKB

30% 8 30% van de 96 zetels voor het MKB = 29 zetels

Percentage vrouwen op de arbeidsmarkt (als benadering van het percentage vrouwen onder de personen in loondienst)

43% 9 43% van de 96 zetels voor de werknemers = 41 zetels

Gesommeerd 72 zetels

4 Bron: diverse onderzoeken5 Bron: EIM, Monitor nieuw ondernemerschap, Zoetermeer, 2007. 6 Bron: CBS 7 Bron: EUR, Female Board Index 20088 Bron: diverse onderzoeken9 Bron: LISA

24

Momenteel vinden gesprekken met de SER plaats over betere afspiegeling in het alge-meen bestuur van bedrijfssamenstelling in de regio. Ook wordt de samenstelling van de AB´s kritisch bekeken in het licht van de regionale economische structuur.

De bestuurskosten zijn vastgelegd in de Regeling schadeloosstelling bestuursleden Kamers van koophandel uit 2007.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Benoemingscode, bijlage 16Motie Smeets, bijlage 17 Regeling schadeloosstelling bestuursleden Kamers van Koophandel, bijlage 18

De houdbaarheid van de huidige begrotings- en financieringssystematiek (transparant, uniform, onderlinge verrekeningen tussen Kamers, zie toelichting aan het eind van deze paragraaf)

Met de wetswijziging van 2008 zijn de Kamers aanzienlijk meer gaan samenwerken bij de taakuitvoering op het gebied van de registratie van en de informatievoorziening aan ondernemers. Dit heeft er onder meer toe geleid dat vanaf 2008 voor beide taken landelijk uniforme heffingen worden gehanteerd. Hierdoor zijn de begrotingen van de afzonderlijke Kamers, en die van de samenwerkingsorganisatie KvK Nederland, inten-sief met elkaar verweven geraakt. Dit wringt steeds meer met het huidige systeem, dat is ontworpen op het afzonderlijk per individuele Kamer vaststellen van de heffingen. Het huidige systeem doet daarom geen recht aan de verschillen tussen Kamers. Door-dat de uitgangsposities (lees: kosten- en opbrengstenstructuren) van de individuele Kamers niet identiek is, ontstaan her en der met het hanteren van uniforme heffingen overschotten en tekorten. Dit leidt onder meer tot discussies over verevening (commis-sie Meijer) en over efficiency en kosten, en het sturen daarop. Ook de begrotingscyclus die binnen het netwerk moet worden doorlopen om tot de vaststelling van de uniforme heffingen te komen is zeer tijdrovend en zeer complex geworden.

Meer specifiek kunnen met de huidige begrotings- en financieringssystematiek van de Kamers van Koophandel nog de volgende problemen worden genoemd:

Uniforme dienstverlening door de Kamers op het gebied van de landelijke taken veronderstelt ook uniforme heffingen, zoals sinds 2008 het geval. Door o.m. ver-schillen tussen kamergebieden (Randstad versus periferie, economische struc-tuurverschillen) en KvK-organisatie (aantal kantoren, indeling naar afdelingen, staffuncties) treden er bij uniforme dienstverlening echter verschillen in kosten op. Ook het hanteren van een verrekensystematiek neemt deze verschillen niet weg. Op de lange termijn is een blijvend verschil in kostenniveau onverenigbaar met een uniforme heffing, indien er geen mechanisme is voor verevening of andere oplos-singen die onbedoelde effecten uitsluiten.Het huidige begrotingsproces start in maart en loopt door tot aan november en heeft daarmee een doorlooptijd van 8 maanden. Vervolgens begint in december het jaarrekeningproces en loopt door tot eind februari, dus een doorlooptijd van 3 maanden. Beide processen vergen een onverantwoord zwaar tijdsbeslag en lange doorlooptijd, en daarmee navenante managementaandacht binnen de Kamers en binnen het netwerk van Kamers.De AB’s van de regionale Kamers hebben zeggenschap over de hoogte van de regionale heffingen, zij “stellen vast”en de Minister “keurt goed”. De praktijk groeit echter dat de Minister beide doet en de AB’s hierin geen reële stem meer hebben.Het streven naar verlaging van de heffing wordt belemmerd door de wettelijke

t

25

regels voor tariefstelling voor producten (tarief mag niet hoger zijn dan de verstrek-kingskosten plus kleine opslag voor vergaringskosten). Als gevolg van digitalise-ring van producten dalen de kosten van verstrekking sterk, wat leidt tot tariefsver-laging, omzetdaling, en uiteindelijk heffingverhoging.De toezichthouder is niet stabiel in haar interpretatie van de algemene regel dat de heffing aan een plafond gebonden is: - heffingenplafond = niveau van de heffing 2006 + inflatiecorrectie - de heffingen mogen niet stijgen ten opzichte van vorig jaar - de heffingen mogen maximaal stijgen met een index Daarbij leidt het hanteren van deze verschillende interpretaties tot heffingsver-schillen per kamer. Kamers die in het verleden een hoge heffing hanteerden, mogen dat blijven doen en hebben zodoende een hoger plafond dan Kamers met een lage heffing in het verleden. Uit oogpunt van het streven naar verlaging van de heffingen is dit het verkeerde signaal.De toerekening van indirecte kosten (=overhead) gebeurt naar rato van het aantal FTE’s op de verschillende taken. Dit leidt ertoe dat de omvang van de regionale agenda van invloed is op de toerekening van de indirecte kosten aan de landelijke taken en daarmee van invloed is op de onderlinge vergelijkbaarheid van Kamers op de landelijk taken.In de begroting en de jaarrekening worden alle kosten en opbrengsten meegeno-men, dus ook de bijzondere en de eenmalige. Dit is vervolgens regelmatig oorzaak van grote verschillen tussen Kamers bij de onderlinge vergelijking.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Accountantsprotocol, bijlage 19De adviezen van de commissie Van de Vall I en II, bijlage 20a en 20bDe adviezen en richtlijnen van de commissie Meijer I en II, bijlage 21A en 21FAO-systematiek en Jaarrekeningenoverzicht 2008 en 2009 van Kamers en KvK Nederland zijn op aanvraag verkrijgbaar

Omvang en rechtspositie personeel (fte-ontwikkelingen, overgang naar ARAR, evt. uit-zonderingen, salariëring)

Omvang en rechtspositie personeel

2008 2004 2000Aantal medewerkers 2095 2210 2333Aantal Fte 1782 1883 1967Man 913 976 1011Vrouw 1182 1234 1322Parttimers 952 1024 908

In de periode 2000 – 2008 is het aantal medewerkers met 10,2% afgenomen.In diezelfde periode daalde het aantal fte’s met 9,9%.

Voor de Kamers gold tot en met 2008 een eigen rechtspositieregeling. Ook werd er een eigen CAO-overleg gevoerd. De rechtspositie en arbeidsvoorwaarden waren van toepas-sing bijna alle Kamers (1 niet) en voor KvK Nederland. Vanaf 2009 vallen de kamers onder ARAR en BBRA. Medewerkers bij alle Kamers zijn vanaf 1 januari 2009 formeel aangesteld als ambtenaar. Deze aanstelling geldt niet voor de medewerkers van KvK Nederland, omdat voor hen, in dienst van een vereniging, de bepalingen uit het Burger-lijk Wetboek gelden. De arbeidsvoorwaarden die voor de Kamers gelden en voor zover

t

26

mogelijk ook de rechtspositionele regelingen zijn echter wel naar analogie van toepas-sing verklaard op de medewerkers van KvK Nederland.In een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zijn voor de Kamers op enkele punten uitzonderingsbepalingen vastgelegd. Zo geldt bijv. de 36-urige werkweek niet voor kamermedewerkers; zij werken gemiddeld 38 uur per week. Ook is bepaald dat de inschaling plaatsvindt met behulp van een van de Rijksoverheid afwijkend functiewaar-deringssysteem, dat – afgeleid van USB – op maat is gemaakt voor de Kamers.BBRA en de indeling in BBRA-schalen geldt nu formeel voor alle medewerkers van Kamers en KvK Nederland. Wel wordt nog ca 60% van de medewerkers gesalarieerd volgens een garantieregeling.

Omdat de wet bepaalde dat individuele medewerkers er bij de overgang naar ARAR en BBRA niet op achteruit mochten gaan en kamers vanuit efficiencyoverwegingen zoveel mogelijk met generieke regelingen wilden blijven werken, zijn met de Bonden afspraken gemaakt over deze overgang. Vanwege de vele verschillen tussen Kamers en Rijk was er een omvangrijke harmonisatieregeling noodzakelijk. De kosten van deze overgang worden ingeschat op ca 2% en worden veroorzaakt door bijv. betaald ouderschapsverlof en volledig betaald zorgverlof. Qua out of pocketkosten ligt dat percentage hoger als gevolg van het in salaris omzetten van een aantal regelingen. De stijging qua out of pocketkosten wordt – los van CAO-effecten – ingeschat op ca 2,5%. De totale stijging is derhalve ca 4,5%. Daaroverheen is nog de reguliere CAO-stijging gekomen zoals het Rijk die met de Bonden was overeengekomen.

PersoneelsmanagementKamers werken met elkaar samen in de Commissie Personeelsmanagement aan ge-zamenlijke ontwikkeling op dit onderwerp. De commissie heeft prioriteit gegeven aan onderwerpen als gezamenlijke ontwikkeltrajecten, gezamenlijke arbeidsmarktcommu-nicatie en medewerkerstevredenheid- / medewerkersbetrokkenheidonderzoek. Verder heeft de commissie door Berenschot onderzoek laten doen naar de arbeidsmarktpo-sitie van de Kamers en zijn er aanbevelingen gedaan voor het verhogen de aantrekke-lijkheid van Kamers als werkgever. De commissie bereid concrete uitwerking van deze aanbevelingen voor.

Het medewerkerstevredenheids- / medewerkersbetrokkenheidsonderzoek is verricht door Effectory. Enkele uitslagen voor de kamers gezamenlijk.

