Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

58
1 www.scooptrainingen.nl ZEG EENS IETS ZINVOLS - eerste hulp bij dialogen over zingeving, ethiek, levensvragen en geloof - door Marcel Hoek 2005 auteur Marcel Hoek werkt als trainer & coach voor Scoop trainingen (Zwolle). Hij is opgeleid tot socratisch gespreksleider en verzorgt jaarlijks voor een twintigtal teams intervisiebegeleiding en teamontwikkeling. Daarnaast is hij staffunctionaris zingeving en ethiek binnen de jeugdzorg in Overijssel. Onderstaand werkboekje mag vrij gebruikt worden. Het is echter niet de bedoeling dat iets van deze uitgave wordt toegepast voor commercieel gebruik. Alle informatie in deze uitgave wordt beschouwd als ‘free content’ en mag derhalve niet voor eigen gewin verspreid en verkocht worden.

description

Diverse zingevende werkvormen ten behoeve van teamontwikkeling.

Transcript of Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

Page 1: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

1

www.scooptrainingen.nl

ZEG EENS IETS ZINVOLS

- eerste hulp bij dialogen over zingeving, ethiek, levensvragen en geloof -

door Marcel Hoek

2005

auteur

Marcel Hoek werkt als trainer & coach voor Scoop trainingen (Zwolle).

Hij is opgeleid tot socratisch gespreksleider en verzorgt jaarlijks voor een twintigtal teams

intervisiebegeleiding en teamontwikkeling. Daarnaast is hij staffunctionaris zingeving en ethiek binnen de

jeugdzorg in Overijssel.

Onderstaand werkboekje mag vrij gebruikt worden. Het is echter niet de

bedoeling dat iets van deze uitgave wordt toegepast voor commercieel gebruik.

Alle informatie in deze uitgave wordt beschouwd als ‘free content’ en mag

derhalve niet voor eigen gewin verspreid en verkocht worden.

Page 2: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

2

Ten geleide

Enige jaren geleden ben ik begonnen met het verzorgen van gesprekken over

zingeving, ethiek, levensvragen en geloof binnen verschillende teams die in de jeugdzorg

werkzaam zijn. Veel beslissingen die de deelnemers aan de gesprekken dagelijks nemen,

hebben immers te maken met normen, waarden, levensvisies, zingevingstrategieën en

geloofsovertuigingen.

Ik bedoel hier de dieptestructuur, de diepere gronden en drijfveren van een groep

mensen die samen een belangrijke verantwoordelijkheid hebben voor het welzijn en

welbevinden anderen. Opvallend is steeds weer dat die dieptestructuur niet

vanzelfsprekend onderwerp van gesprek is. Menigmaal blijft een team hangen in de

conventie, het beleefd en vriendelijk converseren zoals het hoort. Men is aardig en

beleefd voor elkaar.

Daarnaast kiest men in overlegsituaties juist voor de retoriek; de discussie en het debat,

het overtuigen en overtuigd worden op basis van de beste argumenten. Niet zelden

komen irritaties en frustraties om de hoek kijken tijdens een discussie. Iedereen heeft

immers goede argumenten. Maar waar komen die argumenten eigenlijk vandaan?

Zelden wordt er tijd vrij gemaakt voor echte dialectiek; de dialoog, waarin samen

luisterend wordt gereflecteerd over de eigen en andermans bronnen en motieven van

leven en werken.

Wanneer dat wel gebeurt, komen mensen vaak dichterbij de werkelijke richting van waar

men met elkaar naar toe wil. Levenservaring kan in een dialoog worden geïntegreerd tot

een kracht waar een team uitvoerig uit kan putten. Maar dat gaat niet vanzelf.

Wanneer je in de Google-zoekmachine het woord ‘burnout’ intikt krijg je in eerste

instantie ongeveer 1,6 miljoen hits. Dat is geen onbetekenend cijfer. Een significant deel

van de mensen die in de zorg werkzaam zijn, branden op. Wanneer men namelijk

verantwoordelijk is voor het welzijn van anderen binnen het kader van een

organisatiestructuur, een taakfunctieomschrijving en een groep collega’s, bestaat het

risico dat men aan de eigen bronnen van een zinvol bestaan voorbij gaat. Men begint en

eindigt bij de ander en verliest zichzelf uit het oog, met alle gevolgen van dien op de

langere termijn.

Ergens bestaat er namelijk een onzichtbaar lijntje tussen overleven en zingeven. Werk

kan zeker heel veel toevoegen aan de zin voor het bestaan, maar indien verkeerd

ingezet, het leven juist zeer effectief ondermijnen.

Page 3: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

3

Overleven versus Zingeven

Onder zingeving versta ik het menselijke streven naar welzijn en welbevinden.

Overleven is juist het negatief tegenovergestelde van zingeven. Overleven impliceert het

je handhaven, je hoofd boven water houden. Zoals er overlevingsstrategieën zijn (denk

aan vluchten, vechten, verdringen, vermijden), bestaan er ook zingevingstrategieën

(meditatie, humor, sport, reflectie, ontspanningsoefeningen, enzovoort). Mensen willen

wel dat het goed met hen gaat (welzijn) en ze willen zich ook graag goed voelen

(welbevinden), maar toch lukt dat lang niet altijd. Geluk is geen automatisch gegeven,

niet thuis en niet op het werk.

In de huidige tijdsgeest ligt de nadruk vaak op ‘doen’ en veel minder op ‘zijn’. Presteren,

verwerven en functioneren zijn menigmaal belangrijker dan bezinnen, reflecteren, of

mediteren over de eigen ‘state of being’. Niet zelden wordt deze vorm van reflectie

afgedaan als navelstaren. Die visie heeft een duidelijke weerslag op de arbeidsethos.

Het zijn kwaliteiten, vaardigheden en deskundigheid die worden geëist in de

taakfunctieomschrijving. Daar worden mensen voornamelijk op beoordeeld in hun werk.

Wanneer de norm voor het functioneren echter steeds verder van de persoon af komt te

liggen, wordt de noodzaak om het hoofd boven water te houden groter.

Het fenomeen burnout is geen ongrijpbaar, rondwarend, spook dat hier en daar

volkomen willekeurig toeslaat. Een burnout is veel meer een wetmatigheid. Degene die

de eigen bronnen en motieven van zinvol leven en werken veronachtzaamt, krijgt er

vroeger of later mee van doen.

Maar wat is dat, zinvol? Voor de een betekent dat iets heel anders dan voor de ander.

Dat is nu precies de bedoeling van het dialectische gesprek, ofwel de dialoog. Samen met

een groep collega’s afstand nemen van de dagelijkse hectiek van het werk om bewust te

worden van de eigen en elkanders normen, waarden, overtuigingen, visies, idealen,

tradities, gewoonten, nukken, kwaliteiten, motieven en zingevingstrategieën. Deze

dialoog kan enerzijds een psychohygiënisch en stressreducerend effect hebben op de

afzonderlijke deelnemers, anderzijds de groep als zodanig integreren en verdiepen tot

een grotere samenhang. Tevens neemt de deskundigheid ten aanzien van existentiële

onderwerpen toe en wordt de levensbeschouwelijke overdracht naar cliënten toe

geoptimaliseerd.

Page 4: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

4

Werkvormen

Voor u ligt een werkboekje waarin 12 werkvormen opgenomen zijn die bruikbaar

zijn in een groepsdialoog. De werkvormen kunnen gebruikt worden ten behoeve van

teamontwikkeling, stressreductie, deskundigheidbevordering en het verbeteren van de

levensbeschouwelijke overdracht aan anderen.

Overleven kan met de nodige zorg en aandacht omslaan in zingeven!

Sommige werkvormen zijn bekend vanuit de therapie en de teamontwikkeling, anderen

zijn nieuw en zelf ontwikkeld.

1. Inleidend integratief gesprek over zingeving, ethiek, levensvragen en geloof

2. Levenslijn

3. Cognitieve schema’s

4. Praktisch ethische benadering

5. Fascinaties, levensmotto’s en geloofscredo’s

6. Identiteit

7. Levensvragen

8. Rouwverwerking

9. Kwaliteitskwadrant

10. Symbolen en rituelen

11. Humor

12. Stress versus welzijn en welbevinden

Elke werkvorm bevat een inleiding waarin basale informatie over het thema wordt

gegeven. Daarnaast zijn er de nodige opdrachten en vragen verwerkt. Elke werkvorm

bevat tevens een instructie (I) voor de dialoog.

Om te beginnen zijn er een aantal spelregels uitgewerkt om de dialoog in goede banen te

leiden. Daarnaast is er nog een kapstokje met existentiële vragen bijgevoegd om de

dialoog zo nodig te verdiepen.

Page 5: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

5

Spelregels dialoog

1. Er wordt een gesprekleider aangewezen. Deze onthoudt zich van inhoudelijk reageren,

maar bewaakt het integratief proces. Hij, of zij, zorgt dat iedereen voldoende aan bod

komt, respect betoond voor de opvattingen van anderen en de persoonlijke inbreng weer

vertaald in nieuwe vragen.

2. Er moet een bepaald existentieel gehalte in het gesprek gebracht worden. Iedereen

interpreteert namelijk naar eigen maatstaven en gedachten. Zo kan de waarde

‘vertrouwen’ bijvoorbeeld door verschillende deelnemers heel anders uitgelegd worden.

Belangrijk is om eerst duidelijk te krijgen wat iedereen onder ‘vertrouwen’ verstaat om

vervolgens samen te filosoferen over het wezenlijke, het eigene, in het fenomeen

‘vertrouwen’.

3. Iedereen bepaald en bewaakt zelf de grenzen aan wat hij, of zij, wil delen en wat niet.

Toch kunnen emoties soms die grenzen overstijgen. Wanneer iemand emotioneel wordt,

is het de taak van de gespreksleider om in overleg met de betreffende persoon en het

team desgewenst een pauze in te lassen, de beurt door te geven, of al naar gewenst

ruimte te scheppen voor een toelichting.

4. Er moet ten aller tijden respect voor de opvattingen van de anderen betoond worden.

Tevens moet er sprake zijn van een zekere emotionele veiligheid binnen een groep die

aan een existentiële dialoog begint.

5. De werkvormen werken als een kapstokje voor het gesprek, ze zijn slechts middel tot

het inleiden van een dialoog. De dialoog moet gevolgd worden, de werkvorm is van

ondergeschikt belang.

6. Luisteren, overdenken, bevragen, reflecteren en filosoferen zijn de basisingrediënten

voor een dialoog. Argumenteren, discussiëren, overtuigen en debatteren moeten zoveel

mogelijk achterwege gelaten worden.

7. Er moet goed afgesloten worden. Een laatste rondje met een korte samenvatting van

het gesprek is wenselijk. Tevens moet gevraagd worden of mensen nog de laatste losse

eindjes aan elkaar willen knopen.

Page 6: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

6

8. Het is wenselijk om een existentiële dialoog te voeren met minimaal vier en maximaal

acht personen. Minder dan vier personen levert te weinig input op, terwijl meer dan acht

deelnemers het gevoel van veiligheid binnen de kleine groep kan ondermijnen. Mensen

kunnen zich dan verstoppen.

