Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend...

24
1 Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven De wandeltocht Op zaterdag 30 juni 2007 gingen in de zaal Albatros in Zeebrugge-dorp meer dan zeshonderd wandelaars van start voor de eerste Zeehaven-Brugge Wandeltocht. De haven van Zeebrugge vierde zijn honderdste verjaardag. De wandeltocht is een idee van Jacques Neyts, destijds bestuurslid van vzw Zeehaven Brugge en ook van de Brugse Metten Wandelclub. De tocht kent elk jaar grote bijval. Covid 19 is er de oorzaak van dat de wandeling dit jaar voor de eerste maal niet onder normale omstandigheden kan doorgaan. Daarom deze speciale, uitgeschreven versie. Toen Zeebrugge nog niet bestond Tot 1895 was er van Zeebrugge geen sprake. De naam bestond niet eens en het hele gebied aan zee behoorde tot de zelfstandige gemeenten Heist, Lissewege en Uitkerke. In 1865 deed de begoede ingenieur en liberale schepen van Gent Auguste de Maere aan de gemeenteraad een voorstel om Gent met de zee te verbinden. Aan zee zou een haven komen met een rechtstreeks kanaal naar Gent. Zijn voorstel werd weggehoond. De ontgoochelde August de Maere trok zicht terug uit de Gentse politiek. In Brugge leerde de Maere de liberaal Julius Sabbe kennen. De ook uit Gent afkomstige atheneumleraar zocht een middel om Brugge uit de armoede te halen. Graag paste de Maere zijn plannen aan en samen ijverden zij voor een haven met een rechtstreekse verbinding naar…. Brugge. In 1895 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers de subsidie goed voor de bouw van de haven. De werken gingen van start en in 1907 huldigde koning Leopold II de nieuwe haven in. De haven kende een bestaan van oorlog en vrede, van crisis en welvaart, van vallen en opstaan. Zeebrugge heeft dus zijn ontstaan te danken aan twee uitgeweken Gentenaren ! Baron August de Maere d’Aertrijcke maakte de inhuldiging van “zijn” haven niet meer mee en overleed in Aartrijke in 1900. Julius Sabbe overleed in Brugge in 1910.

Transcript of Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend...

Page 1: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

1

Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven De wandeltocht Op zaterdag 30 juni 2007 gingen in de zaal Albatros in Zeebrugge-dorp meer dan zeshonderd wandelaars van start voor de eerste Zeehaven-Brugge Wandeltocht. De haven van Zeebrugge vierde zijn honderdste verjaardag. De wandeltocht is een idee van Jacques Neyts, destijds bestuurslid van vzw Zeehaven Brugge en ook van de Brugse Metten Wandelclub. De tocht kent elk jaar grote bijval. Covid 19 is er de oorzaak van dat de wandeling dit jaar voor de eerste maal niet onder normale omstandigheden kan doorgaan. Daarom deze speciale, uitgeschreven versie.

Toen Zeebrugge nog niet bestond Tot 1895 was er van Zeebrugge geen sprake. De naam bestond niet eens en het hele gebied aan zee behoorde tot de zelfstandige gemeenten Heist, Lissewege en Uitkerke. In 1865 deed de begoede ingenieur en liberale schepen van Gent Auguste de Maere aan de gemeenteraad een voorstel om Gent met de zee te verbinden. Aan zee zou een haven komen met een rechtstreeks kanaal naar Gent. Zijn voorstel werd weggehoond. De ontgoochelde August de Maere trok zicht terug uit de Gentse politiek.

In Brugge leerde de Maere de liberaal Julius Sabbe kennen. De ook uit Gent afkomstige atheneumleraar zocht een middel om Brugge uit de armoede te halen. Graag paste de Maere zijn plannen aan en samen ijverden zij voor een haven met een rechtstreekse verbinding naar…. Brugge. In 1895 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers de subsidie goed voor de bouw van de haven. De werken gingen van start en in 1907 huldigde koning Leopold II de nieuwe haven in. De haven kende een bestaan van oorlog en vrede, van crisis en welvaart, van vallen en opstaan.

Zeebrugge heeft dus zijn ontstaan te danken aan twee uitgeweken Gentenaren ! Baron August de Maere d’Aertrijcke maakte de inhuldiging van “zijn” haven niet meer mee en overleed in Aartrijke in 1900. Julius Sabbe overleed in Brugge in 1910.

Page 2: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

2

Van plankendorp tot woonkern Op 1 juni 1894 tekende de Belgische staat, de stad Brugge en de ingenieurs Louis Coiseaux en Jean Cousin een overeenkomst voor de bouw van de haven. Een nieuwe vereniging, de M.B.Z. zal de haven uitbaten en besturen.

In 1897 werkten er zo’n 1.500 werklieden aan de bouw van de haven. Die arbeiders kwamen -dikwijls met hun hele gezin- zowel uit het binnenland als uit de vreemde. De meesten verbleven tijdelijk in “Zee-Brugge”. Er waren voorlopige woningen nodig. Deze werden opgetrokken in hout, want ze waren maar voorlopig neergezet. Daarom werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd.

De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten liepen doelloos in het rond. Het dichtstbijzijnde schooltje in Lissewege of Blankenberge was op één uur stappen door de duinen. Dat was in de winter een ondoenbare zaak !

Daarom vroegen de havenondernemers Cousin en Coiseau aan de Brugse bisschop Gustave Waffelaert de opening van een lagere school. Op zaterdagmorgen 23 april 1898 arriveerde zuster Godelieve, bijgestaan door zuster Joséphine en zuster Lutgarde van de ‘Orde der Zusters Dienstmaagden van Maria’ uit Ruddervoorde in “Zee-Brugge”. Deze zusters waren van dezelfde orde als de zusters die de school in Lissewege leidden. Ze konden voorlopig in het klooster bij hun medezusters logeren. Op 25 april 1898 openden zij in een omgebouwd logementshuis een schooltje. Meteen telden zij 135 leerlingen, zowel meisjes als jongens en van alle ouderdom en afkomst. De lessen werden in ’t Vlaams en in ’t Frans gegeven. Want niet alleen Vlaamse maar ook Franse, Italiaanse, Duitse en Portugese kinderen volgden de lessen en dit zowel van Katholieke als Protestantse ouders. Later werd ‘n klooster met school gebouwd. In 1907 telde de school meer dan 300 leerlingen.

Page 3: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

3

We beginnen onze tocht aan de hoofingang van de kerk. Voor wie met de auto komt is er wel altijd een parkeerplaatsje in de buurt. Het is er vrij parkeren. Wie voor de kusttram kiest stapt af aan de halte “Zeebrugge-Kerk”.