Onderwerp Kamers 2009 Kamers 2007 Landelijke benchmarkBetrokkenheid 8,1 7,7 7,3

Motivatie 7,1 6,9 7,0

Engagement 7,8 7,7 7,6

Loyaliteit 7,5 6,8 7,0

Tevredenheid 7,6 7,5 7,2

Achterliggende documenten ter bewijsvoeringRapport kengetallen Kamers van Koophandel 2008, bijlage 22Samenvatting Medewerkerstevredenheidsonderzoek Kamer van Koophandel 2009, bijlage 23Akkoord overgang ARAR–BBRA 2008 (op aanvraag beschikbaar)Binden en belonen; rapport Berenschot 2008 (op aanvraag beschikbaar)Programma commissie Personeelsmanagement 2009 (op aanvraag beschikbaar)

27

Monitoring en kwaliteitszorg (bv INK-certificatie)

Kamers van Koophandel zijn voortdurend bezig met het verbeteren van de kwaliteit van hun organisatie en van hun dienstverlening. In 2004 en 2005 zijn er INK-audits uitge-voerd, waarbij is vastgesteld dat de meeste Kamers van Koophandel (incl. KvK Neder-land) procesgeoriënteerd waren (fase II in INK terminologie). Enkele Kamers zijn zelfs al in INK-fase III beland, een hele prestatie zo vindt ook het INK-instituut, die de fase 3 Kamers hierin een voorbeeld vindt voor menig andere (overheids)organisatie10. In het najaar van 2005 hebben de gezamenlijke directeuren van de Kamers van Koop-handel als doelstelling afgesproken om de Kamers van Koophandel verder te ontwik-kelen naar een klantgerichte organisatie (fase III in het INK managementmodel) en, om de stand van zaken te toetsen, in 2007 wederom een audit uit te voeren. In 2006 en 2007 hebben de Kamers van Koophandel veel energie gestoken in fusies, het inrichten van een nieuwe governancestructuur en het opstellen van een meerjaren beleidsplan, waardoor de INK-audit pas in 2008 kon worden uitgevoerd. Deze INK-audit heeft geleid tot de volgende uitkomsten:

De Kamers Rotterdam en Amsterdam komen dicht tegen de 500 punten uit (midden fase III),De Kamers Brabant, Oost Nederland, Midden Nederland en Centraal Gelderland scoren gemiddeld 380 punten (eind fase II),De Kamer Gooi- Eem- en Flevoland scoort 354 punten (driekwart fase II),De Kamers Noordwest-Holland, Zuidwest-Nederland, Noord-Nederland, Den Haag en KvK Nederland scoren gemiddeld 330 punten (boven het midden van fase II),De Kamer Limburg heeft in 2008 geen score gekregen omdat deze Kamer op het moment van de INK-audit wel juridisch gefuseerd was, maar nog niet feitelijk (organisatorisch) en daarmee audit niet mogelijk/zinvol.

Het INK-auditrapport stelt de stand van zaken van de 13 organisaties (Kamers en KvK Nederland) in het collectief vast en stimuleert de organisatieontwikkeling conform de uitgangspunten van het collectieve Meerjaren Beleidsplan van de Kamers en KvK Ne-derland (dat weer verwerkt is in het normenkader van INK fase III).

Het ADO heeft op 31 januari 2009 aan de kwaliteitscoördinatoren van de Kamers de opdracht gegeven een collectief verbeterplan samen te stellen op basis van de bevin-dingen in het INK-auditrapport 2008. Om als netwerk INK-fase III te realiseren moeten de verbeterpunten voor het behalen van INK-fase III individueel worden opgepakt. Hiertoe heeft elke Kamer een verbeterplan geschreven. Om de voortgang te waarborgen en de onderlinge vergelijkbaarheid te monitoren wordt er per kwartaal gemonitord op de individuele verbeterplannen van de Kamers. Ook het collectieve verbeterplan wordt ieder kwartaal onder supervisie van het ADO gemonitord via de voorzitters van de lan-delijke (inhoudsdeskundige) commissies.

Momenteel wordt de volgende INK-audit al voorbereid. Een offertetraject voor de uitvoe-ring van de INK-audit in het eerste kwartaal van 2010 is in gang gezet. De doelstelling van de INK-audit in 2010 is om, in het vervolg op de INK-audit van 2008 (nulmeting), na te gaan of de Kamers van Koophandel en KvK Nederland het gestelde ambitieniveau (INK Fase III in 2010) hebben behaald.

t

10 Zie hiervoor het boekje ‘INK in de praktijk’ dat het INK in 2009 heeft uitgegeven.

28

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Collectieve INK-auditrapport 2008/2009, bijlage 24INK-auditrapporten 2008 van de individuele Kamers op verzoek beschikbaarCollectieve verbeterplan en eerste monitoring voor wat betreft het individuele verbetertraject, bijlage 25Individuele verbeterplannen (op verzoek beschikbaar).Monitoringsverslagen (op verzoek beschikbaar).Offerteverzoek voor de INK-audit voor het 1e kwartaal van 2010 inclusief de selec-tiecriteria op basis waarvan het auditbureau geslecteerd wordt, bijlage 26A en 26B

Ontwikkelingen in opbrengsten en kosten (heffingen, tarieven, retributies, directe en indirecte kosten en eigen vermogen), markt en overheid

De tarieven voor KvK-producten zijn ongewijzigd gebleven in de periode 2008-2009, behoudens de aanpassing van de tarieven voor exportdocumenten. De investeringen in de digitalisering daarvan wordt doorberekend in de tarieven. Een gedetailleerd overzicht van de tariefswijzigingen voor de jaren 2008 tot 2010 is in de bijlagen van dit rapport opgenomen.

De ontwikkelingen in de heffingen, retributies, directe en indirecte kosten en eigen ver-mogen voor de periode 2008-2010 zijn in een gedetailleerd overzicht opgenomen in de bijlagen van dit rapport. Tevens is een geconsolideerd overzicht gemaakt met nadere en overige specificaties ten aanzien van de resultatenrekeningen, de drie wettelijke KvK-taken, KvK-producten, begroting en jaarrekening van KvK Nederland, de balansen van de Kamers, verloop in bezetting en de kostendekkendheid van de producten. De Kamers en KvK Nederland zijn in deze overzichten onderling te vergelijken en er is een consolidatie gedaan voor het netwerk van Kamers.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Een overzicht van de tariefwijzigingen van 2008 naar 2009 en van 2009 naar 2010, bijlage 27A en 27BEen overzicht van de tarieven van alle KvK-producten voor de Registratie taak en Nationale taak voor de jaren 2008, 2009 en 2010, bijlage 28A, 28B en 28CEen overzicht van de ontwikkelingen in de heffingen, retributies, directe en indi-recte kosten en eigen vermogen voor de periode 2008-2010, bijlage 29Een nader gespecificeerd en gedetailleerd consolidatieoverzicht van de 12 Kamers en KvK Nederland waarin de 13 organisaties ook te vergelijken zijn, bijlage 30

Hoe scoren de individuele Kamers onderling op deze punten? Hoe staat het met de onderlinge vergelijkbaarheid van de Kamers, met name wat betreft meetbare resulta-ten? Hoe functioneert het huidige stelsel van regionale Kamers en KvK Nederland in dit verband?

Individuele scores en onderlinge vergelijkbaarheidOp de vraag naar de scores en de onderlinge vergelijkbaarheid van Kamers en KvK Nederland is in belangrijke mate al antwoord gegeven bij de beantwoording van de diverse deelvraag(en) van vraag 2 van de Terms of Reference. In aanvulling daarop kun-nen de volgende opmerkingen worden gemaakt.

t

t

29

De onderlinge vergelijkbaarheid van de Kamers van Koophandel wordt onder meer bemoeilijkt door:

Incidentele kosten en opbrengsten (bijv. reorganisatiekosten, panden die wel of niet (volledig) zijn afgeschreven, boekwinst verkoop pand, en dergelijke).Verschillen in renteopbrengsten uit vermogenVerschillen in inzet Eigen VermogenVerschillen in salariskosten bijvoorbeeld gebaseerd op oude rechten vóór inwer-kingtreding ARARToerekening van kosten aan activiteiten, bijvoorbeeld: - loket (welk deel aan Registratie taak en welk deel aan Nationale taak) - voorlichting (welk deel aan Nationale taak en welk deel aan Regionale taak)Geen (zuivere) informatie over de omvang en kwaliteit van geleverde producten en dienstenVerschillen in gehanteerd rekeningschema grootboek

De drie laatstgenoemde problemen zijn bij de commissie Financiën van het netwerk-verband van de Kamers van Koophandel en KvK Nederland onderhanden.

Het functioneren van het huidige stelsel van regionale Kamers en KvK NederlandDe samenwerking tussen Kamers en KvK Nederland is de laatste jaren toegenomen. De nieuwe wet heeft die samenwerking nog verder geïntensiveerd. Er is meer sprake van sturing vanuit het netwerk (denk bijv. aan de Kaderbrief, verrekensystematiek, Natio-nale Agenda, voorstel uniforme heffingen, één gezamenlijke onderhandeling richting het Ministerie van EZ). Deze sturing wordt door de Kamers gezamenlijk ingevuld door het overleg in de commissies, het ADO en het Bestuur. Dit leidt tot uniforme dienst-verlening met een uniforme kwaliteit en service niveau voor producten en diensten waarvoor ondernemers dat ook verwachten. Daarnaast blijft er ruimte voor het realise-ren van maatwerk in de regio met de uitvoering van de regionale taak. Ook daar neemt overigens de samenwerking, afstemming en uitwisseling van best practises en ervarin-gen toe.

De intensievere samenwerking heeft echter ook een keerzijde. Het vergt meer en intensiever overleg. Bovendien betekent samenwerking ook het inleveren van een deel van de autonomie. Er wordt nu op onderdelen van de taakuitvoering sturing van twee kanten ervaren (namelijk vanuit het bestuur van KvK Nederland én het Algemeen Bestuur van de eigen kamer). Hier ontstaan soms spanningen die er eerder niet waren. Algemeen Besturen van de Kamers stellen vaker de vraag wat zij “zelf nog mogen en kunnen beslissen”. Ook de recente procesgang rond de begrotingsopstelling voor 2010, waarin de vrijheid van de Algemeen Besturen om de heffing 3 zelf te bepalen ernstig wordt ingeperkt, doet vragen stellen bij de positie van dit “hoogste orgaan” van de Kamer van Koophandel,

ICT ontwikkelingen voor betere dienstverlening aan ondernemers en overheden

De ontwikkelingen van de afgelopen jaren binnen het collectief van Kamers waaronder schaalvergroting en de toenemende samenwerking binnen het collectief hebben uiter-aard ook een ICT-component. In die zin volgde ICT de afgelopen jaren de business. Voor een deel was ICT ook leidend en is vanuit het belang van digitalisering van informatie-voorziening richting ondernemers en overheid het transformatieproces van de Kamers in gang gezet.

t

30

In 2007 is een ICT-beleidsprogramma door het collectief opgesteld met de volgende kerndoelstellingen:

maximaal voldoen aan de eisen van het stelsel van basisregistersvraaggestuurde informatie richting ondernemers zowel naar inhoud, frequentie als kanaalcentralisatie van systemen en processen waar mogelijkcreëren van een toekomstvaste IT-architectuurfocus op de core business

Naar de huidige inzichten zal het ICT-beleidsprogramma eind 2010 / begin 2011 zijn beslag krijgen. Onderstaand volgen de belangrijkste onderdelen waaronder ook enkele projecten die a.g.v. voortschrijdend inzicht de afgelopen jaren aan dit programma zijn toegevoegd.

HRS en het stelsel van basisregistersHet nieuwe Handelsregistersysteem (HRS) is gebaseerd op moderne IT-technologie (Java onder AIX), waarmee het als bronregister in het stelsel van basisregisters een solide basis vormt. Het HRS is daarnaast de vervanging van het huidige systeem NMP. De transitie van NMP naar HRS is niet beperkt gebleven tot een IT-traject. Met de introductie van HRS wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de uniformering van de registratie van bedrijven en organisaties in het handelsregister, met inbegrip van de daarmee samenhangende werkprocessen. Het HRS, dat door de Kamers in eigen beheer is gebouwd, heeft de afgelopen jaren een enorme inspanning van het collectief van Kamers gevraagd. Niet zonder succes want het HRS gaat medio december live en zal gaan voldoen aan alle eisen die de wet(ten) ons stelt(stellen). Het HRS voorziet eveneens in alle eisen als het gaat om de nog te re-aliseren koppelingen met de overige basisregisters als Belastingdienst, GBA, BAG etc. Als straks ook de andere basisregisters gereed zijn en de Overheids Service Bus (OSB) beschikbaar is kan de ondernemer écht profiteren van administratieve lastenverlichting door de eenmalige opvraag van gegevens.Maar zover is het nog niet zodat de Kamers momenteel ook hard werken aan tijdelijke oplossingen om overheden aan te sluiten op het HRS. Voorbeelden in dit verband zijn de bilaterale koppeling met de Belastingdienst en de aansluiting Herziening Toezicht Rechtspersonen (HTR). De aansluiting HRS-HTR moet volgens de planning van het mi-nisterie van Justitie medio 2010 in gebruik genomen worden.