9. Het eigen oordeel mag in het gesprek zo veel mogelijk opgeschort worden (Uitgesteld,

niet uitgesloten). Het direct ventileren van het eigen oordeel leidt tot retoriek en

discussie. Door ruimte en tijd in te bouwen bij het oordelen, kunnen nieuw begrippen en

ideeën ontstaan.

10. Eigen denkbeelden mogen tegen het licht gehouden worden en zonodig bijgesteld.

11. Probeer te denken in vragen, niet in antwoorden.

Trias principias (drie leidende principes)

Een principe kan beschouwd worden als uitgangspunt en kader in termen van

waarden.

De volgende drie principes moeten steeds herkenbaar zijn binnen alle gesprekken die in

het kader van teamontwikkeling gevoerd worden.

1. Het communicatieprincipe;

Wordt er gekozen voor conventie (beleefd converseren), retoriek (discussie en debat), of

dialectiek (dialoog)? Er wordt gestreefd naar de dialoog, maar conventie en debat

kunnen ook ingezet worden ten behoeve van de goede sfeer en de helderheid in

standpunten. Men moet zich wel ten alle tijden bewust zijn van het spoor dat men volgt.

2. Het zingevingprincipe;

Men streeft gezamenlijk naar meer welzijn en welbevinden in het werk. Men probeert het

goede voor zichzelf en elkaar te zoeken en te versterken. Er is zorg voor elkaar.

3. Het rechtvaardigheidsprincipe;

Rechtvaardigheid is het cement van elke vorm van samenleven, samenwerken en

samenspreken. Zonder rechtvaardigheid valt elk gesprek uit elkaar!

Page 7: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

7

Existentieel bevragen

De volgende vragen kunnen behulpzaam zijn bij het voeren van een dialoog.

Beschrijvende vragen;

- Wat is X volgens jou? (kenmerken)

- Hoe zou je X omschrijven? (definitie)

- Heb je te maken gehad met X (voorbeeld, ervaring)

- Wat is het wezen van X? (existentie)

Verdiepende vragen;

- Is X een soort Y? (overeenkomsten, synoniemen)

- Zijn er verschillende soorten X? (contrast)

- Is Y een woord dat je zou gebruiken in verband met X? (relatie)

- Zijn X en Y dezelfde dingen? (verwantschap)

Controle vragen;

- Wat is het verschil tussen X en Y? (verschillen in kenmerken)

- X is dus iets heel anders dan Y? (uitsluiting)

Page 8: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

8

Werkvorm 1; inleidend integratief gesprek over zingeving, ethiek, levensvragen en geloof

Een integratief gesprek is een dialoog waarin levenservaring, know-how,

persoonlijke moraal en gevoelens worden uitgewisseld op een manier dat er een

gezamenlijke verdieping van de begrippen (fenomenen) ontstaat. Dit in tegenstelling tot

een additief gesprek waarin enkel vastomlijnde informatie wordt overgebracht zonder dat

er een reflectieve wisselwerking mogelijk is. Van een integratief gesprek is vooraf niet te

zeggen welke wending het gespreksonderwerp zal nemen, terwijl dit in een additief

gesprek wel duidelijk vastligt. In een integratief gesprek kan er iets komen ‘bovendrijven’

uit de dieptestructuur van het team. Een onderwerp dat sluimert, maar wel significant is

voor de deelnemers. Juist die sluimerende onderwerpen worden aangegrepen om elkaar

existentieel op te bevragen. Een additief gesprek gaat meer in de trend van; “dit is de

boodschap, heeft iemand nog opmerkingen?” Zo ja, dan worden deze vakkundig

weerlegd. Een integratief gesprek zal leiden tot begrip en verdieping, een additief

gesprek tot niet meer dan kennisoverdracht.

I.

Onderstaande vragen worden gebruikt om de dialoog in te leiden. Het is de

bedoeling dat elke deelnemer een thema (zingeving, ethiek, levensvragen, of

geloof) voor zijn, of haar, rekening neemt en inbrengt in het gesprek. Na een

korte tijd van bezinning op de definities en vragen, leest iemand de betreffende

definitie en vragen voor. Hij, of zij, gaat de vragen vanuit eigen perspectief

toelichten. De deelnemers luisteren goed naar die inbreng om vervolgens eigen

vragen en inzichten naar voren te brengen. Uiteindelijk filosofeert men over de

existentie van de termen die ter tafel gekomen zijn.

Wanneer men een thema afdoende heeft besproken, kan een nieuw thema

worden aangesneden. Thema’s worden door de gespreksleider bijvoorbeeld met

de klok mee rond de tafel toegekend. Wanneer er meer dan vier deelnemers

participeren, begint het toekennen weer van vooraf aan.

Zodoende zijn er een aantal die hetzelfde thema inbrengen, terwijl anderen een

volgend thema ter tafel brengen. De ervaring leert dat het gesprek zal gaan

integreren. Zingeving, ethiek, levensvragen en geloof zijn wel te onderscheiden,

maar niet scheiden.

Page 9: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

9

Zingeving

Het universele streven van de mens naar welzijn en welbevinden (geluk).

Het streven naar geluk is een universeel menselijk gegeven. De wijze waarop men dat

doet is echter persoonlijk (zingevingstrategie).

Zingevingstrategieën zijn zeer uiteenlopend. Zingeving kan een geloof, of levensfilosofie

behelzen, maar ook tot uiting komen in een gewoonte, fascinatie, of ritueel.

Het zoeken naar troost is een menselijke behoefte die welzijn en welbevinden moet

herstellen bij een verstoring van persoonlijk geluk.

- Heb je een gewoonte, of (dagelijks) ritueel dat de zin van je leven versterkt?

- Welke wetenschap troost jou in dit leven?

Ethiek

Bezinning, reflectie op heersende normen en waarden.

Een waarde is een kostbaar persoonlijk, of maatschappelijk belang. Een heersende

opvatting aangaande de (on)wenselijkheid van bepaald gedrag (goed en kwaad).

Een norm is een kader, de bescherming van de waarde (gedragsregels, wetten).

- Welke waarde vind je heel belangrijk?

- Welke norm zou men in de samenleving beter moeten handhaven?

(Waardenset)

Vertrouwen, Respect, Betrokkenheid, Veiligheid, Verantwoordelijkheid, Autonomie,

Kwetsbaarheid, Empathie, Privacy, Zelfstandigheid, Eerlijkheid, Openheid, Inventiviteit,

Creativiteit, Flexibiliteit, Doorzettingsvermogen, Redelijkheid, Enthousiasme,

Assertiviteit, Effectiviteit, Verdraagzaamheid, Solidariteit, Integriteit, Authenticiteit,

Dienstbaarheid, Doordachtheid, Fijngevoeligheid, Geduldigheid, Gemoedelijkheid,

Vrijgevigheid, Hulpvaardigheid, Loyaliteit, Ontspannenheid, Openhartigheid,

Vredelievend, Spontaniteit, Oprechtheid, Nauwgezetheid, Standvastigheid,

Vastberadenheid

Page 10: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

10

Levensvragen

Existentiële vragen, zijns- en wezensvragen aangaande verschillende aspecten van het

(eigen) leven.

Vragen naar dood, ziekte, oorsprong, bestemming, de zin van het lijden, loopbaan,

relationele verbanden. Deze vragen kunnen bestaan op het niveau van het eigen leven,

of op het niveau van het leven in de algemene zin (mensheid).

- Welke levensvraag heeft jouw aandacht (gehad)?

- Houd je levensvragen dichtbij (eigen leven), of juist meer op afstand (de hele

mensheid)?

Geloof

Het geheel van iemands visies en overtuigingen dat het leven probeert te duiden en te

verklaren vanuit een al dan niet metafysisch (bovennatuurlijk) perspectief.

Geloof kan;

~ persoonlijk, of sociaal bepaald zijn (eigen zoektocht, traditie, beide).

~ relationeel van aard zijn, of niet (God, of visie).

~ overdrachtelijk zijn naar persoonlijke ethiek, of niet (christelijke normen en waarden).

- Heeft geloven wat jou betreft zin?

- Is jouw geloof, of levensfilosofie sociaal bepaald, relationeel van aard en

overdrachtelijk naar je normen en waarden?

Page 11: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

11

Werkvorm 2; levenslijn

Gebeurtenissen hebben een enorme invloed op het menselijke geluk. Soms kun je

gebeurtenissen naar je hand zetten, maar meestal niet. Dit maakt de mens kwetsbaar en

klein. Je kunt je leven wel in sterke mate beïnvloeden, maar uiteindelijk nooit

controleren. We hebben wel mechanismen ontwikkeld om zoveel mogelijk controle te

behouden, om de balans niet in negatieve zin te laten doorslaan. Denk aan het geloof in

God, of juist in het ‘lot’. De beheersing van angsten. Het creëren van emotionele en

fysieke veiligheid. Het organiseren van sociale steun. Voorbereiding, training,

opleiding….Etc.

Toch kan het welzijn en welbevinden in het leven van het ene op andere moment

ondermijnd worden door een onverwachte gebeurtenis.

Ik was een lachend, dansend en gillend meisje. Mijn ouders hebben mij behandeld alsof ik

de laatste druppel water in hun handen was. Ik hoefde de ster maar aan te wijzen die ik

wilde, en dan kreeg ik die. Maar opeens kwam de oorlog op de Balkan en die beroofde ons

van ieder besef van een normaal leven.

In die tijd studeerde ik in Sarajevo Servo-Kroatische taal en literatuur. Bij de lokale

televisie haalde ik de taalfouten uit het nieuws, daarna werd ik presentatrice. Toen de

oorlog in Sarajevo uitbrak, werden mijn collega’s en ik door een groep gewapende mannen

gevangengenomen. Een andere groep heeft ons na 24 uur bevrijd. We hebben aan geen

van beide partijen gevraagd wie ze waren. Het waren mensen met sokken op hun hoofd en

grote wapens in hun handen.

Lidija Zelovic (1970)

Het tegenovergestelde is natuurlijk ook waar. De zon kan gevoelsmatig doorbreken

wanneer je bijvoorbeeld slaagt voor een begeert diploma, een levenspartner vindt, je

pasgeboren baby in je armen houdt, …..

Dit zijn vaak natuurlijke momenten waarop we reageren met rituelen en feesten. We

vieren het leven met hen die ons dierbaar zijn.

Page 12: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

12

Positieve gebeurtenissen

+

G levenslijn

>

_

Negatieve gebeurtenissen

Opdracht;

Noteer twee gebeurtenissen (met datum, of leeftijd) boven de levenslijn die je leven

positief hebben beïnvloed. Noteer tevens twee gebeurtenissen die welzijn en welbevinden

in je leven hebben ondermijnd. Hebben deze gebeurtenissen een plaats gekregen in je

leven (heb je ze verwerkt?).

Kanttekeningen;

- G = geboorte,

- > een lang en gelukkig leven,

- + positieve gebeurtenissen,

- - negatieve gebeurtenissen.