Op vraag van de zuster Joséphine werd in 1900 een nieuwe parochie opgericht. In “Gazette van Brugge” van 27 oktober 1900 lezen we dat er op 19 oktober 1900 een Koninklijk Besluit is verschenen waarin de oprichting van een hulpkerk wordt aangekondigd. De parochie is gewijd Sint-Donatus, de patroonheilige uit de 4de eeuw van de stad Brugge. Trouwens, in het centrum van Brugge, op de Burg stond ooit de Sint-Donaaskathedraal. Deze werd tijdens de Frans periode verkocht en afgebroken.

In datzelfde jaar 1910 duidt de stad Brugge buiten de havenzone een stuk grond aan voor de bouw van een definitieve parochiekerk. De Brugse architect René Buyck tekent de plannen. De kerk zal gebouwd worden rechtover het nieuwe stadhuis van Zeebrugge en het centrum van het nieuwe dorp vormen. Op 2 februari 1911 wordt de kerk plechtig ingezegend. Maar de Zeebrugse parochianen kunnen echter niet lang genieten van hun kerk. De Duitsers bezetten Zeebrugge en zien in de kerktoren een referentiepunt voor op zee varende vijandelijke schepen. Op tweede kerstdag van 1914 beginnen ze de kerktoren af te breken. Op het einde van de oorlog ligt Zeebrugge midden in het oorlogsgebied . Op 8 mei 1918 brandt de kerk af. Deze wordt pas hersteld in 1920. Tot dan moet Zeebrugge het doen met een noodkerk.

De geschiedenis herhaalt zich in de oorlog ‘40-’45. Zeebrugge is in handen van de Duitsers. De kerk wordt volledig vernield. Een noodkerkje wordt ingericht in de Ploegstraat. Pas op 7 november 1944 wordt Zeebrugge-dorp bevrijd. Het herbouwen van de kerk duurt echter tot in 1951. Na 1900 kende Zeebrugge geen 1.000 inwoners. Maar iedereen was het er over eens dat de bevolking nog enorm zou toenemen. De wijk Zeebrugge kreeg dan ook een eigen stadhuis ! We gaan rechts op het smalle

pad naast de kerk. Links, tegenover de achterzijde van de kerk -nu St.-Donaasstraat 4 en 6- zien we het oude stadhuis uit 1906, het is dus nog vóór de kerk gebouwd.

We staan voor het stadhuis dat werd getekend door architect Jozef Viérin. Het ontwerp van het gebouw kreeg veel erkenning. Boven de inkomdeur prijkt het wapenschild van Brugge en de naam “Zee-Brugge”. Tijdens de oorlogen kreeg het gebouw het zwaar te verduren en kwam leeg te staan. De sloping was heel nabij. In 2014 bracht de groep Vivendo er na verbouwing een 30-tal woningen in onder. Het oude stadhuis van Zeebrugge is gered voor de komende generaties.

Page 4: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

4

We gaan naar rechts, via de Sint-Donaaskerkstraat en komen in de Heiststraat.

De Heiststraat is de verbinding tussen Zeebrugge en Heist en ook één van de oudste straten van Zeebrugge-dorp. Op 7 augustus 1899 werd de straatnaam toegekend door het Brugse stadsbestuur. De straat verloor echter vlug aan belang toen Leopold II tussen 1900 en 1909 de Koninklijke Baan en de Kustlaan liet aanleggen. We wandelen in de Heiststraat naar links tot aan de hoek met de Ploegstraat.

Deze prachtige woning op de hoek werd in 1908 opgetrokken door de Zeebrugse aannemer Wildemeersch die er een warenhuis van Delhaize wilde in onderbrengen. Er waren bij de bouw echter problemen met de funderingen. Uiteindelijk haakte het warenhuis af. Het pas gebouwde pand had veel te lijden onder de veelvuldige bombardementen in de eerste wereldoorlog. Ook in ’40-’45 liep het pand veel schade op. Alleen het karkas van het huis bleef gespaard. In 2004 volgde een ‘kunstige herstelling’ onder de leiding van de Oostendse architect Grimmelprez.

We stappen de Ploegstraat in en gaan naar het Marktplein. Tot aan de gronden waar we ons nu bevinden reikten vroeger talrijke landbouwgronden. Daarom gaf de Brugse gemeenteraad in 1899 aan enkele nieuwe straten in de buurt de namen van landbouwwerktuigen.

Voor ons staat het Gemeenschapshuis van Zeebrugge. Toen burgemeester Pierre Van Damme in 1950 zijn plannen bekend maakte voor de uitbouw van de haven vreesden heel wat inwoners dat het dorp zou opgeslorpt worden door het oprukkend havengebied. De bouw van een groot gemeenschapshuis moest die angst tegenspreken. De Brugse architect Luc Viérin tekende het stijlvol gebouw dat dertig jaar na de plannen in 1982 werd ingehuldigd door burgemeester Frank Van Acker.

In het Gemeenschapshuis kan de Zeebruggenaar terecht voor administratieve zaken. Er is ook een afdeling van de bibliotheek gevestigd, benevens een ontmoetingszaal en een trouwzaal. De lokale politie heeft er haar burelen. De huizen die rond het Marktplein gebouwd zijn, dateren bijna allemaal van na de tweede wereldoorlog. We stappen links naast het Gemeenschapshuis, via de Zeemansstraat en gaan rechtdoor naar de Blokschepenstraat en dan verder in het autoluwe straatje

De Blokschepenstraat werd in 1924 genoemd ter herinnering aan de drie schepen die -gevuld met cement- op 23 april 1918 in de havengeul werden tot zinken gebracht. Op die wijze werd de Duitse uitvalshaven geblokkeerd.

Page 5: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

5

We komen in de tuinwijk Zeemanshaard. Om de geschiedenis van deze cité neer te schrijven moeten we terug naar 1920. In dat jaar werd beslist om in Zeebrugge een vissershaven met vismijn te bouwen. Tot dan moesten de vissers het doen met een kleine aanlegsteiger. De meeste vissersfamilies woonden in Heist en men dacht dat vele vissers met hun gezin naar Zeebrugge zouden verhuizen. De samenwerkende Vennootschap Zeemanshaard werd opgericht en in 1921 kocht deze maatschappij een stuk grond van de Belgische Staat voor de bouw van goedkope woningen voor vissersfamilies.

De Brusselse architect Camille Damman tekende een gezellige woonwijk met ruim honderd woningen. Maar de meeste vissersfamilies waren honkvast en bleven in hun vertrouwde Heist wonen ! Ze voeren zelfs nog jaren onder het kenteken van Heist.