Eind 2005 zijn de Kamers en de Belastingdienst gestart met het project “gemeenschap-pelijke inschrijving” (GI) waarbij nieuwe ondernemers zich via de balies van de Kamers gemeenschappelijk konden inschrijven. Er is met succes een applicatie ontwikkeld, het Registratiesysteem Gemeenschappelijke Intake, die gemeenschappelijke inschrijving alsmede elektronische gegevensuitwisseling tussen Belastingdienst en Kamers moge-lijk maakt. Na een geslaagde proef in 2007 binnen de regio´s Zwolle, Utrecht en Den Haag is GI het daaropvolgende jaar met succes uitgerold bij alle Kamers. Het project GI heeft behalve een lastenverlichting voor ondernemers ook geleid tot een kwaliteitsver-hoging van data door een betere aansluiting van de (werk)processen van Kamers en Belastingdienst.

Maar ook andere projecten hebben de afgelopen jaren, en dat zal de komende jaren niet veel anders zijn, een enorme druk gelegd op de ICT binnen de Kamers. De fusietra-jecten van de Kamers, het project nieuwe inschrijvers maar ook recentelijk de discus-sies rondom het Fi-nummer (het overnemen van het Fi-nummer in het HRS) zijn slechts enkele voorbeelden.

31

In het verlengde van HRS zijn de Kamers in het kader van de Europese Dienstenrichtlijn op dit moment bezig met Elektronische Self Service voor Notarissen en Ondernemers, beide per 1-1-2010 gereed, alsmede het project EU-Dienstenwet waaronder aansluiting op het Dienstenloket en het zogenoemde Interne Markt Informatiesysteem.

Informatievoorziening aan ondernemersDe afgelopen periode heeft de informatievoorziening aan ondernemers een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Het beleid was gericht op de volgende onderdelen:

meer omzet genereren uit informatievoorzieningeen grotere tevredenheid door nieuwe distributiekanalen waaronder B2B integratie via webservices en internet selfservicekorte ‘time to market’ voor nieuwe producten en levering van producten op maatop klantprofiel aangepaste benadering door moderne CRM processen

In 2007 is de geheel vernieuwde KvK-website live gegaan die in het daaropvolgende jaar is uitgebreid met onder andere diensten als de branchewijzer, ondernemersagenda en vraaggestuurde content. In 2008 is de online community Hallo live gegaan waarmee de Kamers ook digitaal invulling hebben gegeven aan hun maatschappelijke rol van ontmoetingsplaats voor ondernemers.Gezien het feit dat ruim 80% van de informatievoorziening van de Kamers thans online verloopt mag worden geconcludeerd dat de Kamers al in vergaande mate genoemde doelstellingen hebben gerealiseerd. Met het nieuwe CRM-systeem (zie het onderdeel bedrijfsvoering) zal ook invulling gegeven gaan worden aan meer gepersonificeerde informatievoorziening aan ondernemers.

Belangrijk onderdeel van de informatievoorziening van de Kamers naar bedrijven en overheden zijn de informatieproducten uit het handelsregister (uittreksels, jaarreke-ningen, adressen etc.). Stond tot nog toe de continuïteit van levering van de bestaande producten centraal, het jaar 2010 zal wat dit betreft vooral in het teken staan van de overgang van NMP naar HRS. Doel is om in de loop van 2010 alle producten uit het nieuwe HRS te genereren. Met de diverse varianten van het uittreksel is inmiddels al een begin gemaakt. Tot deze uitfasering is afgerond zullen de gegevens van HRS nog worden gesynchroniseerd naar het oude NMP.

Een specifieke taak van de Kamers is de verstrekking van de exportdocumenten, i.c. preferentiële en non-preferentiële documenten ten behoeve van het internationaal han-delsverkeer. Ook op dit vlak doen de Kamers maximale inspanningen om de digitale weg mogelijk te maken. Het enige jaren geleden ontwikkelde systeem Digitale Aan-vraag Exportdocumenten zal volgend jaar verder worden uitgebouwd en moet, wat de Kamers betreft, zo snel mogelijk leiden tot een volledige en geïntegreerde digitalisering van de documentenstroom in het internationaal handelsverkeer.

BedrijfsvoeringDe afgelopen jaren hebben de Kamers enorme slagen gemaakt als het gaat om de cen-tralisatie van ICT. Feitelijk kan worden geconcludeerd dat als eind 2010 / begin 2011 de ICT-roadmap wordt afgerond de centralisatie van ICT zo goed als volledig is.

Alle Kamers gaan tussen 2007 en eind 2010 / begin 2011 gefaseerd over naar de zogenoemde smart werkplek (SWP). Inmiddels werken 5 Kamers (incl. KvK Nederland) al onder SWP en voorziet de huidige planning in het migreren van alle overige 8 Kamers in het komend jaar (afronding in het eerste kwartaal van 2011). Deze centralisatie van de kantoorautomatisering leidt behalve tot meer efficiency ook tot betere kwaliteit ten

32

aanzien van veiligheid, beschikbaarheid, performance. Daarnaast zal deze operatie leiden tot een optimale standaardisatie en rationalisatie van het applicatielandschap van de Kamers. Na afronding van dit traject is alle ICT van het collectief gecentraliseerd en worden de verschillende ICT-afdelingen bij de regionale Kamers opgeheven.

De Kamers werken op dit moment aan een integrale overstap naar één pakket/ systeem voor alle (kritische) bedrijfsvoeringsystemen waaronder een financieel pakket, een CRM, een personeelsinformatiesysteem en een managementinformatiesysteem. In 2008 en 2009 zijn vooruitlopend hierop de bedrijfsprocessen geüniformeerd of ten-minste geharmoniseerd. De aanbestedingen van het financieel pakket en het CRM zijn afgerond en beide pakketten worden naar verwachting van medio 2010 tot eind 2010 bij de Kamers geïmplementeerd. De (eerste) tranche van het managementinformatiesysteem wordt in het eerste kwar-taal 2010 in gebruik genomen. Vanwege de overbelaste project-portfolio voor ICT is besloten om de implementatie van het minder kritische personeelsinformatiesysteem uit te stellen tot 2011.

Deze schets geeft een beeld van de gerealiseerde of binnenkort te realiseren ICT-pro-jecten. De randvoorwaardelijke ICT-projecten die voor de gebruiker onzichtbaar blijven maar de afgelopen jaren wél een enorme workload voor het collectief hebben opgele-verd ontbreken hier. Samenvattend kan worden gesteld dat de Kamers de afgelopen ja-ren enorme stappen hebben gezet als het gaat om de digitalisering en centralisatie van hun dienstverlening. Deze ontwikkeling gaat echter hand in hand met het ook fysiek dichtbij blijven voor ondernemers en daarmee het behoud van de regionale veranke-ring van het werk van de Kamers.

Hoe functioneert in de praktijk de samenwerking tussen EZ en de Kamers?

Hoe functioneert in de praktijk de samenwerking tussen EZ en de Kamers?

Het contact en de samenwerking tussen Kamers en EZ is in de laatste vier jaar sterk verbeterd.

Overleg op alle relevante niveau’s, bestuurlijk-strategisch, beleidsmatig en ope-rationeel, is de afgelopen jaren geïntensiveerd. Daarmee is EZ zeer goed aange-sloten op wat de Kamers allemaal doen en heeft zij goed zicht op hoe het netwerk functioneert. EZ is daarmee ook zeer betrokken bij wat de Kamers doen en waar zij voor staan.EZ heeft regelmatig met alle regionale Kamers overleg in zogeheten “accountge-sprekken”, om hiermee ook t.a.v. de regionale activiteiten de vinger aan de pols te houden.

Er zijn echter enkele kritische zaken waar Kamers in deze samenwerking tegenaan lopen en die aandacht behoeven, namelijk:

EZ wil graag (o.m., zie hierna) samenwerkingspartner van de Kamers zijn. De daadwerkelijke operationalisering daarvan komt echter maar matig van de grond. Regelmatig worden initiatieven door het Ministerie genomen die overlappen met de activiteiten van de Kamers (Antwoord voor Bedrijven, Prepare to Start, e.d) EZ heeft meerdere petten: die van toezichthouder, opdrachtgever en samenwer-kingspartner. Het is voor EZ lastig om deze rollen te scheiden. Voor de Kamers is het lastig omdat niet altijd duidelijk is in welke hoedanigheid contacten verloopt.

3t

33

Het komt dan ook regelmatig voor dat EZ in een gesprek meerdere rollen tegelijk aanneemt of wisselt van rol waardoor bespreekpunten ongewenst een andere lading of dimensie krijgen. Bijvoorbeeld bij de totstandkoming van de jaarlijkse Nationale Agenda. Als de Kamer van Koophandel de grenzen van de onderwerpen op die agenda opzoekt, treedt EZ als toezichthouder direct op.EZ heeft de laatste jaren de Kamer van Koophandel frequent opdrachten gegeven die veel van de KvK-organisaties vergen. Naar de beleving van de Kamers werd hierbij niet altijd in voldoende mate rekening gehouden met het absorptievermo-gen van de Kamers. Te denken is hierbij bijvoorbeeld aan de regelmatige extra wensen die doorgevoerd moeten worden in het HRS; gevolgen door vertraging in de wijziging van wetten; het standaard gaan leveren van een gratis uittreksel; het per kwartaal crediteren van de verplichte heffingsbijdrage; aanpassingen n.a.v. de komst van de EU-dienstenwet; overgang naar ARAR/BBRA; etc. Vele aanpassingen waar de Kamers flexibel mee zijn omgegaan, hun steentje in hebben bijgedragen en/of hun bedrijfsvoering op hebben aangepast met soms alle consequenties van dien. Veelal betekende deze inzet ook een extra belasting van capaciteit en finan-ciële middelen. Een voorbeeld: Uit onderzoek door de KvK-werkgroep Financiële regeling handelsregister blijkt dat Kamers gezamenlijk ongeveer ! 1,3 miljoen aan kosten maken om ! 841.000 terug te betalen aan ondernemers. Dit betekent dat de ondernemers die een vol jaar staan ingeschreven op jaarbasis zo’n ! 450.000 meebetalen aan het crediteren per kwartaal dat door andere ondernemers ver-oorzaakt wordt. Op de onderdelen die betrekking hebben op de realisatie van het nieuwe HRS-systeem zijn door EZ, o.a. met (aanvullende) subsidies, bijdragen geleverd.

In welke mate fungeert KvK Nederland als centraal aanspreekpunt voor EZ?