- Op de lange termijn kan de lading van een gebeurtenis veranderen.

- Bezinning op de impact van gebeurtenissen op welzijn en welbevinden kan een

psychohygiënische uitwerking hebben!

I.

Iedereen brengt na enige tijd van reflectie twee gebeurtenissen ter tafel die

zijn, of haar, leven positief, of negatief hebben beïnvloed. Men luistert naar

elkaar en bevraagt elkaar op de impact die de gebeurtenissen hebben gehad. De

gespreksleider vraagt wie er wil beginnen en wie er vervolgens door wil gaan.

Uiteindelijk zouden de volgende existentiële vragen besproken kunnen worden.

Wat is verwerken eigenlijk? Bestaat het fenomeen ‘verwerken’ eigenlijk wel?

Page 13: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

13

Werkvorm 3; cognitieve schema’s

Cognitieve schema’s zijn zeven menselijke psychische behoeften die veel invloed

hebben op de wijze waarop men streeft naar welzijn en welbevinden (geluk). Cognitieve

schema’s beïnvloeden de wijze waarop we omgaan met zingevingstrategieën. Uiteindelijk

wordt de teamhouding gekleurd door de som van accenten die een ieder legt.

Cognitieve schema’s

Vertrouwen Invloed Zelfstandigheid Intimiteit Veiligheid Waardering Samenhang

Kanttekeningen;

- Alle schema’s spelen voor iedereen een rol. Ze zijn voor een ieder herkenbaar.

- Iedereen legt echter eigen accenten.

- Iedereen beschermt eigen accenten.

- Verschillende combinaties van accenten zijn mogelijk.

- In conflicten vinden gelijkgestemden elkaar snel.

- Met tegenpolen ontstaan eerder spanningen/conflicten juist omdat er andere

accenten worden gelegd.

- Een groep gelijkgestemden is snel harmonisch.

- Een groep gelijkgestemden loopt wel het risico symbiotisch te worden (naar

binnen gekeerd).

- Een groep tegengestelden kan vaak goed zelfstandig functioneren.

- Een groep met tegenstellingen is sneller gefragmenteerd (spanningen).

Positief negatief

Gelijkgestemden

Harmonisch team

Symbiotisch team

Niet gelijkgestemden

Zelfstandig team

Gefragmenteerd team

Page 14: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

14

Cognitief

schema

Metafoor Profiel Voorbeeld

Zelfstandigheid Vrijbuiter steunt op eigen inbreng,

zoekt eigen weg

Johan Cruijf

Vertrouwen Herder steunt op inbreng/kwaliteit van

anderen

Wim Kok

Invloed

(macht)

Beheerder stuurt anderen aan Jan Timmer

Intimiteit Familyman zoekt sociale kaders op Wim van

Hanegem

Veiligheid Opzichter beschermt sociale kaders Dick Advocaat

Waardering schoolmeest

er

zoekt/geeft respect JP Balkenende

Samenhang Netwerker zoekt sociale

verbanden/structuren

Jan Pronk

I.

Alle deelnemers aan het gesprek hebben zeven kaartjes voor zich waar de

verschillende cognitieve schema’s op geschreven staan. Ieder legt de kaartjes

in een eigen compositie voor zich op tafel. Uit de compositie blijkt welke

schema’s voor iemand meer, of minder, gewicht hebben en hoe ze zich tot

elkaar verhouden.

Iedereen licht zijn, of haar, compositie in de groep toe. De anderen geven

feedback op de toelichting. Is deze consistent, herkenbaar, of juist niet.

Nadat iedereen aan bod gekomen is, wordt er gereflecteerd over de

teamcompositie. Ligt het accent van een team uiteindelijk op zelfstandigheid,

harmonie, fragmentatie, of symbiose. Welke trekken zijn het meeste terug te

vinden binnen het team?

Page 15: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

15

Werkvorm 4; praktisch ethische benadering (PEB)

Binnen het intermenselijke contact is er constant sprake van overdracht.

Overdracht van informatie, normen, waarden, gedragscodes, overtuigingen, visies,

opinies, gevoelens, denkbeelden, tradities, ervaringen, enzovoort.

De overdracht is wederzijds en twee, of meer partijen beïnvloeden elkaar voortdurend.

Wanneer binnen dat overdrachtskader boodschappen gaan botsen en frustreren, dan

spreken we van confrontaties.

Confrontaties in de overdracht kunnen opbouwend, verdiepend, maar ook afbrekend zijn.

Een confrontatie kan verschillende niveaus hebben;

Niveau; Confrontatie;

Spanning is goed oplosbaar

Conflict is met veel moeite en inzet oplosbaar

Dilemma is nauwelijks of niet oplosbaar

Wanneer in de overdracht bijvoorbeeld verschillende waarden met elkaar in confrontatie

komen dan kan er een ethische kwestie (vraagstuk) ontstaan. Wanneer een ethische

kwestie in de hulpverlening speelt kunnen meerdere partijen betrokken zijn;

- Cliënt : het kind, de jongere

- Context : de ouders, de familie

- Werker : de individuele groepsleider

- Team : de groepsleiding van een unit gezamenlijk

- Staf : verantwoordelijk voor de behandeling van de cliënten

- Organisatie : het management

- Samenleving : de buurt, het dorp/de stad

Elk niveau heeft zijn eigen belangen!

Page 16: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

16

In het geval van een (dreigende) ethische kwestie is het raadzaam om de situatie tijdig

en goed te analyseren om polarisatie en escalatie (dilemma bevorderende mechanismen)

te voorkomen.

De praktisch ethische benadering kan de verschillende betrokkenen helpen bij het maken

van een, voor het eigen geweten, ethisch zo verantwoord mogelijke beslissing. De PEB is

niet meer en minder dan een ethisch stappenplan. Het is een hulpmiddel, het eigenlijke

ethische gesprek kan afwijken van de benadering. Het gaat immers om de

bewustwording.

Praktisch ethische benadering PEB;

- feitelijke weergave van de situatie;

(objectief, niet subjectief)

- inventarisatie van de waarden die in het spel zijn;

(bijvoorbeeld respect, eerlijkheid, vertrouwen, etc…….)

- taxatie van het niveau van de confrontatie;

(spanning, conflict, dilemma)

- betrokken partijen;

(cliënt, context, werker, team, staf, organisatie, samenleving)

- belangen van de verschillende partijen;

(beweegredenen)

- tegengestelde belangen;

(lijnen tekenen)

- formuleren van de ethische kwestie;

(de gewetensvraag; mag/moet ik…..?)

- inventarisatie van de opties;

(ja/nee, ik mag/moet … altijd/nooit… tenzij/als)

Page 17: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

17

- verantwoording van de ethische keuze;

(welk normenkader ligt ten grondslag aan de keuze)

- eventuele gevolgen van de ethische keuze;

- actie;

(wat te doen, door wie en wanneer)

- resultaat;

(evaluatie van de ethische kwestie; is er sprake van ontspanning en deëscalatie, of

juist van verdere polarisatie en escalatie)

- nieuwe analyse nodig?

I.

Iedereen brengt een casus naar voren. Samen kiest het team vervolgens een

casus uit die gezamenlijk besproken wordt volgens de PEB.

Deze vorm voor het bespreken van ethische kwesties kan beschouwd worden

als ‘ethisch beraad’. Wanneer ethische kwesties spelen in het werk, of in de

organisatie, is het raadzaam om een ethisch beraad te beleggen met de

verantwoordelijke personen.

Page 18: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

18

PEB

Feitelijke weergave situatie casus;

Inventarisatie waarden;

Taxatie niveau van confrontatie; (spanning/ conflict/ dilemma)

Betrokken partijen Belangen Tegenstellingen

(lijnen tekenen)

Cliënt

Context

Werker

Team

Staf

Organisatie

Page 19: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

19

Samenleving

Formuleren gewetensvraag; (Mag/moet ik……?)

Beantwoorden gewetensvraag; (Ja/Nee, ik mag/moet, ...altijd/nooit, …tenzij/als)

Verantwoording; (wie/wat beweegt mij naar die keuze)

Gevolgen?

Actie?

Resultaat? (escalatie/deëscalatie, polarisatie/verbroedering)

Nieuwe analyse nodig?

Page 20: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

20

Werkvorm 5; fascinaties, levensmotto’s en credo’s

Beelden

Beelden en indrukken zijn wezenlijk in ons bestaan. De hele dag door hebben we

er mee van doen. Beeldvorming noemen we het onder andere. Veel beelden laten we aan

ons gebeuren, maar soms grijpt een beeld aan, of fascineert het ons.

Beelden doen dan een appèl op het gevoel van welzijn en welbevinden.

Zo kun je ‘kapot’, of ‘verrukt’ zijn van bepaalde beelden.

De media leveren ons giga-veel beelden. Via TV, internet, kranten en tijdschriften komt

de hele wereld tot ons. Beelden worden sterker naarmate ze worden vergezeld door

geuren en geluiden (ook muziek). Ze werken zo van buiten naar binnen.

Zo kan de geboorte van een kind altijd op ‘iemands netvlies’ gebrand staan. Maar

eveneens een vliegtuig dat zich in een wolkenkrabber boort.

Sommige beelden negeren we om ons zelf te beschermen, andere worden achteloos

weggeschreven en vergeten. Soms gebeurt het ook dat een beeld een eigen leven gaat

leiden in onze verbeelding, zonder dat we het met eigen ogen gezien hebben.

Wanneer mensen ouder worden, kunnen bepaalde beelden uit hun leven gaan opspelen,

terugkeren. Herbeleving noemen we dat ook wel.

Het is zinvol om indringende beelden te ordenen, een plaats te geven, of te verwerken.

Onder verwerken kan in dit verband verstaan worden het geconfronteerd worden met

beelden zodanig dat ze geen belemmerende invloed (meer) uitoefenen op het

functioneren.

Persoonlijke fascinaties kunnen een psychohygiënisch effect hebben op dit proces.

Fascinaties

Fascinaties duiden vaak op een persoonlijke onderstroom aan interesse. Zo kan een

fascinatie voor auto’s te maken hebben met een werkelijke fascinatie voor snelheid, of

juist voor esthetiek, techniek, of nostalgie.

Fascinaties werken in tegenstelling tot beelden juist van binnen naar buiten toe. Iemand

met de fascinatie voor de natuur kan ontdekken dat zijn persoonlijke fascinatie in die

natuur eigenlijk te maken heeft met het fenomeen ‘stilte’. Door geregeld de stilte op te

zoeken kan hij beelden sneller en beter verwerken.

Page 21: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

21

Voor iemand anders kan er juist een hele ander fascinatie behulpzaam zijn om psychisch

gezond te blijven.

Wanneer we gezond eten en regelmatig bewegen hebben we immers de meeste kans op

een gezond lichaam. Voor de psyche is dit niet anders. Wanneer men zich bewust is van

wat iemand raakt, of fascineert en waarom, kunnen gevoelens van welbevinden

beschermd, of juist versterkt worden. Het persoonlijk welzijn kan zodoende toenemen.