Nochtans, bij de inhuldiging van de wijk werden kosten noch moeite gespaard, zoals we lezen in de krant “La Patrie” van 12 september 1925. “Le toutes monde” was aanwezig en er werd goed gedronken en getafeld.

Midden in de wijk is het Admiraal

Keyesplein de blikvanger. Het plein is genoemd naar de Britse Admiraal Sir Roger Keyes. Hij was de bevelhebber tijdens de befaamde raid op Zeebrugge op 23 april 1918. Op het plein werd in 1998 een monument geplaatst om dit uitzonderlijk feit te herdenken. Het gedenkteken werd opgericht met stenen die afkomstig zijn van de oude havenmuur, waar de gevechten zich afspeelden. Sir Keyes had een enorme staat van dienst. Hij overleed in 1945 op 73 jarige leeftijd.

Page 6: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

6

We verlaten het Admiraal Keyesplein aan het monument via de Vindictivestraat en stappen rechtdoor, kruisen de Heistraat en via het Zandrietpad komen we aan de Sint-Donaasstraat. We gaan rechtdoor tot vóór de trappen die naar de Kustlaan leiden. Daar wandelen we naar rechts, door het St-Donaaspark.

De Vindictivestraat werd zo genoemd bij haar ontstaan op 14 november 1924, dit ter herdenking van de oude Engelse kruiser De Vindictive -De Wraakzuchtige-, die op de memorabele Saint-George’s Day van 23 april 1918 samen met 75 andere schepen werd ingezet om de haven van Zeebrugge te blokkeren. De blokkade van de haven moest verhinderen dat de Duitse onderzeeërs, die zich in de Brugse binnenhaven schuil hielden, de Noordzee bereikten waar ze Engelse schepen tot zinken brachten. De Vindictive was speciaal omgebouwd om aan de muur van Zeebrugge aan te leggen en troepen aan land te brengen. Een haast onmogelijke onderneming. Tot op slechts 300 meter van de havenmuur genaderd, werd de kruiser hevig onder vuur genomen. Zwaar gehavend en brandend wist het schip niettemin de muur te bereiken. Na de aanval op Zeebrugge wist de HMS Vindictive terug de open zee te kiezen en te ontkomen. Dit oorlogsgebeuren maakte in totaal minstens 200 doden en talrijke vermisten, zowel aan Engelse als aan Duitse zijde.

Hoewel de Vindictive haar taak niet volledig kon uitvoeren, heeft zij het toch mogelijk gemaakt dat de blokschepen de laatste mijlen van hun traject konden doorstomen.

Twee schepen, de Intripid en de Iphigenia waren geladen met cement en brachten zichzelf tot zinken in de vaargeul tot de haven. Zo sloten ze de vaarroute van de Duitse U-boten zo goed als volledig af. De Duitsers verwijderden de houten staketsels aan de oevers in een poging om de doorgang te herstellen. Pas in 1921 werden de wrakken gelicht.

Page 7: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

7

Het Sint-Donaaspark met z’n speelpleintjes werd aangelegd voor de lokale bewoners Ouderen genieten er midden deze groene oase. We verlaten het park en gaan een stukje in de Sint-Donaasstraat naar links en dan via de helling naar de kustlaan.

We dwarsen de Kustlaan op de fietsbaan vóór de brug die met verkeerslichten is beveiligd. We gaan -rechts voor ons- naar het uitkijkpunt op de Zweedse kaai.

De vier grote ophaalbruggen van de Pierre Vandammesluis zijn genummerd. Wij staan aan de bruggen 3 en 4. Brug nr 4 ligt het meest zeewaarts.

De Pierre Vandammesluis werd in gebruik genomen in 1984. Momenteel is het de enige grote sluis van de haven. Hij is 500 M lang, 57 M breed en 18,5 M diep. De sluis verbindt de tij-gebonden voorhaven met de tij-ongebonden achterhaven. Als de bruggen zijn opgehaald, wordt het verkeer -ook de tram- omgeleid naar de andere twee bruggen. Onlangs waren de vier bruggen aan onderhoud toe. Dat gebeurde beurtelings en niet zonder ernstige verkeershinder.

Met een beetje geluk zie je hier de reusachtige autoschepen voorbij varen. Zeebrugge verwerkt elk jaar 3.000.000 nieuwe wagens en staat daarmee aan de absolute top inzake autotransport.

Momenteel kunnen zeeschepen de achterhaven alleen bereiken via de Pierre Vandammesluis. Dat is onvoldoende. Als de sluis defect raakt zitten schepen vast, met veel economische schade als gevolg.

In 2024 wordt er gestart met de bouw van een nieuwe sluis. Het doorgaand verkeer zal via tunnels onder de nieuwe sluis worden geleid. Er wordt maximaal rekening gehouden met de leefbaarheid van Zeebrugge. De nieuwe sluis komt op de plaats van de oude Visartsluis die vandaag niet meer beantwoordt aan de noden van de moderne scheepvaart. De bouw van een nieuwe zeesluis is dan ook een noodzaak om in de toekomst de continuïteit van de havenwerking te verzekeren.

In 1966 werd de Zweedse kaai gebouwd. Diepte 15 meter. Schepen kunnen hier aanmeren in afwachting dat ze de sluis binnenvaren. Aan deze kaai meren ook de cruiseschepen aan, met directe verbinding naar de ABC-cruiseterminal. In de verte ziet u de oude havenmuur met havenhoofd uit 1907

Page 8: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

8

We laten de bruggen achter ons en gaan op het pad naast de kustlaan en stappen rechts de Rederskaai in. Links, aan het einde van het Prins Albertdok ligt het oude lichtschip de West-Hinder op het droge. Later komen we daar uitvoerig op terug. Onze aandacht gaat nu vooral naar het imposante ABC-gebouw. Het gebouw werd ingehuldigd op vrijdag 15 juni 2018 en werd gebouwd in het kader van een groots opgezet urbanisatieproject rond de oude vissershaven en de vismijn. De letters ABC staan voor Artes – Brugge – Cruises. De firma Depret die thans Artes heet is de bouwheer. Dit bedrijf kende de laatste decennia een enorme groei en is via de zusterbedrijven Woudenberg, Depret, Roegiers, CAAAP en Van Maele actief over heel het land in burgerlijke bouwkunde, waterbouw, renovatie- en restauratiewerken en betonbouw. Vele grote projecten worden via Artes gerealiseerd.

Jaarlijks ontvangt Zeebrugge zo’n 150 cruiseschepen die een half miljoen passagiers naar Brugge en omgeving brengen. De gemakkelijke nautische toegang en de directe nabijheid van Brugge maakt van Zeebrugge de belangrijkste cruisehaven van Vlaanderen. De bouw van een volwaardige cruiseterminal was nodig. Het ABC-gebouw biedt een oplossing voor deze noodwendigheid.