Overleg met EZIn de nieuwe constellatie met de wet op de Kamers van Koophandel 2008 is KvK Neder-land gepositioneerd als centraal aanspreekpunt en fungeert sindsdien ook als zodanig. Dit was een duidelijke breuk met het verleden, waarin nog veel contacten tussen EZ en de individuele Kamers verliepen. Die contacten zijn er nu nog steeds, zie boven, maar hebben dan betrekking op specifieke regionale projecten of betreffen aangelegenhe-den van de specifieke regionale Kamer. Bijvoorbeeld specifieke begrotingsproblema-tiek van een regionale Kamer.

Regulier loopt het contact met EZ dus via KvK Nederland. Namens de Kamers voert KvK Nederland regelmatig op directieniveau een periodiek overleg over de lopende projec-ten en gang van zaken. Afhankelijk van het onderwerp nemen ook één of meerdere alge-meen directeuren van Kamers of inhoudsdeskundigen aan het overleg deel. Daarnaast wordt ongeveer twee maal per jaar op bestuurlijk niveau een gesprek met de Staats-secretaris gevoerd. Meestal wordt dan een bestuurlijke KvK-delegatie afgevaardigd die bestaat uit enkele voorzitters van Kamers en KvK Nederland. Een enkele keer vindt er overleg plaats tussen de Staatssecretaris EZ en het volledige bestuur van KvK Nederland (alle voorzitters van Kamers en KvK Nederland plus de voorzitter van het ADO).

Op operationeel niveau is vrijwel dagelijks contact met EZ. Het betreft dan afstemming op uitvoeringsniveau over lopende projecten die de KvK in opdracht van of in samen-werking met EZ uitvoert. Te denken is hierbij vooral aan de realisatie van het HRS in het bijzonder en het stelsel van basisregistraties in het algemeen. EZ is voorts ook één van de partijen in het overleg over de totstandkoming en uitvoering van de Nationale Agenda.

t

34

Structurele informatieverstrekkingDe staatssecretaris EZ (en de KvK-woordvoerders in de Tweede en Eerste Kamer) ont-vangen iedere maand een werkbulletin van KvK Nederland. KvK Nederland informeert hen daarmee over de belangrijkste resultaten die in de voorgaande maand gerealiseerd zijn door de Kamers en KvK Nederland.

Zoals in de Wet op de Kamers van Koophandel is vastgelegd, rapporteert de Kamer van Koophandel voor 1 april over de resultaten van de Nationale Agenda van het dan afgelopen jaar.

Achterliggend document ter bewijsvoering:Maandelijks werkbulletin aan de Staatssecretaris EZ en KvK-woordvoerders Eerste en Tweede Kamer, bijlage 30A

Vult EZ haar toezichtsrol adequaat in, mede in relatie tot het daarover bepaalde in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en welke verbeteringen zijn hier mogelijk?

Zoals eerder opgemerkt lopen de verschillende rollen van EZ soms door elkaar, waar-door contacten soms belast raken. Voorts raakt een principieel onderdeel van de wet op de Kamers, de bevoegdheid van de algemeen besturen om de omvang van de acti-viteiten van de regionale taak, en daarmee heffing 3 te bepalen, verder en verder in de knel. EZ en de Tweede Kamer geven zodanige richtlijnen dat van deze bevoegdheid van de AB’s in de praktijk geen sprake meer is.

In hoeverre lopen de Kamers aan tegen onverwachte effecten van de wet en hoe wordt daar vervolgens mee omgegaan?

De Kamers zijn tegen een aantal onverwachte effecten van de wet aangelopen en heb-ben dit, voor zover mogelijk, zelf opgelost. Enkele voorbeelden uit de praktijk:

Met de nieuwe regels voor de maximale zittingsperiode van bestuurders hebben sommige Kamers aan het begin van de lopende zittingsperiode problemen on-dervonden bij de wisseling van hun voorzitter. Onverwacht moest alsnog afscheid genomen worden van voorzitters waarvan in eerste instantie gedacht werd dat zij mochten aanblijven. Deze problemen zijn uiteindelijk allemaal binnen de wette-lijke kaders opgelost.Aan Artikel 30 Wet op de KvK (complementariteitsbeginsel) wordt door de rechter (Easystart) een uitleg gegeven die onnodig belemmerend werkt voor de Kamers. Kamers boden tot voor kort via de KvK-website een gratis downloadbaar format aan voor het opstellen van een ondernemingsplan. Een marktpartij (Easystart) biedt inmiddels een vergelijkbaar product tegen betaling in de markt aan en is op grond van artikel 30 van de Wet op de Kamers door de rechter in het gelijk gesteld waardoor de Kamer van Koophandel per direct moest stoppen met het aanbieden van dit product. Het gratis KvK-product had grote aftrek bij ondernemers en werd aangeboden met het oog op bevordering van ondernemerschap en bood daarmee ook kansen voor ondernemers die niet in de gelegenheid zijn een betaald product af te nemen. Dit gerechtelijke besluit is in zekere zin dus ook nadelig voor onderne-mers. In de nieuwe wet functioneert Kamer van Koophandel Nederland als wettelijk sa-menwerkingsverband, met faciliterende en coördinerende taken. Dit komt o.a. tot uitdrukking in de ontwikkeling van het Shared Service Center en het fungeren als centraal aanspreekpunt in het kader van landelijke taken. Het laatste met name op het gebied van de registratietaak, waar het Handelsregister een schakel vormt in

t

t

35

het overheidsbrede stelsel van basisregistraties. In deze rol wordt KvK Nederland door de Kamers steeds vaker aangesproken om namens het netwerk verbintenis-sen aan te gaan, faciliteiten aan te bieden en te leveren en centrale afspraken te maken.

Hoe verloopt de samenwerking tussen individuele Kamers en KvK Nederland enerzijds en tussen de Kamers en andere voor haar taak-gebied relevante nationale (en in het geval van de individuele Kamers regionale) organisaties anderzijds?

Functioneert het huidige stelsel van Kamers qua besluitvorming over gezamenlijke taken en afspraken? Welke verbeteringen zijn hier mogelijk?

Samenwerking tussen Kamers van Koophandel en KvK Nederland verankerd in de governancestructuurMet ingang van de nieuwe Wet op de Kamers van Koophandel (1 januari 2008) hebben de Kamers en KvK Nederland een nieuwe governancestructuur ingericht. Deze bestaat formeel uit acht commissies met als taak:

gevraagd en ongevraagd voorstellen doen en adviezen geven aan ADO en Bestuurhet uitvoering geven aan opdrachten vanuit ADO en/of het Bestuur

Zes commissies hebben daarbij een “kamerbrede” samenstelling, d.w.z. dat álle 12 Kamers, naast KvK Nederland (die is vertegenwoordigd middels een MT-lid en een secretaris), deel van deze commissies uitmaken. De commissies met een kamerbrede samenstelling zijn: Handelsregister (HR); Nationale Agenda en Voorlichting (NA); Stimu-lering Economische Ontwikkeling (SEO); ICT en pakketstandaardisatie (ICT); Financiën en Kwaliteitszorg en Personeelsmanagement. In deze commissies ligt het accent op draagvlak.

Voorts zijn er twee commissies die een meer specialistisch en vooral operationeel karakter hebben. In deze commissies zijn minimaal 5 Kamers vertegenwoordigd naast KvK Nederland (in de vorm van een MT-lid en een secretaris). Dit betreft de commissies: Internationale Zaken (IZ) en Public Affairs (PA). Ook deze commissies adviseren aan het bestuur.

Alle commissies, m.u.v. de commissie Handelsregister, zijn ingesteld door en adviseren aan het Bestuur van KvK Nederland, die vervolgens ook op voordracht de voorzitter en leden van de commissies benoemt. Uitzondering betreft de commissie Handelsregister; deze wordt door de Handelsregisterraad ingesteld en adviseert ook aan deze Raad.

Nadere details omtrent de doelstelling en taken van de commissies en bestuursorga-nen, alsmede hun samenstelling zijn in de achterliggende bijlagen van dit rapport terug te vinden.

Voorstellen van commissies worden altijd eerst besproken in het ADO, die vervolgens het Bestuur adviseert. Daarna vindt besluitvorming in het bestuur (respectievelijk HRR in geval van HR-zaken) plaats. Voor een beperkt aantal onderwerpen vindt nog aanvul-lend formele besluitvorming plaats, zoals bijvoorbeeld de vaststelling van de begroting in de Algemene Ledenvergadering (ALV). Een groot deel van de beleidsvoorbereiding, de agenda en de verslaglegging wordt voor deze bestuurlijke organen, in overleg met de respectievelijke voorzitter van dat orgaan, uitgevoerd door KvK Nederland.

4t

36

Samenwerking tussen Kamers en KvK NederlandDe Kamers en KvK Nederland werken heel nauw samen. KvK Nederland heeft een ini-tiërende, regisserende, maar ook ondersteunende en faciliterende rol met name in de uitvoering van de governance, coördinatie van de registertaak en de Nationale Agenda en het faciliteren van Kamers door middel van het Shared Service Center. De Kamers worden zoveel mogelijk in de ontwikkeling van projecten die KvK Nederland uitvoert be-trokken. Daarbij wordt er expertise van de Kamers ingezet om hun input, en met name dus ook de gebruikerskant, te waarborgen in het uiteindelijke resultaat. Gestreefd wordt naar nul fouten en volledige realisatie van planning en budget. Even-wel komt herziening hiervan regelmatig voor door aanvullende eisen van Kamers, maar zeker ook van derden, zoals bijv. de wetgever (denk bijv. aan vertraging in wetgeving of extra wensen vanuit partners in het stelsel van basisregistraties).Om de waardering van de dienstverlening van KvK Nederland te monitoren, wordt ieder halfjaar een dienstverleningsenquête onder Kamers uitgevoerd.

Samenwerking met benoemende organisaties en andere samenwerkingspartijen op landelijk niveauDe relatie met de benoemende organisaties is de afgelopen jaren, op landelijk niveau sterk, verbeterd. De contacten zijn geïntensiveerd en er is sprake van een regelmatig overleg. Met MKB Nederland en VNO-NCW is in 2008 een convenant afgesproken met werkafspraken die de samenwerking structureel verder verbeteren en de intentie bevat om bij bepaalde onderwerpen meer gezamenlijk op te trekken. Onder meer gebeurt dat momenteel al in het dossier Natura 2000.Daarnaast hebben Kamers ook intensief overleg over de jaarlijkse ontwikkeling van de Nationale Agenda met de vakcentrales, MKB-Nederland, VNO-NCW en EZ .