Fascinaties zijn doorgaans zingevend, maar kunnen ook ongezond en afbrekend zijn.

Voor iemand zelf, of diens omgeving.

De ethiek (norm/wet) reguleert altijd de beleving van de fascinatie.

Waarnemen

We nemen beelden waar. Maar zie je altijd wat er werkelijk (gaande) is?

Soms zie je wat denkt, soms zie je wat je voelt, soms zie je wat je hoopt te zien.

Het Griekse woord voor beeld is eikon.

Waarnemen van beelden kan op een iconografische en iconologische wijze

geschieden.

De eerste vorm van waarnemen beperkt zich tot het weergeven van wat er feitelijk

zichtbaar is. De tweede vorm van waarnemen interpreteert het beeld.

Vaak wordt het waarnemen beperkt tot iconologisch waarnemen. Men ziet wat men

denkt, voelt, of hoopt te zien. Wanneer echter iconografisch waarnemen aan de

interpretatie vooraf gaat, wordt de betekenis van het beeld zuiverder waargenomen.

Op die manier leer je meer over de waargenomen realiteit, maar ook over de eigen

beleving van die zelfde werkelijkheid. Waarnemen wordt observeren.

Het gevoel van welbevinden neemt doorgaans toe wanneer men de werkelijkheid

zuiverder kan duiden en men tegelijk verstaat wat die werkelijkheid met ons doet!

Waarnemen vraagt training!

Interpretatie vraagt om zelfkennis!

Page 22: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

22

Levensmotto’s

Levensmotto’s zijn vaak wijsheden die tijdens het leven opgedaan zijn. Niet zelden in

iemands jeugd. Ze drukken vaak een gevoel, of een richting uit van waar het leven over

moet gaan. Wat belangrijk is in het leven en wat belangrijke thema’s zijn om mee te

rekenen.

Levensmotto’s drukken dus op een creatieve manier uit wat belangrijke waarden voor

iemands leven zijn! Soms is een motto de expressie van een bepaalde waarde. Soms een

draagt het motto juist een waarde over.

Levensmotto’s kunnen ontleend worden aan; spreuken, gezegden, tegeltjeswijsheden,

bijbelteksten, spreekwoorden, liederen, literatuur, gedichten……….Enzovoort.

Voorbeeld:

Tevreden zijn is een geluk,

tevreden blijven is een meesterstuk!

Ouder : spreuk drukt de waarde van ‘tevredenheid’ uit.

Kind : leert dat tevreden zijn belangrijk is.

Als een levensmotto een gebod/verbod wordt, dan is het motto zelfs verheven tot norm.

Opdracht;

- Kun je een beeld bedenken dat je altijd zal bijblijven? (Dat kan uit de media zijn, maar

ook uit het eigen werk, of leven).

- Kun je een fascinatie van jezelf beschrijven? Doe je wat met deze fascinatie? Hoe

versterkt de fascinatie je welzijn en welbevinden?

- Probeer onderstaande foto iconografisch en iconologisch te beschrijven.

(Wat zie je werkelijk en wat betekend het feitelijk)

- Heb je een levensmotto? Stamt die uit je opvoeding, of heb je die zelf gelanceerd?

Page 23: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

23

Credo betekent in het Latijn; ik geloof

Een geloofscredo is niet per definitie een levensmotto.

Een motto drukt een waarde en/of norm uit. Een credo is een expressie van een

geloofsinhoud. Geloof impliceert een duiding van de werkelijkheid d.m.v. metafysische

vooronderstellingen.

Een credo kan wel een motto zijn. (Wanneer het geloof namelijk normatief wordt).

Aan het geloof ligt vaak een traditie ten grondslag. De traditie beroept zich op een

openbaring (manifestatie van de waarheid door God).

- jodendom; (thora, profeten en de geschriften)

- christendom; (manifestatie van Christus, de Heilige Geest en het nieuwe

testament)

- islam; (dictaat van de koran aan Mohammed)

(In het Boedisme en Hindoeïsme is er meer sprake van een manifestatie van het

goddelijke, dan van de manifestatie van God.)

Geloven zoekt naar een balans tussen begrijpen en voelen.

De waarheidsvraag speelt daarbij een belangrijke rol.

Wat is waarheid? (cognitief ‘geopenbaard’ geloofskader)

Wat is waarheid? (persoonlijke beleving)

Geloof impliceert een;

- Godsbeeld

- Wereldbeeld

- Mensbeeld

En hiervan afgeleid; een moraal (totaal aan iemands normen en waarden)

Het zijn vaak deze beelden die botsen en geloofsconflicten veroorzaken!

Deze beelden worden vaak ‘verpakt’ in geloofsuitingen; hetzij collectief, hetzij

persoonlijk.

Page 24: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

24

Opdracht;

- Schrijf je eigen credo!

- Zijn er bepaalde (mens, god, wereld) beelden waarmee je in je werk soms in conflict

bent gekomen?

I.

Bespreek na enige tijd van reflectie gezamenlijk de verschillende vragen die

gesteld zijn.

Probeer helder te krijgen in hoeverre fascinaties, beelden, waarnemingen,

levensmotto’s en credo’s in de dieptestructuur van het team van belang zijn.

Page 25: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

25

Werkvorm 6 teamidentiteit;

Identiteit wordt vaak gebruikt als term voor iemands persoonsgegevens, of

levensbeschouwing.

In feite drukt ‘identiteit’ veel meer uit dan dat. Identiteit is veel meer de expressie

van iemands persoonlijke existentie. De totale uitdrukking van iemands zijn, of

wezen.

Pas in de romantiek (eigenlijk na Freud) is de mens zich van zijn eigen meervoudigheid

bewust geworden. Zo kan iemand bijvoorbeeld tegelijkertijd kind, vader, werknemer,

echtgenoot, broer, student, enzovoort zijn. In elke hoedanigheid manifesteert hij zich

echter anders. Verschillende kenmerken komen in verschillende situaties naar voren.

Identiteit is zo een dynamisch gebeuren en niet een statisch gegeven! Identiteit is

constant in beweging en kan dus veranderen.

Iemands identiteit kan opgebouwd worden uit identiteitscomponenten;

- uiterlijk

- karaktertrekken

- overtuigingen/visies

- idealen

- hobby’s/liefhebberijen

- eigenaardigheden, nukken

- leeftijd

- man/vrouw

- achtergrond/traditie

- moraal (normen/waarden)

- cultuur (lokaal/nationaal)

- taal/dialect

- gewoonten

- ervaringen

- kwaliteiten

- rituelen/symbolen

Al deze identiteitscomponenten hebben vervolgens ook nog afgeleide waarden.

Dat zijn als het ware de ver(diepe)nde gronden onder het component.

Page 26: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

26

Voorbeelden;

Een jazzliefhebber (hobby) kan vooral de afgeleide waarden creativiteit en improvisatie in

de jazz waarderen. Tevens vindt hij het cool dat jazz exclusief is.

Een christen (overtuiging) kan vooral aangesproken worden door het fenomeen

naastenliefde in de godsdienst.

Een Limburger (taal/dialect) waardeert juist de afgeleide waarde gemoedelijkheid in zijn

zachte spraak.

De compositie van iemands afgeleide waarden zegt veel over iemands wezen/existentie!

Identiteitsbewustzijn versterkt iemands zelfbewustzijn en daarmee diens welzijn en

welbevinden! Wanneer iemand veel positieve identiteitscomponenten in beeld kan

brengen, kan dat een positief effect hebben op de beleving van negatieve componenten.

Negatieve componenten hebben namelijk nogal eens de neiging om de boventoon te

voeren. Wanneer ze niet aangevuld, of geneutraliseerd worden, kunnen ze exclusief de

beleving van iemands identiteit gaan kleuren.

Identiteitbewustzijn is dus bij uitstek een oefening in zingeving.

Wanneer iemand een laag niveau van welzijn en welbevinden ervaart, gaat die persoon

vaak (on)bewust werken aan identiteitsfactoren om de balans ten goede te keren. (Denk

bijvoorbeeld aan programma’s als ‘make me beautifull’)

Het risico daarbij is dat er gekozen wordt voor een geconstrueerde identiteit, gevormd

door de media en de tijdsgeest zonder verbinding te maken met de eigen ziel

(dieptestructuur, spiritualiteit, wezen, essentie, existentie).

Een geconstrueerde identiteit kan leiden tot depersonalisatie,

persoonlijkheidsstoornissen, depressie, overspanning en burnout.

Een (gezonde) eigenlijke identiteit wordt gevormd door een geloofwaardige expressie

van de eigen existentie!

Een teamidentiteit kan ook geconstrueerd zijn. Meer of minder ontsproten uit de

wensen/eisen van de organisatie en/of samenleving. Een eigenlijke teamidentiteit blijft

echter dicht bij de teamleden. Iemand die zichzelf kent is veel beter in staat om met

veranderingen in een situatie om te gaan! Dat geldt in principe ook voor een team.

Page 27: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

27

~ Ipsa scientia potestas est ~

(kennis zelf is macht) – Francis Bacon

~ onderzoekt alles en behoudt het goede ~ (Paulus)

Model van Dilts en Bateson (6 niveau’s van zingeving)

1. Zingeving Wat wil ik, waar ben ik op uit? (motivatie)

2. Identiteit Wie, of wat ben ik? Wat hoort bij mij?

(existentie)

3. Waarden, overtuigingen en normen Waar geloof ik in, wat vind ik? (moraal)

4. Capaciteiten Wat kan ik (kwaliteiten)

5. Gedrag Wat doe ik (houding, attitude)

6. Omgeving Waar ben ik? (werk, leefomgeving)

Zingeving is het proces van zoeken naar datgene wat goed voor iemand is en naar

datgene wat goed voelt. Dus het streven naar welzijn en welbevinden. Een verandering

in een laag, kan veranderingen in andere lagen veroorzaken en de zingevingbalans

verstoren. Des te hoger in het model wordt aangesloten tijdens een veranderingsproces,

des te fundamenteler (succesvoller) de verandering zal plaatsvinden.

Wanneer er verandering plaatsvindt op het niveau van de omgeving, dan zal dat

consequenties hebben ten aanzien van gedrag, capaciteiten, normen, waarden ….

Interventie zal nodig zijn op het moment dat de eigen interpretaties en die van anderen

gaan verschillen.

Inductieve aanpak in de constructie van de teamidentiteit.

Een teamidentiteit kan op een deductieve en een inductieve manier onderzocht worden.

De deductieve wijze start met de analyse bij het team als geheel. “Ik vind ons team

heel….”

De deductieve wijze leidt vaak tot discussie en debat, niet tot een dialoog. “Oh ja? Daar

ben ik het helemaal niet me eens!”.

De inductieve manier begint bij de verschillende teamleden zelf. Men reflecteert eerst

over de eigen overdracht aan het team en gaat daar vervolgens met elkaar over in

gesprek. Deze aanpak leidt vaak wel tot een dialoog.

Page 28: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

28

Opdracht;

• Breng je eigen identiteit naar aanleiding van de genoemde componenten

schematisch in beeld. Denk daarbij ook aan de afgeleide (onderliggende)

waarden. (Wat hoort bij mij en waarom?)