Dit gebouw is ontworpen door Architectengroep Saelens die ook het interieur tekende en is 38 meter hoog. Het telt 9 bouwlagen en een ondergrondse parking. Het gelijkvloers meet 2.700 M². Daar bevindt zich de accommodatie voor inscheping en ontvangst van de passagiers, administratie, douane en toeristische infrastructuur. De tussenverdiepingen zijn in gebruik door de firma Artes. Op de 7de verdieping is er een bezoekerscentrum met een zaal voor ontvangsten. Op acht en negen hoog vind je het restaurant “Njord”. Een restaurant in Scandinavische stijl, en met een prachtig panorama op de haven. Het restaurant wordt uitgebaat door de familie Dendooven, sedert generaties gekend van “Ter Doest” in Lissewege. Het ABC-gebouw heeft een mooie toekomst voor zich. Het cruisetoerisme is steeds meer in trek. Liefst twee derden van de in Zeebrugge ontscheepte passagiers brengt een bezoek aan Brugge. Ook voor de stad is het ABC-gebouw van groot belang.

Inzake passagierstrafiek heeft Zeebrugge de wind in de zeilen. Zo kende de haven vorig jaar 715.000 cruisepassagiersbewegingen en daarenboven ook nog 300.000 ferrypassagiersbewegingen. Dus meer dan 1.000.000 passagiersbewegingen samen.

Page 9: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

9

We passeren voorbij het ABC-gebouw en gaan rechtdoor. Voor ons staat het “Corps de Garde” van de Zeemachtbasis. We bevinden ons langs de Graaf Jansdijk. De straatnaam duikt voor het eerst op in een document uit 1714. Langs de Vlaamse kust is er in bijna elke gemeente een Graaf Jansdijk. Deze werd reeds in de 15de eeuw aangelegd als bescherming van de polders tegen de zee. De dijk lag grotendeels in de duinen. De uitbouw van de haven en de Marinekazerne brengt daar in 1960 verandering in.

De Marine heeft ‘n historie van ups en downs gekend. Tot na de eerste wereldoorlog was er van een vaderlandse zeemacht niet veel te bespeuren. In 1918 kreeg ons land van de geallieerden een cadeau van elf op de Duitsers buitgemaakte torpedoboten en zesentwintig mijnenvegers.

In 1923 kregen we van de Fransen het opleidingsschip l’Entrecasteau in bruikleen. Maar in 1927 werd dit schip teruggegeven. En de Zeemacht gewoon afgeschaft. Geen interesse en geen geld (in die tijd al !).

In 1940 toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, beschikte België nog steeds niet over een marine. Tijdens de oorlog werd dan maar een Belgische Sectie van de Royal Navy opgericht.

Na 1945 wordt de marine uitgerust met schepen, verworven via van de geallieerden. Hierdoor kreeg België ook haar eerste, echte vloot. Op 1 februari 1946 wordt in Oostende de Zeemacht opgericht en in 1947 volgt ook de Muziekkapel van de Zeemacht.

Tot 1951 was Oostende dé basis van de Belgische Zeemacht. In dat jaar werd het reservedepot van Zeebrugge opgericht. In 1969 wordt een eerste tijdok met een lengte van 410 M bij 150 M breedte gebouwd. In 1976 werd de nieuwe Zeemachtbasis in Zeebrugge een feit en wordt een ontschepingshelling aan de infrastructuur toegevoegd. De basis wordt tussen 1978 en ‘81 uitgerust met een ziekenboek, logementsblokken en technische lokalen. Een tweede dok met een kaaimuur van 1 KM lengte wordt in gebruik genomen

In 1990 wordt de Zeemacht omgedoopt tot de Marine en grotendeels gecentraliseerd in Zeebrugge. De Marine deelt ook in de besparings- en hervormingsplannen van defensie en er worden geen nieuwe schepen meer gebouwd. De mijnenvegers gaan buiten dienst en de vier fregatten worden vervangen door twee tweedehandse Nederlandse fregatten.

De kazerne telt vandaag tussen 1.000 en 1.500 manschappen, volgens het aantal aangemeerde schepen. Tot de taken behoren o.a. de strijd tegen criminaliteit en assistentie van diverse NAVO-operaties

Page 10: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

10

Op het einde van de Graaf Jansdijk kan u niet naast het Visserskruis kijken. Het monument staat op het plein tussen de Graaf Jansdijk en de Paardenmarktstraat. We gaan voorbij het Visserkruis naar de Paardenmarktstraat.

Het Visserkruis werd opgericht op voorstel van de toenmalige schepen van Brugge Pierre Vandamme. Later zou hij burgemeester en havenvoorzitter worden. Pierre Vandamme had tijdens de eerste wereldoorlog in 1915, in het Franse Fécamp, een kruis gezien dat ter nagedachtenis van de op zee gebleven vissers was opgericht. De Brugse architect Viérin tekende het ontwerp en in 1936 werd het kruis ingewijd door de Brugse bisschop Lamiroy. Het Visserskruis was verticaal gegoten en kostte toen 80.000 Frank. In januari 1941 werd het kruis door de Duitsers opgeblazen want zij vonden het monument een te herkenbaar navigatiepunt. In augustus 1947 werd het monument horizontaal her-goten en opnieuw opgericht. De Belgische Betonmaatschappij -het huidige BESIX- gaf het als geschenk aan de haven. De namen van alle op zee gebleven vissers staan er op vermeld. ← Het eerste Visserkruis 1936.

Aan het Visserskruis heb je een uniek zicht op een deel van de moderne haven met de containerterminal. U ziet ook de oude vaargeul, waar schepen de haven binnenvaren via de oude Visartsluis. Deze vaarroute wordt na ingebruikname van de nieuwe zeesluis de tweede inkom naar de achterhaven met druk scheepvaartverkeer.

We laten het Visserskruis achter ons en gaan via de Paardenmarktstraat

richting jachthaven. De naam Paardenmarktstraat werd op 7 april 1936 toegekend en verwijst naar de zandbank rechtover de monding van het Zwin. Deze was reeds in het jaar 1400 bekend onder de naam Paardenmarkt.

Waar vroeger de vissershaven was, dobberen nu pleziervaartuigen. De jachthaven in het Prins Albertdok wordt sinds 1951 beheerd door de Royal Belgian Sailing Club of kortweg RBSC. De club is meer dat 150 jaar oud en beschikt in Zeebrugge over ruim 250 ligplaatsen voor zeewaardige jachtschepen met directe toegang tot de Noordzee.