Mogelijke verbeteringen op gebied van samenwerking:In het besluitvormingsproces kan nog winst worden geboekt. De besluitvorming is met de huidige governancestructuur complex door het aantal bestuurslagen en het meervoudige advies. Hierdoor is de besluitvorming niet altijd even snel en effi-ciënt. De slagkracht en pro-activiteit kan beter. De Kamers en KvK Nederland doen samen heel veel goede dingen, maar dit kan nog verder uitgebouwd worden. Enkele voorbeelden: een verdere uitbreiding van het Shared Services Center (bundeling van Personeelszaken, gezamenlijk perso-neelsinformatiesysteem (reeds in gang gezet), één financieel systeem (ook in gang gezet), uitrol van een landelijk intranet, gezamenlijke inkoop op meer gebieden, etc.) Maar ook op beleidsmatig niveau liggen nog kansen die nu nog onvoldoende benut worden. Bijvoorbeeld op het gebied van regiostimulering is onlangs een gezamenlijke beleidsvisie en positionering bepaald. Belangrijke uitdaging is nu vooral nog de profilering van de regionale taak op landelijk niveau, met name naar de decision makers en stakeholders op landelijk niveau. Het als collectief naar buiten toe optreden als één organisatie, met een éénduidige positionering, blijft een aandachtspunt. Er is in de afgelopen 2 jaar al veel verbe-terd, maar hier kan nog veel winst worden geboekt.De Kamers en KvK Nederland hebben de afgelopen jaren hun samenwerking geïntensiveerd en in vergaande mate landelijke afspraken gemaakt op het gebied van de wettelijke taken Handelsregister en Nationale Agenda. Om ook de regionale taak landelijk goed op de kaart te zetten realiseren Kamers en KvK Nederland zich dat het urgent en noodzakelijk is om ook op dit domein intensiever samen te gaan werken. De eerste stappen zijn daartoe inmiddels door de Kamers en KvK Neder-land gezet. Kamers delen sinds de invoering van de nieuwe Wet op de Kamers (2008) hun

37

kennis en ervaringen op het gebied van de regionale taak in een intensieve mas-terclass gericht op sámen veranderen en verbeteren. Recentelijk is daarnaast op strategisch niveau afgesproken om intensiever samen te gaan werken aan één landelijke agenda voor ondernemerschap. De uitwerking van deze strategische ideeën is nog volop in ontwikkeling. Een intensieve samenwerking met de benoe-mende organisaties bij de totstandkoming en uitvoering van deze nieuwe landelij-ke agenda zijn eveneens onderdeel van de concrete uitwerking van dit strategisch concept.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Governancestructuur, bijlage 31Notitie samenstelling belangrijkste organen KvK Nederland, bijlage 32Notitie opzet commissiestructuur, bijlage 33Overzicht namen van commissieleden, bijlage 34Statuten KvK Nederland, bijlage 35Convenant tussen Kamer van Koophandel en VNO-NCW en MKB-Nederland, bijlage 36

Bestaan er goede en efficiënte (werk)relaties met benoemende organisaties en andere relevante nationale stakeholders? Welke verbeteringen zijn hier mogelijk?

KvK Nederland, onderhoudt namens de Kamers, contact met de volgende stakeholders:Ministerie van Economische Zaken als toezichthouder op de Kamer van Koophan-del. Het betreft hier contact met zowel functionele en hogere ambtenaren als met de Staatssecretaris (en in mindere mate de Minister omdat de Staatssecretaris portefeuillehouder is). Er wordt op structurele basis met ieder van deze partijen overleg gevoerd (hoe meer inhoudelijk van aard, hoe frequenter het overleg). Daarbij verschilt het onderwerp van overleg per niveau. Bijv. inhoudelijke zaken m.b.t. Handelsregister worden afgestemd met meer inhoudsdeskundige ambte-naren terwijl meer bestuurlijke onderwerpen direct met de topambtenaren en/of de Staatssecretaris worden besproken. Overleg tussen de voorzitter en algemeen directeur en de Staatssecretaris vindt een beperkt aantal malen per jaar plaats, indien nodig vaker. Het is gebruikelijk dat daar tevens een delegatie uit het Bestuur aan deel neemt. Daarnaast worden de Staatsecretaris EZ en zijn ambtelijke top op maandbasis ge-informeerd over KvK-zaken met het zogeheten Werkbulletin, waarin aandacht voor de resultaten van het KvK-werk. Ook wordt de Staatsecretaris voor werkbezoeken van relevante informatie voorzien, zodat hij bij deze bezoeken dieper kan ingaan op regionale vraagstukken en interessante ontwikkelingen. De Kamers fungeren hier a.h.w. als de ogen en oren van de regio.

De politiek: leden van de Eerste en Tweede Kamer (en dan met name de woord-voerders op het Kamer van Koophandel dossier) worden onder meer uitgenodigd voor belangrijke Kamer van Koophandel bijeenkomsten zoals jaarcongres, einde-jaarsbijeenkomst, startersdag, wet- en regeldag en overdracht- en overnamedag. In eerstgenoemde bijeenkomsten ligt het accent op ontmoeten en netwerken. Bij de andere bijeenkomsten is het vooral de bedoeling het werk van de Kamers in de praktijk te laten zien. Jaarlijks organiseert KvK Nederland een werkdiner politiek, waar diverse thema´s besproken worden. Aan de orde komen o.m. mogelijke ver-beterpunten in de dienstverlening en de communicatie van de Kamer van Koop-handel. Zeker twee keer per jaar worden er individuele gesprekken gevoerd met de KvK-woordvoerders in de Tweede Kamer, waarin specifieke partijstandpunten over

t

38

de KvK-dossiers (gemakkelijker dan tijdens een werkdiner), naar voren worden ge-bracht. De KvK-woordvoerders worden tevens geïnformeerd als het gaat om belang-rijke politieke thema’s (bijv. behandeling van regeldrukdossier, winkeltijdenwet in de vaste kamercommissie van EZ). Ook worden kamerleden op regelmatige basis uitgenodigd op werkbezoek in een regionale kamer of een dagje meelopen met het dagelijks werk van de Kamers. De woordvoerders Kamer van Koophandel ontvan-gen tenslotte op maandbasis het Werkbulletin, dat ook naar EZ wordt gestuurd.

Benoemende organisaties: Er wordt intensief en regelmatig contact onderhouden met MKB Nederland, VNO-NCW en de Vakcentrales en wat minder intensief met andere brancheorganisaties. Het contact met VNO-NCW, MKB-Nederland en de vakcentrales vindt o.m. plaats op het terrein van de Nationale Agenda (beleidsa-genda), maar ook m.b.t. de samenstelling van de algemeen besturen (benoemin-gen) en andere belangrijke bestuurlijke en thematische issues. Op dit moment wordt met MKB NL en VNO-NCW gesproken over een mogelijke samenwerking op bepaalde thema’s als uitwerking van het eerder afgesloten convenant. Contact met deze stakeholders vindt over het algemeen op MT-niveau plaats.

KvK Nederland verzorgt op maandbasis het Bestuurderscommuniqué, waarmee regi-onale bestuursleden in de Kamers geïnformeerd worden over de diverse kamerbrede aspecten van het KvK-werk. Dit is aanvullend op de informatie, die zij vanuit hun eigen kamer ontvangen. Het contact met de overige, relevante brancheorganisaties is intensief: naast een jaarlijkse werklunch, waarin standpunten over de Kamer van Koophandel worden uit-gewisseld, is er sinds juni 2009 een intensieve dialoog met de verschillende branche-organisaties ontstaan. Doel van deze dialoog is het vinden van mogelijke terreinen van samenwerking tussen de brancheorganisaties en de Kamer van Koophandel om samen meer te kunnen doen om ondernemers verder te helpen met ondernemen.

Mogelijke verbeteringen: het overleg met EZ wordt soms belast doordat de verschillende rollen van het Ministerie door elkaar lopener zou meer verbinding moeten worden gelegd tussen de landelijke en regionale niveaus van de werkgevers- en brancheorganisatieshet convenant met VNO en MKB kan in de praktijk nog een verdere en concretere uitwerking krijgen. De eerder beschreven strategische ideeën om te komen tot één landelijke agenda voor ondernemerschap en hier een intensieve samenwerking te zoeken met de benoemende organisaties zou in het verlengde van het reeds eerder afgesloten convenant kunnen liggen.

Tenslotte heeft de KvK Nederland contact met diverse (landelijke) stakeholders op meer inhoudelijk niveau in het kader van specifieke thema’s waarop de Kamer van Koophan-del actief is. Denk daarbij aan organisaties zoals:

MVO-Nederland (thema duurzaam ondernemen)Onderwijsinstellingen, Stichting Jong Ondernemen, HBO-Raad, MBO-Raad (thema onderwijs en ondernemerschap)Vereniging Nederlandse Gemeenten (reductie regeldruk en administratieve lasten)Ministerie van Justitie en Politie (thema Veilig Ondernemen)Syntens en Senter Novem

Ook voor deze groep stakeholders geldt dat zij voor landelijke bijeenkomsten worden uitgenodigd. Inhoudelijk contact wordt veelal onderhouden door de productmanagers bij KvK Nederland.

39

Enkele algemene punten over de relatie stakeholders en Kamer van KoophandelIn het najaar van 2007 heeft Bureau Meines en Partners in opdracht van de KvK Neder-land een reputatieonderzoek gehouden onder de belangrijkste stakeholders van de Kamer van Koophandel. Benoemende organisaties en politiek nemen regelmatig een kritische houding aan ten aanzien van de Kamers van Koophandel. De beeldvorming over de Kamers bij de benoemende organisaties en de politiek is om meerdere redenen erg belangrijk. Het is van cruciaal belang om te weten welk beeld bij de stakeholders over de Kamers bestaan en vooral ook op welke aspecten wij moeten verbeteren en anders moeten positioneren.

Uit de bevindingen van deze nul-meting van het reputatieonderzoek zijn de volgende aanbevelingen geresulteerd:

Intern: werk samen, straal die samenwerking uit, treedt als één organisatie naar buiten, als instituut dat dicht bij de ondernemers staat, zowel op regionaal als op nationaal niveau, stel eendrachtig doelen en kom de gemaakte afspraken vervol-gens als netwerk na;Regionaal: versterk de samenwerking met regionale partners, m.n. de benoemende organisaties;Nationaal: bouw vanuit het samenwerkingsverband een effectieve lobby op lan-delijk niveau verder uit t.b.v. het collectief van Kamers en haar meerwaarde voor ondernemers.

In het Meerjaren Beleidsplan van de Kamer van Koophandel is t.a.v. de waardering van stakeholders de volgende doelstelling opgenomen: ‘70% van de stakeholders waar-deert (het netwerk van) de Kamers positief’. Het gehouden reputatieonderzoek was een nulmeting ten aanzien van de toenmalige stand van zaken op deze doelstelling. De volledige resultaten van het reputatieonderzoek alsmede het daaruit voortvloeiende actieplan, zijn bij dit zelfevaluatierapport gevoegd (zie overigens ook de beantwoording van de vragen in hoofdstuk 4 van deze zelfevaluatie). Inmiddels is de 1-meting van het reputatieonderzoek afgerond, ook daarvan zijn de resultaten bekend: De Kamers scoor-den het hoogste op de kernkwaliteiten betrouwbaar (4.1) en klantvriendelijk (3.9) en het laagste op transparantie (3.2) en openstaan voor feedback (3.1). Klantgerichtheid (3.4) en efficiënt (3.5) zaten daar tussen.

Op de reputatiebarometer, een index op een schaal van 100, scoorden de Kamers in het algemeen een 58, hetgeen zich vertaald in een “matige reputatie”. Op het beheer van het handelsregister, door 47% van de respondenten gezien als de hoofdtaak van de Kamers, scoorden de Kamers een 49, hetgeen zich vertaald in een “kwetsbare reputatie”. Als informatieverstrekker scoorden de Kamers een 65, hetgeen zich vertaald in een “redelijke reputatie”. En op het onderdeel regiostimulering scoorden de Kamers een 64, hetgeen zich vertaald in een “redelijke reputatie”. Belangrijk hierbij is dat een matige en redelijke reputatie voor een organisatie die ook voor een deel verplichte activiteiten verricht niet slecht is. Een kwetsbare reputatie vergt echter zeker nadere aandacht.