• Denk specifiek na over de componenten die jij overdraagt, of overgedragen hebt

aan het team.

• Zou je een metafoor voor jezelf kunnen bedenken?

• Reflecteer over componenten die volgens jou anderen aan het team hebben

overgedragen.

• Je kunt onderstaand schema gebruiken, maar ook een schema voor jezelf

ontwerpen.

• Kun je een metafoor voor het team bedenken?

I.

Voor deze werkvorm is het van belang dat de deelnemers onderstaand formulier

eerst thuis verwerken. In het dialectisch gesprek bepalen de deelnemers in

overleg met de gespreksleider eerst welke componenten voor het team het

belangrijkste zijn en dus het eerste besproken worden. Waarom zijn andere

componenten minder belangrijk?

Van belang is dat iedereen goed aangeeft wat hij, of zij, overdraagt aan het

team. De deelnemers bevragen elkaar op hun inbreng.

Hieronder volgt er een voorbeeldschema met daaronder een blanco schema

waarin de eigen overdracht kan worden weergegeven.

Voorbeelden:

(De voorbeelden zijn enkel ter illustratie, ze zijn gefingeerd en vanuit het oogpunt van

meerdere personen (identiteiten) weergegeven.)

Page 29: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

29

Identiteitscomponent Afgeleide waarde Overdacht naar

team?

(uiterlijk)

Artistieke kleding

Eigenheid en diversiteit

Respect voor eigenheid

wordt aan het team

overgedragen. Ook

wanneer een zwaar

christelijke school het

dragen van een ‘rok’

als voorwaarde voor

een vrouwelijk

representatief uiterlijk

stelt.

(karaktertrekken)

Humoristisch

Optimisme, positieve

levenshouding, relativisme

Opbeurende,

inspirerende uitstraling

op het team.

(overtuigingen – visies)

Het leven is kort. Carpe Diem.

Oog voor het kostbare en

kwetsbare van het leven

tegelijkertijd.

Bepaald de collega’s

regelmatig bij de

kwaliteit van het leven

in het heden en nu.

(idealen)

Stoppen met werken op je 40ste.

Relativeren van de ‘ratrace’

(carrièreplanning)

De boodschap “er is

meer dan werk alleen”

heeft een

psychohygiënische

uitwerking op de

beleving van de

werkdruk.

(hobby)

Voetbal

Teamplay

Aanmoedigen van de

teamgeest.

(nukken)

Altijd een weerwoord

Mondigheid

Team wordt

gedwongen scherp te

blijven.

(leeftijd)

50+er

Levenswijsheid, know-how

Rust en evenwicht

worden overgedragen.

(moraal – normen/waarden)

Vertrouwen

Integriteit Roddel is geen optie in

het team.

(man/vrouw) Zorgzaamheid, empathie Moederfiguur in het

Page 30: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

30

Vrouwelijkheid

team geeft anderen

zelfvertrouwen.

(achtergrond/ traditie)

Humanist

Medemenselijkheid

Legt grote nadruk ten

aanzien van onderlinge

solidariteit in het team.

((sub)cultuur)

Westerling

Vrijmoedigheid in het

spreken.

Enige mate van

bravoure maakt het

team ‘losser’.

(taal/ dialect)

Marokkaans accent

Pluriformiteit

Constant bewustzijn en

waarde van de

multiculturele

samenleving wordt

overgedragen.

(gewoonten)

Dieet en gezond eten

Gezondheid

De eetgewoonten in

een team worden

positief beïnvloed.

(ervaringen)

Persoonlijk verlies

Doorleving van

verliesverwerking

Tact, fijngevoeligheid

en inzicht in geval van

persoonlijk verlies

binnen het team/groep.

(kwaliteiten)

Leiderschap

Initiatief, visie

Geeft (mede) richting

aan een team.

(rituelen/symbolen)

V-teken (Victorie)

Optimisme,

doorzettingsvermogen

Uitdrukking van

vertrouwen dat

moeilijkheden

overwonnen zullen

worden.

Page 31: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

31

De eigen identiteitscomponenten kunnen altijd in beeld gebracht worden. De

afgeleide waarden zijn met enige moeite meestal wel te benoemen, overdracht aan

het team is er soms.

Identiteitscomponent Afgeleide waarde Overdacht naar

team?

(uiterlijk)

(karaktertrekken)

(overtuigingen – visies)

(idealen)

(hobby)

(nukken)

(leeftijd)

(moraal – normen/waarden)

(man/vrouw)

(achtergrond/ traditie)

(cultuur)

Page 32: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

32

(taal/ dialect)

(gewoonten)

(ervaringen)

(kwaliteiten)

(rituelen/symbolen)

Page 33: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

33

Werkvorm 7; levensvragen

Levensvragen zijn existentiële vragen , zijns-, of wezensvragen, aangaande

verschillende aspecten van het leven. Ze kunnen overstijgend zijn (mensheid),

maar ook gericht op het eigen leven (mens).

Een mogelijke ordening van levensvragen:

- oorsprong (waar komen we vandaan)

- bedoeling (wat is de zin van het leven)

- lijden (wat is de zin van het lijden)

- ziekte (wat is de essentie van ziekte)

- dood (wat is de essentie van de dood)

- bestemming (waar gaan we naar toe?)

stellingen;

Oorsprong:

- De mens stamt in feite van de aap af.

- God heeft de mens geschapen.

- God stuurt de evolutie van de mens.

- We hebben altijd bestaan, ook voor de geboorte.

- Het leven begint pas bij de bevruchting.

- Het leven is puur toevallig ontstaan.

- God heeft als een klokkenmaker het leven in gang gezet. Hij kijkt van een

afstand toe.

- God zit in alle dingen en mensen. Alles is goddelijk in zichzelf.

Bedoeling:

- Het leven heeft een doel. Dat doel ligt in jezelf (zelfverwezenlijking)

- Je bent mens, maar moet het ook nog worden.

- Het leven is zinloos zolang de mens geen zelf geen doelen stelt. Alle doelen zijn

goed.

- Het leven is zinloos.

- Het doel van het leven is om te beantwoorden aan Gods plan met je leven.

- God heeft alles voorbestemd.

- Alles is door het lot van te voren beschikt.

- Alles wat gebeurt, berust op toeval.

Page 34: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

34

Lijden:

- Het lijden vindt zijn oorsprong in de zonde van de mens (erfzonde).

- Het leven is een zieke grap.

- Lijden is zinloos.

- Het buitensluiten van God leidt tot onmenselijk lijden.

- God brengt lijden op ons pad.

- Lijden is het gevolg van het menselijke vermogen om zich bewust te zijn van zijn

situatie.

- Lijden is inherent aan leven.

- Lijden ontstaat door de toevalsfactor.

Ziekte:

- Ziekte is een eigen keuze (mind-sience).

- Ziekte heeft een psychische oorzaak.

- Ziekte is het gevolg van de zondeval.

- Ziekte is bedoeld om ons te louteren.

- God laat ziekte toe om ons te vervolmaken.

- Ziekte is puur een biologisch verschijnsel en is inherent aan onze sterfelijkheid.

- Ziekte is zinloos.

Dood:

- De dood is enkel het loslaten van het materiele, het geestelijke in ons blijft.

- De dood maakt het leven kostbaarder.

- De menselijke ziel zou onsterfelijkheid niet aankunnen.

- De dood is enkel een biologisch gegeven.

- De dood is een bevrijding/verlossing van een beperkt lichaam en een aards

onvolmaakte situatie.

- De dood maakt geen eind aan onze persoonlijkheid. Na de dood leven we door en

zullen elkaar weer ‘zien’.

- De angst voor de dood heeft te maken dat niemand weet waar we zullen blijven.

- De tijd van ieders dood is van te voren vastgelegd (beschikt).

Bestemming:

- De hemel is onze bestemming.

- De hel is onze bestemming.

- De geestenwereld is onze bestemming.

- Er is geen bestemming, met de dood houdt het leven definitief op.

- Na de dood worden we weer opnieuw ergens geboren.

Page 35: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

35

- We leven door tot in eeuwigheid.

- Ooit zullen we een nieuw lichaam krijgen van God en terugkeren op aarde.

I.

De groep met deelnemers wordt gesplitst in tweetallen. Elk tweetal krijgt een

onderdeel met stellingen toegewezen. Samen gaan ze de stellingen bespreken

en hun visies aan elkaar toelichten. Hierna presenteren de verschillende

tweetallen hun onderdeel in de groep. De anderen mogen het tweetal bevragen

op hun posities. Vervolgens komt en een volgend onderdeel aan de orde.

Page 36: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

36

Werkvorm 8; rouwverwerking

Rouw zou je kunnen omschrijven als het doorleven van, en het heroriënteren op,

een emotioneel verlies.

The price we pay for loving! (Flemming, 1991)

Verlies en rouw zijn ‘normale’ aspecten van het leven. Iedereen krijgt er vroeg of laat

mee te maken.

Mogelijke metaforen voor verlies en rouw;

- amputatie

- zonsverduistering (kleuren en licht vallen weg)

- zwarte bril, blind worden (alles lijkt zwart om je heen)

- computercrash (het systeem functioneert niet meer)

Verlies van een dierbare persoon, of iets dierbaars (werk, gezondheid) leidt per definitie

tot rouw.

Rouw wordt beïnvloed door;

- al dan niet plotseling verlies

- al dan niet verwacht verlies (bij ziekte)

- mogelijkheid tot afscheid

- levensfase en leeftijd verlies (ontwikkelingscrisis)

- wijze van verlies (catastrofe, ramp, krenking?)

- verwantschap, intimiteit

- persoonlijkheid

- eerdere ervaringen (+/-)

Rouwfasen:

a. shock (ongeloof, verlies wordt ‘buiten’ gehouden)

b. protest (dood (objectief) en dood dierbare (subjectief) worden aanvaard)

c. wanhoop (doorleven emoties; verdriet, schuld, angst, boosheid, jaloezie,

depressie)

d. reïntegratie (overledene krijgt nieuwe hanteerbare, plaats in het leven, zin in

leven keert terug)

Page 37: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

37

In de ‘gezonde’ rouwverwerking gaan de fasen als een jojo heen en weer. Verwerken is

geen lineair proces.

De term ‘verwerken’ is bedrieglijk. Het impliceert een proces dat je afsluit, maar dat

wordt vaak niet zo ervaren. ‘Doorleven’ is misschien een betere term. D.m.v.

doorleving ontstaat er weer een hanteerbare en zinvolle situatie. Maar het verlies, het

gemis en ook verdriet blijven. Incidenteel, hanteerbaar, maar permanent.

Niet iedereen is te allen tijde in staat om aan een rouwproces te beginnen. Vooral de

wanhoopsfase is een hel. Om die pijn te ontlopen gaan er soms onbewust

overlevingsstrategieën in werking uit zelfbescherming.