De Gentse architect Wim Goes is de ontwerper van het clubhuis “Alberta”. Die naam verwijst naar het stoomschip waarmee Leopold II in 1907 de haven kwam inhuldigen. Het gebouw is perfect geïntegreerd in het landschap en beantwoordt aan alle normen en noden van de gebruikers. Vanaf het ruime dakterras kan men genieten van de dynamische omgeving van de haven. De Royal Belgian Sailing Club won in 2013 de Belgian Building Award .

Het clubhuis en restaurant Alberta zijn open voor het publiek. Ook niet-leden van de Royal Belgian Sailing Club weten een bezoekje steeds te waarderen. Een aanrader.

Page 11: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

11

We vervolgen onze weg langs de De Omooikaai. Deze werd in 1954 genoemd naar het jacht “Omooi” dat na een wereldreis van meer dan twee jaar op zondag 3 augustus 1953 onder grote belangstelling in Zeebrugge aanmeerde.

Hier staat “De Virtus” te kijk. De garnaalkotter die aan boomkorfvisserij deed heeft er na zes jaar van renoveren en de nodige problemen een mooie plaats gekregen als eerbetoon aan de Zeebrugse garnaalvisserij. Dat verdient een woordje uitleg.

De Z 533 had reeds in heel wat watertjes gevaren alvorens het schip in juli 2011 een plaats als visserijmonument kreeg aan de jachthaven in Zeebrugge. De stalen garnaalkotter werd gebouwd in 1965 op de werf van de scheepbouwer De Graeve in opdracht van de Heistse familie Rappé. De garnaalkotter heeft een lengte van 21 M en is bijna 6 M breed. Hij werd in 2004 uit de vaart genomen.

Het stalen schip werd voor € 50.000 gekocht door Westtoer die er in totaal meer dan € 200.000 aan renovatiekosten aan spendeerde. In 2011 werd het aan de stad Brugge geschonken. Nu fungeert het als monument ter herinnering aan de Zeebrugse visserij.

We gaan langs de Rederskaai en komen voorbij het vervallen pand café Wittekerke. Hier werden talrijke opnamen gemaakt van het succesvolle VTM-feuilleton met de naam “Wittekerke”. De serie werd van 1993 tot 2008 hét succes van VTM.

Op de 31e augustus 1993 werd de eerste aflevering uitgezonden van Wittekerke. Er zouden in 15 jaar nog 1067 afleveringen volgen. Op 26 augustus 2008 werd de laatste episode uitgezonden. Het café heette “De Schorre” en was het decor voor de verhalen die zich in de fictieve gemeente Wittekerke afspeelden. In al die jaren passeerden meer dan 200 acteurs de revue. Slechts de acteurs Marc Goessens en Greet Rouffaer maakten de volledige serie mee.

Wittekerke was de carrièrestart van Kurt Rogiers, Werner De Smet en Veerle Baetens. Anderen hebben grotendeels hun naambekendheid aan de serie te danken.

Een eind verder langs de kaai is de huidige bistro Wittekerke. Ook die zaak komt voor in de serie als café “ ‘t Anker”. Thans is het een van de betere bistro’s in de buurt van de jachthaven van Zeebrugge. Een aanrader !!

Page 12: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

12

We stappen recht naar het einde van de Rederskaai en gaan dan naar rechts,

richting Westhinder. Het voormalige lichtschip maakt nu deel uit van Seafront, het maritiem themapark dat gevestigd is in de voormalige vismijn van Zeebrugge.

Sedert 1864 werden voor onze kust lichtschepen ingezet om de gevaarlijke zandbanken aan te duiden. Twee zandbanken, de Wandelaar en de Westhinder werden aangeduid door de drie lichtschepen “West-hinder”. Terwijl één lichtschip in zee lag, werd het tweede aan de wal onderhouden. Het derde was dan stand-by. De West-hinder I, II en II werden in 1950 gebouwd en hadden een bemanning van negen man aan boord. In 1994 werden ze uit dienst genomen en vervangen door goedkopere, onbemande lichtboeien.

De West-hinder I kreeg in 2002 een herbestemming als Maritiem bezoekerscentrum op de Schelde in Rupelmonde-Kruibeke. De West-hinder II ligt sedert 1995 op de wal in Zeebrugge en maakt er deel uit van Seafront. De West-hinder III is toegewezen aan Antwerpen waar het deel uitmaakt van het Maritiem Museum aan het MAS.

We gaan voorbij de West-hinder, richting oude vismijn en stappen tussen het

Prins Albertdok en het oude vismijngebouw verder. Hier huist nu sedert 1995 “Seafront”, een Maritiem Centrum dat op recreatieve manier informatie biedt over het thema “de zee”.

Tot na 1900 legden de Heistse vissers hun sloepen op het strand. Immers, van Zeebrugge was toen nog geen sprake ! Van Zeebrugse vissers evenmin. Vóór de eerste wereldoorlog was er in Zeebrugge slechts een kleine schuilhaven, zonder kademuren maar met een stenen glooiing en een houten staketsel. Deze werd in 1906 voor het eerst in gebruik genomen en nog geen tien jaar later, in de eerste wereldoorlog, al weer door de Duitsers vernield.

HEIST 1900 ZEEBRUGGE 1930

Het is pas nà 1918 dat er wat beweging in de Zeebrugse vissershaven komt. Toen werd er geld vrijgemaakt voor de heropbouw van de haven. In 1923 kwam de eerste uitrusting voor de vissershaven en meteen werd ook de bouw aangevat van een bescheiden vismijn. De eerste stap was gezet.

Page 13: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

13

In 1957, bij de viering van 50 jaar zeehaven kreeg het dok de naam Prins Albertdok. Het was de latere koning Albert II die toen het dok inhuldigde. De bouw van de vismijn gebeurde in meerdere fasen en werd aangevat in 1923. In 1934 werd er reeds een nieuwe grotere vismijn neergezet. Van toen dateert de verbinding met het spoor, waarvan er nu nog steeds rails te zien zijn. Amper één jaar later werd het gebouw reeds vergroot. Na de tweede wereldoorlog moest men het stellen met een voorlopige mijn, want de oude vismijn was (alweer) door de Duitsers vernield. Het huidige gebouw dateert van 1948 en was oorspronkelijk 180 meter lang. In 1960 werd daar een bijna losstaand deel aan toegevoegd. Het laatste stuk van de oude vismijn is uit in 1971. In 1993 werd de nieuwe vishalle in gebruik genomen.