De loyaliteitswaarde van de Kamers is goed, met 57% van de stakeholders die tevreden zijn over de Kamers.

40

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Nulmeting reputatieonderzoek door Meines & Partners uit 2007, bijlage 37Eénmeting reputatieonderzoek door Bureau Hofkes Reputatiemanagement uit 2009, bijlage 38Werkbulletin EZ en politiek (een voorbeeld van een uitgave), zie bijlage 30ABestuurderscommuniqué (een voorbeeld van een uitgave), bijlage 39

In hoeverre werken Kamers van Koophandel regionaal samen met bijvoorbeeld Provin-ciale Sociaal-Economische Overlegorganen? Welke verbeteringen zijn hier mogelijk?

Samenwerking tussen individuele KamersDe samenwerking tussen individuele Kamers en andere voor haar taakgebied relevante regionale organisaties vindt op meerdere niveaus plaats. Tussen Kamers onderling wor-den bijeenkomsten georganiseerd waarbij medewerkers met elkaar kennis uitwisselen over de wijze van werken, best practices, etc. Deze kennisuitwisseling gebeurt op alle wettelijke taken. Op het gebied van regiostimulering heeft de opzet van de landelijke masterclass regiostimulering – die sinds 2008 wordt georganiseerd – een belangrijke bijdrage aan de uitwisseling van kennis en ervaringen op het gebied van regiostimule-ring geleverd.Als gevolg van een intensievere samenwerking tussen de Kamers op landelijk niveau is er ook een verdergaande uitwisseling van Best Practices op het gebied van regiostimu-lering. Voorbeelden zijn de informatie ten aanzien van de BIZ en andere ondernemings-fondsen, inventarisaties van de ruimtevraag van het bedrijfsleven, onderzoek naar het innovatieve karakter van het bedrijfsleven middels octrooionderzoek, etc.

Daarnaast is er in toenemende mate samenwerking tussen individuele Kamers op dossiers. Regelmatig wordt samenwerking met andere Kamers gezocht als het bijv. een regio-overstijgend thema of project betreft. Enkele voorbeelden: De Kamers Gooi- Eem- en Flevoland, Amsterdam en Noordwest Holland hebben samen een visie ontwikkeld voor het Markermeer IJmeer; de Kamers Midden Nederland, Gooi- Eem- en Flevoland, Centraal Gelderland en Oost Nederland hebben samen een economisch actieplan op-gesteld voor het Valleigebied. De Kamers Brabant en Zuidwest-Nederland participeren samen in de SER Brabant. Een ander voorbeeld van samenwerking is het profiteren van elkaars ervaringen. Zo is Kamer Zuidwest-Nederland bijvoorbeeld de eerste kamer die startte met de activitei-ten op het gebied van het afschaffen van gemeentelijke vergunningen. Deze aanpak is vervolgens overgenomen door andere Kamers en het project heeft overal elders een vervolg gekregen.

Samenwerking met relevante regionale organisatiesIn de regio wordt door de Kamers ook intensief samengewerkt met regionale organi-saties. Het betreft dan met name het projectmatige niveau waar Kamers in de regio intensief samenwerken met diverse (regionale) partijen. Gedacht moet dan worden aan samenwerking met benoemende organisaties in de regio, maar ook met de regionale overheidsinstanties als provincie en gemeenten en overige regionale partijen zoals onderwijsinstanties, ondernemerskringen, stichtingen, bedrijvenkringen, onderzoeks-instituten, etcetera. Een greep uit de vele concrete voorbeelden van regionale samen-werking:

Alle Kamers hebben zitting in het Regionale Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC) van hun regio en werken daarin dus nauw samen met andere regionale par-tijen;Alle Kamers werken nauw samen met Syntens en de Stichting Jong Ondernemen;

t

41

Alle Kamers onderhouden met enkele tientallen regionale en lokale ondernemers-organisaties (zeer) intensief contact. De wijze waarop dat contact onderhouden wordt varieert sterk (niet per kamer maar per ondernemersorganisatie). Enkele voorbeelden: - Periodieke afstemming met de koepelorganisaties over de diverse beleidsdossiers - Gezamenlijk opzetten van projecten om de lokale economie te stimuleren (bv BIZ, innovatieregeling) - Gezamenlijk reageren op (overheids-)plannen; de kamer is regelmatig coördinator en penvoerder - Advies- en informatierol voor het bestuur van verenigingen - Actieve participatie in hun netwerk en leveren van inhoudelijke bijdragen - Gecoördineerde inbreng namens het bedrijfsleven in verschillende platformen (PAO, RPC, Logistic Board e.d.)De Kamers zijn vaak in diverse besturen van uitvoeringsorganisaties actief die als doel hebben de diverse onderdelen van de economie te bevorderen (Innovatiemo-tor, Kenniskring, promotiestichtingen e.d.).In veel regio’s zijn regionale visies met de belangrijkste regionale partijen opge-steld zoals bijv. de Brabantvisie in Brabant en het Ontwikkelingsperspectief 2015 dat is opgesteld in de regio Noordwest-Holland. Ook de KvK Noord-Nederland is samen met convenantpartners, werkgevers- en werknemersorganisaties en sta-keholders (waaronder de SER Noord-Nederland) bezig met het opstellen van een regiovisie die eind 2009 gereed moet zijn. In alle regio’s worden Kamers betrokken bij regionaal economische discussies en dragen Kamers in samenwerking met andere regionale organisaties gezamenlijk het standpunt van het bedrijfsleven uit.Kamers participeren in regionaal economische stimuleringsprogramma’s waarbij de kamer inhoudelijke inbreng levert en vaak de inbreng van het bedrijfsleven (regionale ondernemersorganisaties) coördineert.Periodiek is er overleg tussen de vertegenwoordigers van VNO-NCW en MKB in de regio. Daarnaast is de kamer bij diverse regionale VNO besturen nauw betrokken als adviseur of bestuurder.Kamers voeren op directieniveau zeer regelmatig gesprekken met o.a. provincies (Commissaris van de Koningin, Gedeputeerden), gemeenten (college van B&W) en kennisinstellingen (Raden van Bestuur) teneinde het regionale economische beleid positief te kunnen stimuleren.In alle regio’s is er nauw contact op gebied van onderwijs met onderwijsinstellin-gen als de diverse ROC’s en de Hogescholen. Met verschillende onderwijsinstel-lingen worden projecten uitgevoerd in het kader van de aansluiting Onderwijs & Arbeidsmarkt.Met REWIN en EIZ (regionale ontwikkelingsorganisaties) zijn goede contacten en worden ook projecten samen gedaan.

Met welke partijen in een bepaalde periode wordt samengewerkt is sterk afhankelijk van het project en het thema. In de meeste gevallen treedt de kamer bij regionale samenwerking op als initiatiefnemer en regisseur die de partijen bij elkaar brengt en zo de samenwerking tussen ondernemers, overheid, onderzoeksinstanties en onderwijs bij elkaar brengt. De Kamer van Koophandel heeft een fijnmazig netwerk dat diep in de regio’s is geworteld, wardoor deze rol als ‘natuurlijk’ aan de Kamers wordt toegeschre-ven.

Ook worden op regionaal niveau convenanten afgesloten of afspraken over verder-

42

gaande samenwerking gemaakt tussen een individuele Kamers en één of meerdere regionale relevante organisaties. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

De KvK Noord Nederland heeft op 2 juni 2008 een convenant gesloten met Syn-tens, de Noordelijke OntwikkelingsMaatschappij (NOM) en het Technologie Cen-trum Noord-Nederland (TCNN). De samenwerking op het gebied van het stimuleren van de regionale economie is daarbij in een notitie vastgelegd (zie in de bijlage van dit rapport). Er is veel onderlinge afstemming over de activiteiten, zodat de onder-nemers optimaal kunnen worden gefaciliteerd. Hierbij kan worden gedacht aan de begeleiding van starters (mentoren, f-linc) en groeiende ondernemers (Kennis In-tensief Netwerk Doorgroeiers, commissarissenproject, ondernemen in zwaar weer). Daarnaast wordt er momenteel gezamenlijk een project opgezet voor procesinnova-tie ter verbetering van de arbeidsproductiviteit. VNO-NCW Noord, MKB Noord, FNV en CNV hebben uitgesproken dit initiatief van harte te ondersteunen.De drie Kamers in Oost Nederland hebben een innovatieconvenant afgesloten met Syntens en Oost NV. Op basis van dit innovatieconvenant stemmen de drie Kamers hun activiteiten af en worden gezamenlijk activiteiten met Syntens en Oost NV opgepakt. Ook de provincie is hierbij dan ook nauw betrokken.De KvK Centraal Gelderland is participant in het bereikbaarheidsconvenant Stads-regio Arnhem Nijmegen waarbij 40 koplopers (bedrijven), gemeenten, werkge-versorganisaties en de Kamer gezamenlijk de mobiliteit bevorderen. Deze zelfde partijen hebben tevens een convenant (economische agenda) afgesloten om 4 clusters in de regio extra te ondersteunen en de juiste voorwaarden voor de gehele regio te bewerkstelligen.In het gebied rond de randmeren hebben de Kamers Gooi-, Eem- en Flevoland en Oost-Nederland het initiatief genomen om samen met de ondernemersverenigin-gen rond de randmeren te komen tot verdergaande samenwerking.KvK Rotterdam heeft in oktober 2009 een samenwerkingsconvenant op het gebied van ruimtelijke ordening afgesloten met de Metaalunie (zie voor het convenant de bijlagen van dit rapport).KvK Noordwest-Holland heeft de samenwerking met de koepels VNO-NCW West, MKB Noordwest-Holland en LTO Noord vastgelegd in een convenant waarin af-spraken gemaakt zijn over overleg, agenda, rollen en taken. Daarnaast is er een werkdocument met inhoudelijke werkafspraken (zie bijlagen van dit rapport).KvK Midden-Nederland heeft op basis van het landelijk afgesproken convenant met VNO-NCW en MKB Nederland een gedetailleerde samenwerking afgesproken met de regionale VNO-NCW en MKB (zie bijlage).De KvK Den Haag heeft in 2001 al een convenant afgesloten met de gemeente Den Haag en de Stichting Binnenstad Den Haag op basis waarvan zij samenwerken aan een integrale ontwikkeling en aanpak van de binnenstad van Den Haag. Gezamen-lijk voeren zij in dit kader onder andere het binnenstadsplan 2000-2010 uit en er is ook een gezamenlijk binnenstadskantoor geopend waar ondernemers en burgers met vragen terecht kunnen (zie bijlage).

Samenwerking met Provinciale Sociaal Economische OverlegorganenVeel Kamers hebben een actieve rol in de Provinciale SER. De Kamers hebben allen een duidelijke positie ten opzichte van de SER in hun regio. Dit houdt in dat de kamer in ieder geval als adviseur (van het SER-bestuur) betrokken is bij de SER en sommige Kamers zelfs een bestuurszetel hebben. Deze rol is dus enigszins verschillend per Kamer van Koophandel en per provincie. Rode draad voor alle Kamers is echter wel dat er vanuit de organisaties die de SER vormen graag gebruik gemaakt wordt van de in-houdelijke kennis die er bij de Kamers aanwezig is. Zo wordt vaak in nauw overleg met de kamer door de SER een actieve rol richting de provincie gespeeld. Daarnaast is er

43

sprake van een financiële bijdrage aan de SER, die is gemaximeerd en gekoppeld aan het aantal inschrijvingen. Hiermee is een objectief criterium beschikbaar waarmee de financiële betrokkenheid van de kamer bij de SER kan worden onderbouwd.