Overlevingsstrategieën:

1. vluchten (werk, hobby, …)

2. verdringen (drank, drugs,…)

3. vechten (confrontaties, conflicten opzoeken en therapeutisch ‘gebruiken’)

4. ontkennen (relativeren, bagatelliseren, …)

5. vermijden (ontlopen triggers, confrontatie met ‘reminders’ uit de weg gaan)

6. onderdrukken (wegstoppen, opkroppen, …)

Coping speelt een rol bij rouwverwerking.

Coping is de wijze waarop men strategieën hanteert. Iedereen vlucht op een eigen

manier. Dat geldt ook voor de andere strategieën. Voor de een is het drank, voor de

ander het werk.

Iedereen beschermt zich! In een rouwproces kan niet constant de boog gespannen staan.

Constante wanhoop is niet te verdragen.

Blijft men echter in een bepaalde emotie (fase) hangen, dan spreekt men van

blokkerende rouw.

Wordt de rouw (wanhoopsfase met name) constant vermeden, dan spreekt men van

uitgestelde rouw.

Wordt uitgestelde rouw structureel (ingekapseld), dan kan men van een trauma spreken.

Page 38: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

38

Uitgestelde rouw en trauma kunnen leiden tot;

- emotionele uitbarstingen/ prikkelbaarheid

- herbeleving in dromen en flashbacks

- somatisering

De differentiaaldiagnose rouw, uitgestelde rouw, trauma, of depressie is niet altijd

eenvoudig te stellen.

Bij kinderen is het extra lastig.

- Ze hebben veel energie nodig voor hun ontwikkeling.

- Ze beschikken over een beperktere bagage dan volwassenen (cognitief en

emotioneel)

- Ze moeten niet zelden ook de rol van ‘trooster’ op zich nemen in het

gezinssysteem.

- In de verschillende leeftijdsfasen bestaat er een andere perceptie van het

gegeven ‘dood’.

Voor alles en iedereen geldt;

Verdriet met alle bijbehorende emoties moeten tot in zekere mate doorleefd worden!

Door confrontatie met het verlies en verdriet ontstaat;

- uitdoving van de heel heftige beleving

- gewenning aan de nieuwe situatie

Wat kan helpen?

- praten

- schrijven

- rituelen

- symbolen

- vrije expressie (dans, drama, kunst)

- muziek

- natuur & cultuur

- etc

Een accepterende en meelevende houding van de omgeving is wezenlijk voor een goed

rouwproces!

Page 39: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

39

Alleen, mensen die niet zelf met de dood zijn geconfronteerd, kunnen zich vanuit hun

angst en zelfbescherming, (on)bewust afstand tot de rouwende (overlevingsstrategie)

veroorloven.

Iedereen wil immers lang en gelukkig leven en niemand wil/kan veelvuldig

geconfronteerd worden met de wanhoop van een rouwende.

Daarom is lotgenotencontact, of steun bij verliesverwerking vaak een uitkomst.

problematiek de emotionele werkbelasting hoog geworden is. Teamleden reageren

verschillend en de onderlinge irritaties groeien.

Een praktische benadering in de rouwverwerking:

- Analyseer de casus. Geef de gegevens helder weer (schema?).

- Stel beschrijvende vragen om ook de blinde vlekken in kaart te krijgen.

- Toets de terminologie (bijvoorbeeld rouwfasen, overlevingsstrategieën, externe

invloeden, verwerking, coping, trauma, uitdoving, werkstress, burnout, enzovoort.

- Definieer een ‘state of being’ van de situatie (rouwindicatie?).

- Formuleer een benadering die de betrokkenen kan helpen bij het herscheppen van

welzijn en welbevinden.

- Formuleer de verwachtingen en het tijdspad waar de gekozen benadering tegen

afgezet wordt.

- Formuleer een aantal zaken die ‘not done’ (fout) zijn in de benadering.

I.

Verdeel de groep deelnemers in tweetallen. Elk tweetal gaat in gesprek over

een eigen rouwervaring. Kijk of de Praktische Benadering Rouwverwerking

behulpzaam kan zijn in het in kaart brengen van de rouwervaring.

In de groep kunnen later ervaringen en inzichten ingebracht worden. Degene

die wil, kan zijn casus inbrengen.

Page 40: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

40

Praktische Benadering Rouwverwerking (PBR)

Beschrijving casus;

(feitelijk, geen interpretaties opnemen)

Wie, (of wat) is het object van verlies?

(de/het verlorene)

Wie is het subject van verlies?

(de verliezende)

Hoe was de band tussen beiden in kwalitatief opzicht?

(Onderlinge verhouding)

Wat waren de omstandigheden?;

(plotseling, verwacht, afscheid, levensfase, wijze van verlies, verwantschap,

persoonlijkheid, eerdere ervaringen)

Welke gevoelens overheersen?;

(schuld, verdriet, boosheid, angst, machteloosheid, apathie, weerzin, wanhoop,

ongeloof,……..)

Page 41: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

41

Welke rouwfase is het meeste openbaar?;

(shock, protest, wanhoop, reïntegratie)

Zijn er overlevingsstrategieën manifest?

(vluchten, verdringen, vechten, vermijden, ontkennen, onderdrukken)

Is er ‘coping’ in kaart te brengen?

(Op welke wijze wordt de overlevingstrategie zichtbaar?)

Is er sprake van blokkerende rouw?

Is er sprake van uitgestelde rouw?

Is er sprake van?;

- emotionele uitbarstingen/prikkelbaarheid

- slecht slapen (herbeleven in dromen)

- flash backs (herbeleving)

- somatisering

Zou er sprake kunnen zijn van een trauma?

Page 42: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

42

Is er sprake van uitdoving en gewenning van het verdriet?

Wat zou de verliezende kunnen helpen?

- praten

- schrijven (brief, dagboek)

- rituelen

- foto’s, video’s

- rituelen

- symbolen

- vrije expressie (dans, drama, kunst)

- sport

- muziek

- natuur en cultuur

- hobby

- dieren

- bezoek sociale kaart

- bezoek kerk graf, speciale locaties

Kun je zelf als hulpverlener het verdriet hanteren, of komt het te dichtbij?

Is het raadzaam om door te verwijzen?

Wat is not done in deze casus?

valkuil

Page 43: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

43

Werkvorm 9: kwaliteitenkwadrant

Het streven naar welzijn en welbevinden, naar zingeving, wordt in grote mate beïnvloed

door de persoonlijke kwaliteiten die mensen bezitten. Het zijn iemands kwaliteiten die

hem, of haar, al dan niet in staat stellen om het eigen welzijn te bewerken. Anderzijds

kleuren iemands kwaliteiten de persoonlijke zingeving sterk.

Iemand met als kwaliteit “loyaliteit” zal in een loyale setting veel welzijn en welbevinden

ervaren!

Kwaliteiten zijn niet zelden ´geïncarneerde´ waarden. De waarde ´eerlijkheid´ verhoudt

zich direct tot de kwaliteit ´eerlijkheid´.

Het is de kunst om dicht bij de eigen kwaliteiten te leven en te werken. Vaak wordt er

echter aan de andere kant begonnen, bij een relatie, of een taakfunctieomschrijving.

De functie, of de relatie vraagt…… en wij draaien.

Met de klok mee…….

Een uitgesproken kwaliteit van iemand wordt ook wel kernkwaliteit genoemd.

Te veel van de kernkwaliteit leidt tot een valkuil. Een loyale persoon kan bijvoorbeeld

slaafs, onderdanig worden. Het positief tegenovergestelde van de valkuil is juist de

uitdaging. Iemand met de kernkwaliteit loyaliteit zou als uitdaging wat meer

eigengereidheid kunnen gebruiken. Te veel van de uitdaging leidt tot de allergie.

Iemand met de kernkwaliteit loyaliteit kan absoluut niets met egotripperij.

In een team kan het zinvol zijn om het inzicht in de eigen en elkanders kwaliteiten te

verdiepen. Het kwaliteitenkwadrant kan daarbij als een goede kapstok fungeren.

Page 44: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

44

Kwaliteitenkwadrant

Wat anderen in mij

waarderen

Wat ik in anderen

aanmoedig/eis

Wat ik in anderen

bereid ben om door

de vingers te zien

Wat anderen mij

verwijten

Wat ik van mezelf

gewoon vind

Kernkwaliteit

+

Valkuil

-

Wat ik in mezelf

geneigd ben te

rechtvaardigen

Wat ik in mezelf zou

verafschuwen

-

Allergie

+

Uitdaging

Wat ik in mezelf mis

Wat anderen mij

aanraden te

relativeren

Wat ik in anderen

minacht

Wat ik in anderen

bewonder

Wat anderen mij

toewensen

- te veel kernkwaliteit = valkuil

- positief tegenovergestelde van de valkuil = uitdaging

- te veel uitdaging = allergie

- positief tegenovergestelde van allergie = kernkwaliteit

Opdracht:

Kies een kernkwaliteit van jezelf. Iets dat je gewoon vind van jezelf.

- Hoe komt deze kwaliteit tot uiting?

- Wat zou dan de valkuil van die kwaliteit zijn?

- Is dat ook werkelijk zo in jouw geval?

- Wat zou de allergie zijn die bij deze kwaliteit hoort?

- Ervaar jij die als reëel in je werk/leven?

- Wat is de uitdaging?

- Herken je die als zodanig?

Page 45: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

45

Evaluatie; Komt je kwaliteit uit de verf? In je werk, in je leven? Leidt deze kwaliteit tot

meer welzijn en welbevinden, of is het de aanleiding voor confrontatie, stress en

frustratie?

Schrijf nu voor elke collega een kwaliteit op een kaartje. Wissel de kaartjes uit.

Kies uit de kaartjes van je collega’s een kwaliteit die jij niet direct herkent ten aanzien

van jezelf, of een kwaliteit die je nieuwsgierigheid wekt.

- Kan dit een verborgen kwaliteit van je zijn?

- Zo ja, is deze kwaliteit te benutten? Hoe?

- Zou dat tot meer welzijn en welbevinden kunnen leiden?

Is er in jullie geval sprake van een teamkwaliteit?

I.

Reflecteer individueel over de gestelde vragen. Maak vervolgens eerst een

rondje over de eigen kernkwaliteit. Bepreek deze in de groep. Is die herkenbaar

voor de anderen?

Laat iedereen ten minste een verborgen kwaliteit benoemen. De deelnemers

mogen die dan toelichten.

Bespreek nu vervolgens de teamkwaliteit.

De onderstaande schema’s kunnen gebruikt worden.