De toekomst van de oude vismijngebouwen blijkt niet zo eenvoudig te bepalen. Nu is het maritiem belevingscentrum “Seafront” er in onder gebracht. Elk jaar ontvangt het centrum zo’n 50.000 bezoekers. Maar plannen voor appartementsbebouwing met zicht op de jachthaven duiken steeds meer op. We wandelen langs het water tot de eerste doorsteek, waar het vismijngebouw is onderbroken en komen in de Vismijnstraat. We gaan rechts tot het einde.

Enkele viswinkels, kledingboetieken en gezellige cafés met terras nodigen ons uit. Tijd om te shoppen of zin in een in een drankje ? Ga je gang.

Op het einde van de Vismijnstraat begint de Tijdokstraat. Tegenaan de jachthaven is de steiger waar de “Zephira” uitvaart voor een tocht in de haven.

Een rondvaart in de haven is een aanrader. Je ziet de marinebasis, de grote Pierre Vandammesluis, het windturbinepark, het sternen-eiland en de grote cruiseschepen. Je vaart langs de kaden waar de vele immense containerschepen worden geladen en gelost. En de activiteiten van de baggerschepen zijn interessant om te zien. Een rondvaart duurt 75 minuten.

We wandelen nu langs de Tijdokstraat. Vroeger was het hier een drukte van jewelste. De nieuwe jachthaven was tot voor een paar jaren ‘n tijdok waar scheeps-herstellingen plaatsvonden. Een tijdok is een gegraven dok dat niet voorzien is van deuren, zodat eb en vloed er vrij spel hebben. Dat is de reden waarom de stad de naam Tijdokstraat heeft ingevoerd. Tot in 2013 lagen er nog enkele scheepswrakken in het dok te verkommeren. Deze zijn toen op bevel van de overheid weggehaald om de uitbreiding van de jachthaven mogelijk te maken.

Page 14: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

14

We gaan rechts de Werfkaai in. De kaai heet zo sedert 1899. Ook hier was het één en al bedrijvigheid in scheepsbouw en scheepsherstelling. De vissers hadden er hun vaste afspraken en deden er hun commercie.

In de tweede wereldoorlog had de hele buurt erg te lijden onder het oorlogsgeweld. De meeste gebouwen, ateliers en huizen waren vernield en werden heropgebouwd, zo ook het café “De Kuisbank” Op die plaats was er ‘n winkel van visserijmateriaal, zoals netten, verf, en ander gerief. Maar achterin werd ook een stevige druppel gedronken. Men zegt : “Van voren winkel, van achter krinkel” De Kuisbank is vandaag niet langer winkel maar wellicht een van de oudste visserscafé’s van Zeebrugge. Waardin Rita houdt het interieur van haar zaak puur origineel en zorgt voor een vlotte, vriendelijke bediening. Hier heerst nog de echte visserssfeer. ’n Aanrader om even halt te houden. Een eindje verder langs de Werfstraat is er dan café ‘t Werftje, ook zo genoemd naar de kaai en naar de scheepswerven in de buurt. Deze zaak is mee geëvolueerd met de tijd en is thans zowel restaurant als bistro met een voortreffelijke reputatie.

We gaan de Werfkaai helemaal tot het einde. Aan het water slaan we links af in de Zeegeulstraat en stappen richting Kustlaan. Nog vóór de tweede wereldoorlog, in 1936 is deze straat ontstaan. De stad Brugge koos voor de naam Zeegeulstraat omdat de weg paalt aan de vaargeul die leidt naar de Visartsluis.

Op de hoek van de Zeegeulstraat en de Kustlaan, juist vóór de brug, staat een eenvoudig monumentje dat herinnert aan de bevrijding van Zeebrugge door soldaten van de 12the Manitoba Dragoons. De tekst luidt : “Dankbare hulde aan het Canadese leger dat op 3 november 1944 Zeebrugge, als laatste gemeente gebied bevrijdde” Het zijn dezelfde troepen die op 12 september 1944 instonden voor de bevrijding van Brugge

Zeebrugge moest tot begin van november ‘44 wachten op bevrijding wegens de hevige weerstand van de Duitsers tijdens gevechten aan de afleidingsvaarten in Moerkerke.

Page 15: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

15

Wij zijn nu aan de brug over de Vaargeul naar de Visartsluis. Wij gaan niet over de brug. Tenzij ……….

Extra lus We zijn reeds een stuk over de helft van onze wandeltocht in Zeebrugge-dorp. Wie meer wil genieten en ook Zeebrugge-strand en de streek ronde de Môle wil ontdekken stapt verder over de brug langs de Kustlaan, richting Blankenberge. Met “de Môle” wordt de muur bedoeld die in 1907 bij de aanleg van de haven werd gebouwd. De Môle werd op 10 juni 1999 erkend als beschermd erfgoed. Verder ontdek je dan het recreatieve deel van Zeebrugge met het bekende, brede strand en enkele monumenten. Het duinenreservaat “de Fonteintjes” hoort bij de extra wandelmogelijkheden. Afspraak, na de lus, op dezelfde plaats waar je het traject van de wandeling hebt verlaten, aan de Visartbrug. Tot dan !

We steken de drukke kustlaan over via het zebrapad en zien voor ons de Visartsluis. De sluis werd gebouwd bij de aanleg van de haven. Vandaag is de sluis verouderd en wordt op deze plaats vervangen door een nieuwe zeesluis. Daardoor zal de omgeving hier grondig wijzigen. Rechts voor u de “Straussbrug” uit 1905.

De sluis is genoemd naar burgemeester Graaf Amedé Visart de Bocarmé. (Sint-Kruis °1835 - Brugge †1924). Visart -zoals hij kort genoemd werd- was 56 jaar volksvertegenwoordiger van 1864 tot 1923. En van 1876 tot aan z’n overlijden burgemeester van Brugge. Hij volgde -als katholiek- de liberale Boyaval op en liet dat voelen. De liberaal Julius Sabbe, pionier van de haven, was in 1907 niet eens uitgenodigd op de grootse openingsplechtigheden.

De Straussbrug bestaat uit een reusachtige trapeziumvormige constructie, en is zo genoemd naar ingenieur Joseph B. Strauss die ook betrokken was bij de bouw van de Golden Gate Bridge, over de gelijknamige baai in San Francisco.

Als de brug draait valt menige mond open. Het is een ware curiositeit, maar helemaal uit de tijd ! De brug staat op de lijst van beschermd erfgoed en moet na de bouw van de nieuwe zeesluis als monument worden heropgebouwd.