Ter illustratie enige toelichting over de wijze waarop dit vervolgens in de regio is georganiseerd.

In de provincie Noord-Brabant participeren beide Kamers Zuidwest-Nederland en Bra-bant in de SER Brabant. De SER wordt gevoed door vier gezamenlijke commissies van SER Brabant en de Kamers. De Kamers Brabant en Zuidwest-Nederland faciliteren de (thema)commissiestructuur die onder SER Brabant hangt: voorzitter (DB-lid), secretaris en specialisten worden geleverd door de Kamer van Koophandel en spelen een grote rol in de totstandkoming van adviezen van SER Brabant richting provincie. Het secreta-riaat van SER Brabant wordt gefinancierd door de Kamers en de provincie.

SER Zeeland bestaat sinds juni 2009. Het secretariaat is ondergebracht bij de Kamer van Koophandel waarvoor deze ook een vergoeding krijgt. De Kamer geeft daarentegen voor de exploitatie van SER Zeeland evenals de provincie Zeeland een bijdrage.

De KvK Oost-Nederland werkt samen met de SER Overijssel en Gelderland. Bij de SER Overijssel heeft de Kamer van Koophandel Oost-Nederland de rol van adviseur (voorzitter) en participeert zij in de agendacommissie. De KvK Oost-Nederland draagt financieel bij aan de provinciale SER. Voor wat betreft de SER Gelderland neemt de KvK Oost-Nederland zitting in het bestuur middels een DB-lid van de Kamer en participeert de Kamer ook hier in de agendacommissie. De Kamer van Koophandel draagt financieel bij aan deze SER en daar is de Kamer niet tevreden over. De KvK Oost-Nederland zou hier graag de financiële bijdrage verlaagd zien en afzien van haar bestuursrol.

In de provincie Noord-Holland bestond een slapend SEO Noord-Holland. In 2008 is dit weer geactiveerd onder de naam Sociaal Economische Raad Noord-Holland (SER Noord-Holland). De Kamers van Koophandel Amsterdam, Noordwest-Holland en Gooi-, Eem- en Flevoland vervullen hierbij vooral een facilitaire rol. KvK Amsterdam heeft in de zomer van 2009 het secretariaat overgedragen aan Noordwest-Holland. De economi-sche werkelijkheid loopt niet geheel parallel met de provinciegrenzen. De Metropoolre-gio Amsterdam vormt momenteel een belangrijk economisch kerngebied. Daarbinnen is naast de bestuurlijke Kerngroep die over de ruimtelijk ordeningsvraagstukken gaat, het economisch overlegorgaan actief, het Platform Regionaal Economische Stimulering (PRES). De KvK Amsterdam is daarin bestuurlijk actief en participeert in het ondersteu-nende coördinatiebureau PRES.

Enkele aandachtspunten die in de samenwerking tussen Kamers en de Provinciale SER nog verbeterd zouden kunnen worden, zijn:

Profilering van de Kamer van Koophandel in deze constellatie zou sterker kunnen. De samenwerking zou ook beter ingezet kunnen worden om de banden tussen provincie en Kamer van Koophandel nog steviger te maken.Uniformering van de financiële bijdrage op een lager niveau (met name wat betreft de SER Gelderland).

44

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Convenant KvK Noord-Nederland met Syntens, de Noordelijke OntwikkelingsMaat-schappij (NOM) en het Technologie Centrum Noord-Nederland (TCNN), bijlage 40Convenant van 3 oostelijke Kamers m.b.t. innovatiebevordering 2009, bijlage 41Convenant KvK Rotterdam met de Metaalunie, bijlage 42Convenant KvK Noordwest-Holland met de koepels VNO-NCW West, MKB Noord-west-Holland en LTO Noord, bijlage 43Memo over samenwerking met VNO-NCW en MKB in de regio Midden-Nederland, bijlage 44Convenant ‘Integrale ontwikkeling & aanpak binnenstad Den Haag’ van KvK Den Haag, bijlage 45

Hoe tevreden zijn ondernemers over het functioneren van de Kamers als instituut en hun dienstverlening/producten en in welke mate is die tevredenheid in de onderzochte periode veranderd?

Hoe tevreden zijn ondernemers over het functioneren van de Kamers als instituut en hun dienstverlening/producten en in welke mate is die tevredenheid in de onderzochte periode veranderd?

Algemene tevredenheid o.b.v. jaarlijks trackingonderzoekJaarlijks houdt de Kamer van Koophandel een zogenaamd trackingsonderzoek. In dit onderzoek wordt op een hoog abstractieniveau (over de KvK-taken heen) onderzoek gedaan naar de tevredenheid over de producten en diensten van de Kamer van Koop-handel. Dit trackingsonderzoek wordt al jaren consistent uitgevoerd. In de rapportage van het trackingsonderzoek is de tevredenheid van ondernemers op hoofdlijn weerge-geven. Vervolgens voert de Kamer van Koophandel ook nog diverse andere onderzoe-ken uit maar deze zijn veelal een gedetailleerde specificatie van de hoofdlijnen uit het trackingsonderzoek en eigenlijk ook altijd een bevestiging van de uitkomsten daarvan.

Vanuit het meest recente trackingsonderzoek 2008 (opgeleverd januari 2009) komen de volgende resultaten:

Marktbereik75% van de ondernemers maakt op jaarbasis gebruik van de Kamer van Koophan-del (ic: ontdubbeling gebruikspercentages producten, website, Kamerkrant --> zie volgende specificaties).Algemeen oordeel Kamer van Koophandel: 63% (zeer) positief, 27% neutraal en 6% (zeer) negatief, restant 4% geen mening.

M.b.t. de productenBekendheid: 68% van de ondernemers kan spontaan producten van de Kamer van Koophandel noemen; 98% kan dat wanneer zij iets geholpen worden.Gebruik: 30% van de ondernemers maakt op jaarbasis gebruik van de producten van de Kamer van Koophandel.Tevredenheid: 87% van de ondernemers die gebruik gemaakt hebben van de pro-ducten van de Kamer van Koophandel is tevreden (ic: product voldoet goed/zeer goed/uitstekend aan verwachting).

M.b.t. de websiteBekendheid: 71% van de ondernemers kent de website van de Kamer van Koophandel.

5t

45

Gebruik: 48% van de ondernemers maakt op jaarbasis gebruik van de website van de Kamer van Koophandel (ic: bezoekt de website).Tevredenheid: 86% van de ondernemers die gebruik maken van de website van de Kamer van Koophandel is tevreden (ic: website voldoet goed/zeer goed/uitstekend aan verwachting).

M.b.t. de KamerkrantBekendheid: 84% van de ondernemers kent de Kamerkrant van de Kamer van Koophandel.Gebruik: 56% van de ondernemers maakt op jaarbasis gebruik van de Kamerkrant van de Kamer van Koophandel (ic: leest regelmatig de Kamerkrant).Tevredenheid: 76% van de ondernemers die gebruik maken van de Kamerkrant van de Kamer van Koophandel is tevreden (ic: Kamerkrant voldoet goed/zeer goed/uit-stekend aan verwachting).

Zie voor toelichting/specificaties/ontwikkeling over de jaren heen het rapport Trac-kingsonderzoek 2008 en de spreadsheet met de jaarlijkse cijfers in ´t kort over de periode 1999-2008, die in de bijlagen van dit rapport zijn opgenomen. De uitkomsten van het nieuwste Trackingsonderzoek 2009 komen begin 2010 beschikbaar.

Tevredenheid over de HandelsregisterproductenJaarlijks wordt in opdracht van de KvK Nederland een kwalitatief en kwantitatief on-derzoek bedrijfsinformatie door Millward Brown uitgevoerd. Daarin wordt onder meer gevraagd naar de tevredenheid van gebruikers over de (handelsregister)producten van de Kamer van Koophandel. De belangrijkste redenen die in het onderzoek van 2009 voor de tevredenheid aangegeven worden zijn:

De producten bevatten relevante informatie voor de doeleinden waarvoor men het gebruikt;De overtuiging dat de gegevens betrouwbaar zijn: ‘Kamer van Koophandel wordt gezien als de ‘oerbron’ wat zorgt voor een betrouwbaar en gedegen gevoel’;Snelheid en gemak waarmee de producten geraadpleegd kunnen worden; vooral de mogelijkheid om (bijna) alles digitaal op te vragen, waardoor de informatie direct beschikbaar is, wordt gewaardeerd. Het feit dat de statuten nog niet online op te vragen zijn, ziet men dan ook als een gemis. Het goed functioneren (werking) van de portal wordt in deze context als belangrijke voorwaarde genoemd en hier is men ook tevreden over;Mogelijkheid tot persoonlijk (telefonisch) contact bij vragen of onduidelijkheden; het feit dat bij problemen gemakkelijk en snel geholpen kan worden, geeft het vertrouwde gevoel van een goede achtervang.

Tevredenheid over regiostimuleringOp het gebied van regiostimulering hebben de Kamers van Koophandel gezamenlijk inmiddels enkele malen een klantentevredenheidsonderzoek op de taak Regiostimu-lering laten uitvoeren. Het laatste KTO Regiostimulering heeft plaatsgevonden in het najaar 2007 en is uitgevoerd door onderzoeksbureau TNS Nipo. In dit onderzoek zijn de deelnemers van regiostimuleringsprojecten bevraagd. De uitkomsten van dit KTO zijn over het geheel genomen positief en de Kamer van Koophandel voldoet aan de gestelde tevredenheidsnorm van 80% tevreden of hoger wat te vergelijken is met een score van minimaal een 7. Het werk van de Kamer op het gebied van regiostimulering werd eind 2007 gewaardeerd met een 7,2 (88% bij n=723) tegen een 7,3 (84,5% bij n=1340) in 2005.

46

Voor details van dit klantentevredenheidsonderzoek wordt verwezen naar het volledige rapport en de samenvattende presentatie van de uitkomsten van dit onderzoek. Beide documenten zijn in de bijlagen van dit evaluatierapport opgenomen.

In 2009 heeft KvK Amsterdam tevens een klantentevredenheidsonderzoek m.b.t. regiostimulering door Millward Brown laten uitvoeren. Door middel van een steekproef zijn daarbij 600 ondernemers gevraagd naar hun waardering en bekendheid met de regionale taak van de Kamer van Koophandel. Uit de uitkomsten van dit onderzoek blijkt dat ondernemers hun waardering uitspreken over het werk van de Kamer van Koophandel op deze regionale taak. Zo kan 85% van de respondenten het waarderen dat de Kamer van Koophandel activiteiten onderneemt om het ondernemingsklimaat te verbeteren. 13% scoort hier neutraal en 2% geeft aan dit niet te waarderen. Daarnaast zegt 78% van de respondenten dat zij een goede algemene indruk heeft van de Kamer van Koophandel (12% scoort hier slecht en 10% weet het niet.) Er zijn geen resultaten bekend van de andere Kamers. Op basis van de omvang en aanpak van dit onderzoek mag echter worden gesteld dat de resultaten representatief mogen worden geacht voor alle andere Kamers. Anders gezegd: er is geen aanleiding om te veronderstellen dat deze uitkomsten bij de andere Kamers fundamenteel anders zullen liggen.