Page 46: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

46

Wat anderen in mij waarderen

Wat ik in anderen aanmoedig/eis

Wat ik in anderen bereid ben om door de vingers te zien

Wat anderen mij verwijten

Wat ik van mezelf gewoon vind

Kernkwaliteit

valkuil

Wat ik in mezelf geneigd ben te rechtvaardigen

Wat ik in mezelf zou verafschuwen

Allergie

uitdaging

Wat ik in mezelf mis

Wat anderen mij aanraden te relativeren

Wat ik in anderen minacht

Wat ik in anderen bewonder

Wat anderen mij toewensen

Wat anderen in mij waarderen

Wat ik in anderen aanmoedig/eis

Wat ik in anderen bereid ben om door de vingers te zien

Wat anderen mij verwijten

Wat ik van mezelf gewoon vind

Kernkwaliteit

valkuil

Wat ik in mezelf geneigd ben te rechtvaardigen

Wat ik in mezelf zou verafschuwen

Allergie

uitdaging

Wat ik in mezelf mis

Wat anderen mij aanraden te relativeren

Wat ik in anderen minacht

Wat ik in anderen bewonder

Wat anderen mij toewensen

Wat anderen in mij waarderen

Wat ik in anderen aanmoedig/eis

Wat ik in anderen bereid ben om door de vingers te zien

Wat anderen mij verwijten

Wat ik van mezelf gewoon vind

Kernkwaliteit

valkuil

Wat ik in mezelf geneigd ben te rechtvaardigen

Wat ik in mezelf zou verafschuwen

Allergie

uitdaging

Wat ik in mezelf mis

Wat anderen mij aanraden te relativeren

Wat ik in anderen minacht

Wat ik in anderen bewonder

Wat anderen mij toewensen

Page 47: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

47

Werkvorm 10; Symbolen en rituelen

Symbool;

Een teken dat verwijst naar een achterliggende werkelijkheid. De functie van een

symbool zou omschreven kunnen worden als; “een voertuig naar de diepere gronden van

het bestaan”. Wanneer woorden niet meer afdoende zijn, verbeelden symbolen de

diepere betekenis. Symbolen kunnen ook een logo- functie hebben. (Zo is het kruis een

symbool voor het christendom en de halve maan het symbool voor de Islam.)

Ritueel;

Reeks van symbolische handelingen (bijvoorbeeld een viering, of ceremonie).

Metafoor;

Uitdrukking waarbij een begrip wordt vervangen door een beeld. Zo wordt bijvoorbeeld

getracht het abstracte begrip “God” te verduidelijken door de metafoor “Vader”.

Attributies (toeschrijvingen/kenmerken) van een vader worden zo geprojecteerd op God.

Symbolen en rituelen kunnen een belangrijke rol spelen binnen de thematiek van

zingeving en geloof.

In het geloof zijn symbolen en rituelen onmisbaar. Ze verbeelden een totaal onzichtbare

wereld. Een religieuze viering is daarom vrijwel altijd een aaneenschakeling van rituelen,

afzonderlijke symbolen en metaforen.

In persoonlijke zingeving spelen symbolen, rituelen en metaforen vaak onbewust ook een

belangrijke rol. Iedereen heeft wel een bepaald teken waar hij, of zij, zich ‘wel’ bij voelt.

Een persoonlijk teken als een soort uitdrukking van een stukje identiteit.

(Een… kruisje, hoofddoekje, ring, keppeltje, amulet, Ying Yang beeltenis, vlag, foto van

Che Guevara, pacifisme -kruis, Victorieteken, ….)

Rituelen kunnen in het dagelijkse leven veel ‘rust’ geven, bijdragen aan persoonlijk

welzijn en het gevoel van welbevinden. Zo kan voor kinderen een bedritueel, met alles

wat daarbij hoort, veel vertrouwdheid en een vredige, veilige slaap betekenen.

Maar… iedereen heeft zijn eigen rituelen. Vaak worden ze niet zo bewust beleefd, maar

het is juist wel aardig om ze te benoemen. Je kunt ze dan bewuster gebruiken en

inzetten wanneer de situatie daar om vraagt.

Page 48: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

48

Een interessante vraag in deze is ook de houding van de mens ten opzichte van bijgeloof.

Basale menselijke angsten worden daarbij ‘bezworen’ door rituelen (bijvoorbeeld loop

niet onder een ladder door).

Symbolen en rituelen kunnen zeer bruikbaar zijn in de hulpverlening. De onderstaande

casus is daar een voorbeeld van.

Casus: Een jongen van 16 jaar oud woont sinds korte tijd weer in de crisisopvang. Het

gaat niet goed met hem. Hij drinkt en is zo nu en dan onhandelbaar. Als kind heeft hij al

enige jaren in een leefgroep gewoond. Vader en moeder zijn in die tijd gescheiden. Vader

was alcoholist en moeder kon de zorg voor de kinderen niet aan.

Vader werd door de familie altijd afgeschilderd als ‘loser’ en het toonbeeld van alles wat

slecht was. De jongen ervoer echter een sterke band met zijn vader. Hij mocht hem

nauwelijks ontmoeten van de familie. Zijn vader vertelde hem wel dat hij zijn zoon erg

miste en daar heel veel verdriet van had.

Wanneer de jongen 15 jaar is sterft de vader aan een overdosis alcohol. Zijn lever

begeeft het. De jongen, die weer bij zijn moeder woont, begint na de dood van vader te

ontsporen in zijn gedrag.

In de crisisopvang vraagt hij of hij met iemand het graf van vader mag bezoeken omdat

die dan een jaar dood is. Iemand die een vertrouwensband heeft opgebouwd met de

jongen begeleid hem naar het graf van vader.

Onderweg naar de begraafplaats is de jongen zeer druk en praat uitgelaten, maar de

begeleider heeft het gevoel dat de jongen iets wil vertellen, maar niet weet hoe hij dat

moet verwoorden. Net voor aankomst komt het hoge woord eruit. De jongen geeft aan

dat hij zich zeer schaamt. Niet voor zijn vader, maar voor het feit dat de familie geen

geld wil uitgeven voor een fatsoenlijk graf en grafsteen. In hun ogen is vader immers

totaal mislukt. De jongen is boos op zijn familie en gaat zich vooraf verontschuldigen

voor het ‘sobere’ graf van vader. Hij heeft gelijk. Op een achteraf gelegen veldje ligt

vader begraven in een modderig stuk grond. Op zijn graf staat een gele marktprikker

waar met stift zijn naam op staat geschreven. Het is het soort prikkers dat je ook wel in

een emmer met bossen bloemen aantreft. De jongen is in tranen en schaamt zich

zichtbaar.

De begeleider laat de jongen enige tijd alleen bij het graf en zoekt hem daarna op. Hij

geeft aan dat het in de Joodse traditie de gewoonte is om een steen te zoeken en die

persoonlijk op het graf van de overledene te leggen, als teken van verbondenheid.

De begeleider stelt voor om een mooie steen voor de vader te gaan zoeken.

De jongen leeft op.

Page 49: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

49

Helaas vinden ze in het keurige wijkje waar ze lopen geen enkele ‘mooie’ zwerfsteen.

Zelfs geen kiezel. Totdat ze voor een heuse rotstuin staan. Beiden beginnen te lachen.

Even later zijn ze met een prachtige kei terug bij het graf van vader. De jongen kust de

steen en zegt; “Ik houd wel van je pap en deze steen betekent dat ik altijd bij je ben”.

Even later zitten beiden weer in de auto. De jongen is opgelucht en in een euforische

stemming. Hij heeft zijn vader zelf een grafsteen gegeven.

Opdracht:

- Wat zou jij gedaan hebben in dit geval?

- Heb je zelf een symbool dat een uitdrukking is voor je identiteit?

- Is er (on)bewust een ritueel dat je gebruikt?

- Heb je in je werk wel eens een ritueel gebruikt?

- Is er een pupil die gebaat zou zijn met een ritueel?

I.

Reflecteer enige tijd individueel over de gestelde vragen. Bespreek de vragen in

de groep.

Page 50: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

50

Werkvorm 11; zingeving en humor

Humor = situatie of uitspraak die vrolijke verbazing en gelach opwekt.

Een goede wetenschappelijke definitie van humor bestaat eigenlijk niet!

Functie van humor;

1. Identificatie (Ik ben niet de enige.)

2. Ontlading (Emotionele opluchting.)

3. Ontwapenend (We kunnen elkaar in de ogen kijken)

4. Relativering (Het valt allemaal wel mee. Het komt wel goed met ons.)

5. Verbinden (We begrijpen elkaar)

Gebruik van humor;

- Situatie |

- Taal | cabaret zoekt al deze mogelijkheden van humor op!

- Expressie/houding |

Humor kan welzijn en welbevinden (zingeving) enorm versterken en opbouwen;

Bron van;

- troost |

- kracht | therapeutische werking

- hoop |

Donkere kanten van humor;

- spot (doelgericht kwetsen)

- leedvermaak (genieten van iemands kwetsbaarheid)

- sarcasme (zwarte, destructieve grappen)

- cynisme (onderliggende boodschap in grappen)

- klieren (flauwekulleen)

Humor kan ook negatieve factor zijn;

- coping (vermijding)

- masker (verstoppen)

Humor is;

- Aangeboren? (De lach aan je kont hebben.)

- Aangeleerd? (Lachende jeugd gehad.)

Page 51: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

51

Humor is specifiek qua;

- persoonlijkheid

- familie

- cultuur

Stellingen;

- Humor is een voertuig waarmee je op een positieve wijze kunt communiceren!

- Met humor meer macht!

- Timing is wezenlijk wanneer je humor gebruikt.

- Misplaatste humor is ongelofelijk kwetsend.

- Humor is tijdbepaald/tijdgebonden.

Vragen;

- Is humor belangrijk in het team?

- Heeft humor een plaats in de groep?

- Sluit het gevoel voor humor van de jongeren aan bij het gevoel voor humor van het

team?

- Draagt humor in de groep bij aan het versterken van welzijn en welbevinden van de

jongeren?

- Kun je een situatie (casus) beschrijven waarbij humor in het spel was? Was de

gebruikte humor functioneel (opbouwend), of juist niet?

Opdracht (persoonlijk gebruik van humor).

Probeer onderstaande vragen voor jezelf te beantwoorden en met voorbeelden te

illustreren.

- (functioneel)

Heeft humor een functie voor je (identificatie, ontlading, ontwapening, relativering,

verbinding)?

- (therapeutisch)

Is het een bron van troost, kracht, hoop?

- (gerichtheid)

Gebruik je humor ook wel negatief? (spot, leedvermaak, sarcasme, cynisme, geklier,

coping, masker?)

- Definieer je gevoel voor humor. Is dat gevoel aangeboren, aangeleerd, cultuurbepaald?

Page 52: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

52

I.

In de voorbereiding van deze werkvorm is het belangrijk dat enige deelnemers

verschillende cabaretmomenten verzamelen en laten zien, of horen. 15 minuten

zijn genoeg.

Bespreek de aard van deze fragmenten in de groep. Is er sprake van cynisme,

sarcasme, leedvermaak, of spot in de fragmenten?

Reflecteer vervolgens individueel enige tijd over de gestelde vragen, stellingen

en persoonlijk gebruik van humor.

Bespreek de vragen in de groep. Toets elkanders inbreng.

Page 53: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

53

Werkvorm 12; Stress versus welzijn en welbevinden

Z i n g e v i n g = het streven naar welzijn en welbevinden.

S t r e s s = de spanning die in wisselwerking van persoon en omgeving ontstaat.

Stress wordt gezien als de ‘ziekte van de eeuw’ en leidt steeds vaker tot uitval op het

werk en thuis. Er zijn verschillende stressvormen aan te merken.