Aan de overzijde van de sluis ligt de Kapitein Freyatstraat. De benaming herinnert aan de heldhaftige kapitein van het Britse koopvaardijschip “Brussels” dat tijdens de eerste wereldoorlog door Duitse torpedoboten werd gevangen genomen. Er werd hem ten laste gelegd dat hij als burger Duitse oorlogsschepen had aangevallen. Hij werd op 27 juli 1916 in het Hof van Aurora, nabij de Kruispoort in Brugge, gefusilleerd. Zijn stoffelijk overschot werd op 7 juli 1919 naar Engeland overgebracht.

Op bevel van de Duitse bezetter werd de straatnaam in 1943 gewijzigd, maar na de bevrijding op 17 november 1944 onmiddellijk in ere hersteld.

Page 16: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

16

Er bestaat soms verwarring tussen admiraal Keyes en kapitein Freyat. Beiden zijn Engelse marineofficieren die fungeerden tijdens de eerste wereldoorlog. Ze blijven in de herinnering door een straat of plein dat in Zeebrugge naar hen is vernoemd.

Charles Freyat was burgerlijk kapitein in dienst bij de Eastern Railway Company en voerde tussen Harwich en Rotterdam. Hij had het bevel op het Britse stoomschip “Brussels” en werd gefusilleerd in Brugge.

Sir Roger Keyes was vice-admiraal van de Britse oorlogsvloot en bevelhebber bij de raid op de muur van Zeebrugge. In 1930 werd hij benoemd tot admiraal en overleed in Buckingham op 26 december 1943.

We volgen de Hullstraat die parallel loopt met de Visartsluis, steken de straat

over en stappen langs de Venetiëstraat rond het grote driehoekig plein. In het midden van het lege plein staat een hoog kunstwerk. Wat het moet voorstellen is niet duidelijk. Stoute Zeebruggelingen noemen het “Het Viagra-monument”. Een beetje verbeelding is wenselijk ! Het is voorzien dat het monument, na de bouw van de nieuwe zeesluis, midden een drukke verkeersrotonde zal staan. We zien wel.

Toen voormalig havenvoorzitter Fernand Traen in 1975 de legendarische Pierre Vandamme opvolgde had hij reeds ‘n loopbaan als schepen van Cultuur achter de rug. Traen bleef ook als havenvoorzitter erg geïnteresseerd in cultuur en liet dat zien bij de viering van het eeuwfeest van de haven.

Op 9 december 1988 huldigde de havenvoorzitter, samen met gouverneur O. Vanneste een 24 meter hoog kunstwerk in. Het werk bestaat uit een stalen structuur bekleed met betonplaten in helle kleuren. Je kan er een evocatie in zien van de grote kraan die in de middeleeuwen op het Kraan-plein in Brugge stond.

Het werk is van de Turijnse artiest M. Molinari en heet “Evolusioni Silenziose” of Stille Evolutie.

We gaan rond het kunstwerk, dwarsen op het zebrapad de brede Isabellalaan en stappen op het fietspad terug naar de brug aan de Kustlaan. Vóór de brug volgen we de richtingaanwijzer “Zeebrugge-centrum” en gaan rechts, op het voetpad

langs de kustlaan richting Zeebrugge-dorp. Het eerste huis op onze weg is de drukkerij Verstraete. Lucien Verstraete was de eerste Zeebruggenaar ooit die in 1969 schepen van Brugge werd. En dat tot in ‘77. Verstraete was een kleurrijk figuur. Ook in zijn taalgebruik. Als groot bezieler van de begraafplaats Blauwe Toren zette hij zijn pleidooi voor de nieuwe dodenakker kracht bij door te verklaren dat hij “Veel mensen kende die daar graag zouden liggen”! Ook stelde hij voor dat de stedelijke groendienst de parkbegraafplaats zou onderhouden tijdens hun “dode uren”. Hij overleed in 1988.

Page 17: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

17

In deze buurt resten er nog enkele huizen van wat ooit een van de best gekende uitgangsbuurten van de kust was. Restaurants, bars en cafés leunden er tegen elkaar aan. De Kustlaan was bekend, berucht en beroemd.

In de zestig en zeventiger jaren was hier één van de bekendste bar-dancings van de Vlaamse kust gevestigd. “La Barq’ à Jac”. Uitbaters van de zaak waren Jacques De Cuyper (daarom “Le Barq’ à Jac”) en zijn echtgenote Zizi. Zij was de zuster van de Armeens-Franse zanger Marc Aryan. Het meest succesvolle nummer van Aryan was “Kathy, Kathy” dat hij in 1963 uitbracht en er vele weken mee alle hitparades aanvoerde. In La Barq’ à Jac kwam veel bekend showbizz-volk.

De zaken draaiden goed en De Cuyper breidde nu en dan z’n zaak uit. Er kwam ook een tweede Barq’ à Jac in Pecq nabij Doornik. Die brandde op een nacht volledig uit. Maar aan alle mooie zaken komt een einde. De zuster van Aryan verliet de zaak en zo stopte de link met de Franse succeszanger. De naam van Le Barq’ à Jac ging in dalende lijn. Uitbater Jacques De Cuyper overleed plots na een ongeval op een nogal ongelukkige wijze en op de 30ste november van 1985 overleed ook Marc Aryan in het Noord-Franse Ohain. Na een succesverhaal tussen de zestig- en de tachtiger jaren blijft er -voor zij de het meemaakten- alleen nostalgie over. Vele -nu oudere- klanten herinneren zich beslist nog de vele mooie momenten in La Barq’ à Jac.

We zetten de wandeling verder en gaan voorbij het in aanbouw zijnde Ibis-hotel. Hier duikt meteen ook het nieuwe gelaat van Zeebrugge op. We gaan rechts naar de

Heiststraat. De spoorweg die vroeger de vismijn bediende ligt hier nog. Tot de aanleg van de Kustlaan was de Heiststraat de voornaamste verbinding met Heist. We volgen de Heiststraat tot de eerste straat links, de Sint-Donaaskerkstraat. We stappen

verder tot voorbij de hoofingang van de kerk. Naast het kerkgebouw staat een eenvoudig monument ter ere van de burgerlijke slachtoffers van de wereldoorlogen. Iets verder is de ingang van het militaire kerkhof. Deze begraafplaats is één van de weinige kerkhoven waar Engelse en Duitse militairen samen begraven liggen.

Midden op het kerkhof ligt de volledige bemanning van twee Duitse onderzeeërs.. Een in steen gebeitelde tekst geeft volgende uitleg :

Den Kameraden SM Torpedoboote S15 und S20

gefallen am 15 Juni 1917 an der Flandrischen Kuste

Page 18: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

18

Op de militaire begraafplaats van Zeebrugge liggen 175 Duitse en 30 Britse militairen. Het kerkhof wordt onderhouden door The Commonwelth War Graves Commission.