Tevredenheid o.b.v. ondernemerspanelSinds augustus 2009 hebben de Kamers van Koophandel gezamenlijk een landelijk ondernemerspanel dat bestaat uit in totaal 4000 ondernemers. Maandelijks wordt dit ondernemerspanel gevraagd naar hun mening. O.m. wordt periodiek gevraagd naar de mate waarin de ondernemer de Kamer van Koophandel bij anderen aanbeveelt. Hoewel dit ondernemerspanel nog geen lange historie heeft, laten de resultaten in de eerste drie maanden op deze vraag al een positieve trend zien. Met andere woorden, zichtbaar is in zelfs zo’n kort tijdsbestek dat de waardering van ondernemers over de (toegevoegde waarde van de) Kamer van Koophandel stijgt.

Gestelde vraag: Hoe waarschijnlijk is het dat u de Kamer van Koophandel bij anderen aanbeveelt? Geeft u een cijfer tussen 0 en 10, waarbij 0 staat voor zeer onwaarschijn-lijk dat u de Kamer van Koophandel bij anderen aanbeveelt en 10 voor zeer waarschijn-lijk dat u de Kamer bij anderen aanbeveelt.

Resultaten N Gemiddelde scoreAugustus 2009 750 6,6September 2009 715 6,7Oktober 2009 433 6,9

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:De volledige rapportage van het trackingonderzoek over 2008, bijlage 46Spreadsheet met de jaarlijkse cijfers van de periode 1999-2008 in het kort, bijlage 47De volledige rapportage van het onderzoek over bedrijfsinformatieproducten van juni 2009, bijlage 48De volledige rapportage van het onderzoek naar de tevredenheid over regiostimu-lering, bijlage 49Samenvattende presentatie van het Klantentevredenheidsonderzoek (KTO) regio-stimulering 2008, bijlage 50

47

In hoeverre wordt door marktpartijen concurrentie ondervonden van de Kamers van Koophandel; is dat in de afgelopen periode verbeterd/verslechterd (thema Markt en Overheid)?

Bij de introductie van nieuwe producten en diensten wordt een zogeheten preventieve concurrentietoets. Uit de registratie van klachten blijkt dat op een zeer laag niveau ligt en dat de situatie van de afgelopen twee jaar niet verschilt van de daaraan voorafgaan-de periode. Recent is het ondernemingsplan, dat door de Kamers vanuit de voorlich-tingstaak al vele jaren wordt verspreid, juridisch getoetst, doordat een private aan-bieder stelde dat de Kamers met hun product oneerlijke concurrentie uitoefenden. De Rechtbank Den Haag heeft deze aanbieder in het gelijk gesteld. Dit was o.m. aanleiding om alle producten en diensten nog weer eens nauwkeurig aan de concurrentietoets te onderwerpen. Enkele producten en diensten waarbij risico’s worden ingeschat worden met extra aandacht gevolgd.

Kijkend vanuit het perspectief van de Kamers van Koophandel kan “Antwoord voor bedrijven” in zekere zin als een concurrent van de Kamers gezien worden. Met andere woorden, de Kamers ondervinden (eerder) concurrentie vanuit dezelfde overheid die de Kamers van Koophandel hebben ingesteld. Antwoord voor bedrijven geeft immers voorlichting aan ondernemers op onderwerpen waar de Kamer van Koophandel dit ook als haar wettelijke taak heeft.

Feiten & cijfers Kamer van Koophandel

Handelsregister1,8 miljoen ingeschrevenen in het Handelsregister en eind 2009 nog eens 15% nieuwe inschrijvingen erbij.Jaarlijks meer dan 16 miljoen bezoeken aan het online Handelsregister.Ruim 685.000 klanten maken door middel van een toegangscode gebruik van het Handelsregister Online.Jaarlijks 39 miljoen inzagen van de handelsregisterpagina’s op de website van de Kamer van Koophandel.12,5 miljoen uittreksels worden per jaar uit het handelsregister geleverd.Ondernemers en rechtspersonen krijgen vanaf 1 januari 2010 jaarlijks gratis een digitaal gewaarmerkt uittreksel uit het Handelsregister.Ruim 3.5 miljoen mutaties worden jaarlijks in het Handelsregister verwerkt. Er worden jaarlijks 550.000 jaarrekeningen bij de Kamer van Koophandel gedepo-neerd.Maandelijkse tellingen uit het Handelsregister gepubliceerd op www.kvk.nl/han-delsregistercijfers; waarmee www.kvk.nl de leverancier van de meest feitelijke informatie van Nederland over de staat van Ondernemend Nederland.

StartCirca 100.000 startende ondernemers per jaar (107.000 starters in 2008).94.500 nieuwe bedrijven in 2008 opgericht.Meer dan 25.000 mensen bezoeken de landelijke Startersdag.Meer dan 9.000 downloads van het online ondernemingsplan per maand.

Internationale HandelAfgifte van zo’n 600.000 exportdocumenten per jaar.De afgifte van exportdocumenten gebeurt tegenwoordig ook digitaal.

t

6

48

Jaarlijks wordt door de Kamers van Koophandel op diverse locaties in Nederland de succesvolle internationale handelsdag georganiseerd.De Kamers van Koophandel begeleiden in 2009 700 ondernemers met de eerste internationale stappen door middel van de EZ prepare2start regeling.

Bedrijfsoverdracht Meer dan 30.000 aanvragen voor het overdrachtpakket in twee jaar tijd.Circa 2.500 deelnemers per jaar aan de themadag bedrijfsoverdracht.

Wet- & RegelgevingCirca 3.000 deelnemers aan de jaarlijkse themadag Wetten en Regels.De Kamer van Koophandel geeft ook voorlichting over ondernemen in zwaar weer.

Veilig OndernemenDe Kamer van Koophandel is voor alle ondernemers een informatieportaal op het gebied van veilig ondernemen.Meer dan 90% van de ondernemers is tevreden met de onafhankelijke online infor-matie van de Kamer van Koophandel op het gebied van Veilig Ondernemen.

Maatschappelijk Verantwoord OndernemenHet dossier www.kvk.nl/mvo wordt 45.000 keer per jaar bezocht.De Kamer van Koophandel ondersteunt de Energie 10-daagse en initieert verschil-lende activiteiten om ondernemers te helpen (starten) met MVO.

Onderwijs en OndernemerschapDe Kamer van Koophandel heeft een handige toolkit (bestaande uit factsheets per onderwijsniveau) voor docenten met informatie over het (verder) opzetten van activiteiten en projecten over zelfstandig ondernemerschap.De Kamers van Koophandel geven jaarlijks meer dan 500 presentaties over onder-nemerschap op scholen.

In de regioKamers van Koophandel initiëren jaarlijks meer dan 550 regionale projecten om de regionale economie te stimuleren en ondernemers te ondersteunen.88% van de ondernemers waardeert het werk van de Kamers van Koophandel op het gebied van regiostimulering met een 7 of hoger.

Administratieve lastenverlichting & aanpak regeldrukAanpak van de gemeentelijke regeldruk levert een besparing op van tussen de 70 en 100 miljoen euro per jaar.25% minder administratieve lasten a.g.v. economische enquêtering voor onderne-mers door COEN (Conjunctuurenquête Nederland).2,5 miljoen euro besparing administratieve lasten op uittreksels Kamer van Koop-handel.Geen aparte jaarrekening meer voor deponering waardoor besparing van 300 mil-joen euro (bron: Min. Jus.).Besparing door gemeenschappelijke inschrijving (i.s.m. De Belastingdienst).De Kamer van Koophandel plaatst de verplichte advertentie na deponering van de jaarrekening gratis op www.kvk.nl waardoor dit ondernemers ca. 20 miljoen euro advertentiekosten bespaart.De heffingen van de Kamer van Koophandel zijn in de periode 1997-2009 met 35% gedaald (niet geïndexeerd; zie ook grafiek).

49

Algemeen21 miljoen bezoeken per jaar aan de website www.kvk.nl met een algemene tevre-denheid van 86%.De informatie van de website www.kvk.nl wordt steeds beter vindbaar door gebruik van zoekmachines als google.Meer dan 10.000 geregistreerde leden op de zakelijke KvK-community Hallo! sinds de introductie in maart 2009.12.000 maatwerkgesprekken met ondernemers per jaar; waarover meer dan 92% tevreden is.450.000 bezoeken per jaar aan de balies van de Kamers van Koophandel.1.200.000 telefoontjes en 250.000 e-mails van ondernemers jaarlijks door de Kamers van Koophandel beantwoord.Meer dan 27.000 ondernemers bezoeken per jaar de seminars van de Kamers van Koophandel waarbij meer dan 81% van de deelnemers hierover tevreden is.Ruim 18.000 aanmeldingen voor KvK-seminars via de website www.kvk.nl.De Kamerkrant is met een maandelijkse oplage van 880.000 stuks en een tevre-denheid van 77%, het meest gelezen zakenblad van Nederland.De Kamer van Koophandel breidt haar voorlichting aan de Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP) uit.Op regelmatige basis wordt gedegen informatie naar de politiek gestuurd over het werk van de Kamers (o.a. regeldruk, onderwijs en ondernemerschap, detailhandel, wijkeconomie)

Verloop van de KvK­heffingsbedragen (totaal) in de afgelopen jaren

€ 0,00

€ 10,00

€ 20,00

€ 30,00

€ 40,00

€ 50,00

€ 60,00

€ 70,00

Totaal1997

Totaal1998

Totaal1999

Totaal2000

Totaal2001

Totaal2002

Totaal2003

Totaal2004

Totaal2005

Totaal2006

Totaal2007

Totaal2008

Totaal2009

Aantal bezoeken website www.kvk.nl

7.716.921

21.000.00020.600.000

16.000.000

13.270.220

19.100.000

5.682.7704.268.842

0

5.000.000

10.000.000

15.000.000

20.000.000

25.000.000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

Jaar

Aantal bezoeken

50

Succesvolle Kamer van Koophandel-projecten in de regioKamers van Koophandel voeren in hun regio’s vele projecten uit die van grote toege-voegde waarde zijn voor het regionale bedrijfsleven. Een greep uit het uitgebreide as-sortiment van succesvolle landelijke en regionale projecten is in het voorjaar van 2009 uitgegeven in het boekje ‘Verder met ondernemen’. Een exemplaar van dit boekje treft u bij dit rapport aan. Tevens is in de bijlagen van dit rapport een overzicht opgenomen waarin eveneens een beeld wordt gegeven van de veelheid en diversiteit in succesvolle regionale Kamer van Koophandel-projecten. Zowel het boekje Verder met ondernemen als het bijgevoegde overzicht in de bijlagen pretenderen niet volledig te zijn maar geven een beeld van de diversiteit in succesvolle Kamer van Koophandel-activiteiten op het gebied van de stimulering van de regionale economie.

Achterliggende documenten ter bewijsvoering:Boekje Verder met ondernemen, fysiek bij dit rapport gevoegdVerslag Nationale Agenda 2008, bijlage 51De maandelijkse internetrapportage over bezoeken, downloads e.d. via de website www.kvk.nl, bijlage 52Een overzicht van succesvolle regionale Kamer van Koophandel-projecten, bijlage 53Overzicht activiteiten Kamers van Koophandel in economische crisis, bijlage 54

51

52