In de zorg is er geregeld sprake van emotionerende werkstress. Door de emotionele

betrokkenheid bij cliënten kan de spanning op de hulpverlener terugslaan.

(“Ik zou ze wel mee naar huis willen nemen!”)

Van gezagsondermijnende werkstress is sprake wanneer de cliënt tegenstand gaat

bieden zodanig dat de onderlinge verstandhouding zeer onder druk komt te liggen.

Incidenten, escalaties, ruzies, agressie leiden tot gezagsondermijnende werkstress.

Overdrachtelijke werkstress (secundaire traumatisatie) ontstaat wanneer het verhaal

van de cliënt een dermate impact heeft op de hulpverlener zodanig dat deze er zelf onder

gaat lijden.

(Verhalen over misbruik en mishandeling kunnen hartverscheurend zijn en een eigen

leven gaan leiden.)

Organisatie gerelateerde werkstress ontstaat wanneer het organisatiebeleid zich

vertaald in onwerkbare regels en protocollen, of productiecijfers. (“Zijn ze nu helemaal

daarboven! Dan kan ik mijn werk toch niet meer doen.”)

Teamstress duidt op fragmentatie in de samenwerking. Het onderlinge vertrouwen van

de medewerkers in elkaar kan ondermijnd zijn. (Erfenis teamcultuur)

Te veel (werk)stress ondermijnt het persoonlijke welzijn en het gevoel van welbevinden

zeer effectief.

Op een gegeven moment kan er zelf sprake zijn van uitputtende werkstress, ook wel

burnout-syndroom genoemd. Alle zingevingstrategieën die een mens tot zijn

beschikking heeft, zijn niet meer afdoende om een bepaald niveau van menselijk geluk te

ervaren.

Page 54: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

54

gestrest > overspannen > burnout

Van overspannenheid is sprake als de overbelasting enkele maanden heeft geduurd.

Herstel duurt meestal weken. Bij een burnout duurt de overbelasting langer. Het herstel

duurt doorgaans maanden.

Burnout zou je kunnen omschrijven als een dusdanige verstoring van het evenwicht

tussen psychische belasting en psychische belastbaarheid als gevolg van veranderingen

in individuele belastbaarheid en/of psychische belasting, dat bij het getroffen individu een

proces ontstaat van verminderd vermogen tot sociaal functioneren, gepaard gaande met

lichamelijke klachten, stemming- en/of gedragproblemen (Schroer, 1991)

Belastbaarheid > balans: < Belasting

- privé-situatie

- werkdruk

- persoonlijkheid

- achtergrond

- levenservaring

- opleiding

Signalen:

- verlies aan betrokkenheid bij werk, cliënten en collega’s

- moeheid

- prikkelbaarheid

- hoofdpijn

- slapeloosheid

- gebrek aan concentratievermogen

- angst

- duizeligheid

- gevoel van onwelbevinden (ongelukkig voelen)

In de zorg; cliënten behandelen op een niet-geëngageerde, mechanische, cynische,

rigide wijze. Door psychische inkapseling wordt de druk van het werk geblokt

(zelfbescherming). Schuldgevoel voor verlies van idealisme en betrokkenheid worden op

de omgeving afgereageerd. De hulpverlening kan gekenmerkt worden door

tegenoverdracht;

Page 55: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

55

Onder “tegenoverdracht” in de ruimste zin van het woord, worden al die emotionele

reacties (gevoelens, handelingen, gedachten) verstaan, die in een hulpverlenersituatie

optreden bij de behandelaar. Die reacties kunnen onder invloed staan van de eigen

onverwerkte problematiek van de hulpverlener (tegenoverdracht in de oorspronkelijke,

beperkte zin van het woord), maar ook veroorzaakt worden door de situatie waarin de

hulpverlener op dat ogenblik verkeert, thuis en in het werk, en door zijn karakter

(Hellinga).

Dus; Wanneer de hulpverlener reageert op de cliënt op een dusdanige wijze dat de cliënt

belemmerd wordt in zijn ontwikkeling, is er sprake van tegenoverdracht.

Worden tegenoverdrachtsreacties structureel, dan kan er sprake zijn van een

tegenoverdrachtpositie (I & II). (overlevingsstrategie)

I. Men verwijt falen aan omgeving.

II Men verwijt falen voornamelijk aan zichzelf.

Een tegenoverdrachtpositie kan een voorportaal zijn van een burnout.

Risicofactoren:

1. Onderwaardering

2. Hoge werkdruk (werkbelasting)

3. Externe signaalongevoeligheid (geen goede intervisie/supervisie)

4. Spanningverwekkende rolstructuur (dubbele agenda’s)

5. Gebrek aan autonomie (kunnen meebeslissen)

6. Slechte werksfeer (onderlinge verhoudingen)

7. Onvoldoende groeikansen (sleur)

8. Mislukkingen (gevoel van persoonlijk falen)

9. Signaalongevoeligheid (opofferingsgezindheid)

10. Onrealistische verwachtingen

11. Fase in loopbaan en levensloop (thirties)

12. Gebrek aan kennis en vaardigheden

Stressreductie:

1. fysieke ontlading; sport, ontspanningsoefeningen

2. emotionele ontlading; huilen, schreeuwen, trillen, geeuwen, lachen,….

3. realistisch denken; de situatie juist inschatten, niet erger, of minder erg maken

dan die is. [RET; rationeel emotieve therapie]

Page 56: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

56

Zingevingstrategieën;

- gebruik van humor

- tijd voor reflectie/meditatie/overdenking

- identiteitsontwikkeling

- rouwverwerking

- tijd voor fascinaties, hobby’s en levensmotto’s

- tijd voor cultuurdragers; muziek, theater, kunst, literatuur, sport,…

- ethische reflectie aangaande normen en waarden

- geloof/filosofie

- gebruik symbolen/rituelen

- formuleren van hoop, verwachtingen, dromen en illusies

- reflectie op kwaliteiten

- persoonlijke sociale kaart inzetten

- expressie gevoelens (op wat voor manier dan ook)

Het thuisfront is van onschatbare waarde. Het kan de psychische belastbaarheid enorm

versterken, maar eveneens ondermijnen (problemen in de privé-sfeer kunnen ook

emotionerende werkstress bevorderen.)

Vragen:

~ Hoe betrokken voel je je bij het werk? (jongeren, collega’s)

~ Herken je het fenomeen ‘tegenoverdracht’ in het werk?

~ Komen sommige risicofactoren je bekend voor?

~ Maak je gebruik van zingevingstrategieën om de balans te herstellen?

~ Is het fenomeen ‘persoonlijkheid’ volgens jou een doorslaggevend gegeven in het al

dan niet oplopen van een burnout?

~ Wat zijn volgens jou de grootste risico’s op een burnout wanneer je in een leefgroep

werkt?

Page 57: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

57

Casus: Een gemengd team (10 personen) werkt in de jeugdhulpverlening en is verantwoordelijk voor de begeleiding van ongeveer 40 jongeren in de leeftijd van 15 tot 18 jaar. De jongeren leven in zelfstandige woonunits en worden begeleid naar zelfstandigheid. De werkers zijn hoog opgeleid (HBO) en komen uit verschillende disciplines (SPH, maatschappelijk werk, onderwijs, welzijnswerk). De onderlinge werksfeer is goed. De collega’s zijn betrokken bij elkaar en kunnen hun verhaal in het team kwijt. Er is een kantoortje waar men elkaar geregeld treft en waar werkoverleg plaatsheeft. Ondanks de verschillende persoonlijkheden heeft iedereen een eigen plaats en inbreng in het team. Er is een teamleider die de belangen van het team bij de directie in het hoofdkantoor moet behartigen. De teamleider echter heeft moeite met die functie. Ze voelt zich vaak tussen de partijen instaan. Een relevant aantal jongeren is in het verleden getraumatiseerd geraakt en vraagt veel aandacht en zorg. Sommigen zijn bij het RIAGG in behandeling. De directie van de organisatie heeft een autoritaire stijl van leidinggeven. Zij vinden dat de werkers zich teveel in het kantoortje bevinden en te weinig op locatie zijn. Als argumentatie wordt door hen aangegeven dat wanneer zij op een willekeurig tijdstip naar het kantoortje bellen, er altijd mensen aanwezig zijn. De directie beslist dat het kantoortje opgeheven wordt en dat er op het hoofdkantoor op afspraak vergaderd gaat worden. Er komt tevens een nieuwe taakfunctieomschrijving voor de medewerkers. Die wordt qua verantwoordelijkheden naar beneden bijgesteld. De medewerkers mogen zich enkel nog op begeleidingstaken toeleggen (dat is goedkoper voor de organisatie). De doelgroep doet echter een voortdurend beroep op hen als hulpverleners. Wanneer er vragen over de begeleiding van sommige jongeren zijn, mogen ze contact opnemen met de orthopedagoog. Die is echter voor een gering aantal uren in dienst en kan relatief weinig ondersteuning bieden. Het team besluit een protestbrief aan de directie te schrijven waarin ze onderbouwen waarom ze hun kantoortje willen behouden. De directie reageert niet op de brief omdat er geen namen onder de brief staan, maar ondertekend is met alleen de naam van het bewuste team. De medewerkers voelen zich niet serieus genomen en vragen de teamleider in actie te komen. Die kiest gezien de druk echter de zijde van de directie en verhuist naar het hoofdkantoor. Ondertussen voelen mensen zich steeds minder betrokken bij het werk. Jongeren doen een sterk beroep op hen, maar de medewerkers zijn steeds minder bereid en in staat om op hun hulpvragen in te gaan. Dat leidt tot veel spanning op de werklocaties. Wanneer een aantal werksituaties escaleren, is het hek van de dam. De organisatie vindt dat ‘sommige’ medewerkers slecht functioneren en proberen hen zonder overleg over te plaatsen naar andere delen van de organisatie. Het team heeft echter het gevoel dat de directie een hecht team wil doorbreken, om op die manier controle te krijgen. Dan melden in korte tijd drie mensen zich ziek voor langere tijd. Ze zijn overspannen geraakt door de situatie en de term burnout steekt zo nu en dan de kop op. De mensen worden vervangen door medewerkers met tijdelijke contracten. De teamgeest is daarmee gebroken. De overgebleven medewerkers trekken zich terug op locatie en mijden contact met elkaar en het hoofdgebouw. Ze zitten des gevraagd vaak hun tijd uit op het werk. ~ Wat gebeurt hier? (Denk aan werkstress, werkbelasting, draagkracht, schuldgevoel, tegenoverdracht, risicofactoren en zingevingstrategieën) ~ Heeft het team juist gehandeld? ~ Wat hadden jullie gedaan om de zaak te redden?

Page 58: Zeg eens iets zinvols - Zingeving binnen teams

58

I.

Het is de bedoeling dat de deelnemers deze werkvorm vooraf voorbereiden. De

vragen moeten overdacht zijn voordat men aan het dialectisch gesprek begint.

Bespreek de vragen vervolgens met elkaar in de groep. Bespreek de casus als

laatste.