Niet alleen de gesneuvelde militairen van de raid op Zeebrugge op Saint George’s Day liggen hier begraven.

Ook enkele niet-geïdentificeerde militairen vinden er een laatste rustplaats. Een gedenkteken voor drie vermiste soldaten staat aan de ingang van het kerkhof.

De stoffelijke resten van een Brits piloot die pas in 1992 bij graafwerken werd ontdekt werd hier later eveneens bijgezet.

Bij ‘t begin van de eerste wereldoorlog was er geen kerkhof rond de Sint-Donaaskerk. Toch zijn er op 26 september 1915 meerdere Duitse soldaten tegen de muur van de kerk begraven. Een juiste verklaring daaromtrent lezen we in de “Parochiekroniek van Zee-Brugge door Zusters Joséphine en Godelieve”

Wij citeren uit het dagboek van de zusters :

“26 september 1915, een schone zondag. Rustig is het. En aangenaam weder.

Véél Duitsers zijn op wandel naar Heist, en komen met de tram van acht ure huiswaarts. We horen zingen tot in ons voorhovetje….

In volle vaart komt de tram aangereden. Doch de brug is open en de tram vliegt de diepte in. We horen roepen en tieren. En dan wordt het heel stil..

Het noodsein wordt gegeven. Elektrisch licht bestraalt de vaart om gedurende de nacht méér dan 100 lijken boven te halen. Sommige verliezen het verstand, andere soldaten nemen de verwarring te baat en vluchten naar Holland.”

Van het tramongeluk is weinig gekend. Het vergeten ongeluk heeft waarschijnlijk plaats gevonden aan de Visartsluis.

In het parochie-dagboek van de zusters wordt melding gemaakt van 100 doden. Bouwkundig erfgoed Vlaanderen verklaart dat er 44 Duitse soldaten zijn begraven tegen de muur van de kerk.

Hun grafstenen vermelden als datum van overlijden: 25 september 1915. Zonder meer.

Zeebrugge heeft thans geen burgerlijke begraafplaats meer, zoals andere deel-gemeenten van Brugge die wel hebben.

In de Ploegstraat werd in 1929 op landbouwgrond een begraafplaats aangelegd. Met het oog op de uitbreiding van de haven werd in 1974 besloten het kerkhof te ontruimen. De 798 graven werden ontgraven en overgebracht naar de begraafplaats Blauwe Toren. Dit gebeurde kosteloos. Er kon ook -tegen betaling-voor een andere begraafplaats gekozen worden. In 1983 verdwenen de gronden van het oude kerkhof in een nieuw dok dat werd gegraven door baggerwerken Denul.

Page 19: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

19

We sluiten de wandeling af rechtover de ingang van de militaire begraafplaats.

Een sober park met in het midden een bronzen gedenkplaat die herinnert aan de grootste scheepsramp uit de geschiedenis van ons land.

De scheepsramp met de “Herald of Free Enterprise”.

Die vrijdag 6 maart ‘87, om 19:24 uur kapseisde de ferry “Herald of Free Enterprise” bij het uitvaren, op amper 1 km voor de haven van Zeebrugge. Het water was 3° koud. Het schip had 600 personen en 80 bemanningsleden aan boord. Meestal Britten. Ook 81 auto’s, 3 bussen en 47 vrachtwagens stonden in het laadruim. De “Herald of Free Enterprise” had vertraging op het vaarschema en zou die inhalen. Bij het uitvaren waren de boegdeuren van het schip nog niet gesloten. De ballasttanks nog niet volledig leeggepompt. Het schip lag diep in het water. En dat water spoelde in het laadruim. In 90 seconden verdronken 193 personen. Een baby en drie Britse militairen werden nooit teruggevonden.

Een bronzen plaat met een kaart van de Noordzee en de namen "DOVER" en "ZEEBRUGGE", en de vermelding "6TH MARCH 1987" herdenken de grootste scheepsramp uit de geschiedenis van ons land. Errond bevindt zich een rozenpark aangelegd op initiatief van de rederij P&O, tot wie het schip behoorde. Dit met medewerking van de stad Brugge.

Page 20: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

20

Plan wandeling Zeebrugge-dorp Afstand : 6,50 KM Vertrek en aankomst aan Sint-Donaaskerk in Zeebrugge-Dorp. Vrije parkeerruimte. Bereikbaar met de kusttram, halte Zeebrugge-Kerk

“Zee-Brugge” of “Zeebrugge”

Tot wereldoorlog I werd de naam in twee woorden geschreven. Dat werd zo voorgesteld door de parochiepastoor E.H. Lietaert. Zijn verklaring : De naam Zee-Brugge betekent Brugge aan Zee, dit om te onderscheiden van Brugge te lande. Bij de Post schrijft met het met twee woorden. Zo moet het. In de gevel van het gemeentehuis staat het ook zo gebeiteld. Bij het uitspreken moet de klemtoon rusten op Brugge.

Page 21: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

21

Extra lus naar Zeebrugge-strandwijk Afstand extra 5,26 KM Splitsing aan de Visartbrug over de Kustlaan, nabij de oude sluis. Terug aansluiting op het oorspronkelijk wandeltraject op dezelfde plaats

Page 22: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

22

Samenstelling, tekst en lay-out : Denis Vermeire, juni 2020 Wandelplannen : Aagje Merlevede Uitgave van de Brugse Metten Wandelclub vzw Bronnen : Albert Schouteet, De straatnamen van Brugge ; Bibliotheca Andana, Marc Aryàn Brugsch Handelsblad. Wie is wie in de Brugse gemeenteraad ; Ernest Schepens, tentoonstellingscatalogus 100 jaar Zeehaven Brugge ; Hedwig Dacquin, Lang leve onze Gesneuvelden ; Julius Sabbe Studiekring, Brugge’s Droom. Verleden en toekomst van de haven ; Luc Constandt, Stenen herleven, 111 jaar kunstige herstellingen in Brugge ; Siegfried Van Eeghem, Parochiekroniek van Zee-Brugge ; Stadsarchief Brugge, historische kranten, beeldbank ; Westtoer, Zeebrugge. Schatten van de haven ; Met dank aan : Germain Brouns, Knokke-Heist Lokale Politie, afdeling Zeebrugge Rita Truyens, Zeebrugge Robert Verstraete, Zeebrugge Tamara Vander Stichele, Zeebrugge

Page 23: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

23

Page 24: Zeebrugge. Leven tussen dorp, zee en haven · werd de wijk “Zee-Brugge” toen schertsend “plankendorp” genoemd. De vele kinderen die de arbeidersgezinnen met zich meebrachten

24